Jaarverslag Stichting Careyn

Jaarverslag Stichting Careyn

2014 1

Utrecht, mei 2015

2

Voorwoord Raad van Bestuur 2014 was een turbulent jaar voor Careyn. Door verschillende oorzaken ging de organisatie door een diep dal. Forse verliezen over twee achtereenvolgende jaren hadden de reserves uitgeput en om te overleven moest het roer drastisch om. In het voorjaar is daarom een reddingsplan opgesteld, dat voorzag in harde, soms pijnlijke ingrepen: forse bezuinigingen, het afstoten van bedrijfsonderdelen en het (in meerjarig perspectief) halveren van de overhead. Belangrijke pijlers van het reddingsplan waren het versterken van de focus op de kernactiviteiten van de zorgorganisatie en het afstoten van onrendabele bedrijfsonderdelen. Careyn concentreert zich op het primaire proces, dat wil zeggen: basiszorg aan huis én zware specialistische zorg in verpleeghuizen. Alle overige activiteiten zoals jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk en kraamzorg worden opnieuw tegen het licht gehouden. In 2014 werd Careyn Huishoudelijk Zorg met ruim 4.000 medewerkers verkocht aan Tzorg. Daarnaast werden verspreid over de gehele organisatie, vooral op stafniveau, honderden banen geschrapt. De komende jaren zal de formatie verder afslanken, om de overhead terug te brengen naar een verantwoord niveau van 10%. Daarnaast werd begin 2014 een nieuwe strategie ontwikkeld om de organisatie klaar te maken voor de nieuwe maatschappelijke werkelijkheid. Careyn staat daarmee voor een forse uitdaging. De Nederlander van deze tijd wil baas zijn over zijn eigen leven en de overheid speelt hier op in. Het zorgstelsel waarin de burger van de wieg tot het graf verzorgd werd, gaat volledig op de schop. De burger moet meer zelf gaan doen en betalen. Zorg en ondersteuning worden minder vanzelfsprekend. De veranderingen gaan gepaard met forse bezuinigingen. De koerswijziging heeft grote gevolgen, zowel voor de burger als voor de organisaties die de zorg bieden. De nieuwe strategie van Careyn is vastgelegd in het plan ‘Wendbaar op weg naar 2020’. Doel is samen met andere partijen een samenhangend zorgaanbod aan te bieden, dat bijdraagt aan het verstevigen van de zelfredzaamheid van de klanten. De zorgteams in de wijken en op de locaties krijgen het voortouw in de uitvoering. De ervaring bij andere zorgorganisaties leert dat het de kwaliteit van de zorg en de klanten medewerkersbeleving ten goede komt als de zorgprofessionals hun werk zelf organiseren en dichtbij de klant opereren. Daarom introduceert Careyn professionele sturing in de zorgteams. De besturing en organisatiestructuur worden daaraan in hoog tempo aangepast. De ingrepen sorteren effect mede dankzij de onontbeerlijke steun van de banken, de verzekeraars en de vakbonden. Het resultaat op de normale bedrijfsvoering is sterk verbeterd en laat over 2014 een positief rendement zien van € 11,8 miljoen. Ook de grip op de (indirecte) kosten is verbeterd. Zoals vermeld is Careyn nog niet uit de rode cijfers. Het totaal resultaat over 2014 bedraagt - € 9,9 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de hoge kosten die verbonden zijn aan de uitstroom van medewerkers en de reorganisatiekosten. Ook de verwachte forse omzetdaling als gevolg van de bezuinigingen en overhevelingen vanuit de AWBZ naar de WMO en de Zorgverzekeringswet zullen hun effect hebben op de organisatie. Gemeenten hebben per 1 januari 2015 zorgtaken toebedeeld gekregen, maar moeten die uitvoeren met een veel kariger budget. Het gevolg is dat de tarieven fors onder druk staan. Weliswaar zullen naar verwachting ook 2015 en 2016 nog met verlies worden afgesloten, maar bij deze koers zullen daarna weer zwarte cijfers geschreven kunnen worden. Alles overziend is Careyn op de goede weg. Maar vasthoudendheid en waakzaamheid blijven geboden. Wij blijven ons daarbij richten op het verstevigen van de zelfredzaamheid van onze klanten in de wijken en op de locaties door het leveren van goede zorg en ondersteuning. Langs deze weg danken wij alle medewerkers en vrijwilligers, leden van de Raad van Toezicht en medezeggenschapsorganen hartelijk voor hun inzet en betrokkenheid in 2014. Onze cliënten en financiers danken wij voor het in ons gestelde vertrouwen. Raad van Bestuur Careyn R.G.H. van Dam (CEO) en S. Spek (CFO)

3

Voorwoord Raad van Toezicht De missie van Careyn is het verstevigen van de zelfredzaamheid van bewoners in de wijk door het bieden van verpleging, verzorging en vormen van aangepast verblijf. Bovendien verzorgt Careyn in beperkte mate kraamzorg, jeugdzorg en maatschappelijke dienstverlening. In 2014 is hard gewerkt om deze missie verder handen en voeten te geven en de organisatie hier op in te richten. Dat was niet gemakkelijk gegeven de omvangrijke transities die bijna al deze terreinen doormaken. Veel aandacht ging dan ook uit naar het aanpassen van de organisatie aan deze veranderingen – die deels ingegeven zijn door motieven van kostenbeheersing en veranderende bestuurlijke verhoudingen, deels door veranderende preferenties van cliënten en bewoners. Gevoegd bij de financiële resultaten over 2013 en de verwachtingen in de meerjarenraming t/m 2018 noopten al deze ontwikkelingen de organisatie tot actief en rigoureus ingrijpen. Met de strategische heroriëntatie, het transitieprogramma in het ondersteunende bedrijf alsmede de bijbehorende reductie van indirecte kosten en de aanzet voor de kwaliteitsverbetering van het primair proces is door de nieuwe Raad van Bestuur voortvarend de weg naar boven weer ingeslagen. Al deze opgaven stelden ook hun eisen aan de Raad van Toezicht, die in het kalenderjaar 2014 wederom met een meer dan gebruikelijke intensiteit en energie de ontwikkelingen in de organisatie heeft gevolgd en het gesprek met de Raad van Bestuur over de gewenste koers en gang van zaken heeft gevoerd. Speciale aandachtsgebieden voor de Raad van Toezicht in 2014 waren de heroriëntatie op de strategische koers en de hieruit voortvloeiende verandering van het organisatie- en besturingsmodel, de financiële situatie van het concern, maar ook kwaliteit van zorg en veiligheid hadden nadrukkelijk de aandacht van het toezicht. De Raad is er van overtuigd dat er in 2014 noodzakelijke (en soms harde) keuzes zijn gemaakt om Careyn zowel financieel als kwalitatief weer een toekomstbestendig perspectief te geven. Dat dit proces nog niet afgerond is, is evenwel glashelder. Ook in 2015 zal de ingezette transitie van het primair proces en de ontwikkeling naar professionele sturing van de zorgteams de nodige aandacht en energie vragen. De Raad spreekt zijn zorg uit over de onrustige financiële en bestuurlijke omgeving waarin Careyn hierbij moet opereren en de impact van de vele wijzigingen in het overheidsbeleid. Het is de inzet van de Raad van Toezicht om de organisatie hierin blijvend met raad en daad terzijde te staan. Dank De Raad van Toezicht spreekt zijn waardering uit voor de inzet van het bestuur, het management en alle betrokken medewerkers en vrijwilligers om de benodigde transformaties mogelijk te maken zonder dat dit ten koste ging van het niveau van de geboden zorg en dienstverlening. Tevens is de Raad van Toezicht de cliënten erkentelijk voor het in Careyn gestelde vertrouwen. Namens de Raad van Toezicht P. van Lieshout (voorzitter Raad van Toezicht)

4

Inhoudsopgave

1. Profiel en organisatie ................................................................................................................................. 6 2. Beleid en resultaten .................................................................................................................................. 11 3. Bedrijven .................................................................................................................................................. 16 4. Kwaliteit van dienstverlening .................................................................................................................. 23 5. Bestuur en toezicht ..................................................................................................................................30 6. Medezeggenschap .................................................................................................................................... 35 7. Blik op de toekomst ..................................................................................................................................38 8. Financieel beleid en risico’s .................................................................................................................... 39 Jaarrekening Stichting Careyn ................................................................................................................ 42

5

1.

Profiel en organisatie

1.1 Careyn

Careyn is een brede maatschappelijke onderneming op het gebied van wonen, zorg en welzijn, werkzaam in de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. Careyn levert een compleet pakket producten en diensten voor preventie, zorg en behandeling, welzijn en wonen voor diverse doelgroepen. Dit zorgen dienstenpakket is per regio verschillend. In de ene regio levert Careyn een compleet pakket van thuiszorg tot intramurale verzorgings- en verpleeghuiszorg, in de andere regio wordt alleen thuiszorg of kraamzorg geleverd. Careyn is een actieve onderneming die zich inzet voor de gezondheid en het welzijn van haar klanten, jong en oud, gezond of kwetsbaar. Als het nodig is, staan vakbekwame en betrokken medewerkers klaar om hulp en ondersteuning te bieden. Samen met andere zorgverleners, vrijwilligers, mantelzorgers en buurten wijkbewoners. Careyn ziet zichzelf als een organisatie met een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid waar het gaat om de zorgverlening in Nederland. Deze komt vooral tot uiting in het leveren van zorg en diensten aan de klanten in haar werkgebied (naast de betrokkenheid bij de ontwikkeling van landelijk beleid, rechtstreeks of via de brancheorganisatie). Careyn wil zich in haar benadering van de klant en de vormgeving van het bijbehorend aanbod laten leiden door het begrip klantwaarde. De klant heeft zorg en ondersteuning nodig die effectief is en die bijdraagt aan kwaliteit van leven en eigen regie. Daarmee investeert Careyn in het verstevigen van de zelfredzaamheid van bewoners in de wijk. Met lokale partners draagt Careyn zorg voor een samenhangend dienstenaanbod. 1.1.1 Kernactiviteiten Careyn leverde in 2014 de volgende producten en diensten: Wonen met zorg

Voedingsvoorlichting en diëtetiek

Verpleeghuiszorg

Jeugdgezondheidszorg

Huishoudelijke verzorging

Maatschappelijk werk

Persoonlijke verzorging

Aanvullende (welzijns-)diensten**

Verpleging

Ergotherapie

Begeleiding*

Huisartsenzorg

Behandeling

Fysiotherapie

Prenatale zorg

Apotheek

Kraamzorg

ICT-diensten

Advies, instructie en voorlichting

Levering van personeel

* Het product Begeleiding wordt voor een belangrijk deel geleverd door de Thuisbegeleiding (in 2014 onderdeel van Careyn Maatschappelijke Dienstverlening)

6

** Onder aanvullende (welzijns-)diensten wordt ondermeer begrepen de Zorglijn, Personenalarmering en het Keuzepakket met diensten, cursussen en activiteiten voor mensen van iedere leeftijd. 1.1.2 Doelgroepen Om de zelfredzaamheid in de wijk te verstevigen biedt Careyn zelf, samen met of via lokale partners, een samenhangend basisdienstenaanbod aan. Voor bewoners van de wijk die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben brengt Careyn via een dialoog de concrete ondersteuningsbehoefte én eigen mogelijkheden van de cliënt en zijn omgeving (mantel en vrijwilligers) in kaart en organiseert de zorg. Organiseren betekent in dit verband dat Careyn de zorg regisseert, coördineert en (deels) zelf levert. Het gaat er om altijd een antwoord op de vraag van de cliënt te geven, ofwel door de zorg en diensten zelf te leveren, of door dit te organiseren voor en met de cliënt. De basis is Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) aangevuld met de diensten vanuit 1e lijnvoorzieningen en het publieke domein (maatschappelijke dienstverlening). Careyn richt zich hierbij op de volgende klantgroepen:  Jonge gezinnen (zwangerschap, geboorte, kinderen);  Gezinnen met opgroeiende jeugd;  Herstellenden;  Chronisch zieken;  Pragmatische oudere zorgconsumenten (zorgbehoevenden die in staat zijn zelf hun eigen leven te leiden);  Minder zelfredzame oudere zorgconsumenten (zorgbehoevenden die (tijdelijk) steun nodig hebben op bepaalde terreinen);  Business-to-Business klanten. 1.1.3 Werkgebied Careyn focust zich voor de zorg op de gebieden waar zij momenteel werkzaam is. Dit werkgebied strekt zich uit van de Utrechtse Heuvelrug tot aan Zeeland. Het kernwerkgebied (VVT) beslaat ca.28 gemeenten. Careyn levert Kraamzorg in 47 gemeenten en Huishoudelijke Zorg werd begin 2014 in 45 gemeenten aangeboden. Careyn leverde in 2014 verpleging en verzorging in de volgende zorgkantoorregio’s:     

Delft Westland Oostland Nieuwe Waterweg Noord West- Brabant Utrecht Zuid-Hollandse Eilanden

7

1.2 Juridische structuur

De juridische structuur van Careyn bestaat uit een aantal stichtingen en besloten Vennootschappen met Stichting Careyn als moederstichting van het concern. Bij Origine Breda BV is sprake van een minderheidsaandeel van derden. In de besloten vennootschap Aveant Thuishulp had Careyn Holding BV in 2014 zelf een minderheidsaandeel van 49%. In het kader van de reductie van indirecte kosten (een belangrijk thema in 2014 en de komende jaren, waar verder in dit jaarverslag nog nader op in zal worden gegaan) is de juridische structuur in 2014 verder vereenvoudigd door fusies van juridische entiteiten binnen het concern en liquidaties van juridische entiteiten wanneer deze niet meer nodig zijn. Hiermee is opnieuw een stap gezet in de beperking van de administratieve lasten. De volgende juridische fusies en liquidaties hebben in 2014 plaatsgevonden: 1. Juridische fusie Erasmusbrug Zorglijn BV in Careyn Gezondheid Service BV 2. Juridische fusie Vitaal Transport BV en Vitaal Uitleenservice BV in Vitaal Hulpmiddelen BV 3. Turboliquidatie Vitaal Assistive Devices BV 4. Juridische fusie Erasmusbrug Holding BV in Careyn Holding BV 5. Juridische fusie Careyn Personeelssupport BV in Careyn Holding BV 6. Juridische fusie Careyn HZ BV in Stichting Careyn. 7. Turboliquidatie Stichting Zuwe JGZ. De juridische structuur was op 31-12-2014 als volgt:

8

1.3 Organisatiestructuur

De Raad van Bestuur is belast met de besturing van de stichting en de onderliggende bedrijven en vormt derhalve de dagelijkse leiding van het concern. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op zowel het opstellen als de uitvoering van het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen het gehele concern. De organisatie kende in 2014 nog een functionele, productgeoriënteerde structuur, waarbij analoge producten en diensten in een aantal zorg bedrijven waren ondergebracht. Deze bedrijven werden geleid door een of meer directeuren (afhankelijk van de omvang) en hadden daarbij naast het management een eigen staf. Deze bestond uit een secretariaat, Business Control, PIM en een aantal meer inhoudelijke functies, zoals zorgbeleid, -administratie en -planning. Daarnaast werden de bedrijven ondersteund door een aantal supportbedrijven: het Administratief Centrum, ICT, Personeelssupport voor HR-services, Vastgoed en Facilitaire diensten.

De drastische herziening van het zorglandschap, reeds ingezet in 2013, en de bijbehorende maatschappelijke veranderingen hebben effecten op de vraag naar zorg en de gevolgen daarvan voor het aanbod van Careyn. Wonen, zorg en welzijn worden meer in samenhang benaderd en de wijk is het schaalniveau waarbinnen het vraagstuk van zelfredzaamheid zijn invulling krijgt. Om effectief in te spelen op de veranderingen waarmee Careyn van doen krijgt en te welslagen in haar maatschappelijke opgave, is het nodig om de lokale inbedding te versterken en de wendbaarheid en slagkracht van de organisatie en professionals danig op te voeren. De ambitie bij te dragen aan de versteviging van de zelfredzaamheid binnen de wijk, vraagt erom dat de professionals van Careyn omgevingsnabij functioneren en een goede kennis hebben van de lokale context. Dit zal bovendien een lokale context zijn die sterk varieert, wat eisen stelt aan de wendbaarheid van de organisatie, met nieuwe vragen aan ons aanbod. Dat moet niet alleen effectief, maar ook goed herkenbaar en snel beschikbaar zijn. Dat op zijn beurt vraagt dat we de slagkracht van de organisatie en professionals vergroten. Om die redenen is Careyn in 2014 met de herijking van de strategie ook het besturings- en organisatiemodel gaan herzien. We hebben ervoor gekozen om de regio als basis te beschouwen en het

9

primaat voor de verlening van zorg en ondersteuning te situeren bij de (wijk)teams en de daarvan deel uitmakende professionals. Hiermee is ook het concept van professionele sturing geïntroduceerd in de organisatie. Daarmee keren we terug naar de essentie en de eenvoud van het zorgproces dat zich afspeelt tussen cliënten, hun naasten en onze zorgprofessionals. We leggen de verantwoordelijkheid daarvoor bij de teams die immers dichtbij de klant opereren en diens context het beste kennen. Gelijktijdig brengen we het aantal managementlagen terug van vier naar twee: de Raad van Bestuur als eindverantwoordelijk gremium en regiomanagers die op hun beurt verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de decentrale zorgteams en rechtstreeks aan het bestuur rapporteren. Per 1 januari 2015 zijn de activiteiten van de kernbedrijven Wonen met Zorg, Zorg Thuis en Maatschappelijke Dienstverlening dan ook geïntegreerd en heeft gelijktijdig een kanteling naar regio’s plaatsgevonden. Daarmee maken we de omslag van een productoriëntatie naar een integrale, regionale benadering die beter aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de vraag die daarvan de resultante is. Aldus worden zowel de lokale inbedding, de wendbaarheid en slagkracht van de organisatie in samenhang versterkt. Binnen het werkgebied van Careyn zijn daartoe vier districten onderscheiden. Daarbinnen fungeren een aantal regio’s, i.e. een inhoudelijk en geografisch logisch samenstel van teams en zorglocaties dat onder leiding staat van een manager. Deze zijn resultaatverantwoordelijk voor hun organisatieeenheid en hebben binnen de grenzen van het district een gedeelde verantwoordelijkheid voor overstijgende taken. Dan is te denken aan het relatiebeheer binnen de regio maar meer speciaal aan de verantwoordelijkheden naar samenwerkingspartners en de gemeenten (aanbesteden, verantwoorden e.d.). het uitgangspunt hierbij is dat de managers professioneel leiding geven aan 10-15 zorgteams die op hun beurt bestaan uit 10-15 professionals. Binnen die teams is steeds een wijkverpleegkundige actief die als primus inter pares fungeert. Daarmee verandert ook de sturing van het team. Dit is in belangrijke mate zelforganiserend. Om dat te bewerkstelligen wordt voorzien in goede vormen van support en tooling. In de loop van 2015 wordt dit nader ontwikkeld en geïmplementeerd. Een wezenlijk onderdeel van de herziening van het organisatiemodel is dat ook de supportstructuur drastisch is aangepast. De stafcapaciteit van de zorgbedrijven is per 1 juli 2014 gemigreerd naar het centrale niveau en in samenhang gebracht met de aldaar reeds binnen de directie Bedrijfsvoering gesitueerde supportcapaciteit. Tegelijkertijd heeft daar een reorganisatie plaatsgehad die heeft geleid tot een structuur en een kwaliteitsimpuls die eraan bijdragen dat de regiomanagers en hun teams effectief worden ondersteund in hun opgave. Daartoe zijn onder andere een ServiceBureau en een supportdesk ingericht. Deze beweging maakt op zijn beurt onderdeel uit van een bredere aanpak die voorziet in een drastische versterking van de bedrijfsvoering en gelijktijdige kostenreductie van indirecte activiteiten. In hoofdstuk 2 wordt hier nader op ingegaan.

10

2.

Beleid en resultaten

2.1 Hervormingen langdurige zorg

Veranderingen in de samenstelling van de bevolking en de trend van individualisering leiden tot een verander(en)de vraag naar zorg en ondersteuning en een sterk oplopend kostenbeslag. Het Kabinet wil deze beweging keren en het beroep op zorg terugdringen door mensen in eerste aanleg verantwoordelijk maken om zelf een oplossing te vinden voor hun behoeften. Pas daarna is er een beroep te doen op de overheid en zorgverzekeraars. Binnen deze transformatie van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving staan eigen verantwoordelijkheid en meedoen centraal. Hiermee heeft het kabinet in 2014 een drastische herziening van het zorglandschap voor de komende jaren ingezet. Mensen willen en moeten langer zelfstandig blijven wonen en kunnen minder gemakkelijk aanspraak maken op professionele zorg en ondersteuning. Zij zullen daarvoor vaker een beroep moeten doen op mensen in hun omgeving. Ontzorgen en normaliseren zijn de drivers voor de gewenste verandering. De rijksoverheid heeft daartoe een aantal omvangrijke stelselwijzigingen ingezet. De daarmee gemoeide veranderingen betreffen de inhoud, maar ook de besturing en financiering van het bestaande systeem en hebben radicale consequenties voor aanbieders van zorg en welzijn, zoals Careyn. Onder meer ook door een groot aantal taken over te dragen naar de gemeenten. Deze kunnen dichtbij de burger daaraan gestalte geven en verbindingen maken naar andere gemeentelijke domeinen.

2.2 Strategie Careyn

Begin 2014 is met de indiensttreding van een nieuwe bestuursvoorzitter en een CFO het bestuur van Careyn bijna volledig vernieuwd. Als gevolg van de grootscheepse wijzigingen in de langdurige zorg, de slechte financiële prestaties, de slechte financiële uitgangssituatie en het hoge niveau van indirecte kosten, was het evident dat een drastisch ingrijpen op diverse fronten onontkoombaar was om ervoor te zorgen dat Careyn ook in de toekomst duurzaam goede zorg kan bieden aan diegenen die dat nodig hebben. De eerste stap, die het nieuwe bestuur heeft gezet, was het formuleren van een nieuwe lange termijn strategie, die antwoord geeft op de uitdagingen die de hervormingen in de langdurige zorg met zich meebrengen, getiteld 'Wendbaar op weg naar 2020'. Hiermee zijn we vorm gaan geven aan het nieuwe integrale stelsel dat de overheid voor ogen heeft, waarin we de cliënt als ongedeelde mens zien en ook zo benaderen. Dat heeft uiteraard gevolgen voor het aanbod. Het vereist samenhang tussen de domeinen wonen, welzijn en zorg. Careyn laat zich in haar klantbenadering en de vormgeving van de diensten en producten leiden door het begrip klantwaarde. De klant heeft zorg en ondersteuning nodig die effectief is en bijdraagt aan de kwaliteit van leven, zelfredzaamheid en eigen regie. Met lokale partners draagt Careyn zorg voor een samenhangend zorgen dienstenaanbod. 2.2.1 Waardeproposities Om optimaal aan te sluiten bij de uitgangspunten van het nieuwe zorgstelsel, heeft Careyn gekozen voor de ontwikkeling van vijf waardeproposities. Het vertrekpunt hierbij is het klantperspectief. Processen, competenties en systemen worden ingericht en ontwikkeld vanuit de desbetreffende kernwaarde. De waardeproposities fungeren tevens als inspiratiebron en referentie bij het aanpassen van het aanbod en de inrichting van het primair proces. Voorkomen Deze propositie richt zich op bevordering, herstel en behoud van zelfsturing van burgers en regie over het eigen leven met hun naasten. Vitaliteit en kwaliteit van het bestaan zijn leidend. In deze propositie passen activiteiten in de sfeer van preventie, vroegsignalering, informatievoorziening en advisering (op het gebied van bijvoorbeeld leefstijlverandering en gezondheidsgedrag) maar ook nazorg. In maatschappelijk perspectief dragen de activiteiten bij aan het bevorderen van het nemen van eigen

11

verantwoordelijkheid en het inzicht van de burgers en, daardoor, aan het beheersen en beperken van de zorgconsumptie. Vertragen Deze propositie richt zich op vertraging van het gebruik van zwaardere vormen van zorg en meer speciaal de benutting van intramurale voorzieningen. Gezondheid en herstel, kwaliteit van leven en eigen regie zijn uitgangspunten, evenals aandacht voor de mogelijkheden van zelfmanagement. Dat betreft het vermogen van mensen om ook op hogere leeftijd balans en welbevinden te ervaren ondanks de aan leeftijd gerelateerde verliezen, met als doel een zo optimale kwaliteit van bestaan te behouden of te bereiken. In deze waardepropositie is mede gebruik te maken van groeiende mogelijkheden op het gebied van technologisering en robotisering: E-health, zelfdiagnostiek, Telezorg, thuiszorgtechnologie en zelfzorg. Het gaat in deze propositie vooral om het personaliseren van de interventies: het juiste aanbod op het juiste moment door de juiste hulpverlener met de juiste middelen. Versnellen De derde waardepropositie betreft de relatie van Careyn met de ziekenhuizen. Door het bieden van de juiste zorg wil Careyn bevorderen dat cliënten zo snel mogelijk thuis of in een revalidatie-voorziening van Careyn kunnen herstellen van een ingreep in het ziekenhuis of behandeling in een intramurale voorziening. De activiteiten dragen bij aan de kosteneffectiviteit van het zorgsysteem en sluiten nauwer aan op de wensen van de cliënt. Hierdoor, zo blijkt uit onderzoek, verloopt ook het herstel voorspoediger. Veraangenamen De vierde waardepropositie betreft voorzieningen voor mensen die zwaardere zorg nodig hebben. Careyn richt zich op het bieden van (kleinschalige) zwaardere zorg op maat, waarin wonen, zorg en welzijn worden geïntegreerd, zowel thuis en in de woonzorgvoorzieningen als in hospices. (palliatieve zorg). Daarin zijn niet de aandoening en beperking maar de kwaliteit van leven van mensen het dominante uitgangspunt in de vormgeving en praktijkuitoefening. De voorzieningen maken echt deel uit van de samenleving in wijken en buurten. Maatschappelijk meedoen, waardigheid en eigen regie zijn nadrukkelijk onderdeel van deze propositie. Dat maakt het leven niet alleen aangenamer maar bevordert ook dat mogelijkheden centraal komen te staan en niet de focus op beperkingen. Dat raakt aan kwaliteit van leven en welbevinden en heeft daarmee tevens een remmend effect op de zorgconsumptie. Vereenvoudigen Hierbij gaat het vooral om de door velen ervaren complexiteit van de regelgeving rondom de toegang tot en de financiering van de zorgen dienstverlening, die gekenmerkt wordt door een verscheidenheid aan geldstromen. Careyn streeft ernaar de cliënt een integraal zorgprogramma te bieden, waarbij de cliënt geen hinder ondervindt van de verschillende financieringsregelingen (zoals de langdurige zorg, de zorgverzekeringswet, de Wmo of door zelf betaling). Careyn organiseert het integraal zorgprogramma en regelt de financieringswijze van het programma voor de cliënt. 2.2.2 Basiszorg & Specialties Careyn maakt onderscheid tussen basiszorg en specialties. Voor cliënten die (tijdelijke) ondersteuning nodig hebben, worden in een gesprek met de cliënt en zijn netwerk de behoefte en eigen mogelijkheden in kaart gebracht. Bij voorkeur worden ook de huisarts en andere professionals hierbij betrokken. Op basis van het gesprek worden afspraken gemaakt over de zorg en ondersteuning die Careyn gaat bieden. Careyn helpt zo nodig ook bij het regelen van de bekostiging. In aanvulling op deze basiszorg zijn zogeheten specialties beschikbaar, vormen van (meer) specialistische zorg voor specifieke doelgroepen, zoals gespecialiseerde PG-zorg, revalidatie en palliatieve zorg. 2.2.3 (Wijk)teams als basis Centraal in de dienstverlening van Careyn staan de (wijk)teams. Dit zijn kleine, zelfstandig opererende teams van goed opgeleide professionals, die een vaste groep cliënten bedienen. De teams maken gebruik van moderne hulpmiddelen voor communicatie, planning en zorg op afstand. Het Servicebureau biedt zo nodig ondersteuning. Een (wijk)verpleegkundige brengt de behoefte van de klant in kaart en vertaalt deze in een doelmatig zorgprogramma. Het team is gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg en onderhoudt goede contacten met de huisarts, familie en mantelzorgers en welzijnsvoorzieningen en tweedelijnsorganisaties.

12

2.2.4 Als het niet meer zelfstandig kan Binnen de intramurale voorzieningen van Careyn wordt zoveel mogelijk op dezelfde wijze gewerkt. Ook in onze woonzorglocaties staan de eigen regie en de afstemming met familie en het sociale netwerk centraal. Ook hier wil Careyn werken met kleine teams die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een groep cliënten. 2.2.5 Samenwerking Careyn streeft naar een optimaal aanbod voor de wijk en maximale klantwaarde. Waar dat de kwaliteit van de dienstverlening en/of de efficiency ten goede komt, zet Careyn in op samenwerking met professionele partners. Met dezelfde doelen voor ogen werkt Careyn samen met zorgverzekeraars en ziekenhuizen en met andere relevante partners aan innovatie van diensten (e-health & m-health) en de (door-) ontwikkeling van specialistische zorg. 2.2.6 Professionele Sturing: terug naar eenvoud en essentie van het werk De basis van het werk vanuit het oogpunt van de medewerker is “de zorg beter maken voor de cliënt”. Vanuit deze gedachte werken, betekent dat Careyn zich alleen bezig houdt met “wat waarde toevoegt voor de cliënt”. Met de introductie van professionele sturing wil Careyn terugkeren naar de eenvoud en essentie van het zorgproces dat zich afspeelt rondom de cliënt. Het doel is: uitstekende zorg, plezier in het werk en een gezond bedrijf. Dit betekent een omslag in het denken en houdt in dat we gaan organiseren vanuit de interactie tussen cliënt en medewerker. De basis van professionele sturing is dat zorgverleners in een team samenwerken om de met de cliënten afgesproken zorg zo goed mogelijk te kunnen leveren. Hierbij is aandacht voor verdeling tussen professionele zorg en zorg geleverd door het netwerk van de cliënt. De zorg behelst zowel het zorgproces, alsook regeltaken op het gebied van bedrijfsvoering, medewerkers en kwaliteit. Een team dat werkt volgens professionele sturing, heeft vrijheid om te bepalen hoe de zorg voor de cliënt het beste vormgegeven wordt, hoe de beste kwaliteit bereikt kan worden en hoe de taken binnen het team verdeeld worden. Het biedt professionals de ruimte om hun talent aan te wenden en verder te ontwikkelen. In 2015 en 2016 zal het concept van professionele sturing in het primair proces worden geïmplementeerd.

