11 2012
EI G EN W I JZE R Pe r s o n e e l s b l a d v a n e n v o o r a l l e m e d e w e r ke r s v a n d e A S KO
Japanse inspiratie voor
pag. 6
basisschool St. Augustinus
pag. 12
Passie voor P&O
pag. 8
Blij met KBA-onderwijscoaches
INHOUD
6
KINDERBOEKENWEEK 2012 – HALLO WERELD!
Japanse levensles Tashori Kanamori, inspireert basisschool de St. Augustinus met zijn ‘Japanse levenslessen’.
8
Schoolcoaches KBA-experts van de gemeente coachen De Waaier bij onderwijsverbeteringen. Drie medewerkers van de school vertellen wat dit oplevert.
12 Nieuw hoofd P&O Wyneke Buys (56) popelt om ASKO-medewerkers te inspireren
bij hun loopbaan.
14 Prestatiedrang in de klas
Er bestaan twee soorten motivatie. Hoe herken je die in de klas en hoe speel je daarop in? Een studente van de Universitaire Pabo deed onderzoek een geeft tips.
Verder: Vaker voorlezen (column juf Patt y) School & buurt: de St. Jozefschool in Buitenveldert ASKOfett e met Sandra, administratief medewerkster Bisschop Huibersschool
2
11 16 18
Wyneke Buys
Op de St. Jan school is het thema van de kinderboekenweek ‘Hallo Wereld’ mooi uitgewerkt!
EIGENWIJZER
november 2012
EIGENWIJZER
november 2012
3
ASKO
Twee nieuwe directeuren
NIEUWS
St. Rosaschool Daan Doing is met ingang van het nieuwe schooljaar gestart op de Rosaschool. Daan heeft veel ervaring binnen het onderwijs. Hij was vijf jaar directeur in Overveen. Ook werkte hij als onderwijsadviseur bij de onderwijs begeleidingsdienst Noord- West en de Marnixacademie.
Succesvolle Verbeteraanpak Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA) vierde met een feestelijke bijeenkomst in de Amsterdamse Escape haar succes. Het team van De Bott eloef was erbij. Namens wethouder Lodewijk Asscher werden zij, en alle medewerkers in het basisonderwijs, geprezen om hun inzet en de verbeteringen van onderwijs die tot stand zijn gebracht. Een leuke afsluiting van het verbetertraject en een terechte beloning voor alle hardwerkende teamleden! Tekst: Natascha Boelens
Meer lezen over KBA? Blader dan door naar het artikel op bladzijde 8 t/m 10.
Het heelal en De Achthoek
Taiko! Japanse drumlessen op de St. Jan Op de St. Janschool is, vanwege culturele uitwisseling met Japan, de Japanse Taiko drumgroep Wa San Bon te gast geweest. Voordat ze naar Amsterdam kwamen, gaven ze eerst een concert in Brussel. Ook gaven ze daar diverse lessen op de internationale school. Op de St. Jan kregen alle groepen trommelles van de Japanners. Op donderdagavond traden de leerlingen van groep 8 samen met Wa San Bon op voor de ouders en andere leerlingen van de school. Het was een geslaagde happening en de overburen zijn weer blij dat het rustig is aan de overkant.
Het Bovenland offi cieel open! Op 19 oktober werd eindelijk Het Bovenland officieel geopend. In het volgende nummer volgt meer hierover . Zie www.hetbovenland.nl
Nieuwe identiteitsbegeleider Identiteitsbegeleider Gertie Blaauwendraad heeft buiten de ASKO een andere functie aanvaard. Zij wordt opgevolgd door Jeroen van Waveren. Jeroen heeft ervaring met filosoferen met kinderen, actief burgerschap en ouderparticipatie. Hij vindt het belangrijk dat identiteit een thema is waarover op de scholen met elkaar (directie, leerkracht, leerling en ouders) wordt gesproken. “Ik heb begrepen dat er binnen de ASKO vorig jaar actief aan de identiteitsvisie is gewerkt op bovenschools- en directieniveau en dat het nu de beurt is aan de scholen zelf. Ik ben benieuwd hoe dit zal gaan. Natuurlijk sta ik klaar om de scholen hierin te ondersteunen.” Jeroen zal aansluiten bij de ontwikkelgroep identiteit en de volgende scholen begeleiden: De Achthoek, de mgr. Bekkersschool, De Biënkorf, de Bisschop Huibersschool, De Mijlpaal en De Pool.
4
Als onderdeel van het Fibonacci project maakten studenten van de iPabo een tentoonstelling over het heelal. Doel van het project is onderzoekend leren in het onderwijs te integreren. In september bezochten de leerlingen van groep 6a, 6b en 7a van De Achthoek de tentoonstelling van de studenten. Buiten werd een waterraket afgeschoten, wat de meeste kinderen fantastisch vonden. Bij binnenkomst was de zaal helemaal donker. De leerlingen konden sterrenbeelden zoeken door een telescoop en voelen hoe de zwaartekracht op de maan en op aarde van elkaar verschillen. Ze zochten voorwerpen die bij de juiste planeet horen en konden zelf zien hoe de seizoenen ontstaan. Naar aanleiding van miniatuur opstellingen van ons zonnestelsel kwamen er plots opmerkingen voorbij als: “Wow, zie je hoe groot de zon eigenlijk is?” En: “De aarde is echt schattig.” Ook de studenten vonden het een leerzame dag. “Het is erg leuk om te zien hoe leerlingen reageren op wat we gemaakt hebben. Je ziet gelijk wat er wel en niet werkt.” Conclusie: een geslaagde dag voor leerling en student. Tekst: Anke Kolvoort en Priya Peters
EIGENWIJZER
november 2012
EIGENWIJZER
november 2012
Achthoek Jos Houtveen is 1 oktober begonnen als directeur op De Achthoek. Jos was directeur van KBS de Tafelronde in Amersfoort, een grote OGO-school met twee locaties.
Jos Houtveen
School’s OUT! De eerste schoolweek had meteen een goede afsluiter: School’s OUT! Een studie avond op initiatief van de A. Bekemaschool in Pakhuis Wilhelmina. De avond was bestemd voor allerhande onderwijs mensen: van student tot directeur. Tijdens School’s Out werd een aantal simpele (maar geen makkelijke) ideeën meegegeven. Hoe kweken we een grotere betrokkenheid bij leerlingen door een prikkelende, globale opening van een les. Waarom zijn associaties zo belangrijk voor het leren? Simpele interventies kunnen het onderwijs enorm verbeteren. We maken het ons vaak onnodig moeilijk. Dit past in de filosofie van de Leerstijlen. Wat vind ik leuk? Wat vind ik interessant? Wat zou, kortom, in mijn Leerstijl passen?
