‘Je suis un black’ Stadsbendes verraden diepe malaise in Afrikaanse gemeenschap De Standaard, 06-09-2008 © Corelio
Is met de afrekeningen tussen de zwarte bendes in Brussel het geweld van de Afrikaanse brandhaarden verhuisd naar de straten van de hoofdstad? 'Het probleem van de zwarte bendes is geen importprobleem. Het is er een van onze eigen samenleving.' Twee weken geleden kreeg bij een gevecht tussen rivaliserende gangs bij de Hallepoort een bendelid vijf messteken in de borst. Het was de zoveelste veldslag op een schimmig front deze zomer. In juli werd op het Anneessensplein de chef van de 'Versailles'-bende met vier messteken omgelegd door '1140', enkele dagen nadat die een vechtpartij hadden verloren van hun rivalen. Die zogenaamde Afrikaanse bendes in de hoofdstad bezorgen het parket en de politie al een decennium lang kopzorgen. 'Het gaat in golven', zegt de Brusselse magistraat Frédéric Van Leeuw, deskundige inzake zwarte stadsbendes. 'Het begint met een klein incident en als er dan niet snel wordt ingegrepen, zit je in een vicieuze cirkel van geweld.' 'De laatste jaren wordt er steeds meer via het internet afgesproken voor afrekeningen. Soms is de politie tijdig op de hoogte en kan ze die veldslagen verhinderen, soms is ze net te laat op het spoor en kan ze alleen achteraf de schade opmeten. Men doet het wel eens voorkomen alsof de stad levensgevaarlijk is geworden. Het bendeprobleem ís prangend. Maar men mag niet vergeten dat het geweld vooral gericht is tegen leden van andere bendes.' Net daarom heeft het lang geduurd voor de overheid zich acuut bewust werd van de zwarte stadsbendes, meent Van Leeuw. 'Het was black-on-black violence, er vielen zelden blanke slachtoffers. De grootste slachtoffers waren de Afrikanen zelf.' Bendeleden, maar vooral ook gewone Afrikanen die op straat geterroriseerd werden of tijdens soirées of andere feesten bedreigd werden. Het was de Afrikaanse gemeenschap in Brussel die jaren geleden als eerste smeekte om in te grijpen, zegt Van Leeuw, op een moment dat het gerecht zich nog aan het
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
1
afvragen was of het wel om een specifiek fenomeen ging. Het wilde te allen prijze vermijden dat het zou worden beschuldigd van racisme, omdat het een fenomeen linkte aan een huidskleur.
Stadsbendes Het is een van de intrigerende aspecten aan de stadsbendes in Brussel, zegt Van Leeuw. 'De zwarte bendes zijn de enige "echte" bendes in de stad: hiërarchisch gestructureerd, met een leider aan wie de leden verantwoording afleggen, en met een afgebakend territorium dat ze verdedigen.' Ze zijn vaak erg gewelddadig. 'Geweld is een manier om zichzelf te bewijzen en op te klimmen in de pikorde.' 'Het begint als een spel, cowboy en indiaan, pubers die samen rondhangen en elkaar uitdagen. Geleidelijk steken ze de grens over naar het criminele en naar het zware geweld. Deze zwarte bendes worden niet opgericht om misdrijven te plegen. Het is omgekeerd: omdat ze samen zijn, worden uiteindelijk misdrijven gepleegd.' Het begint met een afgerukte handtas en het eindigt met een bende als Black Demolition, die enkele jaren geleden Pizza Huts overviel en zich schuldig maakte aan moord en groepsverkrachting. In de strijd tegen de stadsbendes roept het Brusselse parket de ouders van elke jongere die van ver of dichtbij in de bende zit, bij zich. De ouders zijn vaak verbijsterd. Hun Mamadou, tot zulke dingen in staat? 'Ze hebben het gevoel dat hun zoon doctor Jekyll en mister Hyde is.' Het lijkt wel of het kind zich geen enkele limiet heeft eigen gemaakt.
