Jaarverslag 2014
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
2
Toelichting In dit jaarverslag 2014 treft u aan de geconsolideerde jaarrekening van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De jaarrekening 2014 zal op 29 april 2015 ter vaststelling worden voorgelegd aan de ledenraad van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. omvat: • honderd procent dochteronderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V. waarin de ondernemingsactiviteiten zijn ondergebracht; • gedeeltelijke financiering van de ondernemings activiteiten, voorzover niet ondergebracht bij Koninklijke FrieslandCampina N.V.; • directe belangen in enkele overige vennootschappen van relatief beperkte financiële omvang. De jaarrekening is opgemaakt per 31 december 2014. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), voor zover van toepassing. De melkprijs 2014, die de leden van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. ontvangen voor de door hen geleverde melk, is vastgesteld op basis van de FrieslandCampina melkprijssystematiek 2014-2016. Alle bedragen in dit verslag zijn in euro’s, tenzij anders vermeld.
Dit jaarverslag bevat mededelingen over toekomst verwachtingen. Deze mededelingen zijn gebaseerd op actuele verwachtingen, schattingen en projecties van het management van FrieslandCampina en informatie die op dit moment beschikbaar is. De verwachtingen zijn onzeker en bevatten elementen van risico’s die moeilijk te kwantificeren zijn. FrieslandCampina geeft dan ook geen zekerheid dat de verwachtingen zullen worden gerealiseerd. Het jaarverslag van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is tevens te vinden op de website www.frieslandcampina.com en kan worden aangevraagd bij de afdeling corporate communication van FrieslandCampina (
[email protected]). In dit jaarverslag worden onder meer de volgende begrippen gebruikt: Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (de ‘coöperatie’) Bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (het ‘bestuur’) Koninklijke FrieslandCampina N.V. (de ‘vennootschap’ of ‘FrieslandCampina’) Executive board van de vennootschap (de ‘executive board’)
Inhoud 4 5 8 9
Profiel Kerncijfers Structuur en organisatie Melkprijssystematiek, winstverdeling en ledenfinanciering
10
Verslag bestuur
10 13 19
Resultaten 2014 Bestuurlijke aangelegenheden 2014 Vooruitzichten
20
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
29
Corporate governance
3
Jaarrekening 2014 34 34 35 36 37 38 40 94 96 96 96 97 101 101 101 101 101 102
Geconsolideerde jaarrekening Geconsolideerde winst-en-verliesrekening Geconsolideerd overzicht van het totaalresulaat Geconsolideerde balans Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen Enkelvoudige jaarrekening Enkelvoudige balans Enkelvoudige winst-en-verliesrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Overige gegevens Bestemming saldo Voorstel bestemming saldo Aansprakelijkheid Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
106 Overzichten 106 107 108
Meerjarenoverzicht Melkprijsoverzicht Samenstelling bestuur
Profiel
4
Profiel Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is een samenwerkingsverband van melkveehouders in Nederland, Duitsland en België. De coöperatie stelt zich ten doel de melk van haar leden tot waarde te brengen en daarmee duurzaam waarde te creëren voor al haar ledenmelkveehouders. Dat uit zich in de melkprijs en in de vergoeding op het kapitaal dat leden aan Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. ter beschikking stellen. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is een coöperatie met een grote verscheidenheid aan melkveebedrijven en ontwikkelingswensen van de eigenaren. De coöperatie behartigt de belangen van haar leden en oefent het stemrecht uit op de aandelen in Koninklijke FrieslandCampina N.V. De 19.054 leden (13.696 ledenmelkveebedrijven), verenigd in Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. zijn via de coöperatie de eigenaren van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en ze zijn tevens de leveranciers van melk aan Koninklijke FrieslandCampina N.V. Elke dag voorziet FrieslandCampina miljoenen consumenten verspreid over de wereld van voeding die rijk is aan waardevolle voedingsstoffen. FrieslandCampina levert consumentenproducten als zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts in een groot aantal Europese landen, in Azië en in Afrika. Ook worden producten geleverd aan professionele afnemers, waar onder room- en boterproducten aan bakkerijen en horecabedrijven. Daarnaast produceert FrieslandCampina ingrediënten en halffabricaten voor producenten van kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector wereldwijd.
FrieslandCampina heeft vestigingen in 32 landen met ruim 22.000 medewerkers. De producten van FrieslandCampina vinden hun weg naar meer dan 100 landen. Het centrale kantoor van de onderneming is gevestigd in Amersfoort. De activiteiten van FrieslandCampina zijn onderverdeeld in vier marktgeoriënteerde business groups: Consumer Products Europe, Middle East & Africa, Consumer Products Asia, Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients. Met een jaaromzet van 11,3 miljard euro behoort Koninklijke FrieslandCampina N.V. tot de grootste zuivelondernemingen en Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. tot de grootste zuivelcoöperaties in de wereld.
Kerncijfers
Kerncijfers
5
in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
2014 Resultaten Netto-omzet
11.348
Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten en valuta-effecten Bedrijfsresultaat Winst zonder eenmalige posten Winst zonder eenmalige posten en valuta-effecten Winst 2
2013 11.281 1
0,6 -20,9 -11,9 54,3 -23,5 -15,6 87,9
406 452 483 250 276 295
513 513 313 327 327 157
7.676 2.527 32,9
7.100 2.341 33,0
8,1 7,9
493 -618
570 -576
-13,5 -7,3
656
559
17,4
39,45 1,81 0,31 0,10 41,67 1,23 42,90 0,37 0,45 43,72
-0,2 2,8
Balans Balanstotaal Totaal eigen vermogen Totaal eigen vermogen als percentage van balanstotaal Kasstroom Netto kasstroom uit operationele activiteiten Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen Investeringen Waardecreatie voor leden-melkveehouders in euro’s per 100 kilogram melk (excl. btw, bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose)
Garantieprijs Prestatietoeslag Weidegangtoeslag Bijzondere melkstromen 5 Contante prijs Reservering ledenobligaties Melkprijs Rente op ledenobligaties Algemene reserve Prestatieprijs
1 De
netto-omzet 2013 is aangepast door een wijziging in de accounting policy betreffende de reclame- en promotiekosten. Het bedrijfsresultaat is hierdoor niet beïnvloed. 2 Eenmalige posten zijn een pensioenbate van 131 miljoen euro, een boekwinst van 20 miljoen euro naar aanleiding van de brand in Gerkesklooster alsmede een last van 20 miljoen euro als gevolg van de aangekondigde sluiting van een productielocatie in België in 2014 en een goodwill impairment in 2013. 3 Betreft saldo garantieprijs van 39,29 euro en een verrekening van 0,09 euro voor de te lage inschatting over 2014.
39,38 3 1,86 0,29 4 0,10 41,63 1,07 42,70 0,42 1,93 45,05
4 Leden-melkveehouders
-0,1 -13,0 -0,5 13,5 328,9 3,0
die weidegang toepassen, ontvangen over 2014 een weidegangtoeslag van 0,50 euro per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina-ledenmelk is dit 0,29 euro per 100 kilo melk. 5 Bijzondere melkstromen betreft het totaalbedrag van uitkeringen voor Landliebe-melk van 1,00 euro per 100 kilo melk en het verschil tussen de garantieprijs voor biologische melk (52,95 euro) en de garantieprijs per 100 kilo melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina-ledenmelk is dit 0,10 euro per 100 kilo melk.
6
in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
Overige gegevens Aantal leden-melkveebedrijven einde jaar waarvan in Nederland waarvan in Duitsland waarvan in België
2014
2013
%
13.696 12.725 943 28
13.887 12.872 987 28
-1,4
-1,0
Aantal leden einde jaar
19.054
19.244
waarvan in Nederland waarvan in Duitsland
18.068 957
18.203 1.012
29
29
Totaal verwerkte melk (in miljoenen kg)
10.716
10.659
0,5
Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg) waarvan in Nederland
9.453 8.994
9.261 8.823
2,1
434 25
413 25
waarvan in België
waarvan in Duitsland waarvan in België Gehaltes in procenten eiwit vet lactose Gemiddelde melkleverantie per lidbedrijf in kilo Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) Aantal ongevallen met verzuim (per 200.000 gewerkte uren)
3,512
3,524
4,340 4,517
4,397 4,509
690.211
666.886
3,5
22.168 0,33
21.186 0,62
4,6
Kerncijfers
7
2014
2013
%
Netto-omzet naar business group
3.863 351 260 240
3.937 246 247 20
-1,9
Consumer Products Europe, Middle East & Africa 33,9%* 4.214
6,2
0,5
7.931
8.198
Consumer Products Europe, Middle East & Africa Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten 6 Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet derden Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) Volume
5,3
-3,3
Consumer Products Asia 2.387
19,2%*
Cheese, Butter & Milkpowder 3.562 28,6%* Ingredients
Consumer Products Asia Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet derden Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) Volume
in miljoenen euro’s
2.369 18 438
2.274 19 385
18,5
16,9
7.077
6.430
4,2
2.283
18,3%*
* Voor Overige en Eliminatie van interne leveringen
13,8
10,1 Netto-omzet naar afzetgebied in miljoenen euro’s
Cheese, Butter & Milkpowder Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten 7 Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet derden Werknemers (gemiddeld aantal fte’s) Volume
2.904 658 -111 -91
2.831 531 81 81
-3,1
2,9
2.736
2.659
2,6 -237,0 -212,3
2,9
1.750 533 179
1.801 468 241
10,2
13,4
3.101
3.002
Volume
6 Bedrijfsresultaat
2.686
24%
1.368
12%
2.714
24%
2.978
26%
Duitsland
Rest van Europa
Azië
Ingredients Netto-omzet derden Interne leveringen Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat als % van de netto-omzet derden Werknemers (gemiddeld aantal fte’s)
Nederland
voor eenmalige posten betreft herstructureringskosten in België in 2014 en een goodwill impairment en herstructureringskosten in Nederland in 2013.
7 Bedrijfsresultaat
-2,8 -25,7
3,3
Afrika en het Midden-Oosten 1.241
11%
Noord- en Zuid-Amerika 361
3%
voor eenmalige posten betreft een boekwinst van 20 miljoen euro naar aanleiding van de brand in Gerkesklooster.
Structuur en organisatie
8
Structuur en organisatie Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is houder van alle aandelen in het kapitaal van Koninklijke FrieslandCampina N.V. De coöperatie wordt gevormd door 19.054 ledenmelkveehouders (13.696 melkveebedrijven) in Nederland, Duitsland en België. Via de coöperatie zijn de ledenmelkveehouders de gezamenlijke eigenaren van de vennootschap. Deze leden kiezen de besturen van de 21 districten, die gezamenlijk de uit 210 leden bestaande ledenraad vormen. De ledenraad kiest de negen bestuursleden van de coöperatie. Samen met vier externe
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
commissarissen vormen zij de raad van commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. Het bestuur van de coöperatie vormt tevens de algemene vergadering van aandeelhouders van Koninklijke FrieslandCampina N.V. De ledenraad van de coöperatie moet instemmen met wijzigingen in de statuten, het melkgeldreglement van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. en tevens met de statuten en het reserveringsbeleid van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
100% eigenaar
Leden Districten Ledenraad Voorzittersoverleg 1
Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Algemene vergadering van aandeelhouders
Bestuur Raad van commissarissen Executive board Corporate centre
Consumer Products Europe, Middle East & Africa 1
De voorzitters van de 21 districtsraden
Consumer Products Asia
Cheese, Butter & Milkpowder
Ingredients
Melkprijssystematiek, winstverdeling en ledenfinanciering
Melkprijssystematiek, winstverdeling en ledenfinanciering Melkprijssystematiek en winstverdeling 2014–2016 De melkprijs die FrieslandCampina met ingang van 2014 op jaarbasis aan de leden-melkveehouders betaalt, bestaat uit de garantieprijs, de toeslag bijzondere melkstromen, de weidegangtoeslag, de prestatietoeslag, (samen de contante prijs) en de uitgifte van ledenobligaties. De melk wordt uitbetaald op basis van de waarde van de geleverde kilogrammen eiwit, vet en lactose in de verhouding 10:5:1. De FrieslandCampina-prestatieprijs bestaat uit de melkprijs en daar bovenop de rente op ledenobligaties en de toevoeging aan de algemene reserve van de vennootschap. De hoogte van de algemene reservering en de prestatietoeslag is afhankelijk van de winst van FrieslandCampina. Voor de jaren 2014–2016 wordt van de winst van FrieslandCampina, op basis van de garantieprijs en na aftrek van de vergoeding op ledenobligaties en de winst toe te rekenen aan minderheidsbelangen, 45 procent toegevoegd aan het eigen vermogen van de vennootschap (voorheen 50 procent). Van de winst wordt 35 procent aan de leden-melkveehouders uitbetaald als prestatietoeslag (voorheen 30 procent) en wordt 20 procent aan de ledenmelkveehouders uitgekeerd in de vorm van ledenobligatiesvast. De uitgifte ledenobligaties-vast wordt berekend op basis van de waarde van de in het boekjaar geleverde melk. In september van elk jaar kan een interim-uitkering betaald worden op basis van de resultaten over het eerste halfjaar van de onderneming en de geleverde hoeveelheid melk. De interim-uitkering bedraagt 75 procent van de pro forma prestatietoeslag over het eerste halfjaar. De finale afrekening vindt plaats in april/mei van het daarop volgende jaar, op basis van de jaarresultaten van de onderneming en de totale hoeveelheid geleverde melk.
Ledenfinanciering Eind 2008 zijn Zuivelcoöperatie Friesland Foods U.A. en Zuivelcoöperatie Campina U.A. gefuseerd tot Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Bij aanvang van deze fusie heeft de nieuwe Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. eenmalig ledencertificaten gevormd en uitgegeven aan alle melkveehouders die op het moment van fusie lid waren van Friesland Foods en Campina. Deze ledencertificaten zijn niet verhandelbaar. Bezitters van ledencertificaten krijgen de mogelijkheid om ledencertificaten geheel of gedeeltelijk om te zetten in ledenobligaties-vast uitgegeven door Koninklijke FrieslandCampina N.V. Het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. heeft, na goedkeuring door de ledenraad, ook de mogelijkheid om het initiatief te nemen om de ledencertificaten om te zetten in ledenobligaties-vast. Als een lid van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. zijn bedrijf, of zijn deelname in een samenwerkingsverband, beëindigt of door of namens de coöperatie het lidmaatschap beëindigd wordt, worden de ledenobligaties-vast en ledencertificaten omgezet in ledenobligaties die verhandelbaar zijn, de zogenoemde ledenobligaties-vrij die worden uitgegeven door Koninklijke FrieslandCampina N.V. De ledenobligaties-vrij kunnen liquide worden gemaakt door hen aan te bieden op de interne markt, die maximaal zes keer per jaar plaatsvindt. De aan- en verkoop van de ledenobligaties-vrij vindt plaats tegen de nominale waarde, verhoogd met de nog niet uitbetaalde rente over deze ledenobligaties. De rente op de ledenobligaties en ledencertificaten is marktconform en gebaseerd op de zesmaands Euribor per 1 juni en 1 december met een opslag. De opslag is per 1 juni 2014 verhoogd van 3,0 procent naar 3,25 procent. De rente wordt twee keer per jaar vastgesteld. Voor de periode van 1 december 2013 tot en met 31 mei 2014 bedroeg de rente 3,327 procent, voor de periode van 1 juni 2014 tot en met 30 november 2014 3,649 procent en voor de periode van 1 december 2014 tot en met 31 mei 2015 bedraagt de rente 3,431 procent.
9
Verslag bestuur 10
Resultaten 2014
De leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. ontvangen over 2014 een melkprijs van 42,70 euro exclusief btw per 100 kilo melk. Ten opzichte van 2013 (42,90 euro) is dat een afname van 0,5 procent. In 2014 is 9,5 miljard kilo melk door de leden van de coöperatie aangeboden. De melkaanvoer ligt daarmee 2,1 procent hoger dan in 2013 (9,3 miljard kilo). In 2014 is samen met de leden-melkveehouders en de districtsraden een vernieuwd kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma Foqus planet ontwikkeld; één programma voor alle leden-melkveehouders in Nederland, België en Duitsland. Vooruitlopend op de beëindiging van de melkquotering in april 2015 is in 2014 verder geïnvesteerd in uitbreiding van de productiecapaciteit en in efficiency- en kwaliteitsverbeteringen om de verwachte groei van de melkproductie door de ledenmelkveehouders te kunnen verwerken en verwaarden. Melkprijs en prestatieprijs De FrieslandCampina-prestatieprijs over 2014 bedraagt 45,05 euro per 100 kilo melk exclusief btw (2013: 43,72 euro), een toename van 3,0 procent ten opzichte van 2013. De prestatieprijs is ten opzichte van 2013 gestegen als gevolg van de hogere algemene reservering omdat de goodwill impairment in 2013 het resultaat negatief beïnvloedde. De algemene reservering in 2014 bedraagt 1,93 euro ten opzichte van 0,45 euro in 2013. De garantieprijs over 2014 is 39,38 euro per 100 kilo melk, een afname van 0,2 procent ten opzichte van
2013 (39,45 euro). De afname van de garantieprijs is het gevolg van lagere melkprijzen van de referentiebedrijven. De vergoeding bijzondere melkstromen (Landliebe, biologische melk) bedraagt 0,10 euro per 100 kilo melk en de weidegangtoeslag bedraagt 0,29 euro per 100 kilo melk. De prestatietoeslag bedraagt 1,86 euro per 100 kilo melk (2013: 1,81 euro). De toename is vooral het gevolg van de aanpassing in de winstverdeling, waardoor er met ingang van het boekjaar 35 procent in plaats van 30 procent van de winst wordt toegerekend aan de prestatietoeslag. De uitgifte van ledenobligaties over het jaar 2014 bedraagt 1,07 euro per 100 kilo melk (2013: 1,23 euro). Daarmee komt de melkprijs over het jaar 2014 op 42,70 euro exclusief btw per 100 kilo melk. Ten opzichte van 2013 (42,90 euro) is dat een afname van 0,5 procent. De biologische melkprijs over 2014 bedraagt 52,95 euro exclusief btw per 100 kilo melk (2013: 50,19 euro). De biologische melkprijs wordt bepaald door vraag en aanbod van biologische melk op de West-Europese markt en is nauwelijks afhankelijk van ontwikkelingen op de wereldzuivelmarkt.
Melkprijs en prestatieprijs 2014 in euro per 100 kg melk, bij 600.000 kg melk per jaar (excl. btw, bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose) Toevoeging aan algemene reserve
1,93
Rente op ledenobligaties
0,42
Reservering op naam ledenobligaties-vast
1,07 Waardecreatie 2,93
Prestatietoeslag
1,86
Weidegangtoeslag
0,29
Melkprijs 42,70 Contante prijs 41,63
Toeslag bijzondere melkstromen
0,10
Garantieprijs
39,38
Prestatieprijs 45,05
Verslag bestuur
11
Omzet, bedrijfsresultaat en winst De netto-omzet in 2014 nam met 0,6 procent toe naar 11,3 miljard euro als gevolg van hogere verkoopprijzen en toename van de verkopen van Friso-kindervoeding. Valuta-effecten hadden per saldo een negatief effect van 176 miljoen euro op de totale omzet. Het bedrijfsresultaat nam toe met 54,3 procent naar 483 miljoen euro. In 2014 is er een eenmalige bate van 131 miljoen euro geboekt door een aanpassing in de pensioenregelingen voor medewerkers in Nederland. Gecorrigeerd voor deze eenmalige bate is het bedrijfsresultaat afgenomen met 20,9 procent ten opzichte van het bedrijfsresultaat in 2013 voor goodwill impairment. Gecorrigeerd voor de eenmalige posten en negatieve valuta-effecten daalde het bedrijfsresultaat met 11,9 procent. Het bedrijfsresultaat is daarnaast negatief beïnvloed door de Russische boycot van zuivelproducten. Het geschatte directe effect (omzet- en winstderving) en indirecte effect (negatieve markteffecten) bedraagt minimaal 80 miljoen euro. Overige eenmalige posten zijn een boekwinst van 20 miljoen euro naar aanleiding van de brand bij FrieslandCampina Cheese in Gerkesklooster alsmede een last van 20 miljoen euro als gevolg van de aangekondigde sluiting van de productielocatie van FrieslandCampina Branded Belgium in Sleidinge. De winst steeg ten opzichte van 2013 (157 miljoen euro) naar 295 miljoen euro. Zonder de goodwill impairment in 2013 en de eenmalige pensioenbate in 2014 zou de winst zijn afgenomen met 23,5 procent. Gecorrigeerd voor de eenmalige posten en de negatieve valutaeffecten zou de winst zijn afgenomen met 15,6 procent. Zowel de netto-omzet als het bedrijfsresultaat zijn volledig gerealiseerd door de 100 procent dochter onderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V. Een nadere toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen in Koninklijke FrieslandCampina N.V. wordt gegeven op pagina 20.
Kasstroom De kasstroom uit operationele activiteiten is afgenomen naar 493 miljoen euro (2013: 570 miljoen euro). In 2014 bedroeg de uitgaande kasstroom voor investeringen 618 miljoen euro (2013: 576 miljoen euro). In 2014 is er 656 miljoen euro geïnvesteerd in productiecapaciteit, efficiency- en kwaliteitsverbeteringen. Daarnaast is 28 miljoen euro geïnvesteerd in acquisities van de kaasbedrijven Orange en DEK, beide in Italië, en Olam in Ivoorkust. De kasstroom uit financieringsactiviteiten is uitgekomen op 184 miljoen euro (2013: -150 miljoen euro). In 2013 is de perpetuele lening van 125 miljoen euro afgelost en in 2014 is meer gebruik gemaakt van de kredietfaciliteit. Het saldo liquide middelen en rekening-courant banken is toegenomen van 510 miljoen euro (ultimo 2013) naar 606 miljoen euro (ultimo 2014). Financiële positie Het totaal eigen vermogen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. was per 31 december 2014 2.527 miljoen euro (ultimo 2013: 2.341 miljoen euro). Het eigen vermogen is per saldo toegenomen door de toename van het aantal ledenobligaties en de reservering van de winst in de algemene reserve en is gedeeltelijk gecompenseerd door het negatieve effect van de herwaardering van de pensioenvoorziening (vooral door de lagere discontovoet), hetgeen ten laste gaat van het eigen vermogen. De solvabiliteit is per saldo afgenomen naar 32,9 procent (ultimo 2013: 33,0 procent). De solvabiliteit is positief beïnvloed door de toename van het aantal ledenobligaties en de reservering van de winst in het eigen vermogen. De toename van het balanstotaal, als gevolg van de toename van de investeringen en het negatieve effect van de herwaardering van de pensioenvoorziening via het eigen vermogen, leidde uiteindelijk tot een daling van de solvabiliteit. FrieslandCampina blijft ruimschoots voldoen aan de bankconvenanten. De belastinglast bedroeg 149 miljoen euro (2013: 109 miljoen euro). De toename is vooral het gevolg van de vrijval van een latente belastingverplichting in 2013 door de goodwill impairment.
12
Reservering Aan de algemene reserve van de coöperatie is 184 miljoen euro toegevoegd (2013: 44 miljoen euro). Door Koninklijke FrieslandCampina N.V. is op naam van de ledenmelkveehouders 101 miljoen euro gereserveerd in de vorm van ledenobligaties-vast (1,07 euro per 100 kilo melk). Melkaanvoer In 2014 is 9,5 miljard kilo melk door de leden van de coöperatie aangeboden. De melkaanvoer ligt daarmee 2,1 procent hoger dan in 2013 (9,3 miljard kilo). Door de goede kwaliteit van het voer, de milde weersomstandigheden en door groei van individuele melkveebedrijven lag de melkaanvoer gedurende het gehele jaar boven het niveau van 2013. Opgelegde maatregelen Europese Commissie in verband met fusie De onafhankelijke stichting Dutch Milk Foundation (DMF) geeft uitvoering aan de fusievoorwaarden die de Europese Commissie in 2008 heeft gesteld aan de fusie tussen Friesland Foods en Campina. FrieslandCampina moet producenten van dagverse zuivelproducten en/of natuurgerijpte kaas op jaarbasis maximaal 1,2 miljard kilo Nederlandse boerderijmelk ter beschikking stellen. De korting van 1 procent op de garantieprijs is per 1 juli 2014 vervallen. De bedrijfsonderdelen die bij de fusie verkocht moesten worden en nu onderdeel uitmaken van Arla Foods en Deltamilk, maken gebruik van deze mogelijkheid. Van de beschikbare 1,2 miljard kilo melk is 0,9 miljard door de DMF voor deze marktpartijen gereserveerd. Het in december 2013 door FrieslandCampina en A-ware afgesloten contract betreffende de levering van boerderijmelk gaat in op 1 maart 2015. Dit contract voorziet in de afname van het resterende deel van de 1,2 miljard kilo boerderijmelk.
De stichting zorgt eveneens voor de uitvoering van de opgelegde vertrekregeling voor Nederlandse ledenmelkveehouders van FrieslandCampina. In de periode 1 januari – 31 december 2014 heeft de Dutch Milk Foundation negen (evenveel als in 2013) aanvragen goedgekeurd van melkveehouders die het lidmaatschap van FrieslandCampina wilden beëindigen met gebruikmaking van de vertrekregeling van 5,00 euro per 100 kilo melk. In totaal ging het hierbij om 5,6 miljoen kilo melk. De melk die beschikbaar is bij de DMF, wordt verminderd met het volume aan melk van Nederlandse leden-melkveehouders die FrieslandCampina verlaten met gebruikmaking van de vertrekregeling. Leden-melkveehouders van FrieslandCampina in Nederland die naar Deltamilk of Arla Foods willen vertrekken, kunnen het lidmaatschap op elk moment beëindigen met gebruikmaking van de vertrekregeling. De melkvolumes die zij meenemen, gaan af van de voor Deltamilk of Arla Foods beschikbare volumes. Voor leden-melkveehouders die naar andere partijen willen vertrekken en de vertrekpremie aanvragen na 1 september, geldt dat hun aanvraag niet direct wordt gehonoreerd. Een vertrek onder toekenning van de premie is dan pas mogelijk na elk vol jaar. Aanvragen ingediend na 31 augustus 2014 en tot en met 31 augustus 2015, kunnen overgaan per 1 maart 2016 of later. Dit is een jaarlijks terugkerende cyclus. Vanaf de inwerkingtreding van de vertrekregeling in 2009 hebben 93 leden-melkveehouders hiervan gebruik gemaakt. In totaal gaat het hierbij om 68 miljoen kilo melk.
Verslag bestuur
Bestuurlijke aangelegenheden 2014
Bestuursvergaderingen Tijdens de bestuursvergaderingen in 2014 is een groot aantal onderwerpen aan de orde geweest, zoals: • jaarrekening van de coöperatie 2013; • evaluatie Foqus planet; • verantwoorde ontwikkeling melkveehouderij; • reglementen Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. 2015; • statuten Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. 2015; • statuten Koninklijke FrieslandCampina N.V. 2015; • voorbereiding en evaluatie van coöperatieve vergaderingen, waaronder ledenbijeenkomsten; • ledencommunicatie, ledenbinding en ledenbetrokkenheid; • lidmaatschapsaanvragen en lidmaatschapsopzeggingen (inclusief vertrekregeling); • opleidingsplan voor de kaderleden (inclusief jongerenwerk); en • kosten van de coöperatie. Werkbezoeken Ieder jaar brengt het bestuur aan verschillende districten een werkbezoek, dat door de districtsraad zelf wordt georganiseerd. Doel van deze werkbezoeken is een nadere kennismaking met de districtsraadsleden en extra aandacht voor regionale thema’s en vraagstukken. Daarvoor worden ook leden en bedrijven in de regio bezocht. Het bestuur ervaart deze bezoeken als zeer leerzaam en nuttig. De opgedane kennis en ervaring zijn gebruikt in het verdere besluitvormingsproces van het bestuur. Het bestuur heeft in 2014 werkbezoeken gebracht aan: • District 4, Centraal Friesland • District 9, Twente • District 13, Noord-Holland • District 12, Achterhoek-Liemers Samenstelling bestuur Sandra Addink-Berendsen is 16 december 2014 toegetreden tot het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De ledenraad heeft haar op 11 juni 2014 benoemd. In dezelfde ledenraad zijn de bestuursleden Angelique Huijben-Pijnenburg en Frans Keurentjes herbenoemd met ingang van 16 december 2014. Het bestuur heeft Jan Keijsers aangesteld als vicevoorzitter van het bestuur. Hij heeft de functie overgenomen van de op 30 november 2014 overleden Jan Uijttewaal.
13
Sjoerd Galema, lid van het bestuur sinds 2011, heeft in overleg met het bestuur van de coöperatie besloten zijn activiteiten als bestuurslid van de coöperatie en de daaraan verbonden positie als lid van de raad van commissarissen van FrieslandCampina met ingang van 24 maart 2015 te beëindigen. Evaluatie Foqus planet In 2014 heeft Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. samen met de leden-melkveehouders en de districtsraden een vernieuwd Foqus planet ontwikkeld; één programma voor alle leden-melkveehouders in Nederland, België en Duitsland. In januari en februari 2014 hebben themabijeenkomsten plaatsgevonden waarbij Foqus planet is geëvalueerd. Leden konden aangeven wat ze goed vonden aan het systeem, maar ook wat beter kon. Ongeveer 3.250 leden hebben de themabijeenkomsten bezocht. Zij hebben diverse verbetersuggesties gedaan: • verbeter de uitvoering van beoordelingen; • verbeter herstelmogelijkheden; • breng de inhoud van workshops naar een hoger niveau; • stimuleer weidegang; • betrek erfbetreders actief bij de uitvoering van Foqus planet; • maak meer gebruik van financiële prikkels; • ontwikkel Foqus planet richting een managementsysteem. In de ledenbijeenkomsten in het voorjaar van 2014 zijn deze uitkomsten van de themabijeenkomsten gedeeld. Ongeveer 5.400 leden bezochten in het voorjaar een ledenbijeenkomst. In juni hebben districtsraadsleden tijdens de CVD deelgenomen aan verschillende interactieve sessies, waarin de vragen en dilemma’s die betrekking hadden op de verschillende onderdelen van het vernieuwde Foqus planet werden besproken. In tien verdiepende werksessies hebben districtsraadsleden in kleinere groepen verder gebouwd aan het vernieuwde systeem. Door middel van discussies over het systeem van Foqus planet en de onderdelen binnen duurzame ontwikkeling (weidegang, diergezondheid, levensduur, melkkwaliteit en energie) heeft het vernieuwde systeem verder vorm gekregen. In het najaar zijn de voorstellen aan de leden gepresenteerd. Tijdens deze vergaderingen hebben de districtsraadsleden de reacties van leden opgehaald. Circa 7.600 leden bezochten een najaarsledenbijeenkomst. In de districtsvergaderingen van november hebben de districtsraadsleden hun bevindingen besproken. De voorzitters van de districten hebben vervolgens in de
14
In memoriam In 2014 zijn helaas twee ledenraadsleden en een bestuurslid veel te vroeg overleden. Fred Weststeijn Op zaterdag 14 juni 2014 overleed Fred Weststeijn als gevolg van een noodlottig ongeval op zijn melkveebedrijf. Fred Weststeijn was melkveehouder en districtsraadslid van district Centraal-Friesland van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Fred is slechts 32 jaar geworden. Fred was een zeer getalenteerd en gewaardeerd districtsraadslid. Zijn inbreng, altijd weloverwogen en diep doordacht, was van grote waarde voor het district en werd door de collega-districtsraadsleden bijzonder gewaardeerd. Jan Hesselmans Op woensdag 16 juli 2014 overleed Jan Hesselmans na een ziekbed van enkele maanden. Jan Hesselmans was melkveehouder en districtsraadslid van district Midden-Brabant van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Jan is slechts 49 jaar oud geworden. Jan was een echt ‘mensenmens’ met een vertrouwen wekkende, rustige en aansprekende persoonlijkheid. Jan is altijd zeer gewaardeerd om zijn kennis van zaken en zijn inbreng in de districtsraad gedurende vele jaren. Jan Uijttewaal Op zondag 30 november 2014 overleed Jan Uijttewaal, vicevoorzitter van het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. en vicevoorzitter van de raad van commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. Zijn overlijden kwam, na een ziekbed van enkele maanden, toch nog onverwacht. Jan is slechts 52 jaar oud geworden. Het bestuur, de raad van commissarissen en de executive board van FrieslandCampina zijn Jan bijzonder dankbaar voor zijn gepassioneerde inzet en betrokkenheid in de ontwikkeling van FrieslandCampina na de fusie. Jan is vele jaren actief geweest in verschillende kaderfuncties binnen de coöperatie. In het fusieproces heeft Jan een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van de statuten en reglementen. En ook in 2014 heeft hij zich nog ingezet voor de verdere modernisering hiervan.
coöperatieraad een advies uitgebracht aan het bestuur met betrekking tot de wijziging van het praktijkreglement, waarin het vernieuwde Foqus planet is vastgelegd. De ledenraad heeft op 16 december gestemd over de aanpassingen in het (biologisch) melkgeldreglement als gevolg van het vernieuwde Foqus planet, namelijk de inhouding en toeslag voor Foqus planet en de coöperatieve inhouding voor de verhoging van de (deel) weidegangtoeslag. Met 81,4% van de stemmen is het voorstel aangenomen. Het vernieuwde Foqus planet Foqus planet is het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma van FrieslandCampina voor de productie van boerderijmelk door haar leden-melkveehouders. Foqus planet is onder andere gebaseerd op de eisen uit de markt en op Europese wet- en regelgeving. Het vernieuwde Foqus planet is ingegaan op 1 januari 2015. Het programma kent vier onderwerpen: bedrijf, koe, voer en melk. Deze vier onderwerpen zijn ondergebracht in drie onderdelen: basiseisen, weidegang en duurzame ontwikkeling. Basiseisen De basiseisen bestaan uit essentiële eisen en standaardeisen en hebben betrekking op de algehele hygiëne, de kwaliteit en veiligheid van melk, voer en water en diergezondheid en -welzijn. Bedrijven die niet aan de basiseisen voldoen, krijgen de mogelijkheid om herstel aan te tonen binnen een periode van vier weken. Weidegang Koeien in de wei zijn onmisbaar voor het goede imago en de acceptatie van de melkveehouderij. Het is ook essentieel voor het onderscheidend imago van FrieslandCampina in de markt wereldwijd. Daarom is het van belang dat koeien deel uit blijven maken van het Nederlandse landschap. Volledige weidegang en deelweidegang worden beloond met een weidegangtoeslag. De weidegangtoeslag wordt per 1 januari 2015 verhoogd van 0,50 naar 1,00 euro per 100 kg melk. De deelweidegangtoeslag wordt per 1 januari 2015 verhoogd van 0,125 euro naar 0,46 euro per 100 kg melk. Voor de financiering van de weidegangregeling wordt 0,35 euro per 100 kg melk ingehouden.
Verslag bestuur
15
Duurzame ontwikkeling Het onderdeel duurzame ontwikkeling geeft melkveehouders de mogelijkheid het bedrijf stap voor stap duurzaam te ontwikkelen. Het resultaat wordt jaarlijks gemeten en beloond. Foqus planet start met zes indicatoren voor duurzame ontwikkeling, waarvan het resultaat meetbaar is. Om het resultaat op duurzame ontwikkeling te belonen, voert FrieslandCampina een Foqus planet toeslag in. Deze toeslag wordt gefinancierd door een inhouding van 0,25 euro per 100 kg over de geleverde melk in 2015. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de puntenscore, van de totale geleverde hoeveelheid melk van het melkveebedrijf, het totaal aantal behaalde punten door alle leden en de geïnde kortingen en boetes. Melkophaling en -bewaring Om nog veiliger, efficiënter en duurzamer melk op te halen is een aantal voorwaarden aangepast in de reglementen: • De toegankelijkheid van het erf en het tanklokaal: snel en zonder belemmeringen de melk ophalen biedt veel tijdwinst en daarmee lagere kosten voor melkophaling. Wanneer een lid er voor kiest om eventuele poorten, hekken en het tanklokaal af te sluiten, dan moeten losse sleutels per 1 april 2015 zijn vervangen door codesloten. • De snelheid van het laden: De diameter van de uitloop, kraan en aansluiting voor de melkauto zijn van belang voor de innamesnelheid van de melk. Bij aanschaf van melkkoeltanks vanaf 1 januari 2015 (nieuw en gebruikt) dienen de uitloop van de tank, kraan en de aansluiting voor de melkauto DN 80 te zijn. Voor bestaande situaties zijn geen aanpassingen vereist. • De veiligheid van de chauffeur: - Voor de chauffeur van de melkauto is het noodzakelijk om op veilige wijze een monster uit de melkkoeltank te kunnen nemen. Voor melkkoeltanks hoger dan 1.50 meter is een vaste, veilige en deugdelijke trap met ronde trapleuningen aan de voorzijde van de melkkoeltank verplicht; - Goede verlichting is van belang voor de chauffeur/ monsternemer om zijn werk goed en veilig uit te kunnen voeren. Daarom dienen alle bedrijven een lichtschakelaar te hebben die zich binnen een meter van de toegangsdeur van het tanklokaal bevindt. Bij nieuwbouw of verbouw van tanklokalen geldt vanaf 1 januari 2015 dat er zowel aan de buitenzijde boven de ingang van het tanklokaal als in het tanklokaal boven de melkkoeltank verlichting dient te zijn die voorzien is van een bewegingsmelder;
• Een duurzame inname van de melk: Elektrisch pompen is een duurzame en stille manier om de melk in te nemen. Vanaf 1 januari 2015 geldt voor ieder nieuw te bouwen en aan te passen tanklokaal, dat het beschikt over een krachtstroomaansluiting. Wanneer bij bestaande situaties een melkauto met een elektrische installatie wordt ingezet, krijgt het lid twee maanden de tijd om de aansluiting te realiseren. Quotum gerelateerde regelingen vervallen De melkquotering is per 1 april 2015 vervallen. Als gevolg hiervan komen de meldingspremie, de zekerheidsstelling en de regeling met betrekking tot de melkophaling einde superheffingsjaar te vervallen na 31 maart 2015. Wijziging statuten Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Het bestuur van de coöperatie zette in 2013 al concrete stappen om leden van FrieslandCampina meer en duidelijker te betrekken bij besluitvormingsprocessen. Van het governance-model werd geconcludeerd dat deze op hoofdpunten ongewijzigd kon blijven. De statutaire bevoegdheden binnen de coöperatie blijven dan ook nagenoeg gelijk. Maar een aantal onderwerpen vereiste wel een statutenwijziging. Daarom is het proces van statutenwijziging gestart. Dit heeft tijdens de ledenraad van december 2014 geleid tot besluitvorming. Met 97% van de stemmen is het voorstel aangenomen. Met ingang van 2015 worden de wijzigingen in de statuten formeel van kracht. Er is besloten dat: • nieuw gekozen districtsraadsleden in functie treden na de ledenraad van december; • de naam ‘coöperatieraad’ wordt gewijzigd in ‘voorzittersoverleg’; • het voorzittersoverleg geen adviesbevoegdheid meer heeft over de jaarrekening van de coöperatie; • de voorzitter van de districtsraad zich – in incidentele situaties – door de vicevoorzitter van de districtsraad kan laten vervangen tijdens het voorzittersoverleg; en • met ingang van 2015 ieder lid tijdens de ledenbijeenkomsten één stem heeft. Tijdens de najaarsledenbijeenkomsten in 2014 is een peiling gehouden met betrekking tot de grondslagen van het stemrecht van leden tijdens ledenbijeenkomsten. Uit deze peiling bleek een ruime meerderheid van de leden de voorkeur te hebben voor het ‘one man one vote’ systeem, boven het systeem waarbij het aantal stemmen per lid wordt bepaald door de hoeveelheid geleverde melk in het voorafgaande jaar.