Vier ons vak
Marco Dekker (directeur van de Bekemaschool): “Terugkijkend op de avond hebben we onze doelen bereikt. We hebben kennis gedeeld, we hebben elkaar ontmoet, we hebben energie getankt en we hebben een gezellige avond gehad. Ik geloof oprecht dat er een behoefte is aan dit soort avonden in Amsterdam en we hebben deze ook nodig. In Amsterdam zijn we er heel goed in om te benoemen wat niet goed gaat, maar we zijn er heel slecht in om te benoemen hoe mooi het vak kan zijn. En geef onze leerkrachten ook de mogelijkheid om kennis te delen en om elkaar te zien. Even een blik in een andere keuken kan heel verfrissend werken. En niet onbelangrijk, een goedkopere manier van nascholing bestaat er niet J. School´s Out 2 zal plaatsvinden aan het einde van het schooljaar. Zelfde locatie, zelfde doelen, ander programma. Kom vooral langs en vier samen met anderen ons vak. “
5
Met de sloep
meester Kanamori tegemoet
Wat was het een spannende dag voor onze kinderen: in een sloep, over de Amsterdamse grachten, varend naar een ontmoeting met Kanamori! Meester Kanamori, hun grote held uit de documentaire De Japanse levensles, een fi lm die ze op school zo vaak gezien hadden en die de grondslag vormde van belangrijke thema’s van het leven op hun school: basisschool St.Augustinus in Landsmeer. Op die warme zaterdagmiddag 8 september viel alles op zijn plaats. De eervolle uitnodiging van de Nederlandse Academie voor Psychotherapie aan onze school om met een aantal kinderen, op hun eigen manier, Kanamori te verwelkomen; het varen, dat herinneringen opriep aan een belangrijke scène uit de fi lm waarin Japanse kinderen en Kanamori spelen met vlott en; en het in één middag ombouwen van een stukje ‘stadswoestijn’ in een mooi plekje groene natuur waarbij ze hun ervaringen met ‘De Gouwe Plek’ bij onze school weer in praktijk konden brengen.
Meester Toshiro Kanamori is in Nederland vooral bekend door de documentaire De Japanse levensles. In deze onderhoudende film zien we meester Kanamori op zijn eigen, bijzondere manier ‘aan het werk’ met zijn kinderen, waarbij hij uitgaat van vijf principes: • kinderen moeten goed eten en de waarde van voedsel kennen; • kinderen mogen er zijn met hun unieke gevoelens; • kinderen mogen het lot van hun eigen leven bepalen; • kinderen moeten vrijgemaakt worden van de verwachtingen van hun ouders; • kinderen moeten kind mogen zijn. Onze school, St.Augustinus, maakt al jarenlang gebruik van de inzichten van Kanamori bij de mediatorencursus van De Vreedzame School. De kinderen zijn er vertrouwd mee en zien regelmatig delen van de film waarbij die uitgangspunten prachtig in het reële ( Japanse) schoolleven zijn waar te nemen.
Vaartocht
Op uitnodiging van het Nederlands Instituut voor Onderwijs en Opvoedingszaken (NIVOZ), organiseerde de Nederlandse Academie voor Psychotherapie, aan de Schinkelkade, een ‘inspiratie-event’ voor leerkrachten en opvoeders, waarbij Kanamori de hoofdgast was. Hoewel de uitnodiging voor de school op een wat ongunstig tijdstip viel (eerste zaterdagmiddag van het nieuwe schooljaar), was de belangstelling groot en wilden veel enthousiaste kinderen - én ouders én leerkrachten – Kanamori op die dag ontmoeten. De kinderen hadden meteen de wildste ideeën over hoe zij hem gingen ontvangen. Kanamori zou in een rondvaartboot aankomen. De kinderen voeren hem uiteindelijk in een sloep van een van de ouders met spandoeken tegemoet om hem luidkeels te verwelkomen. Aan de kade stonden nog meer enthousiaste kinderen, ouders en leerkrachten van de school. Ze rinkelden met veel (Amsterdamse) fietsbellen en riepen “konichiwa”, oftewel “wèèèèlkom!!!” Daarna nam een paar kinderen
Tekst: Adèle Poelmans (directeur basisschool St.Augustinus) Foto’s: Louck Borman
6
EIGENWIJZER
november 2012
Kanamori aan de arm en leidde hem over de rode loper, langs vijf foto’s van ‘St.Augustinus in actie’. Aan de hand van de vijf principes van Kanamori gaf leerling Lieve Eising uit groep 8 een toelichting op de fotografische beelden en - prachtig gekleed in een roze jurk van plastic zakken - leidde ze Kanamori als een volleerd presentator het academiegebouw binnen.
Improvisaties
Ondertussen gebeurde er binnen ook van alles, waarbij onder andere drama aan bod kwam. Aangestuurd door theater Maranza, voerden leerlingen van St.Augustinus improvisaties op, waarbij de vijf principes van Kanamori tot leidraad dienden. Vervolgens gaf Kanamori zijn visie op de situaties die de kinderen uitbeeldden. De volle zaal, met zo’n negentig bezoekers, de cameraman en veel fotografen, vormde een geïnteresseerd, deskundig en nieuwsgierig auditorium.
Stadswoestijn
Dat de vriendelijke Japanner, tijdens zijn intrede, ook hen schouderklopjes geeft en hen stimuleert om zo samen door te gaan - iets wat ze allemaal van hem uit de documentaire kennen - moet een geweldige en onvergetelijke ervaring voor onze kinderen zijn geweest. Al met al een prachtige en emotionele dag voor onze leerlingen en voor onze school. Een dag waarop velen van onze schoolgemeenschap zich met elkaar verbonden voelden, geïnspireerd door de aanwezigheid en het charisma van Kanamori. Het enthousiasme van eenieder rondom en mét een van onze belangrijke inspiratiebronnen geeft voldoening over onze manier van aanpak en geeft veel energie voor de toekomst. Ben je benieuwd naar nog meer foto’s? www.basisschoolaugustinus.nl Boek en documentaire Kanamori: ‘Children full of life’
De al eerder genoemde rode loper liep overigens dwars door een prachtig stukje ‘natuur in wording’. Daar waar ‘s ochtends slechts grauwe tegels voor het academiegebouw lagen, waren kinderen aan het zwoegen en zweten en werd onder leiding van de immer motiverende en deskundige mensen van Landschap Noord-Holland een stukje stadswoestijn omgetoverd tot een waar groen paradijsje. Kinderen rolden graszoden uit, werkten aan de geveltuintjes, zetten twee bamboetenten op, maakten bomen van wilgentakken, hingen zelfgemaakte wensblaadjes op en knutselden een basket van een wilgentak en een bal van stro.
EIGENWIJZER
november 2012
7
JA! KBA
stevige onderwijservaring, dus daarmee kwam dat in vertrouwde handen. De Waaier schakelde ook een adviseur van een extern onderwijsbureau, Bertie de Beuze, in om als projectleider aan verbeteracties bij te dragen.
Blij met Onderwijsexperts van de gemeente werken al een paar jaar intensief met scholen samen om de kwaliteit van het onderwijs in de stad te verbeteren. ASKOschool De Waaier meldde zich vrijwillig aan voor dit KBA-project (Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam).
Planmatiger werken
schoolcoaches Door allerlei personeelswisselingen dreigde de kwaliteit van het onderwijs op De Waaier achteruit te hollen. “De leerlingen mochten daarvan natuurlijk niet de dupe worden”, stelt onderbouwcoördinator Henriëtte Rundberg. “Onze school staat in de Indische buurt. Veel van onze leerlingen zijn van buitenlandse afkomst en lopen tegen taalproblemen aan. Daarom hebben zij goed onderwijs extra hard nodig.” Om te voorkomen dat De Waaier uiteindelijk het predikaat ‘zwak’ zou krijgen, werd besloten met alle hens aan dek het tij te keren. Dus meldde de school zich aan voor de kwaliteitsaanpak die wethouder Lodewijk Asscher toen net had geïntroduceerd. In 2009 was het aantal zwakke en zeer zwakke scholen in Amsterdam, zeker in vergelijking met steden als Utrecht, Rotterdam en Den Haag, te groot, vond Asscher. De wethouder besloot de hulp van ervaren onderwijsexperts in te roepen om de zwakke scholen te laten doorlichten en in goed overleg verbeterplannen op te stellen. Dit betekende de aftrap voor de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam (KBA). De Waaier meldde zich pro-actief aan voor deelname.
