Jacobsstaf 86
de
mei 2010
Dezelfde geest? Reis naar het morgenland Olifantje
Vaste Rubriek
Van de redactie Pelgrimeren is een constante beweging van achterlaten en begroeten. Ook de Jacobsstaf is hieraan onderhevig. De redactie heeft besloten met een vierkoppige kernredactie verder te gaan en afscheid te nemen van de redactieleden Gabriël Bakkum, Thijs Hanrath en Gerard van Poppel. We bedanken hun hartelijk voor hun enthousiaste inzet in de afgelopen jaren! Ook beëindigen we twee vaste rubrieken. In deze editie leest u de allerlaatste afleveringen van Liefde onderweg en Juffie gelukkig onderweg. Dat is wat we achterlaten. Maar we verwelkomen ook iets nieuws. Volgens ons verdienen kleurrijke verhalen kleurrijke foto’s. Dit is ook van u een grote wens, zo blijkt uit het lezersonderzoek (p. 42). Daarom voortaan de foto’s in kleur! We zijn blij dat we dit nu al hebben kunnen realiseren. Ook nieuw is de haiku met beeld achterop ieder nummer, ter overdenking thuis of tijdens uw tocht. Verder heeft de redactie Arno Cuppen uitgenodigd om met ingang van het volgende nummer een bijdrage te leveren aan de Jacobsstaf. Arno is herbergier in L’Esprit du Chemin in Saint-Jean-Pied-dePort, en zal in zijn persoonlijke columns vertellen over zin en onzin uit de wereld van het pelgrimeren. In dit nummer van de Jacobsstaf onder andere doet Klaas van der Poel een vergelijkend onderzoek naar zijn beleving van de grote drie christelijke pelgrimages: Santiago, Rome en Jeruzalem. Wij wensen u veel leesgenot en een kleurrijke zomer! Jasper Koedam
Inhoud Het Genootschap
Spiritualiteit
37 Onderweg Joost Bol
2
38 Regioberichten
Wandelen & fietsen
42 Resultaat lezersonderzoek
13 Reis naar het morgenland Arno Cuppen en Huberta Wiertsema
43 Jacobusviering in Utrecht Bram van der Wees 44 Jacobswegen in Nederland 44 Agenda 45 Nieuwe gids Pelgrimspad 45 46 47
Pelgrimsweekenden in Vessem Haiku’s op de achterpagina Joop van der Donk Het Compostelaregister Harry Wasser
Dezelfde geest? Klaas van der Poel
18 Een beginnende caminoverslaving Marc de Bruijn
En verder... 21 De pelgrim Jan Versloot 22 Pelgrimeren - een ontmoetingsdag Gerard Luiten 28 Wielen op Weg (3) Pieter-Bas de Jong 30 Olifantje Martin Breukers 34 Santiago de Compostella, ervoor en erna Flip de Jager
Vaste rubrieken 9
Pelgrimeren kort
11 Juffie gelukkig onderweg Gitta van ’t Land 25 Liefde onderweg Thijs Hanrath
Kopij inleveren voor 16 augustus 2010. 2 | De Jacobsstaf 86
Op het vooromslag: Zonnebloem. Foto: Tieleke Huijbers. Op het achteromslag: Haiku: Mirjam van Kessel. Foto: Tieleke Huijbers.
35 De herberg van … Sytze Giezen & Arjen Bilijam, Ton Kauffman
De Jacobsstaf 86 | 1
Spiritualiteit
Spiritualiteit
Dezelfde geest? Santiago – Rome – Jeruzalem: een vergelijking Klaas van der Poel De omarming van Jacobus in Santiago leidt Klaas van der Poel ‘onvermijdelijk’ verder naar Rome en Jeruzalem. Eenmaal thuis, en vele spirituele ervaringen rijker, probeert hij de vraag te beantwoorden of er wat spiritualiteit betreft verschil is tussen de drie pelgrimages. Bij puur toeval. Bestaat er zoiets als toeval? De Franse schrijver Léon Bloy (1846-1917) schrijft ergens: ‘L´ hasard, c´est le Dieu des imbeciles.’ Bij puur toeval raakten mijn vrouw Helen en ik aan het wandelen, ergens rond 1990. Op een uitje in de Achterhoek vroegen we aan een voorbijganger wat toch die rood-witte tekens op de bomen betekenden. Het Pieterpad dus. Na een paar weekenden vonden we – toevallig – een oud boekje van mijn ouders over het Pelgrimspad. Kennelijk hadden ze dat vroeger ooit gelopen, zonder dat ze ons daarover ooit iets verteld hadden. Dat werd een mooi project voor onze parochie en zo arriveerden we in 1997 op de Sint-Pietersberg bij Maastricht. Daar stond een richtingaanwijzer: Santiago de Compostella – 2.500 km. Als je 250 kilometer kunt lopen, kun je er ook 2.500 lopen beweerde ik, met jeugdige overmoed; ik was toen nog geen zestig. En zo arriveerden we in 2001 in Santiago. We waren diep geraakt, en besmet met het pelgrimsvirus. Vier jaar lang hadden we onze vakanties gebruikt om de weg naar Sint-Jacob af te leggen. Het was duidelijk dat we verder moesten. We ontdekten de Via Francigena, het pad van bisschop Siegeric, en twee jaar later waren we in Rome. Nog drie jaar later voerde de route van de Engelse koning Richard Leeuwenhart ons
2 | Reims De Jacobsstaf ‘In een hele dikke86knipoog van de engel van de kathedraal …’ Foto: Tieleke Huijbers
naar Jeruzalem. De drie grote middeleeuwse pelgrimsdoelen waren bereikt en de schelp, de sleutels van Sint-Pieter en het Jeruzalemkruis hangen voortaan aan onze rugzak. En nu? Nu zit het werk er zo’n beetje op en kunnen we zelf kiezen wanneer en hoe lang we waar naartoe lopen. En dat doen we dan ook met enige regelmaat. Want je bent pelgrim of je bent het niet. Aanloop Net als zo veel pelgrims vinden we het moeilijk om onze mond te houden over onze pelgrimservaringen. Dat heeft al geleid tot het schrijven van een boek en leidt nog steeds tot uitnodigingen om eens een praatje-met-eenplaatje te houden voor groepen en groepjes. Dat is leuk werk en het is aanleiding om al die ervaringen een beetje op orde te krijgen en levendig te houden. Onderwerpen zijn steevast: ‘Waarom doe je het? Waarom ging je? Wat neem je er van mee?’ Daar geven we inmiddels een vijfvoudig antwoord op: Het is gezond voor je lijf en je leden, wandelen – en trouwens ook fietsen – doet je goed. Je geniet intens van de natuur. Je ontmoet de aardigste mensen. Je komt fantastische kunstwerken tegen en – ten slotte en wellicht het belangrijkste – je komt jezelf tegen, of beter gezegd: je ervaart de andere kant van jezelf, je geestelijke of, als je wilt, je spirituele kant. Dat is dan best een gevoelig punt in je verhaal, want hoe breng je over aan je gehoor – huisvrouwen, kantoormensen – dat je geestelijk bent gegroeid tijdens een wandeling van een maand, naar één of andere plek waar je ook naartoe had kunnen vliegen? Dan heb ik –
De Jacobsstaf 86 | 3
Spiritualiteit
arme wetenschapper – als ik niet oppas een probleem met lastig te definiëren woorden zoals spiritualiteit, roeping en liefde. Dan roep ik graag mijn vrouw te hulp en samen vertellen we een paar van onze bijzondere, spirituele ervaringen onderweg. En daaruit volgt dan vaak een interessante discussie over spirituele zaken, waar je anders niet zo makkelijk aan toe komt. Van deze inzet maak ik hier ook graag gebruik. Ik ga in het volgende een paar van onze bijzondere ervaringen onderweg aanhalen. Deze gebeurtenissen definiëren de spiritualiteit van ons pelgrimeren en vormen een bijzonder waardevol onderdeel van onze ervaring. Ik probeer na te gaan of er ook lijn zit in deze ervaringen, en of er misschien enig verschil te vinden is in de ene pelgrimstocht of de andere, en wat je daar dan eventueel mee kunt. Santiago Onze tocht naar Santiago begon feitelijk in Den Bosch. De kaarsjes aangestoken bij de Zoete Lieve Vrouw hadden al wel een beetje een spirituele lading: we waren wat zenuwachtig en niet te trots om zegen te vragen over ons ‘project’. Als katholiek heb je dan wel een Vézelay. Foto: Jasper Koedam
4 | De Jacobsstaf 86
Spiritualiteit
streepje voor. Je kent de deugd van nederigheid en uit die als vanzelf door te knielen en een kaarsje aan te steken. Dat lucht in ieder geval op. In Nederland en België gebeurde er verder niet veel spiritueels. Wel een paar kleine vingerwijzingen en knipoogjes naar de pelgrim: bij de Heilige Eik in Oirschot brandden te veel kaarsen en lagen te veel bloemen om zomaar voorbij te gaan. In Maastricht leek het heel natuurlijk om de Sterre der Zee te bedanken voor een mooie wandeling, en in de Ardennen vonden we net op tijd een plekje voor ons tentje bij een Maria-kapelletje, wat wel hielp bij het nachtelijk onweer. Verder was het een gewone, mooie, forse wandeling. Tot onze aankomst in Vézelay. We waren wat aangeslagen door spierpijn, slechte kaarten en lange dagen. Het ontwaren van de basiliek van Sainte-Madeleine hoog op de heuvel was daarom bijzonder welkom. Na de laatste kilometers en de steile heuvel was de koele kerk een verademing. Het sloeg twaalf uur en de monniken en nonnen begonnen hun koorgebed te zingen. Geoefende stemmen in een schemerachtige romaanse kerk. Mooie Franse
liederen dankten de Heer voor al het goede. De muziek resoneerde in ons hart. ’s Avonds kwamen we terug voor het avondgebed en bij het avondeten waren we het eens: dit wordt geen ‘project’ en geen voettocht, maar een pelgrimstocht. Ook Frankrijk geeft heel wat knipogen naar de pelgrim. De kapel van Bernadette in Nevers kun je niet verlaten zonder een gevoel van zuiverheid en oprechtheid. Kerken en kapelletjes herinneren je aan heiligen die wel hele bijzondere dingen hebben gedaan. In de Pyreneeën hadden we eigenlijk moeten verdwalen, maar net op tijd kwam ons iemand tegemoet. Toeval? Wie gelooft dat? Op de Spaanse camino was het wennen aan de drukte in de refugios en op de paden, maar ongemerkt bouwden we vriendschappen op met mensen die onderweg waren naar hetzelfde doel en die worstelden met dezelfde levensvragen als wij. Doe ik het goed? Wat kan ik aan mijn kinderen meegeven? Hoe moet dat? Een medepelgrim, een Française, kwamen we drie keer achterelkaar tegen. Iedere keer kregen we meer grip op onze problemen en zij op de hare. We waren duidelijk op de goede weg, maar
toen zagen we haar niet meer en moesten we alleen verder. Tenslotte de aankomst in Santiago. We hadden ons in de tijd vergist en veel te lang en te hard gelopen. De grote deuren gingen net voor onze neus dicht. Door een zijdeur konden we nog net naar binnen. Doodmoe en onder de modder strompelden we door de volle kerk naar voren en zegen neer tegen een pilaar. Het koor begon te zingen, het orgel speelde, de ceremonie begon en tenslotte zwaaide het wierookvat. Na de dienst kwamen we langzaam overeind, beduusd en stil. Helen hing het kruisje dat ze had gedragen op bij een beeld van Maria. Ik beklom langzaam de trappen naar het bronzen beeld van Jacobus. Ik omarmde hem en klopte hem op zijn schouder. Bedankt, Jacob. Bedankt dat je ons hierheen hebt gelokt. Bedankt dat mijn spierpijn over is. Of je botten hier nou liggen of niet, ik ben je dankbaar. Rome Santiago leidde onvermijdelijk naar Rome. We gingen door Zeeland, de dammen en de Zeelandbrug over. Er stond een storm, windkracht 10 uit het zuiden. Toeval? Was Hij be-
Sint-Bernhardpas. Foto: Tieleke Huijbers
De Jacobsstaf 86 | 5
Spiritualiteit
Spiritualiteit
De berg Tabor. Foto: Klaas van der Poel
zig ons tegen te houden? Kennelijk niet, het was slechts een test van onze vastberadenheid. Frankrijk bleef ook nu weer knipogen naar de pelgrim. In Reims een hele dikke knipoog van de engel van de kathedraal waar we het hoogfeest van Pasen mee mochten vieren. Achter ons het gregoriaanse koor en voor ons het mooiste roosvenster van de gotiek. De lente in Frankrijk is mooi en de natuur doet er niet anders dan knipogen. In Besançon gingen we de Jura in. We hadden al gezien dat het een hele klim zou worden, maar dat het zo zwaar zou zijn wisten we niet. De bordjes wezen naar de kapel van Notre Dame des Puits. We zochten rust en zetten binnen onze rugzakken tegen de muur en onze stokken er naast. Een franciscaan las het evangelie waarin Jezus zijn leerlingen zei de wereld in te gaan en zo weinig mogelijk mee te nemen; alleen een stok. Wij keken naar onze rugzakken. Toen de dienst was afgelopen vroegen we de franciscaan ons de pelgrimszegen te geven. Dat is goed, zei hij, want het is vandaag de dag dat Sint-Franciscus besloot alles achter te laten en de wereld in te gaan. Wij hebben toen een heel
6 | De Jacobsstaf 86
stuk heel stil verder gelopen. Als je vindt dat Frankrijk naar pelgrims knipoogt, dan zie je dat Italië breeduit naar hen zwaait. In iedere stad en dorp is het raak: SintBernhard op zijn pas, Sint-Augustinus in Pavia, Santa Zita in Lucca. Wij zwaaiden graag terug. Soms gaat de ontmoeting dieper, zoals in Pancole. Pancole is ver weg in het Toscaanse land. Er is niets, alleen een kapelletje. Wij hadden lang gelopen en wilden wat rusten in de schaduw. In de kapel is een veertiende-eeuwse Madonna. Ooit kreeg een doofstom meisje van Maria hier wat brood en olijfolie aangeboden, en sindsdien hebben veel mensen er genezing gevonden. In de Tweede Wereldoorlog schoten de Duitse troepen de kapel uit wraak in puin. Maar na de oorlog kwam de Madonna onbeschadigd uit het puin en hangt zij nu weer in de kapel. Wij vonden dat we daarover moesten nadenken en bleven er de rest van de middag. We zwaaiden naar Monte Oliveto en Santa Christina in Bolsena en liepen tenslotte Sutri binnen. Op het gezellige dorpsplein zijn ge-
noeg herbergen en restaurants, maar wij klopten aan bij de zusters karmelietessen, net na de stadspoort. We mochten blijven en de vesper begon een half uur later. De avondzon scheen op het Mariabeeld in de kapel en boven ons zongen de zusters, eerst het Magnificat en toen hun andere gebeden. Het ging over God en Maria en over ons. Wij zaten daar en hielden elkaars hand vast, en we voelden ons verbonden met onze kinderen en kleinkinderen. ‘Hoe kunnen we dit vasthouden en doorgeven?’, zeiden we toen de betovering verbroken was en we in de laatste stralen van de zon het dorpsplein opliepen. We hadden er een taak bij. Dan ben je in Rome en dan zwaait de paus zelf naar je en leg je je hand op het graf van Petrus de visser; en dan beklim je de koepel van Michelangelo en zie je de ruïnes van de vergane glorie van de Caesars; en dan besluit je verder te gaan naar het ultieme pelgrimsdoel – naar Jeruzalem. Jeruzalem Onze tocht naar Jeruzalem begon in Rome. Wij gingen door Zuid-Italië, door Griekenland en vandaar naar het Heilig Land. ZuidItalië is net als de rest van Italië: ook zo’n land dat nadrukkelijk zwaait en knipoogt naar de pelgrim. Maffia en rovers? Helemaal niet, wel forse bergen en kerken en kloosters en historie. We volgden de Via Appia, weg van keizers en veroveraars. Langs de weg zwaaiden ze ons nadrukkelijk toe: Thomas van Aquino, de wijsgeer; Frederik II, de keizer; Horatius, de dichter en tenslotte Nicolaas, de beschermer van arme kinderen. Bronnen van inspiratie te over. Vandaar naar Griekenland. Op onze tochten wilden we wel wat te lezen hebben, maar je moet zuinig zijn met het gewicht dat je meedraagt, dus had ik voor de etappe door Griekenland – land van de apostel Paulus – zijn brieven uitgescheurd uit de Bijbel. Dat schoot meest niet op, we maakten er weinig van, tot
we in Korinthe de ruïnes van de oude stad bezochten. Op de markt staat het spreekgestoelte vanaf waar Paulus bijna zeker gesproken heeft. Ik sloeg zijn brief aan de Korinthiërs op en las: ‘Al bereis ik de hele wereld, al spreek ik de talen van alle mensen, maar ik doe het niet uit liefde, dan ben ik als een gebarsten trompet, een valse viool.’ Ik keek naar Helen en zij naar mij, we knepen in elkaars hand. Die ouwe Paulus, hoe kon hij weten hoe veel je van elkaar kunt houden en hoe je door een lange tocht steeds meer van elkaar gaat houden en van de mensen die je tegenkomt? Ook al was dat helemaal niet het doel van je tocht. Of toch wel? Onder het lopen kun je gelukkig goed nadenken. Een jaar later waren we in het Heilig Land. We ontdekten The Israel Trail, een wandelpad van noord naar zuid dat je van de ene belevenis in de andere stort. Over de berg van de zaligsprekingen, door de Jordaan, voorbij Kana. Daar doemt over de velden de berg Tabor op, daar waar de zon op schijnt, waar ze Christus zagen schijnen als de zon. Langs Nazareth en over de berg Carmel gingen we ten slotte op naar Jeruzalem, door het bergland van Judea. We hadden die nacht geslapen onder een boom, twee dagreizen van Jeruzalem en kwamen tegen de avond bij een beboste plaats, waar een klooster moest zijn. Er was geen klooster, maar wel een ruïne van een heiligdom. Emmaus ontcijferden we op een bord. Emmaus! Emmaus, waar twee wandelaars ineens Christus herkenden, die al die tijd met hen mee was gelopen, zonder dat ze het wisten! Twee pelgrims! Had Christus al die tijd soms met ons meegelopen? ‘Sorry, het hek gaat dicht’, zei de portier ten slotte. De volgende dag waren we in Jeruzalem. Het was Goede Vrijdag, twaalf uur. Golgotha, het Heilig Graf, Getsemane. En na twee dagen was het Pasen. Toen wisten we het zeker. Je bent pas pelgrim als je je doel bereikt hebt.