2.3 Nieuw besturings- en organisatiemodel

Zoals in het voorgaande al werd toegelicht heeft de combinatie van maatschappelijke veranderingen en de zorgwekkende situatie van het bedrijf, zowel qua financiën, kwaliteit van zorg als medewerkertevredenheid, ons genoodzaakt om met de uitgangspunten van de nieuwe strategie per 1 januari 2015 ook het besturings- en organisatiemodel te veranderen. Zie hiervoor paragraaf 1.3.

2.4 Transitie naar een toekomstbestendige organisatie De herziening van het zorgmodel, de focus van Careyn op de klant, het leveren van integrale waardeproposities en kosten- versus omzetsturing vragen ook om een grondige herziening van het procesmodel van Careyn. In het procesmodel, zoals dat in 2014 van toepassing was, bestonden de vanuit fusies samengebrachte zorgbedrijven naast elkaar. De bereikte synergie was minimaal. Met de herziening van het procesmodel ligt het voor de hand om deze synergiemogelijkheden maximaal te benutten. De synergie kan bereikt worden in de ondersteunende en de zorgprocessen. Benchmarks tonen aan dat de kosten voor ondersteunende processen van Careyn (begin 2014) tot 50% hoger waren dan de best presterende bedrijven in de sector liggen. Daarnaast was het aantal niet-declarabele uren van uitvoerende medewerkers te hoog. Careyn wil op beide onderdelen de benchmark worden en heeft dit ook nodig om weer een concurrerende positie in de markt te krijgen en te behouden. Om de komende herziening van het zorglandschap te kunnen overleven, was het evident dat de kosten voor ondersteunende processen moesten worden gehalveerd, de productiviteit van direct personeel verhoogd en de inkoopkosten worden verlaagd. Daarnaast moeten de personele en materiële kosten mee bewegen met de dalende marktvraag naar zorg. In hun onderlinge combinatie moeten de geschetste maatregelen zorgdragen voor een performance en kostenniveau die Careyn in staat stellen serieus mee te blijven dingen in een competitievere omgeving. Zij luiden tezamen een krachtig herstel in en bieden uitzicht op een duurzaam en robuust financieel toekomstperspectief. In de tweede helft van 2014 werden de eerste tekenen zichtbaar dat de weg naar verbetering was ingeslagen. Op basis van de financiële resultaten van 2014 kan geconcludeerd worden dat we met het transitietraject goed op weg zijn door het behalen van een productiviteitsverbetering en kostenverlaging en inmiddels lopen we hiermee ook voor op de planning. In vergelijking met 2013 is dan ook een veel beter operationeel resultaat behaald.

13

2.4.1 Professionalisering van het primair proces Dit traject moet leiden tot verbeteringen in de productiviteit van de zorgbedrijven en kostenreductie om daarmee te verwachten tariefaanpassingen te kunnen adresseren. Grosso modo dient dit te gebeuren door aanpassing en professionalisering van de werkprocessen. Per bedrijf zijn in 2014 productiviteitsverhogende maatregelen ingevoerd (in hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan). Dit heeft geleid tot een doelmatigere inzet van de zorgprofessional en daarmee tot een reductie van de directe personeelskosten. Ook in 2015 zal verdere verbetering van de productiviteit nog een aanzienlijke opgave zijn. 2.4.2 Passende ondersteuning tegen de laagste kosten De Raad van Bestuur heeft als doelstelling geformuleerd dat de ondersteuning van de zorgprocessen voortvarend op een passend niveau wordt gebracht en de daarmee gemoeide (indirecte) kosten binnen drie jaar tot een niveau van 10% van de bedrijfsopbrengsten worden gereduceerd. Het veranderprogramma t.b.v. de ondersteuning voorziet daarmee in een forse reductie van fte’s ondersteunend personeel door harmonisatie van de bedrijfsprocessen, zodat de ondersteuning niet diverse afwijkende processen meer hoeft te ondersteunen. Daarnaast zal Careyn meer en meer gebruik maken van self services, waardoor medewerkers bij de bron zoveel mogelijk zelf kunnen regelen, onder het motto ‘in één keer goed’. Hiermee voorkomen we herstelkosten van fouten. Het programma dat de geschetste doelstellingen moet opleveren, bestaat uit een aantal (deel-)projecten, die in 2014 zijn gestart. Dit betrof onder andere: de ontwikkeling en implementatie van een nieuw procesmodel, harmonisatie van de personeels- en salarisadministratie, idem het facturatieproces, implementatie van Purchase to Pay, reductie van de facilitaire kosten en de vereenvoudiging van de juridische structuur.

2.5 Het medewerkersperspectief De transitie van Careyn in lijn met de externe ontwikkelingen vraagt om wezenlijk andere processen en organisatie, andere werkwijzen en ook andere competenties van medewerkers en leidinggevenden en een andere cultuur. Medewerkers van Careyn hebben in 2014 dan ook van doen gehad met grote veranderingen en dat zal ook in 2015 verder zijn beslag krijgen. De veranderingen betreffen zowel de inhoud van het werk, alsmede de werkgelegenheid. Het uitgangspunt voor Careyn is hierbij steeds geweest om zich een goed werkgever te tonen en recht te doen aan de belangen van de betrokken medewerkers, maar evenzeer oog te hebben voor de continuïteit en kwaliteit van de organisatie. Binnen dit spectrum heeft Careyn de beleidslijn van de vier O’s ontwikkeld. Er wordt voorzien in Opleiding & Ontwikkeling van medewerkers om deze in staat te stellen te voldoen aan de nieuw aan hen te stellen eisen. Daar waar dat om moverende redenen niet opportuun is, wordt voorzien in Outplacement & Ontslag. Uiteraard worden ook daarbij steeds de eisen van goed werkgeverschap in acht genomen. 2.5.1 Formatie Evident is dat de wijzigingen waarmee Careyn in de financiering van haar activiteiten van doen heeft, ingrijpend zijn. Het is daarom niet te vermijden dat er forse krimp in de geboden werkgelegenheid moest plaatsvinden. Dat heeft zijn vertaling gekregen in het beëindigen van de inleen van extern personeel, het niet verlengen van tijdelijke contracten, het bewerkstelligen van versneld afscheid van medewerkers in geval van disfunctioneren en de bevordering van vrijwillige mobiliteit. Vanuit de visie ‘professionele sturing’ en ingegeven door de eisen van zorgverzekeraars is er ingezet op het aantrekken en ontwikkelen van extra personeel op niveau 4 en 5 in 2014 en 2015. Er is een zogenaamd ‘schuifplan’ opgezet voor het opleiden van bestaand personeel naar hogere kwalificatieniveaus. Daarmee is de boventalligheid op niveau 2 tot een minimum beperkt gebleven. 250 fte kreeg een extra leerlingplek en de mogelijkheid zich te kwalificeren van niveau 2 naar niveau 3 en van niveau 3 naar niveau 4 en van niveau 4 naar niveau 5. Ook was dit het vertrekpunt van de ontwikkeling van een meerjarig opleidingsbeleid dat in 2015 wordt vastgesteld. Kern hiervan is de combinatie van beroepsopleidingen, wettelijke opleidingen en opleidingen in het kader van de transitie. De financiële situatie van Careyn heeft er ook toe genoopt in dat verband wijzigingen aan te brengen in het toepasselijk kader. Met de betrokken vakorganisaties heeft Careyn een nieuw Sociaal Plan afgesloten dat meer recht doet aan de uitdagingen waarmee zij als grote zorginstelling van doen heeft. Daartoe is de organisatie er onder andere in geslaagd een aantal termijnen te bekorten om de financiële impact van een aantal reorganisaties te mitigeren. De mate waarin aanpassingen in de

14

vigerende kaderstelling kan plaats hebben, raken nadrukkelijk aan het financieel meerjarenperspectief van Careyn. 2.5.2 Verzuim Het bevorderen van de zelfredzaamheid van de klant beoogt Careyn in het HR-beleid ook als uitgangspunt voor de medewerker te hanteren. Careyn als organisatie zorgt dat de medewerker optimaal wordt ondersteund om het werk te kunnen doen en de eigen ontwikkeling vorm te geven. Vanuit deze optiek wordt het totale HR-beleid vorm gegeven, waarvan verzuimbeleid onderdeel is. Voor elk verzuimbeleid geldt dat dit het meest effectief is in de context van een totaal HR-beleid dat gericht is op de juiste mix van goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Met de uitdagingen waar Careyn voor staat –maatregelen vanuit politiek, veranderende zorgvraag, veranderende arbeidsmarkt- geldt dat in het bijzonder. Deze uitdagingen vragen een uitzonderlijke mate van flexibiliteit van de organisatie als geheel en daarmee ook van de medewerker. In 2014 was het hoge verzuimpercentage reden tot grote zorg en een belangrijke aanwijzing om actie te ondernemen. Careyn heeft vanaf 2015 een nieuw verzuimbeleid. Uitgangspunten zijn het versterken van zelfregie en het professionaliseren van de bedrijfsvoering. Dat moet leiden tot een betere continuïteit van zorg, een betere aanpak van verzuim en lagere verzuimkosten. Een hoog ziekteverzuim is ook zorgelijk in relatie tot de medewerkertevredenheid. Met het in 2014 ontwikkelde verzuimbeleid is meer dan ooit de nadruk gelegd op het faciliteren van een snelle terugkeer van de zieke medewerker. Zowel werkgever als werknemer hebben hierin beiden de taak om de werkrelatie goed en de communicatie open te houden. Dit samen en in openheid zoeken naar mogelijkheden gaat door wanneer een medewerker (tijdelijk) door ziekte beperkt of niet inzetbaar is. De focus van het verzuimbeleid is het faciliteren van de mogelijkheden van de medewerker om aan de slag te komen. Het nieuwe verzuimbeleid is in 2014 ontwikkeld en wordt per 01-01-2015 geïmplementeerd in de organisatie. De noodzaak van het drastisch terugbrengen van het verzuim is evident, zeker in het licht van de noodzakelijke transitie in het primair proces en het ondersteunend bedrijf. Met het opheffen van de functie van teammanager (voorheen integraal verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding in het eigen team) en gezien de benodigde cultuurverandering zal in 2015 ook de nodige energie en inzet gevraagd worden om het nieuwe verzuimbeleid te laten slagen en hiermee het verzuim te doen dalen. 2.5.3 Medewerkertevredenheid In het eerste kwartaal van 2014 heeft Careyn meegedaan aan de medewerker tevredenheid benchmark van ActiZ. Deze meting is door de Raad van Bestuur gedefinieerd als 0-meting. Hieruit bleek onder andere dat de werkbeleving van medewerkers gemiddeld een 7,1 bedroeg. In vergelijking met de andere organisaties in de benchmark was dit minder positief. De uitkomsten zijn gebruikt om de visie aan te scherpen en te vertalen naar het nieuwe concept van professionele sturing. Het oogmerk hierbij is onze klanten duurzame en uitstekende zorg te bieden en onze medewerkers in staat te stellen daaraan met plezier en trots vorm te geven. Dit wordt uitgewerkt door de professional weer in de ‘lead’ te brengen en de autonomie van de zorgteams te vergroten. Een team dat werkt volgens professionele sturing, heeft vrijheid om te bepalen hoe de zorg voor de cliënt het beste vormgegeven wordt, hoe de beste kwaliteit bereikt kan worden en hoe de taken binnen het team verdeeld worden. Het biedt professionals de ruimte om hun talent aan te wenden en verder te ontwikkelen. Zoals eerder opgemerkt, wordt het concept van professionele sturing in 2015 en 2016 geïmplementeerd in de organisatie.

15

3.

Bedrijven

3.1 Wonen met Zorg

De maatschappelijke veranderingen en het als gevolg hiervan gewijzigde overheidsbeleid (met name het afschaffen van ZZP 1 t/m 3) hebben op het bedrijf Wonen met Zorg en de bedrijfsvoering de nodige impact gehad. Daarnaast was ook de kwaliteit van zorg een belangrijk issue in 2014 waar op verschillende manieren aan gewerkt is. In een korte terugblik passeren de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten de revue. 3.1.1 Scheiden van wonen en zorg Eind 2013 werden de plannen voor een ingrijpende reorganisatie van Wonen met Zorg definitief vastgesteld. Met het afschaffen van de financiering van ZZP 1 t/m 3 komt er op termijn een einde aan de verzorgingshuiszorg. Doordat hiervoor geen nieuwe indicaties meer worden afgegeven, is er geen nieuwe instroom van klanten meer en zal door natuurlijk verloop het verzorgingshuis straks leeg komen te staan. Voor alle woonvoorzieningen van Careyn is in 2013 geanalyseerd welk toekomstperspectief van toepassing is; ofwel ontwikkeling naar zware zorg (verpleeghuiszorg) ofwel sluiting/afstoting van de voorziening. Tevens is een pakket maatregelen samengesteld om de bedrijfsvoering te optimaliseren. Met de gezamenlijke plannen is een kostenreductie van € 14 miljoen beoogd om aldus de kosten aan te passen aan de omzetreductie, de effecten van prijsdaling te compenseren en het rendement van de verpleeghuizen te versterken. Een ingrijpend traject, dat met name in de eerste helft van 2014 centraal stond, met soms forse gevolgen voor zowel cliënten als medewerkers. Werkprocessen zijn veranderd en de personele bezetting is noodzakelijkerwijs fors verminderd. De transformatie heeft met name voor de cliënten van de verzorgingshuizen grote gevolgen. Door het borgen van de leefbaarheid en veiligheid, het afstemmen van de inzet van medewerkers op het aantal aanwezige bewoners en het realiseren van een passende oplossing voor iedere bewoner indien leegstand toeneemt dan wel sluiting aan de orde is, worden deze gevolgen beperkt. 3.1.2 Kwaliteit van zorg In 2013 is het op de principes van ‘lean’ geënte programma de Kern gestart. Dit programma stelt zich tot doel teams op afdelingsniveau zelf de vernieuwing en verbetering van hun professionele werkprocessen te laten organiseren. Hierdoor krijgen teams meer tijd voor de directe zorg voor cliënten en voor de uitoefening van hun vak, met als gevolg betere kwaliteit van zorg, meer tevreden cliënten en medewerkers en terugdringing van verspilling. Het programma bestaat uit vier basismodules; (1) Cliëntperspectief, (2) Hoe doen we het nu, (3) Goed georganiseerde afdeling en (4) Cliëntensituatie in één oogopslag. Daarna zijn er nog een aantal procesmodules. Elke module wordt door het team via een vaste aanpak doorlopen (van voorbereiden, beoordelen, ontwerpen, plannen, uitvoeren en evalueren; de zgn. föhn). Eind 2014 werkten 30 teams met de Kern en zijn op kleine schaal mooie resultaten bereikt. Ook de kwaliteit en beleving van de maaltijd stond in 2014 centraal. Uit de benchmark van de CQindex blijkt landelijk gezien dat (de smaak van) de maaltijd in de top 3 staat van belangrijkste indicatoren voor klanttevredenheid. Dit gegeven en de lage score van Careyn op dit onderwerp hebben ertoe geleid dat Wonen met Zorg de beleving en kwaliteit van de maaltijd wil verbeteren. Hiertoe heeft op elke locatie een ‘Eten en Drinken Analyse’ plaatsgevonden, waarmee een Careyn-brede visie op eten en drinken is ontwikkeld en een verbeterplan per locatie, dat met de lokale cliëntenraden is afgestemd. Inmiddels is dit een integraal onderdeel geworden van het programma de Kern, als één van de procesmodules. Kwaliteit van zorg en klanttevredenheid wordt mede bepaald door de kwaliteit van het vastgoed. Woonzorgconcepten met een functionele inrichting aangepast aan hedendaagse (woon)wensen zorgen ervoor dat klanten nu en in de toekomst kiezen voor Careyn. In dit licht is het zgn. ‘Hart-van-concept’ ontwikkeld: een kleinschalige woonvoorziening voor zware (verpleeghuis)zorg omringd door

16

levensloopbestendige woningen waar klanten met zorg en ondersteuning van Careyn zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven, geïntegreerd in de wijk met de diverse zorgen welzijnsvoorzieningen (al dan niet door Careyn georganiseerd) binnen handbereik. In 2014 werden volgens dit concept twee nieuwe locaties in gebruik genomen: Careyn Woerdblok in Naaldwijk en Careyn Hart van Groenewoud in Spijkenisse, ter vervanging van de gedateerde locaties Careyn Pijletuinenhof in Naaldwijk, en Careyn De Marckenburgh in Spijkenisse, die hierdoor de deuren konden sluiten. In Woerden opende Careyn Weddesteyn weer zijn voordeur, nadat nieuw- en verbouw had plaatsgevonden. Het verhogen van de directe cliënttijd (‘de handen aan het bed’) kon in 2014 gerealiseerd worden door de invoering van het Elektronisch Zorgdossier van Caress binnen alle 30 locaties. Hiermee heeft Wonen met Zorg één uniforme multidisciplinaire werkwijze volgens de methodiek ‘Vier Levensdomeinen’. In de locaties Zes Rozen, Dierenriem, Torenhoeve, De Plantage en de Vier Ambachten wordt deze werkwijze bovendien toegepast met behulp van de iPad. De toepassing van technologische hulpmiddelen levert een efficiëntere werkwijze op en betrokkenheid van de klant bij het zorgleefplan, waarmee ook in de intramurale setting zelfregie bevorderd kan worden.

3.2 Zorg Thuis

Net als bij Wonen met Zorg heeft in 2014 bij Careyn Zorg Thuis de dagelijkse verzorging en verpleging van klanten in het primair proces voorop gestaan. De in 2015 verwachte bezuiniging op het volume wierp hierbij in 2014 al zijn schaduw vooruit. Daarnaast is veel energie en tijd ingezet voor verbeteringen in het basisproces en de productiviteit om zo ook een gezonde bedrijfsvoering te realiseren. Het voorbereiden op de wijzigingen in de langdurige zorg, onder andere het weer zelf indiceren door de wijkverpleegkundige en de overgang naar de zorgverzekeringswet, drukten een belangrijk stempel op de activiteiten in de tweede helft van het jaar. 3.2.1 Basis op Orde Het verbeterprogramma van Zorg Thuis in 2014 heeft als titel ‘De Basis op orde’ meegekregen. Op basis van een externe bedrijfsanalyse bleek dat er significante ruimte is voor verbetering op het gebied van onder andere de productiviteit van medewerkers in het primair proces, de kwaliteit van de roostering en planning, de registratie van cliëntcontacten en de optimalisatie van managementinformatie. Doelstelling van het programma is om de productiviteit die medio 2014 <72% (netto) was zo snel mogelijk op het niveau van de benchmark te brengen (78-80%, idem). Met een netto productiviteit van ca. 77% eind 2014 is de geformuleerde doelstelling van 76% behaald. In 2015 is de ambitie 78%, waarna in 2016 en 2017 79% resp. 80% wordt nagestreefd. In de periode juli 2014 – januari 2015 is in zes van de acht regio’s gewerkt aan het op orde krijgen van de productiviteit, alsmede aan rust en structuur in de thuiszorgteams. Onder begeleiding van een extern adviesbureau en met behulp van Careyn-medewerkers zelf (taskforceleden) zijn de meer dan 120 teams geadviseerd en begeleid in de implementatie van processen. Leidraad was hierbij de ondersteuningsvraag van teams zelf met de productiviteit als speerpunt van de exercitie. De werkprocessen zijn verbeterd door beter te sturen op de ondersteunende processen in de teams en door meer structuur aan te brengen in de werkzaamheden. Daarnaast is door het beschikbaar maken van besturingsmiddelen, zoals het productiviteitsdashboard, zowel voor de teams als voor het management het inzicht in de resultaten vergroot. 3.2.2 Vakbekwaam indiceren Per 01-01-2015 is met de overgang naar de Zorgverzekeringswet de wijkverpleegkundige verantwoordelijk voor het indiceren en organiseren van verpleging en verzorging, op basis van het professionele normenkader van VenVN. Met deze koppeling van de taken wordt ook een verbetering van de kwaliteit van zorg beoogd. Binnen Zorg Thuis was de voorbereiding op (her)indicering van bestaande en nieuwe klanten per 1 mei 2015 één van de speerpunten van 2014. Careyn heeft 246 wijkverpleegkundigen in dienst en in de wijkteams zijn in totaal 311 HBOgekwalificeerde verpleegkundigen (212,8 fte) werkzaam. De groep van 246 bachelor gekwalificeerde verpleegkundigen is in 2014 klaar gestoomd voor hun nieuwe taak. De groep is opgeleid om per 1 januari 2015 vakbekwaam te kunnen indiceren binnen deze context. Careyn heeft haar wijkverpleegkundigen een leertraject aangeboden waarin zij zich kunnen ontwikkelen tot een vakbekwaam indicatiesteller en organisator van de zorg. Careyn ziet het leertraject als een continu leerproces, waarbij ze de expertise intern wil beleggen en borgen en kennisdeling wil bevorderen. De eerste groep wijkverpleegkundigen, de zogenaamde ontwikkelgroep, heeft ook de train-de-trainer

17

opleiding gevolgd om zelf ook groepen te trainen. Zij werken in de borgingsfase als indicatiecoaches en hebben een blijvende rol bij het inwerken van nieuwe wijkverpleegkundigen. Naast de technische training om m.b.v. de iPad de indicatie te kunnen stellen was er ook uitdrukkelijk aandacht voor het inhoudelijke gesprek met de klant gegeven de verwachting dat in 2015 meer klanten voor hetzelfde (of een lager) budget geholpen moeten worden en de gevolgen die dit voor bestaande en nieuwe indicaties kan hebben. In praktijk is dit ondersteund met een algemene brief voor de klanten van Zorg Thuis en Thuisbegeleiding waarmee Careyn de klanten heeft geïnformeerd over de hervormingen in de zorg en wat dat voor Careyn en haar klanten betekent. 3.2.3 Kwaliteit van zorg In het kader van verbetering van de kwaliteit van zorg is in 2014 verder gewerkt aan de verbetering van de medicatieveiligheid en zijn de zorgdossiers geharmoniseerd. Ook is een belangrijke stap gezet in de bereikbaarheid voor klanten door ervoor te zorgen dat in 2014 alle wijkteams telefonisch voor klanten direct bereikbaar werden (i.p.v. via de klantenservice). Ter ondersteuning van het zorgproces heeft Careyn inmiddels meer dan 2.000 tablets in gebruik, waarmee wijkverpleegkundigen en andere zorgmedewerkers overal toegang hebben tot de gegevens van de klant. Hiermee speelt Careyn in op de gewenste innovatie van de ondersteuning van zorgprofessionals en cliënten om de doelmatigheid en kwaliteit van zorg en ondersteuning te verbeteren. Wijkverpleegkundigen kunnen het dossier ter plekke in overleg met de klant aanvullen, waardoor cliënten nauwer betrokken zijn en meer regie hebben over het eigen zorgplan.

3.3 Maatschappelijke Dienstverlening

De zorg voor en het welzijn van cliënten heeft ook bij Maatschappelijke Dienstverlening in 2014 Vanzelfsprekend opnieuw centraal gestaan. Tegelijkertijd is geïnvesteerd in een goede voorbereiding op de verschillende maatschappelijke transities en de bijbehorende consequenties voor medewerkers en management. Daarnaast heeft Careyn in de eerste helft van het jaar haar visie op de ontwikkelingen binnen de zorg geformuleerd. Thuisbegeleiding is daarin meegenomen als onderdeel van de nieuwe regionale organisatiestructuur. Voor Maatschappelijk Werk en JGZ is een onderzoek naar herpositionering gaande. 3.3.1 Organisatieontwikkeling De uitwerking van het in 2013 gekozen organisatiemodel is in 2014 verder geëffectueerd. Hiermee resteerde onder de directie één managementlaag en zijn de teams met behulp van coaching voorbereid op professionele sturing. Vanwege de integratie per 01-01-2015 met de bedrijven Wonen met Zorg en Zorg Thuis is in het laatste kwartaal extra geïnvesteerd in de relatie met het nieuwe regionaal management, zodat de regionale teams van Thuisbegeleiding goed opgenomen werden. Dat heeft geleid tot het clusteren van de aansturing binnen 7 grotere regio’s. Daarnaast is aandacht besteed aan de toekomst van de andere onderdelen van MD (JGZ, Maatschappelijk Werk en Sociaal Makelaarschap). Per werksoort is hiervoor een passend traject (samenwerking, overdracht, verzelfstandiging) gedefinieerd dat in de loop van 2015 verder beslag krijgt. Daarbij staat borging van de kwaliteit van dienstverlening en toekomstperspectief voorop. 3.3.2 Contractering 2015 Per 1 januari 2015 is de functie Begeleiding vanuit de AWBZ gedecentraliseerd naar de gemeenten (WMO). Begeleiding behelst naast Thuisbegeleiding ook andere onderdelen binnen Careyn. Daarom is er Careyn-breed samengewerkt bij de aanbesteding vanuit de afzonderlijke gemeentes. Alleen in gemeenten waar het aantal klanten zeer beperkt was, is door Careyn niet ingetekend op de aanbesteding. Opvallend is dat de tarieven fors naar beneden zijn bijgesteld (met soms 25%) en dat met geen enkele gemeente afspraken gemaakt konden worden over het af te nemen volume. Dat heeft consequenties gehad voor de benodigde formatie. Voor Jeugdgezondheidszorg, Maatschappelijk Werk en Sociaal Makelaarschap zijn subsidieverzoeken ingediend en beschikt. De afwijking in de opdracht voor 2015 hiervoor is marginaal ten opzichte van die voor 2014. 3.3.3 Thuisbegeleiding In de loop van 2014 werd geconstateerd dat het CIZ voorsorteerde op de komende decentralisatie van begeleiding. Het aantal nieuwe indicaties liep drastisch terug. De beschikbare formatie is in de toekomst te groot voor de hoeveelheid geïndiceerde uren. Hierdoor zal het rendement negatief worden. Door samenwerking te zoeken met Wonen met Zorg en Zorg Thuis kon een (beperkt) aantal medewerkers, met de juiste kwalificaties, overstappen naar deze bedrijfsonderdelen. Echter als gevolg van de decentralisatie en het niet kunnen maken van volumeafspraken met de gemeenten, is in het

18

vierde kwartaal van 2014 duidelijk geworden dat de ureninzet in 2015 (gebaseerd op de doorlopende indicaties) drastisch lager is vergeleken met 2014. Er is een reorganisatieplan opgesteld dat met een positief advies van de OR MD ten uitvoer is gebracht. Hierin is voorzien dat ruim 50 fte (bijna 70 mensen) boventallig worden en via het Sociaal Plan van Careyn afvloeien.

3.4 Gezondheid Service Het onderdeel Gezondheid Service heeft in 2014 zowel de financiële als kwalitatieve doelen behaald. Op een breed aantal onderdelen zijn verbeteringen gerealiseerd. Ook moest er gereorganiseerd worden, waarbij het bedrijfsonderdeel Dieetadvisering en Voedingsvoorlichting is overgedragen aan de divisie Behandeling. De stafafdeling is gesaneerd en van meerdere medewerkers is afscheid genomen. Gezondheid Service heeft als doel mensen praktische ondersteuning te bieden ten behoeve van een zo gezond en aangenaam mogelijk leven, nu en in de toekomst. Centraal stond het ontwikkelen en het in samenwerking met de lokale teams aanbieden van additionele en ondersteunende diensten rond gezondheidsbevordering, langer zelfstandig thuis wonen, zorg en welzijn, in lijn met externe ontwikkelingen. 3.4.1 Careyn Personenalarmering Eind 2014 zijn alle klanten met professionele alarmering woonachtig in de regio’s Utrecht Stad en Utrecht West uitgerust met een individuele, gecertificeerde sleutelkluis, waardoor de professionele opvolging voor onze klanten buiten kantooruren door ambulancedienst RAVU overgenomen kon worden. Dit voorkomt improductiviteit (en dus kosten) bij Careyn. Vanaf begin 2014 maken 200 klanten woonachting in de regio Goeree Overflakkee gebruik van onze alarmering. Alle nieuwe klanten in deze regio, die gebruik willen maken van onze professionele alarmering, worden direct uitgerust met een individuele sleutelkluis (SKG** gecertificeerd). Hierdoor kunnen de uitruktijden bij een noodsituatie (zoals een valpartij) tot een absoluut minimum beperkt worden. Medio 2014 zijn circa 80 klanten in Westvoorne vanuit Laurens overgezet op professionele alarmering van Careyn. Begin 2014 is besloten om de dienst mobiele alarmering aan te bieden in combinatie met professionele alarmering aan huis. Dankzij deze uitbreiding zijn we beter in staat in te spelen op onze klantwensen wat terug te zien is in de gestage groei van deze nieuwe abonnementsvorm. 3.4.2 Erasmusbrug Zorglijn In de loop van 2014 zijn er een aantal nieuwe B2B-klanten bijgekomen, zowel bij personenalarmering als bij de telefonische bereikbaarheid. Tegelijkertijd is fors gesneden in de kosten. Hierdoor is de winstgevendheid van de Zorglijn in de loop van 2014 sterk verbeterd, ondanks de toegenomen concurrentiedruk. Afgelopen jaar zijn er ook meer medicatiedispensers (Medido’s) aangesloten. Deze nieuwe vorm van dienstverlening brengt een hoge klanttevredenheid en een gezond rendement met zich mee. In antwoord op de aangescherpte eisen vanuit de Inspectie is in 2014 een pilot met een medicatiecontrole-app succesvol gerealiseerd. De verdere implementatie krijgt in 2015 zijn beslag. 3.4.3 Careyn Klant Contact Centrum In 2014 zijn de klantenservices Schiedam, Utrecht en Breda volledig geïntegreerd op één locatie met geüniformeerde processen. Daarnaast is de Klantcontactstrategie verder vertaald naar praktische, nieuwe dienstverlening in samenhang met ontwikkelingen rondom de directe bereikbaarheid van teams in de thuiszorg. Eind 2014 is de telefonische bereikbaarheid van de Servicedesk Financieel overgenomen door de klantenservice. 3.4.4 Careyn Keuzepakket In 2014 lag de focus op productontwikkeling en dienstverlening voor de doelgroep ouderen, mantelzorgers en aanstaande en jonge gezinnen, met als doel abonnees meer te binden aan Careyn. Keuzepakket heeft voorts in samenwerking met Wonen met Zorg, Vastgoed en Zorg Thuis een voorstel ontwikkeld voor diensten op maat voor bewoners van Careyn zorgcomplexen. De interactieve website CareynKaart.nl met ‘mijn pagina’ functionaliteit is verder vorm gegeven. Abonnees kunnen hun eigen gegevens beheren en zich inschrijven voor cursussen, vakanties en andere activiteiten. De Careyn Koerier is in 2014 opnieuw vormgegeven. De nieuwe uitgave heet Careyn Magazine en is elk kwartaal huis-aan-huis verspreid. De respons op het magazine is verhoogd. Zo zien we na het uitkomen van het magazine een piek in het aantal inschrijvingen voor de Careyn Kaart, de cursussen en diensten.

