21e jaargang nummer 9 - 2014
vaktijdschrift van Facility Management Nederland
www.fmn.nl
fmi
Thema: Huisvesting
Veiligheid voorop bij FrieslandCampina FMinFOCUS VEILIGHEID | VU: Meerwaarde jaren-’70-gebouwen onderschat | Het belang van servicekostenonderzoek |
HOOFDREDACTIONEEL
Huisvesting John Dommerholt, hoofdredacteur
De sleutel tot een ongediertevrij gebouw
Natalie Hofman is sinds kort voorzitter van FMN. En dat betekent dat ze redactie van FMI heeft verlaten. Jammer! Natalie heeft al lang en altijd vol energie een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van veel nummers, bijna tien jaar. Natalie: Namens de redactie van FMI veel succes als voorzitter van onze vereniging! In dit nummer een duo-interview met scheidend voorzitter Ian van der Pool en Natalie. In dat interview geeft Natalie aan dat haar ambities onder meer liggen op het realiseren van de verbinding tussen hard- en soft facilities. Ik ben het met Natalie eens dat de aandacht binnen facility management de afgelopen jaren vooral heeft gelegen op het gebied van soft facilities en dan met name op hospitality. Op zich niet zo vreemd, want dienstverlening valt vaak het eerst op, vraagt continue aandacht en kan leiden tot onderscheidend vermogen. Maar hoe je ook het wendt of
Uw klanten en collega’s gaan ervan uit dat hun afdeling goed onderhouden en beheerd wordt. Toch is een ongediertevrij gebouw niet vanzelfsprekend. Sommige locaties zijn door hun bouw toegankelijk voor ratten en muizen. Ook kan het personeel door hun gedrag onbedoeld plaagdieren aantrekken. Dat is een hele zorg voor de facilitair manager, want als zich een uitbraak van ongedierte voordoet, wordt deze erop aangekeken.
Colofon FMI Facility Management Informatie tijdschrift van FMN, Facility Management Nederland Bladmanagement APPR bv, Inga van Uchelen,
[email protected]
Rentokil kan deze zorgen wegnemen met een preventieprogramma op maat: directe en snelle respons bij incidenten en digitale rapportage van ongedierte-activiteiten. En wanneer u onverhoopt toch met een ongedierteplaag geconfronteerd wordt, zorgen wij voor een snelle, doeltreffende en discrete bestrijding. Laat u adviseren over onze oplossingen. Dan zorgen wij er samen voor dat ongedierte uw goede naam niet in het geding brengt.
Redactie John Dommerholt (hoofdredacteur), Erik Ernst, Rianne Kuik, Reint Scholten, Lisette van Steijn Eindredactie APPR bv Uitgever APPR bv
Kijk op www.rentokil.nl/bedrijven, mail naar
[email protected] of bel gratis 0800-7368654
keert: hard facilities – en dan vertaal ik dat voor het gemak maar naar het gebouw, de vaste inrichting en alle techniek die daarmee samenhangt – maakt bij de meeste organisaties nog ruim veertig procent van het facilitaire budget uit. Dat soft- en hard facilities niet zonder elkaar kunnen, staat voor mij vast. De opgave ligt nog steeds in het realiseren van een optimum tussen product, omgeving en gedrag. Dat vraagt om een integrale benadering. Daar ligt naar mijn mening nog wel een opgave. Bij
veel organisaties zie je dat hard- en soft facilities separaat zijn georganiseerd, en daar waar ze tot het zelfde onderdeel behoren functioneren ze vaak behoorlijk autonoom. De eindgebruiker centraal plaatsen en vanuit dat perspectief integrale concepten, oplossingen bedenken, gebeurt nog veel te weinig. Met regelmaat worden nog gebouwen opgeleverd, worden renovaties gerealiseerd waar vervolgens de exploitatiekosten onnodig hoog zijn door ontwerpkeuzes, technische oplossingen, en dergelijke. In PPS-projecten, de ene keer succesvoller dan de andere keer, zie je de verbinding vanzelf ontstaan. Immers oplossingen worden integraal benaderd. En het denken vanuit total cost of ownership vraagt om vroegtijdige afstemming. Ik denk dat bij zowel opdrachtgevers als aanbieders veel geleerd kan worden van dit soort benaderingen. Ik hoop dat Natalie een rol gaat vervullen bij het bij elkaar brengen van deze twee werelden!
Aan dit nummer werkten mee Casper Biermans, Ellen Bots-Floors, Roel Hamers, Job Heerink, Jan Jurriens, Ron Koning, Annemarie Minkes, Daniëlle den Ottelander, Mijntje Perk, Steven Pons, Mathijs Ras, Ellen van der Veen, Ruud Welten Vormgeving APPR bv, Merit op de Dijk (art direction), Marlies Mulder Drukwerk Drukkerij Ten Brink, Meppel Advertentie-exploitatie APPR bv, Steffen Land,
[email protected], Herman Wessels,
[email protected], www.fmi.nu
APPR bv Postbus 5135, 1410 AC Naarden tel.: 035 694 28 78, fax: 035 694 74 27 FMN-bureau Postbus 5135, 1410 AC Naarden tel.: 035 694 35 03, www.fmn.nl /
[email protected] Informatie over lidmaatschap of opzeggen? www.fmn.nl/lidmaatschap Verschijningsfrequentie 11x per jaar ISSN 1380-8176
VCA
fmi 9 - 2014
3
INHOUD
fmi 9 - 2014
Thema: HUISVESTING 10
En verder… 10 Meerwaarde gebouwen uit de jaren ‘70 wordt onderschat
40 Duo-interview: Natalie Hofman en Ian van der Pool 44 Van Gogh Museum ’wereldwijde primeur’ met Breeam-certificaat
De Vrije Universiteit Amsterdam heeft aan de Boelelaan (Zuidas) een markant hoofdgebouw uit de jaren zeventig. De herhuisvesting van de faculteiten der Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, Letteren, Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde maakt deel uit van de omvangrijke verbouwing en herinrichting van dit gebouw. Bij de ruimtelijke transformatie blijven beeldbepalende elementen behouden.
48 IFMA: Reducing Real Estate
En verder… 42
14 Haagse Hogeschool: Een Haags perspectief voor vastgoed en huisvesting 20 Het belang van servicekostenonderzoek 22 De ontwikkeling van het ABN Amro Innovation Centre
Rubrieken 6 Nieuws
FMinFocus: VEILIGHEID 26
8 Productnieuws
26 Veiligheid voorop bij FrieslandCampina FrieslandCampina ziet veiligheid als een belangrijke randvoorwaarde om kwalitatief hoogwaardige producten in een veilige omgeving te produceren en in de markt te zetten. Dit geldt voor alle locaties, all over the world die betrokken zijn bij de producten en diensten van FrieslandCampina, dus ook voor het central office in Amersfoort. Wat betekent dit voor de medewerkers en toeleveranciers?
19 Lectorendialoog 25 Juridisch
38
38 Facilitaire loopbaan van… 53 Column bestuur 54 Kenniskring Zorg 55 FMN Actueel
En verder…
58 & 61 Wie wat waar
30 World Forum: Tijdens NSS hospitality continue getest op security
59 Facilitaire aanbieders
34 Alarmtransmissie over internet: vol risico’s
55
62 Next
FMnieuws Normontwerp bedrijfsnoodorganisatie en bedrijfshulpverlening NEN heeft het normontwerp NEN 8112 ‘Bedrijfsnoodorganisatie en bedrijfshulpverlening’ gepubliceerd. De norm biedt zowel kleine als grotere bedrijven hulp bij het ontwerpen en implementeren van de bedrijfsnoodorganisatie (BNO), waaronder de bedrijfshulpverlening (BHV). NEN 8112 vervangt de huidige normen NEN 4000:2008 ‘Bedrijfshulpverlening’ en NEN 8112:2010 ‘Leidraad voor ontruimingsplannen’. Het voordeel van de
nieuwe norm is dat er dan één norm is waarin kennis rondom het ontwerpen en implementeren van de BNO wordt gedeeld. De huidige normen worden ingetrokken op het moment dat NEN 8112 wordt gepubliceerd. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2015 zijn. NEN 8112 richt zich tot gebruikers, gebouwbeheerders, adviseurs en verzekeraars. Het is mogelijk om het normontwerp in te zien en er commentaar op te
leveren. Belanghebbenden kunnen tot 1 november 2014 online commentaar indienen via www.normontwerpen.nen. nl. Na sluiting van de commentaarperiode behandelt de normcommissie ‘Bedrijfsnoodorganisatie’ het commentaar op het normontwerp. De commentaarindieners worden vervolgens op de hoogte gesteld of en hoe hun commentaar is verwerkt. Daarna wordt de definitieve norm gepubliceerd. Informatie: www.nen.nl
SAB nieuwe cateraar provincie Fryslân Na een uitgebreid offertetraject heeft de provincie Fryslân voor SAB Catering gekozen als nieuwe cateraar voor het provinciehuis in het centrum van Leeuwarden. Met ingang van 1 oktober 2014 verzorgt SAB met acht medewerkers de restauratieve dienstverlening in het bedrijfsrestaurant, de banquetingservices, de gastvrouwservice en de bemanning van de espressobar in het recentelijk volledig gerenoveerde pand. SAB gaat zich maximaal inspannen om de regionale economie te ondersteunen en conformeert zich aan een doelstelling van uiteindelijk zestig procent voor de inkoop van regionale producten bij regionale leveranciers. Informatie: www.sabcatering.nl
6
fmi 9 - 2014
Energiebesparing: iedereen weet dat het belangrijk is, maar in praktijk zijn bouwbedrijven meer bezig met het drukken van de kosten. De vakbeurs Energie, van 7 tot en met 9 oktober in de Brabanthallen in Den Bosch, laat zien dat de twee hand in hand gaan. Op Energie 2014, het grootste live energieplatform van Nederland, ontdekt u waar voor u de kansen liggen op het gebied van energie en duurzaamheid. Luister naar succesverhalen uit de praktijk, bekijk toegepaste innovaties en win persoonlijk advies in. Van het minimaliseren van verspilling en het recyclen van restenergie tot collectief inkopen en de inzet van duurzame bronnen: voor elke situatie is er een passende aanpak. Energiebesparing was nog nooit zo tastbaar. Naast concrete producten, heeft u op Energie 2014 ook keuze uit tal van lezingen, congressen, interactieve presentaties en workshops. Zoals het Nationaal Energielabel Congres, het Wind Congres, het Groot Energiedebat, het D-Exto paviljoen van de TU Delft, doorlopende workshops over passief bouwen (waarbij het huis het meeste werk doet) en minisymposia over onder andere gasontwikkelingen.
Toegangskaarten zijn gratis te bestellen en geven ook toegang tot het Solar Event, dat gelijktijdig met Energie 2014 plaatsvindt in hal 3. Hier ervaart u de nieuwste ontwikkelingen in zonneenergie, van opwekking en opslag tot innovatieve toepassingen als plastic zonnecellen, Buiding Integrated PV en CIGS. Informatie: www.energievakbeurs.nl
Diabetes Fonds: doe mee aan Traploopweek
Maaike van Gils (Provincie Fryslân) en Hans van Heel (SAB Catering)
Koffie belangrijker dan de lunch Ruim 60 procent van de Nederlanders vindt goede koffie op het werk belangrijk. Een goede kop koffie wordt daarmee belangrijker gevonden dan een lekkere lunch op kantoor, een jaarlijks uitje met collega’s of een laptop van de zaak. Het allerbelangrijkste op het werk vinden Nederlanders een goede relatie met de werkgever en een goed ingerichte werkplek. Leuke collega’s en het ontvangen van waardering en complimenten komen daarna. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen
Energie 2014: live energieplatform
meer waarde hechten dan mannen aan de relatie met hun werkgever en de beschikbare faciliteiten. Goede koffie op het werk is voor mannen en vrouwen echter even belangrijk. Niet alleen de kwaliteit van de koffie is belangrijk, ook heeft de koffieautomaat een sociale functie. Het blijkt bij uitstek een plek om bij te praten met de collega’s. Alle ondervraagden geven aan dit te doen. Geroddeld over collega’s of gesproken over privézaken wordt er nauwelijks bij de koffieautomaat. De Nestlé koffiemonitor wordt in opdracht van Nestlé Professional verzorgd door PanelWizard. Dit online onderzoek vraagt Nederlanders naar hun mening en hun rituelen rond koffie op het werk. Dit onderzoek is uitgevoerd in juni 2014 onder circa 550 respondenten. Informatie: www.nestleprofessional.nl
Natuurlijk licht leidt tot betere nachtrust Natuurlijk licht in een kantooromgeving leidt tot een langere nachtrust bij werknemers, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Kantoormedewerkers met een bureau op minder dan zeven meter afstand van een raam, slapen gemiddeld 46 minuten langer dan mensen die tijdens hun werk niet aan natuurlijk licht worden blootgesteld. Mensen die in lichte kantoren werken, krijgen opvallend genoeg ook meer lichaamsbeweging. Bron: www.nu.nl
Traplopen heeft zin. Dat wil het Diabetes Fonds laten zien met de Nationale Traploopweek. De werknemers van deelnemende bedrijven en organisaties nemen tussen 29 september en 5 oktober elke dag de trap en laten de lift voor wat het is. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van werkend Nederland te weinig be-
weegt. Met voldoende beweging per dag kan je de kans op diabetes type 2 in de helft van de gevallen voorkomen. Voldoende beweging houdt in: 30 minuten bewegen per dag, minstens 5 dagen per week. Regelmatig de trap nemen is een effectieve manier om aan de nodige lichaamsbeweging te komen.
Green Buildings 2014 Wat betekent de circulaire economie voor organisaties en gebouwen? Dat is de centrale vraag tijdens de zesde editie van het Green Buildings congres. Diverse prominente keynote sprekers uit binnen- en buitenland gaan tijdens het congres uitgebreid in op de circulaire economie, de toepassing hiervan op organisaties en gebouwen en hoe circulaire gebouwen leiden tot waardecreatie. Building Holland, platform voor het Nieuwe Bouwen, tekent samen met Corporate Facility Partners (CFP) voor de organisatie van het congres Green Buildings. Het congres wordt gehouden op donderdag 30 oktober 2014 in De St@art te Apeldoorn. Tijdens het congres wordt tevens voor de vierde maal de Award Duurzame Architectuur uitgereikt. Gebouwen kunnen meedingen naar de award door zich aan te melden bij FMN via: www.fmn.nl/duurzamearchitectuur.
De Nationale Traploopweek vindt plaats van 29 september tot en met 5 oktober. Bedrijven en organisaties kunnen zich sinds deze week gratis aanmelden. Ze ontvangen diverse communicatiemiddelen ter ondersteuning van de Nationale Traploopweek. Informatie: www.traploopweek.nl
Visschedijk eerste partner van de Prachtfiets Het project Prachtfiets geeft opdrachtgevers de mogelijkheid om leveringen van sanitaire voorzieningen een schoonmaakmiddelen exclusief te laten bezorgen door leerlingen van ZML/VSO-scholen per Prachtfiets. Hiervoor is een speciaal sanitairconcept opgesteld door Visschedijk, waarmee zij samen met opdrachtgevers invulling kunnen geven aan elkaars mvo-beleid ten aanzien van duurzame arbeidsparticipatie en milieu. Door leveringen van facilitaire producten in de regio Twente plaats te laten vinden per Prachtfiets, wil Visschedijk het project nog meer vorm gaan geven. Hiervoor leent Visschedijk, met haar bedrijfsonderdeel Hygo Facilitaire Producten, zich uitstekend. Deze unieke samenwerking heeft als doel om leerlingen met afstand tot de arbeidsmarkt in de laatste fase van hun opleiding werkervaring op te laten doen. Informatie: www.visschedijk.nl
fmi 9 - 2014
7
Productnieuws Geen vloervuil door anti-dustmat De nieuwe anti-dustmat van WiItec helpt spuitcabines, cleanrooms, magazijnen en kantoren goed schoon en stofvrij te houden. Het vuil en stof van buiten blijft op de anti-dustmat liggen, zodat de ruimte schoon blijft. Dit werkt prettiger en levert een aardige besparing op, omdat de reinigingskosten dalen. Een ander voordeel is volgens de producent dat bezoekers en medewerkers zich gemakkelijk en snel van
ruimte naar ruimte kunnen begeven, zonder dat men van schoeisel hoeft te
wisselen of dat aan het einde van de dag alles weer opnieuw schoongemaakt moet worden. De anti-dustmat is opgebouwd uit dertig disposable kleeflagen en is gemakkelijk te plaatsen door de zelfklevende onderzijde op ieder vloeroppervlak. Het product is verkrijgbaar in twee afmetingen, klein: 60 centimeter x 115 centimeter, groot: 90 centimeter x 115 centimeter. Informatie: www.wiltec.nl
Haar takenpakket omvat de kantine opruimen en... het hele bedrijf ontruimen.
Beheer wagenpark met Esso Card Een brandstofkaart kan helpen bij het beheer van uw wagenpark of auto. Het kan tijd en kosten besparen en administratieve druk verminderen. De Esso Card biedt een efficiëntere werkwijze, vermijdt onnodig papierwerk en helpt om administratie te stroomlijnen. • Organiseer uw account rondom de structuur van uw bedrijf. • Eén samengestelde factuur. • Duidelijke en gespecificeerde facturen. • Gedetailleerde informatie over het brandstofgebruik van uw wagenpark. (Chauffeurs kunnen de kilometerstanden invoeren bij het tanken.) De e-Business tool geeft: 24 uur per dag toegankelijkheid tot informatie, de mogelijkheid om kaarten te blokkeren en/of aan te vragen, de laatste overzichten en rapporten van transacties, statistieken en prestaties en online toegang tot uw facturen. Informatie: www.essocard.com
Van kantoortuin naar tuinkantoor De markt voor kantoorruimte is na het uitbreken van de financiële crisis totaal veranderd. Het aanbod van grote kantooroppervlaktes sluit niet aan op de individuele kleinschalige vraag van de nieuwe kantoorwerkers. Ondernemingen moeten bovendien sterk op de kosten letten en rekening houden met innovatieve ontwikkelingen op het gebied van werken. Het aanbod van leegstaande kantoorruimten in Nederland is in 2013 met zes procent toegenomen. Inmiddels is 8,32 miljoen vierkante meter kantooroppervlakte te huur of te koop. Dat is bijna zeventien procent van de totale kantorenvoorraad in Nederland, blijkt uit cijfers van makelaarsvereniging NVM business.
8
fmi 9 - 2014
De nieuwe generatie kantoorkubussen van circa 3 x 3 meter toont aan, dat innovatie en duurzaamheid prima samen gaan in nieuwe tuinkantoren. Waar vroeger vooral het traditionele bakstenen schuurtje werd neergezet, of een ongeïsoleerd houten huisje; is een tuinhuisje nu vaak geïsoleerd, prefab leverbaar of als bouwpakket uit te voeren. Met een moderne uitstraling, volledig opgebouwd uit organisch materiaal, prefab aangeleverd en binnen een dag gebruiksklaar of als modulair bouwconcept, het kan inmiddels allemaal. De werkruimtes zijn altijd inspirerend en zelfstandig, de maandlasten zijn laag en woon-werkverkeer is filevrij. Compacte kantoorkubussen passen perfect binnen
De BHV-er heeft zonder enige twijfel de belangrijkste dubbeltaak binnen een bedrijf. Er wordt op hem of haar vertrouwd in situaties waar de ongetrainde medewerker zich misschien geen raad weet. Maar op wie kan de BHV-er zelf vertrouwen? Op Falck BHV.
het nieuwe werken. Stand alone of in een groepje samenwerkende kubussen, binnen of buiten, het kan allemaal. Informatie: www.levenintuinen.nl
• • • • • •
Consultancy – Opleidingen/trainingen – BHV middelen (online webshop) Detacheringsmogelijkheid van consultants Integraal veiligheidsconcept in 5 duidelijke stappen Opleiding/training op maat – standaard en/of door middel van E-learning mogelijk Landelijke dekking met verschillende eigen oefencentra Return on investment op het gebied van veiligheid
Ga voor uw eigen veiligheid naar: www.falckbhv.nl T. 030 242 70 70 E.
[email protected]
Thema HUISVESTING
Geen last maar lust Meerwaarde gebouwen uit de jaren ‘70 wordt onderschat
De Vrije Universiteit Amsterdam heeft aan de Boelelaan (Zuidas) een markant hoofdgebouw uit de jaren zeventig. De herhuisvesting van de
Ron Brouwer en Inga van Uchelen
faculteiten der Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, Letteren, Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde maakt deel uit van de omvangrijke verbouwing en herinrichting van dit gebouw. Bij de ruimtelijke transformatie blijven beeldbepalende elementen behouden.