16
Ledenraad en centrale vergadering van districtsraden In 2014 zijn de 210 districtsraadsleden meerdere keren bijeen geweest. De rode draad door de bijeenkomsten was de evaluatie van Foqus planet. Er zijn ledenraden gehouden (waar besluiten worden genomen) en centrale vergaderingen van districtsraden (CVD) waar thema’s worden besproken zonder dat er besluitvorming plaatsvindt. Ledenraad In april 2014 heeft de ledenraad besluiten genomen over de jaarrekening 2013 van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De ledenraad heeft het besluit van het bestuur tot vaststelling van de jaarrekening van Koninklijke FrieslandCampina N.V goedgekeurd. Daarnaast is de ledenraad geïnformeerd over de beloning van de executive board en de raad van commissarissen. KPMG is voor 2014 herbenoemd als accountant voor zowel de coöperatie als de vennootschap. In juni heeft besluitvorming plaatsgevonden over de herbenoemingen van Frans Keurentjes en Angelique Huijben-Pijnenburg en de benoeming van Sandra AddinkBerendsen. In augustus is PriceWaterhouseCoopers Accountants N.V. (PwC) benoemd als accountant voor de coöperatie voor het boekjaar 2016. Daarnaast is het besluit van het bestuur om de PriceWaterhouseCoopers Accountants N.V. (PwC) als accountant voor de vennootschap voor het boekjaar 2016 te benoemen, door de ledenraad goedgekeurd. In het kader van de evaluatie van de reglementen heeft de ledenraad de wijzigingen in het Melkgeldreglement en het Biologisch Melkgeldreglement goedgekeurd in de ledenraadsvergadering in december. Daarnaast heeft de ledenraad in die vergadering besloten de statuten van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. te wijzigen en heeft zij het besluit van het bestuur om de statuten van Koninklijke FrieslandCampina N.V. te wijzigen, goedgekeurd. Centrale vergadering van districtsraden Tijdens centrale vergaderingen van districtsraden worden, in tegenstelling tot ledenraadsvergaderingen, geen besluiten genomen. Tijdens de CVD van maart zijn de jaarcijfers over 2013 toegelicht.
Zoals eerder vermeld, stond Foqus planet centraal tijdens de CVD van juni 2014. De districtsraadsleden woonden diverse sessies bij, waarin de indicatoren voor duurzame ontwikkeling werden uitgediept. In augustus heeft de executive board de halfjaarcijfers van 2014 toegelicht. De resultaten zijn binnen de CVD bediscussieerd. Wederom werd het vernieuwde Foqus planet besproken. Coöperatieraad De coöperatieraad heeft tot taak als klankbord voor het bestuur te fungeren. Daarnaast bewaakt de coöperatieraad het proces van thema’s die in de coöperatie worden besproken. Zowel relevante thema’s voor de onderneming, haar verbintenis met de onderneming, als coöperatieve aspecten zijn besproken. De coöperatieraad heeft in 2014 onder andere de volgende onderwerpen besproken: • voorbereiding districtsraadsvergaderingen en ledenbijeenkomsten; • ledencommunicatie; • evaluatie Foqus planet; • ledenonderzoek melkaanvoer; • jaarplannen districten; • benoeming van coöperatieraadsleden in diverse commissies; • verkiezingen van districtsraadsleden; • jaarrekening 2013, ter advisering aan de ledenraad; • herbenoeming 2 bestuursleden en benoeming van een nieuw bestuurslid, ter bindende voordracht aan de ledenraad; • kadervorming en jongerenwerk; en • praktijkreglement 2015, ter advisering aan het bestuur. Eind 2014 zijn vijf coöperatieraadsleden afgetreden. Zij waren regulier aftredend en niet herbenoembaar. Het bestuur is hen bijzonder erkentelijk voor hun inzet gedurende de afgelopen jaren. Met ingang van 1 januari 2015 is de naam van de coöperatieraad gewijzigd in ‘voorzittersoverleg’.
Verslag bestuur
17
Districtsraadsvergaderingen In 2014 hebben alle districten minimaal vier keer afzonderlijk vergaderd. Omdat in 2014 de evaluatie van Foqus planet aan de orde was, stond dit onderwerp bij elke districtsraadsvergadering op de agenda. Ook het verzamelen, verwerken en communiceren van de meningen en suggesties van de leden in het eigen district hoorden daarbij. Hiervoor maakten de districtsraden onder meer gebruik van de districtspagina op melkweb. Daarnaast kwamen de voorbereiding en evaluatie van de ledenbijeenkomsten aan de orde. Ook vormden de districtsraadsvergaderingen een platform voor het uitwisselen van informatie met het bestuur en de coöperatieraad.
Het jongerenwerk heeft veel aandacht voor het delen van kennis over FrieslandCampina en de uitdagingen in de melkveehouderij. FrieslandCampina vindt het standpunt van de jonge melkveehouders erg belangrijk en daarom worden jongeren regelmatig naar hun mening gevraagd. Door de jongeren bestuurlijk actief te laten zijn binnen hun jongerenorganisatie hebben ze een platform waar ze zich kunnen ontwikkelen en wordt een visvijver gecreëerd voor toekomstig bestuurlijk kader.
In de meeste districten vonden in 2014 verkiezingen plaats. Het proces rondom de verkiezingen en het invullen van eventuele vacatures waren in de betreffende districten onderwerp van gesprek tijdens de districtsraadsvergaderingen. In zeven districten is een activiteit georganiseerd speciaal voor de leden-melkveehouders van de bedrijven met de Excellent-status.
‘Beïnvloeding van de Zuivelketen’ De jongerencommissie heeft voor het jongerenwerkjaar 2013-2014 het thema ‘Beïnvloeding van de Zuivelketen’ gekozen. Hierbij is vooral gekeken naar de beïnvloedbare factoren in de zuivelketen die buiten de bedrijfsvoering van het melkveebedrijf liggen en een (grote) invloed hebben op het resultaat van het melkveebedrijf. In de het jongerenwerkjaar zijn binnen dit thema diverse onderwerpen benoemd waarop invloed uitoefenen mogelijk blijkt te zijn. Tijdens verschillende bijeenkomsten hebben discussies plaatsgevonden tussen diverse sprekers en studenten van de Wageningen UR en de CAH Dronten. De verwachtingen van de melkveehouders ten opzichte van de onderneming FrieslandCampina en omgekeerd zijn met elkaar vergeleken. In de laatste bijeenkomst van de jongerenraad zijn de bevindingen bediscussieerd met als doel te komen tot de meest relevante factoren. Op 12 maart 2014 zijn die aan bestuur gepresenteerd.
Elk district maakte in 2014 een jaarplan met daarin de activiteiten die dat jaar vanuit de districtsraad worden georganiseerd voor de leden-melkveehouders in het eigen district. In dit kader werden allerlei activiteiten georganiseerd met uiteenlopende thema’s (kaas, marketing, China). Veelal werden gastsprekers uitgenodigd en werd het thema gecombineerd met een workshop. Daarnaast organiseerden districten huiskamerbijeenkomsten en stalavonden. Jongerenwerk 2014 Doel van het jongerenwerk is het vergroten van de betrokkenheid van alle jongeren bij de coöperatie. Het jongerenwerk van FrieslandCampina richt zich op de 4.000 jonge melkveehouders (leeftijd tot en met 35 jaar). Via een vertegenwoordiging vanuit elk district bestaat de jongerenorganisatie uit de jongerenraad, de jongerencommissie en het dagelijks bestuur.
De FrieslandCampina jongerenpagina op Facebook was in 2014 actief en is gegroeid naar ruim 900 deelnemers. Ook op het jongerengedeelte van melkweb werden regelmatig berichten geplaatst.
‘Voedselveiligheid en consumentenvertrouwen’ In de eerste bijeenkomst daarna is een nieuw jaarthema gekozen. Het onderwerp voor 2014-2015 is ‘Voedselveiligheid en consumentenvertrouwen’. Met studenten van Wageningen UR en CAH Dronten is dit onderwerp verder uitgediept. De jongeren zijn in gesprek gegaan met diverse organisaties die een mening uitdragen over de productie, verwerking en afzet van melk. Jongeren van de Youth Food Movement zijn uitgenodigd op een boerderij om te komen kijken hoe een melkveehouderijbedrijf wordt gerund. Verkopers en jonge melkveehouders hebben kennis uitgewisseld. De ervaringen worden op 25 maart 2015 gepresenteerd in de vorm van een symposium.
18
Commissie van Beroep In 2014 is bij de Commissie van Beroep een keer een beroep ingediend over de ontzetting van een lid uit het lidmaatschap. Het beroep is afgewezen. Verantwoorde ontwikkeling Nederlandse melkveehouderij In 2013 overhandigden NZO en LTO hun gezamenlijke visie ‘Verantwoorde ontwikkeling van de Nederlandse melkveehouderij’ aan staatssecretaris Dijksma. In deze visie staat grondgebonden melkveehouderij op gezinsbedrijven, weidegang van koeien en groei binnen milieurandvoorwaarden centraal als toekomstperspectief voor de Nederlandse melkveehouderij. De visie omvatte een aantal sectormaatregelen die bijdragen aan het behoud van ontwikkelmogelijkheden voor melkveehouderijbedrijven. In 2014 heeft het debat rondom de Melkveewet een rol gespeeld in de coöperatie. In de diverse bestuursvergaderingen, CVD’s en ledenbijeenkomsten is stilgestaan bij de ontwikkelingen in het politieke debat. De Melkveewet is in december 2014 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Hiermee heeft de regering haar toezegging aan de Europese Commissie gestand gedaan, om de wet met ingang van 1 januari 2015 in werking te laten treden. Hierdoor heeft Nederland voor de jaren 2014 tot en met 2017 opnieuw derogatie verkregen. Hierdoor kunnen melkveehouders, als ze voldoen aan alle voorwaarden, een hogere gebruiksnorm voor stikstof op grasland hanteren. Het door NZO en LTO genomen initiatief, later mede gesteund door NMV en NAJK, om de grondgebondenheid van de melkveehouderijsector te behouden door nadere grenzen te stellen aan de door de Melkveewet geboden mogelijkheid van 100 procent verwerking van extra fosfaat in verband met de groei, heeft geen direct resultaat opgeleverd. Wel heeft de regering in de Melkveewet opgenomen dat via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) de mogelijkheid van 100% verwerking van extra fosfaat ten opzichte van 2013 wordt beperkt en dat uitbreiding van de fosfaatproductie ook gedeeltelijk aan grond gekoppeld moet zijn.
De AMvB heeft als doel het grondgebonden karakter van de melkveehouderij te behouden en versterken, de doelstelling van het Convenant Weidegang te realiseren en het ambitie niveau ervan te verhogen. De concrete invulling van de AMvB wil de regering realiseren door een actiegerichte aanpak door maatschappelijke organisaties, de overheid en het bedrijfsleven in de zuivelketen. Risicobeheersing Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. houdt 100 procent van de aandelen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. Er zijn geen operationele activiteiten ondergebracht in Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Om die reden zijn voor de coöperatie geen wezenlijke risico's onderkend in aanvulling op de risico's die voor Koninklijke FrieslandCampina N.V. gelden. Deze risico's hebben met name betrekking op het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en kunnen zich voordoen als gevolg van externe economische factoren, de onvoorspelbaarheid van marktontwikkelingen, calamiteiten en interne factoren. Voor de risico’s van Koninklijke FrieslandCampina N.V. zie pagina 22.
Verslag bestuur
Vooruitzichten
De vooruitzichten van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. komen overeen met de vooruitzichten van de dochteronderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Het aanbod van boerderijmelk en de vraag naar zuivelproducten vormen op wereldniveau een wankel evenwicht. Na meer dan 30 jaar is per 1 april 2015 het melkquotum vervallen voor melkveehouders in de Europese Unie. Over het gehele jaar 2015 wordt wereldwijd 2 tot 4 procent groei van het aanbodvolume melk verwacht ten opzichte van 2014. In 2015 zal de vraag naar zuivelproducten waarschijnlijk licht toenemen. Het is de verwachting dat in Azië en Afrika vooral de groeiende middenklasse zal profiteren van economisch herstel. Ook als gevolg van het lagere prijsniveau van zuivelproducten kunnen consumenten in opkomende markten zich mogelijk weer meer zuivelproducten veroorloven. De relatief goedkope euro zorgt ervoor dat zuivelproducten uit de eurozone beter kunnen concurreren met aanbieders uit landen met andere valuta, waardoor meer zuivelproducten geëxporteerd kunnen worden. De behoefte aan zuivelproducten en zuivelgrondstoffen in China is moeilijk in te schatten. Het is evenmin te voorspellen of en wanneer de boycot door Rusland van westerse agrarische producten zal worden opgeheven. Maar zelfs als de boycot wordt beëindigd, zal naar verwachting de vraag in Rusland niet snel herstellen. Consumenten in Europa zullen prijsbewust blijven. Mede daardoor zal de concurrentie met zowel andere aanbieders als huismerken blijven toenemen. FrieslandCampina verwacht in 2015 volumegroei met kindervoeding in Azië en Afrika en verwacht ook weer volumegroei te kunnen realiseren met ingrediënten en zuiveldranken. Herstel van de groei van zuiveldranken zal vooral buiten Europa plaatsvinden. De uitgaven voor reclame & promotie nemen toe ter ondersteuning van deze groei en versterking van de merkposities en marktaandelen. De uitgaven voor research & development zullen beperkt toenemen. De investeringen zullen naar verwachting liggen rond de 600 miljoen euro. De financiële basis van FrieslandCampina is solide en biedt een goede basis voor de realisatie van de plannen in het kader van de strategie route2020. Verwacht wordt dat FrieslandCampina in 2015 ruimschoots aan zijn financieringsbehoefte kan voldoen.
19
Op het gebied van human resources blijft er behoefte aan goed opgeleid talent en mobiliteit van medewerkers om de gewenste personeelsbezetting kwalitatief op hoog niveau te houden. Zowel de toename in efficiency, aanpassingen in de organisatie als de uitbouw van activiteiten en mogelijke acquisities kunnen leiden tot mutaties in het personeelsbestand. FrieslandCampina is als gevolg van genoemde onzeker heden terughoudend in zijn vooruitzichten en doet geen concrete uitspraak over de resultaatverwachting voor 2015. Voor de langere termijn blijven de vooruitzichten positief. Door de groei van de wereldbevolking en de toename van de welvaart in vele regio’s zal de vraag naar voeding en vooral naar voeding die rijk is aan nutriënten, waaronder zuivelproducten, toenemen. Bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Piet (P.) Boer, voorzitter Jan (J.P.C.) Keijsers, vicevoorzitter Sandra (J.W.) Addink-Berendsen Angelique (A.A.M.) Huijben-Pijnenburg Frans (F.A.M.) Keurentjes Simon (S.R.F.) Ruiter Hans (H.) Stöcker Erwin (W.M.) Wunnekink
Amersfoort, 7 april 2015
20
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V. • Bevredigend resultaat in lastig jaar • Waardecreatie voor leden-melkveehouders 2,93 euro per 100 kilo melk excl. btw, bij en 3,47 procent eiwit, 4,41 procent vet en 4,51 procent lactose
• Realisatie strategie route2020 •O rganisatie versterkt
Kerncijfers
2014
2013
%
11.348
11.281
0,6
412
513
-19,7
458
513
-10,7
489
313
56,2
258
327
-21,1
284
327
-13,1
303 42,70
157 42,90
93,0 -0,5
in miljoenen euro's
Netto-omzet Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten en valuta-effecten Bedrijfsresultaat Winst zonder eenmalige posten Winst zonder eenmalige posten en zonder valuta-effecten Winst Melkprijs (in euro per 100 kilo) Volume
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is houder van alle aandelen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. die de enige, in financiële zin materiële dochteronderneming, is die door de coöperatie wordt gehouden. De belangrijkste ontwikkelingen gedurende 2014 van deze dochteronderneming zijn in dit hoofdstuk samengevat. Voor een volledige beschrijving wordt verwezen naar het Jaarverslag 2014 van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
FrieslandCampina heeft een dynamisch jaar achter de rug. Geopolitieke spanningen en valutaire tegenwind beïnvloedden de bedrijfsvoering, de omzet en het resultaat meer dan in andere jaren. De netto-omzet bleef stabiel op 11,3 miljard euro. De winst steeg naar 303 miljoen euro. Hierbij was er in 2014 sprake van een eenmalige bate en negatieve valuta-effecten. De uitkering aan de leden-melkveehouders van FrieslandCampina bleef goed op peil en ligt met een melkprijs van 42,70 euro per 100 kilo fractioneel onder het topjaar 2013 (42,90 euro). Netto-omzet stabiliseert De netto-omzet in 2014 nam met 0,6 procent toe naar 11,3 miljard euro als gevolg van hogere verkoopprijzen en toename van de verkopen van Friso-kindervoeding. Valuta-effecten hadden per saldo een negatief effect van 176 miljoen euro op de totale omzet. Het volume in de groeicategorieën zuiveldranken, merkkaas en ingrediënten nam af als gevolg van lagere consumptie, mede door hogere verkoopprijzen in Azië, toenemende concurrentie in een aantal landen en door de boycot door Rusland van zuivelproducten.
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
21
Ontwikkeling bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat nam toe met 56,2 procent naar 489 miljoen euro. In 2014 is er een eenmalige bate van 131 miljoen euro geboekt door een aanpassing in de pensioenregelingen voor medewerkers in Nederland. Gecorrigeerd voor deze eenmalige bate is het bedrijfsresultaat afgenomen met 19,7 procent ten opzichte van het bedrijfsresultaat in 2013 voor goodwill impairment. Gecorrigeerd voor negatieve valuta-effecten daalde het bedrijfsresultaat met 10,7 procent. Het bedrijfsresultaat is daarnaast negatief beïnvloed door de Russische boycot van zuivelproducten. Het geschatte directe effect (omzet- en winstderving) en indirecte effect (negatieve markteffecten) bedraagt minimaal 80 miljoen euro. Overige eenmalige posten zijn een boekwinst van 20 miljoen euro naar aanleiding van de brand bij FrieslandCampina Cheese in Gerkesklooster alsmede een last van 20 miljoen euro als gevolg van de aangekondigde sluiting van de productielocatie van FrieslandCampina Branded Belgium in Sleidinge. De business groups Consumer Products Europe, Middle East & Africa en Consumer Products Asia verbeterden hun bedrijfsresultaat. Belangrijkste redenen waren margeverbetering door nettoprijstoename evenals kostenreductie in vooral West-Europa. In de tweede helft van 2014 hebben kostenbesparingen bijgedragen aan het bedrijfsresultaat en was er een lichte verbetering in de marktomstandigheden. De bedrijfslasten in 2014 liggen met 10.924 miljoen euro per saldo op bijna hetzelfde niveau als in 2013 (10.991 miljoen euro). Winst beïnvloed door eenmalige bate en valuta-effecten De winst steeg ten opzichte van 2013 (157 miljoen euro) naar 303 miljoen euro. Zonder de goodwill impairment in 2013 en de eenmalige pensioenbate in 2014 zou de winst zijn afgenomen met 21,1 procent. Gecorrigeerd voor de eenmalige posten en de negatieve valuta-effecten zou de winst zijn afgenomen met 13,1 procent. Het negatieve saldo van financieringsbaten en -lasten is afgenomen met 7 miljoen euro naar 48 miljoen euro negatief. De netto-rentelast bedroeg 32 miljoen euro (2013: 31 miljoen euro).
Het resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen is gestegen van 8 miljoen euro naar 13 miljoen euro naar in 2014. De belastinglast bedroeg 151 miljoen euro (2013: 109 miljoen euro). De toename is vooral het gevolg van de vrijval van een latente belastingverplichting in 2013 door de goodwill impairment. Winstverdeling Van de winst in 2014 van 303 miljoen euro wordt 70 miljoen euro toegerekend aan de minderheidsbelangen. De executive board stelt voor om 183 miljoen euro toe te voegen aan de algemene reserve. De resterende winst wordt als volgt bestemd: 40 miljoen euro wordt gereserveerd als rentevergoeding aan houders van ledenobligaties en 10 miljoen euro wordt gereserveerd als rentevergoeding voor de lening van de coöperatie aan de onderneming. Business groups De netto-omzet derden van de business group Consumer Products Europe, Middle East & Africa is met 1,9 procent euro gedaald naar 3.863 miljoen euro. De volumes stonden onder druk door de relatief hoge verkoopprijzen, de dalende zuivelmarkt in Nederland en het bewust door FrieslandCampina stopzetten van contracten. Het bedrijfsresultaat nam toe van 20 miljoen euro in 2013 naar 240 miljoen euro in 2014. In 2013 was er sprake van een goodwill impairment. Het bedrijfsresultaat is verbeterd door aanzienlijke kostenbesparingen en efficiëntieverbeteringen. De business group Consumer Products Asia heeft zijn omzet en resultaat verbeterd vooral dankzij een goed tweede halfjaar 2014. De netto-omzet derden groeide met 4,2 procent naar 2.369 miljoen euro (2013: 2.274 miljoen euro). Het negatieve valuta-effect op de omzet bedroeg 114 miljoen euro. Gecorrigeerd voor valuta-effecten is de netto-omzet met 9,2 procent toegenomen. Het bedrijfsresultaat steeg met 13,8 procent naar 438 miljoen euro (2013: 385 miljoen euro), ondanks een negatief valuta-effect van 58 miljoen euro. Friso-kindervoeding was opnieuw de sterkste groeier door toename van de verkopen in met name China en Hong Kong. De marktaandelen voor zuiveldranken stonden in een aantal landen onder druk als gevolg van de relatief hoge verkoopprijzen.
22
De totale omzet van de business group Cheese, Butter & Milkpowder nam toe met 2,6 procent naar 2.904 miljoen euro. De omzet steeg als gevolg van volumegroei en ondanks lagere opbrengstprijzen voor melkpoeder, boter en kaas. Het bedrijfsresultaat daalde naar -91 miljoen euro en laat de gevolgen zien van de turbulente marktomstandigheden in 2014. Daarbij was 2013 juist een bijzonder positief jaar voor de business group. Bij de business group Ingredients nam de netto-omzet af met 2,8 procent naar 1.750 miljoen euro (2013: 1.801 miljoen euro). De vraag naar hoogwaardige zuivelingrediënten vlakte af. Door toenemende concurrentie en een groot aanbod stonden de opbrengstprijzen in een aantal markten onder druk. In combinatie met de hoge garantieprijs zorgde dit voor een afname van het bedrijfsresultaat met 25,7 procent tot 179 miljoen euro (2013: 241 miljoen euro). Operationele kasstroom afgenomen De kasstroom uit operationele activiteiten is afgenomen naar 545 miljoen euro (2013: 588 miljoen euro). In 2014 bedroeg de uitgaande kasstroom voor investeringen 618 miljoen euro (2013: 576 miljoen euro). In 2014 is er 656 miljoen euro geïnvesteerd in productiecapaciteit, efficiency- en kwaliteitsverbeteringen. Daarnaast is 28 miljoen euro geïnvesteerd in acquisities van de kaasbedrijven Orange en DEK, beide in Italië, en Olam in Ivoorkust. De kasstroom uit financieringsactiviteiten is uitgekomen op 132 miljoen euro (2013: -168 miljoen euro). In 2013 is de perpetuele lening van 125 miljoen euro afgelost en in 2014 is meer gebruik is gemaakt van de kredietfaciliteit. Het saldo liquide middelen en rekeningcourant banken is toegenomen van 510 miljoen euro (ultimo 2013) naar 606 miljoen euro (ultimo 2014). Financiële positie De nettoschuld bedroeg 981 miljoen euro per 31 december 2014. Ten opzichte van ultimo 2013 is dit een toename van 285 miljoen euro voornamelijk als gevolg van de investeringen. Het totaal eigen vermogen was per 31 december 2014 2.823 miljoen euro (ultimo 2013: 2.631 miljoen euro). Het eigen vermogen is per saldo toegenomen door de toename van het aantal ledenobligaties en de reservering van de winst in de algemene reserve en is gedeeltelijk gecompenseerd door het negatieve effect van de herwaardering van de pensioenvoorziening (vooral door de lagere discontovoet), hetgeen ten laste gaat van het eigen vermogen.
De solvabiliteit is per saldo afgenomen naar 36,8 procent (ultimo 2013: 37,0 procent). De solvabiliteit is positief beïnvloed door de toename van het aantal ledenobligaties en de reservering van de winst in het eigen vermogen. De toename van het balanstotaal, als gevolg van de toename van de investeringen en het negatieve effect van de herwaardering van de pensioenvoorziening via het eigen vermogen, leidde uiteindelijk tot een daling van de solvabiliteit. FrieslandCampina blijft ruimschoots voldoen aan de bankconvenanten. Financiering FrieslandCampina maakt gebruik van leningen van meerdere groepen financiers (leden-melkveehouders, banken en investeerders). Het hoofdbestanddeel van de bankleningen wordt gevormd door een gecommitteerde kredietfaciliteit met een syndicaat van banken. In april 2014 is met het syndicaat een nieuwe faciliteit voor een bedrag van 1,5 miljard euro gesloten die minimaal loopt tot april 2019. Het hoofdbestanddeel van de uitstaande institutionele leningen bedraagt 0,7 miljard US dollar. De verplichtingen in US-dollar zijn via valuta-swaps omgezet in euroverplichtingen. Risicobeheer financiële instrumenten Door het multinationale karakter van FrieslandCampina is de onderneming gevoelig voor verschillende financiële risico’s, zoals kredietrisico, renterisico, liquiditeitsrisico en valutarisico. Het algemene risicobeleid is erop gericht om financiële risico’s te identificeren, analyseren en waar nodig te mitigeren om zodoende mogelijke negatieve financiële resultaten te voorkomen. De voornaamste financiële instrumenten van FrieslandCampina bestaan uit leningen van kredietinstellingen en institutionele beleggers, ledenobligaties en liquide middelen. Derivatentransacties, voornamelijk valutatermijntransacties en renteswaps, worden afgesloten ten behoeve van het beheersen van de valuta- en renterisico’s voortvloeiend uit FrieslandCampinaactiviteiten en financiering daarvan. Het treasury-beleid op het gebied van risico’s omtrent financiële instrumenten is vastgesteld op basis van het risicomanagementbeleid zoals goedgekeurd door de executive board. Het is het beleid van FrieslandCampina om niet voor speculatieve doeleinden in financiële instrumenten te handelen. De verwerking van de financiële instrumenten en verdere details met betrekking tot het financiële risicomanagement is opgenomen in Toelichting 30 van de jaarrekening (pagina 84).
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
23
Pensioenlasten en dekkingsgraad Het grootste deel van de pensioenlasten heeft betrekking op de Nederlandse pensioenregelingen. Met de sociale partners is afgesproken om per 1 januari 2015 over te gaan naar een collectief beschikbarepremieregeling via een nieuw opgericht bedrijfstakpensioenfonds voor de zuivel. Voor de regelingen tot en met 2014 werd een voorziening aangehouden voor toekomstige effecten (met name de toekomstige stijging van de salarissen). Dit is voor de nieuwe regeling niet meer nodig, waardoor deze voorziening vrijvalt, met als gevolg een eenmalige bate van 131 miljoen euro. De pensioenregelingen werden uitgevoerd door verschillende externe partijen. Ultimo 2014 is, in verband met de oprichting van het nieuwe bedrijfstakpensioenfonds, de opbouw stopgezet bij de belangrijkste uitvoerders Avéro Achmea Pensioen en de Stichting Pensioenfonds Campina. De bijstortverplichting bij Avéro Achmea Pensioen, indien de dekkingsgraad van het gesepareerde pensioendepot onder het minimumniveau daalt, blijft ook in de toekomst bestaan. De uitvoeringsovereenkomst met de Stichting Pensioenfonds Campina is opgezegd en FrieslandCampina is nog in gesprek met het fonds over een nog te storten bedrag in verband met het op niveau brengen van de voorziening voor toekomstige uitvoeringskosten. De dekkingsgraad van het bij Avéro Achmea Pensioen ondergebrachte gesepareerde depot bedroeg eind 2014 123,2 procent (eind 2013 114,8 procent). Deze dekkingsgraad wordt bepaald op basis van de met de verzekeraar afgesproken verzekeringsvoorwaarden en komt hoger uit dan wanneer deze bepaald zou zijn op basis van de actuele marktwaarde. De dekkingsgraad van het Pensioenfonds Campina is gestegen van 104,8 procent eind 2013 naar 106,3 procent eind 2014. FrieslandCampina heeft in 2014 in dit fonds extra stortingen gedaan voor een totaalbedrag van 36,5 miljoen euro in verband met de afwikkeling van de discussie inzake het langlevenrisico en het op een hoger niveau brengen van de kostenvoorziening.
Realisatie strategie route2020 FrieslandCampina’s strategie route2020 is gericht op duurzame groei én waardecreatie in geselecteerde markten en productcategorieën. De ontwikkelingen in een aantal strategische aandachtsgebieden worden hieronder toegelicht. Duurzame groei Het is in 2014 niet gelukt om groei te realiseren in alle drie de groeicategorieën kindervoeding, zuiveldranken en merkkaas. Het totale verkoopvolume nam in 2014 ten opzichte van 2013 af met 2,4 procent. De categorie kindervoeding realiseerde 5,7 procent volumegroei in de consumentenmarkt en in de business-to-businessmarkt (2013: 10,8 procent). De groei van Friso in China en Hong Kong lag hieraan ten grondslag. Het volume in de categorie zuiveldranken nam af met 5,4 procent als gevolg van de hogere verkoopprijzen in Azië en Afrika en teruglopende consumptie in West-Europa. Het volume in de categorie merkkaas nam af met 14,5 procent als gevolg van lagere verkopen in West-Europa en de boycot van agrarische producten door Rusland. Het volume commodities nam toe met 5,9 procent als gevolg van het hogere melkaanbod van leden-melkveehouders en de achterblijvende vraag naar zuiveldranken en merkkaas. Er is in 2014 bijna 40 procent meer melkpoeder geproduceerd ten opzichte van 2013. Waardecreatie voor leden-melkveehouders Over het jaar 2014 wordt bovenop de garantieprijs in totaal 277 miljoen euro aan leden-melkveehouders uitgekeerd (2013: 282 miljoen euro). Hiervan is de prestatietoeslag 176 miljoen euro (1,86 euro per 100 kilo melk exclusief btw). De uitgifte van ledenobligaties over 2014 bedraagt 101 miljoen euro (1,07 euro per 100 kilo melk exclusief btw). In totaal bedraagt de prestatie van de onderneming per 100 kilo melk 2,93 euro (2013: 3,04 euro), een daling van 3,6 procent. Acquisities In Ivoorkust heeft FrieslandCampina de zuivelactiviteiten van Olam overgenomen in november 2014. De overname betekent een uitbreiding van de activiteiten van FrieslandCampina in dit West-Afrikaanse land, waar het FrieslandCampina-merk Bonnet Rouge al verkrijgbaar is. Het bedrijf is gevestigd in Abidjan. Hier worden verse lokale melk en melkpoeder verwerkt tot gezoete, gecondenseerde melk en geëvaporeerde melk, die in Ivoorkust worden verkocht onder de merknaam Pearl. Het bedrijf heeft 80 werknemers in dienst. De overname past in de strategie route2020 om de activiteiten in Afrika verder uit te breiden.
24
China Huishan Dairy Holdings Company Limited en FrieslandCampina hebben in 2014 een jointventureovereenkomst getekend voor de oprichting van een volledig geïntegreerde productieketen voor kindervoeding in China. Het bedrijf, FrieslandHuishan Dairy, dat naar verwachting medio 2015 van start zal gaan, is de eerste joint venture tussen een Chinees en een buitenlands zuivelbedrijf die in China kindervoeding gaat produceren, vermarkten en distribueren, gebruikmakend van Chinese melk. Beide bedrijven hebben een belang van 50 procent in de nieuwe onderneming en blijven daarnaast de eigen activiteiten op het gebied van kindervoeding voortzetten. De joint venture FrieslandHuishan Dairy is eigenaar van de moderne zuivelproductiefaciliteit in Xiushui (Shenyang). De boerderijmelk wordt geleverd door de eigen melkveebedrijven, van Huishan, die ook zelf de producent is van het voer voor de koeien. FrieslandCampina stelt zijn verkoop- en distributienetwerk in China ter beschikking, evenals zijn kennis en ervaring op het gebied van het opzetten van een productieketen voor kindervoeding en de branding en marketing daarvan in China. Dankzij deze combinatie krijgt de joint venture volledige controle over de inkoop, productie, marketing en distributie van haar eigen kindervoedingsproducten. De oprichting van de joint venture past in de strategie route2020 om verdere groei te realiseren in China. In Italië heeft FrieslandCampina de kaas- en boterdistributieactiviteiten van DEK Srl overgenomen en 80 procent van de aandelen in Orange Srl verworven. Met deze transacties wordt de positie van FrieslandCampina op de Italiaanse kaas- en botermarkt versterkt. De overname past in de strategie route2020 om groei te realiseren met merkkazen. Investeringen In 2014 heeft FrieslandCampina 656 miljoen euro geïnvesteerd. De investeringen hebben tot doel groei in de groeicategorieën te realiseren, de verwachte toenemende melkhoeveelheid van de leden-melkveehouders als gevolg van het wegvallen van de EU-melkquota in 2015 te kunnen verwerken en de kwaliteit, productveiligheid en efficiency verder te verbeteren. Sinds 2009 is er in totaal 2,5 miljard euro geïnvesteerd in vaste activa, waarvan 1,8 miljard (circa 70 procent) in Nederland. De begroting voor 2015 bevat circa 600 miljoen euro aan investeringen.
Versterking van de organisatie In het streven naar een slagvaardigere organisatie en het beter benutten van zijn schaalgrootte heeft FrieslandCampina in 2014 diverse veranderingen in de organisatie doorgevoerd: • Met ingang van januari 2014 zijn FrieslandCampina Professional en FrieslandCampina Out-of-Home samengevoegd in de nieuwe werkmaatschappij FrieslandCampina Foodservice. Klanten in de horeca, groothandel, bakkerij en fastfoodketens in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Italië worden geïntegreerd bediend vanuit de nieuwe werkmaatschappij. • Integratie van de verkoopactiviteiten van merkkaas in Duitsland in FrieslandCampina Germany met ingang van 1 januari 2014 waardoor de verkoopactiviteiten van alle merkproducten naar de supermarkten gebundeld zijn in één organisatie. • In april 2014 heeft FrieslandCampina Ingredients een nieuw verkoopkantoor in São Paulo, Brazilië, in gebruik genomen. Vanuit dit nieuwe verkoopkantoor kan FrieslandCampina beter inspelen op de groeiende vraag naar ingrediënten en een complete lijn van kindervoeding van klanten die actief zijn in Zuid-Amerika. • Om beter te kunnen inspelen op de snelle veranderingen in de markt is in 2014 het transformatieproces gestart naar een team-based organisatie. Als gevolg hiervan zijn wijzigingen aangebracht in de aansturing en werkwijzen. Enkele veranderingen zijn: - focus van de werkmaatschappijen op de commerciële activiteiten; - aansturen van de productie en productieplanning door de business group in plaats van door de werkmaatschappij; - verplaatsen van de marketing en innovatie van de belangrijkste merken van de werkmaatschappij naar de category teams; en - aansluiten van de financiële, juridische en fiscale structuur op de aangepaste organisatie. In 2011 is het project Summit gestart. Het project richt zich op het uniformeren van plannings- en informatiesystemen, processen en gegevens, voor alle FrieslandCampinawerkmaatschappijen. Hierdoor kan FrieslandCampina efficiënter werken, zijn schaalvoordelen beter benutten, sneller tot besluiten komen en beter inspelen op externe en interne ontwikkelingen. Het nieuwe systeem vervangt meer dan 17 verschillende oude systemen. De investering in het project tot nu toe bedraagt 180 miljoen euro. Daarin zijn de initiële uitgaven voor het ontwerpen van de standaardprocessen en systeemfunctionaliteit inbegrepen.
