/2020
2020
Tien essays en interviews over onze naaste toekomst
34
dec/jan 2012
/ 2020
Tekst Jop de Vrieze Beeld Jesse Skolnik
1
TECHNOLOGIE
Computers met humor Futuroloog Brian David Johnson adviseert zijn collega’s bij Intel over de chips voor 2020. Hij spreekt daarvoor met pioniers en consumenten en schetst de toekomst: technologie wordt menselijker.
E
en man zit voor een enorm beeldscherm, op een glanzende, zwarte bank. De ruimte, schijnbaar een woonkamer, is verder leeg en donker. De man kijkt serieus en koel, zijn haar is strak achterover gekamd. “Dit is zoals veel mensen de toekomst voor zich zien”, zegt Brian David Johnson. “Maar ik moet hen teleurstellen. Onze omgeving zal er in 2020 helemaal niet zo anders uitzien dan nu. De veranderingen zijn veel subtieler. Maar daarom niet minder opwindend.” Brian David Johnson is futuroloog. Dat is hij niet zomaar voor zijn plezier en hij beschikt ook niet over een glazen bol. Hij adviseert zijn collega’s bij chipbouwer Intel over de nog te ontwikkelen chips, op dit moment die voor 2019 en 2020. Hij werkt daarvoor samen met een antropologe en reist de wereld over om te praten met techneuten, sociale wetenschappers, militaire experts en consumenten. [Op een wetenschapscongres in Dublin voelde Bright hem aan de tand.] In feite is Johnson een nazaat van Gordon Moore, medeoprichter van Intel en bedenker van de beroemde Wet van Moore, die hij in 1965 poneerde en die nog altijd geldt. Die dec/jan 2012
wet – dat ieder jaar twee keer meer transistors op een even grote chip passen en een chip met dezelfde capaciteit dus twee keer zo klein wordt - is niet alleen verbazingwekkend bruikbaar gebleken, doordat ie zo concreet is, is het geen voorspelling maar een doel en dus een self-fullfilling prophecy geworden. Dat is ook waar Johnsons werk om draait. “De toekomst is niet iets wat gewoon gebeurt, het is iets waar we zelf naartoe werken.” Het is dankzij de kleinere en betere computerchips dat onze computers en smartphones maar ook heel veel andere apparatuur de afgelopen decennia zoveel slimmer zijn geworden. Alleen al daarom is het interessant wat de futuroloog van ’s werelds grootste chipbouwer over onze toekomst te zeggen heeft. De komende jaren, zegt Johnson, zal het niet meer alleen gaan over sneller en kleiner, maar vooral over wat we willen met de chips. Over de menselijke kant van de technologie. De verkleining zal voorlopig nog doorgaan, verwacht Johnson, en een cruciaal punt bereiken: rond 2020 zullen de chips naar zijn verwachting nog maar zeven nanometer 35
/2020
groot zijn (een nanometer is een miljoenste millimeter). De geest van de computers noemt Johnson dat. “Er komt een kantelpunt waarop we niet langer zullen zeggen: past hier een chip in, maar heeft het nut om hier een chip in te stoppen? We kunnen dan alles in onze omgeving veranderen in een computer; deze tafel, deze pen, deze beker.” Internet of things, wordt dit fenomeen ook wel genoemd. “Het zal zijn alsof we ín een computer leven.”
Willen we dat wel?
Nu al lijkt het af en toe of de technologie niet langer ons dient, maar wij onze technologie. Johnson deelt die analyse niet. Bovendien, hij ziet ook een kentering: de laatste jaren hebben wij ons aangepast aan onze technologische omgeving, de komende jaren zal de omgeving steeds meer afgestemd worden op ons. Hij gaat nog een stap verder: we zullen relaties ontwikkelen met onze computers. “Het kan zijn dat jij geen ochtendmens bent. Je smartphone zal je dan ’s ochtends op een milde maar dwingende manier wekken, en je op dat vroege tijdstip niet overladen met informatie. Wanneer je baas je op dat tijdstip belt, schakelt hij niet je beeldtelefoon in maar toont nog even je avatar, tot je gezicht is uitgevouwen. Je smartphone zal daarbij menselijke trekjes krijgen. Siri, de personal assistant van de iPhone, vormt daar een voorloper van. Zijn toekomstige opvolger zal je oppeppen of complimenteren wanneer je dat nodig hebt, en zwijgen wanneer dat beter is. En, als klap op de vuurpijl, hij zal je gevoel voor humor delen, op basis van een profiel van je smaak en persoonlijkheid. Waarom we dat zouden willen? Johnson: “Heel simpel, iemand die we grappig vinden, vinden we sympathieker én intelligenter.” Al die intelligente toepassingen komen voort uit wat Johnson ‘the secret life of data’ noemt. Computerprogramma’s en machines zullen buiten ons om met elkaar communiceren om zo informatie uit te wisselen die ons uiteindelijk ten goede komt. Zoals de automatische piloot van een vliegtuig zelf uitrekent hoe het toestel moet vliegen, gaat dat voor steeds meer processen in onze omgeving gelden. 36
Awesome
Johnson is een uitgesproken techno-optimist. Hij schroomt niet om regelmatig het woord awesome in de mond te nemen, zelfs wanneer hij half november om acht uur ‘s ochtends aan de lijn hangt om wat aanvullende vragen te beantwoorden. Toch ontkent hij niet dat er ook angsten bestaan, en dat die soms reëel zijn. Hij gelooft niet in doemscenario’s zoals Terminator, of vergaande concepten zoals singulariteit – het moment waarop technologie intelligenter zal zijn dan de mensheid. Weliswaar zullen machines steeds meer buiten ons om met elkaar gaan communiceren, maar, zegt Johnson: ”De computers, modellen en data die we genereren, zijn altijd gemaakt door mensen. We zullen niet alles bevatten, maar ze zullen ons niet voorbij streven.” Op concrete voorbeelden gaat Johnson serieuzer in. Zo is er de vrees dat onze smartphones ons dommer maken, omdat we ons geheugen offloaden naar onze apparaten. Maar, zegt Johnson, deden we dat niet al met onze verhalen, door ze op te schrijven? Bovendien, gaat hij verder, uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we dankzij onze computers niet minder, maar anders denken. “We graven niet meer in ons geheugen naar het antwoord, maar naar de plek waar we het kunnen vinden. En dat gaat sneller dan het herinneren. We worden dus efficiënter.” In iedere ontwikkeling moet volgens Johnson een vraag centraal staan: hoe helpt het ons mens te zijn? Binnen die gedachte blijft technologie altijd dienstbaar aan de mensheid. Slimmere apparaten en sensoren bijvoorbeeld kunnen onze gezondheid preciezer monitoren, databanken bieden inzicht in patronen van ziekte. “En daar worden wij weer beter van.” Ondanks zijn eindeloze vertrouwen in een mooie toekomst, is Johnson wars van extreme toekomstschetsen. Onze woonkamer zal er als het aan hem ligt in 2020 nauwelijks anders uit zien. ”De meeste mensen willen niet dat hun omgeving compleet verandert en dat is prima. We moeten onze tijd niet verdoen met mijmeren over jet packs en menselijke robots. Laten we ons richten op de gebieden waar we echt het verschil kunnen maken. Daar hebben we al genoeg werk aan.” dec/jan 2012
/ 2020
Tekst David Nieborg
2 politiek
Nerds winnen verkiezingen Politieke campagnes in 2020
B
ehalve Barack Obama zijn de morele winnaars van de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2012 de onderzoekers, de rekenaars en de hipster-programmeurs met lange baarden. Zwemmend in data, geïnspireerd door video games, en uit de schoot gekropen van Facebook, Google en Twitter zijn het de nerds die vanaf nu vast onderdeel zullen uitmaken van elke zichzelf respecterende politieke campagne. In de woorden van Obama’s politiek adviseur David Axelrod: “We hadden een stel hele slimme mensen. De meesten hadden mijn kinderen kunnen zijn. Zij hebben, net als in 2008, deze campagne opnieuw uitgevonden.” Amerikaanse presidentscampagnes vinden zichzelf iedere cyclus opnieuw uit en zijn mede daarom elke vier jaar weer een belangrijk ijkpunt om te kijken naar de laatste stand van zaken in de wereld van communicatie- en mediatechnologie. In 1996 hadden kandidaten hun eerste websites. In 2000 werden er online donaties opgehaald. In 2004 werden er online op grote schaal offline evenementen georganiseerd. En in 2008 werden nieuwe tools en technologieën zoals Facebook en de iPhone door de Obama-campagne op onnavolgbare wijze ingezet. Alle deze inzichten en nieuwe toepassingen gaan mee naar de volgende cyclus en maken campagnes nog effectiever. De verkiezingscampagnes in 2020 zullen nog groter en nog duurder zijn. Nog allesomvattender. Geen enkele dec/jan 2012
Amerikaan zal veilig zijn voor een maandenlang bombardement aan uitgekiende en zeer precieze stukjes informatie. Alle mogelijke psychologische trucjes zullen uit de kast worden gehaald. Alles wat je ooit online gedaan hebt, is opeens relevant en wordt door campagnes en derden gebruikt om je een richting op te duwen. Vriendschappen zullen, zonder dat vrienden het doorhebben, strategisch ingezet worden door campagnes. Campagnes worden nog veel, veel persoonlijker. Hoe kan het ook anders als kandidaten vijf miljard dollar hebben om in een jaar uit te geven.
