SPINOZAWINNAARS IN BEELD CHEMIE OP HET SPOOR
ST U D EN TE N SP EC IA L
Je eigen weg
BOTREPARATIE MET KLITTENBAND
Jrg 111 | # 14 | 21 augustus 2015
[C2W ]
TWEEWEKELIJKS VAKBLAD VOOR CHEMIE, LIFE SCIENCES EN PROCESTECHNOLOGIE
Croda recruit ad 190x123mm 07-15_Layout 1 13/07/2015 08:47 Page 1
Shaping the oleochemical future
Market Application Specialist A global leader in speciality chemicals, Croda is the name behind some of the world’s biggest brands providing practical, environmentally minded solutions to the problems of everyday life. In 34 countries, our 3,500 employees work to improve a diverse range of markets - from personal and health care, to home care, plastics and lubricants. Within the Croda Industrial Chemicals R&D team we currently have a vacancy for a
Phase Change Materials
There is currently an opportunity for a Market Applications Specialist within the Phase Change Materials area of the Industrial Chemicals Division. The Phase Change Materials R&D team is located in Gouda, The Netherlands, and cooperates closely with the business team in Cowick (UK), as well as other R&D teams and various other functions within Croda. The Application Specialist will report to the Industrial Chemicals R&D Team Leader, based in Gouda. This function will have shared responsibility for driving the development of PCM’s, and the successful applicant will have a strong technical background in the development and/or application of PCM’s. The job role will include: n Application of technical knowledge to develop new products according to customer needs n Development and application of new test methods for Croda PCM’s n Support PCM encapsulation projects and associated challenges n Assist in building knowledge on structure-property relationships n Generation of new ideas in the PCM development area n Answer technical enquiries to and support PCM adoption at customers Job requirements: n A proven practical and relevant theoretical knowledge of physical chemistry related to PCM’s n Knowledge of the various applications and technical challenges of PCM’s n Degree in chemistry/chemical engineering/physics or equivalent experience n Background knowledge of the technical benefits and properties of microencapsulated PCM’s preferable n Project management experience and capabilities n Teamworker and ability to interact constructively with other departments Information For more information regarding this vacancy please contact Marco Auerbach, Teamleader Industrial Chemicals,
[email protected]. An application for this position with CV can be sent to
[email protected] to the attention of Christa Revoort.
SOLIDS EUROPEAN SERIES
Ahoy Rotterdam
Bent er ook u bij?
30 / 09 - 01 / 10 / 2015 Trade show for powder & bulk solids technologies
Vakbeurs Solids Benelux
www.solidsrotterdam.nl
@SolidsBenelux #SolidsBenelux
2015
Rotterdam
Gelijktijdig met Pumps & Valves
Inhoud
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
SPINOZAWINNAARS IN BEELD OPINIE Langere adem Force majeure Openheid bij ongelukken
6 7 8 9 21
CHEMIE ACTUEEL Weg met asfalt
11
INTERVIEW Cisca Wijmenga en René Janssen
12
VEILIGHEID Te weinig zicht op treinende chemicaliën
16
STUDENTENSPECIAL Hoe overleef je je stage? Studievereniging voor meer dan feesten Bedrijven delen masterbeurzen uit
22 25 26
RUBRIEKEN Start-up: Matricore Media: The vital question De werkdag van Lisanne Schulte Mensen: Melle Koch
18 32 33 34
KNCV (Oud)studenten helpen groentjes
28
12
In Groningen onderzoekt Cisca Wijmenga de genetische achtergronden van gluten intolerantie. In Eindhoven ontwikkelt René Janssen organische elektronica. Beiden ont vingen dit jaar een Spinozapremie voor hun werk. Zijn er nog meer overeenkomsten, en wat hebben ze elkaar zoal te vragen?
4 4 5
NIEUWS Megarekenen aan nanobuisjes Shell Moerdijk: hoe het kwam 3D-geprinte pil Biljarten met atomen Analysenieuws
BOTREPARATIES MET SCAFFOLDS 18 Het ultieme botimplantaat, dat is het streven van Matricore. Niet meer elk onderdeel apart 3D printen, maar een kant-en-klaar construc tiemateriaal op maat knippen en stapelen tot het gewenste scaffold. Tijdens de Startup bootcamp Smart Materials scherpte het kers verse bedrijf uit Geleen zijn presentatie aan.
STUDENTENSPECIAL
22
Hoe kom ik aan geld, hoe vind ik een stage plek, waar scoor ik gezelligheid en hoe kom ik daarna van de kater af? Vier belangrijke vragen in een gemiddeld studentenleven. In dit C2W waardevolle tips van een reeks erva ringsdeskundigen. ‘Het belangrijkste is vol gens mij om er gewoon voor te gaan.’
Het volgende C2W life sciences verschijnt op 11 september
O N A F H A N K E L I J K
TWEEWEKELIJKS VAKBLAD VOOR CHEMIE, LIFE SCIENCES EN PROCESTECHNOLOGIE
SPINOZAWINNAARS IN BEELD CHEMIE OP HET SPOOR BOTREPARATIE MET KLITTENBAND
Jrg 111 | # 14 | 21 augustus 2015
Colofon [C2W ] STUDEN TENSPE CIAL
Je eigen weg 01_c2w14_omslag.indd 1
Kies je eigen weg, zie vanaf pagina 24.
12-08-15 12:09
3
Redactie C2W: Postbus 19949, 2500 CX Den Haag tel. 070-262 91 00,
[email protected], www.c2w.nl Hoofdredacteur: dr. Erwin Boutsma Redactiesamenstelling: ir. Puck Moll (vak-/eind redacteur C2W), ir. Arjen Dijkgraaf, drs. Franny Scholte (eindredacteur C2W), Kevin Kosterman MSc Basisontwerp: Menno Landstra Vormgeving: Twin Media bv, Culemborg Drukkerij: Senefelder Misset BV Redactieraad: prof. dr. Harry Bitter, Brigitte Bruijns MSc, drs. Pierre Del Castilho, prof. dr. Jeroen Cornelissen, dr. Antonia Denkova, dr. ir. Kees de Gooijer, ing. Fred van Hessen, prof. dr. Oscar Kuipers, Wouter Lamme BSc, prof. dr. Koop Lammertsma, ing. Jos de Man, dr. ir. Carlo van Mierlo, prof. dr. Romano Orru, Annika van Rosmalen MSc , Menno de Waal. Uitgever: Bèta Publishers b.v., Sijmen Philips Advertenties: Archer Media, Spacelab 2, 3824 MR Amersfoort Bas van den Engel (accountmanager) tel. 033-453 94 50/ 06-423 069 37 fax 033-457 23 13,
[email protected],
VA K B L A D V O O R C H E M I E , L I F E S C I E N C E S , P R O C E S T E C H N O L O G I E E N ( B I O ) M O L E C U L A I R E W E T E N S C H A P Klantenservice adverteerders: 033-453 94 50
[email protected], www.archermedia.nl C2W voor KNCV-leden: KNCV-leden ontvangen C2W/C2W life sciences gratis, ook in het buitenland. De contributie bedraagt tussen de €32,- en €122,-. De niet-KNCVleden van de NBV ontvangen alleen C2W life sciences. De niet-KNCV-leden van de NVBMB ontvangen de nummers 2, 7, 13 en 17. KNCV-ledenadministratie: Postbus 249, 2260 AE Leidschendam, tel. 070-337 87 97
[email protected] Het lidmaatschap wordt automatisch verlengd tenzij de KNCV-ledenadministratie vóór 15 november van het lopende jaar schriftelijk een opzegging heeft ontvangen. Hiervan krijgt u een bevestiging. C2W-abonnement voor niet-KNCV-leden: Tarieven 2015: Nederland en België: € 269,35; daarbuiten € 300,85. Abonnementenland, 1822, 1910 VB Uitgeest, tel. 0900-226 52 63 (10 cent p.m.), fax 0251-310 405,
[email protected], www.aboland.nl Het abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling te worden voldaan via automatische incasso. Bij betaling per acceptgiro komt hier € 2,95 bij.
Een abonnement kan elk gewenst moment ingaan. Wij hanteren de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan ervan uit dat lezers C2W ontvangen uit hoofde van hun beroep. Hierdoor wordt een abonnement automatisch met een jaar verlengd tenzij 1 maand vóór de einddatum een opzegging is ontvangen. De KNCV en Bèta Publishers leggen uw gegevens vast voor de uitvoering van de registratie van het lidmaatschap en/of de abonnementenovereenkomst. Uw gegevens kunnen door de KNCV/Bèta Publishers, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit melden bij de KNCV, t.a.v. Ledenadministratie. ISSN: 1389-0433
C2W is het nieuwsorgaan van de KNCV, de beroepsvereniging voor mensen met een passie voor moleculen. Postbus 249, 2260 AE Leidschendam, tel. 070-337 87 90, fax 070-337 87 99,
[email protected], www.kncv.nl Standpunten door de KNCV ingenomen zijn geplaatst in de rubriek KNCV. Opname van de overige berichten en artikelen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de redactie.
4
Redactioneel
J
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
LANGERE ADEM
e whisky de ruimte insturen om te achterhalen in hoeverre gewichtloosheid de smaak beïnvloedt. Whiskymaker Suntory stuurde deze maand diverse destillaten naar het Internationale Ruimte station ISS voor een verblijf van, afhankelijk van het sample, 1 à 2 jaar. Experts van het bedrijf vermoeden dat het destillaat er zachter van zal gaan smaken. Helaas geen proof of the pudding is in the eating ditmaal: de whisky is achteraf niet te koop. Ik dacht eerlijk gezegd dat ruimteonderzoek doorgaans probeert te achterhalen of er buitenaards leven is, en zo ja of dat leven op het onze lijkt. Niets is minder waar volgens Nick Lane, auteur van The vital question: het moet ons helpen het leven op onze aarde te begrijpen. Ruimtetelescopen werken hierbij als mirrors die vragen als hoe ontstonden eukaryote cellen reflecteren richting de aarde, waar wetenschappers ze proberen op te lossen (zie pagina 32). Tegelijkertijd laten wetenschappers zich maar al te graag inspireren door die ingenieuze natuur. Zo ‘ontdekte’ de Zwitserse ingenieur George de Mestral klittenband door klitten – van die stekelige bolletjes die aan je kleding blijven hangen – onder de microscoop te bestuderen. Anno 2015 wil de start-up Matricore een nieuwe draai aan dit concept geven door er botten mee te
repareren (zie pagina 18). In het FD poneerde natuur- en sterrenkundige Ylva Poelman begin augustus dat Nederland achterloopt als het gaat om zogenoemde bionica. Dat kan ik niet beoordelen, maar ‘jatten’ uit de natuur is zeker geen makkie. Spinozalaureaat René Janssen, bekend van plastic zonnecellen, blijft zich erover verbazen. “Wij kunnen niet nadoen wat de natuur kan in complexiteit.” Gelukkig is er hoop: we kunnen de natuurlijke fotosynthese dan wel niet nabootsen, een efficiëntere versie maken, kunnen we wél. Ondertussen probeert Cisca Wijmenga, de andere moleculaire Spinozalaureaat (zie voor het dubbel interview pagina 12), de natuur van glutenintolerantie te doorgronden. Wijmenga ‘verzucht’ dat mensen niet beseffen hoeveel tijd haar onderzoek kost. Over een periode van vijftien jaar verzamelde ze patiënten om uiteindelijk in 2011 een grootschalige studie onder twaalfduizend mensen te kunnen presenteren. Daarbij is een jaar of wat in de ruimte niets. Onderzoek vergt een lange adem. Het komen tot een toepassing een nog langere. Ik ben benieuwd hoe whisky over dertig jaar smaakt. Welke student vraagt ons tegen die tijd op de borrel? | Puck Moll, eindredacteur C2W,
[email protected]
Wil je ook reageren op een artikel in C2W? De redactie is te bereiken via
[email protected]
Column FORCE MAJEURE
D
e kunststoffenverwerkers zijn het zat. Steeds vaker komt hun plastic te laat binnen en telkens met een beroep op contractbepalingen over force majeure, juridisch jargon voor onverwacht productieverlies door overmacht. Branchevereniging European Plastics Converters kan niets bewijzen, maar in een persbericht vraagt ze zich af of het echt de wil van God is of die van de aandeelhouders. Er zou te veel capaciteit zijn wegbezuinigd, zodat er geen reserve meer is. Wat nog wel draait, hapert soms zó vaak dat je gaat twijfelen aan de onderhoudstoestand. Laten ze de boel bewust rotten? Er zijn er meer die zich dat afvragen. Omwonenden van chemiepark Chemelot in Sittard-Geleen zien de laatste tijd verdacht veel rotzooi over het hek waaien, waaronder hele productiebatches polyetheen die via de overdrukbeveiliging (force très majeure) de fabriek verlaten. Wéér iemand die zijn plastic niet krijgt. Chemelot geeft toe dat de communicatie beter kan, maar kennelijk geldt dat ook
voor de procesbeheersing. En niet alleen dáár. Dankzij de Onderzoeksraad voor Veiligheid weten we nu tot in detail wat voorafging aan de explosie (force très, très majeure) in een monomeerfabriek van Shell Moerdijk in 2014. Zo’n opstartproces blijkt een angstwekkend rodeogehalte te vertonen, met wilde temperatuur- en drukschommelingen en operators die continu alarmbellen uitzetten in de vaste overtuiging dat het zo hoort en vanzelf goed komt. Terwijl ze maar eens in
de vier jaar opstarten en dus nauwelijks ervaring hebben. Het is maar wat je normaal vindt. Zulke fabrieken draaien op procestechnologie uit de tijd dat NS nog met stoomtreinen reed. Vanwege de financiële risico’s durfde men nooit fundamentele veranderingen aan. Tot nu toe beperkte de kritiek zich tot het energieverbruik, maar in het door veiligheid geobsedeerde Europa is zo’n procesvoering inmiddels ronduit anachronistisch. Wedden dat de petrochemie dat ook beseft en stilletjes afbouwt ten gunste van China, waar ze de stoomtrein nog maar net hebben afgeschaft en in meer opzichten een halve eeuw achterlopen? Mochten de Chinezen nu beseffen waarmee ze worden opgezadeld en de branche met force vraiment majeure het land uitgooien, dan krijg je pas echt een kunststoftekort. Maar zij lezen C2W niet.| Arjen Dijkgraaf, vakredacteur C2W,
[email protected]
Kwestie
C2W C2W1414| 21 | 21AUGUSTUS AUGUSTUS2015 2015
5
OPENHEID BIJ ONGELUKKEN Hoe gaat de chemische industrie om met communicatie rond calamiteiten? C2W stelt dat het beter is voor het bedrijfsimago om openheid te geven over incidenten dan ze te verzwijgen. PUCK MOLL
O
p de vraag of het beter is voor het bedrijfsimago om open te communiceren over calamiteiten, antwoordt Lea Jaspar, senior communications business partner bij Sabic op de productielocatie in Geleen, dat ze zich niet kan indenken dat enig bedrijf nee zou antwoorden. “Een bedrijf wil zijn license to operate niet riskeren door onjuiste informatie naar buiten te brengen.” Sabic, gelegen op het industriepark Chemelot, staat volgens haar voor een transparante manier van communiceren. HANDREIKING Onlangs kampte Geleen met een volgens Jaspar “onfortuinlijke reeks incidenten”. Zo verspreidde zich begin juli een penetrante naftageur over de omgeving. Jaspar: “De afwikkeling hiervan heeft langer geduurd dan gehoopt en daarmee de overlast voor omwonenden. Eind juli is een brief naar omwonenden gestuurd om de gang van zaken uit te leggen.” Jaspar geeft toe dat mensen het liefst direct willen weten wat er aan de hand is. “Maar we kunnen geen goede informatie verstrekken als we zelf nog niet precies weten wat er is gebeurd.” De brief ging gepaard met een handreiking. “Sabic geeft toe dat de communicatie beter kan. We hebben met omwonenden afgespro-
ken dat zij in de nabije toekomst structureel op de hoogte zullen zijn van onze activiteiten.” “Open communicatie is heel belangrijk”, bevestigt Lieve Van Hasselt, communicatieverantwoordelijke bij BASF in Antwerpen. “Enkel op die manier kan vertrouwen ontstaan tussen ons bedrijf en zijn directe woonomgeving, en ook de overheid.” Ze benadrukt dat dergelijke communicatie niet vrijblijvend mag zijn. “We hebben dan ook proactief afspraken gemaakt met de lokale en federale overheid.”