Architectenbureau op ten noort blijdenstein is gevraagd om binnen de gestelde kaders een concrete invulling te geven aan een nieuw huisvestingsconcept in het jarenzeventig-gebouw van de Vrije Universiteit Amsterdam. De nadruk ligt op ruimteoptimalisatie en het creëren van activiteitgerelateerde, overwegend niet-persoonsgebonden werkplekken met veel ruimte voor ontmoetingen tussen medewerkers en studenten. Deze grootschalige, doelgerichte en kostenbewuste operatie heeft als doel dat het hoofdgebouw tot minstens het jaar 2025 optimaal aan de veranderende ruimtelijke en functionele behoeften van de diverse faculteiten voldoet. Tanja Buijs, architect: ‘Veel gebouweigenaren en gebruikers vinden het moeilijk om de waarden en kansen van dit type architectuur te zien, terwijl de potentie van deze robuuste architectuur uniek is. Met de huidige nieuwbouwbudgetten kunnen echter bepaalde kwaliteiten van deze gebouwen niet meer worden gerealiseerd. Tegelijkertijd is hergebruik van
10
fmi 9 - 2014
deze gebouwenvoorraad in de meeste gevallen ook een uiterst duurzame en verantwoorde keuze.’ Met het nieuwe huisvestingsconcept zet de VU ook een stap in de richting van het activiteitgerelateerde, niet-persoonsgebonden werken. In de academische wereld zijn de specifieke waarden van het geconcentreerd werken (rust en privacy) en de onmiddellijke beschikbaarheid van een uitgebreide boekencollectie erg belangrijk. Buijs heeft als architect namens op ten noort blijdenstein architecten in Utrecht gestalte gegeven aan het nieuwe huisvestingsconcept van de faculteiten der Godgeleerdheid, Wijsbegeerte, Letteren, Economische wetenschappen en Bedrijfskunde van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij vervolgt: ‘Tegelijkertijd zijn er de voortdurend veranderende behoeften van de gebruikers, zoals een toename van het aantal formele en informele ontmoetingen tussen medewerkers en studenten. Deze behoefte botst vaak met de bestaande typologie van een
overwegend gesloten cellenkantoor. Door verschillende werkplektypen te creëren, worden nieuwe werkwijzen gefaciliteerd en gestimuleerd. Zo kan er intensief en creatief aan de inhoud en kwaliteit van het geboden onderwijs en onderzoek gewerkt worden.’
Slimme ingrepen De opdracht was om het nieuwe werkconcept binnen het bestaande gebouw vorm te geven. De kantooromgeving van het hoofdgebouw van de VU werd gekenmerkt door rijen gesloten cellenkantoren, die ontsloten waren via lage smalle introverte gangen. Beeldbepalend waren de repeterende structuur van nissen met kantoordeuren en de met in prefab beton geïntegreerde verlichtingsarmaturen. Omdat de bestaande klimaatinstallaties behouden moesten blijven en de mogelijkheden voor sloop en nieuwbouw beperkt waren, leken zowel de functie als de sfeer van deze omgeving moeilijk te transformeren.
De vraag naar een andere werkomgeving vroeg om Foto: Yvonne Compier, een ander indelingsconcept. Binnen de gestelde kaC&M VU ders (budget en beeldkwaliteit) is gezocht naar partiële ‘slimme’ ingrepen om de overstap naar een gewijzigd (flexibel) werkconcept mogelijk te maken. Het in- ‘Een goede renovatie heeft delingsconcept gaat uit van het behoud van de onmis- oog voor de waarde van kenbare kwaliteitselementen van het bestaande gebouw het gebouw’ en de aanpassing van de aspecten die niet bij de nieuwe werkcultuur passen. Een belangrijk vraagstuk was de inpassing van de kleinste bouwsteen van eenpersoons concentratiewerkplekken binnen de bestaande structuur. Buijs: ‘Dit is opgelost door het gedeeltelijk opheffen van de bestaande begrenzing tussen de verkeersruimtes en
fmi 9 - 2014
11
Foto: Yvonne Compier, C&M VU
Thema HUISVESTING
Foto: Yvonne Compier, C&M VU
Foto: op ten noort blijdenstein
Foto: Riechelle van der Valk, C&M VU
> Josja van der Veer, directeur van de Facilitaire Campus Organisatie van de VU: ‘De VUCampus is vanaf de jaren zestig in tien jaar gebouwd, zowel het ziekenhuis als de universiteit. De Campus lag toen nog in een buitengebied – de Zuidas bestond nog niet – en zou plaats bieden aan 12.000 studenten. Inmiddels zijn dat er 25.000. Samen met 10.000 medewerkers van de universiteit en het ziekenhuis, en de dagelijkse bezoekers, hebben we het over een kleine stad. Daarmee zijn we nu toe aan vernieuwing met als grootste uitdaging dat het niet mogelijk is om alles in één keer te vernieuwen.’ Nieuwbouw en herhuisvesting ‘Onze strategie is met een mix van bestaande bouw renoveren en nieuwbouw, een evenwichtige levensopbouw creëren. Nieuw gebouwd zijn bijvoorbeeld laboratoria om internationaal op het hoogste niveau mee te kunnen. Er zijn ook nieuwe onderwijsruimtes gerealiseerd. ‘Het hoofdgebouw van de universiteit, dat 100.000 vierkante meter beslaat, is een voorbeeld van herhuisvesting van bestaande bouw – binnen het bestaande casco dus. Onze wensen – voor nieuwbouw én herhuisvesting op de campus –: meer ontmoetingsmogelijkheden, moderniseren van bijvoorbeeld ICT, ruimte voor flexibiliteit vanwege de multidisciplinaire teams, meer voorzieningen zoals coffee corners en gevarieerd aanbod in horeca, toevoeging van wonen en overnachtingsmogelijkheden en een vergroening van de campus met meer verblijfskwaliteit.’ Doel herhuisvesting ‘In het hoofdgebouw wilden we met de herhuisvesting de zichtbaarheid vergroten van belangrijke voorzieningen – zoals de bibliotheek met boekwinkel en onze foyer voor protocollaire activiteiten en congressen –, meer structuur creëren en de zichtlijnen van het gebouw weer naar voren laten komen.
12
fmi 9 - 2014
Onderwijsruimtes werden de laatste jaren gebruikt als kantoorruimte – en dat met een bezettingsgraad van minder dan veertig procent – en die ruimte wilden we terug geven aan het onderwijs. ‘We hebben in herhuisvesting geïnvesteerd, zodat de exploitatiekosten van het gebouw zakken dankzij efficiënter gebruik en duurzame energie. De capaciteit neemt naar verwachting toe met twintig tot dertig procent. Een voorbeeld van hoe we die toename bereiken is de aanpassing van veel werkkamers. De meeste hadden twee bureaus en een overlegtafel. Maar die overlegtafel werd bijna nooit gebruikt dus is er nu een zone waar iedereen gebruik van overlegruimtes kan maken en ruimte overbleef.’ Duurzaam ‘De nieuwbouw heeft het certificaat Breeam Excellent, we maken bijvoorbeeld gebruik van warmte-koude-opslag. Voor de bestaande bouw gaan we voor het hoogst haalbare Breeamcertificaat binnen de situatie. Bewegingssensoren zijn een van de middelen om in de bestaande bouw toch energie te besparen. We kunnen met deze renovatie tien tot vijftien jaar vooruit en zullen dan opnieuw naar de situatie kijken. Voldoet de structuur dan nog? Wat zijn dan de technische mogelijkheden? Hoe duurzaam is het gebouw? ‘De belangrijkste les in dit traject is aandacht hebben voor de bewoners van je pand, in ons geval onder anderen weten schappelijk medewerkers, docenten en studenten. Je moet communiceren, hen meenemen in het concept, hun werkproces begrijpen, een analyse maken van de activiteiten en in contact blijven over wanneer welke werkplek wordt aangepakt. Zo werd er telkens een verdieping leeg gemaakt, maar ondertussen ging alles door. Boren kon daarom alleen voor negen uur en na vijf uur. Het is een veranderingsproces. Je kunt het nog zo prachtig ontwikkelen, maar het werkt alleen als er draagvlak is.’
kantoorzone. Door de verschuiving van de ontsluitingszone, is de bestaande gang vrijgekomen voor diverse verblijfsfuncties. Deze zone is op verschillende manieren in te delen in open kantoren, overlegruimtes en één- en tweepersoons concentratieruimtes. ‘De nieuwe zonering sluit veel beter aan bij de nieuwe manier van werken waarbij naast de behoefte aan concentratie er ook meer behoefte is aan informeel overleg en ontmoeting. Met de voorgestelde aanpassingen is een maximale ruimteoptimalisatie met de gewenste hoge kwaliteit van kantoorruimten gerealiseerd. ‘De originaliteit waarmee de nieuwe werkomgeving in het bestaande gebouw is gepositioneerd en vormgegeven, heeft geresulteerd in een totaal nieuwe kwaliteit. Een kwaliteit die bij de implementatie van vormen van het nieuwe werken in nieuwbouwprojecten vaak niet gehaald wordt.’ Het interieur heeft een aantrekkelijke uitstraling gekregen door de sprekende combinatie van de behouden beeldbepalende gebouwonderdelen met eigentijdse vormentaal en verfijnde materialisatie van de nieuwe invulling. In de voormalige verkeersruimte wordt een warme, intieme sfeer gecreëerd door het behoud van de originele zachte geïntegreerde verlichting. Richting de gevels, achter de portaaltjes, wordt het plafond hoger en transformeert de sfeer geleidelijk naar een lichte, zakelijke kantooromgeving met gebruik van
> Periode: 2011-2014 (verbouwd tijdens gebruik)
Tanja Buijs, architect op ten noort blijdenstein. Foto: op ten noort blijdenstein
Potentie van de architectuur Bij de verbouwing van het hoofdgebouw is de visuele en functionele kwaliteit van de robuuste karakteristieke structuur van het bestaande gebouw uit de jaren ’70 zoveel mogelijk behouden. Een volledig nieuwe invulling vanaf casco zou hoge kosten met zich hebben meegebracht die het resultaat niet ten goede waren gekomen. Unieke details zijn bewaard gebleven. De toevoegingen zijn bescheiden, eigentijds en verfijnd. Het hoofdgebouw van de VU is niet enig in zijn soort. Dit type gebouw komt in Nederland veel voor en is kenmerkend voor de architectuur van de meeste universiteiten uit de zeventiger jaren. De transformatie van de VU toont de potentie van dit soort architectuur aan en laat zien dat het mogelijk is om zelfs binnen beperkte budgetten vernieuwende concepten te realiseren. Dit is ook voor andere typen organisaties een interessant gegeven, omdat ook zij hierdoor wellicht een nieuwe kijk krijgen op de kansen en (toekomst)waarden van hun vastgoed. fmi
Omvang: 30.000 m BVO (NB totaal Hoofdgebouw is ca 100.000 m ) Opdrachtgever: VU FCO (facilitaire campus organisatie) Architect: op ten noort blijdenstein architecten Utrecht ir. Tanja Buijs-Vitkova 2
lichte kleuren, natuurlijke materialen en hardglas. ‘Vaak wordt de architectonische uitstraling van dit type gebouw als negatief afgedaan. Maar het bewustzijn dat in de huidige markt een zorgvuldige afweging voor behoud een optie is, waarin veel kwaliteiten kunnen worden behouden, groeit. Een goede renovatie heeft oog voor de waarde van het gebouw en geeft het een tweede leven met het toekennen van een passende functie en uitstraling met een eigentijdse beeldkwaliteit.’
2
> Ron Brouwer is docent aan de Academie voor Facility Management van de Haagse Hogeschool en lid van de redactiecommissie van FMI.
fmi 9 - 2014
13
Thema HUISVESTING
Samen werken aan kwalitatief goed bacheloronderwijs Een Haags perspectief voor vastgoed en huisvesting
Wat staat een projectmanager te doen op het moment
Maaike Barkema
dat ingezet wordt op een efficiënter ruimtegebruik en
Steeds meer studenten kiezen voor een studie aan De Haagse Hogeschool. De gevolgen hiervan voor de huisvesting zijn groot. Wat begon met her en der te hebben aan meer ruimte? Voor die uitdaging stond wat verhuizingen, groeide uit tot een toenemend aantal verbouwingen en uiteindelijk tot het verhuiDe Haagse Hogeschool in 2012. Nu, twee jaar later, is zen van de ondersteunende diensten naar een nieuw gehuurd pand op de Haagse campus. De conclusie de eerste van twintig deelverbouwingen gerealiseerd. van het Facilitair Bedrijf: dat kan efficiënter. Met het verhogen van de druk op de gebouwen van de hogeschool, nam de ruimte voor initiatieven op onderwijsvlak in de afgelopen jaren af. De roosterdichtheid en standaardisatie namen toe en de ruimtes waren naast de officiële daarvoor te bewandelen roosterprocedures nauwelijks meer beschikbaar. De roep om een ruime, en op hedendaags onderwijs toegespitste, omgeving werd groter naarmate de tijd verstreek. In 2012 bereikten deze vragen een hoogtepunt en heeft het Facilitair Bedrijf zich voor de uitdagende opdracht gesteld om zorg te dragen voor de beantwoording van beide vragen onder de paraplu van één programma. Daarbij was de kwaliteit van de huisvesting leidend en het streven om deze te stoelen op een direct vanuit het onderwijs herleidbare vraag.
de eindgebruiker gelijktijdig kenbaar maakt behoefte
Van onderwijsvisie naar huisvestingsdoelen In een coproductie met extern adviesbureau ICS adviseurs is in de zomer van 2012 het strategisch vastgoed- en huisvestingsplan Gids geschreven. Het plan vindt zijn basis in de strategische kerndocumenten van De Haagse Hogeschool en vormt een richtlijn voor de huisvesting van De Haagse. Voorafgaand aan de totstandkoming van Gids, is met het management gespard over de relatie tussen de strategische koers van de hogeschool en de huisvesting. Een primaire reactie op de kernwaarde internationalisering was: ‘Nee, dat heeft echt niks te maken met huisvesting’. En vervolgens: ‘Nou…vooruit, wellicht waar het gaat om de bewegwijzering. Die moet Engelstalig zijn’. Na een korte stilte: ‘Het is toch wel belangrijk om eens na te denken over de, aan
14
fmi 9 - 2014
internationale studenten, te bieden faciliteiten.’ Het gesprek over de strategische kernwaarden leidde zo tot een duidelijk beeld van de kwalitatieve vraag naar huisvesting. Al snel werd duidelijk dat sprake is van een aanvullende ruimtevraag, omdat het onderwijs zich in de afgelopen jaren in hoog tempo heeft ontwikkeld. Naast de al beschikbare ruimte, bestond een vraag naar ruimte voor multidisciplinaire samenwerking. Een plek waar niet de opleiding de basis is, maar waar ruimte is voor onderzoek, onderscheidend vermogen en van daaruit voor excellentie en innovatie. Daarnaast was er behoefte aan een basis voor de oplei‘Efficiënter ruimtegebruik ding, in de vorm van een honk of een thuishaven. biedt ruimte voor nieuwe
stopte leegstand van circa 15.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak (BVO) op en biedt gelegenheid tot het realiseren van de door het onderwijs gevraagde ruimte. Het verhogen van de benutting is makkelijker gezegd dan gedaan. Allereerst was inzicht nodig in de ruimtebehoefte voor de nieuwe huisvestingsfunctionaliteiten en daarnaast in de ruimtebehoefte van de opleidingen. Dit inzicht leidde tot een door het bestuur vastgestelde methodiek op het vlak van de ruimtetoewijzing aan opleidingen. Van daaruit was het mogelijk om het ruimtegebruik te monitoren en verder in te vullen met nieuwe onderwijsfunctionaliteiten en met een bij de hogeschool passend werkplekconcept. Het strategisch vastgoed- en huisvestingsplan Gids biedt hiertoe een leidraad.
onderwijsfunctionaliteiten’
Programma Gids
Eén van de doelen is het bieden van een prikkelende leerwerk en onderzoeksomgeving
Sleutel tot de oplossing
Vanuit het Facilitair Bedrijf zag men mogelijkheden. Een efficiënter ruimtegebruik biedt per slot van rekening de mogelijkheid tot het creëren van de gevraagde ruimte voor nieuwe onderwijsfunctionaliteiten. In de jaren voorafgaand aan de start van het huisvestingsproject, is de bezettingsgraad van de gebouwen gemeten door méét. Van de beschikbare plekken in ruimtes, bleek slechts 26 procent optimaal benut te worden. Anders gezegd werden circa 3.000 van de 11.000 beschikbare plekken gebruikt. Het verhogen van de benutting naar 65 procent levert een ver-
Gids is door het management van de hogeschool met enthousiasme ontvangen. Zij zagen hun vraag – soms zelfs letterlijk – vertaald en zo werd met het vaststellen van deze uitgave een nieuw huisvestingsprogramma geboren. Het programma kent een aantal deelprojecten, waar drie kwalitatieve en drie kwantitatieve doelen aan ten grondslag liggen. Eén van de doelen is het bieden van een prikkelende leer- werk en onderzoeksomgeving voor multidisciplinaire samenwerking, vertaald in de nog te realiseren Knowledge Plaza. De Knowledge Plaza wordt hét visitekaartje van De Haagse Hogeschool en vormt een platform waar studenten, docen-
fmi 9 - 2014
15
Thema HUISVESTING
Wij ondersteunen Facility Professionals met het optimaal presteren van entreeoplossingen
Tijdens de selectiefase zijn studenten en medewerkers van De Haagse in de gelegenheid gesteld hun waardering te geven aan de ingeschreven architecten. En ook in de gunningsfase waren studenten, docenten, teamleiders en directeuren betrokken bij de selectie.
Pilot Facility Management In het voorjaar van 2014 is de eerste verbouwing gerealiseerd. Omdat de opleiding Facility Management een sterke affiniteit heeft met het vakgebied huisvesting, gaven zij aan graag te willen fungeren als proeftuin voor de uitrol van de eerste verbouwing. Dat vraagt veel van een opleiding, van haar studenten en medewerkers. In goede samenwerking tussen de opleiding en Facilitair Bedrijf, tussen studenten, medewerkers en ondersteuning, is het gelukt om te komen tot een nieuwe onderwijsomgeving, die aansluit op de door FM geuite wensen en daarnaast op Gids en het Huisvestingsconcept. Door de afdeling Facility Management is veel tijd geïnvesteerd in het gezamenlijk opstellen van een Programma van Eisen voor de architect, in het sparren met de architect over het ontwerp en in het evalueren van de gerealiseerde huisvesting. Deze unieke samenwerking leidt tot een doorlopende verbetering van het Huisvestingsconcept en het werkplekconcept, en biedt verbetermogelijkheden voor het vervolg van de verbouwingen. ten, lectoren en externen een plek vinden om in samenwerking te innoveren en excelleren. Daarnaast is de vraag naar een basis voor de opleiding vertaald naar een beleefde kleinschaligheid, in de vorm van ankerpunten. De Knowledge Plaza en ankerpunten worden omringd door het Haagse Werken, een nieuw werkplekconcept alwaar wordt voorzien in een gevarieerd ruimteaanbod voor student en docent. Ook het terug verhuizen van de diensten is onderdeel van de doelstellingen.
Samenwerken
Als facility professional draagt u in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van uw pand. Wij ondersteunen wereldwijd facility professionals op het gebied van toegankelijkheid, beveiliging, verduurzaming, modernisering, betrouwbaarheid én veiligheid van hun toegangsoplossingen. Snel reageren en heldere rapportages zijn daarbij vanzelfsprekend. Benieuwd hoe wij anderen geholpen hebben en hoe wij u kunnen helpen? Neem dan contact met ons op, 0299 38 08 08 of
[email protected].
Samen werken aan kwalitatief goed bacheloronderwijs is een belangrijk uitgangspunt van het programma. Zodoende is het streven om een omgeving te creëren waar samen gewerkt wordt aan het bieden van een gunstig huisvestingsklimaat voor het onderwijs. Met teamleiders en dienstmedewerkers is in workshops gewerkt aan een verdere concretisering van Gids. Het gedachtegoed rondom de Knowledge Plaza, ankerpunten en het Haagse Werken is in een aantal workshops verder uitgewerkt in een Huisvestingsconcept. Zo’n 75 medewerkers leverden een actieve bijdrage aan de concretisering van de nieuwe huisvestingsfunctionaliteiten. Men dacht mee over de ligging van de Knowledge Plaza, van opleidingen en ankerpunten. Daarnaast is het Haagse Werken verder vormgegeven. In dezelfde periode is een architect gecontracteerd middels een niet openbare Europese aanbesteding.