Klassenbezoeken
Tekst en foto’s: Bettina van de Kar
8
Onderwijsdeskundigen Aly Dullemond en Ko Groen kwamen op De Waaier inventariseren welke verbeteringen nodig waren. De twee weten waar ze het over hebben. Ze hebben zelf voor de klas gestaan, leiding gegeven en als inspecteur van onderwijs hun sporen verdiend. Aly en Ko gingen allereerst alle klassen langs om te observeren hoe de leerkrachten les gaven. Zij letten daarbij op van alles: op de inrichting van de lokalen, welke materialen er waren, hoe lesstof werd uitgelegd, of het onderwijs uitdagend was, of kinderen op verschillende niveaus les kregen, of ze leerden samenwerken en of leerkrachten orde konden houden. Na afloop concludeerden de experts dat er met name op het vlak van klassenmanagement en lesmethodes nog veel te winnen viel. In goed overleg werden verbeterplannen opgesteld. Afgesproken werd dat Hënriette Rundberg en adjunct-directeur/bovenbouwcoördinator Hans Teuwissen de coaching van collega’s op zich zouden nemen: beiden beschikken over
EIGENWIJZER
onderwijs nog rood, wat betekende dat nog lang niet alles in orde was. Natuurlijk was dat soms ontmoedigend. Maar veel lachen bleek een prima recept bij tegenslag. Met humor en relativeringsvermogen lieten we ons niet te veel
november 2012
“Met eenvoudige ingrepen bleken we veel te kunnen bereiken”, herinnert Hans Teuwissen zich. Om bij onze leerlingen zelfstandig werken te bevorderen, hanteren we een strak klassenmanagement waarbij we gebruik maken van het stoplicht en hulpkaartjes. Ook lopen de leerkrachten service rondes. Verder heerst er meer rust in de klas als een leerkracht aan het begin van elke les op het bord schrijft wat hij of zij gaat doen en waarom. Lang niet al onze leerkrachten deden dit. Een kind moet dan maar gissen wat de bedoeling is en let al snel niet meer op.” Naast die eenvoudige lesaanpassingen in de klas maakte de directie geld vrij voor de aanschaf van nieuwe materialen en lesmethodes, zoals ‘Taal en beeld’ en ‘Estafette’. Bovendien kreeg de schoolorganisatie meer structuur. Medewerkers van De Waaier gingen structureel afspraken vastleggen. Ook de kleuterleerkrachten droegen bij aan die planmatiger aanpak. “We stellen nu gezamenlijk van tevoren vast hoe onze lessen eruit gaan zien”, vertelt kleuterlerares Anouk Baas. “Zo brengen we samenhang in de lessen en richten we ons op een eenduidige werkwijze. We maken ook een weekplanning zodat, als één van ons uitvalt, anderen probleemloos de lessen kunnen overnemen.”
Van rood naar groen
“Stapje voor stapje gingen we vooruit”, aldus Henriëtte. “Vier keer per jaar kregen we bezoek van de KBA-experts die de stand van zaken kwamen bestuderen. In de begintijd kleurde het merendeel van hun indicatoren voor goed
KBA in het kort
Kleuterlerares Anouk Baas: ”Ik kwam twee jaar geleden vers van de pabo naar De Waaier. Van veel medestudenten hoorde ik dat zij als startend leraar in het diepe werden gegooid of aan hun lot werden overgelaten. Bij mij was de begeleiding gelukkig wél intensief. Belangrijk daarbij was het KBA-traject waaraan de school meedoet. Als onderdeel daarvan zitten er regelmatig directe collega’s en onderwijsexperts van de gemeente in mijn klas om te observeren hoe ik les geef. Daarna vertellen ze wat ik beter kan doen. Hun feedback geeft mij houvast en groeiend zelfvertrouwen. Zelf ga ik binnenkort ook lessen van collega’s
EIGENWIJZER
november 2012
bekijken. Ik vind het fijn om van elkaar te leren en dat we kunnen profiteren van elkaars kennis. Zo word je wijzer van elkaar en blijf je constant scherp.”
Adjunct-directeur Hans Teuwissen: “Tegenstanders van KBA zeggen dat het traject niet alleen veel van leraren vraagt, maar ook van kinderen. Uit eigen ervaring kan ik zeggen dat kinderen vaak meer kunnen dan wij volwassenen denken. Sinds de KBA passen we eenvoudige ingrepen toe, waarmee we heel veel bereiken (zie: de alinea onder het kopje ‘Planmatiger werken’). Je moet dus voorkomen dat je denkt: dat kunnen onze leerlingen niet! Hoge verwachtingen van
onszelf en de kinderen vind ik een absolute voorwaarde om te komen tot kwalitatief goed onderwijs.”
Onderbouwcoördinator Henriëtte Rundberg: “Geen goed onderwijs zonder goede leerkrachten. Dankzij het KBA-project zijn we ons daar nog meer van bewust geworden en voelen we extra waardering voor ons werk. Ik zal niet ontkennen dat het traject wat extra druk met zich meebrengt. Maar, we nemen dat op de koop toe, omdat we met de kwaliteitsaanpak het maximale uit ons zelf en onze lessen kunnen halen. Onze leerlingen hebben daar voordeel van. Voor hen doen we dit.”
9
COLUMN
Patty Roos geeft les aan groep 3 van De Achthoek, een ASKO-school op Zeeburg. In E I G E N WIJZER beschrijft Patty wat zij zoal meemaakt met haar leerlingen.
Anouk, Henriëtt e en Hans (l, m en r): “Humor, relativeren en veel lachen is een prima recept bij tegenslag.”
Vaker voorlezen
uit het veld slaan. Bovendien onderbouwden Aly en Ko hun oordelen altijd goed en legden ze prima uit hoe we verbeteringen konden bereiken. Op de coachingsgesprekken van Hans en mij reageerden collega’s meestal positief: we merkten dat ze herkenning en erkenning opriepen.” Veel collega’s zagen de extra coaching als verfrissend en stimulerend, maar er waren ook leraren die er buikpijn of slapeloze nachten van kregen. Maar de gedachte dat de KBA geen bedreiging vormde en juist kansen bood om leerlingen beter onderwijs te bieden, bleef op De Waaier de boventoon voeren. Ondertussen kleurden steeds meer indicatoren groen. Positieve ontwikkeling was ook de aanstelling van Frans Niekel als nieuwe schooldirecteur. Deze doorgewinterde onderwijsman gaf eerder succesvol leiding aan de Antoniusschool en stuwt op enthousiaste en professionele wijze De Waaier verder naar vooruitgang.
En nu?