‘De doofpot bestaat niet echt meer’ Van Hasselt beschrijft hoe in het geval van een ernstig incident, zoals de brand in een polyisobuteeninstallatie eerder dit jaar, een crisismanagementteam in actie komt. “Dat zorgt voor de communicatie naar de overheid toe. Ook informeert het team buurtbewoners zo snel mogelijk via berichten op onze website en sociale media, en via de communicatieverantwoordelijken van buurtgemeentes.” Volgens Van Hasselt gaat open communicatie verder dan enkel communiceren als er iets misgaat. “Het kan niet gaan om eenzijdige berichtgeving vanuit BASF naar de buurt toe. We proberen een continue dialoog aan te gaan met buurtbewoners
om hen op de hoogte te houden.” “Op deze, naar mijn mening retorische, vraag luidt het antwoord ja”, zegt ook Birgit Ros, communicatieadviseur bij Huntsman in de Botlek. Volgens Ros krijgen bedrijven tegenwoordig gelukkig geen kans meer om geen openheid te geven. “De doofpot bestaat niet echt meer. De overheid wordt steeds transparanter en ook de omgeving verwacht een antwoord op haar vragen.” KLANKBORD Ros vertelt dat Huntsman deelneemt aan een klankbordgroep samen met zestien andere bedrijven rond de woonkern Rozenburg. “Vier keer per jaar komen we met bewoners bij elkaar om te bespreken wat er speelt en welke invloed dat kan hebben op de omgeving.” Als zich een calamiteit voordoet, probeert Huntsman zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen. “Zoiets overkomt je. In eerste instantie ben je als bedrijf dan ook bezig je medewerkers in veiligheid te brengen en de situatie onder controle te krijgen, en met analyseren van wat er is gebeurd. Samen met de autoriteiten communiceer je naar de omgeving toe.” De drie geïnterviewden zijn het erover eens dat je beter open kunt communiceren over calamiteiten. Of transparantie ook een beter imago betekent, blijft een open vraag. |
6
Nieuws DUURZAAM De Universiteit Maastricht gebruikt geen beagles en labradors meer als proefdieren. Ze vreest dat ‘extreme activisten’ de begeleiders aanvliegen als die de honden uitlaten. In de 2015 Voluntary Carbon Market Rankings heeft AkzoNobel dit jaar de award voor het Best Offsetting Project binnengehaald met de koppeling van emissierechten aan geavanceerde aangroeiwerende verf voor zeeschepen. Vooraf berekent het bedrijf per schip hoeveel die coating zal schelen in het brandstofverbruik. De uitkomst, gemiddeld zo’n 9 %, wordt vertaald naar CO2-rechten die de reder mag verkopen. Bij de huidige prijzen levert dat ruwweg $30.000 per schip op. Tot nu toe zijn zo’n honderd schepen op die voorwaarden overgeschilderd. BP schikt voor $ 18,7 miljard de resterende civiele procedures rond de olieramp in de Golf van Mexico in 2010. Het bedrijf maakt het bedrag gespreid over 18 jaar over aan vierhonderd hoge en lage Amerikaanse overheden. Eerder schikte het een strafklacht voor $ 4 miljard, en BP zegt nog eens $ 10 miljard te hebben uitbetaald aan particulieren. Bij het ongeluk met het Deepwater Horizon-platform vielen elf doden en belandden naar schatting 3,19 miljoen vaten ruwe olie in zee. Stevia First heeft octrooi aangevraagd op een proces dat zoetstoffen kan extraheren uit mengsels van suikerriet en steviabladeren, waarbij de mengverhouding de hoeveelheid calorieën in de resulterende suikerstroop bepaalt. Het bedrijf uit Sacramento, Californië, hoopt zo te bereiken dat suikerfabrieken wereldwijd stevia durven aan te planten om in te spelen op de wens naar gezondere voeding. Tot nu toe gold de extractie van steviolglycoside als te kapitaalintensief om op goed geluk mee te experimenteren. Maar het nieuwe proces kan desnoods ook puur suikerriet verwerken en dat minimaliseert het risico van de investering.
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
MEGAREKENEN AAN NANOBUISJES
D
at water soms veel sneller door koolstofnanobuisjes stroomt dan de klassieke stromingsleer voorspelt, komt doordat die buisjes in de lengterichting trillen. Simulaties met een virtuele supercomputer wijzen dat uit, melden Chinese onderzoekers in Nature Nanotechnology. Zulke oscillaties in een kristalstructuur (want dat is zo’n nanobuisje) staan bekend als fononen. Voor dit kwantumfysische verschijnsel is geen externe trillingsbron nodig, omgevingswarmte is voldoende. Fononen laten het zwaartepunt van het buisje bewegen, en dat beïnvloedt water atomen binnenin. De wrijving tussen water en buiswand lijkt ook te gaan oscilleren en in sommige gevallen versnelt dit de diffusie met een factor drie. Eerdere simulaties waren te grof om dit effect zichtbaar te maken; het kwam boven water dankzij het World Community Grid, een door IBM gesponsord netwerk van drie miljoen particuliere computers. Deelnemers aan het Computing for Clean Water-project zijn geworven met het vooruitzicht op efficiëntere drinkwaterfilters, wat inderdaad de meest logische toepassing is. (AD) |
4X4 HELIX MET RESERVEWIEL
O
ns DNA beschikt over sequenties die inspringen tijdens schadeherstel, opperen Cynthia Burrows en Susan Wallace in ACS Central Science. De reservebanden zouden moeten bestaan uit vier guanines, net als de gedeeltes die ze vervangen. Zulke guaninesequenties, met telkens zes of zeven andere basen ertussen om een haarspeldbocht te kunnen maken, vormen samen 3D-structuren met vier parallelle ketenfragmenten. In het menselijk genoom kunnen zulke G-quadruplexen op 375.000 plekken ontstaan, en opvallend vaak zitten die in promotors die kankergerelateerde genen dempen. Maar guanine is relatief gevoelig voor oxidatieve schade
Met steun van de Green Chemistry Campus wil Gebouw-T in Bergen op Zoom het eerste biobased poppodium van Nederland worden. De nadruk ligt daarbij op biobased merchandising: er is sprake van biologisch afbreekbare drinkbekers en T-shirts gemaakt van algen. De komende anderhalf jaar krijgen de plannen verdere uitwerking. | Quadruplexstructuur.
en DNA-reparatiemechanismes hebben geen vat op beschadigd guanine in een quadruplex. Vandaar dat volgens Burrows en Wallace even verderop vaak een vijfde guaninefragment zit. Als een van de andere vier beschadigd raakt, neemt het tijdelijk diens plek in de quadruplex in, suggereren smeltpuntsbepalingen en thermodynamische berekeningen. Het beschadigde stuk belandt zo automatisch in een ruimere lus, waar het reparatiemechanisme wel bij kan. Het zou verklaren waarom de kans op kanker niet in verhouding staat tot het tempo waarin oxidatieve stress die promotors aanvreet. (AD) |
OSMIUM IS HET NIEUWE PLATINA
FY26.
I
n Engeland is een osmiumverbinding gevonden die tegen eierstokkankercelkweekjes 49 keer effectiever is dan het veelgebruikte cisplatina. Het is nog goedkoper ook, belooft een Engelse publicatie in PNAS. FY26, omschreven als [Os(η6-pcymeen)(4-(2-pyridylazo)-N,N-dimethylaniline)I]PF6, versterkt het effect van DNAbeschadigingen in mitochondriën. Nor maal gesproken voorzien die cellen van energie, via oxidatieve fosforylering. Maar in tumoren gedijen mitochondriën slecht: als bijproduct van hun metabolisme ontstaat veel meer reactieve zuurstof dan anders, wat oxidatieve stress veroorzaakt in de rest van de cel. Veel tumoren schakelen dan ook over naar glycolyse en melkzuurvergisting buiten de mitochondriën om, het zogeheten Warburgeffect. FY26 doodt zulke cellen niet rechtstreeks, maar dwingt ze terug naar oxidatieve fosforylering, zodat ze alsnog smoren in hun eigen reactieve zuurstof. Gezonde cellen met normaal werkende mitochondriën zouden er geen last van moeten hebben. Overigens is FY26 wel getest op 809 cellijnen, maar nog niet op levende patiënten, dus het kan nog tegenvallen. (AD) |
Nieuws
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
7
SHELL MOERDIJK: HOE HET KWAM Onderzoeksraad voor Veiligheid onthult chemische details.
G
ebrek aan inzicht in wat er in chemische reactoren allemaal gebeurt, is de grondoorzaak van de explosie van vorig jaar bij Shell Moerdijk. Dat blijkt uit een zeer gedetailleerd rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat begin juli verscheen. Binnen de MSPO2-fabriek, die styreen en propeenoxide maakt uit onder meer ethylbenzeen, hydrogeneerde unit 4800 1-fenylethanon met waterstof tot 1-fenylethanol in twee zogeheten trickle bed reactors. Daarin stromen gas en vloeistof samen langzaam van boven naar beneden door een bed van cilindervormige G22-2katalysatorpellets. Een soort douchekop bovenin moet de pellets egaal bevochtigen, en dat is altijd een zwak punt van dit type reactor geweest. In dit geval ging het mis tijdens de opstartprocedure nadat de katalysator was ververst, wat ongeveer eens in de vier jaar gebeurt. De pellets werden altijd schoongespoeld met warm ethylbenzeen en stik-
stof in plaats van waterstof, en achteraf hebben ze bij Shell berekend dat de voorgeschreven stikstofflow veel te laag was. De pellets bleven daardoor deels droog, en dan kan warmte niet goed weg wanneer er iets gaat reageren. Met alleen ethylbenzeen in de reactor verwacht je dat laatste niet. Maar bij meer
Dit rapport verdient een plekje in de boekenkast van elke procestechnoloog.
dan 90 °C blijkt die stof te kunnen reageren met bariumchromaat en koperoxide uit de katalysator, en die reactie is exotherm. Als de gevormde warmte dan niet weg kan, hoopt die zich op in hotspots die uiteindelijk de reactie op hol laten slaan. Bij zo’n runaway vormt zich sneller gas dan de drukbeveiliging kan afvoeren, waarna de reactor onder de hoge druk bezwijkt. Voor die tijd zie je temperatuur en druk al vreemd doen, maar unit 4800 was tijdens opstarten sowieso wispelturig en de operators merkten niet dat er iets anders ging dan anders. Het verschil lijkt te hebben gezeten in een verhoogd chromaatgehalte van de pellets, een cadeautje van de fabrikant die dat niet meldde, omdat hij binnen de Shell-specificaties bleef. Het rapport bevat tevens zware kritiek op de manier waarop Shell jarenlang over veiligheidsrisico’s heen heeft gekeken. Maar tot die conclusie was het bedrijf zelf ook al gekomen. (AD) |
ATOMAIRE 3D-KAART VAN ZEOLIET Utrechtse scantechniek laat zien waar aluminium blijft.
M
et een in Utrecht ontwikkelde 3D-scanmethode kun je precies in kaart brengen waar het aluminium in een zeoliet zit. Die verdeling blijkt lang niet zo gelijkmatig als je in een zuiver kristal zou verwachten, schrijven Bert Weckhuysen en zijn vakgroep in Nature Communications. Atom probe tomography, ontwikkeld in samenwerking met Pacific Northwest Laboratory en katalysatorfabrikant UOP, is een aanvulling op de methode uit C2W 12 die poriën afzocht naar zuur reagerende, katalytisch actieve plekken. Die bevatten aluminium, maar lang niet alle aluminium zit bij een actieve plek. De nieuwe techniek werkt met laserpulsen, met precies voldoende energie om één atoom weg te schieten zonder de onderliggende structuur te beschadigen. Dat atoom vang je op in een gevoelige time-of-flight massaspectrometer (TOF-MS), die bepaalt of
het aluminium was of iets anders. Met een snelheid van ongeveer duizend atomen per seconde kun je zo een flintertje
Artist’s impression van aluminium op een lopende band.
zeoliet laag voor laag afpellen, en de samenstelling reconstrueren met atomaire resolutie. De scans bevestigen de eerdere conclusie dat de kristalstructuur nog onregel matiger wordt dan hij al was wanneer je het kristal stoomt, een manier om poriën als het ware op te boren door een deel van het aluminium weg te vreten. Op sommige plaatsen hoopt het metaal zich dan juist op, en Weckhuysen vermoedt dat die ophopingen werken als een soort transportbanden die het overschot naar buiten sluizen. Het betekent ook dat de actieve plekken zich eveneens ophopen, zodat ze elkaar in de weg gaan zitten en de katalytische activiteit afneemt. ‘Net als werknemers die elkaar verdringen op één plek rondom een lopende band, zorgt dat voor een shutdown van de katalytische fabriek’, zo vat het persbericht het samen. (AD) |
8
Nieuws
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
BEDRIJVEN DSM gaat snijden in de kosten, zo maakte ceo Feike Sijbesma bekend toen hij de kwartaalcijfers presenteerde. Om te beginnen pakt het bedrijf de ondersteunende functies aan; details maakt het eind deze maand bekend. In november volgen ’stevige plannen’ voor de voedingsdivisie, die door Chinese concurrentie de prijs van vitamine E zag kelderen. De materialendivisie, die het prima doet, blijft buiten schot. Umicore en Solvay verkopen hun joint venture SolviCore aan het Japanse chemiebedrijf Toray. SolviCore ontwikkelt membraanelektrodeassemblages voor PEM-brandstofcellen; Toray maakt ook membranen en heeft vooral veel verstand van massafabricage. Solvay neemt voor $ 5,5 miljard Cytec Industries uit New Jersey over. Cytec produceert koolstofvezels als wapening voor kunststoffen die Solvay maakt. De Belgen kunnen nu dus complete kunststofsystemen aanbieden, en tevens de klantenkring verbreden omdat Cytec vooral in de luchtvaart zit en Solvay meer in de auto-industrie. Bij Technip vervallen wereldwijd 6.000 banen. Het Franse ingenieursbureau werkt vooral voor de olie- en gasindustrie en de olieprijs is gekelderd, vandaar. ArcelorMittal investeert € 87 miljoen in de vestiging in Gent. Daar komt een fermentor die 47.000 ton bioethanol per jaar gaat maken uit gassen die vrijkomen bij de staalproductie. Op deze schaal is dat een Europese primeur. De technologie komt van LanzaTech uit Skokie, Illinois; voor de uitvoering tekent het Londense ingenieursbureau Primetals Technologies. Eind 2017 hoopt het bedrijf de eerste ethanol te leveren.
TiGenix gaat in cardiologie. Het Leuvense biofarmabedrijf neemt Coretherapix uit Madrid over, dat schade na een hartinfarct wil herstellen met stamcellen uit donorharten. Momenteel zit die therapie in fase 2 van de klinische tests. TiGenix betaalt de huidige eigenaar Genetrix om te beginnen € 6,7 miljoen, wat kan oplopen tot € 267 miljoen wanneer het een succes wordt. TNO krijgt volgend jaar € 17 miljoen minder van de overheid. Vandaar dat het instituut € 9 miljoen minder zal bijdragen aan onderzoek ten behoeve van de topsectoren, en tevens bezuinigt op de thema’s arbeid en gezondheid. Alleen de sectoren hightech en ICT worden ontzien, vanwege het potentieel voor vervolgopdrachten vanuit het bedrijfsleven. |
Geprinte pillen met 750 en 1.000 mg levetiracetam.
3D-GEPRINTE PIL
V
oor het eerst heeft de FDA een medicijn vrijgegeven dat uit een 3D-printer komt. Na inname met een slok water valt de pil binnen een paar seconden uit elkaar en dus verstopt hij de slokdarm niet, belooft producent Aprecia. De ZipDose-pil ontstaat via een poeder-vloeistofprintproces, dat MIT ooit ontwikkelde. Je bouwt je object op door met een inkjet een vloeibaar bindmiddel over een laagje poeder te spuiten, en daar weer een nieuw laagje poeder overheen te strooien. Na afloop blaas je het niet-bevochtigde poeder weg. Het levert een poreuze structuur op waar, water snel in binnendringt. Belangrijker is wellicht dat je veel minder mechanische krachten uitoefent op je poedermengsel dan bij traditionele pillenpersprocessen. Dat minimaliseert de kans op ontmenging van de componenten, zodat alle pillen gegarandeerd evenveel werkzame stof bevatten en je hogere concentraties kunt riskeren. De eerste toepassing betreft levetiracetam, een populair middel tegen epilepsie. Die pillen bevatten doses tot 1.000 mg; de huidige zijn dan ook zo groot dat kinderen vaak veel moeite hebben met doorslikken. (AD) |
elkaar zitten. De overige buckyballs eindigen buitenaan, waar ze worden gestabiliseerd door omringende watermoleculen. Zonlicht laat het polymeer werken als elektronendonor, met de buckyballs als acceptor. De binnenste buckyballs pikken de lading als eerste op en geven haar door aan de buitenste, waar ze dankzij die stabilisatie gevangen komt te zitten. Zo krijg je een permanent elektronentekort binnen in de micellen, en een overschot aan de buitenkant. De capaciteit is te laag voor een serieuze accu, maar kan wel een wisselende vraag naar elektronen opvangen. Tolbert geeft toe dat het voorlopig alleen in een reageerbuisje is gelukt. (AD) |
MAAGZUURREMMER TEGEN TUBERCULOSE
E
en klassieke maagtablet gaat mogelijk een tweede carrière tegemoet in de tuberculosebestrijding, voorspellen onderzoekers van de EPFL in Lausanne in Nature Communications. Ze doelen op lansoprazol, een zogeheten protonpompremmer die inwerkt op het laatste stadium van de maagzuurafscheiding. Dat die stof ook werkt tegen Mycobacterium tuberculosis was puur een kwestie van uitproberen op een geïnfecteerd kweekje van longweefsel, als onderdeel van een gerobotiseerd highthroughputprogramma met bestaande geneesmiddelen. Achteraf blijkt dat longcellen lansoprazol omzetten in een zwavelhoudende metaboliet, die toevalligerwijs een enzym blokkeert dat essentieel is voor de energievoorziening van uitgerekend die bacterie. De meeste andere soorten hebben er geen last van, anders hadden miljoenen maagzuurlijders nu ook geen darmflora meer gehad. Uitproberen of het ook werkt tegen tbc in levende mensen, moet niet zo moeilijk te regelen zijn. (AD) |
ELEKTRONENVAL
U
CLA-onderzoeker Sarah Tolbert bedacht een materiaal dat positieve en negatieve lading wekenlang apart houdt. Zo krijg je een organisch zonnepaneel met opslagcapaciteit, claimt ze in Science. Als basis dient poly(fluoreen-alt-thiofeen), een geconjugeerd polyelektrolyt dat in water zichzelf assembleert tot staafvormige micellen. Dat laat je gebeuren in combinatie met C60-buckyballs, elk voorzien van twee N,N-dimethylpyrrolidiniumjodidegroepen op willekeurige plekken. Zo passen ze precies tussen de polymeerketens, maar alleen als de twee groepen toevalligerwijs naast
Lansoprazol.