Volledig voorspelbaar
Het is niet zo dat de nerds de verkiezingen van 2012 letterlijk voor Obama gewonnen hebben. Hoeveel tweets, pins, wallposts of regels Pythonprogrammeercode je er tegenaan gooit, verkiezingen worden bepaald in het stemhokje door kiezers, vooralsnog niet door programmeurs. Hoewel... diezelfde data-analisten en programmeurs zouden ervoor kunnen zorgen dat de verkiezingsuitslag in 2020 volledig voorspelbaar is. Ruim voor de stembussen in belangrijke Amerikaanse staten sloten, wist Obama al dat hij gewonnen had. De jongens van zijn ‘Analytics-team’ wisten het tegen die tijd 99,9 procent zeker. Sterker nog, ze wisten het eigenlijk al de hele dag. De ster van deze Amerikaanse verkiezingen was dan ook ene Nate Silver, een blogger voor de New York Times. Hij is de koning van de nerds. Je kon
in oktober en november van 2012 geen Amerikaanse tv aanzetten of zijn naam kwam even voorbij. Op zijn blog FiveThirtyEight besprak hij tot vier cijfers achter de komma wat op dat moment de kansen waren van Obama en Romney. Uiteindelijk wist Silver voor elke staat de juiste uitslag te voorspellen. In 2020 zullen er duizenden Nate Silvers zijn. Voorbij is de tijd dat experts op televisie op hun gevoel voorspellen. Met genoeg gegevens zal de verkiezingsuitslag uren of misschien zelfs wel dagen voor de stembussluiting bekend zijn. Behalve als het weer omslaat en orkanen de boel in de war gooien. En met de huidige uitstoot van broeikasgassen is die kans in 2020 natuurlijk groter dan ooit. Als de Amerikaanse verkiezingen van 2012 iets duidelijk hebben gemaakt, is het wat een campagne kan met grote hoeveelheden data. De tijd van grootscheepse verspilling van geld, tijd en middelen lijkt voorbij. Reclamespotjes, online advertenties, banners, emails en andere digitale boodschappen zullen gerichter ingezet worden dan ooit tevoren. Duurde het in de jaren zeventig weken om een televisiespotje te maken om dat vervolgens landelijk uit te zenden, in de jaren negentig werd in een paar uur een specifieke spotje gemaakt, gemikt op staatsniveau. Dit jaar ging het overtuigen van kiezers terug naar de basis, de individuele kiezer. Vrouwen in Ohio of Latino’s in Florida, allemaal werden ze in 2012 net even anders benaderd. 37
/2020
Met goede data en met goede software kunnen campagnes gerichter schieten dan ooit. Of anders gezegd, het onderbuikgevoel van politieke adviseurs die decennialang voor veel geld hun ervaring verkochten, is in 2020 alleen nog maar iets waard als het wordt aangevuld met empirisch onderzoek. Van elke kiezer zal er een zeer uitgebreid profiel zijn dat uit tienduizenden datapunten bestaat die stuk voor stuk bepalen hoe iemand van waarde kan zijn voor een campagne. Campagnestrategen aan de linker- en rechter kant zijn het over een ding eens: niets is effectiever om kiezers te overtuigen dan mens-tot-mens contact. Uiteindelijk is stemmen een fundamenteel sociaal proces dat redelijk besmettelijk blijkt te zijn. Uit onderzoek van politicologen en gedragswetenschappers blijkt dat meer mensen gaan stemmen als ze een zetje krijgen. Of dat zetje nu gegeven wordt door middel van een goed gerichte email van een Facebookvriend of omdat een vrijwilliger aan de deur komt om te herinneren dat iemand de afgelopen verkiezingen ook Democratisch heeft gestemd. In 2020, een tijd van constante online communicatie, zal interpersoonlijk contact tussen kiezers nog veel waardevoller zijn. De ironie van deze tijd is dat kiezers de komende jaren zelf die kiezersprofielen aan het opbouwen zijn. Met elke online aankoop, elke ‘like’ op Facebook, elke tweet en klik bouw je onbewust een buitengewoon rijk databestand op dat meer over je gedrag en voorkeuren kan vertellen dan je eigen moeder. En beter kan voorspellen wat je toekomstige gedrag zal zijn dan de mensen om je heen. In 2020 weet een campagne wat je gaat stemmen voordat je het zelf weet. Iemand hoeft het je alleen nog even te vertellen. En Nederland? Hoe zien de verkiezingen van 2020 er in Nederland uit? Welke tools worden hier ingezet en welke digitale strategie zal bij ons domineren? Die vraag is vrij simpel te beantwoorden. De Nederlandse politiek is gefragmenteerd, partijen zijn conservatief en hebben geen cent te makken. Wat betreft digitale innovatie zullen de Nederlandse verkiezingen in 2020 verlopen zoals de Amerikaanse verkiezingen van 2012: door slim kiezersprofielen op te bouwen en mensen persoonlijker te benaderen. 38
De toekomst in films Tekst Peter Teffer
3 kunst
2015 HOVERBOARD Het is bijna 2015, het jaar waarin Back to the Future 2 zich afspeelt. Vorig jaar konden 1500 mensen hun spaargeld opmaken bij een veiling voor replica's van de Nike Mag (“Power laces. All right!”). Maar de hoverboard van Marty McFly laat op zich wachten. De Facebookpagina 'Its 2010, where the hell is my hoverboard!?' kreeg al 144.000 likes. De stand van de huidige technologie is echter nog lang niet zo ver dat een zwevend skateboardachtig apparaat het gewicht van
een mens kan dragen. Slate.com zette een aantal initiatieven op een rij: Franse onderzoekers kwamen het dichtst bij, maar hun board zweeft alleen bij min 200 graden en boven een magnetisch spoor. Speelgoedfabrikant Mattel heeft eerder dit jaar overigens wel een officiële replica in de verkoop gedaan, maar die kon niet zweven. Voor de echte fans overigens geen beperking, want de Back to the Future™ Hoverboard (Prop Replica) is inmiddels uitverkocht.
dec/jan 2012
/ 2020
2017
Humanoids In de film Surrogates gebeurt waar cyberpessimisten zoals Andrew Keen en Sherry Turkle voor waarschuwen: niemand verlaat nog zijn huis en iedereen communiceert alleen nog via een elektronisch medium. In dit geval een perfect lijkende robot. De personages uit Surrogates sturen in 2017 alleen nog hun humanoids de straat op. De komende jaren hoeven we dat echter nog niet te verwachten. Er zijn robots die zelfstandig kunnen lopen, zoals de ASIMO, en er zijn robots die verbluffend realistisch op mensen lijken, zoals de Geminoid-robots van Hiroshi Ishiguro. Vorig jaar heb ik in Denemarken de Geminoid-DK ontmoet, een zeer gedetailleerde kopie van onderzoeker Henrik Schärfe. Het was een rare gewaarwording om alleen met de robot in een kamer te zitten en Schärfe ervaart de robot ook als zijn tweede lichaam. Maar gedetailleerde robots als de Geminoid kunnen (nog) niet lopen, en dat lijkt momenteel ook geen slim plan. Die dingen kosten meer dan 100.000 euro, je wilt niet dat zoiets per ongeluk onder de tram komt.