De Waaier kwam beduidend sterker uit de KBA dan de school erin ging. “We zijn in onszelf blijven geloven, het hele proces heeft tot beter onderwijs en meer saamhorigheid geleid”, concludeert Hans Teuwissen. Lodewijk Asscher hoorde van zijn medewerkers diezelfde positieve
ASKO en KBA
Van de 33 ASKO-scholen zijn 13 scholen met een KBA-traject aan de slag gegaan. Binnen de ASKO
10
geluiden. Dat was voor hem aanleiding om afgelopen voorjaar een bezoek aan de school te brengen en persoonlijk meer over alle vooruitgang te horen. De Waaier gaat nu de laatste fase van KBA in: vasthouden en uitbouwen wat in gang is gezet. Met het oog op onder meer de planmatiger werkwijze moet dat prima lukken. Daarbij is ICT-coördinator Peer Keizer volgens zijn collega’s een belangrijke schakel bij het overzicht houden op cruciale informatie. Als een soort computertovenaar biedt hij toegang tot handige automatiseringssystemen waarmee De Waaier schoolprestaties en de ontwikkeling van de leerlingen perfect kan volgen. Dit schooljaar richt De Waaier zich voor het eerst nadrukkelijk op sociaal-emotionele ontwikkeling: via een speciaal lesprogramma leren de kinderen op een positieve manier omgaan met gevoelens zoals verdriet en boosheid. Ze leren hoe ze problemen of meningsverschillen kunnen oplossen door met elkaar te praten. Aan de hand van het programma ontwikkelt de school zich tot zogeheten ‘vreedzame school’. Verder hebben de leerkrachten plannen om bij elkaars lessen achterin de klas te gaan zitten om zo nog meer tips, kennis en ideeën op te kunnen doen. Zo blijft iedereen bouwen aan de kwaliteit. “We houden elkaar scherp”, concluderen Henriëtte, Anouk en Hans eensgezind.
is er, sinds vorig schooljaar, geen enkele school meer die van de onderwijsinspectie het predikaat ‘zwak’ heeft gekregen.
EIGENWIJZER
november 2012
Stiekem kijk ik - met jaloezie - naar binnen bij mijn collega van groep 4. Daar zitten ze. Mijn leukerds van vorig jaar. Wat werken ze goed! Wat zijn ze leuk met elkaar. In mijn huidige groep zijn we zo ver nog niet. Ik wil zo snel mogelijk naar de comfortzone, een fijn werkklimaat dat ik elk schooljaar weer hoop te bereiken met mijn groep. Tot nu toe ben ik altijd in die opzet geslaagd, maar ik weet nog niet hoe het deze keer gaat lopen. Voor de kinderen is de overgang van groep 2 naar 3 groot: ze moeten wennen aan een ander lokaal, een andere verdieping, twee nieuwe juffen en tig nieuwe kinderen om hen heen. En dan moeten ze ook nog eens keihard werken. Ik ken alle mensjes om mij heen nog niet en dat frustreert me. Ik kan ze nog niet op maat bedienen, ken hun gebruiksaanwijzingen nog niet. Dat een aantal kinderen extra zorg nodig heeft, ben ik uiteraard gewend. Maar dit jaar merk ik dat mijn kennis over problemen van sommige zorgkinderen achterblijft. De specifieke moeilijkheden die zij met leren en de omgang met andere kinderen hebben, gaan me niet in de koude kleren zitten. Na drie dagen in het nieuwe schooljaar loop ik al achter op het programma. Ik doe boos, te boos. Ik baal van mezelf. Het kan beter en vooral leuker. Ik moet iets veranderen, anders houd ik het niet vol. Er moet meer genoten en gelachen worden. Ook voor Isaac is de overgang van groep 2 naar 3 groot. Hij ploetert achter de computer. Ik kom hem vertellen dat we bijna gaan opruimen. Het loopt tegen drieën. Hij weet precies wat er gaat gebeuren. Bloedserieus legt hij zijn hand op mijn arm. “Als je gaat voorlezen, kom je me wel halen, hoor!” Er gaat een belletje rinkelen. Ineens weet ik wat me te doen staat: vaker voorlezen uit De Kleine Kapitein. Het dagelijkse moment tussen drie en kwart over drie ga ik uitbreiden naar ook een kwartier voorlezen in de ochtend. Want dan zijn de kinderen het stilst. En belangrijker nog: dan zijn ze het meest EIGENWIJZER
november 2012
betrokken en het meest blij. Bange Toontje, Dikke Druif, Marinka en natuurlijk de Kleine Kapitein houden de kinderen in hun greep. Hoe zwaar de dag ook was, hoe hard ze ook gewerkt hebben, hoe boos en geïrriteerd juf ook was: ze luisteren met open monden, kijken ademloos naar de illustraties die uitvergroot op het digibord te zien zijn en voorspellen wat er zal gaan gebeuren. Alle signaalwoorden om het lezen onder de knie te krijgen, halen we uit het boek. Activiteiten in de klas hebben te maken met De Kleine Kapitein. Van verschillende ouders hoor ik berichten als: “Een
dag ziek thuis vond hij niet zo erg, maar hij baalde er wel van dat hij De Kleine Kapitein moest missen!”. Veel ouders staan op hun beurt door de ramen gelukzalig te kijken naar de beelden van dit boek uit hun jeugd. Achter ’s Morgens’ hang ik ‘voorlezen’ op het dagritmebord. De kinderen zijn door het dolle heen wanneer ze binnenkomen en dat op het bord zien staan. “Gaan we nú al voorlezen?!” Gelukkig hebben we De Dikke Kleine Kapitein; drie delen in één. De komende weken kunnen we vooruit! 11
KENNISMAKINGSINTERVIEW MET NIEUW HOOFD P&O
Wie is Wyneke?
P&O. Dus begon Wyneke aan een vier-jarige opleiding op hbo-niveau die ze razendsnel in twee jaar tijd, naast haar fulltime baan, wist af te ronden. Ze raakte zo geboeid door personeelsmanagement dat ze er de rest van haar werkzame leven aan wil wijden. Enthousiast zette ze de logische stap naar een nieuwe functie: P&O adviseur bij het UMCU. Er volgden jaren van werken naast studeren. Wyneke deed een VO Personeelsbeleid en pakte twee universitaire studies op. Daarbij verdiepte ze zich in verandermanagement, communicatie, NLP en de kracht van menselijk kapitaal binnen organisaties. Na zestien jaar verliet ze het UMCU. De daarop volgende veertien jaar ging ze aan de slag als P&O manager voor verschillende ziekenhuizen en instellingen, waaronder het Trimbos Instituut.
Talentontwikkeling
Aan het begin van de zomer van dit jaar solliciteerde Wyneke bij de ASKO naar de functie van manager P&O. Na al De ASKO wil de aantrekkelijkste werkgever die jaren in de gezondheidszorg wil ze nu een onderwijsorganisatie laten profiteren van haar P&O-kennis. Volgens haar van Amsterdam en omgeving zijn. Met haar wordt ‘personeelsmanagement’ in de onderwijswereld op passie voor P&O past Wyneke Buys (56) prima een te traditionele manier toegepast. “Personeelsbeleid gaat in dit streven. Ze popelt om ASKO-medewervoor mij verder dan cao-regels toepassen en ondersteuning bieden bij individuele personeelsproblemen”, zegt zij. “Ik kers met alles wat ze de afgelopen jaren in de ben graag de architect van een P&O-afdeling die creatief en gezondheidszorg heeft geleerd, te inspireren bij pro-actief aan talentontwikkeling doet ofwel ervoor zorgt hun loopbaan. dat alle medewerkers de kans krijgen hun sterke punten te ontplooien en werk te doen dat het beste bij hen past.” Tekst en foto: Bettina van de Kar
Ze komt uit een familie waarin iedereen vroeg of laat kiest voor een baan in de gezondheidszorg. Daarom lag het voor de hand dat ook Wyneke Buys aan een carrière als medisch specialist zou beginnen. In haar jonge jaren ontwikkelde ze zich echter tot een begenadigd dressuur- en springruiter die van vrijheid en reizen hield. Pas na omzwervingen in China en Duitsland besloot ze de familietraditie in ere te houden en een loopbaan in de gezondheidszorg te starten. Bij Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) groeide ze snel door van IC-verpleegkundige naar hoofd Intensive Care (IC). In die tijd richtte ze met vier anderen het allereerste kenniscentrum op dat congressen over IC-zorg organiseert. Het eerste congres werd feestelijk geopend door Els Borst, de toenmalige minister van Volksgezondheid.