Vervolg De pilot bij Facility Management bevindt zich tot half november in een evaluatiefase. Vanuit deze evaluatie worden verbeteringen aangebracht en standaarden uitgewerkt, van waaruit de huisvesting over het gebouw aan het Johanna Westerdijkplein wordt uitgerold. Er is een vlekkenplan, een duiding van de plekken waar de ankerpunten komen, de ruimte voor de Knowledge Plaza is gedefinieerd en in een reeks van circa twintig deelverbouwingen wordt het Huisvestingsconcept in de komende jaren gerealiseerd. Met weliswaar een aantal standaarden en uitgangspunten op zak, worden de twintig ontwerpen in samenwerking met de opleidingen gemaakt. De basis voor deze ontwerpen is een ruimteboek, waarin de tot nu toe gerealiseerde ruimtesoorten en inrichtingssoorten zijn vastgelegd, van waaruit in samenwerking tussen opleidingen, architect en Facilitair Bedrijf, de nieuwe omgevingen worden ontworpen. Samen werken aan kwalitatief goed bacheloronderwijs voor de studenten van De Haagse leidt zo tot een op De Haagse toegesneden onderwijsomgeving. fmi
> Maaike Barkema is projectmanager Huisvesting bij de Haagse Hogeschool
fmi 9 - 2014
17
Tart de statistieken, bied veiligheid
DRION – WELTEN LECTORENDIALOOG Ruud Welten (docent Filosofie en Bedrijfs- en organisatie-ethiek aan de Universiteit van Tilburg en lector Ethiek bij het kenniscentrum Hospitality van Saxion) en Bernard Drion (lector FM aan NHTV en directeur bij Hospitality Consultants), discussiëren en filosoferen elke maand op het kruispunt van FM en ‘de wereld waar niets nog is zoals het was’. Beste Bernard, We hebben nu een jaar lang een dialoog gevoerd over facility management. Als ik alles nog eens teruglees, hebben we heel wat aangeroerd. Ik, als buitenstaander, heb je gevraagd wat nu eigenlijk een goede facility manager is en al snel kwamen we erachter dat dit iemand
1:001:00
is van wie we bijzonder veel flexibiliteit vragen. De samenleving, zo waren we het eens, verandert te snel om te blijven koersen op traditionele managementmodellen. Te midden van veel praktische, oplossingsgerichte discussies hebben we een behoorlijk abstract debat gevoerd. En dat is goed, want dat doen we, met name binnen hogescholen en andere opleidingsinstituten, veel te weinig. Het is immers de vraag hoe we een krachtige visie op de nabije toekomst kunnen ontwikkelen, die niet geobsedeerd is door de vraag hoe we alles (onze banen, onze bedrijven) kunnen behouden en hoe we de brandjes die gisteren zijn ontstaan vandaag kunnen blussen, maar die werkelijk facilitair is en gericht
Ongevallen van hoogte
op de vraag van de samenleving. Daartoe is het soms goed de grond even te verlaten om in een helikopter te stappen. Ineens
Half miljoen
jaarlijks overlijden
werknemers per jaar
er 18 werknemers
betrokken bij een
na een val
1:00
komt de horizon dan ook verder te liggen. En zo kunnen we beter navigeren. Om dit scherp
3 ongevallen elk uur
te maken opperde jij om de term facility manager te vervangen door hospitality navigator.
van een werkdag
De opleidingen FM zouden, zo ga ik maar even door, omgedoopt kunnen worden in hos-
arbeidsongeval
pitality navigation. Over die andere term hebben we het nog niet gehad: hospitality. Ik ben benieuwd hoe jij aankijkt tegen hospitality als koersaangever. We denken bij hospitality vaak
Bron: Ongelukken op de werkvloer. Sociaaleconomische trends 2014. Centraal bureau voor de Statistiek, mei 2014.
gelijk aan hotellerie, F&B, horeca of toerisme, en niet ten onrechte. Het zijn
Centraal Bureau voor de Statistiek Letsellastmodel 2010, VeiligheidNL i.s.m. Erasmus Medisch Centrum
branches die uitblinken in het ontvangen van gasten. En natuurlijk vraagt dit om een weldoordacht facilitair beleid. Maar de traditionele facility manager is ook verantwoordelijk voor ge-
Zes dagen per week werken op een hoogte van 100 meter. Eurosafe Solutions zorgt voor veilig werken op de Resident van het ministerie van VWS in Den Haag.
bouwen waar mensen werken; de andere kant van de vrije tijd. Ontwikkelingen als het nieuwe werken mogen het verschil tussen werk en vrije tijd kleiner hebben gemaakt,
De laatste jaren is er veel aandacht voor een veilige werkplek. Overheid en werkgevers hebben veel over om veiligheid te garanderen.
er blijft toch een verschil tussen de twee. Wat kan een hospitality navigator doen om mensen uit te nodigen om te werken? Foto’s: ©NFP Photography - Pieter Magielsen
Vooral werken op hoogte verdient deze aandacht. Wist u dat elk uur meer dan 3 personen naar het ziekenhuis moeten vanwege een ongeval tijdens het werk? Eurosafe Solutions biedt veiligheid voor mensen die op hoogte moeten werken. Dat doen we met de beste systemen en producten. We installeren valbeveiliging en toegangssystemen en we adviseren onze klanten over het reddingsplan en de persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn. Onze afdeling Service & Onderhoud komt langs om de systemen te onderhouden en te keuren. Tart de statistieken en zorg, net als bij de Resident in Den Haag, voor een veilige werkplek op hoogte.
eurosafesolutions.com
En nu even praktisch. Ik denk daarbij aan de toekomst van de FM-opleidingen, een context waarbinnen we ons beiden bewegen. Als het zin heeft wat ik net schetste, zou het wel eens gepast kunnen zijn om de kunstmatige scheidingen die nu tussen de businessopleidingen bestaan te laten verdwijnen. Zijn we op weg naar een krachtige opleiding Hospitality Navigation? Ruud
Thema HUISVESTING
Het belang van servicekostenonderzoek
Servicekosten vormen een substantieel deel van de
Ron Koning
huurlasten. Door de economische crisis kijken steeds
Het controleren van de servicekostenafrekening heeft juridische, financiële en servicekosten-inhoudelijke aspecten. Een goede beoordeling van weinig naar de afrekeningen van de servicekosten. de servicekosten en eventuele consequenties, is daarom belangrijk. Dit vraagt specifieke expertise. De ervaring leert dat organisaties daar niet altijd over beschikken. In de markt is hiervoor externe expertise beschikbaar. Uit een recente gepubliceerd benchmarkrapport (Oscar 2013) blijkt dat de servicekosten dalen, maar dit rapport geeft geen enkel zicht op de problemen bij de afrekeningen. Het wijst huurders bijvoorbeeld niet op het belang van een correcte berekening voor de leegstandscorrectie, of waar je op moeten letten bij facturen voor het onderhoud, de huismeester en andere medewerkers. Het rapport is gebaseerd op een database met feitelijke informatie, zonder de hoogte ervan ter discussie te stellen. Dat is ook niet de bedoeling van het rapport, maar het is wel jammer dat het een huurder niet duidelijk maakt waar hij op moet letten.
meer bedrijven kritisch naar de kosten, maar nog te
Waar zitten de problemen dan wel? Voor een deel bij de kosten voor de energie. Bij een strenge winter, wordt er beduidend meer gas verbruikt dan andere jaren. Een huurder kan voor verrassingen komen te staan als gecontracteerde vermogens niet tijdig zijn aangepast en er forse boetes opgelegd worden. Als de leegstand toeneemt dan blijken veel panden een veel te hoog gecontracteerd vermogen te hebben, waardoor de vaste kosten te hoog zijn. Het afsluiten van goede energiecontracten en actief beheer kan veel geld besparen voor de huurders; daar wordt niet altijd genoeg aandacht aan besteed. Dat de prijzen dalen en stijgen heeft niemand in de hand, maar het kan geen kwaad om goed uit te zoeken welke energieaanbieders voordeliger zijn en na te gaan hoe het zit met de gecontracteerde vermogens. Daarnaast komt het voor dat koelinstallaties en verwarmingen elkaar tegenwerken. De koeling slaat aan als het te warm wordt in plaats van dat de verwarming wordt aangepast. Een eigenaar heeft geen belang bij het investeren in een nieuwe optimale klimaatregeling. De huurder betaalt immers de kosten voor het energieverbruik. Maar zoiets kan wel een onderwerp van gesprek worden als een huurder staat voor een verlenging van het huurcontract.
20
fmi 9 - 2014
Het onderhoud van de installaties is dus een belangrijk aandachtspunt. In de praktijk komt het voor dat beheerders, middels interne notities, de eigenaar adviseren de installaties te laten reviseren omdat deze niet meer optimaal functioneren. De eigenaar voelt daar in dit economische klimaat niets voor. Het gevolg is dat in één jaar soms wel 35 storingsmeldingen moeten worden afgehandeld. Alle kosten daarvan worden aan de huurders in rekening gebracht. Een revisie is eigenaarslast en daar wordt dus mee gewacht. Op betere tijden wellicht?
Leegstandscorrectie Een ander probleem is het berekenen van een leegstandscorrectie. Vaak zie je dat een eigenaar de kosten van bijvoorbeeld een huismeester, verwarming of elektriciteitsverbruik verdeelt over de resterende huurders en dus zelf geen deel of maar een beperkt deel voor z’n rekening neemt. Hoewel praktisch alle contracten (gebaseerd op ROZ-voorwaarden) aangeven dat de kosten voor een huurder nooit meer mogen zijn dan bij vol verhuurd, blijkt dit in de praktijk anders uit te pakken. Heel weinig eigenaren kunnen een berekening voor leegstandscorrectie hard maken. Ze verwijzen hooguit naar elkaar met de boodschap: ‘Dat is in de markt gebruikelijk’. En zo houdt dit fenomeen zichzelf in stand. Het loont zeker de moeite met de eigenaar duidelijkere afspraken te maken over dit aspect. Ook blijkt dat er bij multi-tenant-gebouwen regelmatig kwistig met uren van medewerkers voor het beheer en onderhoud wordt omgesprongen. Er worden te veel uren doorberekend en dan ook nog tegen buitensporige tarieven. Regelmatig zien we huurovereenkomsten waarin is vermeld dat ‘alle medewerkers die zich bezighouden met het beheer, onderhoud en administratie’ in rekening
gebracht kunnen worden. Dat is haast een vrijbrief voor een eigenaar een forse kostenpost op te voeren. De beheerder krijgt over de servicekosten vijf procent administratiekosten betaald, dus de wens van de huurders om de servicekosten naar een zo laag mogelijk peil te brengen, betekent voor de beheerder lagere inkomsten. De motivatie om kosten te verlagen is niet altijd even groot.
Onregelmatigheden Het zorgvuldig bekijken van de afspraken over de servicekosten in de huurovereenkomst loont zeker de moeite als men op het punt staat te beslissen een huurovereenkomst aan te gaan, te verlengen of naar een ander pand te verhuizen. Een onafhankelijk advies over de leveringen en diensten in de huurovereenkomst zorgt voor lagere kosten, eerlijkere afrekeningen en minder problemen in de toekomst. Nog regelmatig wordt het voorschot op 25 tot 30 euro per vierkante meter ingezet. De nare verrassing van een afrekening van 40 euro of meer per vierkante meter kan door een goed advies voorkomen worden. Samengevat komt het er op neer dat er bij nagenoeg alle bedrijven onregelmatigheden in de servicekostenafrekeningen zitten en het dus niet meer gaat om de vraag of u te veel betaalt, maar meer hoeveel u te veel betaalt. Omdat de te veel betaalde servicekosten over vijf jaar en soms langer kunnen worden teruggevorderd, gaat het vaak om substantiële bedragen. fmi
> Ron Koning is commercieel directeur bij Servicekosten Consultancy
fmi 9 - 2014
21
Thema HUISVESTING
De ontwikkeling van het ABN Amro Innovation Centre Samensmelting van initiatie- en definitiefase
Flexplekken, staand vergaderen, verlichting in een prettige stand, touch screen aan. Het is even wennen maar anno 2014 is het Innovation Centre
Casper Biermans
van ABN Amro in gebruik. Met ondersteuning van adviesbureaus en de input van jongeren van het Fontys College, is er een ruimte ontstaan waar medewerkers en stakeholders hun creativiteit kwijt kunnen.
In november 2012 vond de eerste workshop met alle stakeholders plaats om te brainstormen over een Innovation Centre. Een plek waar ruimte is voor creativiteit. ABN Amro wilde in een vroeg stadium van de ontwikkeling van dit centrum de initiatie- en definitiefase met elkaar laten samen smelten. Arjan van Os, verantwoordelijk voor het Innovation Centre bij ABN AMRO, deed de kick off en schetste zijn droom: een plek waar alle medewerkers, maar ook andere stakeholders hun creatieve verbeterpunten kwijt kunnen. Binnen negen maanden zou het geheel klaar moeten zijn, van concept tot oplevering. Het is de bedoeling om radicaal te gaan innoveren gaf hij aan. Vervolgens gaf Rens de Jong een presentatie over briljant falen om de boel even op te schudden. Daarna zijn alle stakeholders in kleinere groepen opgedeeld om te spreken over innovatie. Hierbij kreeg iedere subgroep de taak om uit te gaan van verschillende scenario’s om het creatieve denkproces te bevorderen. Het was de start van een traject waarin ook studenten om hun mening werd gevraagd. En waarin er al werd gesloopt terwijl de inkoop nog bezig was. Het projectteam (zie kader) blikt terug. Gerard Halfweeg, pro-
22
fmi 9 - 2014
jectmanager: ‘De inrichting was wat ons betreft een van de kritische succesfactoren. Als je een omgeving wilt creëren die werknemers inspireert en motiveert om nieuwe ideeën te ontwikkelen en te delen, moet je wel verder gaan dan een standaard kantoorinterieur. En dan heb ik het niet alleen over de kleur van de vloer of de vorm van de stoelen. Je moet ook serieus nadenken over IT- en AV-voorzieningen. ‘Het is dus noodzakelijk om al in een vroegtijdig stadium verschillende fases samen door te nemen. ABN Amro legt de lat hoog als het om innovatie gaat: alle senior managers van de bank stimuleren innovatie. Dit vraagt volgens Halfweeg ook om een innovatieve ruimte: ‘Innovatie is voor ABN Amro een doorlopend proces geworden, dat geldt ook voor de ontwikkeling van werkruimte. Dit met als doel om de productiviteit van medewerkers te verhogen en de aansluiting met de doelgroep te verbeteren. In je eentje kun je niet innoveren. Dan blijf je hangen in je eigen waarden en normen, terwijl het juist de bedoeling is om out of the box te denken. Daarom hebben we meteen aan het begin hulp van buitenaf ingeschakeld.’ Een van de ingeschakelde adviesbureaus is Procore.
Crowd sourcing Bij de voorbespreking is besloten om niet direct naar de tekentafel te gaan. Kurt van Dijk, directeur Procore: ‘Het eindresultaat van een project kan haast niet innovatief zijn wanneer de weg ernaartoe niet innovatief is. We hebben daarom in een vroeg stadium voorgesteld om de initiatie- en definitiefase samen te smelten.’ Dick Lussing, manager regional facility services bij ABN Amro: ‘Op voorhand hebben we aangegeven dat we innoveren op een manier die aansluit bij de doelgroep, daar doen we het voor.’ Van Dijk: ‘Daaruit volgend zijn we op het idee gekomen om op een innovatieve manier tot een ontwerp te komen. We
> Projectteam Het projectteam dat heeft gewerkt aan de ontwikkeling van het nieuwe Innovation Centre: Gerard Halfweeg (projectmanager), Dick Lussing (manager regional facility services) en Merijn van den Bergh (regio facility manager) van ABN AMRO, Kurt van Dijk (directeur), Marcel van der Hoek (senior consultant), Mark van den Helder (projectmanager) van Procore.
noemen dit crowd sourcing, waarbij we samen met alle stakeholders bepalen wat innovatie is voor een bankbedrijf. Alle stakeholders hebben uiteindelijk namelijk baat bij innovaties van het bedrijf.’ Op basis van deze uitgangspunten zijn workshops georganiseerd met allerlei soorten stakeholders, waaronder medewerkers, leveranciers en trainees. Van Dijk: ‘Hierin wilden we nog wat verder gaan. Innovatie is iets van iedereen en het is overal, 24/7. We hebben daarom ook een workshop opgezet met een groep van vijftien tweedejaars studenten van de Fontys International Lifestyle Studies.’ Merijn van den Bergh, regio facility manager bij ABN Amro: ‘Het is enorm belangrijk om juist ook de direct betrokkenen deel te laten zijn van het proces. Uiteindelijk zijn zij immers de eindgebruikers van het pand.’ Halfweeg: ‘Iedereen, tot aan de Raad van Bestuur toe, was enthousiast en wilde bij de verbouwing betrokken worden. Het is natuurlijk geweldig om uit zoveel hoeken ideeën te krijgen. De uiteindelijke verbouwing zelf werd hiermee innovatief; een soort ongoing proces.’ Tegelijkertijd maakte dit het werk er niet makkelijker op, geeft hij toe; want hoewel de betrokkenen blij
fmi 9 - 2014
23
Thema HUISVESTING
waren met alle vernieuwende ideeën, hadden ze ook te maken met de strakke deadline van negen maanden.
Pragmatisch plannen Behalve adviesbureaus werd ook aan studenten om hun mening gevraagd. Halfweeg: ‘Ik heb de samenwerking met de jongeren van het Fontys College als zeer verfrissend ervaren, en dan druk ik me nog zacht uit. Het was echt bijzonder om te zien hoe zij de boventoon voerden tijdens de gesprekken. Al snel werd duidelijk dat de studenten een totaal andere kijk op de zaak hadden. Ze vonden de eerste ontwerpen erg steriel, misten kleur. Zij zijn er de reden van dat er nu bijvoorbeeld een strook namaak-gras op de vloer ligt.’ Dit was een van de suggesties waar de studenten mee kwamen als onderdeel van een volledig adviesrapport, waarin suggesties zijn uitgewerkt over kleurgebruik, parallellen met de natuur en sfeer. Veel van de voorstellen van de studenten zijn uiteindelijk overgenomen door de architect. Van den Bergh: ‘Terugkijkend had de voorbereiding wellicht iets meer tijd nodig gehad. Uiteraard is het de meest gebruikelijke volgorde als het ontwerp volgt op een uitgewerkt beeld van het beoogde gebruik, vertaald in een programma van eisen. In dit project, met de gegeven deadline, kon het echter niet anders dan dat deze processen parallel aan elkaar liepen, wat af en toe wat spanning gaf.
juridisch
‘Maar die dynamische wisselwerking in het ontwerpproces heeft wel zijn vruchten afgeworpen. Het is een prachtige omgeving geworden, waar dagelijks enorm veel mensen bijeenkomen en waar we met recht trots op kunnen zijn. En ook met die deadlines is het uiteindelijk helemaal goed gekomen. Terwijl de inkoop van de nieuwe inrichting nog onderweg was, waren we al bezig met de sloop. Door op een dergelijke manier slim en pragmatisch te plannen, zijn we erin geslaagd binnen zeer korte termijn de deuren te openen. Het idee voor het Innovation Centre ontstond in augustus, een jaar later zijn de deuren al open gegaan.’ Van Dijk: ‘Vanuit Procore hebben we veel bewondering geuit over de ruimte die onder andere de raad van bestuur van ABN Amro heeft gegeven om samen met allerlei stakeholders van het bedrijf te bepalen wat innovatie is. Het resultaat is een open ruimte die gaat over de doelgroep en innovaties om deze doelgroep ultiem te bedienen. Het creatieve proces om tot de gerealiseerde oplossingen te komen heeft dan ook goed uitgepakt.’
Geen kantonrechtersformule meer bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst Een belangrijk onderdeel van het nieuwe ontslagrecht is dat het huidige ontslagvergoedingensysteem geheel op de schop gaat en ruimte zal maken voor de ‘wettelijke transitievergoeding’ en de ‘billijke vergoeding’.
Een werknemer heeft vanaf 1 juli 2015 recht op een transitievergoeding bij ontslag. Deze vergoeding is in beginsel verschuldigd als de arbeidsovereenkomst na 24 maanden door de werkgever wordt opgezegd, wordt ontbonden of niet wordt verlengd. Verwijtbaarheid van de werknemer speelt geen rol. Wanneer het eindigen van de arbeidsovereenkomst te wijten is aan de werknemer, moet de werkgever ook de transitievergoeding betalen. De financiële situatie van de werkgever maakt ook geen verschil voor de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding. Slechts faillissement of surseance van betaling maakt dit anders.
fmi
> Casper Biermans is communicatiespecialist bij Van Diemen Communicatiemakelaars
advertentie
De hoogte van de transitievergoeding De hoogte van de transactievergoeding zal aanzienlijk lager uitvallen dan de huidige kantonrechtersformule. Daarentegen zal een ontslagverzoek minder snel kunnen worden toegewezen. De hoogte van de transitievergoeding wordt als volgt berekend: • Over de eerste tien dienstjaren is de vergoeding gelijk aan 1/6 van het bruto maandsalaris voor elke periode van zes maanden dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. • Vanaf het tiende dienstjaar krijgt de werknemer 1/4 van het bruto maandsalaris over elke daaropvolgende periode van zes maanden. De transitievergoeding wordt gemaximeerd tot 75.000 euro bruto. Verdient de werknemer meer dan 75.000 euro bruto per jaar, dan is de transitievergoeding maximaal één jaarsalaris.
We vinden altijd de optimale klimaatoplossing Overal waar mensen werken, recreëren of verblijven willen we het klimaat naar onze hand zetten. Dit bepaalt immers sterk ons gevoel van welbevinden. En dat kan. Met airconditioning zijn we in staat om ons eigen binnenklimaat te creëren. Lekker warm voor de één. Heerlijk koel voor de ander. Carrier is ‘s werelds grootste klimaatexpert. Als uitvinders van de airconditioning zijn we altijd een stap verder in technologie, om u in iedere situatie de optimale oplossing te bieden. Dus, voor élke klimaatoplossing: turn to the experts. Carrier Airconditioning. Do you turn?