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
25
Veel aandacht wordt besteed aan de begeleiding van de medewerkers die op een andere manier moeten werken dan ze gewend waren. Tegenover de investeringen staan besparingen zodra de nieuwe processen zijn geïmplementeerd. Gedurende 2014 is het Summit-platform (SAP) succesvol geïmplementeerd in zes locaties. In totaal werken nu 16 locaties en ruim een kwart van alle uiteindelijk betrokken medewerkers met het nieuwe platform. Het is voorzien dat dit programma in 2018 wordt afgerond. Maatschappelijk verantwoord ondernemen In de implementatie van de groeistrategie route2020 spelen maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en de borging van duurzaamheid in de eigen zuivelketen ‘van gras tot glas’ een fundamentele rol. FrieslandCampina beoogt met zijn activiteiten gedeelde waarde (‘shared value’) te creëren. Dat wil zeggen financiële waarde voor de ruim 19.000 leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. gecombineerd met het realiseren van meerwaarde voor klanten, consumenten, voor de eigen medewerkers van de onderneming als wel voor de samenleving als geheel. FrieslandCampina wil bijdragen aan voedsel- en nutriëntenzekerheid voor de groeiende wereldbevolking door dagelijks honderden miljoenen consumenten in meer dan 100 landen te voorzien van veilige en gezonde voeding en dranken op basis van zuivel. Door te investeren in innovatieve en duurzame oplossingen neemt de milieu-impact van de melkveehouderijen, verwerkingsfabrieken en transport/distributie van de zuivelproducten verder af. Met de steunverlening en kennisoverdracht aan tienduizenden kleine boeren in Zuidoost-Azië en Nigeria wordt geprobeerd de kwaliteit van de melk te verbeteren en de productiviteit van het melkvee en de boerderijen te verhogen om daarmee het gezinsinkomen van de melkveehouder op een hoger niveau te brengen. Voedingswaarde & gezondheid Binnen de pijler ‘Voedingswaarde & gezondheid’ gaan de acties wereldwijd door om de hoeveelheid suiker en zout in de FrieslandCampina-producten te verlagen. Efficiënte en duurzame productieketens In 2014 is ingezet op verdere energie- en waterefficiency, het voorkomen van afval en voedselverspilling, CO2 reductie, de productie en het gebruik van duurzame energie en de inkoop van duurzaam geproduceerde landbouwgrondstoffen. Eind 2014 was 90 procent van de stroomvoorziening van de productievestigingen en kantoren van FrieslandCampina in Nederland groene
stroom, waarbij zo’n 50 procent van deze groene stroom afkomstig is van melkveehouderijen van eigen ledenmelkveehouders (zon, wind en biomassa). Ontwikkeling lokale melkveehouderij in Azië en Afrika In december 2014 is het Dutch Dairy Expertise Centre in Beijing geopend, waarbij FrieslandCampina nauw samenwerkt met de China Agricultural University en Wageningen UR. Doel van het onderzoeks- en kenniscentrum is het bijdragen aan verbeteringen op het vlak van de voedselveiligheid, de kwaliteit en de productiviteit van de Chinese zuivelketen met behulp van de Nederlandse kennis en deskundigheid. Via het Dairy Development Programme (DDP) worden tienduizenden kleine boeren in Azië en Afrika op modelboerderijen getraind. Duurzame melkveehouderij In december 2014 zijn de leden-melkveehouders akkoord gegaan met de invoering van een nieuwe fase van het kwaliteits- en duurzaamheidsprogramma Foqus planet voor de melkveehouderij. Met Foqus planet wil FrieslandCampina bijdragen aan het behalen van de sectordoelen voor 2020. FrieslandCampina is in 2015 gestart met zes indicatoren op het gebied van diergezondheid en -welzijn, biodiversiteit & milieu en klimaat & energie waarvan de resultaten meetbaar zijn. Daarbij loont het resultaat, niet de inspanning. Veiligheid Het borgen van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en gecontracteerden heeft voor FrieslandCampina de hoogste prioriteit. In 2014 is opnieuw belangrijke vooruitgang geboekt op het gebied van veiligheid. Het aantal ongevallen met verzuim op FrieslandCampina-locaties is wereldwijd verder afgenomen van 140 naar 94, een afname van 33 procent. De ratio van ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren is ten opzichte van 2013 gedaald van 0,62 naar 0,33. Hiermee wordt vooruitgelopen op de realisatie van de oorspronkelijke doelstelling; een reductie van 80 procent van het aantal ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren in 2020 ten opzichte van 2011. De aangescherpte doelstelling is minder dan 0,05 ongevallen met verzuim per 200.000 gewerkte uren. Dit komt overeen met 1 verzuimongeval wereldwijd per maand. En dat is er nog 1 per maand te veel.
26
Op 23 van de 115 FrieslandCampina-locaties heeft er gedurende één jaar geen enkel ongeval met verzuim plaatsgevonden. Acht locaties waren ultimo 2014 1.000 dagen vrij van ongevallen en hebben hiervoor de in 2014 geïntroduceerde FrieslandCampina Safety Award ontvangen. De voornaamste oorzaken van ongevallen in 2014 waren gerelateerd aan: 1. Machineveiligheid (draaiende delen, stoom, druk) 2. Vallen, struikelen, uitglijden (vallen van de trap, gladde vloeren, verstappen) 3. Intern transport (heftruck- en palletwagenaanrijdingen) Voor 2015 ligt de nadruk op het duurzaam implementeren van de ‘Life Saving Rules’, het veilig werken met gecontracteerden en het verder versterken van leiderschap en (voorbeeld)gedrag op het gebied van veiligheid. Innovatie Gedurende 2014 is extra aandacht besteed aan het nog beter doorgronden en toepassen van de micronutriënten die in melk zitten. In de komende jaren zullen door nieuwe kennis, onderzoek en technologische verbeteringen de voedingsstoffen uit melk nog beter behouden kunnen blijven in de verschillende zuivelproducten. Ook zal door het specifiek aanpassen van producten en recepturen beter ingespeeld kunnen worden op de specifieke nutriëntenbehoefte van verschillende bevolkingsgroepen in de wereld. Het in oktober 2013 door Koningin Máxima geopende innovatiecentrum op het terrein van Wageningen University & Research Centre voldoet aan de verwachtingen. Een van de uitgangspunten is het stimuleren van samenwerking tussen en met de verschillende werkmaatschappijen en business groups en met externe partijen. De introductie van yoghurt op de Vietnamese markt in 2014 kon mede gerealiseerd worden door het samenbrengen van medewerkers uit zowel Duitsland, Nederland als Vietnam en van deskundigen uit verschillende disciplines. In het research & development-programma wordt veel aandacht besteed aan continue kwaliteitsverbetering in de verschillende productieprocessen en vooral op het gebied van kindervoeding. Dit gebeurt door nauwe samenwerking met het FrieslandCampina Research & Development Centre in Singapore. Door het toepassen van mildere processen blijven de oorspronkelijke eigenschappen en voedingswaarden van melk en andere grondstoffen beter behouden, wat de smaak en de vertering van de producten
ten goede komt. De recepturen van Friso-kindervoeding zijn hierdoor verder verbeterd. Door het technologisch optimaliseren van indampers is er een potentiële energiereductie van 60 procent bereikbaar. De opgedane kennis zal de komende jaren verder worden toegepast en ook voor andere technologieën worden gebruikt. Op verpakkingsgebied is er gewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe, duurzamere verpakkingen. In 2015 komen de eerste hiervan op de markt. De totale kosten van de research & developmentactiviteiten bedroegen in het verslagjaar 78 miljoen euro (2013: 77 miljoen euro). Kwaliteit FrieslandCampina hanteert een eigen integraal kwaliteitssysteem genaamd Foqus om de veiligheid en kwaliteit van zijn producten in de gehele productieketen te borgen. Met Foqus biedt FrieslandCampina consumenten, klanten en overheden de garantie dat de producten en productieprocessen voldoen aan hoge eisen op het gebied van voedselveiligheid, kwaliteit, veiligheid, arbeidsomstandigheden, brandveiligheid en milieu. Met behulp van een uitgebreid programma van trainingen en audits wordt de implementatie van Foqus in de productielocaties, bij de leden-melkveehouders en bij de grondstoffenleveranciers geborgd en continu gemonitord. FrieslandCampina beheerst samen met de ledenmelkveehouders van de coöperatie de gehele productieketen, van de boerderij tot aan het eindproduct. Bij de bewaking van de kwaliteit vormen de wettelijke eisen het uitgangspunt. Daarnaast worden aanvullende eisen gesteld. In Foqus zijn de verschillende internationale normen, zoals GMP+, HACCP, ISO 9001, ISO 22000, FSSC 22000, OSHAS 18000 en ISO 14000 geïntegreerd. Op deze wijze kunnen zowel de afnemers van FrieslandCampina als de consumenten erop vertrouwen dat de producten veilig en van hoge kwaliteit zijn en verantwoord worden geproduceerd. Elk jaar worden de Foqus-eisen opnieuw bekeken en indien nodig bijgesteld, zodat het systeem altijd in lijn is met de nieuwste kennis en inzichten. Continu verbeteren is het uitgangspunt van het Foqusprogramma en de drijvende kracht achter diverse investeringsprojecten. Hierdoor zijn er bijvoorbeeld stappen gezet op verschillende productielocaties in Nederland maar ook bij Alaska Milk Corporation op de Filippijnen. Ook bij FrieslandCampina Wamco Nigeria is in 2014 geïnvesteerd in de betere borging van
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
27
voedselveiligheid onder andere door het bouwen van een nieuw laboratorium.
Foqus bestrijkt de hele keten ‘van gras tot glas’ en begint bij de leden-melkveehouders van de coöperatie. De Foqusmodule voor de leden-melkveehouders (Foqus planet) is in 2014 volledig herzien. De borging van kwaliteit en voedselveiligheid heeft nog meer aandacht gekregen. Daarnaast staat het verder stimuleren van duurzaamheid in de melkveehouderij centraal via verschillende programma’s waar melkveehouders extra verdiensten mee kunnen realiseren. Transparantie en een helder en actief bonusmalusbeleid staan voorop. In 2014 is extra aandacht besteed aan de borging van de kwaliteit en veiligheid van het veevoer dat gevoerd wordt aan de koeien van de leden-melkveehouders. Leden-melkveehouders mogen alleen voer afnemen van leveranciers die beschikken over een GMP+ certificaat en een adequate aansprakelijkheidsverzekering. Vanaf 2015 moet soja in het krachtvoer 100 procent duurzaam zijn geteeld. Samen met de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) heeft FrieslandCampina aangestuurd op het opzetten van een nieuwe organisatie, SecureFeed, die de borging van veevoerveiligheid beter moet regelen. In de toekomst zullen melkveehouders uitsluitend veevoer mogen afnemen van bedrijven die zijn aangesloten bij SecureFeed. Risicobeheersing Het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen gaat gepaard met risico’s en onzekerheden, onder meer door externe economische factoren, marktontwikkelingen, calamiteiten en interne factoren. FrieslandCampina heeft algemene maatregelen om deze risico’s te beheersen. Afhankelijk van het type risico bestaan er daarnaast specifieke maatregelen. Algemene maatregelen FrieslandCampina hanteert diverse methoden en processen om de diverse risico’s zo adequaat mogelijk te beheersen, waaronder: • Strategische en operationele risico’s worden door middel van Enterprise Risk Assessments op een systematische manier in kaart gebracht en beoordeeld op waarschijnlijkheid en de impact die deze risico’s op de realisatie van de ondernemingsdoelstellingen kunnen hebben. Er zijn maatregelen genomen om de beheersing van deze risico’s te verbeteren. • Financiële (rapportage)risico’s worden onder meer beheerst door toepassing van het Internal Control
Framework (ICF), dat is gebaseerd op het internationaal erkende COSO-raamwerk (COSO 1992). Het ICF bevat voorgeschreven controlemaatregelen die door middel van interne periodieke beoordelingen geëvalueerd worden, inclusief een risicoanalyse en verbetermaatregelen bij geconstateerde tekortkomingen. • In het beheersen van compliance-risico’s speelt FrieslandCampina’s Code of Conduct een belangrijke rol. Hierin zijn de uitgangspunten voor gedragsnormen voor alle personeelsleden vastgelegd, inclusief het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. De onderneming kent een Klokkenluidersregeling. Medewerkers die signaleren dat er vermeende afwijkingen van de Code of Conduct optreden, kunnen dit volgens deze regeling melden. Voornaamste ondernemingsrisico’s Naast de hiervoor beschreven algemene beheersingsmaat regelen bestaan er specifieke maatregelen voor de ondernemingsrisico’s. Hieronder zijn de vijf voornaamste risico’s voor de onderneming (volgens de Enterprise Risk Assessment 2014) beschreven, op basis van hun waarschijnlijkheid én de impact op de realisatie van de ondernemingsdoelstellingen. Productkwaliteit en voedselveiligheid Gelet op de aard van de eindproducten (voeding en ingrediënten voor onder andere de voedingsmiddelenen farmaceutische industrie) stelt FrieslandCampina vanzelfsprekend hoge eisen aan productkwaliteit en voedselveiligheid. Een kwaliteitsprobleem of zelfs de wijziging van kwaliteitsperceptie van consumenten of overheden kan enorme gevolgen hebben voor de reputatie en de marktpositie van de onderneming. Afnemers en overheden stellen steeds zwaardere kwaliteitseisen aan producenten van voedingsmiddelen. De kwaliteitsprogramma’s van FrieslandCampina (onder andere door Foqus in de eigen productiebedrijven en in de melkveehouderij, kwaliteitsborging bij leveranciers en audits), worden in de gehele organisatie verder aangescherpt en investeringen worden uitgevoerd ter verhoging van de kwaliteit van de productieprocessen.
28
Geopolitieke en economische ontwikkelingen De groei van omzet en resultaten die FrieslandCampina realiseert, vindt voor een belangrijk plaats in opkomende (zuivel)markten, waaronder landen in Azië en Afrika. Dit betekent dat het risicoprofiel van de onderneming wijzigt. Een eventuele daling van de economische groei, devaluatie van lokale valuta en het consumentenvertrouwen in opkomende markten kunnen een aanzienlijke impact hebben op de omzet- en resultaatontwikkeling. Een sterkere dollar en/of euro ten opzichte van enkele Aziatische valuta’s en de Nigeriaanse naira kunnen nadelige invloed hebben op het resultaat en vermogen. Dergelijke risico’s worden nauwlettend gevolgd en FrieslandCampina anticipeert daarop zo vroeg mogelijk door middel van scenario’s waaronder het aanpassen van het verkoopprijsbeleid, de assortimentssamenstelling en verkooppromoties en een aangescherpt beleid met betrekking tot het afdekken van vreemde valutaposities. Transactierisico’s worden in principe afgedekt, vanwege specifieke product- en marktomstandigheden kan hiervan worden afgeweken. De koersrisico’s voortvloeiende uit investeringen in buitenlandse dochterondernemingen en deelnemingen worden in principe niet afgedekt. Naast economische ontwikkelingen kunnen (plotselinge) veranderingen in bijvoorbeeld importregelgeving grote gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering van FrieslandCampina. Een voorbeeld hiervan is de door Rusland afgekondigde boycot op de import van zuivelproducten. In de belangrijke markten versterkt FrieslandCampina zijn kennis en de capaciteit op het gebied van wet- en regelgeving en overheidsrelaties. Melkaanbod en vraag naar zuivelproducten Met ingang van 1 april 2015 worden de melkquotaregelingen van de EU afgeschaft. Het aanbod van boerderijmelk zal hierdoor waarschijnlijk verder toenemen. FrieslandCampina heeft hierop geanticipeerd door te investeren in de uitbreiding van de melkverwerkings capaciteit. Het risico blijft aanwezig dat dit een neerwaarts effect heeft op de opbrengstprijzen van generieke zuivelproducten. Het aanbod van melk en andere zuivelgrondstoffen zal naar verwachting sterker gaan fluctueren. Dit benadrukt nog eens het belang van de focus in de route2020 -strategie om het aandeel van zuivelproducten met toegevoegde waarde in de portfolio te vergroten en om in opkomende markten verder te groeien. Extra aandacht gaat uit naar middelen om de
voorspelbaarheid van het melkaanbod en de prijzen van zuivelproducten te verbeteren om daardoor alert op deze trends in de markt te kunnen anticiperen. Reputatierisico De reputatie van FrieslandCampina kan ernstig worden geschaad in geval van bijvoorbeeld een kwaliteitsprobleem, een wijziging in de kwaliteitsperceptie van consumenten of een dierziekte die de zuivelsector treft. De mogelijke impact van een dergelijk incident wordt steeds groter door de verdergaande groei van het gebruik van sociale media. De onderneming streeft er vanzelfsprekend naar om deze risico’s maximaal te beperken. FrieslandCampina voert een actief beleid om het vertrouwen van diverse belanghebbenden in de zuivelsector en de onderneming in het bijzonder te versterken, onder meer door de initiatieven op het gebied van duurzaamheid en optimale inzet van de communicatie(middelen). Merkenpositie In enkele markten staan de marktaandelen van FrieslandCampina-merken onder druk, onder andere vanwege de economische omstandigheden, de toegenomen vraag naar huismerkproducten en consolidatie en hevigere concurrentie in sommige landen. FrieslandCampina streeft naar versterking van zijn merkposities door middel van accountmanagement, gerichte strategieën per productcategorie, innovaties van producten en verpakkingen, prijspositionering, reclame, promoties en de opvallendheid van zijn producten in winkels.
Belangrijkste ontwikkelingen Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Corporate governance Vanuit het oogpunt van corporate governance zijn bij Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. de districten, de districtsraden, de ledenraad, het voorzittersoverleg en het bestuur relevant. De coöperatie is een vrijgestelde structuurcoöperatie. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A is houder van alle aandelen in Koninklijke FrieslandCampina N.V. In de aandeelhoudersvergadering van Koninklijke FrieslandCampina N.V. wordt de aandeelhouder vertegenwoordigd door het bestuur van de coöperatie. De districten De leden van de coöperatie zijn door het bestuur ingedeeld in 21 geografisch begrensde districten, het geografisch werkgebied. Het bestuur stelt de grenzen van de districten vast. Wijziging van het aantal districten en/of de grenzen van de districten geschiedt door het bestuur in overleg met de betrokken districtsraden en dient door de ledenraad te worden goedgekeurd. In elk boekjaar worden ten minste twee districtsvergaderingen gehouden, één in het voorjaar en één in het najaar. Aan ieder tot een district behorend lid komt in de districtsvergadering één stem toe. De districtsraden Ieder district heeft een districtsraad, bestaande uit ten minste tien leden. De leden die tot een district behoren, kiezen uit de leden van het betreffende district het bestuur van het district, de districtsraad. De voorzitter van de districtsraad wordt door de districtsraad gekozen uit de leden van de districtsraad. De districtsraad heeft tot taak het behartigen van de belangen van de leden in het district en kan inlichtingen en adviezen geven aan het bestuur. In de vergaderingen van een districtsraad heeft ieder lid van de coöperatie recht op het uitbrengen van één stem. In elk boekjaar worden ten minste twee districtsraadsvergaderingen gehouden.
De ledenraad van de coöperatie De ledenraad van de coöperatie bestaat uit 210 leden afkomstig uit de 21 districtsraden, met een maximum van tien leden per district. Jaarlijks wordt ten minste één ledenraadsvergadering gehouden, die binnen zes maanden na afloop van het boekjaar moet worden gehouden. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal ledenraadsleden als bevoegd is tot het uitbrengen van 10 procent van de stemmen is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering van de ledenraad op een termijn van vier weken. Het verzoek tot het bijeenroepen van een vergadering moet de te behandelen onderwerpen vermelden. Ieder ledenraadslid heeft in de ledenraadsvergadering één stem. Aan de gezamenlijke tot één en dezelfde districtsraad behorende leden, die deel uitmaken van de ledenraad, komt in de ledenraad één stem toe voor elke tien miljoen volle kilogram melk die over het laatst verstreken boekjaar van de coöperatie door de tot dat district behorende leden aan de coöperatie is geleverd. Bepaalde belangrijke besluiten dienen door de ledenraad te worden genomen. Voorbeelden hiervan zijn de vaststelling van statutenwijzigingen en de vaststelling van de jaarrekening van de coöperatie. Het bestuur van de coöperatie heeft daarnaast goedkeuring nodig van de ledenraad voor een aantal van de besluiten waarvoor hij stem uitbrengt namens de coöperatie in de vergadering van aandeelhouders van de vennootschap, besluiten op operationeel gebied, besluiten op het gebied van de juridische en vermogensstructuur van de vennootschap en besluiten tot het doen van grote investeringen. Goedkeuring is voorts onder meer vereist voor een besluit tot wijziging van de statuten van de vennootschap en voor een besluit tot vaststelling van de jaarrekening van de vennootschap.
29
30
Het voorzittersoverleg Met ingang van 2015 is de naam ‘coöperatieraad’ gewijzigd in ‘voorzittersoverleg’. Het voorzittersoverleg functioneert als klankbord voor het bestuur. Het voorzittersoverleg bestaat uit de voorzitters van de districtsraden, die tevens lid zijn van de ledenraad. Het voorzittersoverleg brengt advies uit aan het bestuur over praktijkreglement en over voorstellen van de directie van de vennootschap over voorgenomen acquisities, fusies en (des)investeringen, waarvoor de goedkeuring van de ledenraad benodigd is. Het voorzittersoverleg heeft de bevoegdheid een bindende voordracht te doen bij vacatures in het bestuur. Het voorzittersoverleg vergadert ten minste twee maal per jaar. Het bestuur van de coöperatie Het bestuur van de coöperatie bestuurt de coöperatie, heeft de leiding van de coöperatie en draagt zorg voor de uitvoering van besluiten van de ledenraad. Het bestuur is daarmee verantwoordelijk voor de coöperatieve aangelegenheden. Hieronder is voornamelijk begrepen de behartiging van de belangen van de leden bij de coöperatie en bij de door de vennootschap en haar dochtervennootschappen gedreven onderneming. Het bestuur bepaalt ook het geografisch werkgebied van de coöperatie. Het bestuur is bevoegd de coöperatie rechtsgeldig te vertegenwoordigen. Het bestuur van de coöperatie bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste negen leden (natuurlijke personen). De leden van het bestuur worden door de ledenraad benoemd op bindende voordracht van de coöperatieraad. Een bestuurslid kan te allen tijde door de ledenraad worden geschorst of ontslagen. Het bestuur van de coöperatie heeft goedkeuring nodig van de ledenraad voor bepaalde, in de statuten omschreven, belangrijke besluiten op operationeel gebied, belangrijke besluiten op het gebied van de juridische en vermogensstructuur van de vennootschap en besluiten tot het doen van grote investeringen. De benoemingstermijn van een bestuurslid bedraagt ten hoogste vier jaar. Een door het verstrijken van zijn benoemingstermijn aftredend bestuurslid is twee maal direct herbenoembaar; indien hij zijn derde termijn als voorzitter vervult is hij nog één maal herkiesbaar. Het bestuur van de coöperatie vormt tezamen met vier externe commissarissen de raad van commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V.
Jaarrekening 2014 Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Inhoud Jaarrekening 34 Geconsolideerde jaarrekening
96
Enkelvoudige jaarrekening
34 35 36 37 38 40 40 40 42
96 96 97 97 97 97 98 98 98 98 99 99 100 100
Enkelvoudige balans Enkelvoudige winst-en-verliesrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Algemeen Deelnemingen in dochterondernemingen Ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V. Perpetuele lening aan dochteronderneming Overige vorderingen op dochterondernemingen Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatie Rentedragende verplichtingen Verplichtingen aan financiers Financiële instrumenten Niet in de balans opgenomen verplichtingen Bezoldiging bestuur
101
Overige gegevens
101 101 101 101 102
Bestemming saldo Voorstel bestemming saldo Aansprakelijkheid Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
55 58 58 59 59 59 60 60 61 62 63 64 66 66 67 68 68 69 69 71 77 78 79 80 81 81 81 83 84 84 93 93 94
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat Geconsolideerde balans Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening Algemeen Basis voor presentatie Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving Segmentatie Acquisities Activa en passiva aangehouden voor verkoop Netto-omzet Overige bedrijfsopbrengsten Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Personeelskosten Overige bedrijfslasten Financieringsbaten en –lasten Belastingen Grond, gebouwen en installaties Immateriële activa Joint ventures en geassocieerde deelnemingen Derivaten Overige financiële activa Voorraden Handelsdebiteuren en overige vorderingen Liquide middelen Eigen vermogen Personeelsbeloningen Latente belastingvorderingen en –verplichtingen Voorzieningen Rentedragende verplichtingen Overige financiële verplichtingen Verplichtingen aan financiers Handelscrediteuren en overige verplichtingen Niet in de balans opgenomen verplichtingen Transacties met verbonden partijen Bezoldiging bestuur van Zuivelcoöperatie U.A. Financieel risicomanagement en financiële instrumenten Kasstroomoverzicht Gebeurtenissen na balansdatum Belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen
33
Jaarrekening Geconsolideerde winst-en-verliesrekening
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening In miljoenen euro's
34
Netto-omzet Overige bedrijfsopbrengsten Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Personeelskosten Afschrijvingen op gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa Bijzondere waardevermindering goodwill Overige bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financieringsbaten Financieringslasten Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen Winst voor belastingen Belastingen Winst boekjaar Winst toe te rekenen aan: - toevoeging algemene reserve - ledencertificaten - leden van de coöperatie - minderheidsbelangen gehouden door leden - minderheidsbelangen gehouden door derden Winst boekjaar
1
2013 1
(4) (5)
2014 11.348 65
11.281 23
(6)
-7.820
-7.613
(7)
-898
-942
(11) (12)
-231
-213
-1.981 483
-200 -2.023 313
(9) (9)
9 -61
25 -80
(13)
13
8
444
266
-149 295
-109 157
186 8 194 32 69 295
44 8 52 26 79 157
Toelichting
(12) (8)
(10)
Zie pagina 41 van de algemene toelichting op de geconsolideerde jaarrekening voor een uitleg van de aanpassing van de vergelijkende cijfers.
Jaarrekening Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat
Geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat 2014 295
In miljoenen euro's
Winst boekjaar
2013 157
Posten die in de winst-en-verliesrekening zijn of in de toekomst mogelijk worden opgenomen: Effectieve deel mutatie kasstroomafdekkingen, na aftrek van belastingen Valuta-omrekenverschillen, na aftrek van belastingen Waardemutatie financiële instrumenten beschikbaar voor verkoop, na aftrek van belastingen Nettototaalresultaat dat in de winst-en-verliesrekening is of in de toekomst mogelijk wordt opgenomen
-9
-6
54
-81
-4
15
Posten die in de toekomst niet worden opgenomen in de winsten-verliesrekening: Herwaardering van verplichtingen (activa) uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen, na aftrek van belastingen Nettototaalresultaat dat in de toekomst niet wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening
-162
Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen, na aftrek van belastingen Totaalresultaat voor de periode Toe te rekenen aan: - leden van de coöperatie - minderheidsbelangen gehouden door leden - minderheidsbelangen gehouden door derden
41
-72
-34 -162
-34
-121
-106
174
51
69 32 73
-45 26 70
35
Jaarrekening Geconsolideerde balans
Geconsolideerde balans Toelichting
2014
Activa Grond, gebouwen en installaties Immateriële activa Latente belastingvorderingen Joint ventures en geassocieerde deelnemingen Personeelsbeloningen Overige financiële activa Vaste activa
(11) (12) (21) (13) (20) (15)
2.589 1.258 364 122 5 98 4.436
2.183 1.182 320 116 6 76 3.883
Voorraden Handelsdebiteuren en overige vorderingen
(16) (17)
1.264 1.320
1.303 1.323
Vorderingen inzake vennootschapsbelasting Overige financiële activa Liquide middelen Activa aangehouden voor verkoop Vlottende activa
(14) (18) (3)
25 2 622 7 3.240
18 4 560 9 3.217
Totaal activa
7.676
7.100
Eigen vermogen Ledencertificaten Overige reserves Algemene reserve Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatie Minderheidsbelangen gehouden door leden Minderheidsbelangen gehouden door derden Totaal eigen vermogen
242 -88 1.129 1.283 1.058 186 2.527
253 -123 1.093 1.223 942 176 2.341
(20) (21) (22) (23) (24)
663 108 6 1.454 39 2.270
630 98 24 951 87 1.790
(25) (26)
445 2.265 119 35 15 2.879 5.149
574 2.245 118 23 9 2.969 4.759
7.676
7.100
Per 31 december, in miljoenen euro's
36
Verplichtingen Personeelsbeloningen Latente belastingverplichtingen Voorzieningen Rentedragende verplichtingen Overige financiële verplichtingen Langlopende verplichtingen Verplichtingen aan financiers Handelscrediteuren en overige verplichtingen Verplichtingen inzake vennootschapsbelasting Voorzieningen Overige financiële verplichtingen Kortlopende verplichtingen Totaal verplichtingen Totaal passiva
1
De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast zoals beschreven in de grondslagen (zie pagina 41).
(19)
(22) (14)
2013 1
Jaarrekening Geconsolideerd kasstroomoverzicht
Geconsolideerd kasstroomoverzicht In miljoenen euro's
Toelichting
Operationele activiteiten Winst voor belastingen Aanpassingen voor: • rente • afschrijvingen op gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa • bijzondere waardeverminderingen vaste activa • terugname bijzondere waardeverminderingen vaste activa • aandeel in resultaat joint ventures en geassocieerde deelnemingen • mutatie voorwaardelijke verplichting en put-optie • resultaat herwaardering afdekkingsderivaten • uitgifte ledenobligaties-vast • aanpassing pensioenregeling • boekwinst op desinvesteringen • toegekende verzekeringscompensatie Totaal aanpassingen Mutaties in: • effecten • voorraden • vorderingen • verplichtingen • personeelsbeloningen • voorzieningen Totaal mutaties Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Ontvangen dividend Betaalde vennootschapsbelasting Betaalde rente Ontvangen rente Ontvangen verzekeringscompensatie operationele activiteiten Nettokasstroom uit operationele activiteiten Investeringsactiviteiten Investeringen in grond, gebouwen, installaties en immateriële activa Desinvesteringen van grond, gebouwen, installaties, immateriële activa en activa aangehouden voor verkoop Ontvangen aflossingen uit hoofde van verstrekte leningen Acquisities, inclusief liquide middelen Ontvangen verzekeringscompensatie vaste activa Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten Investeringen in minderheidsbelangen Uitbetaald dividend aan minderheidsbelangen Uitbetaalde rentevergoeding aan houders van perpetuele obligaties Aflossing perpetuele obligaties Uitbetaalde rentevergoeding aan houders van ledenobligaties en ledencertificaten Opgenomen rentedragende verplichtingen Afgelost op rentedragende verplichtingen Uitbetaalde vergoeding put-optie Afwikkeling derivaten Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten Nettokasstroom Liquide middelen begin boekjaar 1 Nettokasstroom Koersverschil liquide middelen Liquide middelen einde boekjaar 1 1
(9)
(13)
2014
2013
444
266
36 231 24 -1 -13 -13 10 101 -131
31 213 219 -1 -8 3 -2 114 -29 -12
-51 193 (15) (31) (31) (31) (22)
-9 69 36 -33 -49 -6
528 -14 -175 -101 235 18 -18
8 645 8 -137 -55 10 22 493
(15) (2)
-55 739 7 -134 -60 18 570
-629
-521
8
20
2 -28 29
4 -79 -618 -4 -87 -9 -125
-74
-36
-37
1.204 -909
588 -455 -10 -11
-1
(18)
(18)
-576
184 59
-150 -156
510 59 37 606
700 -156 -34 510
Liquide middelen bevat tevens rekening-courant banken (zie toelichting 25) die direct opeisbaar zijn en een integraal onderdeel vormen van het kasbeheer van FrieslandCampina.
37
Jaarrekening Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties 2014
In miljoenen euro's
38
Begin boekjaar Overzicht totaalresultaat voor de periode: • winst boekjaar • resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen Totaalresultaat voor de periode Transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen: • uitbetaald dividend aan minderheidsbelangen • uitbetaalde rentevergoeding aan houders van ledencertificaten en ledenobligaties • uitgifte ledenobligaties-vast • conversie ledencertificaten in ledenobligaties Totaal transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen Overige mutaties: • overig Totaal overige mutaties Einde boekjaar
1
Leden certificaten
Reële waarde reserve
Reserve kasstroom afdekkingen
Reserve valutaomreken verschillen
253
15
-24
-114
8
8
Minderheidsbelangen gehouden door leden
Minderheidsbelangen gehouden door derden
Totaal
1.223
942
176
2.341
186
194
32
69
295
4
-121
73
174
-63
-63
Algemene reserve
1.093
Eigen vermogen 1
-4
-9
48
-160
-125
-4
-9
48
26
69
-8
8
-11
242
2 2 1.129
2 2 1.283
Eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouder van de vennootschap en overige vermogensverschaffers.
101
101
84
-11
-66
-28
11
8
-33
-28
-11
-19
11
32
1.058
-63
10
186
2 2 2.527
Jaarrekening Geconsolideerd overzicht vermogensmutaties
2013
In miljoenen euro's
Leden certificaten
Begin boekjaar Overzicht totaalresultaat voor de periode: • winst boekjaar • resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen Totaalresultaat voor de periode Transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen: • uitbetaald dividend aan minderheidsbelangen • uitbetaalde rentevergoeding aan houders van perpetuele obligaties • uitbetaalde rentevergoeding aan houders van ledencertificaten en ledenobligaties • uitgifte ledenobligaties-vast • aflossing van perpetuele obligaties • conversie ledencertificaten in ledenobligaties • overig Totaal transacties met leden van de coöperatie en minderheidsbelangen
Reële waarde reserve
270
8
Totaal
1.217
814
227
2.258
44
52
26
79
157
-9
-106
70
51
-98
-98
-9
-8
Algemene reserve
-18
-42
1.007
Eigen vermogen 1
15
-6
-72
-34
-97
15
-6
-72
10
-45
-9
1
1
7
-2
26
-28
-30
114
114 -125
-16
-16
-25
Transacties in eigendomsbelangen in dochterondernemingen: • transacties met houders van minderheidsbelangen • vervallen DFE put-optie Totaal transacties in eigendomsbelangen in dochterondernemingen Einde boekjaar
Minderheidsbelangen gehouden door derden
Reserve kasstroom afdekkingen
8
253
15
-24
-114
39
Minderheidsbelangen gehouden door leden
Reserve valutaomreken verschillen
1
1
9
-16
-125
16 1 102
-232
-146
-5
-5
67
67
116
183
67
67
111
178
1.093
1.223
176
2.341
942
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening In miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
40
Algemeen Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is statutair gevestigd in Amersfoort, Nederland. Het adres is: Stationsplein 4, 3818 LE Amersfoort. In de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2014 zijn opgenomen Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (coöperatie) en haar dochterondernemingen (tezamen FrieslandCampina genoemd). De coöperatie wordt gevormd door 19.054 ledenmelkveehouders in Nederland, Duitsland en België. De leden-melkveehouders zijn de gezamenlijke eigenaren van de coöperatie. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. heeft het doel in stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten gesloten met hen in het bedrijf van Koninklijke FrieslandCampina N.V. dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen. FrieslandCampina verwerkt ruim 10,5 miljard kilogram melk per jaar. De melk wordt verwerkt tot een rijk gevarieerd assortiment zuivelproducten met waardevolle voedingsstoffen voor consumenten. In de professionele markt is FrieslandCampina een belangrijke producent en leverancier van zuivelproducten aan bakkerijen, horecabedrijven en fastfoodketens. Daarnaast is FrieslandCampina producent en leverancier van hoogwaardige ingrediënten aan producenten van voedingsmiddelen en farmaceutica. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het continuïteitsbeginsel. Basis voor presentatie Overeenstemmingsverklaring De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), voor zover van toepassing. De enkelvoudige winst-en-verliesrekening is opgesteld met gebruikmaking van de vrijstelling uit artikel 402, Titel 9 Boek 2 BW. De jaarrekening van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. per 31 december 2014 wordt na ondertekening door het bestuur op 7 april 2015 door het bestuur vrijgegeven voor publicatie op 29 april 2015. Op 29 april 2015 zal de jaarrekening ter vaststelling worden voorgelegd aan de ledenraad van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A.
Waarderingsbasis De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, met uitzondering van de volgende van materieel belang zijnde balansposten: • financiële instrumenten, anders dan derivaten, gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening; • derivaten gewaardeerd tegen reële waarde; • nettopensioenverplichting (actief) uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling, gewaardeerd tegen reële waarde van de fondsbeleggingen, verminderd met de contante waarde van de toegezegde pensioenrechten. Functionele valuta en presentatievaluta De geconsolideerde jaarrekening luidt in euro’s. Dit is tevens de functionele valuta van FrieslandCampina. Alle financiële informatie die in euro's wordt gepresenteerd is afgerond op het meest nabije miljoen, tenzij anders aangegeven. Gebruik van schattingen en aannames De opstelling van de geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met IFRS vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Bij het vormen van deze beoordelingen en het maken van de genoemde inschattingen is mede gebruikgemaakt van opinies en adviezen van (externe) ter zake deskundigen. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schattingen worden herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De schattingen en aannames die als meest kritisch worden aangemerkt zijn: • bijzondere waardeverminderingen (zie toelichting 3, 11 en 12); • gebruiksduur van grond, gebouwen en installaties en immateriële activa (zie toelichting 11 en 12); • benutting van fiscale verliezen en onzekere fiscale posities (zie toelichting 10, 21 en 27); • waardering van de verplichting uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen (zie toelichting 20); • belangrijke veronderstellingen gebruikt voor kasstroomprognoses op contante waarde (zie toelichting 12, 23 en 30); • voorzieningen en niet in de balans opgenomen verplichtingen (zie toelichting 22 en 27).
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Voor een nader inzicht in de verwerking van de daarbij genoemde posten in de jaarrekening wordt verwezen naar de toelichtingen in de jaarrekening. In 2014 heeft FrieslandCampina de accounting policy inzake reclame- en promotiekosten verder aangescherpt, waarbij een herclassificatie van voornamelijk reclameen promotiekosten naar promotionele kortingen heeft plaatsgevonden. De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast en dit heeft geleid tot een herclassificatie van de overige bedrijfslasten (verlaging EUR 137 miljoen) naar de netto-omzet (verlaging EUR 137 miljoen). Deze aanpassing heeft geen effect op het nettoresultaat, het eigen vermogen of het balanstotaal. Zie toelichting 1, 4 en 8. De vergelijkende cijfers van de balans zijn aangepast, waarbij het gedeelte van de leningen van ledenmelkveehouders dat als langlopend was geclassificeerd (EUR 41 miljoen) nu onder de kortlopende schulden is opgenomen, conform de voorwaarden van deze lening. Zie toelichting 23 en 25. Wijzigingen in grondslagen voor financiële verslaggeving Nieuwe en herziene standaarden zoals toegepast door FrieslandCampina De volgende nieuwe en herziene standaarden zijn, met ingang van 1 januari 2014, voor het eerst verplicht: • IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening • IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten • IFRS 12 Toelichting op belangen in andere entiteiten • IAS 36 Realiseerbare waarde van niet-financiële activa (Aanpassing IAS 36) • IAS 39 Vernieuwing van derivaten en continuering van hedge accounting (Aanpassing IAS 39) Verschillende andere nieuwe standaarden en wijzigingen zijn voor het eerst van toepassing in 2014. Ze hebben echter geen effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina, afgezien van enkele wijzigingen in toelichtingsvereisten. IFRS 10 Geconsolideerde jaarrekening IFRS 10 vervangt de consolidatievereisten in SIC 12 en IAS 27. IFRS 10 verandert de definitie van zeggenschap zodat voor alle entiteiten dezelfde criteria gebruikt worden om vast te stellen of er sprake is van zeggenschap. De nieuwe definitie van zeggenschap focust op de eis om zowel macht als variabele opbrengsten te hebben voordat sprake is van zeggenschap. De nieuwe standaard bevat ook richtlijnen om vast te stellen of sprake is van zeggenschap in de situatie dat een onderneming minder dan de helft van de stemrechten in een andere onderneming heeft en voor agent/principaal relaties. Deze nieuwe standaard heeft geen materieel effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina.