Intern arbeidsbureau
Wyneke werd gevraagd een interne pool op te zetten van IC-personeel. Ze slaagde erin ruim tweehonderd ICmedewerkers voor deze pool te vinden. Zo kon in korte tijd tienduizenden euro’s op uitzendpersoneel worden bezuinigd. Het aansturen van het interne arbeidsbureau vereiste kennis van “Ik richt me op mogelijkheden en kansen: op wat wél kan in plaats van op wat niet kan.” 12
High Five Meer weten over Wyneke? Lees dan haar antwoorden op de volgende vijf vragen. Typisch Wyneke? Ik ben van het halfvolle glas en optimist tot in de kist. Eerstvolgende vakantiebestemming? Misschien gewoon thuis bij de open haard. Kan ik eindelijk het complete werk van Shakespeare lezen, want daar kom ik steeds maar niet aan toe. Ik heb veel gereisd, onder andere naar China, Argentinië, Cuba, India en
Bolivia. Ook reed ik route 66, treinde ik dwars door Rusland met de Trans Siberië Express, deed ik ontwikkelingswerk op Haïti, en stond ik op Kaap de Goede Hoop toen ik 50 werd. Maar vlakbij huis is ook genoeg te ontdekken, hoewel ik niet uitsluit dat, als iemand met een boeiende verre reis komt aanzetten, ik toch ineens besluit mee te gaan. Hobby’s? Ballroom dansen, hardlopen (ook marathons in New York), lange afstand wandelen, lezen, musea, concerten bezoeken, koken en vooral gezellig lang, heel lang, natafelen.
Wijzer van elkaar
Wyneke wil dat elke ASKO-school één P&O-aanspreekpunt krijgt, of dat nu om ziekteverzuim, loopbaanplanning, arbeidsconflicten, verlofdagen, salaris of andere personeelskwesties gaat. Plan is om twee allround P&O-adviseurs aan te nemen die elk aan zo’n zeventien scholen worden gekoppeld. Voordeel is dan dat scholen niet door steeds weer een andere P&O’er worden geholpen, maar bij één ‘loket’ terecht kunnen met vragen en opmerkingen over allerhande personeelsonderwerpen. “P&O moet een samenbindende invloed hebben”, vervolgt Wyneke. “De ASKO-scholen zie ik als een soort partners. In nauw overleg kunnen we personeelsbeleid opstellen en uitvoeren.” Kennismakingsgesprekken met alle schooldirecteuren maakten Wyneke duidelijk dat er behoefte is aan respectvol contact en samenspraak. “De scholen zitten niet te wachten op een personeelsafdeling die hen van alles oplegt”, concludeert zij. “Wel zal ik stimuleren dat zij zo veel mogelijk eigen verantwoordelijkheid te nemen en invullen. Gepokt en gemazeld op P&O-gebied kan ik de ASKOscholen ook advies geven over hoe ze meer kunnen doen met minder geld: we leven natuurlijk wel in crisistijd.”
Opleiden in de School
De arbeidsmarkt zal komende tijd door de vergrijzing waarschijnlijk krapper worden. Daarom is het van belang dat de ASKO zich als aantrekkelijkste onderwijswerkgever en het beste opleidingsinstituut in en om Amsterdam laat zien. “Daarvoor is nodig dat we actief blijven meedoen aan Opleiden in de School (OPLIS)”, vindt Wyneke. Doel van dit project is dat de samenwerking tussen basisscholen en lerarenopleiding intensiever en beter verloopt. Komende periode wil Wyneke OPLIS vervlechten met haar personeelsbeleid. “Een kansrijk proces voor de organisatie, waarin de ontwikkeling van mensen (medewerkers én kinderen) centraal staat”, belooft ze. “We willen immers allemaal dat EIGENWIJZER
november 2012
Hekel aan? ‘Ja’ zeggen, ‘nee’ doen. Roddel. Mensen die nalaten belangrijke informatie over bijvoorbeeld de voortgang van projecten aan hun eindverantwoordelijke managers terug te koppelen. Eigenwijzer, het ASKO-personeelsblad, vind ik… Een uitstekend communicatie- en bindmiddel waarmee je goed op de hoogte blijft van alle ASKO-ontwikkelingen… en zo ook van ontwikkelingen op P&O-gebied… Reken maar dat ik regelmatig van de Eigenwijzer gebruik wil maken!
de beste leraar voor de ASKO-klas staat, opdat kinderen zich optimaal kunnen ontplooien als mens, als student en later als werkende burger. Daar doen we echt alles voor!”
Herkenbare identiteit
Wat Wyneke als eerste bij de ASKO opviel, zijn betrokkenheid en een bevlogen werkhouding. Daarnaast gaven bijna alle schoolleiders in de eerste kennismakingsgesprekken aan het thema ‘identiteit’ belangrijk te vinden. “Die identiteit gaat verder dan geloofsovertuiging”, meent de nieuwe P&O manager. “Met deze term bedoelen we ook de normen en waarden die we binnen de ASKO hanteren. Zelf hecht ik veel waarde aan mensen die open staan voor verbeterpunten en die daarop aanspreekbaar zijn… Ook ik sta open voor kritiek. Graag zelfs! Ik zie elke klacht als een kans om het nog beter te doen. Zo ben ik me ervan bewust dat, als ik ergens in geloof, ik anderen kan overdonderen met mijn enthousiasme en overtuigingskracht. Ik waardeer het als mensen me eerlijk zeggen, wanneer ik gas terug moet nemen: mijn ideaal is een lerende, inspirerende organisatie waarin iedereen aanspreekbaar is op verbeteracties, in mogelijkheden denkt en ook bij samenwerking met anderen focust op alles wat wél kan in plaats van op wat niet kan.”
Zaaien en oogsten
Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd. De afdeling P&O, zoals Wyneke die bij de ASKO voor ogen heeft, reilt en zeilt evenmin op stel en sprong. Daarvoor speelt er te veel in onderwijsland en is Wyneke nog te kort bij de organisatie. Er zijn werkdagen waarop ze zich er maar moeilijk bij neerlegt dat het onhaalbaar is alle inkomende e-mails direct te beantwoorden en de belangrijkste lopende zaken af te ronden. Toch werkt ze vastberaden door aan het opzetten van haar afdeling en het bereiken van haar doelen. Wyneke is aan het zaaien en verheugt zich op het oogsten. 13
Een
klas vol haantjes We willen stiekem maar één ding, en dat is de beste zijn. Of het nu gaat om het EK voetbal of het hoogste cijfer van de klas, de drang naar presteren zit in ons. En dit geldt niet alleen voor jongens! Zowel jongens als meisjes zijn meer gericht op het halen van een goed resultaat, dan op het vermijden van falen. Maar wat betekent dit voor jou als leerkracht? Tekst: Merel van Overbeek, 3e jaars student UPvA
Bestaat er verband tussen de sekse van een leerling en het type motivatie dat hij of zij heeft? Studenten van de Universitaire Pabo van Amsterdam gingen op zoek naar antwoorden op deze vraag. In mei van dit jaar legden zij een vragenlijst voor aan bovenbouwleerlingen van verschillende Amsterdamse basisscholen, waaronder De Mijlpaal. De lijst bevatte vragen over motivatie, de relatie met de leerkracht en het zelfbeeld. In dit artikel staan de uitkomsten van het onderzoek. Feiten en cijfers Over UPvA-onderzoek naar promotie- en preventiefocus zijn de volgende feiten en cijfers te melden. • • • • •
14
Er deden 16 Amsterdamse basisscholen mee, waaronder ASKO-school De Mijlpaal Er deden leerlingen uit groep 6, 7 en 8 mee Zowel jongens als meisjes hebben meer promotiefocus Jongens hebben een sterkere promotiefocus dan meisjes Meisjes hebben een sterkere preventiefocus dan jongens.