Nieuws
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
TASTNAALD BILJART MET ATOMEN Hoe je stabiele arynen maakt.
M
een ortho-dijodiumareen, als onderdeel et de tastnaald van een gecombivan een polycyclische aromatische verbinneerde STM-AFM-microscoop ding, zijn bij minder dan 10 K vastgelegd zijn gehalogeneerde arenen fyop het (111)-oppervlak van een koperkrissiek uitgekleed tot arynen. Nu weten we tal. Om te voorkomen dat het koper met eindelijk ook hoe die eruitzien, schrijven het aryn zou reageren, was het voorzien de Spanjaard Diego Peña en de Zwitser van twee atomen dik NaCl, de dunste Leo Gross in Nature Chemistry. isolerende laag die de onderzoekers konZo’n aryn bevat een aromaatring die den bedenken. twee waterstofatomen mist, zodat ergens Met de tastnaald werden vervolgens een extra elektronenpaar moet zitten. Dat eerst in de STM-modus de twee volumidit een tussenstap is in heel wat organineuze jodiumkernen eraf getikt, waarna sche syntheses, wordt al sinds 1902 verdezelfde naald in de AFM-modus het resmoed. Maar arynen zijn zo reactief dat terende aryn in beeld kon brengen. De niemand er ooit eentje in het echt had elektronen zie je zo niet, maar uit subtiele gezien. Op papier kunnen het aromatilengteverschillen tussen de C-C-bindingen sche alkynen zijn met twee dubbele bindenken de auteurs te kunnen afleiden dat dingen in de ring en één driedubbele. de cumuleenstructuur overheerst. (AD) | Maar je kunt je ook een cumuleen voorstellen met vier dubbele bindingen, of toch een diradicaal met drie dubbele bindingen en twee losse elektronen. Dat laatste klinkt stug, maar de andere mogelijkheden zijn plausibel, en je mag zelfs verwachten dat de elektronen tussen die twee heen en weer resoneren. Voor het eerst zijn nu arynen gemaakt die wel langer goed bleven. Losse moleculen van Het eigenlijke aryn zit rechts onderaan.
NATTE KOOLSTOFDIOXIDESPONS Bestaan voorspeld van extreem energiezuinige CO2-adsorptie.
E
r moeten nanoporeuze zeolieten bestaan die selectief koolstofdioxide adsorberen uit hete rookgassen en het bij lagere temperatuur weer afstaan, denken de Gentse hoogleraar Veronique Van Speybroeck en de aan Berkeley verbonden Amsterdammer Berend Smit. Normaal gesproken verloopt de regeneratie van zo’n zeoliet juist bij hogere temperatuur, wat het energieverbruik van CO2opvang sterk opdrijft. Het idee is nu gebruik te maken van de hebbelijkheid van zulke nanoporeuze materialen om naast CO2 ook H2O te adsorberen. De verhouding is een kwestie van entropie en dus temperatuurafhankelijk. Een zeoliet die bij
hoge temperatuur vooral CO2 adsorbeert en bij lage liever H2O zou je dus kunnen regenereren door hem in vloeibaar water te dompelen. Terug in het rookgaskanaal wordt dat water er vanzelf uit verdreven. In Energy & Environmental Science werken Smit en Van Speybroeck de theoretische basis uit en presenteren ze een algoritme waarmee je zeolietdatabases kunt afzoeken naar mogelijk bruikbare structuren. Ook tonen ze computersimulaties die lijken te bevestigen dat het kan. De uitdaging is nu om de geselecteerde zeolieten, die in verreweg de meeste gevallen alleen op papier bestaan, daadwerkelijk te synthetiseren en uit te proberen. (AD) |
ONDERWIJS De Nederlandse universiteiten hebben een eerste stap gezet naar een boycot van uit gever Elsevier, nu de onderhandelingen over open access volledig zijn vastgelopen. Wetenschappers hebben het verzoek gekregen hun functies als redacteur van Elsevieruitgaven neer te leggen. Het gaat om 46 hoofdredacteuren en 835 redacteuren; over de respons zijn geen cijfers bekend. Weigeren om mee te werken aan de peer review zou de volgende stap kunnen zijn. Accountantskantoren krijgen steeds meer belangstelling voor chemici, signaleert het Financieele Dagblad. Ook moedigen ze wiskundigen en historici aan zich intern tot accountant te laten bijscholen. Het heeft te maken met krapte op de arbeidsmarkt, maar Ernst & Young-topman Marcel van Loo vindt het ook belangrijk dat accountants ‘meer voeling krijgen met de bedrijfscultuur en de juiste vragen kunnen en durven stellen’. Vanaf 2016 worden de Nijmeegse bachelors scheikunde en moleculaire levenswetenschappen waarschijnlijk Engelstalig, meldt het universiteitsblad Vox. Volgens onderwijsdirecteur Floris Rutjes is het niet eens zo’n grote stap als je bedenkt dat alle boeken tóch al in het Engels zijn. Tegelijk een Nederlandstalige variant blijven aanbieden, is volgens hem onmogelijk omdat de moleculaire wetenschappen daar in Nijmegen te klein voor zijn. Rutjes vindt het echter prima dat enkele grotere richtingen, zoals psychologie en communicatiewetenschappen, wél de keuze tussen twee talen willen bieden. En hij vraagt zich af of je een studie als filosofie überhaupt wel moet verengelsen. ‘Bij zo’n vak leer je je genuanceerd uitdrukken. Dat lukt doorgaans beter in het Nederlands.’ Twee valorisatiecentra in Zuid-Limburg dreigen er niet te komen. De regio bracht € 90 miljoen bij elkaar voor een Chemelot Institute for Science and Technology en een Brightlands Materials Center. Maar die dreigen als btw-plichtig te worden beschouwd, net als de deel nemende bedrijven, en dat betekent extra kosten voor onderwijsinstellingen die over onderzoek in eigen huis juist géén btw hoeven te betalen. Zolang het ministerie van Financiën hieraan vasthoudt, houden de investeerders de hand op de knip. Volgens het Platform Bèta Techniek zitten landelijk tientallen samenwerkings verbanden met hetzelfde probleem, behalve in Twente waar een belastinginspecteur ze op eigen houtje van btw heeft vrijgesteld. |
9
Experts in science staffing LLabResource Regio Leiden Phd + ELISA, elispot, facs ervaring
Analist meth. ontw. + validatie Regio Den Bosch HBO/WO +HPLC, GC erv: GMP
Technician Bioanalyse Regio Delft HBO/WO + NMR ervaring
Team en Projectleider QC Regio Amsterdam WO/HLO + GMP: HPLC/GC
QA Officer (senior) Regio Den Bosch Industriële farma ervaring
Technician katalyse Regio Amsterdam HBO + heterogene katalyse
Scientist Immunologie
LabResource biedt een gespecialiseerde recruitment service in geheel Nederland voor vaste en tijdelijke science- en laboratoriumbanen. Wij zijn op zoek naar startende en ervaren labprofessionals op MLO, HLO en WO niveau.
The better match in Chemistry & Life Sciences Jobs
Dit biedt checkmark:
Bekijk al onze vacatures op www.labresource.nl en schrijf je in! Tel: 020-4069750 - E-mail:
[email protected]
15 kantoren in Nederland
Meer dan 300 redenen om een abonnement te nemen
12 REDENEN • Chemische wapens • Bodem • E-nummers
• Migraine • ADHD • Koper • Brood • Tatoeages • Bioinformatica • Vaccins • Kunststofrecycling • Immuunsysteem
Alle elementen voor een
topbaan Gouda Tel: (0182) 590 210
Chemie
Life Sciences
Actief in de volgende sectoren:
Pharma
Food/Agro
Chemicals
Petrochemie
A m s t e rd a m Tel: (020) 820 44 30 R o t t e rd a m Tel: (010) 820 89 50 Botlek Tel: (0181) 459 200
Medisch Kijk voor meer informatie op www.chemischefeitelijkheden.nl
www.checkmark.nl 088-041 adv checkmark-6.indd 1
19-03-14 16:25
Chemie actueel
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
11
foto: ©istock.com/ekaterina_minaeva
WEG MET ASFALT
Gerecycled plastic kan asfalt vervangen als bouwmateriaal voor wegdek. Dat is duurzamer en goedkoper, verwachten wegenbouwexperts van KWS Infra. Hoe haalbaar is hun plan? RONALD VELDHUIZEN
“H
et loopt nu storm”, zegt Anne Koudstaal, adviseur wegenbouw bij KWS Infra. “We hebben ruim vierhonderd reacties binnengekregen van mogelijke partners, vanuit heel de wereld.” De enthousiaste respons is gericht op het concept Plastic Road, een plan dat Koudstaal in juli met zijn collega Simon Jorritsma presenteerde. Het draait om plastic afval recyclen tot wegdek. “Daarmee los je twee problemen op”, zegt Koudstaal. “Die van milieuvervuiling en van de relatief korte levensduur van asfaltwegen.”
ERG OPTIMISTISCH Gezien het aantal geïnteresseerde partijen – het is volgens Koudstaal nog te vroeg om specifieke namen te noemen – gaat het prototype kunststofwegdek er komen. De vraag is of het product daadwerkelijk zijn beloftes gaat inlossen. Het is namelijk maar de vraag of het gerecyclede kunststof alle goede eigenschappen van een asfalt wegdek kan vervangen én tegelijk een
betaalbare oplossing biedt om plastic afvalstromen te verwerken, beweren chemici. Eén van die chemici is Louis Jetten, adviseur bij het Dutch Polymer Institute. “Ik denk dat het plan wel erg optimistisch is”, vertelt hij. Een wegdek moet zware krachten en grote temperatuurwisselingen kunnen weerstaan”, legt hij uit. “Vooral het idee dat je een recyclaat van gemengd kunststofafval kunt inzetten, is ongeloofwaardig. Een dergelijk recyclaat is niet constant van samenstelling en kan nooit aan die technische eisen voldoen.”
‘Op zo’n zachte weg heb je geen remweerstand meer’ Ook Katja Loos, hoogleraar polymeer chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen, twijfelt aan de kwaliteit van gerecycled plastic. “Ik vind het overigens wel een ontzettend leuk idee”, begint ze. “Want we verbranden nu echt veel te veel plastic. De oproep om dat op een creatieve manier te minderen, kan ik dus alleen maar waarderen.” Maar een wegdek moet bijvoorbeeld geregeld extreme temperaturen kunnen weerstaan, legt Loos uit, en dat lukt niet met recycleplastic. In huishoudafval vind je bijvoorbeeld polystyreen. “Dat begint bij 90 °C al zacht te worden”, zegt ze. “Als je met je auto wil remmen, lukt dat niet op zo’n zachte weg, want dan heb je geen remweerstand meer.”
Met strengere grondstofeisen is het gebruik van gerecycled plastic wat betreft Loos niet uitgesloten. Hoogwaardigere polyethylenen recyclen kan in theorie wel, maar het maakt de recycleketen een stuk duurder. Over de hogere grondstofprijs hadden Koudstaal en Jorritsma al nagedacht. “Je moet zien te concurreren met asfalt. Dat spul is per kilo nog goedkoper dan suiker”, zegt Koudstaal. “Maar het kan wel: een asfaltweg gaat gemiddeld twaalf jaar mee. Een plastic weg betaalt zich terug, omdat die wel vijftig tot honderd jaar meegaat. Kijk maar naar ondergrondse en onderzeese kunststof leidingen, die halen dat ook.”
GRONDSTOFPRIJS “Dat over die kunststofleidingen las ik ook op de website, maar het is geen goede vergelijking”, vindt Jetten. “Die PVCbuizen worden aan continue krachten blootgesteld, terwijl op zo’n wegdek wisselende krachten plaatsvinden. Hoge en lage temperaturen in combinatie met remmende vrachtwagens: ik ken geen kunststofsoort die dat allemaal aankan.” Als voorbeeld van de beperkte kracht van kunststof noemt hij een project uit de jaren negentig, waarbij de vangrail door een kunststofversie is vervangen. “Vracht wagens denderden daar zo doorheen.” Koudstaal zegt de kritiek als een ver trekpunt te zien: “We zoeken juist naar partners uit de kunststofindustrie die ons plan naar een hoger niveau kunnen tillen.”|
Interview
foto’s: kevin kosterman
12
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
In gesprek met Spinoza De Groningse hoogleraar humane genetica Cisca Wijmenga onderzoekt al jaren de genetische risicofactoren die een rol spelen bij coeliakie, ook bekend als glutenintolerantie. De kersverse Spinozalaureaat ziet nog genoeg uitdagingen in haar vakgebied. ‘Ik wil weten of er omgevingsfactoren zijn die je tegen coeliakie beschermen.’ KEVIN KOSTERMAN Wat is voor jou als Spinozalaureaat belangrijker: het geld of de erkenning? “De erkenning vind ik echt waanzinnig, maar als ik moet kiezen, dan zou ik toch voor het geld gaan. Coeliakie is een in gewikkelde auto-immuunziekte en ik ben benieuwd waarom sommige mensen alleen coeliakie krijgen en anderen ook diabe tes type 1 of reuma. Die overlap is deels genetisch bepaald en daar wil ik graag meer over weten, maar het is me de afgelopen jaren amper gelukt om daar de middelen voor te werven. Mijn interesse gaat vooral uit naar hoe DNA-variaties leiden tot al die fenotypes op moleculair niveau en uiteindelijk tot een ziektebeeld. Daarvoor moet je echter heel veel in beeld brengen. Dat is duur, het DNA sequensen voor één persoon kost al snel duizend tot tweeduizend euro. Als je duizend of tienduizend personen in kaart wilt brengen, loopt dat in de kosten. Vervolgens heb je een berg aan data en heb je nog de poppetjes nodig die relevante informatie uit die berg kunnen halen. 2,5 miljoen is een hoop geld, maar in ons vakgebied blaas je dat er nogal snel doorheen.”
