Jaarverslag Stralingshygiëne Randwijck Maastricht 2009
Jaarverslag Stralingshygiëne Randwijck Maastricht 2009
Redactie:
J.M.M. Kop, Algemeen coördinerend stralingsdeskundige Randwijck H.W.H. Huyten, centraal stralingsdeskundige P.L.J. Kempers, stralingsdeskundige
Afdeling:
FHML/CRISP/Stralingsbeschermingseenheid Randwijck (SBE),
Mei 2010
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
1
Jaarverslag Stralingshygiëne Randwijck Maastricht 2010 Academisch Ziekenhuis Maastricht Universiteit Maastricht Maastro Clinic Sanquin Bloedbank Zuidoost Nederland BioPartner Center Maastricht BV Voor u ligt het stralingshygiënisch jaarverslag Randwijck 2009 inzake de toepassingen van ioniserende straling bij het Academisch Ziekenhuis Maastricht (azM), de Universiteit Maastricht (UM), Maastricht Radiation Oncology (Maastro Clinic) , Sanquin Bloedbank Zuidoost
Nederland
en
BioPartner
Center
Maastricht
(BPCM)
ingevolge
de
complexvergunning Randwijck te Maastricht. Met dit jaarverslag wordt, overeenkomstig de complexvergunning, invulling gegeven aan de verplichting voor de algemeen coördinerend stralingsdeskundige om jaarlijks aan de vergunninghouders en de Ministeries te rapporteren over de werkzaamheden inzake de stralingsbescherming op het terrein Randwijck Maastricht. Het jaarverslag en de bijlagen worden verzonden naar de besturen van de instellingen, de coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen en de overheidsinstellingen. Aan de overige interne en externe gremia en personen wordt alleen het verslag verstrekt. De bijlagen C t/m H zijn op te vragen bij de Stralingsbeschermingseenheid. Het jaarverslag zal tevens te raadplegen zijn op het huisnet van de deelnemende instellingen J.M.M. Kop Algemeen coördinerend stralingsdeskundige Randwijck Juni 2010 Het verslag is tot stand gekomen onder redactie van de Stralingsbeschermingseenheid Randwijck (SBE). De gegevens zijn onder andere afkomstig van de jaarrapportages van de lokaal stralingsdeskundigen. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan dit jaarverslag.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
2
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
4
2.
Stralingsbeschermingsorganisatie
6
3.
Schriftelijk interne toestemmingen
17
4.
Blootgestelde werknemers
19
5.
Bronnen en toestellen
26
6.
Emissies, erfgrensbelasting en afval
29
7.
Inspecties en audits
34
8.
Voorlichting en onderricht
40
9.
Procedures en voorschriften
42
10.
Incidenten en ongevallen
43
Bijlagen Bijlage A:
Overzicht commissies
44
Bijlage B:
Overzicht stralingsdeskundigen
46
Bijlage C: Schriftelijk Interne Toestemmingen en Goedkeuringen
48
Bijlage D: Ingekochte open radioactieve stoffen
53
Bijlage E:
Ingekapselde radioactieve bronnen
54
Bijlage F:
Ioniserende straling uitzendende toestellen
57
Bijlage G: Overzicht emissies
61
Bijlage H: Bewaakte en gecontroleerde zones
63
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
3
1.
Inleiding
Aan de locatie Randwijck is een gezamenlijke complexvergunning verleend voor Academisch Ziekenhuis Maastricht, Universiteit Maastricht, Maastro Clinic, Sanquin Bloedbank Zuidoost Nederland en BioPartner Center Maastricht BV. In 2009 heeft de laatste wijziging plaats gevonden van de complexvergunning. Het betrof uitbreiding van brachytherapie met behulp van ingekapselde I-125 bronnen. Er is aandacht geschonken aan de optimalisatie van de aanvraag, beoordeling en verlening van schriftelijk interne toestemmingen. In het verslagjaar bedroeg het aantal interne toestemmingen ca. 50. Om te voldoen aan de wettelijk verplichtingen ten aanzien van biomedische studies met proefpersonen, aan wie ioniserende straling wordt toegediend, is in het verslagjaar een systeem van interne goedkeuringen opgezet (binnen de vigerende interne toestemmingen). De goedkeuring vindt plaats in aanvulling op de beoordeling van de medisch ethische commissie azM/UM In hoofdstuk 3 en bijlage C wordt een gespecificeerd overzicht gegeven van de aard en het aantal interne toestemmingen en goedkeuringen. In de tweede helft van 2009 is een deel van de afdelingen waaraan interne toestemmingen zijn verleend bezocht in het kader van de verplichte jaarlijkse audits. Daarbij
werd
extra
aandacht
geschonken
aan
administratieve
verplichtingen,
beveiligingsmaatregelen en opleidingen. De bevindingen en aandachtspunten die bij de audits naar voren kwamen zijn samengevat in hoofdstuk 7 van dit verslag. Binnen de instellingen werden de door de overheid erkende cursussen stralingshygiëne niveau-,4A en 5B periodiek georganiseerd. In het kader van de internationalisering wordt een deel hiervan in het Engels aangeboden, met name voor de studenten van de masters opleiding life sciences. In het kader van de opleiding voor de Biometristen bij de Hogeschool Zuyd (HSZ) is overleg geweest met de opleidingscoördinator voor een gezamenlijke aanvraag voor de erkenning van de stralingscursus 4B. De verwachting is, dat dit in 2010 gerealiseerd zal worden. In hoofdstuk 8 staan de opleidingsactiviteiten meer in detail beschreven. Naast (patiënt) veiligheid hebben de onderwerpen calamiteiten en security in 2009 meer aandacht gekregen binnen de Randwijckinstellingen. In het kader van investeringsmaatregelen op het gebied van security is in 2009 een deel van de (fysieke)
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
4
maatregelen gerealiseerd. In 2009 is het totale aantal ingeschreven blootgestelde werknemers gestabiliseerd op ca. 600. Deze zijn direct betrokken bij toepassingen met ioniserende straling.. De totale blootstelling aan ioniserende straling is toegenomen tengevolge van de uitbreiding van ingewikkelde en langdurige medische interventies. De gegevens betreffende de (persoons)dosimetrie met betrekking tot deze medewerkers en de door hun uitgevoerde toepassingen wordt in hoofdstuk 4 gedetailleerd beschreven. In 2009 is oriënterend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor digitalisering van het kernenergiewet dossier, waarbij de verwachting is dat in 2010 een softwarepakket kan worden aangeschaft. Ook is een start gemaakt met de ontwikkeling van een eigen homepage voor de stralingsbeschermingseenheid, tevens aanleiding om de procedures te actualiseren en te vertalen in het Engels. Een en ander zal in 2010 gerealiseerd worden. In het verslag zijn de verschillende activiteiten in 2009 van de stralingsbeschermingseenheid en van de instellingen opgenomen. De bijlagen van het jaarverslag bevatten overzichten van de in het verslagjaar toegepaste en in voorraad zijnde radioactieve stoffen, bronnen en toestellen, evenals de geproduceerde radioactieve afvalstoffen, een schatting van de lucht- en waterlozingen, ruimten waar radioactieve stoffen worden toegepast, een overzicht van de lokaal stralingsdeskundigen en de samenstelling van de verschillende commissies stralingshygiëne.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
5
2. Stralingsbeschermingorganisatie 2.1 Algemeen Toepassingen van ioniserende straling uitzendende bronnen en toestellen binnen de instellingen op het terrein Randwijck vinden sinds 1997 plaats onder de voorwaarden van één gemeenschappelijke complexvergunning. In 2009 was de complexvergunning met kenmerk 2007/2610-06 vigerend, welke in april 2009 werd gewijzigd onder nummer 2009-0677-06 op grond van een uitbreiding van bij medische therapie toegepaste activiteit. De aan de vergunning deelnemende rechtspersonen zijn ieder verantwoordelijk voor de toepassing van ioniserende straling binnen hun instelling, maar stemmen de stralingshygiënische zorg en het beleid op elkaar af binnen de Afstemmingscommissie Randwijck in overeenstemming met het convenant en de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. De uitgangspunten, organisatie en de uitvoering van het stralingshygiënisch beleid binnen de instellingen is beschreven in de ‘ Regeling Stralingshygiëne Randwijck’ , die deel uit maakt van de complexvergunning. De
centrale
stralingsbeschermingstaken
voor
de
aan
de
complexvergunning
deelnemende instellingen zijn, in overeenstemming met de verplichting uit het Besluit stralingsbescherming, sinds 2003 ondergebracht bij de Stralingsbeschermingseenheid (SBE). De SBE is organisatorisch ondergebracht bij het stafdirectoraat CRISP (Center for Research Innovation, Support and Policy) van de faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht. De SBE is samengesteld uit de algemeen coördinerend stralingsdeskundige en een centraal stralingsdeskundige en is (conform de complexvergunning) per mei 2009 uitgebreid met een derde stralingsdeskundige. De taken en bevoegdheden alsmede de onafhankelijk positie van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige en de overige SBE-functionarissen zijn middels mandaten binnen alle deelnemende instellingen vastgelegd.
Figuur 1 toont de stralinghygiënische organisatiestructuur binnen de aan de complexvergunning Randwijck deelnemende instellingen (ongewijzigd sinds 2003).
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
6
Figuur 1: Stralingshygiënische organisatiestructuur Randwijck Afstemmingscommissie Randwijck
Bestuur M aastro Clinic
RvB azM
CvB UM
Sanquin Bloedbank
Biopartner Centre BV
ASD/SBE BV’s
FHM L
CSD nucl. geneesk.