IFRS 11 Gezamenlijke overeenkomsten In deze nieuwe standaard ligt de focus meer op de rechten en verplichtingen van de partijen van een gezamenlijke overeenkomst dan op de juridische vorm. Er zijn twee typen gezamenlijke overeenkomsten: joint operations en joint ventures. Onder IFRS 11 worden belangen in joint operations verantwoord op basis van de belangen in de activa en passiva en belangen in joint ventures op basis van de vermogensmutatiemethode. Deze nieuwe standaard heeft geen materieel effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina. IFRS 12 Toelichting op belangen in andere entiteiten Deze nieuwe standaard bevat alle toelichtingsvereisten die eerder waren opgenomen in IAS 27, IAS 31 en IAS 28 en een aantal nieuwe toelichtingsvereisten. Deze nieuwe standaard brengt extra toelichtingsvereisten met zich mee voor de toelichting met betrekking tot belangen in dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen. IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12 Overgangsregeling Deze wijziging geeft additionele richtlijnen voor de wijzigingen in IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12, waardoor alleen nog aangepaste vergelijkende informatie verschaft dient te worden over de laatst voorafgaande periode. Daarnaast mogen verschillen in boekwaarde als gevolg van de invoering van IFRS 10 direct in het eigen vermogen worden verwerkt. Deze overgangsregeling heeft geen materieel effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina. IAS 36 Realiseerbare waarde van niet-financiële activa (Aanpassing IAS 36) Deze wijziging beperkt de verplichting tot het verstrekken van het verschil tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde van een kasstroomgenererende eenheid voor de periode waarin geen bijzondere waardevermindering heeft plaatsgevonden of is teruggedraaid. Daarnaast zijn de toelichtingsvereisten uitgebreid met betrekking tot de realiseerbare waarde indien deze is bepaald op basis van reële waarde minus desinvesteringskosten. Deze wijziging heeft geen materieel effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina.
41
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
42
IAS 39 Vernieuwing van derivaten en continuering van hedge accounting (Aanpassing IAS 39) Deze aanpassing van IAS 39 staat bedrijven, onder bepaalde omstandigheden, toe een afdekkingsrelatie te continueren, terwijl het onderliggende contract wordt vernieuwd. Dit kan het geval zijn wanneer een vernieuwing noodzakelijk is om met een centrale tegenpartij te vereffenen als het gevolg van wet- of regelgeving. De aanpassing van IAS 39 is het gevolg van veranderingen in wet- en regelgeving in veel jurisdicties dat tot een groot aantal vernieuwingen van afdekkingsinstrumenten zou leiden. Deze aanpassing heeft geen materieel effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina. Nieuwe en herziene standaarden, wijzigingen en interpretaties die nog niet van kracht zijn voor het financiële jaar vanaf 1 januari 2014 en niet vroegtijdig zijn ingevoerd De volgende nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties, die van kracht worden voor boekjaren beginnend na 1 januari 2014, zijn niet toegepast op deze geconsolideerde jaarrekening: IFRS 9 Financiële instrumenten IFRS 9 bevat herziene bepalingen ten aanzien van de classificatie en waardering van financiële instrumenten, met inbegrip van een nieuw model voor verwachte kredietverliezen ten behoeve van de berekening van de waardevermindering van financiële activa, en de nieuwe algemene vereisten voor hedge accounting. FrieslandCampina zal deze standaard niet vervroegd toepassen en heeft de omvang van het te verwachten effect nog niet bepaald. Deze standaard is nog niet door de EU goedgekeurd. IFRS 9 zal naar verwachting van kracht zijn vanaf 1 januari 2018. IFRS 15 Opbrengsten uit contracten met klanten IFRS 15 voorziet in een uitgebreid raamwerk om te bepalen of, hoeveel en wanneer opbrengsten moeten worden verantwoord. Verder brengt deze nieuwe standaard extra toelichtingsvereisten met zich mee. FrieslandCampina beoordeelt momenteel het mogelijke effect van de toepassing van IFRS 15 op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina. IFRS 15 zal naar verwachting van kracht zijn vanaf 1 januari 2017, maar deze standaard is nog niet door de EU goedgekeurd. FrieslandCampina evalueert momenteel de potentiële impact van overige nieuwe standaarden, wijzigingen op standaarden en interpretaties die op of na 1 januari 2015 effectief zullen zijn en die niet vervroegd worden toegepast door FrieslandCampina. Geen van deze standaarden heeft naar verwachting een materieel effect op de geconsolideerde jaarrekening van FrieslandCampina.
Belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving De hierna uiteengezette grondslagen voor financiële verslaggeving zijn consistent toegepast voor alle gepresenteerde perioden in deze geconsolideerde jaarrekening en zijn tevens consistent toegepast door alle entiteiten van FrieslandCampina. Consolidatiegrondslagen Bedrijfscombinaties Bedrijfscombinaties worden verwerkt op basis van de overnamemethode per de overnamedatum, dat wil zeggen de datum waarop de zeggenschap overgaat naar FrieslandCampina. Er is sprake van zeggenschap als FrieslandCampina op basis van haar betrokkenheid bij de entiteit is blootgesteld aan, dan wel recht heeft op, variabele rendementen en het vermogen heeft die rendementen te beïnvloeden aan de hand van haar zeggenschap over de entiteit. FrieslandCampina waardeert de goodwill op de overnamedatum als: • de reële waarde van de overgedragen vergoeding; vermeerderd met • het opgenomen bedrag van eventuele minderheidsbelangen in de overgenomen partij; vermeerderd met • indien de bedrijfscombinatie in fasen plaatsvindt, de reële waarde van het voorafgaande belang in de overgenomen partij; verminderd met • het opgenomen nettobedrag (over het algemeen de reële waarde) van de identificeerbare verworven activa en aangegane verplichtingen. Indien het verschil negatief is, wordt onmiddellijk een boekwinst uit een voordelige koop in de winsten-verliesrekening opgenomen. In de overgedragen vergoeding is geen bedrag begrepen voor de afwikkeling van bestaande relaties. Een dergelijk bedrag wordt in het algemeen in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Door FrieslandCampina gemaakte transactiekosten in verband met een bedrijfscombinatie, niet zijnde kosten in verband met de uitgifte van aandelen of obligaties, worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening wanneer zij worden gemaakt. De reële waarde van een voorwaardelijke verplichting wordt op de overnamedatum opgenomen. Indien die voorwaardelijke verplichting wordt geclassificeerd als eigen vermogen, vindt geen latere herwaardering plaats en wordt de afwikkeling verantwoord binnen het eigen vermogen. In andere gevallen worden wijzigingen na eerste opname in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Waarde-aanpassingen van verplichtingen inzake put-opties die betrekking hebben op acquisities voor de invoering van IFRS 3 in 2010, worden verwerkt in goodwill. Bij iedere bedrijfscombinatie kiest FrieslandCampina een methode om het minderheidsbelang te waarderen: ofwel op basis van reële waarde of op basis van het evenredige deel van de identificeerbare verworven activa en aangegane verplichtingen van de overgenomen partij, die in het algemeen zijn gewaardeerd tegen reële waarde. Verwerving van minderheidsbelangen Veranderingen in FrieslandCampina’s belang in een dochteronderneming die niet resulteren in een verlies van zeggenschap, worden verantwoord als transacties met eigenaars in hun hoedanigheid van eigenaars. De aanpassingen van de minderheidsbelangen uit hoofde van transacties waarbij geen sprake is van verlies van zeggenschap zijn gebaseerd op een evenredig bedrag van de netto-activa van de dochteronderneming. Er worden geen aanpassingen gemaakt aan de goodwill en er wordt geen winst of verlies verantwoord in de winst-enverliesrekening. Dochterondernemingen Dochterondernemingen zijn entiteiten waarover de coöperatie zeggenschap heeft. De financiële gegevens van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap tot aan het moment waarop deze eindigt. Verlies van zeggenschap Bij verlies van zeggenschap worden de activa en verplichtingen van de dochteronderneming, eventuele minderheidsbelangen en overige met de dochteronderneming samenhangende vermogenscomponenten niet langer in de balans verantwoord. Het eventuele overschot of tekort dat ontstaat bij het verlies van de zeggenschap wordt opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Indien FrieslandCampina een belang houdt in de voormalige dochteronderneming, wordt dat belang verantwoord tegen de reële waarde per de datum dat niet langer sprake was van zeggenschap. Vervolgens wordt dit belang verantwoord als een geassocieerde deelneming (verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode) of als een financieel actief beschikbaar voor verkoop, afhankelijk van de mate van behouden invloed.
Geassocieerde deelnemingen en joint ventures Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin FrieslandCampina invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover zij geen zeggenschap heeft. Joint ventures zijn die entiteiten waarin FrieslandCampina gezamenlijk zeggenschap heeft en waarbij FrieslandCampina aanspraak maakt op een deel van de netto-activa van de entiteit, en niet zozeer op de activa en verplichtingen van de entiteit. Bij entiteiten waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend is die zeggenschap vastgelegd in een contractuele overeenkomst en is unanieme instemming vereist voor strategische beslissingen over het financiële en operationele beleid. Geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden verantwoord op basis van de vermogensmutatiemethode en worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen kostprijs. In die kostprijs van de investering zijn de transactiekosten inbegrepen. De geconsolideerde jaarrekening omvat het aandeel van FrieslandCampina in de resultaten en in de nietgerealiseerde resultaten (verwerkt via het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat), na correctie van de grondslagen in overeenstemming met FrieslandCampina, vanaf de datum waarop FrieslandCampina voor het eerst invloed van betekenis heeft, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis. Wanneer het aandeel van FrieslandCampina in de verliezen groter is dan de waarde van het belang in een geassocieerde deelneming of joint venture, wordt de boekwaarde van het belang, inclusief eventuele langetermijninvesteringen, in de balans van FrieslandCampina afgeboekt tot nihil en worden verdere verliezen niet meer in aanmerking genomen behalve voor zover FrieslandCampina een verplichting is aangegaan of betalingen heeft verricht namens een volgens de vermogensmutatiemethode verwerkte investering. Eliminatie intercompany-transacties Intercompany-saldi en intercompany-transacties binnen FrieslandCampina en niet-gerealiseerde winsten en verliezen die voortkomen uit transacties binnen FrieslandCampina, worden geëlimineerd bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening. Niet-gerealiseerde winsten uit transacties met geassocieerde deelnemingen en joint ventures worden geëlimineerd tot de mate van FrieslandCampina's belang in de entiteit. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde manier geëlimineerd als de niet-gerealiseerde winsten, maar alleen voor zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.
43
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
44
Op pagina 94 is een lijst opgenomen met de belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen. Vreemde valuta Transacties in vreemde valuta Monetaire activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen historische kostprijs en die luiden in een vreemde valuta, worden omgerekend tegen de koers geldend op de datum van de oorspronkelijke transacties. Niet-monetaire posten die worden gewaardeerd tegen de reële waarde en die luiden in een vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers geldend op de datum waarop de reële waarde is bepaald. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen, met uitzondering van de volgende verschillen als gevolg van de omrekening van: • voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten (behalve bij bijzondere waardevermindering, in welk geval de in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat opgenomen valutakoersverschillen worden overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening); • een financiële verplichting die wordt aangemerkt als een netto-investering in een buitenlandse activiteit; • kwalificerende kasstroomafdekkingen, voor zover de afdekking zeer effectief is. Deze verschillen worden via het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat verwerkt in het eigen vermogen. Buitenlandse bedrijfsactiviteiten De activa en verplichtingen van buitenlandse dochterondernemingen worden in euro’s omgerekend tegen de koers per balansdatum. De opbrengsten en kosten worden in euro’s omgerekend tegen de wisselkoers op de transactiedatum. Valuta-omrekenverschillen worden opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat en verwerkt in de reserve valutaomrekenverschillen in het eigen vermogen. Betreft de activiteit echter een niet volledige dochtermaatschappij, dan wordt het betreffende evenredige aandeel van het valuta-omrekenverschil toegerekend aan de minderheidsbelangen.
Indien een buitenlandse activiteit wordt verkocht in die zin dat FrieslandCampina de zeggenschap, invloed van betekenis dan wel gezamenlijke zeggenschap verliest, wordt het in verband met deze buitenlandse activiteit cumulatief opgebouwde bedrag overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening als onderdeel van de winst of het verlies bij de verkoop. Wanneer FrieslandCampina slechts een deel van zijn belang in een dochteronderneming die een buitenlandse activiteit omvat, verkoopt met behoud van zeggenschap, wordt het evenredige aandeel van het cumulatieve bedrag toegerekend aan minderheidsbelangen. Wanneer FrieslandCampina slechts een deel van zijn investering in een geassocieerde deelneming of joint venture die een buitenlandse activiteit omvat, verkoopt en invloed van betekenis of gezamenlijk zeggenschap behoudt, wordt het evenredige aandeel van het cumulatieve bedrag overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Wanneer de afwikkeling van een monetaire vordering op of schuld aan een buitenlandse activiteit niet gepland noch in de nabije toekomst waarschijnlijk is, wordt deze beschouwd als een netto-investering in de buitenlandse activiteiten. Valutakoersverschillen die optreden bij de omrekening van een vordering of schuld die wordt aangemerkt als een netto-investering in een buitenlandse activiteit worden opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat en verwerkt in de reserve valutaomrekenverschillen in het eigen vermogen. Wanneer deze vordering of schuld wordt afgelost, wordt het op deze netto-investering betrekking hebbende deel van de reserve valuta-omrekenverschillen overgeboekt naar de winst-enverliesrekening. Bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening zijn de volgende wisselkoersen gehanteerd: 2014 Amerikaanse dollar Singapore dollar Hong Kong dollar Indonesische rupiah (per 10.000) Maleisische ringgit Nigeriaanse naira (per 100) Vietnamese dong (per 10.000) Chinese yuan Filippijnse peso Thaise Baht Russische Roebel
Ultimo
Gemiddeld
1,21 1,60 9,38
1,33 1,68 10,30
1,50
1,58
4,23 2,21 2,59 7,51 54,19 39,94 70,23
4,35 2,19 2,82 8,19 58,98 43,14 51,03
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
2013 Amerikaanse dollar Singapore dollar Hong Kong dollar Indonesische rupiah (per 10.000) Maleisische ringgit Nigeriaanse naira (per 100) Vietnamese dong (per 10.000) Chinese yuan Filippijnse peso Thaise Baht Russische Roebel
Ultimo
Gemiddeld
1,37 1,74 10,67
1,33 1,66 10,30
1,68
1,38
4,51 2,20 2,90 8,32 61,02 45,09 45,22
4,20 2,12 2,79 8,16 56,44 40,88 42,41
Financiële instrumenten Financiële activa anders dan derivaten Leningen, vorderingen en deposito’s worden door FrieslandCampina bij eerste opname verwerkt op de datum waarop deze ontstaan. Bij alle overige financiële activa (inclusief activa aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst-en-verliesrekening) vindt de eerste opname plaats op transactiedatum. De transactiedatum is de datum waarop FrieslandCampina zich verbindt aan de contractuele bepalingen van het instrument. FrieslandCampina neemt een financieel actief niet langer op in de balans als de contractuele rechten op de kasstromen uit het actief aflopen, of als FrieslandCampina de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het financieel actief overdraagt door middel van een transactie waarbij nagenoeg alle aan het eigendom van dit actief verbonden risico's en voordelen worden overgedragen. Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het resulterende nettobedrag wordt uitsluitend in de balans gepresenteerd indien FrieslandCampina een wettelijk afdwingbaar recht op deze saldering heeft en indien zij voornemens is om af te wikkelen op nettobasis dan wel het actief en de verplichting gelijktijdig te realiseren. FrieslandCampina classificeert financiële activa, anders dan derivaten, in de volgende categorieën: financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, tot einde looptijd aangehouden financiële activa, leningen en vorderingen en voor verkoop beschikbare financiële activa.
Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening Een financieel actief wordt geclassificeerd als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening indien het als zodanig is aangemerkt bij de eerste opname of indien het financieel actief geherclassificeerd wordt als een voor handelsdoeleinden aangehouden financieel actief. Toerekenbare transactiekosten worden als last opgenomen in de winst-en-verliesrekening wanneer zij worden gemaakt. Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening worden gewaardeerd tegen reële waarde en eventuele wijzigingen in die reële waarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Leningen en vorderingen Leningen en vorderingen zijn financiële instrumenten met vaste of bepaalbare betalingen, die niet op een actieve markt zijn genoteerd. Dergelijke activa worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname, worden de leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs met behulp van de effectieve rentemethode, verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen. Voor verkoop beschikbare financiële activa Deze activa worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde plus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde; eventuele wijzigingen daarin, anders dan bijzondere waardeverminderingsverliezen, worden opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat en geaccumuleerd in de reëlewaardereserve. Eventuele dividenden worden in de winsten-verliesrekening verwerkt als financieringsbate. Als deze activa niet langer worden opgenomen, worden de in het eigen vermogen geaccumuleerde winsten en verliezen overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Liquide middelen De liquide middelen hebben betrekking op kasgeld, banksaldi en kortlopende deposito’s met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden of minder vanaf de verwervingsdatum.
45
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
46
Financiële verplichtingen anders dan derivaten De eerste opname van uitgegeven obligaties en achtergestelde leningen door FrieslandCampina vindt plaats op de datum waarop deze verplichtingen ontstaan. Bij alle overige financiële verplichtingen (inclusief verplichtingen die zijn aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening) vindt de eerste opname plaats op transactiedatum. De transactiedatum is de datum waarop FrieslandCampina zich verbindt aan de contractuele bepalingen van het instrument. FrieslandCampina neemt een financiële verplichting niet langer op in de balans zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen. FrieslandCampina classificeert de financiële verplichtingen anders dan derivaten onder de categorie overige financiële verplichtingen. Dergelijke financiële verplichtingen worden bij eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde minus eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na eerste opname worden deze financiële verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs volgens de effectieve rentemethode. Overige financiële verplichtingen bestaan uit leningen en overige financieringsverplichtingen, rekening courant banken, handelscrediteuren en overige te betalen posten. Derivaten (inclusief derivaten met toepassing van hedge accounting) FrieslandCampina maakt gebruik van derivaten om de valutarisico's en renterisico’s af te dekken. Derivaten worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde; toerekenbare transactiekosten worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt. Na de eerste opname worden derivaten tegen reële waarde gewaardeerd en eventuele wijzigingen worden op de hierna beschreven manier verantwoord, afhankelijk of hedge accounting wordt toegepast. Derivaten met toepassing van hedge accounting FrieslandCampina past kasstroom hedge accounting toe op een gedeelte van haar valuta- en rentederivaten.
Bepalen van effectiviteit van de hedge Op het moment dat het derivaat voor het eerst als afdekkingsinstrument wordt aangewezen, documenteert FrieslandCampina de relatie die bestaat tussen afdekkingsinstrument(en) en afgedekte positie(s), inclusief haar risicobeheerdoelstellingen en strategie bij het aangaan van de afdekkingstransactie en het afdekkingsrisico, alsmede de methoden die worden gebruikt om de effectiviteit van de afdekkingsrelatie vast te stellen. Bij het aangaan van de afdekkingsrelatie en daarna per rapportagedatum beoordeelt FrieslandCampina of de afdekkingsinstrumenten naar verwachting gedurende de periode waarvoor de afdekking is aangewezen 'zeer effectief' zullen zijn in het bereiken van compensatie van aan de afgedekte positie(s) toe te rekenen veranderingen in reële waarde of kasstromen en hiermee de daadwerkelijke resultaten van iedere afdekking binnen een bereik van 80 tot 125% vallen. Een kasstroomafdekking van een verwachte transactie vereist dat het zeer waarschijnlijk is dat de transactie zal plaatsvinden en deze transactie een blootstelling zou opleveren aan variabiliteit van kasstromen die dusdanig is dat deze uiteindelijk van invloed zou kunnen zijn op de gerapporteerde winst/het gerapporteerde verlies. Kasstroomafdekkingen Wanneer een derivaat wordt aangewezen als afdekking van de variabiliteit van kasstromen die voortvloeit uit een bepaald risico dat is verbonden aan een opgenomen actief, verplichting, of zeer waarschijnlijke, verwachte transactie die de winst of het verlies zou kunnen beïnvloeden, dan wordt het effectieve deel van de veranderingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat en gepresenteerd in de reserve kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen. Het eventuele niet-effectieve deel van de veranderingen in de reële waarde van het derivaat wordt rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Wanneer de afgedekte positie een niet-financieel actief is, wordt het in het eigen vermogen opgenomen bedrag in de boekwaarde van de activa meegenomen wanneer de activa worden verantwoord. In andere gevallen wordt het bedrag dat is opgebouwd in het eigen vermogen overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening in dezelfde periode waarin de afgedekte positie de winst-en-verliesrekening beïnvloedt. Indien een afdekkinginstrument dat niet langer voldoet aan de criteria voor 'hedge accounting' afloopt, wordt verkocht, beëindigd of uitgeoefend, dan wordt hedge accounting vanaf de laatste effectieve toetsingsdatum beëindigd. Als de verwachte transactie niet langer wordt verwacht, wordt het saldo in het eigen vermogen overgeboekt naar de winsten-verliesrekening.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Overige niet-handelsderivaten Indien voor een derivaat geen hedge accounting wordt toegepast, worden alle veranderingen in de reële waarde rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Eigen vermogen Ledencertificaten Ledencertificaten zijn aangemerkt als eigen vermogen. Kosten die direct zijn toe te rekenen aan de uitgifte van ledencertificaten worden in mindering gebracht van het eigen vermogen, na aftrek van belastingen. Overige financiële instrumenten Overige financiële instrumenten worden als eigen vermogen geclassificeerd als de instrumenten geen vervaldatum hebben en de rentebetaling door FrieslandCampina kan worden uitgesteld. Dividenden Dividenden worden als verplichting verantwoord in de periode waarin ze zijn toegekend. Grond, gebouwen en installaties Opname en waardering Grond, gebouwen en installaties worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. In de kostprijs zijn de kosten begrepen die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving van het actief. De kostprijs van zelf vervaardigde activa omvat: • materiaalkosten en directe arbeidskosten; • eventuele andere kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan het gebruiksklaar maken van het actief; • een schatting van de ontmantelingskosten en verwijdering van activa wanneer FrieslandCampina een verplichting heeft om zich van de activa te ontdoen; • geactiveerde financieringskosten. Onder de grond, gebouwen en installaties zijn mede opgenomen activa waarvan op basis van financiële leaseovereenkomsten het economische eigendom is verworven. Geleasede activa worden vanaf het moment van de aanvang van de lease gewaardeerd tegen de reële waarde of indien lager tegen de contante waarde van de minimale leaseverplichtingen. Na de eerste opname geschiedt de verwerking in overeenstemming met de van toepassing zijnde grondslagen.
Wanneer grond, gebouwen en installaties bestaan uit onderdelen met een verschillende gebruiksduur, worden deze als afzonderlijke posten (componenten) onder de grond, gebouwen en installaties verantwoord. Winst of verlies uit de verkoop van een materieel vast actief wordt vastgesteld aan de hand van een vergelijking van de verkoopopbrengsten met de boekwaarde van de grond, gebouwen en installaties en wordt verantwoord in de winsten-verliesrekening. Kosten na eerste opname Latere uitgaven worden enkel geactiveerd als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen die aan de uitgaven verbonden zijn naar FrieslandCampina zullen vloeien. De kosten van reparaties en onderhouden worden opgenomen als zij worden gemaakt. Afschrijvingen Afschrijvingen op gebouwen en installaties worden ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht volgens de lineaire methode op basis van de geschatte gebruiksduur van iedere component van een materieel vast actief. Tenzij het redelijkerwijs zeker is dat FrieslandCampina geleasede activa aan het einde van de leasetermijn in eigendom zal nemen, worden deze afgeschreven over de termijn van de leaseovereenkomst of de gebruiksduur, afhankelijk van welke korter is. Gebouwen en installaties worden afgeschreven vanaf de datum waarop ze geïnstalleerd en klaar voor gebruik zijn. De geschatte gebruiksduur voor de huidige periodes is als volgt voor de belangrijkste grond, gebouwen, machines en installaties en overige operationele activa: Grond niet afgeschreven Gebouwen 10-25 jaar Machines en installaties 5-33 jaar Overige operationele activa 3-20 jaar Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde worden op het einde van ieder boekjaar opnieuw geëvalueerd en, indien noodzakelijk aangepast.
47
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
48
Immateriële activa en goodwill Goodwill Goodwill die ontstaat bij de acquisitie van dochteronder nemingen wordt verantwoord als een immaterieel actief. Zie de grondslagen voor consolidatie voor de waardering van goodwill tijdens de eerste opname. Goodwill wordt gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Met betrekking tot niet-geconsolideerde deelnemingen wordt de boekwaarde van goodwill opgenomen in de boekwaarde van de joint venture of geassocieerde deelneming en een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt toegerekend aan de boekwaarde van de joint venture of geassocieerde deelneming als geheel. Onderzoek en ontwikkeling Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die worden verricht met het vooruitzicht nieuwe wetenschappelijke of technische kennis en inzichten te verwerven, worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gedaan. Met ontwikkelingsactiviteiten is een plan of ontwerp voor de productie van nieuwe of wezenlijk verbeterde producten en processen gemoeid. Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten worden alleen geactiveerd als de ontwikkelingskosten betrouwbaar kunnen worden bepaald, het product of proces technisch en commercieel haalbaar is, de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn en FrieslandCampina van plan is en over voldoende middelen beschikt om de ontwikkeling te voltooien en het actief te gebruiken of te verkopen. De geactiveerde uitgaven omvatten de materiaalkosten, de directe arbeidskosten en de indirecte kosten die direct toerekenbaar zijn aan het gebruiksklaar maken van het actief, alsmede geactiveerde financieringskosten. De overige ontwikkelingskosten worden als last in de winst-enverliesrekening opgenomen wanneer zij worden gemaakt. De geactiveerde ontwikkelingskosten worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overige immateriële activa Overige immateriële activa die worden verworven door FrieslandCampina en die een beperkte gebruiksduur hebben, worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Kosten na eerste opname Uitgaven na eerste opname worden uitsluitend geactiveerd wanneer ze de toekomstige economische voordelen, voortvloeiend uit het specifieke actief waarop zij betrekking hebben, vergroten. Alle overige uitgaven, inclusief uitgaven voor intern gegenereerde goodwill en handelsmerken, worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer zij worden gedaan.
Amortisatie Amortisatie geschiedt lineair ten laste van de winst-enverliesrekening op basis van de geschatte gebruiksduur van de immateriële activa, behoudens goodwill, vanaf de datum dat deze beschikbaar zijn voor gebruik. De geschatte gebruiksduur voor de huidige en vergelijkende periode is als volgt: Handelsmerken en patenten 10-40 jaar Klantrelaties 5-20 jaar Software 5 jaar Investeringen als gevolg van interne ontwikkeling 5 jaar Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde worden op elke balansdatum beoordeeld en, indien noodzakelijk, aangepast. Voorraden Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste van de kostprijs en de marktwaarde. De kostprijs van de voorraden is gebaseerd op het first-in first-out principe en omvat de uitgaven gedaan bij verwerving van de voorraden, de productie- of conversiekosten en overige kosten die zijn gemaakt om de voorraden naar de huidige locatie en staat te brengen. De kostprijs van voorraden gereed product omvat een redelijk deel van de indirecte kosten, gebaseerd op normale productiecapaciteit. De netto-opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs bij normale gang van zaken verminderd met de geschatte kosten voor voltooiing en de verkoopkosten. Bijzondere waardeverminderingen Financiële activa anders dan derivaten Een financieel actief dat niet tegen de reële waarde wordt gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening wordt op iedere balansdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering kan bestaan uit significante betalingsmoeilijkheden voor een debiteur of groep van debiteuren, aanwijzingen dat een debiteur mogelijk niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen of mogelijk faillissement aanvraagt, het verdwijnen van een actieve markt voor een effect of waarneembare data dat er een meetbare daling is in de verwachte kasstromen van een groep van financiële activa.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Tegen geamortiseerde kosten gewaardeerde financiële activa Financiële activa die tegen geamortiseerde kostprijs worden gewaardeerd worden door FrieslandCampina zowel op het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Een bijzondere waardevermindering met betrekking tot een financieel actief dat tegen geamortiseerde kostprijs wordt gewaardeerd, wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Wanneer een gebeurtenis na balansdatum leidt tot een verlaging van de bijzondere waardevermindering, dan wordt deze verlaging teruggenomen via de winst-en-verliesrekening. Voor verkoop beschikbare financiële activa Bijzondere waardeverminderingsverliezen op voor verkoop beschikbare financiële activa worden opgenomen door overboeking van het geaccumuleerde verlies in de reëlewaardereserve naar het resultaat. Het overgeboekte bedrag is het verschil tussen de verkrijgingsprijs, onder aftrek van eventuele aflossingen van de hoofdsom en amortisaties, en de huidige reële waarde, verminderd met een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies dat eerder is verwerkt in het resultaat. Niet-financiële activa De boekwaarde van FrieslandCampina's nietfinanciële activa, uitgezonderd voorraden en latente belastingvorderingen, worden op elke balansdatum beoordeeld om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van goodwill en immateriële activa met een onbepaalde gebruiksduur wordt ieder jaar op dezelfde datum een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen indien de boekwaarde van een actief of van een kasstroomgenererende eenheid (Cash-Generating Unit; CGU) waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. Voor een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de realiseerbare waarde de hoogste van de bedrijfswaarde of de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een discontovoet vóór belasting die een afspiegeling is van zowel de actuele markttaxaties van de tijdswaarde van geld als van de specifieke risico's met betrekking tot het actief of de kasstroomgenererende eenheid. De
bedrijfswaarde wordt bepaald op basis van het budget, de meerjarenplannen en vervolgens wordt de coöperatieve toeslag van Cheese, Butter & Milkpowder aan andere business groups gealloceerd. Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen worden activa die niet individueel getoetst kunnen worden samengevoegd in de kleinste te onderscheiden groep activa die uit voortgaand gebruik kasstromen genereert die in grote lijnen onafhankelijk zijn van de inkomende kasstromen van andere activa of kasstroomgenererende eenheden. Kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill is toegerekend voor de toetsing van goodwill op bijzondere waardevermindering worden dusdanig samengevoegd dat het niveau waarop op bijzondere waardevermindering wordt getoetst een afspiegeling is van het laagste niveau waarop goodwill wordt bewaakt uit hoofde van interne verslaggeving. De in een bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt toegerekend aan groepen kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting zullen profiteren van de synergievoordelen van de combinatie. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen met betrekking tot kasstroomgenererende eenheden worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan de eenheden toegerekende goodwill en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaarde van de overige activa van de eenheid. Een bijzondere waardevermindering op goodwill wordt niet teruggenomen. Voor andere activa wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger is dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of amortisatie, die zou zijn vastgesteld als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen. Vaste activa aangehouden voor verkoop of distributie Vaste activa (of groepen activa en verplichtingen die worden afgestoten) waarvan de boekwaarde naar verwachting hoofdzakelijk via een verkooptransactie zal worden gerealiseerd en niet door het voortgezette gebruik ervan, worden aangemerkt als ‘voor verkoop of distributie aangehouden’. Direct voorafgaand aan deze classificatie worden de activa (of de componenten van een groep activa die wordt afgestoten) opnieuw gewaardeerd in overeenstemming met de grondslagen voor de financiële verslaggeving van FrieslandCampina. Hierna worden de activa (of een groep af te stoten activa) over het algemeen gewaardeerd op basis van de
49
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
50
boekwaarde, of, indien deze lager is, de reële waarde minus verkoopkosten. Een bijzonder waardeverminderingsverlies op een groep af te stoten activa wordt in eerste instantie toegerekend aan goodwill en vervolgens naar rato aan de resterende activa en verplichtingen, met dien verstande dat geen bijzonder waardeverminderingsverlies wordt toegerekend aan voorraden, financiële activa, latente belastingvorderingen en personeelsgerelateerde voorzieningen, die verder in overeenstemming met de grondslagen van FrieslandCampina gewaardeerd worden. Bijzondere waardeverminderingsverliezen die voortvloeien uit de aanvankelijke classificatie als aangehouden voor verkoop of distributie en winsten of verliezen uit hernieuwde waardering na eerste opname worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Indien de betreffende boekwinst het geaccumuleerd bijzonder waardeverminderingsverlies overstijgt, wordt dit verschil niet opgenomen. Eenmaal aangemerkt als voor verkoop of distributie aangehouden, worden immateriële en materiële activa niet geamortiseerd of afgeschreven. Aanvullend houdt bij investeringen verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode de waardering volgens de vermogensmutatiemethode op als deze investeringen eenmaal zijn aangemerkt als voor verkoop of distributie aangehouden. Personeelsbeloningen Toegezegde-bijdrageregelingen Een toegezegde-bijdrageregeling is een pensioenregeling waarbij een entiteit vaste bijdragen afdraagt aan een aparte entiteit en geen juridische of feitelijke verplichting heeft om verdere bijdragen te betalen. Verplichtingen voor bijdragen aan toegezegde-bijdrageregelingen worden opgenomen ten laste van de winst-en-verliesrekening in de perioden waarin verwante diensten worden verleend door medewerkers. Vooruitbetaalde bijdragen worden verantwoord als een actief in de mate dat een terugbetaling in contanten of een verlaging van toekomstige betalingen beschikbaar is. Het deel van de pensioenverplichtingen dat door FrieslandCampina is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds in Nederland is te kwalificeren als een toegezegde-bijdrageregeling.
Toegezegd-pensioenregelingen Een toegezegd-pensioenregeling is een pensioenregeling die afwijkt van een toegezegde-bijdrageregeling. De nettopensioenverplichting (actief) met betrekking tot toegezegd-pensioenregelingen wordt jaarlijks voor ieder plan berekend op basis van de verwachte toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van onder meer discontovoet, salaris- en levensverwachtingen, verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen behorend bij de regeling. De contante waarde van de verplichtingen wordt actuarieel berekend volgens de ‘projected unit credit’methode. De gebruikte discontovoet is het rendement op de balansdatum van hoogwaardige bedrijfsobligaties met minimaal een AA-credit rating en met vervaldata gelijk aan de looptijd van de pensioenverplichtingen. De netto contante waarde per pensioenregeling is opgenomen als pensioenverplichting, dan wel als pensioenactief onder de financiële vaste activa. Herwaarderingen van de nettopensioenverplichting (actief), bestaande uit actuariële winsten en verliezen die ontstaan als gevolg van veranderingen in de aannames in de berekeningswijze van de pensioenverplichtingen, het rendement op fondsbeleggingen (exclusief interest) en het effect van de maximale uitkering van het pensioenfonds (indien van toepassing) worden voor elke individuele regeling bepaald en direct in het totaalresultaat opgenomen. Wanneer de berekening van de nettopensioenverplichting per pensioenregeling resulteert in een positief saldo, vindt opname van het actief plaats voor maximaal de som van de contante waarde van eventuele toekomstige terugstortingen door het fonds of lagere toekomstige pensioenpremies. FrieslandCampina bepaalt de netto-interestkosten (baten) uit hoofde van de toegezegd-pensioenregeling door de nettopensioenverplichting (actief) te vermenigvuldigen met de discontovoet die wordt gebruikt om de toegezegdpensioenregeling aan het begin van het jaar te waarderen. Hierbij wordt rekening gehouden met veranderingen in de nettopensioenverplichting (actief) gedurende het jaar als gevolg van betaalde uitkeringen. De netto-interestkosten (of -baten) en overige kosten in relatie tot de toegezegdpensioenregeling worden opgenomen in de winst-enverliesrekening. FrieslandCampina verantwoordt resultaten uit hoofde van aanpassing (plan amendment, curtailment en settlement) van pensioenregelingen in de winst-en-verliesrekening op het moment dat een aanpassing plaatsvindt of op het moment dat een reorganisatievoorziening wordt gevormd.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Andere lange termijn personeelsbeloningen De nettoverplichting uit hoofde van andere lange termijn personeelsbeloningen wordt gelijk aan de toegezegdpensioenregelingen verantwoord. Korte termijn personeelsbeloningen Korte termijn personeelsbeloningen worden zonder contantmaking gewaardeerd en opgenomen wanneer de daarmee verband houdende dienst wordt verricht. Er wordt een verplichting verantwoord voor het bedrag dat naar verwachting ten gevolge van de korte termijn personeelsbeloning in contanten zal worden uitbetaald indien FrieslandCampina een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft om dit bedrag te betalen als gevolg van verstreken diensttijd van de werknemer en wanneer de verplichting betrouwbaar kan worden ingeschat. Voorzieningen Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer FrieslandCampina een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt, en het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, worden de voorzieningen contant gemaakt tegen een discontovoet vóór belastingen die de huidige marktbeoordeling van de tijdswaarde van geld en de risico's die specifiek zijn voor de verplichting weerspiegelen. Het contant maken van voorzieningen wordt verantwoord als financieringslasten. Voorzieningen in verband met reorganisatie worden getroffen wanneer FrieslandCampina een gedetailleerd plan voor reorganisatie heeft geformaliseerd en bij betrokkenen de verwachting is gerechtvaardigd dat die reorganisatie zal worden uitgevoerd door een aanvang te maken met de uitvoering van de reorganisatie of het bekendmaken van de belangrijkste aspecten. Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt opgenomen wanneer de verwachte voordelen voor FrieslandCampina uit een overeenkomst lager zijn dan de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om aan de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst te voldoen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde van de laagste van de verwachte kosten voor beëindiging van het contract en de verwachte nettokosten van voortzetting van het contract. Voordat een voorziening wordt opgenomen, neemt FrieslandCampina op de activa die betrekking hebben op het contract een bijzonder waardverminderingsverlies op.
Netto-omzet Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van retouren, handelsen volumekortingen. Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer overtuigend is gebleken, veelal in de vorm van een uitgevoerde verkoopovereenkomst, dat de wezenlijke risico’s en voordelen van eigendom aan de klant zijn overgedragen, de hiermee verband houdende kosten of eventuele retouren van goederen betrouwbaar kunnen worden ingeschat, er geen sprake is van aanhoudende zeggenschap over of betrokkenheid bij de goederen, en de omvang van de opbrengsten betrouwbaar kan worden bepaald. Als het waarschijnlijk is dat er korting zal worden verleend en deze op betrouwbare wijze kan worden bepaald, wordt de korting opgenomen als een vermindering van de opbrengsten bij de verwerking van de verkopen. FrieslandCampina hanteert loyaliteitsprogramma’s, waarbij klanten punten kunnen sparen wanneer zij bepaalde producten van FrieslandCampina kopen. De punten kunnen vervolgens voor korting op producten of diensten van derden worden ingewisseld, waarbij een minimum aantal spaarpunten geldt. De ontvangen opbrengst wordt verdeeld over de verkochte producten en de toegekende spaarpunten, waarbij de aan de spaarpunten toegerekende waarde overeenkomt met hun reële waarde. De reële waarde van de opbrengst toegekend aan spaarpunten wordt uitgesteld en bij inwisseling van de spaarpunten wordt de reële waarde als opbrengst verantwoord. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden opgenomen tegen de reële waarde als er redelijke zekerheid bestaat dat de subsidies worden ontvangen en dat aan alle daaraan verbonden voorwaarden is voldaan. Subsidies waarbij gemaakte kosten worden vergoed, worden systematisch in mindering op de gemaakte kosten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies waarbij kosten van een actief worden vergoed, worden in mindering gebracht op de boekwaarde van het actief. Deze subsidie wordt door verlaging van de afschrijvingslasten als bate in de winst-en-verliesrekening verwerkt over de periode van de verwachte gebruiksduur van het actief waar de subsidie betrekking op heeft.