‘2,5 miljoen blaas je er snel doorheen’
Wat ben je van plan met die 2,5 miljoen? “Een deel wil ik aan coeliakie besteden, in welke vorm weet ik echter nog niet. Ik wil erachter komen of er omgevingsfactoren bestaan die je beschermen, zodat je de ziekte niet krijgt. Je darmflora zou daarin een rol kunnen spelen. Het bijzondere is dat die darmflora ontzettend wordt beïnvloed door wat je eet, maar ook door medicatiegebruik en je leefstijl. Om die reden is een biobank heel interessant. We kunnen in onze biobank nu gaan zoeken naar mensen met een hoog risico, maar die niet ziek zijn. Wat ik daarnaast spannend vind, maar waarvan ik niet weet of ik dat ga doen, is het in kaart brengen van de virussen in je darm. In je darm zitten tien keer meer virussen dan bacteriën, Lees verder op pagina 16
twee winnaars
foto’s: puck moll
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
Interview
De Eindhovense hoogleraar René Janssen is vooral bekend van zijn onderzoek naar organische zonnecellen, maar is veel breder actief op het vlak van organische elektronica. De rode draad door zijn werk is dat de materie interessant moet zijn en mogelijk een toepassing moet kunnen opleveren. PUCK MOLL Wat is voor jou als Spinozalaureaat belangrijker: het geld of de erkenning? “Het laat zien dat het werk dat je met veel passie en inzet én samen met je groep doet erkend wordt. Het is niet iets waarvoor ik het onderzoek doe, maar heel mooi is het wel. En het bedrag is natuurlijk ook bijzonder. In deze tijd zijn dit soort bedragen niet evident. Het geeft een solide basis om nieuwe ideeën te kunnen uitwerken. Maar uiteindelijk is die erkenning blijvend en is het geld iets dat je ook elders zou kunnen vinden.” Wat ben je van plan met die 2,5 miljoen? “Het grootste deel zal ik besteden aan menskracht. We willen zeker door met ons werk aan organische zonnecellen en ook gaan werken aan de relatief nieuwe variant perovskiet. Van orga nische zonnecellen zei men altijd ‘dat kan niet’. Toch wilde ik kijken wat het kon worden. Daar ga ik mee door, ook al weet ik niet of het ooit een toepassing oplevert. Perovskietzonnecellen bestempelen onderzoekers juist als veelbelovend. De afgelopen jaren zie ik steeds meer collega’s ermee aan de slag gaan. Je wilt de boot niet missen. Het is zeker een interessant onderwerp, maar in vergelijking met organische halfgeleiders is er minder aan het materiaal zelf te sleutelen en het zou weleens een hype kunnen zijn. Daarnaast gaan we verder met zonnebrandstoffen. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe onderwerpen. Kan ik dat wat ik heb geleerd, bijvoorbeeld in de organische zonnecellen, op iets nieuws toepassen? Op die manier probeer ik ook mijn eigen grenzen te verleggen. Ik vind het leuk om steeds meer te snap pen. Ik zie een artificieel blad op basis van organische verbindin gen voor me dat water splitst of CO2 reduceert, maar misschien is dat wel te ingewikkeld…” Waarmee ben je bezig wat nooit de aandacht krijgt? “We proberen alle onderwerpen waaraan we werken op de Lees verder op pagina 18
‘We behoren tot de Champions League’
13
14
Interview
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
waarvan we eigenlijk nog helemaal niets weten. Die viruspopulatie bestaat voor een groot deel uit bacteriofagen die misschien vooraan in de keten van je darmflora staan. Het lijkt me spannend om in pasgeborenen te kijken hoe die darmflora zich ontwikkelt. Het is bekend dat je een deel van je darmbacteriën binnen krijgt via het geboortekanaal bij de geboorte, maar hoe zit dat met die virussen? Heb je die dan al, of ontwikkelt zich dat met de tijd of komt het uit je voeding? Die vroege ontwikkeling zou belangrijk kunnen zijn en wie weet kun je daar zelfs een drug target vinden.” Waarmee ben je bezig wat nooit de aandacht krijgt? “Eigenlijk al het onder zoek dat we doen heeft als basis dat je genotypische informatie gebruikt om fenotypische informatie te definiëren. In die zin zit alles wat we doen op die as. Wat mensen niet zo goed beseffen, is dat heel veel van dit soort projec ten bestaan uit big data en dan vooral hoe lang het duurt. Coeliakie is wat dat betreft een mooi model om dat te demonstreren. Ik begon met het gene tisch onderzoek in 1996 en in 2011 demonstreer den we onze laatste grote genetische studie met twaalfduizend patiënten. Al die jaren verzamelden we patiënten. Puur de organisatie van dit soort studies vergt ontzettend veel werk. Ik denk dus dat er geen onderzoek van mij te weinig aandacht krijgt, maar dat men wel onderschat wat erachter zit. Het is echt een kwestie van een lange adem. Zo lieten we bijvoorbeeld het genoom van Nederland sequensen in een half jaar. De ana lyse van dat materiaal duurde vervolgens echter vier jaar.”
glutenvrij dieet en je bent klaar, maar zo simpel is het niet. Daarnaast vind ik zulk commentaar echt een belediging voor de patiënten. De hype rondom gluten leidde helaas niet tot meer aandacht en geld voor mijn onderzoek. Het lastige is dat misschien veel mensen een vorm van overgevoeligheid labelen als gluten, maar dat ze door hun voedingspatroon te wijzigen ook andere dingen weghalen uit hun consumptie. Je weet vervolgens niet of het sec gluten is of iets anders.” Ben jij een van de topwetenschappers van Nederland? En helpt je prijs mee aan verdere internationale bekendheid? “Blijkbaar vindt de commissie dat ik tot de top behoor. Ik weet wel dat ik internationaal bekend ben, maar ik weet niet of de Spinoza-prijs me daar verder bij helpt. Mensen kijken toch vooral naar wat je publiceert. Ik denk wel dat we in Nederland trots kunnen zijn op de output die we leveren met de midde len die beschikbaar zijn. Neder-landse onderzoe kers zijn echt bezige bijen die keihard wer ken en tot de top behoren.”
Vragen van René Janssen: Welke wetenschappelijke vraag/uitdaging wil je graag binnen vijf en welke binnen vijftien jaar oplossen? “Over vijftien jaar zou ik een tool willen heb ben om te kunnen vast stellen wie risico loopt om coeliakie te krijgen. Dat zou een biomarker kunnen detecteren met bijvoorbeeld een dipstick. Over vijf jaar wil ik graag kunnen begrijpen hoe het regulatiesysteem in immuuncellen anders werkt bij coeliakiepatiënten.”
‘Onderzoek is echt een kwestie van een lange adem’
Hoe ga je te werk met al die verschillende mensen onder je? “Mijn groep bestaat voor een deel uit mensen in het lab, en voor een deel uit data crunchers, die ook voor een groot deel goed zijn in visualiseren. Toch kun je op dat werk niet alleen puur informatici zetten, maar heb je echt bio-informatici nodig. Zij begrijpen de biologie achter de data en snappen wat bepaalde uitkomsten kunnen betekenen en of ze überhaupt logisch zijn.” De Spinozapremie is een beeldbepalende prijs waarmee NWO onderzoek aan het publiek toont. Is jouw onderzoek representatief voor de maatschappij? “Dat denk ik wel. Van artsen hoor ik nu al dat patiënten het geweldig vinden dat er meer aandacht voor de ziekte is. Gechargeerd was de opinie: geef die patiënten gewoon een
Hoe ziet de toekomst van de menselijke genetica eruit? “Op relatief korte termijn – over vijftien à twintig jaar – heeft iedereen zijn eigen genetisch profiel. Niet om bij de geboorte uit te lezen, maar bijvoorbeeld wanneer het vermoeden bestaat dat je iets hebt of wanneer je bij de apotheek komt voor medi catie. Over vijftig jaar zullen er echt methodes zijn om voor ernstige ziektes het DNA te repareren. Die methodes zal men ook wel accepteren. Waarom zou je een kind met de ziekte van Duchenne niet behandelen als dat kan? Daarnaast hoop ik dat we meer aan preventie kunnen doen bij mensen met een erfe lijke aanleg. Richt de preventie zich echter alleen op de leef stijl, dan gaat dat niet werken, want iedereen weet nu ook wel dat roken en dik zijn ongezond is. Je moet dan aan je eigen persoonlijk genetisch risico hangen en ook aan farma denken. Dat lijkt me overigens een groter ethisch probleem: moet iedereen aan de pillen?” |
Interview
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
kaart te zetten, maar voor sommige thema’s is dat moeilijker. Bijvoorbeeld omdat de toepassing nog vaag is of de toepassing er juist al is. Zo trekt ons werk aan lichtgevende diodes, ferroelektrische materialen en transistoren minder de aandacht van het publiek, terwijl dat wetenschappelijk minstens zo interes sant is als dat aan organische zonnecellen.” Hoe ga je te werk met al die verschillende mensen onder je? “Mensen in mijn groep hebben achtergronden die uiteenlopen tussen synthetische chemie en theoretische fysica. Het zijn che mici, fysici, materiaalkundigen of werktuigbouwkundigen. Dat is inherent aan het zonnecelonderzoek, dat zich bevindt op het grensvlak van de chemie en de fysica. Juist op dat grensvlak valt veel te winnen, dus is het zaak om specialisten met elkaar te laten praten tot ze elkaar snappen. Een paar eeuwen terug konden een wiskundige en een filosoof nog in één mens verenigd zijn. Nu zie je veelal speci alisten en moet je die bij elkaar brengen om alle fa cetten van een onderwerp te kunnen belichten. Het is zeker een uitda ging om daar een groep van te kneden. In mijn ogen moet een team be staan uit een combinatie van doeners, denkers en dromers. Als iemand vast loopt, kan dat zijn omdat hij een talent heeft dat niet aansluit bij zijn werk. Bijvoorbeeld een theore tisch ingesteld persoon die experimenteel werk doet. Dan probeer ik zo iemand de goede richting op te stu ren, maar natuurlijk niet zonder die persoon ook uit te dagen.”
15
mensen nodig die grenzen verleggen. Neem nu het vliegtuigje dat op zonne-energie probeert rond de aarde te vliegen. Je kunt hier heel veel vraagtekens bij zetten, maar als niemand zoiets probeert, dan kom je als samenleving niet verder. Ik vind het geweldig als je de guts hebt om zoiets te doen.” Ben jij een van de topwetenschappers van Nederland? En helpt je prijs mee aan verdere internationale bekendheid? “Het blijft toch een nationale prijs. Ik heb zeker wel felicitaties gekregen uit het buitenland en buitenlandse collega’s zien er, na wat google-werk, het belang van in. Maar het blijft een Nederlandse prijs. Op het gebied van polymere zonnecellen durf ik wel te stellen dat iedereen ons kent, in binnen- en buitenland. We behoren zoge zegd tot de Champions League en daar willen we bij blíjven horen.”
Vragen van Cisca Wijmenga: Wat is de grootste vraag binnen jouw vakgebied? “Dat is iets waarmee ik zelf niet direct bezig ben. Wat mij fascineert is dat wij artificiële systemen, bijvoorbeeld computers of raketten, kunnen maken die zo complex zijn. En dat natuurlijke systemen, denk aan fotosynthese of onze hersenen, ook zo complex zijn, maar dat die twee werelden hele maal uit elkaar lopen. De natuur heeft niet bedacht wat wij bedacht hebben en andersom kunnen wij niet nadoen wat de natuur kan in complexi teit. Ergens moet dat een keer bij elkaar kunnen komen.”
‘Soms wil je gewoon weten hoe iets werkt’
De Spinozapremie is een beeldbepalende prijs waarmee NWO onderzoek aan het publiek toont. Is jouw onderzoek representatief voor de maatschappij? “Organische zonnecellen is een onderwerp waarvan we niet zeker weten of het ooit tot een praktische toepassing leidt. Wetenschap draait er juist om om uit te zoeken of iets wel of niet kan, en of een bepaalde onderzoekslijn interessant is of niet. Die rol hebben we zeker. Tegelijkertijd probeer ik wel onderzoek te doen waarvan ik denk dat het mogelijk interes sant zou kunnen zijn. Maar niet al je onderzoek hoeft een toepassing te hebben. Soms wil je gewoon weten hoe iets werkt. We zitten er een beetje tussenin; interessant om te weten en mogelijk toepasbaar. Er moet wel altijd een fundamentele component aanwezig zijn. Als je ziet waar alle ontwikkelingen vandaag de dag van daan komen: de eerste transistor was een bakbeest en we had den niet kunnen voorspellen dat die vijftig jaar later mede zou bijdragen aan onze mobieltjes. Als we iets niet kunnen, is het voorspellen hoe het er over tien, twintig jaar uitziet. Je hebt
Liggen er bedreigingen op de loer voor jouw onderzoek? Zo ja, welke? “Eigenlijk niet. Dan zou iemand iets beters vinden dan poly mere zonnecellen. Dat zou geweldig zijn! We zijn juist op zoek naar iets beters en dan zou je erbij gaan staan huilen? Het is natuurlijk wel zo dat wij dat dan graag zelf hadden willen uitvin den, dus er zal heus wel enige teleurstelling bij komen kijken. Ik denk overigens niet in termen van bedreigingen. Zijn veran deringen als teruglopende studentenaantallen of onderzoeksfi nanciering een bedreiging? Op zich wel, maar ik heb meer zo’n houding van ga iets doen met dat gegeven. Net zoals je in een zeilboot van a naar b wilt en de wind staat verkeerd. Hoe kom je dan toch bij b? Kortom, hoe kun je met het gegeven van de verkeerde windrichting iets bijzonders doen zonder het voorop gezette doel uit het oog te verliezen? Dat geldt ook voor het Topsectorenbeleid dat aanstuurt op toepassingsgericht onder zoek. Oké, dan gaan we iets toepasbaars doen, maar zonder ons oorspronkelijke doel uit het oog te verliezen.” | Lees de volledige interviews op www.c2w.nl
16
Veiligheid
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
Te weinig zicht op treinende chemicaliën Het is niet altijd duidelijk wat de inhoud van een treinwagen is, en soms praat men van lpg terwijl er butadieen in zit. Is het een miniem risico of een potentieel gevaarlijke situatie? MARGA VAN ZUNDERT
D
agelijks denderen er duizenden wagens met gevaarlijke stoffen over het Nederlandse spoor, per jaar meer dan 3,5 miljoen ton aan brand bare, explosieve of giftige chemicaliën. Vrijwel altijd gaat dat zonder problemen, maar het kan misgaan. In maart botsten twee treinen bij Tilburg, waarna een ketelwagen butadieen lekte. En vier jaar geleden brandde een ketelwagen ethanol uit op rangeerterrein Kijfhoek. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) spreekt zelfs over een ‘potentieel gevaarlijke situatie’ op het spoor. Niet al tijd blijkt de informatie in het centrale systeem namelijk te kloppen met wat er daadwerkelijk op de rails staat.
DICHTBEVOLKT Slechts een paar procent van alle gevaar lijke stoffen reist per spoor. Het wegvervoer
is viermaal omvangrijker, en de meeste ge vaarlijke stoffen gaan over het water. Maar in tegenstelling tot kanalen en snelwegen, lopen de rails dwars door dichtbevolkte stadscentra. Nu zijn treinongelukken geluk kig zeldzaam. De kans op een ontsporing of botsing is naar beste schatting eens per 40 tot 50 miljoen kilometer. En een ontsporing of botsing betekent nog niet dat er ketel wagens zullen lekken of ontploffen. Ze zijn bestand tegen een stootje.
‘De kans dat het heel fout gaat, blijft heel klein’ Toch kan het goed misgaan, leert de prak tijk. In 2009 ontspoorde een lpg-trein vlak bij het station van het Italiaanse Viareggio in Toscane. Een ontspoorde lpg-wagen raakte lek, waardoor een gas wolk ontsnapte die ontplofte toen een
scooter in de buurt kwam; 27 mensen stierven, 50 raakten gewond. Dichterbij, in het Belgische Wetteren nabij Gent, ontspoorde in mei 2013 een trein met acrylonitril. De machinist reed meer dan tweemaal te hard. Drie ketelwagens met acrylonitril ontbrandden. Eén persoon overleed en honderd mensen raakten gewond door inademing van acrylonitril en ontledingsproducten zoals blauwzuur, acetyleen en stikstofoxiden. Om risico’s te vermijden, reizen de meeste gevaarlijke stoffen in Nederland over de relatief dunbevolkte Betuweroute. Maar een deel van de gevaarlijke stoffen moet de andere kant op: naar Antwerpen of Chemelot bij Geleen. Om de risico’s voor burgers te beperken, geldt sinds april dit jaar voor elk spoortraject een transport maximum (het basisnetplafond). Dit wet telijke plafond gaat ervanuit dat voor een individuele omwonende de kans om te overlijden bij een spoorongeval met
Veiligheid
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
voor bestuurders. Want wat is een redelij ke investering? Geef je miljoenen uit aan extra maatregelen om een minieme kans nog verder te verkleinen?”
foto: ©istock.com/soleg
ONBEKENDE LADING
gevaarlijke stoffen jaarlijks niet groter is dan een op een miljoen. Op basis van het aantal toegestane trei nen kun je vervolgens ook het gevaar op meerdere slachtoffers bij één ongeval berekenen. Dit is de kans op een echte ramp, en die is het hoogst in de stadscen tra. Nederland wil dit groepsrisico beper ken tot tien in de tienduizend jaar. Maar bij benutten van de maximale vervoers capaciteit – dat is nu nog niet het geval – wordt de richtwaarde op 41 plaatsen over schreden. Het hoogste risico geldt voor Dordrecht (elfmaal hoger), dan volgt buurgemeente Zwijndrecht (zesmaal ho ger) en Tilburg (vijfmaal). Al die gemeen tes liggen op de zogeheten Brabantroute, die de havens in Rotterdam met Venlo en het achterliggende Ruhrgebied verbindt. De verwachting is dat zonder extra maat regelen (zie kader) het vervoer van ge vaarlijke stoffen in 2020 op dit maxi mum zit. “De kans dat het heel fout gaat, denk aan een gifwolk of explosie, is en blijft heel klein”, zegt Vincent van der Vlies, senior veiligheidsadviseur bij Arcadis, gespeciali seerd in spoorvervoer. “Een lastige situatie
Op een van de risicoplekken voor een ramp, in Tilburg, ging het in maart nog mis. Een passagierstrein botste op een goederentrein. Een ketelwagen raakte lek. Het NL-alert meldde een lpg-lekkage, maar in de ketelwagen bleek butadieen te zitten. Beide zijn brandbare gassen, maar butadieen kan bovendien kanker veroor zaken. Brand bleef gelukkig uit, een paar passagiers en brandweermannen raakten echter onwel door dampen. De oorzaak van de botsing was al snel duidelijk: de passagierstrein negeerde een rood sein. En het betreffende sein was nog niet uitge rust met de nieuwste versie van automati sche treinbeïnvloeding (ATB-Vv), die ook bij lage snelheden ingrijpt – inmiddels is dat wel gebeurd. De Onderzoeksraad voor de Veiligheid bestudeert nog hoe de ketel wagen met butadieen bij deze ‘zachte’ botsing lek kon raken. Het onderzoeks rapport verschijnt begin 2016. Brand was er wel in januari 2011 op ran geerterrein Kijfhoek tussen Zwijndrecht en Barendrecht. Door ruw rangeren, botsten twee ketelwagens en raakte een wagen ethanol lek. De druppende vloei stof ontbrandde. De brandweer had moeite om de blusputten te vinden. Anderhalf uur lang was er groot alarm , want dichtbij stonden volgens het infor matiesysteem twee wagens met lpg. Dat blijkt echter verouderde informatie, de wagens waren al geleegd en gereinigd.