De Jacobsstaf 86 | 7
Spiritualiteit
Pelgrimeren kort
Conclusie We hebben het wel eens meer besproken, in een kring van Romegangers, en de meeste waren het met elkaar eens: je begint als wandelaar en je eindigt als pelgrim. Zo ging het bij ons ook: op de tocht naar Santiago waren we tot Vézelay nog overwegend wandelaar, maar bij aankomst behoorlijk pelgrim. Naar Rome en naar Jeruzalem werden we steeds nadrukkelijker pelgrim. In Korinthe wisten we al dat ons doel niet alleen Jeruzalem was, en in Emmaus wisten we dat we niet alleen op weg waren geweest. Weg en doel aaneengesmeed. Je verandert (groeit?) best wel een beetje tijdens een pelgrimstocht; als je er tenminste voor open staat. Wij stonden er wel voor open, vanaf het begin in Den Bosch al. Onderweg en door de jaren groeide die openheid en zochten we de aansluiting en de inspiratie, en trouwens ook het contact met medepelgrims en voorbijgangers. Wat zou er gebeurd zijn als we na Besançon het kapelletje niet waren in gegaan en als we in Sutri direct bij de pizzabakker waren aangeschoven? Minder inspiratie? Ik denk het wel. Dus je hebt het zelf in de hand? Of is het gewoon toeval? Toeval? Wie gelooft daar nou in? Wij ervoeren Santiago-Rome-Jeruzalem als een crescendo van spiritualiteit. En als we dat in omgekeerde volgorde gedaan hadden? Dan was het best mogelijk dat ook dan de spiritualiteit crescendo was gegaan. Want ook Santiago is een spirituele topper. Lees er het boek
Op de Jakobsweg. Pelgrimeren op oneindig van Sigiswald Kuijken en Marleen Thiers maar op na. En iedere pelgrim moet niet alleen onderweg zijn eigen heuvels overwinnen, maar ook in het doel worstelen met zijn eigen geloof: de verrijzenis van Christus, de onfeilbaarheid van de paus en de botten van Jacobus. Maar een echte pelgrim laat zich daardoor niet van de wijs brengen. Die groeit onderweg in kracht en in geloof. Toch? Ten slotte over aanzetten voor spirituele belevenissen. Heel wat pelgrims klagen over de drukte op de camino, maar dat zijn dan waarschijnlijk voornamelijk wandelaars die een slaapplaats nodig hebben. De spiritualiteit zit hem immers ook in je medepelgrims. Zelfs Hape Kerkeling ontkwam daar niet aan. Die medepelgrims vind je in Zuid-Italië beduidend minder. Maar daar staat tegenover dat in Italië en bovenal in Israël het land zelf zo overloopt van inspiratie dat zelfs de meest verstokte wandelaar er nauwelijks aan zal ontkomen. Want wie krijgt tijdens een siësta in Pancole niet een beetje tranen in zijn ogen, en wie krijgt, als de zon opkomt achter de berg Tabor, niet een beetje kippenvel? Paulus schrijft ergens: ‘Er zijn veel verschillende gaven, maar er is maar één geest.’ Die gaven vind je onderweg. Het is aan jou om ze aan te pakken. Dan komt de geest vanzelf. Dezelfde geest. Dat is geen toeval. Want wie gelooft er @ nou in toeval? Tenminste één pelgrim niet.
Advertentie
8 | De Jacobsstaf 86
Pelgrimeren kort Herbergen in Noord-Frankrijk Het genootschap ontving een lijst van slaapplaatsen voor pelgrims bij particulieren in het departement Meuse in Noord-Frankrijk. Om precies te zijn in het arrondissement Bar-leDuc. Dit is een welkome aanvulling want in het gebied zijn weinig betaalbare overnachtingsplekken te vinden. U kunt rechtstreeks contact opnemen met contactpersoon Ghislaine Duménil,
[email protected] in Bar-le-Duc of u wenden tot de ledenservice van het genootschap. Schrijfcursus De schrijfcursus Kom op verhaal, pelgrim is een groot succes. Docenten Joop van der Donk en Anke Jansen geven schrijvende pelgrims structuur, aanmoediging, verhaaltheorie en schrijfoefeningen zodat ze van hun dagboekaantekeningen een aantrekkelijk verhaal kunnen schrijven. In het najaar starten weer twee nieuwe cursussen (start augustus en november) in het Huis van Sint Jacob in Utrecht. De cursus zal voor het eerst ook in Limburg worden georganiseerd (start september). Voor meer informatie en aanmeldingen : www.komop-verhaal.nl. In Case of Emergency Een lezer maakt ons attent op de code ICE (In Case of Emergency) voor in de mobiele telefoon. ICE is de internationaal erkende code voor telefoonnummers van personen die in geval van nood gebeld kunnen worden. Het is de bedoeling dat de afkorting ICE geplaatst wordt vóór de naam van de contactpersoon in uw telefoonlijst, zodat hulpdiensten in geval van nood eenvoudig en snel deze persoon kunnen bellen. Het is gemakkelijk te realiseren,
kost niets en maakt zeker verschil als het snel moet gaan. Wandelen in Vessem Ook dit jaar wordt er op zondag 25 juli gewandeld in Vessem. Alweer voor de vijfde keer kan men inschrijven voor de Camino in de Kempen. Men kan kiezen tussen 8 en 16 kilometer. De start is tussen 9.00 en 9.30 uur vanaf Kafarnaum bij de kerk. Inschrijven voor de tocht kan men op de website www.pelgrimshoevekafarnaum.nl. De kosten bedragen 3,50 euro per persoon. Uw inschrijving moet uiterlijk 20 juli binnen zijn. Tijdschrift De Wereldfietser Het tijdschrift De wereldfietser wijdde het eerste nummer van 2010 aan het thema Pelgrimeren. Het themagedeelte werd samengesteld door schrijver en pelgrim Jeroen Gooskens en wereldfietser en pelgrim Koert Schouten. Het nummer is inmiddels niet meer in de winkel verkrijgbaar, maar u kunt het nummer nog bestellen via www.tijdschriftwereldfietser.nl > jaargangen. Stille fietsreis Silent Bike Ride is het pelgrims- en performanceproject van kunstenaar en pelgrim Erik van den Boom. Hij wil in twee maanden met een groep van Amsterdam naar Jeruzalem fietsen. Het vertrek is gepland begin augustus en de bedoeling is de reis zoveel mogelijk in stilte af te leggen. Het is niet noodzakelijk de hele reis mee te maken, enkele dagen is ook mogelijk. Van den Boom omschrijft het als ‘een rijdend klooster, waar mensen een poosje in kunnen wonen’. Aan de Silent Bike Ride wordt ook een sponsortocht gekoppeld. Voor meer informatie: www.silentbikeride.org.
De Jacobsstaf 86 | 9
Pelgrimeren kort
Camino op tv en film Het tv-programma Katholiek Nederland TV besteedde in vier uitzendingen (31 maart, 7, 14 en 28 april) aandacht aan de pelgrimage naar Santiago. In iedere aflevering loopt de verslaggever een eindje op in Nederland met een pelgrim die op weg is. Alle vier geportretteerde pelgrims zijn lid van het genootschap. De uitzendingen zijn terug te kijken via www. uitzendinggemist.nl. De Amerikaanse speelfilm The way, waarover al eerder werd bericht, is gereed en zal dit jaar in première gaan. Inmiddels heeft de film, met onder andere acteur Martin Sheen, een eigen website met de trailer van de film, een fotogalerie en een synopsis: www.theway-themovie.com. Ten slotte aandacht voor het zeer bijzondere zwart-witte Spaanse nieuwsfilmpje uit 1963(!) van drie in vol ornaat uitgedoste pelgrims, die met een paard en wagen op weg gaan naar Santiago. De reis begint in Estella en eindigt in Fromista. Het filmpje is te vinden via www. santiago.nl > onze activiteiten > de jacobsstaf. Belevingsavonden Pelgrim Ben Noorloos verzorgt door het hele land belevingsavonden rond zijn pelgrimstocht naar Santiago. Met thema’s als vertrek, onderweg, de kunst van het wandelen en aan-
10 | De Jacobsstaf 86
Juffie gelukkig onderweg
komst, wordt de bezoeker aangespoord om op weg te gaan. Het aanbod bestaat uit drie delen, met als afsluiting een pelgrimswandeling. Voor meer informatie en gebruik in uw regio kunt u contact opnemen met Ben Noorloos, tel. (0341) 55 69 44, e-mail:
[email protected] of www.bnoorloos.nl. La Tortuga Pelgrims Joke Koek en Frans Heirbaut bieden van juni tot september vanuit hun woonplaats in Galicië ondersteuning aan pelgrims. Te denken valt aan vervoer rondom Santiago, zoals het halen en brengen van en naar overnachtingsadressen (dicht)bij de route. Ook bieden zij de mogelijkheid (delen van) andere camino’s te lopen. Voor meer informatie www. latortuga.com. Geboortekaartje De redactie ontving een prachtig en uniek geboortekaartje van Antoinette Agelink en Bas van Asten voor de geboorte van hun zoon Salvador. Antoinette liep in 2008 de camino en dat leidde ertoe hun eerstgeborene naar Jacobus te vernoemen en het geboortekaartje in caminostijl te ontwerpen. Ook wij wensen @ Salvador buen camino!
Nou, hebben jullie even? Gitta van ‘t Land
‘Come, come, here, GÎTE!’ Charles vertelt me dat hij aan het zoeken was naar een slaapplaats in Oloron toen de Japanner hem wenkte. De Japanner op de fiets had zelf waarschijnlijk net de plek gevonden. Maar het is niet echt een geweldige gîte. Geen mogelijkheden om in bad te gaan of een douche te nemen: geen water. En als die mogelijkheid er al zou zijn: geen gordijn dat je dan eventjes discreet dicht kan doen. Charles staat in een volledige open ruimte met een oud bad op pootjes vertwijfelt te kijken. Zowel Charles, de Japanner met fiets en ik willen naar een betere gîte. We komen toevallig Michel tegen, een andere pelgrim uit NoordFrankrijk. Deze neemt ons mee naar een goede overnachtingsplek vlakbij. De Japanner moet nog even zijn fietsspullen pakken en smeekt me te wachten: ‘Please, please.’ Ik ben de enige die Engels spreekt. Ik wijs de Japanner de weg maar hij wil dat ik wacht. Bij de andere gîte aangekomen, zien we dat dit een groot gebouw met verdiepingen is. De bewaker houdt een jongen tegen die met een brommer onder de poort door wil. Dat mag niet. De Japanner met fiets kijkt blij en zegt: ‘This is good!’ We raken aan de praat. Of nou
ja, we proberen een gesprek te voeren. Dat gaat ongeveer zo: ‘Your name?’ Aha. ‘Meine Name U - tsji - da. You know To-yo-da?’ Hij kijkt vragend op. Laat ik nou altijd gedacht hebben dat het Toyota is, maar nee, de uitspraak is da. Hij maakt me duidelijk dat dat ta voor buitenlanders is. Alsof da voor ons moeilijk uit te spreken is. Mijn les Japans verloopt niet echt gemakkelijk. En dan zit ik nog met dat ‘Meine Name’ dat hij er opeens tussendoor gooit. Ik vraag hem of hij Duits spreekt. Na vijf minuten begrijp ik dat hij in Düsseldorf woont. ‘Lange?’ ‘Was ist lange?’ O, een filosofische Japanner. Dat is niet echt gemakkelijk als je al een taalhandicap hebt. Uiteindelijk zegt hij: ‘Nicht so lange’. Ik denk ondertussen: mag ik dat zelf bepalen en vraag hoeveel jaar. ‘Acht Jahre.’ Hij schrijft het getal 8 denkbeeldig op de muur. Charles kijkt verbaasd op als hij langs komt lopen. ‘Is er iets met die muur of zo?’ Dan begint Utsjida mij te bevragen. Hij wil allerlei ingewikkelde weggetjes inslaan om vanuit Oloron naar Saint-Jean-Pied-de-Port te fietsen. ‘Sehr schwer’, zegt hij over het fietsen in Frankrijk. Ik weet niet of hij het fietsen zelf bedoelt of het praten met Fransen. Ik heb namelijk zijn hele overnachting geregeld. Het grappige daarbij was dat hij met de man van de gîte en met Charles en mij mee liep naar een grote slaapzaal en tegen de man zei: ‘I take it, I take it, it’s mine!’ Die man keek mij weer weer heel verbaasd aan en zei in het Frans: ‘Wat wil hij gaan doen?’ ‘Hij zegt dat hij het heel mooi vindt hier.’ De eigenaar zegt: ‘Nou fijn zo, dan krijg ik 11 euro van hem.’ Ik leg dat weer uit aan Utsjida, die mij uitvoerig bedankt omdat hij blijkbaar denkt dat ik een goede prijs bedongen heb.
De Jacobsstaf 86 | 11
Juffie gelukkig onderweg
Wandelen & fietsen
Reis naar het morgenland Arno Cuppen en Huberta Wiertsema Met het hoofd vol dromen en sprookjes gaan Arno Cuppen en Huberta Wiertsema op pad. Verslag van een bezinningstocht van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Turijn in Italië. Letterlijk en figuurlijk tegen de stroom in. ‘Op weg naar het morgenland, naar het oosten. Op pad, met de rug naar Santiago de Compostela, dat is ons plan. En de start komt razendsnel dichterbij. Eind deze maand nemen Thijs en Hanne het stokje van ons over, voor de laatste vier weken van dit pelgrimsseizoen. Nog nooit zijn wij zo lang “van honk” geweest terwijl de herberg gewoon doordraaide.’ (Nieuwsbrief Advertentie
Foto: Gitta va
n ’t Land
Terwijl ik hier eventjes aan terugdenk, wijst Utsjida opeens een grote weg aan en wordt helemaal blij. Ik begrijp dat dat de weg is die hij wil nemen. Fijn, want dan kan ik hem iets vragen over Japan. Over Shikoku en de pelgrimstocht die je daar kunt maken. Ah, hij is heel geïnteresseerd maar vooral omdat hij het zelf nog een keertje wil doen en van mij graag hoort wat ik er over gelezen heb. Zucht. Later op het terras willen Charles en Michel weten wat ik allemaal zo met Utsjida heb be@ sproken. ‘Nou, hebben jullie even?’ Deze column verscheen eerder op Gitta’s caminoweblog Juffie gelukkig onderweg, dat te vinden is op juffiegelukkigonderweg.web-log.nl.
12 |
De Jacobsstaf 86
L’Esprit du Chemin, 15 augustus 2009). ‘Komen jullie terug uit Santiago? Waar gaan jullie heen? Lopen jullie wel goed?’ Twee dagen lang lopen we tegen een stroom van pelgrims in, richting Le Puy. Op heuvelrug na heuvelrug zien we de bergen van ‘ons’ Baskenland kleiner worden en als we verder naar het oosten draaien verliezen ze hun vertrouwde vormen. We kunnen er maar niet over uit: ‘Wat is het mooi, hè? Dat we hier nu, samen, kunnen lopen!’ Twee maanden liggen voor ons en zo’n 1.500 kilometer pelgrimsweg, die ons tot bij Turijn in Italië zal brengen. Althans, dat is het
Tegen de stroom in. Foto: Arno Cuppen
Naar Santiago de Compostela Academische Reizen organiseert een comfortabele, geheel verzorgde 10-daagse Santiago reis. Cultuurhistorisch programma met rust en aandacht voor de hoogtepunten van de Camino Francés. Verblijf in 1e klas hotels in Pamplona, Burgos, Leon en Santiago.
26 september t/m 5 oktober 2010. Onder leiding van Herman Holtmaat Meer weten? Kijk op www.academischereizen.nl of mail naar
[email protected]
De Jacobsstaf 86
| 13
Wandelen & fietsen
plan. Tijd en ruimte genoeg dus om ook eens rustig na te denken. Bijvoorbeeld over een Baskisch sprookje. Knagende gedachten Er was eens een vervallen bergboerderijtje dat eenzaam onderaan een dromerige berg stond. De bewoners waren al lang geleden vertrokken naar het dal, en nu kwamen er alleen nog koeien schuilen. Het was er stil, op het ruisen na van prachtige, oeroude bomen. Ook de tijd leek stil te staan. Moderne dingen als elektriciteit, waterleiding en riolering waren er onbekend. Tot op een dag ... het boerderijtje te koop stond. Nog diezelfde middag vonden we het, met kloppend hart. Dit was het: rust, ruimte, ons verbonden voelen met de streek, zelf bouwen,
Wandelen & fietsen
zelfvoorzienend zijn, niet ver van de herberg. Maar, zo plotseling als het boerderijtje in de etalage van de makelaar verscheen, zo plotseling verdween het weer. En het meest bijzondere was ... we voelden geen enkele aandrang om uit te zoeken hoe het zat. Zo bleef het sprookje een sprookje, dat wel. Maar een sprookje dat bleef knagen. Waar was ons enthousiasme gebleven, en de behoefte aan een plekje voor onszelf, naast de herberg. Dát was toch echt? Daar zouden we dus eens rustig over nadenken. Dachten we. Maar zo gauw we de doorsteek maakten naar de pelgrimsweg van Arles, begon het weer. Als we dan eens hier, aan de voet van de centrale Pyreneeën, een huis kochten? Het is er schitterend. We zouden er ook pelgrims kunnen ontvangen, als de drukke herberg in Saint-Jean-Pied-de-Port ons teveel
Reis naar het morgenland: de zon komt op boven de Camargue. Foto: Arno Cuppen
14 | De Jacobsstaf 86
wordt. Hier is het nog vrij stil. Of hier? Of ... Gelukkig zakte de ‘koorts’ daarna weg en konden we naar mooie plekken kijken zonder dat er meteen bouwplannen opborrelden. Dag in, dag uit trokken we verder, door de heuvels van de Gers. Door het ritme van de tocht lieten we onze vragen één voor één los. Om veel later te ontdekken dat de antwoorden stiekem waren meegelopen, om op onverwachte momenten aan onze mouw te trekken.
oud centrum, op een pittoreske heuveltop, opgekocht door kapitaalkrachtige buitenstaanders. Grote bolides glijden door de lokale Rue P.C. ‘ooft. Het Frankrijk van ‘du vin, du pain et du ...’ is er een karikatuur geworden. Op een pleintje in Saignon zien we hoe een oude man grimmig het laatste bastion van rommelige, Franse authenticiteit verdedigt. Zijn hond ligt in een stoel naast de zijne, met een bordje: ‘Foto’s verboden, of 5 euro’s.’