CSD radiologie
CSD FdG/FdGW
commissie radiotherapie
comm issie röntgentoestellen
LSD
LSD
LSD
LSD
CSD radiotherapie M aastro Clinic
LSD
LSD
LSD
Patiënten Bloo tgestelde werknem ers, werknem ers, bezoekers, studenten
Zoals
vastgelegd
in
de
‘ Regeling
Stralingshygiëne
Overleg lokaal stralingsdeskundigen
com missie r.a. stoffen
CSD rad iotherapie azM
Randwijck’ , berust
de
verantwoordelijkheid voor de stralingsbescherming bij de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. Dit impliceert de beleidsvoorbereiding en –implementatie, de verlening van schriftelijk interne toestemmingen en de toetsing daarvan evenals de rapportages aan de overheid en besturen van de instellingen. De beheersverantwoordelijkheid voor stralingsbronnen en toepassingen en de stralingshygiënische zorg op werkplekniveau is ondergebracht in de lijnorganisaties van de
instellingen,
waar
coördinerend-
en
lokaal
stralingsdeskundigen
door
de
respectievelijke besturen schriftelijk gemandateerd zijn voor deze taken. Ter ondersteuning van deze zorg zijn er per locatie en/of verantwoordelijke beheerseenheid commissies stralingshygiëne ingesteld waarin wordt geadviseerd en afgestemd over optimale stralingshygiënische zorg binnen de eigen instelling of beheerseenheid, passend binnen de kaders van het centrale beleid. Voor de drie medisch radiologische disciplines zijn deze verplicht gesteld overeenkomstig het GHIbulletin (Inspectie Gezondheidszorg). Alle lokaal stralingsdeskundigen overleggen jaarlijks binnen de commissie voor lokaal stralingsdeskundigen Randwijck, onder voorzitterschap van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige. Voor de samenstellingen van de commissies wordt verwezen naar de bijlagen A en B van dit verslag.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
7
Het aantal benoemde deskundigen en de aan de functies toegekende formatie is samengevat in tabel 1.
Tabel 1:
Formatieve invulling ten behoeve van de stralingshygiënische zorg binnen de Complexvergunning Randwijck:
Instelling / afdeling
Centraal
Opleidingsniveau
deskundigen
Formatieve omvang (fte)
SBE Randwijck: Alg. coörd. deskundige / hoofd SBE
1
2
1.0
Centraal stralingsdeskundige
1
2
0.7
Centraal stralingsdeskundige
1
3
0.2
Projectmatig
1
3
(0.2 ) (0.2)
Secretariële / admin. ondersteuning Instelling / afdeling
1
Coörd. /Lokaal
Opleidingsniveau
toezichthoudend
Formatieve omvang
deskundigen
(fte)
azM: Coördinerend desk. open bronnen
1
3
p.m
2
Coördinderend desk. röntgentoestellen
1
3
p.m
2
Nucl. Geneesk. incl. nuclidentherapie
1
3
0.6
Radiologie e.o.
2
3
p.m
Radiologie, hartfunctie, kaakchirurgie
1
3
1.0
Overige afdelingen
3
3
p.m.
Coördinerend stralingsdeskundige
1
3
p.m.
Radiotherapie en simulatie
3
3 / 4a
p.m.
Coördinerend stralingsdeskundige
1
3
(0.2)
RNL: toezicht & beheer
3
3
1.25
RNL: waste
1
Instructie
0.4
Overige afdelingen
9
3/4/5
p.m
Sanquin Bloedbank
1
3
p.m.
Biopartner Center Maastricht
1
5
p.m.
2
3
Maastro Clinic:
UM:
Totaal
4
5.15 fte + p.m.
1 Maximaal 0.2 fte wordt op projectmatige basis ingevuld bij de SBE Randwijck vanuit Radiologie 2 p.m. = geen vaste formatie: de betreffende deskundigen voeren deze taak uit als onderdeel van hun reguliere werkzaamheden 3 Maximaal 0.2 fte wordt op projectmatige basis ingevuld bij de SBE Randwijck door Radiologie 4 Formatie maakt deel uit van de formatie voor het toezicht en beheer van de afdeling RNL
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
8
2.1 Stralingsbeschermingseenheid Taken en bevoegdheden De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige en de stralingsbeschermingseenheid (SBE) staan beschreven in de “Regeling Stralingshygiëne Randwijck’ . De medewerkers waren in 2009 gehuisvest in de locatie Universiteitssingel 50 van de Universiteit Maastricht.
Personele samenstelling In het verslagjaar is de formatieve omvang van de SBE uitgebreid van 1.7 naar 1.9 fte structurele formatie. Daarnaast is er 0.2 fte beschikbaar voor projecten en additioneel 0.2 fte voor administratieve ondersteuning. De SBE bestond per 31.12.2009 conform de eis in de complexvergunning uit een algemeen coördinerend stralingsdeskundige, en twee additionele stralingsdeskundigen. De personele samenstelling was als volgt: • Ing. J. Kop, algemeen coördinerend stralingsdeskundige Randwijck en hoofd SBE, deskundigheidsniveau 2; • Ing. H. Huyten, centraal stralingsdeskundige SBE, deskundigheidsniveau 2; • Ing. P. Kempers, centraal stralingsdeskundige SBE, deskundigheidsniveau 3. Als gevolg van zwangerschaps- en bevallingsverlof van één van de centraal stralingsdeskundigen, was de beschikbare capaciteit aan stralingsdeskundigen niet volledig inzetbaar, waardoor de voortgang van enkele werkzaamheden is vertraagd. De kosten voor de SBE worden conform een intern opgesteld model naar rato van aantallen en complexiteit van toepassingen verdeeld over de deelnemende instellingen.
Werkzaamheden en activiteiten Hier volgt een overzicht van de belangrijkste werkzaamheden en activiteiten die in 2009 door de stralingsbeschermingseenheid zijn uitgevoerd: Wijziging Complexvergunning
o
In 2009 is er een wijziging aangevraagd voor de complexvergunning met kenmerk 2007/2610-06. Aanleiding was het groeiend aantal patiënten die brachy-prostaat therapie ondergaan, wat een uitbreiding van de toegestane hoeveelheid activiteit aan 125
I-seeds voor dit doel vereist. De aanvraag voor wijziging is gehonoreerd en de
aangepaste vergunning is afgegeven onder nummer 2009-0677-06. o
Meldingen overheid
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
9
De reguliere meldingen in het kader van de HASS-registratie en invoer van radioactieve geneesmiddelen hebben conform verplichting plaatsgevonden. o
Bestuurlijke afstemming: Randwijckoverleg
In de afstemmingscommissie stralingshygiëne Randwijck, het bestuurlijk overleggremium waarin instellingsoverstijgende en strategische aspecten worden besproken inzake de stralingshygiëne, heeft de algemeen coördinerend stralingsdeskundige/SBE verantwoording afgelegd aan de besturen. Tevens zijn besturen geïnformeerd over de voortgang rondom de certificering van stralingsdeskundigen en eventuele organisatorische implicaties voor de instellingen. Andere belangrijke punten waren centrale digitale publicatie van algemeen geldende procedures en de digitalisering van het centrale Kernenergie wet dossier. o
Schriftelijk Interne Toestemmingen (SIT) en Goedkeuringen (SIG)
Conform de verplichting in het Besluit stralingsbescherming en de complexvergunning, verleent de algemeen coördinerend stralingsdeskundige interne toestemmingen voor toepassingen van ioniserende straling. De SBE is voortdurend doende met de optimalisatie van de toegepaste procedures en systematiek rondom de toestemmingen en risicoanalyses die daaraan ten grondslag liggen. Dat heeft in 2009 ertoe geleid om voor onderzoek met bronnen van ioniserende straling bij proefpersonen (biomedische studies) een stelsel van schriftelijk interne goedkeuringen (SIG) te ontwikkelen. Om te kunnen voldoen aan de internationale aanbevelingen (ICRP-62) en het Besluit Stralingsbescherming is vastgelegd, dat naast een beoordeling van de Medisch Ethische
Commissie
stralingsdeskundige
een
(ASD)
positief
oordeel
voorwaarde
is
van voor
de
algemeen
goedkeuring
van
coördinerend ingediende
onderzoeksvoorstellen. De ASD toetst aan de hand van ingediende onderzoeksprotocollen, of studies kunnen worden uitgevoerd binnen de kaders van reeds vergunde toepassingen. Indien dat het geval is, geeft hij bij positief oordeel een schriftelijk interne goedkeuring af. Indien het gaat om een nieuwe toepassing of een toepassing die de kaders van reeds verleende interne toestemmingen overstijgt, zal er worden overgegaan tot het aanvragen van een nieuwe schriftelijk interne toestemming, waarbij tevens een analyse van de risico’ s die de studie met zich meebrengt voor medewerkers, milieu en proefpersonen zal worden opgesteld. De positieve resultaten die de gehanteerde systematiek in 2009 heeft opgeleverd, heeft ertoe geleid dat in 2010 eenzelfde werkwijze gehanteerd zal gaan worden voor onderzoek met proefdieren. Voor aanvullende informatie over het aantal schriftelijk interne toestemmingen en schriftelijk interne goedkeuringen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 en bijlage C van dit verslag.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
10
o De
Interne regelingen en procedures: publicatie en beschikbaarheid algemeen
geldende
interne
regelingen
en
procedures
betreffende
de
stralingshygiënische organisatie en toepassingen zijn steeds voor alle partners binnen de complexvergunning digitaal te benaderen geweest via de webpagina van de Universiteit
Maastricht.