Rangeerders verslepen de wagens ook virtueel De ILT concludeerde toen dat niet alleen voor Kijfhoek, maar voor alle rangeer terreinen gold dat juiste en volledige in formatie over de aanwezige gevaarlijke stoffen ontbrak. Vervoerders voerden ge gevens over de lading niet direct in in het systeem en de gegevens gingen door leaseconstructies soms over veel schij ven. Prorail en Keyrail kregen boetes en er kwam een nieuw informatiesysteem, Informatiesysteem Gevaarlijke Stoffen (IGS), dat sinds januari 2014 in de lucht is. Dit systeem moet meer up-to-date zijn, doordat rangeerders elke verande ring in treinsamenstelling direct, ter
17
MAATREGELEN OM RISICO’S TE VERKLEINEN • Uitbreiding ATB-Vv (Automatische treinbeïnvloeding - Verbeterde versie): ATB-Vv stopt automatisch treinen die door een rood sein rijden, ook bij snelheden < 40 km per uur. Ingevoerd bij seinen op hoofdtrajecten. Vóór 2018 moeten alle seinen van ATB-Vv zijn voorzien. • Slimme wagenvolgorde: ‘buffer- of schutwagens’ (wagens zonder gevaarlijke stoffen) verminderen het risico op ongelukken. Ook door ketelwagens in een veilige volgorde te combineren, daalt het risico. In 2012 sloten overheid en bedrijfs leven een convenant om dit risico uit te bannen. • Crashbuffers: een crashbuffer dempt botsingen. Het zijn buffers met extra schokabsorptiecapaciteit dankzij hydraulische ‘veren’. Ze zijn verplicht voor toxische en brandbare gassen, maar (nog) niet voor brandbare vloeistoffen.
plekke doorgeven via een ‘digitale ran geerassistent’. Die app toont alle aanwe zige treinsamenstellingen. Rangeerders ‘verslepen’ de wagens ook virtueel van de ene naar de andere trein.
NIET GOED GENOEG April dit jaar verscheen het ILT-vervolg onderzoek Weten we nú wat er staat? De situatie is beter, concludeert de inspectie dienst, ‘maar nog niet goed genoeg’. Bij 14 van de 422 gecontroleerde ketelwagens (3,4 %) klopt de IGS-informatie niet met de werkelijkheid. Een belangrijke reden is dat rangeerders mensen zijn die fouten maken, én dat et systeem vullen slechts één van hun vele taken is. Bovendien is het gsm-net niet overal dekkend, zodat een nieuwe samenstelling niet direct wordt doorgegeven. ILT noemt de situatie op het spoor daarom ‘nog altijd potentieel gevaarlijk’. Van der Vlies klinkt geruststellender: “De mogelijkheden om via logistiek en infra structuur de risico’s, die al erg klein zijn, nog te verkleinen, zijn bijna uitgeput. Met spoorbogen om steden heen of nieu we lijnen maak je echte stappen, maar dat zijn miljardeninvesteringen. Ik zou het verfrissend vinden wanneer bestuur ders zouden zeggen: met die kleine kans kunnen we leven.” |
Advertentie
18
Start-up
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
Kant-en-klare scaffold voor botreparaties Matricore wil 3D-printen van weefsel standaardiseren met een prefab scaffold, een extracellulaire matrix waarin cellen groeien. Het bedrijf begint echter met een sneller te realiseren doel: kapotte botten repareren met klittenband. PATRICK MARX
Alles wat u gebruikt...
DE NIEUWE MAILINGS ...regelmatig en gunstig! Top-aanbiedingen Nieuwe producten Speciale prijzen www.carlroth.nl Direct bestellen! Tel. 0180 51 67 04
LABORATORIUMBENODIGDHEDEN LIFE SCIENCE CHEMICALIËN
CARL ROTH GmbH + Co. KG Uw contactpersonen in Nederland: Rikie Krekels en Hans Oosterhof Tel. 0180 51 60 04 · Fax +49 721 5606-260 Schoemperlenstr. 3-5 · 76185 Karlsruhe
I
n een grote hal op chemisch industriepark Chemelot maken tien bedrijven hun vinding op het gebied van slimme materialen marktrijp. Ze nemen deel aan de drie maanden durende Startupbootcamp Smart Materials. Startupbootcamp is een wereldwijd netwerk van organisaties dat startende bedrijven op allerlei vakgebieden snel op weg helpt. Eén van die bedrijven is Matricore, dat met een voorgefabriceerde extracellulaire matrix van biologisch afbreekbare kunststoffen het herstel van beschadig-
Elk stukje klittenband kun je voorzien van cellen de botten wil vereenvoudigen. Chemicus Freek Geurts, product development manager bij Matricore: “Omdat we hier fulltime aan ons product werken en veel mensen met ons meedenken, bereiken we tijdens drie maanden bootcamp wat ons normaal anderhalf jaar zou kosten.” Terwijl Geurts zijn verhaal doet, oefent voor een groot videoscherm iemand zijn presentatie voor de demodag van de bootcamp. Over twee dagen presenteert elk bedrijf zijn vinding voor een publiek van investeerders.
Matricore’s idee ontsproot aan het promotieonderzoek van ceo Ernst Jan Bos. Bij het VU Medisch Centrum in Amsterdam is de arts bezig kraakbeen van het oor te regenereren met behulp van een 3D-weefselprinter (zie C2W 8 2014). Bos print alles wat hij nodig heeft voor een kraakbeenimplantaat: een holle kooiconstructie van 3D-geprint polycaprolacton in de vorm van een oor gevuld met een hydrogel met lichaamseigen cellen. De kooiconstructie of scaffold dient hierbij als vorm- en groeimal voor de cellen.
GEKNIPT Het scaffold printen is duur en onnodig, bedacht Bos. Iemand die een tekst print, print immers niet eerst het papier. Bos: “De geprinte scaffolds kun je als voorgeproduceerd materiaal standaardiseren. Je knipt ze op maat en stapelt ze in de vorm die je nodig hebt. Op zo’n op maat geknipte scaffold kun je met je 3D-printer vervolgens cellen positioneren.” Matricore’s scaffolds bestaan uit klittenband dat lijkt op de klittenband in kleding. Maar in dit geval heeft elke strook aan de ene kant oogjes en aan de andere haakjes, zodat ze stapelbaar zijn. Het is gemaakt van biologisch afbreekbare materialen: polymelkzuur of poly(melk-co-glycolzuur) gemengd met tricalciumfosfaat. Het bedrijf kiest voor
Start-up
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
die stoffen omdat ze al goedgekeurd zijn voor gebruik in het lichaam. Elk stukje klittenband kun je voorzien van cellen. De manier waarop de cellen tussen de oogjes en haakjes van het klittenband passen, blijft het geheim van de smid. Aan elkaar geklit, functioneren de klittenbandjes als een 3D-matrix waarin de cellen groeien, in het lab of in een lichaam. “De praktijk leert dat industrie en universiteiten nog niet met de gestandaardiseerde scaffolds willen werken. Ze vinden liever zelf het wiel uit of vinden de dure 3D-printer veel sexier”, zegt Bos. Om toch commercieel aan de slag te kunnen, bedacht Matricore andere toepassingen van de prefab scaffolds. Geurts: “Grote gaten in botten repareren, na een kankeroperatie of een ongeluk, is moeilijk. Chirurgen dichten het gat met weefsel dat ze van het heupbeen schrapen. Vaak is dit te weinig voor een goede opvulling. Door het geschraapte bot tussen laagjes op maat geknipte klittenband te verdelen, kun je het gat wel goed dichten met een perfect passend en meteen sterk, biologisch afbreekbaar, implantaat.”
Matricore Opgericht in: 2015 Aantal werknemers: 3 Gevestigd in: Geleen neratie Specialisme: weefselrege
stellen met een harde, compacte laag aan de buitenkant en een zachtere sponsachtige structuur aan de binnenkant.” Hun originele plan, een gestandaardiseerde scaffold als ‘papier’ voor 3D weefselregeneratie in het algemeen, laten de mannen van Matricore niet varen. Bos: “Ik verwacht dat industrie en universiteiten dit idee over een jaar of vijf meer accepteren.”
CIRCUS
PIZZAGELD
Matricore: “Uiteindelijk willen we met onze scaffold botdefecten repareren zonder die met cellen in te zaaien. Daarvoor willen we elk laagje van de scaffold met signaalmoleculen behandelen die in het lichaam het juiste type cellen aantrekken en laten groeien. Zo kan ook de driedimensionale structuur van het bot her-
Twee mediatrainers schaven aan de communicatieve vaardigheden, zowel verbaal als non-verbaal, van een bootcamper. “De slotdag is een circus”, zegt Bos. Het succes dat het bedrijf bij de aanwezige investeerders boekt, lijkt meer af te hangen van de show dan van de wetenschappelijke inhoud. Een timide wetenschapper lijkt kansloos in deze omgeving, hoe briljant zijn vinding ook is. Bos: “Je moet ervoor waken niet meer te vertellen dan je kunt waarmaken, je integriteit als onderzoeker wordt danig op de proef gesteld.” Twee paar dagen later, op 10 juli, blijkt de demodag inderdaad een show. Honderden potentiële investeerders luisteren hoe Emile Hamann, business development manager van Matricore, onthult dat het bedrijf inmiddels een industrieel en onderzoeksconsortium achter zich heeft staan waarvan ’s wereld grootste fabrikant van medische biopolymeren Corbion en de op een na grootste fabrikant van klittenband, Aplix, deel uit maken. Op de demodag zelf haalde Matricore ruim € 20.000 op. In show stijl beëindigt Hanemann zijn pitch: “We are Matricore and we will develop the ultimate bone implant.”
foto: ©istock/calebphoto
De spanning voor het naderende einde van de bootcamp is te voelen. De deelnemende start-ups begonnen drie maanden geleden elk met € 15.000 van de bootcampsponsoren, zoals DSM en Sabic. “Pizzageld”, noemt Geurts het. “Net genoeg om met zijn drieën van rond te komen en ons werk te betalen.” Het startkapitaal is maar een klein deel van de voordelen van de bootcamp. “Dankzij het netwerk van onze mentoren komen we snel in contact met andere bedrijven op Chemelot om ideeën te toetsen of mee samen te werken.” Matricore is desondanks nog niet zover dat het zijn scaffolds aan de man kan brengen. Bos: “We trekken ons de komende tijd weer terug in de laboratoria van de medische centra van de VU en de Universiteit Maastricht voor preklinisch en proefdieronderzoek waarmee we ons product optimaliseren voor de regeneratie van botweefsel.” Het bedrijf heeft € 200.000 nodig die het bij investeerders hoopt op te halen. Geurts over de verdere toekomst van
19
RotatieFilmveRdampeR RC600 optimaal vooR dagelijKS gebRuiK Pasklaar voor het laboratorium: n Direct gereed voor gebruik: Centrale bediening voor alle functies met tiptoetsen en daardoor zeer eenvoudig. n Stevige constructie: Het apparaat is ontworpen voor intensief gebruik. n Compact en veilig: Waterbad zonder kabels en voorzien van schenktuit, eenvoudig wisselen van de kolf, traploze hoekverstelling van de condensator met draaiknop. n Als totaalpakket: Samen met een KNF vacuümsysteem en Koeler ontstaat een perfect op elkaar afgestemd geheel. Neem contact met ons op voor een demonstratie:
[email protected] www.knf-verder.nl
[email protected] www.knf.be
Analysenieuws
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
SYNTHETISCHE BIOLOGIE OP EEN CHIP
I
n ACS Synthetic Biology presenteerde het Sandia-lab een lab op een chip dat automatisch plasmides assembleert. Dat zijn ringvormige pakketjes genen, waarmee je bacterieel DNA kunt aanvullen. Vaak moet je een hele reeks uitproberen voordat alles goed werkt, en met de huidige labapparatuur kost de assemblage uit losse DNAfragmenten veel tijd en moeite. De nieuwe chip heeft een reeks vloeistofreservoirs, elk met een ander fragment. Via een kanalenstelsel met elektrodes
langs de wanden kun je druppeltjes naar keuze uit de reservoirs trekken en naar het uiteinde van de chip sluizen. Daar wordt het DNA in de gekozen volgorde geassembleerd tot plasmides die doorgaan naar de gastheercellen, die ook op de chip zitten. De auteurs demonstreerden het met een chip met vier verschillende genen en vier promotoren. In recordtijd probeerden ze alle zestien zinnige combinaties uit op zowel E. coli als gistcellen. Ze werken nu toe naar een chip met meerdere lagen die in één keer duizenden verschillende plas-
DOT VAN EEN SPECTROMETER
E
en array van colloïdale kwantumdots op een lichtgevoelige CCD-chip is een prima spectrometer voor weinig geld, stellen MIT-onderzoekers Jie Bao en Moungi Bawendi in Nature. Die kwantumdots zijn nanokristalletjes van halfgeleidermaterialen zoals CdSe, die klein genoeg zijn voor meetbare kwantummechanische eigenschappen. De lichtabsorptie hangt af van de grootte en de chemische samenstelling van de kristallen. Door het recept aan te passen, kun je elke kleur maken die je wilt. Bao en Bawendi maakten 195 kwantumdots, die het gebied van 390 tot 690 nm gelijkmatig bestreken, en verdeelden die in een regelmatig patroon over de CCD-chip. Vervolgens registreerden ze per pixel de lichtintensiteit die de dot die er bovenop lag doorliet, waarna de computer het spectrum kon reconstrueren. (AD)|
CO2 boort zich het water in.
KOOLZUUR IN BEELD
M
et röntgenabsorptiespectrometrie en theoretische modellen hebben Berkeley-onderzoekers voor het eerst de reactie tussen CO2 in H2O in beeld weten te krijgen, meldden ze onlangs in Chemical Physics Letters. Daartoe keerden ze het razendsnelle oplosgebeuren, waarbij het in eerste instantie gevormde H2CO3 binnen 26 milliseconden weer uiteenvalt
21
Deel van de plasmidechip; de dunne lijntjes zijn de bedrading voor de elektrodes.
mides kan maken, zodat je serieus aan high-throughput synthetische biologie kunt doen. (AD) |
in H+ en HCO3-, in feite om. Met een liquid microjet-techniek mengden ze een HCO3--oplossing met een veel sterker zuur, zodat er weer CO2 ontstond, en bliezen het mengsel door de röntgenbundel van Berkeley’s Advanced Light Source. In combinatie met simulaties op een supercomputer leiden de röntgenbeelden tot bijgaand beeld. CO2 is sterk hydrofoob; gemiddeld vormen de zuurstof kernen maar 0,56 waterstofbrug per CO2molecuul. Dat boort zo als het ware een tunnel in het omringende water. Vervolgens komt het C-atoom vanaf een afstandje (minimaal 2,67 Å) tot een zwakke interactie met één watermolecuul, zodat je toch nog je koolzuur krijgt. Auteur Rich Saykally hoopt zo helder te krijgen hoe CO2 in de oceanen oplost en welke factoren het tempo beïnvloeden. Voor klimaatmodellen is die input cruciaal. (AD) |
MICROSCOOP ZIET ATOMEN
V
Kwantumdots druppelen op een CCD-array, als gedroomd massafabricageproces.
oor het eerst brengt elektronenmicroscopie het oppervlak van een metaaloxidekristal op atomaire schaal in beeld. Berkeley-onderzoeker Jim Ciston hoopt zo beter te begrijpen hoe zo’n oppervlak op zijn omgeving reageert, bijvoorbeeld tijdens katalytische reacties, schrijft hij in Nature Communications. Zijn HRSEM-techniek (high-resolution scanning electron microscopy) kijkt naar ‘secundaire’ elektronen die door de bundel van de microscoop uit het onderzochte materiaal worden gedrukt. Die elektronen komen zowel uit de toplaag van het kristal als uit de iets diepere lagen, en in theorie moet je dus kunnen zien hoe die ten opzichte van elkaar liggen. Maar kom er maar eens achter welk signaal bij welke laag hoort. Met dichtheidsfunctionaaltheorie en computersimulaties hebben Ciston en collega’s nu echter een theoretisch model ontwikkeld dat voorspelt welke valentie-elektronen loskomen uit welke orbitalen van de aanwezige atoomkernen. Ze probeerden het uit met een (001)-kristaloppervlak van SrTiO3 en konden aan de hand van de voorspelling inderdaad de experimentele HRSEM-plaatjes interpreteren. Dat de structuur van dit kristaloppervlak heel apart blijkt en eerdere theoretische beschrijvingen er allemaal naast zaten, is ook leuk om te Voor de kenners is dit strontiumtitanaat. weten. (AD) |
22
Studeren
studentenspecial
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
Hoe overleef je Een stageplek vinden is voor veel studenten een lastige klus. C2W vroeg studenten naar hun stageervaringen. Met welke tips doe jij je voordeel? RENÉE MOEZELAAR
E
en goede stageplek kan je veel leren, en wie weet zelfs een baan opleveren. Maar waar begin je in je zoektocht naar die plek, en hoe moet je je tijdens zo’n stage gedragen? Vier studenten delen hun ervaringen.|
‘WEES NIET BANG OM ERGENS VOOR TE GAAN’ “Tijdens mijn master molecular life sciences moest ik twee stages van zeven maanden lopen. De eerste stage had ik al in Nijmegen gedaan, maar daar kende ik inmid dels alle groepen wel en ik wilde een nieuwe uitdaging. Ik heb uiteindelijk besloten om een stageplek in het buitenland te zoeken. In eerste instantie keek ik op tegen alle dingen die ik moest regelen. Vooral voor een stageplek wist ik niet Ralph Slijkerman (25) goed waar ik moest beginnen. Ik vroeg een docent om Aio, Radboudumc. me te helpen en die schreef zo zes namen op een briefje. Volgde de master molecular life De groep aan de Aarhus Universiteit in Denemarken sciences, Radboud Universiteit deed fundamenteel onderzoek naar gentranscriptie, en Nijmegen. dat vond ik erg interessant, dus heb ik met hulp van de Liep stage in Denemarken en docent een brief geschreven. Na een kennismakings leerde veel nieuwe mensen gesprek via Skype ben ik aangenomen, dat ging allemaal kennen. vrij snel. En de Erasmus-beurs was ook met één formu lier geregeld. Alleen een kamer zoeken vond ik lastig, want dat ging via een soort Deens kamernet. Ik had afgesproken dat de eigenaar van de kamer mij zou ophalen van het station. Ik was heel blij dat hij er uiteindelijk gewoon stond, voor hetzelfde geld komt hij niet opdagen en dan heb je niks. Het belangrijkste is volgens mij om er gewoon voor te gaan, dan komt het allemaal wel goed. Ik wist ook niet waar ik moest beginnen, maar het is allemaal toch gelukt. Vraag om hulp en maak je geen zorgen.”