Maghreb De chemin d’Arles is stil. En dan ontmoetten wij nog elke dag andere pelgrims omdat wij tegen het stroompje inliepen. Na een tijdje viel ons op, dat de meeste tegenliggers al eerder op pelgrimspad waren geweest. Sommigen leken zelfs een lijstje af te werken: nu hier, volgend jaar daar, en het jaar daarop ... Nu zijn wij zelf ook ‘recidivisten’ en misschien merkten we daarom ook pas later wat we hier mistten: het onbevangen openstaan voor het nieuwe, voor ontmoetingen, voor ... En op dat moment werden we allebei voor het eerst aan de mouw getrokken: ‘Lijkt het jullie echt leuk om aan deze weg pelgrims te ontvangen?’ Eh, nou nee. Nog een rukje: ‘Zitten jullie in Saint-Jean niet op een voor jullie unieke plek?’ Eh, ja ... JA! Naarmate we langer onderweg waren, gingen ons meer dingen opvallen. Zo liepen we door nogal wat stadjes waarvan het hart nauwelijks meer klopte: lege etalages, vervallen huizen, de troosteloze hoofdstraat bedekt met een grauwsluier door het zware verkeer. Wie weg kan trekt weg, zo lijkt het. Naar nieuwe huizen die in een ruime ring om de oude kern heen staan. De vrijkomende plekken blijven leeg of worden ingenomen door minder draagkrachtigen, bijvoorbeeld uit de Maghreb. Soms waanden we ons in zo’n oud centrum in de medina van een Noord-Afrikaanse stad. In de sjieke Provence en Luberon zouden we soms het tegengestelde zien. Dan wordt zo’n
Paradijzen Over karikaturen gesproken. Niet zelden worden de nieuwe huizen gebouwd in de stijl van Romeinse villa’s. In plaats van een pretoriaanse garde hebben de moderne keizers de bewaking in handen – of beter: poten – gelegd van agressieve viervoeters. Die raken in alle staten bij het zien van tweevoeters. Misschien omdat er maar zo weinig van zijn: op de Franse campagne zijn er nauwelijks mensen ‘in het wild’. Als we al mensen zien, dan zitten ze bijna altijd in auto’s of op tractoren. Maar meestal zien we ... niemand. Niet in de mooie tuinen of op de riante terrassen en helemaal niet – echt waar – in de honderden zwembaden waar we in zeven weken, met bijna alleen mooi weer, langslopen. Waarom willen mensen dan toch hier wonen? Om weer zo snel mogelijk weg te zijn? Want drie, vier auto’s voor het huis is geen uitzondering. Weer een getrek aan onze mouwen: ‘Wat zoeken jullie eigenlijk, daar op het Franse platteland? Staat jullie huis straks ook leeg, en zijn ook jullie dan steeds onderweg?’ Tja, maar ... het is er zo rustig en mooi. Dat is echt zo. Het is echt heel mooi en afwisselend. Voorbij Toulouse lopen we bijvoorbeeld eerst nog door de mooie, zuidelijke uitlopers van het Massif Central, waarna we ineens mediterraan Frankrijk binnenstappen: droge, woeste schoonheid en heerlijke geuren: munt, rozemarijn, tijm. Voor Arles lopen we door de
De Jacobsstaf 86 | 15
Wandelen & fietsen
vlakten en rijstvelden van de Camargue. Daarna door de groene paradijzen van Les Alpilles en de Luberon: olijfbomen, parasoldennen, wijngaarden. Verder, steeds verder trekken we de bergen in, die steeds hoger worden. Op een pas, ergens achter Sisteron, zien we heel in de verte de eerste sneeuw liggen. Gaan we daarheen? Wat een avontuur. Wat zijn we toch bevoorrecht, zo voelen we dat, heel intens. We lopen ook dwars door dynamische steden als Toulouse en Montpellier. Dat is echt anders dan bijvoorbeeld de chemin du Puy, waar je je nog wekenlang in een andere tijd kunt wanen. Hier vind je ook veel minder sporen van de middeleeuwse pelgrimsweg. Hier geen majestueuze timpanen als in Vézelay en Conques, geen indrukwekkende kruisgang als in Moissac. En Saint-Guilhem-le-Désert, eeuwenoude pleisterplaats voor pelgrims in de bergen vlak voor Montpellier, blijkt overspoeld door toeristen en winkeltjes met snuisterijen. Bezinning Wij voelen de spirituele dimensie vooral op het stuk na Arles, alsof je daar - in de grootse
Wandelen & fietsen
natuur van de Alpen - echt een stukje dichter bij de hemel bent. Zou Maria daarom bij voorkeur in berggebieden verschijnen? Zoals in Lumières en in Laus, weinig bekende zusjes van Lourdes, in de Pyreneeën. Maar pelgrims worden er nog steeds gastvrij ontvangen. De mooie abdijen van Ganogobie en Boscodon liggen afgezonderd, op prachtige plekken. Ganagobie op een plateau, hoog boven de rivier de Durance. Boscodon in een vallei in de bergen. In beide woont sinds kort, voor het eerst sinds de Franse Revolutie, weer een kleine kloostergemeenschap. Een laatste opleving, voor de grote stilte? Vooral de kloosterkerk van Boscodon maakt grote indruk. Als je er binnenstapt, glijdt de prachtige stenen mantel soepel over je schouders. Het is een juweel van eenvoud en schoonheid, maatvoering en symboliek: de vensters naar het licht, naar het morgenland, maar verder helemaal gericht naar binnen, op bezinning. Als we de volgende dag verder lopen, kijken we nog vaak terug naar die bijzondere plek. Maar niet alleen Boscodon trekt aan onze mouw, ook de overweldigende natuur waar we door-
Op weg naar de Col de Montgenèvre: terugkijkend naar Briançon. Foto: Arno Cuppen
16 |
De Jacobsstaf 86
heen lopen: ruige kloven, bossen, stille bergdorpjes. Aan het eind van de etappe, op een smal pad hoog boven de Durance, zien we de zon achter de bergen zakken: een fascinerend spel van schaduwen en licht. Die avond, in de gîte van Saint-Alban, valt de boodschap van al die mouwtrekkers samen. We zijn teveel pelgrim geworden, teveel mensen van de weg, om ons nu op één plaats vast te leggen. Onze opgave is niet een huis te vinden, maar thuis te komen bij onszelf. En ja, eigenlijk wisten we dat al. Maar wat zit er toch een afstand tussen weten en ten diepste beseffen en ... daar naar leven. Een afstand die veel groter is dan die we de afgelopen weken hebben overbrugd. Als zalmen in een bergbeek, hoger, steeds hoger, tegen de stroom in, terug naar huis ... We zijn er nog lang niet, maar we hebben weer een stap gezet, hebben weer een stroomversnelling genomen. Stromen De laatste week is een prachtige apotheose. Twee dagen later steken we de Alpen over, die de nacht ervoor zijn besneeuwd. Schitterend, schitterend, schitterend. Zo gauw we aan de Italiaanse kant de bergen uit zijn, slaan we linksaf, naar het noordoosten, en lopen we via de ‘heilige berg’ Belmonte eerst naar Damanhur en dan naar het Monastero di Bose. Beide zijn jonge, spirituele gemeenschappen: Damanhur komt voort uit de new age-beweging, Bose bouwt verder op eeuwenoude kloostertradities. Beide geven hun verbinding met anderen en het Andere ook fysiek vorm: Damanhur door zijn zogenoemde tempels van de mensheid, uitgegraven in de bergen. Bose door zijn gastvrije
klooster, in een stille vallei. Op beide plekken voel je je als op een andere planeet. Beide bewegingen gaan tegen de aardse stroom in: de dominante stroom van materialisme en consumentisme, onder meer gesymboliseerd door de villa’s met zwembad, angstig omgeven door muren, hekwerken, honden en – vooral in Italië – videocamera’s. Een hoofdstroom voor wie het belangrijker is om banken te redden, dan onze planeet. Wij voelen ons meer thuis in de tegenstroom. Damanhur en Bose zijn dan ook prachtige plekken om onze voettocht af te sluiten. Althans, voor dit jaar, want volgend jaar hopen we verder te trekken, richting ... Jeruzalem. Als opstapje naar dat verre doel, reizen we van Bose met bus en trein naar de ‘heilige berg’ van Varallo: ‘het nieuwe Jeruzalem’. Het heiligdom is vanaf eind vijftiende eeuw gebouwd, onder meer voor pelgrims voor wie het Heilig Land onbereikbaar was ... Zo hebben we dat bedacht, maar er wacht ons nog een verrassing. Als we het station van Varallo uitlopen worden we opnieuw aan de mouw getrokken. ‘Zijn jullie toeristen of pelgrims?’ Het is weer zo’n wonderbaarlijke camino-ontmoeting, nu met Enzo, enthousiast Santiagoganger. Geweldig. ‘Hebben jullie al een slaapplek?’ En, als we vertellen over Jeruzalem: ‘Weten jullie dat we bezig zijn om de route van Rome naar Bari en Brindisi uit te @ zetten?’ Bedankt, Jacobus! Titel van het artikel is geïnspireerd op de pelgrimsvertelling Reis naar het morgenland van Herman Hesse (Die Morgenlandfahrt, 1932). Voor meer verhalen kijk op www.espritduchemin.org.
De Jacobsstaf 86
| 17
Wandelen & fietsen
Wandelen & fietsen
Een beginnende caminoverslaving Onderweg van Porto naar Santiago Marc de Bruijn Voor iedereen is er een eerste camino. Marc de Bruijn heeft niets met wandelen maar door zijn vriendin wordt hij op het spoor gezet. Samen lopen ze de Camino Portugués en het lijkt erop dat het niet de laatste tocht zal zijn. Zo’n vijf jaar geleden leerde ik mijn huidige partner Pierrette kennen. Zij bleek het jaar ervoor in haar eentje de Camino Francés gelopen te hebben vanuit Saint-Jean-Pied-de-Port. Tot op dat moment was voor mij ‘sport’ altijd iets geweest met een balletje: voetbal, tennis, hockey, squash, golf, et cetera. Spiritualiteit was nog niet erg aan mij besteed. Niet dat ik geen interesse had, maar ik had me er tot dan weinig tijd voor gegund. Pierrette bleek veel interesse te hebben in het boeddhisme en dat trok mijn nieuwsgierigheid. Beetje bij beetje ben ik toegegroeid naar mijn eerste pelgrimsreis. Hockey en tennis werden door mijn maatjes verlaten voor golf, zodat ik tijd kreeg voor andere zaken. Met Pierrette ging ik wandelen, Dam-tot-Dam, Egmond, en vooral wandelingen in de duinen in Kennemerland – steeds zo’n kilometer of twintig. Voorbereiding Twee jaar geleden besloten we samen een camino te gaan doen. Het werd om diverse redenen de Camino Portugués, vanuit Porto naar Santiago, met name ook omdat onze tijd gelimiteerd was doordat we beiden nog fulltime werken. In de voorbereidingstijd hebben we matig geoefend qua lopen, ben ik zo’n 20 kilo afgevallen en hebben we ons vooral verheugd op deze reis. Koninginnedag 2009 was het zover. We vertrokken rond lunchtijd vanaf Schiphol. Ach-
18 | De Jacobsstaf 86
teraf merkwaardig dat we op geen enkele manier voor of tijdens de reis op de hoogte gebracht werden van het grote Apeldoornincident. Daar hoorden we pas later over in Portugal! Met het boekje van Peter Brierley in de hand vertrokken we met prachtig weer om de goed met gele pijlen en schelpenbordjes aangegeven route te volbrengen. Ai, wat deed dat pijn aan het einde van de tweede dag, die voeten en die benen! We hadden beiden in de voorbereiding niet meer dan een dag gelopen, dus nimmer twee, laat staan 23 dagen achter elkaar … We hebben door het warme weer, 25-28 graden Celsius, en het feit dat onze rugzakken toch wat te zwaar waren, 12 respectievelijk 15 kilo, behoorlijk afgezien. Mijn schoenen bleken met de speciaal aangeschafte loopsokken toch te klein in deze warmte en Pierrette liep blaar op blaar. Allemaal te voorkomen, maar al doende leert men: je wordt vanzelf gestraft voor je niet al te perfect doordachte voorbereiding. Maar we waren al te blij dat we liepen. Ik zei vaak tegen Pierrette: ‘Maak je over mij geen zorgen, jij gaat harder, maar ik ben een diesel en loop onverdroten voort en kom ook aan de finish.’ Negorijen De Camino Portugués kunnen wij eenieder aanbevelen; half door Portugal, half door Galicië. Inderdaad, niet door Spanje, maar door Galicië. Ons viel op, dat met name op het traject Tui-Santiago de mensen zich eerst en vooral Galiciër voelen en pas daarna Spanjaard. Dat verklaart ten dele ook hun geringe kennis van het Duits, Frans en Engels. Zij spreken en lezen (alle lokale kranten zijn in het Galicisch) immers hun eigen taal en daarnaast
ook een ‘buitenlandse’ taal, Spaans. Ons viel daarnaast het grote verschil met Portugal op: andere mentaliteit van de mensen, veel meer in jou als toerist, pelgrimsganger, geïnteresseerd, ook in de cultuur van je land. Zelf ook open naar jou toe en vrijwel zonder uitzondering geïnteresseerd in wat er zoal in de wereld buiten hen omgaat. De Spanjaarden die wij troffen op onze reis waren alleraardigst, maar daarentegen niet echt in die buitenlanders geïnteresseerd. Vooral het voetbal, op de overal tot in de kroegjes in de kleinste negorijen aanwezige grote flatscreens, kon niet vaak genoeg vertoond worden. En de drankkast, overal zie je ’s ochtends vroeg de kleine boeren en buitenlui snel een borreltje of glas wijn achter over slaan. En niet te vergeten de gokkasten, die zelden een moment onbemand bleven. Er zijn natuurlijk ook overeenkomsten: de mensen zijn kleiner, vooral de Portugezen. Wat zie je bijvoorbeeld in Porto veel oude vrouwtjes, keurig gekleed, van ongeveer 1.50 meter! In Galicië zie je andere Spanjaarden dan de gebruikelijke mediterrane types, namelijk met blauwe ogen en blond haar, een voortvloeisel uit de oude mix met de Kelten. Opvallende overeenkomsten in de culinaire sfeer: veel lekkere visjes, zowel rode als witte wijn uit de streek, steeds zeer betaalbaar en heerlijk. Je komt niets tekort. Wat ons ook opviel was dat werkelijk overal tot in het kleinste cafeetje in het kleinste gehucht, heerlijke koffie wordt geserveerd tegen een schappelijke prijs. Een verlate pelgrim Een merkwaardig incident deed zich voor in Spanje. Na een pittige dag bereikten we de hostal Briallos. Deze in een oud schoolgebouwtje gevestigde hostal bleek, in tegenstelling tot hetgeen in onze uitgave van het Brierley boekje (2005) stond, gerenoveerd en een prima verblijf te bieden met goede douches en een
Porto aan de Douro. Foto: Tieleke Huijbers
keuken. Daar kun je dan gebruik van maken als je etenswaren of een soepje bij je hebt, wat niet het geval is. Een winkeltje in de buurt was ook niet te vinden en een kroegje of restaurantje evenmin. De volgende dag bleek, dat er toch op 2 à 3 kilometer afstand wel iets te vinden was geweest, maar dat stond nergens aangegeven. Goede raad leek duur, maar de oplossing was dichtbij: een Spaans echtpaar dat we al eerder tegen waren gekomen, bood ons de helft van hun overgebleven proviand aan, en zo deelden we samen een stokbrood en twee blikjes sardientjes, hetgeen bijna een bijbels tafereel opleverde. Die avond gingen we, zoals gebruikelijk, rond half tien het mandje in. Een uurtje later, het was inmiddels donker, hoorden we gehoest en gescharrel; er was nog een ‘verlate’ pelgrim gearriveerd. ’s Nachts bleek de man zo te horen een pittige longaandoening te hebben, want hij bleef maar blaffen en hoesten. Iedereen had een slechte nacht. De volgende dag, rond half zeven, stond hij als eerste buiten een sigaret te roken in zijn onderbroek … Hij sprak slechts Spaans en ging, nadat alle andere aanwezigen zo rond acht uur vertrokken, terug zijn bed in. Intussen had hij de meest vreselijke hoest- en proestgeluiden
De Jacobsstaf 86 | 19
Wandelen & fietsen
voortgebracht en dat ging gepaard met smerig gespuug, gewoon op de grond. Het bleek om een junk te gaan, waarvan er meerdere blijkbaar gebruik maken van de hostals. Controle op de verder onbemande hostals is er ’s avonds een halfuurtje, voor het afstempelen van de credencials, en zij, die daar op uit zijn, omzeilen die eenvoudig door later aan te komen. Enfin, we hadden die dag weer volop stof om met elkaar dit soort situaties door te nemen, ook beïnvloed door de angst voor Mexicaanse griep, en vervolgden ons pad. Een wat mindere ervaring rijker, maar dat mocht de pret niet drukken, want per saldo is zo’n camino een waar feest voor een mens. De verstilling, het herwaarderen van natuur en cultuur, de kameraadschap die je letterlijk de gehele dag ervaart als je samen oploopt, al zit er vaak 100 meter of meer tussen, want de een loopt wat sneller dan de ander. Het is allemaal zo de moeite waard dat je, Santiago naderend, al snel met elkaar gaat praten over ‘wanneer doen we een volgende camino’ of iets vergelijkbaars, het lopen werkt namelijk verslavend! Eenvoud Terugkijkend, als oprechte amateur in deze, smaakt alles naar meer: de kennismaking met de andere pelgrims, de intense beleving van de reis, het landschap en de mensen die je lokaal ontmoet: het is absoluut een feest. We herinneren ons bijvoorbeeld die ene Portugese B&B-houdster, Fernanda in Vitorino dos Piaes, die haar deur wagenwijd voor ons openzette, nadat we onze moeilijkste etappe hadden gelopen. Pierrette kon niet meer, was al vier keer gaan zitten om uit te puffen, en onze gids vermeldde, dat die etappe 34 kilometer was, tenzij je het geluk had bij die ene boerderij na 20 kilometer te kunnen overnachten. En wij arriveerden daar laat, rond half zes, en moesten er niet aan denken nog eens 14 kilometer
20 | De Jacobsstaf 86
En verder ...