dec/jan 2012
2019
2020
Klonen
Emigratie naar Mars
Regisseur Michael Bay vond één Scarlett Johansson niet genoeg. In de film The Island (zich afspelend in 2019) speelt zij een kloon. Ze is, net als medekloon Ewan McGregor, gekweekt voor het geval hun 'echte' evenknieën iets overkomt. Een soort levend reservelichaam. In de echte wereld lijkt dat nog ver weg. Wetenschappers zijn voorzichtig met het melden van doorbraken in het klonen van mensen sinds Woo Suk Hwang werd ontmaskerd. Deze ZuidKoreaan claimde dat hij stamcellen had gewonnen uit gekloonde menselijke embryo's, maar dat bleek niet waar. Toch gaat het onderzoek door en lijkt het een kwestie van tijd voordat menselijke klonen technisch mogelijk zijn. Maar de kans dat iedereen zijn eigen Scarlett krijgt is momenteel nihil. Ethisch kleven er gigantische bezwaren aan het klonen van mensen en er is politiek dan ook geen draagvlak voor. In 2009 kregen twee Nederlandse artsen een boete van 22.000 euro omdat ze patiënten met stamcellen behandelden.
Half november werd dankzij het Marsautootje Curiosity bekend dat de atmosfeer van Mars genoeg straling tegenhoudt om niet dodelijk te zijn voor rondwandelende mensen. Volgens de film Mission to Mars komt er zo'n bemande missie in 2020. Ondernemer Elon Musk uitte zich onlangs in Wired optimistisch over het plan van zijn ruimtevaartbedrijf SpaceX voor ‘een nextgeneration raket die goedkopere brandstof gebruikt en volledig herbruikbaar is’. Want dat is het probleem: al lukt het om Mars te bereiken, de terugweg is nog veel moeilijker. Hoeft ook niet, zeggen de initiatiefnemers van Mars One. Zij willen in 2023 een viertal kolonisten naar Mars sturen. Medeoprichter Bas Lansdorp noemt het project ‘emigratie’. Plannen voor een bemande missie naar de rode planeet zijn trouwens decennia oud. Begin jaren vijftig schreef de Duitse wetenschapper Wernher von Braun al het boek Das Marsprojekt, met daarin een plan voor een Marsreis. Die had in 1965 plaats moeten hebben.
2027
Onvruchtbaarheid De plot uit Children of Men is niet uitgekomen: in tegenstelling tot in de film zijn er sinds 2009 gewoon nog kinderen geboren. De reden van de wereldwijde onvruchtbaarheid wordt door filmmaker Alfonso Cuarón bewust niet gegeven. De kracht van de film, die zich afspeelt in 2027 is dan ook de weergave van welke gevolgen massale onvruchtbaarheid voor de wereld zou hebben: hopeloosheid, angst en apathie. Zou het een bacterie kunnen zijn geweest? Een bacterie als MRSA wordt immers steeds resistenter. Die bacterie, ook wel 'ziekenhuisbacterie' genoemd, is vooral te vinden in ziekenhuizen en andere plekken waar veel antibiotica worden gebruikt, zoals boerderijen. Wetenschappers proberen wel om medicijnen te ontwikkelen die de bacterie aankunnen, maar als in een kat-en-muis-spel verschijnt er dan vaak toch weer een variant die resistent is.
39
40
dec/jan 2012
/ 2020
Tekst Marjolein van Trigt
4 e-commerce
Baas van eigen data Consumenten krijgen meer macht over hun eigen data en draaien de rollen van koper en verkoper om. Zij laten in de toekomst aan de hele online markt weten dat ze iets willen kopen, in plaats van dat de markt hen iets opdringt.
D
avid ‘Doc’ Searls is onder andere blogger, journalist, wetenschapper en schrijver van The Intention Economy en The Cluetrain Manifesto. Hij is ook de man achter Vendor Relationship Management. Met VRM probeert hij de mate van controle van individuen op bedrijven te vergroten. Zo voorspelt hij dat consumenten in de nabije toekomst veel meer macht over hun data zullen krijgen. Bedrijven die zich niet aanpassen aan deze omslag zullen afsterven, Facebook voorop.
Eh, wat is Vendor Relationship Management?
Bedrijven houden zich bezig met Customer Relationship Management. Hoe binden ze klanten aan zich? Wij denken vanuit de positie van de klant. Welke relatie heeft hij met het bedrijf? Vandaar Vendor Relationship Management, of VRM. Op dit moment proberen we met VRM drie doelen te bereiken. Consumenten moeten zelf het beheer van hun persoonlijke data in handen krijgen, of ervoor kiezen om ze te laten beheren. Ze moeten hun eigen algemene voorwaarden kunnen opstellen. En ze moeten aan de hele online markt kunnen laten weten dat ze iets willen kopen, in plaats van dat de markt hen producten opdringt.
Wat is er mis met de huidige online markt?
De traditionele markt is logisch, in de ogen van een klant. Je weet tegen wie je praat. De verkopers herkennen je als je vaker langskomt. De online markt zit veel minder begrijpelijk in elkaar. Dat komt voornamelijk omdat we er voortdudec/jan 2012
rend worden achtervolgd. Je tweet iets over schoenen en op de volgende website die je bezoekt, krijg je een advertentie voor schoenen te zien. Dat is raar. Het werkt bovendien niet goed. Ik krijg voortdurend advertenties te zien die niet bij me passen, omdat bedrijven data over me hebben die niet kloppen. Ik zie reclames voor singles van onder de dertig, reclames voor flyfishing. Ik ben 65 jaar oud, 22 jaar getrouwd. Ik was 18 toen ik voor het laatst ging vissen. Bedrijven verzinnen een nieuwe werkelijkheid die niet klopt. Dat is gestoord en het is verkeerd.
Kan het wel anders?
Natuurlijk. Bedrijven moeten op een persoonlijk niveau gaan communiceren. Laat consumenten hun eigen algemene voorwaarden opstellen. Ok, voor Coca Cola is er geen noodzaak om zoiets te doen. Maar voor telecombedrijven en banken is het heel verstandig. Er komt een klasse bedrijven aan die wij fourth parties noemen. Zij werken in opdracht van jou, als consument. Als jij wil dat er beperkingen komen op de manier waarop jouw data online worden gebruikt, dan helpen zij je daarbij. Banken zijn geïnteresseerd in de positie van vierde partij. Een voorbeeld: ik ben fotograaf en ik wil graag een Canon 5D Mark III kopen, zodra die minder kost dan drieduizend dollar. Dat geld kan ik op de bank zetten, gemarkeerd voor deze specifieke transactie. De bank helpt me een verkoper te vinden en maakt het geld over zodra die zich aandient. Dat is intentcasting. Interessant voor de klant èn voor de bank. 41
/2020
Tekst David Lemereis
BIO 5
Organisaties baseren hun verdienmodel op big data. Waarom zouden ze met iedere klant afzonderlijk in gesprek willen?
De juridische afdeling van een groot bedrijf zal daar inderdaad niet om staan te springen. Die werkt liever met standaardcontracten waarbij alle aansprakelijkheid bij de gebruiker ligt. Maar sommige gebruikers komen zelf met vriendelijkere voorwaarden dan het bedrijf ooit heeft overwogen. De salesafdeling ruikt waarschijnlijk wel mogelijkheden.
Welke mogelijkheden biedt VRM bedrijven?
Neem bijvoorbeeld KPN. Zij hebben veel informatie over hun klanten. Met het merendeel doen ze waarschijnlijk niets, vanwege allerlei privacyregels. Met de toestemming van de individuele klant kunnen ze daar veel meer mee. Laat ze bijvoorbeeld een back-up van onze data voor ons beheren. Ik heb waarschijnlijk wel tien terabyte aan data in mijn huis: fotografie, filmpjes, dingen die ik heb geschreven. Het zou fantastisch zijn als ze dat voor me willen ordenen en bewaren. Daar wil ik wel voor betalen.