51
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
52
Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Dit betreffen de kosten van grond- en hulpstoffen van de verkochten producten, dan wel de kosten ter verkrijging van de verkochte producten. De kosten van grond- en hulpstoffen zijn berekend volgens het firstin first-out principe. In de kosten zijn opgenomen de valuta-omrekenverschillen op handelsdebiteuren en handelscrediteuren alsmede op waarderingsverschillen van derivaten die hierop betrekking hebben. Leaseovereenkomsten Bij aanvang van een overeenkomst bepaalt FrieslandCampina of deze overeenkomst een leaseovereenkomst is of bevat. Dat is het geval als aan de volgende criteria wordt voldaan: de nakoming van de overeenkomst is afhankelijk van het gebruik van dit specifieke actief of de specifieke activa en de overeenkomst verleent een gebruiksrecht op het actief/de activa. Bij de aanvang of herbeoordeling van de overeenkomst scheidt FrieslandCampina betalingen en overige door de overeenkomst vereiste vergoedingen in betalingen voor het lease-element van de overeenkomst en betalingen voor de overige elementen, op basis van hun relatieve reële waarden. Indien FrieslandCampina concludeert dat het praktisch niet haalbaar is om de betalingen betrouwbaar te scheiden, worden een actief en een verplichting opgenomen voor een bedrag dat gelijk is aan de reële waarde van het onderliggende actief. Daarna wordt de verplichting verminderd naarmate betalingen worden gedaan en worden impliciete financieringskosten met betrekking tot de verplichting opgenomen, op basis van de marginale rentevoet van FrieslandCampina. Leasebetalingen uit hoofde van operationele leasing worden lineair over de leaseperiode in de winst-enverliesrekening opgenomen. Vergoedingen ontvangen als stimulering voor het sluiten van leaseovereenkomsten worden als integraal deel van de totale leasekosten in de winst-en-verliesrekening verwerkt over de leasetermijn. De minimale leasebetalingen uit hoofde van een financiële lease worden deels als financieringslasten opgenomen en deels als aflossing van de uitstaande verplichting. De financieringslasten worden zodanig aan iedere periode van de totale leasetermijn toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over het resterende saldo van de verplichting.
Financieringsbaten en -lasten Financieringsbaten bevatten rentebaten van uitgegeven leningen en andere vorderingen op derden, dividendopbrengsten, positieve veranderingen in de reële waarde van financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, opbrengsten op afdekkingsinstrumenten die opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening en herclassificatie van bedragen die eerder via het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat zijn opgenomen. Rentebaten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen naarmate deze opbouwen, door middel van de effectieve rentemethode. Financieringslasten bestaan uit rentelasten van opgenomen leningen en andere verplichtingen aan derden, oprenting van voorzieningen, veranderingen in de reële waarde van financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van de waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, bijzondere waardeverminderingenverliezen op financiële activa, verliezen op afdekkingsinstrumenten die opgenomen worden in de winst-en-verliesrekening en herclassificatie van bedragen die eerder via het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat zijn opgenomen. Rentelasten worden in de winst-enverliesrekening opgenomen naarmate deze opbouwen, door middel van de effectieve rentemethode. Valuta-omrekenverschillen van handelsdebiteuren en handelscrediteuren worden verantwoord als onderdeel van het bedrijfsresultaat. Alle overige valutakoerswinsten en -verliezen worden gerapporteerd op gesaldeerde basis hetzij als financieringsbate hetzij als financieringslast, naar gelang de valutakoersbewegingen per saldo een winst- of verliespositie opleveren. Belastingen De belastinglast omvat acute en latente belastingen. Acute en latente belastingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening behalve wanneer het gaat om een bedrijfscombinatie of om posten die direct in het eigen vermogen of in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat zijn geboekt. De acute belasting is de verwachte te betalen of te ontvangen belasting op het belastbare resultaat van het boekjaar, op basis van belastingtarieven die van kracht zijn op de balansdatum alsook eventuele aanpassingen van verschuldigde belasting ter zake van voorgaande jaren. Te betalen belastingen omvat ook eventuele fiscale verplichtingen die voortvloeien uit de declaratie van dividenden.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Latente belastingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten. Latente belastingen worden niet opgenomen voor zover deze voortvloeien uit: • tijdelijke verschillen bij de eerste opname van een actief of verplichting in een transactie die geen bedrijfscombinatie is, en op het moment van de transactie geen invloed heeft op het commerciële of fiscale resultaat; • tijdelijke verschillen die verband houden met investeringen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en belangen in joint ventures, voor zover het waarschijnlijk is dat deze niet in de nabije toekomst zal worden afgewikkeld; • belastbare tijdelijke verschillen bij de eerste opname van goodwill. Uitgestelde belastingverplichtingen worden gewaardeerd met behulp van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij terugname van de tijdelijke verschillen, op basis van de wetten die per verslagdatum zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld. Bij het vaststellen van de acute en latente belastingen houdt FrieslandCampina rekening met het effect van de onzekere fiscale posities en of extra belastingen en rente verschuldigd kan zijn. FrieslandCampina opereert in meerdere verschillende belastingjurisdicties wat leidt tot complexe belastingvraagstukken. Het uiteindelijke besluit inzake deze complexe belastingvraagstukken ligt vaak buiten de beheersing van FrieslandCampina en is afhankelijk van de efficiëntie van de juridische processen in de relevante belastingjurisdictie. FrieslandCampina is, op basis van de beoordeling van vele factoren, waaronder interpretaties van het fiscaal recht en eerdere ervaringen, van oordeel dat de voorzieningen voor belastingverplichtingen toereikend zijn voor alle open fiscale jaren. Deze beoordeling is gebaseerd op schattingen en veronderstellingen over toekomstige gebeurtenissen. Er kan nieuwe informatie beschikbaar komen, waardoor FrieslandCampina haar oordeel over de toereikendheid van de bestaande fiscale verplichtingen moet wijzigen. Dergelijke wijzigingen in de fiscale verplichtingen zullen van invloed zijn op de belastinglast in de periode waarin een dergelijke vaststelling wordt gemaakt.
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat om belastingverplichtingen en -vorderingen te salderen en zij betrekking hebben op belastingen die geheven zijn door dezelfde belastingautoriteit op dezelfde belastbare entiteit of op verschillende fiscale entiteiten, maar ze de intentie hebben om acute belastingverplichtingen en -vorderingen gesaldeerd af te wikkelen of hun belastingverplichtingen en -vorderingen gelijktijdig zullen realiseren. Een latente belastingvordering wordt erkend voor nietverrekende fiscale verliezen, onbenutte fiscale faciliteiten en verrekenbare tijdelijke verschillen voor zover het waarschijnlijk is dat toekomstige belastbare winsten beschikbaar zullen zijn, waarvoor deze aangewend kunnen worden. Latente belastingvorderingen worden op elke balansdatum beoordeeld en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Nietopgenomen latente belastingvorderingen worden per balansdatum herbeoordeeld en opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat in de toekomst fiscale winst aanwezig zal zijn waarmee deze uitgestelde vordering kan worden verrekend. Segmentatie De geïdentificeerde operationele segmenten betreffen de afzonderlijke segmenten binnen FrieslandCampina waarvoor financiële informatie beschikbaar is die frequent wordt beoordeeld door het hoogst besluitvormende orgaan teneinde beslissingen te nemen omtrent de toerekening van de beschikbare middelen aan het segment en om de prestaties van het segment vast te stellen. FrieslandCampina heeft de operationele segmenten ingedeeld per business group: Consumer Products Europe, Middle East & Africa; Consumer Products Asia; Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients. Prijsbepaling binnen een segment wordt bepaald op een zakelijke, objectieve basis. De gesegmenteerde resultaten, activa en verplichtingen omvatten posten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan een segment, alsmede die kunnen worden toegerekend op een redelijke basis. Niet toegewezen items bestaan voornamelijk uit gezamenlijke activa en passiva, gezamenlijke kosten, de prestatietoeslag en de uitgifte van op naam bijgeschreven ledenobligaties-vast. Kasstromen Het kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode opgesteld. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de wisselkoersen geldend op de transactiedatum.
53
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
54
Bepaling reële waarde Een aantal grondslagen en informatievereisten van FrieslandCampina vereisen de vaststelling van de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en passiva. Reële waarden zijn vastgesteld voor het waarderen en/of toelichten op basis van de volgende methoden, waarbij indien van toepassing nadere informatie over de aannames bij het bepalen van reële waarden wordt vermeld in de toelichting. Grond, gebouwen en installaties De reële waarde van grond, gebouwen en installaties opgenomen als gevolg van een bedrijfscombinatie, is het geschatte bedrag waarvoor een onroerende zaak op de verwervingsdatum kan worden verhandeld tussen een tot een transactie bereid zijnde koper en verkoper in een zakelijke, objectieve transactie voorafgegaan door gedegen onderhandeling waarbij de partijen goed geïnformeerd waren. De reële waarde van materiële vaste activa en inventaris is gebaseerd op marktprijzen en kostprijzen en bepaald met behulp van de genoteerde marktprijzen van vergelijkbare activa en artikelen voor zover deze beschikbaar zijn en, waar van toepassing, met behulp van vervangingskosten. In de schatting van de afschrijvingen op vervangingskosten wordt rekening gehouden met correcties voor zowel fysieke slijtage als functionele en economische veroudering. Immateriële activa De reële waarde van octrooien en merknamen verworven in een bedrijfscombinatie wordt bepaald aan de hand van de gedisconteerde geschatte royalty’s die door het eigendom van het octrooi of het handelsmerk zijn vermeden. De reële waarde van verworven klantrelaties in een bedrijfscombinatie wordt bepaald met behulp van de ‘multi-period excess earnings method’. De reële waarde van overige immateriële activa is gebaseerd op de verwachte contante waarde van de kasstroom uit het gebruik en de uiteindelijke verkoop van de activa. Voorraden De reële waarde van in een bedrijfscombinatie verkregen voorraden wordt bepaald op basis van de geschatte verkoopprijs in het normale verloop van de bedrijfsvoering minus de geschatte kosten van voltooiing en verkoop, en een redelijke winstmarge op basis van de inspanning die nodig is om de voorraden te voltooien en te verkopen. Handelsvorderingen en overige vorderingen De reële waarde van handelsvorderingen en overige vorderingen, die langer open staan dan een jaar, wordt bepaald op de contante waarde van toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen marktrente op de balansdatum.
Effecten De reële waarde van effecten, waarbij de entiteit beursgenoteerd is, wordt vastgesteld op basis van de beurskoers. De reële waarde van effecten, waarbij de entiteit niet beursgenoteerd is, wordt vastgesteld door gebruik making van gegevens die direct of indirect waarneembaar zijn voor het actief of passief. Derivaten De reële waarde van valutatermijncontracten wordt over het algemeen bepaald door het verschil tussen de contractuele termijnkoers en de actuele termijnkoers voor de resterende looptijd van het contract. De reële waarde van renteswaps en cross-currency renteswaps wordt bepaald door discontering van de kasstromen die voortvloeien uit de contractuele rentevoeten van beide zijden van de transactie. Bij de reële waarde berekeningen wordt rekening gehouden met de actuele rente, de actuele valutakoersen en de actuele kredietwaardigheid van zowel de tegenpartijen als FrieslandCampina zelf. Financiële instrumenten anders dan derivaten De reële waarde, die wordt bepaald ten behoeve van de toelichtingen, wordt berekend op basis van de contante waarde van toekomstige kasstromen van aflossingen en rentebetalingen, gedisconteerd tegen de marktrente op de balansdatum. De reële waarde van de optieverplichtingen is bepaald op basis van de gedisconteerde kasstromen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
1 Segmentatie FrieslandCampina onderscheidt vier segmenten, bestaande uit de vier business groups, welke zijn opgenomen in de segmentrapportage. Iedere business group heeft betrekking op een bepaalde productgroep, waarbij binnen de productgroep Consumer Products een aanvullend onderscheid is gemaakt naar regio. FrieslandCampina onderscheidt de volgende vier business groups: • Consumer Products Europe, Middle East & Africa: zuiveldranken, yoghurts, desserts, koffieverrijkers, gecondenseerde melk, kindervoeding, melkpoeder, boter, merkkaas en vruchtensappen en -dranken. Merknamen zijn onder meer Campina, Chocomel, Frico, Friso, Fruttis, Landliebe, Milli, Milner, Mona, NoyNoy, Optimel, Peak, Pearl en Rainbow; • Consumer Products Asia: kindervoeding, zuiveldranken, yoghurts, melkpoeder en gecondenseerde melk. Merknamen zijn onder meer Alaska, Dutch Lady, Foremost, Friso en Frisian Flag; • Cheese, Butter & Milkpowder: kaas, boter en melkpoeder, wereldwijd. • Ingredients: ingrediënten voor kindervoeding en de voedings- en farmaceutische industrie, wereldwijd. De netto-omzet derden in de categorie ‘overige’ betreft onder andere leveringen van boerderijmelk aan derden, voorvloeiend uit de door de Europese Commissie opgelegde verplichting ten tijde van de fusie in 2008, zie toelichting 27 voor nadere informatie. De vergelijkende cijfers in de segmentatie per business group wijken af van de jaarrekening 2013 omdat de accounting policy inzake reclame- en promotiekosten verder is aangescherpt (zie pagina 41), er interne verschuivingen hebben plaatsgevonden van activiteiten en de bepaling van de interne verrekenprijs met betrekking tot de melkcomponenten is aangepast.
55
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Segmentatie naar business group
56 Netto-omzet derden Interne leveringen 1 Totaal netto-omzet Bedrijfsresultaat Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen Financieringsbaten en -lasten Belastingen Winst boekjaar Bedrijfsresultaat als % netto-omzet derden Boekwaarde activa operationele activiteiten 2 Boekwaarde overige activa Verplichtingen uit operationele activiteiten 3 Overige verplichtingen
Investeringen in grond, gebouwen, installaties en immateriële activa Afschrijvingen gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa Bijzondere waardeverminderingen vaste activa Terugname bijzondere waardeverminderingen vaste activa Geïnvesteerd vermogen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen
2014 Consumer Products EMEA
Consumer Products Asia
Cheese, Butter & Milkpowder
Ingredients
Overige
3.863 351 4.214
2.369 18 2.387
2.904 658 3.562
1.750 533 2.283
462 462
240
438
-91
179
-283
483
-1
6
3
4
1
13
Totaal
Totaal
11.348 -1.560 -1.560
11.348
-52 -149 295 6,2
18,5
-3,1
10,2
2.080
1.047
1.287
1.903
4,3 652
-510
6.459 1.217 7.676
836
642
426
390
1.223
-510
3.007 2.142 5.149
167
70
71
287
61
656
-76
-29
-49
-56
-21
-231
-16
-3
-4
-1
-24
1
1 70
28
18
6
122
Netto-omzet derden 4
Boekwaarde operationele vaste activa 5
5.400 1.005 1.348 2.577 881 137
2.425 387 294 624 95 22
11.348
3.847
Geografische informatie
Nederland Duitsland Rest van Europa Azië en Oceanië Afrika en het Midden-Oosten Noord- en Zuid-Amerika
Eliminatie
2014
Interne leveringen zijn gewaardeerd op vergelijkbare wijze als transacties met derden. Betreft boekwaarde activa exclusief latente belastingvorderingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen, verstrekte leningen, effecten, langlopende vorderingen, vorderingen inzake vennootschapsbelasting, liquide middelen en activa aangehouden voor verkoop. 3 Betreft personeelsbeloningen, voorzieningen, derivaatverplichtingen, handelscrediteuren en overige verplichtingen. 4 Betreft de netto-omzet derden uitgesplitst naar vestigingsland van de werkmaatschappij, waarbij de vergelijkende cijfers zijn aangepast zoals beschreven in de grondslagen (zie pagina 41). Zie toelichting 4 voor de splitsing van de netto-omzet naar geografische locatie van de afnemers. 5 Betreft grond, gebouwen en installaties en immateriële activa. 1
2
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Segmentatie naar business group
Netto-omzet derden Interne leveringen 1 Totaal netto-omzet Bedrijfsresultaat voor bijzondere waardevermindering goodwill Bedrijfsresultaat
2013 Consumer Products EMEA
Consumer Products Asia
Cheese, Butter & Milkpowder
Ingredients
Overige
3.937 246 4.183
2.274 19 2.293
2.831 531 3.362
1.801 468 2.269
438
220
385
81
241
-414
513
20
385
81
241
-414
313
7
1
1
-1
8
Resultaat uit joint ventures en geassocieerde deelnemingen
438
Eliminatie
-1.264 -1.264
Financieringsbaten en -lasten
Verplichtingen uit operationele activiteiten 3 Overige verplichtingen
Investeringen in grond, gebouwen, installaties en immateriële activa Afschrijvingen gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa Bijzondere waardeverminderingen vaste activa Terugname bijzondere waardeverminderingen vaste activa Geïnvesteerd vermogen in joint ventures en geassocieerde deelnemingen
-109 157 0,5
16,9
2,9
13,4
2.045
879
1.398
1.606
2,8 715
-639
6.004 1.096 7.100
914
460
535
400
1.321
-639
2.991 1.768 4.759
138
40
56
254
71
559
-75
-30
-46
-48
-14
-213
-214
-1
-2
-1
-1
-219 1
2
67
25
17
5
116
Netto-omzet derden 4
Boekwaarde operationele vaste activa 5
5.479 1.076 1.476 2.407 708 135 11.281
2.079 384 299 523 67 15 3.367
Geografische informatie
Nederland Duitsland Rest van Europa Azië en Oceanië Afrika en het Midden-Oosten Noord- en Zuid-Amerika Totaal
11.281
-55
Belastingen Winst boekjaar Bedrijfsresultaat als % netto-omzet derden Boekwaarde activa operationele activiteiten 2 Boekwaarde overige activa
Totaal
11.281
2013
57
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
58
2 Acquisities Overname van zuivel-gerelateerde activiteiten van Olam Ivoire Sarl Op 20 oktober 2014 heeft FrieslandCampina door middel van een activa-passiva transactie de gecondenseerde en geëvaporeerde melk activiteiten van Olam Ivoire Sarl overgenomen en daarnaast is het merk ‘Pearl’ aangekocht, waaronder deze producten in Ivoorkust worden verkocht. De activiteiten zijn toegevoegd aan de business groep Consumer Products EMEA. De overnameprijs bedraagt EUR 22 miljoen en is geheel betaald in 2014. Als gevolg van de overname van deze activiteiten is een bedrag van EUR 5 miljoen aan goodwill ontstaan, dat gealloceerd is aan de business groep Consumer Products EMEA. Deze overname is niet materieel voor FrieslandCampina in het kader van de toelichtingsvereisten van IFRS 3 Bedrijfscombinaties. Overname van de activiteiten van DEK Srl en de verkrijging van een belang van 80% in Orange Srl Op 1 oktober 2014 heeft FrieslandCampina door middel van een activa-passiva transactie de activiteiten van DEK Srl overgenomen en een 80% belang in Orange Srl verkregen. De activiteiten zijn toegevoegd aan de business groep Cheese, Butter & Milkpowder. De overnameprijs is EUR 8 miljoen, inclusief EUR 2 miljoen geacquireerde liquide middelen. Van de overnameprijs is EUR 7 miljoen betaald in 2014 en heeft EUR 1 miljoen betrekking op een put-optie verplichting die is verwerkt op basis van de ‘anticipated-acquisition method’. Deze overname is niet materieel voor FrieslandCampina in het kader van de toelichtingsvereisten van IFRS 3 Bedrijfscombinaties. Zijerveld en Den Hollander Food Op 1 mei 2013 heeft FrieslandCampina de volledige zeggenschap verworven over Zijerveld en Veldhuyzen B.V. en G. den Hollander B.V. (Zijerveld en Den Hollander Food), door het betalen van een bedrag van EUR 80 miljoen en een voorwaardelijke verplichting van EUR 19 miljoen. De transactie is verwerkt op basis van de overnamemethode, waarbij de reële waarde van verkregen activa en passiva is vastgesteld op EUR 74 miljoen. De ontstane goodwill van EUR 25 miljoen is gealloceerd aan de business group Cheese, Butter & Milkpowder. De toerekening van de aankoopprijs met betrekking tot de acquisitie van Zijerveld en Den Hollander Food in 2013 is begin 2014 definitief afgerond. Er hebben geen materiële wijzigingen plaatsgevonden ten opzichte van de toerekening van de aankoopprijs. 3 Activa en passiva aangehouden voor verkoop Activa aangehouden voor verkoop betreffen grond, gebouwen en installaties voor EUR 7 miljoen (2013: EUR 9 miljoen). Ultimo 2014 en 2013 waren er geen passiva aangehouden voor verkoop betreffende langlopende en kortlopende verplichtingen. De mutaties gedurende het jaar in activa aangehouden voor verkoop hebben betrekking op een bijzondere waardevermindering met betrekking tot de locatie Debrecen in Hongarije, een desinvestering van de locatie Varsseveld in Nederland en de overboeking van machines en installaties die naar verwachting begin 2015 verkocht zullen worden.
Begin boekjaar Overboeking van grond, gebouwen en installaties Desinvesteringen Bijzondere waardeverminderingen Terugname bijzondere waardeverminderingen Einde boekjaar
2014 9 2 -2 -2 7
2013 7 2 -1 1 9
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
4 Netto-omzet 2013 1
2014 Netto-omzet naar geografische locatie afnemer Nederland Duitsland Rest van Europa Azië en Oceanië Afrika en het Midden-Oosten Noord- en Zuid-Amerika
1
2.686 1.368 2.714 2.978 1.241 361
% 24 12 24 26 11 3
11.348
100
% 24 13 25 25 10 3 100
2.655 1.436 2.809 2.873 1.158 350 11.281
De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast zoals beschreven in de grondslagen (zie pagina 41).
Betreft netto-omzet naar geografische locatie van de afnemers. Zie toelichting 1 voor de splitsing van de netto-omzet derden uitgesplitst naar vestigingsland van de werkmaatschappij. 5 Overige bedrijfsopbrengsten Onder overige bedrijfsopbrengsten zijn begrepen opbrengsten uit hoofde van diensten voor derden, verzekerings baten, ontvangen huren en verkoop van grond, gebouwen en installaties en immateriële activa. Deze post omvat in 2014 voornamelijk een verzekeringsbate van EUR 51 miljoen als gevolg van een brand op de locatie Gerkesklooster. Afwikkeling brand Gerkesklooster Als gevolg van een brand op 29 juli 2014 bij FrieslandCampina Cheese in Gerkesklooster is het kaaspakhuis volledig verloren gegaan en hebben andere onderdelen van het complex zware schade opgelopen. Begin september 2014 is de kaasproductie gedeeltelijk weer opgestart, waarbij gebruik is gemaakt van tijdelijke faciliteiten. De herstelwerk zaamheden zijn direct na de brand gestart en deze zullen in 2015 worden voortgezet. Als gevolg van de brand is zowel materiële schade als schade door het verlies van omzet en additionele kosten voor tijdelijke maatregelen geclaimd bij de verzekeringsmaatschappij. In totaal is EUR 51 miljoen uitgekeerd door de verzekeringsmaatschappij voor materiële schade aan vaste activa en voorraden (EUR 36 miljoen) en schade door het verlies van omzet en additionele kosten voor tijdelijke maatregelen in 2014 (EUR 15 miljoen). Het totaalbedrag is opgenomen in de overige bedrijfsopbrengsten. Het boekresultaat naar aanleiding van de brand in Gerkesklooster bedraagt EUR 20 miljoen. In 2015 zal de schade door het verlies van omzet en additionele kosten voor tijdelijke maatregelen met betrekking tot 2015 worden afgehandeld. 6 Kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen
Melk leden-melkveehouders Overige kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen
-4.056 -3.764
2014 % 52 48
-3.990 -3.623
2013 % 52 48
-7.820
100
-7.613
100
59
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
60
7 Personeelskosten
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Aanpassing pensioenregeling
-787 -123 -119 -1.029 131
2014 % 76 12 12 100
-743 -117 -111 -971 29
2013 % 77 12 11 100
-942
-898 Zie voor een nadere uitleg van de aanpassing pensioenregeling toelichting 20.
Werknemers naar business group (gemiddeld aantal fte's)
7.931 7.077 2.736 3.101
2014 % 36 32 12 14
8.198 6.430 2.659 3.002
2013 % 39 30 13 14
1.323 22.168
6 100
897 21.186
4 100
Nederland
7.613
2014 % 34
7.112
2013 % 34
Duitsland
1.653
7
1.692
8
Rest van Europa
4.105
19
4.343
20
Azië en Oceanië
7.574
34
6.846
32
Afrika en het Midden-Oosten
1.060
5
1.026
5
163
1
167
1
22.168
100
21.186
100
Consumer Products EMEA Consumer Products Asia Cheese, Butter & Milkpowder Ingredients Overige
Werknemers naar regio (gemiddeld aantal fte's)
Noord- en Zuid-Amerika
8 Overige bedrijfslasten Transportkosten Reclame- en promotiekosten Uitbesteed werk en uitzendkrachten Energie Onderhouds- en reparatiekosten Overige
1
De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast zoals beschreven in de grondslagen (zie pagina 41).
2014
2013 1
-470 -331 -332 -219 -156 -473
-469 -348 -355 -219 -160 -472
-1.981
-2.023
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
In de post ‘Overige’ is opgenomen: • kosten voor onderzoek en ontwikkeling, welke in 2014 EUR 78 miljoen (2013: EUR 77 miljoen) bedragen en waarvan in 2014 EUR 47 miljoen betrekking heeft op personeelskosten; • operationele leasekosten van EUR 69 miljoen (2013: EUR 62 miljoen); • diverse overheidssubsidies van EUR 6 miljoen (2013: EUR 5 miljoen) zijn in mindering gebracht op de kosten waarop ze betrekking hebben. De condities zijn vervuld en aan de verplichtingen inzake deze subsidies is voldaan; • bijzondere waardeverminderingen van grond, gebouwen en installaties, immateriële activa (exclusief goodwill) en activa aangehouden voor verkoop van EUR 24 miljoen (2013: EUR 19 miljoen); • terugname bijzondere waardeverminderingen van activa aangehouden voor verkoop van EUR 1 miljoen (2013: EUR 1 miljoen); • een dotatie aan de reorganisatievoorziening van EUR 17 miljoen (2013: EUR 17 miljoen); • reinigingskosten van EUR 41 miljoen (2013: EUR 40 miljoen); • bate uit hoofde van een reële waarde-aanpassing van de voorwaardelijke verplichting van EUR 16 miljoen; • honorarium van de externe accountant van EUR 3 miljoen (2013: EUR 4 miljoen).
Specificatie honorarium van de externe accountant
Controle van de jaarrekening Andere controle-opdrachten Opdrachten op fiscaal terrein Andere niet-controle-opdrachten
2014
2013
Totaal KPMG netwerk
Totaal KPMG netwerk
-2,7 -0,1 -0,1 -0,1
-2,7 -0,5 -0,3 -0,3
-3,0
-3,8
2014
2013
9
23 2 25
9 Financieringsbaten en -lasten Financieringsbaten Rentebaten Overige financieringsbaten
9 Financieringslasten Rentelasten Winsten (verliezen) op vreemde valuta Overige financieringslasten
-16
-54 -14 -12
-61
-80
-45
In 2014 heeft FrieslandCampina een nieuwe kredietfaciliteit afgesloten van EUR 1,5 miljard, waarbij de toen geldende kredietfaciliteit voortijdig is afgelost, zie toelichting 23. Als gevolg van de vervroegde aflossing is in de overige financieringslasten EUR 3 miljoen opgenomen zijnde de resterende nog niet geamortiseerde kosten van de afgeloste faciliteit. De overige financieringslasten bestaan daarnaast uit amortisatie van transactiekosten en betaalde vergoedingen voor de syndicaatlening van EUR 4 miljoen (2013: EUR 5 miljoen), de oprenting van de voorwaardelijke verplichting van EUR 3 miljoen (2013: EUR 1 miljoen) en het resultaat op afdekkingsderivaten van EUR 6 miljoen (2013: bate EUR 2 miljoen). Resultaten van vreemde valuta betrekking hebbend op kosten van grond- en hulpstoffen en overige bedrijfslasten zijn opgenomen in de kostprijs van de omzet of in het desbetreffende element van de bedrijfskosten. In 2014 heeft FrieslandCampina dit netto koerseffect van EUR 13 miljoen bate verantwoord in het bedrijfsresultaat (2013: EUR -15 miljoen last).
61
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
62
10 Belastingen Specificatie belastinglasten Acute belasting Acute belasting huidig boekjaar Latente belasting Latente belasting huidig boekjaar Afwaardering van latente belastingvorderingen Aanpassing voorgaande boekjaren
2014
2013
-130 -130
-143 -143
-16 -3
34 -1 1 34 -109
-19 -149
Belastingdruk 2014 Voor belastingen
Belastingen direct verwerkt in het eigen vermogen Minderheidsbelangen gehouden door derden Minderheidsbelangen gehouden door leden
Belastingen verwerkt in het totaalresultaat Reserve valuta-omrekenverschillen Reserve kasstroomafdekkingen Waardemutatie financiële instrumenten beschikbaar voor verkoop Herwaardering van verplichtingen (activa) uit hoofde van toegezegdpensioenregelingen
Belasting last/bate
Na belastingen
2013 Voor belastingen
Belasting last/bate
Na belastingen
-4
1
-3
-32
8
-24
-26
7
-19
-32
8
-24
-30
8
-22
60 -12
-6 3
54 -9
-88 -9
7 3
-81 -6
-4
16
-1
15
-4 -213
51
-162
-44
10
-34
-169
48
-121
-125
19
-106
2014 Effectieve belastingdruk Winst voor belastingen Belastingdruk op basis van Nederlands belastingtarief Effect afwijkende belastingtarieven buiten Nederland Resultaat joint ventures en geassocieerde deelnemingen Bronbelasting op dividenden Niet aftrekbare kosten Onbelaste baten Afwaardering van latente belastingvorderingen Aanpassingen op inschattingen voorgaande jaren Effectieve belastingdruk
Bedrag
%
2013 Bedrag
%
266
444 -111 -7 4 -4 -35 7 -3
25,0 1,6 -0,9 0,9 7,9 -1,6 0,7
-149
33,6
-66 -6 2 -8 -43 12 -1 1 -109
25,0 2,1 -0,8 3,0 16,2 -4,5 0,4 -0,4 41,0
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
11 Grond, gebouwen en installaties 2014
Boekwaarde begin boekjaar Verworven middels acquisitie Investeringen Desinvesteringen Valuta-omrekenverschillen Overboekingen Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Terugname bijzondere waardeverminderingen
Grond en gebouwen
Machines en installaties
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Activa in uitvoering
516 4 66 -2 5 92
1.034 6 168 -3 14 160
115
518
17 -1
353
3
3 -256
-2
Totaal
2.183 10 604 -6 22 -1 -2
-42 -3 1
-135 -15
-25 -1
-1
Boekwaarde einde boekjaar
637
1.227
108
617
-202 -20 1 2.589
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde einde boekjaar
1.270
3.199
340
617
5.426
-633
-1.972
-232
637
1.227
108
617
Grond en gebouwen
Machines en installaties
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Activa in uitvoering
505 7 24
1.017 8 81 -4 -32 106
76 6 16 -2 -2 45
320
-2.837 2.589 2013
Boekwaarde begin boekjaar Verworven middels acquisitie Investeringen Desinvesteringen Valuta-omrekenverschillen Overboekingen Overboeking naar activa aangehouden voor verkoop Afschrijvingen Bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde einde boekjaar Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde einde boekjaar
-11 33
386 -1 -187
-2
Totaal
1.918 21 507 -6 -46 -3 -2
-38 -2 516
-127 -15 1.034
-23 -1 115
518
-188 -18 2.183
1.126
2.960
352
518
4.956
-610
-1.926
-237
516
1.034
115
-2.773 518
2.183
De mutatie uit hoofde van ‘verworven middels acquisitie’ heeft betrekking op EUR 10 miljoen verkregen materiële vaste activa van Olam Ivoire Sarl (2013: EUR 21 miljoen verkregen materiële vaste activa van Zijerveld en Den Hollander Food). De bijzondere waardeverminderingen hebben voor EUR 6 miljoen betrekking op een afwaardering tot de getaxeerde opbrengstwaarde van gebouwen en installaties, als gevolg van een voorgenomen sluiting van een productielocatie in België als onderdeel van het reorganisatieprogramma Reshape. Daarnaast heeft een afwaardering van EUR 4 miljoen op machines, installaties en gebouwen van de productielocatie van FrieslandCampina Cheese in Gerkesklooster plaatsgevonden, als gevolg van een brand. Het resterende deel heeft hoofdzakelijk betrekking op bijzondere waardeverminderingen van machines en installaties van overige locaties. De bijzondere waardeverminderingen van 2013 hadden met name betrekking op een afwaardering tot de getaxeerde opbrengstwaarde van gebouwen en installaties, als gevolg van de voorgenomen sluiting van twee productielocaties in Nederland. In de winst-enverliesrekening zijn de bijzondere waardeverminderingen en terugname bijzondere waardeverminderingen begrepen in de overige bedrijfslasten.
63
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
64
De boekwaarde van gebouwen, machines en installaties waarop financiële leaseovereenkomsten van toepassing zijn, bedraagt EUR 13 miljoen (2013: EUR 15 miljoen). Per einde boekjaar zijn voor een bedrag van EUR 159 miljoen (2013: EUR 243 miljoen) verplichtingen aangegaan inzake investeringen in grond, gebouwen en installaties. De in de investeringen begrepen geactiveerde rente bedraagt EUR 10 miljoen (2013: EUR 7 miljoen). Het hiervoor gehanteerde rentepercentage is 3,5% (2013: 4,0%). 12 Immateriële activa 2014
Boekwaarde begin boekjaar Verworven middels acquisitie Investeringen als gevolg van interne ontwikkeling Investeringen Overboekingen Valuta-omrekenverschillen Amortisatie Bijzondere waardeverminderingen
Goodwill
Handelsmerken, klantrelaties en patenten
876 5
180 16
Overige immateriële activa en immateriële activa Software in uitvoering
44
82
Totaal
Boekwaarde einde boekjaar
898
201
64
95
1.182 21 50 2 1 33 -29 -2 1.258
Aanschafwaarde Cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde einde boekjaar
1.102
247
184
109
1.642
-204
-46
-120
-14
-384
898
201
64
95
1.258
50 2 34 17
-33
16 -11
-16
-2 -2
2013
Boekwaarde begin boekjaar Verworven middels acquisitie Investeringen als gevolg van interne ontwikkeling Investeringen Overboekingen Valuta-omrekenverschillen Amortisatie Bijzondere waardeverminderingen Waardeaanpassing verplichting inzake put-optie Boekwaarde einde boekjaar Aanschafwaarde Cumulatieve amortisatie en bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde einde boekjaar
Goodwill
Handelsmerken, klantrelaties en patenten
1.046 25
158 47
Overige immateriële activa en immateriële activa Software in uitvoering
Totaal
12 13
54 1 35 5 -10
-16 -9
-13
-3
-200 25 876
180
44
82
1.290 73 35 17 3 -36 -25 -200 25 1.182
1.080
199
160
94
1.533
-204
-19
-116
-12
-351
876
180
44
82
1.182
-20
32
De mutatie uit hoofde van ‘verworven middels acquisitie’ heeft betrekking op de verkregen immateriële vaste activa van Olam Ivoire Sarl, DEK Srl en Orange Srl voor in totaal EUR 16 miljoen. De goodwill ‘verworven middels acquisitie’ van EUR 5 miljoen heeft betrekking op de Olam-gerelateerde acquisitie, welke is gealloceerd aan de business group Consumer Products EMEA.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
FrieslandCampina is in 2010 een wereldwijd ICT-standaardisatie programma gestart. Gedurende 2014 is hiervoor een bedrag van EUR 45 miljoen (2013: EUR 35 miljoen) geactiveerd, waarvan het gedeelte dat eind 2014 nog in uitvoering is in de verloopstaat is verantwoord onder de categorie ‘Overige immateriële activa en immateriële activa in uitvoering’. In 2012 is het systeem door de eerste werkmaatschappijen in gebruik genomen en daarna is deze implementatie verder uitgerold naar andere werkmaatschappijen. De uitrol naar overige werkmaatschappijen zal een aantal jaren in beslag nemen en het is voorzien dat dit programma in 2018 wordt afgerond. Impairment test voor groepen van kasstroomgenererende eenheden die goodwill bevatten FrieslandCampina voert de goodwill impairment test jaarlijks in het tweede kwartaal uit, en op een ander moment indien er sprake is van een aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering. Goodwill wordt gevolgd en getest op het niveau van de business group, bestaande uit een groep van kasstroomgenererende eenheden op het moment van het uitvoeren van de goodwill impairment test. Bij de goodwill impairment test wordt de realiseerbare waarde, zijnde de bedrijfswaarde, per business group berekend. In onderstaande tabel is de allocatie van de goodwill naar de business groups opgenomen. 2013 554 134 25 163 876
2014 559 151 25 163
Consumer Products EMEA Consumer Products Asia Cheese, Butter & Milkpowder Ingredients
898 De belangrijkste aannames die zijn toegepast voor de berekening van de bedrijfswaarde per business group zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Consumer Products EMEA Consumer Products Asia Cheese, Butter & Milkpowder Ingredients
%
%
%
Groeivoet restwaarde
Gebudgetteerde EBITDA ten opzichte van netto-omzet
Discontovoet voor belastingen
2014 3,5 3,0 1,5 1,5
2013 3,5 3,5 2,0 2,0
2014 7-9 16-21 5 9-17
2013 6-7 14-18 4-5 14-23
2014 11 9 10 9
2013 14 11 11 10
In oktober 2013 is de managementstructuur gewijzigd. In voorgaand jaar is de goodwill impairment test uitgevoerd op de oude managementstructuur. De vergelijkende cijfers voor de belangrijkste aannames in bovenstaande tabel wijken af van de jaarrekening 2013 om zodoende inzicht te geven in wat de belangrijkste aannames voor Consumer Products EMEA en Consumer Products Asia geweest zouden zijn, als de managementstructuur reeds gewijzigd zou zijn geweest ten tijde van de goodwill impairment test 2013. De gebudgetteerde EBITDA-marges zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden, specifieke verwachtingen voor de nabije toekomst en marktconforme groeipercentages. De discontovoet voor iedere business group is gebaseerd op in de markt waarneembare gegevens en is bepaald voor belasting. De bedrijfswaarden van de business groups zijn bepaald op basis van het budget 2014 en de meerjarenplannen tot en met 2018. Tevens wordt rekening gehouden met een vergoeding voor de coöperatieve rol die de business group Cheese, Butter & Milkpowder vervult bij het verwerken van ledenmelk en vet in het bijzonder. Voor de periode na 2018 is voor 2014 een groeipercentage gehanteerd dat gelijk is aan de verwachte lange termijn inflatiepercentages, zoals in de markt gebruikelijk is. Gevoeligheid voor veranderingen in veronderstellingen De uitkomst van de goodwill impairment test van de business groups Consumer Products EMEA, Consumer Products Asia, Cheese, Butter & Milkpowder en Ingredients laat zien dat de bedrijfswaarden de boekwaarden van de business groups overstijgt. Een redelijke aanpassing van de uitgangspunten leidt in deze gevallen niet tot lagere bedrijfswaarden dan de boekwaarden van deze business groups.
65
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
66
13 Joint ventures en geassocieerde deelnemingen FrieslandCampina heeft belangen in een aantal afzonderlijke niet-materiële joint ventures en geassocieerde deelnemingen. De volgende tabel specificeert, in totalen, de boekwaarde en het aandeel in het totaalresultaat van deze joint ventures en geassocieerde deelnemingen. 2014
2013
Joint Ventures
Geassocieerde deelnemingen
Joint Ventures
Geassocieerde deelnemingen
86
36
83
33
Aandeel in: Winst of verlies uit voortgezette activiteiten Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen
8 1
5
1
Totaalresultaat
9
5
7 -3 4
Boekwaarde
1
De meest materiële joint venture betreft een 50% belang in de joint venture Betagen Holding Ltd., dit belang wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Het belang van FrieslandCampina bedraagt EUR 68 miljoen (2013: EUR 66 miljoen), bestaande uit een belang van EUR 38 miljoen (2013: EUR 36 miljoen) in de netto-activa en EUR 30 miljoen (2013: EUR 30 miljoen) goodwill. Het aandeel in het resultaat van Betagen Holding Ltd. over 2014 bedraagt EUR 5 miljoen (2013: EUR 6 miljoen). FrieslandCampina heeft een 82,33% belang in Dutch Dairy Ingredients B.V. en een 74,53% belang in Het Kaasmerk B.V. In deze geassocieerde deelnemingen bezit FrieslandCampina minder dan de helft van de stemrechten en als gevolg hiervan heeft FrieslandCampina geen beleidsbepalende invloed. De belangen in deze entiteiten worden verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode. Voor een opsomming van de belangrijkste joint ventures en geassocieerde deelnemingen wordt verwezen naar pagina 94. 14 Derivaten De toelichting op de doelstelling, gedragslijnen en beleid met betrekking tot het gebruik van derivaten en andere financiële instrumenten in de activiteiten van FrieslandCampina is opgenomen in toelichting 30. Afdekkingsderivaten In de balans zijn de afdekkingsderivaten opgenomen in de kortlopende en langlopende overige financiële activa en overige financiële verplichtingen. Afdekkingactiviteiten
2014 Vervaldatum
Cross currency swaps (geactiveerd) Cross currency swaps (gepassiveerd) Interest rate swaps
2017 en 2020 na 2017 2015
Totaal kasstroomafdekkingen met toepassing van hedge accounting Cross currency swaps Valuta derivaten (geactiveerd) Valuta derivaten (gepassiveerd) Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast Totaal derivaten Opgenomen onder kortlopend Opgenomen onder langlopend
Activa
21
202 28 2
21 2015 en 2017 2015 2015
Passiva
Contractvolume ultimo
373 100
30 3
37
5
63 211
2 2
8
23
38
2 21
7 31
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Afdekkingactiviteiten
2013 Vervaldatum
2017 en 2020 na 2017 2014-2015
Cross currency swaps (geactiveerd) Cross currency swaps (gepassiveerd) Interest rate swaps Totaal kasstroomafdekkingen met toepassing van hedge accounting Cross currency swaps Valuta derivaten (geactiveerd) Valuta derivaten (gepassiveerd)
Activa
3
143 62 6
3 2014 2014 2014
Passiva
Contractvolume ultimo
364 200
68
1 3
Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast
4
1 1
Totaal derivaten
7
69
Opgenomen onder kortlopend Opgenomen onder langlopend
4 3
2 67
17 129 75
Kasstroomafdekkingen Ten behoeve van opgenomen leningen van USD 696 miljoen, zijn cross currency swaps afgesloten, waardoor de USD aflossings- en rentebetalingsverplichtingen aan institutionele beleggers zijn omgezet in EUR verplichtingen. De interest rate swaps zijn afgesloten om de variabele renteverplichtingen op de rentedragende verplichtingen om te zetten in vaste renteverplichtingen. Voor genoemde afdekkingen, waarop hedge accounting wordt toegepast, wordt conform IAS 39 voldaan aan de documentatievereisten van hedge accounting en vinden vooraf en per rapportagedatum effectiviteitstesten plaats. Deze afdekkingen zijn zeer effectief gebleken, waardoor er ultimo 2014 EUR -33 miljoen (2013: EUR -24 miljoen) aan reserve kasstroomafdekkingen in het eigen vermogen is opgenomen. Hiervan heeft EUR -32 miljoen (2013: EUR -20 miljoen) betrekking op de cross currency swaps en EUR -1 miljoen (2013: EUR -4 miljoen) op de interest rate swaps. Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast Derivaten waarop geen hedge accounting wordt toegepast zijn afgesloten tegenover verwachte verkopen, respectievelijk inkopen, leningen, openstaande debiteuren en openstaande crediteuren. De mutaties in de waarde van deze derivaten worden grotendeels gecompenseerd door tegenovergestelde waardemutaties op de debiteuren en crediteuren. Het is, en was gedurende de verslagperiode, het beleid van FrieslandCampina om niet voor speculatieve doeleinden in financiële instrumenten te handelen. Put-optie verplichtingen In de balans zijn de put-optie verplichtingen opgenomen onder de overige financiële verplichtingen.
Kortlopende verplichting inzake put-optie Langlopende verplichting inzake put-optie 15 Overige financiële activa Verstrekte leningen Effecten Derivaten Langlopende vorderingen
2014 7 1
2013 7
2014 36 35 21 6
2013 39 30 3 4
98
76
Van de verstrekte leningen heeft EUR 17 miljoen betrekking op een lening aan de joint venture Great Ocean Ingredients Pty. Ltd. (2013: EUR 19 miljoen). Het restant betreft leningen aan derde partijen. De gemiddelde rentevergoeding van
67
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
68
de leningen is ultimo 2014 2,5% (2013: 2,8%). Van de verstrekte leningen vervalt EUR 18 miljoen na 2019. De verstrekte leningen zijn allemaal nog binnen de vervaltermijn. Het in 2013 verworven belang van 7,5% in Synlait Milk Ltd is in 2014 uitgebreid tot een belang van 9,99%. Dit betreft een zuivelbedrijf in Nieuw-Zeeland dat beursgenoteerd is aan de New Zealand stock exchange (“NZX”). Op 31 december 2014 heeft dit belang een waarde van EUR 30 miljoen (2013: EUR 26 miljoen) welke onder effecten zijn vermeld. Voor derivaten zie toelichting 14. 16 Voorraden Grond- en hulpstoffen Gereed product en handelsgoederen
2014 385 879
2013 383 920
1.264
1.303
Van de voorraden is EUR 196 miljoen (2013: EUR 287 miljoen) gewaardeerd tegen lagere marktwaarde. In 2014 bedraagt de totale afwaardering van voorraden naar marktwaarde EUR 28 miljoen (2013: EUR 30 miljoen). De afwaardering is opgenomen in de kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen. Er zijn geen voorraden verpand als zekerheid voor verplichtingen. 17 Handelsdebiteuren en overige vorderingen Handelsdebiteuren Overige vorderingen Voorziening voor dubieuze handelsdebiteuren Vorderingen ter zake van belastingen (excl. vennootschapsbelasting) en premies sociale verzekeringen Vooruitbetalingen
Voorziening voor dubieuze handelsdebiteuren Begin boekjaar Overgenomen middels acquisitie Toevoegingen ten laste van de winst-en-verliesrekening Vrijgevallen ten gunste van de winst-en-verliesrekening Afboeking handelsdebiteuren Ontvangen op reeds afgeboekte handelsdebiteuren Einde boekjaar Betalingstermijn handelsdebiteuren en overige vorderingen Binnen betalingstermijn Overschrijding minder dan 3 maanden Overschrijding tussen 3 en 6 maanden Overschrijding meer dan 6 maanden
2014 1.121 94 -19
2013 1.163 63 -14
1.196
1.212
70
67
54
44
1.320
1.323
-14
-15 -3 -1 1 4
-5 1 -1
-14
-19 Bruto
Afwaardering
Netto
1.032 122 16 45
-4 -1 -3 -11
1.215
-19
1.028 121 13 34 1.196
De toevoegingen en vrijgevallen bedragen van de voorziening voor dubieuze handelsdebiteuren zijn opgenomen in de overige bedrijfslasten (toelichting 8). Bedragen ten laste van de voorziening worden afgeschreven, wanneer niet wordt verwacht dat deze inbaar zijn. De handelsdebiteuren en overige vorderingen zijn niet rentedragend en hebben over het algemeen een krediettermijn van 10 tot 90 dagen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
FrieslandCampina heeft in verschillende landen een kredietverzekering afgesloten om het kredietrisico op klanten te mitigeren. Ultimo 2014 bedraagt de verzekerde positie EUR 393 miljoen (2013: EUR 318 miljoen). 18 Liquide middelen Deposito's Liquide middelen
2014 198 424
2013 157 403
622
560
Liquide middelen staan geheel ter vrije beschikking van de coöperatie. 19 Eigen vermogen Ledencertificaten Aan de leden-melkveehouders zijn ten tijde van de fusie ledencertificaten toegekend. De looptijd van de ledencertificaten is onbeperkt. De ledencertificaten zijn achtergesteld ten opzichte van alle schuldeisers van FrieslandCampina en zijn niet verhandelbaar. Het rentetarief voor de ledencertificaten is de zesmaands Euribor plus 3,25%, per 1 juni en 1 december van het jaar. Ledencertificaten kunnen onder bepaalde voorwaarden worden omgezet in ledenobligaties van Koninklijke FrieslandCampina N.V. Vanuit de winst van het boekjaar 2014 is EUR 8 miljoen (2013: EUR 8 miljoen) toegerekend aan de reserve ledencertificaten. Daarnaast is in 2014 voor een bedrag van EUR 11 miljoen (2013: EUR 16 miljoen) ledencertificaten geconverteerd in ledenobligaties van Koninklijke FrieslandCampina N.V. Overige reserves De overige reserves bestaan uit de reële-waardereserve, reserve kasstroomafdekkingen en reserve valutaomrekenverschillen. De reële-waardereserve bevat de reële waarde veranderingen van financiële instrumenten die zijn aangemerkt als beschikbaar voor verkoop. De reserve kasstroomafdekkingen bevat de wijzigingen in de reële waarde van interest rate swaps, cross currency swaps en valutatermijncontracten voor zover deze classificeren als zeer effectieve kasstroomafdekkingen. De reserve valuta-omrekenverschillen heeft betrekking op de cumulatieve valutawaarderingsverschillen van dochterondernemingen, alsmede valutawaarderingsverschillen van aan dochterondernemingen verstrekte leningen met een permanent karakter. Algemene reserve De algemene reserve betreft het saldo van de in het verleden behaalde winsten die niet zijn uitgekeerd. Minderheidsbelangen gehouden door leden Deze categorie van het eigen vermogen betreft de door Koninklijke FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan leden van de coöperatie. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. heeft geen beschikkingsmacht over de door Koninklijke FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan leden van de coöperatie, en derhalve zijn de door Koninklijke FrieslandCampina N.V. uitgegeven ledenobligaties aan leden van de coöperatie opgenomen in deze component van het eigen vermogen. Minderheidsbelangen gehouden door derden De post minderheidsbelangen heeft betrekking op het aandeel in het eigen vermogen dat niet aan FrieslandCampina toekomt. FrieslandCampina heeft een direct belang van 50% in DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG maar heeft wel zeggen schap over deze entiteit. FrieslandCampina heeft onder andere door de benoeming van de CEO beleidsbepalende invloed in deze entiteit. De DFE put-optie is per juni 2013 komen te vervallen en als gevolg hiervan is de ‘anticipated acquisition-method’ beëindigd. FrieslandCampina behoudt zeggenschap over DMV-Fonterra Excipients GmbH &
69
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
70
Co. KG na het vervallen van deze put-optie, en derhalve is deze transactie in 2013 verwerkt als transactie tussen aandeelhouders. Als gevolg hiervan is de geherwaardeerde verplichting inzake de put-optie van EUR 183 miljoen ten gunste gekomen van de algemene reserve en de minderheidsbelangen gehouden door derden in het eigen vermogen. FrieslandCampina heeft een 49%-belang in Sahnemolkerei Hubert Wiesehoff GmbH, maar FrieslandCampina heeft een beslissende stem in de directie en als gevolg beleidsbepalende invloed. Daarnaast is FrieslandCampina een put-optie verplichting aangegaan. FrieslandCampina heeft verder een 80%-belang in Orange Srl waarbij FrieslandCampina eveneens een put-optie verplichting is aangegaan. Als gevolg van de toepassing van de ‘anticipated acquisition method’, worden beide belangen voor 100% betrokken in de consolidatie zonder opname van een minderheidsbelang in de balans en winst-en-verliesrekening. Eventuele uitgekeerde dividenden aan houders van de put-optie worden opgenomen onder de financieringslasten. De put-optie verplichtingen zijn verantwoord in de overige financiële verplichtingen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële informatie met betrekking tot elk van de dochterondernemingen van FrieslandCampina waarbij sprake is van een materieel minderheidsbelang, gebaseerd op de grondslagen van FrieslandCampina, voor eventuele intra-groepseliminaties en op basis van de laatst beschikbare openbare informatie. 2014 FrieslandCampina WAMCO Nigeria Plc
DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG 1
Dutch Lady Milk Industries Berhad
45,42%
50,00%
49,04%
79 145 -25 -155
18 86 -12 -27
20 61 -2 -43
Netto-activa Boekwaarde minderheidsbelang
44 20
65 103
36 18
Opbrengsten
577
Percentage minderheidsbelang Vaste activa Vlottende activa Langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen
Overige
Totaal
45
186
230
Resultaat Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen
49 -3
49 -3
25 3
Totaalresultaat voor de periode Resultaat toegerekend aan minderheidsbelang Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen toegerekend aan minderheidsbelang Dividend uitgekeerd aan minderheidsbelang
46 22
46 13
28 12
22
69
-1
-2
1
6
4
20
24
16
3
63
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten
24 -17 -43
31 -3 -34
Nettokasstroom
-36
-6
De 2014 cijfers van DFE zijn nog niet openbaar beschikbaar en derhalve zijn de cijfers over 2013 weergegeven.
1
De genoemde percentages in bovenstaande tabel geven het directe belang weer dat Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. houdt in deze deelnemingen. Voor alle in bovenstaande opgenomen deelnemingen is het indirecte belang gelijk aan het directe belang.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
2013 FrieslandCampina WAMCO Nigeria Plc
DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG 1
Dutch Lady Milk Industries Berhad
45,42%
50,00%
49,04%
Netto-activa Boekwaarde minderheidsbelang
65 159 -18 -166 40 18
18 86 -12 -27 65
17 68 -1 -42 42 21
Opbrengsten
570
Percentage minderheidsbelang Vaste activa Vlottende activa Langlopende verplichtingen Kortlopende verplichtingen
Resultaat Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen Totaalresultaat voor de periode Resultaat toegerekend aan minderheidsbelang Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen toegerekend aan minderheidsbelang Dividend uitgekeerd aan minderheidsbelang Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nettokasstroom
103
71 Overige
Totaal
34
176
233
62 -3 59 28
49 -3 46 13
33 -5 28 16
22
79
-1
-2
-2
-4
-9
40
24
20
14
98
89 -21 -89 -21
44 -3 -40 1
Door het vervallen van de DFE put-optie per juni 2013 is DFE vanaf die datum als een minderheidsbelang behandeld. Derhalve reflecteert het resultaat toegerekend aan minderheidsbelang en de resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen toegerekend aan minderheidsbelang de periode juni tot en met december 2013. De opbrengsten en kasstromen van DFE zijn niet openbaar beschikbaar en derhalve zijn deze cijfers niet toegelicht.
1
20 Personeelsbeloningen Pensioensituatie Nederlandse medewerkers cao zuivelindustrie tot 2015 Een groot gedeelte van FrieslandCampina’s pensioenverplichtingen voor toegezegd-pensioenregelingen, per eind 2014 92%, houdt verband met twee – vrijwel identieke – pensioenregelingen voor Nederlandse medewerkers, die zijn gebaseerd op de cao voor de zuivelindustrie. De cao regeling is een middelloonregeling, biedt recht op ouderdomsen nabestaandenpensioen en kent een pensioenleeftijd van 67 jaar (tot 1 januari 2014: 65 jaar). De opgebouwde aanspraken van medewerkers worden jaarlijks verhoogd met de algemene loonindex in de zuivelindustrie met een maximum van 3%. De aanspraken van inactieve deelnemers worden jaarlijks met maximaal de ‘consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid’ verhoogd. Dit betreft een voorwaardelijke toezegging. De twee pensioenregelingen hebben verschillende pensioenuitvoerders. De pensioenregeling van voormalig Campina medewerkers wordt uitgevoerd in een ondernemingspensioenfonds, de pensioenregeling van voormalig medewerkers van Friesland Foods en nieuwe FrieslandCampina medewerkers na de fusie (1 januari 2009) wordt uitgevoerd door een verzekeraar in een gesepareerd beleggingsdepot. Deze pensioenregelingen wijzigen per 1 januari 2015. De wijzigingen zijn van belang, omdat in de waardering van de pensioenverplichtingen rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
72
Pensioensituatie Nederlandse medewerkers cao zuivelindustrie met ingang van 2015 FrieslandCampina heeft – als onderdeel van de Nederlandse Zuivelorganisatie – eind juli 2014 een akkoord gesloten met vakorganisaties en de centrale ondernemingsraad over een nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2015. Alle Nederlandse medewerkers, die vallen onder de werking van de cao zuivelindustrie bouwen vanaf dat moment pensioen op in toegezegde-bijdrageregelingen, zoals hieronder is weergegeven. Pensioengevend jaarsalaris
Pensioenregelingen Nederlandse medewerkers vallend onder de werking van de cao zuivelindustrie vanaf 1 januari 2015
Tot € 61.653
Collectieve beschikbare premieregeling op basis van een vaste premie, uitgevoerd door Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel.
Tussen € 61.653 en € 100.000
Individueel beschikbare premieregeling, uitgevoerd door een premie pensioeninstelling.
Boven € 100.000
Netto pensioenspaarregeling, uitgevoerd door dezelfde premie pensioeninstelling.
In verband met de nieuwe pensioensituatie vanaf 1 januari 2015 is de pensioenopbouw in de huidige hiervoor beschreven pensioenregelingen stopgezet. Voor de regeling van voormalig Campina medewerkers heeft FrieslandCampina op grond van de uitvoeringsovereenkomst alleen nog een resterende verplichting voor afwikkeling van de uitvoerings- en excassokosten. FrieslandCampina verwacht hierover in 2015 overeenstemming te bereiken met het pensioenfonds waarna sprake is van ‘afwikkeling van de regeling’. Op dat moment vervallen de contante waarde van de brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten (‘brutopensioenverplichting’) en de reële waarde van de fondsbeleggingen van de regeling (per eind 2014 beide: EUR 1.414 miljoen). Er treedt daarbij geen effect op in de winst-en-verliesrekening omdat de huidige, en de op het moment van afwikkeling verwachte, nettopensioenverplichting (de brutopensioenverplichting minus de reële waarde van de beleggingen) nihil bedraagt. Door de overgang naar toegezegde-bijdrageregelingen en het stopzetten van de opbouw in de huidige pensioenregelingen is er sprake van een eenmalige bate in de winst-en-verliesrekening in 2014 van EUR 131 miljoen. De pensioenregeling voor pensioenaanspraken opgebouwd tot 2015 voor voormalig Friesland Foods en nieuwe FrieslandCampina medewerkers blijft een toegezegd-pensioenregeling. Deze regeling, ultimo 2014 52% van de totale brutopensioenverplichting, wordt hieronder nader toegelicht. Regeling voor pensioenaanspraken opgebouwd tot 2015 voormalig Friesland Foods en nieuwe FrieslandCampina medewerkers Karakteristieken regeling
Vanaf 2015 is de reguliere pensioenopbouw stopgezet. De tot 2015 opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers worden gedurende de looptijd van de vijfjarige cao jaarlijks verhoogd met een vaste indexatie van 1,75%, zolang het dienstverband voortduurt. Voor inactieve deelnemers geldt een voorwaardelijke indexatie.
Pensioenuitvoerder
Verzekeraar, in een gesepareerd beleggingsdepot, middels een garantiecontract.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Financieringsafspraken
Voor de vaste indexatie van actieve deelnemers wordt jaarlijks een koopsom berekend, op marktwaarde, die geheel door FrieslandCampina wordt betaald. Voor de indexatie voor inactieve deelnemers stort FrieslandCampina in de vier jaar van 2015 tot en met 2018 jaarlijks een vast bedrag van EUR 16 miljoen in het depot. Daarna is FrieslandCampina geen betalingen meer verschuldigd. Tot slot geldt in het gesepareerd beleggingsdepot de verplichting de dekkingsgraad tot 110% aan te vullen, als deze 1,5 jaar lang lager is dan 110%, gemeten vanaf ultimo enig jaar. Eind 2014 bedroeg de dekkingsgraad 123,2% bepaald volgens de voorwaarden van het verzekeringscontract (2013: 114,8%).
Toezicht en governance
De verantwoordelijkheid om voldoende middelen aan te houden om alle uitkeringen te kunnen doen ligt bij de verzekeraar. Het toezicht hierop vindt plaats door DNB. De pensioenpremie wordt vastgesteld op basis van de grondslagen in het verzekeringscontract. Het beleggingsbeleid voor het verzekeringscontract wordt vastgesteld in overleg tussen FrieslandCampina en verzekeraar.
Opbouw deelnemersbestand
Het deelnemersbestand bestaat voor ongeveer 66% uit deelnemers die nog werkzaam zijn voor FrieslandCampina, voor 22% uit voormalig medewerkers en voor 12% uit gepensioneerden. De gemiddelde looptijd van de pensioenverplichtingen bedraagt ongeveer 21 jaar.
Belangrijkste risico’s
Het belangrijkste risico is dat de dekkingsgraad ultimo enig jaar tot onder de 110% zakt. In dat geval is FrieslandCampina, wanneer deze situatie 1,5 jaar lang zo blijft, verplicht de dekkingsgraad weer tot 110% aan te vullen. Aangezien de pensioenverplichtingen in het contract op basis van een vaste rente worden berekend, is de ontwikkeling van de beleggingen van significante invloed op de dekkingsgraad.
De pensioenregeling voor pensioenaanspraken opgebouwd tot 2015 voor voormalig Campina medewerkers, blijft ook een toegezegd-pensioenregeling. Deze regeling bevat ultimo 2014 40% van de totale brutopensioenverplichting. De tot 2015 opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers worden gedurende de looptijd van de vijfjarige cao jaarlijks verhoogd met een vaste indexatie van 1,75%, zolang het dienstverband voortduurt. Deze indexatie, die wordt ondergebracht bij een verzekeraar, zal worden verhoogd met een vaste inkoop voor indexatie na pensionering. Het betreft een volledig garantiecontract zonder winstdeling. Overige regelingen Nederlandse medewerkers cao zuivelindustrie Naast de hierboven genoemde regeling hebben de Nederlandse medewerkers, die eind 2005 in dienst waren, ook recht op een aanvullend – per individu vastgesteld – pensioenkapitaal als zij vanuit actief dienstverband pensioneren. Toekenning van dit voorwaardelijke kapitaal vindt plaats in 2021 of bij eerder pensioneren. Op dat moment worden tegen de dan geldende tarieven voor deze kapitalen door FrieslandCampina pensioenrechten ingekocht. Er treden geen wijzigingen op in deze regeling. Deze regeling bevat ultimo 2014 2% van de totale brutopensioenverplichting. Nederlandse medewerkers cao kaaspakhuizen Medewerkers van FrieslandCampina die vallen onder de cao voor de kaaspakhuizen nemen deel in de pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel (AVH). Deze regeling kwalificeert als een toegezegde-bijdrageregeling.
73
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
74
Buitenlandse medewerkers Voor buitenlandse activiteiten van FrieslandCampina zijn met name toegezegde-bijdrageregelingen van toepassing. Een uitzondering hierop vormt Duitsland met voornamelijk niet-gefinancierde regelingen, op basis van salaris-diensttijd en vaste bedragen, die 3% van FrieslandCampina’s totale brutopensioenverplichting omvatten. De opgebouwde aanspraken worden jaarlijks verhoogd met maximaal de prijsinflatie. Dit betreft een voorwaardelijke toezegging. Vanwege de omvang wordt in de rest van de toelichting expliciet ingegaan op FrieslandCampina’s Nederlandse pensioenregelingen. Voor de Duitse regelingen wordt dezelfde methodiek toegepast om de disconteringsvoet en inflatieparameter af te leiden. Veronderstellingen De hierna opgenomen tabellen geven de veronderstellingen weer welke gehanteerd zijn bij het uitvoeren van de berekeningen voor de (mutaties in de) brutopensioenverplichting, de fondsbeleggingen en de betreffende onderdelen van de pensioenlasten, zoals verwerkt in de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening.
Veronderstellingen 1 Discontovoet Looninflatie Prijsinflatie / stijging franchise Indexatie - actieven - inactieven en gepensioneerden Levensverwachting - 65 jarige man / vrouw einde jaar - 65 jarige man / vrouw over 20 jaar 1
2014 % 1,6 - 2,0 n.v.t. 2.0
2013 % 3,2 - 3,5 2,5 2,0
1,75 - 2,0 0,0 - 2,0
2,5 0,0 - 1,8
in jaren 19,9 / 22,9 22,5 / 25,2
in jaren 20,4 / 22,9 22,4 / 24,0
De getoonde percentages betreffen de hiervoor genoemde Nederlandse pensioenregelingen (exclusief de overige regelingen), welke 92% (2013: 92%) van de brutopensioenverplichting vertegenwoordigen, respectievelijk 99% (2013: 99%) van de reële waarde van de beleggingen.
De toegepaste discontovoet is afgeleid van het rendement op hoogwaardige ondernemingsobligaties, waarbij per pensioenregeling rekening is gehouden met de looptijd van de pensioenverplichtingen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Verloop en specificatie van de post nettopensioenverplichting Brutopensioenverplichting
Begin boekjaar Opgenomen in de winst-enverliesrekening Bedrijfskosten: Kosten voor opbouw Aanpassing pensioenregeling Rentelasten of -baten Administratie- en uitvoeringskosten Totaal Opgenomen in het eigen vermogen Herwaardering van de nettopensioenverplichting door: Het rendement op beleggingen, exclusief de opgenomen rentebate, alsmede aanpassing garantiewaarde Wijzigingen in financiële veronderstellingen Wijzigingen in demografische veronderstellingen Bestandsontwikkelingen Totaal herwaardering Valuta-omrekenverschillen Totaal Overig Bijdragen aan de regeling Betaalde uitkeringen Herrubricering Totaal Einde boekjaar
2014 2.963
2013 2.841
81 -131 100
72 -29 99
50
142
Reële waarde beleggingen
2014 -2.339
-84 3
2013 -2.243
-81
-81 3 -78
-607
-36
Nettopensioenverplichting
2014 624
2013 598
81 -131 16 3 -31
72 -29 18 3 64
-607
-36
849
81
849
81
-27
-1
-27
-1
-3
-1 79 -8 71
-3
819 5 824
-94 -94
-93 2 -91
3.743
2.963
212 3
-609
-36 2 -34
215
-1 43 -6 37
-150 94
-77 93
-150
-77
-56
16
-150
2 -75
-3.085
-2.339
658
624
5 663
6 630
-607 -2
Rubricering Vaste activa Langlopende verplichtingen
Van de brutopensioenverplichting eind 2014 van EUR 3.743 miljoen is EUR 283 miljoen nog niet gefinancierd (2013: EUR 236 miljoen). De bijdragen aan de regeling van EUR 150 miljoen, betreffen de door FrieslandCampina in 2014 betaalde premies, waarvan EUR 79 miljoen betrekking heeft op het jaar 2013. Pensioenbaten en- lasten opgenomen in de winst-en-verliesrekening Kosten voor opbouw Aanpassing pensioenregeling Rentelasten of -baten Administratie- en uitvoeringskosten
2014 -81 131 -16 -3
2013 -72 29 -18 -3
In de winst-en-verliesrekening opgenomen bate of last uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen Pensioenlasten uit hoofde van toegezegde-bijdrageregelingen Aandeel werknemers in pensioenlasten
31
-64
-25 6
Pensioenbaten of -lasten opgenomen in de winst-en-verliesrekening
12
-23 5 -82
75
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
76
De aanpassing van de pensioenregelingen, zoals hiervoor beschreven, waarbij de opbouw in de huidige regelingen is stopgezet en toekomstige opbouw plaatsvindt in toegezegde-bijdrageregelingen, leidt tot een eenmalige bate van EUR 131 miljoen in 2014. De aanpassing in de pensioenregelingen in 2013 betreft de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar voor toekomstige pensioenopbouw. FrieslandCampina verwacht in 2015 EUR 133 miljoen bij te dragen aan haar toegezegd-pensioenregelingen, waarvan EUR 75 miljoen betrekking heeft op het jaar 2014. Het resterende bedrag betreft grotendeels de inkoop van indexatie in de Nederlandse pensioenregelingen, betrekking hebbende op de pensioenopbouw tot 2015. Aan de toegezegdebijdrageregelingen verwacht FrieslandCampina in 2015 EUR 79 miljoen bij te dragen, voornamelijk betrekking hebbende op de nieuwe collectieve en individuele beschikbare premieregelingen voor Nederlandse medewerkers vanaf 1 januari 2015. Belangrijkste beleggingscategorieën in percentage van de reële waarde van de totale beleggingen:
Aandelen - Noord-Amerika - Europa - Verre Oosten incl. Japan - Opkomende markten - Overige
2014
2013
%
%
%
%
Ondernemings pensioenfonds
Verzekerings contract
Ondernemings pensioenfonds
Verzekerings contract
8 3 2 2 1
8 4 2 4 3
Vastrentende waarden - Investment grade (rating van BBB of hoger) - Non-investment grade (rating van BB of lager)
28 2
29 1
Garantiewaarde verzekeringscontract Totaal
46
53 53
48 51
48
De beleggingen in het ondernemingspensioenfonds en de garantiewaarde van het verzekeringscontract maken eind 2014 respectievelijk 46% en 53% uit van de totale beleggingen. Van de beleggingen in het ondernemingspensioenfonds heeft een bedrag van EUR 1 miljoen (2013: EUR 6 miljoen) geen directe of indirecte marktnotering. Daarnaast is ongeveer EUR 25 miljoen belegd in achtergestelde obligaties van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. In het ondernemingspensioenfonds wordt het renterisico van de verplichtingen voor 51% afgedekt middels een liability matching portefeuille, voor het grootste deel bestaande uit fysieke staatsobligaties. Voor het grootste gedeelte van de overige vastrentende waarden en de aandelen wordt het valutarisico voor 70% tot 100% afgedekt. De waarde van de beleggingen in het verzekeringscontract is afgeleid van de garantiewaarde van dit contract. De winstdeling in dit contract wordt echter bepaald door de beleggingen in het gesepareerd beleggingsdepot. Deze beleggingen bestaan voor ongeveer 52% uit vastrentende waarden, 42% uit aandelen en 6% uit overige beleggingen. Omdat de verzekeraar de pensioenverplichtingen vaststelt op een vaste rente, is er beperkt sprake van rente-afdekking. De overige beleggingen (1% van de totale beleggingen) hebben betrekking op buitenlandse pensioenregelingen en bestaan uit verzekeringscontracten en diverse beleggingen. Gevoeligheidsanalyse Onderstaande tabel laat voor de Nederlandse regelingen de impact van een wijziging in de belangrijkste veronderstellingen zien op de brutopensioenverplichting. Effect op de brutopensioenverplichting ultimo jaar Wijziging discontovoet met 0,25% Wijziging looninflatie en indexatie actieven met 0,25% Wijziging indexatie inactieven met 0,25% Wijziging levensverwachting met 1 jaar
2014
2013
Stijging
Daling
Stijging
Daling
-161 n.v.t. 134 142
173 n.v.t. -126 -142
-116 33 89 91
125 -31 -84 -90
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Een wijziging in meerdere veronderstellingen leidt mogelijk tot andere effecten dan de optelling van de afzonderlijke effecten door het optreden van kruis-effecten. Bovendien zijn de gevolgen voor de nettopensioenverplichting veelal kleiner omdat bovengenoemde effecten deels worden gecompenseerd door een wijziging in de garantiewaarde van het verzekeringscontract, of de indexatie-aanname bij het ondernemingspensioenfonds. 21 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen 2014
Grond, gebouwen en installaties Immateriële activa
Begin boekjaar Verworven middels acquisitie Opgenomen in winst-enverliesrekening Opgenomen in eigen vermogen Valuta-omrekenverschillen Overige Einde boekjaar
Personeels vergoedingen
Voorraden, debiteuren, derivaten, crediteuren en voorzieningen
Nietgerealiseerde verlies compensaties en faciliteiten
Totaal
-53
49 -3
117
64
45
222 -3
-10
9
-37
20
-1
-19
51
56
-5
-3 6 1
8
-1 1
-2
-63
50
88
50
131
256
Latente belastingvorderingen- en verplichtingen hebben betrekking op de volgende balansposten: Vorderingen
Verplichtingen
Netto
2 114 134 94 50 -30
65 64 3 6
-63 50 131 88 50
-30
364
108
Personeels vergoedingen
Voorraden, debiteuren, derivaten, crediteuren en voorzieningen
Nietgerealiseerde verlies compensaties en faciliteiten
37
Grond, gebouwen en installaties Immateriële activa Personeelsvergoedingen Voorraden, debiteuren, derivaten, crediteuren en voorzieningen Niet-gerealiseerde verliescompensaties en faciliteiten Saldering Nettovordering
256 2013
Grond, gebouwen en installaties Immateriële activa
Begin boekjaar Verworven middels acquisitie Opgenomen in winst-enverliesrekening Opgenomen in eigen vermogen Valuta-omrekenverschillen Overige
-60
33 -12
116
41
4
22
-8
16
3
6
10 -1
Einde boekjaar
-53
49
117
9 -3 1 64
Totaal
167 -12 34
8
45
27 5 1 222
77
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
78
Latente belastingvorderingen- en verplichtingen hebben betrekking op de volgende balansposten:
Grond, gebouwen en installaties Immateriële activa Personeelsvergoedingen Voorraden, debiteuren, derivaten, crediteuren en voorzieningen Niet-gerealiseerde verliescompensaties en faciliteiten Saldering Nettovordering
Vorderingen
Verplichtingen
Netto
3 108 120 69 45 -25 320
56 59 3 5
-53 49 117 64 45
-25 98
222
De niet-gerealiseerde verliescompensaties en faciliteiten zullen naar verwachting met toekomstige winsten kunnen worden gecompenseerd, deze verwachting is gebaseerd op lange termijn plannen. Latente belastingvorderingen worden niet opgenomen als het niet waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winsten zullen zijn binnen de entiteiten, waartegen de verliezen kunnen worden benut. Voor de volgende verliezen en faciliteiten zijn geen latente belastingvorderingen erkend:
Niet-gewaardeerde verliezen Niet-gewaardeerde faciliteiten
2014 346 1
2013 334 1
347
335
Van de niet-gewaardeerde verliezen verstrijkt EUR 23 miljoen tussen de 5 en 10 jaar. De resterende niet-gewaardeerde verliezen en faciliteiten zullen niet verjaren onder de huidige fiscale regelgeving. 22 Voorzieningen 2014
2013
Totaal
Reorganisatie kosten
Overige voorzieningen
Totaal
47
41
24
65
9
26
17
7
24
-5
-16
-5
-7
-12
-16 41
-20
-10
-30
33
14
47
6 35 41
17 16 33
7 7 14
24 23 47
Reorganisatie kosten
Overige voorzieningen
33
14
17 -11
Begin boekjaar Toevoegingen ten laste van de winst-en-verliesrekening Vrijgevallen ten gunste van de winst-en-verliesrekening Onttrekkingen
-10
-6
Einde boekjaar
29
12
Langlopende voorzieningen Kortlopende voorzieningen
1 28
5 7
29 12 Reorganisatiekosten FrieslandCampina is in 2013 een nieuw meerjarig reorganisatieprogramma gestart, genaamd Reshape, in de business group Consumer Products EMEA. De belangrijkste focus van Reshape is het verminderen van de complexiteit, het verbeteren van de efficiëntie en de commerciële slagkracht en het vrijmaken van middelen om te investeren in FrieslandCampina’s merken, technologie en innovatie. In 2013 was een voorziening gevormd voor fase 1 van Reshape. Fase 2 van Reshape is in 2014 aangekondigd en hiervoor is eind 2014 een reorganisatievoorziening gevormd. De voorzieningen omvatten voornamelijk ontslagvergoedingen en bijkomende kosten als gevolg van het sluiten van productielocaties in Nederland (fase 1) en België (fase 2). Van de vrijgevallen voorzieningen ten gunste van de winst-enverliesrekening in 2014 van EUR 11 miljoen heeft EUR 6 miljoen betrekking op een vrijval van de voorziening voor fase 1 van Reshape. Deze voorziening is voornamelijk vrijgevallen doordat meer medewerkers herplaatst kunnen worden dan eind 2013 werd verwacht.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Daarnaast heeft FrieslandCampina in voorgaande jaren diverse voorzieningen gevormd voor de herstructuring van productie- en verpakkingslocaties. De onttrekkingen in 2014 hebben voornamelijk betrekking op de voorziening voor de locaties in Duitsland bij business group Consumer Products EMEA. De voorzieningen reorganisatiekosten zullen resulteren in toekomstige uitgaande kasstromen. De voorzieningen worden tegen de nominale waarde opgenomen, omdat de contante waarde niet materieel afwijkt. Overige voorzieningen Deze voorzieningen hebben voornamelijk betrekking op ontvangen claims en overige voorzieningen en zijn gevormd voor verplichtingen waarvan de omvang of de kans op daadwerkelijk voorkomen op balansdatum onzeker is. Deze voorzieningen worden tegen de nominale waarde opgenomen, omdat de contante waarde niet materieel afwijkt. In de overige voorzieningen is een bedrag van EUR 2 miljoen (2013: EUR 2 miljoen) begrepen inzake verlieslatende contracten. 23 Rentedragende verplichtingen 2014 695 600
Verplichtingen aan syndicaat kredietinstellingen Verplichtingen aan institutionele beleggers Achtergestelde obligaties Financiële leaseverplichtingen Verplichtingen aan kredietinstellingen Overige rentedragende verplichtingen
1
2013 1 245 531
113 12 1 33
116 11 12 36
1.454
951
De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast zoals beschreven in de grondslagen (zie pagina 41).
Onderstaand worden de voorwaarden en condities van de uitstaande langlopende verplichtingen weergegeven:
Lening Syndicaat (variabele rente) Private Placement (vaste rente) Private Placement (vaste rente) Private Placement (vaste rente) Private Placement (vaste rente) Private Placement (vaste rente) Achtergestelde obligaties (variabele rente) Fonterra (variabele rente) Overige
Valuta
Nominale rente percentage
Jaar van aflossing
Nominale waarde 2014
Boekwaarde 2014
Nominale waarde 2013
Boekwaarde 2013
EUR USD/EUR USD USD USD USD
0,9 4,4 5,7 4,0 4,2 4,0
2019 2017 2020 2022 2024 2027
700 117 110 66 121 186
695 117 110 66 121 186
250 107 96 58 106 164
245 107 96 58 106 164
EUR
1,7
2017-2027
113
113
116
116
2,6 2016-2025
27 19
27 19
29 30
29 30
1.459
1.454
956
951
EUR/NZD
Verplichtingen aan syndicaat kredietinstellingen In de eerste helft van 2014 heeft FrieslandCampina een nieuwe kredietfaciliteit afgesloten van EUR 1,5 miljard. Deze gecommitteerde kredietfaciliteit heeft een looptijd van 5 jaar en vervangt de kredietfaciliteit van EUR 1 miljard die in augustus 2015 zou aflopen. De nieuwe kredietfaciliteit zorgt voor meer flexibiliteit in het kasstroombeheer en wordt ingezet voor operationele doeleinden. De onderneming heeft nu een aanzienlijk groter bedrag ter beschikking, tegen gunstigere voorwaarden. Op 31 december 2014 is er EUR 700 miljoen getrokken op de kredietfaciliteit (2013: EUR 490 miljoen), welke geheel als langlopend is aangemerkt (2013: EUR 240 miljoen kortlopend). Verplichtingen aan institutionele beleggers (private placements) FrieslandCampina heeft in totaal bij institutionele beleggers in de Verenigde Staten van Amerika onderhandse leningen geplaatst van USD 696 miljoen (2013: USD 696 miljoen) en EUR 25 miljoen (2013: EUR 25 miljoen) bij een Europese investeerder.
79
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Door middel van cross currency swaps zijn de USD aflossings- en rentebetalingsverplichtingen van deze verplichtingen omgezet in EUR verplichtingen met een vaste rente. De cross currency swaps zijn afgesloten ter afdekking van de kasstromen, hierop wordt kasstroomhedge accounting toegepast. De cross currency swaps worden gewaardeerd tegen reële waarde. Het deel van de winst of het verlies behaald op deze hedge-instrumenten dat als een effectieve hedge is aangemerkt, wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. De USD leningen van USD 696 miljoen (2013: USD 696 miljoen) zijn door middel van bovengenoemde swaps gefixeerd op EUR 532 miljoen (2013: EUR 532 miljoen).
80
Op 31 december 2014 zijn de leningen aan institutionele beleggers (Private placements) als langlopend aangemerkt (2013: EUR 531 miljoen).
Achtergestelde obligaties De achtergestelde obligaties hebben betrekking op de in 1997 tot en met 2008 aan leden van Zuivelcoöperatie Campina U.A. en overige partijen uitgegeven achtergestelde obligaties. Van de uitgegeven achtergestelde obligaties is per ultimo 2014 EUR 25 miljoen in het bezit van het Stichting Pensioensfonds Campina. Op 1 juni 2017 zal EUR 31 miljoen worden afgelost, op 1 juni 2022 zal EUR 68 miljoen worden afgelost en op 1 juni 2027 zal EUR 14 miljoen worden afgelost. Vervroegde aflossing vindt plaats in het geval van beëindiging van het bedrijf door leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De vorderingen tot betaling van aflossing van deze obligaties zijn achtergesteld jegens alle vorderingen van andere schuldeisers van de coöperatie. De achterstelling is beperkt tot faillissement, surseance van betaling en soortgelijke situaties. Financiële leaseverplichtingen 2014 Toekomstige minimale betalingen
Rente %
Toekomstige minimale betalingen
3 11 1
4 11 3 18
3 12 2
Minder dan 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar Meer dan 5 jaar
6,8
17
2013
Contante waarde van minimale betalingen
15
Rente %
Contante waarde van minimale betalingen
7,2
4 9 2 15
In de verschuldigde leasetermijnen is een bedrag van EUR 10 miljoen (contante waarde EUR 8 miljoen) opgenomen voor de samenwerkingsovereenkomst met een derde partij voor de veredeling, opslag en verpakking van kaas (2013: EUR 11 miljoen). Van de contante waarde van de minimale betalingen is EUR 3 miljoen (2013: EUR 4 miljoen) kortlopend en deze is verantwoord onder verplichtingen aan financiers. Er is geen zekerheid gesteld voor de kortlopende en langlopende leningen. 24 Overige financiële verplichtingen Derivaten Voorwaardelijke verplichting Put-optie verplichting
2014 31 7 1
2013 67 20
39
87
De voorwaardelijke verplichting betreft een verplichting inzake de acquisitie van Zijerveld en Den Hollander in 2013. De voorwaardelijke verplichting is vastgesteld op basis van de reële waarde per 31 december 2014. Zie voor de mutatie in reële waarde toelichting 30. Voor derivaten zie toelichting 14.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
25 Verplichtingen aan financiers 2014 Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen Kortlopende rentedragende verplichtingen Verplichtingen aan leden-melkveehouders Rekening-courant banken 1
2013 1
3
247
161
66
265 16
211 50
445
574
De vergelijkende cijfers van 2013 zijn aangepast zoals beschreven in de grondslagen (zie pagina 41).
Onder kortlopende rentedragende verplichtingen is ultimo 2014 een bedrag van EUR 107 miljoen (2013: EUR 66 miljoen) opgenomen voor Commercial Papers. De verplichtingen aan leden-melkveehouders hebben voor een bedrag van EUR 39 miljoen (2013: EUR 49 miljoen) betrekking op driejarige depositoleningen gehouden door leden-melkveehouders. Deze leningen zijn direct opeisbaar door de leden-melkveehouders, tegen betaling van een boeterente van 1%. Daarnaast heeft een bedrag van EUR 225 miljoen betrekking op de vrije ledenrekening. Op de vrije ledenrekening worden alle betalingen van FrieslandCampina aan de leden-melkveehouders gedaan, uitgezonderd de betalingen van de garantieprijs. Bedragen op de vrije ledenrekening zijn vrij opneembaar. De gemiddelde rentevergoeding over deze verplichting bedroeg over 2014 1,1% (2013: 1,6%). De gemiddelde rentevergoeding over de kortlopende rentedragende verplichtingen ultimo 2014 bedraagt 1,4% (2013: 1,5%). 26 Handelscrediteuren en overige verplichtingen Verplichtingen aan leden-melkveehouders Handelscrediteuren Verplichtingen ter zake van belastingen (excl. vennootschapsbelasting) en premies sociale verzekeringen Overige verplichtingen
2014 448 1.324
2013 586 1.176
50
32
443
451 2.245
2.265 27 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
2014 Garanties ten behoeve van derden Operationele leaseverplichtingen Aankoopverplichtingen vaste activa Overige verplichtingen
2015
2016 - 2019
Na 2019
Totaal
6 41 153 38
1 104 6 34
9 47
238
145
56
16 192 159 72 439
2014
2015 - 2018
Na 2018
Totaal
10 43 210 39 302
1 92 33 57 183
5 32
16 167 243 96 522
2013 Garanties ten behoeve van derden Operationele leaseverplichtingen Aankoopverplichtingen vaste activa Overige verplichtingen
37
Call-optie Frisian Flag Singapore FrieslandCampina heeft aan een minderheidsaandeelhouder van Frisian Flag Singapore (Holdings) Pte Ltd. een calloptie verstrekt, waarmee deze aandeelhouder het recht heeft verkregen om onder bepaalde voorwaarden 4,3% van de aandelen in Frisian Flag Singapore (Holdings) Pte Ltd. van FrieslandCampina te kopen in de periode van 2012 tot en met 31 december 2015. Tot op heden is van deze call-optie geen gebruik gemaakt door deze aandeelhouder.
81
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Uit fusie voortvloeiende verplichtingen In het kader van de fusie van Friesland Foods en Campina zijn in 2008 jegens de Europese Commissie twee verplichtingen aangegaan.
82
De eerste verplichting houdt in dat aan leden-melkveehouders van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. die het lidmaatschap opzeggen een vertrekpremie moet worden betaald van EUR 5,00 per 100 kilogram melk, geleverd in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het verzoek om in aanmerking te komen voor de vertrekpremie is gedaan. De voorwaarde om voor de vertrekpremie in aanmerking te komen is dat de melkveehouder leverancier wordt bij enig ander koper van boerderijmelk in Nederland. De tweede verplichting houdt in dat maximaal 1,2 miljard kilogram boerderijmelk per jaar beschikbaar moet worden gesteld aan kopers die beschikken over een zuivelfabriek en die verse zuivelproducten, Nederlandse natuurgerijpte kaas of een van deze producten in combinatie met andere zuivelproducten produceren. Kopers kunnen deze melk alleen verwerven voor uitbreiding van productie in bestaande fabrieken, productie in nieuwe fabrieken, alsmede ten behoeve van de in het kader van de overeenkomst met de Europese Commissie door FrieslandCampina afgestoten productiebedrijven te Nijkerk (verse zuivelproducten) en Bleskensgraaf (kaas). De melk wordt beschikbaar gesteld via een onafhankelijke stichting. De prijs voor de melk is de garantieprijs (welke FrieslandCampina betaalt voor melk geleverd door haar leden-melkveehouders) geldend in de maand van levering. Op deze prijs was gedurende de eerste vijf jaren na het effectief worden van de verplichting een korting van toepassing van 1%. Deze periode van vijf jaar is in juli 2014 verstreken, waarna deze korting niet meer is toegekend. De verplichtingen blijven van toepassing totdat leden-melkveehouders met een melkvolume van in totaal 1,2 miljard kilogram FrieslandCampina hebben verlaten of totdat de verplichtingen zijn ingetrokken door de Europese Commissie op basis van haar overtuiging dat er voldoende Nederlandse boerderijmelk beschikbaar is voor voornoemde kopers. De bedrijfsonderdelen die bij de fusie verkocht moesten worden en nu onderdeel uitmaken van Arla Foods en Deltamilk, maken gebruik van deze mogelijkheid. Van de beschikbare 1,2 miljard kilogram melk is 0,9 miljard door de Dutch Milk Foundation voor deze marktpartijen gereserveerd. In december 2013 hebben FrieslandCampina en A-ware een contract met een looptijd van tien jaar gesloten met betrekking tot de levering van circa 0,3 miljard kilogram melk (het beschikbare restant van de 1,2 miljard kilogram boerderijmelk). De levering van boerderijmelk aan A-ware start op 1 maart 2015.
Belastingrisico’s Onzekerheden in verrekenprijzen (transfer pricing) FrieslandCampina heeft interne richtlijnen inzake verrekenprijzen die in overeenstemming zijn met de uitgevaardigde OESO-richtlijnen voor verrekenprijzen voor multinationale ondernemingen en belastingdiensten. Verrekenprijzen hebben een grensoverschrijdend effect en als gevolg hiervan ligt de focus van de lokale belastingautoriteiten veelal op het effect van verrekenprijzen op het lokale resultaat. Om verrekenprijsrisico’s te verminderen, heeft FrieslandCampina controleprocedures geïmplementeerd om de juiste toepassing van de verrekenprijzen te bewaken. Daarnaast heeft FrieslandCampina in sommige landen proactief de fiscale autoriteiten benaderd om overeenstemming te bereiken over de toegepaste interne verrekenprijs richtlijnen. Overnames, samenwerkingsverbanden en desinvesteringen FrieslandCampina is betrokken bij fusies en overnames, waarbij aandelen of activa worden verworven of afgestoten, of waarbij samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Dergelijke transacties kunnen leiden tot verschillende fiscale risico's en onzekere belastingposities. Voorbeelden hiervan zijn de overdracht van historische belastingverplichtingen aan FrieslandCampina bij een overname, aftrekbaarheid van aan de overname gerelateerde kosten en belastingrisico’s die voortvloeien uit de integratie van de overgenomen activiteiten. Binnen FrieslandCampina worden fusies en overnames begeleid door fusie en overname teams, welke worden samengesteld uit vertegenwoordigers van alle relevante disciplines, inclusief belastingspecialisten. Onzekerheden in de belastingpositie die voortvloeien uit fusies en overnames worden derhalve onderzocht en risico’s worden gemitigeerd indien vereist en waar mogelijk.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Overige verplichtingen In 2014 is FrieslandCampina een participatie aangegaan in het stimuleringsfonds Ondernemend Oranje Kapitaal Coöperatief U.A. Dit fonds stelt zich ten doel te investeren in risicodragend kapitaal in het Nederlandse midden- en kleinbedrijf, waarbij de investeerder een bepaald rendement kan behalen. Meerdere grote Nederlandse ondernemingen hebben zich gecommitteerd aan dit fonds. FrieslandCampina heeft een bedrag van EUR 5 miljoen toegezegd. 28 Transacties met verbonden partijen Leden melk-veehouders Tussen de leden-melkveehouders en Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. is overeengekomen dat laatstgenoemde de door de leden-melkveehouders aangeboden ledenmelk afneemt. In 2014 was dit 9,5 miljard kilogram (2013: 9,3 miljard kilogram). De voor deze melk te betalen prijs is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de melkprijzen in Duitsland, Nederland, Denemarken en België, welke in totaal 50 miljard kilogram melk vertegenwoordigt. De aldus berekende melkprijs wordt gegarandeerd en wordt derhalve de garantieprijs genoemd. Het reserveringsbeleid van Koninklijke FrieslandCampina N.V. is gewijzigd vanaf 1 januari 2014. Op basis van de herziening van het reserveringsbeleid is vastgesteld dat vanaf 2014 45% van de winst wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van de vennootschap. Als onderdeel van de vergoedingen voor melkleveranties in 2014 wordt 35% van de winst contant uitgekeerd aan de leden-melkveehouders als prestatietoeslag en wordt 20% uitgekeerd aan de ledenmelkveehouders in de vorm van ledenobligaties-vast. In september 2014 is voor de eerste keer een interimbedrag uitbetaald op basis van de resultaten over het eerste halfjaar van de onderneming en de geleverde hoeveelheid melk. De interim uitkering bedraagt 75% van de pro forma prestatietoeslag over het eerste halfjaar. De finale afrekening vindt plaats in mei van het daarop volgende jaar, op basis van de jaarresultaten van de onderneming en de totale hoeveelheid geleverde melk. De executive board kan bij een eventuele bijzondere waardevermindering groter dan EUR 100 miljoen besluiten deze geheel ten laste van de toevoeging aan het eigen vermogen van de vennootschap te brengen. Van deze optie is in 2013 gebruik gemaakt voor de verwerking van de bijzondere waardevermindering van de goodwill van EUR 200 miljoen. In onderstaande tabel zijn de verhoudingen met leden-melkveehouders toegelicht:
Inkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Rente toegerekend aan ledenobligaties Rente toegerekend aan ledencertificaten Rente achtergestelde obligaties Ledenobligaties (eigen vermogensinstrument) Ledencertificaten (eigen vermogensinstrument) Verplichtingen aan leden-melkveehouders
2014 4.056 32 8 4 1.058 242 826
2013 3.990 26 8 5 942 253 913
Bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. De leden van het bestuur van de coöperatie gaan uit hoofde van hun beroep als melkveehouder transacties aan met FrieslandCampina, waaronder het leveren van melk. Dit resulteert in een verplichting per 31 december voor vergoedingen van melkleveringen. Tevens zijn de leden van de raad van commissarissen in het bezit van ledenobligaties en –certificaten. In onderstaande tabel zijn de transacties en posities toegelicht van de leden die op 31 december 2014 lid zijn van het bestuur: Inkoop grondstoffen Ledenobligaties en -certificaten Voor de bezoldiging van het bestuur zie toelichting 29.
2014 3 1
2013 3 2
83
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
84
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen FrieslandCampina koopt en verkoopt regelmatig goederen van en/of aan joint ventures en geassocieerde deelnemingen waarin FrieslandCampina een belang heeft van 50% of minder en significante invloed kan uitoefenen. De condities waarop deze transacties worden uitgevoerd zijn vergelijkbaar met transacties van derden. In onderstaande tabellen zijn de verhoudingen toegelicht: Joint ventures Inkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Verkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Vorderingen op verbonden partijen Verplichtingen aan verbonden partijen
2014 16 2 17 6
2013 19 2 19 3
Geassocieerde deelnemingen Inkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Verkoop grond- en hulpstoffen en handelsgoederen Vorderingen op verbonden partijen Verplichtingen aan verbonden partijen
2014 29 92 3 4
2013 28 72 3 3
2014
2013
1,3
1,1
Overig Voor pensioenverplichtingen zie toelichting 20. 29 Bezoldiging bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Bestuur Korte termijn personeelsbeloningen
De bezoldiging van het bestuur betreft de bestuursvergoeding ten aanzien van de bestuursactiviteiten voor Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. en de bezoldiging uit hoofde van haar functie als Raad van Commissarissen van Koninklijke FrieslandCampina N.V. 30 Financieel risicomanagement en financiële instrumenten Kapitaalmanagement FrieslandCampina streeft naar een evenwichtige balans tussen een prudent financierings- en reserveringsbeleid, investeringen in de onderneming en uitkeringen aan de leden-melkveehouders. De verhouding tussen de reserveringen en uitkeringen aan de leden-melkveehouders wordt iedere drie jaar herzien en vastgesteld door de ledenraad. Bij de herziening van het beleid worden verwachte toekomstige omstandigheden in beschouwing genomen. Tevens wordt rekening gehouden met potentiële risico’s die buiten de beïnvloedingssfeer van FrieslandCampina liggen. Het bestuur draagt de verantwoordelijkheid en stelt het beleid vast omtrent FrieslandCampina’s risicomanagement en interne beheersingsmaatregelen. Dit beleid wordt regelmatig geëvalueerd om veranderingen in de marktomstandigheden of activiteiten te reflecteren. Het interne beheersingsraamwerk binnen FrieslandCampina ondersteunt de executive board in haar overzichtstaak. Financieel risicomanagement FrieslandCampina is een multinational met een groot aantal werkmaatschappijen in verschillende landen. Hierdoor is FrieslandCampina gevoelig voor verschillende financiële risico’s, zoals kredietrisico, renterisico, liquiditeitsrisico en valutarisico. Het algemene risico beleid is erop gericht om financiële risico’s te identificeren, analyseren en waar nodig deze risico’s te mitigeren om zodoende mogelijke negatieve financiële resultaten te voorkomen. De afdeling Corporate Treasury heeft het mandaat gekregen om deze mitigerende maatregelen uit te voeren. Deze maatregelen zijn vastgelegd in duidelijk geformuleerd beleid. Corporate Treasury rapporteert de blootstelling aan financiële risico’s, inclusief liquiditeitsrisico, valutarisico, renterisico en kredietrisico op financiële dienstverleners aan het Treasury Committee.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
De voornaamste financiële instrumenten van FrieslandCampina bestaan uit leningen van kredietinstellingen en institutionele beleggers, ledenobligaties en liquide middelen. Het voornaamste doel van de mix van deze financiële instrumenten is om op een gediversifieerde wijze fondsen van verschillende markten en investeerders aan te trekken ten behoeve van de financiering van FrieslandCampina activiteiten. FrieslandCampina heeft verscheidene andere financiële instrumenten, zoals handelsdebiteuren en -crediteuren die rechtstreeks voortvloeien uit de bedrijfsactiviteiten. FrieslandCampina volgt nauwgezet de marktrisico's, voornamelijk valutarisico en renterisico, verband houdend met alle financiële instrumenten.
85
Derivatentransacties, voornamelijk valutatermijntransacties en renteswaps worden afgesloten ten behoeve van het beheersen van de valuta- en renterisico’s voortvloeiend uit FrieslandCampina activiteiten en financiering daarvan. Het is, en was gedurende de verslagperiode, het beleid van FrieslandCampina om niet voor speculatieve doeleinden in financiële instrumenten te handelen. De voornaamste risico’s voortvloeiend uit de financiële instrumenten zijn valuta-, rente-, liquiditeits- en kredietrisico’s. Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. voert hetzelfde beleid als Koninklijke FrieslandCampina N.V. Dit beleid is onderstaand omschreven en heeft als doel om de genoemde risico's te beheersen. Valutarisico Aangezien FrieslandCampina bedrijfsactiviteiten ontplooit in verschillende landen in de wereld, is een aanzienlijk deel van haar activa, passiva en resultaten gevoelig voor valutaschommelingen. Het geformuleerde beleid voor het beheersen van transactierisico's heeft als doel de gevoeligheid van de resultaten voor wisselkoersschommelingen te beperken. Transactierisico's worden in principe afgedekt. Vanwege specifieke product- en marktomstandigheden kan hiervan worden afgeweken, zoals bijvoorbeeld voor de Nigeriaanse naira en de Vietnamese dong. De koersrisico's, voortvloeiende uit investeringen in buitenlandse dochterondernemingen en deelnemingen worden in principe niet afgedekt. Door dochterondernemingen in het buitenland zoveel mogelijk te financieren in valuta van het betreffende land wordt het risico voortkomend uit de valutaire 'mismatch' tussen activa en passiva beperkt. De solvabiliteitseis die FrieslandCampina aan buitenlandse dochterondernemingen stelt, brengt echter een zeker translatierisico met zich mee. Positie valutarisico's De samenvatting van kwantitatieve gegevens over de valutarisicopositie van FrieslandCampina verstrekt aan het management, op basis van haar risicomanagementbeleid, was als volgt (posities zijn weergegeven in EUR): 2014 Vorderingen Liquide middelen Verplichtingen Netto-overzicht van de financiële positie Geprognosticeerde verkopen komend boekjaar Geprognosticeerde inkopen komend boekjaar Netto geprognosticeerde transacties Valutatermijncontracten Nettopositie 31 december Gevoeligheidsanalyse Impact op winst voor belasting
2013
EUR/USD
NGN/USD
IDR/USD
SGD/HKD
EUR/CNY
EUR/USD
200 7 89
2 13 34
2 12 61
86
62 5
80 3 16
59
33
118
-19
-47
86
67
67
-59
1.218
8
8
243
279
668
505
289
245
713
-281
-237
243
774
-300
-284
39
-15
-14
15
57
NGN/USD
IDR/USD
SGD/HKD
EUR/CNY
3
46
42
-30
46
42
18
149
206
29
364
349
279
639
-364
-331
149
206
25
7
304
339
91 615
-423
-361
42 153
248
17
31
-21
-18
8
12
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
86
Gevoeligheidsanalyse FrieslandCampina is hoofdzakelijk gevoelig voor koersschommelingen van de Amerikaanse dollar als gevolg van inkopen en verkopen in dollars. De valutaparen met de grootste omvang zijn EUR/USD, NGN/USD, IDR/USD, SGD/HKD en EUR/CNY. Ten opzichte van de euro betreft het voornamelijk verkopen in Amerikaanse dollars en Chinese yuan. Ten opzichte van de andere valuta betreft het vooral de inkoop van grondstoffen op de wereldmarkt. In bovenstaande opstelling is de invloed weergeven welke 5% mutatie van de genoemde koers ten opzichte van de lokale valuta heeft op het resultaat. Een koersmutatie met 5% wordt als een reële mogelijkheid verondersteld. Een versterking van de genoemde koers, zoals hierboven aangegeven, ten opzichte van de EUR, NGN, IDR en SGD op 31 december zou de winst of het verlies met bovenstaande bedragen hebben verhoogd (verlaagd). Een verzwakking van de genoemde koers heeft een tegenovergestelde impact. Deze analyse is gebaseerd op de wisselkoerseffecten voor vreemde valuta, die FrieslandCampina redelijkerwijs voor mogelijk hield op de balansdatum. De analyse gaat ervan uit dat alle andere variabelen, met name de rentetarieven, constant blijven. Op dit moment leidt een 5% koersmutatie niet tot materiële impact op de reserve kasstroomafdekkingen en daarom zijn deze niet vermeld. Renterisico Renterisicobeheersing heeft tot doel het limiteren van de invloed van fluctuaties in de rentevoet op de resultaten en het zoveel mogelijk beperken van de rentekosten. Rentederivaten worden gebruikt om het effectieve interestpercentage van de leningenportefeuille aan te laten sluiten bij het beoogde renterisicoprofiel. Het percentage dat wordt gekenmerkt door een vast rentepercentage of is gefixeerd door middel van een afdekking, is per jaareinde 37%. In onderstaand overzicht wordt de situatie weergegeven per jaareinde:
Renteopbouw van de financiële verplichtingen Vast percentage Variabel percentage
2014
2013
Boekwaarde Boekwaarde exclusief afdekking inclusief afdekking
Boekwaarde Boekwaarde exclusief afdekking inclusief afdekking
600 1.299 1.899
700 1.199 1.899
550 975 1.525
750 775 1.525
FrieslandCampina heeft een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd gebaseerd op de invloed van rentetarieven op derivaten en overige financiële instrumenten per jaareinde. Voor liquide middelen en verplichtingen met variabele rentetarieven is de analyse uitgevoerd uitgaande van de veronderstelling dat het uitstaande bedrag per jaareinde het gehele jaar heeft uitgestaan. Deze gevoeligheidsanalyse geeft aan dat, wanneer de rente was gestegen of gedaald met 0,5%, de cumulatieve rentelasten voor het huidige jaar minder dan 2 miljoen euro hoger of lager geweest zouden zijn. Liquiditeitsrisico Het is het doel van FrieslandCampina om een balans te behouden tussen de continuïteit en de flexibiliteit van haar financiering door het gebruik van verscheidene financiële instrumenten. De totale nettoschuld dient in overwegende mate gefinancierd te zijn door lange termijn leningen en toegezegd gecommitteerde kredietfaciliteiten. FrieslandCampina beheerst haar liquiditeiten vooral door een belangrijk bedrag beschikbaar te houden onder gecommitteerde kredietfaciliteiten van in totaal EUR 2.100 miljoen (2013: EUR 1.531 miljoen). Van deze faciliteiten is eind 2014 EUR 800 miljoen (2013: EUR 510 miljoen) niet benut. Dit is ruim boven de minimale voet van EUR 350 miljoen die volgens het financiële beleid van FrieslandCampina moet worden aangehouden. Onderstaande tabel is een overzicht van de vervaldata van de financiële verplichtingen van contractuele nominale betalingen inclusief gerelateerde renteverplichtingen.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Kasstromen financiële verplichtingen 2014
Financiële verplichtingen anders dan derivaten Rentedragende verplichtingen Financiële leaseverplichtingen Handelscrediteuren en overige verplichtingen Voorwaardelijke verplichting Derivaten Interest rate swaps Cross currency swaps - inkomend Cross currency swaps - uitgaand Valutatermijncontracten - inkomend Valutatermijncontracten - uitgaand
Boekwaarde
Contractuele kasstromen
1.884 15 2.265 7 2
2015
2016 - 2019
Na 2019
2.122 -17 -2.265 -8
485 -3 -2.265
1.038 -12
599 -2
5 4.209
-2 486 -517 207 -212 -206
-2 27 -28 207 -212 -1.791
Boekwaarde
Contractuele kasstromen
1.510 15 2.245 20 6
31
-8
127 -128
332 -361
1.017
568 2013
Financiële verplichtingen anders dan derivaten Rentedragende verplichtingen Financiële leaseverplichtingen Handelscrediteuren en overige verplichtingen Voorwaardelijke verplichting Derivaten Interest rate swaps Cross currency swaps - inkomend Cross currency swaps - uitgaand Valutatermijncontracten - inkomend Valutatermijncontracten - uitgaand
2014
2015 - 2018
Na 2018
-1.731 -18 -2.245 -25
-577 -4 -2.245
-602 -11
-552 -3
-5 14 -15 75 -76
-2 120 -131
324 -389
1
-7 458 -535 75 -76
3.859
-4.104
-2.833
-651
-620
62
-25
Kredietrisico FrieslandCampina is blootgesteld aan kredietrisico met betrekking tot haar handelsvorderingen, liquide middelen en derivaten. Kredietrisico wordt beheerd door het systematisch monitoren van de kredietwaardigheid van afnemers op decentraal niveau en financiële tegenpartijen op centraal niveau. De afnemers van FrieslandCampina bestaan in het algemeen uit gerespecteerde partijen met wie een langdurige relatie wordt onderhouden. In overeenstemming met het kredietmanagementbeleid van FrieslandCampina worden afnemers gecategoriseerd en afhankelijk van hun kredietprofiel zijn de volgende risico mitigerende maatregelen genomen: • vooruitbetaling, contante betaling bij ontvangst goederen of verstrekking van een onderpand; • afdekking door middel van kredietbrieven of bankgaranties; • kredietverzekering. Als gevolg van de spreiding over geografische gebieden en productgroepen is er geen sprake van een significante concentratie van kredietrisico in de handelsvorderingen van FrieslandCampina (geen enkele klant is verantwoordelijk voor meer dan 3,5% van de omzet). Afschrijvingen op handelsvorderingen bedragen in totaal minder dan 0,1% van de jaarlijkse omzet. Voor verdere informatie omtrent de handelsvorderingen wordt verwezen naar toelichting 17.
87
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
88
Liquide middelen worden zoveel mogelijk aangehouden bij eerste klas internationale banken, dat wil zeggen banken met minstens een kredietclassificatie van 'single A'. Daar waar liquide middelen worden aangehouden door dochterondernemingen in politiek minder stabiele landen, zijn deze activa onderhevig aan lokale landenrisico's. Om deze risico's zoveel mogelijk te beperken, past FrieslandCampina een actief dividendbeleid toe met betrekking tot die dochterondernemingen. FrieslandCampina heeft bijvoorbeeld ook uitstaande gelden in Nigeria en om dit risico te mitigeren, heeft FrieslandCampina naast een actief dividendbeleid ook een strikt bankenbeleid. Derivaten worden alleen verhandeld met financiële instituten met een hoge kredietbeoordeling, dat wil zeggen met een kredietgradatie van minstens 'investment grade'. Het maximale kredietrisico van FrieslandCampina ten aanzien van de financiële activa is gelijk aan de actuele balanswaarde. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kredietclassificaties van uitstaande liquide middelen en derivaten per 31 december:
Uitstaande liquide middelen
Kredietclassificatie financiële instelling AA A BBB+ < BBB Geen classificatie
2014
2013
Contract volume derivaten
Contract volume derivaten
156 352 32 42 40
227 758 1
622
986
Uitstaande liquide middelen
139 266 35 49 71 560
147 772 9
928
Actief risicobeheer Problemen als gevolg van de nasleep van de kredietcrisis kunnen op verschillende manieren een materieel effect hebben op de toekomstige resultaten van FrieslandCampina. Waar het risico van een verdere verslechtering van de Europese economie en verminderde beschikbaarheid van bankkrediet lijkt te zijn afgenomen, is er wel sprake van verhoogde volatiliteit van valutamarkten en risico’s voor de economische groei in opkomende markten. FrieslandCampina voert een actief risicobeheer. Opgestelde scenarioplanning en maatregelen voor eventuele problemen in de Eurozone blijven vooralsnog van kracht. Op basis van een continu bedrijfsproces worden, op grond van monitoring en risicoanalyses in alle werkmaatschappijen van FrieslandCampina, business plannen waar nodig bijgesteld en onderhouden met een gericht pakket van risico mitigerende maatregelen. Convenantrichtlijnen Bestaande richtlijnen voor financiële ratio's: Nettoschuld / EBITDA < 3,5 EBITDA / Netto-interest > 3,5 Aan de voorwaarden voor beide faciliteiten (syndicaat en private placements) is voldaan. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, zijn de opgenomen bedragen onder de kredietfaciliteit en de private placements opeisbaar. De nettoschuld is berekend vanuit de jaarrekening van Koninklijke FrieslandCampina N.V. en kan derhalve niet met de cijfers in deze jaarrekening aangesloten worden. In onderstaande tabel wordt de berekening van de nettoschuld weergegeven.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
In onderstaande tabel wordt de berekening van de nettoschuld weergegeven.
89 2013 876 371
2014 1.341 220 42
Rentedragende verplichtingen Verplichtingen aan financiers Verplichting aan gelieerde onderneming Vorderingen op gelieerde onderneming Liquide middelen Liquide middelen niet ter vrije beschikking Nettoschuld
-12 -560 21 696
-622 981
Derivaten aangemerkt als kasstroomafdekking met toepassing van hedge accounting De onderstaande tabel duidt de periodes aan waarin de kasstroom, die gerelateerd is aan de kasstroomafdekkingen, naar verwachting zal plaatsvinden en bevat tevens de reële waarde van de betrokken hedginginstrumenten. 2014
Interest rate swaps Passiva Cross Currency swaps Activa Passiva
Reële waarde
Verwachte kasstromen
2015
2
-2
-2
21 28
22 -26
2 1
Reële waarde
Verwachte kasstromen
2014
2015 - 2018
6
-7
-5
-2
3 62
3 -77
1 -1
4 -11
2016 - 2019
Na 2019
12 2
8 -29 2013
Interest rate swaps Passiva Cross Currency swaps Activa Passiva
Na 2018
-2 -65
Accountingclassificaties en reële waarden De boekwaarde van financiële activa en passiva zoals opgenomen in de geconsolideerde balans wordt in onderstaande tabel weergegeven, evenals de financiële instrumenten die tegen reële waarde gewaardeerd zijn, of waarvan de boekwaarde afwijkt van de reële waarde, weergegeven per waarderingsmethode. Hierbij is de reële waarde het bedrag dat zou zijn ontvangen of betaald als de vorderingen en/of verplichtingen waren afgewikkeld op balansdatum, zonder verdere verplichtingen. De verschillende waarderingsmethoden zijn als volgt gedefinieerd: Niveau 1: reële waarde bepaald door gebruikmaking van marktnoteringen (niet aangepast) in actieve markten voor gelijke activa of passiva; Niveau 2: reële waarde bepaald door gebruikmaking van gegevens, anders dan in niveau 1, die direct (bijvoorbeeld als prijzen) of indirect (bijvoorbeeld afgeleid van prijzen) waarneembaar zijn voor het actief of passief; Niveau 3: reële waarde bepaald door gebruikmaking van gegevens die niet zijn gebaseerd op waarneembare marktgegevens.
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
2014
90 Toelichting
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde Verstrekte leningen Langlopende vorderingen Handelsdebiteuren en overige vorderingen Liquide middelen
Gewaardeerd tegen reële waarde
Reële waarde - afdekkingsinstrumenten
Beschikbaar voor verkoop
Leningen en vorderingen
Overige financiële verplichtingen
(15) (15)
36 6
36 6
(17)
1.320
1.320
622
622 1.984
(18)
1.984 Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkingsderivaten Effecten
(14) (15)
23 35
Niveau 2
Niveau 3
37
23 4
23 35
598
598
38
38
38
7
(23)
600
600
(23)
854
854
(25)
3
3
(25)
426
426
(25)
16
16
(26)
Niveau 1
Totaal reële waarde
37
23 35 58
35 23
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde Langlopende rentedragende verplichtingen – vaste rente Langlopende rentedragende verplichtingen – variabele rente Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen Kortlopende rentedragende verplichtingen Rekening-courant banken Handelscrediteuren en overige verplichtingen
Totaal boek waarde
31
2.265 2.265 4.164 4.164
Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkingsderivaten Verplichting inzake put-opties Voorwaardelijke verplichting
(14)
38
(14)
8
8
(24)
7
7
15
38
53
1
8
7
7
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
2013
Toelichting
Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde Verstrekte leningen Langlopende vorderingen Handelsdebiteuren en overige vorderingen Liquide middelen Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkingsderivaten Effecten
Gewaardeerd tegen reële waarde
Reële waarde - afdekkingsinstrumenten
Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde Afdekkingsderivaten Verplichting inzake putoptie Voorwaardelijke verplichting
Beschikbaar voor verkoop
Leningen en vorderingen
Totaal boek waarde
(15) (15)
39 4
39 4
(17)
1.323
1.323
(18)
(14) (15)
7 30
571
571
69
69
69
7
7
7 30 37
531
531
(23)
461
461
(25)
255
255
(25)
228
228
(25)
50
50
(26)
2.245
2.245
3.770
3.770
69
(14)
7
7
(24)
20
20
27
69
Niveau 3
7 4
560 1.926
(23)
(14)
Niveau 2
39
560
30 30
Niveau 1
Totaal reële waarde
39
1.926
7 7
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde Langlopende rentedragende verplichtingen – vaste rente Langlopende rentedragende verplichtingen – variabele rente Kortlopende deel van de langlopende rentedragende verplichtingen Kortlopende rentedragende verplichtingen Rekening-courant banken Handelscrediteuren en overige verplichtingen
91 Overige financiële verplichtingen
26
20
20
96
Voor de berekening van de reële waarde van de rentedragende verplichtingen met een vast rentepercentage is een gemiddeld gewogen rentepercentage van 2,60% (2013: 3,70%) gebruikt. De reële waarde van de verstrekte lening met een vast rentepercentage is bepaald middels een gemiddeld rentepercentage van 3,06% (2013: 4,22%).
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Mutaties en transfers FrieslandCampina verantwoordt transfers tussen niveaus binnen de hiërarchie van reële waarde aan het einde van de rapportageperiode, waarin de transfer heeft plaatsgevonden.
92
Mutaties niveau 1 en 2 Het in 2013 verworven belang van 7,5% in Synlait Milk Ltd. is in 2014 uitgebreid tot een belang van 9,99%. Dit belang is geclassificeerd als overige financiële activa. Voor de waardering wordt niveau 1 als waarderingsmethode gehanteerd en hierbij wordt de beursnotering gebruikt als grondslag voor de waardering. FrieslandCampina houdt een belang van < 1% in een derde partij dat is geclassificeerd onder de overige financiële activa. De reële waarde van dit belang is afgeleid van de eigenvermogenswaarde van de derde partij. Deze waarderingsmethode is geclassificeerd als niveau 2. De afdekkingsderivaten zijn aangemerkt als niveau 2 waarderingsmethode. De reële waarde van de valutatermijncontracten wordt berekend door vergelijking met de actuele termijnkoersen van contracten voor gelijke resterende looptijden. De reële waarde van renteswapcontracten wordt bepaald aan de hand van de contante waarde op basis van actuele marktgegevens.
Transfers tussen niveau 1 en 2 In 2014 en 2013 hebben geen transfers plaatsgevonden van niveau 1 naar niveau 2 of vice versa.