‘EEN BEDRIJFSLAB IS OOK LEUK’
Robbert Noordkamp (22) Vierdejaars hbo chemie, Hanzehogeschool Groningen. Vindt goede begeleiding belangrijk.
“Voor mijn stage wilde ik iets doen met analytische chemie. De hogeschool had al wel contac ten met het UMCG, maar ik wilde wel zeker weten dat ik goede begeleiding kreeg. Je hoort namelijk weleens verhalen van mensen die aan hun lot overgelaten worden, dus ik heb rond gevraagd naar ervaringen van anderen. Omdat de reacties positief waren, heb ik een open sollicitatie ingediend op de website van het ziekenhuis. Uiteindelijk ben ik in contact gekomen met het laboratorium bijzondere chemie. Dat had opdrachten klaarliggen, dus ik mocht het laten weten als ik daar wilde werken. Het leukste vond ik de omgeving waarin ik werkte, je leert tijdens zo’n stage veel nieuwe mensen kennen. Daarnaast ben je langere tijd bezig bent met één onderwerp, dus daar ben je aan het eind echt een expert in. Natuurlijk moest ik wel eens wachten tot bepaalde stoffen binnenkwamen, maar dat hoort bij onderzoek doen. Het was meer een bedrijf dan een puur onderzoekslab, en dat is ook leuk voor de verandering. Om een goede stage te vinden, moet je vooral op tijd beginnen met zoeken, want je moet mis schien nog vaccinaties halen. Daarnaast moet je gewoon eerlijk zijn tegenover de stageplek. Niemand heeft er wat aan als jij de opdracht niet leuk vindt en daarom weinig resultaat haalt.”
Studeren
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
23
studentenspecial
jouw stage? ‘IK BEN ZELFSTANDIGER GEWORDEN’ “Mijn masterstage voerde ik uit bij de computational and molecular toxicology groep aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Die groep kende ik al vanuit mijn bachelorstage, en het beviel me daar goed. Ze boden me de kans om onderzoek te doen naar vrije energie van het binden van liganden met het cytochroom p450enzym, en die heb ik aangenomen. Ik heb niet meer gekeken naar eventuele stage plekken bij bedrijven, want het academische onderzoek leek me veel leuker. Ik gebruikte een nieuwe en onbekende methode, dus mocht ik drie weken naar New York om die te leren. Mijn begeleider regelde dit, hij had contacten met degene die de methode had ontwikkeld. Het was een zeer leerzame tijd, en ik zou anderen ook zeker aanraden om te kijken naar de contacten die je stageplek heeft met buitenlandse groepen. Als je het van tevoren aangeeft, kun je met je begeleider kijken wat er mogelijk is. Programmeren en werken met verschillende simulatiemethodes gaat me nu makkelijker af. Sommige technieken had ik tijdens mijn vakken wel geleerd, maar de theorie is toch altijd anders dan de praktijk. Een stage zorgt ervoor dat je in acht maanden echt bekend raakt met een onderwerp, en dat je leert waarop je moet letten als je een simulatie uitvoert. Ik heb ook geleerd om zelfstandig onderzoek te doen. Dit is in het begin best eng, omdat je zelf verantwoordelijk bent voor je fouten. Gelukkig had ik heel goede bege leiding, ze hebben me geholpen mijn simulaties uit te voeren en mijn verslag te schrijven. Uiteindelijk kwam het allemaal goed.”
Rosa Luirink (25) Vijfdejaars master molecular simulation and fotonics, Universiteit van Amsterdam. Maakte gebruik van contacten van haar begeleider om naar New York te gaan.
‘VAN ONDERWERP WISSELEN IS NIET HANDIG’
Kari-Anne van der Zon (21) Derdejaars bachelor scheikunde, Universiteit Utrecht. Zocht haar stageplek via de website van de universiteit.
“Omdat ik het Honoursprogramma volg, moest ik tien weken eerder starten met mijn bachelorstage. Ik ben dus op tijd begonnen een plek te zoeken. Ik kende de vakgroep fysische en colloïdchemie al van mijn bacheloronderzoek. Ik hou van fysi sche chemie, dus heb ik een e-mail gestuurd naar de onderwijscoördinator en toen mocht ik langskomen. Mijn onderzoek stond in het teken van het maken van cellulose nanokristallen. Eerst wilde ik vloeibare kristaldruppels maken, maar omdat dat niet werkte heb ik mijn kristallen gebruikt om colloïdale kristallen te maken van holle silica kubussen. Ik mocht mee naar de synchrotron in Grenoble, en daar konden we de diffractiepatronen van deze kristallen meten. Die data heb ik uiteindelijk geanalyseerd. De reis naar Grenoble was een fantastische ervaring. Toch bleek het niet echt handig om van onderwerp te wisselen, omdat ik in totaal maar 20 weken de tijd had. Nu heb ik niet alles kunnen doen wat ik voor ogen had. Gelukkig heb ik veel nieuwe dingen geleerd over röntgenverstrooiing en heerste er een goede sfeer in de groep. Wel had ik eerder moeten gaan schrijven, want dat duurt toch altijd langer dan je van tevoren denkt. Als je een stage zoekt, zou ik zeker aanraden om goed om je heen te kijken en verschillende groepen te vergelijken. Op de website van de universiteit staat ook altijd veel informatie. Ga gewoon langs en vraag wat voor projecten ze hebben.”
Utrecht University has great ambitions for its teaching quality and study success rates. This also applies to its clear research profiles which are centered around four themes: Sustainability, Life Sciences, Dynamics of Youth and Institutions. Utrecht University plays a prominent role in our society and contributes to finding the answers to topical and future societal issues.
Dé plaats in het najaar om studenten, starters en (young) professionals uit heel Nederland te ontmoeten!
Two PhD positions in synthetic organic/polymer chemistry for development of polymeric nano structured sorbents for application in a wearable artificial kidney device (2 x 1.0 fte)
Vrijdag 27 en zaterdag 28 november 2015 Jaarbeurs Utrecht
Deelnemen met uw organisatie?
[email protected] 020 - 638 21 46 De Chemie & Life Sciences Carrièredagen zijn onderdeel van
en een activiteit van
onderdeel van de
The project is part of a large program, initiated by the Dutch Kidney Foundation and supported by STW, on the development of a wearable artificial kidney device. The research will be carried out at the Department of Pharmaceutics (head: Prof W.E. Hennink) of the Utrecht Institute of Pharmaceutical Sciences, in close collaboration with the Department of Nephrology of the UMC Utrecht. The candidate should have a MSc in a relevant area of Chemistry, Materials Science or Chemical Engineering with interest in bio medical research and a strong knowledge of and experience with synthetic organic chemistry and multistep synthesis, purification, and characterization of organic compounds. Are you interested in this position? Then please visit www.uu.nl/vacancies for a detailed job description and online application form. The application deadline is 15 September 2015.
www.uu.nl/vacancies
Kennis verbreden en verdiepen
Bright minds, better future
pao.tudelft.nl
Polymeerchemie en -technologie 22, 29 september, 6 oktober, 3, 10 november. Het gehele traject start weer in 2016.
Chemical engineering 10 november, 8 december, 12, 26 januari, 9 februari, 8, 22 maart, 5, 19 april, 10 en 24 mei
Process Control voor procestechnologen - 11, 12, 25 en 26 november Sproeidrogen - 18 en 19 november Explosieveiligheid - 18, 19 en 20 november Industriële meng- en roerprocessen - 24, 25 en 26 november Toxicologie - 3 dagen in november Thermische analyse - 9, 10 en 11 december
Advertentie PAO – C2W #14 augustus 2015.indd 1
Lab Furnace Control
“Het programmeren van een laboratoriumoven was nog nooit zo eenvoudig” Met de ontwikkeling van Lab Furnace Control maakt I.B. Kracht het nog eenvoudiger om een lab oven te programmeren. Een nagenoeg onbeperkte hoeveelheid programma’s kunnen hiermee vooraf worden gedefinieerd. Daarnaast beschikt Lab Furnace Control een ingebouwde datalog functie.
Lab Furnace Control is standaard geschikt voor Nabertherm P330 controllers of met een aanvullende interface module
Een pdf rapport wordt naar wens opgeslagen op de harde schijf van de gekoppelde PC of direct naar een netwerk omgeving.
voor een Nabertherm P300.
KRACHTOVENS.NL | KRACHT.NL |
[email protected] | 070 387 6800
4-8-2015 14:58:11
Studievereniging
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
25
studentenspecial
Studievereniging voor meer dan feesten Beginnende studenten komen vaak al bij de eerstejaarsintroductie in aanraking met de studievereniging. In Leiden kunnen studenten aan de universiteit én aan het hbo zich erbij aansluiten. HARMEN KAMMINGA
“N
ieuwe eerstejaars die deelnemen aan het introductie weekend van Universiteit Leiden, betalen eenmalig € 10 inschrijf geld. Dat maakt ze ook lid van CDL”, zegt Miriam van Gent, ab actis van het Chemisch Dispuut Leiden. “Je krijgt via de vereniging korting op de prijs van studieboeken. Bovendien is koffie en thee in de CDL-kamer gra tis. Dat tientje haal je er dus met gemak uit.” De vele activiteiten voor de meer dan vijfhonderd leden bekostigt CDL vooral via een netwerk van sponsoren, op gebouwd in de bijna negen tig jaar dat de vereniging bestaat. De studievereniging bedient zo 95 % van de stu denten chemistry en mole cular science and technology (MST) in Leiden en Delft.
lingen in hun vakgebied. Bij de evaluatie van het onderwijs spe len studieverenigingen eveneens een rol. Van Gent: “Onze leden vinden het sociale verenigingsaspect natuurlijk belangrijk, maar tegelijkertijd verzamelen we van veel studenten goede feedback over col leges, docenten en de inhoud van vakken. Die informatie bespreken we met docen ten, decanen of de opleidingscommissie. Via CDL hebben studenten inspraak.”
DEZELFDE STUDIE Voor veel universitaire stu dies bestaan studievereni gingen. Wikipedia somt er voor Nederland 440 op. Anders dan een algemene studentenvereniging, die veelal sociale contacten bevorderen als doel heeft, richt de studievereniging zich op studenten die dezelfde studie of af studeerrichting volgen. Ze helpt studen ten bij studiezaken en oriëntatie op de arbeidsmarkt. Lidmaatschap geeft naast korting op studieboeken ook toegang tot oefententamens en bemiddeling bij sta ges. Veel verenigingen organiseren vakge richte lezingen, congressen en excursies. Zo brengen ze hun leden in contact met belangrijke personen, bedrijven en instel
en andere belangstellenden”, vertelt Arjaan Kooijman, het eerste bestuurslid Externe Zaken van SV Nucleus. “Ook stoorde het ons dat er nauwelijks onder ling contact was tussen studenten van verschillende klassen en leerjaren. Dat moest veranderen.”
BEMIDDELING Bij studenten staat SV Nucleus volgens Kooijman voorlopig vooral bekend om zijn feesten. “Ook dat is goed voor je studie. Met een leuk studentenleven ben je minder geneigd je studie op te geven.” Na de opstartfase gaat Nucleus zich volgens Kooij-man meer richten op de evaluatie van het onder wijs en de contacten met bedrijven. “Het komende bestuur krijgt een assessor onderwijs, die onder meer contact gaat houden met docenten, opleidingsmana gers en de clusterdirectie. En het is voor ons hbostudenten belangrijk om te blijven beseffen dat we wor den opgeleid voor een be roep. Bedrijfsbezoeken en bemiddeling bij vacatures voor stageplaatsen geven inzicht in wat die beroepen inhouden en waar onze banen zijn.” In het eerste jaar sloot al ongeveer een vijfde van alle studenten chemie en BML zich aan bij SV Nucleus. Kooijman ver wacht dat dit aandeel snel groeit door de werving van nieuwe eerstejaars. “Komend studiejaar verzorgt het nieuwe bestuur het eerste introductiekamp voor eerste jaars. Studenten zullen daar niet alleen elkaar, maar ook onze vereniging goed leren kennen.” |
‘Met een leuk studentenleven geef je minder snel op’ In het hbo zijn studieverenigingen met zo’n 215 stuks minder ingeburgerd. Bij de Hogeschool Leiden is de studievereni ging Nucleus pas in 2014 opgericht door studenten van de opleidingen biologie en medisch laboratoriumonderzoek (BML) en chemie. “We krijgen les midden in het BioScience Park, maar er was nauwelijks contact tussen de studenten, de school en de bedrijven om ons heen. We wilden een platform maken van studenten als aanspreekpunt voor de school, bedrijven
26
Masterbeurs
studentenspecial
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
Retourtje chemie Bedrijven en instellingen investeren in extra opleiding van studenten met buitengewoon talent voor (analytische) chemie of chemische technologie. Soms gaat dat gepaard met een beurs. Maar geld lijkt voor studenten niet de voornaamste drijfveer. HARMEN KAMMINGA
A
fgelopen drie jaar reikte de bran chevereniging van de chemische industrie in Nederland (VNCI) beurzen uit aan dertig schoolverlaters die na het vwo met goede cijfers en een overtuigende motivatie een universitaire studie in de chemische richting gingen volgen. De studenten maakten tijdens excursies en (snuffel)stages kennis met de bedrijven die hen sponsorden met een studietoelage van zo’n € 5.000 per jaar in de bachelorfase. Het doel hiervan was de instroom van getalenteerde studenten in chemische opleidingen te bevorderen. De instroom naar chemiestudies steeg de laatste jaren flink. Of dit is toe te
schrijven aan de chemiebeurzen, de po pulariteit van tv-series als CSI en Breaking Bad, een relatief baanzeker imago of iets anders blijft gissen. Feit is dat de VNCI voor studiejaar 2015-16 het accent bij de
‘Het heeft voor mij veel deuren geopend’ chemiebeurzen verlegt naar de master fase. “We volgen hiermee de wens van onze lidbedrijven om de uitstroom van studenten naar de industrie verder te stimuleren”, vertelt Onno de Vreede, speerpuntmanager Onderwijs en Innov atie bij de VNCI.
MATCHMAKING Masterstudenten die hun bachelorfase binnen drie jaar afronden, voor hun vak ken gemiddeld minimaal een 7,5 halen, een 8 of hoger voor hun afstudeerverslag en zich aanmelden voor een scheikundi ge masteropleiding aan een Nederlandse universiteit, kunnen meedingen naar een VNCI-studiebeurs. Na een eerste selectie volgt een matchmakingsronde tussen de deelnemende bedrijven en studenten. “De bedrijven die de studenten sponso ren, spelen bij de selectie nadrukkelijk een rol”, zegt De Vreede. “Zij formuleren een concrete onderzoeksvraag, waarop de studenten hun sollicitatiekeuze baseren. Die gaan in competitie met elkaar, net als bij een echte vacature. Uiteindelijk gaan
Masterbeurs
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
ze drie tot zes maanden bij het bedrijf dat hen kiest met die onderzoeksvraag aan de slag.” Ook de academische MSc- en hbo-talen tenprogramma’s voor analytisch chemici die COAST al enige jaren uitvoert, ver strekken studiebeurzen aan studenten. Oscar van den Brink, managing director van COAST – de publiek-private gemeen schap voor analytische wetenschap en technologie waarin ongeveer 75 bedrijven, instituten en universitaire groepen samen werken – ziet die beurzen meer als vergoe ding. “Het gaat de studenten niet primair om het geld. Het zijn talentenprogram ma’s, waarin we ze 150 uur aanvullend onderwijs aanbieden. Ze volgen cursus sen op zaterdag en in de zomervakantie, doen stages en extra werk bij toonaange vende bedrijven en instellingen. De beurs is bedoeld als compensatie voor de uren waarin ze niet bij de supermarkt schappen kunnen vullen. Wij vinden dat talentont wikkeling geen rijkeluishobby mag zijn.”