Maar waarom zouden we bedrijven nog meer persoonlijke data toevertrouwen?
Omdat we daar allebei baat bij hebben. Mijn vrouw en ik hebben samen zo’n vier miljoen frequent flyer miles bij United Airlines. Zij mogen van mij zó al mijn reisdata hebben. Dan moeten ze wel rekening houden met onze voorkeuren. Ik zit graag aan een schoon raam. Mijn vrouw heeft lange benen, die wil liever bij het gangpad. We zijn allebei bereid om onze plaats op te geven als er een familie bij elkaar moet zitten. Het is handig voor United Airlines om zoiets van te voren te weten.
Zijn bedrijven wel in staat om al die individuele data te beheren?
Sommige wel, sommige niet. Op dit moment is niemand er toe in staat. Maar alle oude bedrijven hebben een probleem. De wereld wordt gereorganiseerd door individuen. Hun eigen klanten worden steeds mondiger en machtiger. Ze krijgen steeds meer wapens, van adblocker en do not track, tot nieuwe diensten die je in staat stellen om alleen vrij te geven wat je wil vrijgeven. Dat komt eraan. VRM zal de markt verbeteren. Bedrijven die de omslag niet maken, zullen afsterven of worden overgenomen. Ik voorspel overigens dat Facebook tot die laatste groep behoort. Je zou denken dat een bedrijf als Facebook in de perfecte positie zit voor dit soort dingen. Maar ze willen adverteren. En dat is een probleem. Wat Facebook volgens mij moet doen, is hun gebruikers de mogelijkheid geven om te betalen voor meer privacy. Voor tien dollar per maand zijn je data veilig en krijg je geen advertenties te zien. Dat zou een geweldige business voor ze zijn. Er zijn zat oudere mensen die tien dollar per maand overhebben om contact met de kleinkinderen te onderhouden, in de veilige wetenschap dat niemand hun data doorverkoopt. 42
biotechnologie
Hacken gaat niet alleen meer over het aanpassen van soft- en hardware maar steeds vaker over het hacken van wetware oftewel biologische organismen.
D
e ‘ten minste houdbaar tot’ datum op de verpakking is overschreden maar de kipfilet ruikt niet bedorven. Voor de zekerheid toch maar weggooien? Ziekmakende bacteriën zouden het vlees zo maar eens bedorven kunnen hebben. Over niet al te lange tijd hoef je niet meer op je neus te vertrouwen maar juist op bacteriën. Een groep Groningse studenten ontwikkelde speciaal voor vlees de Food Warden, een verpakkingssticker met genetisch aangepaste bacteriën die beter dan jouw neus ‘ruiken’ of het vlees wel of niet bedorven is. De bacteriën in de sticker kleuren geel zodra het vlees begint te bederven. Het Groninger studententeam won met hun vinding begin november de internationale Biotech iGEM-competitie in Boston. Meer dan 170 studententeams wereldwijd ontwierpen met genetische technieken levende systemen voor deze jaarlijkse International Genetically Engineered Machine (iGEM)-competitie. Het verbijsterende is niet zo zeer dat Groningen de eerste plaats haalde, maar dat groepen studenten wereldwijd in staat zijn om in slechts een paar maanden tijd bacteriën genetisch zo te wijzigen dat ze eigenschappen krijgen die in de natuur niet voorkomen. En dat doen ze met gestandaardiseerde, uitwisselbare gen-onderdelen, zogeheten BioBricks die je online kan bestellen. Zo bouwde het team van TU Delft een gistcel die een ziekte als tuberculose kan ruiken en werkte het team van Eindhoven aan de ‘elektro-biologische tv van de toekomst’ waarbij genetisch aangepaste gistcellen gekleurd licht afgeven als je een stroompje op de cellen zet, net zoals een pixel van een lcd-scherm, Het zijn slechts enkele voorbeelden die aangeven hoe de synthetische biologie zich de laatste jaren in een razend tempo heeft dec/jan 2012
/ 2020
HACKING ontwikkeld. Biotech-onderzoek vond tien jaar geleden doorgaans alleen plaats in peperdure labs van universiteiten en onderzoeksinstituten. Maar de synthetische biologie dringt nu langzaam ook door tot de zolderkamer. Wereldwijd doen gepassioneerde hobbyisten in zelfgebouwde, betaalbare thuislabs aan Biotech-onderzoek. Ze noemen zich zelf biohackers.
Zolderkamer
De biohackers zijn op een missie om Biotech uit het professionele lab naar de zolderkamer te halen. Deels uit passie of gewoon om aan te tonen dat je een biolab dankzij alsmaar goedkoper en beter wordende technologie ook op je zolderkamer kan runnen. Maar vaak ook uit een idealisme geïnspireerd door het succes van de open-sourcecomputerbeweging. Zij willen de wijsheid van de gemeenschap inzetten voor het algemene goed. Biologische informatie is een fundamenteel recht van iedereen en de biowetenschappen moeten volgens biohackers toegankelijk zijn voor iedereen zonder dat daar bakken met geld aan verdiend hoeven te worden. Zo bouwde Kay Aull, afgestudeerd in biological engineering aan MIT, een biolab in haar slaapkamerkast waarmee ze zelf DNA-testen kon uitvoeren. Bij haar vader was niet lang daarvoor een erfelijke kwaal vastgesteld. Aull sprokkelde via eBay in anderhalve maand voor nog geen 500 dollar professionele maar afgedankte lab-apparatuur bij elkaar waarmee ze haar eigen DNA testte. De ziekte-veroorzakende mutatie bleek ook in haar genen voor te komen. Aull wilde met haar experidec/jan 2012
ment aantonen wat een burger met een paar honderd dollar thuis kan doen. De Ierse biohacker Cathal Garvey ging nog een stap verder. Hij bouwde in zijn moeders huis een compleet gecertificeerd biolab waar hij opensource DNA-kits en apparatuur ontwikkelt zodat iedereen kan leren hoe je bacteriën genetisch kan modificeren. Hoe makkelijk dat is, toonde Garvey vorig jaar tijdens een outdoor biohacking evenement. In een tent liet hij met wat eigengebouwde apparatuur, zout, alcohol en vaatwasmiddel zien hoe je DNA uit een banaan kan onttrekken. Hij gebruikte daarvoor onder andere de DremelFuge, een door hem ontwikkelde centrifuge die draait op de populaire Dremel micro-boor-slijpmachine, waarmee je vloeibare stoffen in buisjes van elkaar kan scheiden. Iedereen met een 3d-printer kan de tekeningen downloaden en de DremelFuge zelf printen voor een fractie van de prijs van een professionele centrifuge. Garvey gebruikt ook een OpenPCR, een open source DNA-kopieermachine waarmee hij duizenden kopieën van DNA maakt. De OpenPCR heeft de prijs van een iPad en bedien je met hetzelfde gemak waardoor doehetzelf DNA-onderzoek aanzienlijk toegankelijker wordt voor het grote publiek. In Amerika kunnen burgers in de eerste gemeenschappelijke bio-laboratoria onder begeleiding bio-experimenten met professionele labapparatuur uitvoeren en cursussen over biowetenschappen volgen. In het Californische Biocurious lab kom je op zaterdag families met kinderen tegen die zich over reageerbuisjes en petrischaaltjes
buigen om bacteriën genetisch te modificeren zodat ze licht geven. Het New Yorkse Genspace biolab biedt de burger-wetenschapper een hele reeks aan experimenten en cursussen waaronder DIY neurowetenschappelijk onderzoek zoals optogenics. Cursisten leren hoe ze door het combineren van genen met glasvezelkabels en laserlicht de neuronen in het brein van vliegenlarven kunnen beïnvloeden en daarmee de bewegingen van larven kunnen manipuleren. Ook in Nederland beginnen de biohackers in beweging te komen. Tijdens de eerste bijeenkomst van de Dutch DIY Bio Group eerder dit jaar demonstreerden drie Nederlandse biohackers een simpel malaria-detectieapparaat dat ze voor slechts 50 euro in elkaar knutselden. Het zelfgebouwde apparaat bestond uit een schoenendoos, een gedemonteerde haarföhn, wat plakband en simpele elektronica waarmee ze DNA van de malariaparasiet in bloedmonsters konden aantonen. Betaalbare DNA-analyse komt hiermee dankzij de creativiteit en inzet van hobbyisten binnen bereik van de medische wereld in ontwikkelingslanden. Wat biohacken de wereld in 2020 nog meer zal brengen, is nog maar de vraag. Een ding is zeker. De biohackers volgen in de voetsporen van eerdere pioniers zoals Steve Jobs, Steve Wozniak en Bill Gates die vanuit hun garages met passie hun ideeën verwezenlijkten en onbewust het tijdperk van Personal Computing inluidden en daarmee een revolutie teweegbrachten die niemand destijds had durven dromen. 43
/2020
Nano Supermarkt 6
Nano technologie
4. 1.