In mindering te brengen Op de transitievergoeding kunnen de transitiekosten en de inzetbaarheidskosten in mindering worden gebracht. Transitiekosten zijn kosten die gemaakt worden wegens het einde van de arbeidsovereenkomst. Zoals kosten voor scholing, outplacement en kosten waarbij de werknemer is vrijgesteld van werkzaamheden. Transitiekosten zien op de periode vlak voor of vlak na het einde van de arbeidsovereenkomst. Inzetbaarheidskosten zijn kosten die tijdens het dienstverband door de werkgever zijn gemaakt voor de bredere inzetbaarheid van de werknemer op de arbeidsmarkt. Het gaat om kosten die geen directe relatie hebben met de huidige of toekomstige functie van de werknemer bij de werkgever. Let wel, indien de werknemer een – in eerste instantie – niet-werkgerelateerde cursus heeft gevolgd en deze achteraf toch wel werkgerelateerd blijkt te zijn, komen deze kosten niet voor aftrek in aanmerking. Inzetbaarheidskosten worden gemaakt tijdens het dienstverband. In beginsel komen de inzetbaarheidskosten die gemaakt zijn tot vijf jaar voor het eindigen van het dienstverband niet meer voor aftrek in aanmerking. Een goede registratie van de gemaakte inzetbaarheidskosten is dus van belang. Billijke vergoeding De kantonrechter kan naast de transitievergoeding een billijke vergoeding toekennen indien er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, of als het dienstverband van de werknemer korter is dan 24 maanden. De kantonrechter zal de hoogte van deze vergoeding moeten bepalen. Verwacht wordt dat, ondanks het feit dat de regering juist af wil van een vaste rekenmethode, wederom een formule door de rechtspraak zal worden ontwikkeld voor het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding.
> Dit artikel is verzorgd door mr. Nikki Leeuwrik, advocaat bij Certa Legal Advocaten
> Certa Legal, een full service juridische dienstverlener, behandelt in deze rubriek diverse juridische aspecten die van belang kunnen zijn voor het facilitaire werkveld.
T (071) 341 71 11, www.carrier.nl/klimaatoplossingen
turn to the experts 125car Adv190x135 Optimale.indd 1
23-04-13 09:07
fmi 9 - 2014
25
FMinFOCUS VEILIGHEID
Veiligheid voorop bij FrieslandCampina
gaan hand in hand. Het één kan niet zonder het ander. Wij staan als bedrijf midden in de maatschappij en nemen daarin op al deze gebieden onze verantwoordelijkheid. We hebben een ambitie met elkaar uitgesproken: “We believe in Zero”, waarbij we als ultieme doelstelling nul ongevallen willen bereiken: Goal Zero. Onze doelstelling is daarom dat iedere medewerker, contractor en bezoeker aan het einde van de werkdag zonder letsel en gezond naar huis gaat. Daarbij streven we ernaar het jaarlijks aantal geregistreerde ongevallen, met persoonlijk letsel of materiële schade op de werkplek systematisch te verminderen. ‘Dit realiseren we door het versterken van veiligheidsleiderschap bij ons management en het ontwikkelen van een sterk veiligheidsbewustzijn bij de medewerkers in een cultuur waarin het normaal is dat men elkaar positief aanspreekt. Tevens ontwikkelen we praktische tools die managers en medewerkers helpen om de veiligheidsperformance te verbeteren. ‘Dit jaar gaan we starten met de introductie van de zogenaamde life-saving rules binnen FrieslandCampina. Deze regels focussen zich op de grootste risico’s en gelden voor iedereen die binnen ons bedrijf werkt. We hebben hierbij gebruik mogen maken van de kennis van bedrijven als Shell en DSM die ons op deze weg al succesvol zijn voorgegaan. ‘Onze eerste life-saving rule richt zich op de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid. Iedereen die werkzaam is bij/voor FrieslandCampina is verantwoordelijk voor de eigen veiligheid maar ook voor zijn of haar omgeving. Om alle regels goed te borgen gaan we medewerkers en contractors trainen.’ De basisregels voor iedereen zijn: • Ik breng mezelf en anderen niet in gevaar. • Ik ken de mogelijke risico’s van mijn werk en de geldende veiligheidsvoorschriften en werk hiernaar. • Ik werk samen met collega’s om een veilige werkomgeving te creëren. • Ik spreek anderen aan op onveilig gedrag. • Ik waardeer feedback bij twijfel of ik wel of niet veilig werk. • Ik meld onveilige situaties. De andere zes life-saving rules richten zich op specifieke risico’s.
FrieslandCampina ziet veiligheid als een belangrijke randvoorwaarde om kwalitatief hoogwaardige producten in een veilige omgeving te produceren en in de markt te zetten. Dit geldt voor alle locaties, all over the
Erik Ernst
Dat FrieslandCampina veiligheid als een van de belangrijkste pijlers van de organisatie ziet, blijkt onder meer uit het feit dat er een global safety van FrieslandCampina, dus ook voor het central office director is aangesteld die wereldwijd verantwoorin Amersfoort. Wat betekent dit voor de medewerkers delijk is voor het veiligheidsbeleid dat tevens geborgd wordt in alle werkprocessen. Een en toeleveranciers? enorme klus om alle culturen op elkaar af te stemmen waarbij de cultuur via een aantal fases verandert van reactief, proactief naar generatief. In een generatieve (veiligheid)cultuur zit veiligheid in het DNA van de medewerkers en wordt dit bij alle besluitvormingsprocessen als vanzelfsprekend meegenomen. Alle medewerkers van hoog tot laag in de organisatie beseffen dat zij hun verantwoordelijkheid moeten nemen bij het signaleren van onveilig gedrag en of onveilige situaties. In dit artikel licht global safety director Rico IJzerman toe hoe hij invulling geeft aan deze uitdagende functie.
world die betrokken zijn bij de producten en diensten
Global-safetystrategie Voor een wereldwijd werkende onderneming als FrieslandCampina, waarbij diverse landculturen, maar ook vele van elkaar verschillende bedrijfsculturen aanwezig zijn, is het van groot belang om wereldwijd beleid vanuit een hoog strategisch niveau te vormen en te borgen. IJzerman: ‘We werken vanuit onze strategie Route2020 met een global-safetyplan dat we samen met de vier business groups hebben vorm gegeven. In de FrieslandCampina-safetycouncil, waarin de business groups en corporate safety zijn vertegenwoordigd, stemmen we het beleid af, toetsen we de voortgang en sturen daar waar nodig bij. Communicatie, procesveiligheid, machineveiligheid, contractor management, training en leren van incidenten zijn hierbij de hoekstenen. Inmiddels hebben we een enorme progressie doorgemaakt in onze veiligheidsperformance en ons veiligheidsbewustzijn.’
Kantoorveiligheid
Life-savingrules Op de vraag wat FrieslandCampina uiteindelijk wil bereiken met haar veiligheidsbeleid antwoordt IJzerman: ‘Veiligheid, kwaliteit, duurzaamheid en productie
26
fmi 9 - 2014
Global safety director Rico IJzerman
Dat veiligheid een belangrijke plaats inneemt binnen FrieslandCampina heeft direct te maken met de risico’s die er zijn binnen fabrieksmatige bedrijfsomgevingen van FrieslandCampina. IJzerman: ‘Maar ook de kantooromgevingen van onze organisatie lopen mee in het veiligheidsbeleid. We willen op al onze locaties excellent veiligheidsgedrag en beleving creëren. Kantooromgevingen kennen eigen risico’s en zijn niet zo onschuldig als ze lijken. Vallen, struikelen, uitglijden zijn bijvoorbeeld ook op kantoor een reëel risico. ‘Binnen de organisatie vinden veel uitwisselingen plaats van medewerkers uit de productie en kantoor-
fmi 9 - 2014
27
FMinFOCUS VEILIGHEID
2004 • 2014
Wij zijn in de wolken! Als dé aanbieder van cloudsoftware zijn wij natuurlijk altijd ΄in de wolken΄. Dit jaar voelt dat extra feestelijk, want we bestaan 10 jaar!
behulp van workflows eenvoudig aanpassen aan uw eigen bedrijfsprocessen. Axxerion wordt dagelijks intensief ingezet door honderden organisaties waaronder zakelijke dienstverleners, overheids-, zorg- en onderwijsinstellingen en woningbouwcorporaties.
Cloudsoftware
Of u nu op zoek bent naar een krachtig Facility Management Informatie Systeem of een complete tool voor het beheren van uw vastgoed, Axxerion biedt u de juiste oplossing. Onze cloudsoftware is flexibel, laagdrempelig en interessant geprijsd. Ook kunt u onze software met
Win een Facility Management Quick Scan!
Ons 10-jarig jubileum laten wij niet onopgemerkt passeren. En… wie jarig is trakteert! Wij geven daarom 10 Facility Management Quick Scans van Twynstra Gudde weg! Kijk snel op onze website en doe mee!
Advancing your business
medewerkers waarbij men regelmatig bij elkaar op bezoek komt om processen op elkaar af te stemmen. Het is ook daarom van belang dat er voor alle locaties een eenduidig veiligheidsbeleid is, zowel op productie- als op kantooromgevingen. De risico’s van een kantooromgeving kun je bijvoorbeeld vinden in rondslingerend materiaal, openstaande lades, losse tapijten of kabels die niet goed zijn weggewerkt en wat denk je van het struikelgevaar op de trappen waarbij medewerkers regelmatig pijnlijke uitglijders ‘Ultieme doelstelling: maken met of zonder ernstige gevolgen.’ nul ongevallen’ IJzerman vervolgt: ‘Het mooie van veiligheidsbewustzijn is dat je ook thuis rekening gaat houden met veiligheidsaspecten. Het wordt een way of life waarbij ook het risico om in de privésfeer een ongeval op te lopen afneemt. Het meest voorkomende ongeval in de privé omgeving is nog steeds het vallen van de trap.’
FM en contractor-management Voor het central office van FrieslandCampina in Amersfoort neemt facility management een belangrijke rol in als het gaat om veiligheid binnen de gebouwen. Op de vraag wat het veiligheidsbeleid van FrieslandCampina voor FM betekent, antwoordt IJzerman: ‘Juist voor een kantooromgeving betekent dit beleid veel voor FM. Voor onze kantoren worden op de verschillende niveaus besluiten genomen die indirect impact hebben of de veiligheid verderop in de keten. Denk daarbij aan inkoopprocessen voor catering, security, kantoorinrichting, schoonmaak en onderhoud.
Daar wordt uiteindelijk bepaald met wie we in zee gaan en onder welke (veiligheid)voorwaarden. ‘Kijk alleen maar naar de installatietechniek en welke risico’s daarbij aanwezig zijn, maar ook de werkplekinrichting, het vrijhouden van vluchtwegen, het interne logistieke proces, het kabelmanagement en het bedrijfsnoodplan wat onder de verantwoordelijkheid van FM valt. Het gaat er bij FM om dat de medewerkers van deze afdeling vanuit de safetyfirstgedachte, de risico’s kennen, het werk goed voorbereiden, met gekwalificeerde leveranciers werken, en proactief communiceren met de bewoners van het pand over de activiteiten. Facility management is zeer zichtbaar als het goed gaat, maar nog meer als het niet goed geregeld is.’ Het is nu zaak dat juist bij de medewerkers van FM en de FM-contractors bewustwording komt van veiligheidsrisico’s. Dat brengen we onder andere tot stand door awarenesstrainingen te regelen, te werken met werkvergunningen waarbij de contractant zich bewust is van de risico’s, de te treffen maatregelen en gedurende het werk door ons wordt begeleid.’
Veiligheidsgedrag Op de vraag welke rol gedrag speelt in het bewustwordingsproces van de medewerkers reageert IJzerman: ‘Gedrag is de hoeksteen; denken vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Bijna alle ongevallen zijn toe te wijzen aan positieve intenties, snel even iets doen, de risico’s onderschatten. Als we dat kunnen ombuigen – en we zijn hard op weg – maken we een grote stap vooruit om ons goal zero te bereiken.’ Voorbeelden van veiligheidsmaatregelen in het central office: • Het werken met werkvergunningen door alle contractor partijen. • Het plakken van stickers met de tekst ‘hold the railing’ en de ondersteuning van deze actie middels trendy posters in de trappenhuizen. • In de centrale hal komt een display te hangen waarop de veiligheidsprestatie van FrieslandCampina, world wide, wordt weergegeven. • Het geven van awarenesstrainingen voor alle medewerkers van FM, maar ook voor alle medewerkers van diensten van derden. • Iedere vergadering start met veiligheid op nummer één van de agenda. • Vanaf het vierde kwartaal zullen afgesproken veiligheidsmaatregelen per verdieping worden getraind onder verantwoordelijkheid van het floormanagement. fmi
> Erik Ernst is projectleider Facility bij FrieslandCampina en redactielid van FMI
Ressenerbroek 26b - 6666 MR Heteren - T. +31 26 474 2420 - E.
[email protected] - www.axxerion.com fmi 9 - 2014
29
FMinFOCUS VEILIGHEID
Veilig én gastvrij bij World Forum FM’er Marije Bouwman: ‘Tijdens NSS hospitality continue getest op security’ ‘Your hospitality has been remarkable, your organization has been flawless’, sprak Barack Obama na de Nuclear Security Summit (NSS), die plaatsvond in congrescentrum World Forum in Den Haag. Mede door de NSS heeft het congrescentrum veel kennis en ervaring
Ellen Bots-Floors, Daniëlle den Ottelander, Mijntje Perk
In het voorjaar van 2012 vond het aanbestedingstraject plaats voor de Nuclear Security Summit, een internationale top, met als doel nucleair teronlangs aangestelde Safety & Security-manager Marije rorisme wereldwijd te voorkomen. Opdrachtgever Bouwman moet daar nog verder invulling aan geven. was het ministerie van Buitenlandse Zaken. De opdracht was met name gericht op een locatie die Maar hoe houd je ook nog oog voor hospitality? in staat zou zijn het aantal wenselijke vierkante meters op te leveren voor het houden van de NSS-top. Om dit te kunnen realiseren was partnership tussen de gemeente Den Haag – als internationale locatie –, en het World Forum – als conferentielocatie –, van groot belang. Onder andere vanwege de omvang van het evenement en de impact op de omgeving. In augustus 2012 werd bekend dat de gunning aan de gemeente Den Haag en het World Forum was toegekend. Op 24 en 25 maart 2014 werd de top gehouden, zonder organisatorische problemen. In juli was Regioteam West van Facility Management Nederland (FMN) vanwege
opgedaan op het gebied van safety en security. De
30
fmi 9 - 2014
haar regiobijeenkomst te gast bij World Forum. Daniëlle den Ottelander (Humanagement) en Ellen Bots-Floors (Captise), beiden actief in het regioteam, spraken naar aanleiding van de regiobijeenkomst met Safety & Security-manager bij World Forum: Marije Bouwman. Onderwerp van gesprek was de combinatie van security met hospitality.
Spoedcursus security management Bouwman heeft met haar opleiding Facility Management een facilitaire achtergrond waarbij hospitality een belangrijke pijler is. Bouwman is daarmee in staat om als advocaat van de duivel hospitality te testen op verschillende security-aspecten, zodat hospitality en security hand in hand kunnen gaan. Voor haar was NSS een goede leerschool: ‘Mijn rol binnen de organisatie van de NSS heeft mij de mogelijkheid gegeven om door de bril van diverse experts op het gebied van safety en security mee te kijken. Door mijn persoonlijke interesse in safety en security was de NSS een prachtig traject om hier verder in te ontwikkelen en te specialiseren en was het gelijktijdig een soort spoedcursus security management. Doelstelling is om deze
kennis te behouden, en hier bij huidige evenementen in het World Forum, ons voordeel mee te doen. Daarnaast is er nauw samengewerkt met de verschillende veiligheidsexperts op het hoogste niveau.’ Het World Forum had de opdracht de vierkante meters op te leveren zonder prefered suppliers en was daarmee dus enkel verantwoordelijk voor het faciliteren van de huisvesting. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft zelf diverse services naar zich toe getrokken; waaronder de cateraar en de decorateur. Dankzij de partnerships, die zijn ontstaan tussen de diverse stakeholders, is het een succesvol evenement geworden. Bouwman: ‘Samen creëerden we een oplossing waarbij we een goede match tussen hospitality en security konden maken’.
58 wereldleiders Partnerships zijn van belang, helemaal in deze situatie. Wat zijn de belangrijkste kernwaarden? Bouwman: ‘Bij alle betrokkenen was de wil om dit evenement tot een succes te maken aanwezig en falen was geen optie. Om het eindproduct te kunnen realiseren, waarbij je het gezamenlijk doel nastreeft, is de relatie
fmi 9 - 2014
31
THE SOLUTION
FMinFOCUS VEILIGHEID
THE FUTURE OF CLEANING
> Funny NSS Facts
TRIPLE-T
Marije Bouwman, Safety & Securitymanager met je partners het belangrijkste. Je kan het eindproduct niet alleen opleveren’. Voor Bouwman zelf ook een leertraject. ‘Ik overzag alles, maar de partners moesten het werk verrichten. Daarnaast waren leren delegeren, vertrouwen geven aan de relatie, loslaten en ondertussen zelf de hoofdlijnen blijven bewaken, de belangrijke onderdelen van mijn werk’. Voert met 58 wereldleiders security niet de boventoon? Helaas kan Bouwman geen details geven, maar wel een beeld van de gehanteerde werkwijze: ‘Per onderdeel maakte het ministerie van Buitenlandse Zaken definitieve keuzes ten aanzien van “geaccepteerde risico’s”. Security gaf tijdens dit traject een bindend oordeel, waardoor het soms een uitdaging was om een goede combinatie te vinden’. Het World Forum zelf heeft continue de aandacht voor hospitality behouden. Juist om niet mee te gaan in de flow van ‘laten we alvast anticiperen op het security-aspect’.
Blauwdruk
PRETTIGER, VEILIGER EN EFFICIËNTER SCHOONMAKEN De beste schoonmaakprestatie leveren, dat realiseert u met uw mensen iedere dag opnieuw. Uw vaklieden verdienen het beste schoonmaaksysteem en Triple-T zet daarin een volgende stap. Gebaseerd op de hoge eisen die schoonmaken in een zorgomgeving stelt. Met oog voor de veiligheid en het comfort van patiënten en uw eigen professionals. Triple-T helpt uw organisatie de best mogelijke performance te leveren.
De facilitaire processen zijn cruciale onderdelen voor het aanbieden van een goede dienstverlening. Daarom is tijdens de NSS een Facilitair Coördinatiecentrum ingericht, de blauwdruk van een methodiek waar veel mee wordt gewerkt bij de organisatie van grote eve-
> De belangrijkste kernwaarden in partnership zijn:
• Transparantie – Ken elkaar, deel alles met elkaar. Het beleid, maar ook de letterlijke agenda. Tot in • •
Benieuwd? Kijk op www.alpheios.com/triple-t of bel voor een kennismaking Alpheios op 045 – 573 88 88.
•
detail alles met elkaar kunnen delen, elkaar de ruimte geven om werkzaamheden uit te kunnen voeren en de vrijheid bieden dit te kunnen controleren, dat geeft transparantie. Korte communicatielijnen – Bij de NSS is het heel belangrijk gebleken dat je in een vroeg stadium de juiste mensen aan tafel moet hebben. Mede omdat later in het stadium zaken direct, onder grote externe druk, geregeld kunnen en moeten worden. Gezamenlijk doel – Door het hebben van een gezamenlijk doel, het niet willen falen, in combinatie met de andere kernwaarden, zorgt ervoor dat het doel wordt bereikt. Herkennen van expertise – Maak gebruik van de expertise van elkaar. Wat kan wel, wat kan niet? Openstaan voor alternatieven die ook aan de eisen voldoen.
58 wereldleiders & … • 48.000 koppen koffie • 600 vlaggen (op tafel en buiten) • 120 espresso machines (voor grote vergaderzalen) • 9.000 koffer labels (oranje voor de wereldleiders en blauw voor afgevaardigden) • 58 naambordjes met de landsvlag • 3.000 paraplu’s (niet gebruikt) • 1 kilometer oranje tapijt (in plaats van rood tapijt) • 150 kilometer kabels (voeding en ICT) • 60 honden van de explosievendienst • 13.000 politiemannen • 8.000 militairen • 3.000 tijdelijke bewegwijzeringsborden
nementen of bijeenkomsten. Het Facilitair Coördinatiecentrum was werkzaam voor de gehele internationale zone. Bouwman: ‘Uiteindelijk was het ministerie van Buitenlandse Zaken enthousiast over de operationele organisatiestructuur waarin alles werd gecentraliseerd. Daarnaast was het belang van snel schakelen een belangrijke factor. Het dubbel weten, te laat weten en niet weten, moesten we voorkomen. Met name in dit project was het cruciaal om de mogelijkheid te bieden om te kunnen escaleren. Het Facilitair Coördinatiecentrum was daarbij eveneens een belangrijke schakel, waarbij professionele medewerkers ervoor zorg droegen dat meldingen werden geregistreerd, de prioriteit werd bepaald en de melding werd gekoppeld aan de juiste persoon en/of leverancier.’ De NSS-top gaf het World Forum de unieke kans om zich, samen met de verschillende partners en de opdrachtgever, op het hoogste niveau voor te bereiden op een evenement waar hospitality en securtiy centraal stonden. Dit waren de basisprincipes van waaruit werd gewerkt. Bouwman: ’Momenteel zorg ik ervoor dat er een safetyplan wordt opgesteld waarin alle kennis en ervaring wordt gewaarborgd binnen de organisatie. Het kunnen bieden van een hoog niveau van security is voor verschillende opdrachten en klanten van het World Forum van groot belang. Denk bijvoorbeeld aan evenementen met een hoog aantal pieken in bezoekersaantallen, zoals in het verleden het North Sea Jazz Festival, of aan internationale bedrijven zoals Shell. Het World Forum wil een podium bieden aan iedereen, van Kabouter Plop tot Barack Obama’. fmi
> Daniëlle den Ottelander, lid Regioteam West FMN en projectinterim manager bij Humanagement. Ellen Bots-Floors, lid Regioteam West FMN en manager Facilitair en Inkoop bij Captise. Mijntje Perk, voorzitter Regioteam West FMN en senior interim professional bij ArrangeGroup.
fmi 9 - 2014
33
FMinFOCUS VEILIGHEID
Alarmtransmissie over internet: vol risico’s De migratie van alarmtransmissie van analoog naar digitale IP-netwerken is inmiddels een bekend gegeven binnen de Nederlandse beveiligingsmarkt. Het gebruik van uw bestaande internetverbinding lijkt hier voor de hand te liggen. Maar alarmmeldingen over een publieke internetverbinding laten verlopen, brengt forse risico’s met zich mee. Bijvoorbeeld in geval van een DDoS-aanval. Met DigiAlarm kunt u alarmmeldingen toch digitaal, maar via besloten en veilige Nederlandse verbindingen met uw meldkamer toepassen.