te moeten lopen! Het geluk was met ons. Ze hadden nog geen gasten en bleken zeer gastvrij: ‘Je hoeft niets te vertellen: ga eerst maar een uurtje slapen, daar is je kamer, met douche, we eten rond half negen …’ Rond twaalf uur die avond gingen we slapen, na een fantastische avond met een viergangendiner, heerlijke lokale wijn, en met de gehele familie, kinderen erbij, aan tafel. Zij bleek postbode, hij opticien in een naburig dorp. Beiden zeer geïnteresseerd in onze roots. De avond vloog om en was zeer amusant. Die mensen wil je gewoon nog eens terugzien en je zou ze wat graag in Nederland een mooie ontvangst willen bieden. Wie weet komt het er nog eens van. Dit soort ervaringen zal menigeen kunnen vertellen. Ze illustreren het avontuurlijke karakter van zo’n tocht. Ook al ben je goed voorbereid, je weet nooit precies wat de dag zal brengen. Onze ervaringen samenvattend: fantastische reis, doen! En daarna zul je er steeds met een enorm genoegen naar terugkijken en terugverlangen. Voor ons betekent het zeker dat we jaarlijks of eens per twee jaar een vergelijkbare tocht willen gaan lopen. Volgend jaar Pieterpad? Maar ook Assisi-Rome, de Camino Ingles en de Camino del Norte spreken ons aan. Wie weet nog eens een ander continent. We liepen niet om geloofsredenen, ook al is de mis in Santiago om twaalf uur op de dag na aankomst een warm bad. Niet om de sportieve prestatie, ook al vonden we het achteraf pittig en denken we wel eens: hebben wij dat gedaan? Maar we liepen voor het verdiepen van onze relatie, het samen opbouwen van een verleden, voor het ervaren van de pure eenvoud van het geluk in het leven, het ervaren van het zijn, dat een eenvoudig leven het kenmerk van het ware is, dat een onbekende gast zo gastvrij behandeld kan worden, dat een eenvoudig maal alles is wat je behoeft, dat geluk zo dichtbij is en dat je je @ hele leven moet blijven leren. Prachtig!
De pelgrim Duizend gedachten en vaak niet één, die blijvend bezit neemt van zijn geest. Eén doel slechts heeft de pelgrim: gaan, zijn bestemming ligt altijd achter de horizon. Alleen de zorg voor het dagelijks bestaan: wat eet ik, waar slaap ik? houdt hem doorgaand bezig. Hij is samen met de miljoenen, die voor hem gingen, deel van een leger en toch weer elke dag alleen. En als hij eind’lijk Santiago ziet, blijkt dat hij verder moet. Maar dan met zijn herinnering; duizend gedachten. Middelburg, Jan Versloot
De Jacobsstaf 86 | 21
En verder ...
En verder ...
Pelgrimeren – een ontmoetingsdag Gerard Luiten Verslag van de jaarlijkse ontmoetingsdag Pelgrimeren in het Sint Jacobs-Godshuis in Haarlem op 13 februari 2010. Het dagprogramma van de ontmoetingsdag lijkt interessant: stadswandeling, infomarkt en een forumdiscussie; dat alles in en om het Sint Jacobs Godshuis, een van de oudste plekken in ons land uit de Jacobustraditie. Voor de werkgroep Geschiedenis en Cultuur was het een reden om daar aanwezig te zijn en u er verslag van te doen (002). Voor de derde keer wordt zo’n ontmoetingsdag gehouden op initiatief van de huidige bewoners van het Godshuis. Dat huis is nu een appartementengebouw en heeft daarom een andere naam gekregen. De bewoners zijn zich terdege bewust van het historisch belang van hun huis, omdat er regelmatig pelgrims aanbellen en vragen om onderdak of een stempel. De aanloop is sinds 1995 toegenomen, omdat het Godshuis is gekozen als startpunt in de drie fietsboekjes van Clemens Sweerman. Hiervoor is tegen de gevel een plastiek aangebracht, waarop zichtbaar vijf lopers en een fietser. Dat alles heeft geleid tot het organiseren van deze dag (003). Stadswandeling Ik neem in alle vroegte de trein om op tijd in Haarlem te zijn. Vanaf het monumentale station kruis ik de oude binnenstad met een middeleeuws stratenpatroon, waar omheen het Spaarne meandert. Ik waan me eerst in het Monopolyspel, Barteljorisstraat, Zijlstraat uitkomend op de Grote Markt en de Sint-Bavo. Daarna verschijnen er meer religieuze straatnamen zoals Lieve Vrouwengracht, Lange- en Korte Begijnenstraat, et cetera. Het Godshuis
22 | De Jacobsstaf 86
kan niet ver meer zijn. Een brug over en na enige omwegen vanwege wegversperringen, loop ik de smalle Hagestraat in. Halverwege de straat, op nummer 10, staat een eeuwenoud eenvoudig huis met een gevelteken ‘Godshuis’ (004). Ik bel aan, Karin Snoep doet open. Zij is een van de organisatoren en leidt mij naar een aangrenzende ruimte, waar de koffie klaar staat. Er zijn al zo’n twintig mensen allen in afwachting van de stadswandeling. Na een kwartier komt een oudere man binnen, brilletje, slappe hoed, een vest met vele vakken en een grijze brede baard. Op zijn revers zit een naamplaatje met de naam Thon Fikkerman, stadsgids..Hij gaat ons rondleiden. Hij verzamelt de groep en laat ons eerst de binnenplaats van het Godshuis zien, die nu in gebruik is als speelplaats en buitenterras van de huidige bewoners. Dan gaan we naar buiten en lopen langs het huis van twee verdiepingen, voorzien van diverse grote ramen en twee voorname brede voordeuren. Geveltekens herinneren nog aan diverse functies die het huis in het verleden heeft gehad, zoals een schelp voor het gasthuis voor pelgrims en Godshuis voor de katholieke armenzorg vanaf begin 1700. Aan de overkant van de straat heeft tot aan de reformatie een Augustijnerklooster gestaan. De monniken uit dit klooster zijn voor het gasthuis aan de overkant van groot belang geweest. We verplaatsen ons en slaan af naar de Burgwal. Langs deze wal is van oudsher veel bedrijvigheid geweest tot aan de vorige eeuw, maar die is nu grotendeels verdwenen. We krijgen nog een gevelbord te zien van de voormalige fabriek van Haarlemmer olie, een geneesmiddel van alle tijden tegen alle kwalen. Er zijn nog wat sporen zichtbaar van voormalige kloosters en kerken. Zij zijn niet alleen verdwe-
nen na de reformatie. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw is nog de Cuyperkerk gesloopt, als gevolg van de ontkerkelijking (005). De kapel We keren terug naar de Hagestraat, waar we in de voormalige kapel een kijkje kunnen nemen op een infomarkt die daar is opgesteld. Het genootschap is ook aanwezig, Fons Boink is er voor gekomen (006). Melissa, Bernard en Peter in Conques Verder zijn er enkele andere getrouwen, zoals reisboekhandel Pied à Terre, reisorganisadie ramen aan het Godshuis geschonken. Op tie Topo Actief en enkele uitgeverijen. In een vijf stuks is het leven van Jacobus de Meerdere nevenruimte kunnen we de televisieserie zien uitgebeeld en de zesde toont een oorlogstafevan National Geographic, over een reis van reel met Jacobus als beschermheilige (007). een Spaanse popzanger van Haarlem naar Santiago de Compostela. Forumdiscussie Inmiddels staat de lunch klaar. Het is in een Er zal een discussieforum volgen. De stoelen in vleugel van het huis welke is ingericht als eetde kapel worden herschikt en de forumleden huis met de naam Kloosterkeuken. Bureau kunnen achter een tafel plaatsnemen. Er zijn Jeugdzorg heeft dit eethuis opgezet om voormeer dan honderd mensen, waarvan de helft tijdige schoolverlaters een opleiding te bezorplannenmakers. Het forum bestaat uitsluitend gen. De lunch is van uitstekende kwaliteit. uit heren te weten Hans Lamme, muzikant, Terug in de kapel neem ik de kans wat rond chemicus en pelgrim; Sedat Çakir, Turks zate kijken. Er zijn wat neogotische elementen kenman, moslim en pelgrim; Peter Jan Margry, zichtbaar, zoals de spitsboogramen. De kapel onderzoeker bij het Meertens Instituut en ten is door een nonnenorde, de zusters Francisslotte Herman Vuijsje, schrijver, socioloog en canessen, rond 1880 ingericht. De gebrandpelgrim. Als gespreksleider treedt op filosoof schilderde ramen zijn van recentere datum, Frank Meester, een vlotte veertiger met geen van vlak na de Tweede Wereldoorlog. In die enkele affectie voor pelgrimeren. oorlogstijd verbleven veel joodse onderduiDe volgende vragen over pelgrimeren komen kers in het Godshuis, met alle risico’s van dien. aan de orde, waar het forum en de zaal op kunDe Duitse bezetter pleegde in die tijd enkele nen reageren: keren huiszoeking, maar ze konden niemand - Gaat het om de tocht erheen of om het bevinden. Uit dankbaarheid hebben de nonnen zoek aan de heilige plaats?
De Jacobsstaf 86 | 23
En verder ...
- Wat zijn de oorzaken van de toenemende belangstelling voor pelgrimeren sinds de jaren zestig? - Wat heeft de tocht voor jou betekend? - Is een pelgrimage een toeristisch gebeuren of is het meer? - De (ludieke) vraag, is een fietser ook een pelgrim? Al deze vaak gestelde vragen worden door de onderzoeker in zijn historische context geplaatst, tegenover de belevingswereld van de ervaringsdeskundigen uit het forum en uit de zaal. Het meest opmerkelijke verhaal is dat van Sedat Çakir. Hij vertelt dat de bomaanslag in Madrid in 2004 veel indruk op hem gemaakt
Foto: Gerard Luiten
24 | De Jacobsstaf 86
Liefde onderweg
heeft. Het riep het oude beeld op van Jacobus de Morendoder in de strijd tussen moslims en christenen, na eeuwen van vreedzaam samenleven. Als moslim moet je een keer in je leven op bedevaart. Çakir koos voor Santiago de Compostela om christenen te ontmoeten en de dialoog aan te gaan voor vrede in de wereld. Het forum wordt afgesloten. Er treden twee zangers naar voren die enkele middeleeuwse hymnen ten gehore brengen. Ze sluiten af met Ultreia. Ik kan terugkijken op een goed georganiseerde en verzorgde dag. Het Haarlems Jacobs Godshuis heeft zich uitstekend gepresenteerd, en zich weer op de kaart gezet.
Ik heb een groter hart gekregen Thijs Hanrath In deze laatste aflevering van Liefde onderweg het verhaal van Tine. Een verhaal over de taal van de liefde, alleen gaan en het feest van het pelgrimeren. Vanaf het moment dat Tine in haar nabije omgeving hoort over lopen naar Santiago weet zij dat zij daar ook iets mee wil. Zij gaat erover lezen, wordt lid van het Genootschap van Sint Jacob, en geniet van de regiobijeenkomsten. ‘Zo heb ik het hoe, wat, waarom en wanneer van de tocht lekker in me kunnen laten groeien’, zegt ze lachend. ‘Ik zou eerst met een collega gaan. Maar die wilde van huis uit vertrekken. Dat leek voor mij aanvankelijk wel een erg grote onderneming. Daar schrok ik zelfs een beetje van. Er zijn momenten geweest dat ik heb gedacht om in etappes te gaan. Maar uiteindelijk ben ik dus toch van huis uit vertrokken in het vroege voorjaar van 2008.’ Groeien ‘Ik had vier gedachten. In de eerste plaats was er dankbaarheid jegens mijn partner, mijn drie kinderen, mijn afgesloten werk, mijn gezondheid en de energie die ik nog had om ook van de komende periode weer iets moois te maken. In de tweede plaats wilde ik mij oriënteren op de invulling van mijn toekomst. In de derde plaats wilde ik stil staan bij ingrijpende gebeurtenissen, waar ik voor mijn gevoel te weinig aandacht aan had besteed, bijvoorbeeld familieleden, die overleden waren. En tenslotte wilde ik wat vertrouwd was en zekerheid gaf achter me laten, om me zodoende een heel klein beetje solidair te voelen met mensen op de vlucht. Helaas heb ik, vanwege een ernstige ziekte en later het overlijden van een familielid, al na veertien dagen de trein moeten pak-
ken naar huis. Mijn pelgrimstocht was als een kaartenhuis in elkaar gevallen. Zo anders dan voorzien. Het vertrouwen was even foetsie … Toch begon het in januari 2009 gelukkig weer te kriebelen. Ik realiseerde me sterk dat ik iets niet had gedaan wat wel heel lang mijn ding was geweest, en was bang dat als ik nu niet zou gaan ik nooit meer zou gaan. Mede dankzij iemands wijze woorden met de strekking van “iets de kans geven onderweg in je te laten groeien” heb ik de moed weer opgevat. Op 28 februari ben ik door mijn man weggebracht naar Scherpenheuvel, waar ik het jaar ervoor gestrand was. Ik ben na afloop van een mis die in het teken stond van veertig dagen in de woestijn, door pater André, die inmiddels een goede bekende van me is geworden, vol goede moed op pad gegaan.’ Taal van de liefde ‘Ontmoetingen waren er velerlei. Warm, openhartig en zeer liefdevol. De ontmoeting die mij het meest is bijgebleven is die met Martine, een vrouw van ongeveer zestig jaar ergens in een klein dorpje in Midden-Frankrijk. Ik mocht bij haar van het toilet gebruik maken waarbij ze mij ook iets te drinken aanbood. Ik had toen al geleerd daar geen nee op te zeggen, integendeel. Zo belandde ik in haar kleine keukentje waarin ik haar door het raam had zien kokkerellen. Zittend aan de keukentafel waar ik haar gade sloeg bij het bereiden van de maaltijd, kreeg ik de helft aangeboden. Dat sloeg ik aanvankelijk af, maar na een herhaald aanbod in het besef dat ik hetzelfde zou doen als ik haar was, heb ik het van harte aanvaard. Tot twee keer vroeg zij vol verbazing en ongeloof of ik echt seule was en toen ik haar met
De Jacobsstaf 86 | 25
Liefde onderweg
gebaren duidelijk kon maken dat dat het geval was, begon zij te huilen. Zij was ook alleen, haar man was na een lang ziekbed kort geleden overleden en haar drie kinderen woonden allen ver weg. Ik sloeg mijn armen om haar heen, gaf haar een kus en veegde zachtjes haar tranen weg alsof wij elkaar al heel lang kenden. Dit alles speelde zich af in de eerste minuten van onze ontmoeting waarbij we het moesten doen met enkele woorden, korte zinnetjes en veel gebaren. Handen-en-voeten-Frans heb ik het aanvankelijk genoemd. Nu ben ik meer geneigd het de taal van de liefde te noemen. Net zo makkelijk als ik heb gedeeld in haar aangeboden eten en drinken heeft zij zich door mij laten troosten. Wat een tegenstelling dacht ik; mijn vrijwillig gekozen alleen gaan waar ik zo van genoot tegenover haar alleen zijn. En wat een ellende. Ga met mij mee, dacht ik, en gebaarde haar jas en schoenen aan te doen en wat ik niet voor mogelijk hield gebeurde: zij knikte instemmend waarbij ze op haar horloge wees en een tijd aangaf. Ze deed het! Toen het eten op was en de theepot leeg, maakte zij zich klaar. Met een groot gevoel van verbondenheid zijn we vertrokken. Zwijgend, alsof we zo al dagen liepen en alles al gezegd was. Even voor het aangegeven tijdstip plukte zij een klein boeketje van langs de weg groeiende bloemen. Deze zou ze naar het graf van haar overleden man brengen. Hiermee zwaaiend en omkijkend tot we elkaar echt niet meer konden zien, hebben we afscheid van elkaar genomen … Zij zal nog heel lang in mijn herinnering blijven.’ Feest ‘Ik heb het moeilijk gehad met de warmte onderweg. Dat was de aanleiding tot mijn enige huilbui. Dat was in Les Landes. Ik liep er tussen de vele omgewaaide bomen op het hete zand met Jos en Suzanne, twee medepelgrims, toen het me plotseling teveel werd. Ik heb ze
26 | De Jacobsstaf 86
Liefde onderweg
vast op een onaardige manier gezegd dat ik daar wilde blijven en dat zij maar moesten doorlopen, maar ik kon niet anders. Toen ze uiteindelijk verder zijn gegaan en ik weer alleen was, barstte ik in tranen uit. Ik heb mijn dagboekje gepakt en ben gaan schrijven. Zo kon ik daarna toch de draad weer oppakken. In een rustig tempo heb ik mijn weg vervolgd, ervan overtuigd dat ik het anders aan moest pakken en op andere tijden moest gaan lopen. Ook wist ik dat ik weer alleen moest gaan. Op mijn slaapplek heb ik tijdens het douchen mijn overgebleven tranen weg laten lopen. Een (toevallig?) telefoontje van een van mijn kinderen maakte dat ik snel daarna de draad echt weer op heb kunnen pakken. Ik ben op andere tijden gaan lopen en heb daar niet alleen baat bij gehad wat de warmte betreft, maar er ook ongelooflijk van genoten. Het was elke dag een feest: de stilte, de eenzaamheid en de zon die langzaam mijn horizon in het licht zette. Het belangrijkste is voor mij het lopen zelf geweest, de overgave en vooral het loslaten, elke dag weer. Ook kon ik steeds de ‘beloning’ ervaren dat alles gewoon goed komt, wat er ook gebeurt. Elke dag eten, een plek om te overnachten, warme ontmoetingen en altijd maar weer goede zin om verder te gaan. Ook de mogelijkheid om verder te gaan! De laatste 1.000 kilometer leek de tocht soms zelfs vleugels te krijgen. Het is een soort meditatie geweest die meer dan honderd dagen heeft geduurd. Ik denk niet dat ik er door veranderd ben. Niet in de zin van andere eigenschappen of zo. Wel denk ik dat eigenschappen zich meer en meer hebben verankerd. Alsof elke stap ze dieper en dieper in mij gegrond heeft. Mij steviger heeft gemaakt. Ik heb dan ook het gevoel dat (bijna) niets mij meer uit balans kan halen en dat ik een groter hart heb gekregen. Dat ik meer nog dan tevoren de glazen als halfvol kan zien en @ weet dat altijd alles goed komt!’