VERDIEPING “Talentvolle studenten zoeken in de eerste plaats naar verbreding en verdie ping om hun talent verder te ontwikkelen in een zelfgekozen richting”, merkt ook Frans van den Akker, manager van het Process Technology Talent Program (PTTP) voor hbo-studenten chemische technologie en voedingstechnologie. Het PTTP biedt geen betaalde beurs. Toch melden tweedejaars studenten zich graag aan voor het intensieve programma van extra cursusdagen, summerschools, sta ges en intensief contact met bedrijven. Regelmatig is Saar van der Laarse met een select groepje medestudenten op za terdagochtend om zeven uur in een trein te vinden, naar Maastricht bijvoorbeeld. Om deel te nemen aan een cursusdag van het COAST MSc+ programma. “Daar klagen we dan de hele reis over, met een grote bak koffie”, lacht de tweedejaars masterstudent analytical sciences aan de Vrije Universiteit Amsterdam. “Het pro
27
studentenspecial
gramma heeft voor mij veel deuren ge opend”, vervolgt ze serieus. “Het brengt je in contact met analytische onderzoeks groepen bij bedrijven en aan universitei ten overal in het land. Tijdens de cursus sen, zo’n tien hele zaterdagen per jaar, maar ook doordat we gelegenheid krijgen om congressen te bezoeken. Zo bouw je al tijdens je studie een groot netwerk op.”
‘Talentontwikkeling mag geen rijkeluishobby zijn’ Van der Laarse was bij de start van het programma al enthousiast over analyti sche chemie, wilde graag extra tijd aan haar studie besteden en zichzelf ontwik kelen. Die motivatie woog bij de selectie in haar ogen zwaarder dan haar goede cijferlijst en bachelorthesis.
MINDER WERKEN De maandelijkse beurs kon Van Laarse oed gebruiken. “Ik heb veel minder hoe
ven werken dan tijdens mijn bachelor, ik kon me meer richten op de studie.” In ruil voor de beurs verrichten de studen ten een stage en een literatuurstudie voor de bedrijven, samen minimaal tien maanden. Van der Laarse doet momen teel een zelfgekozen stage bij COAST-lid Shell. “Het bedrijf betaalt COAST voor de gewerkte uren en daaruit wordt mijn beurs betaald. Het maakt mij iets duur der dan een gewone stagiair, maar ik kom ook met meer kennis. Voor de bedrijven is dit een kans om je alvast te leren kennen”, vermoedt ze. De in het programma aangeboden theo rie, methodes en practica vond de student goed aansluiten op haar reguliere master programma. “Het programma heeft mij vooral laten zien dat analytische chemie heel breed is: je kunt eindeloos veel pa den bewandelen, zowel in het onderzoek als in de industrie. Door de contacten met mensen uit het veld, ga je daar anders naar kijken. Dat maakt het mak kelijker een goede vervolgkeuze te maken voor je carrière.” |
CHEMIEBEURZEN Voor hbo- en wo-studenten in de chemie en chemische technologie zijn vier talentenprogramma’s mogelijk interessant. Drie ervan bieden betaalde beurzen. • Voor hbo-studenten procestechnologie (vanaf het 2e jaar) is er het Process Technology Talent Program (PTTP). Hier wel extra cursusdagen, summerschools, stages en intensief contact met bedrijven, maar geen betaalde beurs. Talentvolle studenten kunnen zich tot 15 oktober aanmelden op: www.ispt-innovationacademy.eu/information-for-students.html. • Hbo-studenten (vanaf het 2e jaar) kunnen meedingen naar een plek in het Analytical Sciences Talent Program (ASTP) van COAST. Die beurs bedraagt tussen de € 3.000 en 5.400 per jaar. Hbo’ers konden zich dit jaar tot april aanmelden voor selectie. Meer informatie: www.ti-coast.com/astp. • Universitaire masterstudenten analytische chemie kunnen zich aanmelden voor selectie voor het MSc+ talentenprogramma van COAST. De MSc+ beurs bedraagt ongeveer € 5.000 per jaar. Aanmelden kan dit jaar tot 15 september. Meer informatie: www.ti-coast.com/mscplus. • Beginnende masterstudenten die voldoen aan de criteria, konden zich (in 2015 tot 10 augustus) aanmelden voor het VNCI-studiebeurzenprogramma. De bijbehorende beurs bedraagt € 5.000 per jaar. Meer informatie: www.vnci.nl/topsector-chemiebeurs.
Advertentie
28
KNCV
W W W. K N C V. N L
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
(OUD)STUDENTEN TIPPEN GROENTJES Voor deze studentenspecial van C2W hebben wij een aantal KNCV-leden gevraagd om te vertellen hoe zij hun studententijd hebben ervaren. KNCV?
D
e Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging behartigt sinds 1903 de belangen van chemici in Nederland. De KNCV is de beroepsvereniging voor alle chemici, van biochemicus tot procestechnoloog, van student tot docent. Wij faciliteren kennisverrijking, stimuleren topprestaties en ondersteunen bij carrière-oriëntatie. De KNCV biedt zo chemici een helpende hand gedurende hun hele carrière.|
DE STUDENTENTIJD VAN GINO VAN STRIJDONCK
Studie: chemie in Nijmegen KNCV-lid: sinds 1998 ijn studententijd is stiekem toch al best wel lang geleden.” Aan het woord is Gino van Strijdonck, afgestudeerd en gepromoveerd organisch chemicus en nu werkzaam als lector op de Zuyd Hogeschool. “In september 1984 begon ik aan de studie chemie. Ik twijfelde lang tussen chemie en geschiedenis. Uiteindelijk heb ik toch voor chemie gekozen, simpelweg omdat je thuis geen laboratorium kunt bouwen.” Niet verrassend vond Van Strijdonck de practica dan ook het interessantst. Samenwerken met medestudenten, experimenten plannen en overleggen in plaats van luisteren tijdens een hoorcollege, daar lagen toch wel uitdagingen. “Dankzij de practica kwam je in contact met andere studenten en studentassistenten. Je kwam hierdoor op een andere manier in aanraking met de lesstof, en aan gezien de studentassistenten leeftijdsgenoten waren, lag de drempel om vragen te stellen toch lager.” Kenmerkend voor zowel zijn studententijd als zijn promotieperiode is de verbondenheid met collegastudenten. “Aangezien je zoveel contacturen hebt tijdens je studie, ga je al snel ook buiten het lab met elkaar om. Een studievereniging versterkt dit alleen maar meer door veel verschillende activiteiten te organiseren. Zo ging ik met dezelfde studiegenoten met wie ik overdag in het lab stond, ’s avonds voetballen tegen psychologen.” Zijn tip: “Goed plannen, dan is chemie helemaal niet zo hard werken en kun je veel koffie drinken!”
“M
HET BESTUURSJAAR VAN LINEKE PELLEBOER
Studie: biotechnologie aan Hanze Hogeschool Groningen KNCV lid sinds: 2005 ineke Pelleboer begon 13 jaar geleden als student life sciences & technology aan de Hanze Hogeschool Groningen. Tegenwoordig is ze projectmanager bij Sanquin. Pelleboers carrière zit in de lift. “Het werk dat ik nu doe bij Sanquin heeft een biochemische achtergrond, maar de vaardigheden die ik gebruik heb ik mij eigen gemaakt tijdens bestuurswerk. Het begon eigenlijk allemaal tijdens de studentenintroductie van de Hanze Hogeschool, een kennismakingsweekend op het platteland van Groningen. Dat eerstejaarsweekend vond ik hartstikke gaaf. Het jaar daarop ben ik in de organisatie commissie gegaan. Vervolgens heb ik met medestudenten de studievereniging L.S.T. Equilibrium opgericht. Hier stond het equilibrium voor het evenwicht tussen informatieve activiteiten en activiteiten als feesten en borrels. Ik heb hier andere vaardigheden opgedaan dan tijdens de vakken die ik gevolgd heb. Ik heb bij Equilibrium veel gepresenteerd, vergaderd en georganiseerd. Samen met andere mensen zaken voor elkaar gedaan krijgen vond ik erg leerzaam!’ Pelleboers tip voor aankomende studenten: “Je studententijd is dé periode in je leven waarin het sociaal geaccepteerd is om op donderdag tot 3 uur ’s nachts in de kroeg te staan. Doe dat vooral en geniet daarvan!”
L
Colofon W W W. K N C V. N L
De KNCV is de beroepsvereniging voor iedereen betrokken bij de chemie en aanverwante disciplines als life sciences en procestechnologie. De vereniging telt diverse vaksecties, regionale kringen en werkgroepen, naast de afdeling Jong KNCV. Leden van de KNCV ontvangen C2W gratis. De contributie bedraagt tussen de € 32 en € 122 per jaar. Het lidmaatschap van de KNCV en/of de secties kan schriftelijk worden opgezegd vóór 15 november van het lopende jaar. Hiervan ontvangt u een bevestiging. Postbus 249, 2260 AE Leidschendam tel. 070-337 87 90,
[email protected] Redactie KNCV-pagina’s: Sara Blanken, 070-337 87 98,
[email protected]
KNCV
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
29
W W W. K N C V. N L
DE IJSKOUDE EXPEDITIE VAN RODERICK BUNSCHOTEN
Studie: chemie aan Saxion Hogeschool Deventer KNCV-lid sinds: 2015 n september 2014 stroomde Roderick Bunschoten vanuit het mbo in bij de chemie opleiding van de Saxion Hogeschool in Deventer. Hiervoor studeerde hij ook in Deventer aan het Aventus. Een van de speerpunten van Aventus is duurzame modules in het curriculum opnemen. Er was een oproep voor een vrijwilliger die als ambassadeur van duurzaam onderwijs mee wilde gaan op expeditie naar Antarctica, samen met Sir Robert Swan van de organisatie 2041.com. Bunschoten ging als vrijwiligger mee met de expeditie, die plaatsvond in 2014. Hij vertelt: “Swan is de eerste mens die zonder hulpmiddelen zowel de Zuid- als de Noordpool heeft bereikt. De organisatie 2041 zet zich in voor het behoud van het continent Antarctica. Er loopt nu een internationaal verdrag tot 2041 waarin staat dat Antarctica niet mag worden ontgonnen. Gezien de uitputting van de huidige bronnen van fossiele brandstoffen, is de verwachting dat bedrijven straks ook op dit continent naar olie gaan boren. Het is aan onze generatie om hiervoor te waken, en ervoor te zorgen dat we duurzamere alternatieven ontwikkelen. Daarom zou ik na mijn studie willen bijdragen aan onderzoek naar zonnecellen en waterstoftechnologie.” Zijn ultieme tip voor studenten: “Wees kritisch, denk kritisch en wees niet bang voor het onbekende!”
I
HET ZELFGEBROUWEN BIER VAN ART KRUITHOF
Studie: scheikunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam KNCV-lid sinds: 2005 rt Kruithof studeerde scheikunde aan de Vrije Universiteit. Momenteel legt hij de laatste hand aan zijn promotieonderzoek in de vakgroep synthetic & bio-organic chemistry aan dezelfde universiteit. Volgens eigen zeggen was Kruithof een brave student. “Ik ging altijd wel naar college. Dat was voor mij ook de makkelijkste manier om het vak te halen. Als je naar college gaat, weet je wat de docent belangrijk vindt en dus wat er op het tentamen terugkomt.” Kruithof is een groot liefhebber van bier. “Tijdens mijn studie was ik al snel actief bij de borrelcommissie. Eerst als penningmeester en later zocht ik voor de speciale Belgisch Bier Borrel de ruim dertig verschillende soorten bier uit. Ik was wel benieuwd hoe je zelf bier zou kunnen maken. Na een zoektocht op internet kwam ik pakketten tegen, waarmee je zonder al te veel investeringen zelf bier kon maken. Daar begon ik mee en zo’n 9 jaar geleden was mijn eerste zelfgebrouwde bier een feit. Helaas was dat bier niet zo lekker, daarom ben ik verder gaan kijken. Nu brouw ik echt mijn eigen bier helemaal from scratch. Dat is leuker en veel lekkerder! Ik probeer verschillende dingen uit, zo had ik laatst witlofbier gebrouwen, wat erg lekker was. Elke maand probeer ik te brouwen en per keer maak ik 30 liter. Gelukkig hoef ik dat niet allemaal zelf op te drinken; mijn vrouw drinkt ook graag bier en vrienden weten ons goed te vinden.”
A
KNCV
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
31
W W W. K N C V. N L
HET ANTI-KATERRECEPT VAN KEES DE GOOIJER
Studie: levensmiddelentechnologie in Wageningen KNCV-lid sinds: 1988 ees de Gooijer studeerde levensmiddelentechnologie in Wageningen. Na verschillende functies in de wetenschap en het bedrijfsleven is hij nu chief inspiration officer van TKI Agri&Food en TKI Biobased Economy. Daarnaast is hij sinds mei 2014 voorzitter van de KNCV. Tijdens zijn studie sloeg hij niet vaak een college over. “Totdat ik twee vakken volgde waarvan de colleges op hetzelfde moment vielen. Toen moest ik kiezen: differentiaalvergelijkingen of microbiologie. Ik koos voor de wiskunde. De laatste twee colleges van microbiologie volgde ik wel. Het tentamen was mondeling, dus ik zorgde ervoor dat ik prominent vooraan zat en goed gezien werd.” De Gooijer was lid van de studievereniging. “Dat raad ik iedereen aan. Je leert snel nieuwe mensen kennen van je opleiding. Van je eigen jaar, maar ook van andere jaren. Via de studievereniging kwam ik terecht in de richtingsopleidingscommissie, waar ik me bezighield met de kwaliteit van het onderwijs. Dat was een leuke en erg leerzame nevenfunctie.” De KNCV-voorzitter heeft nog wel een tip voor (aankomende) studenten: “Als je een keer te veel gedronken hebt, kun je het best ontbijten met spek, gebakken ei en tomaat op een boterham. Dat is echt het beste anti-katerrecept dat er is. Verder wil ik je adviseren: werk hard en geniet waar je maar kunt.”
K
HET BESTUURSJAAR VAN SAYDI KNOOK
Studie: scheikunde aan de Universiteit Utrecht KNCV-lid sinds: 2012 aydi Knook studeert scheikunde aan de Universiteit Utrecht. In september begint ze aan het laatste jaar van haar bachelor. Naast haar studie doet ze van alles. “Ik heb er net een bestuursjaar op zitten. Een jaar lang was ik de vicepenningmeester en commissaris externe contacten van mijn studie vereniging U.S.S. Proton. Het was een heel leuk en leerzaam jaar! Ik ben onder meer druk bezig geweest met excursies en onze studiereis organiseren. We gingen met 24 studenten naar Chili, waar we verschillende universiteiten en chemische bedrijven bezochten. Het was echt een uitdaging om alles te regelen en de sponsoring voor de reis rond te krijgen. Gelukkig is alles goed gegaan.” Ook is Knook heel sportief. “Ik heb jarenlang geturnd en gedanst. In de zomer ben ik graag op het water en doe ik veel aan windsurfen. Maar mijn meest bijzondere sport is denk ik toch wel polefitness. Dat geven ze gewoon hier op de campus. Toen we een keer een feest hadden op een locatie waar een paal was heb ik even een korte demonstratie gegeven.” Knooks ultieme tip voor aankomende studenten: “Word lid van een vereniging! Of het nou een studie-, studenten- of sportvereniging is dat maakt niet uit. Bij een vereniging maak je snel nieuwe vrienden. Ook leer je veel van commissiewerk.”
S
32
Media
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
EVOLUTIE BEVRAAGD
TIPS
In The vital question gaat biochemicus Nick Lane in op de vragen waarom we zijn wie we zijn en waarom we hier überhaupt zijn. Onze energiehuishouding speelt daarbij een cruciale rol, betoogt hij. ondanks hun diversiteit en aanpassingsvermogen aan zeer extreme leefomstandigheden? De kern van Lane’s verhaal is dat leven vanaf het begin mogelijk is gemaakt en gestuurd door het volgens hem bizarre mechanisme waarmee onze cellen energie genereren: de protonenpomp. Dat mechanisme is trouwens net zo goed universeel bewaard als onze genetische code.