Veel bedrijven maken voor hun beveiliging tegen inbraak en vandalisme gebruik van een alarminstallatie. Op de Nederlandse markt zijn circa 25 meldkamers of Particuliere Alarm Centrales (PAC’s) actief. Op deze meldkamers zijn om en nabij zo’n 500.000 objecten – kantoren, bedrijven en particulieren – aangesloten. Voor de alarmdoormelding naar deze meldkamers wordt in veel gevallen nog een analoge of ISDN-lijn toegepast. Dit zijn de objecten en locaties waarbij er sprake is van een normaal risico (AL1). Er is dan alleen communicatie tussen het alarmsysteem en de meldkamer bij een alarmmelding, dan wel bij een periodiek controlebericht. Bij de hogere risico’s, de zogenaamde AL2- en AL3-
34
fmi 9 - 2014
locaties, zoals juweliers en bedrijven met aantrekkelijke goederen waar door verzekeraars een continue verbinding met de meldkamer wordt vereist, werd tot op heden in bijna alle gevallen de DigiAccess Alarm-dienstverlening van KPN toegepast. Dit is een speciaal alarmabonnement dat te gebruiken is in combinatie met de aanwezige ISDN-aansluiting. Deze dienst wordt eind 2014 door KPN uitgezet omdat er sprake is van verouderde netwerktechnologie. Moderne, op het Internet Protocol (IP) gebaseerde netwerken zijn nu ook voor alarmtransmissie beschikbaar. Daarmee is de migratie van analoge alarmoverdracht naar Alarm-over-IP-oplossingen inmiddels
Bart Postelmans
een bekend gegeven binnen de Nederlandse beveiligingsmarkt. Omdat KPN eind dit jaar stopt met DigiAccess Alarm, is deze migratie naar IP nu in een enorme stroomversnelling terecht gekomen. Alarminstallateurs die verantwoordelijk zijn voor de alarminstallatie op klantlocatie, passen al snel de aanwezige internetverbinding toe die echter voor iedereen toegankelijk is. Dit brengt hoge risico’s met zich mee. KPN heeft als vervangende dienst DigiAlarm ontwikkeld, een besloten digitaal IP-netwerk dat geen gebruik maakt van het publieke internet. Deze oplossing is NPR 8136 conform en is als enige alarmtransmissie-oplossing voor de hogere AL2 en AL3 risico’s end-to-end door Kiwa gecertificeerd conform de Europese norm (NEN-EN 50136:2012).
Alarmoverdracht en internet Uit contacten en gesprekken met eindklanten blijkt dat in veel gevallen, waar nu een andere verbinding tussen de locatie en meldkamer moet komen, hiervoor de aanwezige en voor iedereen toegankelijke internetaansluiting wordt gebruikt. Vaak via een zogenaamde tunnel zoals een Virtueel Particulier Netwerk (VPN) al dan niet met een back-up (via een internetSIM). Maar deze oplossing is en blijft internet en ook de bij de ontvangst aan de particuliere-alarm-centrale-zijde is het gewoon internet. De locatie die tot voor kort was aangesloten op het hoog beschikbare en
veilige besloten DigiAccess-Alarm-netwerk van KPN en migreert nu naar alarm over publiek internet. Een zeer risicovolle ontwikkeling waarmee een hellend vlak wordt opgegaan met betrekking tot veilige en betrouwbare alarmoverdracht tussen te beveiligen object en meldkamer. Bij dit alles ontstaat de indruk dat betrokken partijen in de beveiligingsbranche zoals alarminstallateur, meldkamer en verzekeraar, experts die de klant adviseren over de verbinding tussen object en meldkamer, het idee hebben dat cybercriminaliteit de beveiligingsbranche voorbij gaat. Terwijl ‘Cyberaanvallen in 2013 deze cybercriminaliteit ook in Nederland, dat blijkt uit zes keer hoger dan in 2006’ allerlei onderzoeken en rapporten, explosief toeneemt. Zo blijkt uit een recent gepubliceerd onderzoek Internetcriminaliteit in het MKB dat nu al zestig procent van ondernemend Nederland hiermee te maken heeft, en dit tot een jaarlijkse schadepost leidt van tien miljard euro en het aantal cyberaanvallen in 2013 maar liefst zes keer hoger was dan in 2006.
DDoS-aanval DDoS (Distributed Denial of Service) aanvallen op centrale hosts (computers) waardoor deze een tijdlang
fmi 9 - 2014
35
FMinFOCUS VEILIGHEID
onbereikbaar zijn, vinden ook in Nederland met regelmaat plaats. Recente voorbeelden daarvan zijn onder andere ING, MasterCard, VisaCard, PayPal en DigiD. Ook meldkamers kunnen van zo’n DDoS-aanval de dupe worden, waardoor alarmmeldingen van risicolocaties die op basis van een enkele dan wel een tweevoudige internetoplossing doormelden, gedurende lange tijd (uren tot zelfs dagen) niet aankomen bij die meldkamer. Verzekeraars en verzekeringsmakelaars, maar zeker ook de betrokken alarminstallateur(s), zouden eindklanten van risicolocaties veel indringender moeten attenderen op de risico’s die ontstaan bij alarmoverdracht over internet. Verzekeraars zouden bovendien meer zicht moeten houden op de alarmtransmissiewijzigingen die zich voordoen op hun risicolocaties. Vaak worden die wijzigingen pas bij de huidige beperkte controles die plaatsvinden vastgesteld, dan wel komen die aan het licht als er een schade is voorgevallen.
NPR 8136
Securing Your World Volg ons ook op: G4S_NL Veiligheid & Beveiliging
De beveiligingsbranche heeft na lang en intens overleg in juli 2012 vanuit NEN, via de Taakgroep Alarmtransmissie de Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 8136 Alarmtransmissie over IP-netwerken gepubliceerd. Dit is een leidraad voor ontwerp, installatie, inspectie en onderhoud, gebaseerd op de Europese norm NEN-EN 50136-1. Citaat uit deze NPR: ‘Bij het opstellen van deze praktijkrichtlijn is steeds beoogd om de Europese normen voor alarmsystemen en alarmtransmissiesystemen te vertalen naar een praktische implementatie. De richtlijnen die in deze praktijkrichtlijn worden gegeven, zijn bedoeld als handvat voor de installateur, de meldkamer/particuliere-alarmcentrale, de risicoverzekeraar, de eindgebruiker en andere belanghebbenden.’ Zo adviseert deze NPR om bij lage risico’s (AL1) ten minste één besloten alarmtransmissieverbinding toe te passen en voor de hogere risico’s twee besloten verbindingen tussen object en meldkamer te gebruiken. Oplossingen die uitgaan van een tunnel over internet worden door de NPR niet als besloten en veilige verbinding gekwalificeerd. Het is bijzonder teleurstellend te constateren dat ondanks de explosieve groei van de eerder genoemde cybercriminaliteit en de grootschalige gevolgen daarvan, er op dit moment, nu de migratie naar IP door het einde van de DigiAccess-Alarmdienst van KPN in een stroomversnelling is terechtgekomen, nauwelijks Alarm-over-IP-oplossingen worden aangeboden die NPR-conform zijn.
Met veiligheid en beveiliging heeft iedereen - direct of indirect - dagelijks te maken. Of het nu gaat om de veiligheid van mensen of de beveiliging van gebouwen, goederen of processen: elke situatie vraagt om een eigen aanpak. Als het om beveiligen en veiligheid gaat, is G4S van alle markten thuis. G4S analyseert de situatie, denkt mee en voorziet u van de juiste mensen en de nieuwste technieken. Niet te veel, niet te weinig, maar precies wat u nodig heeft in úw situatie. Compleet, betrouwbaar en professioneel. Voor meer informatie kijkt u op www.g4s.nl
Schijnbaar goedkope oplossingen
Wilt u op de hoogte blijven van alle trends en ontwikkelingen binnen G4S? Scan dan de QR code en schrijf u in voor de G4S nieuwsbrief.
De oplossingen die dan wel worden aangeboden zijn schijnbaar goedkope internetoplossingen waarbij lang niet altijd alle kosten voor de eindklant direct inzichtelijk zijn. Vaak loopt zo’n aansluiting met de meld-
kamer dan ook nog via buitenlandse servers en bedrijven. De betrouwbaarheid van die aansluiting op de meldkamer is hierdoor onvoldoende. De op locatie aanwezige internetaansluiting is bovendien onvoldoende beveiligd om er de beveiliging van waardevolle spullen en inboedels aan toe te vertrouwen. Blijkbaar moet zich eerst een DDoS-aanval op een meldkamer voordoen met als gevolg grootschalige uitval van alarmverbindingen, alvorens betrokken partijen de genoemde en zorgelijke ontwikkelingen serieus nemen en er in de praktijk, voor wat betreft de aangeboden Alarm over IP oplossingen, ook naar handelen. De DigiAlarm-dienstverlening maakt geen gebruik van het internet en is daarmee zeer betrouwbaar en veilig. De beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het tweevoudige DigiAlarm-netwerk is vele malen hoger dan het publieke internet en voldoet daarmee als enige aan de Verbeterde Risico Klasse Indeling (VRKI) en verzekeringseisen voor wat betreft de communicatie van het alarmsysteem met de meldkamer. Bovendien wordt de dienst end-to-end beheerd en wordt de alarmtransmissie continue gecontroleerd. fmi
> KPN heeft de exploitatie van DigiAlarm sinds vorig jaar overgedragen aan ASB-Security. Bart Postelmans was meer dan dertig jaar werkzaam bij KPN, waar hij onder andere verantwoordelijk was voor de introductie van DigiAccess Alarm en betrokken bij de ontwikkeling van Alarm over IP. Sinds 2007 is hij senior business consultant bij ASB-Security te Eindhoven.
fmi 9 - 2014 G4S adv.190x275 Corporate+QR code-FMI.indd 1
30-12-11 14:00
37
Facilitaire loopbaan van… Naam: Roel Hamers Huidige functie: directeur van de opleiding Facility Management Zuyd Hogeschool en voorzitter Loofd (Landelijk Overleg Opleidingen Facilitaire Dienstverlening) Wilde vroeger worden: meester
Foto: ©NFP Photography - Marcel van Hoorn
‘Na mijn middelbare school koos een van mijn vrienden voor de opleiding toegepaste huishoudwetenschappen. Ik kon me er toen niks bij voorstellen’, vertelt Roel Hamers die nu ondanks dat toch directeur is van de opleiding Facility Management aan de Zuyd Hogeschool. Pas jaren na zijn economische opleiding kwam hij in contact met FM: ‘Ik solliciteerde op een vacature docent Bedrijfseconomie bij de toenmalige opleiding Toegepaste Huishoudwetenschappen. Het huidige facility management is een aansprekend vakgebied dat je werkelijk in alle branches tegenkomt. Vooral de veelzijdigheid is boeiend. Vanuit mijn eigen expertise bedrijfseconomie liggen de toepassingen erg dicht bij de belevingswereld van jonge mensen wat doceren een stuk leuker maakt.’ Na het vwo koos Hamers voor het heao: ‘Dit was een voor de hand liggende keuze omdat ik geen affiniteit had met de talen en de echte bètavakken mij niet aanspraken. Economie daarentegen sprak mij enorm aan.’ Waarna hij nog doorstudeerde voor register accountant. Tegenwoordig is hij niet alleen directeur van een FM-opleiding maar ook voorzitter van het Loofd (Landelijk Overleg Opleidingen Facilitaire Dienstverlening). Dat onderwijs in zijn bloed zit blijkt al uit het feit dat hij vroeger meester wilde worden, en later geschiedenisleraar. Hij werkte later dan ook als docent aan de universiteit van Maastricht, had een eigen trainings- en adviesbureau, gaf les in economische vakken aan de opleiding Facility Management, en was docent op de opleiding Food & Business. Daarnaast had Hamers enkele staffuncties in het onderwijs. ‘Facility management is een boeiend en veelomvattend vakgebied dat in alle kleine en grote organisaties bruikbaar is. Maar ook privé kun je er erg veel mee. Als directeur van een hbo-opleiding voel ik mij ook een beetje een facility manager. Ik faciliteer onze interne klanten, de studenten. Een toenemende tevredenheid bij studenten en hun achterban is mijn drive.’ En over tien jaar? ‘Dan faciliteer ik opleidings- en dienstverleningsvraagstukken ten behoeve een optimale match tussen vraag en aanbod.’
fmi 9 - 2014
39
‘FMN moet echt relevant zijn voor de facilitaire professional’ Duo-interview: Natalie Hofman en Ian van der Pool
Op de ALV van 5 juni heeft Natalie Hofman als voorzitter van FMN het stokje overgenomen van Ian van der Pool. In dit duo-interview kijken zij terug en staan zij stil bij de opgaven en kansen van FMN.
John Dommerholt Ian, hoe lang ben je nu voorzitter geweest? ‘Bij elkaar een kleine twee jaar. Ik was al vicevoorzitter sinds november 2011. Vanaf het vertrek van Wim Ledder, in oktober 2012, heb ik de rol van voorzitter vervuld.’
Natalie, je bent niet onbekend met FMN. Hoe lang gaat jouw historie al terug? ‘Ik heb 9,5 jaar met veel plezier als redactielid een bijdrage geleverd aan FMI. Iets wat ik altijd heel leuk heb gevonden, omdat het me de kans bood om in contact te komen met diverse onderwerpen en deskundigen. Vooral de redactievergaderingen en het samen op zoek zijn naar een goede invulling van het blad was interessant. Naast de goede discussies bood het ook de mogelijkheid om nieuws te delen. Nu moet ik wel zeggen dat ik het laatste jaar wat begon te twijfelen of ik deze rol nog lang wilde vervullen, op een gegeven moment is het tijd om nieuwe redactieleden een kans te geven. ‘Een rol als voorzitter van FMN heb ik nooit zelf overwogen, ook omdat het me in de redactie wel beviel. Maar toen de vraag van Ian kwam of ik niet iets voor het voorzitterschap zou voelen en ik ook voor mij zelf in kaart had gebracht hoeveel tijd ik besteedde aan mijn rol in de redactie, is het balletje toch gaan rollen. Toen bedacht ik mij dat het toch mooi zou zijn als ik mijn actieve rol voor FMN kon voortzetten binnen het bestuur.’ Natalie, wat zie je als je belangrijkste opgave? ‘Ik werk al jaren op de scheidslijn van hard- en soft facilities. De afgelopen jaren is in de FM wereld veel energie gestoken in onderwerpen als beleving, hospitality en service levels. Maar met de schaarste in budgetten, energiebronnen en uitvoeringscapaciteit, verwacht ik dat de verschuiving in het facilitaire werkveld naar het gebouw is begonnen. De krapte en de steeds hogere eisen op bijvoorbeeld klimaat en ICT zorgen ervoor dat risicomanagement en budgetbeheersing steeds belangrijker worden. Persoonlijk zie ik het als een uitdaging om de verbinding
40
fmi 9 - 2014
tussen soft- en hard facilities verder te ontwikkelen en daar ook binnen het werkveld een bijdrage aan te leveren. Daarbij werk ik graag samen met jonge mensen. Ik vind het juist goed om jonge professionals aan FMN te verbinden en ik wil hen graag verder helpen in hun ontwikkeling. In mijn rol als voorzitter kan ik deze onderwerpen combineren.’ Ian vult aan: ‘De combinatie die Natalie heeft op het gebied van hard- en soft facilities is ook een van de redenen geweest om haar te benaderen voor het voorzitterschap. Ik denk ook dat de laatste jaren het onderdeel hospitality misschien wel te nadrukkelijk de aandacht heeft gekregen, waardoor we andere aspecten van FM deels uit het oog hebben verloren. De laatste tijd zie je inderdaad dat huisvesting en techniek meer in de belangstelling staan, vooral ook doordat steeds meer vastgoedpartijen zich gaan richten zich op een uitbreiding van hun dienstenpakket door het aanbieden van FM.’ Ian, terugkijkend, wat heb je bereikt gedurende je voorzitterschap? ‘Het begin was uitdagend. De eerste periode heb ik vooral ervaren als het blussen van brandjes. Gelukkig hadden we een sterk team beschikbaar en steun vanuit de actieve vrijwilligers, waardoor we snel konden consolideren als bestuur. Daarna hebben we vooral gewerkt aan het leggen van een stevig fundament voor de vereniging. En ik denk dat we daar toch aardig in geslaagd zijn: FMN is een stabieler platform geworden.
Ian van der Pool en Natalie Hofman
‘Zo lag er te veel operationele werklast bij de bestuursleden, wat als een belasting werd ervaren. Niet alleen werd het steeds moeilijker capabele bestuursleden te werven, maar vooral ook deze te behouden. Door de focus te verleggen naar de strategische rol – meer het besturen zelf – werden de functies interessanter en konden we slagen maken. Zo hebben vooral nagestreefd om bevoegdheden lager in de organisatie te leggen. We hebben veel enthousiaste leden die ook echt een bijdrage willen leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Commissies, kringen en regio’s moeten daarom voldoende ruimte hebben voor hun eigen inbreng. We hebben vooral het eigen initiatief binnen de vereniging gestimuleerd. Daar bevindt zich immers de kennis en ervaring van de verschillende aspecten van het vakgebied. Het doel was om al die actieve geledingen meer ruimte te geven voor ondernemerschap. Ik vind dat het voor iedereen in een vereniging interessant moeten zijn.’ Natalie vult aan: ‘Het fundament dat Ian schetst is voor mij ook een belangrijke reden geweest om ja te zeggen. Er is nu een stabiele organisatie met een brede basis waarbij veel inbreng is van alle onderdelen. Vroeger had ik de indruk dat het meer een one man show was. Er is nu een breder platform.’ Ian, wat zijn belangrijke opgaven voor FMN? ‘Ik zie er drie: 1. Tijd: Mensen hebben steeds meer mogelijkheden om hun vrije tijd te besteden. Gezin, sport, uitgaan
fmi 9 - 2014
41
en verenigingen strijden noodgedwongen om de beschikbare tijd. Hierin zitten verschillende opgaven opgesloten. Enerzijds hoe je mensen aan een vereniging als FMN kunt binden. Daarnaast betekent dit ook dat dit effect kan hebben op de beschikbaarheid van vrijwilligers voor het invullen van allerlei rollen binnen een vereniging. 2. Geld: Om onze ambities te verwezenlijken moet je over voldoende middelen kunnen beschikken. Het is natuurlijk duidelijk dat dit in de afgelopen jaren alleen maar moeilijker is geworden. Dit vereist dat FMN zich nadrukkelijker positioneert, een duidelijk profiel moet hebben en de meerwaarde voor potentiële leden helder moet zijn. Het concept van de traditionele vereniging die zijn inkomsten vooral genereert uit lidmaatschapsgelden en platte sponsoring lijkt aan herziening toe te zijn. Een vereniging als FMN moet daarom goed nadenken over alternatieve verdienmodellen. 3. Toegevoegde waarde: FMN moet echt relevant zijn voor de facilitaire professional. Kijkend naar het aantal mensen dat in het vakgebied actief zijn zouden we naar mijn mening nog veel meer leden aan ons kunnen binden. Om dit te bereiken moet de herkenbaarheid, focus en de meerwaarde duidelijk zijn. Alleen dan is het haalbaar om meer mensen te binden.’ Natalie, hoe kijk je naar deze driedeling van Ian? ‘Herkenbaar en ik ben het er ook mee eens. Je ziet nu dat het aantal leden van FMN daalt. Nu vind ik dat niet per se een slechte ontwikkeling, daar waar we stijgen, kunnen we ook dalen. Dus niet meteen paniek, maar het moment is wel gekomen om daar aandacht aan te besteden. Ik vind dat het er vooral om moet gaan dat we kwalitatief goede leden aan ons binden en behouden. Dat zijn de leden die in FMN vinden wat zij nodig hebben om hun vak uit te voeren. Om relevant te zijn moeten we als vereniging nog veel meer prioriteren. ‘FMN doet heel veel en daardoor zijn we niet meer herkenbaar of leiden activiteiten af van de kernopgave. Ik vind dat we vooral dat moeten doen wat ertoe doet
> Natalie Hofman is directeur van Croon Wolter & Dros Facilities. In haar dagelijkse werk is ze verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de integrale en multidisciplinaire onderhouds- en facilitaire contracten binnen TBI.
JAAR
100
Ian van der Pool is eigenaar van VisionFM en non-executive director bij de International Facility Management Association (IFMA). In zijn dagelijkse werk is hij hogeschooldocent Imagineering en international facility management aan de NHTV Hogeschool in Breda.