19

Het loyaliteitsprogramma Careyn Floreyn is na de pilot in Breda, verder uitgewerkt en uitgerold over het hele werkgebied.

3.5 Kraamzorg Kwaliteit van zorg stond ook in 2014 voorop in de dienstverlening van Careyn Kraamzorg. Dit heeft voor 2014 onder andere geresulteerd in het afsluiten van A-contracten met de belangrijkste zorgverzekeraars: Achmea/AGIS en Menzis. Eind 2013 heeft Careyn Kraamzorg deelgenomen aan de Benchmark Medewerkers Monitor. Hieruit bleek dat Careyn Kraamzorg koploper is in de sector. Klant- en medewerkertevredenheid alsmede een gezonde financiële bedrijfsvoering bleven desalniettemin in 2014 belangrijke speerpunten. 3.5.1 Positionering en samenwerking Begin 2014 heeft de Raad van Bestuur van Careyn besloten af te zien van een volledige vervreemding van Careyn Kraamzorg (inclusief geboortecentrum Origine). Met het landelijk beleid rond de integrale geboortezorg en de vorming van (regionale) verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV) zal naar verwachting in 2015 het vraagstuk rondom de positionering van Kraamzorg opnieuw aan de orde komen mede afhankelijk van de regionale uitwerking van het concept van integrale geboortezorg. Zo zullen er regio’s zijn die het concept van de integrale geboortezorg in de vorm van een nieuw in te richten organisatie willen inbedden. Anderen zullen kiezen voor joint ventures, waarin zelfstandige organisaties of onderdelen daarvan onder een gemeenschappelijk bestuur worden gebracht. Denkbaar is ook dat er regio’s zijn waarbinnen het VSV word benut om het concept van integrale geboortezorg verder vorm te geven op een meer netwerkachtige basis. Dit alles raakt nadrukkelijk aan de positionering van Kraamzorg. Hiertoe heeft Careyn Kraamzorg in 2014 zich al ingezet door aansluiting te zoeken met verschillende Verloskundige Samenwerkingsverbanden en andere samenwerkingsverbanden te onderzoeken. Dit zal in 2015 verder vervolg krijgen. 3.5.2 Marktaandeel en marktontwikkeling Vanaf januari 2014 is het aantal geboorten (landelijk) weer gaan stijgen. Het aantal verzorgingen van Careyn Kraamzorg is hiermee ook gestegen, waardoor het (landelijk) marktaandeel gelijk is gebleven. Een andere belangrijke landelijke trend is dat thuisbevallingen afnemen. De afgelopen jaren was de trend al om steeds meer in ziekenhuizen te bevallen. De opkomst van eerstelijns geboortecentra heeft dit alleen maar versterkt. In 2014 zijn er enkele kosten reducerende maatregelen genomen zoals het reduceren van vaste formatie, van de inzet van flexibel personeel, van de uitgaven t.g.v. marketing, van huisvestiging, van verzuim en het centraliseren van de planning. Om daarnaast de productie te verhogen is er extra aandacht voor het binnenhalen van verzorgingen, zijn er aanvullende marketing inspanningen uitgerold, is er extra ingezet op accountmanagement ten behoeve van verloskundigen en is de gemiddelde zorgduur verhoogd. 3.5.3 Geboortecentrum Origine Met Geboortecentrum Origine speelt Careyn Kraamzorg al enkele jaren in op de ontwikkelingen omtrent de integrale geboortezorg. Geboortecentrum Origine is een samenwerkingsverband tussen verloskundigen en kraamzorg in het ziekenhuis in Breda. In 2014 is een intentieverklaring getekend met het Amphia ziekenhuis, de coöperatie van verloskundigen en de maatschap gynaecologie om per 1 januari 2016 te komen tot een geïntegreerde organisatie voor geboortezorg. Daarnaast is in 2014 ingezet op bevallen met lachgas ten behoeve van pijnbestrijding. Hiervoor is een business case opgesteld, welke een belangrijk onderdeel vormt in de contractbesprekingen met Achmea, VGZ en CZ. De meeste zorgverzekeraars staan hier positief tegenover. Het voornemen is medio 2015 te kunnen starten met bevallingen waarbij lachgas ingezet kan worden.

3.6 Huishoudelijke Zorg In het licht van de strategie ‘Wendbaar op weg naar 2020’ wil Careyn zich (blijven) richten op basisvoorzieningen in de wijk om kwetsbare ouderen te ondersteunen zo veel en zo lang mogelijk zelfredzaam te blijven en een kwalitatief goed leven te behouden. Voor andere sociaal kwetsbare burgers, die ondersteuning nodig hebben, zal Careyn waar mogelijk een passend aanbod formuleren. Binnen dit wijkaanbod past ook (een vorm van) huishoudelijke ondersteuning, maar deze hoeft evenwel niet door Careyn zelf te worden geleverd en kan goed in een keten-samenwerking met een ‘dedicated’ HZ partij worden aangeboden. Geconcludeerd is dat Huishoudelijke Zorg naar verwachting in de komende jaren 2014 – 2018 een (te) grote negatieve financiële impact zal hebben op het concern, gezien de enorme bezuinigingen die (ook al in 2014) worden doorgevoerd door de (gemeentelijke)

20

overheid. Op basis van deze inhoudelijke en financiële overwegingen is in het eerste kwartaal van 2014 besloten tot vervreemding van HZ over te gaan. Dit heeft ertoe geleid dat in april 2014 Careyn en TZorg overeenstemming hebben bereikt over de overname van de activiteiten van Careyn Huishoudelijke Zorg. Tzorg heeft 4.000 directe medewerkers van Careyn overgenomen, samen met ongeveer 20.000 cliënten in de regio’s Rotterdam, NWN, DWO, de Zuid-Hollandse eilanden, Utrecht en Noord-Brabant. De medewerkers zijn overgegaan, conform de CAO VVT, met een arbeidsovereenkomst voor minimaal hun bestaande vaste uren en met behoud van salaris, hun bepaalde of onbepaalde tijdscontract en anciënniteit. Ook tientallen zorgcoördinatoren en planners hebben een baan aangeboden gekregen. Voor de indirecte medewerkers, regiomanagers, staf en administratieve krachten, is in overleg met de medezeggenschap en de vakbonden een passende oplossing gezocht. Tzorg en Careyn hebben gezamenlijk gezorgd voor de begeleiding van arbeidsongeschikte medewerkers.

3.7 Gezondheidscentra Door middel van toegankelijke en goed georganiseerde zorg en ondersteuning in de buurt, worden burgers beter in staat gesteld zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun gezondheid en zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. De huisartsenvoorziening en gezondheidscentra spelen hierbij in de eerstelijnszorg een cruciale rol als poortwachtersfunctie. Uitgangspunt voor de Gezondheidscentra van Careyn is het zichtbaar bijdragen aan de gezondheidswinst van de patiëntpopulatie. Naast gezondheidswinst draait het om maatschappelijk rendement. Dit betekent dat met het beschikbare budget een gezonde bedrijfsvoering wordt neergezet en kwaliteit conform de vigerende zorgstandaarden en zorginhoudelijke best practices wordt geboden. Ook gaat het om het effectief samenwerken in multidisciplinaire zorgteams rond de as huisarts/wijkverpleegkundige waardoor onnodige zorgconsumptie in de 2e lijn of intramurale zorg kan worden vermeden. Hiertoe hebben de gezondheidscentra van Careyn in 2014 langs de volgende kernthema’s gewerkt:  Verbinding met de ouderenzorg door zorgprogrammering en de module Kwetsbare Ouderen inclusief Polyfarmacie. De huisarts is regisseur en het casemanagement wordt gedaan door de wijkverpleegkundige of praktijkondersteuner.  Doorontwikkeling van multidisciplinaire zorgprogramma’s en het uitbreiden van diagnostiek zoals ECG' s en doppler (substitutie van de 2e naar de 1e lijn).  Wijkontwikkelplan met de gemeente waarin de paragraaf Zorg prominent is opgenomen mede gelet op het belang van de WMO ontwikkeling en daarmee de ontwikkeling van wijkzorgteams.  Taakherschikking; doorontwikkelen van de functie SOH/kleine kwalen spreekuur.  Verstevigen relatiemanagement; lokaal en met partners als de zorgverzekeraar, het gezondheidscentrumnetwerk GZN en de overlegtafel Oser (Rotterdamse gezondheidscentra). Relaties benutten om het portfolio van de gezondheidscentra te verbreden/verdiepen en crossselling met de overige bedrijfsonderdelen van Careyn, met name de thuiszorg, te bevorderen. 3.7.1 Zorggroep Kiek Alle huisartsen van de Stichting gezondheidscentrum De Akkers (10 praktijken) zijn aangesloten bij Zorggroep Kiek. Kiek is een coöperatie opgericht door De Akkers en huisartsenpraktijk Dallelaan (vrijgevestigde huisartsen). Kiek sluit 1e lijns DBC-contracten met de zorgverzekeraar voor integrale DM2 en COPD zorg. Maandelijks komen de huisartsen samen voor overleg. Zo zijn nieuwe integrale zorgprogramma's ontwikkeld als Depressie, CVRM en Kwetsbare Ouderenzorg. Ketenpartners, zoals de wijkverpleging van Careyn, zijn direct betrokken bij de implementatie van de zorgprogramma's en hebben invloed in de vertaling van het zorgprogramma naar operationele protocollen. 3.7.2 Verbouwing Gezondheidscentrum de Akkers De uitstraling van het gezondheidscentrum was gedateerd, functioneel niet meer up to date en de apotheek was niet conform de door de RIE gestelde eisen. De verbouwing is in maart 2014 afgerond. Hiermee konden de zorgfuncties state of the art zorg leveren en is de wijkfunctie verder uitgerold. 3.7.3 Productie/productiviteit Voor 2014 gold een beoogde productiegroei van 1,5% ten opzichte van de productie van 2013. De groei is gerealiseerd door uitbreiding van verrichtingen en programma's (zoals ECG's, vaatonderzoek, zorgprogramma's) en door de taakherschikking van huisarts en de gespecialiseerde huisartsassistente. 90% van alle afspraken die door assistentes afgehandeld kunnen worden, zijn ingepland in het spreekuur van de assistentes.

21

3.7.4 Vervreemding huisartsenpraktijk Zalmplaat De nieuwe huisartsenfinanciering per 1 januari 2015 gaat uit van beloning door samenwerking. Een standalone positie van een kleine huisartsenpraktijk als Zalmplaat werd daarmee als zorgwekkend en risicovol gezien. Een lokale partij van drie vrijgevestigde huisartsen, Maatschap Gezondheidscentrum Zalmplaat, is in 2014 bereid gevonden onder gunstige voorwaarden en met instemming van de zorgverzekeraar de praktijk over te nemen. Doordat Careyn zich uit Hoogvliet als praktijkhouder heeft teruggetrokken, is er ruimte om de bestaande samenwerking met Careyn Zorg Thuis te intensiveren. De Maatschap Gezondheidscentrum Zalmplaat heeft deze wens ook uitgesproken in aanloop naar de bouw van een nieuw gezondheidscentrum. Derhalve kan Careyn haar positie als (extramurale) zorgaanbieder in het netwerk met de huisartsen aanzienlijk versterken.

3.8 Ondersteunende bedrijven Zoals eerder in dit verslag al aan de orde kwam, hebben de ondersteunende bedrijven met de in 2014 gestarte transitie de komende drie jaar een forse opgave voor de boeg. In het licht van de maatschappelijke veranderingen, afnemende budgetten en te hoge overhead bij Careyn werd in 2014 de noodzaak tot reductie van indirecte kosten evident (zie ook 2.4). Inhoudelijk is dit in 2014 vorm gegeven met het transitieprogramma ‘passende ondersteuning tegen de laagste kosten’. Careyn is hierbij nadrukkelijk op zoek naar operational exellence voor haar directe en indirecte activiteiten. De aandacht is vooral gericht op standaardiseren, vereenvoudigen, flexibiliseren en de stroomlijning van processen en efficiency. Deze waarde discipline is mede relevant voor onze inhoudelijke keuzes maar vooral van toepassing op de indirecte activiteiten/processen, zowel in het primaire als het ondersteunende proces. Met verschillende (al eerder genoemde) projecten worden de ondersteunende activiteiten in een nieuw procesmodel gebracht. Per project is een business case gemaakt of in ontwikkeling. De genoemde besparingen in de business cases worden gemonitord, zowel op structurele verbetering van de bijdrage aan het bedrijfsresultaat, afgeleide FTE reductie en materieel reductie. De resultaten worden per project nauwgezet gemonitord en periodiek gerapporteerd, zodat inzichtelijk is welke projecten op schema zijn en voor welke projecten wellicht bijsturing en/of extra ondersteuning nodig is. In organisatorische zin zijn in 2014 alle ondersteunende bedrijven onder aansturing van de CFO gebracht en de activiteiten binnen zes afdelingen geïntegreerd en heringericht: Change, Control, Administraties, ICT, HR & Transitie en Servicebureau. Via separate inrichtingsplannen per afdeling is na advisering door de COR de bijbehorende formatiereductie geëffectueerd. In totaal reduceren de indirecte functies van ca. 1.200 fte naar ca. 500 fte. In het verslagjaar betrof dit 305 fte. Ook de materiële kosten zijn in 2014 aanzienlijk teruggebracht, van ca. € 64,5 miljoen naar ca. € 58,5 miljoen.

22

4.

Kwaliteit van dienstverlening

4.1 Algemeen kwaliteitsbeleid

Het kwaliteitsbeleid is een directe afgeleide van de missie, visie en kernwaarden van Careyn. Kort gedefinieerd is kwaliteit het voldoen aan de gerechtvaardigde wensen en behoeftes van de klanten en externe relaties binnen de door de wettelijke en door de opdrachtgevers (financiers) aangegeven kaders. Deze kwaliteitsvisie is vertaald in het kwaliteitsbeleid, vastgelegd in de kwaliteitsmanagementsystemen van de verschillende Careyn-onderdelen. Management en medewerkers zijn zich ervan bewust dat kwaliteitsgericht werken een geïntegreerd onderdeel uitmaakt van het dagelijks werken en denken en dat het een continu proces van verbetering is. Het gezamenlijk ontwikkelen, implementeren en borgen van het kwaliteitsbeleid wordt gezien als een gemeenschappelijk leerproces, dat doorlopend aandacht vraagt.

4.2 Sturing op kwaliteit

Voor het beschikbaar stellen van de benodigde sturingsinformatie is in voorgaande jaren het kwaliteitsdashboard ontwikkeld. Hiermee wordt de kwantitatieve informatie ten aanzien van de kwaliteitsindicatoren beschikbaar gesteld aan het management. De verschillende dashboards worden, inclusief een kwalitatieve analyse per indicator, eens in de vier maanden besproken in de MT’s van bedrijven; de Centrale Cliëntenraad, de Raad van Bestuur en de auditcommissie Zorg & Kwaliteit van de Raad van Toezicht. 4.2.1 Careynbrede Stuurgroep Kwaliteit Per januari 2014 is een Stuurgroep Kwaliteit Careyn in het leven geroepen. Deze stuurgroep heeft de volgende taken: 1. Anticiperen op en monitoren van externe ontwikkelingen (weten regelgeving); 2. MT’s / Raad van Bestuur adviseren, coördinatie voeren en sturing geven, op het gebied van kwaliteit van zorg in de breedste zin van het woord (speerpunten en kaders); 3. Borging en bewaking van speerpunten Inspectie voor de Gezondheidszorg e.d.; 4. Ophalen van signalen uit de praktijk en bij herhaling van signalen, zo nodig voorstellen doen tot beleid. Een doel van de Stuurgroep is de verbinding tussen lijn en staf, top en professionals te bevorderen. Dit betekent dat naast de lijnvertegenwoordigers (Raad van Bestuur, directies en MT’s) ook kwaliteitsfunctionarissen, een specialistisch verpleegkundige en een specialist ouderengeneeskunde deelnemen in de stuurgroep. De stuurgroep heeft in 2014 vijf maal vergaderd. Naast de Careynbrede Stuurgroep Kwaliteit is er een Stuurgroep Kwaliteit ZT en een Stuurgroep Kwaliteit WmZ, die binnen het eigen bedrijf de activiteiten ten aanzien van kwaliteit(sverbetering) coördineert. Voor enkele risicovolle zorginhoudelijke onderwerpen zijn specifieke stuurgroepen of commissies ingesteld. Dit betreft de onderwerpen infectiepreventie, medicatieveiligheid en uitvoering BOPZ/vrijheidsbeperking. 4.2.2 Careynbrede Commissie Infectiepreventie (CCIP) Deze commissie is verantwoordelijk voor het vormgeven van het infectiepreventiebeleid van Careyn. De CCIP heeft een zwaarwegende adviserende stem op het gebied van infectiepreventie aan de Raad van Bestuur, regiomanagers en afdelingen van Careyn. De CCIP faciliteert een uniforme uitvoering van beleid in de drie regio’s: Utrecht Stad, Utrecht West en Zuid West. Ze bestaat uit vertegenwoordigers uit de Regionale Commissie Infectiepreventie, een regiomanager, een ARBO-adviseur en een kwaliteits- en beleidsadviseur.

23

In het jaarplan 2014 waren de speerpunten: • werken met aandachtsvelders op elke locatie van Wonen met Zorg • scholing • naleving persoonlijke hygiëne van medewerkers (haren, sieraden, handen wassen) • registratie uitbraken infectieziekten • harmonisatie en implementatie (WIP)-protocollen (waaronder BRMO en influenza) Hoewel de CCIP een intramurale focus kent, is ook Zorg Thuis hierin vertegenwoordigd. De uitvoering van het infectiepreventiebeleid in de regio is belegd bij de drie regionale Commissies Infectiepreventie (RCIP’s). 4.2.3 De Careyn Commissie Farmaceutische Zorg (CCFZ) Deze commissie is verantwoordelijk voor het vormgeven van het medicatieveiligheidsbeleid van Careyn en de daarbij behorende Careyn-brede documenten. De commissie bestaat uit inhoudsdeskundigen/vertegenwoordigers van alle regio’s, voor Zorg Thuis en Wonen met Zorg. De commissie heeft in 2014 vier maal vergaderd. Speerpunten in 2014 waren: • dubbele controle losse risicovolle medicatie • invoering BEM in EZD De borging van de uitvoering van het medicatieveiligheidsbeleid in de regio is belegd bij de drie regionale commissies. 4.2.4 Careyn Stuurgroep BOPZ De Careyn Stuurgroep BOPZ is verantwoordelijk voor het Careyn-brede BOPZ-beleid en de daarbij behorende documenten. De stuurgroep bestaat uit de BOPZ-artsen van de regio’s onder voorzitterschap van de manager Behandeling, en een kwaliteitsadviseur ter ondersteuning. In 2014 heeft de stuurgroep 8 keer vergaderd. Speerpunten in 2014 waren: 1. Actualisatie van het beleidsdocument ‘Toepassing van de wet BOPZ in Careyn deel 1 – beleid’ 2. ontwikkeling en uitvoering van scholing voor uitvoerenden op alle BOPZ-locaties van Careyn 3. stappenplan preventie vrijheidsbeperking en afbouwteams vrijheidsbeperkende maatregelen 4. ontwikkeling registratie M&M in EZD 5. huisreglement De borging van de uitvoering van het BOPZ-beleid in de regio is belegd bij de drie regionale BOPZcommissies. 4.2.5 Inzet kwaliteitsaccountant Careyn maakt gebruik van de adviesdiensten van een kwaliteitsaccountant, een voormalig inspecteur IGZ. In 2014 heeft de kwaliteitsaccountant drie kwaliteitsadviseurs getraind in het uitvoeren van interne audits conform de IGZ-systematiek. Daarbij heeft zij bij een aantal interne audits als 2e auditor gefungeerd. Daarnaast heeft zij vier locaties zelfstandig geauditeerd. De hieruit voortvloeiende bevindingen zijn door het betreffende management in een verbeterplan opgepakt.

4.3 Speerpunten kwaliteit in 2014

Voor 2014 zijn per bedrijf, de volgende speerpunten op het gebied van kwaliteit afgesproken: Speerpunten Kwaliteit 2014 – Zorg Thuis ‑ Verbetermanagement In 2014 is het project Basis op Orde uitgevoerd. Teams hebben hulp gekregen bij het op orde brengen van basisprocessen als roosteren, plannen, verwerken indicaties, rechtmatige zorg etc. Vervolgens wordt de voortgang gemonitord met behulp van een dashboard. ‑ Zorgdossier Het zorgdossier van Zorg Thuis is geharmoniseerd (voldoet aan de regelgeving), zodat in alle regio’s hetzelfde dossier wordt gebruikt. De implementatie hiervan is gestart in juni 2014 wordt naar verwachting afgerond in mei 2015. De toetsing hiervan vindt plaats door zowel in- als externe audits en de Inspectie van de Volksgezondheid.

24

‑

Medicatieveiligheid In 2014 zijn er in alle regio’s formele samenwerkingsverbanden in het kader van de medicatieveiligheid. Deze zijn vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten tussen Careyn en apothekers. In een aantal regio’s zijn hierbij ook de huisartsen betrokken. Op lokaal niveau zijn er directe contacten tussen wijkverpleegkundigen en apothekers tot stand gekomen. In het voorjaar 2014 is deze samenwerking geëvalueerd. In de periode van november 2013 tot februari 2014 is er bij alle 180 teams Zorg Thuis een (interne) medicatieaudit uitgevoerd. Al deze acties hebben er voor gezorgd dat er op dit thema een forse verbeterslag is gemaakt bij Zorg Thuis. Een knelpunt blijft het verkrijgen van een actueel medicatieoverzicht en toedieningslijst bij sommige apothekers. Een ander knelpunt is de dubbele controle van risicovolle medicatie bij cliënten en/of mantelzorgers, die zelf de controle niet kunnen doen. Hiervoor is een pilot opgestart met digitale dubbelcontrole. Deze pilot is geëvalueerd en naar aanleiding hiervan vindt verdere besluitvorming plaats.

Speerpunten Kwaliteit 2014 - Wonen met Zorg ‑ Verbetermanagement De Kern (zie ook 3.1.2) Er hebben scholingen plaatsgevonden in het kader van werken met het Elektronisch Zorg Dossier (EZD). Ook is het verbetertraject SMART formuleren en methodisch werken eind 2014 gestart. In 2015 wordt het dashboard kwaliteit een vast agendapunt in het kader van de P&C cyclus. ‑ Hygiëne en infectiepreventie Medio 2014 is een Careynbrede stuurgroep Infectiepreventie (CIP) ingesteld. Hieronder ressorteren drie regionale CIP’s. Deze stuurgroepen dragen zorg voor de correcte implementatie van de hygiëneprotocollen in de eigen regio. Ook zijn zij een vraagbaak op het gebied van infectiepreventie voor de teams in de eigen regio. Alle regionale commissies beschikken over een hygiënist met specifieke kennis van de VVT-sector. Eind 2014 zijn op alle locaties in de Careyn regio Zuid West interne audits gehouden. Naar aanleiding van de resultaten worden verbeterplannen uitgevoerd. Diezelfde exercitie wordt in het 1e tertaal 2015 in Utrecht Stad en Utrecht West uitgevoerd. - Vrijheidsbeperking In alle regio’s zijn de afbouwteams ingericht. De verwachting is dat in 2015 de eerste resultaten zichtbaar zullen worden. - Mondzorg Binnen een paar verpleeghuizen is de mondzorg nog niet afdoende geregeld. Dit is direct opgepakt en per juli 2015 zal dit binnen alle Careyn verpleeghuizen wel het geval zijn, zo is de verwachting. Eind 2015 vindt een toetsing plaats en zal de mondzorg en het bijbehorende beleid geborgd zijn en ter beschikking worden gesteld aan andere zorginstellingen.

4.4. Bewaking van kwaliteit van zorgen dienstverlening Standaard wordt de kwaliteit van zorgen dienstverlening bewaakt aan de hand van klanttevredenheidsonderzoeken, zorginhoudelijke indicatoren, (in- en externe) audits, Meldingen Incidenten Cliënten (MIC-meldingen), Melding Incidenten Medewerkers (MIM-meldingen), klachten en calamiteitenmeldingen. Hierna worden deze onderwerpen en de resultaten kort besproken. 4.4.1. Klanttevredenheid Careyn Wonen met Zorg (WmZ) In oktober en november 2013 is binnen Wonen met Zorg het tweejaarlijkse klantervaringsonderzoek conform de CQI methodiek uitgevoerd. In 2014 heeft geen onderzoek plaatsgevonden.

CQI Wonen met Zorg oktober/november 2013 Beveelt u Careyn bij anderen aan? cliënten somatiek Beveelt u Careyn bij anderen aan? cliënten PG

2013 7,86 7,6

2011 7,74 -

25

Careyn Zorg Thuis (ZT) In 2014 is binnen Zorg Thuis het klantervaringsonderzoek conform de CQI-methodiek uitgevoerd. Careyn Zorg Thuis

2014

Beveelt u Careyn bij anderen aan?

8,57

Careyn Kraamzorg (KZ) Bij Kraamzorg blijkt uit de resultaten van het CQI onderzoek van eind 2013 dat de klanttevredenheid goed is en op het landelijk gemiddelde ligt. In 2014 heeft geen onderzoek plaatsgevonden. Kraamzorg Welk cijfer geeft u de zorginstelling?

2013 8,3

Maatschappelijke Dienstverlening (MD) Bij het Algemeen Maatschappelijk Werk is in 2014 geen tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Bij het doorlopende onderzoek in 2013 was het gemiddelde rapportcijfer een 8,3. Bij de Jeugdgezondheidszorg is in april 2013 een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd. In 2014 heeft geen onderzoek plaatsgevonden Jeugdgezondheidszorg Overall gemiddeld cijfer

2013 7,5

Gezondheid Service Bij Gezondheid Service zijn in 2013 bij alle afdelingen klanttevredenheidsonderzoeken gedaan. In 2014 zijn geen onderzoeken uitgevoerd. Careyn Personenalarmering Welk cijfer geeft u aan personenalarmering o.g.v. kwaliteit?

2013 7,8

Careyn Keuzepakket

2013

Welk cijfer geeft u aan deze dienst o.g.v. kwaliteit?*

8,24

* omgerekend naar tienpuntsschaal

Careyn Klantenservice

2013

Overall gemiddeld cijfer

7,44

Careyn GS KTO Voeding- en Dieetadvisering

2013

Overall gemiddeld cijfer

8,71

4.4.2 Zorginhoudelijke Indicatoren In 2014 zijn de zorginhoudelijke indicatoren zowel bij de cliënten van Wonen met Zorg als die van Zorg Thuis niet landelijk gemeten. Dit in verband met de wijzigingen in de landelijke systematiek. Binnen Careyn zijn wel de volgende indicatoren verwerkt in het dashboard voor het management: • Aantal en soort incidentmeldingen (MIC) • Aantal en soort klachten • Resultaten van onderzoek door IGZ • Resultaten van zorginhoudelijke interne audits 4.4.3 Interne audits In 2014 zijn 40 interne audits uitgevoerd. Bij het VVT-bedrijf zijn door de directie speerpunten geformuleerd. Speerpunten bij Zorg Thuis waren: medicatieveiligheid en inhoud zorgdossier. Bij Wonen met Zorg waren dit: mondzorg, medicatieveiligheid en hygiëne & infectiepreventie.

26

Het geheel doorlopen van de PDCA-cyclus blijft Careyn-breed een punt van aandacht. De geconstateerde onregelmatigheden werden door het management opgepakt, waarbij 76% van de plannen van aanpak binnen de afgesproken termijn werden opgesteld. 4.4.4 Melding Incidenten Cliënten (MIC) In 2014 zijn over alle bedrijven in totaal 8.867 incidenten gemeld, 2.487 minder dan in 2013. De daling is met name geregistreerd bij Wonen met Zorg en manifesteert zich bij alle categorieën incidenten. Deze daling lijkt verband te houden met de invoering van een nieuwe registratiesysteem in Caress en wordt nader onderzocht. WmZ

ZT

MD

KZ

TOTAAL

Soort incident

2013

2014

5.022

3.412

Valincident

3.063

348

1

Medicatiefout

2.376

1.051

2

-

4.436

3.429

overige

1.646

354

26

-

1.896

2.026

Totalen

7.085

1.753

29

0

11.354

8.867

4.4.5 Melding Incidenten Medewerkers (MIM) De meeste Arbo-meldingen bij Careyn kwamen in 2014, net als in 2013, van Wonen met Zorg. Veruit de meeste meldingen betroffen ‘agressie & geweld’. Ook de meeste ongevallen komen van Wonen met Zorg. De meldcultuur op dit punt is bij heel Careyn voor verbetering vatbaar en heeft daarom de aandacht.