2. 3.
1. Wallsmart
2. FluDoc
3. Nansense
4. Conception Control
Mensen houden van verandering. Wij passen ons interieur vaak aan om het weer fris eigentijds te maken. Bespaar jezelf dat rennen naar de bouwmarkt en de moeite van het schilderen. Gebruik Wallsmart! Met Wallsmart zijn muren met één druk op een knop van kleur te veranderen met de Wallsmart smartphone app. Het enige wat je hoeft te doen is uit het menu een kleur te kiezen. Het draadloze computer netwerk en de nanotechnologie in de verf doen de rest. Haalbaarheid in ontwikkeling
De FluDoc is een persoonlijke grieptest die gebruik maakt van genetisch gemodificeerde bacteriën die gevoelig zijn gemaakt voor menselijke griepvirussen. Vergelijkbaar met de kanariepietjes die in de kolenmijnen werden gebruikt om voor gevaarlijke gassen te waarschuwen, detecteren de bacteriën in de FluDoc of je griep hebt. De FluDoc wordt geleverd met diverse capsules, welke testen op de laatste griepvirussen. Extra capsules voor de meest recente virussen zijn los verkrijgbaar. Haalbaarheid in ontwikkeling
Jarenlang hebben we gebruik gemaakt van slaappillen en alarmwekkers om te reguleren wanneer ze slapen en wanneer ze wakker worden. Het Nansense polshorloge biedt je nu een natuurlijke manier om je dagelijkse ritme te reguleren. Met behulp van pijnloze naalden op nano-schaal monitort en regelt Nansense het niveau van cortisol en melatonine in je lichaam, de hormonen die het dagritme bepalen. Moet je een deadline halen? Draai de knop om, om op een prettige manier wakker te blijven. Haalbaarheid misschien
Het condoom Conception Control, geïmpregneerd met kunstmatige nano-antigenen, laat alleen sperma met het juiste chromosoom door: X voor meisjes, Y voor jongens. Conception Control staat garant voor een kind met het geslacht van je keuze. Maakt het kiezen van een naam en de juiste kleuren voor de babykamer een stuk eenvoudiger. Ideaal voor gezinnen die behoefte hebben aan een mannelijke erfgenaam. Haalbaarheid misschien
44
dec/jan 2012
/ 2020
Voor de tweede keer presenteerde Next Nature Network tijdens de Dutch Design Week een rijdende supermarkt gevuld met nanoproducten die in de komende tien jaar op de markt zouden kunnen komen. Bedoeld om discussie uit te lokken over de impact van nieuwe technologie op ons dagelijks leven en van nanotechnologie in het bijzonder. www.nanosupermarket.org
5.
6.
7.
8.
5. Swallowable Parfum
6. Rayfish Sneakers
7. Energy Belt
8. Magic Meatballs
De Swallowable Parfum-capsule zorgt van binnenuit dat je lichaam van top tot teen een heerlijke geur verspreidt. Eenmaal ingeslikt, reizen de parfummoleculen door je lichaam en worden uitgescheiden wanneer je transpireert. De sterkte van de geur is afhankelijk van temperatuur, stress of seksuele opwinding. Maak van je natuurlijke geur een verleidelijke en zeer persoonlijk parfum. Haalbaarheid misschien
Altijd al gedroomd van een uniek paar gepersonaliseerde sneakers? Op Rayfish.com kun je je eigen sneaker ‘groeien’ van genetisch gemodificeerd roggenleer. Met onze online design tool kun je het DNA van bestaande dieren patronen remixen tot iets dat de natuur niet had kunnen bedenken. Na een goed leven in onze Thaise viskwekerij wordt van de volgroeide rog, met jouw ontwerp op zijn huid, een uniek paar roggeleren sneakers gemaakt. Eén vis, één schoen. Haalbaarheid misschien
Dankzij de Energy Belt is je overtollige vet niet langer een blok aan je been, maar een handige energiebron. Kunstmatige pro tocellen in de riem bootsen bruin vet na, en zetten wit vet om in ATP. Deze chemische energie kan worden gebruikt als energiebron voor van alles, van mobiele telefoon tot pacemaker. Eet wat je wilt , en zeg je lidmaatschap van de sportschool voorgoed op. De Energy Belt vermindert de kosten van je elektriciteitsrekening, terwijl je taille slinkt. Haalbaarheid misschien
Nu de bevolkingsomvang op de aarde groeit tot 9 miljard mensen wordt het onmogelijk vlees te blijven produceren zoals we dat vandaag doen. Kweekvlees van dierlijke cellen gegroeid in bioreactors zou een duurzaam alternatief kunnen bieden. De Magic Meatballs laten je kinderen op speelse wijze kennis maken met kweekvlees. De balletjes komen in verschillende smaken en kleuren. Ze zitten vol vitaminen, omega-3 en knisperen in je mond! Haalbaarheid in ontwikkeling
dec/jan 2012
45
/2020
7
Tekst Arnoud Groot
datamining
Slimme software leert steeds nauwkeuriger het specifieke gedrag van criminelen te herkennen. Het voorspellen van misdaden, zoals in de film Minority Report, klinkt als het jaar 2020 maar is eigenlijk al begonnen.
“I
k verwijs graag naar science fiction-films”, vertelt John Borking, internetonderzoeker aan de Leidse universiteit. “Die visualiseren vaak waar we heengaan als maatschappij. Al was het alleen maar omdat ze mensen op ideeën brengen.” In Minority Report (2002) gebruikt een speciale politieeenheid - ‘PreCrime’ - de visioenen van genetisch gemodificeerde mediums (‘precogs’) om details van toekomstige misdaad te onthullen. Borking, tevens voorzitter van een denktank die de Europese commissie adviseert inzake technologie en privacy: “Vervang die mediums door computers en databases, en je hebt een heel krachtig toekomstscenario.” Een toekomstscenario waarvan Marten den Uyl inmiddels meerdere hoofdstukken meeschreef. Met zijn firma Vicar Vision maakt hij onderdeel uit van het slimme camera-consortium ‘Watching People Security Services’. Bezoekers van het Utrechtse winkelcentrum Kanaleneiland worden sinds kort gevolgd door de slimme camera’s van Den Uyl en consorten, die op basis van looppatronen en bewegingen 46
onder meer in staat zijn agressie en zakkenrollers te herkennen. Er gaat dan automatisch een signaal naar aangeschakeld beveiligingspersoneel. Eerder ontwikkelde Den Uyl ook al de Datadetective: een ‘associatieve zoekmachine’ die in staat is waardevolle patronen uit grote hoeveelheden data te
Privacy?
destilleren. De Bank of Scotland en verzekeraar OHRA gebruiken de software om mogelijke fraudeurs te identificeren, en verschillende Nederlandse politiekorpsen voorspellen er de kans op inbraken mee, voor specifieke locaties én specifieke tijdvakken. De kans om inbrekers te pakken vóór ze hun slag slaan, wordt daardoor steeds groter.