Op het
moment dat hier een intranetstructuur werd
geïntroduceerd, ging de toegankelijkheid voor niet-UM medewerkers tot deze informatie grotendeels verloren. In het verslagjaar is er vanuit de SBE gepleit voor en gewerkt aan een eigen plek binnen het publiekelijk toegankelijk gedeelte van de UM-website, waar de stralingshygiënische informatie voor alle aan de complexvergunning deelnemende instellingen zonder belemmeringen te benaderen is. Deze SBE-pagina is vanaf begin 2010 beschikbaar gekomen en zal vanaf dat moment verder worden uitgebreid. o
Audits en periodieke inspecties
Jaarlijks worden de afdelingen waar toepassingen van ioniserende straling plaatsvinden bezocht voor een audit. Daarbij wordt de naleving van verleende interne toestemmingen en goedkeuringen getoetst, alsmede de stralingshygiënische organisatie op de afdeling. Door bijzondere omstandigheden (zwangerschaps- en bevallingsverlof van een centraal stralingsdeskundige van de SBE) is in 2009 slechts een deel van de afdelingen bezocht. Bevindingen van deze audits worden toegelicht in hoofdstuk 7 van dit verslag. In 2010 zullen alle afdelingen weer regulier worden bezocht voor een audit. o
Persoonsdosimetrie
In 2009 waren 595 personen binnen de complexvergunning geregistreerd als blootgesteld werknemer en in het bezit van een abonnement persoonsdosimetrie. De doelmatigheid van persoonsdosimetrie en de eventuele invoering van een categorie C-werkers (conform een advies van de gezondheidsraad) staat sterk in de belangstelling. Onder regie van de SBE is bekeken hoe en op welke afdelingen persoonsdosimetrie wordt ingezet. Hieruit blijkt, dat er niet zozeer sprake is van substantiële aantallen blootgestelde werkers die in aanmerking kunnen komen voor een classificering als C-werker. Wel wordt op steeds meer afdelingen met toepassingen die, anders dan voorheen, door toenemend gebruik van doorlichting en toenemende complexiteit van interventies, dosismonitoring in de vorm van persoonsdosimetrie noodzakelijk. Veelal is op deze afdelingen ook additioneel dosimetrisch onderzoek verricht door het dosimetriecentrum (zie ook hoofdstuk 4). o
Medische keuringen
In overleg met de stralingsarts is besloten om vanaf 2009 het bloedonderzoek dat tot dan toe standaard deel uit maakte van de jaarlijkse medische keuring van A-werkers, facultatief aan te bieden. Dit omdat de blootstelling van personen kleiner is dan een
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
11
blootstelling die afwijkingen in het bloedbeeld kunnen veroorzaken waarmee het bloedonderzoek geen toegevoegde waarde heeft. Het is voor iedere A-werker nog steeds mogelijk om een gesprek aan te gaan met de stralingsarts, al dan niet in aanwezigheid van de ASD om in te kunnen gaan op specifieke werkomstandigheden. o
Digitalisering KeW-dossier
De SBE is in het verslagjaar gestart met een onderzoek naar de doelmatigheid en eenduidigheid van archivering, waarbij ook de mogelijkheden voor digitalisering van het KeW-dossier werden bekeken. De noodzaak voor aanschaf van een software pakket zal in 2010 verder onderzocht worden. o
Stralingshygiënische opleiding in samenwerkingsverband
In 2009 zijn er voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd met de Hogeschool Zuyd die moeten leiden tot het aanvragen van een gezamenlijke erkenning voor de opleiding stralingsdeskundigheid niveau 4B. Deze cursus zal deel gaan uitmaken van het curriculum van de HBO-opleiding Biometrie. In overleg zijn syllabi voor theorie en practica tot stand gekomen. De planning is om de erkenning in 2010 aan te vragen, waarna de cursus in het studiejaar 2010-2011 voor het eerst zal worden aangeboden. Eveneens in het kader van het samenwerkingsverband met de Hogeschool Zuyd heeft een stralingsdeskundige van de SBE incidenteel als gecommitteerde zitting genomen in de examencommissie van de opleiding tot radiodiagnostisch laborant. o
Erkende opleidingen stralingshygiëne: organisatie en uitvoering
Ten behoeve van de erkende opleidingen stralingshygiëne niveau 5A, 5B en 4A/M is in 2009 een examencommissie ingesteld die conform een vastgesteld examenreglement toezicht houdt op de kwaliteit, organisatie en uitvoering van practica en examens van erkende cursussen. De samenstelling van de examencommissie is opgenomen in bijlage B van dit verslag. De stralingsdeskundigen van de SBE hebben binnen de erkende cursussen 5A, 5B en 4A/M een rol als docent voor theorie- en practicumlessen. In overleg met opleiders Vie Curie en Atrium is op advies van de ASD binnen het azM gekozen voor een aanpassing in het opleidingscurriculum van cardiologen. De stralingshygiënische opleiding 4A/M is verplaatst naar een tijdstip vroeg in de opleiding, zodat daarmee geborgd is, dat mensen theoretisch onderlegd zijn alvorens ze geconfronteerd worden met de toepassing van röntgenstraling. De beroepsgroep van Nucleair Geneeskundigen hebben deze omissie al eerder ingezien; de nucleair geneeskundigen in opleiding worden nu in het eerste jaar van hun opleiding stralingshygiënisch geschoold op niveau-3. o
Voorlichting en instructie
De SBE is in het verslagjaar betrokken geweest bij voorlichting en instructie aan
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
12
medewerkers van de verpleegafdeling nucleaire therapie en aan laboranten van Maastro Clinic. o
Advisering procedure inkoop radioactieve stoffen
Naar aanleiding van een organisatorische en fysieke wijziging van de positie van het centraal magazijn van de UM, heeft de ASD geadviseerd over een procedure betreffende de logistiek rondom de bestelling en levering van radioactieve stoffen en bronnen. o
Advisering betreffende maatregelen in het kader van het CBRN project
In het kader van de beveiliging van radioactieve bronnen heeft de ASD geadviseerd omtrent te realiseren bouwkundige en organisatorische maatregelen binnen de instellingen Maastro Clinic, Sanquin Bloedvoorzieningen en Academisch Ziekenhuis Maastricht, die in 2009 en 2010 gerealiseerd worden. o
Advisering plaatsing en ingebruikname beeldvormende apparatuur voor research
De ASD heeft geadviseerd over plaatsing, inrichting en ingebruikname van een PET toestel
voor
kleine
proefdieren
binnen
de
afdeling
RNL,
voor
gebruik
in
onderzoeksprojecten door de aan de complexvergunning deelnemende instellingen. Ook zijn in 2009 voorbereidende gesprekken gevoerd inzake de aanschaf en plaatsing van een therapietoestel voor kleine proefdieren, hetgeen in 2010 zijn beslag zal krijgen.
Externe activiteiten SBE De algemeen coördinerend stralingsdeskundige heeft deelgenomen aan een Euterp workshop (European Training and Education in Radiation Protection) in Antalya, Turkije. Ook nam hij deel aan een ENETRAP meeting (European Network on Education and Training in RAdiological Protection) in Lissabon, Portugal. De ASD heeft deelgenomen aan een wetenschappelijke vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne (NVS). Hij
is
daarnaast
opgetreden
als
voorzitter
van
de
onderafdeling
‘ Grote
Vergunninghouders’van de NVS. Tenslotte heeft hij deelgenomen aan vergaderingen van het ‘ College van Opleiders’ inzake landelijke stralingshygiënische opleidingen.
2.2 Coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen Bij de instellingen op de locatie Randwijck zijn coördinerend en lokaal stralingsdeskundigen aangesteld. Coördinerend stralingsdeskundigen zijn verantwoordelijk voor de stralingshygiëne in de lijnorganisatie en dragen zorg voor de afstemming van de
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
13
werkzaamheden van lokaal stralingsdeskundigen binnen hun organisatie-eenheid of instelling. De 4 coördinerend stralingsdeskundigen binnen de complexvergunning Randwijck zijn aangesteld voor het toezicht op en de coördinatie van: • medische verrichtingen met open en ingekapselde bronnen binnen het azM (hoofd Nucleaire Geneeskunde); • medische verrichtingen met röntgentoestellen binnen het azM (hoofd Radiologie); • medische verrichtingen radiotherapie en ingekapselde bronnen binnen Maastro Clinic (klinisch fysicus); • handelingen met ioniserende straling ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek binnen de Faculteit Health, Medicine and Lifesciences (HML) (de beheerder van het complex van Radionuclidenlaboratoria (RNL)). Binnen de verschillende instellingen zijn er voor het dagelijks toezicht op de toepassingen met bronnen van ioniserende straling lokaal deskundigen aangesteld. Het betreft een totaal van 21 lokaal stralingsdeskundigen, als volgt verdeeld over de instellingen: • 7
lokaal
deskundigen
binnen
het
academisch
ziekenhuis
voor
het
stralingshygiënisch toezicht op 8 afdelingen; • 3 lokaal deskundigen binnen Maastro Clinic; • 9 lokaal deskundigen binnen de Faculteit HML van de Universiteit Maastricht, die toezicht houden op 8 afdelingen (exclusief 3 lokaal deskundigen van afdelingen waar in 2009, vooralsnog tijdelijk, geen toepassingen met ioniserende straling werden uitgevoerd); • 1 lokaal deskundige binnen Sanquin Bloedvoorzieningen; • 1 lokaal deskundige binnen Biopartner Center Maastricht. Binnen het azM is voor de afdelingen Radiologie en Nucleaire Geneeskunde 1.6 fte aan formatie voor stralingshygiënische taken beschikbaar. Voor de UM is dit 1.25 fte die wordt ingezet voor het beheer van de afdeling Radionuclidenlaboratoria en de taak van de coördinerend stralingsdeskundige. Aan de
overige
stralingsdeskundigen is geen formatie toegekend voor hun
stralingshygiënische taak; zij vervullen deze als onderdeel van hun reguliere werkzaamheden. In bijlage A is
een overzicht opgenomen van de coördinerend- en lokaal
stralingsdeskundigen die werkzaam zijn binnen de instellingen.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
14
2.3 Stralingshygiënische commissies Medische commissies Conform wettelijke verplichting (GHI-bulletin 1994) zijn er binnen de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en Radiologie (beide azM) en binnen Maastro Clinic (radiotherapie) commissies ingericht welke specifiek zijn gericht op de stralingshygiëne van de patiënt. De coördinerend stralingsdeskundigen van het azM en Maastro Clinic zitten deze commissies voor. De algemeen coördinerend stralingsdeskundige neemt als adviseur deel aan alle commissies. In elk van deze commissies worden de volgende onderwerpen in ieder geval aan de orde gesteld: • voortgang van actiepunten en maatregelen voortkomend uit stralingshygiënische audits; • onvoorziene gebeurtenissen en incidenten en de melding en opvolging daarvan; • nieuwe ontwikkelingen en toepassingen; • optimalisatie van werkzaamheden; • persoonsdosimetrie en eventuele additionele dosimetrische metingen; • scholing, instructie en voorlichting van werknemers; • voorlichting van patiënten; • procedures en organisatorische maatregelen; • wettelijke verplichtingen, logistiek en organisatie rondom de aanschaf van radiofarmaca en röntgentoestellen; • biomedisch onderzoek met proefpersonen; • initiatieven ter bevordering van de stralingshygiëne; • verbouwingen en technische aanpassingen. Alle vergaderingen worden genotuleerd.