Mutaties niveau 3 De reële waarde van de voorwaardelijke verplichting is vastgesteld op basis van een inschatting van de verwachte EBITDA-groei over de periode 2013-2015. De lager dan verwachte resultaten van Zijerveld in 2013 en 2014 hebben geleid tot een daling van de reële waarde van de verplichting. De lagere resultaten van Zijerveld zijn met name veroorzaakt door druk op marges bij belangrijke productcategorieën, lager dan verwachte verkoop volumes mede als gevolg van de Russische boycot. De voorwaardelijke verplichting is contant gemaakt met een discontovoet van 11%. Deze verplichting is aangemerkt als niveau 3. De volgende mutaties hebben in 2014 plaatsgevonden voor de financiële instrumenten aangemerkt als niveau 3: 2014 Voorwaardelijke verplichting
Boekwaarde begin boekjaar Financieringslast Reële waarde-aanpassing
20 3 -16
Boekwaarde per 31 december 2014 De reële-waardeaanpassing is verantwoord in de overige bedrijfslasten. Daarnaast heeft FrieslandCampina een put-optie verstrekt aan de mede-eigenaar van Orange Srl ten tijde van de overname in 2014. De reële waarde van EUR 1 miljoen is vastgesteld op basis van de verwachte EBITDA maal een multiplier. Deze verplichting is aangemerkt als niveau 3 en er zijn geen verdere mutaties geweest gedurende het jaar.
7
Jaarrekening Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
31 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
93
De volgende tabel laat voor 2014 de onderlinge relaties tussen de mutatie in de balanspost en het kasstroomoverzicht zien voor de voorraden, vorderingen en verplichtingen.
Per jaareinde 2013 Per jaareinde 2014 Kasstroom als gevolg van balansmutatie Aanpassingen: Effect vreemde valuta Verworven middels acquisitie Mutatie interest balanspositie Herclassificatie verplichting naar financieringsverplichting Mutatie verplichting dividend derden
Voorraden
Vorderingen
1.303 1.264
1.323 1.320
39
3
26 4
25 11 -1
2.245 2.265 20
-75 -12 44 11
Mutatie verplichting inzake investeringen Mutatie herwaardering afdekkingsderivaten Overige mutaties Mutatie kasstromen
Verplichtingen
-17 -4 -2 69
36
32 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die een significante invloed hebben op de jaarrekening.
-33
Jaarrekening Belangrijkste dochterondernemingen
Belangrijkste dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde deelnemingen 1 94
Nederland Den Hollander Food B.V., Lochem Friesland Brands B.V., Leeuwarden FrieslandCampina Cheese & Butter B.V., Amersfoort FrieslandCampina Consumer Products Europe B.V., Amersfoort FrieslandCampina Consumer Products International B.V., Amersfoort FrieslandCampina Creamy Creation B.V., Amersfoort FrieslandCampina DMV B.V., Amersfoort FrieslandCampina Domo B.V., Amersfoort FrieslandCampina International Holding B.V., Amersfoort FrieslandCampina Kievit B.V., Meppel FrieslandCampina Nederland B.V., Amersfoort FrieslandCampina Nederland Holding B.V., Amersfoort FrieslandCampina Nutrifeed B.V., Amersfoort FrieslandCampina Riedel B.V., Amersfoort FrieslandCampina Werknemers B.V., Amersfoort Kaashandel Culemborg B.V., Hardinxveld-Giessendam Koninklijke FrieslandCampina N.V., Amersfoort Zijerveld en Veldhuyzen B.V., Bodegraven België FrieslandCampina Belgium N.V., Aalter FrieslandCampina Belgium Cheese N.V., Aalter FrieslandCampina Cheese N.V., Aalter FrieslandCampina Professional N.V., Lummen FrieslandCampina C.V.B.A., Weelde (99,84%) Yoko Cheese N.V., Genk (99,89%) Duitsland CMG Grundstücksverwaltungs- und Beteiligungs - GmbH, Heilbronn DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG, Goch (50%) 2 FrieslandCampina Germany GmbH, Heilbronn FrieslandCampina Kievit GmbH, Lippstadt FrieslandCampina Professional GmbH, Keulen Milchverwaltung FrieslandCampina Germany GmbH, Keulen Sahnemolkerei Hubert Wiesehoff GmbH, Schoppingen (49%) 2 Frankrijk FrieslandCampina Cheese France S.A.S., Sénas FrieslandCampina France S.A.S., Saint-Paul-en-Jarez Griekenland FrieslandCampina Hellas S.A., Athene Groot-Brittannië FrieslandCampina UK Ltd., Horsham Hongarije FrieslandCampina Hungária zRt, Debrecen (99,99%) Italië FrieslandCampina Italy Srl, Verona Orange Srl, Bari (80%) 2
1
2
Voor zover niet anders vermeld bedraagt het belang 100%. Indien het percentage kleiner is dan 100% wordt het directe belang van de moeder in de desbetreffende dochteronderneming genoemd. In deze vennootschappen heeft FrieslandCampina een beleidsbepalende invloed.
Jaarrekening Belangrijkste dochterondernemingen
Oostenrijk FrieslandCampina Austria GmbH, Stainach Roemenië FrieslandCampina Romania S.A., Satu Mare (99,99%) Rusland Campina LLC, Moskou Spanje FrieslandCampina Canarias S.A., Las Palmas China FrieslandCampina (Hong Kong) Ltd., Hong Kong FrieslandCampina Trading (Shanghai) Co. Ltd., Shanghai FrieslandCampina Ingredients (Shanghai) Co. Ltd., Shanghai Indonesië PT Frisian Flag Indonesia, Jakarta (95%) PT Kievit Indonesia, Jakarta Maleisië Dutch Lady Milk Industries Berhad, Petaling Jaya (50,96%) Filippijnen Alaska Milk Corporation, Manilla (99,86%) Singapore FrieslandCampina (Singapore) Pte. Ltd., Singapore FrieslandCampina AMEA Pte. Ltd., Singapore Thailand FrieslandCampina Fresh (Thailand) Co. Ltd., Bangkok FrieslandCampina (Thailand) PCL, Bangkok (99,71%) Vietnam FrieslandCampina Ha Nam Co. Ltd., Phu Ly FrieslandCampina Vietnam Co. Ltd., Binh Duong province (70%) Saoedi-Arabië Friesland Arabia Ltd., Jeddah Verenigde Arabische Emiraten FrieslandCampina Middle East DMCC, Dubai Ghana FrieslandCampina West Africa Ltd., Accra Ivoorkust FrieslandCampina Ivory Coast S.A., Abidjan Nigeria FrieslandCampina WAMCO Nigeria Plc., Ikeja (54,58%) USA FrieslandCampina Ingredients North America Inc, Paramus, State: New Jersey Joint ventures en geassocieerde deelnemingen 3 Betagen Holding Ltd., Hongkong, China (50%) Coöperatieve Zuivelinvesteerders U.A., Oudenhoorn, Nederland (49%) Dutch Dairy Ingredients B.V., Leeuwarden, Nederland (82,33%) Great Ocean Ingredients Pty. Ltd., Allansford, Victoria, Australië (50%)
3
In deze joint ventures en geassocieerde deelnemingen heeft FrieslandCampina geen beleidsbepalende invloed. Deze afweging is gemaakt op basis van een analyse van zowel de gehouden aandelen als de stemrechten van FrieslandCampina binnen de joint venture of geassocieerde deelneming.
95
Jaarrekening Enkelvoudige balans - Enkelvoudige winst-en-verliesrekening
Enkelvoudige balans Per 31 december, voor winstbestemming in miljoenen euro's
96
Toelichting
2014
2013
Deelnemingen in dochterondernemingen Ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V. Perpetuele lening aan dochteronderneming Vaste activa
(2) (3) (4)
1.041 242 296 1.579
970 253 290 1.513
Overige vorderingen op dochterondernemingen Vlottende activa Totaal activa
(5)
42 42 1.621
1.513
242 11 -33 -66 194 935 1.283
253 15 -24 -114 52 1.041 1.223
(7)
113 113
116 116
(8)
225 225
162 12 174
338 1.621
290 1.513
2014 186 8 194
2013 44 8 52
Activa
Eigen vermogen Ledencertificaten Reële-waardereserve Reserve kasstroomafdekkingen Reserve valuta-omrekenverschillen Winst boekjaar Algemene reserve Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatie Verplichtingen Rentedragende verplichtingen Langlopende verplichtingen Verplichtingen aan financiers Kortlopende verplichtingen aan dochterondernemingen Kortlopende verplichtingen
(6)
Totaal verplichtingen Totaal passiva
Enkelvoudige winst-en-verliesrekening In miljoenen euro's
Resultaat uit deelnemingen, na belastingen Overige resultaten, na belastingen Winst boekjaar
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening In miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven
1 Algemeen Grondslagen en toelichting De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW), met gebruikmaking van de optie uit artikel 362 lid 8, Titel 9 Boek 2 BW tot toepassing van de grondslagen voor waardering van activa en passiva en resultaatbepaling (waarderingsgrondslagen) die in de geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie. Voor de presentatie van de enkelvoudige winst-en-verliesrekening is gebruik gemaakt van artikel 402, Titel 9 Boek 2 BW. Voor zover de posten opgenomen in de enkelvoudige jaarrekening niet nader worden toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening. De waardering van de deelnemingen geschiedt tegen nettovermogenswaarde. Voor ingehouden winsten van deelnemingen waar de uitkering aan restricties onderhevig is, wordt een wettelijke reserve deelnemingen aangehouden. Een lijst van dochtermaatschappijen en andere maatschappijen waarin de coöperatie direct of indirect deelneemt, is op kantoor van de coöperatie beschikbaar en bij het handelsregister gedeponeerd. 2 Deelnemingen in dochterondernemingen Begin boekjaar Resultaat boekjaar Resultaten direct verwerkt in het eigen vermogen Vervallen DFE put-optie Overige Einde boekjaar
2014 970 186 -115
1.041
2013 947 44 -89 67 1 970
2014 253 8 -8 -11 242
2013 270 8 -9 -16 253
3 Ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V. Begin boekjaar Toegekende rentevergoeding Ontvangen rentevergoeding Conversie ledencertificaten in ledenobligaties Einde boekjaar
De ledenobligaties zijn eeuwigdurend en kennen geen vervaldatum. Het rentetarief voor de ledenobligaties is de zesmaands Euribor plus 3,25%, per 1 juni en 1 december van het jaar. De obligaties zijn achtergesteld bij de vorderingen van alle andere bestaande en toekomstige schuldeisers, voor zover die niet zijn achtergesteld. Rentebetaling kan worden uitgesteld indien Koninklijke FrieslandCampina N.V. in de 12 maanden voorafgaand aan de jaarlijkse coupondatum geen prestatietoeslag heeft vastgesteld of uitgekeerd. Uitgestelde rente wordt betaalbaar op de datum waarop weer prestatietoeslag wordt uitgekeerd.
97
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
98
4 Perpetuele lening aan dochteronderneming 2014 290 10 -4 296
Begin boekjaar Toegekende rentevergoeding Ontvangen rentevergoeding Einde boekjaar
2013 290
290
Dit betreft een perpetueel achtergestelde lening met een hoofdsom van EUR 290 miljoen. Deze lening is eeuwigdurend en kent geen vervaldatum. Het rentetarief voor de perpetueel achtergestelde lening is de zesmaands Euribor plus 3,25%, per 1 juni en 1 december van het jaar. De lening is achtergesteld bij de vorderingen van alle andere bestaande en toekomstige schuldeisers, voor zover die niet zijn achtergesteld. Rentebetaling kan worden uitgesteld indien Koninklijke FrieslandCampina N.V. in de 12 maanden voorafgaand aan de jaarlijkse rentebetaaldatum geen prestatietoeslag heeft vastgesteld of uitgekeerd. Uitgestelde rente wordt betaalbaar op de datum waarop weer prestatietoeslag wordt uitgekeerd. Per jaareinde is EUR 6 miljoen rente nog niet uitbetaald en derhalve opgenomen als vordering. 5 Overige vorderingen op dochterondernemingen De overige vorderingen heeft geheel (2013: nihil) betrekking op een rekening-courant met een dochteronderneming. 6 Eigen vermogen toe te rekenen aan de leden van de coöperatie De ledencertificaten zijn in 2008 eenmalig uitgekeerd aan alle melkveehouders die op het moment van de fusie lid waren van FrieslandCampina. Deze ledencertificaten zijn alleen op het moment van de fusie uitgegeven en de leden certificaten zijn niet verhandelbaar. Leden van FrieslandCampina hebben de mogelijkheid om hun ledencertificaten vrijwillig om te zetten in ledenobligaties bij Koninklijke FrieslandCampina N.V. en bij beëindiging van het lidmaatschap worden de ledencertificaten automatisch omgezet in ledenobligaties bij Koninklijke FrieslandCampina N.V. De reserve kasstroomafdekkingen en de reserve valuta-omrekenverschillen zijn wettelijke reserves en derhalve niet uitkeerbaar. Daarnaast dient EUR 4 miljoen (2013: EUR 4 miljoen) van de reële-waardereserve te worden aangemerkt als wettelijke reserve. Dit deel heeft namelijk betrekking op een belegging waarvoor geen frequente marktnotering bestaat. Bovendien is EUR 152 miljoen (2013: EUR 93 miljoen) van de algemene reserve als wettelijke reserve deelneming aangemerkt, deze reserve kan als zodanig niet worden uitgekeerd. Het eigen vermogen dat toerekenbaar is aan de leden van de coöperatie en dat is opgenomen in de enkelvoudige jaarrekening, is gelijk aan het eigen vermogen toerekenbaar aan de leden van de coöperatie dat is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. Zie toelichting 19 in de geconsolideerde jaarrekening voor meer details over het eigen vermogen. 7 Rentedragende verplichtingen 2014 113 113
Achtergestelde obligaties
2013 116 116
Onderstaand worden de voorwaarden en condities van de uitstaande langlopende verplichtingen weergegeven: Lening Achtergestelde obligaties (variabele rente)
Valuta
Nominale rente percentage
Jaar van aflossing
Nominale waarde 2014
Boekwaarde 2014
Nominale waarde 2013
Boekwaarde 2013
EUR
1,7
2017-2027
113
113
116
116
113
113
116
116
Voor de toelichting op de verplichtingen inzake de achtergestelde obligaties wordt verwezen naar toelichting 23 van de geconsolideerde jaarrekening.
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
8 Verplichtingen aan financiers 2014 225 225
Verplichtingen aan leden-melkveehouders
2013 211 211
Dit betreft de vrije ledenrekening van de leden-melkveehouders. Zie toelichting 25 in de geconsolideerde jaarrekening voor nadere toelichting van de aard van de vrije ledenrekening. 9 Financiële instrumenten FrieslandCampina is gevoelig voor verschillende financiële risico’s, zoals kredietrisico, renterisico, liquiditeitsrisico en valutarisico. In de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening wordt informatie gegeven over de blootstelling van FrieslandCampina aan elk van deze genoemde risico’s, de doelstellingen, grondslagen en procedures van FrieslandCampina voor het beheren en meten van deze risico’s, zie toelichting 30. Deze risico’s, doelstellingen, grondslagen en procedures van de voor het beheren en meten van deze risico’s zijn van overeenkomstig van toepassing op de enkelvoudige jaarrekening van FrieslandCampina. Daarnaast is onderstaande nadere kwantitatieve toelichting opgenomen. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten benadert de boekwaarde ervan. De boekwaarde van financiële activa en passiva zoals opgenomen in de geconsolideerde balans wordt in onderstaande tabel weergegeven, evenals de financiële instrumenten die tegen reële waarde gewaardeerd zijn, of waarvan de boekwaarde afwijkt van de reële waarde, weergegeven per waarderingsmethode. Hierbij is de reële waarde het bedrag dat zou zijn ontvangen of betaald als de vorderingen en/of verplichtingen waren afgewikkeld op balansdatum, zonder verdere verplichtingen. 2014 Financiële activa niet gewaardeerd tegen reële waarde Ledenobligaties Koninklijke FrieslandCampina N.V. Leningen aan dochterondernemingen Overige vorderingen
Financiële passiva niet gewaardeerd tegen reële waarde Langlopende rentedragende verplichtingen - variabele rente Kortlopende rentedragende verplichtingen Kortlopende verplichtingen aan dochterondernemingen
2013
Boekwaarde
Reële waarde
Boekwaarde
Reële waarde
242 296 42 580
242 296 42 580
253 290
253 290
543
543
113 225
113 225
338
338
116 162 12 290
116 162 12 290
99
Jaarrekening Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening
100
10 Niet in de balans opgenomen verplichtingen Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. vormt tezamen met het merendeel van de Nederlandse werkmaatschappijen de fiscale eenheid Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. voor de vennootschaps- en omzetbelasting. Op grond daarvan is de Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale eenheid als geheel. De verrekening van belastingen tussen de coöperatie en de dochtermaatschappijen binnen de fiscale eenheid wordt verricht op basis van het commerciële resultaat van de dochtermaatschappijen. 11 Bezoldiging bestuur Zie toelichting 29 van de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening voor de bezoldiging van het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Gedurende het verslagjaar waren er geen werknemers in dienst bij de coöperatie.
Amersfoort, 7 april 2015 Bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. P. Boer, voorzitter J.P.C. Keijsers, vicevoorzitter J.W. Addink-Berendsen A.A.M. Huijben-Pijnenburg F.A.M. Keurentjes S.R.F. Ruiter H. Stöcker W.M. Wunnekink
Overige gegevens
Overige gegevens Bestemming saldo De statutaire bepalingen met betrekking de bestemming van het saldo zijn opgenomen in artikel 39 van de statuten. Artikel 39 bepaalt: Lid 5 a. Omtrent bestemming van een eventueel positief blijkend saldo van de coöperatie besluit de ledenraad op voorstel van het bestuur. Lid 5 b. (i) Indien de ledenraad tot uitkering van een deel van of het gehele positief saldo besluit wordt allereerst, zo mogelijk, op ieder ledencertificaat een bedrag uitgekeerd gelijk aan het percentage in de volgende zin, vermenigvuldigd met hun nominale bedrag. Het percentage bedoeld in de vorige zin is gelijk aan het gemiddelde van EURIBOR-percentages voor kasgeldleningen met een looptijd van zes (6) maanden – gewogen naar het aantal dagen waarvoor deze percentages gelden – gedurende het boekjaar waarover de uitkering geschiedt, verhoogd met een driejaarlijks door de executive board van Koninklijke FrieslandCampina N.V. vast te stellen aantal basispunten. Indien het in enig boekjaar behaalde positief saldo niet toereikend is om deze uitkering te doen, zal in volgende jaren het in dit onderdeel (b) van dit lid 5 bepaalde eerste toepassing vinden nadat het tekort is ingehaald. Op de ledencertificaten zal geen verdere uitkering geschieden. Het besluit van de executive board van Koninklijke FrieslandCampina N.V. behoeft de goedkeuring van de raad van commissarissen, van het bestuur (in zijn hoedanigheid van aandeelhouder) en van de ledenraad. Lid 5 b. (ii) Het na toepassing van dit onderdeel b (i) resterend positief saldo wordt uitgekeerd aan de leden en de oud-leden waarvan het lidmaatschap van de coöperatie is geëindigd in het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, naar rato van de waarde van de door hen per het einde van het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft in dat jaar als lid geleverde melk, welke waarde wordt berekend alsof het betrof gangbare melk, ongeacht of het betreffende lid gangbare of bijzondere melk heeft geleverd, tenzij met een lid anders is overeengekomen omtrent de waardevaststelling en/of waarde van de door dat lid geleverde melk, waartoe uitsluitend het bestuur bevoegd is. Een dergelijke uitkering kan ook geschieden anders dan in geld. De ledenraad kan op voorstel van het bestuur besluiten dat een dergelijke uitkering aan leden geschiedt anders dan in geld en aan oud-leden in geld, en omgekeerd.
Voorstel bestemming saldo
Het bestuur van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. stelt voor van de winst van EUR 194 miljoen het saldo van EUR 186 miljoen toe te voegen aan de algemene reserve en EUR 8 miljoen toe te voegen aan de reserve ledencertificaten.
Aansprakelijkheid
De leden zijn niet aansprakelijk voor de verbintenissen van de coöperatie en iedere verplichting van leden of oud-leden om bij de vereffening van de coöperatie in een tekort bij te dragen is uitgesloten.
Gebeurtenissen na balansdatum
Voor de informatie betreffende gebeurtenissen na balansdatum wordt verwezen naar toelichting 32 van de geconsolideerde jaarrekening 2014.
101
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: De ledenraad van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. 102
Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (de coöperatie) te Amersfoort gecontroleerd. De jaarrekening omvat de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening. Naar ons oordeel: • geeft de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. op 31 december 2014 en van het resultaat en de kasstromen over 2014, in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (EU-IFRS) en met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). • geeft de enkelvoudige jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. op 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit: • de geconsolideerde balans per 31 december 2014; • de volgende geconsolideerde overzichten over 2014: de winst-en-verliesrekening, het overzicht van het totaalresultaat, het overzicht vermogensmutaties en het kasstroomoverzicht; en • de toelichting met een overzicht van de relevante grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De enkelvoudige jaarrekening bestaat uit: • de enkelvoudige balans per 31 december 2014; • de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2014; en • de toelichting met een overzicht van de belangrijke grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Materialiteit Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Op basis van onze professionele oordeelsvorming hebben wij de materialiteit voor de jaarrekening als geheel bepaald op EUR 45 miljoen. De materialiteit is gebaseerd op de totale waarde van de melkleveringen door de leden van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. (ongeveer 1,1% hiervan). De totale melkleveringen zijn begrepen in de kosten van grond- en hulpstoffen en handelsgoederen. Deze benchmark vinden wij het meest relevant omdat de ledenmelkveehouders, als lid van de coöperatie tevens leverancier zijn en de vergoeding voor de melkleveringen het grootste deel vormt van de vergoeding die de leden-melkveehouders van de coöperatie ontvangen. Daarnaast hebben wij deze materialiteit ook getoetst door deze te relateren aan de totale omzet (ongeveer 0,4% hiervan). Wij houden ook rekening met afwijkingen en/of mogelijke afwijkingen die naar onze mening voor de gebruikers van de jaarrekening om kwalitatieve redenen materieel zijn.
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Wij zijn met het bestuur overeengekomen dat wij aan hen tijdens onze controle geconstateerde afwijkingen boven de EUR 1 miljoen rapporteren alsmede kleinere afwijkingen die naar onze mening om kwalitatieve redenen relevant zijn. Reikwijdte van de groepscontrole De belangrijkste activiteit van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. betreft het houden van een 100% belang in de onderneming Koninklijke FrieslandCampina N.V. welke aan het hoofd staat van een groep van entiteiten (groepsonderdelen). De financiële informatie van de groep is opgenomen in de jaarrekening van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Gegeven onze eindverantwoordelijkheid voor het oordeel zijn wij verantwoordelijk voor de aansturing van, het toezicht op en de uitvoering van de groepscontrole. In dit kader hebben wij de aard en omvang bepaald van de uit te voeren werkzaamheden voor de groepsonderdelen. Bepalend hierbij zijn de omvang en/of het risicoprofiel van de groepsonderdelen of de activiteiten. Op grond hiervan hebben wij de groepsonderdelen geselecteerd waarbij een controle van de volledige financiële informatie of specifieke posten noodzakelijk was. Wij hebben groepsonderdelen van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. opgenomen in de groepscontrole wanneer zij significant van omvang waren of wanneer zij bepaalde specifieke risico’s bevatten. Wanneer dit niet tot voldoende afdekking heeft geleid, hebben wij onze professionele oordeelsvorming gehanteerd om aanvullende groepsonderdelen in de groepscontrole te betrekken. Op basis van deze selectie criteria hebben wij een controle van de volledige financiële informatie uitgevoerd bij 19 groepsonderdelen en een controle van specifieke posten bij 49 groepsonderdelen. Daarnaast hebben wij zelf op groepsniveau controlewerkzaamheden uitgevoerd op significante risicogebieden in de groep, bijvoorbeeld op de goodwill impairment test, belastingen en pensioenen. Dit heeft geresulteerd in een afdekking van 82% van de omzet van de groep en van 75% van de totale activa van de groep. Voor de resterende groepsonderdelen hebben wij onder meer cijferanalyses uitgevoerd om onze inschatting te toetsen dat er geen risico van een materiele fout is bij deze groepsonderdelen. Controles van groepsonderdelen worden met een bepaalde materialiteit uitgevoerd. Bij de meeste groepsonderdelen is deze materialiteit gebaseerd op de lokale statutaire controlematerialiteit, welke veelal lager is dan de groepsmaterialiteit. In andere gevallen is de materialiteit voor groepsonderdelen bepaald op basis van professionele oordeelsvorming door het groepsteam. Deze is dan gebaseerd op de materialiteit voor de jaarrekening als geheel en de rapportagestructuur van de groep. De materialiteit voor groepsonderdelen is niet hoger vastgesteld dan EUR 30 miljoen. Het groepsteam heeft gedetailleerde instructies gestuurd naar alle accountants die betrokken zijn bij de groepscontrole van groepsonderdelen. In deze instructies zijn de belangrijkste controlegebieden benoemd (inclusief de risico’s op een materiele fout) en is informatie opgenomen wat moet worden gerapporteerd aan het groepsteam. Het groepsteam heeft een bezoekschema opgesteld op basis waarvan elke drie jaar alle grote groepsonderdelen worden bezocht. Tijdens de controle van de jaarrekening 2014 zijn groepsonderdelen in België, Dubai, Indonesië, Thailand en de Verenigde Staten van Amerika bezocht. Er is ook telefonisch contact geweest met alle accountants van groepsonderdelen die betrokken zijn bij de groepscontrole. Tijdens de bezoeken en de telefonische contacten zijn de controleaanpak en de bevindingen gerapporteerd aan het groepsteam in meer detail besproken. Door bovengenoemde werkzaamheden bij groepsonderdelen, gecombineerd met aanvullende werkzaamheden op groepsniveau, hebben wij voldoende en geschikte controle-informatie met betrekking tot de financiële informatie van de groep verkregen om een oordeel te geven over de jaarrekening. De kernpunten van onze controle In de kernpunten van onze controle beschrijven wij zaken die naar ons professionele oordeel het meest belangrijk waren tijdens onze controle van de jaarrekening. Aangezien de belangrijkste activiteit van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. betreft het houden van een 100% belang in Koninklijke FrieslandCampina N.V., zijn dezelfde kernpunten van de controle van belang. De kernpunten van onze controle hebben wij met de het bestuur gecommuniceerd, maar vormen geen volledige weergave van alles wat is besproken.
103
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
104
Wij hebben onze controlewerkzaamheden met betrekking tot deze kernpunten bepaald in het kader van de jaarrekening controle als geheel. Onze bevindingen ten aanzien van de individuele kernpunten moeten in dat kader worden bezien en niet als afzonderlijke oordelen over deze kernpunten. Waardering van goodwill De goodwill impairment test die elk jaar in het tweede kwartaal wordt uitgevoerd door FrieslandCampina is een kernpunt van onze controle, omdat het evaluatieproces complex is, er veel oordeelsvorming met enige mate van subjectiviteit benodigd is en deze gebaseerd is op aannames die worden beïnvloed door toekomstige economische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de verschillende markten. Bij het uitvoeren van de goodwill impairment test heeft de coöperatie verschillende aannames gehanteerd met betrekking tot deze economische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de verschillende markten, zoals de discontovoet, omzet en marge ontwikkelingen, verwachte inflatiepercentages en de restwaarde groeivoet. Tijdens onze controle hebben wij deze aannames, de methodieken en de gegevens die gebruikt zijn door de coöperatie geëvalueerd en getoetst met externe gegevens over de verwachte inflatie en de marktgroei en vergeleken met concurrenten. Wij hebben in ons controleteam een waarderingsdeskundige opgenomen die ons heeft geassisteerd bij deze controle. Ook hebben wij gevoeligheidsanalyses op de uitkomsten van de berekeningen uitgevoerd. Hierbij hebben wij ons specifiek gericht op de gevoeligheid in de beschikbare ruimte in die kasstroom genererende eenheden waarbij een redelijke aanpassing van de uitgangspunten kan leiden tot een situatie dat de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde. Ook hebben wij de realisatie van de historische aannames van de coöperatie geëvalueerd. Wij hebben geëvalueerd of de toelichting van de coöperatie in noot 12 over deze aannames welke het meest gevoelig zijn voor de uitkomst van de goodwill impairment test adequaat is. Verplichtingen voor pensioenregelingen De coöperatie heeft verplichtingen voor pensioenregelingen welke voornamelijk betrekking hebben op toegezegdpensioenregelingen. Deze verplichtingen zijn significant voor de jaarrekening. De twee belangrijkste pensioenregelingen in Nederland, betreffen samen in totaal 92% van de toegezegde brutopensioenverplichting. Bij de controle hebben wij gebruik gemaakt van pensioendeskundigen die onderdeel vormden van het controleteam. Wij hebben specifiek aandacht besteed aan de effecten van de afspraken over de deelname in het bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel met ingang van 1 januari 2015 en de wijzigingen in de bestaande pensioenregelingen welke hebben geleid tot een eenmalige bate van EUR 131 miljoen die in 2014 is verantwoord. Wij hebben ook specifiek aandacht besteed aan de classificatie van de pensioenregeling in het bedrijfstakpensioenfonds als een toegezegde-bijdrageregeling, onder andere door middel van de evaluatie van de regeling. Als onderdeel van onze controle hebben wij de actuariële veronderstellingen die de coöperatie heeft gehanteerd, zoals de discontovoet en de indexatie geëvalueerd aan de hand van externe gegevens. Ook hebben wij de juistheid en de volledigheid van de onderliggende brongegevens van de deelnemers getoetst. Daarnaast hebben wij geëvalueerd of de toelichting van de coöperatie in noot 20 adequaat is. Latente belastingposities en belastingvoorzieningen Vennootschapsbelasting is een kernpunt voor onze controle omdat de waardering van de belastingposities complex is en hiervoor oordeelsvorming met enige mate van subjectiviteit en schattingen benodigd zijn. De activiteiten van de coöperatie zijn onderhevig aan vennootschapsbelasting in verschillende landen. Wij hebben de kennis en ervaring van lokale en internationale belastingspecialisten gebruikt voor onze controle van de belastingposities. Met betrekking tot de latente belastingposities hebben wij de uitgangspunten die de coöperatie heeft gehanteerd geëvalueerd om de waarschijnlijkheid te bepalen dat latente belastingvorderingen worden terugverdiend door middel van belastbare winst in toekomstige jaren en door middel van tax planning strategieën in de verschillende landen. Tijdens onze werkzaamheden hebben wij onder andere budgetten, toekomstverwachtingen en belastingwetten gebruikt om de verantwoorde posities te controleren. Daarnaast hebben wij de historische betrouwbaarheid van inschattingen geëvalueerd. Om de aannames die gehanteerd zijn om de belastingvoorzieningen en onzekere belastingposities te analyseren en te evalueren hebben wij deze onder andere aangesloten op onderliggende bewijsstukken en hebben wij kennis genomen van de correspondentie met de belastingdiensten. Tevens hebben we de toereikendheid geëvalueerd van de toelichting van de coöperatie die is opgenomen in noot 10, noot 21 en noot 27 in het kader van belastingen en onzekere belastingposities.
Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Verantwoordelijkheden van het bestuur en de ledenraad voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met EU-IFRS en met Titel 9 Boek 2 BW en voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur afwegen of de coöperatie in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsels moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de coöperatie te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de coöperatie haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening. De ledenraad is verantwoordelijk voor het vaststellen van de jaarrekening. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle fouten en fraude ontdekken. Voor nadere informatie over accountantscontroles in het algemeen wordt verwezen naar de website van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). www.nba.nl/standaardteksten-controleverklaring. Verklaring betreffende overige door wet- of regelgeving gestelde vereisten Verklaring betreffende het jaarverslag en de overige gegevens Wij vermelden op basis van de wettelijke verplichtingen onder Titel 9 Boek 2 BW (betreffende onze verantwoordelijkheid om te rapporteren over het jaarverslag en de overige gegevens): • dat wij geen tekortkomingen hebben geconstateerd naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de door Titel 9 Boek 2 BW vereiste overige gegevens zijn toegevoegd; • dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Benoeming Vanaf de controle van het boekjaar 2008 zijn wij de accountant van de coöperatie. Wij zijn door de ledenraad op 30 april 2014 herbenoemd als accountant van Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. voor de controle van de jaarrekening 2014.
Amstelveen, 7 april 2015 KPMG Accountants N.V. E.H.W. Weusten RA
105
Overzichten 106
Meerjarenoverzicht In miljoenen euro's, tenzij anders aangegeven
2014
2013
2012
2011
2010
11.348
11.281 513 313 157
10.309
406 483 295
487 278
9.626 407 403 216
8.972 428 434 285
Garantieprijs Prestatietoeslag in euro's per 100 kg Reservering ledenobligaties in euro's per 100 kg Weidegangtoeslag in euro's per 100 kg Bijzondere toeslagen in euro's per 100 kg Melkprijs in euro's per 100 kg
39,38 1,86 1,07 0,29 0,10 42,70
39,45 1,81 1,23 0,31 0,10 42,90
33,87 1,42 0,95 0,32 0,12 36,68
36,94 1,10 0,73 0,03 0,12 38,92
32,39 1,23 0,73 0,04 0,13 34,52
Balans Balanstotaal Totaal eigen vermogen
7.676 2.527
7.100 2.341
6.792 2.258
5.661 2.194
5.238 2.007
1.283
1.223
1.217
1.261
1.174
493 -618
570 -576
857 -702
511 -340
465 -239
231
213
194
176
210
32,9
33,0
33,2
38,8
38,3
Werknemers (gemiddeld aantal fte's)
22.168
21.186
20.045
19.036
19.484
Totaal verwerkte melk (in miljoenen kg) Melkaanvoer van leden (in miljoenen kg)
10.716 9.453
10.659 9.261
10.215 8.860
10.140 8.838
10.266 8.821
Kerngegevens Winst-en-verliesrekening Netto-omzet Bedrijfsresultaat voor eenmalige posten Bedrijfsresultaat Winst
Eigen vermogen toe te rekenen aan leden van de coöperatie Kasstroom Nettokasstroom uit operationele activiteiten Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten Afschrijvingen op gebouwen en installaties en amortisatie immateriële activa Overige gegevens Totaal eigen vermogen als % balanstotaal
Overzichten Meerjarenoverzicht - Melkprijsoverzicht
Melkprijsoverzicht
107
In euro's per 100 kg melk bij 3,47% eiwit, 4,41% vet en 4,51% lactose, in de verhouding 10:5:1, excl. btw
Vet Eiwit Lactose
2014
2013
14,14 22,26
19,06 20,39
2,89 39,29 0,09
39,45
39,38 1,86 0,29 0,10
39,45
41,63 1,07
41,67
Reservering ledenobligaties Melkprijs Rente op ledenobligaties Algemene reserve
42,70 0,42 1,93
42,90 0,37 0,45
Prestatieprijs
45,05
43,72
Verrekening garantieprijs Garantieprijs Prestatietoeslag Weidegangtoeslag 1 Bijzondere melkstromen 2 Contante prijs
1
2
1,81 0,31 0,10 1,23
Leden-melkveehouders die weidegang toepassen ontvangen een weidegangtoeslag van 0,50 euro per 100 kg melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,29 euro per 100 kg melk. Bijzondere melkstromen betreft het totaalbedrag van uitkeringen per 100 kg Landliebe melk van 1,00 euro per 100 kg melk en het verschil tussen de garantieprijs voor biologische melk (49,52 euro) en de garantieprijs per 100 kg melk. Gemiddeld over alle FrieslandCampina ledenmelk is dit 0,10 euro per 100 kg melk.
108
Samenstelling bestuur
Piet (P.) Boer (1960)
Jan (J.P.C.) Keijsers (1955)
Sandra (J.W.) Addink-Berendsen (1973)
Functie Voorzitter raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Voorzitter bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 31 december 2008 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehouder Overige functies Lid raad van commissarissen Alfa Top-Holding B.V. Voorzitter Commissie Duurzame Melkproductie van NZO Lid topteam Topsector Agri & Food
Functie Vicevoorzitter raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 31 december 2008 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehouder Overige functies Geen
Functie Lid raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 16 december 2014 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehoudster Overige functies Lid raad van commissarissen ForFarmers B.V.
Overzichten Samenstelling bestuur
109
Angelique (A.A.M.) Huijben-Pijnenburg (1968)
Frans (F.A.M.) Keurentjes (1957)
Simon (S.R.F.) Ruiter (1958)
Functie Lid raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 15 december 2010 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehoudster Overige functies Lid raad van commissarissen AB Brabant Lid algemeen bestuur waterschap Brabantse Delta
Functie Lid raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 31 december 2008 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehouder Overige functies Lid Provinciale Staten van Groningen Lid Grondkamer Noord
Functie Lid raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 31 december 2008 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehouder Overige functies Lid gemeenteraad Alkmaar
110
Samenstelling bestuur
Hans (H.) Stöcker (1964)
Erwin (W.M.) Wunnekink (1970)
Functie Lid raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 14 december 2011 Nationaliteit Duits Beroep Melkveehouder Overige functies Voorzitter Landesvereinigung Milch NRW voorzitter raad van commissarissen Milchverwertungsgesellschaft NRW Lid Kreisstelle Oberberg der Landwirtschaftskammerr NRW Lid Landschaftsbeirat Oberbergischer Kreis Lid Aufsichtsrat Raiffeisenerzeuger genossenschaft Bergisch Land Voorzitter vereniging ‘Milch und Kultur Rheinland und Westfalen’
Functie Lid raad van commissarissen Koninklijke FrieslandCampina N.V. Lid bestuur Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Benoeming 16 december 2009 Nationaliteit Nederlands Beroep Melkveehouder Overige functies Geen
Overzichten Samenstelling bestuur
111
Rooster van benoeming en aftreden bestuur (per 7 april 2015) aanvang 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 P. Boer
31 dec 2008
J.W. Addink-Berendsen
16 dec 2014
›
›
‹
A.A.M Huijben-Pijnenburg
15 dec 2010
›
‹
‹›
J.P.C. Keijsers
26 april 2006
F.A.M. Keurentjes
31 dec 2008
S.R.F. Ruiter
26 april 2006
H. Stöcker
14 dec 2011
W.M. Wunnekink
16 dec 2009
Vacature
›
treedt af, herbenoembaar
‹
treedt af, niet herbenoembaar
‹
›
‹
›
‹› ‹
›
‹›
›
›
› ›
¡
› ‹›
‹
‹› opvolger van huidig lid treedt af, herbenoembaar ¡ nieuwe benoeming
‹›
‹ ‹
›
‹› ›
Zuivelcoöperatie FrieslandCampina U.A. Stationsplein 4 3818 LE Amersfoort T +31 33 713 3333 www.frieslandcampina.com