8

31

187

14

Careyn TOTAAL 2014

13

15

6

22

147

0

0

2014 TOTAAL

16

melding Inspectie SZW

12

arbo knelpunten (overige)

seksuele intimidatie

Careyn TOTAAL 2013

schokkende gebeurtenissen Biologische agentia (infectierisico)

ongevallen met verzuim ongevallen zonder verzuim bijna-ongevallen + onveilige situaties prik/bijt/spat/snij ongevallen Agressie, geweld, pesten

MIM-Rapportage Careyn

0

10

1

279

6

1

213

3

4.4.6 Klachten Careyn hanteert een klachtenregeling en -procedure conform de klachtenregeling van ActiZ. Binnen Careyn functioneren twee onafhankelijke klachtencommissies en twee klachtenfunctionarissen. Careyn nodigt haar klanten uit om, wanneer zij een klacht hebben, deze eerst direct met de medewerker die de zorg verleent of diens leidinggevende te bespreken om samen een oplossing te zoeken. Indien dat niet mogelijk of wenselijk is, of indien een dergelijk gesprek niet tot een oplossing heeft geleid, wordt de klant gewezen op de mogelijkheid om de klacht ter bemiddeling voor te leggen aan de klachtenfunctionaris. Binnen vier weken dient de klacht bemiddeld te zijn. Indien de klacht niet naar tevredenheid is opgelost, wordt de klant verwezen naar de onafhankelijke klachtencommissie. Uiteraard kan de klant zelf op elk moment de klacht aan de klachtencommissie schriftelijk voorleggen. Deze klachtencommissie neemt binnen acht weken een besluit. Als de klant hiermee niet tevreden is, dan kan hij/zij in beroep gaan bij de Geschillencommissie Zorginstellingen.

27

Klachten behandeld door de organisatie / klachtenfunctionaris In 2014 zijn in totaal 378 klachten binnengekomen waarvan de overgrote meerderheid naar tevredenheid is afgehandeld. OVERZICHT TOTAAL Totaal aantal klachten (klagers) Naar tevredenheid opgelost Niet naar tevredenheid opgelost Onbekend / in behandeling

TOTAAL cumulatief 2013 2014 415

378

357

298

34

30

24

50

OVERZICHT PER BEDRIJF

TOTAAL cumulatief 2013 2014

Wonen met Zorg

66

75

Zorg Thuis

129

126

HZ

49

22

MD

22

49

GS

42

26

KZ

63

49

Overige

44

31

415

378

Totaal

Klachten behandeld door de Klachtencommissies / Geschillencommissie De klachtencommissie heeft in 2014 17 klachten in behandeling genomen. OVERZICHT TOTAAL Door klachtencommissie behandeld

2013

2014

19

17

Gegrond verklaard

2

6

Deels gegrond / deels ongegrond

9

6

Het resterende deel van de klachten was op 31-12-2014 nog in behandeling bij de klachtencommissie. 4.4.7 Inspectie voor de Gezondheidzorg Dit jaar heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg vier maal een bezoek aan Careyn gebracht. Tijdens een bezoek aan Wonen met Zorg werden meerdere risico’s ten aanzien van hygiëne en infectiepreventie geconstateerd. Naar aanleiding hiervan heeft in alle locaties van Careyn in de regio Zuid West een interne audit op dit thema plaatsgevonden. Deze audit zal in 2015 ook plaatsvinden in de locaties in Utrecht Stad en Utrecht West. Op basis van de resultaten van de audits zijn verbeterplannen opgesteld en in uitvoering genomen. Het aantal gemelde calamiteiten aan de inspectie - 5 in totaal – is gelijk aan 2013. 4.4.8 Hercertificering In 2014 zijn de volgende organisatieonderdelen ge-audit door KIWA1 auditors: 1. 2. 3. 4. 5.

1

Bedrijf Kraamzorg VVT WmZ MD-JGZ MD-AMW GS

Toetsingsnorm HKZ TVV 2006 HKZ VVT 2010 HKZ PGZ HKZ MW ISO 9001:2008

Gecertificeerd Ja Ja Ja Ja Ja

M.u.v. Duo Zorg Uitzendbureau: DNV.

28

4.4.9 Speerpunten voor 2015 Voortkomend uit, onder andere, de constateringen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn voor 2015 nieuwe speerpunten afgesproken: Verbetermanagement: Kernbegrippen: ‑ Leren ‑ Verbeteren ‑ Borgen Wonen met Zorg: - Hygiëne/Infectiepreventie - Mondzorg - Onvrijwillige zorg - Omgaan met onbegrepen gedrag

Zorg Thuis: - Medicatieveiligheid - Zorgdossier - Omgaan met onbegrepen gedrag

4.4.10 Verdere ontwikkeling van kwaliteitsmonitoring en -verbetering in 2015 Kwaliteit speelt in het gehele zorgproces een belangrijke rol, zowel bij de zorgtaken als bij de kerntaken. Dit betreft zowel de kwaliteit van de geleverde zorg, als de meer “zachte” kwaliteitsaspecten, zoals bejegening. De kwaliteit als ervaren door klanten is een samenspel van een breed scala aan aspecten. In het kader van professionele sturing is het de bedoeling dat teams in 2015 zelf monitoren binnen het kerngebied ‘cliënt’ op cliënttevredenheid. Het team dient dan ook te beschikken over rechtstreekse en kort-cyclische informatie over de geboden en ervaren kwaliteit van zorg. Hiertoe zal in 2015 een dashboard worden ontwikkeld. Voor het meten maakt het team daarbij gebruik van een dagelijkse (korte) en een uitgebreidere cliënttevredenheidvragenlijst. Het team draagt dan tevens zorg voor registratie en monitoring op kwaliteitseisen vanuit inspectie, verzekeraars en certificering. Daarnaast maakt het team gezamenlijk gebruik van kwaliteitsmetingen binnen Careyn. Voor het nog te ontwikkelen dashboard wordt kwaliteit gemeten op basis van de kwaliteitschecklist. Deze kwaliteitscheck wordt frequent (richtlijn eens per week) gedaan bij cliënten en mantelzorgers.

29

5.

Bestuur en toezicht

5.1 Continuïteit en transitie Het jaar 2014 is ook voor bestuur en toezicht een veelbewogen jaar geweest. Het fors negatieve resultaat over 2013, de reeds ingezette en aanstaande wijzigingen in het overheidsbeleid, de noodzaak tot kwaliteitsverbetering in het primair proces en de reductie van indirecte kosten vorm(d)en een uitdaging van formaat. De belangrijkste onderwerpen op de agenda van zowel bestuur als toezicht betroffen dan ook de omvangrijke transitie van het bedrijf in het licht van de continuïteit van de organisatie op lange termijn, mede gezien de behaalde financiële resultaten, de verwachtingen in de meerjarenraming t/m 2018 en de implicaties van het gewijzigde overheidsbeleid per 01-01-2015. De voortdurende dreiging van negatieve(re) scenario’s met effecten voor de organisatie als geheel was gedurende 2014 voor bestuur en toezicht voelbaar aanwezig. Op basis van de resultaten van 2014 gloort een voorzichtig optimisme: operationeel is een veel beter (en bovendien positief) resultaat behaald en de transitie in het indirecte proces is voortvarend opgepakt en loopt voor op schema. Het zal voor 2015 opnieuw een uitdaging zijn om de weg naar boven te vervolgen, de indirecte kosten verder af te bouwen en daarbij de zorg inhoudelijk ook te transformeren en te verbeteren met behulp van professionele sturing.

5.2 Normen voor goed bestuur Voor een goed functioneren van de gezondheidszorg in Nederland zijn, naast het realiseren van een goede kwaliteit van zorg, professioneel bestuur en toezicht van groot belang. De regels voor goed bestuur en toezicht voor zorginstellingen (opgesteld door de brancheorganisaties in de zorg) zijn vastgelegd in de Zorgbrede Governancecode (2010). Careyn beoordeelt jaarlijks door middel van een interne audit of zij opereert conform de normen van deze governancecode. Ook over 2014 heeft deze audit plaatsgevonden. Alle normen van de Governancecode zijn stuk voor stuk beoordeeld en hierin zijn geen afwijkingen aangetroffen. De conclusie is dat Careyn net als in voorgaande jaren de normen van de Zorgbrede Governancecode toepast.

5.3 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur kende ultimo 2014 de volgende samenstelling: Naam De heer R.G.H. van Dam Mevrouw S. Spek

Bestuursfunctie CEO CFO

Nevenfuncties Voorzitter Genero geen

Begin 2014 is het tijdelijke dienstverband van de heer V.C. Maas (niet-statutair bestuurder) en de interim inzet van de heer J.M.J. Collette (statutair bestuurder) beëindigd vanwege het aantreden van de nieuwe Raad van Bestuur. Het derde bestuurslid, de heer R.W.M. Quik, heeft medio 2014 de organisatie verlaten vanwege het accepteren van de functie van bestuursvoorzitter van Koraalgroep. Met de heer A.M.A. van Overbeek heeft de Raad van Toezicht in 2014 overeenstemming bereikt over de beëindiging van zijn dienstverband per 31-12-2014. Hij had vanwege gezondheidsredenen medio 2013 reeds zijn taken als bestuurder neergelegd. Naast de bovengenoemde twee statutair bestuurders is mevrouw I. Windmeijer per 1 augustus 2014 benoemd als (tijdelijk, niet-statutaire) transitiebestuurder, specifiek ten behoeve van de transitie naar professionele sturing in het primair proces. Haar werkzaamheden zijn per 1 mei 2015 beëindigd. De Raad van Bestuur verricht zijn taken op grond van de inhoud van de statuten. Daarnaast vormt het bestuursreglement het richtsnoer voor zijn handelen. Dit reglement is op 23 januari 2011 formeel vastgesteld door de Raad van Bestuur en op 31 januari 2011 goedgekeurd door de Raad van Toezicht.

30

Naar de mening van de Raad van Toezicht is er in het verslagjaar geen sprake geweest van belangenverstrengelingen voor de leden van de Raad van Bestuur. Bezoldiging leden Raad van Bestuur Careyn volgt de actuele beleids- en richtlijnen van de NVZD. De Raad van Toezicht heeft in 2011 het ontwerp van het loongebouw voor de Raad van Bestuur van Careyn op grond van de kaders van de Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) vastgesteld. Het loongebouw voor de RvB is in december 2013 door de Raad van Toezicht opnieuw getoetst aan zowel de Beloningscode voor Bestuurders in de Zorg als ook aan de Wet Normering Topinkomens (WNT). Op basis van de criteria van de BBZregeling, zoals eerder uitgewerkt in het loongebouw, geldt bij Careyn de hoogste functiezwaarte, wat overeenkomt met salarisschaal J. Vervolgens heeft de Raad van Toezicht besloten om het maximum bedrag voor Careyn aan te passen tot het maximum bedrag van de WNT, zowel voor de voorzitter als de leden van de Raad van Bestuur. Het bedrag wordt vermeerderd met de representatiekostenvergoeding en gebruik leaseauto. Evaluatie van de uitgangspunten van het loongebouw voor de Raad van Bestuur vindt periodiek plaats. Bij het opstellen van de verantwoording over het jaar 2014 is gebleken dat er medio 2014 een nadere uitwerking en aanpassing van het bezoldigingsbegrip in de WNT heeft plaatsgevonden, welke met terugwerkende kracht over 2014 (en 2013) dient te worden toegepast. Meer specifiek behelst dit de regel dat ook de bemiddelings- en begeleidingskosten bij inzet van interim-bestuurders (in dit geval van BoerCroon bij de inhuur van J.M.J. Collette) tot het bezoldigingsbegrip binnen de WNT dienen te worden gerekend. In dat kader is er over 2014 (en 2013) sprake van onverschuldigde betalingen ingevolge de WNT. Inmiddels is schriftelijk de terugvordering van deze betalingen bij BoerCroon neergelegd. De uitkomst van dit traject is nog niet bekend.

5.4 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kende in 2014 in totaal negen leden (in wisselende samenstelling) en was als volgt samengesteld: Naam De heer M.A.J. Cloosterman (sinds 2011) Afgetreden per 01-04-2014 Mevrouw Mr. J.C.J. van Craaikamp (Sinds 2008) De heer Drs. H. Feenstra (per 26-03-2014) De heer Prof.dr. P.A.H. van Lieshout (voorzitter) (per 01-01-2012)

Mevrouw Drs. M.Y. Linthorst (interim voorzitter auditcommissie Zorg en Kwaliteit per 24 september 2014) (per 01-01-2012)

Hoofd- / Nevenfuncties  Partner/CEO van The Visual Identity Management Group BV  Lid van de Raad van Commissarissen bij SVB Media BV in Amsterdam                    

Raadsheer gerechtshof ‘s Hertogenbosch Lid RvT De Bascule, academisch centrum voor kinderen jeugdpsychiatrie Voorzitter Raad van Bestuur Martini Ziekenhuis Groningen Lid bestuur ING Adviesraad Gezondheidszorg Lid bestuur STZ, portefeuille Zorginnovatie Lid Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Hoogleraar Theorie van de Zorg, Universiteit Utrecht Voorzitter Raad van Toezicht Arkin Voorzitter ROC Midden-Nederland Lid Wetenschappelijke Adviesraad Stichting Instituut Gak Lid Curatiorium SID (Society for International Development) Voorzitter QANU, Quality Assurance Netherlands Universities Lid Nederlands-Vlaams ToekomstDenkgroep in opdracht van de Ministers-president van Nederland en Vlaanderen Interim beleidsadviseur en projectmanager op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en jeugdzorg Lid Eerste Kamer voor de PvdA Ondervoorzitter Eerste Kamer. Voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties Lid vaste Kamercommissie VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) Lid vaste Kamercommissie OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) Voorzitter Raad van Toezicht Bureau Jeugdzorg Agglomeratie

31

De heer Prof.dr. J.C.M. van Sonderen (voorzitter auditcommissie Financiën en Vastgoed) (Sinds 2010)

     

Amsterdam (BJAA) Lid Raad van Toezicht Aloysius Stichting Belastingadviseur, verbonden aan de maatschap PKF Wallast Hoogleraar en onderwijsdirecteur van de juridische faculteit Erasmus Universiteit Rotterdam Raadsheerplaatsvervanger bij het Gerechtshof Amsterdam Bestuurder van de Stichting Fiscaal Recht Erasmus Universiteit Rotterdam Bestuurder en docent van de Stichting Europees Fiscale Studies Bestuurder van Post Academisch Onderwijs Belastingwetenschap Bestuurder van de Stichting Ondernemersbelangen Rotterdam Voorzitter van de Raad van Commissarissen en lid van de auditcommissie van de Stichting Vidomes Redacteur van Ondernemingsrecht (Uitgeverij Kluwer B.V.) Redacteur van Rechtspersonen (Uitgeverij Kluwer B.V.) Organisatieadviseur Voorzitter Algemeen Steunfonds Rotary Ambassadeur van de stichting BIO-kinderrevalidatie Voorzitter stichting Verantwoord Kiezen

       

Lid Raad van Bestuur St. Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis Tilburg Lid Raad van Toezicht stichting NEOS Voorzitter stichting Zorgnetwerk Midden Brabant Lid Raad van Toezicht van Stichting Diagnostiek Brabant Lid Raad van Advies Gezondheidszorg van Vebego Holding b.v Organisatieadviseur Lid Raad van Toezicht Siza Lid bestuur Stichting Het Dorp

        

De heer Mr. W.L.A. van Tuyll van Serooskerken (voorzitter auditcommissie Zorg en Kwaliteit) (Sinds 2006) Afgetreden per 25-06-2014 De heer Drs. M.B.P.M. Visser (per 26-03-2014) Mevrouw Dr. Y. Witman (per 25-06-2014)

De eind 2013 reeds gestarte wervings- en selectieprocedure heeft begin 2014 in de invulling van twee vacatures voorzien. Uitgangspunt hierbij was het algemene profiel zoals beschreven voor de leden van de Raad van Toezicht. Vanuit het oogpunt van good governance dient de Raad van Toezicht zodanig te zijn samengesteld dat deze zijn taak naar behoren kan vervullen. Bij werving hanteert de Raad van Toezicht daarom een aanvullend specifiek profiel. In deze ronde is daarbij de nadruk gelegd op ervaring met het managen van grote professionele organisaties. De Raad van Toezicht heeft per 26 maart 2014 de heren H. Feenstra en M.B.P.M. Visser benoemd als toezichthouder. Beide heren zijn ook toegetreden tot de Auditcommissie Financiën & Vastgoed. Vanwege het bereiken van de maximale zittingstermijn is de heer W.L.A. van Tuyll van Serooskerken in juni 2014 afgetreden. Bij de invulling van deze vrijgekomen zetel is in de wervings- en selectieprocedure het algemene profiel aangevuld met het aspect van een zorginhoudelijke achtergrond. Deze heeft de Raad van Toezicht gevonden met de benoeming van mevrouw Y. Witman per 25 juni 2014. Mevrouw Witman is toegetreden tot de Auditcommissie Zorg & Kwaliteit Voor bovengenoemde voorgenomen benoemingen zijn de Centrale Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad geconsulteerd en is door beide gremia een positief advies gegeven t.a.v. de drie benoemingen. De benoeming van de vicevoorzitter zal in 2015 plaats vinden. Onafhankelijkheid en belangenverstrengeling In de statuten van Careyn staan criteria voor onverenigbaarheid van functies; deze criteria borgen de onafhankelijkheid bij werving van nieuwe leden. Bovendien is het profiel van de Raad van Toezicht zodanig opgesteld dat er sprake is van een evenwichtige verdeling naar deskundigheden en relevant geachte maatschappelijke disciplines.

32

Ook in 2014 is er nauwlettend toegezien op mogelijke belangenverstrengeling vanwege de hoofd- en/of nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht. Voor het verslagjaar is belangenverstrengeling vanwege de hoofd- en/of nevenfuncties niet aan de orde geweest. Werkwijze Raad van Toezicht Naast de vergaderingen van de Raad van Toezicht, werkt de raad met de Auditcommissie Financiën & Vastgoed, de Auditcommissie Zorg & Kwaliteit en de Remuneratiecommissie. De agenda wordt door de voorzitter RvB en de bestuurssecretaris voorbereid en in overleg met de voorzitter RvT vastgesteld. Vergaderingen De Raad van Toezicht vergaderde in 2014 negen maal, alle keren in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. Diverse vergaderingen werden gesitueerd op een intramurale locatie en voorafgegaan door een werkbezoek. Voor een aantal onderwerpen is de besluitvorming via e-mail correspondentie onderling voorbereid. De belangrijkste onderwerpen in de vergadering met het bestuur betroffen de omvangrijke transitie van de organisatie in het licht van de continuïteit van de organisatie op lange termijn, mede gezien de financiële resultaten over 2013, de verwachtingen in de meerjarenraming t/m 2018 en de implicaties van het gewijzigde overheidsbeleid per 01-01-2015. Daarbij ging het onder meer om:  de strategische heroriëntatie en transitie (‘Careyn Wendbaar op weg naar 2020’) en de hieruit voortvloeiende verandering van het organisatie- en besturingsmodel;  de reductie van indirecte kosten met het programma ‘passende ondersteuning tegen de laagste kosten’ en bijbehorend transitieplan;  de herpositioneringstrajecten Huishoudelijke Zorg, Kraamzorg en huisartsenpraktijken/ gezondheidscentra, Maatschappelijk Werk en Jeugdgezondheidszorg. Daarnaast waren de volgende onderwerpen eveneens van belang:  kwaliteit van zorg (klanttevredenheid, dashboard kwaliteit, kwaliteitsverbeteringsplan De Kern, kwaliteitsauditor, toepassing nieuwe normenkader IGZ);  scheiden wonen en zorg en voorgenomen sluiting verzorgingshuizen als gevolg van overheidsbeleid (incl. voortgang bijbehorende reorganisatieplannen)  zaken rondom de planning en controlcyclus, zoals de begroting, treasuryjaarplan, de financiële rapportages, de jaarrekening en de financiële meerjarenraming;  vereenvoudiging van de juridische structuur van het concern;  statutair verplichte onderwerpen zoals aan- en verkoop van grond en onroerend goed;  samenstelling, taakverdeling, kwaliteit en continuïteit van het bestuur; Centrale Ondernemingsraad en Centrale Cliënten Raad Een (in samenstelling wisselende) delegatie van de Raad van Toezicht heeft in 2014 twee maal overleg gevoerd met de Centrale Ondernemingsraad (COR), in aanwezigheid van de bestuurder met de CORportefeuille. Bij de verschillende overleggen waren de strategie en de transitie alsmede de gevolgen voor medewerkers belangrijke gespreksonderwerpen. Ook is er overleg geweest tussen de Centrale Cliënten Raad (CCR) en een afvaardiging van de Raad van Toezicht, in aanwezigheid van de voorzitter van de Raad van Bestuur. Hierbij ging het naast de kwaliteit van zorg, over de rol van de CCR en de financiële stand van zaken. Commissies De Auditcommissie Financiën & Vastgoed is in 2014 vijf keer bijeen geweest. Hierbij ging een belangrijk deel van de aandacht uit naar de transitie en financiële stand van zaken van het concern in algemene zin en gedurende het verslagjaar, de jaarrekening 2013, de begroting 2015 en de meerjarenraming 2015-2018. Andere dossiers van de commissie waren onder meer de inrichting van de organisatiestructuur onder de CFO, de reductie van indirecte kosten, de fiscale structuur, treasury en het vastgoed. Bij de besprekingen over de jaarrekening 2013 en de managementletter waren de accountants van PwC bij de commissievergaderingen aanwezig. De Auditcommissie Zorg & Kwaliteit is in 2012 vier keer bijeen geweest. De commissie is geïnformeerd over de gegevens uit de kwaliteitssystemen van de verschillende eenheden binnen Careyn. Daarnaast is gesproken over het kwaliteitstraject Productive Care (De Kern) bij Wonen met Zorg, bevindingen van de IGZ naar aanleiding van inspectiebezoeken en is aandacht geweest voor de thema's medicatieveiligheid en hygiëne & infectiepreventie.

33

Externe accountant Naast accountancywerkzaamheden heeft PwC in het verslagjaar advieswerkzaamheden verricht ten aanzien van de fiscale en juridische structuur van Careyn. Bezoldiging Raad van Toezicht De bezoldiging van de Raad van Toezicht is voor 2014 vastgesteld conform het beleid in 2013. De bezoldiging is in overeenstemming met de adviesregeling ter zake van de NVTZ. (1) Voorzitter RvT: 75% toeslag (2) Vicevoorzitter RvT en voorzitter commissie: 50% toeslag (3) Leden commissies: 25% toeslag (4) Leden RvT: basisbedrag

€ 12.250,= € 10.500,= € 8.750,= € 7.000,=

Met ingang van 1 januari 2013 heeft de fiscus bepaald dat over deze bezoldiging BTW dient te worden afgedragen. Careyn volgt hierbij de richtlijn van de NVTZ dat individuele toezichthouders deze bij Careyn in rekening brengen. Rooster van aftreden De Raad van Toezicht heeft in 2011 het rooster van aftreden opgesteld. Uitgangspunt is een benoemingstermijn van twee maal vier jaar. Benoeming bij rechtsvoorgangers wordt hierin meegenomen. In het verslagjaar is in het licht van het rooster van aftreden de heer Van Sonderen op basis van de uitkomsten van het uitgevoerde evaluatieproces herbenoemd voor een tweede termijn van vier jaar. Reglementen De Raad van Toezicht kent de volgende reglementen:  Reglement Raad van Toezicht  Reglement Auditcommissie Financiën & Vastgoed  Reglement Auditcommissie Zorg & Kwaliteit  Reglement Remuneratiecommissie De reglementen zijn begin 2011 vastgesteld door de Raad van Toezicht. Evaluatie Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft medio 2014 onder leiding van een extern deskundige zijn eigen functioneren geëvalueerd. Dit heeft waardevolle informatie voor het functioneren van de Raad opgeleverd. Stilgestaan is bij de vraag of de competenties van de leden van de RvT passen bij de opgave waar Careyn voor staat, hoe de informatievoorziening (nog) adequater kan, wat de precieze rol en werkwijze van de commissies is en hoe de beoordeling van bestuurders vorm moet krijgen.

34

6.

Medezeggenschap

De medezeggenschap is bij Careyn belegd bij de cliëntenraad en de ondernemingsraad.

6.1 Cliëntenraad De Centrale Cliënten Raad (CCR) behartigt op concernniveau de belangen van de cliënten van bedrijven die de zorg leveren. De voorzitter van de Raad van Bestuur is de gesprekspartner voor de CCR. De onderliggende regionale structuur met zes regionale cliëntenraden en zeventien lokale cliëntenraden bleef ongewijzigd. Voor de regionale cliëntenraden is een van de bedrijfsdirecteuren gesprekspartner. Bij de lokale cliëntenraden vervult een regio- of locatiemanager van de betreffende intramurale voorziening of een manager extramurale zorg deze functie. In dit jaardocument zijn omwille van de overzichtelijkheid alleen de adviezen en beleidsonderwerpen die in de CCR aan de orde zijn geweest, opgenomen. Op verzoek van de Raad van Bestuur heeft de Centrale Cliëntenraad over de volgende onderwerpen, al of niet voorzien met bepaalde voorwaarden, een positief advies gegeven:  Informatieprotocol  Informele zorg  Benoemingen leden Raad van Toezicht  Jaarrekening 2013  Decubitus beleid  Kleinschalig Wonen  Handen aan Tafel (voorzieningen met betrekking tot voeding binnen Wonen met Zorg)  Vervreemding HZ  Personeelsreductie  Vervreemding Aveant Thuishulp BV  Depressieprotocol  Mantelzorgbeleid  Mondzorgbeleid  Begroting 2015  Selectie nieuwe regiomanagers. Over bovengenoemde onderwerpen heeft de CCR een positief advies uitgebracht. Waar deze adviezen verbonden waren aan bepaalde voorwaarden heeft de Raad van Bestuur ingestemd met deze voorwaarden. In een enkel geval heeft de CCR na goed overleg met de Raad van Bestuur afgezien van te stellen voorwaarden. Over de Harmonisatie van de waskosten heeft de CCR twee keer een negatief advies uitgebracht. Uiteindelijk is na aanzienlijke aanpassingen een positief advies gegeven over het proefproject beleid persoonsgebonden was. Ook over de uitbesteding van de schoonmaak is pas na majeure aanpassingen een positief advies gegeven. Verder zijn de volgende (beleids)onderwerpen aan de orde geweest:  Kwaliteitsdashboard  Herpositionering themabedrijven  Strategische heroriëntatie  Managementletter 2013  Concernjaarplan 2014  Financiële rapportages  Careyn wendbaar op weg naar 2020  Nieuwe structuur cliëntmedezeggenschap.

35

Tenslotte heeft de CCR enkele gemeenschappelijke bijeenkomsten georganiseerd voor lokale cliëntenraden betreffende de sluiting dan wel extramuralisering van verzorgingshuizen. Tijdens deze bijeenkomsten zijn knelpunten besproken en afspraken gemaakt om de overgang voor cliënten zo soepel mogelijk te laten verlopen. De CCR wordt ondersteund door een professionele ambtelijk secretaris (in dienst bij het concern). Daarnaast wordt de CCR gefaciliteerd bij het houden van zijn vergaderingen en wordt er budget beschikbaar gesteld voor incidentele zaken. De leden van de CCR ontvangen een onkostenvergoeding.

6.2 Ondernemingsraad De medezeggenschap van medewerkers is verankerd in de Centrale Ondernemingsraad (COR). De COR is samengesteld uit afvaardigingen van de onderliggende ondernemingsraden, te weten de OR Wonen met Zorg, de OR Zorg Thuis, de OR Maatschappelijke Dienstverlening, de OR Kraamzorg, de OR Huishoudelijke zorg (tot september 2014) en de OR Services & Ondersteunende Bedrijven De COR heeft in 2014 op de volgende adviesaanvragen positief geadviseerd: - benoeming leden Raad van Toezicht - centralisatie CPS (Careyn Personeel Support) - verkoop Huishoudelijke Zorg - realisatie flexibele schil - inrichtingsplan topstructuur COO - inrichtingsplan topstructuur CFO - inrichtingsplan CFO, inclusief reorganisatieplan administraties, reorganisatieplan change, reorganisatieplan servicebureau, reorganisatieplan HR & Transitie, reorganisatieplan ICT - reorganisatie Maatschappelijk Dienstverlening - maanden periodeverloning - uitbesteding schoonmaak - zorgbegroting - vereenvoudiging juridische structuur - inrichtingsplan teammanagement en praktijkopleiding - inrichtingsplan Gezondheid Service - outsourcing Post & Repro - inrichtingsplan Kraamzorg - benoeming transitiebestuurder De COR heeft naar aanleiding van de adviesaanvragen open aanmerkingen geplaatst, vragen gesteld en aanvullingen aangedragen. De reacties van de COR zijn in overlegvergaderingen besproken. Er zijn naar aanleiding van de diverse plannen diverse aanvullende afspraken gemaakt. De COR heeft de adviesaanvragen in nauwe samenwerking met de onderliggende ondernemingsraden behandeld. De preadviezen van de ondernemingsraden zijn overgenomen en door de COR verder aangevuld. Met betrekking tot het plan reorganisatie Maatschappelijk Dienstverlening heeft de COR afspraken gemaakt met de organisatie over de regeling sociaal plan en over de communicatie. Daarna is de adviesaanvraag overgedragen aan de OR Maatschappelijke Dienstverlening. De adviesaanvraag Post&Repro is met een input van de COR aan de OR SOB overgedragen. In 2014 is de COR nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van een nieuw sociaal plan. Naar aanleiding van het overeengekomen sociaal plan zijn er twee bijeenkomsten gehouden waarin de achterban is geraadpleegd. De meerderheid heeft voor het sociaal plan gestemd. De COR heeft ingestemd met de volgende instemmingaanvragen: - Arbozorgsysteem - Vertrouwenspersoon - griepvaccinatie - IBC-reglement De COR heeft niet ingestemd met de volgende instemmingaanvragen: - Opleidingsreglement. Deze is tijdelijk verlengd tot 15 augustus 2014. - functioneringsgesprekken

36

Naar aanleiding van het instemmingsverzoek Verzuim heeft de COR correcties voorgesteld. Daarop is een klankbordgroep samen gesteld waarin 2 leden van de COR zitting hebben genomen. Op constructieve wijze is een nieuw plan van aanpak verzuim ontstaan. Dit plan van aanpak is voorgelegd aan de medewerkers. De medewerkers hebben open aanmerkingen geplaatst. Deze zijn verwerkt in het plan. De COR heeft ingestemd met het nieuwe plan van aanpak verzuim. Eind 2014 heeft de COR een voorstel ingediend voor een nieuwe medezeggenschapstructuur. Deze is eind december besproken met de WOR-bestuurder. Overige besproken onderwerpen zijn: - Jaarrekening - Financiële rapportages - Sociaal Plan - Attentieregeling - Begroting - Transitie - Functiehuis - Huisvestingsplan - Medewerkerstevredenheidsonderzoek - Signalen vanuit de werkvloer - Fonds voor Humane Zorg In 2014 heeft de COR afspraken gemaakt over de samenwerking met de Raad van Bestuur in het kader van de transitie 2014.

37

7.

Blik op de toekomst

De omgeving van Careyn verandert in hoog tempo. Met de strategie ‘Wendbaar op weg naar 2020’ speelt Careyn daarop in. Oogmerk is de klanten duurzame en uitstekende zorg te bieden en de medewerkers in staat te stellen daaraan met plezier en trots vorm te geven. Daartoe passen we in hoog tempo de organisatiestructuur aan en herzien we ook het besturingsmodel. De reductie van indirecte kosten zal ook in 2015 en 2016 onverminderd worden doorgezet, zodat de doelstelling behaald wordt: een overheadpercentage van 10% van de omzet. Voor de inhoudelijke en kwalitatieve ontwikkeling van de zorg kiest Careyn kiest voor de introductie van professionele sturing door de zorgteams. Daarmee keren we terug naar de essentie en de eenvoud van het zorgproces dat zich afspeelt tussen cliënten, hun naasten en onze zorgprofessionals. We leggen de verantwoordelijkheid daarvoor bij de teams die immers dichtbij de klant opereren en diens context het beste kennen. De implementatie van dit concept bij alle zorgteams (intra- en extramuraal) zal in 2015 en 2016 zijn beslag kennen. Kwaliteit van zorg, en de klantbeleving in het bijzonder, is een thema dat hierbij hoog op de agenda staat de komende jaren. Net als 2014 zal ook 2015 veel van Careyn en haar medewerkers vragen. De ingezette koers en de nieuwe organisatiestructuur zullen in 2015 aan de weerbarstige praktijk worden getoetst. Tegelijkertijd zal zoals gezegd ook in 2015 nog een verdere reductie van de overhead plaatsvinden. Careyn houdt hierbij vast aan de terugkeer naar het primaire proces: dat wil zeggen: basiszorg aan huis én zware, specialistische zorg in de verpleeghuizen. De overige activiteiten van Careyn, zoals Jeugdgezondheidzorg, Maatschappelijk Werk en Kraamzorg, zijn onderwerp van gesprek in herpositioneringstrajecten. Aan de hand van de nieuwe strategie ‘Wendbaar op weg naar 2020’ en een nieuw besturingsmodel zullen de komende jaren de processen worden verfijnd, waarbij verschillende procesinnovaties zullen worden geïmplementeerd. Samen met klanten, financiers, ketenpartners en ondernemers zullen de nieuwe waardeproposities (voorkomen, versnellen, vertragen en veraangenamen) uitgewerkt worden naar nieuwe, innovatieve en waardevolle vormen van dienstverlening. Passend bij de klantvraag en waar mogelijk gebruikmakend van ondersteunende technologie. Eind 2016 hoopt Careyn een aantal zware transitiejaren af te sluiten en met een toekomstbestendige organisatie een nieuwe periode met zwarte cijfers in te kunnen luiden. Ook in de daaropvolgende jaren zal de langdurige zorg ongetwijfeld nog geconfronteerd worden met nieuwe en grote uitdagingen. Het verschil zal zijn dat Careyn die uitdagingen met een kleinere en meer wendbare organisatie tegemoet kan gaan en zo de zorg voor mensen die dat nodig hebben, kan blijven garanderen.

38

8.

Financieel beleid en risico’s

Onder druk van de kabinetsplannen voor de hervorming van de langdurige zorg en de slechte financiële uitgangssituatie van Careyn zag de Raad van Bestuur zich genoodzaakt tot het bepalen van een nieuwe strategische koers ‘Careyn Wendbaar op weg naar 2020’ en de vertaling hiervan naar financieel beleid in het Business Plan Careyn 2014-2018. Uitgangspunt voor het financieel beleid van Careyn is een uitstekende en gezonde financiële huishouding die ook voor de toekomst voorziet in een positieve operationele kasstroom, een goede liquiditeitspositie en voldoende eigen vermogen. Het beschikken over voldoende weerstandsvermogen is de komende jaren cruciaal. De overgang van AWBZ naar WMO, Zorgverzekeringswet en de Wet Langdurige Zorg gaat gepaard met diverse onzekerheden en risico's. Aan de hand van de executie van de strategische koers en het businessplan anticipeert Careyn hierop. Naast de plannen voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg is het zo spoedig mogelijk herstellen van het financieel rendement van de zorgbedrijven en Careyn als totaal de belangrijkste doelstelling voor 2014 geweest. De Raad van Bestuur zal dit de komende jaren ook onverminderd vasthouden. In dit licht zijn een fors aantal maatregelen opgestart. De belangrijkste daarvan zijn:  de doelstelling om te komen tot passende ondersteuning tegen de laagste kosten (ingrijpende reductie van indirecte kosten)  het verhogen van de productiviteit in het zorgproces (professionaliseren van het zorgproces) De programmalijnen moeten samen leiden tot een positief rendement vanaf 2017, oplopend tot 3,9% (positief resultaat t.o.v. de omzet) structureel vanaf 2018. Dit betekent dat de jaren 2014, 2015 en 2016 nog negatieve resultaten zullen laten zien, met name vanwege de ferme investering in de veranderprogramma’s en de uitstroomkosten van personeel. In het Business Plan is een uiteindelijke groeidoelstelling van het eigen vermogen gesteld. De solvabiliteit moet de komende jaren groeien tot minimaal 25 procent. In onderstaande grafiek is deze ontwikkeling weergegeven.

Tabel 1 Omzet De totale omzet is, mede vanwege de effecten van het kabinetsbeleid op de sector en de verkoop van de huishoudelijke zorg, in 2014 verder afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar, namelijk van € 456 mln. naar € 403 mln. Careyn houdt rekening met een omzetdaling van € 456 mln. in 2013 naar € 295 mln. in 2018 (incl. vervreemding HZ in 2014 ad. € 51 mln. omzet). Dit wordt vooral veroorzaakt door druk op zowel prijs als volume in de markt. Deze aanzienlijke omzetdaling heeft een forse impact op de exploitatie en bepaalt daarmee de majeure veranderopgave voor Careyn.

39

Resultaat Het resultaat ontwikkelde zich in 2014 op totaalniveau beter dan begroot en sluit op € 9,9 mln. negatief. Ter vergelijking: dit bedroeg in 2013 € 18 miljoen negatief. Dit resultaat laat zich als volgt uitsplitsen:

x€1 mln. Totaal resultaat Normale bedrijfsvoering Veranderkosten Uitstroomkosten Vastgoed Bijzondere Resultaten

Tabel 2

Realiteit -9,9 11,8 -4,7 -14,6 -2,4

Begroot Afwijking -11,5 1,6 2,9 8,9 -4,7 0,0 -8,5 -6,1 -1,2 -1,2

De normale bedrijfsvoering heeft zich met name in de tweede helft van 2014 sterk verbeterd. Zeker vergeleken met het operationele resultaat in 2013 (- € 2 miljoen) is dit een prestatie van formaat. Bovendien geeft dit aan dat Careyn in de basis een rendabel bedrijf is. De belangrijkste oorzaken van het verbeterd rendement zijn een verbeterd resultaat op de zorg, onder andere doordat medewerkers in staat waren meer uren aan de klant te besteden. Daarnaast zijn door de veranderprogramma’s de indirecte personeelskosten en de materiële kosten al fors verminderd. In 2014 is fors geïnvesteerd in de veranderprogramma’s. Dit resulteerde met name in een reductie van indirect personeel. De versnelde daling van personeel heeft geleid tot een extra dotatie aan de reorganisatievoorzieningen. Daarnaast is circa € 1,9 mln. aan additioneel opleidingsbudget vastgesteld om over de hele breedte van het primaire proces de Careyn-medewerkers de kans te geven zich te ontwikkelen naar een hoger niveau, dat beter aansluit bij de veranderende (zorg)vraag vanuit de markt. Deze beide ontwikkelingen leiden tot een extra dotatie van circa € 4 mln. in de reorganisatievoorziening. De bijzondere vastgoedresultaten zijn niet op de begroting uitgekomen. Dit wordt vooral veroorzaakt door extra afschrijving op onrendabel vastgoed. Vermogenspositie Door het resultaat 2013 is het Eigen Vermogen afgenomen van € 47,6 mln. ultimo 2013 tot € 37,7 mln. ultimo 2014. De solvabiliteit van de organisatie is daardoor gedaald van 17,5% naar 15,4%. De liquiditeitspositie van Careyn is onverminderd goed en is in 2014 zelfs nog iets verbeterd. In het Business Plan 2015-2018 voorzien we een afname van de liquiditeitspositie. Financiering en investeringen Op basis van de nieuwe strategische koers en de vertaling hiervan in het financiële beleid is in 2014 met huisbankier ING een nieuwe financieringsovereenkomst overeengekomen, met financiële ratio’s passend binnen de ambities uit het Business Plan 2014-2018. Het vertrouwen van de bank vormt eveneens een belangrijke graadmeter voor het welslagen van de financiële doelstellingen en het waarborgen van de continuïteit van Careyn ook op langere termijn. In het verslagjaar is het Hart van Groenewoud met een investeringssom van € 14,6 mln. opgeleverd. Hart van Groenewoud, een complex bestaande uit woonappartementen aangepast aan de zware zorg, is in 2014 succesvol in gebruik genomen en kent inmiddels een goede bezetting in de intramurale zware zorg, alsmede in de zogenaamde schil rondom deze setting. Hiermee is dit project een voorbeeld voor de toekomstig te ontwikkelen vastgoedplannen van Careyn. In 2014 is ook het hoofdgebouw van Weddesteijn in Woerden opgeleverd met een investeringssom van € 14,1 mln. Samen met het in 2013 in gebruik genomen Paviljoen (KSW) is hiermee het project Woerden succesvol afgrond. Impairment berekening Elk jaar wordt door Careyn de verplichte toetsing van de waarde van het vastgoed uitgevoerd. Careyn voert deze waardetoetsing uit op het niveau van Zorgkantoorregio voor alle WTZi-panden in eigendom en op individueel pandniveau voor alle overige panden. De bedrijfswaarde (de contante waarde van alle toekomstige geldstromen gerelateerd aan het object) wordt vervolgens afgezet tegen de

40

boekwaarde. Indien de boekwaarde hoger is dan de bedrijfswaarde dan volgt een impairmentboeking. In 2014 is een impairment geboekt van € 0,6 mln. Daarnaast is vanwege aanpassing van looptijden van panden een versnelde afschrijving geboekt van totaal € 2,6 mln. 2015 en verder Dankzij de goede liquiditeitspositie kan Careyn de noodzakelijke maatregelen om te komen tot een duurzaam positief rendement ook snel uitvoeren. De goede relaties met de verzekeraars, banken en de gemeenten zijn een pre om de maatregelen succesvol uit te voeren. De komende twee jaar zullen naar verwachting met verlies worden afgesloten, maar vanaf 2017 verwacht Careyn weer zwarte cijfers te kunnen schrijven. Dit vergt een strakke sturing van de Raad van Bestuur op zowel de normale bedrijfsvoering als op de transitie. Hiermee investeert ze in een gezonde toekomst, waarin stakeholders, cliënten en medewerkers een duurzame inzet van Careyn mogen verwachten. Risico’s De Raad van Bestuur is zich ervan bewust dat kansen en risico’s onderdeel zijn van de bedrijfsvoering en houdt derhalve rekening met de belangrijkste kansen en risico’s die manifest kunnen worden. De belangrijkste risico’s die de Raad van Bestuur op dit moment voorziet zijn:     

Risico’s ten aanzien van de uitvoering van de zorg als gevolg van de kanteling van de organisatie naar een regio-indeling per 1 januari 2015 en de reductie van managementlagen (professionele sturing) op de kwalitatieve en bedrijfsmatige uitvoering van de zorg; Risico’s ten aanzien van de effecten door de wijziging van de financiering, en met name de overgang van AWBZ-zorg naar zorgverzekeraars en gemeenten; Risico’s als gevolg van de majeure reorganisaties die in uitvoering zijn binnen Careyn; Risico’s ten aanzien van de brede scope van producten en diensten van Careyn, waardoor focus uit het zicht kan raken; Risico’s door de noodzakelijke aanpak van een deel van de (WTZi-)vastgoedportefeuille van Careyn.

Daarnaast zijn er op de middellange termijn risico’s ten aanzien van mogelijke nieuwe Zorgkantoorindeling. In de maandelijkse managementrapportages worden de risico’s gemonitord en wordt zo nodig bijgestuurd door de Raad van Bestuur.

41

Jaarrekening

Stichting Careyn, Delft

Pagina 42 van 130

Geconsolideerde jaarrekening


Pagina 43 van 130

Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na voorgestelde resultaatbestemming) 31 december 2014

Activa Ref. Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

7. 8. 9.

€ 70.725 150.893.891 1.827.990

Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen uit hoofde van bekostiging Vorderingen Onderhanden werk DBC's Liquide middelen

€

156.699.835

10.

159.808

216.723

11. 12. 13. 14.

956.982 18.079.637 1.398.239 77.159.201

6.799.647 30.384.796 2.058.290 75.538.971

Totaal activa

97.753.867

114.998.427

250.546.473

271.698.262

15. 15.1.

1.098.212

1.098.212

15.2.

17.930.916

31.223.267

15.3.

18.693.934

15.308.393

Totaal eigen vermogen

€

114.576 154.838.302 1.746.957 152.792.606

Totaal vlottende activa

Eigen vermogen Geplaatst kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

€

31 december 2013

37.723.062

47.629.872

Aandeel derden

16.

Voorzieningen

17.

24.794.163

22.452.785

Langlopende schulden

18.

109.753.199

108.864.214

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van bekostiging Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden

Totaal passiva


(465.056)

(465.056)

11.

345.540

8.927

19.

78.395.565

93.207.520 78.741.105

93.216.447

250.546.473

271.698.262

Geconsolideerde resultatenrekening over 2014 2014 Ref. Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Overige bedrijfsopbrengsten

€

289.204.332

318.046.259

26.

66.444.463

91.825.021

27. 28.

12.915.791 34.110.890

0 46.037.411 402.675.476

323.926.766

380.004.055

30.

13.676.750

15.301.336

31. 32.

3.165.153 70.157.399

1.405.880 74.306.438 410.926.068

34.

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat aandeel derden Resultaat boekjaar

35.

€

455.908.691

29.

Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten

€

25.

Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten

€

2013

471.017.709

(8.250.592) (1.656.221)

(15.109.018) (3.355.087)

(9.906.813)

(18.464.105)

0

274.424

(9.906.813)

(18.189.681)

2014

2013

€

€

(15.000.043)

(3.817.080)

495.980 (50.159)

196.213 (123.173)

Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld:

Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsfondsen: Jeugdgezondheidszorg Maatschappelijk werk Bestemmingsreserves: Huishoudelijke zorg WMO Algemene reserves: Kraamzorg (algemene reserves) Algemene reserve Overige bestemmingsreserve


1.261.871

(7.628.557)

(368.549) 3.766.667 (12.580)

(1.769.555) (5.034.949) (12.580)

(9.906.813)

(18.189.681)

Pagina 45 van 130

Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014 2014 Ref.

€

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen op materiële vaste activa Waardeveranderingen van materiële vaste activa Mutatie voorzieningen Afschrijvingen op immateriële vaste activa Mutatie aandeel derden

€

2013 €

(8.250.592)

(15.109.018)

30.

14.273.536

19.008.378

17.

2.091.312 2.341.378

215.420 10.228.297

16.

43.851 0

95.649 (2.566) 18.750.077

Verandering in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot Onderhanden werk DBC's Kortlopende schulden en overlopende passiva (exclusief bankkrediet)

Betaalde interest Vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten


29.545.178

10. 12.

56.915 12.305.159

1.155.664 (1.062.911)

11. 13.

6.179.278 660.051

2.548.754 (2.058.290)

19.

(8.169.920)

2.639.415

Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties 34. 34. 34.

€

11.031.483

3.222.632

21.530.968

17.658.792

(3.925.785) (26.621) 2.296.185

(3.468.993) (25.531) 139.437 (1.656.221)

(3.355.087)

19.874.747

14.303.705

Pagina 46 van 130

2014 Ref. Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Afname financiële vaste activa

€

8.

(13.961.249)

9.

(134.850)

€

0

0

70.841

8. 9.

1.540.812 53.817

6.039.453 376.842 (12.501.470)

18. 18.

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

€

(30.257.760)

7.

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden

€

2013

8.700.000 (7.953.047)

(23.770.624)

36.148.840 (12.930.836) 746.953

23.218.004

8.120.230

13.751.085

Stand per 1 januari Mutatie boekjaar

69.038.971 8.120.230

55.287.886 13.751.085

Stand per 31 december

77.159.201

69.038.971

Dit betreft: Stand liquide middelen per 31 december Stand bankkrediet per 31 december Totaal geldmiddelen per 31 december

77.159.201 77.159.201

75.538.971 (6.500.000) 69.038.971

Mutatie geldmiddelen

14.

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:


Pagina 47 van 130

Toelichting op de geconsolideerde balans en resultatenrekening 1. 1.1.

Algemene toelichting Algemeen

Stichting Careyn is een grote zorgen dienstenleverancier in Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Brabant. Zij levert een compleet pakket producten en diensten voor preventie, zorg en behandeling, welzijn en wonen waaruit de klant in iedere levensfase een keuze kan maken. Dit zorgen dienstenpakket is per regio verschillend. In de ene regio levert Stichting Careyn een compleet pakket van thuiszorg tot intramurale verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg, in de andere regio levert zij op dit moment alleen thuiszorg of kraamzorg. Daarnaast heeft Stichting Careyn een aantal bedrijven dat ondersteunende diensten levert t.b.v. de zorg en dienstverlening, zoals ICT en personeel.

1.2.

Activiteiten

De activiteiten van Stichting Careyn bestaan voornamelijk uit: Thuiszorg, Intramurale zorg (verpleging en verzorging), WMO-zorg, Jeugdgezondheidszorg, Kraamzorg en Algemeen maatschappelijk werk.

1.3.

Continuïteit

Het eigen vermogen van Stichting Careyn bedraagt per 31 december 2014 € 37.723.062 positief. Careyn verkeert in een financieel moeilijke situatie. In 2013 en 2014 zijn forse negatieve resultaten gerealiseerd en ook voor het jaar 2015 worden negatieve resultaten voorzien. Pas in 2016 zal naar verwachting weer een positief resultaat worden gerealiseerd. De Raad van Bestuur heeft de nodige acties ingezet waardoor de organisatie op middellange termijn weer gezond gemaakt wordt. Deze plannen zijn in meerjarenramingen doorgerekend en met diverse toezichthouders en externe partijen (banken, zorgkantoren) gecommuniceerd. Externe partijen hebben op basis van deze plannen hun vertrouwen in de strategie en de uitvoeringsplannen van Careyn uitgesproken. Dankzij de prima liquiditeitspositie kan Careyn deze noodzakelijke maatregelen snel uitvoeren. Ook de goede relaties met de verzekeraars, de banken en de gemeenten zijn een pre om de transitie succesvol uit te voeren. De Raad van Bestuur van Careyn is van mening dat met de ingezette strategische koers van de organisatie en de uitwerking via de genoemde programmalijnen de continuïteit van de organisatie en derhalve van de zorgverlening is geborgd. Het komende jaar zal naar verwachting met verlies worden afgesloten, maar in 2016 verwacht Careyn weer zwarte cijfers te kunnen schrijven. De Raad van Bestuur is ervan overtuigd dat gegeven bovenstaande met de in 2014 gerealiseerde overeenkomst met de huisbankier voldaan kan worden aan de daarin opgenomen voorwaarden. De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de stichting.

1.4.

Vestigingsadres

Stichting Careyn is feitelijk gevestigd op 's-Gravenlandseweg 290/322, 3125 BK te Schiedam. Het postadres is Postbus 900, 3100 AX te Schiedam.

1.5.

Groepsverhoudingen

Stichting Careyn, statutair gevestigd te Delft, staat aan het hoofd van het concern. De rechtspersonen die hieronder vallen staan nader toegelicht in de paragraaf 'consolidatie'.

1.6.

Schattingen

Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de Raad van Bestuur van Stichting Careyn zich over verschillende zaken een oordeel vormt, en dat de Raad van Bestuur schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.


Pagina 48 van 130

1.7.

Consolidatie

In de consolidatie worden opgenomen de financiële gegevens van Stichting Careyn, haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarvoor zij de centrale leiding heeft. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen waarin Stichting Careyn direct of indirect overheersende zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enig andere wijze de financiële operationele activiteiten kan beheersen. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met potentiële stemrechten die direct kunnen worden uitgeoefend op balansdatum. De groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Wanneer er sprake is van een belang in een joint venture, dan wordt het desbetreffende belang proportioneel geconsolideerd. Van een joint venture is sprake indien als gevolg van een overeenkomst tot samenwerking de zeggenschap door de deelnemers gezamenlijk wordt uitgeoefend. Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd overeenkomstig de geldende waarderingsgrondslagen voor de groep. In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de stichtingen en vennootschappen die tot de groep behoren. Dit betreft de volgende vennootschappen en stichtingen: - Careyn Holding B.V. (100%), te Schiedam - Aveant B.V. (100%), te Utrecht - Stichting Cascade Vastgoed, te Utrecht - Zuwe Zorg B.V. (100%), te Utrecht - Careyn ZHE B.V. (100%), te Spijkenisse - Careyn DWO-NWN B.V. (100%), te Schiedam - Stichting Gezondheidservice Breda, te Breda - Careyn Kraamzorg B.V. (100%), te Rijswijk - Geboortecentrum Origine Breda B.V. (50,5%), te Breda - Careyn Gezondheidscentra B.V. (100%), te Schiedam - Stichting Gezondheidscentrum de Akkers, te Spijkenisse - Careyn Maatschappelijke Dienstverlening B.V. (100%), te Schiedam - Stichting TMGO, te Middelharnis - Careyn Gezondheid Service B.V. (100%), te Schiedam - DuoZorg B.V. (100%), te Gouda - Vitaal Hulpmiddelen B.V. (100% - in liquidatie), te Utrecht Voor het gedeelte van de aandelen in Origine Breda B.V. dat gehouden wordt door derden is een "aandeel derden" gevormd. Per 1 januari 2014 zijn de volgende juridische entiteiten waarin Stichting Careyn een belang heeft gefuseerd: - Vitaal Uitleenservices B.V. en Vitaal Transport B.V. in Vitaal Hulpmiddelen B.V. - Careyn HZ B.V. in Stichting Careyn - Careyn Personeelssupport B.V. in Careyn Holding B.V. - Erasmusbrug Zorglijn B.V. in Careyn Gezondheid Service B.V. - Erasmusbrug Holding B.V. in Careyn Holding B.V. De volgende groepsmaatschappijen zijn in 2014 geliquideerd: - Stichting Zuwe JGZ - Vitaal Assistive Devices B.V. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de volgende kapitaalbelangen niet mee geconsolideerd: - Aveant Thuishulp B.V.; 49% belang verkocht per 1-1-2015


Pagina 49 van 130

- Woonalliantie Woerden C.V.; 2% kapitaalbelang.

1.8.

Verbonden partijen

Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen worden toegelicht voor zover die niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht.

1.9.

Acquisities en desinvesteringen van groepsmaatschappijen

In 2014 zijn vijf kapitaalbelangen die reeds onder gemeenschappelijke leiding stonden, juridisch gefuseerd, waarbij met ingang van 1 januari 2014 de verkrijgende partijen de financiële gegevens van de verdwijnende partijen in de eigen jaarrekening hebben verantwoord. Voor een overzicht van de verkrijgende en verdwijnende partijen wordt verwezen naar noot 1.7 consolidatie. In geval van de acquisities buiten de groep worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen onderneming opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening vanaf de overname datum. De overnamedatum is het moment dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend op de betreffende onderneming. De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of het equivalent hiervan dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen onderneming vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Indien de verkrijgingsprijs lager is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, dan wordt het verschil (negatieve goodwill) als overlopende passiefpost opgenomen. De maatschappijen die in de consolidatie betrokken zijn, blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht dan wel zijn geliquideerd; deconsolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen.

1.10.

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële-leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.


Pagina 50 van 130

2. 2.1.

Algemene grondslagen Algemeen

De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro's. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Als gevolg van het besluit tot liquidatie (Vitaal vennootschappen, zie 1.7) zijn de betreffende activa gewaardeerd tegen de directe opbrengstwaarde c.q. verwachte opbrengstwaarde, terwijl de betreffende passiva zijn gewaardeerd tegen reële waarde. In de balans, de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

2.2.

Vergelijking met voorgaand jaar

De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaand jaar. Daar waar het voor het inzicht relevant was, hebben in de vergelijkende cijfers reclassificaties plaatsgevonden om de vergelijkbaarheid te bevorderen. Deze reclassificaties hebben geen effect op het resultaat of het vermogen van de entiteit. Het betreft een reclassificatie van €1.047.000 die betrekking had op waardeverminderingen van materiële vaste activa. Deze is in de vergelijkbare cijfers aangepast van voorziening reorganisatiekosten naar materiële vaste activa.

2.3.

Leasing

2.3.1. Financiële leasing De stichting leaset een deel van de gebouwen, installaties en inventaris. Hierbij heeft de stichting grotendeels de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom van deze activa echter is de Stichting geen juridisch eigenaar. Deze activa worden geactiveerd in de balans bij de aanvang van het leasecontract tegen de reële waarde van het actief of de lagere contante waarde van de minimale leasetermijnen. De te betalen leasetermijnen worden op annuïtaire wijze verdeeld in een aflossings- en een rentecomponent. De leaseverplichtingen worden exclusief de rentecomponent opgenomen onder de langlopende schulden. De rentecomponent wordt gedurende de looptijd van het contract verantwoord in de resultatenrekening met een vast rentepercentage over de gemiddelde resterende aflossingscomponent. De relevante activa worden afgeschreven over de resterende gebruiksduur of, indien korter, de looptijd van het contract. 2.3.2. Operationele leasing Bij de stichting bestaan leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de stichting ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de resultatenrekening over de looptijd van het contract.

3. 3.1.

Grondslagen voor waardering van activa en passiva Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire jaarlijkse afschrijvingen. 3.1.1. Goodwill Onder goodwill wordt verstaan het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de nettovermogenswaarde van verworven deelnemingen. Goodwill wordt geactiveerd en lineair afgeschreven gedurende de geschatte economische levensduur met een maximum van 20 jaar. Kosten van overige immateriële vaste activa, waaronder merken, octrooien, licenties en onderzoeks- en ontwikkelingskosten, worden geactiveerd en lineair afgeschreven in 5 jaar. Met op balansdatum verwachte duurzame waardeverminderingen wordt rekening gehouden.


Pagina 51 van 130

3.2.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire jaarlijkse afschrijvingen. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het actief. Bedrijfsgebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf 3.4. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Voor verplichtingen tot herstel na afloop van het gebruik van het actief (ontmantelingskosten) wordt een voorziening getroffen voor het verwachte bedrag op het moment van activering. Dit bedrag wordt verwerkt als onderdeel van de vervaardigingsprijs.

3.3.

Financiële vaste activa

3.3.1. Deelnemingen Meerderheidsdeelnemingen en overige deelnemingen waar invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien in deze situatie de deelnemende rechtspersoon aansprakelijk is voor de schulden van de deelneming wordt een voorziening gevormd. Bij een negatieve nettovermogenswaarde van de deelneming wordt een voorziening opgenomen, indien en voorzover de stichting geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen. Voor deelnemingen waarvoor op acquisitiemoment voor identificeerbare activa en passiva een hogere of lagere waardering geldt dan is opgenomen in haar jaarstukken is de reële waarde per balansdatum aangehouden. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs of, indien hiertoe aanleiding bestaat, een lagere waarde. (zie verder paragraaf "Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa"); afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening. 3.3.2. Overige vorderingen De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen, alsmede gekochte leningen die tot het einde van de looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief de aanloopkosten indien materieel. Vervolgens worden deze leningen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Ook aanloopkosten worden verwerkt in de eerste waardering en als onderdeel van de effectieve rente ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de resultatenrekening.

3.4.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

Door de stichting wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.


Pagina 52 van 130

De opbrengstwaarde is bepaald met behulp van de actieve markt. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde is voor de contant making van de kasstromen een disconteringsvoet gehanteerd. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de resultatenrekening. Indien wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Een terugname van een bijzondere waardevermindering wordt direct als bate verwerkt in de resultatenrekening. Careyn beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in 2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie van kapitaallasten van goedgekeurde investeringen werd vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een overgangstermijn van 6 jaar (tot en met 2017) waarin deze overgang gefaseerd wordt doorgevoerd. Als gevolg van deze wijziging in de bekostiging, in samenhang met de hervorming van de langdurige zorg is geconcludeerd dat deze omstandigheden een indicatie vormen die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermindering. De mogelijkheid om de boekwaarde van activa die in gebruik zijn terug te verdienen, wordt bepaald door deze te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren, of de bij verkoop te realiseren directe opbrengstwaarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde (= de hoogste van enerzijds de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen en anderzijds de directe opbrengstwaarde), worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Overeenkomstig Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 121 is getoetst of de toekomstige afschrijvingskosten nog kunnen worden gerealiseerd uit de toekomstige opbrengsten. Deze zogenaamde impairment-toets is uitgevoerd. Hierbij is gekeken naar de WTZi locaties en de niet WTZi locaties. Uitkomsten Bij het bepalen van de verwachte toekomstige netto kasstromen zijn de volgende belangrijke veronderstellingen gehanteerd: 1 Een inflatie-percentage van 2 % per jaar 2 NHC indexering van 1,5% per jaar 3 Disconteringsvoet van 5,22% (in 2013:5,0%). 4 Een onderscheid is gemaakt in de zorgexploitatie (AWBZ opbrengsten minus de directe kosten) en de vastgoedexploitatie. Voor de zorgexploitatie is rekening gehouden met de kosten en de bezetting zoals in de begroting van 2015 is voorzien. Voor wat betreft de bezetting is voor de ZZP 1 tot en met 3 rekening gehouden met afbouw in 4 jaar naar nihil vanaf het jaar 2014. Voor ZZP 4 is rekening gehouden met een afbouw tot 50% in 2018. In 2014 heeft duurzame waardevermindering van de gebouwen plaatsgevonden (verschil tussen boekwaarde en lagere bedrijfswaarde) voor een bedrag van € 4.030.000. Deze afwaardering heeft voor een bedrag van € 627.000 betrekking op WTZi-panden en voor € 3.403.000 op niet WTZi-panden.

3.5.

Voorraden

3.5.1. Voorraad hulpmiddelen Voorraden zijn gewaardeerd tegen kostprijs conform het FIFO stelsel onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.

3.6.

Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.


Pagina 53 van 130

3.7.

Onderhanden werk DBC's

Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de waardering van de behandeltijd conform het voor het boekjaar geldende tarief zoals met zorgkantoor afgesproken en de waardering van de gemiddelde opbrengst van verblijfsdagen. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar openstonden. Waardering vindt plaats op basis van een fictieve afsluiting van de DBC's per 31 december.

3.8.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

3.9.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. De voorzieningen, met uitzondering van de voorziening uitgestelde beloningen, zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De voorziening uitgestelde beloningen is contant gemaakt met een disconteringsvoet van 3,4% (2013: 4,5%).

3.10.

Kortlopende schulden en overlopende passiva

Schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio en disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt.

4. 4.1.

Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.


Pagina 54 van 130

4.2.

Opbrengstverantwoording

4.2.1. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties worden verantwoord op basis van: •De in het boekjaar werkelijk geleverde verblijfsdagen en de daarvoor in de rekenstaat overeengekomen ZZPtarieven; •De in het boekjaar werkelijk geleverde productie-uren / -dagdelen (waaronder verpleging, persoonlijke verzorging, begeleiding, dagbehandeling, uitleen van verpleegartikelen en vervoer) en de daarvoor in de rekenstaat overeengekomen tarieven; •Nacalculeerbare kapitaalslasten met betrekking tot afschrijvingen, huur, rente en overige nacalculeerbare kapitaalslasten, Deze zijn gebaseerd op de daarvoor in de rekenstaat overeengekomen bedragen en het rentenormeringsmodel; •De opbrengst uit hoofde van de compensatiemaatregel welke in de rekenstaat is toegekend en in de periode 2012-2018 in het nacalculatieformulier wordt verwerkt, deze bate is gelijk aan de afschrijving zoals verwerkt de financiële vaste activa uit hoofde van de vordering compensatiemaatregel; •Overige budgetcomponenten, waaronder toeslagen, zorginfrastructuur, generieke budgetkortingen, innovatie, inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing, extreme zorgzwaarte en extreme zorggebonden materiaalkosten en geneesmiddelen op cliëntniveau; •Nagekomen budgetaanpassingen vanuit voorgaande jaren welke in het boekjaar zijn toegekend door het zorgkantoor. Bij de opbrengstverantwoording is rekening gehouden met de productieafspraken welke met betrekking tot het boekjaar 2014 zijn overeengekomen met het zorgkantoor en de voorlopige budgetmutaties zoals opgenomen in de rekenstaat. 4.2.2. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) De niet-gebudgetteerde zorgprestaties worden als bate verantwoord in de winst-en-verliesrekening in het jaar waarin de opbrengsten zijn gerealiseerd. De niet gebudgetteerde zorgprestaties worden verantwoord op basis van: •De werkelijk geleverde zorg en diensten in het boekjaar en de met de betrokken instellingen overeengekomen tarieven; •De werkelijk geleverde zorg en diensten in het boekjaar en de met de betrokken cliënten overeengekomen tarieven, waaronder PGB’s; •De werkelijk geleverde productie uit hoofde van de Huishoudelijke Hulp in het boekjaar en de met de gemeente overeengekomen tarieven; •Overige opbrengsten uit hoofde van zorgverlening op basis van de specifieke afspraken. 4.2.3. Overige bedrijfsopbrengsten De overige opbrengsten omvat de opbrengsten uit levering van goederen en diensten onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de opbrengsten geheven belastingen en na eliminatie van transacties binnen de Groep. Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. In de overige bedrijfsopbrengsten worden onder meer de vergoedingen voor catering, winkelverkopen, uitgeleend personeel en verhuur van onroerend goed verantwoord. 4.2.4. Toelichting Omzet DBC's De Omzet DBC's wordt bepaald door het totaal van de in het boekjaar gefactureerde afgesloten GRZ-trajecten tegen de daarvoor met het zorgkantoor afgesproken tarieven, plus de ultimo boekjaar nog te factureren afgesloten trajecten, minus de ultimo vorig boekjaar nog te factureren afgesloten trajecten, plus of min de mutatie in Onderhanden werk DBC's.

4.3.

Kosten

De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.


Pagina 55 van 130

4.4.

Personeelsbeloningen

4.4.1. Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. 4.4.2. Pensioenen Stichting Careyn heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Careyn. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting Careyn betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2014 diende het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 104,5% te hebben. De dekkingsgraad (na indexatie) bedroeg toen 109%. Eind 2014 bedroeg deze dekkingsgraad 102% en eind maart 2015 104%. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij hoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De ‘nieuwe’ dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Careyn heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting Careyn heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Gebaseerd op vorenstaande zijn alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord.

4.5.

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

De afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa worden gebaseerd op verkrijgingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Bij wijziging van de geschatte levensduur zullen de afschrijvingen op lineaire basis worden aangepast over de resterende looptijd. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen, met dien verstande dat boekwinsten en -verliezen bij realisatie van niet aan bedrijfsuitoefening dienstbare activa in het algemeen onder de buitengewone baten en lasten worden verantwoord.

4.6.

Overheidssubsidies

Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de resultatenrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de resultatenrekening.

4.7.

Financiële baten en lasten

4.7.1. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.


Pagina 56 van 130

4.8.

Belastingen

De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat vóór belastingen in de resultatenrekening, na aftrek van het gebruik van fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Hierbij worden de thans geldende belastingtarieven gehanteerd. De belastingberekening van de gehele fiscale eenheid voor de btw in 2014 wordt meegenomen bij het hoofd van de fiscale eenheid (zie paragraaf 20.3).

5.

Grondslagen van segmentering

In de jaarrekening wordt overeenkomstig de Richtlijnen Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten AWBZ, WMO, Jeugdgezondheidszorg, Kraamzorg, Maatschappelijk Werk en het segment Overig. Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De interne kosten en opbrengsten zijn niet geëlimineerd in de gesegmenteerde resultaatrekeningen, teneinde een beter inzicht te verstrekken. Dientengevolge sluit de optelling van de afzonderlijke baten en lasten van de gesegmenteerde resultatenrekeningen niet aan op de geconsolideerde resultatenrekening. De optelling van de afzonderlijke resultaten boekjaar van de gesegmenteerde resultatenrekeningen sluit uiteraard wel aan op de geconsolideerde resultatenrekening.

5.1.

Kosten centrale overhead

De aan de entiteit doorbelaste kosten centrale overhead zijn gebaseerd op verdeling van de kosten centrale overhead en decentrale overhead op basis van diverse verdeelsleutels, gebaseerd op de begroting en wel als volgt: - Huisvestingskosten conform gebruik vierkante meters; - ICT kosten op basis van aantal werkplekken en mobile devices op basis van FTE; - Kosten HRM op basis van FTE's; - De overige centrale overheadkosten worden toegerekend op basis van begrote omzet. Loonkosten worden op basis van werkelijke afname doorbelast en decentrale overhead wordt toegerekend op basis van omzet binnen de bedrijfskolom. Door wijzigingen in de organisatie structuur is de methodiek van doorbelasting in 2014 verder verfijnd. Hierbij is gebleken dat de doorberekeningen die in 2013 hebben plaatsgevonden niet in alle gevallen correct zijn geweest. Daar waar dat heeft geleid tot relevante aanpassing in de jaarrekening 2014 is dat toegelicht bij de specifieke posten in de jaarrekening.

6. 6.1.

Financiële instrumenten en risicobeheersing Marktrisico

6.1.1. Rente- en kasstroomrisico Stichting Careyn loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Stichting Careyn risico ten aanzien van toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Stichting Careyn risico's over de reële waarde als gevolg van wijzigingen in de marktrente. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd.

6.2.

Kredietrisico

Stichting Careyn heeft geen significante concentraties van kredietrisico.


Pagina 57 van 130

7.

Immateriële vaste activa 31-12-2014

31-12-2013

€

€

Goodwill

70.725

114.576

De mutaties in de immateriële vaste activa zijn in het volgende schema samengevat: Goodwill € Stand per 1 januari 2014 547.013 (432.437)

Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen Boekwaarde

114.576

Mutaties Afschrijvingen immateriële vaste activa

(43.851)

Saldo

(43.851)

Stand per 31 december 2014 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

547.013 (476.288)

Boekwaarde

70.725

Afschrijvingspercentages

8.

16-25%


Bedrijfsgebouwen en -terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vast activa

31-12-2014

31-12-2013

€

€

117.851.144 16.400.411 15.969.864

104.094.347 12.774.981 16.813.468

672.472

21.155.506

150.893.891

154.838.302

In de vergelijkende cijfers 2013 is een herrubricering aangebracht van in totaal € 1.047.062. Zie de toelichting op de voorziening reorganisatiekosten (noot 17).


Pagina 58 van 130

De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven: Bedrijfsgebouwen en -terreinen

Machines en installaties

€

€

Andere Vaste vaste bedrijfsbedrijfs- middelen in middelen uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vast activa €

Totaal

€

€

Stand per 1 januari 2014 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen Cumulatieve afschrijvingen

191.785.575 28.894.581 48.698.553 (2.708.211) (768.353) (506.380) (84.983.017) (15.351.247) (31.378.705)

23.580.633 292.959.342 0 (3.982.944) (2.425.127) (134.138.096)

Boekwaarden

104.094.347

21.155.506 154.838.302

12.774.981

16.813.468

4.486.051 119.024

Mutaties Investeringen Waardeverminderingen Aanschaffingswaarde desinvesteringen Terugname geheel afgeschreven activa Afschrijvingen materiële vaste activa Afschrijvingen desinvesteringen en terugname geheel afgeschreven activa

25.197.760 (3.332.689)

4.305.524 768.353

(445.360)

0

9.832.404

966.534

Saldo

13.756.797

3.625.430

(9.747.223) (7.748.095)

(966.534) (1.448.447)

(530.101) (5.940.410) (4.940.767) 5.962.599

(20.028.086) 354.000

13.961.249 (2.091.312)

(374.323)

(1.349.784)

(2.505.752) (19.159.919) (136.227) (14.273.536) 2.207.354

(843.604) (20.483.034)

18.968.891 (3.944.411)

Stand per 31 december 2014 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen Cumulatieve afschrijvingen

206.790.752 32.233.571 46.714.086 (6.040.900) 0 (387.356) (82.898.708) (15.833.160) (30.356.866)

Boekwaarden

117.851.144

16.400.411

15.969.864

0/2%

20/33%

10%


672.472 286.410.881 354.000 (6.074.256) (354.000) (129.442.734) 672.472 150.893.891 10%

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZimeldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Overig gefinancierde materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 21. De toelichting op de onderhanden en gereedgekomen projecten is opgenomen in de overzichten onder 22.


Pagina 59 van 130

Specificatie waardevermindering:

Cumulatief 31-12-2014 Cumulatief 31-12-2013 Mutatie

Impairment € 4.013.000 (15.000)

Economische levensduur aanpassing € 2.061.000 3.998.000

€ 6.074.000 3.983.000

4.028.000

(1.937.000)

2.091.000

1.073.000

1.073.000

(864.000)

3.164.000

Onttrokken aan de voorziening

-

Ten laste van de exploitatie

4.028.000

WTZi-panden Niet WTZi-panden

627.000 3.400.000 4.028.000

Totaal

De boekwaarde van de financial lease activa bedraagt ultimo 2014 € 5.899.084. De totale reëele waarde van de materiële vaste activa (gebouwen, terreinen en installaties) bedraagt € 220 miljoen.

9.

Financiële vaste activa 31-12-2014

31-12-2013

€

€

Deelnemingen Overige vorderingen

571.986 1.256.004

534.668 1.212.289

1.827.990

1.746.957

Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd: DeelOverige nemingen vorderingen €

Totaal

€

€

Stand per 1 januari 2014 Investeringen Aflossing Afschrijvingen Overige mutaties

534.668 0 0 0 37.318

1.212.289 134.850 (20.000) (43.604) (27.531)

1.746.957 134.850 (20.000) (43.604) 9.787

Stand per 31 december 2014

571.986

1.256.004

1.827.990

Van de overige vorderingen ad € 1.256.004 heeft een bedrag van € 1.140.447 een looptijd van meer dan 1 jaar.


Pagina 60 van 130

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen: Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon

Kapitaalbelang (in %)

Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20% Aveant Thuishulp B.V., Utrecht 1)

49,00

Zeggenschapsbelangen C.V. Woonalliantie Woerden, Amsterdam

1)

2,00

Eigen vermogen per 31-122014

Resultaat 2014

€

€

(240.721)

(619.757)

19.371.000

(456.000)

1) Op basis van concept jaarrekening 2014.

9.1.

Overige vorderingen 31-12-2014

31-12-2013

€

€

Overige vorderingen

1.256.004

De overige vorderingen betreffen de volgende posten: Aanloopkosten Boeterente Waarborgfonds Overige langlopende vorderingen

1.212.289

31-12-2014 € 487.580 € 0 € 675.090 € 93.333

31-12-2013 € 503.706 € 2.735 € 564.984 € 140.864

Omtrent rente, aflossingen en zekerheden is niets overeengekomen.

10.

Voorraden 31-12-2014

31-12-2013

€

€

Overige voorraden

159.808

216.723

Er is een voorziening voor incourante voorraden opgenomen voor een bedrag van nihil (2013: € nihil).

11.

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot

Stand per 1 januari 2014 Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Herindexering Stand per 31 december 2014 Stadium van vaststelling (per erkenning)

Totaal

2014

2013

2012

2011

€

€

€

€

€

6.790.720 956.982 (1.122.635) (1.441.678) (4.571.947) 611.442

0 956.982

956.982 a

6.799.647

(8.927)

0

(1.122.635) (1.450.605) (4.571.947)

0 8.927 0

0 0 0

(345.540)

0

0

c

c

c

a = interne berekening


Pagina 61 van 130

b = overeenstemming met zorgverzekeraars c = definitieve vaststelling NZa

Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

11.1.

31-12-2014

31-12-2013

€

€

956.982 (345.540)

6.799.647 (8.927)

611.442

6.790.720

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget Vordering AWBZ herindexering Totaal financieringsverschil in het boekjaar

2014

2013

€

€

291.211.390 (290.254.408)

300.979.501 (298.751.806)

0

4.571.952

956.982

6.799.647

In het financieringsverschil 2013 is een bedrag opgenomen ad € 1.215.249 inzake Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ) (2014: nihil).

12.

Vorderingen

Vorderingen op debiteuren Overige vorderingen

31-12-2014

31-12-2013

€

€

8.021.673 10.057.964

20.172.792 10.212.004

18.079.637

30.384.796

Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde ervan, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.

12.1.

Vorderingen op debiteuren

Handelsdebiteuren

31-12-2014

31-12-2013

€

€

8.021.673

20.172.792

De voorziening voor oninbaarheid bedraagt per balansdatum € 993.740 (2013: € 1.636.724) en is in mindering gebracht op het saldo van de debiteuren. De daling van het debiteurensaldo wordt met name veroorzaakt door het beëindigen van de HZ en Vitaal activiteiten.


Pagina 62 van 130

12.2.

Overige vorderingen

Nog te ontvangen bedragen (m.n. agv afstoten activiteiten) Vooruitbetaalde bedragen (m.n. huren) Overige vorderingen

31-12-2014

31-12-2013

€

€

6.245.437 1.838.236 1.974.291

8.657.736 801.006 753.262

10.057.964

10.212.004

In de nog te ontvangen bedragen is een bedrag ad € 2.419.178 (2013: €4.380.000) aan reeds afgesloten doch nog niet gefactureerde DBC's inzake GRZ-opdrachten opgenomen. Hierin is een verrekenbedrag van € 714.607 (2014) respectievelijk € 566.572 (2013) opgenomen. Onder de overige vorderingen is een bedrag groot € 168.678 (exclusief btw) opgenomen als vordering als gevolg van een overschrijding van het bezoldigingsmaximum ingevolge de WNT zoals dat van toepassing is voor de gezondheidszorg over de jaren 2013 en 2014. Dit bedrag is als onverschuldigde betaling teruggevorderd van BoerCroon Management B.V. inzake de inzet van de heer J. Collette als lid van de Raad van Bestuur ad interim over de periode 1 januari 2013 tot 1 april 2014. Careyn spant zich maximaal in om de vordering te innen.

13.



31-12-2014

31-12-2013

€

€

1.398.239

2.058.290

Ingaande 2013 is de Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ) overgegaan naar de Zvw-zorg. Als gevolg hiervan zijn diverse cliënten onder een DBC-indicatie ultimo boekjaar nog in behandeling. Facturering van deze zorg kan pas plaatsvinden na afronding van deze zorg.


Pagina 63 van 130

14.

Liquide middelen

Bankrekeningen Kassen

31-12-2014

31-12-2013

€

€

77.134.515 24.686

75.506.439 32.532

77.159.201

75.538.971

31-12-2014

31-12-2013

€

€

De post geldmiddelen in het kasstroomoverzicht is als volgt samengesteld:

Liquide middelen Schulden aan kredietinstellingen

77.159.201 0

75.538.971 (6.500.000)

77.159.201

69.038.971

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting, behoudens: Voor bankgaranties niet door ING Bank afgegeven zijn banken spaarrekeningen geblokkeerd gelijk aan het bedrag van de bankgaranties voor een totaal bedrag €212.563. Voor de door de ING afgegeven bankgaranties wordt verwezen naar Noot 20.2. Een bedrag ad € 2.812 is niet vrij opneembaar van de G-rekening.

15.

Eigen vermogen

Geplaatst kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

15.1.

31-12-2014

31-12-2013

€

€

1.098.212 17.930.916 18.693.934

1.098.212 31.223.267 15.308.393

37.723.062

47.629.872

Geplaatst kapitaal Saldo per 1 Resultaatjanuari 2014 bestemming €

Geplaatst kapitaal


1.098.212

Overige Saldo per 31 december mutaties 2014

€

€

0

0

€ 1.098.212

Pagina 64 van 130

15.2.

Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per 1 Resultaatjanuari 2014 bestemming €

Reserve aanvaardbare kosten  Verpleging, Verzorging, Thuiszorg AWBZ en ZVW

37.337.765

Bestemmingsfondsen  Jeugdgezondheidszorg  Maatschappelijk werk

(1.044.156) 45.981

Bestemmingsreserves  WMO  Egalisatie Afschrijvingen  Overigen Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

€

Overige Saldo per 31 december mutaties 2014 €

€

(15.000.043)

0

22.337.722

495.980 (50.159)

0 0

(548.176) (4.178)

(16.648.583) 4.852.057 6.680.203

1.261.871 0 0

0 0 0

(15.386.712) 4.852.057 6.680.203

31.223.267

(13.292.351)

0

17.930.916

De bestemmingsfondsen ontstaan door tekorten en overschotten in de besteding van de jaarsubsidies van maatschappelijk werk respectievelijk gezondheidszorg. De beperking en besteding van deze middelen wordt opgelegd door de verstrekkende instanties. Aanwending van deze fondsen dient te geschieden binnen de daartoe gestelde doelen. De samenstelling van de vermogenspositie is conform voorgaande jaren. In 2015 zal overeenkomstig de aanpassing in RJ 655 met betrekking tot de indeling van het eigen vermogen in collectief gefinancieerd gebonden vermogen en niet collectief gefinancierd vrij vermogen, de samenstelling opnieuw worden bezien. Ook de positie van de gevormde bestemmingsreserves zal dan worden herbeoordeeld.

15.3.

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Saldo per 1 Resultaatjanuari 2014 bestemming €

Algemene reserves  Algemene reserves

13.881.252

Bestemmingsreserve  Bestemmingsreserves  Reserve afschrijving inventarissen

1.223.565 203.576

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

15.308.393


€

3.398.121 (12.580) 0 3.385.541


€

0

17.279.373

0 0

1.210.985 203.576

0

18.693.934

Pagina 65 van 130

16.

Aandeel derden 31-12-2014

31-12-2013

€

€

(465.056)

(465.056)

Stand per 1 januari Resultaat derden Aankoop 10% Vitaal Uitleenservice B.V.

(465.056) 0 0

(188.066) (274.424) (2.566)

Stand per 31 december

(465.056)

(465.056)

Aandeel derden Het verloop van het aandeel derden is als volgt:


Pagina 66 van 130

17.

Voorzieningen

Voorziening langdurig zieken Voorziening groot onderhoud Overige voorzieningen Voorziening uitgestelde beloningen Voorziening reorganisatiekosten Totaal voorzieningen

Vrijval Saldo per 31 december 2014

Saldo per 1 januari 2014

Dotatie

Ontrekking

€

€

€

€

€

707.632 3.768.518 1.720.160

481.620 4.227.958 153.870

(233.484) (3.346.977) (819.567)

(6.789) (532.822) (117.910)

948.979 4.116.677 936.553

870.220

33.029

(174.097)

(2.092)

727.060

15.386.255

14.928.192

(9.403.000)

(2.846.553)

18.064.894

22.452.785

19.824.669

(13.977.125)

(3.506.166)

24.794.163

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: Saldo per 31 december 2014 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

20.892.687 3.901.476 893.684

Het kortlopende deel van de voorziening betreft voornamelijk de voorziening reorganisatiekosten inzake boventalligheid waarvan effectuering binnen één jaar verwacht wordt. Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is vastgesteld op basis van de medewerkers welke per 31 december 2014 langdurig arbeidsongeschikt zijn en op basis van het verzuim- en reïntegratiebeleid 2015. Voorziening groot onderhoud Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen en installaties is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De dotaties en onttrekkingen voor deze voorzieningen zijn gebaseerd op de meerjaren onderhoudsplannen. Op basis van een spaartmethode met een planningshorizon van 5 jaren. Voorziening uitgestelde beloningen De voorziening uitgestelde beloningen wordt gevormd op basis van het huidige personeelsbestand en aannames met betrekking tot het personeelsverloop en loonontwikkeling. Overige voorzieningen De overige voorzieningen hebben betrekking op wachtgeldregelingen en opleidingskosten. Voorziening reorganisatie Als gevolg van afnemende omzet heeft Careyn een strategische heroriëntatie doorgevoerd en gefaseerd een reorganisatietraject ingezet met betrekking tot optimalisatie processen in de zorg en reductie van overhead. De effecten daarvan hebben geleid tot vorming van een voorziening reorganisatiekosten. Per 31 december is onder deze post een bedrag van € 1.047.062 opgenomen die betrekking had op een waardevermindering materiële vaste activa. In de vergelijkende cijfers 2013 is deze post geherrubriceerd en in mindering gebracht op de materiële vaste activa.


Pagina 67 van 130

18.


Financiële lease verplichtingen Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden

31-12-2014

31-12-2013

€

€

5.579.316 101.574.347 2.599.536

5.899.084 99.065.826 3.899.304

109.753.199

108.864.214

2014

2013

€

€

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

115.879.196 8.700.000 (7.953.047)

92.661.192 36.148.840 (12.930.836)

Stand per 31 december Af: aflossingsverplichting komend boekjaar

116.626.149 (6.872.950)

115.879.196 (7.014.982)

Stand langlopende schulden per 31 december

109.753.199

108.864.214

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De financiële lease verplichtingen hebben tot een bedrag van € 5.579.000 een looptijd van > 1 jaar en € 4.300.244 een looptijd van > 5 jaar. De schulden aan kredietinstellingen hebben tot een bedrag van € 101.574.347 een looptijd van > 1 jaar en € 80.982.034 een looptijd van > 5 jaar. De overige langlopende schulden hebben tot een bedrag van € 2.599.536 een looptijd van > 1 jaar.

19.


Schulden aan kredietinstellingen Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Crediteuren Schulden aan gelieerde maatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenpremies Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden Overlopende passiva

31-12-2014

31-12-2013

€

€

0 6.872.950 10.465.979 0 12.372.363 6.996.608 4.272.898 9.215.473 9.516.657 2.665.845 16.016.792

6.500.000 7.014.982 15.028.072 1.104.455 12.410.698 7.415.582 5.504.276 11.377.307 10.386.465 4.811.289 11.654.394

78.395.565

93.207.520

De kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter ervan. Onder de overige schulden is in 2013 een bedrag van € 2,2 miljoen opgenomen met betrekking tot bouwimpulsgelden die in 2014 zijn aangewend. De daling van de crediteuren en de stijging van de overlopende passiva hebben met name betrekking op de uitvoering van een nieuw inkoopfacturen verwerkingssysteem.


Pagina 68 van 130

20. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen 20.1. (Meerjarige) financiële verplichtingen De totale verplichting uit hoofde van operational lease terzake bedrijfswagens bedraagt ultimo 2014 €512.367. (korter dan 1 jaar: € 260.627 tussen 2 en 5 jaar: € 251.740). De totale verplichting uit hoofde van huur terzake bedrijfspanden bedraagt ultimo 2014 € 102.578.267 (korter dan 1 jaar: € 11.136.109, tussen 2 en 5 jaar: € 41.852.621 langer dan 5 jaar: € 49.589.537).

20.2.

Kredietfaciliteiten en garanties

ING bankrekeningstelsel Careyns cs Het rekeningstelsel is rente en fiat compensabel. Binnen het stelsel kunnen de entiteiten een negatief bank saldo hebben zolang het compensabel saldo van Careyn cs positief bedraagt. Op basis van aansprakelijkheid over en weer kunnen de Careyn entiteiten gebruik van maken van het stelsel. Zuwe Zorg BV maakt geen onderdeel uit van het rente en fiat compensabel stelsel van Careyn cs. Stelsel Careyn conform kredietbrief 2014: 1.Stichting Careyn, statutair gevestigd te Delft. 2.Careyn Holding B.V., statutair gevestigd te Schiedam. 3.DuoZorg Uitzendbureau B.V., statutair gevestigd te Gouda. 4.Careyn Personeelssupport B.V., statutair gevestigd te Schiedam (gefuseerd in Careyn Holding B.V.). 5.Careyn Gezondheid Service B.V., statutair gevestigd te Schiedam. 6.Careyn Maatschappelijke Dienstverlening B.V., statutair gevestigd te Schiedam. 7.Careyn Gezondheidscentra B.V., statutair gevestigd te Schiedam. 8.Careyn HZ B.V., statutair gevestigd te Schiedam (gefuseerd in Stichting Careyn). 9.Careyn DWO/NWN B.V., statutair gevestigd te Schiedam. 10.Careyn Zuid-Hollandse eilanden B.V., statutair gevestigd te Spijkenisse. 11.Careyn Kraamzorg B.V., statutair gevestigd te Rijswijk. 12.Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk Werk Goeree-Overflakkee, statutair gevestigd te Middelharnis. 13.Stichting Gezondheidscentrum De Akkers, statutair gevestigd te Spijkenisse. 14.Stichting Gezondheidservice Breda, statutair gevestigd te Breda. 15.Erasmusbrug Holding B.V., statutair gevestigd te Rotterdam (gefuseerd in Careyn Holding B.V.). 16.Geboortecentrum Origine Breda B.V., statutair gevestigd te Breda. (tot maximale totale bankschuld ultimo 2014 ad € 780.904) 17.Aveant B.V., statutair gevestigd te Utrecht. 18.Stichting Cascade Vastgoed, statutair gevestigd te Utrecht. Zekerheden Voor al hetgeen Careyn cs (exclusief Zuwe Zorg BV) schuldig is aan ING gelden de volgende zekerheiden: • Een hypotheek van € 12.000.000 op: -Perceel grond met zorgcentrum en verder toebehoren gelegen aan Herenstraat 85 te Wateringen (verpleeghuis ‘De Ark’) kadastraal bekend gemeente Wateringen, sectie B, nummer 3397, tweede in rang, totaal voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn ad € 1.525.000,00. • Een hypotheek van € 10.800.000 op: -Perceel grond met opstallen en verder toebehoren, gelegen aan Plantageweg 4 te Brielle (verpleeghuis ‘De Plantage’) kadastraal bekend gemeente Brielle, sectie F, nummer 672, eerste in rang. • Een hypotheek van € 6.700.000 op: -perceel grond met opstallen, gelegen aan Moldaudreef te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie H, nummer 1365. tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Provincie Utrecht ad € 5.722.168,52 -perceel grond met opstallen, gelegen aan Moldaudreef te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie H, nummer 1366. tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Provincie Utrecht ad € 5.722.168,52 -perceel grond met opstallen, gelegen aan Neckardreef 4, 6 en 8 te Utrecht kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie H, nummer 2106, tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Provincie Utrecht ad € 5.722.168,52


Pagina 69 van 130

-perceel grond met opstallen, gelegen aan Gangesdreef 10 te Utrecht en Indusdreef 5 en 7 te Utrecht , kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie F, nummer 649 tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van € 953.000,- ten behoeve de Provincie Utrecht. -perceel grond met opstallen, gelegen aan Indusdreef 1 te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie F, nummer 785 tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van € 953.000,- ten behoeve de Provincie Utrecht. -perceel grond met opstallen gelegen aan Winklerlaan 365 te Utrecht kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie L, nummer 1030, eerste in rang. • Een hypotheek van € 10.000.000 op: - Appartementsrecht, gelegen aan Lenteakker 3 te Spijkenisse, kadastraal bekend gemeente Spijkenisse, sectie L, nummer 1995-A appartementsindex 4, eerste in rang - Appartementsrecht, gelegen aan Middellaan (Nijverheidssingel / Nieuwe Prinsenkade) 62 te Breda, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie F, nummer 1578-A appartementsindex 2, eerste in rang - Perceel grond met opstallen en verder toebehoren, gelegen aan Oosthavenkade 43 en 44 te Vlaardingen, kadastraal bekend gemeente Vlaardingen, sectie B, nummer 9362 eerste in rang - Perceel grond met opstallen en verder toebehoren, gelegen aan Muizenberglaan 15 te Breda, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie H, nummer 6624 tweede in rang, totaal voorbelast met een hypothecaire inschrijving van ABN Amro Bank ad € 998.316,48 - Perceel grond met opstallen en verder toebehoren, gelegen aan Over de Dammen 4 te Vlaardingen, kadastraal bekend gemeente Vlaardingen, sectie K, nummer 3207 eerste in rang. • Een hypotheek van € 7.300.000 op: -het perceel grond met gezondheidscentrum en verder toebehoren, plaatselijk bekend Neckardreef 4, 6, 8, Werradreef 1, 2, 3 te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie H, nummer 2106, groot negenenzestig aren en vijftig centiaren, derde in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Provincie Utrecht ad € 5.722.168,52 en een tweede hypothecaire inschrijving van € 6.700.000 ten gunste van ING Bank. -de erfpacht voor onbepaalde tijd, ingegaan op negentien oktober negentienhonderd vierentachtig, van het perceel grond, in eigendom toebehorend aan de gemeente Utrecht, met het daarop door of voor rekening van de erfpachter aangebrachte gezondheidscentrum en verder toebehoren, plaatselijk bekend Moldaudreef (ongenummerd) te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie H, nummer 1365, groot drieëntwintig aren en zestig centiaren, tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Provincie Utrecht ad € 5.722.168,52 en een tweede hypothecaire inschrijving van € 6.700.000 ten gunste van ING Bank. -de erfpacht voor onbepaalde tijd, ingegaan op negentien oktober negentienhonderd vierentachtig, van het perceel grond, in eigendom toebehorend aan de gemeente Utrecht, met het daarop door of voor rekening van de erfpachter aangebrachte gezondheidscentrum en verder toebehoren, plaatselijk bekend Moldaudreef (ongenummerd) te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie H, nummer 1366, groot vierentwintig aren en tachtig centiaren, tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van Provincie Utrecht ad € 5.722.168,52 en een tweede hypothecaire inschrijving van € 6.700.000 ten gunste van ING Bank. -het perceel grond met gezondheidscentrum en verder toebehoren, plaatselijk bekend Winklerlaan 365 te Utrecht, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie L, nummer 1030, groot tweeënvijftig aren en vijfenvijftig centiaren,, tweede in rang, voorbelast met een hypothecaire inschrijving van € 6.700.000 ten gunste van ING Bank. • Verpanding bedrijfsuitrusting, voorraden en boekvorderingen (eerste pandrecht) afgegeven door de kredietnemer. • Compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst, afgegeven kredietnemers • Negative pledge / pari passu en cross default verklaring afgegeven door de kredietnemers. De kredietnemer verpandt, voor zover nodig bij voorbaat, aan de bank die de verpanding aanvaardt alle vorderingen die hij nu of te eniger tijd, uit welken hoofde ook, op de bank heeft of krijgt tot meerdere zekerheid voor betaling of teruggave van al hetgeen de kredietnemer aan de bank nu of te eniger tijd uit welken hoofde ook schuldig mocht zijn of worden. Voor zover nodig verklaart de bank dat de verpanding aan haar als debit€ van de vordering is medegedeeld. Verpanding (gezamenlijk ING/WFZ) aandelen (eerste pandrecht) in Zuwe Zorg B.V.


Pagina 70 van 130

Belangrijkste voorwaarden en bepalingen Solvabiliteit De solvabiliteit dient gedurende de looptijd van de kredietfaciliteit als volgt te bedragen: 2014 >10,0% 2015 >10,0% 2016 >10,0% 2017 >15,0% 2018 >20,0% Vanaf 2019 >25,0% De solvabiliteitsratio wordt gedefinieerd als: het eigen vermogen vermeerderd met 100% van de egalisatiereserves uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. De solvabiliteit betreft de geconsolideerde jaarrekening. De Debt Service Cover Ratio (DSCR) De Debt Service Cover Ratio (DSCR) dient gedurende de looptijd van de kredietfaciliteit het volgende te bedragen: 2014 > 0,5 2015 > 0,9 Vanaf 2016 > 1,2. De Debt Service Cover Ratio wordt gedefinieerd als: De Ebitda gedeeld door de som van de rentekosten en de aflossingen over het betreffende boekjaar. Onder Ebitda wordt verstaan: Netto winst plus betaalde rente minus ontvangen rente plus afschrijvingen minus buitengewone baten plus buitengewone lasten minus resultaat deelnemingen plus toevoegingen aan voorzieningen minus de vrijval van voorzieningen. De DSCR betreft de geconsolideerde jaarrekening. Garanties Careyn cs Door de ING is onder een totaal bedrag ad € 461.093 aan (huur) garanties afgegeven onder blokkering van een zelfde bedrag in het rekeningstelsel van Careyn cs. Deze garanties zijn ten laste van de volgende entiteiten afgegeven: Careyn Holding B.V.€ 203.354 Erasmusbrug Holding B.V.€ 67.637 Stichting Careyn€ 154.402 Vitaal Hulpmiddelen BV *€ 35.700 *Deze garantie is 5 januari 2015 komen te vervallen. Garanties Stichting Careyn Voor Stichting Careyn is door Rabo voor een totaal bedrag ad € 141.348,92 aan (huur) garanties afgegeven. Zekerheid: verpanding spaarrekening Garanties Zuwe Zorg BV Voor Zuwe Zorg BV is door ING voor een totaal bedrag ad € 77.368 aan (huur) garanties afgegeven. Dit bedrag is verpand/geblokkeerd op ING rekening-courant van Zuwe Zorg BV. Deze rekening maakt geen onderdeel uit van het rente en fiat compensabel stelsel van Careyn cs. Careyn Personeelssupport B.V en Duozorg Uitzendbureau BV. Bankgarantie-faciliteit ad € 100.000 bij de Rabo ten behoeven Careyn Personeelssupport B.V en Duo zorg Uitzendbureau BV. Onder deze garantiefaciliteit is voor een totaal bedrag ad € 55.885,- aan (huur) garanties afgegeven. Zekerheid: verpanding spaarrekening ten name van Careyn Personeelssupport B.V. Aveant BV Voor Aveant BV is door Van Lanschot een huurgarantie afgegeven van € 15.329. Zekerheid: verpanding spaarrekening.


Pagina 71 van 130

20.3.

Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid

Stichting Careyn maakt onderdeel uit van een fiscale eenheid voor de btw met aan het hoofd Stichting Careyn. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de rechtspersoon en Stichting Careyn ieder hoofdelijk aansprakelijk voor ter zake door de combinatie verschuldigde btw.

20.4.

Fiscale situatie

Voor 2014 zijn de fiscale eenheden btw en vennootschapsbelasting aangepast aan de juridische realiteit. Careyn wenst haar fiscale functie verder te optimaliseren met het uiteindelijke doel een horizontaal toezicht relatie met de Belastingdienst. Bij fiscale onduidelijkheden wordt reeds overleg gepleegd met de Belastingdienst alsof sprake is van een horizontaal toezicht relatie. Stichting Careyn is hoofdelijk aansprakelijk voor de entiteiten die vallen binnen de fiscale eenheid voor de btw. Careyn Holding B.V. is hoofdelijk aansprakelijk voor de entiteiten die vallen binnen de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting.

20.5.

Letter of Support

Stichting Careyn geeft voor een aantal entiteiten een Letter of Support bij de jaarrekening 2014 met de volgende tekst: Stichting Careyn verklaart hierbij garant te staan om alle noodzakelijke middelen te verstrekken aan onderstaande entiteiten om, indien nodig, deze in staat te stellen om aan haar huidige en toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Deze garantie geldt tot 1 juni 2016. Deze bevestiging is afgeven in het kader van het opstellen van de jaarrekening van onderstaande entiteiten. Aan deze letter of support kunnen niet meer rechten worden ontleend dan voor het doel waarvoor deze is afgegeven. Afgegeven 27 maart 2015 voor: - Aveant B.V. - Careyn Holding B.V. - Careyn Maatschappelijke Dienstverlening B.V. - Careyn Gezondheidscentra B.V.

20.6.

Waarborgfonds voor de Zorgsector

Indien het risicovermogen van het Waarborgfonds minder bedraagt dan het garantieniveau (0,25% van het totaal der geborgde schuldrestanten) is door het Waarborgfonds bij de deelnemende instellingen een obligo inroepbaar van maximaal 3% van de restschuld van de door het Waarborgfonds bij deze instellingen geborgde leningen. Bij Stichting Careyn betreft het maximaal een bedrag van 3% van €61.252.256 ofwel €1.837.567.


Pagina 72 van 130

21.

Mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi Subtotaal vergunningplichtige activa

Subtotaal meldingsplichtige activa

Subtotaal WMG

Subtotaal overige gefinancierde materiële vaste activa

Totaal

€

€

€

€

€

152.326.464 0 (66.821.705)

31.927.486 0 (15.427.813)

18.858.268 (278.711) (10.790.827)

89.847.124 (3.704.233) (41.097.751)

292.959.342 (3.982.944) (134.138.096)

Boekwaarden per 1 januari 2014

85.504.759

16.499.673

7.788.730

45.045.140

154.838.302

Mutaties Investeringen Waardevermindering Afschrijvingen Extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

15.147.653 0 (4.678.091) (136.227)

98.988 0 (2.354.420) 0

2.982.651 (237.192) (1.839.640) 0

(4.268.043) (2.954.871) (5.265.158) 0

13.961.249 (3.192.063) (14.137.309) (136.227)

Terugname geheel afgeschreven activa Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen

(8.472.360) 0 8.472.360

(3.182.747) 0 3.182.747

(3.576.759) 0 3.576.759

(3.928.060) 320.880 3.308.782

(19.159.926) 320.880 18.540.648

0 0 0 0

(2.516) 0 2.516 0

(364.962) 146.869 160.003 (58.090)

(982.306) 633.002 265.725 (83.579)

(1.349.784) 779.871 428.244 (141.669)

Mutaties in boekwaarde (per saldo)

10.333.335

(2.255.432)

(12.870.049)

(3.944.417)

Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen

159.001.757 0 (63.163.663)

28.841.211 0 (14.596.970)

17.899.198 (369.034) (8.893.705)

80.668.715 (5.705.222) (42.788.402)

286.410.881 (6.074.256) (129.442.740)

95.838.094

14.244.241

8.636.459

32.175.091

150.893.885

Stand per 1 januari 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen

Desinvesteringen Aanschafwaarde Cumulatieve Waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Per saldo

Boekwaarden per 31 december 2014


847.729

Pagina 73 van 130

21.1.

WTZi-vergunningplichtige vaste activa NZa-IVA

Grond

Terreinvoorzieningen

Gebouwen

€

€

€

€

Semi perm. Verbouwingen gebouwen

€

Installaties Onderhanden projecten

Subtotaal vergunningplichtige activa

€

€

€

€


0 0 0

6.778.054 0 (685.569)

1.560.162 0 (684.587)

87.641.746 0 (38.520.029)

0 0 0

22.035.403 0 (12.949.497)

20.206.051 0 (11.910.896)

14.105.048 0 (2.071.127)

152.326.464 0 (66.821.705)


0

6.092.485

875.575

49.121.717

0

9.085.906

8.295.155

12.033.921

85.504.759


0 0 0 0

4.189.051 0 0 0

136.462 0 (72.311) 0

18.740.651 0 (2.440.429) 0

0 0 0 0

2.849 0 (1.273.416) 0

3.770.855 0 (891.935) 0

(11.692.215) 0 0 (136.227)

15.147.653 0 (4.678.091) (136.227)


0 0 0

0 0 0

(77.454) 0 77.454

(4.816.999) 0 4.816.999

0 0 0

(711.335) 0 711.335

(659.218) 0 659.218

(2.207.354) 0 2.207.354

(8.472.360) 0 8.472.360

Desinvesteringen Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Per saldo

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

4.189.051

64.151

16.300.222

0

(1.270.567)

2.878.920


0 0 0

10.967.105 0 (685.569)

1.619.170 0 (679.444)

101.565.398 0 (36.143.459)

0 0 0

21.326.917 0 (13.511.578)

23.317.688 0 (12.143.613)

205.479 0 0

159.001.757 0 (63.163.663)


0

10.281.536

939.726

65.421.939

0

7.815.339

11.174.075

205.479

95.838.094


0

0

5%

2%

0

5%

5%

nvt

0


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0 (11.828.442)

0 0 0 0 10.333.335

Pagina 74 van 130

21.2.

WTZi-meldingsplichtige vaste activa Trekkings- Onderhanden rechten projecten

€ Stand per 1 januari 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden per 1 januari 2014 Mutaties Investeringen Waardevermindering Afschrijvingen

€

Subtotaal

Instand- Onderhanden houding projecten

€

€

€

Subtotaal


€

€

16.876.140 0 (6.997.363)

0 0 0

16.876.140 0 (6.997.363)

15.051.346 0 (8.430.450)

0 0 0

15.051.346 0 (8.430.450)

31.927.486 0 (15.427.813)

9.878.777

0

9.878.777

6.620.896

0

6.620.896

16.499.673

98.988 0 (1.510.613)

0 0 0

98.988 0 (1.510.613)

98.988 0 (2.354.420)

0 0 (843.807)

0 0 0

0 0 (843.807)


0 0 0

0 0 0

0 0 0

(3.182.747) 0 3.182.747

0 0 0

(3.182.747) 0 3.182.747

(3.182.747) 0 3.182.747


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

(2.516) 0 2.516 0

0 0 0 0

(2.516) 0 2.516 0

(2.516) 0 2.516 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden per 31 december 2014 Afschrijvingspercentages


(843.807)

0

(843.807)

(1.411.625)

0

(1.411.625)

(2.255.432)

16.876.140 0 (7.841.170)

0 0 0

16.876.140 0 (7.841.170)

11.965.071 0 (6.755.800)

0 0 0

11.965.071 0 (6.755.800)

28.841.211 0 (14.596.970)

9.034.970

0

9.034.970

5.209.271

0

5.209.271

14.244.241

10%

0

0

10%

0

0

0

Pagina 75 van 130

21.3.

WMG-gefinancierde vaste activa

Stand per 1 januari 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden per 1 januari 2014

Inventaris

Vervoermiddelen

Installaties / Automatisering

Subtotaal WMG

€

€

€

€

18.937.021 (278.711) (10.921.314)

(313.038) 0 314.093

234.285 0 (183.606)

18.858.268 (278.711) (10.790.827)

7.736.996

1.055

50.679

7.788.730

Mutaties Investeringen Waardevermindering Afschrijvingen

2.822.219 (237.192) (1.797.093)

0 0 (1.048)

160.432 0 (41.499)

2.982.651 (237.192) (1.839.640)


(3.341.174) 0 3.341.174

(41.264) 0 41.264

(194.321) 0 194.321

(3.576.759) 0 3.576.759

7.973 0 (7.973) 0

(364.962) 146.869 160.003 (58.090)


(372.935) 146.869 167.976 (58.090)


729.844

Stand per 31 december 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden per 31 december 2014 Afschrijvingspercentages


18.045.131 (369.034) (9.209.257)

0 0 0 0 (1.048)

(354.302) 0 354.309

118.933

847.729

208.369 0 (38.757)

17.899.198 (369.034) (8.893.705)

8.466.840

7

169.612

8.636.459

10%

20%

20%

10%

Pagina 76 van 130

21.4.

Overige gefinancierde materiële vaste activa Grond/- Installaties / gebouwen/- Automatiserin terreinen/g verbouwingen

Inventaris

Vervoer- Onderhanden middelen projecten

Subtotaal overig gefinancierde materiële vaste activa

€

€

€

€

€

€

41.842.724 (2.708.211) (16.715.522)

28.737.410 (996.022) (16.962.327)

9.311.592 0 (6.618.049)

479.813 0 (447.853)

9.475.585 0 (354.000)

89.847.124 (3.704.233) (41.097.751)


22.418.991

10.779.061

2.693.543

31.960

9.121.585

45.045.140


2.029.759 (3.444.222) (1.607.519)

1.695.472 489.351 (3.081.034)

342.597 0 (569.537)

0 0 (7.068)

(8.335.871) 0 0

(4.268.043) (2.954.871) (5.265.158)


(958.688) 111.533 847.155

(1.428.255) 209.347 1.218.908

(1.229.687) 0 1.229.687

(13.032) 0 13.032

(298.398) 0 0

(3.928.060) 320.880 3.308.782


(442.844) 0 194.198 (248.646)

(2.360) 279.002 1.023 277.665

(100.134) 0 47.535 (52.599)

(62.645) 0 22.969 (39.676)

(374.323) 354.000 0 (20.323)

(982.306) 633.002 265.725 (83.579)


(3.270.628)

(618.546)

(279.539)

(46.744)

(8.654.592)

(12.870.049)


42.470.951 (6.040.900) (17.281.688)

29.002.267 (18.322) (18.823.430)

8.324.368 0 (5.910.364)

404.136 0 (418.920)

466.993 354.000 (354.000)

80.668.715 (5.705.222) (42.788.402)

19.148.363

10.160.515

2.414.004

(14.784)

466.993

32.175.091

0/2,5/5%

5%

10%

nvt

0


Boekwaarden per 31 december 2014 Afschrijvingspercentages


20%

Pagina 77 van 130

22.

Onderhanden en gereedgekomen projecten

22.1.

Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (geconsolideerd) Projectgegevens

Nummer

Briefnummer

Datum

15124

00-01-1900

0

06-06-2013

0

03-12-2013

0 0

12-12-2013 31-12-2013

0 0

26-11-2013 31-12-2013

0

31-12-2013

0 0 0 0

31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2014

0 0 0 0 0

31-12-2013 30-11-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013

0 0

31-12-2013 31-12-2013

0

01-01-2012

0

26-12-2013

0

01-05-2013


Omschrijving

Nieuwbouw woerden Nieuwbouw De Vloot\ Nieuwbouw De Vloot Nieuwbouw De Vloot De Ark Alarmeringsap paratuur Directie Dagverz. Goeree Dagverz. Goeree Bernissesteyn Dierenriem Grootenhoek KWS Rozenburg Marckenburg Plantage Rozenhoek Torenhoeve Vier Ambachten Zes Rozen Facturatie programma Monaco Alarmeringsap paratuur Hart van Groenewoud

Investeringen WZTi-type

t/m 2013

2014

€

€

t/m 2014 gereed onderhanden €

Goedkeuringen Nominaal bedrag WTZi

Indexering WTZi

Aangepaste Jaar van goedkeuring oplevering

€

€

€

€

a

12.014.265

2.414.114

14.428.379

0

0

0

0

0

30.640

0

30.640

0

0

0

0

0

13.196

0

13.196

0

0

0

0

0 0

131.136 4.312

0 0

131.136 4.312

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

19.557 4.803

0 0

19.557 4.803

0 0

0 0

0 0

0 0

0

28.359

0

28.359

0

0

0

0

0 0 0 0

2.380 9.743 2.293 2.075

0 0 0 0

2.380 9.743 2.293 2.075

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0 0

5.445 11.708 148.964 19.215 69.111

0 0 0 0 0

5.445 11.708 148.964 19.215 69.111

0 0 0 0 0

0 0 0 0 0

0 0 0 0 0

0 0 0 0 0

0 0

58.496 2.152

0 0

58.496 2.152

0 0

0 0

0 0

0 0

0

766

0

766

0

0

0

0

0

7.250

0

7.250

0

0

0

0

0

8.229.077

6.408.629

14.637.706

0

0

0

0

Pagina 78 van 130

0

01-12-2013

0

01-12-2013

0

31-12-2013

0

31-12-2013 31-12-2014 31-12-2014

31-12-2014 31-12-2014 31-12-2014

31-12-2014

Totaal


O0sthavenkade 0 Diverse onderhanden werk 0 Verbouwing Lenteakker 3 0 Pijlentuinenho f 0 CLBI/1e term PL CLBI/1e term PL RHC bedpanspoeler GR RHC matrassen GR RHC bedden RO RHC bewegingstrain er KSW Investering Woerdblok Investering Woerdblok St. Careyn St. Careyn Careyn Holding Ontwikkeling Tuindorp Oost Stadsverwarmi ng Tamarinde Swellengrebel Brandmeldinst allatie Tamarin de Brocacefafhaalkluis BTW verbouwingsko sten

19.657

261.473

281.130

0

0

0

0

6.220

0

6.220

0

0

0

0

298.398

0

298.398

0

0

0

0

16.288

0

16.288

0

0

0

0

0

2.741

0

2.741

0

0

0

0

3.035

0

3.035

0

0

0

0

9.948

0

9.948

0

0

0

0

34.412

0

34.412

0

0

0

0

94.123

0

94.123

0

0

0

0

6.282

0

6.282

0

0

0

0

15.025

0

15.025

0

0

0

0 0 0

14.804 130.680 58.080

0 0 0

14.804 130.680 58.080

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0

93.475

0

93.475

0

0

0

0

57.475

0

57.475

0

0

0

0 0

87.919 15.804

0 0

87.919 15.804

0 0

0 0

0 0

0

44.281

0

44.281

0

0

0

0

36.500

0

36.500

0

0

0

0

(32.112)

0

(32.112)

0

0

0

672.472

0

0

0

21.155.506

9.756.688

30.239.722

Pagina 79 van 130

22.2. Nummer

Specificatie in het boekjaar gereedgekomen projecten (geconsolideerd) Briefnummer

Projectgegevens Datum Omschrijving

WZTi-type

Activapost €

1

Totaal


Nieuwbouw Weddestijn Brandwerende maatr Snavelen burg Dakbedekking Maria Oord Hart van Groenewoud Oosthavenkade De leeuw p7 Bro/Apo/Kluis. Apo.25%Aanb Waning/Bouw kun.werkz./P1 0 Waning/verbo uw/werkz./P10 Waning/Bouw k.Werzkzm./P1 1 Enraf fysio nog niet geleverd CGM/apparatu ur/p12 CGM/apparatu ur/p12

Investeringen WTZi €

WMG

Overige

€

€

Toekomstige lasten Totaal Afschrijving Rentekosten WTZi €

€

€

0

14.428.379

0

0

14.428.379

0

0

0

0

60.576

0

60.576

0

0

0

0

9.226

0

9.226

0

0

0 0 0

14.637.706 281.130 0

0 0 0

0 0 8.849

14.637.706 281.130 8.849

0 0 0

0 0 0

0

0

0

9.288

9.288

0

0

0

0

0

19.525

19.525

0

0

0

0

0

137.656

137.656

0

0

0

0

0

83.282

83.282

0

0

0

0

0

19.837

19.837

0

0

0

0

0

13.461

13.461

0

0

0

0

0

6.500

6.500

0

0

0

29.347.215

69.802

298.398

29.715.415

0

0

Pagina 80 van 130

23.

Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

Soort Werkelening lijke rente

€

Restschuld 2013

€

25

BLineair CLineair CLineair

1.531.508

27

03-08-2009

3.500.000

BNG

07-03-2007

BNG

LHBB Erfpacht Warande Fin.lease Careyn

01-01-1997

131.856

20

01-01-2007

1.441.639

50

01-01-2011

6.868.000

BNG

01-09-2009

BNG

Nieuwe Aflossing in leningen in 2014 2014 €

€

Restschuld 2014

Restschuld over 5 jaar

Resterende Aflossing in looptijd in 2015 jaren eind 2014

€

€

€

8

34.612

0

(10.661)

23.951

0

3

6

1.150.003

0

(48.484)

1.101.519

859.099

42

5,2

6.220.508

0

(321.424)

5.899.084

4.318.806

21

BLineair

4,375

1.304.619

0

(56.723)

1.247.896

964.282

22

30

BLineair

1,08

3.033.333

0

(116.667)

2.916.666

2.333.333

25

10.000.000

30

BLineair

4,422

8.000.000

0

(333.333)

7.666.667

6.000.000

22

29-08-2008

4.833.000

29

BLineair

5,03

3.999.725

0

(166.656)

3.833.069

2.999.793

23

BNG

30-03-2007

8.387.834

30

BLineair

4,27

6.468.584

0

(284.333)

6.184.251

4.762.584

22

BNG

14-02-2011

1.735.709

25

BLineair

4,44

1.596.852

0

(69.428)

1.527.424

1.180.282

21

BNG

01-07-2010

1.474.786

26

BLineair

4,4

1.304.617

0

(56.722)

1.247.895

964.283

21


Gestelde zekerheden

11.514 Geen zekerheid 46.807 Erfpacht Fin.lease intern 319.768 Careyn B002027 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 56.723 WfZ B002567/2566 Borg. WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 116.667 WfZ B002032 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 333.333 WfZ B002033 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 166.656 WfZ B002029 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 284.333 WfZ B002028 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 69.428 WfZ B002026 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 56.722 WfZ

Pagina 81 van 130

BNG

01-09-2010

2.000.000

20

BLineair

3,6

1.700.000

0

(100.000)

1.600.000

1.100.000

16

BNG

02-05-2012

8.700.000

30

BLineair

4,35

8.410.000

0

(290.000)

8.120.000

6.670.000

27

BNG

02-05-2013

8.700.000

30

8.700.000

0

(290.000)

8.410.000

6.960.000

28

ING Lease

01-07-2011

535.000

5

243.750

0

(243.750)

0

0

0

ING

05-10-2000

760.082

25

364.839

0

(30.404)

334.435

182.416

11

ING

05-10-2000

828.148

16

BLineair 4,55 CLineair onbek. ALineair 3,55 ALineair Variabel

121.855

0

(33.126)

88.729

0

2

PGGM

01-10-1986

2.722.681

40

BLineair

7,375

884.873

0

(68.068)

816.805

476.479

12

BNG

29-10-1993

3.970.577

7,26

794.116

0

(158.823)

635.293

0

4

ING

01-06-2005

8.000.000

3,520

3.466.668

0

(533.333)

2.933.335

266.676

5

ING

01-02-2013

7.300.000

3,7

6.935.000

0

(486.667)

6.448.333

4.014.998

8

ING

01-04-2008

8.000.000

4,520

6.900.000

0

(200.000)

6.700.000

5.700.000

3*

ING

01-04-2008

4.000.000

4,520

3.450.000

0

(100.000)

3.350.000

2.850.000

3*

ING

01-04-2008

6.000.000

4,520

5.175.000

0

(150.000)

5.025.000

4.275.000

3*

ING

01-03-2008

4.766.668

3,33

3.770.002

0

(173.334)

3.596.668

2.730.003

21

ING

01-03-2008

1.263.250

3,33

848.100

0

(72.200)

775.900

414.900

11

ING

01-03-2008

817.200

3,4

544.800

0

(45.400)

499.400

272.400

11

ING

01-03-2008

650.525

3,95

436.740

0

(37.180)

399.560

213.660

11

NWB

03-10-1988

2.631.925

4,91

1.642.482

0

(76.633)

1.565.849

1.182.684

14


BLineair A15 Lineair A10 Lineair A10 Lineair A10 Lineair A10 Lineair A28 Lineair A18 Lineair A19 Lineair A18 Lineair B40 Annuiteit 25

B002768 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 100.000 WfZ B002785 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 290.000 WfZ B002784 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 290.000 WfZ 0 Lease ING zekerheden, zie 30.404 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 33.126 kredietfaciliteit ING Garantie Provincie onder 1e hyp. Inschrijving 68.068 (Tamarinde) Garantie Provincie 1e hyp 158.823 Inschr.Rosendael) ING zekerheden, zie 533.333 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 486.667 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 200.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 100.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 150.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 173.334 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 72.200 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 45.400 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 37.180 kredietfaciliteit ING Gemeentegarantie 80.396 Bernisse

Pagina 82 van 130

BNG

15-10-1987

2.268.901

39

BNG

01-11-1999

1.701.676

30

PF Rabobank

01-12-1994

972.373

25

BLineair BLineair BLineair

Rabobank

31-08-1998

3.139.781

20

Rabobank

01-03-2006

1.570.000

22

PGGM

02-06-1969

1.525.000

ABP/APG

02-07-1987

3.548.561

ING

08-03-2002

1.500.000

ING

08-03-2002

1.223.000

B50 Annuiteit B40 Annuiteit A30 Lineair A30 Lineair

BNG

24-04-2013

6.500.000

50

BNG

24-04-2013

7.150.000

30

ING

11-10-2010

535.000

4

Delta Lloyd

01-01-2013

6.498.840

BNG

02-05-2014

8.700.000

Totaal

6,34

814.485

0

(58.177)

756.308

465.421

12

6,15

907.558

0

(56.722)

850.836

567.225

15

1,2

233.369

0

(38.895)

194.474

38.894

5

BLineair

3,9

1.176.170

0

(127.033)

1.049.137

413.990

8

BLineair

4,7

1.010.700

0

(1.010.700)

0

0

0

6,625

1.139.005

0

(112.524)

1.026.481

463.855

7

7,13

2.344.073

0

(103.031)

2.241.042

1.725.887

13

2,9

975.000

0

(50.000)

925.000

675.000

17

3,7

794.936

0

(40.768)

754.168

550.328

17

3,5

6.500.000

0

(130.000)

6.370.000

5.720.000

48

3,05

7.150.000

0

(238.333)

6.911.667

5.720.000

28

BLineair

2,95

133.750

0

(133.750)

0

0

0

5

BLineair ALineair CLineair

Onbek.