Gemotiveerde leerlingen presteren beter dan niet gemotiveerde leerlingen. Maar niet elke motivatie blijkt hetzelfde. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen een promotiefocus en een preventiefocus. Wat blijkt? Zowel jongens als meisjes scoorden hoger op de promotiefocus dan de preventiefocus. Wel hebben jongens een zichtbaar sterkere promotiefocus dan meisjes. Heel interessant, maar wat is het ook alweer, promotie of preventie?
Promotie of preventie: wat is het?
Er zijn dus twee focussen die samenhangen met motivatie. De ene focus is niet beter of slechter dan de ander, alleen word je door andere dingen gemotiveerd. Jouw focus is afhankelijk van je persoonlijkheid, maar hangt ook af van de situatie. Leerlingen met een promotiefocus streven naar het behalen van een goed resultaat. Deze leerlingen worden gemotiveerd door het zien van succes bij anderen en willen dit ook bereiken. Leerlingen met een preventiefocus doen hun best om geen negatief resultaat te halen en falen te vermijden. Hoe is dit te zien in de klas? Het is niet makkelijk om meteen bij een leerling de focus te herkennen. Daarom hier een handige cheklist met kenmerken van beide focussen.
Promotiefocus * Gericht op het behalen van positieve uitkomsten * Motivatie door succes van anderen * Heeft idealen en doelen * Blijdschap bij een goed resultaat * Niet snel tevreden met een redelijk resultaat. Bijvoorbeeld: een kind krijgt een 6 voor een toets en zegt: “Maar een 6? Hoe kan ik dit verbeteren?” * Competitiedrang: beter presteren dan anderen is belangrijk.
Faalangst en de twee focussen
Faalangst en motivatie zijn nauw met elkaar verbonden. Gemotiveerd zijn is goed en bevorderlijk voor de prestaties, maar als dit te ver doorschiet kan dit bij leerlingen angst om te falen veroorzaken. Er zijn twee soorten faalangst te onderscheiden: een type, veroorzaakt door een te hoge promotiefocus (positieve faalangst) en een type veroorzaakt door een te hoge preventiefocus (negatieve faalangst). Positieve (actieve) faalangst: dit ontstaat door een combinatie van faalangst met een hoge promotiemotivatie. Je wilt alles perfect beheersen
november 2012
Negatieve (passieve) faalangst: dit ontstaat als kinderen het idee hebben dat hun inspanningen nergens toe
De focus van een leerling kan per vak verschillen, afhankelijk van zijn of haar talenten. Daarbij hebben leerlingen die hoog scoren op één focus een hogere kans op faalangst (zie ook: de kadertekst over faalangst bij dit artikel). Belangrijk dus om je als leerkracht bewust te zijn van bovenstaande kenmerken.
Tips voor in de klas
Er zijn dus verschillende focussen die leerlingen kunnen motiveren met diverse herkenbare kenmerken. Hoe kan je hier je voordeel mee doen om het beste uit jouw leerlingen te halen? Ten eerste is het belangrijk om niet alleen de focus van een leerling te herkennen, maar ook die van jezelf. Want wat is jouw focus eigenlijk? Dit heeft namelijk invloed op jouw verwachtingen van de leerlingen en hoe jij hen (onbewust) benadert. Met dit inzicht kun je bewust inspelen op en om-gaan met verschillende typen motivaties in de klas. Jongens hebben een sterkere promotiefocus dan meisjes. Ook is die bij hen vaak
Preventiefocus * Gericht op het vermijden van negatieve uitkomsten * Put moed/motivatie uit het falen van anderen * Behoefte aan bescherming * Willen niet afgaan voor ouders of anderen * Opgelucht bij een goed resultaat * Ongerust bij een minder resultaat * Snel tevreden met een redelijk resultaat. Bijvoorbeeld: een kind krijgt een 6 voor een toets en zegt: “Gelukkig heb ik de toets gehaald.” EIGENWIJZER
om falen uit te sluiten. Kinderen die zo denken, leunen te zwaar op hun geheugen en zijn te detaillistisch. Als gevolg hiervan zullen ze zich veel minder ontplooien. Deze kinderen zijn kwetsbaar, want als het hen te veel wordt, storten ze in en gaan ze proefwerken verzuimen. Niet zelden zijn ze er van overtuigd dat ze laag gescoord hebben, terwijl het tegendeel waar is. Leerkrachten zien hen vaak als modelkinderen, waardoor hun angsten en geringe zelfbeeld nauwelijks opvallen.
EIGENWIJZER
november 2012
leiden. Deze leerlingen zijn zo bang om te falen of af te gaan, dat ze hun prestaties in eigen hand nemen en niet eens meer proberen iets te bereiken. “Waarom zou ik moeite doen als het toch niet lukt?” Als het dan fout gaat, kunnen ze de ‘schuld’ afschuiven op het feit dat ze er niks voor hebben gedaan. Hoe meer inspanning, hoe groter de teleurstelling. Bovendien wil niemand zichzelf dom vinden. Dan maar liever lui dan dom. Deze gedachte leidt tot dagdromen, spijbelen of opstandig gedrag.
sneller en duidelijker aanwezig. Daarom zou je jongens kunnen stimuleren door een wedstrijdelement aan opdrachten toe te voegen. Meisjes daarentegen, kun je beter individueel stimuleren: waarschijnlijk voelen zij zich sneller ongemakkelijk wanneer ze nadrukkelijk zichtbaar ergens in uitblinken. Door persoonlijke, hoge verwachtingen uit te spreken en hen positieve feedback te geven op hun houding en studiegedrag, geef je hen het gevoel dat ze alles kunnen bereiken. Ook bij jongens werkt dit trouwens goed. Ook kun je rolmodellen voor de klas halen. Hun verhalen kunnen leerlingen motiveren en inspireren. Iemand met een succesvol bedrijf motiveert leerlingen met een promotiefocus en iemand die komt vertellen over tienermoeders motiveert leerlingen met een preventiefocus. Stel ook aan het begin van het jaar doelen per leerling op en evalueer deze tussentijds. Maak verder de lesdoelen inzichtelijk voor de leerlingen. Geef de meerwaarde van de stof aan voor later, in de praktijk: waar kun je informatie later voor gebruiken? Stimuleer de leerlingen met een promotiefocus door hoge verwachtingen uit te spreken en ze te stimuleren om deze waar te maken. Biedt leerlingen met een preventiefocus een veilige omgeving en geef ze het vertrouwen in hun eigen kunnen. Bijvoorbeeld: een preventieleerling haalt een 6 voor een toets. Jij zegt: “Wauw! Ik wist wel dat je deze toets zou halen!” En wat voor leerlingen geldt, geldt ook voor jou. Heb hoge verwachtingen van jezelf als leerkracht en maak jezelf trots! 15
SCHOOL
& BUURT
“De Jozefschool en de buurt? Daar vul je geen artikel van twee pagina’s mee!” Dat was de eerste reactie van Reina Att eveld, directeur van De Jozefschool. Maar toen zij over dit onderwerp een mind-map had gemaakt, had ze materiaal voor wel drie artikelen.
Buren uit Amsterdam én Amstelveen
Tekst: Jan Barendse Foto’s: Reina Atteveld
De plek waar de Jozefschool staat is niet alleen bijzonder vanwege de buren, maar ook doordat de grens tussen Amsterdam en Amstelveen vlak langs de school loopt. De kant van de – smalle - Kalfjeslaan waar de school aan ligt, is Amsterdams grondgebied, maar de huizen aan de overkant horen bij Amstelveen. “Dat leidt soms tot vreemde situaties”, zegt Reina.”Zo was er vorig weekend op de stoep aan onze kant een klein brandje ontstaan. Er was daar een oud bankstel naast een container gedumpt en dat was in brand gestoken. De container brandde ook. Een beveiliger van de Border, de aan de Amstelveenseweg gelegen coffeeshop, heeft toen de Amstelveense brandweer gebeld. Nu is het gebruikelijk dat de brandweer na het blussen, gemeentewerken waarschuwt voor het opruimen van de rommel. Maar dat gebeurde niet, want de rommel lag in Amsterdam. Wij troffen op maandag dus een chaos aan. Na onze melding bij Openbaar Terrein Amsterdam is alles natuurlijk netjes in orde gemaakt, maar zoiets moet je dus zelf coördineren. Dat is maar één voorbeeld van de consequenties van deze locatie. We liggen op enkele meters van Amstelveen; we hebben 60 tot 70 % kinderen die daar vandaan komen, maar we vallen onder de regelgeving van Amsterdam.”
Een zeer goede buur
Aan één kant van de van de school bevinden zich op vrij korte afstand De Augustinuskerk en het Joods cultureel centrum Moadon. Aan de andere kant - richting Amstel - is de naaste buur een bejaardencomplex met een serie aanleunwoningen. De dichtstbijzijnde woonhuizen staan aan de overkant van de Kalfjeslaan, in Amstelveen dus. Aan de Amsterdamse kant is vanuit de directiekamer in de verte de eerste huizenrij van Buitenveldert te zien. Aan dezelfde kant, maar dan veel dich-
16
EIGENWIJZER
november 2012
terbij staat een kantoorgebouw. Een wel zeer goede buur, slechts van de school gescheiden door een pleintje, is de ASKO die daar haar nieuwe bestuurskantoor heeft betrokken. Reina vindt dat heel prettig: “Het maakt persoonlijke contacten gemakkelijker. Je doet niet alles schriftelijk of telefonisch af, je loopt ook wel eens naar binnen. En binnenkort vindt in ons gebouw een ICT-cursus van de ASKO plaats, omdat hier na schooltijd meer ruimte is dan daar.”
Voortvarende buurtregisseur
Met uitzondering van het kantoorgebouw achter de school zijn de contacten met alle buren zo goed dat er op diverse niveaus samenwerking is. Een voorbeeld daarvan heeft te maken met het pleintje waar omheen de Jozefschool, het ASKO-kantoor en het Moadon liggen. Reina: “Daar stonden banken, vier berken en een prullenbak. Door de gebouwen er omheen, werd het plein, vooral ’s avonds, prima afgeschermd tegen nieuwsgierige blikken. Twee jaar geleden was dat een favoriete hangplek voor de klanten van de coffeeshop. Ze lieten daar allerlei viezigheid achter en gooiden dat geregeld ook over het hek rondom de school. Onze conciërge moest eigenlijk na ieder weekend de boel daar opruimen. Ik heb toen contact opgenomen met onze buurtregisseur en die is zeer voortvarend te werk gegaan. Hij heeft er zijn collega uit Amstelveen bij betrokken, De Border uiteraard, met zijn drie beveiligers, Moadon, het wijkteam en de stadsdelen, een heel netwerk dus. Er zijn mensen van het stadsdeelkantoor komen kijken en daarna zijn er twee wijkteams op gezet en zijn er jongerenwerkers ingeschakeld. De overlast is nu fors afgenomen. En het goede contact met de buurtregisseur is gebleven. Als we een schoolfeest hebben komt hij twee keer langs, in uniform. Een keer aan het begin en een keer halverwege het feest.”
we daar een sneeuwballengevecht gevoerd. Dat vonden de ouderen schitterend en de kinderen uiteraard ook.”
Bosbaanoverleg
Door de bijzondere ligging van de school heeft Reina niet alleen geregeld overleg met de Buitenveldertse scholen, maar ook met scholen uit Amstelveen-Randwijk. “Wij bedienen immers hetzelfde type - hoogopgeleide - ouders en komen in de onderwijspraktijk dezelfde problemen tegen”, zegt zij. “De Buitenveldertse scholen waarmee we wijkgericht overleg hebben zijn de Ark, de Montessorischool de Stern, de Merkelbach en de twee Joodse scholen, de Cheider en de Rosj Pina. Dat overleg gaat onder andere over de gelden die straks met de invoering van passend onderwijs vrijkomen, of over het aanbod in de wijk voor hoogbegaafde kinderen. Het fijne van dit overleg is dat je in elkaars keuken mag kijken en te horen krijgt wat er goed gaat en wat niet. Het overleg met de Amstelveense scholen uit de buurt hebben we het Bosbaanoverleg gedoopt. We komen dan namelijk in het Bosbaanrestaurant bij elkaar. Daar lunchen we dan. De nabijheid van de Bosbaan biedt overigens nog meer mogelijkheden. We houden daar ook onze sportdagen en als ’s zomers de juf jarig is, trekt de hele groep er heen. Maar terug naar het Bosbaanoverleg: Dit heeft inmiddels al opgeleverd dat er afspraken liggen over het aannamebeleid, met het Amsterdamse model als voorbeeld, en over het overstappen van de ene school naar de andere.”
Sinterklaas met senioren
De samenwerking met het woon-zorgcentrum en de bewoners van de aanleunwoningen is vruchtbaar voor beide partijen. Reina: “We hebben contacten met activiteitenbegeleidster Boukje van Nes en met haar plannen wij altijd gastbezoeken in. Een keer per maand gaan onze kinderen naar hun activiteitenruimte om samen met de ouderen dingen te doen. Dat varieert van pannenkoeken bakken tot het zingen met kerst en Sinterklaas. Het is de invulling van de praktische kant van onze lessen burgerschap. Zo leren onze kinderen dat ze voor een ander iets kunnen betekenen. Er gaat ook wel eens een groep kleuters heen. De laatste keer hebben ze samen met de ouderen kleurplaten ingekleurd. Schattig om te zien. Tong uit de mond, ook enkele ouderen. En wij betrekken de ouderen ook bij de aankomst van Sinterklaas. Hier op het grasveld achter de school waar ook het centrum aan grenst. Ik stuur de bewoners dan dezelfde intochtbrief die de ouders krijgen. En dan spreekt Sinterklaas ook de bewoners even toe en zwaait naar de mensen die achter het raam staan. Afgelopen winter lag er een dik pak sneeuw en toen hebben
EIGENWIJZER
november 2012
Augustinuskerk
“Ook de Augustinuskerk is een heel goede buur”, besluit Reina. “We mogen daar altijd onze kerstviering doen. Vroeger deden we dat ’s avonds en kwam het hele gezin mee, inclusief opa’s en oma’s, maar dat mag niet meer van de brandweer. Nu doen we het alleen met de kinderen. En omdat we dit jaar het christendom behandelen is er voor iedere groep ook een bezoek aan de Augustinuskerk in het project opgenomen. We zijn daar altijd van harte welkom. Ik ben er een paar jaar geleden met kleuters geweest en toen vroeg pater Bakker aan de kinderen: kom je wel eens in deze kerk? Misschien ben je wel in deze kerk gedoopt! En dat wisten de kinderen niet. Toen zei hij: zal ik eens in het doopboek kijken wie hier gedoopt is? En waarachtig, er stond een aantal in.”