PITTIGE KOST Lane bouwt zijn verhaal geduldig, goed beargumenteerd – en passant krijg je ook les in wetenschapsgeschiedenis – en met gevoel op. Hij beschouwt het zelf als één lange hypothese. Die aanpak maakt het een boeiend stuk literatuur, maar ook best een pittig leeswerk. Toch is het zeker de moeite waard, want de biochemicus
‘Lane graaft graag door’ PUCK MOLL
B
iochemicus aan de University College in Londen Nick Lane gaat in zijn boek The vital question - Why is life the way it is? direct gepassioneerd van start. We steken miljarden in biomedisch onderzoek in de hoop te achter halen waarom we ziek worden, aldus Lane. Maar hoe kunnen we een ziekte ooit begrijpen als we niet weten hoe (onderdelen van) cellen zijn ontstaan en werken? Lane noemt het zelf kinderlijke vragen (al noteert hij childlike tussen enkele aanhalingstekens), maar maakt meteen ook duidelijk hoe belangrijk het is om die vragen wel te stellen – nagenoeg alle biochemici richten zich op andere vragen. Hij hoopt, onder meer, de medische wetenschap verder te helpen door juist meer vat te krijgen op de evolutie van prokaryote cellen, of beter gezegd bacteriën of archaea, en eukaryote cellen. We weten een ‘awful lot’, stelt Lane, maar we weten nog steeds niet waarom het leven is zoals het is. We weten dat complexe cellen 1,5 à 2 miljard jaar geleden op een enkel moment ontstonden na een endosymbiose tussen een archaeon en een bacterie. Maar waarom bijvoorbeeld zijn archaea en bacteriën niet verder geëvolueerd
werpt nieuw licht, voor menig lezer wellicht zelfs überhaupt licht, op het ontstaan van leven, de evolutie en hoe dat leven op celniveau eigenlijk in elkaar steekt. Lane schuwt de fysische, biologische en chemische onderbouwingen niet en graaft graag door. Een greep uit de vragen die hij stelt: metabole activiteit is een essentieel onderdeel van leven, daarom noemen we een virus dood, maar waarom eigenlijk? Waarom hebben eukaryoten genen die bestaan uit stukjes? En omdat leven onlosmakelijk verbonden is met de dood: is de free-radical theory of ageing correct? Lane neemt geen genoegen met het eerste de beste antwoord. Dat zal de gemiddelde wetenschapper doen glimlachen; mij in ieder geval wel.|
The vital question why is life the way it is?, Nick Lane, Uitgeverij Profile Books, April 2015, ISBN: 9781781250365 360 pagina’s, prijs € 37,95
EINDTIJD Gaan we met zijn allen naar de donder? Het Centre for the Study of Existential Risk in Cambridge onderzoekt de mogelijkheden. Het is opgericht door Skype-oprichter Jaan Tallinn, filosoof Huw Price en astrofysicus Sir Martin Rees, die eerder de mensheid 50 % kans gaf om ondanks zichzelf het jaar 2100 te halen. Onder de adviseurs is Stephen Hawking, die kunstmatige intelligentie als het grootste gevaar ziet. Maar met nanotech, biotech of een klimaatramp kunnen we onszelf natuurlijk ook de das omdoen. | cser.org ROTTERDAM Op 24 augustus start de kaartverkoop voor de jaarlijkse Wereldhavendagen, die dit jaar plaatshebben op 4, 5 en 6 september. Traditioneel zijn er dan excursies per bus te boeken naar diverse chemiebedrijven in de regio Rijnmond, al zal het dit jaar wel wat minder worden vanwege concurrentie met de Dag van de Chemie op 26 september. Maar een bezoekje aan een containerterminal is ook nooit weg. | wereldhavendagen.nl UCHE, UCHE Voor het eerst heeft een strip het tot Kamerstuk geschopt. Deze zomer voegden Edith Schippers, Martin van Rijn, Sharon Dijksma en Wilma Mansveld de Suske en Wiske-special ‘Tante Biotica’ toe aan hun brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van antibioticaresistentie. Tegelijk stuurde Schippers alle huisartsen een exemplaar van de strip, die vorig jaar werd besteld door de Belgische federale overheid. Inhoudelijk zo drakerig als je van de erven Vandersteen mag verwachten, maar in elk geval begrijpelijk voor het grote publiek. | tinyurl.com/tantebioticartekst
De werkdag van
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
Overal van proeven Trainee Lisanne Schulte is bezig aan het derde jaar van haar traineeship bij Checkmark. Zij werkt momenteel aan de downstream processing van vaccins tegen onder meer polio en andere enterovirussen. MARYSA VAN DEN BERG
E
lke dag legt Lisanne Schulte een to-dolijstje voor zichzelf klaar. Dat is hard nodig, want er valt meestal genoeg te doen op een werkdag als onderzoeksmedewerker downstream processing bij Intravacc, een bedrijf dat vaccins ontwikkelt. “Gisteren was behoorlijk druk”, vertelt Schulte. “We voerden een experiment uit dat onderdeel is van de vaccinontwikkeling tegen een specifiek enterovirus. Het grootste gedeelte van de dag ben ik bezig geweest de chromatografierun in de gaten te houden, zowel op het lab als op kantoor achter de computer. Tussendoor heb ik ook de resultaten van andere experimenten uitgewerkt. Ik word genoeg beziggehouden!”
GEROEPEN Schulte studeerde in 2011 af, maar begon pas twee jaar later aan haar traineeship. “Ik had in die tijd al een baan. Mijn contract bij dat bedrijf liep af en toen hoorde ik over Checkmark. Je kunt met mijn opleiding ontzettend veel: van DNA-werk tot bioreactoren. Ik vond eigen lijk alles wel leuk en wilde overal van proeven. En dus kwam dit traineeship als geroepen voor mij”, zegt Schulte. Intravacc is inmiddels het derde bedrijf waar Schulte een jaar werkt. Een traineeship bij Checkmark omvat namelijk drie jaar en drie bedrijven. In Schultes geval zaten die allemaal in de vaccin wereld. Maar wel drie bedrijven met elk heel verschillende projec ten. “Het eerste jaar, bij Crucell, werkte ik vooral aan de opzet van een pilotplant. Dat was een stap tussen research en productie die eigenlijk nog miste om procestechnische verbeteringen die je in het onderzoek vindt makkelijker te kunnen vertalen naar produc
33
Naam: Lisanne Schulte Leeftijd: 26 jaar Functie: onderzoeksmedewerker bij Intrav acc (als onderdeel van een driejarige traineeship bij Checkmark) Werkt daar sinds: januari 2015 Studeerde: biologie en medisch laboratoriu m onderzoek (Avans Hogeschool) Werkt: 40 uur per week Wilde vroeger worden: dierenarts
tieschaal. Het gehele pro Stiekeme droombaan nu: een leuke ces moest nog worden op uitdagende baan in ongeveer hetzelfde gezet, zeer interessant. vakgebied, waarbij ik kan doorgroeien Het tweede jaar werkte ik bij Abbott, een bedrijf dat vaccins produceert in kip peneieren. Dat is een heel ander proces dan de celgebaseerde methodes van Crucell en dus heel ander werk. Nu werk ik bij Intravacc en ben ik betrokken bij de ontwikkeling en de optimali satie van vaccinproductieprocessen.”
BELONING Projectmatig werken bevalt Schulte wel. “Je werkt met een heel team toe naar het doel van het project. Tussendoor heb je genoeg spannende momenten. Laatst hadden we bijvoorbeeld een proef waarbij we een heel groot volume moesten draaien. We waren lang bezig met het plan van aanpak en hebben daarna veel moeten klaarzetten en opbouwen. Vervolgens is het starten en afwachten. Het is geweldig als het dan lukt en al je harde werk wordt beloond. Dat geeft vertrouwen voor de volgende keer. Mocht het een keer niet lukken, dan hebben we weer een mooie uitdaging om het de keer erna wél te laten slagen.” Toch zijn er ook minder leuke momenten op Schultes werk geweest. “Soms worden projecten waaraan je zo hard hebt gewerkt ineens opgeheven. Dat is balen, want je had graag nog nét iets meer willen doen. Dat is zeker het geval wanneer je aan het eind van je traineeship-jaar bent gekomen bij een bedrijf. Maar je krijgt er wel ontzettend veel voor terug: je leert veel en je bouwt een mooie werkervaring op.” |
‘Ik word genoeg beziggehouden!’
34
Mensen MENS&FUNCTIE
De European Federation of Chemical Engineering heeft de BHR Group Lifetime Recognition Award in Mixing toegekend aan Harry van den Akker, vanwege zijn onderzoek naar mengprocessen in de procesindustrie. Van den Akker, erkend voorvechter van computational fluid dynamics, werd in 1988 hoogleraar fysische transportverschijnselen in Delft. Sinds 2013 doceert hij vloeistofmechanica aan de University of Limerick. De prijs ter waarde van € 1.500 wordt uitgereikt eens in de drie jaar.
C2W 14 | 21 AUGUSTUS 2015
COMMUNICATIEVE CHEMICUS Melle Koch helpt graag mensen. Daarom combineert hij zijn werk bij Albemarle met een stevige vrijwilligersfunctie bij het Rode Kruis. Die twee functies versterken elkaar ook nog eens.
UvA-chemicus Huib Bakker is benoemd tot interimdirecteur van het FOM-instituut Amolf. Hij valt in voor Vinod Subramaniam, die de VU gaat leiden als rector magnificus. Bakker is vooral bekend van zijn metingen aan waterstofbruggen; in 2001 leverde hem dat de leerstoel spectroscopie van de gecondenseerde fase op, in 2005 ontving hij de Gouden Medaille van de KNCV. Wageningen University heeft chemicus Floris van Delft benoemd tot buitengewoon hoogleraar bioconjugatiechemie. Van Delft was tot 2013 hoofddocent in Nijmegen, waar hij vooral naam maakte met kopervrije klikchemie (zie C2W 20 2014). Op dat onderzoek baseerde hij de spin-off SynAffix, waarvan hij wetenschappelijk directeur werd. SynAffix betaalt nu de leerstoel.
foto: ugent/hilde christiaens
De Royal Society of Chemistry heeft de Jeremy Knowles Award dit jaar toegekend aan de Leidse hoogleraar Hermen Overkleeft, vanwege zijn werk aan eiwitprobes die de activiteit van enzymen inzichtelijk maken. De prijs, die £ 2.000 en een uitnodiging voor een lezingenreeks omvat, benadrukt het belang van interdisciplinair onderzoek dat chemie en life sciences samenbrengt. De Gentse dopingspecialist prof. Peter Van Eenoo behoorde onlangs tot de eerste groep ontvangers van het Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap. Die nieuwe onderscheiding is bedoeld voor mensen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor Vlaanderen.
De UvA heeft universitair hoofddocent Jan van Maarseveen bevorderd tot hoogleraar bio-inspired organic synthesis. Zijn onderzoek richt zich vooral op cyclische peptiden. Zijn onderwijstalent leverde hem in 2012 de titel van UvA-docent van het jaar op. Eric Hogenboom wordt voorzitter van de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI), als opvolger van Werner Fuhrmann. Hogenboom studeerde natuurkunde in Eindhoven, bekleedde diverse functies binnen DSM en is inmiddels binnen Sabic Europe commercieel verantwoordelijk voor de engineering plastics.|
PUCK MOLL
M
elle Koch werkt voltijds bij katalysatorenspecialist Albemarle als specialist intellectueel eigendom. Maar daar blijft het voor de bio-organicus niet bij. Voor het Rode Kruis is Koch ook Hoofd bevolkingszorg van twee veiligheidsregio’s in en rond Amsterdam. In die functie is hij verantwoordelijk voor een team van hulpverleners die op afroep te hulp schieten bij calamiteiten. Het is een vrijwilligersfunctie, wel te verstaan. “Als mijn dienst bij Albemarle het toelaat, ben ik er soms meerdere avonden per week mee bezig, soms ook weekenden”, vertelt Koch enthousiast. Zo kwam hij vorig jaar in actie bij een gasexplosie in een flat in Diemen en was hij begin juli actief bij de Tour de France. En deze maand zit Koch een week in de meldkamer voor SAIL Amsterdam. “Bij Albemarle zijn ze heel flexibel. Juist door deze vaste basis kan ik zoveel vrijwilligerswerk doen. Ik bevind me in een bevoorrechte positie.”
‘Soms zijn chemici gewoon te abstract bezig’ Koch kwam bij het Rode Kruis terecht als vrijwilliger EHBO. “Mensen helpen opknappen geeft me een goed gevoel voor mezelf en voor de ander. En omdat je bij het Rode Kruis ook als vrijwilliger carrière kunt maken, doe ik dit werk al ruim tien jaar.” Als Hoofd bevolkingszorg krijg je tevens te maken met de organisatorische
kant. “Dan zit je opeens aan tafel met de directeur rampenbestrijding van de hoofdstad. Voor een jonge academicus is dat een hele uitdaging”, vertelt Koch. Zijn werk voor het Rode Kruis vergt veel communicatie met zijn medevrijwilligers en de mensen die hun hulp nodig hebben, en dat trekt Koch. “Dat heb je toch minder met moleculen”, zegt hij lachend. Volgens de bio-organisch chemicus beïnvloeden beide functies elkaar wel degelijk positief. “Mijn ervaring met complexe moleculaire systemen komt goed van pas op bestuurlijk niveau bij het Rode Kruis. Andersom neem ik het communicatieve deel en het weten voor wie je het doet vanuit het Rode Kruis mee het onderzoek in. Soms zijn chemici gewoon te abstract bezig.”
FRISSE BLIK Zijn communicatievaardigheden komen Koch bij Albemarle trouwens ook uitstekend van pas. “Het bedrijf zocht acht jaar geleden iemand met een frisse blik om zijn alternatieve brandstoffenonderzoek te gaan leiden. Bij eerste- en tweedegeneratiebiobrandstoffen kom je in contact met heel andere chemie dan de mensen bij Albemarle gewend waren. Leg dat maar eens uit aan je collega’s.” Dit geldt ook voor zijn huidige functie, besluit Koch gedreven. “Bij octrooirecht moet je weten hoe de chemie in elkaar steekt en helder hebben of een vinding daadwerkelijk nieuw is. Iets dat nieuw is voor een onderzoeker kan binnen het IP-recht al geclaimd zijn. Dat valt soms moeilijk uit te leggen.”|
Scientist Clinical Immunology
services
Within Crucell talented, entrepreneurial people are working in a dynamic culture in which innovation and a ‘can do’ state of mind are the central points. Being a global biotech company Crucell focuses on the development, production and marketing of vaccines, recombinant proteins and antibodies to prevent and combat infectious and other diseases. Joining the Clinical Immunology department, as a Scientist Clinical Immunology, your main responsibility will be to ensure the timely and correct sample analysis of clinical samples. In house activities, or when being outsourced to CRO’s or partners, require that you have fluent communicative skills and are able to lead a small team of technicians. Besides having a PhD in biological/medical sciences and experience in immunology you have in depth knowledge of immunological assay development, qualification and validation according to ICH guidelines. Interested? Then visit our website for more information.
Crucell-Janssen - Leiden Dedicated to Excellence for 10 years!
matching the best in chemistry & life sciences
www.cls-services.nl
recruitment, selection and career coaching in chemistry | pharma | biotech | food
Delft University of Technology works at new ground-breaking insights and solutions to urgent societal problems in the world. Thanks to her faculties and unique large-scale technological research facilities, this university offers world-level multidisciplinary research and education. The IRS (Intensified Reaction and Separation Systems) Group led by Professor Andrzej Stankiewicz is internationally recognized as one of the world leading groups in the field of Process Intensification. This vacancy is offered as part of the 6 million euro project ADREM (Adaptable Reactors for Resource and Energy-Efficient Methane Valorisation) granted within the framework of the European Horizon 2020 programme. In ADREM, leading industries and university groups in process intensification, catalytic reactor engineering and process control are teaming up to address the domain of resource- and energy-efficient valorisation of variable methane feedstocks to C2+ hydrocarbons and liquid fuels. Our aim is the development of new and intensified adaptable catalytic reactor systems for flexible and decentralised production at high process performance, able to operate with changing feedstock composition and deliver on
PhD: Microwave-Assisted Methane Valorisation Faculty/department
Faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering (3mE) Level Master degree Extent of the Position 38 Contract 4 years Salary € 2125 to € 2717 gross per month
demand the required product distribution by switching selected operational/control parameters and/or changing modular catalyst cartridges. In the long term, we expect the reactors to operate in an energy- and emission-lean manner, using green electricity as the direct, primary energy source. The activity of the IRS Group within the project will focus on development of a modular, catalytic, microwave-assisted reactor for methane coupling, based on the travelling-wave principle.
For more information, please visit www.jobsindelft.com/phd
Jaarbeurs Utre c
ht | 7 8 OKTO BER 20
De vakbeurs vo or professionals
15
in het laborator ium
TOEGANG IS GR
ATIS Registreer nu v ia www.labtech nology.nl/regis tratie DE ONTMOETINGSPLAATS Labtechnology is de grootste labbeurs in Nederland en dé ontmoetingsplaats voor de laboratoriumwereld. Het concept blijft helder: contact tussen leveranciers en laboratoriumprofessionals, analisten en labmanagers op de beursvloer, in combinatie met een inhoudelijk programma. BEURSVLOER Op de uitgebreide beursvloer van Labtechnology 2015 is de nieuwste laboratoriumtechnology te vinden. Naast innovatieve technologie is er ruimte voor producten ter ondersteuning van de dagelijkse werkzaamheden in het laboratorium. Een overzicht van de exposanten is te vinden op www.labtechnology.nl
partners:
PROGRAMMA Twee dagen lang biedt Labtechnology interessante lezingen over een breed scala aan onderwerpen. Technieken en onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere analysetechnieken, (GC, HPLC, MS, LC), biobanking, cryo storage & sampling, roboticw materiaalkunde, biomedische en biotechnologie, laboratoriumtechnologie, -inrichting en -automatisering. THE ANALYTICAL CHALLENGE Op 7 oktober staat tevens The Analytical Challenge op het programma. Dit congres over analytische chemie presenteert ruim 50 (inter)nationale topsprekers. Meer informatie: www.theanalyticalchallenge.nl.
organisatie: