2012
Februari 2012
JANKA IS WEER TERUG!
V
erscheidene jaren heeft U de waardevolle raadgevingen van Janka moeten missen. Het doet ons genoegen, dat zij weer haar medewerking aan de Nieuwsbrief verleent.
De eerste vragen zijn intussen al binnengekomen. Ze zijn allemaal min of meer betrokken op gebeurtenissen en situaties van de laatste tijd. Hier volgen ze, natuurlijk met de antwoorden van Janka.
Veteraan: Lieve Janka. Toen laatst die verschrikkelijke moordpartij in Luik gebeurde, meldden de media in de eerste verwarring, dat er zware wapens werden gebruikt. Dat was toch niet waar? Janka: Beste Veteraan. Nee, dat was niet zo. Automatische geweren en handgraten zijn al erg genoeg, maar het zijn geen zware wapens. Overigens raken de zware wapens er bij ons langzamerhand uit, denk maar aan het afschaffen van onze tanks. Mensen, die dat betreuren, kunnen misschien troost vinden in de opkomst van steeds zwaarder vuurwerk. Inventieve mensen, zogenaamd in de hobbysfeer, stellen daar nog weer pakketten van samen . En het kan nog erger, als er per ongeluk een paar honderd kilo ontploffen, die in een kelderbox opgeslagen liggen, of zelfs in de slaapkamer. Wie mist dan nog de zware wapens? Politiekwatcher: Naar ik hoor, wijzen de peilingen uit, dat veel kiezers van de Partij van de Arbeid willen overstappen naar de Socialistische Partij. Waarom zou dat zijn? Janka: Beste Politiekwatcher. Het socialisme bestaat al veel langer dan de Partij van de Arbeid. Die werd vlak na de tweede wereldoorlog opgericht, ongeveer als een voortzetting van de SDAP. Nu zou het heel goed kunnen zijn, dat in die tijd, de tijd van de wederopbouw, de gedachte aan "arbeid" als positief werd gezien. Intussen zijn veel van die PvdA-mensen langzamerhand weer meer gaan zien in het "socialisme", in de betekenis van met zijn allen lekker potverteren. Geen wonder dat een partij, die zich socialistisch noemt, meer sympathie krijgt dan één die je wil laten arbeiden. Melkkoe: Hoe zit dat nou toch met die hypotheekrenteaftrek? Janka: Beste Melkkoe. Het is bijna onmogelijk om daar in het kort iets van te zeggen, maar ik zal het proberen. Wie geld heeft, betaalt inkomstenbelasting over de veronderstelde inkomsten die hij daarvan heeft, zoals rente voor geld dat hij heeft uitgeleend. Het is dus logisch, dat de kosten, de rente dus, voor geleend geld, in mindering mogen worden gebracht voor de inkomstenbelasting. Zo was het vroeger ook. Alle betaalde rente was toen aftrekbaar. Maar nu zag je dat sommigen veel geld leenden voor luxe uitgaven en daardoor veel rente konden aftrekken. Dat vonden anderen niet eerlijk. Zo gebeurde het dat er steeds meer het mes werd gezet in die aftrekmogelijkheden. Daardoor is het gekomen, dat het aftrekken van rente nu alleen nog maar mag voor een hypotheek, en die alleen voor de hoofdwoning, en dat ook weer met beperkingen. Als we dat nu ook nog volledig afschaffen, dan wordt het pas echt eerlijk. Zeggen ze. Mediavolger: Lieve Janka. Laatst zijn Mark Rutte en Emile Roemers gekozen als de beste politici. Waar kan dat aan liggen? Janka:
2012
Beste Mediavolger. Daar valt zeker wat voor te zeggen. Allebei maken ze een indruk van openheid. Ze vertellen een duidelijk verhaal, zijn niet gauw om een antwoord verlegen, zien er redelijk vlot uit, maar niet geforceerd relaxed. Kortom, ze maken de indruk van betrouwbare mensen, aan wie je zonder bezwaar je laatste euro zou durven afgeven. Maar nu komt het essentiële verschil. Bij de VVD, in casu Mark Rutte, mag je erop vertrouwen dat je die euro weer een keer terugkrijgt. Bij de SP, Emile Roemers dus, weet je zeker, dat je die voor altijd kwijt bent. Houd daar dus rekening mee.
Eurotobber: Lieve Janka. Hoe zou het toch komen dat de problemen met de euro maar niet afdoende worden opgelost? Janka: Beste Eurotobber. Dat zit zo. Er zijn twee landen, die daar samen een hoofdrol in spelen. Dat zijn Duitsland en Frankrijk. Die worden gepersonifieerd door Merkel en Sarkozy. Als je Europa voorstelt als een sterrenhemel, dan zijn die twee de zon en de maan en de anderen de planeten en de sterren. De zon is dan weer wat belangrijker dan de maan. Wat is nu het probleem? In het Duits is de zon, die Sonne, vrouwelijk en de maan, der Mond, mannelijk. Mevrouw Merkel ziet zich dus vanzelfsprekend als de zon, dus de belangrijkste. Maar in het Frans is de zon, le soleil, mannelijk en de maan, la lune, vrouwelijk. Sarkozy ziet zich dus in zijn ogen juist als de zon, dus voelt hij zich de belangrijkste. Dit is dus een dilemma waar die twee nooit uit zullen komen, naar ik vrees. Verwarde Burger: Lieve Janka. De laatste geluiden uit het CDA zijn, dat ze daar een vlaktaks overwegen, met daarbij een solidariteitsheffing. Wat is dat? Janka: Beste Verwarde Burger. Zoiets kan alleen bij het CDA. Daar staat men al sinds mensenheugenis bekend om wollige taal. Een vlaktaks met daar nog iets anders bovenop is geen vlaktaks. En een solidariteitsheffing is een mooi klinkende kreet, maar kan natuurlijk niet. Solidariteit laat je blijken door zelf iets af te staan aan iemand die het nodig heeft. Een solidariteitsschenking, dat zou kunnen. Maar niet zoals bij dat CDA-plan, waar ze een moreel hoogstaande indruk willen maken met andermans geld. Laat U dus niet nog meer verwarren, dan U al bent. Jan Kaas
2012
Maart 2012
DE SINKAASAPPEL
L
aatst las ik ergens iets over de weekmarkt in de Spanjaardstraat en opeens kwamen oude herinneringen bij me terug. Ik zag me weer als heel kleine jongen over die markt lopen met mijn moeder, die daar iedere week inkopen ging doen. Eén van de dingen die me daarvan duidelijk is bijgebleven, is het volgende. Er was een keer een man met sinaasappels. Maar wat hij verkocht, waren niet die sinaasappels, maar een apparaatje om een sinaasappel leeg te persen. Het was een soort buisje van gegoten metaal met aan één eind een scherpe rand. Dat eind stak je in de sinaasappel en als je daar dan in kneep, kwam het sap er uit aan het andere eind, dat een soort schenktuit had. Mijn moeder, kennelijk onder de indruk van de demonstratie, kocht er een en die heeft nog heel lang bij ons in huis gelegen. Erg vaak is hij niet gebruikt, want we hadden al een conventionele citruspers van glas. Zo raakte ik aan het nadenken over sinaasappels, iets wat ik anders nooit doe. U wel? Er bestaan perssinaasappels en handsinaasappels. Met de perssinaasappels heeft wel niemand een probleem. Bij handsinaasappels is dat anders en eigenlijk is dat in al die jaren niet veranderd. Als je een sinaasappel wilt eten, heb je graag, dat de schil er zonder moeite afgaat en dat je de partjes één voor één los kan maken. Merkwaardig is, dat dat bij mandarijnen al sinds mensenheugenis altijd goed lukt. Maar bij een sinaasappel is dat vaak niet zo. Wie een banaan wil eten, moet de schil er afhalen, maar dat gaat gemakkelijk. Appels en peren hebben een schil, die je met een mesje moet schillen, maar je kan ze ook met de schil eraan eten. Bij de sinaasappel moet de schil er altijd af, net als bij een banaan, maar van te voren kun je niet zeggen, of dat gemakkelijk zal gaan of niet. Ook is die schil soms erg dik, soms dun. Verder weet je ook niet, of het een sinaasappel is, die zich goed in parten laat verdelen of heel slecht, met veel gemors als gevolg. Appels en peren hebben aanduidingen van het ras, zoals Conference of Elstar, die een aanknopingspunt zouden kunnen zijn. Bij sinaasappels zijn die er niet. Kortom, die sinaasappel is een vrijwel anonieme oranje bal, waarvan je maar moet afwachten, of hij zich prettig laat eten of niet. En, zoals ik al zei, dat is nog precies zo als vroeger, voor zover ik het kan beoordelen. Deze beschouwingen verdienen alleen een plaats in onze nieuwsbrief, als er een politieke moraal aan kan worden verbonden. En die volgt hierna. Hebben wij in onze politieke arena immers niet ook te maken met Oranjes? Vóór alles wil ik met grote nadruk stellen, dat hierbij de term oranje ballen niet van toepassing is. Dat zou natuurlijk niet terecht zijn en zelfs kwetsend. Verder is het zaak, eerst even in te gaan op de verhouding tussen liberalen en het Koningshuis.
2012
Er zijn politieke partijen en andere groeperingen, die met het Koningshuis een speciale sterke, soms zelfs kritiekloze band hebben. Dank zij Multatuli kennen wij Hassan, die met succes zijn waar als volgt aanprees: De dadels van Hassan zijn groter dan ze zijn! En zo lijkt het bij die oranje-aanhangers vaak alsof ze claimen: Onze oranjes zijn beter dan ze zijn! Liberalen hebben dat niet zo. In het verleden waren er zelfs wel eens tegenstellingen tussen de Oranjes en liberaal denkenden, maar dit is niet de plaats om daar nader op in te gaan. Zoals de situatie nu is, kunnen liberalen, en daarmee ook onze VVD, zich goed vinden in de constitutionele monarchie, gepersonifieerd door het Koninklijk Huis. En het moet gezegd worden, het alternatief, een gekozen president, is dan wel zuiverder democratisch, maar blijkt in de praktijk ook grote moeilijkheden te kunnen opleveren. En dan hoeven we daarvoor niet eens naar Afrika te gaan kijken. Toch is het opmerkelijk, hoe verschillend de "sinaasappels" waren, die in de laatste tijd ons staatshoofd zijn geweest of nog zijn. Ik noem hier: koning Willem III, koningin Wilhelmina, koningin Juliana en koningin Beatrix. Het gaat me er niet om, die verschillen hier te gaan toelichten, wie het wil kan het zelf wel doen. Eén zijsprong in gedachten maak ik nog wel. Stel dat koningin Beatrix niet haar huidige persoonlijkheid had, maar die van één van haar zusters, of de tweede of de derde, dan had dat op haar functioneren als staatshoofd vast wel een merkbare invloed gehad. Maar natuurlijk, Nederland was toch wel Nederland gebleven. Nu we het toch over onvoorspelbaarheid hebben, wil ik het nog even hebben over twee personen, die ons staatshoofd als prins-gemaal ter zijde hebben gestaan. In zo'n geval is alles juist wel van te voren bekend, zou je zeggen. En toch… Toen prinses Juliana zich verloofde met en vervolgens trouwde met prins Bernhard, was heel het land in een toestand van verheugde opwinding en het meest natuurlijk die groeperingen, die ik hierboven noemde. Dit was echt een ideaal sprookjeshuwelijk tussen twee personen, die heel veel om elkaar gaven. Terugblikkend kun je je afvragen, of er aan de kant van prins Bernhard niet ook bijgedachten een zekere rol speelden. Terugblikkend mogen we ook wel vaststellen, dat er aan de activiteiten van prins Bernhard, bij alle verdiensten, die hij onmiskenbaar voor ons heeft gehad, ook schaduwkanten hebben gezeten. Nu prins Claus. Stormen van kritiek waren er bij zijn verschijnen als partner van prinses Beatrix, bij hun huwelijk en bij hun kroning. Ook demonstraties en geweld moesten ze doorstaan. En wat bleek? Later, toen prins Claus overleed, te vroeg naar ieders mening, werd hij door iedereen betreurd als een door en door integer en sympathiek mens. Het kan verkeren. Geachte lezers en lezeressen. Voor mijn gevoel is de sinaasappel nu tot de laatste druppel uitgeperst. Alleen nog dit. Weet U niet waar de Spanjaardstraat is? Zoek eens bij de Schiedamse weg. Die is in Rotterdam, maar dat wist U toch wel? Jan Kaas
2012
April 2012
HARTIGE KAAS
A
an Van Betr.
: het Directoraat Interstellaire Betrekkingen van Uforia : C. Astor, waarnemer 1e klasse van Uforia op Aarde : Feiten en fictie over het hart.
Al enige tijd is me opgevallen, dat de mensen op Aarde allerlei uitdrukkingen gebruiken, waarin hun hart het onderwerp is. Ik begon me daarom af te vragen, wat daar de oorzaak van was. Heeft het hart zo'n grote betekenis, vroeg ik mij af, en is dit niet iets, waarmee de kennis op Uforia betreffende de Aarde moet worden verrijkt? De langjarige ervaringen, die mijn voorgangers en ik hebben opgedaan met de heer Jan Kaas voor het verkrijgen van dit soort inlichtingen, waren aanleiding voor mij om hem deze vraag voor te leggen. Zijn antwoord was zonder meer verrassend. In vroeger tijden, aldus Jan Kaas, was de kennis van de mens over zijn lichaam niet alleen beperkt, maar ook op allerlei punten volledig fout. Tegenwoordig weet men, dat het hart van de mens geen andere functie heeft dan het verpompen van het bloed, een functie, waarmee het de handen vol heeft, als u mij deze gewrongen beeldspraak vergeeft. Maar vroeger meende men, dat juist het hart bepalend was voor wat ik maar gemakshalve noem het karakter en het gedrag van de mens. We weten nu, dat dat in werkelijkheid de hersenen zijn. Ook zijn er andere organen, die door het produceren van bepaalde stoffen het gedrag van mensen beïnvloeden, maar het hart hoort daar niet bij. Maar de taal van de mensen is nog lang niet aangepast aan deze inzichten. Zo komt het, dat er nog veel uitdrukkingen bestaan, waarin aan het hart een veronderstelde rol wordt toegekend. De heer Kaas kwam nu op zijn praatstoel, zoals men hier zegt, en gaf mij het ene voorbeeld na het andere. Als iemand laaghartig wordt genoemd, zit zijn hart niet laag in zijn borstkas, maar zo iemand heeft een gemeen, vals karakter. Je zou denken, dat een hooghartig mens dus een hoogstaand karakter heeft, maar dat is niet zo. Hij is neerbuigend, arrogant. Positief is het wel, om zoals men zegt het hart op de juiste plaats te hebben. Goedhartigheid is eveneens positief, maar dan speciaal in de betekenis van aardig, vergevensgezind. Ook de grootte van het hart zou invloed hebben. Enghartig wordt een persoon genoemd, als die benepen, kleingeestig (op zichzelf al weer zo'n aanvechtbaar woord) is. En hier is wel een zekere logica te ontdekken: iemand die ruimhartig is, heeft een royaal karakter. Hoeveel temeer zou het dan gunstig zijn, om meer dan één hart te hebben. Maar helaas, een dubbelhartig mens is juist leugenachtig en onbetrouwbaar. Is halfhartigheid daar dan het tegengestelde van? Jammer, maar ook dat is niet goed, want het wijst op overdreven slapheid. Bij teerhartigheid men zich een gemakkelijk te beschadigen hart kunnen voorstellen, maar nee, het duidt op een gevoelig karakter. Weekhartigheid klinkt ook bedreigend, maar is eerder overgevoeligheid. Een buitengewoon gevaarlijke aandoening leek mij openhartigheid te zijn. Echter, dat is toch niet het geval, want het betekent slechts,dat de betrokkene geen geheimen voor anderen heeft. Weinig minder gevaarlijk lijkt luchthartigheid te zijn, maar gelukkig, iemand die zo is, neemt alleen maar de dingen niet zwaar op.
2012
Ik begon me hoe langer hoe meer te verbazen, dat mensen een taal gebruiken, die zo vol is met misleidende begrippen, en elkaar dan toch begrijpen, maar Jan Kaas was nog lang niet uitgesproken. Hij noemde nog meer voorbeelden, die ik hier niet allemaal zal noemen, enkel nog de veronderstelling, dat iemand zou kunnen luisteren naar de stem van zijn/haar hart... En ook nog speciaal iets over de liefde. (Ik ga ervan uit, dat over dit begrip al eens eerder is gerapporteerd) Nergens wordt aan het hart zo'n vermeende rol toegekend, als bij liefdesaangelegenheden. Nu moet gezegd worden, dat door opwinding het hart inderdaad sneller gaat kloppen, en liefde en opwinding zijn nu eenmaal onafscheidelijk. Maar wat te denken van iemand, die aan een ander zijn/haar hart schenkt, of een ander in zijn/haar hart heeft gesloten? Sterker nog, een hart kan ook worden gestolen en zo bestaat ook het begrip hartendief. Loopt een en ander verkeerd af, dan kan men daaraan een gebroken hart overhouden. Let op, alleen daarbij kan het hart breken, hartverscheurend bestaat ook, maar dan in de algemene betekenis van heel tragisch. Op dit punt gekomen, verliet Jan Kaas het onderwerp van mijn vraag. Hij wilde het nu graag nog even hebben over een terrein, waar volgens hem nog veel meer misleidende woorden en begrippen worden gebruikt. Ik kon voelen aankomen, dat hij nu zijn stokpaardje van stal ging halen, namelijk de politiek. Aangezien ik verwachtte, dat ons gesprek dan nog wel heel lang kon gaan duren, heb ik hem voorgesteld, dat we dat voor een andere keer zouden bewaren. Na hem vriendelijk te hebben bedankt, nam ik afscheid om U vervolgens zo spoedig mogelijk over deze merkwaardige aangelegenheid te kunnen rapporteren. Met interstellaire groet, (w.g.) C. Astor
2012
Mei 2012
OUDE KAASMERADEN
A
lle personen in dit verhaal zijn fictief, evenals de beschreven gebeurtenissen. Overeenkomsten met de werkelijkheid berusten geheel op toeval. Voor een goed begrip moet worden opgemerkt, dat het gesprek, dat hier beschreven wordt, gehouden was vóór de oplossing van de begrotingsproblemen was gevonden.
Goede dag Jacques, dat is al even geleden, dat we elkaar hebben ontmoet. Je moet al een tijdje niet meer in de senior-staatslieden-societeit zijn geweest. Och, Gerhard, ik had wat probleempjes met onze justitie. Daar zijn ze zo ontzettend kleinzielig, daar heb je geen voorstelling van. Nou ja, ik verwacht, dat het wel met een sisser afloopt. Maar hoe maak jij het? Werk je nog een beetje? En nog steeds socialist? Ja, zo noem ik me nog steeds. Er zijn wel mensen, die mij bekritiseren, omdat ik dan toch een heel goede zakelijke relatie heb met de Russen. En ook wel lucratief. Die gasleiding door de Oostzee, weet je wel. Maar hoe zit dat met jou? Laatst hoorde ik een gerucht, dat je je steun voor die Hollande van de PS had uitgesproken, in plaats van voor Sarkozy. Die was toch een partijgenoot van je? Ja, dat is wel waar, maar eigenlijk liggen we elkaar niet zo. Daarom dacht ik, ik ben dan intussen wel wat ouder, maar ik zal laten zien, dat ik me nog best flexibel kan opstellen. Vandaar. Maar evengoed denk ik toch nog wel steeds vaker terug aan vroeger. Wat een mooie dingen hebben we toen beleefd. Was jij toen ook niet president? Nee, mijn functie heette bondskanselier, weet je nog? We hebben ook wel een president, maar die heeft bijna geen echte macht, zoals bij jullie. Weet je trouwens nog, hoe we toen gelachen hebben, met dat stabiliteitspact? Dat het begrotingstekort van alle landen niet meer dan drie procent mocht zijn. En toen gingen we er allebei tegelijk overheen! Die minister van financiën uit Nederland, die Zalm, die vond dat maar niets. Hij heeft ons wel flink de les gelezen, maar ja, tegen onze twee landen kon hij geen vuist maken. Dat was echt lachen. Maar toen moest alles wel anders en beter worden geregeld. Van nu af aan zou het echt niet meer mogen. En anders zouden er sancties volgen, ja, ja. Maar waar ik nu nog veel meer om moet lachen, is dat ze juist in Nederland daarmee zichzelf in moeilijkheden hebben gebracht. Dat heb je vast ook gehoord, hoe nu hun minister, de Jager heet hij, al de hele tijd harde taal sprak tegen die knoflooklanden. Doe wat aan die tekorten en die schulden, of anders… Ja, Gerhard, ik volg dat ook. En nu moeten ze ineens nog een tekort van achttien miljard wegwerken, of was het veertien. Nou ja, weken lang is er toen over geplust en gemind. Eindelijk leek alles goed afgesproken te zijn en opeens zegt die Wilders, die met zijn partij het kabinet overeind hield, dat hij er geen zin in heeft. Tableau, zeggen wij dan. Ik heb toch wel moeten lachen, toen ik dat hoorde. Zelfs in onze dorpspolitiek komen die dingen maar zelden voor. Jacques, weet je wat de Nederlanders in zo'n geval zeggen? Nou breekt mijn klomp. Nou breekt mijn klomp, schitterend! Ja, echt iets dat past bij die Nederlanders. Couleur locale, noemen wij dat.
2012
Maar waarom doet zo'n man dat? Begrijp jij dat? Alle onderdelen had hij toch eerst goedgekeurd? Kijk, het is nu eenmaal een man, met wie je moeilijk kunt samenwerken. Aan de ene kant is hij rechtlijnig, een populist wordt hij wel genoemd, aan de andere kant heeft hij wat onvoorspelbaars. Wild, wilder, Wilders, heb ik laatst iemand horen zeggen. Gerhard, moet je luisteren, nu weet ik ook nog wat. Weet je hoe de Nederlanders zo iemand noemen, die een beetje eigenaardig doet? Die heeft een klap van de molen gehad. Zo'n windmolen, met van die wieken, weet je. Haha, een klap van de molen! Je kunt van de Nederlanders zeggen wat je wilt, maar ze hebben wel een eigen scala van beeldende uitdrukkingen. Maar hoe heeft hij nou die plotselinge draai uitgelegd? Daar heb ik iets over gehoord. Hij vertelde een demagogisch verhaal en in het bijzonder zei hij steeds, dat hij niet ging toegeven aan een dictaat uit Brussel. Nou Jacques, dat is toch wel heel erg om te lachen. Tenminste, ik moet wel denken aan wat ze bij ons soms zeggen: Lerne zu lachen ohne zu weinen… Want het is wel brutaal, vind ik. Wat hij een dictaat noemt, dat is toch gewoon een internationale overeenkomst, die ook door Nederland is ondertekend, nadat ze er ook nog eens erg op hadden aangedrongen. Je moet maar lef hebben. En zijn er ook nog mensen in Nederland, die daar in trappen? Kom, die heb je overal. Ben je je tijd in de politiek vergeten? Maar wat zijn gepraat over dictaten zo extra huichelachtig maakt, is dat hij zelf alle eigenschappen van een dictator vertoont. Zijn partij heet Partij Voor de Vrijheid. Nou, daar is er maar één vrij. Dat is hij zelf, alles wordt alleen door hem beslist. Leden zijn er niet, hij heeft alleen volgelingen, die moeten gewoon doen wat hij zegt. Hij houdt geheim hoe en door wie hij wordt gefinancierd, er schijnen schimmige Amerikaanse groeperingen bij te zijn, maar zoals gezegd, het is geheim. Laten we er maar om blijven lachen. Die Nederlanders moeten het maar uitzoeken. Overigens, je kunt hier prima eten, hoe denk je daarover? Hoog tijd voor meer serieuze bezigheden. Eerst maar een aperitief? Jan Kaas
2012
Juni 2012
DE WEG NAAR HET KAASPITAAL
"V
ader, ik wil later heel rijk worden. Hoe moet ik dat doen?"
"Nou, Fritsje, dat willen een hoop mensen, maar bij veel lukt het niet. Toch is er wel wat aan te doen natuurlijk. Het makkelijkst is het, als je vader en je moeder heel rijk zijn. Het is alleen jammer, dat jij niet zulke ouders hebt. Dan zul je dus wat anders moeten proberen. Wat wel kan is, dat je een vrouw trouwt, die heel rijk is of beter gezegd, uit een heel rijke familie komt. Dat is echt niet zo onmogelijk, hoor. Wel moet je daarbij niet blindstaren op het geld alleen. Vergeet vooral niet, ook naar de vrouw te kijken, want anders word je met al je geld toch niet gelukkig." "Ik dacht dat je rijk kon worden door erg hard te werken." "Zeker, dat kan. Er zijn voorbeelden genoeg van mensen, die met weinig begonnen zijn en door hard werken, zakelijk inzicht en een beetje geluk bijvoorbeeld een groot bedrijf hebben opgebouwd. Denk maar aan Joop van den Ende of, op een ander gebied, Jan Aalberts. Of sommige jongens uit de digitale wereld, je weet wel wie ik bedoel." "Maar het kan toch ook anders?" "Zeker kan het ook anders. En dan wil ik het beslist niet hebben over de maffia en andere misdadige activiteiten. Die wil ik je niet als voorbeeld geven. Maar neem nou de sport. Je hebt sporten, waar de topspelers enorm rijk kunnen worden. Niet zozeer door hun salarissen, al kunnen die ook erg hoog zijn, maar ook door lucratieve contracten, waar hun bekendheid wordt gebruikt voor reclame. Je moet dan wel weten welke sport je kiest, want ze zijn niet allemaal zo dat er veel geld omgaat. Golf en tennis zijn een paar van die sporten, waar heel veel wordt verdiend, door de topspelers dan. Maar zonder hard werken, trainen dus, gaat het ook daarbij niet." "Je hebt toch ook popsterren en zo, die erg rijk zijn?" "Zeker, ik zou zeggen: ga je gang. Doe maar net zo als zij. Dat kun je goed bekijken in de media. Waarschijnlijk beter dan ik." "Weet U toch nog wat anders, waarmee ik erg rijk kan worden?" "Dan wil ik je attent maken op de wereld van het zogenaamde vastgoed. Gebouwen en dergelijke. In die wereld kom je veel bijzonder rijke mensen tegen. Er zit wel een bezwaar aan. Je merkt geregeld, dat zo'n fortuin op een dubieuze, om niet te zeggen criminele manier is verkregen. Corruptie en geknoei komen daar regelmatig voor, van de aannemers tot de wethouders via de taxateurs, de notarissen, de advocaten, de projectontwikkelaars en noem maar op. Ik wil niet zeggen dat het alleen maar om zo'n manier lukt om daarin rijk te worden, maar je moet in ieder geval goed oppassen." "En wat is er dan nog meer, vader?" "Er is één milieu, waar je ook behoorlijk rijk kan worden. Maar ook daar gaat het niet vanzelf. Ik denk dat het er daar vooral om gaat dat je de juiste contacten hebt.
2012
Het wordt vaak de publieke sector genoemd. Dat is een verzamelwoord voor sectoren als het onderwijs, de zorg, de woningcorporaties en zo. Daar komt het geld als het ware vanzelf binnen. Dat kan zijn uit belastingen, premies, huren, allemaal van dat soort dingen die de mensen wel gedwongen zijn te betalen. En wat die publieke sector met dat geld doet, daar is vaak geen controle op. Geregeld zijn de mensen, die daar toezicht op moeten houden, dikke maatjes met de mensen aan de top van de instellingen, die gecontroleerd moeten worden. Of ze zijn aangesteld omdat ze zulke belangrijke figuren zijn, bijvoorbeeld vooraanstaande politici of ex-politici. Zo belangrijk dat ze nooit toekomen aan het toezicht houden. En zo komt het dat de topmensen daar de vrije hand hebben om zichzelf heel royaal te verrijken met hoge salarissen, bonussen enzovoort. Nou, dat zou iets voor jou kunnen zijn, temeer omdat alles toch helemaal legaal kan zijn. De grote kunst is alleen om bij de club te komen. Je hoeft niet eens zo capabel te zijn. Ik geef je één voorbeeld. Meneer Aad was de topman van een groot beursgenoteerd technisch bedrijf. Zolang hij daar de baas was, bleef dat een beetje voortmodderen, wat je ook aan de beurskoers kon zien. Na verloop van tijd werd hij vervangen door meneer Sjoerd. En zie, aan de koers kon je ineens zien dat het meneer Sjoerd beter lukte. Maar wat gebeurde er met meneer Aad? Nog voor hij zijn gouden handdruk had kunnen natellen, hoorde je dat hij was benoemd tot topman van de Nederlandse Spoorwegen. Vreemd, maar de NS was nu eenmaal zo'n bedrijf waar alles verkeerd gaat. Jammer genoeg was daar helemaal niets in verbeterd, toen meneer Aad na verloop van tijd weer opstapte. Trouwens, het is nog steeds zo slecht. Toen hoorde je wat minder van meneer Aad tot kort geleden. Er kwam een groot schandaal aan het licht bij het GVB in Amsterdam. Jaren lang was daar met allerlei regels de hand gelicht, zodat nu de directie moet opstappen. De commissarissen hadden dat ook altijd laten gebeuren. En wie was daar de voorzitter van? Meneer Aad. In het bijzonder was er ernstig gefraudeerd bij het bedrijf TLS dat bij de GVB de OV-chip moest invoeren. En wie was daar de voorzitter van de toezichthouders van? Alweer meneer Aad. Zo zie je, op capaciteiten komt het die wereld niet aan of het zouden de capaciteiten tot vriendjespolitiek moeten zijn. Maar Fritsje, er zijn nog veel meer van die gevallen, waar topmensen van ziekenhuizen, woningcorporaties enz. faalden of zelfs zich schandelijk verrijkten. En als ze dan toch gedwongen waren om ontslag te nemen, dan hadden ze toch gelijk weer zo'n lucratieve baan. Het moet iets te maken hebben met oude jongens onder elkaar, anders kan ik het niet verklaren." "Nou vader, ik heb nu een beetje een idee hoe ik het kan aanpakken. Maar hoe komt het eigenlijk, dat U zelf niet heel rijk bent. Als ik U zo hoor, weet U wel hoe het zou kunnen." "Ja, achteraf gezien denk ik ook, waarom niet?" "Als U nou al heel rijk was geworden, dan hoefde ik daar nu niet zo'n moeite voor te doen. Nu zal het voor U wel te laat zijn." "Ja Fritsje, dat denk ik ook. Hoewel, je weet maar nooit. Ik geloof dat ik nog kan beginnen om te leren golfspelen. Wie weet hoe ver ik het nog breng." Jan Kaas
2012
September 2012
ALLE HULDE NAAR KAASLANDERS
D
e Olympische Spelen hebben ervoor gezorgd, dat er weer een groot deel is teruggekomen van het gevoel van nationale trots, dat vooral op sportgebied dit jaar zulke harde slagen had moeten incasseren. U weet allemaal toch nog, hoe wij er vóór de Europese voetbalkampioenschappen over spraken, met welk land onze voetbalhelden in de finale zouden moeten afrekenen. En wat er vervolgens van die hooggestemde voorbeschouwingen en feestelijke vieringen vooraf terechtkwam. Evenzo, hoe wij, niets daarvan geleerd hebbend, speculeerden over de prestaties, die de Nederlandse wielrenners in de Ronde van Frankrijk zouden gaan neerzetten. Als het dan misschien niet de eindzege in Parijs zou zijn, dan toch wel de nodige etappeoverwinningen. Helaas, hoe teleurstellend liep ook dat af. U denkt misschien ook nog aan de zoveelste afgang bij het Eurovisie-songfestival. Maar dat was toch niet hetzelfde. Niet onze mindere prestaties zijn het, die ons daar altijd ergens onderaan laten eindigen, maar het onvermogen van de buitenlanders om die hoogtepunten van onze cultuur, waarmee wij naar het festival komen, op hun waarde te schatten. Misschien dat ze ooit nog eens een keer het licht zullen zien, maar veel moeten we daar maar niet van verwachten. Maar genoeg over deze zwarte bladzijden. Zoals gezegd, de Olympische spelen hebben laten zien, dat Nederlanders wel degelijk tot prestaties in staat zijn, die de vergelijking met het buitenland kunnen doorstaan. Echter, goed beschouwd is het eigenlijk niet prettig, om zich steeds tot zo'n vergelijking gedwongen te voelen. Laten we er daarom eens bij stilstaan, dat er bij ons geregeld een nog veel belangrijker strijd geleverd wordt, waar dat bezwaar niet aan verbonden is. Toevallig moet hij nog plaatsvinden, terwijl dit wordt geschreven, maar als U dit leest, is hij vermoedelijk al juist gehouden. Dat maakt evenwel voor dit betoog niets uit. Het gaat om de verkiezingen voor de Tweede Kamer. De Kamerverkiezingen hebben, hoe vreemd het ook klinkt, punten van overeenkomst met bijvoorbeeld de Olympische Spelen. Er zijn in dit geval honderdvijftig prijzen te winnen. Deze keer dingen er eenentwintig ploegen mee - of zijn het er toch tweeëntwintig - met in totaal verscheidene honderden kandidaten. Vóór de verkiezingen presenteren de kandidaten zich door middel van activiteiten zoals retorica, moddergooien, tegels lichten, gouden bergen projecteren, woordgevechten, eigen straatje schoonvegen enzovoort. Deze activiteiten leiden er niet rechtstreeks toe, hoe de prijzen worden toegekend, maar wel indirect door de beslissing van een jury, te weten de kiezers. Nadat de kiezers hun uitspraak hebben gedaan, weet men hoeveel prijzen iedere ploeg heeft gewonnen. In het algemeen zijn die ploegen tevreden tot zeer tevreden met de uitslag. Zelden komt het voor dat er wordt toegegeven, dat de uitslag een teleurstellende nederlaag betekent. Altijd is er nog wel een positieve kant aan te zien. En zo niet, dan zal het de volgende keer zeker beter gaan. Wat is nu het punt waarop die Kamerverkiezingen zich zo positief onderscheiden van die evenementen, die hierboven werden genoemd? Dat is niet zomaar een punt, maar een kwestie van essentieel belang. Het mooie is namelijk, dat de winnaars allemaal Nederlanders zijn! Alle prijzen gaan naar landgenoten! Geen enkele buitenlander verstoort het beeld, dat op het virtuele erepodium te bewonderen is. Sterker nog, het feit dat iemand een buitenlander is, diskwalificeert hem/haar automatisch voor deelname aan de strijd.
2012
Wat een hartverwarmende gedachte. Ons land spreekt hierbij niet alleen een woordje mee, nee, niemand anders dan Nederland heeft het hierbij voor het zeggen. Er zijn veel redenen, waarom we nooit ofte nimmer afstand moeten doen van ons democratische stelsel, maar dit is zeker niet één van de minste! Jan Kaas
2012
Oktober 2012
GEDACHTEN OVER DE KAASTASTROFE
W
ie is er bang van EVA?
Om er in te komen, gaan we eerst naar Fukushima Daiichi, waar vorig jaar, op 11 maart, dat ernstige nucleaire ongeluk gebeurde. Daar stonden zes reactoren, waarvan er toen drie in bedrijf waren. Daar in de buurt vond een zeer zware zeebeving/aardbeving plaats. Nu wordt er vaak gezegd, dat die aardbeving de oorzaak van de ramp was, maar dat is eigenlijk niet zo. De werkende reactoren schakelden zich, zoals in het ontwerp voorzien was, automatisch uit. Ze bleven nog wel een paar procent zogenaamde vervalwarmte produceren, die door veiligheidsrelevante koelsystemen werd afgevoerd, evenals de warmte die vrijkwam in een bassin, waarin gebruikte splijtstofelementen waren opgeslagen. Doordat de verbinding met het net was onderbroken, werden die systemen van stroom voorzien door zogenaamde noodstroomdiesels, dertien in getal, die alle automatisch waren gestart, eveneens zoals in het ontwerp voorzien. Zo bleef de situatie zo'n drie kwartier goed onder controle. Toen echter kwamen er uit zee enkele reusachtige vloedgolven, die een gevolg waren van de aardbeving. Ze waren tot meer dan dertien meter hoog. Nu is het onbegrijpelijk, zeker voor wie geen Japanner is, dat zulke golven wel degelijk eerder waren voorgekomen, maar dat de centrale toch maar tegen golven van 5,7 m hoog beschermd was. Het was dus niet iets dat niemand had kunnen zien aankomen. Het water overstroomde de installatie, de dieselgeneratoren vielen op één na uit en de essentiële veiligheidssystemen dus ook. De gevolgen zijn bekend. Ernstige oververhitting en beschadiging van o.m. reactoren, smelten van splijtstof, splitsing van water in zuurstof en waterstof, waarna een waterstofontploffing volgde, vrijkomen van radioactieve stoffen in de omgeving, evacuatie op grote schaal en enorme economische schade. Deze gevolgen hadden misschien minder ernstig kunnen zijn, maar dat is niet gebeurd door de Japanse moeite met improviseren en door de eveneens Japanse terughoudendheid om assistentie van buitenstaanders te aanvaarden (gezichtsverlies!). Het is misschien wel goed om er op te wijzen, dat van de mensen, die er aan het werk moesten, er verscheidene een ontoelaatbare stralingsdosis hebben ontvangen, maar dat er voor zover mij bekend slechts drie (korte-termijn)sterfgevallen waren. Van enkele honderden mensen wordt verondersteld, dat ze een belangrijk verhoogde sterftekans door kanker zullen hebben. Dit, hoe erg ook, tegen de achtergrond van de omstreeks twintigduizend tot dertigduizend mensen, die door de vloedgolven waren verdronken en waar je hier nooit meer over hoort praten. Dit is dus een illustratie van wat er kan gebeuren, als je bijvoorbeeld zo'n natuurverschijnsel niet serieus genoeg neemt. Nu terug naar EVA. Het is in de nucleaire techniek, en denkelijk niet alleen daar, al -tig jaar vereist om bij het ontwerp en de bedrijfsvoering rekening te houden met gebeurtenissen, die van buiten komen. Bij de Duitsers, in ieder geval vroeger in de voorhoede van het nucleaire veiligheidsdenken, heetten die Einwirkungen Von Aussen, afgekort EVA. De meest "prominente" EVA's zijn: aardbeving, neerstortend vliegtuig en gaswolkexplosie. Een overstroming is alleen in bepaalde gevallen relevant. Hoe zo'n EVA werd en wordt ingevuld, hangt van de situatie af. Bij een centrale hier reken je met een minder hevige aardbeving dan bijvoorbeeld in Japan of Iran. Overigens, er is nog een andere EVA, namelijk een terroristische aanslag. Over de maatregelen daartegen komt om begrijpelijke redenen niets naar buiten. Waarom nu deze beschouwing? Welnu, wij Zwijndrechtenaren staan ook bloot aan vergelijkbare risico's. Vooral een overstroming is, waar U het eerste aan zult denken. Tot 1953 kon men zich
2012
daartegen nog verzekeren, maar na de overstromingsramp van dat jaar hebben de verzekeringsmaatschappijen die mogelijkheid uitgesloten. Het is daarom interessant te weten, dat er tegenwoordig dank zij de inspanning van de Vereniging Eigen Huis weer een mogelijkheid bestaat om zich te verzekeren tegen de gevolgen van een overstroming en ook die van een aardbeving, een terroristische aanslag en de ontploffing van een bom die in de grond is achtergebleven. De voorwaarden van zo'n verzekering hangen af van het risico, dat aan het desbetreffende huis is verbonden. Omdat het risico voor de diverse huizen van Zwijndrecht wel niet sterk zal verschillen, wil ik U niet het risicoprofiel onthouden, dat voor mijn huis geldt. 1. Overstromingsrisico De dijkring voldoet voor 100% (landelijke toets 2006-2011). De overstromingskans is kleiner dan gemiddeld. In geval van een overstroming zou het water op max. 5 meter kunnen komen. Rekening is gehouden met de scenario's: overstroming door het falen van regionale kering en combinatie van piekafvoer van de grote rivieren en stormvloed op de Noordzee. 2. Aardbevingsrisico Risico-inschatting: minimaal. Geen aardbevingen bekend, noch tektonisch, noch geïnduceerd. 3. Bommen uit de tweede wereldoorlog Risico-inschatting: minimaal. 4. Terrorisme Risico-inschatting: minimaal. Actueel dreigingsniveau overgenomen van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat klinkt allemaal erg geruststellend, zou ik denken. Alleen die vijf meter water, waar het huis in het allerergste geval in zou komen te staan, dat is toch niet niks. Maar och, op de zolderverdieping zou ik nog net droge voeten houden. En omdat daar een laptop staat, zal ook deze column zelfs nog kunnen verschijnen. Deze zorg kan ik dus van U afnemen. Wat de rest betreft, dan heeft U misschien die verzekering wel. Jan Kaas.
2012
December 2012
GEEN ZUIVELE KOFFIE
E
ens op een dag werd er op de redactie van een dagblad besloten, dat er een korte serie artikelen zou worden gewijd aan de ongerechtigheden in de vastgoedwereld. Één van de verslaggevers werd aangewezen om in het veld overal op onderzoek uit te gaan en bij dezen en genen zijn oor te luisteren te leggen. Hij verzette zich daar wel tegen. "Waarom moet juist ik dat doen? Ik ben nota bene sportverslaggever! Is er niemand van de economische collega's?" "Nee," zo kreeg hij te horen, "die zijn even niet beschikbaar, we hebben nu niemand anders." En zo verliet hij voor enige tijd het redactiebureau, morrend en met zijn laptop en zijn smartphone. Toen hij zich tenslotte weer meldde, was zijn stemming aanzienlijk verbeterd. "Als je het goed bekijkt." zei hij, "dan is het voor een sportverslaggever lang niet zo'n onbekende materie. Kijk, hier heb ik nou een artikel dat ik eens geschreven heb over de misstanden in de wielersport. Let op, als je overal het woord "doping" vervangt door "omkoping", dan ben je al een heel eind opgeschoten in de richting van het verhaal, waar we nu naar toe willen." "Waarom geven of verkopen ze een renner doping en waarom neemt hij dat? Simpel. Hij wil vooraan eindigen en weet, dat hij zo veel meer kans maakt. Sterker nog, misschien maakt hij anders helemaal geen kans. Natuurlijk doet hij wel zijn best om niet opgemerkt te worden. Hoe gaat dat dan in de vastgoedwereld? Het verschil zit alleen in de details. Er is een potentieel project of zo iets, waar bouwondernemers of projectontwikkelaars graag mee aan het werk willen. Iets bouwen of iets verhandelen. Maar er zijn veel gegadigden. Alleen één of een paar kunnen winnen. Welnu, hier komt de doping, herstel, de omkoping, in het spel. Wie de opdracht krijgt, dat wordt bepaald door enkele mensen. Denk daarbij aan personen op sleutelposities in het openbaar bestuur. Gedeputeerden, wethouders, of ook beheerders van grote kapitalen die die willen investeren, zoals bij pensioenfondsen. Die moet je zover krijgen, dat ze jou laten winnen. Of dat ze je waardevolle inlichtingen geven, die een ander niet heeft. Wat bijvoorbeeld ook helpt, is als je de opdrachtgever, wanneer je de opdracht eenmaal hebt, te hoge fakturen laat goedkeuren, waarbij je de winst met hem deelt. Het omkopen kan op allerlei manieren gebeuren, heb ik gemerkt. Om te beginnen kun je natuurlijk geld geven, de meest letterlijke en eenvoudige manier van omkopen. Maar het kan ook anders en in het algemeen minder duidelijk zichtbaar. Een bouwondernemer kan bijvoorbeeld het huis van een bevriende wethouder helemaal opknappen, zonder dat het wat kost. Of hij kan het gebruik van zijn tweede woning ergens in een prettig land aanbieden, natuurlijk ook weer gratis. Of hij kan met de opdrachtgever gezellig, maar vooral duur, uitgaan, waarbij vaak heel veel mogelijk is." "Nu kun je je afvragen, hoe wijd verbreid deze fraude is. In de wielersport zijn we intussen zo ver gekomen, dat we rustig kunnen aannemen, dat iedere renner wel doping gebruikt of ooit heeft gebruikt. Ook zij, die bij hoog en bij laag hun onschuld volhielden, vielen wel vroeg of laat door de mand. Nu de onroerendgoedwereld. Er komen steeds weer nieuwe fraudegevallen aan het licht, nog niet meegerekend de kleine zaken, die de publiciteit niet halen. Voorlopig moeten we er natuurlijk van uitgaan, dat niet iederéén in die wereld een knoeier is. Bij de groep van de opdrachtgevers is er eigenlijk ook geen aanleiding voor, om zo ver te gaan. Aan de kant van de mogelijke omkopers, de vastgoedmensen dus, is dat minder zeker. In de societybladzijden, ook die van ons blad, nemen we allerlei verhalen op over parties en soortgelijke societybijeenkomsten. Steeds weer valt me op, dat er tussen de bezoekers zoveel (meestal erg rijke) mensen uit het vastgoedmilieu zijn. Onwillekeurig ga je je afvragen, of dat vanzelf spreekt. Kan dat wel zuivere koffie zijn? Zo, dit is dus in grote lijnen de stof die ik heb bijeengebracht voor de artikelenserie, die we
2012
willen maken." "Lang niet onaardig, ook die vergelijking met de wielersport. Alleen vraag ik me nu af, of de mensen, onze lezers, dat niet allemaal allang weten. Moeten wij dat nog weer eens een keer naar buiten brengen?" "Ja, het spijt me, ik ben maar een sportverslaggever. Voor mij was het nieuw. Misschien had iemand van de redactie economie dat direct kunnen zeggen. Ik zou zeggen, terwijl U er nog eens over nadenkt, ga ik me graag weer bezighouden met de frisse, zuivere sport!" Jan Kaas