24/7
16208_10 NVD Corporate 190x275 adv.indd 1 14_416925 190x275 HPC fc_C.indd 1
14-08-14 09:10 14-08-14 15:46
en waar behoefte aan is. Het gaat niet om het aantal activiteiten of evenementen dat we organiseren. Maar het gaat vooral om de kwaliteit. De lijn die is ingeslagen op dit gebied vind ik daarom ook prima. ‘Een opgave die FMN wel heeft is dat we onze communicatie kunnen verbeteren. Daniëlle Overweg is binnen het bestuur verantwoordelijk voor de portefeuille Marketing & Communicatie. Zij start binnenkort met een nieuwe commissie om hiermee ook daadwerkelijk aan de slag te gaan. Structuur, meer gerichte communicatie en vindbaarheid zijn daarbij van belang. Ik vind dit essentieel dat het profiel van FMN duidelijk is. Daar ligt zeker een taak voor ons als bestuur, maar ook voor de leden die actief zijn binnen de vereniging.’ Ian, je hebt ook altijd een internationale focus gehad. Wat kunnen wij leren van andere landen? ‘Wat je in ieder geval kunt constateren is dat we met dezelfde uitdagingen worden geconfronteerd als beroepsverenigingen in het buitenland. We kunnen daar vooral van leren. Welke creatieve invullingen zijn gekozen, best practices. Het internationale contact vind ik daarom heel belangrijk en ik denk ook dat FMN daarin moet blijven investeren. Niet in de laatste plaats omdat facility management ook steeds meer grensoverschrijdend wordt georganiseerd. Ten slotte constateer ik dat de invloed van initiatieven en regelgeving vanuit de Europese Unie op ons brede vakgebied in de komende decennia alleen maar zullen toenemen.’ Natalie vult aan: ‘Juist om deze reden zou het goed zijn als we meer actieve leden zouden krijgen die een rol vervullen in internationale organisaties. Als FMN moeten we ook nadenken hoe we deze leden beter kunnen betrekken en het voor hen ook interessanter kunnen maken.’ Ian, terugkijkend, wat heeft het voorzitterschap je persoonlijk opgeleverd? ‘Veel, heel veel! Natuurlijk is daar het netwerk, alle mensen die ik heb mogen leren kennen, de samenwerking met veel leuke, enthousiaste en gedreven mensen binnen de vereniging. Twee aspecten zijn voor mij daarbij zelf erg leerzaam geweest. Ten eerste je leren open te stellen voor de ervaring en inzichten van anderen, dit zelfs te stimuleren, ook al verschillen we wellicht van mening. ‘Daarnaast het verbinden van mensen op heel verschillende niveaus en vanuit heel verschillende achtergronden om tot de beste oplossingen te komen. Wat ik vanuit mijn voorzittersrol in de afgelopen jaren heb geleerd kun je in geen enkele opleiding realiseren.’ fmi
> John Dommerholt is directeur bij Hospitality Group en hoofdredacteur FMI.
fmi 9 - 2014
43
Van Gogh Museum ‘wereldwijde primeur’ met Breeam-certificaat Ellen van der Veen
Het Van Gogh Museum ontving dit voorjaar het Breeam-duurzaamheidscertificaat: Very Good voor gebouw, beheer én gebruik. Met deze uitreiking is ook het nieuwe Keurmerk voor Museumgebouwen operationeel. Samen met een kopgroep van musea en CFP, heeft DGBC de Breeam-NL norm voor bestaande bouw geschikt gemaakt voor de museale sector.
44
fmi 9 - 2014
‘We zijn trots op onze drie sterren en de kwalificatie Very Good, daarmee hebben we de wereldwijde primeur’, vertelt Adriaan Dönszelmann, zakelijk directeur van het Van Gogh Museum. Hij kreeg het Breeam-duurzaamheidscertificaat op 30 juni overhandigd door Annemarie van Doorn, directeur van de Dutch Green Building Council. Dönszelmann: ‘We kozen bewust voor de koers waarbij maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid hoog in het ‘Het meest duurzame museum vaandel staan. Ons museum trekt dagelijks 4000 bezoeter wereld, zonder te slopen kers en heeft als kerntaak het behoud van het culturele of nieuw te bouwen’ erfgoed van Vincent van Gogh. Daar hoort ook bij hoe je verantwoord en duurzaam omgaat met het museumgebouw en de omgeving. Dit certificaat is een bekroning op de inspanningen die we jarenlang op dat gebied hebben geleverd.’ Annemarie van Doorn, directeur DGBC, en Adriaan Dönszelmann, zakelijk directeur Van Gogh Museum
Breeam-NL Breeam staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en werd oorspronkelijk ontwikkeld en geïntroduceerd door het
Building Research Establishment (BRE), een Engelse onderzoeksinstantie enigszins vergelijkbaar met het Nederlandse TNO. De toevoeging NL maakt duidelijk dat het hier om de Nederlandse versie gaat. Breeam stelt een standaard voor een duurzaam gebouw en geeft vervolgens aan welk prestatieniveau het onderzochte gebouw heeft. De bedoeling is gebouwen te analyseren en te verbeteren. Breeam-NL In-Use berekent de duurzaamheidprestatie voor bestaande gebouwen aan de hand van drie aspecten: • Asset (karakteristieken van het gebouw zelf) • Beheer (exploitatie van de onderdelen van het gebouw) • Gebruik (hoe de gehuisveste organisatie activiteiten in het gebouw organiseert) Het systeem maakt gebruik van een kwalitatieve weging; per aspect ontvangt een organisatie één tot vijf sterren (Pass, Good, Very Good, Excellent of Outstanding).
Voor musea Met de certificaatuitreiking aan het Van Gogh Museum is meteen ook het nieuwe Breeam-NL keurmerk voor Museumgebouwen operationeel. In samenwerking met een kopgroep van musea en CFP heeft Dutch Green Building Council (DGBC) de norm voor bestaande bouw geschikt gemaakt voor de museale sector. De richtlijn maakt het mogelijk om bestaande
fmi 9 - 2014
45
Koester uw dienstverlening De meest gebruiksvriendelijke ondersteuning voor uw facilitaire afdeling
Foto’s: Jan Kees Steenman
> Vijf aspecten waren van doorslaggevend belang voor het succes:
• Quick wins betalen de projectkosten. In ieder gebouw is sprake van quick wins, dit zijn • • • •
besparingen op kosten en milieu die zonder investeringen kunnen worden ingevoerd. Deze besparingen kunnen eenvoudig worden vastgesteld door een nulmeting. Natuurlijke momenten en bestaande budgetten voor investeringen in duurzaamheid. Door budgetten voor onderhoud, renovatie en vernieuwing in te zetten voor verduurzaming hoeven er geen extra middelen vrijgemaakt te worden, en worden de bestaande budgetten optimaal ingezet. Energiebesparing zorgt voor directe kostenreductie, een beter comfort voor bezoekers en bewoners en directe verlaging van de CO2-uitstoot. Duurzaam inkopen is niet duurder, maar wel beter voor mens, milieu en de internationale economie. Voor het museum betekent dit: zo weinig mogelijk inkopen, en als je inkoopt dan bij ‘goede’ leveranciers en zo circulair als mogelijk. Labelling met Breeam zorgt voor objectiviteit, betere communiceerbaarheid en voorkomt greenwashing (het zich groener of maatschappelijk verantwoorderlijker voordoen dan een bedrijf of organisatie daadwerkelijk is).
musea te certificeren. Het is uniek in de wereld dat musea voorzien kunnen worden van een duurzaamheidskeurmerk. Nederlandse musea kunnen hiermee koploper worden in de wereld. DGBC is een onafhankelijke netwerkorganisatie die streeft naar verduurzaming van de gebouwde omgeving. Hiertoe beheert DGBC onder andere het internationaal erkende duurzaamheidskenmerk Breeam NL. Directeur Annemarie van Doorn is blij met de primeur: ‘Het is geweldig dat het Van Goghmuseum zich zo verantwoordelijk voelt voor de duurzame prestaties van het gebouw en laat daarmee zien dat duurzaamheid ook voor deze sector een belangrijk thema is.’ CFP, adviesbureau op het gebied van verduurzaming, begeleidt het Van Gogh Museum bij de verduurzaming en het Breeam-traject. Direc‘Het museum wist optimaal teur Bram Adema tijdens de uitreiking van het certifigebruik te maken van caat: ‘Het Van Gogh Museum is van een gemiddeld duurde quick wins’ zaam gebouw het meest duurzame museum ter wereld geworden, zonder daarvoor te slopen of nieuw te bouwen. Het project werd volledig betaald uit de besparingen. Het is daarmee een voorbeeld voor alle gebouwen, musea, kantoren en zelfs woningen.’ Met TOPdesk heeft u alles in huis om meldingen, reserveringen en andere taken razendsnel af te handelen. U hoeft alle informatie slechts op één plek te beheren, terwijl elke afdeling zijn eigen veilige werkomgeving behoudt. TOPdesk is de enige tool die FM, ICT en HRM perfect integreert.
Contractbeheer en SLM (Service Level Management) helemaal zelf uw producten- en dienstencatalogus inrichten, beheren en toezien op de naleving. En behandelaars op locatie kunnen met TOPdesk Mobile taken inzien en ter plekke meldingen aanmaken.
Met de nieuwste versie van TOPdesk profiteert u van functionaliteiten die uw werk eenvoudiger maken. U kunt in het vernieuwde
Meer weten? Bezoek www.topdesk.nl/facilitair
Facilitair bedrijf Martin Oor, hoofd facilitair bedrijf en sinds 2011 werkzaam bij het Van Gogh Museum, vertelt dat het achterliggende renovatietraject ingrijpend was. Zo is het dak vervangen en extra geïsoleerd. In combinatie met de nieuwe daklichten daalde het energieverbruik daardoor met veertig procent. Het museum wist optimaal gebruik te maken van de quick wins. Een van de quick wins is het opnieuw inregelen van de gebouwinstallaties. Daardoor bespaart men twin-
Martin Oor, hoofd Facilitair Bedrijf Van Gogh Museum geeft een rondleiding tig procent op het energieverbruik en realiseert het museum tegelijkertijd een CO2-reductie. Bovendien maakt het museum voor honderd procent gebruik van windenergie uit Nederland. Het opnieuw vaststellen van de benodigde huisvesting bleek een andere quick win. Een werkstijlonderzoek toont aan dat er minder kantoorhuisvesting nodig is. Het facilitair bedrijf wist daarnaast goed gebruik te maken van de natuurlijke momenten. De veranderende eisen ten aanzien van de brandveiligheid zijn namelijk de aanleiding voor de renovatie. Door gebruik te maken van dit natuurlijke moment kunnen isolatie, installatierenovatie, compartimentering en een nieuwe warmte-koude-opslag zonder veel extra budget leiden tot meer duurzaamheid. De nieuwe WKO werd gekoppeld aan de bestaande installaties en was een gezamenlijk project met gemeente Amsterdam. Daardoor drukt deze investering niet op de begroting van het museum. Naast deze gebouwgebonden acties, weet het facilitair bedrijf ook op het gebied van gebruik punten te scoren. Zo wordt al het afval gescheiden en is er een vetvangput. Men stimuleert het digitaal archiveren, het tweezijdig printen en het hergebruik van drukwerk. Ook is oud meubilair aan derden aangeboden voor een tweede leven. Oor is blij dat de verschillende musea de samenwerking opzoeken op het gebied van duurzaamheid. Hij heeft ervaren dat het gebouw, de bezoekers en de kwetsbare collectie een organisch geheel vormen. Dit hebben alle musea met elkaar gemeen dus daar is winst te behalen, zowel voor de musea als voor het milieu. fmi
> Ellen van der Veen is adviseur bij VFM Facility Experts
Facility Management Simplified fmi 9 - 2014
47
Reducing Real Estate Flex work and hoteling in the corporate workplace
Times are changing, and so is the typical workplace and work schedule. For the past couple of decades, the age of working nine to five has dissipated as more employees work remotely and require more flexible work hours to maintain a healthy work-life balance, among other things.
Flex work is one of many major changes that facility managers are facing, but if it is a good fit for an organization and implemented properly can be a cost-saving measure. The basic premise for flex work and hoteling is that it is a business solution, not a real estate solution. That is easier said than done, especially with the hike in corporate real estate prices. Followed by compensation, real estate is a company’s biggest expense.1
Defining flex work and hoteling Flex work allows employees to work from home and/ or to work outside of the typical nine-to-five parameters. Hoteling is another recent corporate trend for workplaces at which there are fewer offices or workspaces than staff. With hoteling, employees must reserve unassigned office space for a specified period of time, much like making a hotel reservation. An effective hoteling program provides seats depending on the number of people in the program and the number of days per week. The more people in the program and the greater the number of days they work remotely, the more flexibility in raising the ratio of people to seats. Small meeting rooms accommodating one to four people are critical to gather thoughts, provide space for uninterrupted work, to have private conversations or meetings with managers, etc. Figure out what hoteling seats need access to — printers, colleagues,
48
fmi 9 - 2014
monitors, easy plug-in capabilities, storage, etc. This flexibility isn’t for all businesses, and there are many aspects to consider such as corporate and employee benefits and challenges, upfront technology costs and more. Questions that need to be asked may include: Is the workplace culture conducive to allowing flexible work alternatives? How well does the organization tolerate change? Is there an infrastructure in place suited to deal with effectively connecting remote workers? The list of considerations is lengthy.
Corporate benefits and challenges There are many benefits to allowing flex work/hoteling, such as: • Employee satisfaction • Increased productivity • Real estate reduction • More carbon credits • Disaster recovery and business continuity In relation to real estate reduction, current standards for workspace size can range from 150 to 225 square feet per worker when workers take advantage of alternative work strategies.1 However, workers can enjoy a spacious, well-designed environment with fewer than 100 square feet per employee because with alternatives such as hoteling and flex work, people are not all in the same space at the same time. This can result in reduced real estate, which has the potential to curtail operating costs.
Steven Pons
In an attempt to mitigate environmental impact, businesses can buy carbon credits to reduce or offset greenhouse gas emissions. One credit is usually equivalent to one ton of carbon dioxide. Basically, the credits put a monetary value to the cost of polluting the air. Typical office operations consume significant resources related to heating, cooling, lighting, power and general infrastructure support. The reduction or avoidance of real estate square footage equates to using less of these resources to support the business operations. Therefore, less square footage equals less resources used, and ultimately, a smaller carbon footprint. Another benefit to a flexible work environment is that the culture becomes accustomed to video conferencing. While a business does not have to have a flexible program to benefit from the savings of video conferencing, the inherent culture that develops supports the increased use of this meeting method. The more video conferencing, the less people travel, leading to less carbon emissions. The other element to reducing carbon emissions is the ability for the staff to reduce or eliminate commute time. Companies that support such programs can have a significant impact on the environment. However, there are also challenges that corporations may face, such as: • Perceived loss of culture • Training needed for management and leadership • Change of policies and procedures • Investment in technological equipment and software
Potential upfront costs The financial aspect of flex work and hoteling can be daunting. All team members need to contribute to the development of the cost list. One suggestion is separating one-time costs from annual costs. Companies need to make multiple decisions about
tools, technology, training, furniture, policies and procedures, and much more. Some key items to keep in mind include seamless connectivity via phones and mobile phones, meeting bandwidth requirements for home offices, a list of equipment and software that needs to be purchased and provided, space and equipment at the corporate office, furniture for home offices and training for managers and employees. While short-term costs for IT will increase, typically the reduction in real estate costs will more than cover the upfront costs in the long term. IT/technology. As a facilities professional, you will need to work with the business to determine basic technological needs including but not limited to: laptops, scanners, software, phone solutions, fax machines, printers, copiers and ‘Typically the reduction in real Internet/network connectivity. Some software needs re- estate costs will more than quired for constant communications may include a cover the upfront costs in company’s instant messaging system, meeting support, the long term’ video conferencing, etc. One phone solution may be forwarding all calls to an individual’s corporate number to his/her computer, cell phone or home phone. Although technology can be helpful with instant messaging and video conferencing, occasional staff meetings in the office are important too. Real estate/facilities. An evaluation of potential cost savings is needed. Although real estate costs should not be the focus of transitioning to flex work and/or hoteling programs, they are still a part of the checklist. Real estate issues may create a need for solutions that create shared hotel spaces and a reservation system for hoteling needs to be put in place. This can be as
fmi 9 - 2014
49
simple as a making reservations via a shared work calendar or can involve more elaborate systems. The goal of a successful reservation system is to be able to reserve space by the hour. For example, if a flex worker only comes into the office for meetings, he or she will most likely be spending most of the time in conference rooms and therefore may not need a workstation for the time between meetings. So, why reserve a workstation for this individual for an entire day? Companies can create what are known as “touchdown” stations: small workstations for use between meetings that enable the staff to plug in, make a phone call or prepare for the next meeting. According to a survey conducted by the International Facility Management Association, out of the 10 identified on-site unassigned workspace categories, touchdown space is the most common at the respondents’ facilities with 57 percent using the space in this manner, followed by huddle rooms (43 percent) and war rooms (43 percent).2 Huddle rooms are smaller rooms generally reserved for smaller, quick meetings. War rooms are larger conference spaces, which can be booked for weeks or months for a specific team project. These all equate to reduced real estate needed.
Employee benefits and challenges Flex work/hoteling can provide benefits to employees: • Flexibility • Increased productivity • Reduced commuting time and stress • Improved work-life balance • Reduced expenses for clothing, food, parking, etc. However, employees may also face challenges: • Isolation • Fear of being left out • Concern about not getting good assignments or losing promotion opportunities • May not have appropriate space or home situation • Personality may not be suited to working alone
Measuring economic, social and environmental impact Typically, a pilot should last at least three months, but six months is better for evaluation purposes. It is ideal to recruit pilot volunteers at all levels of employment, but at least through middle management. A goal to shoot for is to have 10 to 15 percent of the targeted number of participants desired. Volunteers will have to respond to many surveys in
> References “ How Emerging Work Strategies are Changing the Workplace,” white paper by Steelcase, June 2009. 2 “Distributed Work Research Report #31,” study by the International Facility Management Association, 2000. 1
order for effective evaluation to take place and must be willing to be flexible and patient — things are not going to run smoothly immediately. There is an adjustment period on both sides of the spectrum — for the employee and the business. When evaluating, measure the benefits in economic terms and the social and environmental impact on the company and its employees via observation, employee surveys and interviews. Economic evaluation may include: • Was there a reduction in square footage used for employees, thus reducing the square-foot space per employee? • Did the pilot help reduce operating expenses associated with real estate portfolio? • Did the pilot better position the company to quickly embrace staffing changes? Social evaluation may include: • Did the pilot encourage social interactions in informal spaces? • Was the pilot seen as a sign of respect to employees as you catered to their work styles? • Did it cause workers outside of the physical location to feel more a part of the department (this can be done via video conferencing, an instant messaging system, and other ways to keep all employees connected)? Environmental evaluation may include: • Did you save on printing, paper and other resources by supporting digital storage supported by the IT department? • Were carbon emissions and energy use reduced by promoting videoconferencing versus physical travel? • Did the pilot extend the life of office furniture and work tools by reducing use? Flex work and hoteling programs are not for all corporations and it does take a certain work culture to embrace programs like these. Before spending money on shrinking workstations via hoteling and flex work that may or may not succeed, it is worth spending time thinking through the organization’s shortand long-term goals. fmi
> Steven R. Pons, CFM has more than 30 years’ experience in all areas of facilities management including construction, project management, real estate, operations and security. Currently, he is the regional manager of real estate and facilities services, North America for Direct Energy. He has been consistently successful in developing systems, implementing processes and methodologies to upgrade practice operations, reducing expenses and improving customer satisfaction. Pons has been a member of IFMA since 1988 and has served in several capacities including as a founding member of both the Corporate Facilities Council and the California Central Coast Chapter, and most recently as president of the Pittsburgh Chapter. Pons earned his CFM from IFMA in 2002.
fmi 9 - 2014
51
COLUMN bestuur
Het bruist binnen onze vereniging Natalie Hofman, voorzitter @FMNbestuurtweet
Als ik deze column gereed heb, dan is het WK-voetbal achter de rug. Niet dat ik veel heb met voetbal, maar de saamhorigheid die naar boven komt spreekt mij wel aan. Opeens heeft iedereen verstand van het spel, maken we poultjes en adviseren we Louis van Gaal over wat anders kan. Allemaal in oranje shirtjes op de bank voor de televisie onze positiviteit uitstralen tijdens een wedstrijd, dat schijnt te helpen. We willen winnen en daar hebben we veel voor over. Van het WK-voetbal gaan we over naar tennis op Wimbledon en daarna gaan we naar Frankrijk voor de Tour de France. Het begin van de zomer was voor Nederland wederom een tijd van positivisme. Dan lijkt het of de gesprekken over de politiek, de crisis en het weer even naar de achtergrond geschoven worden. We vieren samen feest, we houden van Holland en het goeds wat ons land op sportgebied te bieden heeft. Dit doet mij denken aan mijn eerste periode als voorzitter van FMN, waar ik ook met volle teugen van geniet. De felicitaties waren talrijk en bemoedigend. Na mijn installatie begin juni heb ik de eerste vergaderingen bijgewoond
en kennis mogen maken met veel nieuwe mensen. Wat mij opvalt, is de enorme drive van onze actieve leden en bestuur en het geloof dat we met een gezonde vereniging aan ons vakgebied echt iets toevoegen. Een nadere kennismaking met Roel Masselink, onze verenigingsmanager, leert mij dat hij niet vanwege het facilitaire element voor deze baan gekozen heeft. Hij doet dit vanuit zijn passie voor verenigingen en omdat hij zijn kennis en kunde op het gebied van verenigingen voor ons wil inzetten. Hij is van het facilitaire vakgebied gaan houden. Hij komt regelmatig in aanraking met de positieve inslag, pragmatische aan-
pak en gedrevenheid van onze leden. Dat zorgt weer voor een glimlach om mijn mond. Want dit is waarom ik na zoveel jaar nog steeds werkzaam ben in het facilitaire vakgebied. We zijn doeners, zien altijd kansen en zijn bereid om bij tegenslag toch na te denken over wat er wel kan. Zo ben ik van nature en dat vind ik gelukkig ook terug bij mijn collega’s en vakgenoten. Natuurlijk valt er af en toe ook wat te mopperen, maar we buigen al snel weer om naar het positieve. Neem nu de deelname van FMN aan de vastgoedbeurs Provada, iets wat vorig jaar schuchter begon, leverde dit jaar al veel meer belangstelling en interactie met het vastgoeddomein op. De borrel werd goed bezocht en ervaringen werden weer volop gedeeld. Dat geeft ons positieve energie, het doel is bereikt. Of de kennismakingsbijeenkomst voor nieuwe leden, waarbij zelfs zij met ideeën kwamen om deze sessie voor hun opvolgers nog beter te maken. Kortom, het bruist binnen onze vereniging. Ik heb dat de afgelopen tijd op zoveel plekken ervaren. Samen staan en gaan we voor een mooie club en dat geeft mij positieve energie.
fmi 9 - 2014
53
Kenniskring Zorg Dit viel ons op In deze rubriek belicht de werkgroep Trends & Ontwikkelingen van de Zorgkring innovaties in de zorg vanuit verschillende invalshoeken.