17
ASKO fette met Sandra Biharie Loopbaan in het kort Nadat ik trouwde, verhuisde ik van Amsterdam naar Eindhoven. Daar werkte ik onder meer als caissière, schoonmaakster, verkoopster en administratief medewerkster bij Philips. Toen ik ging scheiden, verhuisde ik met mijn drie kinderen terug naar Amsterdam. In 2002 werd ik administratief medewerkster op ASKO-school De Mijlpaal in Nieuw Sloten. Ik had daar een ID-baan (vroeger heette dat ‘Melkertbaan’). Ik zat helemaal op mijn plek en volgde, naast mijn werk, een opleiding, voor assistent-secretaresse. Toen er geen subsidie meer voor ID-banen werd gegeven, moest ik solliciteren naar een reguliere baan. Dat betekende einde oefening voor mij en nog twee collega’s op De Mijlpaal. Ik vond het jammer om afscheid te moeten nemen van zo’n fantastische school met lieve collega’s. P&O regelde een sollicitatiegesprek voor mij op de Bisschop Huibersschool. Er waren al vier gegadigden, maar mijn sollicitatiegesprek liep zo goed dat ík werd aangenomen. Inmiddels werk ik al weer vier jaar met heel veel plezier op de Bisschop Huibers. Leuk aan werken in het onderwijs is Dat je veel contact hebt met ouders én de kinderen: ze komen bij mij met vragen over van alles en nog wat. Dat veelzijdige maakt mijn baan ook uitdagend.
18
EIGENWIJZER
november 2012
Bijzonder is verder dat je in het onderwijs kunt bijdragen aan de toekomst van de kinderen. Zo schiet mij het afscheid van onze lieve collega Richard Degenkamp te binnen. Na 40 jaar in het onderwijs stopte hij met zijn werk. Een oudleerlinge verraste hem met een zelfgemaakt etentje op onze school. Zij vertelde dat ze vroeger een moeilijk kind was en dat meester Richard altijd veel geduld met haar gehad. Ze zei dat, als hij er niet was geweest, haar leven niet zo goed had uitgepakt. Heel ontroerend, vond ik dat. Hoe was je zelf als kind? Ik was net een jongen en haalde almaar kattenkwaad uit. Op de basisschool werd ik vaak gepest, omdat ik een kleurtje heb. In de jaren 70 waren er nog niet zo veel ‘kleurlingen’ op school. Wat ik me als kind vaak afvroeg, is: waarom doet niemand iets en waarom zien leraren niet wat er gebeurt? Ik ben dan ook blij dat er tegenwoordig veel aandacht wordt besteed aan pesten op school. Mooiste boek? Een ongewoon gesprek met God van Neale Donald Walsch. Ik kom uit een spiritueel gezin. Met spiritueel bedoel ik: echt vanuit je hart leven. In je hart, daar is het plekje waar je ziel, ofwel je Hogere Zelf (intuïtie), ofwel de stem van je geweten tot je spreekt. Het is luisteren naar je gevoel. Dit boek heeft mijn leven ten goede verandert. Ik begrijp nu meer van mezelf en alles om me heen. Ik erger mij aan… Liegen. Mijn kinderen weten dat als geen ander. Je kan beter de waarheid vertellen dan dat ik er achter kom. Dan ben ik pas echt boos. Als ik een leugen ontdek, duurt het soms een paar dagen voordat ik weer kalm ben. Wel laat ik bij mijn reactie meewegen waarover iemand liegt. Verliefd, verloofd, getrouwd? Ik ben een gescheiden moeder. Mijn
EIGENWIJZER
november 2012
kinderen zijn alle drie volwassen nu. Ze zijn 23, 22 en 20 jaar. Ze wonen nog allemaal thuis. Trots op? Als ik eerlijk ben, dan ben ik trots op mijzelf: op hoe ik mijn kinderen heb groot gebracht en hoe ik in het leven sta na alles wat ik meegemaakt heb en nog meemaak. Ik ben ook trots op alle drie mijn kinderen. Ze hebben altijd respect gehad voor mij en naar hun medemensen toe. Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Ik vind het heerlijk om te shoppen. In de vakanties ga ik altijd met mijn moeder naar de markt: leuke koopjes bemachtigen en samen koffie drinken. Verder ontspan ik mij door lekker in bad te liggen en daarna een goed boek te lezen. Ik houd van waargebeurde verhalen en lees graag over hoe mensen moeilijkheden in hun leven overwinnen. Dondersteentjes op school: dit is mijn gouden tip… Een meisje uit de bovenbouw wordt vaak op de gang gezet. Zij heeft het niet makkelijk thuis. Laatst had zij weer wat uitgehaald. Ik ben even met haar gaan praten om te vragen waarom ze dat nou gedaan had. Gelukkig kon ik tot haar doordringen en ze zei: “Ik mis mijn zus en moeder.” Mijn gouden tip is dan ook om even tijd vrij te maken om na te gaan wat een kind ergens toe drijft. Aan wie wil je het stokje doorgeven en waarom? Aan Eddy Hofmeester, conciërge op Het Bovenland. Wij waren collega’s op De Mijlpaal. Eddy is erg goed in de omgang met kinderen. En als er gewonden zijn, is hij meteen met goede zorgen ter plekke. Hierbij maak ik graag van de gelegenheid gebruik om alle conciërges onder de aandacht te brengen. Het is zo fijn dat zij de school in de gaten houden en dat kinderen bij hen terecht kunnen. Ze verdienen het om in het zonnetje gezet te worden.
COLOFON nummer 25, november 2012. Uitgave van de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (ASKO), verschijnt vier keer per jaar voor alle medewerkers van de ASKO.
EIGENWIJZER
Redactie: Melissa Bakker (identiteitsbegeleider), Charles Dams (leerkracht Willibrordschool), Sanne van der Linden (bovenschools coördinator ASKO OPLIS), Frans Niekel (directeur De Waaier), Patty Roos (leerkracht De Achthoek), Jan-Willem van Schendel (regiomanager). Hoofdredactie: Nancy Optenkamp Eindredactie: Bettina van de Kar (A5 Schrijfbedrijf ) Vormgeving: Ontwerp basislayout: Floor Leemans, BeeldinZicht Opmaak: Judith Vissel Druk: W.C. den Ouden Oplage 1200 Coverfoto: Basisschool St. Augustinus Cartoons: Wim Dolk Redactie-adres: ASKO-personeelsblad Postbus 87591 1080 JN Amsterdam
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de redactie
Post voor E I G E N W I J Z E R Bent u ergens voor of tegen? Hebt u op uw school iets meegemaakt wat u met anderen wilt delen? Is een leuke onderwijsfoto het publiceren waard? Wilt u een collega in het zonnetje zetten of hebt u één of meer tips over een moeilijk onderwijsprobleem? Mail dan naar
[email protected]. 19
EIGENWIJZER
november 2012