Samen zwart-zijn Er zijn twee soorten jongeren te vinden in de Afrikaanse bendes, zegt Van Leeuw: jongeren die in Afrika zijn opgegroeid en op jonge leeftijd naar België kwamen en jongeren die hier geboren en getogen zijn. Die eersten komen vaak uit conflictgebieden zoals Centraal-Afrika. Sommigen waren kindsoldaat, de meerderheid groeide op meestal zonder hun ouders - in gevaarlijke zones of in vluchtelingenkampen, waar ze hun eigen boontjes dopten. De zwarte bendes in Brussel worden daarom vaak voorgesteld als importprobleem: jongeren, dolgedraaid door moorddadige Afrikaanse brandhaarden, die hun overlevingsinstincten niet kunnen uitschakelen en hier over de rooie gaan. 'Zo zitten er enkelen bij', zegt Van Leeuw. 'Zij staan vaak aan de top bij de bendes, omdat ze met meer gemak geweld gebruiken. Maar het gaat om een absolute minderheid in het geheel van de bendes. De meeste leden zijn jongens die hier geboren zijn, Belgen dus, of die naar hier kwamen toen ze klein waren. Het probleem van de zwarte bendes is geen import. Het is een probleem van onze samenleving.' BLACK Wolves, Black Solo, Black Demolition. Wat hen verenigt, is dat ze zwart zijn. 'Etniciteit speelt geen rol', zegt Van Leeuw. 'In dezelfde bende heb je jongens met ouders uit Rwanda, Oost-Congo of Angola. Het gaat niet over rivaliteiten die in Afrika aan de basis van conflicten liggen. Het gaat over samen zwartzijn.'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
2
"Toen hij klein was", vertelden ouders me, "had hij vriendjes van alle kleuren, maar zodra hij ging puberen, ging hij alleen nog met zwarte jongeren om." Die bendes zijn een extreme vorm van afwijzing van al wat blank is. Het lijkt of de rest van de wereld niet bestaat. Alles speelt zich volledig onder en tussen hen af.' Hun culturele referenties zijn ook niet Afrikaans. Ze claimen voor zichzelf een Afrikaanse identiteit, maar hun kennis is oppervlakkig en hun nieuwsgierigheid naar de cultuur van hun ouders gering. 'Als de ouders Afrikaanse waarden willen doorgeven, staat het kind er vaak niet voor open en verkiest het alleen de samenleving waarin het opgroeit', zegt Frédéric Gaza, een Congolese psychiater die samen met de Congolese criminoloog Franck Mulisi in de vzw CCB actief is als bemiddelaar voor Belgisch-Afrikaanse jongeren en families. Je suis un black, zeggen deze jongeren, en met die Engelse term zetten ze zich in een klap af tegen hun Afrikaanse ouders én tegen le blanc. Het ontbreekt hun aan voorbeelden. Ze zoeken aansluiting bij de Amerikaanse gang-cultuur. 'Hun culturele referenties komen uit de Verenigde Staten', zegt Gaza. Een van de eerste bendes in Brussel heette trouwens New Jacks, naar de film New Jack City, over het bendeleven. 'Ze kopiëren voorbeelden uit de VS, het geweld en de stoerdoenerij die ze zien op tv en in films.'
Verkwist talent Het is die zoektocht naar een identiteit als zwarte in de Belgische samenleving die mee aan de basis ligt van de groei van deze bendes, zegt Gaza. 'Vertel eens iets over je cultuur.' Hoe dikwijls krijgt zo'n jongen die goedbedoelde vraag niet op school? Maar hij is Belg, geboren en getogen in Brussel. Zijn cultuur is die van de blanke jongens en meisjes die links en rechts van hem zitten. Hij voelt zich door de samenleving beoordeeld op zijn huidskleur en gewezen op de verschillen. Een Bounty noemt hij zichzelf - zwart vanbuiten, wit vanbinnen. Hij lijkt niet te kunnen ontsnappen aan zijn huidskleur. Dus claimt hij ze als een embleem.' 'Onze jongeren voelen zich afgewezen en begrijpen niet waarom', zegt Gaza. 'Racisme en angst voor het onbekende: ze bestaan en onze jongeren voelen dat. Het is al verbeterd, hoor. Toen ik hier als jongere kwam, werd je nog openlijk beledigd. Tijdens mijn artsenopleiding zei een gynaecoloog dat een zwarte arts nooit een blanke vrouw kon onderzoeken. Het is nu veel minder cru.' 'Maar vooral op het vlak van werk en logement blijft uitsluiting een probleem in België. Het leven is nog altijd niet gemakkelijk voor wie een andere naam of kleur heeft. Onze jongeren zien elke dag hoe hun ouders die een stevig diploma in handen hebben, geen werk vinden, of met een krantenronde de eindjes aan elkaar proberen te knopen.' Mulisi: 'Ik ken een doctor in de wetenschappen die opbouwwerker is voor kinderen. Fijne baan, daar niet van, maar voor een man met zijn diploma's?' Wat moet een kind als het ziet hoe zijn vader in de marginaliteit is beland, hoe zijn grote broer in de marginaliteit belandt. Hoor ik bij deze samenleving, vraagt het zich af. 'Ik ken Afrikaans-Belgische studenten die vloeiend vier talen spreken en niet eens aan een stageplaats raken', zegt Billy Kalonji van het Afrikaans Platform in Antwerpen, voorzitter van de vzw Mwinda Kitoko. Hij is de bezieler van de Talentendag, die elk najaar Afrikaans-Belgisch jong talent in de bloemetjes zet. 'Talent word verkwist. Is het verwonderlijk dat ze afhaken?'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
3
'Wij kwamen vanuit Congo naar hier in de jaren tachtig, de meesten met diploma's. Maar wat zijn onze kinderen aan het worden? Hoeveel Afrikaanse kinderen zitten er aan de universiteit in Antwerpen? Ze volgen allemaal technisch en beroepsonderwijs. U gaat me toch niet vertellen dat er niet één de universiteit aankan?' Afrikaans-Belgische jongeren leven met de frustraties van hun ouders, ze hebben eigen frustraties. 'De malaise is algemeen', zegt Gaza. Ze hebben allemaal dezelfde problemen. En ze zoeken allemaal een chez soi, een thuis. 'Kinderen die het al moeilijker hebben thuis, zoeken die dan soms in de bende', zegt Van Leeuw. 'Het blijft een kleine minderheid, maar ze bepalen het imago van de hele Afrikaanse gemeenschap in Brussel.' Ze trekken elkaar als magneten aan, zegt Kalonji: de gastjes die hier geboren zijn en jongens die in Afrika zijn opgegroeid. 'Wanneer die hier komen, hebben ze maar weinig besef van de regels en limieten, maar ze maken hun eigen weg, omdat ze geleerd hebben van hun plan te trekken. De jongeren die hier geboren zijn, kijken met grote ogen naar die gasten en zien in hen een rolmodel. Ze haken zich aan hen vast.' Maar ze snijden zich los van de rest van de samenleving.
Instabiliteit 'Eigenlijk liggen de wortels van jongeren die ontsporen, in de instabiliteit van de familie', meent Billy Kalonji. 'Ouders die leven in precaire omstandigheden: financiële problemen, de slechte behuizing, geen werk of werk onder hun opleidingsniveau.' Tachtig procent van de Afrikaanse families is onvolledig, schat hij. Ouders gescheiden, moeder voedt de kinderen alleen op. De vader of de moeder waren al enkele jaren hier voor het kind kwam uit Afrika, of de ouders werken elders en het kind leeft hier bij een oom of tante. 'Als ouders en kinderen elkaar dan terugzien, gaapt er een kloof. Het ouderlijk gezag is aangetast.' 'Veel Afrikaanse ouders gebruiken ook de opvoedingsschema's waarmee zij zijn opgegroeid', zegt Van Leeuw. 'In Afrika worden kinderen collectief opgevoed. Ze gaan en staan waar ze willen, maar zodra ze iets mispeuteren, zal de dichtstbijzijnde volwassene hen terechtwijzen. Hier is dat niet zo. Je kunt dat jammer vinden, maar hier zeggen volwassenen: alleen mijn kind is mijn zaak. Als je kinderen in zo'n context hun gang laat gaan, zijn ze een vogel voor de kat.' In sommige gevallen waarin het fout loopt met deze jongeren, gaat het om nalatigheid, maar in de meeste gevallen is het ouders gewoon boven het hoofd gegroeid, zeggen alle betrokkenen. 'Afrikaanse ouders worden bovendien te snel uitgesloten', zegt Van Leeuw. Gaza: 'Er wordt te weinig naar hen geluisterd bij allerlei instanties.' En de rebellerende puber heeft snel in de smiezen dat zijn vader weinig gewicht heeft in deze samenleving. 'Je moet de ouders er snel bij betrekken', zegt Van Leeuw. 'Als je dat niet doet, voelen ze zich vernederd. En een kind dat zijn ouders te schande heeft gemaakt, wordt van huis gestuurd. In Afrika is dat geen probleem: er is altijd de extended family tot de gemoederen bedaard zijn. Maar hier wordt het kind een gemakkelijke prooi voor bendes.'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
4
Afrikaanse ouders weten niet waar ze hulp moeten vinden. Ze weten ook niet altijd welke hier de rechten en plichten zijn. 'Een vader deelt een mep uit aan zijn recalcitrante tienerzoon en voor hij het beseft, wordt hij op het matje geroepen bij politie en justitie', zegt Mulisi. Terecht: het kan en mag niet. Maar de vader is verloren: voor hem is dit hoe hij zijn ouderlijk gezag uitoefent. Mulisi: 'Wij proberen te zien wat er in de families niet gaat en er samen met de diensten voor jeugdbescherming uit te komen. De overheid moet minder met de botte bijl ingrijpen zonder te begrijpen hoe het cultureel zit. Dat doet de situatie vaak volledig blokkeren.' 'Wie hier geboren is uit Belgische ouders, begrijpt op een natuurlijke manier het kader van deze samenleving', zegt Kalonji. 'Je moet Afrikaanse ouders ook de kans geven om te begrijpen hoe de dingen in elkaar zitten. Je moet het hun uitleggen. Dat is echte gelijkheid van kansen. Ouders krijgen te weinig steun, op alle vlakken. De overheid heeft de situatie laten verrotten. Er wordt geoogst wat er is gezaaid. Die bendes, dat is eigenlijk een alarmkreet.'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
5