Knuffels terugbrengen bij de eigenaar. Getriggerd door alle knuffels die medewerkers van CleanLeasefortex dagelijks vinden in de retourwas, is de website www.waarismijnknuffel.nl in het leven geroepen. Men is aan het broeden op een soortgelijk initiatief voor kleding. Vloeronderhoud met minder chemicaliën. Bij het reguliere vloerenonderhoud worden er chemicaliën toegepast om tot een goed resultaat te komen. Een vinding waar nog relatief weinig gebruik van wordt gemaakt, zijn de zogenaamde diamantpads. Deze maken gebruik van diamantpoeder dat het gebruik van schoonmaakmiddelen overbodig maakt. De pads zijn weliswaar iets kostbaarder dan de standaardmaterialen, maar zeer interessant door het wegvallen van de kosten voor middelen. Google Glass. Glass wordt ontwikkeld door het Google X Lab in de VS, dat ook werkt aan auto’s zonder bestuurder. Ondertussen zijn er diverse toepassingen in ontwikkeling zoals GlassTesla, Police App en Evernote. Alpheios’ ExpertAtHand heeft inmiddels een facilitaire invulling gevonden door het device in te zetten in de schoonmaak. Het apparaat zou het werk prettiger, efficiënter
54
fmi 9 - 2014
en veiliger moeten maken. Google Glass lijkt een veelbelovende toekomst tegemoet te gaan waarbij inzet in andere facilitaire services als beveiliging en (gebouw-)onderhoud niet lang op zich zullen laten wachten. Ook in de zorg ontstaan mooie initiatieven met deze technologie: het Children’s Memorial Hermann bedacht een manier om kinderen, vanuit hun ziekenhuiskamer, op bezoek te laten gaan in de Houston Zoo. Filmpje: http://youtu.be/MG9oN4hJUQ0
FMNactueel Kenniskring Zorg zoekt leden
ALV 13 november
De Kenniskring Zorg zoekt een tweetal nieuwe leden die een paar keer per jaar trends en ontwikkelingen in de zorg met elkaar willen uitwisselen om deze vervolgens in een column in FMI te kunnen delen met haar leden. Nieuwsgierige en innovatieve speurneuzen kunnen voor vragen contact opnemen met Job Heerink, bereikbaar op 06-10809264 of via
[email protected]
De volgende Algemene Ledenvergadering is op 13 november. Als altijd wordt de ALV gecombineerd met een interessant middagprogramma, waar op dit moment nog invulling aan wordt gegeven door de Commissie Events. De locatie is al wel bekend: het Miele Inspirience Centre in Vianen. Informatie: www.fmn.nl
Hoe duurzaam is facility management in Nederland? De eindrapportage van het onderzoek Hoe duurzaam is facility management in Nederland? is beschikbaar via de website van FMN. De eerste resultaten van het onderzoek werden op 5 juni tijdens de voorjaarsALV al aan de leden gepresenteerd. Duurzaamheid is voor facility managers een belangrijk thema. Ruim tweederde van de respondenten heeft duurzaamheid opgenomen in het FM-beleid. Tegelijkertijd vindt een meerderheid dat er binnen de
eigen organisatie nog veel verbeterd kan worden en heeft een groot deel van de respondenten geen zicht op de duurzaamheidsinvesteringen in de eigen organisatie. FMN gaat de komende tijd bekijken welke handvatten zij – naast de al ontwikkelde Gedragscode Duurzame Eindgebruiker – aan de leden kan aanbieden om duurzaam facility management verder te bevorderen. Het duurzaamheidsonderzoek werd uitgevoerd door CFP (Pieter van den Herik)
Aanbesteding bureauondersteuning gestart RFID chips. Deze chips worden al op diverse manieren ingezet. Denk aan diefstalbeveiliging of voor het afleveren van postpakketten. De technologie stelt ons in staat om allerlei gebruiksvoorwerpen en ruimten op afstand te monitoren. (Bij ISS Facility Services bijvoorbeeld zijn ze ook bezig met deze materie onder de noemer ISIFM.) Ons traditionele idee van dienstverlening wordt daarmee aardig overhoop gehaald. Schoonmaakdienstverlening, onderhoud en/of bijvullen van bijvoorbeeld dispensers gaat naar werkelijke behoefte in plaats van op een intervalbasis. Voor ons werkveld een mooie kans om dienstverlening nog beter op maat te maken en zaken als reactiesnelheid verder te verbeteren.
> De werkgroep Trends & Ontwikkelingen van de Zorgkring bestaat op dit moment uit: Job Heerink, Jan Jurriens, Annemarie Minkes en Mathijs Ras.
Op de ALV van 5 juni kondigde verenigingsmanager Roel Masselink namens het bestuur aan dat FMN de ondersteuning van de verenigingswerkzaamheden opnieuw gaat aanbesteden. Het bestuur besloot tot deze aanbesteding nadat er eerder dit voorjaar met verschillende partijen, waaronder het huidige verenigingsbureau, kwalitatieve benchmarkgesprekken zijn gevoerd. Deze gesprekken hebben het bestuur gesterkt in het vertrouwen dat een aanbesteding leidt tot een ondersteuning die beter bij het FMN van nu past. De aanbestedingsdocumenten zijn medio juli aan een aantal geïnteresseerde marktpartijen, waaronder ons huidige bureau, gestuurd. Binnen de geformuleerde doelstellingen, krijgen de inschrijvers veel vrijheid om in hun aanbieding hun creativiteit en expertise te tonen voor een bureauondersteuning die beter aansluit op de huidige tijd en vraagstelling. Bij het opstellen van de documenten heeft het bestuur gebruik gemaakt van een uit de actieve leden samengestelde advies- en meeleesgroep. Het bestuur verwacht begin oktober een definitief besluit te nemen over de gunning. Ook hierbij zullen de adviezen van de advies- en meeleesgroep betrokken worden. Omdat de gunning van de werkzaamheden van grote invloed is op een aantal automatiseringssystemen, heeft het bestuur besloten om het traject voor een nieuwe website en CRM tijdelijk grotendeels stop te zetten. Daarmee wordt voorkomen dat FMN nu investeringen doet, die mogelijk volgend jaar achterhaald zijn. Zodra duidelijk is hoe de bureauondersteuning er volgend jaar uitgaat zien, zal het project om te komen tot een nieuwe website met voortvarendheid weer worden opgepakt. Werkzaamheden die we in dit kader nu wel kunnen doen, zoals het vereenvoudigen van administratieve processen, het opschonen van data, het maken van een content(-beheer)plan en het verzamelen van content, gaan vanzelfsprekend gewoon door.
en de Academie voor Facility Management van de Haagse Hogeschool (Walter van der Es) en is mede mogelijk gemaakt met een bijdrage vanuit de onderzoeksagenda van FMN. Informatie: www.fmn.nl
Overlijden Tinus van Duren Op 10 juli jongstleden overleed na een kort ziekbed Tinus van Duren, FMN-lid en echtgenoot van onze voorzitter Natalie Hofman. Naast hun vele gezamenlijke passies, deelden Tinus en Natalie ook hun liefde voor het facilitaire vakgebied. In zijn laatste functie was Tinus werkzaam als manager National Accounts bij Fortron. Een delegatie van het bestuur en verenigingsbureau woonde op 17 juli de herdenkingsbijeenkomst bij. Namens alle leden heeft het bestuur de condoleances overgebracht aan Natalie, de kinderen van Tinus en de overige nabestaanden. Bestuur, leden en het verenigingsbureau wensen Tinus’ nabestaanden, en in het bijzonder Natalie, veel sterkte toe.
fmi 9 - 2014
55
FMNactueel
Volg FMN op Twitter: @FMNbestuurtweet
Aan tafel met... In de rubriek Aan tafel met… gaat een FMN-bestuurslid in gesprek met een FMN-lid of met iemand die veel voor het facilitaire werkveld betekent. Het initiatief voor het gesprek kan zowel vanuit het bestuur als vanuit de gesprekspartner ontstaan. Deze keer gaat FMN-bestuurslid Maybrit Admiraal het gesprek aan met prof. ir. Hans de Jonge, hoogleraar Vastgoedbeheer en Ontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft en directievoorzitter van Brink Groep. De Jonge was onder andere initiatiefnemer van het Center for People and Buildings.
Maybrit Admiraal: Hoe kijkt u als hoogleraar naar facility management als vakgebied? Hans de Jonge: ‘In essentie is facility management een managementdiscipline. Het vakgebied facility management is een soort amoebe: het voegt zich steeds naar de veranderende omgeving en is in feite de contramal van wat organisaties als eigen core business definiëren. Daarmee is het ook lastig voor het vakgebied zich wetenschappelijk te verankeren. In feite is het eerder een kunde gebaseerd op een aantal wetenschapsgebieden, zoals economie, sociologie en bedrijfswetenschappen. Een managementopleiding, waarvan het onderwerp huisvesting een onderdeel is. Daar ligt het snijvlak met vastgoed. FM draait om de relatie mens-organisatie-huisvesting. Maar geen enkele boardroom maakt zich daarover erg druk en FM’ers zijn vaak zeer operationeel georiënteerd.’ Admiraal: Wat is uw verbinding met FM? De Jonge: ‘Ik ben ooit gestart in het brede facilitaire vakgebied en heb geholpen aan de internationale ontwikkeling daarvan. Lang geleden heb ik de focus gelegd op het onderdeel huisvesting, omdat dat beter paste bij mijn leeropdracht in Delft. Met de overige facilitaire aspecten houd ik mij niet meer zo bezig. ‘Ik zie wel dat – mede dankzij de hogescholen – er een enorme professionaliseringslag is gemaakt. Het onderzoek naar de relatie tussen productiviteit en huisvesting staat helaas nog steeds in de kinderschoenen.’ Admiraal: Die lijkt me ook lastig... De Jonge: ‘Inderdaad. Het is evident dat huisvesting een grote impact heeft op organisaties, maar hoe meten we dat? Hetzelfde geldt overigens in het algemeen ten aanzien van facilitaire benchmarks.’
Maybrit Admiraal en prof. ir. Hans de Jonge
56
fmi 9 - 2014
Admiraal: Het is natuurlijk een illusie om data goed vergelijkbaar te krijgen. De Jonge: ‘Eens, veelal liggen aan data niet dezelfde uitgangspunten ten grondslag. Verzamelen van data binnen je eigen bedrijf en het opzetten van interne benchmarks is natuurlijk wel slim. Wat de relatie productiviteit-huisvesting betreft, huisvesting als dissatisfier is daarentegen makkelijker aantoonbaar. Er is op dat
terrein al behoorlijk wat onderzoek gedaan. Die kennis is belangrijk bij de introductie van het nieuwe werken. Men kijkt vaak onvoldoende of het past bij het DNA van het bedrijf.’ Admiraal: Bezuinigingsmaatregel in plaats van bedrijfsfilosofie. De Jonge: ‘Inderdaad. Op zich prima, maar wees helder in de communicatie wat betreft doelstellingen.’ Admiraal: Moet de FM’er kennis hebben van vastgoed? De Jonge: ‘Kennis van huisvesting moet de FM’er natuurlijk hebben, maar pas bij portefeuilles vanaf zo’n 100.000 vierkante meter kun je vastgoed op een professioneel niveau managen.’ Admiraal: Heeft de FM’er de boot gemist bij het nieuwe werken? De horeca is momenteel een grote aanbieder van flexibele werkplekken en biedt bijvoorbeeld overal wifi aan. De Jonge: ‘Al in de jaren ‘80 verving men in hotels in de USA en China bedden door bureaus om te voorzien in de grote vraag naar tijdelijke en flexibele werkomgevingen. In die tijd is ook Regus ontstaan. Op zich dus niets nieuws. Hotels zijn met hun kerntaak op het terrein van hospitality prima toegerust om optimale ondersteuning te leveren, maar dat hangt wel een prijskaartje aan. Overigens, al flexwerkend kunnen we geen organisatie in stand houden.’ Admiraal: Kantoren blijven? De Jonge: ‘Hoe je het noemt, maakt niet uit. Het gaat om een plek die cultuurdrager is en voor binding zorgt. Bij Brink Groep flexen we al vijftien jaar, maar nieuwe dingen ontstaan vooral wanneer we ook fysiek bij elkaar komen.’ Admiraal: Hoe kijkt u aan tegen de uitbestedingstendens? De Jonge: ‘Je moet de kleur van de klant aan kunnen nemen. Uitbesteden is meer dan bezuinigen en het over de schutting gooien van bedrijfsprocessen. Volgens mij is het te veel een doel op zich geworden, terwijl besluitvorming genuanceerder zou moeten plaatsvinden.’ Admiraal: Bij PPS-constructies sluit men
contracten voor 25 tot 30 jaar. Bizar in een veranderende wereld, of niet? De Jonge: ‘PPS past bij situaties met verschillende belangen, maar één gemeenschappelijk doel over een lange periode. Daarvoor moet die lange termijn te overzien zijn. Binnen infrastructuur kan dat gemakkelijker, maar dertig jaar huisvesting bieden is veel complexer. Je kunt het wel eens worden over het te hanteren rekenmodel en afspraken maken over het omgaan met veranderingen in behoefte.’ Admiraal: Is PPS volgens jou slechts een financieringsstructuur? De Jonge: ‘Nee, dat is het zeker niet. PPS dwingt je om aan de voorkant goed over de toekomst na te denken en dwars door specialistische kokers heen te prikken.’ Admiraal: Daar heb je toch geen PPS voor nodig? De Jonge: ‘Het denken in verkokerde budgetten is door PPS verbroken, het is een vliegwiel geworden voor verandering.’ Admiraal: Ik kan me voorstellen dat daarmee PPS professionalisering versnelt. De Jonge: ‘Ja, maar het is geen wondermiddel. Houd de karakteristiek van de vraag in het oog. Vanuit zijn verbindende karakter kan FM daarin veel bieden. Een goede FM’er snapt wat het kernproces is en schakelt tussen strategisch en operationeel en weer terug. FM is echt van deze tijd, het legt horizontale verbanden en verbindingen.’ Admiraal: Welke tip zou je FM’ers willen meegeven? De Jonge: ‘FM’ers zitten nog te vaak en te veel in hun eigen wereld. Je moet je in een heleboel werelden kunnen voegen en de problemen daar proberen te snappen. FM’ers kruipen vooral bij elkaar in plaats van dat zij in die andere werelden kijken. Ga niet op een facilitair seminar spreken over het vakgebied, maar presenteer facilitaire ontwikkelingen bijvoorbeeld op een congres met bestuurder, controllers of andere functionarissen. De rol van de FM’er zal veranderen, maar de missie van FM niet: mensen in staat stellen hun werk goed te kunnen doen.’