‘Het belangrijkste is voor mij het lopen zelf geweest …’
De Jacobsstaf 86 | 27
En verder ...
En verder ...
Wielen op Weg (3) Pieter-Bas de Jong
In de Jacobsstaf 84 maakte u kennis met Pieter-Bas de Jong en Ellen Omvlee over hun droom die werkelijkheid gaat worden. Samen met hun eenjarige dochter Fenna vertrekken ze vanuit hun woonplaats Huizen op de fiets naar Santiago. Heen en terug. De Jacobsstaf volgt ze tijdens hun voorbereidingen en de tocht. In deze aflevering: eindelijk op weg! Uitgezwaaid door de leden van het genootschap, tijdens de voorjaarsbijeenkomst, weten we onze tocht symbolisch gestart. Na meer dan een jaar van voorbereiding zijn we onderweg. De laatste dagen voor ons vertrek waren, als altijd, met veel geregel omhangen. De lang geleden afgesproken oppas voor de poezen bleek niet te willen, het leek ons veiliger en leuker Fenna in een achterzitje te laten zitten dan in een voorzitje, en de provider van de dongel die we kortgeleden gekocht hadden bleek de gevraagde dienstverlening per 31 maart te gaan beëindigen. Pieter-Bas, Fenna en Ellen op weg.
Voor deze problemen vonden we in de voorbereiding alweer een oplossing: we vonden een nieuwe poezenoppas, we hebben het met wat verlengstukjes en laswerk voor elkaar gekregen de gebruikelijke waterdichte achtertassen te monteren onder het kinderzitje en we hebben een dongel meegekregen van de welwillende werkgever van mijn broer. Net zoals het goed voorbereiden bij de tocht hoort, horen ook onaangenaamheden erbij. De eerste week lijkt regenbroekenweek, we doorploegen de Bommelerwaard met windkracht 7 tegen, rijden off-road door als fietspaden zomaar ineens stoppen, en doen aan spoorzoeken voor gevorderden als routebeschrijvingen niet helemaal kloppen of wegmarkeringen ontbreken. Het hoogtepunt kennen we als we kamperen op een vervallen kasteelcamping en ‘s morgens het ijs van de tent schuiven. Alle onaangenaamheden zijn schijnbaar, wetend dat we voor vijf maanden weg zijn en kijkend naar het vrolijke koppie van onze Fenna.
Zittend in haar stoeltje in de regen blijft ze lachen en wijzen. Voor vogels, auto’s en bomen is er geen ontkomen aan. De woordenschat neemt zienderogen toe, als ook brommers, ganzen en de bomen die in bloei staan worden
gevat in haar woord. De lente ontluikt zich op onze weg, Fenna ontluikt mee. Langer dan de @ lente, langer dan de weg. Voor meer informatie: www.wielenopweg.nl
Lopen naar Santiago Deze zomer zal er nog een gezin met jonge kinderen de tocht naar de stad van Jacobus gaan beginnen: lopend! Gaston Huijsmans (45), Lucienne de Wilde (45) en hun kinderen Tim (11) en Ivi (9) uit Meerssen, zullen op 1 augustus starten vanuit Périgueux. Langs de Via Lemovicense (de historische weg vanuit Vézelay) zullen zij via Saint-JeanPied-de-Port de Pyreneeën oversteken en dit jaar hopen zij - 4½ week later - aan te komen in Puente la Reina. Volgend jaar willen ze de tocht afmaken. Liefst tot en met Finisterra! Het idee om dit te willen ondernemen ontstond al in 2008: de gymjuf van Ivi liep de tocht en van tevoren en nog meer daarna inspireerde zij de familie Huijsmans om zich ermee bezig te gaan houden. Hun motivatie is vooral: het als gezin ‘samendoen’, het ‘delen met elkaar’ in narigheid en geluk onderweg, en elkaar nog beter leren kennen. Fysiek hebben ze zich voorbereid langs onder andere het Pieterpad, de Via Mosana en vele bergwandelingen in Oostenrijk. Maar er was ook spirituele voorbereiding: in de pelgrimshoeve in Vessem, in het bijwonen van bijzondere missen in de kerk en in gesprekken met anderen. En door veel te lezen! Het is de bedoeling om ongeveer 18 kilometer per dag af te leggen en uiteraard ook een paar rustdagen in te lassen. De rugzakken van de volwassenen zullen 14 en 12 kilo zwaar zijn, die van de kinderen 6 en 5 kilo. Onderdak wordt gezocht bij particulieren (om de kinderen voldoende rust te geven) en soms in refugios. We hopen meer van hen te horen! Tieleke Huijbers Advertentie
28 |
De Jacobsstaf 86
De Jacobsstaf 86
| 29
En verder ...
En verder ...
Olifantje Martin Breukers Onderstaand fragment is een hoofdstuk uit de belevenissen van een pelgrim die samen met zijn pony naar Santiago trekt. Martin Breukers kwam tijdens de schrijfcursus Kom op verhaal, Pelgrim op het idee om de pony in het verhaal gedachten te geven. En dat niet alleen; de pony en de pelgrim praten met elkaar. Beiden poepen we korte eindjes sigaret oftewel peuken. Vandaag gaat het door een grote stad aan de rivier de Loire. Iedereen waarschuwt ons voor de felle stijgingen en abrupte afdalingen. Paco heeft een gendarme gevraagd of er geen andere mogelijkheid is door de stad te komen. ‘Non’, en dat was het dan. Als we denken in moeilijkheden te komen of er al tot aan onze kruin in zitten, hebben we een probaat recept gevonden. We drukken onze intelligente hoofden tegen elkaar en kijken elkaar diep in de ogen. Paco prevelt in het Latijn, waarom in het Latijn weet ik niet, het Ave Maria. Daarna wordt Sint-Jacob er aan zijn oren bijgehaald op een wijze dat als iets fout zou gaan hij bij voorbaat al schuldig is. Vervolgens smak op de neus en ‘GO’. Met lood in de hoeven en schoenen lopen we, sorry schuifelen we, de stad in. Jeempie, de afdaling is inderdaad niet mis. Zoals altijd bij een afdaling loop ik bijzonder dicht achter Paco. Mijn neus raakt zijn kleren. Het geeft me een veilig gevoel: val ik of glijd ik naar voren, dan ben jij, Paco, voor mijn gevoel een kleine buffer. Om niet een te hoge snelheid te bereiken stoppen we tijdens de daling drie of vier maal. Ligt een beetje aan het verloop maar na iedere 20 meter. Ik manoeuvreer de kar een beetje schuin achter me zodat niet het totale gewicht
30 | De Jacobsstaf 86
tegen mijn billen aandrukt bij een afdaling. We vorderen snel en beter dan we dachten. De hellingen zijn te doen. Kort en niet te schuin omhoog. Het moment suprême vandaag, denken we, is het oversteken van de rivier. Eerst zit Paco, je went eraan, geografisch volkomen fout. Doodlopende weg. Terug dus. Dan vinden we een voetgangers- en fietsersbrug. Niet te breed, niet te smal. Voorzichtig lopen we naar de overkant waar ons een onlogisch feit wacht. Welke gek heeft het zo geconstrueerd dat we met een trap naar beneden moeten. Ik kan veel, dit niet. Paco brult weer iets, het is geen Latijn en er is geen woord Frans bij. Hij spant mij uit en bindt me vast aan de reling. Hij duwt de kar aan de bomen helemaal terug de rivier over. Aan belangstelling van door ons versperde fietsers en wandelaars geen gebrek. Helpen, ho maar. Parallel aan de rivier loopt een druk bereden straat. In eerste instantie wilden we deze vermijden om een file te voorkomen. Desalniettemin hebben we stante pede eenstemmig het ‘vermijd’verbod opgeheven. Wat veroorzaken we? Juist, file. Kan niet anders, het is vijf uur ‘s middags. Zonder verder aandacht aan het veroorzaakte ongemak te besteden wandelen we, jammer genoeg één afslagje verkeerd, de stad uit. Volgens onze routebeschrijving moet hier ergens een camping zijn. Na enig gevraag en gezoek, richtingborden worden hier met de Franse slag geplaatst, vinden we de camping municipale en hij is ouvert. Paco loopt door de uitnodigend openstaande kantoordeur naar binnen. U kent ze wel deze municipale kantoortjes. Stapels papier, openstaande archief-
Paco met pony.
kasten, stoffig, trillende beeldbuizen en een ondeskundige veel te jonge dame, die inlichtingen zou moeten kunnen geven. Hier niets van dat alles. Alles zo keurig dat Paco zich omkeert en voor alle zekerheid nogmaals zijn voeten veegt. ‘Wat kan ik voor u betekenen?’, vraagt een man van middelbare leeftijd ondeugend kijkend door zijn dik geglaasde brilletje. Paco schat de man in als zijnde vriendelijk en zegt spontaan: ‘Hebt u voor ons 20 euro en een bescheiden plaatsje voor mij en mijn vriendje?’
‘Voor de eerste vraag nee, voor de tweede ja, zelfs een beetje achteraf zodat jullie vol van jullie privacy kunnen genieten. Hier zijn ze niet zo op … je weet wel’, zegt hij onderstrepend met een vette knipoog. ‘Maar hu ..., mijn vriendje is een pony!!’ ‘Absoluut geen plaats!’, roept de man verschrikt. ‘Mijn baas, een gemeenteambtenaar dus, heeft ten strengste verboden paarden, ezels of pony’s op de camping toe te laten. Hij haat paarden. Vroeger gebeten weet je.’ ‘Olifantje dan.’
De Jacobsstaf 86 | 31
En verder ...
‘Geen probleem.’ ‘Hartelijk dank, monsieur, voor uw tijd. Tot spoedig ziens.’ Paco slentert naar buiten, neemt mij bij de halster en we lopen samen naar de rood-witte slagboom en stoppen voor de boom bij het kantoorloket. De zetbaas steekt zijn hoofd met ogen op schoteltjes door het loket. ‘Wat moet u?’, vraagt hij verwonderd. ‘Hebt u een plaats voor mij en mijn olifant’, vraagt Paco bloedserieus. De ogen maken eerst een volle slag naar links, naar rechts, een volledige radslag en dan klinkt het alsof het de normaalste zaak van de wereld is: ‘Natuurlijk heb ik een plaats voor u en uw olifantje. Ik heb zelfs een mooie plaats voor hem. Omdat er geen kinderen op de camping zijn mag hij van mij in het omheinde kinderspeeltuintje staan. De keuteltjes moet u wel opruimen en als mijn baas komt, “ik weet van niets!”. Hoort u, ik weet van niets. Ik gooi je dan gecontroleerd woest, voor de vorm, samen met je olifant van de camping. Compris?’ Nu is het de beurt aan Paco om met open mond te kijken. De situatie is zo komisch dat ik gillend van het lachen met mijn hoefjes op mijn dijen sla. Voordat ik het weet sta ik met hooi en bics in de speeltuin tussen de klimrekjes, schommeltjes, wipjes, draaimolentjes, et cetera. Paco heeft zijn tent opgezet op het hoogste punt van de camping om van een leuk panoramisch uitzicht van de omgeving te kunnen genieten. Na zich gedoucht te hebben gaat hij zoals altijd op verkenning uit. Na een uurtje komt hij terug. Hij kijkt erg bezorgd. ‘Wat is er Paco? Je kijkt zo zorgelijk?’ ‘De regen van de laatste weken heeft geen goed gedaan. Het gevolg is dat het waterniveau van alle rivieren angstaanjagend snel stijgt. Zo is de rivier onder aan de camping ver buiten zijn oe-
32 | De Jacobsstaf 86
En verder ...
vers getreden.’ ’Wij staan hier toch hoog en droog?’ ‘Dat is juist de grap. Beneden bij de rivier staan zigeuners met een heel grote nederzetting. Ze krijgen natte voeten en zijn hun kamp aan het opbreken om hoger te gaan staan. Bereid je voor op een bijzonder bezoek en laat je halster niet afjatten.’ ‘Tuurlijk niet, en niet zo negatief. Zigeuners zijn fijne mensen en altijd goed voor paarden. Kom, chagrijn, lach eens naar je fantje. Dit is avontuur pur sang.’ Paco belt met zijn partner Yvonne om een beetje bij te praten en te vertellen over onze huidige situatie. ‘Ja, ze staan onder aan de rivier en de dames die ik tot nu gezien heb zijn helemaal niet verkeerd en daar komen ze rondborstig voor uit. Wat erecode? Hebben zigeuners een erecode? Nu je het zegt. Nou bedankt voor de tip. Ik doe wel of ik die mooie dames niet zie. Tot morgen, kusjes, ajuus.’ Langzaam komen Porsches, BMW’s en Mercedessen, alle voorzien van trekhaken waaraan een lummel van een caravan hangt, de heuvel op gekropen. Tabberts, Solifers, Burstners en LMC’s, het puikje onder de caravans, worden in een grote kring geplaatst. En jawel, buikkrampen lachend leuk, wie staat in het midden met zijn tentje en karretje, PACOOOTJE! Moet je dat snuitje van hem zien. Zijn laatste oortjes zijn versnoept. Niet voor lang. Mooie zigeunerdames in smaakvolle kleurige kleding en prachtige zijden bandana’s bieden Paco te drinken aan in, om te beginnen, grote tot de rand gevulde wijnglazen en daarna iets kleurigs in kleine glaasjes. Nonchalant slaat Paco, een beetje verlegen lachend, een klein glaasje in één teug achterover. Hij heeft geluk anders hadden zijn longen in het gras gelegen. Tjonge, wat moet hij hoesten. Dit mag je van mij blaffen noemen. Een paar glaasjes verder schijnt hij, zij het een
paar generaties terug, verre familie te zijn van de Romanovs, en weer een paar glaasjes verder slaat hij zelfs joviaal zijn arm om de schouders van zachtmoedig breed lachende klerenkasten, met gouden ringen in de oren en grote breedgerande zwarte Borsalino’s op hun zwarte krullen. Gitaren en violen komen spontaan uit de foedralen en onder een luid jankend ‘Aja jaja jaaa’, slaan de dames dansend de hakken van hun lakschoenen vast in de zompige bodem. Speenvarkentjes wachten, vrolijk warmdraaiend, op hun lot. Over de omheining leunend volg ik, mijn wijze hoofd schuddend, het aangrijpende tafereel. Een prachtig feest om reden van …? Om reden van een pelgrim die zich aan
de omstandigheden aanpast en een fijn gevoel heeft voor de medemens. Fantaseer ik spontaan. Die Paco van mij. Ik gun het hem van harte. Effe de remmen los, effe de gedachten verzetten. De op komst zijnde zware, heftige hoofdpijn en gebons aan de binnenkant van de hersenpan ten spijt. Ik zeg altijd: ‘’s Avonds geen pony, ’s morgens helemaal geen pony.’ Als de kampvuren zachtjes gaan smeulen leggen twee heren mijn Paco behoedzaam in zijn tentje en dekken hem toe. Muisstil lopen ze naar hun caravans en sluiten onhoorbaar de deuren. Vurige zigeunermuziek gaat over in @ zacht gesnurk.
Advertentie
Fietsvervoer Vanaf heden is ook fietsvervoer vanuit Rome mogelijk. www.fietsvervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en Belgie !
In samenwerking met het Spaanse bedrijf Tournride verzorgt Soetens Transport elke vrijdag het vervoer met fietsen vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (NL). Vanuit het distributiecentrum in Vessem wordt uw fiets door heel Nederland en Vlaanderen thuis afgeleverd. U betaalt voor de verzekering, de stalling in Santiago de Compostela en het vervoer naar huis éénmalig 119,-- incl. btw. Vraag naar de mogelijkheden.
SOETENS TRANSPORT Tel. 0031 (0)497 591673 kantoor gsm 0031 (0)653713539 fax 0031 (0)497 541076 e-mail:
[email protected]
De Jacobsstaf 86 | 33
En verder ...
De herberg van ...
Santiago de Compostela, ervoor en erna . . .
Een kordate non en een trotse burgemeester
Oproep voor interviews Flip de Jager Begin 2009 vertelde een vriend dat hij van plan was om in 2010 samen met een maat met de fiets naar Santiago de Compostela te rijden. Ik vroeg hem toen naar het waarom, waarop ik geen duidelijk antwoord kreeg. Het leek erop dat hij een fysieke prestatie wilde neerzetten en was daarbij op het idee gekomen om Santiago als uitdaging te kiezen. Al pratend over dit onderwerp kwam hij met het idee: ‘Kunnen we de route eens een keer voorrijden met de motor?’ Als fervent motorrijder had ik niet veel tijd nodig om daar ‘ja’ op te zeggen. Vanaf toen zijn we ons gaan verdiepen in deze reis, waarbij ik ook een paar keer een bezoekje heb gebracht aan het informatiepunt in de Pelgrimshoeve te Vessem. Langzaam werd wel duidelijk dat een pelgrimstocht als deze eigenlijk te voet moest gebeuren: zo’n tocht met de motor is eigenlijk banaal. Maar toch zijn we verder gegaan met onze plannen en eind augustus 2009 zijn wij in zestien dagen op en neer geweest naar Santiago de Compostela. Het was een prachtige motorrit, heen via de Camino Francés en terug via de Camino del Norte, waarbij we waar mogelijk de pelgrimsroute volgden. Vooral op de heenweg, maar later ook op de terugweg, hebben we veel pelgrims gezien, de meeste te voet. En in en om de kathedraal van Santiago de Compostela was het een enorme drukte. Daar ter plekke vroeg ik mij toen af: ‘Wat zou Jacobus hier van vinden als hij nu even dit gedruis mee zou maken?’ Onderweg hebben we regelmatig de vraag aan elkaar gesteld: ‘Wat bezielt al deze mensen om zo’n tocht te ondernemen?’ Onderweg hebben we wel eens iemand op pelgrimstocht gesproken, maar de tijd was te kort en dus kregen we geen diepgaand antwoord. Met het maken van het fotoalbum van onze
34 | De Jacobsstaf 86
motortrip kwam de vraag naar het waarom zo indringend terug, dat ik het volgende plan heb opgevat. Oproep Ik wil graag mensen gaan interviewen die van plan zijn dit jaar een pelgrimstocht te voet of met de fiets naar Santiago de Compostela te gaan maken. In dit interview wil ik op zoek gaan naar de individuele mens en proberen een beeld te krijgen van de achtergronden van het waarom van deze reis. Ook wil ik graag een indruk van de verwachtingen die een pelgrim heeft wanneer hij nog voor deze grote reis staat. Ik denk dat er een grote diversiteit is aan zowel mensen als aan de motieven. Daar wil ik het niet bij laten: ik wil graag nadat de reis is gemaakt een tweede interview afnemen om te ervaren of de verwachtingen zijn uitgekomen en wat zo’n reis met iemand doet. En of deze reis iemand heeft veranderd, en wat die verandering dan precies inhoudt. Tot slot wil ik bij voldoende reacties een gebundelde uitgave van de resultaten gaan verzorgen. Geen wetenschappelijk onderzoek, maar een verslag van de mens en zijn/haar motieven om een pelgrimstocht te ondernemen. Ik ben dus op zoek naar mensen die aan dit project mee willen werken. Graag zie ik uw opgave voor deelname tegemoet (
[email protected]), waarna ik een afspraak met u zal maken over het eerste inter@ view. Bij voorbaat alvast bedankt. Nawoord van de redactie: Met toestemming van de geïnterviewden zullen enkele bijdragen ook in de Jacobsstaf worden gepubliceerd.
Sytze Giezen en Arjen Bilijam overnachten op het Belgische platteland bij een Nederlandse non. Tom Kauffman klopt aan bij een Franse burgemeester voor onderdak. Zuster Baptista, Borlo Wij lopen in België door Haspengauw, een groot landbouwgebied, glooiend en landschappelijk van een grote schoonheid. Prachtige vergezichten en mooie wolkenluchten, waaruit natuurlijk regelmatig een dikke bui valt. Wij zijn op weg naar Borlo, waar wij hopen Zuster Baptista aan te treffen. Thuis op internet hadden wij gelezen, dat wij daar wellicht onderdak zouden kunnen vinden. Onze wens wordt vervuld. Bij aankomst die namiddag in Borlo, in de stromende regen op de stoep voor het parochiehuis, vliegt de deur op ons geklop open en worden wij door een non, met een fleecejack aan over haar habijt, als volgt toegesproken: ‘Heren pelgrims uit Nederland, komt u binnen, wilt u koffie of wilt u thee en als u denkt voor uw verblijf hier te moeten betalen, dan kunt u beter direct maar weer vertrekken!’ Hier ontmoeten wij een vrouw, die wij niet snel meer zullen vergeten. Zij stond op het punt de volgende ochtend haar eigen pelgrimstocht naar Kroatië te gaan maken, maar onmiddellijk na de koffie en de thee wordt de logeerkamer klaargemaakt en de slager gebeld, want pelgrims moeten goed eten. Zij blijkt een Nederlandse non te zijn, die al een aantal jaren in deze Belgische parochie woont en werkt. Later op de avond vertelt zij ons haar levensverhaal. Een werkelijk bijzondere vrouw, buitengewoon godsdienstig, maar wel kritisch. Om deze reden werd ze uit een Nederlands klooster gezet, want ze was van mening dat de kloos-
terleiding zich meer met het geld en het kloosterbezit bezighield dan met het zielenheil van de aanwezige nonnen. Na haar vertrek was ze in België bij deze parochie in dienst getreden en heeft daar de barrière tussen Nederland en België in deze gemeenschap geslecht. Ze heeft zich geliefd gemaakt bij de mensen in het dorp, de kerk weer vol bezoekers gekregen, zich bekommerd om de plaatselijke drugsverslaafden en de Belgen ter plekke weer trots gemaakt op zichzelf. ‘Ze vlaggen weer’, zegt ze, ‘omdat ik als Nederlandse een Belgische vlag had gekocht.’ Ze neemt ons die avond mee naar ‘haar’ kerk, om naar het houtsnijwerk van de beeltenis van de Heilige Jacobus te kijken. De volgende ochtend krijgen wij een uitgebreid ontbijt en moeten wij een groot lunchpakket meenemen. Wij krijgen ook nog een geschenk mee: een armbandje dat in het donker licht geeft met daaraan een kruis. Dit armbandje zullen wij steeds bij ons dragen. Nog onder de indruk van deze vrouw vertrekken wij richting Hannut. Sytze Giezen & Arjen Bilijam Saint-Rémy-en-Bouzemont-et-Genest-etIsson In een ijltempo van zes kilometer per uur over heuvels langs prachtig koolzaad, loop ik mijn Franse woordjes te oefenen. ‘Bonjour madame/ monsieur, wij zijn pelgrims uit Nederland en zoeken in uw mooie gemeente een slaapplaats, omdat er hier geen campings in de buurt zijn. Kunt u ons helpen, alstublieft?’ En ik denk aan de mevrouw of de meneer, die dan moeilijke vragen gaat stellen: of we niet in een hotel kunnen en dat ze wel meer in een gidsje kunnen zetten, enzovoort.
De Jacobsstaf 86 | 35
De herberg van ...
Het Genootschap
In Saint-Rémy-en-Bouzemont-et-Genest-etIsson, zoals het plaatsje helemaal volledig heet, waar we onze nachtrust willen vinden, moet een gîte municipal zijn. Dat is een onderkomen vanuit de gemeente, voor geen of weinig geld. Te verkrijgen via de burgemeester in de mairie. De mairie is snel gevonden, maar is op donderdag gesloten voor ‘Permances’. We kunnen toch zo naar binnen, ik klop op de deur, hoor ‘Oui?’ en open de deur. De burgemeester en de secretaresse kijken ons quasi verbaasd aan, als ik mijn verhaaltje murmel. Nat van zweet en regen, met grote rugzakken en wandelstokken; daar staan we dan met onze grote modderschoenen op de parketvloer in de mooie kamer. ‘Bonjour madame, monsieur …’ De burgemeester pakt direct zijn taak serieus op. ‘Dus u wilt hier overnachten, nou wat let u? Er is een gîte rural en een gewone gîte, dus wat wilt u?’ En zo gaat het even door. Dat alles in een zeer rap tempo, maar het belangrijkste ervan heb ik begrepen: de gemeente mag eigenlijk niet concurreren met een commerciële instelling. Alleen als die vol is, zouden wij bij de gemeente terecht kunnen. Ik breng nog in de strijd dat we maar een beperkt budget hebben om vier maanden onderweg te zijn en dat begrijpt hij. Hij brengt ons persoonlijk naar de gemeentelijke gîte, een voormalige meisjesschool, waar we een prachtig klaslokaaltje krijgen met alles wat we nodig hebben. Douche en toilet, een bankbed, een keukentje met bakoven, warm water en een kacheltje om onze kleding op te drogen. De burgemeester zelf gaat letterlijk voor ons door de knieën om het gas aan te draaien. Van onze kant doen wij ook wat terug. We kopen ons voedsel en drankjes in bij de plaatselijke mid-
denstand en eten er lekker van. Terwijl ik de volgende ochtend de bezem hanteer om de vloer aan te vegen, wenst de burgemeester ons vanaf de straat een goedemorgen toe. Prima vent, die ons gisteren alleen maar wat wilde plagen. Als we het dorp uitlopen staat hij veldwerk te doen. Hij is in onderhandeling met een paar mensen, die iets aan de weg moeten doen. Druk, druk, druk, maar hij wenst ons nogmaals een goede reis, geeft nog een reisadvies en vertelt aan de onderdanen dat die twee Hollanders daar in één keer naar Saint-Jacques wandelen. Met trots. En die hebben in zijn dorp, in zijn gîte geslapen. Wij krijgen ook ons veldwerk te doen en wel eerst vijf kilometer over een halfverharde landweg en daarna drie door een enorm baggergebied. La douce France! Tom Kauffman De redactie blijft benieuwd naar uw herbergervaring! Stuur uw bijdrage (maximaal 500 woorden) met foto over een refugio naar
[email protected].
om Kauff man Rémy. Foto: T tin Sa in rg Herbe
36 |
De Jacobsstaf 86
Onderweg Ongeveer 95 pelgrims gingen onder muzikale begeleiding van ons pelgrimskoor El Orfeón Jacobea tijdens de voorjaarsbijeenkomst op weg. Fons Boink van de ledenservice had een mobiele stempelpost ingericht en in vele pelgrimspaspoorten kwam de eerste stempel te staan. Van pelgrim in spe werd men pelgrim. Wij zijn benieuwd naar hun verhalen over de bijzondere momenten en speciale ontmoetingen die hen te wachten staan. Bas Brouwer en zijn ploeg had het weer goed voor elkaar in de Hogeschool Domstad, waar bijna 380 leden voor de voorjaarsbijeenkomst aanwezig waren. De formele algemene vergadering keurde de jaarrekening 2009 met complimenten goed en ook werden Adrie Dik, Herman Holtmaat en Bas Brouwer herkozen als bestuursleden van ons genootschap. Cees Verhage werd door de vergadering aangewezen als bestuurslid voor een nog op te richten ‘goede doelen stichting’ die straks hopelijk bijzondere activiteiten van het genootschap financieel kan ondersteunen. Ook besloot de vergadering eenmalig 5.000 euro als werkkapitaal aan de op te richten stichting ter beschikking te stellen, waarmee deze dus onderweg kan gaan. In een van de komende nummers van de Jacobsstaf zult u hier meer over kunnen lezen. De lezingen en workshops waren goed bezocht, al had menigeen gehoopt de eerste resultaten te vernemen van het medisch onderzoek naar effecten van het lopen op de gezondheid. Vorig jaar zomer hebben een twintigtal lopers zich op de camino hiervoor dagelijks laten onderzoeken. Maar de onderzoekers zijn zeer zorgvuldig en pas wanneer echt alle resultaten van alle kanten bekeken
en beoordeeld zijn, zullen we begin 2011 over de eindresultaten worden geïnformeerd. Ondertussen hebben we die middag wel het een en ander geleerd over onze bloedvaten. Ineke Albers liet ons kennis maken met verschillende denkbeelden over de menselijke ziel. Wegen kun je hem niet, maar het element bewegen zou er wel eens een rol in kunnen spelen. Een pelgrim onderweg is beslist in verschillende opzichten in beweging, dus je zou dan wellicht mogen concluderen dat pelgrimeren niet slecht is voor je ziel. Maar hier begeef ik mij nu op glad ijs, dus laat ik als leek het er maar gewoon op houden dat wij als ervaringsdeskundige pelgrims in overwegende mate vinden dat een pelgrimstocht gewoon goed voor je is. Maar deze voorjaarsvergadering is nog niet voorbij of we zijn aan de bestuurstafel al weer uitvoerig aan het spreken over de feestelijke voorjaarsvergadering in 2011, een jaar dat geheel in het teken van ons vijfentwintigjarig jubileum zal staan. Als bestuur hebben we een klankbordgroep gevraagd om de verschillende onderdelen van het jubileumprogramma te bekijken op voldoende mogelijkheden voor de leden om hierin te participeren. Op de website en in de Jacobsstaf zullen we de verschillende programmaonderdelen aan u presenteren. In de bestuursvergadering van april hebben wij voorts een beleidskader tot 2015 vastgesteld. Dit gaan wij in de werkgroepen en met de regiocontactpersonen bespreken. De uitkomst zullen wij dan ook met u delen, opdat wij onderweg naar 2015 steeds met elkaar onderweg zullen zijn. Wij streven als bestuur naar een samen optrekken, ieder vanuit diens eigen plaats binnen ons genootschap. Ik wens u allen een goede zomer. Joost Bol
De Jacobsstaf 86
| 37
Het Genootschap
Het Genootschap
Regioberichten Utrecht-Zuid/Rivierenland Een van de ‘angsten’ van de hedendaagse pelgrim schuilt in de vraag hoe je verstaanbaar te maken in twee vreemde talen. Vooraf weet je nog niet dat je als pélerin in Frankrijk met égards wordt ontvangen en met amour wordt behandeld, en bovendien zie je op tegen de flux de paroles waarvan onze mede-Europeanen zich bedienen. Een bijzondere en populaire verworvenheid van onze regio is daarom de course annuel voor vertrekkende pelgrims. Ons lid Ben van Velzen, oud-leraar Frans, bood enkele jaren geleden aan om aanstaande pelgrims die door Frankrijk gaan in de gelegenheid te stellen hun school-Frans bij te spijkeren. Dat deed hij in februari jongstleden pour la cinquième fois. Tien tot vijftien élèves komen drie middagen of avonden bijeen in het Huis van Sint Jacob; Ben zit als een professeur aan het hoofd van de tafel, doceert, legt uit, spreekt voor, geeft beurten, corrigeert en complimenteert. En na drie van zulke lessen groeit bij de aanwezigen le courage en het vertrouwen dat ze het onderweg wel zullen rooien. Ben, un grand merci! Op zondag 10 oktober is de najaarsregiobijeenkomst in Driebergen. Tieleke Huijbers houdt dan haar dialezing over de weg van Le Puy-en-Velay. Bram van der Wees Den Haag In de afgelopen periode hebben de regioleden elkaar kunnen ontmoeten tijdens een najaarsbijeenkomst en -wandeling. De najaarsbijeenkomst vond plaats op 21 november 2009 in het zaaltje van de Haagse Jacobskerk. ‘s Ochtends lieten Cécile Engels en Carla van Vugt zien dat thuisblijvers ook een soort
38 | De Jacobsstaf 86
van pelgrims kunnen zijn. Zij deden verslag van hun dagpatroon terwijl hun partner op pelgrimstocht was. De dames hadden als tijdelijk alleenstaande een heel actief sociaal leven, kennelijk niet gehinderd door de pelgrimerende partner. Wat pelgrim en thuisblijver delen is een groot vrijheidsgevoel. Gerard Rijkers schetste hoe intensief hij betrokken is geweest bij de voorbereidingen van de tocht van partner Ida, en hoezeer hij emotioneel geraakt werd toen René Heinrichs hem tijdens het voorbereidingsweekend in Ossendrecht ook de jacobsschelp omhing, want ‘je zult iedere dag de tocht van Ida meebeleven en met haar verbonden zijn.’ Na de inleidingen kwamen er verschillende andere ervaringen los van thuisblijvers. Yvonne den Ridder vertelde over haar thuisblijfgevoel na het vertrek van Cor, en Remco Groenenberg schetste indringend de spanning die er kan ontstaan wanneer je de tocht weliswaar samen met je partner wilt beleven, maar gaandeweg beseft dat dit als thuisblijver toch onmogelijk is. ’s Middags maakte Leon van den Bergh ons deelgenoot van zijn fietspelgrimage naar Santiago. Zijn bijdrage, die hij liet beginnen in het einddoel Santiago om te eindigen in het vertrekpunt Den Haag, was doorspekt met humoristische kwinkslagen. Daarmee hield hij eenieder op het moeilijke uur na de lunch goed wakker. Tieleke Huijbers nam ons ten slotte aan de hand van prachtige dia’s mee naar een aantal cultuurhistorische hoogtepunten op en langs de route vanaf Le Puy via Cahors en Moissac naar de Pyreneeën. Zij schetste een beeld van de mensen die in de middeleeuwen leefden en gaf uitleg bij de stichtelijke en verhalende
voorstellingen die de pelgrims onderweg tegenkwamen. Tijdens het traditionele afsluitende Café SaintJacques gaven veel aanwezigen uiting aan hun waardering voor de verschillende presentaties en de gevarieerde inhoud van de dag. Een uitgebreider verslag van deze regiodag is te vinden op de Regiopagina van de website. Op 12 december 2009 verzamelden zich ruim dertig wandelaars voor de najaarswandeling. Coby had een mooie tocht van 21 kilometer uitgezet door het bosrijke gebied tussen Den Haag en Wassenaar. We startten in het parkachtige duingebied, over en parallel aan de lokaal bekende Landgoederenroute. Het pad voerde langs monumentale buitenhuizen en idyllische plekken. Over een zacht bladerdek van rottende herfstbladeren liepen we naar Duinrell. Hier maakten we bij een pannenkoekenhuis een eerste stop om ons tegoed te doen aan koffie, erwtensoep, pannenkoek, poffertjes en andere lekkernijen. Vervolgens belandden we via Wassenaar op een ander deel van de Landgoederenroute. We passeerden een parkeerplaats waar de auto van Coby’s dochter Judith heerlijke versnaperingen bleek te herbergen: wijn en sap, kaas en nootjes, tot gevulde dadels aan toe. Zo bleef de stemming er goed in. Weer aan de wandel hield Coby bij een vervallen ruïne in het bos halt om ons een inspirerend gedicht over bomen voor te dragen. Na deze dichterlijke woorden waren we al weer aan de laatste kilometers toe, richting het vertrekpunt De Bijhorst. Hier arriveerden we met de zon recht in het gelaat. Voldaan over de uitstekend verzorgde wandeling die achter ons lag. Deze keer zonder verwijzingen naar Jacobus onderweg, maar wie er gevoelig voor is weet dat zijn hand aanwezig was bij de fantastische omstandigheden waaronder we deze bijna winterse wandeling mochten lopen.
Jos Engels Groningen/Drenthe Op vrijdagavond 5 februari 2010 had koning Winter een pauze ingelast, zodat zestig pelgrims zonder rijproblemen de Doopsgezinde kerk in Haren konden bereiken om te luisteren, maar nog meer te smullen van wat de spiritualiteit en de camino teweeg konden brengen. Pieter Lootsma voerde ons binnen in de wereld van de spiritus (geest), maar ook met grote G geschreven. ‘Onderweg zijn. Je gaat op pad door het vertrouwde los te laten en het onbekende tegemoet te gaan. Ik loop, eindelijk, ik ben rustig, het is zover. Welk verlangen heeft mij gewekt om op deze weg te gaan. Verder word ik gedreven een onbekend land in, aangeraakt door de wind, die mij toewaait van mijn onbekende doel.’ (Dag Hammarskjold). En Martinus Nijhoff werd aangehaald over het ‘onderweg zijn’: ‘Ach, wij verlieten wat wij nooit bezaten en vonden meer dan we ooit hadden gemist.’ In het Verlangen van Etty Hillesum, niet religieus opgevoed en als jonge vrouw gedeporteerd in de Tweede Wereldoorlog, schrijft zij in die benarde situatie toch maar: ‘Ik rust in mijzelve. En dat mijzelve, dat allerdiepste en allerrijkste in mij, waarin ik rust, dat noem ik “God”’. En Antoine de Saint-Exupéry zag op de voetpaden hazelnootstruiken in plaats van de kilometerpalen op de autowegen. De pelgrim slentert om noten te zoeken. Men is daar om te zijn. Zo haalde Pieter Lootsma nog vele schrijvers aan, maar terecht eindigde hij met zijn eigen woorden: ‘De weg: Ik beloof je niets - ik weet slechts dat je lopend, hopend zult komen waar je moet zijn. Je wordt verwacht.’ Even pauze houden om daarna de tweede spreker, Gertien Oosterhoff, haar verhaal aan te horen. ‘Ik ben verlegen om voor een zo
De Jacobsstaf 86 | 39
Het Genootschap
groot gezelschap te staan’, zo begon zij, maar niets was minder waar. Daar stond een vrouw, die de moed bezit om vanuit haar binnenste te spreken over haar pelgrimstocht bestaande uit dertien dagen lopen en dertien dagen als invalide in het pelgrimshuis in Villamayor de Monjardin te verblijven. De geplande tocht van twee maanden werd na twee weken abrupt door een val afgebroken, maar haar geestdrift om pelgrim te worden was niet geknakt. Ze genoot intens van de medepelgrims, het landschap en de pelgrimshuizen van Aragon, en na drie dagen bed gehouden te hebben in het huis van Oasis, krabbelde ze overeind om door te dringen in de religieuze beweegredenen van deze jonge enthousiaste mensen. Ver over de geplande tijd kwam nog een krachtige pelgrimsparade: Van een internationale vijftigplusliefde op de Camino Francés, die zal resulteren in een huwelijk later dit jaar. Van een Pieterpadloopster, die halverwege twijfelt om naar huis te gaan, maar bij het station door een vreemde wordt teruggeroepen, en door deze oude heer een briefje van vijf euro voor de eerste koffie kreeg, om daarna toch de rest van het pad op vleugels af te lopen. En van de ontmoetingen van engelen op haar pad, die de pelgrim deed uitroepen: ‘Alstublieft niet alweer een engel, anders raak ik snel door mijn voorraad engelen heen!’ We kregen er niet genoeg van. Zo bleef het Café Saint-Jacques tot middernacht bevolkt. Deze avond gaf ons de broodnodige pelgrimswarmte in deze lange winternacht. Paul Burm Amsterdam Weer een afwisselend programma op de voorjaarsbijeenkomst op 13 februari 2010 van de regio Amsterdam. Na een welkomstwoord van Marja deed Herman Holtmaat deze keer de mededelingen van het bestuur, maar niet
40 | De Jacobsstaf 86
Het Genootschap
nadat hij eerstgenoemde had gecomplimenteerd met de succesvolle organisatie van de regiobijeenkomsten: zestig mensen in een mooie zaal, wel wat anders dan een kleine tien jaar geleden, toen Herman de zes mensen die op kwamen dagen ontving in een achterafgelegen buurthuiszaaltje. Alex van der Bijl vertelt over een nieuw initiatief in de Vredeskerk, een actieve parochiekerk in de Pijp in Amsterdam: er wordt gewerkt aan een beeld van Sint-Jacob, dat op 25 juli tijdens een eucharistieviering zal worden ingezegend. Het beeld wordt gemaakt door kunstenaar en acteur Herman van Elteren. Op 6 maart 2010 vond er voor de eerste keer een pelgrimsmis plaats. Ook is er een overnachtingsplek beschikbaar. Alex verwijst voor informatie naar de ‘pelgrimspagina’, die is toegevoegd aan de website van de Vredeskerk Amsterdam. Gerrit Brouwer vertelde beeldend, maar zonder plaatjes, over de Camino del Norte. Met de trein naar Irun is een uitstekend alternatief voor vliegen naar Madrid om daar een trein te nemen naar een startpunt. In Irun, waar zij ook hun credencials konden aanschaffen, woonden zij een eerste pelgrimsmis bij, waarbij de warmte en de aanmoediging van de aanwezige kerkgangers Gerrit en zijn vrouw goed deden. De kliffenkust, met hoog de wandelwegen en laag, op zeeniveau, de dorpen met voorzieningen, is mooi, maar levert een zware route op. Temeer omdat zij ook vaak door modder en dierenuitwerpselen moesten baggeren. In vergelijking vond Gerrit dit een van de zwaarste camino’s die hij in Spanje gelopen heeft. De bewegwijzering en het aantal refugios zijn goed; verwarrend was soms het aantal alternatieven dat werd geboden om naar een volgende plek te gaan. Aansluitend vertoonde Paul Bogaards de door hem samengestelde dvd Het verhaal van Jacobus. Een prachtige film, waarin eerst
toegelicht wordt wie de apostel Jacobus was en vervolgens de verschillende wegen aan bod komen met de vraag: wat zagen die middeleeuwse pelgrims nou als zij bijvoorbeeld vanuit Vézelay vertrokken. Pauls bijzondere belangstelling voor romaanse kunst, geïnspireerd door het boek Bourgogne Romain is af te lezen aan de vele details die op de dvd zijn opgenomen, zoals de figuren op de timpanen bij de hoofdingang van de kerk in Conques en in Moissac. Helaas was door een technisch probleem bij de afspeelapparatuur de kwaliteit van de dvd-beelden niet wat het zijn moest, excuses daarvoor. Na de pauze vertelde Hanneke de Gooier over haar vijftien weken durende tocht vanuit Maastricht. De eerste vier weken liep zij samen op met Liesbeth, ook een Amsterdamse peregrina, die uit Luik vertrok. Het dagboek van Hanneke staat vol met mooie, kleurrijke ontmoetingen, met pelgrims uit alle windstreken en hospitaleros van verschillende nationaliteiten. En een enkele keer ook met zichzelf, zoals in Villafranca de Bierzon, ook bekend als Klein-Santiago, waar zij zich, toch dicht bij het echte Santiago, begon af te vragen of het ‘zo wel mooi geweest was?’ Maar Hanneke heeft haar tocht afgemaakt en is ook doorgelopen naar Finisterre. Omdat zij beslist niet van haar stok wilde scheiden besloot zij met de trein in plaats van het vliegtuig terug te gaan. Andere pelgrims weerhielden haar ervan haar wandelbroek te verbranden: die is zo mooi hersteld en nogmaals en nogmaals hersteld, dat het broekje als blijvende herinnering bewaard wordt. Masha Plasmans Limburg Op zaterdag 6 maart hield de regio Limburg haar voorjaarsbijeenkomst in de voortreffelijke accommodatie van de Niekee VMBO school in Roermond. Meer dan honderd leden bezochten het programma dat een volle dag
vulde. Prettig onderbroken door een lunch die past in de bourgondische Limburgse traditie kregen de aanwezigen een gevarieerd programma aangeboden. Hoogtepunt van de ochtend was de voordracht door Gert Zimmermann, burgemeester van Herzogenrath, die met prachtige beelden het verhaal vertelde van de camino die hij samen met zijn vrouw liep door Frankrijk en Spanje. De middag ving aan met een geleide meditatie van Eugene Uiting onder de titel Vézelay; brood voor onderweg. Het was indrukwekkend om in een gezelschap van meer dan honderd personen deze geestelijke reis naar binnen uiteindelijk in diepe stilte te eindigen. Daarna liet Coen Rams zien hoe je een powerpointpresentatie kunt benutten voor een beeldverhaal. Hij gaf drie voorbeelden van presentaties over De weg van Santiago naar Fisterre. Angela Mol sloot het trio presentaties af met haar verhandeling over de verschillen tussen de Camino Francés en de Camino Primitivo. Beide tochten werden vergeleken op alle aspecten. Een welhaast wetenschappelijk grondige vergelijking, die pelgrims in staat stelt bewust te kiezen voor een van beide routes. Het officiële programma besloot met gespreksgroepen van fietsers en wandelaars waarin informatie over de tocht werd uitgewisseld. Een intrigerende taalpuzzel in de wandelaarsgroep was de vraag: ‘Afscheid nemen of afscheid geven.’ In alle opzichten was deze dag buitengewoon geslaagd. Wel ligt nu de vraag op tafel of deze prima locatie ook voor een volgende keer gebruikt kan worden. Want hoe tevreden de regio Limburg ook is over locatie en catering, de verhuurder zal dan toch een bescheidener huurprijs moeten vragen.
De Jacobsstaf 86 | 41
Het Genootschap
Het Genootschap
Resultaat lezersonderzoek Jacobsstaf
Jacobusviering in Utrecht
In Jacobsstaf 83 werd u gevraagd deel te nemen aan het lezersonderzoek over de Jacobsstaf. Het doel van de enquête was om uit te vinden hoe de leden van het genootschap de Jacobsstaf beoordelen en wat eventueel verbeterd zou kunnen worden. Deelname aan de enquête kon schriftelijk of digitaal. Van de 7.000 verzonden formulieren ontvingen we er 546 retour, een respons van 7,8%: een percentage waar we trots op zijn en waar we alle deelnemers hartelijk voor willen bedanken.
Zingen voor Jacobus, dat is in Utrecht op 25 juli al enkele jaren de gewoonte. Begonnen met veertig zangers in het kerkje van Buurmalsen is het zangavondje in 2008 verplaatst naar Utrecht, waar we met honderd man en vrouw de Janskerk hebben volgezongen. Ook dit jaar is de Janskerk weer voor ons beschikbaar. Met alle aanwezigen studeren we onder leiding van Jan Galjé enkele bekende en minder bekende Jacobusliederen in. Ook zal het genootschapskoor El Orfeón Jacobeo zich weer laten horen. En zeker wordt het zingen voorafgegaan door de speciale Jacobusluiding van de klokken van de Jacobikerk, een imponerend en ontroerend gebeuren dat wij op de luidzolder kunnen bijwonen. We sluiten de avond af met een toast op Jacobus.
Inhoud 90% van u besteedt gemiddeld een half tot 2 uur aan het lezen van de Jacobsstaf en maar liefst 93% van u waardeert het blad met goed tot zeer goed. Wat de verschillende onderdelen en rubrieken betreft heeft u uw voorkeuren. Sommige rubrieken worden altijd gelezen (40-65%) terwijl andere slechts soms worden gelezen (7-18%). 75% van u beoordeelt de verschillende rubrieken met het rapportcijfer 4 (=goed); 3% is minder te spreken en geeft een 2 (=slecht). Wordt aan de diverse onderwerpen voldoende aandacht besteed? 58% van de respondenten vindt van wel, maar er zijn ook onderwerpen die men mist of waar meer aandacht aan besteed zou mogen worden. Te denken valt aan praktische informatie over onderkomens, routes en materiaal, niet-westerse pelgrimages en meer artikelen over geschiedenis, cultuur en kunst. Uiterlijk 91% van de deelnemers is tevreden tot zeer tevreden met het uiterlijk van de Jacobsstaf. Maar verbeterpunten worden gelukkig ook
42 |
De Jacobsstaf 86
gegeven. Zo is de vraag naar kleurenfoto’s groot. Verder storen sommige lezers zich aan het taalgebruik dat als te zweverig en/of te hoogdravend wordt beoordeeld. Tot besluit enkele opvallende en grappige opmerkingen: - ‘Ondanks de nodige aanmerkingen lees ik ons blad met erg veel plezier.’ - ‘Ik vind het heerlijk als het blad wordt bezorgd, want dat betekent weer even terug in de caminosfeer.’ - ‘Ik heb te vaak gelezen dat ze de koffie goed lieten smaken en dat het een welbestede dag was….’ - ‘Meer humor a.u.b.’ - ‘Van mij mag het een maandblad worden.’ Wat gaan we met uw mening doen? Sommige punten zijn al gerealiseerd of worden in de toekomst werkelijkheid. Zo doet de kleur zijn intrede in deze Jacobsstaf. Verder houden we de diverse onderdelen tegen het licht en denken we na over nieuwe onderwerpen en rubrieken. Het doel zal altijd blijven om voor u een zo aantrekkelijk en informatief mogelijk blad te maken. Maar daar hebben we natuurlijk wel uw verhalen voor nodig. Blijf ons daarom met kopij bestoken! Onze dank gaat uit naar Richard van der Schoor, student Informatica aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen, die de resultaten heeft verwerkt. De boekenbon ter waarde van 20 euro gaat naar mevrouw G.H. Kamphuis in Emmen.
Het programma op zondag 25 juli 2010: 19.00 uur: verzamelen bij de Jacobikerk, Jacobsstraat 177, dicht bij Utrecht CS. Wie mee wil naar de luidzolder moet er op tijd zijn. 19.15 uur: Jacobusluiding door het Utrechts Klokkenluiders Gilde dat de klokken met de hand luidt.
19.30 uur: Janskerk open voor koffie en thee; ingang via het Huis van Sint Jacob. 20.00 uur: Aanvang repetities. 21.30 uur: Gezamenlijke uitvoering van de ingestudeerde liederen, plus speciaal optreden van El Orfeón Jacobeo. 22.00 uur: Café Saint-Jacques. Deze avond staat open voor alle leden van het genootschap; ook introducées zijn welkom. Koorervaring is prettig, maar niet noodzakelijk. De bladmuziek wordt ter plaatse uitgereikt en ingestudeerd. Ook luisteraars zijn van harte welkom. De toegang en deelname zijn gratis. Aanmelden is niet noodzakelijk maar wel prettig voor de catering. Graag per e-mail naar:
[email protected]. Het wordt weer een klinkende avond! Bram van der Wees, El Orfeón Jacobeo
Advertentie
Wilt u de Jacobsroute op een comfortabele manier wandelen? Alleen of met uw eigen gezelschap? Met gereserveerde hotelletjes en met vervoer van bagage? Met een uitgebreide routebeschrijving en kaartmateriaal?
Bel Topo-Aktief 024-360 64 27 of bezoek onze website www.topo-aktief.nl
De Jacobsstaf 86
| 43
Het Genootschap
Het Genootschap
Jacobswegen in Nederland
Nieuwe gids Pelgrimspad gepresenteerd
Met het vijfentwintigjarig bestaan van het genootschap in het verschiet wordt hard gewerkt aan de verschijning van de gids Jacobswegen in Nederland. De kleine werkgroep die met de voorbereiding bezig is zoekt uitbreiding met een of twee redacteuren.