Commissie van lokaal stralingsdeskundigen Alle lokaal stralingsdeskundigen die werkzaam zijn binnen de instellingen die deelnemen aan de complexvergunning overleggen jaarlijks met elkaar in het kader van afstemming en uitwisseling van informatie. Daarbij wordt er ook een thema behandeld, waarmee de bijeenkomsten ook het karakter
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
15
van een bij- of nascholing hebben. De
algemeen
coördinerend
stralingsdeskundige
treedt
op
als
voorzitter.
De
stralingsdeskundige van de afdeling Radiologie (tevens inzetbaar op projectbasis voor de SBE) voert het secretariaat. Bijlage B geeft de samenstelling van de genoemde commissies weer.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
16
3. Schriftelijk interne toestemmingen De algemeen coördinerend stralingsdeskundige verleent conform de verplichting in de complexvergunning en het Besluit stralingsbescherming interne toestemmingen voor handelingen met ioniserende straling uitzendende bronnen en toestellen. In 2009 waren 37 toepassingen binnen de instellingen op het terrein Randwijck vergund; daarnaast waren 9 interne toestemming in aanvraag, dan wel in voorbereiding. Onderstaande tabel vertoont de verdeling van de interne toestemmingen per instelling:
Tabel 2: Instelling
Schriftelijk interne toestemmingen per instelling in 2009 verleende
SIT in
aanvraag in
SIT
aanvraag
voorbereiding
totaal
toepassing (tijdelijk) beëindigd
azM
17
1
1
19
1
UM
9
2
3
14
3
Maastro
9
1
1
11
Sanquin
1
1
BPCM
1
1
Aan een tweetal afdelingen, te weten de afdeling Nucleaire Geneeskunde (azM) en de afdeling Radionuclidenlaboratoria (FHML/UM) zijn kadertoestemmingen verleend voor toepassing van bronnen van ioniserende straling. De afdeling Nucleaire Geneeskunde hanteert binnen haar kadertoestemming een systeem van meldingen aan de lokaal stralingsdeskundige voor toepassing van variabele radiofarmaca conform de standaard protocollen van de beroepsvereniging. De afdeling Radionuclidenlaboratoria hanteert een systeem van lokale toestemmingen, die worden afgegeven aan gebruikers van deze centrale onderzoeksvoorziening. Per 31.12.2009 waren 81 lokale toestemmingen actueel. De naleving van de in de schriftelijk interne toestemming gestelde voorwaarden voor de uitvoering van toepassingen met bronnen van ioniserende straling worden jaarlijks getoetst tijdens de stralingshygiënische audits die door of onder verantwoordelijkheid van de algemeen coördinerend stralingsdeskundige worden uitgevoerd. In Hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de bevindingen tijdens deze audits.
Schriftelijk Interne Goedkeuringen
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
17
Zoals eerder vermeld in hoofdstuk 2, heeft de voortdurende optimalisatie van de procedure en systematiek rondom de verlening van interne toestemmingen en het beoordelen van de risico’ s van toepassingen geleid tot het ontwikkelen van een additioneel systeem van ‘ schriftelijk interne goedkeuringen’ (SIG), voor biomedisch onderzoek met proefpersonen. Een SIG wordt afgegeven per onderzoek, en sluit aan bij reeds verleende schriftelijk interne
toestemmingen.
Met
de
SIG
houdt
de
algemeen
coördinerend
stralingsdeskundige overzicht op dit specifieke gebruik van bronnen van ioniserende straling en ziet er op toe dat dit gebeurt conform internationaal daartoe opgestelde verdragen
en
internationaal
geldende
aanbevelingen
(ICRP
62),
welke
zijn
geïmplementeerd in het Besluit stralingsbescherming (Bs). Tevens wordt ook een veilige werkwijze conform de principes van de stralingshygiëne geborgd, inclusief de juiste instructie en/of opleiding van uitvoerende onderzoekers. Het afgeven van deze SIG gebeurt in nauwe samenwerking met de Medisch Ethische Commissie (MEC) die onderzoeksaanvragen beoordeelt en daarover adviseert aan de Besturen van het academisch Ziekenhuis en de Universiteit Maastricht. In 2009 werden 14 schriftelijk interne goedkeuringen verleend. Bijlage C geeft een gespecificeerd overzicht van de actuele schriftelijk interne toestemmingen en schriftelijk interne goedkeuringen in 2009.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
18
4.
Blootgestelde werknemers
4.1
Persoonsdosimetrie
Per 31 december 2009 waren er binnen de instellingen vallend onder de complexvergunning Randwyck 595 geregistreerde blootgestelde werknemers met een persoonlijk abonnement dosimetrie. Het aantal abonnementen is daarmee in alle instellingen stabiel gebleven ten opzichte van 2008. De collectieve dosis toont een duidelijke stijging: van 246 milimanSievert in 2008 naar 294 milimanSievert in 2009. Onderstaande tabellen 3 en 4 geven inzicht in de aantallen blootgestelde werknemers en de collectieve doses per instelling en onderverdeeld naar dosiscategorie, over de afgelopen 3, dan wel 4 jaar.
Tabel 3:
Overzicht blootgestelde werknemers en collectieve dosis per instelling over 2009, vergeleken met 2008, 2007 en 2006
Instelling
Aantal blootgestelde werknemers
Collectieve dosis [millimanSv]
2009
2008
2007
2006
2009
2008
2007
2006
azM
388
379
338
314
292
244
199
193
Maastro
146
153
146
137
0.55
1.52
0.22
3
UM
59
61
65
68
1.50
0.79
0.94
5
BPCM
2
2
-
-
0
0
-
-
Totaal
595
595
549
519
294
246
200
201
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
19
Tabel 4:
Verdeling van collectieve dosis over aantallen blootgestelde werknemers over 2009, vergeleken met 2008 en 2007
Dosis
Aantal
Collectieve dosis
Gemiddelde dosis
cat.
blootgestelde
[millimanSv]
[mSv/jaar]
werknemers
[mSv]
2009
2008
2007
2009
2008
2007
2009
2008
2007
0-1
543
551
510
28.35
24.83
22.94
0.05
0.04
0.04
1-6
43
33
32
103.47
64.47
84.67
2.41
1.95
2.65
6-20
5
7
6
55.34
64.11
71.59
11.07
9.16
10.22
> 20
4
4
1
106.61
92.76
20.75
26.65
23.19
20.75
Tot.
595
595
549
293.8
246.2
200
0.49
0.41
0.36
Evenals in 2008, is de collectieve dosis in het azM met 20% toegenomen. De oorzaak ligt onveranderd in de nog steeds in aantal en complexiteit toenemende cardiologische en radiologische interventies onder doorlichting. De toename in collectieve dosis op de afdelingen Hartfunctie en Radiologie is inzichtelijk gemaakt in figuur 2; hierbij is gekeken naar de blootstelling over de periode 2001-2009.
Figuur 2:
Collectieve dosis op de afdelingen Hartfunctie en Radiologie 2001-2009
Collectieve dosis hartfunctie en radiologie 2001-2009 250 200 150 mSv
Hartfunctie Radiologie
100 50 0 2001
2002
2003
2004
2005 2006
2007
2008
2009
jaar
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
20
Ongeveer 55% van de totale dosis wordt ontvangen door een kleine groep medisch specialisten; de collectieve dosis van 9 blootgestelde werknemers bedroeg in 2009 circa 162 mSv. Voor vier medisch specialisten werd een dosis geregistreerd die de jaardosislimiet van 20 mSv overschreed. Van deze overschrijding is melding gemaakt bij de Arbeidsinspectie, met de mededeling dat door het consequent toepassen van loodschorten en schildklierkragen, de effectieve lichaamsdosis een factor 5-10 lager ligt. Op deze afdelingen wordt in overlegstructuren regelmatig gesproken over het toenemend aantal interventies en de bijbehorende blootstelling, waarbij in samenspraak met de klinisch fysicus en de stralingsdeskundige(n) wordt gekeken welke optimalisaties mogelijk zijn. Daarbij wordt gekeken naar de instellingen van de röntgenapparatuur (vernieuwd in 2006/2007), mogelijkheden voor het gebruik van vaste afscherming in de ruimte, toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen en procedurele aspecten betreffende de interventies. Waar nodig wordt de blootstelling in kaart gebracht met aanvullende dosimetrische metingen, die ook worden toegepast om het effect van genomen maatregelen te toetsen. De discipline rondom het draag- en wisselgedrag van badges persoonsdosimetrie is op deze afdelingen voortdurend een aandachtspunt. De verdeling van de collectieve doses over het azM in zijn geheel, wordt zichtbaar in tabel 5. Opgemerkt dient te worden, dat ook een toename van blootstelling gesignaleerd wordt op de afdeling Anesthesiologie, Urologie en Orthopedie. Ook hier is de toenemende complexiteit van verrichtingen onder doorlichting de oorzaak. Op alle afdelingen waar röntgen wordt toegepast worden consequent loodschorten en (waar nodig) schildklierkragen toegepast. De collectieve dosis geeft daarmee geen representatief beeld van de effectieve dosis van personen; deze kan een factor 5-10 lager verondersteld worden.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
21
Tabel 5:
Overzicht dosis per afdeling in het azM over 2009, 2008 en 2007
Afdeling
Aantal
Collectieve dosis in
blootgestelde werknemers
millimanSv
2009
2008
2007
2009
2008
2007
Anesthesiologie
6
5
7
11.45
7.25
13.651
Circulatielaboratorium
7
8
9
0
0
0.04
Gastro-enterologie
23
25
28
0.11
0.12
0.07
Hartfunctie
55
53
54
205.43
175.36
128.05
Instrumentele dienst
9
9
10
0.04
0.06
0
Kaakchirurgie
12
11
9
0.06
0.03
0.16
Klinische Chemie
17
15
15
0
0
0
Klinische Genetica
10
13
10
0.01
0.03
0
Klinische Farmacologie
2
2
2
0
0
0
Medische Microbiologie
-
2
4
-
0.01
0
Nucleaire Geneeskunde
28
28
24
2.83
5.21
4.55
Nucleaire Therapie
3
4
3
0
0
0.03
Radiologie
150
143
139
54.09
50.14
43.40
Urologie
23
23
24
8.06
4.73
8.81
OK assistenten
11
11
-
0.70
0
-
Arts-assistenten orthopedie
27
21
-
8.89
0.89
-
OK assistenten
5
5
-
0.05
0.03
-
388
378
338
291.72
244
199
dagcentrum
Totaal
1.Deze dosis geeft een vertekend beeld omdat de persoonlijke dosismeter niet op de plaats is gedragen die representatief is voor de effectieve lichaamsdosis.
Voor een completer beeld betreffende de trend in aantallen blootgestelde werknemers en collectieve dosis binnen de aan de Complexvergunning deelnemende instellingen, zijn in dit verslag gegevens over de periode 1999-2009 opgenomen. De data zijn weergegeven in tabel 6 en de bijbehorende figuren 3 en 4.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
22
Tabel 6:
Blootgestelde werknemers en collectieve jaardoses per instelling over de periode 1999-2009
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
Blootgestelde werknemers azM
388
379
338
314
313
299
300
277
238
238
232
Maastro Clinic
146
153
146
137
140
115
100
92
98
86
79
UM
59
61
65
68
61
74
94
95
96
81
75
BPCM
2
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
595
595
549
519
514
488
494
464
432
405
386
azM
292
244
199
193
217
206
194
194
162
124
160
Maastro Clinic
0.6
1.5
0.2
2.7
3,9
7,5
1
2,2
2,6
3,5
1,2
UM
1.5
0.8
0.9
5.0
3.1
5,5
4,0
10,1
9,2
8,5
14,9
BPCM
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
294
246
200
201
224
219
200
206
174
136
176
Collectieve dosis
Figuur 3:
Aantallen blootgestelde werknemers Randwijck 1998-2009
blootgestelde w erknem ers Randw yck 1998-2009
abonnementen per instelling
700 600 azM
500
Maastro
400
UM+BPCM 300
totaal
200 100
19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09
0
jaar
Figuur 4:
Collectieve (badge) dosis Randwijck 1998-2009
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
23
Collectieve (badge)dosis Randw yck 1998-2009 350 300
mSv
250
azM
200
Maastro
150
UM + BPCM
100
totaal
50
19
98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09
0
jaar
Het aantal blootgestelde werknemers is in de afgenomen 10 jaar met 50% toegenomen, de collectieve (badge)dosis zelfs met 67%. De ontwikkeling en het toenemend gebruik van met name beeldvormende technieken zoals CT, PET en SPECT en combinaties daarvan, alsmede de ontwikkeling en mogelijkheden binnen cardiologische en radiologische interventies liggen daaraan ten grondslag.
4.2
Overige initiatieven op het gebied van dosimetrie
Dosimetriecentrum Het dosimetriecentrum voert onder leiding van de Klinisch Fysicus Radiologie voortdurend metingen uit teneinde de blootstelling van werknemers én patiënten van het azM, maar ook Maastro Clinic en UM, te monitoren en te optimaliseren. Een greep uit de werkzaamheden van 2009: -
dosimetrische metingen na ingebruikname van nieuwe apparatuur op de afdelingen Nucleaire Geneeskunde (SPECT-CT en gamma camera’ s) en Kaakchirurgie (CT)
-
onderzoek naar mogelijke dosisbeperkende maatregelen door middel van extra filtratie bij röntgenopnames van kinderschedels
-
(patiënt)dosisberekeningen naar aanleiding van aanvragen voor klinische studies
-
onderzoek naar de stralingsbelasting van blootgestelde medewerkers (interventiecardiologen, assisterenden bij insufflatie van LAP-banden)
-
onderzoek naar beroepsmatige blootstelling aan Radon
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
24
-
ruimtedosimetrie in röntgenkamers en aangrenzende ruimten, al dan niet naar aanleiding van verbouwingen en aanpassingen
-
kwaliteitscontrole toestellen.
Afdelingsspecifieke maatregelen en aanvullende dosimetrie Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde azM worden standaard als aanvullende dosimetrie direct afleesbare dosismeters (EPD) toegepast om de blootstelling van zwangere medewerksters te kunnen monitoren. EPD’ s worden ook ingezet om werkzaamheden te optimaliseren, dan wel bij ingebruikname van nieuwe toepassingen, zoals het gebruik van een nieuw nuclide of de ontwikkeling van een nieuw bereidingsprotocol in het kader van studies. Bij Maastro Clinic wordt eveneens aanvullende dosimetrie in de vorm van EPD’ s toegepast bij de werkzaamheden met open bronnen (PET-CT), ter optimalisatie. De afdeling RNL maakt gebruik van EPD’ s voor studenten tijdens onderwijsactiviteiten en voor het monitoren van blootstelling en het optimaliseren van werkwijzen bij nieuwe toepassingen: in 2009 betrof dit de ingebruikname van een micro PET toestel.
4.3
Medische begeleiding
In 2009 waren er binnen de Randwijckinstellingen 32 personen geregistreerd als Awerker. Zij werden door de stralingsarts opgeroepen een medische vragenlijst in te vullen en deel te nemen aan een bloedonderzoek. Indien gewenst kan er een fysieke keuring of een gesprek over specifieke arbeidsomstandigheden worden aangevraagd. Van deze laatste optie werd in 2009 door niemand van de opgeroepen werknemers gebruik gemaakt.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
25
5. Bronnen en toestellen 5.1 Bronnen In 2009 werd, gesommeerd over alle aan de Complexvergunning Randwijck deelnemende instellingen, ongeveer 2000 Reinh aan radioactieve bronnen ingekocht. Dit betreft inkoop van open radioactieve bronnen ten behoeve van diagnostiek en therapie door het azM, open radioactieve bronnen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs door de UM en tenslotte open radioactieve bronnen (simulatie met PETCT) en ingekapselde radioactieve bronnen ten behoeve van radiotherapie (brachyprostaat therapie) door Maastro Clinic. Deze hoeveelheden zijn exclusief de bronnen die worden gebruikt voor HDR-brachy therapie binnen Maastro Clinic. Van deze bronnen is er steeds één in gebruik, welke 4 maal jaarlijks wordt gewisseld. Deze bron is opgenomen in het overzicht van ingekapselde radioactieve bronnen. De complexvergunning Randwijck staat het voorhanden hebben en toepassen van open radioactieve
bronnen
toe
tot
een
maximale
hoeveelheid
van
7000
Radiotoxiciteitsequivalenten voor inhalatie, waarmee de inkoop ruimschoots beneden de vergunde hoeveelheden blijft. De inkoop is gespecificeerd naar instelling in tabel 7.
Tabel 7:
Ingekochte hoeveelheid radioactieve bronnen in 2009
Instelling
Soort bron
Activiteit (Bq) Radiotoxiciteits eenheden Reinh
Universiteit Maastricht Open radioactieve stoffen
5.0 E+10
13
Academisch
Open radioactieve stoffen
1.8 E+12
1420
Open radioactieve stoffen
1.3 E+11
8
Ingekapselde bronnen
1.0 E+11
548
2.1 E+12
1989
ziekenhuis Maastricht Maastro Clinic
Totaal
De in 2009 ingekochte hoeveelheden radioactiviteit zijn nagenoeg gelijk met de in 2008 ingekochte hoeveelheden. Op detailniveau zijn er enkele verschuivingen, waarvan de verklaring ligt in de reguliere fluctuaties in aantallen patiënten, verrichtingen en behandelingen. Als gevolg van het inrichten en valideren van de bereidingsruimte van de afdeling Nucleaire Geneeskunde azM conform GMP-z normen, zijn radiofarmaca gedurende de tijd die dit proces in beslag nam extern ingekocht.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
26
In de verleende SIT’ s zijn de op enig moment aanwezige en gebruikte hoeveelheden activiteit getoetst aan de maximaal toelaatbare hoeveelheden onder de gegeven omstandigheden,
conform
de
systematiek
die
beschreven
is
in
de
‘ Bijlage
radionuclidenlaboratoria, mei 2002’ . Voor de berekening van de radiotoxiciteitsequivalenten zijn de hoogste waarden voor de dosiscoëfficiënt voor inhalatie aangehouden conform bijlage 4 tabel 4.2, BS 2001 Staatsblad 2001-397. Een detailoverzicht van ingekochte stoffen is weergegeven in bijlage D. In 2009 was er een totaal aantal van 120 ingekapselde bronnen en 2 ingekapselde HASS-bronnen aanwezig binnen de tot de Complexvergunning Randwijck behorende instellingen. De totale activiteit van deze bronnen bedroeg 2.3 GBq / 498 Re voor de reguliere ingekapselde bronnen en 40 TBq / 271835 Reing (actuele activiteit) voor de ingekapselde HASS bronnen. De hoeveelheid activiteit in bronnen voor ijk- en referentiedoeleinden blijft daarmee ruimschoots binnen de grenzen van het in de Complexvergunning gestelde (maximaal 20 GBq). Ook de HASS bronnen zijn in overeenstemming met het gestelde in de vergunning. Een overzicht van aanwezige bronnen per instelling is weergegeven in tabel 8; een specificatie per bron is ondergebracht in bijlage E van dit jaarverslag.