fmi 9 - 2014
57
FACILITAIRE AANBIEDERS
Wie wat waar AOS Group nieuwe naam voor AOS Studley
Tara Moorman partner HWRK
De samenwerking van AOS met haar Amerikaanse partner Studley is met wederzijdse instemming ontbonden. Na de overname van Studley Inc. door Savills op 29 mei jongstleden, is het aandeel dat deze Amerikaanse partner van AOS had in AOS Partners Holdings SAS (AOS Studley) weer volledig in handen gekomen van AOS. AOS blijft zelfstandig en gaat wereldwijd verder onder de naam AOS Group. De naamswijziging is op 1 augustus 2014 officieel van kracht geworden. Alle diensten en activiteiten van AOS in alle landen waar de groep is gevestigd worden op dezelfde wijze gecontinueerd. Informatie: www.aosgroup.com
gdk_2015_210x148.pdf
1
04/08/14
Tara Moorman
Per 1 september is Tara Moorman, naast Okko Kuiper, Els van Riet en Rens van Hal partner van HWRK Housing + Facility Professionals. HWRK ondersteunt bij vraagstukken over housing en facilities. Facilityen huisvestingsvraagstukken zijn bij HWRK onlosmakelijk verbonden met het primaire proces, met als doel medewerkers binnen uw organisatie optimaal te ondersteunen. Informatie: www.hwrk.nl
ARCHIEF
BEVEILIGING
KOFFIEAUTOMATEN
TOTAL FACILITY MANAGEMENT
BEHEER
BEVEILIGING EN BEWAKING
UTS Archiefservices BV Hendrik Figeeweg 3 2031 BJ Haarlem Tel.: 023 - 5327790 Fax: 023 - 5329903
[email protected] www.utsarchiefservices.nl M. Wilmot-Klink
Securitas Groenezoom 1 1171 JA Badhoevedorp Tel.: 088 - 322 11 00 www.securitas.nl
Autobar Holland BV Calandstraat 41 3316 EA Dordrecht Tel.: 078 654 45 44 Fax: 078 654 45 01
[email protected] / www.autobar.nl
AAFM Facility Management B.V. Postbus 80009 5600 JZ Eindhoven Tel.: 040 233 28 00 Fax: 040 233 28 53
[email protected] www.aa-fm.com
AUDIOVISUEEL VERKOOP EN VERHUUR MK2 Audiovisueel Minervum 7352 4817 ZH Breda Tel.: 088-652 65 65 Fax: 088-652 65 66
[email protected] / www.mk2.nl Wuestman Projectinrichting en AV Deventerweg 9 3843 GA Harderwijk Postbus 10 3840 AA Harderwijk Tel.: 0341 - 46 20 86 Fax: 0341 - 46 20 82
[email protected] www.wuestmanaudiovisueel.nl de heer A. Noordermeer
advertentie
Giro di KiKa
CATERING ADVISERING
Atos Worldline B.V. Wolweverstraat 18 2984 CD Ridderkerk Tel.: 0180 44 24 42 Fax: 0180 44 24 43
[email protected] www.atosworldline.nl
Catering Adviescentrum HTC B.V. Edvard Munchweg 61 1328 MK Almere Tel.: 036-3030500
[email protected] / www.htcadvies.nl dhr. H.E.J. Simons
Facility Kwadraat BV Australielaan 8 A 5232 BB Den Bosch Tel.: 073-6444644
[email protected] www.facility2.nl de heer D. Vink FAMAS FM Solutions BV Postbus 1460 5004 BL Tilburg Tel.: 013 46 36 808 Fax: 013 46 36 815 www.famas.nl /
[email protected] dhr. B.J. Kassels
Prequest Postbus 148 3980 CC Bunnik Tel.: 030 659 74 11
[email protected] / www.prequest.nl dhr. E. Herrebout
995 KM DOOR SPECTACULAIR LANDSCHAP
WWW.GIRODIKIKA.NL
Nedap Security Management Parallelweg 2 E 7141 DC Groenlo Tel.: 0544 471 111
[email protected] www.nedap-securitymanagement.com
AUTOMATISERING/ICT
Planon B.V. Postbus 38074 6503 AB Nijmegen Tel.: 024 641 31 35 Fax: 024 642 29 42
[email protected] www.planonsoftware.com Nick Nijkamp
28 JUNI T/M 3 JULI 2015 ZES DAGEN FIETSEN DOOR NOORD-ITALIË
TOEGANGSBEHEERSYSTEMEN Atos Worldline B.V. Wolweverstraat 18 2984 CD Ridderkerk Tel.: 0180 44 24 42 Fax: 0180 44 24 43
[email protected] www.atosworldline.nl
FMIS
Axxerion Facility Services B.V. Ressenerbroek 26B 6666 MR Heteren Tel.: 026 474 24 20
[email protected] / www.axxerion.com ing. J.J. Verschuren
15:24
Trigion Beveiling BV Karel Doormanweg 4 3115 JD Schiedam Tel.: 010 298 11 33 Fax: 010 298 11 31
[email protected] / www.trigion.nl dhr. R. Franken
SmartWare Solutions BV Brabantsestraat 17 Bedrijfsruimte G3 Grondstoffenmagazijn 1.13 3812 PJ Amersfoort Postbus 143 3800 AC Amersfoort Tel.: 033-3031089
[email protected] www.smartwaresolutions.nl Ivo Korteweg ONDERHOUD EN BEHEER Axxerion Facility Services B.V. Ressenerbroek 26B 6666 MR Heteren Tel.: 026 474 24 20
[email protected] / www.axxerion.com ing. J.J. Verschuren
Sense FM Postbus 43096 3540 AB Utrecht Tel.: 06-55707999 / 06-52093485
[email protected] / www.sensefm.nl Dhr. A. Daamen / Dhr. W. van der Meer CATERINGBEDRIJVEN Albron Catering Postbus 70 3454 ZH De Meern Tel.: 030 669 56 95 Fax: 030 669 56 00 www.albron.nl mevr. J. Lam, directeur sales dhr. H. Jacobs, directeur Prorest Catering BV Karel Doormanweg 4 3115 JD Schiedam Tel.: 010 298 11 99 Fax: 010 298 12 55
[email protected] / www.prorest.nl dhr. D. Bennink SAB Catering Zwanenburgerdijk 275 1161 NL Zwanenburg Postbus 59 1160 AB Zwanenburg Tel.: 020 407 92 00 Fax: 020 497 73 85
[email protected] / www.sabcatering.nl Mw. B. Wester Sodexo Rivium Boulevard 2 2909 LK Capelle aan den IJssel Postbus 29100 3001 GC Rotterdam Tel.: 010 288 40 99 Fax: 010 288 42 22
[email protected] / www.sodexo.nl Jacqueline Bakker GROOTKEUKENAPPARATUUR Bouter B.V. Signaalrood 15 2718 SH Zoetermeer Tel.: 079 345 15 15 Fax: 079 342 31 43
[email protected] www.bouter.nl / www.bouterwebshop.nl Metos b.v. Spoorstraat 62 7261 AG Ruurlo Tel.: 0573 45 84 55 Fax: 0573 45 83 99
[email protected] / www.metos.nl
FACILITY MANAGEMENT ADVIES ADVISERING ALGEMEEN FGB Facility Group Wolwevershaven 30P 3311 AW Dordrecht Postbus 737 3300 AS Dordrecht Tel.: 078 611 10 30
[email protected] www.fgbfacilitygroup.nl R.J.C. (Ron) Dillen Humanagement Postbus 535 2600 AM Delft Tel.: 015 215 00 15 Fax: 015 215 00 10
[email protected] www.humanagement.nl Gerard M.J. de Bruijn Planon B.V. Postbus 38074 6503 AB Nijmegen Tel.: 024 641 31 35 Fax: 024 642 29 42
[email protected] www.planonsoftware.com Nick Nijkamp
Facilicom Facility Solutions Karel Doormanweg 4 3115 JD Schiedam Tel.: 010 298 14 50 Fax: 010 298 14 11
[email protected] / www.facilicomfs.nl dhr. P. van Beveren FACILITAIR PROJECTMANAGEMENT Facilicom Facility Solutions Karel Doormanweg 4 3115 JD Schiedam Tel.: 010 298 14 50 Fax: 010 298 14 11
[email protected] / www.facilicomfs.nl dhr. P. van Beveren Yask Rivium 1e straat 75 2909 LE Capelle aan den IJssel Postbus 5071 2900 EB Capelle aan den IJssel Tel.: 010 288 93 77
[email protected] www.yask.nl
GEBOUWMANAGEMENT ADVISERING
S&PM managing facility concepts Kloosterweg 6d 3481 XC Harmelen Tel.: 0858 77 96 15 06 55 12 88 66
[email protected] / www.spm-facility.nl dhr. R.J.P. Kotvis
Facility Kwadraat BV Australielaan 8 A 5232 BB Den Bosch Tel.: 073-6444644
[email protected] www.facility2.nl de heer D. Vink
Sense FM Postbus 43096 3540 AB Utrecht Tel.: 06-55707999 / 06-52093485
[email protected] / www.sensefm.nl Dhr. A. Daamen / Dhr. W. van der Meer
Imtech Building Services Rivium Boulevard 122 2909 LK Capelle a/d Ijssel Postbus 8584 3009 AN Rotterdam Tel.: 010 44 77 400 www.imtech.nl
Yask Rivium 1e straat 75 2909 LE Capelle aan den IJssel Postbus 5071 2900 EB Capelle aan den IJssel Tel.: 010 288 93 77
[email protected] www.yask.nl
Planon Building Management B.V. Postbus 38074 6503 AB Nijmegen Tel.: 024 641 31 35 Fax: 024 642 29 42
[email protected] / www.planon-bm.com Leila van der Schaaff
FMIS ADVISERING
AIRCO VERHUUR
Axxerion Facility Services B.V. Ressenerbroek 26B 6666 MR Heteren Tel.: 026 474 24 20
[email protected] / www.axxerion.com ing. J.J. Verschuren
AircoRent BV Postbus 68 3740 AB Baarn Tel.: 0800-5555512
[email protected] www.aircorent.nl mw. J. Bezuyen
Planon B.V. Postbus 38074 6503 AB Nijmegen Tel.: 024 641 31 35 Fax: 024 642 29 42
[email protected] www.planonsoftware.com Nick Nijkamp Prequest Postbus 148 3980 CC Bunnik Tel.: 030 659 74 11
[email protected] / www.prequest.nl dhr. E. Herrebout INTERIM MANAGEMENT FGB Facility Group Wolwevershaven 30P 3311 AW Dordrecht Postbus 737 3300 AS Dordrecht Tel.: 078 611 10 30
[email protected] www.fgbfacilitygroup.nl R.J.C. (Ron) Dillen S&PM managing facility concepts Kloosterweg 6d 3481 XC Harmelen Tel.: 0858 77 96 15 06 55 12 88 66
[email protected] / www.spm-facility.nl dhr. R.J.P. Kotvis
SHARED SERVICE CENTER TBI Direct B.V. Amsterdamseweg 51D 3812 RP Amersfoort Postbus 47 3800 AA Amersfoort Tel.: 0900 824 34 73 Fax: 033 467 15 80
[email protected] / www.tbidirect.nl dhr. Ing. M. van der Graaf GEBOUWINSTALLATIES Imtech Building Services Rivium Boulevard 122 2909 LK Capelle a/d Ijssel Postbus 8584 3009 AN Rotterdam Tel.: 010 44 77 400 www.imtech.nl TECHNISCH BEHEER EN ONDERHOUD Axxerion Facility Services B.V. Ressenerbroek 26B 6666 MR Heteren Tel.: 026 474 24 20
[email protected] / www.axxerion.com ing. J.J. Verschuren Breijer Bouw en Installatie BV Geyssendorfferweg 5, 3088 GJ Rotterdam Tel.: 010 297 65 00, Fax: 010 423 20 43
[email protected] / www.breijer.nl Dhr. E. Diekmeier
fmi 9 - 2014
59
FACILITAIRE AANBIEDERS
LEEGSTANDSBEHEER
KANTOOR- EN PROJECTINRICHTING
Camelot Beheer BV Gyroscoopweg 4b 1042 AB Amsterdam Tel.: 088-226 35 68
[email protected] www.cameloteurope.com mw. B. Papen
Koninklijke Ahrend NV Laarderhoogtweg 12 1101 EA Amsterdam-Zuidoost Tel.: 020 430 92 01 Fax: 020 430 92 00
[email protected] www.ahrend.com M.Stolk
HUISVESTING ADVISERING Ucility BV Wolga 2 2491 BJ Den Haag Tel.: 088 - 0023088 Fax: 088 - 0023085
[email protected] www.ucility.nl H. Bloemen APPARATUUR Miele Professional De Limiet 2 Postbus 166 4130 ED Vianen Tel.: 0347 37 88 83 Fax: 0347 37 84 29
[email protected] www.miele-professional.nl BOUW De Meeuw Bouwsystemen Postbus 18 5688 ZG Oirschot Tel.: 0499 57 20 24 Fax: 0499 57 46 05
[email protected] / www.demeeuw.com dhr. R. van den Akker HUISMEESTERS Ucility BV Wolga 2 2491 BJ Den Haag Tel.: 088 - 0023088 Fax: 088 - 0023085
[email protected] www.ucility.nl H. Bloemen Yask Rivium 1e straat 75 2909 LE Capelle aan den IJssel Postbus 5071 2900 EB Capelle aan den IJssel Tel.: 010 288 93 77
[email protected] www.yask.nl
INRICHTING GROOTKEUKENINRICHTING Albron Catering Postbus 70 3454 ZH De Meern Tel.: 030 669 56 95 Fax: 030 669 56 00 www.albron.nl mevr. J. Lam, directeur sales dhr. H. Jacobs, directeur Bouter B.V. Signaalrood 15 2718 SH Zoetermeer Tel.: 079 345 15 15 Fax: 079 342 31 43
[email protected] www.bouter.nl / www.bouterwebshop.nl Electrolux Professional BV Vennootsweg 1 2404 CG Alphen a/d Rijn Tel.: 0172 - 468468 www.electrolux-professional.nl de heer E.C. te Winkel Metos b.v. Spoorstraat 62 7261 AG Ruurlo Tel.: 0573 45 84 55 Fax: 0573 45 83 99
[email protected] / www.metos.nl Temp-rite International BV Goeseelsstraat 30 4817 MV Breda Tel.: 076-5424343
[email protected] www.temp-rite.nl de heer L. Zwaanenburg
60
Wuestman Projectinrichting en AV Deventerweg 9 3843 GA Harderwijk Postbus 10 3840 AA Harderwijk Tel.: 0341 - 46 20 89 Fax: 0341 - 46 20 82
[email protected] www.wuestmanprojectinrichting.nl de heer D. Kroes VLOERBEDEKKING Forbo Flooring Systems Postbus 13 1560 AA Krommenie Tel.: 075 647 74 77 Fax: 075 628 37 71
[email protected] / www.forbo-flooring.nl
MAINCONTRACTING
ADVISERING
Imtech Building Services Rivium Boulevard 122 2909 LK Capelle a/d Ijssel Postbus 8584 3009 AN Rotterdam Tel.: 010 44 77 400 www.imtech.nl ALGEMEEN Facilicom Facility Solutions Karel Doormanweg 4 3115 JD Schiedam Tel.: 010 298 14 50 Fax: 010 298 14 11
[email protected] / www.facilicomfs.nl dhr. P. van Beveren Sodexo Altys B.V. Stationsplein Schiphol-Oost, gebouw 101 Postbus 75045 1117 ZN Schiphol Tel.: 020 502 80 00 Fax: 020 502 88 00
[email protected] / www.sodexo.nl Jacqueline Bakker
Facility Management Hbo Hogeschool Rotterdam - VT en DT G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam Tel.: 010 241 48 80 www.ism.hro.nl Mira Ruiken, Willie Leferink (DT) Hanzehogeschool Groningen Postbus 70030 9704 AA Groningen Tel.: 050 595 28 71 Fax: 050 595 28 85
[email protected] / www.hanzehogeschool.nl mr. drs. Ron van der Weerd HBO Facility Management (voltijd) NHTV internationale hogeschool Breda Mgr. Hopmansstraat 1 4817 JT Breda Tel.: 076 530 2 203 Fax: 076 530 22 05
[email protected] / www.nhtv.nl Marion Beerta HBO Facility Management (voltijd en deeltijd) De Haagse Hogeschool Johanna Westerdijkplein 75 2521 EN Den Haag Tel.: 070 445 81 23/79 57 Fax: 070 445 76 67
[email protected] www.dehaagsehogeschool.nl/fm Drs. A.J.M. Otto Hogeschool Inholland HBO Facility Management vt en dt Wildenborch 6 1112 XB Diemen Tel.: 020 495 15 28
[email protected] / www.inholland.nl dhrs. R.W. Kuhn Saxion Hogescholen HBO facility management deeltijd & voltijd Postbus 501 7400 AM Deventer Tel.: 0570 60 36 63 Fax: 0570 66 31 23 www.saxion.nl /
[email protected] mevrouw drs. K. van Heerde Ook Master Facility Management (MsC) en Real estate. zowel voltijd (1 jaar) als deeltijd (2 jaar).
PERSONEEL INTERIM MANAGEMENT
Strukton Worksphere Planetenbaan 1 3606 AK Maarssen Tel.: 0346 58 88 88 Fax: 0346 58 80 00
[email protected]. www.struktonworksphere.com dhr. J.E.W. Winnubst
Ucility BV Wolga 2 2491 BJ Den Haag Tel.: 088 - 0023088 Fax: 088 - 0023085
[email protected] www.ucility.nl H. Bloemen
Yask Rivium 1e straat 75 2909 LE Capelle aan den IJssel Postbus 5071 2900 EB Capelle aan den IJssel Tel.: 010 288 93 77
[email protected] www.yask.nl
Yask Rivium 1e straat 75 2909 LE Capelle aan den IJssel Postbus 5071 2900 EB Capelle aan den IJssel Tel.: 010 288 93 77
[email protected] www.yask.nl
OFFICEMANAGEMENT
WERVING & SELECTIE
RECEPTIEDIENSTEN
FGB Facility Group Wolwevershaven 30P 3311 AW Dordrecht Postbus 737 3300 AS Dordrecht Tel.: 078 611 10 30
[email protected] www.fgbfacilitygroup.nl I. (Ingrid) Vasenna
Yask Rivium 1e straat 75 2909 LE Capelle aan den IJssel Postbus 5071 2900 EB Capelle aan den IJssel Tel.: 010 288 93 77
[email protected] www.yask.nl
OPLEIDINGEN ALGEMEEN Academie Diedenoort Facility Management Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Laan van Scheut 10 6525 EM Nijmegen Postbus 6960 6503 GL Nijmegen Tel.: 024-3530700
[email protected] / www.han.nl
Dolmans Facilitaire Diensten Lage Dijk-Noord 14 Postbus 69 3400 AB IJsselstein Tel.: 088-3656200
[email protected] / www.dolmans.com EW Facility Services Postbus 448 6800 AK Arnhem Sweerts de Landasstraat 27 Tel.: 026-445 24 00 Fax: 026-4429304
[email protected] www.ew.nl Dhr. Bas Haagen Gom Schoonhouden BV Karel Doormanweg 4 3115 JD Schiedam Tel.: 010 298 11 44 Fax: 010 298 12 74
[email protected] / www.gom.nl Dhr. R. Alsema Hago Nederland B.V. Postbus 2619 6401 DC Heerlen Tel.: 045 573 87 38 Fax: 045 571 52 64 www.hagonederland.nl SCHOONMAAKEQUIPMENT Electrolux Professional BV Vennootsweg 1 2404 CG Alphen a/d Rijn Tel.: 0172 - 468468 www.electrolux-professional.nl de heer E.C. te Winkel Miele Professional De Limiet 2 Postbus 166 4130 ED Vianen Tel.: 0347 37 88 83 Fax: 0347 37 84 29
[email protected] www.miele-professional.nl
VERHUIZING
Wie wat waar Tirza Dingelstad versterkt de directie van CSG Tirza Dingelstad versterkt sinds 1 augustus 2014 de directie van facilitair adviesbureau CSG in Culemborg. Dingelstad studeerde International Business aan de Universiteit van Maastricht, met een master Marketing Finance. Zij liep stage bij de facilitaire dienstverlener ISS in Buenos Aires (Argentinië), deed haar afstudeeronderzoek in de schoonmaakbranche en ging na haar studie bij het schoonmaakbedrijf Asito werken, eerst als trainee en vervolgens als marketing manager. Al tijdens haar studie werkte zij geregeld bij CSG en werd daar ingezet waar het nodig was. ‘Ik heb alle opdrachten al eens voorbij zien komen’, vertelt ze, ‘en dat waren keer op keer interessante uitdagingen. Nu ben ik klaar voor deze stap.’ De directie van CSG bestaat nu uit oprichter Wim Dingelstad, zijn dochter Tirza Dingelstad en Cindy van der Blom-du Buf. Van der Blom: ‘Ik werk sinds 2002 bij CSG en maak al enkele jaren deel uit van de directie. Ik heb Tirza leren kennen als een gedreven student, als een professional bij een groot schoonmaakbedrijf en als parttimemedewerker bij CSG. Zij heeft altijd een warme belangstelling voor het bedrijf en de medewerkers gehad. Ik kijk ernaar uit om met haar samen te werken.’ Wim Dingelstad richtte CSG in 1991
Vlnr: Tirza Dingelstad, Wim Dingelstad en Cindy van der Blom
op. In de afgelopen 23 jaar is CSG uitgegroeid tot een professioneel en onafhankelijk adviesbureau met 24 medewerkers. CSG begeleidt en adviseert bij contract- en kwaliteitsbeheer, inkooptrajecten en aanbestedingen van alle facilitaire diensten. ‘Ontwikkelingen en innovaties volgen elkaar steeds sneller op. Nu is het tijd voor de volgende generatie die er met volle energie tegenaan gaat’, aldus Wim Dingelstad. Informatie: www.csg-bv.nl
ADVISERING
advertentie
Ucility BV Wolga 2 2491 BJ Den Haag Tel.: 088 - 0023088 Fax: 088 - 0023085
[email protected] www.ucility.nl H. Bloemen VERHUUR VERHUISMATERIAAL
GEZOCHT:
Roldo Rent BV Postbus 273 3850 AG Ermelo Tel.: 0341 56 43 40 Fax: 0341 56 41 97
[email protected] / www.roldorent.nl mw. G.E. Leeuwis
stressvrije facility manager m/v
Als onderdeel van uw vele dagelijkse werkzaamheden bent u verantwoordelijk voor de veiligheid van alle mensen en hun bezittingen in het gebouw. Daarbij let u scherp op de gastvrijheid, evenals op het beschikbare budget.
SCHOONMAAK SCHOONMAAKBEDRIJVEN Asito b.v. Postbus 375 7600 AJ Almelo Tel.: 0546 48 49 50 Fax: 0546 48 49 55
[email protected] / www.asito.com dhr. H. Kroeze CSU Cleaning Services Veghelsedijk 2 5406 TE Uden Tel.: 0413 28 51 11 Fax: 0413 28 52 79
[email protected] / www.csu.nl Ruud van Swieten
Voldoet u aan dit profiel? Dan werkt u vast met het beveiligingsplatform AEOS. Zo niet, kijk dan op www.nedapsecurity.com/nl/gezocht
fmi 9 - 2014 201401 FMI a5 no1.indd 1
07-01-14 15:23:18
FACILITAIRE AANBIEDERS
NEXT
OVER FMN
integrated FM & kantoorinrichting
Facility Management Nederland (FMN) is de beroepsvereniging voor facilitair professionals, die werkzaam zijn op het gebied van facility management of zich daarop voorbereiden. Onze leden zijn werkzaam in uiteenlopende sectoren en diverse facilitaire branches, waarin jaarlijks 63 miljard euro wordt omgezet. FMN bindt en verbindt eindgebruikers, leveranciers, docenten, adviseurs en studenten en biedt hen een waardevol netwerk waarin kennis verzameld, gedeeld en toegepast wordt. De circa 2400 leden ontmoeten elkaar tijdens nationale, regionale en thematische bijeenkomsten en online via fmn.nl en social media. FMN wil de positie van de facilitaire professional en het vakgebied versterken en hun belangen behartigen. Dat doen wij door samen te werken met verwante organisaties op nationaal en internationaal niveau, door contact te onderhouden met de media en politieke beïnvloeders en beslissers en door de toegevoegde waarde van facility management gericht voor het voetlicht te brengen. Kijk voor meer informatie op www.fmn.nl
SPONSOREN
Advertentie index Alpheios B.V. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Axxerion Facility Services BV . . . . . . . . . . . . . 28 Boon Edam Nederland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Carrier Airconditioning Benelux BV . . . . . . . 24 Eurosafe Solutions BV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
62
fmi 9 - 2014
Falck BHV B.V. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 G4S Beveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Nedap N.V. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 NVD Beveiligingsgroep B.V. . . . . . . . . . . . . . . 42 Rentokil Pest Control . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Saval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 TOPdesk Nederland B.V. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Trigion . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 VNU Exhibitions Europe B.V. . . . . . . . . . . . . . . 50 Wecycle (Stichting LightRec) . . . . . . . . . . . . . 52
Bijsluiters: VNU Exhibitions Europe B.V. Camelot Vastgoedbeheer B.V. Mactwin Security B.V. ASB-Security
Beveiliging | Aviation Security | Receptie Services | Bedrijfsrecherche, ICT-security, Consultancy & Opleidingen Brand en Beveiligingstechniek | AlarmServiceCentrale | Toezicht & Handhaving | Evenementenlogistiek en verkeersbegeleiding
Veiligheid krijgt een gezicht Bezoek onze nieuwe website l www.trigion.n
Veiligheid blijft een basisbehoefte voor medewerkers en gasten van uw organisatie. Een basisbehoefte waar Trigion, als meest toonaangevende en meest complete beveiligingsbedrijf van Nederland, als geen ander aan voldoet. We staan voor decennia aan ervaring, opgedaan bij gerenommeerde en veeleisende opdrachtgevers. Het maakt Trigion tot dé toonaangevende partner in veiligheid. Een partner die veiligheid een gezicht geeft. Dat doen we met ruim 8.000 medewerkers die ingezet worden voor alle bekende diensten op het gebied van beveiliging en veiligheid. Uiteraard afgestemd op uw specifieke behoefte. Bent u benieuwd hoe wij veiligheid een gezicht kunnen geven binnen uw organisatie? Kijk dan op www.trigion.nl of bel (010) 298 11 33. Trigion. Toonaangevend in veiligheid
De juiste mensen op de juiste plek