Tijdens de Fiets- en Wandelbeurs in de RAI in Amsterdam is de hernieuwde gids Pelgrimspad deel 1 gepresenteerd. Tijdens een perspresentatie gaf schrijver Herman Vuijsje zijn kijk op het fenomeen pelgrimeren. Daarna reikte hij het eerste exemplaar uit aan onze voorzitter Joost Bol. Pelgrims kunnen hun hart ophalen met de nieuwe gids van het Pelgrimspad (LAW 7-1). ‘Een thematocht die laat zien wat ons land allemaal voor moois in huis heeft op het gebied van bedevaarten, volksdevotie, wonderen en vroomheid - zowel katholiek als protestants’, aldus Herman Vuijsje. De 203 kilometer lange route start bij het Mirakel van Mokum in Am-
Het project Jacobswegen vordert met de snelheid van een pelgrim: stap voor stap, in de goede richting, en elke dag een stukje dichter bij het doel. In de afgelopen maanden hebben we de hoofdstructuur van Jacobswegen bepaald, de trajecten aangegeven, en medewerkers gezocht en gevonden. Inmiddels zijn zo’n veertig genootschapsleden bezig om van een toegewezen traject van 25 tot 60 kilometer de route te bedenken, uit te werken en te beschrijven. Die beschrijving moet voldoen aan een aantal regels en afspraken. De structuur van deze tekst is door de werkgroep bepaald, de wijze van formuleren is vastgesteld, de beschrijvingregels van de Stichting Lange-Afstand-
Wandelpaden (SLAW) worden gevolgd, et cetera. Voor het controleren van de gegevens, voor het redigeren van deze teksten, voor het afstemmen van de trajecten op elkaar, voor het zonodig zoeken en formuleren van achtergrondinformatie, voor het persklaar maken van de kopij, et cetera, zoekt de werkgroep uitbreiding met
Twee redacteuren In deze functie zit je midden in het proces, met je neus op wat er binnenkomt aan teksten, en ben je verantwoordelijk voor het eindresultaat. Wij zoeken mensen met een (semi-)professionele ervaring met het omgaan met teksten: je bent bureauredacteur, uitgever, journalist of communicatiespecialist (geweest). Heb je zin om eindelijk eens aan een zinvol project te werken, meld je dan aan. Wil je meer weten of eerst eens overleggen? Neem dan contact op met Bram van der Wees, tel. 06 – 53 72 15 36.
Agenda
Pelgrimsweekenden in Vessem Ook dit jaar vinden er weer diverse pelgrimsen reünieweekenden plaats in Pelgrimshoeve Kafarnaum in Vessem. 24 en 25 september is er een reünieweekend, speciaal gericht op mensen die onderweg zijn geweest. Daarnaast zijn de volgende pelgrimsweekenden gepland: 2010 - 29 en 30 oktober; - 19 en 20 november.
24 en 25 juli 25 juli 25 juli 10 oktober 6 november
44 | De Jacobsstaf 86
Pelgrimsweekend Regio Den Bosch. Klokkenluiding Jacobikerk te Utrecht. Pelgrimsliederen zingen met het koor El Orféon Jacobeo in St. Janskerk te Utrecht. Regiobijeenkomst Utrecht Zuid/Rivierengebied te Driebergen. Landelijke Najaarsbijeenkomst Genootschap te Alkmaar.
2011 - 21 en 22 januari; - 25 en 26 februari; - 25 en 26 maart. Inschrijven is vanaf heden mogelijk via website www.pelgrimshoevekafarnaum.nl.
sterdam en eindigt bij de Zoete Lieve Vrouw in ‘s-Hertogenbosch. In deze vernieuwde uitgave is extra aandacht besteed aan de informatie over pelgrimage en devotie. Onderwerpen als ‘Pelgrimeren onder protestanten’ en ‘80 jaar geloofsstrijd’ bieden een goed beeld van dit bijzondere fenomeen. Daarnaast zijn alle bezienswaardigheden die u onderweg tegenkomt kernachtig beschreven. De wandelroute is op een aantal plaatsen verbeterd en maakt veelal gebruik van onverharde paden. Ook zijn alle routekaarten en foto’s in de gids vernieuwd. Meer informatie is te vinden op www.wandelnet.nl.
Advertentie
Pelgrimstocht naar Byzantijnse kloosters in Roemenië Lopend van klooster naar klooster steeds dichter bij jezelf komen. Een unieke, spirituele tocht. Slapen en eten in kloosters. Diensten in prachtig beschilderde kerkjes en het gezang van de monniken, maken je stil. Nederlandse gids. Bagage vervoer. Van 10 – 17 oktober. Info en ervaringen van deelnemers ook Santiago-gangers op: www.pelgrimstochten.eu Bureau BALANS - Elisabeth Brouwer tel. 06–29353311
De Jacobsstaf 86 | 45
Het Genootschap
Het Genootschap
Haiku’s op de achterpagina
Het Compostelaregister
Met ingang van dit nummer vindt u op de achterpagina een haiku met een foto. Tijdens de schrijfcursus Kom op verhaal, pelgrim wordt aandacht besteed aan de haiku, een poëzievorm die zeer geschikt is om pelgrimservaringen weer te geven. Voor iedere editie van de Jacobsstaf selecteren we een haiku van een cursist en zoekt Tieleke Huijbers, onze beeldredacteur, er een foto bij. Hieronder legt cursusleider Joop van der Donk uit wat een haiku is.
Ieder kwartaal worden in de Jacobsstaf de ontvangen aanvullingen op het Compostelaregister gepubliceerd. Wilt u ook worden opgenomen in het Compostelaregister na thuiskomst uit Santiago? Stuur dan een kopie van uw compostela naar het genootschap samen met de ingevulde achterkant van de brief, die u bij de pelgrimspas ontving, met gegevens over de gevolgde route en de reiswijze. U kunt daarmee ook de Jacobsspeld bestellen. Hebt u de brief niet meer, pluk hem dan van de website www.santiago.nl>PraktischPelgrimeren>Algemeen Santiago>Wat doe ik met mijn compostela?>formulier downloaden, of vraag een formulier aan bij de Ledenservice (
[email protected]). Harry Wasser (
[email protected])
In de twaalfde eeuw ontstond er aan het Japanse hof een nieuw gezelschapsspel waarbij kettingverzen, renga, werden gemaakt. De eerste speler dichtte hierbij de bovenstrofe van de tanka: drie regels van 5-7-5 lettergrepen waarop de volgende direct aansloot met een vers van twee regels van 7-7 lettergrepen, enzovoort. Zo werden lange kettingen gevormd. Grote dichters werkten hieraan mee en het peil was veelal hoog, totdat door een overmaat aan spelregels de kettinggedichten te gekunsteld werden en men zich liever bezighield met de veel vrijere ‘humoristische’ renga - haikai no renga - zonder al die regels. De openingsstrofe hiervan werd hokku genoemd; deze had vaak het karakter van een op zichzelf staand gedicht waarin de stemming van één levensmoment pregnant werd samengevat. Hieruit ontstond de haiku, die aanvankelijk haiku no hokku (humoristische beginstrofe) heette, later afgekort tot haiku. In de zeventiende eeuw ontwikkelde de zenboeddhist Basho de haiku tot wat ze nu nog is: een snelle, betekenisvolle natuurimpressie waarin een intuïtief en plotseling gevoel van eenheid met al wat is tot uitdrukking wordt gebracht. Deze ervaringsmomenten, waarbij
46 | De Jacobsstaf 86
gedurende een ondeelbaar ogenblik een volmaakte geestelijke aanraking tussen dichter en lezer ontstaat, hebben door hun suggestieve kwaliteit dikwijls meerdere betekenislagen. De haiku is natuurpoëzie en bevat dan ook vrijwel altijd een seizoenwoord zoals bloesem of sneeuw, waardoor het gedicht te plaatsen is in lente, zomer, herfst of winter. Haikuverzamelingen worden dan ook steeds naar seizoenen gerangschikt. In principe vormt de haiku een zin die in één ademtocht kan worden uitgesproken, waarbij de laatste regel vaak de verrassing of essentie bevat. Joop van der Donk Bron: Haiku : een jonge maan : Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden / keuze, inl. en vert. [uit het Japans] door J. van Tooren. We nodigen u uit om ook een haiku te maken! Stuur deze naar
[email protected]. De mooiste inzendingen worden geplaatst.
Naam Woonplaats Aankomst 1998 Slag, L.G. Rotterdam 11-jul-98 Slag-Boon, H.A. Rotterdam 11-jul-98 2002 Stelt, J. van der Honselersdijk 20-mei-02 2003 Drost, P.H.J. Bennekom 25-jun-03 2006 Cats, J.K. Assen 14-jun-06 2007 Furukawa, M. Laren NH 16-mrt-07 Vermeulen, R. Laren NH 17-mrt-07 Gijsbers, P.M.L.M. Aarle-Rixtel 30-mei-07 2008 Niessink, G. Veenendaal 30-mei-08 Vos, A. de Maasdijk 25-jul-08 Vos, R. de Maasdijk 25-jul-08 2009 Maarse-Ubbink, C.A. Rotterdam 14-apr-09 Amstel, A.M. van Gorinchem 08-mei-09 Amstel, H.G. van Urk 08-mei-09 Koetse, J. Heerhugowaard 12-mei-09 Krom, M. Heerhugowaard 12-mei-09 Campen, M.J.van Veldhoven 21-mei-09 Heijden, C.F.J.A.M. van der Veldhoven 21-mei-09 Velden, J.J.H. van der Veldhoven 21-mei-09 Franke, H. Naaldwijk 22-mei-09 Stelt, J. van der Honselersdijk 22-mei-09 Espen, R.F. van Apeldoorn 01-jun-09 Westerlaken, J.A.C. Eindhoven 01-jun-09 Vellinga-Wielenga, L. Doorn 06-jun-09 Consemulder, J. Middelburg 12-jun-09 Leendertse, P. Middelburg 12-jun-09 Bosch, A.C. van den Bleiswijk 15-jun-09 Bosch-Meijer,
Reiswijze fiets fiets fiets voet voet voet voet fiets fiets fiets fiets voet fiets fiets voet voet fiets fiets fiets fiets fiets fiets fiets voet fiets fiets fiets
Naam Woonplaats Aankomst C.T.M. van den Bleiswijk 15-jun-09 Marijnissen, J. Made 28-jun-09 Smit, R.C.J. Heemstede 30-jun-09 Benders, F.M.J.L. Voerendaal 04-jul-09 Geerdes, H.J. Amsterdam 05-jul-09 Steijn, Th.G.W. van Linschoten 19-jul-09 Steijn-Clemens, P.J.M. van Linschoten 19-jul-09 Veen, R.P.M. van Den Haag 23-jul-09 Janssen, H.J.L. Nijmegen 24-jul-09 Zekveld, C. Aalsmeer 09-aug-09 Vermeulen, B. Oss 14-aug-09 Vermeulen-Rasing, Y.M.H. Oss 14-aug-09 Bolsius, F.C. Helmond 07-sep-09 Heul-Bolsius, M. van der Capelle a/d IJssel 07-sep-09 Gijsbers, P.M.L.M. Aarle-Rixtel 11-sep-09 Hartenberg, J. Numansdorp 21-sep-09 Hartenberg, J. Numansdorp 21-sep-09 Olde Monnikhof, E. Vlaardingen 26-sep-09 Griffioen, H. Utrecht 27-sep-09 Groot, C.M. de Utrecht 28-sep-09 Linde, H. van der Amersfoort 30-sep-09 Huson, A. Huissen 02-okt-09 Thijssen, J.P.L. Utrecht 02-okt-09 Aders, B.H.J. Castricum 07-okt-09 Lintvelt, H.W. Vinkeveen 18-okt-09 Arts, H.A.J. Zoetermeer 19-okt-09 Arts-Jonkhout, P.J.M. Zoetermeer 19-okt-09 Dekker, E.J.J. Wemeldinge 28-okt-09 Dekker, J.L. Oisterwijk 28-okt-09 Schnellert, D. Oisterwijk 28-okt-09 Kriek, J. Haarlem 31-okt-09 Grond, M.A. Erichem 29-nov-09 2010 Schubert, B. van Hengelo 06-jan-10 Knapen, F. Deurne 19-jan-10
Reiswijze fiets voet fiets voet voet fiets fiets voet voet voet voet voet fiets fiets fiets fiets fiets voet voet fiets fiets voet voet voet voet fiets fiets voet voet voet voet voet voet voet
De Jacobsstaf 86 | 47
Colofon
De Jacobsstaf nr. 86 Jaargang 22 Mei 2010
Regioafdelingen Regio
Postcode
Regiocontactpersonen
Amsterdam
1000-1119 1160-1199 1300-1399 1420-1439
Masha Plasmans, Molenbeekstraat 6 hs, 1078 XC Amsterdam, 020-6223625,
[email protected] Marja te Lintelo, Da Costastraat 86 E, 1053 ZR Amsterdam 020-6121235,
[email protected]
Noord-Holland 1120-1159 benoorden ‘t IJ 1440-1999
Adrie Dik ,Oude Hoeverweg 1, 1817 BL Alkmaar 072-5128067,
[email protected] Rick van de Ven, Holleweg 58, 1851 KJ Heiloo 072-5340257,
[email protected]
Midden-Nederland 1200-1299 1400-1419 3600-3899
Fons Boink, Oude Arnhemseweg 373, 3705 MJ Zeist 030-6990212,
[email protected] Joop van Gool, Julianalaan 29, 1412 GR Naarden 035-6943982,
[email protected]
Bollenstreek/ Rijnland
Helmi van Ginneken,Langewerk 4, 2405 HK Alphen a/d Rijn 0172-416251,
[email protected] Annie Lohman, Hafkenscheidtlaan 52, 2191 BR De Zilk 0252-519860,
[email protected]
2000-2199 2300-2499
Den Haag 2200-2299 2500-2799
Jos Engels, Oosteinde 182, 2272 AH Voorburg 070-3872619,
[email protected] Jan Galjé, Archimedesstraat 31, 2517 RP Den Haag 070-3638431,
[email protected]
Rotterdam 2800-3399
Aart en Mieke Ligthart, Bermweg 264, 2906 LH Capelle a/d IJssel, 010-4582365,
[email protected]
Utrecht-Zuid / Rivierengebied
Bram van der Wees, Poortstraat 83, 3572 HE Utrecht 030-2732300,
[email protected]
3400-3599 3900-4299
Zuid-west- 4300-4799 Nederland
Rinus Goedemondt, Westerzicht 570, 4385 BV Vlissingen 0118-464395,
[email protected] Stella van de Schaaf, Zuidweg 17, 4316 AA Zonnemaire
[email protected]
Breda/Tilburg 4800-5199
Toine Martens, Gildelaan 63, 5081 PJ Hilvarenbeek 013-8802246,
[email protected] Frank van Boxtel, Biezenbeemd 15, 4907 EE Oosterhout 016-2470059,
[email protected]
Den Bosch 5200-5499
Nelly en Rony de Jong, Elzenstraat 59, 5306 XK Brakel 0418-671966,
[email protected]
Eindhoven/ 5500-5799 Helmond
Wim Golstein, Het Aangelag 18, 5513 BZ Wintelre 040-2053113,
[email protected] Frans Berkers, Sophiastraat 15, 5583 CA Waalre 040-2213826,
[email protected]
Limburg 5800-6499
Eugene Uiting, Roerdompstraat 11, 5941 JM Velden 077-4723024,
[email protected] Jan Houben, Veld-Oostenrijk 18, 5961 NW Horst aan de Maas 077-3982757,
[email protected]
Arnhem/ 6500-7099 Nijmegen
Marc Koch, Europalaan 11, 6991 DA Rheden 026-4954467,
[email protected] Joop Kamphuis, Willem Barentszstr. 10, 6991 BC Rheden 026-4954001,
[email protected]
Oost-Nederland
John Vollenbroek, Prins Bernhardstraat 1, 7573 AM Oldenzaal 0541-523483,
[email protected]
7100-7799 8000-8299
Groningen/ 7800-7999 Drenthe 9300-9999
Jaap Middeldorp, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen 050-3641980,
[email protected] Ineke de Jonge, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen 050-5426220,
[email protected]
Friesland 8300-9299
Klaske Scholte, Burmaniastrjitte 3, 8633 KA Ysbrechtum 0515-420231,
[email protected] Elly Koopman, L. van Beekstrjitte 2, 8561 GJ Balk 0514-601134,
[email protected]
48 | De Jacobsstaf 86
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië. Aanmelding voor het lidmaatschap dient te geschieden aan het adres van het Genootschap door inzending van het aanmeldingsformulier. Dit kan men opvragen bij het Informatiecentrum of downloaden van de website www.santiago.nl. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient vóór 1 december te worden gedaan per brief of e-mail:
[email protected]. De contributie bedraagt € 22,03 incl. het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 16,54 zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 11,60 per eerste lid per adres. Nieuwe leden ontvangen direct bij inschrijving gratis de pelgrimspas. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. Alle bedragen worden door het Genootschap automatisch geïncasseerd. Het Genootschap is gevestigd in het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; Fax: 030-2318281 E-mail:
[email protected]. Website: www.santiago.nl Hier zetelt de ledenservice en de winkel, het informatiecentrum, de bibliotheek en het compostelaregister. Tevens is dit het vergadercentrum. Ook vindt hier de ledenadministratie plaats; e-mail:
[email protected].
Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl
De openingstijden zijn: Maandag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur.
Redactie Joop van der Schoor (hoofdredactie), Jasper Koedam (eindredactie), Rony de Jong (bureauredactie), Tieleke Huijbers (fotoredactie).
Het Informatiecentrum in Vessem is gevestigd in ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid. Bankgegevens Girorekening: 5151146 (Internationaal: IBAN: NL90PSTB0005151146 en BIC: PSTBNL21) Bankrekening: Rabobank Almere nummer 30.25.73.917 (Internationaal: IBAN: NL53RABO0303573917 en BIC: RABONL2U) t.n.v. Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Bestuur van het Genootschap Joost Bol (voorzitter) André Brouwer (algemeen secretaris) Bas Brouwer (penningmeester) Adrie Dik, Herman Holtmaat en Daniëlle Lokin (leden) Regio-afdelingen Het Genootschap heeft Nederland verdeeld in zestien regionale afdelingen. De indeling en de namen van de regiocontactpersonen staan elders in dit blad. De regiocontactpersonen vormen het meest directe contact van het Genootschap met de leden.
De Jacobsstaf is het orgaan van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. © Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
Redactieadres Elzenstraat 59, 5306 XK Brakel. E-mail:
[email protected] Druk & grafische verzorging Drukkerij Berne BV, Heeswijk Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Voor artikelen geldt als richtlijn een maximumlengte van 1800 woorden; voor de regioberichten geldt een maximum van 300 woorden per regio. Voeg de illustraties (géén internetafbeeldingen) apart toe als jpg-bestand, 300 dpi. Geef in de tekst de plaats van de illustraties aan en voeg apart een lijst met bijschriften toe. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen.
Voetstappen gaan door Vervlogen tijden tot nu Pelgrimstrek naar zee