Tabel 8:
Ingekapselde bronnen per 31 december 2009
Instelling
Aantal bronnen regulier
azM Maastro Clinic
50
Sanquin
HASS
Radiotoxiciteits
[Bq]
eenheden Reinh
Ijk- en referentiebron
7.3 E+08
465
1
Radiotherapie
3.7 E+11
2294
Ijk- en referentiebron
5.6 E+08
30
Ijk en referentiebron
3.5 E+08
2
Gaschromatografie
7.4 E+08
0.4
Bestraling bloedproducten
4.0 E+13
269541
4.1 E+13
272333
-
2 -
1
120
2
Bloedbank Totaal
Activiteit
-
4 64
UM
Toepassing
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
27
5.2 Toestellen Per 31.12.2009 bedroeg het aantal ioniserende straling uitzendende toestellen 62, gesommeerd over alle instellingen deelnemend aan de Complexvergunning Randwijck. Een overzicht naar instelling en maximale buisspanning van de toestellen is weergegeven in tabel 9. Van de 62 toestellen worden er 7 voor medische radiotherapie en 1 voor radiotherapie bij proefdieren toegepast. Dit aantal komt overeen met het aantal toestellen dat in 2008 binnen de instellingen aanwezig was, hoewel er enkele vervangingen hebben plaatsgevonden, met name op de afdeling Radiologie. De kwaliteitscontroles van de apparatuur worden deels uitgevoerd door de betreffende leveranciers, en deels door de afdeling Instrumentele Dienst (groep Beeldvormende Instrumentatie) onder verantwoordelijkheid van de klinisch fysicus. In bijlage F zijn de toestellen verder gespecificeerd naar toepassing en ruimte. Tabel 9:
Ioniserende straling uitzendende toestellen per 31.12.2009
Instelling
Toestel / toepassing
Buisspanning [kV]
Aantal
Academisch Ziekenhuis Nucleaire Geneeskunde: Maastricht
medische diagnostiek
140
1
PET-CT
140
1
SPECT-CT
140
1
gamma camera
n.v.t.
2
medische diagnostiek
100
15
medische diagnostiek
110 - 150
25
140
2
radiotherapie: lineaire versnellers
6 MV / 10 MV fotonen
1
radiotherapie: lineaire versnellers
10 MV fotonen
3
10 MV fotonen /
3
Radiologie
medische diagnostiek met CT Maastro Clinic
radiotherapie: lineaire versnellers
Universiteit Maastricht
Biopartner Center Maastricht
21 MeV elektronen
radiotherapie: simulatie met PET-CT
140
1
radiotherapie: simulatie met CT
140
2
diagnostiek proefdieren
100
1
diagnostiek proefdieren
100 – 150
4
therapie proefdieren / celculturen
225
1
diagnostiek bij proefpersonen
140
1
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
28
6. Emissies, erfgrensbelasting en radioactief afval 6.1 Emissies naar water en lucht
De emissies naar water en lucht, berekend conform de ‘ Regeling analyse gevolgen ioniserende straling voor het milieu’ (MR-AGIS) nr. SAS/20012001144740 zijn weergegeven in onderstaande tabel 10. Tabel 10: Emissie naar water en lucht in 2009 Instelling
Waterlozing (Wmax)
Luchtlozing (Lmax)
3.4 Re ing
1.72 Re inh
0 Re ing
0.01 Re inh
0.32 Re ing
0.011 Re inh
Sanquin Bloedvoorzieningen
-
-
Biopartner Center Maastricht
-
-
3.70 Re ing
1.74 Re inh
Academisch Ziekenhuis Maastricht Maastro Clinic Universiteit Maastricht
Totaal
De emissies blijven daarmee ruimschoots binnen de vergunde limieten (respectievelijk 180 Reing en 10 Reinh). De emissie naar het milieu zijn in de afgelopen jaren nagenoeg constant. Zowel de water- als de luchtlozing wordt grotendeels veroorzaakt door klinische patiënten die jodiumtherapie ondergaan. Het afvalwater afkomstig van de behandelkamers voor jodiumtherapie wordt opgevangen in een tanksysteem, waar het na (gedeeltelijk) verval gecontroleerd wordt geloosd. De emissie naar water die ontstaat als gevolg van poliklinische behandelingen, bedroeg in 2009 een additionele 0.57 Reing. Conform de complexvergunning hoeft deze lozing niet te worden toegerekend aan de lozing van het ziekenhuis. Een detailoverzicht van de water- en luchtlozingen is weergegeven in bijlage G.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
29
6.2 Erfgrensbelasting De belasting aan de erfgrens blijft op alle posities onder het secundair niveau van 10 Sv per jaar. Het grootste deel van de dosis aan de erfgrens komt voort uit de toepassingen van open bronnen voor medische diagnostiek en medische therapie op de afdeling Nucleaire Geneeskunde azM. De bijdrage aan de dosisbelasting aan de erfgrens als gevolg van medische therapie met versnellers en de toepassing van röntgentoestellen voor medische diagnostiek zijn in verhouding met de aan patiënten toegediende doses relatief klein. De verklaring hiervoor ligt uiteraard in de wijze waarop de ruimten waar de toepassingen plaatsvinden gepositioneerd en geconstrueerd zijn. Tabel 11 geeft een overzicht van de dosisniveaus op 4 kritieke posities aan de erfgrens. In de tabel zijn alleen die toepassingen vermeld, die een significante bijdrage leveren aan de dosis op de erfgrens. In de sommatie voor de genoemde dosispunten echter, zijn alle toepassingen verdisconteerd waarmee deze incidenteel hoger uitvalt dan de som van de genoemde delen. Er moet worden opgemerkt, dat de berekende waarden (zoals deze ook zijn opgenomen in door de algemeen coördinerend stralingsdeskundige verleende schriftelijk interne toestemmingen) gebaseerd zijn op ‘ worst case’ situaties, waarmee de berekende waarde een overschatting is van de reële dosisbelasting. Berekeningen zijn uitgevoerd conform de ‘ Regeling analyse gevolgen ioniserende straling voor het milieu’(MR-AGIS) nr. SAS/20012001144740.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
30
Tabel 11: Erfgrensbelasting complexvergunning Randwijck per 31.12.2009 (toepassingen met de hoogste dosisbijdrage) Dosispunt
Instelling
Toepassing
Afstand
(zie plattegrond)
tot
dosispunt
ID Sv/jr]
erfgrens [m]
A
azM
Joseph Bechlaan
Maastro
UM
Universiteitssingel Maastro azM
azM
Peter Debyelaan
woning 0.7
0.25
0.17
NG: SPECT-CT
150
2.9
0.25
0.72
NG: diagnostiek
150
1.8
0.25
0.45
NG: therapie
150
3.6
0.25
0.91
PET-CT
115
1.0
0.25
0.23
Versnellers
115
< 0.1
0.25
< 0.1
11.0 UM research
100
0.8
2.74 0.25
0.19
Randwijck waste
100
0.5
0.25
0.12
UM röntgen
100
4.1
0.25
1.02
PET-CT
130
0.7
0.25
0.16
Versnellers
130
< 0.1
0.25
< 0.1
NG: PET-CT
230
0.3
0.25
< 0.1
NG: SPECT-CT
230
2.0
0.25
0.49
NG: diagnostiek
230
0.8
0.25
0.20
NG: therapie
230
1.6
0.25
0.4
11.44
2.86
NG: PET-CT
100
1.6
0.25
0.4
NG: SPECT-CT
100
9.9
0.25
2.48
NG: diagnostiek
100
4.1
0.25
1.02
100
0.1
0.25
< 0.1
PET-CT
100
1.1
0.25
0.27
Versnellers
100
< 0.1
0.25
< 0.1
NG: therapie Maastro
Sv/jr]
150
totaal Universiteitssingel
C
factor
MID
NG: PET-CT
totaal Joseph Bechlaan
B
Corr.
*
totaal Peter Debyelaan
17.68
4.42
D
Sanquin
Bestraling bloed
15
0.3
0.25
< 0.1
Gaetano
azM
NG: PET-CT
225
0.3
0.25
< 0.1
NG: SPECT-CT
225
1.3
0.25
0.32
NG: diagnostiek
225
0.8
0.25
0.20
NG: therapie
225
1.6
0.25
0.40
PET-CT
190
0.3
0.25
Versnellers
190
< 0.1
0.25
< 0.1 < 0.1
Martinolaan
Maastro totaal Gaetano Martinolaan
5.08
1.27
* Door vaste loden afscherming in de patiëntenkamers voor medische nucliden therapie is het dosisniveau in de gangen < 1 mSv/jaar, waardoor op punt C aan de terreingrens geen bijdrage meer wordt ondervonden als gevolg van deze toepassing. De ramen die aan de oostkant van het gebouw de kamers begrenzen, bieden deze afscherming niet, vandaar dat de invloed van deze toepassing op de punten A en B wel relevant is.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
31
Plattegrond terrein Complexvergunning Randwijck
D
Bloedbank
A 3X Maastro
C
B azM
UM
Biopartner Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
32
6.3 Radioactief afval In 2009 werd door de gezamenlijke instellingen ca. 1100 kg radioactief afval geproduceerd. Deze hoeveelheden fluctueerden over de afgelopen 5 à 6 jaar slechts licht, zoals zichtbaar wordt in figuur 5.
Figuur 5: Radioactief afval Randwijck over de periode 1996-2009 Radioactief afval 1996-2009 2500
azM/3X UM
kg afval
2000
Totaal afval
1500 1000 500
19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09
0
De grootste hoeveelheden afval worden geproduceerd op de afdeling Nucleaire Geneeskunde van het azM. De hoeveelheid afval wordt voornamelijk beïnvloed door het aantal patiënten die een therapeutische behandeling met jodium ondergaan. Afval dat ontstaat bij het gebruik van PET-nucliden wordt niet tot het radioactief afval gerekend, aangezien het door de zeer korte halveringstijd is vervallen voordat het voor opslag overgedragen kan worden. Conform intern beleid wordt alle afval, dat binnen 2 jaar een concentratie aan radioactieve stoffen bereikt die beneden de vrijgavegrenzen valt, opgeslagen voor verval. Om de milieubelasting zoveel als mogelijk te beperken, blijft het afval vaak nog in opslag als vrijgavegrenzen reeds bereikt zijn. De richtlijn is om het afval ten minste 10 halveringstijden op te slaan voor verval, mits dit niet interfereert met de maximaal toegestane opslagtijd van 2 jaar. Het afval dat niet binnen deze periode vervalt, wordt afgevoerd naar de COVRA.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
33
7.
Inspecties en audits
7.1
Externe Inspecties
In 2009 hebben geen inspecties plaatsgevonden door de arbeidsinspectie dan wel de VROM-inspectie.
7.2
Interne audits
Jaarlijks worden er door de stralingsbeschermingseenheid (SBE) Randwijck audits uitgevoerd op de naleving van interne toestemmingen die door de algemeen coördinerend stralingsdeskundige zijn afgegeven in het kader van de Complexvergunning. Van iedere audit wordt een verslag gemaakt, waarin geconstateerde overtredingen en daaraan gekoppelde acties, verantwoordelijkheden en deadlines worden vastgelegd. De voortgang rondom deze acties worden behalve door de SBE ook bewaakt in de verschillende stralingshygiënische commissies. Door zwangerschap en zwangerschapsverlof van één van de stralingsdeskundigen van de SBE, bleek het in 2009 niet haalbaar om alle afdelingen te bezoeken voor een audit. Daarom is volstaan met het bezoeken van afdelingen met de zwaarste toepassingen. In 2010 zullen, zoals gewoonlijk, alle afdelingen weer worden bezocht. In onderstaand overzicht is per afdeling een overzicht gegeven van de belangrijkste bevindingen. Opgemerkt moet worden, dat hier met name de punten worden vermeld die aanpassing of verbetering behoeven, evenals reeds eerder uitgevoerde maatregelen en de resultaten daarvan.
Academisch ziekenhuis Maastricht (azM) afdeling Nucleaire Geneeskunde Voorafgaand aan de verlening van een nieuwe SIT voor de Sentinel node procedure, hebben de lokaal deskundige van de afdeling en een deskundige van de SBE een procedure gevolgd teneinde inzicht te verkrijgen in de kritieke dan wel risicovolle aspecten. De toegediende hoeveelheid activiteit blijkt enigszins af te wijken van het door de beroepsvereniging opgestelde protocol. Dit punt zal op de agenda worden geplaatst van de medische Commissie stralingshygiëne radioactieve stoffen. Tijdens de audit is gebleken dat in het logistieke proces rondom de levering van een experimenteel radiofarmacon uit een zusterinstelling een fout ontstaat in de registratie van ingekomen radioactieve stoffen. Dit punt is direct opgelost.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
34
Maastro Clinic In het kader van het CBRN project worden fysieke aanpassingen gerealiseerd betreffende de beveiliging van de HASS-bron. De voortgang wordt tijdens de audit besproken en in ogenschouw genomen. Ook de toegang tot het areaal waar CT- en PET-CT- toepassingen plaatsvinden wordt beter beveiligd. In het PET-CT areaal wordt de beveiliging van de opslag voor bronnen ten behoeve van ijk- en referentiedoeleinden bekeken en in orde bevonden. In het kader van de PET-CT toepassing wordt de lokaal deskundige verzocht dosistempometingen uit te voeren in de ruimte waar de daghoeveelheid radiofarmaca wordt opgeslagen. Er dienen afvalcontainers te worden aangeschaft die een adequate afscherming bieden voor afval dat bij de PET-CT toepassing vrijkomt. De containers dienen te worden geplaatst in de gecontroleerde zone, waar adequate onderdruk is gerealiseerd. Een en ander zal begin 2010 worden gerealiseerd. De communicatie en uitwisseling met de afdeling Nucleaire Geneeskunde azM is niet optimaal als het gaat om uitwisseling van PET-CT beelden, diagnosestellingen en afspraken betreffende radiofarmacie. Ook op het niveau van overleg tussen (hoofd)laboranten dient meer structuur te worden aangebracht. De lokaal deskundige zal hiertoe het initiatief nemen en contacten leggen met verantwoordelijke managers. In de loop van 2010 zal de coördinerend deskundige een aanzet doen tot een onderzoek naar de doelmatigheid van abonnementen persoonsdosimetrie. In samenspraak met de SBE zal de categorie-indeling van personen nogmaals onder de loep genomen worden. Met de komst van een nieuwe hoogleraar is een experimenteel röntgentoestel binnengehaald. Voor dit toestel dient een aanvraag voor interne toestemming te worden gedaan (per direct afgehandeld).
Universiteit Maastricht afdeling Radionuclidenlaboratoria (RNL) Het belangrijkste onderwerp van gesprek tijdens de audit is het nieuw geplaatste microPET
toestel
ten
behoeve
van
onderzoek
met
kleine
proefdieren.
De
risicoberekeningen die door de lokaal deskundige worden opgesteld als onderdeel van lokale toestemmingen zijn onvoldoende en dienen te worden aangepast. De oorzaak daarvan is deels terug te voeren op onvoldoende communicatie met de onderzoekers. Tijdens de audit worden daarover concrete afspraken gemaakt. Ook de afhandeling van wijzigingen in lokale toestemmingen dient te worden geformaliseerd: onderzoekers worden onvoldoende aantoonbaar geïnformeerd over wijzigingen en aanpassingen.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
35
De categorie-indeling van onderzoekers die gebruik gaan maken van de microPET zal in overleg met de lokaal deskundige, door de SBE worden bepaald. Bij een bezoek aan de ruimte waar de toepassing plaatsvindt wordt de noodzaak voor de volgende aanpassingen besproken: - het voorzien in voldoende verrijdbare loodschermen voor het adequaat afschermen van de toepassing; - het wijzigen van de opstelling van bedieningsapparatuur van het microPET toestel op een zodanige wijze, dat er voldoende afstand is gerealiseerd; - het (laten) uitvoeren van dosimetrische metingen ter bepaling van benodigde afscherming en ter controle van uitgevoerde maatregelen; - het optimaliseren van de werkplek voor bereiding van radiofarmaca (afscherming en inrichting); - het adequaat monteren van leidingen voor anesthesiegassen en het laten uitvoeren van blootstellingsmetingen; - het fysiek integreren van een als mobiel toestel geplaatste koelunit; - het verwijderen van niet-afwasbaar of beschadigd materiaal dat aanleiding geeft tot moeilijk te verwijderen besmettingen in het laboratorium. De voortgang rondom de uitvoering van fysieke dan wel organisatorische maatregelen zal begin 2010 tijdens een vervolgaudit worden bekeken.
afdeling Centrale Proefdier Voorziening (CPV) Dierverzorgers
dienen
te
worden
geïnstrueerd
inzake
hun
betrokkenheid
bij
experimenten met het microPET toestel op de afdeling Radionuclidenlaboratoria (RNL). De lokaal deskundige van de afdeling RNL zal dit op zich nemen. De SBE vraagt om deze instructie jaarlijks te herhalen. De afdeling heeft nieuwe loodschorten aangeschaft. De SBE adviseert dit in het vervolg in overleg met de afdeling Radiologie azM te doen, waar expertise op dit gebied aanwezig is en de schorten jaarlijks aan een controle worden onderworpen. De rapportages van de kwaliteitscontrole die jaarlijks wordt uitgevoerd op de röntgenapparatuur, ontbreekt in het kernenergiewet dossier. De lokaal deskundige draagt zorg voor de afhandeling van deze omissie. In het verslagjaar is een röntgentoestel vervangen (door een identiek toestel). De specificaties hiervan dienen in de schriftelijk interne toestemming te worden aangepast.
afdeling Moleculaire Genetica Het actuele gebruik van open radioactieve stoffen is minder divers dan vergund in de schriftelijk interne toestemming. Omwille van het behouden van een actueel overzicht
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
36
wordt besloten de SIT conform gebruik aan te passen (inperking). Het logboek waarin het gebruik van radioactieve stoffen wordt geregistreerd dient consequenter te worden gebruikt en beheerd. Ondanks eerder door de SBE gemaakte afspraken, lijkt het erop dat de zuurkast in de bewaakte zone niet eenmaal, maar slechts tweejaarlijks wordt gecontroleerd op doelmatigheid. De SBE zal dit punt opnieuw opnemen met de Facilitaire Dienst.
afdeling Humane Biologie De bereiding van radiofarmaca voor de toediening aan proefpersonen die plaatsvindt bij de afdeling Nucleaire Geneeskunde, dient te worden uitgevoerd door GMP-z gecertificeerde medewerkers (bereider en omloop). De lokaal deskundige (tevens verantwoordelijk onderzoeker) dient hierover in overleg te treden met de afdeling Nucleaire Geneeskunde en de radiofarmaceut, zodat de bereiding op basis van een gevalideerd protocol door bevoegde personen kan worden uitgevoerd. De medische verantwoordelijkheid voor het onderzoek met proefpersonen is een punt van aandacht in verband met het op handen zijnde vertrek van het (op dit moment verantwoordelijke) hoofd Nucleaire Geneeskunde. De afdeling zal naar verwachting in 2010 verhuizen naar een andere verdieping binnen de locatie Universiteitssingel 50. De inrichting van onderzoeksruimtes waar radioactieve stoffen aan proefpersonen worden toegediend, zal plaatsvinden in overleg met de SBE. De SBE informeert de lokaal deskundige over de nieuwe systematiek van interne goedkeuringen voor onderzoek met proefpersonen en vraagt de lokaal deskundige zich hieraan te conformeren. In 2010 zullen alle afdelingen weer regulier worden bezocht voor een audit.
7.3 Controles en metingen 7.3.1 Controle van apparatuur Röntgentoestellen: azM en UM Door de instrumentele diensten van azM en UM werden onderhouds- en kwaliteitsmetingen uitgevoerd bij röntgentoestellen. Voor de acceptatietesten en kwaliteitsborging van de röntgentoestellen voor medische toepassingen wordt het systeem toegepast van de groep Beeldvormende Instrumentatie van de instrumentele dienst azM.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
37
De klinisch fysicus heeft op basis van het inspectieverslag van de Instrumentele Dienst geconstateerd dat het gehele park aan röntgentoestellen van het azM voldeed aan de door de overheid gestelde kwaliteitsnormen. Daar waar nieuwe apparatuur is aangeschaft, is op advies van de klinisch fysicus door het dosimetriecentrum onderzoek verricht naar de stralingsbelasting tengevolge van strooistraling. Alle röntgenapparatuur van de UM, die wordt toegepast bij wetenschappelijk onderzoek bij proefdieren is eveneens gecontroleerd door de groep Beeldvormende Instrumentatie azM. De resultaten van de metingen worden getoetst aan de kwaliteitscontrolenorm die door het azM wordt gehanteerd voor de medische röntgenapparatuur (patiëntenzorg). De organisatie rondom deze periodieke controles is in handen van de instrumentele dienst van de UM; de resultaten van de controlemetingen worden besproken met de coördinerend
stralingsdeskundige
UM.
In
het
verslagjaar
zijn
daarbij
geen
bijzonderheden naar voren gekomen.
Versnellers en röntgentoestellen Maastro Clinic De toestellen van Maastro Clinic worden jaarlijks op kwaliteit gecontroleerd door de leveranciers. Daarnaast voeren de versnellertechnici van Maastro aanvullende controles en dosimetrische testen uit, toegesneden op de aard van de toepassingen.
Stralingsmeetapparatuur Het Dosimetriecentrum azM voert jaarlijks constantheidstesten uit, waarbij alle stralingsmeetapparatuur binnen de Randwijck instellingen wordt gecontroleerd. De rapportages van deze metingen maken deel uit van de kernenergiewet- dossiers van de afdelingen.
De kwaliteitsnormen van deze metingen zijn opgesteld door de
verantwoordelijk klinisch fysicus. Op de afdeling Nucleaire Geneeskunde worden gammacamera’ s en dosiscalibratoren op kwaliteit gecontroleerd onder verantwoordelijkheid van de klinisch fysicus.
7.3.2 Besmettingscontroles Besmettingsmetingen Op de afdeling RNL van de Universiteit Maastricht wordt maandelijks gecontroleerd op afwrijfbare besmettingen. In het verslagjaar is daarbij geen besmetting geconstateerd 2
boven de toegestane limiet van 3.7 Bq/cm . Op
de
afdeling
Nucleaire
Geneeskunde
worden
twee
maal
per
maand
besmettingsmetingen uitgevoerd. In de laboratoria (bereiding) zijn daarbij geen besmettingen aangetroffen boven de wettelijke limiet.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
38
In de diagnostiekkamers werd 5 maal een besmetting geconstateerd die boven de wettelijke limiet lag. De besmettingen zijn verwijderd, en de lokaal deskundige heeft naar aanleiding van de besmettingen de hierbij betrokken werknemers opnieuw geïnstrueerd. Op de (nucleaire) therapieafdeling is een twaalftal besmettingen gevonden die de wettelijke limiet overstegen. Naar aanleiding hiervan, is de werkwijze in deze kamers aangepast. Op kritieke plekken wordt nu standaard absorberend materiaal gebruikt, waarmee wordt voorkomen dat besmettingen zich verspreiden en dat bovendien de schoonmaak gemakkelijker maakt. Het voorkomen van besmettingen wordt zowel in de diagnostiekkamers als in de therapiekamers als inherent aan de toepassing beschouwd. Het controleren op besmettingen en het opruimen hiervan wordt met de grootste zorgvuldigheid uitgevoerd conform schriftelijk vastgelegde procedures.
7.3.3 Controles van ingekapselde bronnen Ingekapselde bron Sanquin Bloedvoorzieningen Bij de lektest van de Cs-137 bron van Sanquin Bloedbank werd geen besmetting geconstateerd. Het dosistempo in de omgeving van de bron wordt continue gemeten, ook uit deze metingen blijken geen overschrijdingen en/of onregelmatigheden.
Ingekapselde bronnen gaschromatografie UM Bij controle van de Ni-63 bronnen geïntegreerd in gaschromatografieapparatuur werd geen besmetting geconstateerd.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
39
8.
Voorlichting en onderricht
8.1
Erkende
stralingshygiënische
opleidingen
binnen
de
Complexvergunning Randwijck Niveau 5B In het verslagjaar namen in februari 34 cursisten (waarvan 22 masters-studenten) deel aan de Engelstalige versie van de cursus ‘ stralingshygiëne niveau 5B’ . Hiervan haalden 32 cursisten een diploma.
Niveau 4 voor medische röntgentoepassingen De cursus werd in het verslagjaar twee maal georganiseerd waarna aan 18 deelnemers een diploma kon worden uitgereikt. 1 Deelnemer ontving een certificaat van deelname.
8.2
Voorlichting en instructie binnen de Complexvergunning Randwijck
Colleges en instructies op het gebied van de stralingshygiëne - Een 24-tal studenten geneeskunde en evens 24 arts klinisch onderzoekers volgden een college stralingshygiëne in het kader van hun stage of werkzaamheden op de afdeling Radiologie. - 7 Hartfunctie laboranten woonden een presentatie over stralingshygiëne bij. - Op de nucleaire therapieafdeling werden 24 medewerkers geïnstrueerd op niveau stralingshygiëne 5B ten behoeve van de verpleging van therapie patiënten. - Op de afdelingen Nucleaire Geneeskunde en RNL werden medewerkers van de schoonmaakfirma’ s geïnstrueerd betreffende de schoonmaak van radiologische ruimtes. - Dierverzorgers van de afdelign Centrale Proefdieren Voorziening werden geïnstrueerd betreffende de verzorging van dieren behandeld met PET-nucliden (9 deelnemers).
Practica - In het kader van na- en bijscholing werd een practicum georganiseerd ten behoeve van 5 hartfunctie laboranten en 3 interventiecardiologen.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
40
- Er werd een practicum georganiseerd op niveau 4A waaraan 6 leerling laboranten van de Hogeschool Zuyd deelnamen (in het kader van een samenwerkingsverband met de Hogeschool Zuyd). - Er werd een drietal practica georganiseerd op niveau 5B waaraan 32 TUL-studenten deelnamen (in het kader van een samenwerkingsverband met de Universiteit Diepenbeek)
8.3
Door medewerkers behaalde diploma’s
- 2 Leerling laboranten van de afdeling Radiologie behaalden een diploma niveau 4A. - 2 Nucleair Geneeskundigen in opleiding behaalden een diploma niveau 3.
8.4
Bij- en nascholing stralingsdeskundigen
Door SBE-medewerkers en lokaal stralingsdeskundigen zijn de volgende opleidingen, bijeenkomsten en symposia gevolgd en/of bijgewoond: - De algemeen coördinerend stralingsdeskundige (ASD) nam deel aan een EUTERP (European Training and Education in Radiation Protection) workshop in Antalya, Turkije; - De ASD nam deel aan een ENETRAP (European Network on Education and Training in RAdiological Protection) bijeenkomst in Lissabon, Portugal; - De stralingsdeskundige van het stafbureau Radiologie nam deel aan een opfriscursus stralingshygiëne niveau 3; - Twee lokaal deskundigen van de afdeling RNL namen deel aan een gebruikersdag voor vloeistofscintillatietechniek; - Stralingsdeskundigen van de SBE, UM en azM namen deel aan wetenschappelijke vergaderingen/symposia van de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne; - De ASD trad op als voorzitter van een 3-tal vergaderingen van de onderafdeling ‘ grote vergunninghouders’van de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne; - De ASD heeft deelgenomen aan een tweetal bijeenkomsten van het landelijk College van Opleiders voor stralingshygiënische opleidingen.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
41
9.
Procedures en voorschriften
Aanvullend op de procedure rondom het aanvragen en verlenen van Schriftelijk Interne Toestemmingen (SIT) is in 2009 gestart met de verlening van Schriftelijk Interne Goedkeuringen (SIG). De procedure rondom deze SIG zal in 2010 worden geformaliseerd voor zowel biomedisch onderzoek met proefpersonen als voor biomedisch onderzoek met proefdieren (zie ook Hoofdstuk 2). Als voorbereiding op het inrichten van een SBE-website zijn procedures geactualiseerd en vertaald in het Engels. Publicatie is voorzien voor begin 2010. Op de afdeling Radiologie is het ‘ protocol Actie’nogmaals geoptimaliseerd. Daarin is procedureel vastgelegd hoe te handelen bij overbestraling van patiënten tijdens cardiologische en radiologische interventies.
9.1
Gegevensverstrekking medische verrichtingen en stralingsbelasting patiënt
Conform het Besluit Stralingsbescherming zijn de vergunninghouders op het terrein Randwijck verplicht gegevens te verstrekken met betrekking tot het aantal uitgevoerde medische verrichtingen en de daaraan gerelateerde stralingsbelasting van de patiënt. In afwachting van een model dat toepasbaar is voor alle UMC’ s zijn voor het jaar 2009 de verrichtingen separaat gemeld aan het ministerie van VWS, echter zonder bijbehorende dosisgetallen, zoals afgesproken met het RIVM.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
42
10. Incidenten en ongevallen Op de TLD-badge van vier hart-interventie specialisten azM werd een badgedosis geregistreerd die de jaardosislimiet van 20 mSv overschreed. De reële effectieve dosis bedraagt door het dragen van een loodschort en schildklierkraag tot een factor 10 minder. De overschrijding is schriftelijk gemeld aan de Arbeidsinspectie. Tijdens het uitvoeren van een experiment op de afdeling RNL waarbij open radioactieve stoffen in combinatie met de microPET werden gebruikt, liep een onderzoeker een behoorlijke handbesmetting op. De besmetting kon na een aantal grondige wasbeurten worden verwijderd. Het incident was aanleiding voor het aanpassen van het werkprotocol van het experiment, om herhaling van het voorval te voorkomen. Het voorval was tevens aanleiding voor een instructie die werd gegeven voor alle microPET gebruikers, waarbij aandacht werd besteed aan kritieke aspecten
in het
proces rondom het gebruik van het toestel. Naast de hiervoor genoemde incidenten en de onregelmatigheden genoemd in de auditverslagen van de instellingen (hfdst. 7) hebben zich in het verslagjaar veder geen incidenten voorgedaan, waarbij limieten konden worden overschreden.
Randwijck / CRISP / Stralingsbeschermingseenheid / Jaarverslag 2009
43