Nu digitale datastromen doordringen tot in de haarvaten van ons bestaan, krijgen moderne opsporingsmethoden steeds meer Minority Report-achtige trekjes. Privacy? Zeker in ons technologische voorland Amerika komt dat op het tweede plan. Vorig jaar introduceerde Los Angeles het zogenaamde social network analyses in de jacht op kinderbijslagfraudeurs. Informatie uit sociale netwerken als Facebook, MySpace en Twitter wordt daarbij gecombineerd met informatie van call centra, werkgevers, uitkeringsinstanties, incassobureaus, belastingdienst en een groot aantal andere bronnen. Op die manier werden niet alleen honderden fraudeurs gepakt, maar ook een aantal ‘zetbazen’, die op grote schaal mensen wierven om fraude te plegen – uiteraard tegen een fors deel van de opbrengst. “Bij elke situatie die gelegenheid biedt om te frauderen, zie je op een gegeven moment ook georganiseerde misdaad ontstaan”, vertelt Onno de Vrij van SAS Business Analytics, maker van de gebruikte software. “Georganiseerde misdaad betekent onzichtbare relaties. Door zoveel dec/jan 2012
/ 2020
mogelijk verschillende soorten data samen te brengen kun je die onzichtbare relaties zichtbaar maken. Des te meer informatie, des te groter de waarschijnlijkheid waarmee onze software mogelijke fraudeurs aanwijst.” Zo maak je het leven van je opsporingsambtenaren heel gemakkelijk: de veertig rechercheurs die in LA kinderbijslagfraude onderzoeken, brengen dit jaar voor naar schatting 30 miljoen dollar extra aan fraudezaken aan. Dat kwartje is inmiddels ook gevallen bij andere Amerikaanse opsporingsdiensten. In Virginia gebruikt de politie data van sociale netwerken om het sociale netwerk rond (potentiële) verdachten in kaart te brengen. “Onze mensen moeten over een zo nauwkeurig mogelijk plaatje kunnen beschikken”, aldus de chief technical officer van het lokale politiekorps. In Minneapolis koppelt de Crime Analysis Unit vuurwapengerelateerde misdaden aan de analyse van sociale media én geografische data, bijvoorbeeld over de aanwezigheid van drankwinkels, busroutes, parken en ook bibliotheken – favoriete hang out voor gangbangers die daar graag gratis internetten. Laatste ontwikkeling: dankzij de zogenaamde Future Attribute Screening Technology (FAST) scannen Amerikaanse douaniers reizigers straks op adem- en hartritme, lichaamsbewegingen, stemverandering, oogbewegingen en veranderingen in lichaamswarmte. De computer combineert de scans met informatie over nationaliteit en etniciteit, geslacht, leeftijd en beroep om immigranten uit de rij te vissen voor een nader kennismakingsgesprek. Natuurlijk gaat dat (voor nu) nog nét even te ver in ‘privacybewust’ Nederland. Desondanks worden onze landsgrenzen sinds kort bewaakt door het @migo-BORAS computerdec/jan 2012
systeem. Voluit staat dat voor Mobiel Informatie Gestuurd Optreden – Better Operational Result and Advanced Security, een systeem dat alle kentekens die de Nederlandse grens passeren koppelt aan een door datamining tot stand gekomen risicoprofiel. Een auto van een bepaald type uit een bepaald land kan al voldoende zijn voor een geautomatiseerde melding naar de marechaussee, die de auto officieel, zonder enige concrete verdenking, aan de kant mag zetten als ‘verdacht voertuig’. De KLPD maakte januari bekend dat zij gaat proefdraaien met een Cyber Human Intelligence-systeem. Het systeem gaat met informatie uit een groot aantal openbare bronnen, waaronder diverse sociale netwerken, verzamelen en dataminen. Zo wil de KLPD ‘potentieel crimineel gedrag en de potentiële vorming van criminele organisaties eerder in beeld krijgen’. Daarmee volgt ze de collega’s van de Amsterdamse politie, die voor het vorig jaar afgeronde project Emergo ‘geavanceerde datamining-technieken’ inzetten om de criminaliteit op de Amsterdamse Wallen gedetailleerd in beeld te brengen. Uit de door gemeente, politie, justitie, Belastingdienst en het ministerie van Justitie samengebrachte databerg over 277 ‘beroepscriminelen’ verrezen onder meer 35 voorheen onbekende personen die inmiddels ook als ‘verdachte’ zijn bestempeld. Daardoor kunnen ze bijvoorbeeld zonder probleem worden afgeluisterd en gevolgd. Dat geldt ook voor hoofdstedelijke uitkeringstrekkers die de pech hebben te worden opgepikt door het nieuwe controlesysteem van de sociale dienst. Die gebruikt speciale risicoprofielen om te beoordelen welke aanvragers of ontvangers van een uitkering in aanmerking komen voor strengere controles. In deze profielen is een grote hoeveelheid ken-
merken en patronen van eerdere fraudeurs samengebracht. Wie in zo’n profiel past kan een huisbezoek door een opsporingsambtenaren verwachten. Zoals de Amsterdamse wethouder Andree van Es november vertelde in het Parool: “De vrijblijvendheid is nu echt voorbij.” Met name de snel toenemende toepassing van sociale netwerk-analyse, waarbij dus persoonlijke informatie uit een groot aantal verschillende bronnen bij elkaar wordt gebracht, roept veel (privacy)discussie op. Begrijpelijk, maar niet terecht, meent Onno de Vrij van SAS Business Analytics “Controle is nu eenmaal noodzakelijk, en door data uit zoveel mogelijk verschillende bronnen te combineren, zorg je dat de nauwkeurigheid van die controle zo groot mogelijk wordt. Daarmee verklein je de kans dat onschuldigen onderwerp van echt onderzoek worden juist zoveel mogelijk. In die zin zou je onze dienstverlening juist privacyversterkend kunnen noemen.” Marten den Uyl ziet er - ondanks de ‘vele lucratieve mogelijkheden’- toch vanaf zijn intelligente software los te laten op specifieke personen. “Ik zou het niet prettig vinden als iemand die technologie op mij los zou laten, dus maken wij dat ook niet mogelijk voor anderen”, motiveert hij. “Wij hebben een aantal testruns gedaan om de mogelijkheden te onderzoeken, en ik moet je eerlijk zeggen: "ik ben behoorlijk geschrokken van de resultaten."
“De vrijblijvendheid is nu echt voorbij”
47
48
dec/jan 2012
/ 2020
Tekst Rutger Middendorp
Bright minds, big cities Het gros van de mensen woont in een stad. Hoe zorgen we dat die steden leefbaar blijven?
S
inds 2010 wonen de meeste mensen in steden. Sommigen uit keuze, anderen uit economische noodzaak. De concentratie van mensen op een klein gebied brengt allerhande problemen met zich mee. Hoe kom je van je huis naar je werk als alle anderen dat tegelijkertijd ook proberen? Hoe voorkom je dat de lucht plaatselijk te vervuild raakt? Hoe interacteren verschillende groepen die weinig met elkaar gemeen hebben? Wie is eigenlijk verantwoordelijk voor die problematiek? En wie moet het op gaan lossen? Het Audi Urban Future Initiative nodigt architecten en stedenbouwkundigen uit om met plannen te komen die de stad van de toekomst leefbaar houden. Dit jaar werden vijf bureaus uitgenodigd plannen te presenteren die voor 2030 uitvoerbaar moeten zijn. Elk bureau komt uit een gebied met specifieke urbane problemen: NODE uit Shenzhen in China, CRIT uit Mumbai, Höweler + Yoon uit Boston, Urban Think-Tank uit São Paolo en Superpool uit Istanbul. De jury bestaat uit gerenommeerde namen uit uiteenlopende beroepen; design theoreticus John Thackara, architect Wang Lu en netwerkontwerper Adam Greenfield bijvoorbeeld. De problematiek wordt geïllustreerd door de gepresenteerde cijfers. In Shenzhen staan 30 tot 45 procent van de fabrieken leeg en 43 procent van de huizen. Istanbul heeft 2412 inwoners per vierkante kilometer. In de VS zijn er zes keer zoveel parkeerplaatsen als inwoners. Onze niet te stillen honger naar
dec/jan 2012
8 stedenbouw
individuele mobiliteit, de speculatieve voorkeur voor welvaart over welzijn; de compromissen uit onze democratie geven ons allemaal hetzelfde recht in de file te staan en eindeloos homogene winkelstraten door te struinen. Zoals baas en hondje altijd op elkaar gaan lijken: de stad vormt zich naar haar inwoners. Of die inwoners de beste beslissingen maken? “We rijden een SUV van 2000 kilo de straat op en neer om een pizza van 300 gram op te halen”, zegt John Thackara. “We maken hebzuchtig en verkwistend gebruik van ruimte en energie. Is mobiliteit eigenlijk een onvervreemdbaar basisrecht? Dat klinkt democratisch en positief. Maar sprinkhanen hebben behoefte aan lunch. Dat is de natuur. Als ze hun zin krijgen vreten ze echter het hele land kaal en daarna gaan ze dood. Wìj zouden beter moeten weten.” In de afgelopen honderd jaar zijn we er gewend aan geraakt dat de overheid verantwoordelijk was voor dergelijke problemen. Sociale woningbouw, deltawerken, trambanen. Maar met de golf van privatisering is de invloed van de overheid op de stad steeds kleiner geworden. De winnaar van de Urban Future Award is het bureau Höweler + Yoon. Zij wonen in Boston en bedachten een manier om de afbrokkelende infrastructuur van de VS een slinger de toekomst in te geven met de shareway. Die vervangt de verouderde wegen, treinrails en knooppunten door een gecombineerde lasagna van infrastructuur, waardoor overstappen van elektrische huur49
/2020
auto naar trein, naar boot, naar vliegtuig, eenvoudig wordt gemaakt. Een smartphoneapplicatie geeft je instructies voor de snelste manier van reizen. Zoals Haussmann de middeleeuwse straatjes van Parijs verving door brede boulevards, zo wil Höweler + Yoon de nalatenschap van de industriële revolutie aan de kant vegen voor een futuristisch alternatief. Er zijn echter twee fundamentele problemen aan dit voorstel. Op de vraag: “weet je wat het gaat kosten per strekkende kilometer?” antwoordt Erik Höweler veelzeggend. “No idea.” Nieuwe metrolijnen zijn feitelijk al niet meer te financieren in onze tijd. Een volledig nieuw type infrastructuur in een land dat al zo veel geld bloedt dat het buiten westen lijkt te raken, is financieel kansloos. De architecten van CRIT uit Mumbai leggen uit dat er nog een belangrijke reden is dat dergelijke projecten zelden van de grond komen. “Bestaat er zoiets als een voorspelbare stad? Nee,” zegt Rupali Gupte, ”Als stedenbouwer dans je meer met de stad dan dat je ermee marcheert. Er zitten zoveel facetten aan dat masterplans gedoemd zijn te mislukken. De projecten die wij vijftien jaar geleden bedachten, zagen we vervolgens niet geïmplementeerd worden. Toen we uit gingen zoeken hoe dat kwam, ontdekten we dat we tegen de nerf van de stad aan het werken waren. Vaak zitten er te veel tegenstrijdige belangen in grote projecten en te weinig wil om het vooruit te dwingen. Nu zorgen we dat we de gemeenschap meekrijgen, naar ze luisteren, maar niet alléén naar die gemeenschap luisteren. Die zien alleen zichzelf en niet de externe elementen.” Het idee van CRIT is dan ook om strategische packets uit te zetten. Als positieve virussen die vastgeroeste punten weer in beweging krijgen. In de planningsrichtlijnen van Mumbai is het nu bijvoorbeeld onmogelijk om een kinderdagverblijf en een bejaardentehuis te combineren. Terwijl die combinatie in Mumbai een nijpend probleem op zou kunnen lossen. Eén van de meer eenvoudige tools voor de stad die CRIT bedacht heeft, is dan ook wetgeving die dat mogelijk maakt. De vraag die blijft hangen na de competitie is wie er verantwoordelijk is voor het 50
We are all change agents
welzijn van de stad. Alle deelnemers zeggen dat het bottom-line de overheid is. Maar in alle voorstellen zijn burgers elementaire agents of change. Superpool wil dat ze hun individuele mobiliteit opgeven voor meer groen om huis, winnaar Höweler + Yoon wil dat ze individuele mobiliteit opgeven voor een combinatie van superopenbaar-vervoer en eigen auto. CRIT wil dat ze hun plek gaan zien in de discussie en realisatie van de stad. Honderdvijftig jaar geleden haalde Haussmann een wisser door Parijs. Hij ontheemde mensen en liet bedrijven failliet gaan. We hielden er een van de mooiste steden ter wereld aan over. De democratie laat nu een Noord- Zuidlijn nog toe, maar een project dat een bestaande stad met een megaproject omtovert van bovenaf is moeilijk voor te stellen. Zou de democratie het al toelaten, dan stond de financiële situatie het niet toe. Het idee van CRIT om positieve ‘virussen’ los te laten zou onze steden echter wel degelijk kunnen transformeren. Kijk naar São Paulo, waar wetgeving kwam tegen buitenreclame. Die stad is visueel in korte tijd veel mooier geworden. Het geeft jou als burger ook de mogelijkheid om grote verandering in je stedelijke omgeving te veroorzaken met een kleine eerste aanzet. Haussmann, dat ben jij. dec/jan 2012
/ 2020
Tekst Tonie van Ringelestijn
9
Context is alles!!
Hoe we informatie zoeken en vinden verandert snel. We gaan meer praten tegen onze apparaten en krijgen op het juiste moment informatie afgestemd op onze context.
Z
o’n 30 biljoen webpagina’s doorzoekt Google nu. Maar hoe we daarin zoeken, gaat nog bijna hetzelfde als toen Google eind jaren 90 opkwam. Het snelste antwoord is echter niet altijd via websites te vinden, het staat soms in je e-mail, je agenda, of het is een feitje dat meteen zou moeten verschijnen zonder doorklikken. Of het antwoord is afhankelijk van je locatie, je interesses, of het moment. Daarom betekende de lancering van Siri door Apple dan ook dat Google er een echte concurrent bij heeft. Siri wijst op een toekomst waarin je op een natuurlijke manier tegen een apparaat praat. Je hoeft niet na te denken wat je zegt, het systeem moet je intentie en omstandigheden zelf kunnen herkennen. Na ruim een jaar is Siri weliswaar nog geen groot succes, en voorlopig nog niet in het Nederlands beschikbaar. Siri’s spraakherkenning moet de komende jaren nog flink verbeteren om de app nuttiger te laten zijn. Op mobieltjes is spraakherkenning lastiger vanwege de onstabiele verbinding en alle ruis door bijvoorbeeld wind of lawaai. Maar doordat alles wat je zegt naar de cloud gaat, moet het systeem uiteindelijk steeds nauwkeuriger worden. Zonder goede verbinding heb je weinig aan Siri, maar mobiele netwerken zijn in 2020 sneller en stabieler. Siri is meer dan een set spraakcommando’s. De app kan straks complexe vragen aan als: zijn er leuke concerten in de dec/jan 2012
internet
...ik wíst dat je dat ging zeggen...
buurt waarvoor er nog kaartjes zijn op een avond waarop mijn vriendin en ik beide vrij zijn? Siri moet je dan persoonlijke concerttips geven, de kaartjes kopen en ze bewaren in je Passbook-app, je babysitter sms’en voor een afspraak en de gezamenlijke agenda van jou en je vriendin updaten. Twee dagen voor het concert krijg je een reminder, maar natuurlijk niet tijdens een vergadering of je favoriete tv-programma. Siri kan kortom een echte persoonlijke assistent worden. Daarvoor moet Apple je persoonlijke context beter kunnen doorgronden door data van je apparaten te vergaren. Apple weet niet alleen je leefpatronen of je favoriete locaties, maar heeft ook toegang tot je contacten, je agenda, je todo-list en nog veel meer. Als Siri uiteindelijk ook in data van apps van derden kan, zoals betaalapps of Whatsapp, is die context nog beter te bepalen. Als jij apps met vegetarische recepten en die van Greenpeace op je iPhone hebt, snapt Siri dat vegetarische restaurants wel eens de voorkeur kunnen krijgen bij de vraag naar een eettent in de buurt. Maar dat moeten alleen restaurants zijn die jij kan betalen, omdat Siri van jou bij je saldo in een bank-app mag. En als het een lunchafspraak voor je werk is, dan vervalt de vegetarische voorwaarde weer. Apple zou uiteindelijk kunnen verdienen aan allerlei commissies op transacties die Siri heeft veroorzaakt, van aankopen tot cadeaubonnen of royaltypunten. 51
/2020
...je hebt een feest vanavond. Vergeet je context!
Google Now
Google beseft dat Siri een bedreiging is en kwam een jaar later met de Google Now-app op Android. Google Now lijkt op Siri: je kan tegen de app praten en hij kan ook informatie voorlezen. Google Now wil ook voorspellen wanneer je bepaalde informatie nodig hebt, en die pro-actief naar je toesturen. Momenteel doet Google Now dat bijvoorbeeld met afspraken, het weer, restaurantreserveringen, sportstanden of aandelenkoersen. Net als bij Siri draait alles om je persoonlijke context. De locatie is van belang. Zoekt iemand op Ajax en zit hij in Nederland, dan wil hij de tussenstand weten. Maar in Silicon Valley slaat Ajax waarschijnlijk op de ontwikkelmethode voor webapps met dezelfde naam. Als je meermaals naar Ajax vraagt, krijg je van Google Now voortaan de uitslagen. Google Now kan ook informatie halen uit je zoekgedrag of uit andere Google-diensten als Maps of Gmail. De app kan een vertraging tonen van een vlucht waarvan het e-ticket in je Gmail-box zit. Of een file of vertraging melden als hij ziet dat je onderweg bent naar een afspraak in je Google Calendar. Verder in de toekomst zou Google’s Glass-bril ook automatisch situaties die je ziet kunnen herkennen of vertalen, zoals woorden op borden of menukaarten.
Knowledge Graph
Om relevantere informatie sneller te presenteren, moet de computer niet alleen onze context begrijpen, maar eigenlijk de hele wereld. Daarvoor dient Googles Knowledge Graph, sinds deze zomer live in de Engelstalige Google. Het is een database met 500 miljoen voorwerpen, personen en plaatsen en 3,5 miljard verbanden. Zoek iets op de Engelstalige Google en rechts naast de zoekresultaten zie je korte feitelijke informatie. Gevolg: voor je antwoord hoef je minder vaak door te klikken naar sites. Wil je weten hoe oud Wubbo Ockels is, je krijgt het meteen te zien rechts naast de zoekresultaten, samen met de naam van zijn ruimtemissie en links naar andere astronauten. Google Now leest dankzij Knowledge Graph ook meteen antwoorden op feitelijke vragen voor. Knowledge Graph houdt rekening met je voorkeuren, zoals interesses. Zoek je veel naar boeken, dan krijg 52
je gerelateerde boeken in plaats van gerelateerde gebouwen als je op de naam van een bekende architect zoekt.
Social search
Zoekresultaten worden persoonlijker, maar zoeken binnen je sociale omgeving blijft beperkt. Facebook en Twitter houden de poort dicht voor partijen als Google en Apple. Google bood korte tijd ‘real-time zoeken’ op sociale updates binnen de zoekresultaten, maar dat kwam niet echt van de grond. Facebook en Twitter willen namelijk dat mensen binnen hun eigen sites zoeken en geven Google geen live toegang tot hun complete database. Google toont wel sites die vrienden op Google+ een +1 hebben gegeven, maar dat levert veel minder op dan alle Facebook-likes van sites. Die data krijgt de zoekmachine niet. Zoeken naar een oude tweet blijft ook frustrerend en chaotisch. En met alle berichten van Facebook-vrienden zonder publiek profiel kan Google al helemaal niets. Facebook zou dan ook een concurrent kunnen worden op zoekgebied. De site weet ontzettend veel van alle interesses van mensen. Facebook kent de plekken waar je komt en weet dankzij je Timeline een deel van je levensloop. Goud waard voor het bepalen van je context. Maar voorlopig is zoeken op Facebook beperkt en onhandig, al belooft de site beterschap. Het zou ook mooi zijn als je beter kan filteren op de belangrijkste berichten van je kennissen. Want die gigantische stroom updates en links, daar hebben we in 2020 ook te weinig tijd voor. Siri, Google Now, Knowlegde Graph en Facebook. Alles draait om de juiste informatie, in de juiste context en op het geschikte moment. Stapje voor stapje komen we daar in de buurt. Een ding is zeker: in 2020 zoeken we minder en komt er meer informatie vanzelf naar ons toe. dec/jan 2012
/ 2020
Tekst Arnoud Groot
10 visie
De toekomst is beter dan je denkt Rasoptimist Peter Diamandis betoogt in zijn boek Abundance dat technologie de levensstandaard van de complete wereldbevolking boven de armoedegrens trekt.
I
s jouw glas halfvol of half leeg? Een paar miljoen jaar evolutie heeft ons geleerd dat het nemen van risico’s vaak leidt tot prematuur overlijden. De ‘veilige’ optie – half leeg – is derhalve ingepeperd in ons menselijk DNA. Gevolg: de mensheid speelt graag safe, is geneigd tot korte termijn denken en blind voor positieve trends op lange termijn. Nobelprijswinnend econoom Daniel Kahneman heeft de negatieve impact van dit risicomijdende gedrag op de wereldeconomie zelfs in een formule gegoten. Zó voorspelbaar zijn we dus met zijn allen. Kahnemans formule is een van de vele argumenten die Peter Diamandis aanvoert in zijn boek Abundance, een aanstekelijk betoog voor een positievere kijk op onze toekomst. In het nooit om optimisme verlegen zittende Sillicon Valley staat de vijftigjarige wetenschapper en entrepreneur bekend als een van de zonnigste en meest briljante geesten. Een combinatie die Diamandis eerder onder meer aanzette tot het instellen van de X Prize, een miljoenenbeloning voor innovatieve ondernemers die met bescheiden budget grootse prestaties leveren. Een (relatief ) betaalbare ruimtereis bijvoorbeeld, of een superzuinige verbrandingsmotor. In Abundance strooit hij kwistig met voorbeelden die onomstotelijk moeten aantonen dat ons globale glas wel degelijk half vol is. Half vol? Als het aan Diamandis ligt hebben we spoedig een zwembad nodig voor alle weelde en overdaad die de komende decendec/jan 2012
nia over ons zal worden uitgestort. Want, redeneert de MIT én Harvardpromovendus, “we zijn met z’n allen beland in een periode van radicale transformatie waarin technologie de potentie heeft om de levensstandaard van de wereldbevolking significant te verhogen”. Zo heeft een Botswaanse geitenhoeder met een smartphone nu toegang tot meer informatie dan president Ronald Reagan in zijn beste jaren. Kijk, dat zijn voorbeelden waar zelfs de grootste zwartkijker blij van wordt. Abundance is hét ultieme naslagwerk van op handen zijnde wetenschappelijke revoluties: het opvangen van onuitputtelijke zonne-energie wordt
extreem goedkoop, verdiepte kennis van het DNA brengt een nieuwe generatie geneesmiddelen voort, robots gaan mensen in ontwikkelingslanden opereren, ‘vertical farms’ verhogen de wereldwijde voedselproductie exponentieel. Et cetera. Dankzij diezelfde technologie en internet kunnen deze doorbraken bovendien met relatief weinig mankracht en kapitaal worden gerealiseerd, argumenteert Diamandis, waardoor onze afhankelijkheid van grote bedrijven afneemt. Bovendien nemen de genieën die daar stinkend rijk mee worden massaal een goed voorbeeld aan technofilantropen als Bill Gates, zodat nog veel meer miljarden in de strijd tegen honger en ongeletterdheid vloeien. Die ontwikkeling leidt er nu al toe dat het aantal armoedzaaiers wereldwijd spectaculair afneemt. Sinds de jaren 50 is dat aantal zelfs gehalveerd, rekent Diamandis voor, en als je die ontwikkeling gewoon even extrapoleert leeft er in 2035 niemand meer onder de officiële armoedegrens. En by the way: van alle Amerikanen die op dit moment onder die grens leven, heeft 95 procent gewoon een koelkast, een televisie én internet. Abundance draagt de toepasselijke subtitel The future is better than you think. Natuurlijk kun je eenvoudig gaten schieten in dit sterke staaltje onbeschaamd techno-utopisme. Maar daar hebben we hier nou net geen zin in.
The future looks Bright!
53