5.199.072

0

(1.299.768)

3.899.304

0

3

30

BLineair

4,7

0

8.700.000

8.700.000

7.250.000

29

115.879.196

8.700.000

116.626.146

85.282.278

0 (7.953.050)

Gemeentegarantie 58.177 Brielle Gemeentegarantie 56.722 Brielle Gemeentegarantie 38.895 Brielle Gemeentegarantie Rotterddam/Rozenb 129.060 urg Contant gedekt, verpanding 0 spaarrekening Gemeentegarantie Wateringen/Westlan 119.980 d 1e hyp. De Ark Gemeentegarantie 110.371 Hellevoetsluis ING zekerheden, zie 50.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 40.768 kredietfaciliteit ING Garantie Gem. Spijkenisse onder 1e hyp.inschrijving Hart 130.000 van Groenewoud Garantie Gem. Spijkenisse 1e Hyp. Hart van 238.333 Groenewoud ING zekerheden, zie 0 kredietfaciliteit ING 1.299.768 Geen zekerheid B002783 Borging WfZ/1e hyp. Inschr Zuwe Zorg B.V. tbv 290.000 WfZ 6.872.956

Soort lening: a = Hypotheek o/g b = Lening c = Overige


Pagina 83 van 130

24. 24.1.

Gesegmenteerde geconsolideerde resultatenrekening over 2014 Geconsolideerd segment 1: AWBZ 2014 €

Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment Overige bedrijfsopbrengsten

€

280.678.037

318.046.266

2.698.275 12.915.791 22.666.527

3.727.672 0 23.685.580


€

2013

318.958.630

€

345.459.518

235.648.573 7.213.422

248.152.794 11.114.308

3.165.153 85.283.879

1.405.880 84.982.189

Som der bedrijfslasten

331.311.027

Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten

(12.352.397) (2.647.646)

(195.653) (3.621.427)

Resultaat boekjaar

(15.000.043)

(3.817.080)

2014

2013

€

€

(15.000.043)

(3.817.080)

(15.000.043)

(3.817.080)

345.655.171

Het resultaat is als volgt verdeeld:

Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten


Pagina 84 van 130

24.2.

Geconsolideerd segment 2: WMO 2014 €

Bedrijfsopbrengsten Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Overige bedrijfsopbrengsten

31.664.854 102.222

Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten

€

2013 €

€

56.004.316 48.937 31.767.076

27.748.430 48.268 2.708.507

56.053.253 55.398.870 316.436 7.966.504

30.505.205

63.681.810

Bedrijfsresultaat

1.261.871

(7.628.557)

Resultaat boekjaar

1.261.871

(7.628.557)


Toevoeging/(onttrekking): Huishoudelijke zorg WMO


2014

2013

€

€

1.261.871

(7.628.557)

1.261.871

(7.628.557)

Pagina 85 van 130

24.3.

Geconsolideerd segment 3: JGZ 2014 €


11.436 9.635.413


€

2013 €

€

2.563.096 9.216.573 9.646.849

6.484.833 65.979 2.591.451

11.779.669 8.943.016 66.179 2.574.261

9.142.263

11.583.456


504.586 (8.606)

196.213 0

Resultaat boekjaar

495.980

196.213


Toevoeging/(onttrekking): Jeugdgezondheidszorg


2014

2013

€

€

495.980

196.213

495.980

196.213

Pagina 86 van 130

24.4.

Geconsolideerd segment 4: Maatschappelijk werk 2014 €


4.378.758 4.799.596


€

2013 €

€

3.867.774 4.514.693 9.178.354

7.005.151 42.443 2.175.170

8.382.467 6.839.058 41.001 1.620.853

9.222.764

8.500.912


(44.410) (5.749)

(118.445) (4.728)

Resultaat boekjaar

(50.159)

(123.173)

2014

2013

€

€

(50.159)

(123.173)

(50.159)

(123.173)


Toevoeging/(onttrekking): Maatschappelijk werk


Pagina 87 van 130

24.5.

Geconsolideerd segment 5: Kraamzorg 2014 €


18.560.938 900.282


€

2013 €

€

17.928.282 867.620 19.461.220

16.644.020 105.258 3.072.511

18.795.902 17.139.305 343.158 3.078.136

19.821.789

20.560.599


(360.569) (7.980)

(1.764.697) (4.858)

Resultaat boekjaar

(368.549)

(1.769.555)

2014

2013

€

€

(368.549)

(1.769.555)

(368.549)

(1.769.555)


Toevoeging/(onttrekking): Algemene reserve


Pagina 88 van 130

24.6.

Geconsolideerd segment 6: Overigen 2014 €


9.130.203 85.872.435

Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige bedrijfskosten

€

2013 €

€

7.733.881 94.309.292 95.002.638

43.537.899 8.487.218 40.237.195

102.043.173 62.997.473 5.750.297 37.137.538


92.262.312


2.740.326 1.013.761

(3.842.135) (1.205.394)

Resultaat boekjaar

3.754.087

(5.047.529)

105.885.308


Toevoeging/(onttrekking): Algemene reserve Bestemmingsreserves


2014

2013

€

€

3.766.667 (12.580)

(5.034.949) (12.580)

3.754.087

(5.047.529)

Pagina 89 van 130

24.7.

Aansluiting totaal resultaat met resultaat segmenten

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: Segment 1 AWBZ Segment 2 WMO Segment 3 JGZ Segment 4 Maatschappelijk werk Segment 5 Kraamzorg Segment 6 Overigen

Telling volgens W&V

2014

2013

€

€

(15.000.043) 1.261.871 495.980 (50.159) (368.549) 3.754.087

(3.817.080) (7.628.557) 196.213 (123.173) (1.769.555) (5.047.529)

(9.906.813)

(18.189.681)

(9.906.813)

(18.189.681)

De verslechtering van het AWBZ resultaat is hoofdzakelijk het gevolg van de hogere doorberekening van kosten uit Careyn Holding B.V. (€ 8,1 miljoen). De verbetering in de WMO resultaten is het gevolg van dotatie voorzieningen in 2013 in verband met verkoop van de activiteiten, een betere afwikkeling daarvan bij de verkoop in 2014 en minder verlies op de uitvoering doordat halverwege het jaar is vervreemd. Het segment overigen levert een hoger resultaat op ten opzichte van 2013, met name door een toename van de doorberekende kosten als gevolg van de juridische fusie van Careyn Personeelsupport B.V. en Erasmusbrug Holding B.V., waarmee in 2014 € 3 miljoen negatief resultaat conform Holding beleid is doorberekend aan de overige entiteiten. Voorts is in 2014 de dotatie aan de voorziening (met name reorganisatie) volledig doorbelast aan de overige entiteiten van de groep (2013: € 3,2 miljoen niet doorbelast).


Pagina 90 van 130

25.

Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) 2014 €

2013

€

€

€

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Mutaties verslagjaar

300.979.501 (9.768.111)

313.172.296 (12.192.795)

Subtotaal wettelijk budget boekjaar Overige budget mutaties

291.211.390 (2.007.058)

300.979.501 17.066.758

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten huidig jaar

289.204.332

318.046.259

De GRZ-Zorg is in 2014 onder note 27 opgenomen. Overige budget mutaties: 2014

2013

- Correcties voorgaande jaren - AWBZ herindexering 2012 naar 2013 - AWBZ herindexering 2013 naar 2014 - Kassiersfunctie buiten de groep - GRZ-Zorg - Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg

(1.122.635) 0 (4.571.946) (1.612.295) 0

172.086 (2.840.755) 4.571.946 (1.095.687) 12.029.688

5.299.818

4.229.480

Totaal

(2.007.058)

17.066.758

26.

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp)

Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

2014

2013

€

€

35.936.964 1.734.556 28.772.943

61.744.633 2.178.603 27.901.785

66.444.463

91.825.021

De daling van de WMO omzet wordt met name veroorzaakt door afstoting van de HZ activiteiten in 2014. De omzet overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties betreft voornamelijk overige zorgverlening zoals huisarts, kraamzorg, fysioterapie, personenalarmering en voedingsdiëtiek.


Pagina 91 van 130

27.

Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment

Omzet DBC's / DBC-zorgproducten A-segment

2014

2013

€

€

12.915.791

0

De omzet is in 2013 verantwoord onder het wettelijk budget (zie note 25).

28.

Overige bedrijfsopbrengsten

Overige subsidies Overige bedrijfsopbrengsten

2014

2013

€

€

16.741.488 17.369.402

15.417.345 30.620.066

34.110.890

46.037.411

De omzet onder overige bedrijfsopbrengsten betreft voornamelijk omzet apotheek, waskosten, huren, hulpmiddelen, maaltijden, contributies gezondheidsservice en ICT-diensten. De daling van de overige bedrijfsopbrengsten wordt met name veroorzaakt door het afstoten van de activiteiten van Vitaal (2013: € 10,2 miljoen)

29.

Personeelskosten

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Overige personeelskosten

2014

2013

€

€

229.881.132 37.562.373 19.240.226

255.066.396 42.800.764 20.999.820

14.420.143

22.848.997

301.103.874 22.822.892

341.715.977 38.288.078

323.926.766

380.004.055

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: AWBZ WMO JGZ - Maatschappelijk werk - Kraamzorg Overige

4.388 209 607 278

4.481 1.333 658 766

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

5.482

7.238

Personeel niet in loondienst

Het aantal FTE's is hoofdzakelijk gedaald door afstoting van activiteiten van HZ en Vitaal Hulpmiddelen.


Pagina 92 van 130

30.

Afschrijvingen vaste activa 2014

2013

€

€

Nacalculeerbare afschrijvingen Materiële vaste activa

4.945.306

4.437.845

Overige afschrijvingen Materiële vaste activa Overigen

9.192.003 (460.559)

13.167.429 (2.303.938)

13.676.750

15.301.336

De samenstelling van de cijfers 2013 is aangepast vanwege de vergelijkbaarheid. Het totaal van de afschrijvingskosten is niet gewijzigd. Onder de post 'overigen' is een boekwinst opgenomen van €516.000 (2013 : €4,2mln).

31.


Bijzondere waardevermindering van vaste activa

32.

2014

2013

€

€

3.165.153

1.405.880

Overige bedrijfskosten

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Huur en leasing Onderhoud en energiekosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Dotaties en vrijval voorzieningen (excl. reorganisatie) Algemene kosten

2014

2013

€

€

15.092.338 13.651.913 11.782.509 5.460.003 (598.990) 24.769.626

17.417.500 13.427.186 10.991.274 4.595.430 186.605 27.688.443

70.157.399

74.306.438

De voedingsmiddelen en hotelmatige kosten zijn met name gedaald als gevolg van een ander schoonmaakconcept. De algemene kosten zijn hoofdzakelijk lager als gevolg van het afstoten van Vitaal Hulpmiddelen (2013: € 3,4 miljoen).


Pagina 93 van 130

33.

Accountantshonoraria

In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: 2014 2013 € Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten

€

664.644 196.226 64.459 159.702

835.810 328.000 164.697 165.936

1.085.031

1.494.443

Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de stichting en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort. Bovenstaande bedragen zijn inclusief omzetbelasting en zijn opgenomen in de algemene kosten als genoemd onder Noot 32.

34.

Financiële baten en lasten

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Resultaat deelnemingen

2014

2013

€

€

1.441.767 2.296.185

1.362.396 139.437

Subtotaal financiële baten Rentelasten en soortgelijke kosten Vennootschapsbelasting

3.737.952 (5.367.552) (26.621)

1.501.833 (4.831.389) (25.531)

Subtotaal financiële lasten

(5.394.173)

(4.856.920)

(1.656.221)

(3.355.087)

2014

2013

€

€

35.

Resultaat aandeel derden

Resultaat aandeel derden

36.

0

274.424

Verbonden partijen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan zonder zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder noot 37.


Pagina 94 van 130

37.

Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

Het bestuursmodel welke van toepassing is op de organisatie bestaat uit de eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht. De samenstelling van het bestuur bestaat uit meerhoofdig bestuur met voorzitter. De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt: Bestuurders en voormalige bestuurders gezamenlijk: €941.425 (2013: €805.834). Toezichthouders en voormalige toezichthouders gezamenlijk: €66.062 (2013: €71.493). De bezoldiging van bestuurders omvat het aandeel in de periodiek betaalde beloningen, zoals salarissen, vakantiegeld en sociale lasten, beloningen betaalbaar op termijn zoals pensioenlasten, uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband, winstdelingen en bonusbetalingen voor zover deze posten ten laste zijn gekomen van de entiteit. In 2014 is een bedrag van € 18.712 ten laste van de Stichting gekomen in verband met eindheffing hoog loon (zogenaamde crisisheffing). De bedragen met betrekking tot de bezoldiging bestuurders 2014 hebben betrekking op: R.G.H. van Dam, vanaf 15 maart 2014 S. Spek, vanaf 1 januari 2014 A.M.A. van Overbeek, tot 31 december 2014 R.W.M. Quik tot 1 september 2014 en J.M.J. Collette, tot 1 april 2014. ( 2013: A.M.A. van Overbeek, R.W.M. Quik en J.M.J. Collette) De bedragen met betrekking tot de bezoldiging toezichthouders 2014 hebben betrekking op: P.A.H. van Lieshout, W.L.A. van Tuyl van Serooskerken tot 1 juli 2014 J.C.M van Sonderen M.A.J. Cloosterman tot 1 april 2014 M.Y. Linthorst J.C.J van Craaikamp H. Feenstra vanaf 26 maart 2014 M.B.P.M. Visser vanaf 26 maart 2014 en Y. Witman vanaf 25 juni 2014.


Pagina 95 van 130

38.

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

Deze verantwoording is opgesteld op basis van de op Stichting Careyn van toepassing zijnde regelgeving met betrekking tot de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen, Beleidsregels toepassing WNT 2014 en de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorgen welzijnssector. Door de Raad van Toezicht is de bezoldigingscategorie vastgesteld op categorie J. De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van WNT verantwoord worden, is als volgt:

1.

Functionaris (functienaam)

2.

In dienst vanaf (datum)

3. 4. 5. 6. 7. 8.

In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn (in €) Uitkeringen in verband met beëindiging van

het dienstverband (in €) Totaal bezoldiging 2014 9. 10.

Toepasselijk WNT-maximum Bezoldiging 2013

A.M.A. van J.M.J. Overbeek R.W.M. Quik Collette bestuurder bestuurder bestuurder 1 januari 1 juli 2010 1 juli 2010 2013 31 december 1 september 2014 2014 1 april 2014 100 100 100 253.362 131.636 56.476 0 0 0 29.187 15.401 0 0

0

0

V.C. Maas toegevoegd bestuurder

I.M.C. Windmeijer toegevoegd bestuurder

R.G.H. van Dam bestuurder

S.Spek bestuurder

12 augustus 2013 1 augustus 2014 15 maart 2014 1 januari 2014 1 april 2014 67 **) 33.113 0 3.835

100 *) 57.607 0 6.668

100 150.645 0 17.339

100 191.123 0 21.849

0

0

0

0

282.549 1)

147.037

56.476 2)

36.948

64.275

167.984

212.972

229.043 288.938

152.596 229.666

56.476 223.074

44.549 62.852

78.256 0

181.326 0

229.043 0

Motivatie overschrijdingen van het gemiddelde belastbare loon per jaar van ministers betreffende de heren Van Overbeek en Collette: 1) De beloning van de heer A.M.A. van Overbeek is gebaseerd op afspraken gemaakt voor de inwerking treding van de WNT, waarop de overgangsregeling van toepassing is. Zijn arbeidsovereenomst is op 31 december 2014 beëindigd. 2) Het bruto inkomen van J.M.J. Collette betreft het maximum van de bezoldigingsnorm in het kader van de WNT bedragen exclusief btw. Het bedrag van de overschrijding is teruggevorderd en opgenomen onder de overige vorderingen en daar nader toegelicht. *) van 1 augustus tot 1 november 70%. **) van 1 januari tot 12 februari 100%, daarna 66,7%.


Pagina 96 van 130


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Functionaris (functienaam) Raad van Toezicht In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn (in €) Uitkeringen in verband met beëindiging vna het dienstverband (in €)

P.A.H. van Lieshout voorzitter 1 januari 2012

J.C.J van Craaikamp lid 25 juni 2010

W.L.A. van Tuyll van H. Feenstra M.Y. Linthorst Serooskerken lid lid lid 26 maart 2014 1 januari 2012 1 december 2006 1 juli 2014 0 0 0 6.562 9.625 5.250 0 0 0 0 0 0 0 0 0

0 12.250 0 0 0

0 8.750 0 0 0

Totaal bezoldiging 2014

12.250

8.750

6.562

9.625

5.250

9. 10.

17.178 12.250

11.452 8.750

8.589 0

11.452 8.750

5.726 10.500



Pagina 97 van 130


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Functionaris (functienaam) Raad van Toezicht In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn (in €) Uitkeringen in verband met beëindiging vna het dienstverband (in €)

J.C.M. van M.A.J. Sonderen Cloosterman lid lid 17 september 2010 25 november 2011 1 april 2014 0 0 10.500 2.188 0 0 0 0 0 0

Y. Witman M.B.P.M. Visser lid lid 25 juni 2014 26 maart 2014 0 4.375 0 0 0

0 6.562 0 0 0

Totaal bezoldiging 2014

10.500

2.188

4.375

6.562

9. 10.

11.452 10.500

2.863 8.750

5.726 0

8.589 0



Pagina 98 van 130

Enkelvoudige jaarrekening


Pagina 99 van 130

Balans per 31 december 2014 (na voorgestelde resultaatbestemming) 31 december 2014

Activa Ref. Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

40. 41.

€ 49.388.720 46.214.278

Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen uit hoofde van bekostiging Vorderingen Liquide middelen

€

42. 43. 44.

0 4.591.046 25.763.739

Totaal activa

€

47.979.659 47.544.409 95.602.998

Totaal vlottende activa

Eigen vermogen Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

€

31 december 2013

95.524.068

305.801 7.792.180 37.623.422 30.354.785

45.721.403

125.957.783

141.245.471

45. 45.1.

5.523.377

18.454.343

45.2.

25.313.331

22.177.255

Totaal eigen vermogen

30.836.708

40.631.598

Voorzieningen

47.

10.494.420

38.456.944


48.

43.760.217

47.828.072

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van bekostiging Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden

Totaal passiva


42.

562.773

0

49.

40.303.665

14.328.857 40.866.438

14.328.857

125.957.783

141.245.471

Resultatenrekening over 2014 2014 Ref. Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Overige bedrijfsopbrengsten

€

16.839.524

20.240.868

56. 57.

25.535.700 18.019.277

336.941 12.533.529 60.394.501

40.739.395

20.290.242

59.

2.601.422

(1.241.953)

60. 61.

2.144.222 20.090.308

649.000 6.628.194

Resultaat boekjaar

63.

€

33.111.338

58.

Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten

€

55.


€

2013

65.575.347

26.325.483

(5.180.846) (4.614.044)

6.785.855 (25.138.765)

(9.794.890)

(18.352.910)

2014

2013

€

€

(14.638.658) 3.136.076 (50.159) 495.980 1.261.871

(3.197.863) (7.599.531) (123.173) 196.212 (7.628.555)

(9.794.890)

(18.352.910)

Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld:

Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Algemene reserve Maatschappelijk werk Jeugdgezondheidszorg Bestemmingsreserve WMO


Pagina 101 van 130

Toelichting op de balans en resultatenrekening 39. Algemene toelichting 39.1. Algemeen De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Geconsolideerde vennootschappen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en resultatenrekening.

39.2.

Juridische fusie

In 2014 is Careyn HZ B.V. juridisch gefuseerd met Stichting Careyn, waarbij Stichting Careyn de verkrijgende partij is en Careyn HZ B.V. de verdwijnende partij. De activa en passiva zijn ingebracht tegen boekwaarde per 1 januari 2014. In de betreffende mutatie overzichten is dit separaat toegelicht voor zover relevant.


Pagina 102 van 130

40.


Bedrijfsgebouwen en -terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vast activa

31-12-2014

31-12-2013

€

€

45.576.175 3.315.540 308.245

35.651.064 3.627.161 446.480

188.760

8.254.954

49.388.720

47.979.659

De mutaties in de materiële vaste activa worden als volgt weergegeven: Bedrijfsgebouwen en -terreinen

Machines en installaties

Andere Vaste vaste bedrijfsbedrijfs- middelen in middelen uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vast activa

€

€

€

67.602.530 (1.658.000) (30.293.466)

6.080.459 0 (2.453.298)

3.245.454 0 (2.798.974)

35.651.064

3.627.161

14.918.836 (2.144.222)

13.688 0

(442.844) (2.622.479) (2.600.859) 2.816.679

0 (202.363) (325.308) 202.362

0 (2.217.362) (188.235) 1.733.169

9.925.111

(311.621)

(138.235)

79.456.043 (3.802.222) (30.077.646)

5.891.784 0 (2.576.244)

1.562.285 0 (1.254.040)

45.576.175

3.315.540

0 / 2%

20 / 33%

€

Totaal

€

Stand per 1 januari 2014 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden

8.254.954 0 0

85.183.397 (1.658.000) (35.545.738)

446.480

8.254.954

47.979.659

534.193 0

(8.066.194) 0

7.400.523 (2.144.222)

Mutaties Investeringen Waardevermindering Aanschaffingswaarde desinvesteringen Terugname geheel afgeschr. activa Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen Saldo

0 0 0 0 (8.066.194)

(442.844) (5.042.204) (3.114.402) 4.752.210 1.409.061

Stand per 31 december 2014 Verkrijgingsprijzen Cumulatieve waardeverminderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden Afschrijvingspercentages


188.760 0 0

87.098.872 (3.802.222) (33.907.930)

308.245

188.760

49.388.720

10%

10%

Pagina 103 van 130

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZimeldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de overige gefinancierde materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 51. De toelichting op de onderhanden en gereedgekomen projecten zijn opgenomen in de overzichten onder 52. In de investeringen onder de andere vaste bedrijfsmiddelen is per 1 januari 2014 de inbreng van Careyn HZ B.V. begrepen ad € 50.000. Specificatie waardevermindering:

Cumulatief 31-12-2014 Cumulatief 31-12-2013 Mutatie

Impairment € 2.324.000 (287.000) 2.611.000

Onttrokken aan de voorziening

-

Ten laste van de exploitatie

2.611.000

WTZi-panden Niet WTZi-panden

627.000 1.984.000 2.611.000

41.

Economische levensduur aanpassing € 1.478.000 1.944.000

€ 3.802.000 1.657.000

(466.000)

2.145.000

Totaal

(86.000)

(86.000)

(552.000)

2.059.000

Financiële vaste activa 31-12-2014

31-12-2013

€

€

Deelnemingen Overige vorderingen

45.726.698 487.580

47.037.968 506.441

46.214.278

47.544.409

Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd: DeelOverige nemingen vorderingen

Totaal

€

€

€

Stand per 1 januari 2014 Resultaat deelnemingen Aflossing Overig

47.037.968 (1.285.604) 0 (25.666)

506.441 0 (18.861) 0

47.544.409 (1.285.604) (18.861) (25.666)


45.726.698

487.580

46.214.278


Pagina 104 van 130

Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen: Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon

Kapitaalbelang (in %)

Rechtstreekse kapitaalbelangen >= 20% Aveant B.V., Utrecht Careyn Kraamzorg, Rijswijk Careyn DWO/NWN B.V., Schiedam Careyn ZHE B.V., Spijkenisse Careyn Holding B.V., Schiedam Careyn GezondheidsCentra B.V., Spijkenisse Zuwe Zorg B.V., Utrecht

100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00

Indirect kapitaalbelang via Careyn Holding B.V. B.V. Aveant Thuishulp, Utrecht Origine Breda B.V., Breda Careyn Gezondheid Service B.V., Schiedam Careyn Maatschappelijke Dienstverlening B.V., Schiedam Duozorg Uitzendbureau B.V., Gouda Vitaal Hulpmiddelen B.V., Utrecht

49,00 50,05 100,00 100,00 100,00 100,00

Volledig aansprakelijk vennoot van VoF of CV Woonalliantie Woerden C.V., Apeldoorn

2,00

Voor de entiteiten met een negatief eigen vermogen is een voorziening deelneming gevormd. Per 1 januari 2014 zijn de volgende belangen juridisch gefuseerd: - Vitaal Uitleenservices B.V. te Utrecht en Vitaal Transport B.V. in Vitaal Hulpmiddelen B.V.; - Careyn HZ B.V. te Schiedam in Stichting Careyn.; - Personeelssupport B.V. te Schiedam in Careyn Holding B.V.

41.1.

Overige vorderingen

Overige vorderingen

31-12-2014

31-12-2013

€

€

487.580

506.441

De overige vorderingen omvatten nacalculeerbare aanloopkosten en boeterente.


Pagina 105 van 130

42.

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot Totaal

2014

2013

2012

2011

€

€

€

€

€

Stand per 1 januari 2014 Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Herindexering

305.801 (562.773) 0 777 (306.578)

0 (562.773)

305.801

0

0

0 777 (306.578)

0 0 0

0 0 0


(562.773)

(562.773)

0

0

0

c

c

c

Stadium van vaststelling (per erkenning)

a

a = interne berekening b = overeenstemming met zorgverzekeraars c = definitieve vaststelling NZa

Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

42.1.

31-12-2014

31-12-2013

€

€

0 (562.773)

305.801 0

(562.773)

305.801

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorschotten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget Vordering AWBZ herindexering Totaal financieringsverschil in het boekjaar


2014

2013

€

€

16.618.952 (17.181.725)

19.827.575 (19.828.352)

0 (562.773)

306.578 305.801

Pagina 106 van 130

43.

Vorderingen

Vorderingen op debiteuren Vorderingen op groepsmaatschappijen, deelnemingen en overige verbonden rechtspersonen en vennootschappen Overige vorderingen

31-12-2014

31-12-2013

€

€

839.639

271.298

1.270.806 2.480.601

6.250.709 1.270.173

4.591.046

7.792.180

Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde ervan, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd. De vorderingen op groepsmaatschappijen zijn gedaald als gevolg van eerdere feitelijke afrekeningen.

43.1.

Vorderingen op debiteuren

Handelsdebiteuren

31-12-2014

31-12-2013

€

€

839.639

271.298

De voorziening voor oninbaarheid bedraagt per balansdatum € 172.242 (2013: € 63.015). De handelsdebiteuren zijn hoger als gevolg van latere facturering ZVW 2014 in zake MSVT.

43.2.

Overige vorderingen

Nog te ontvangen bedragen (m.n. agv afstoten activiteiten) Vooruitbetaalde bedragen (m.n. huren) Overige vorderingen

44.

31-12-2014

31-12-2013

€

€

1.680.546 571.790 228.265

889.400 0 380.773

2.480.601

1.270.173

31-12-2014

31-12-2013

€

€

Liquide middelen

Bankrekeningen Kassen

25.760.303 3.436

37.623.422 0

25.763.739

37.623.422

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting, behoudens: Voor bankgaranties niet door ING Bank afgegeven zijn banken spaarrekeningen geblokkeerd gelijk aan het bedrag van de bankgaranties voor een totaal bedrag € 212.563 (2013: € 261.700).


Pagina 107 van 130

45.

Eigen vermogen

Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

45.1.

31-12-2014

31-12-2013

€

€

5.523.377 25.313.331

18.454.343 22.177.255

30.836.708

40.631.598

Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per 1 Resultaatjanuari 2014 bestemming €

€


€

Reserve aanvaardbare kosten  Verpleging, Verzorging, Thuiszorg AWBZ en ZVW

20.433.260

(14.638.658)

0

5.794.602

Bestemmingsreserve  Egalisatie afschrijvingen  Overigen  WMO

4.711.477 196.212 (7.628.557)

0 0 1.261.871

0 0 0

4.711.477 196.212 (6.366.686)

Bestemmingsfondsen  Overigen  WMO  Maatschappelijk werk  Jeugdgezondheidszorg

332.086 (3.450.236) (57.539) 3.917.640

0 0 (50.159) 495.980

0 0 0 0

332.086 (3.450.236) (107.698) 4.413.620

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

18.454.343

(12.930.966)

0

5.523.377

De bestemmingsfondsen ontstaan door tekorten en overschotten in de besteding van de jaarsubsidies van maatschappelijk werk respectievelijk gezondheidszorg. De beperking en besteding van deze middelen wordt opgelegd door de verstrekkende instanties. Aanwending van deze fondsen dient te geschieden binnen de daartoe gestelde doelen.


Pagina 108 van 130

45.2.

Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Saldo per 1 Resultaatjanuari 2014 bestemming €

Algemene reserves  Algemene reserve

€

€

€

21.938.337

3.136.076

0

25.074.413

238.918

0

0

238.918

22.177.255

3.136.076

0

25.313.331

Bestemmingsreserve  Bestemmingsreserves Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

Overige Saldo per 31 december mutaties 2014

De samenstelling van de vermogenspositie is conform voorgaande jaren. In 2015 zal overeenkomstig de aanpassing in RJ 655 met betrekking tot de indeling van het eigen vermogen in collectief gefinancieerd gebonden vermogen en niet collectief gefinancierd vrij vermogen, de samenstelling opnieuw worden bezien. Ook de positie van de gevormde bestemmingsreserves zal dan worden herbeoordeeld.

46.

Verschillen in het eigen vermogen en het resultaat tussen de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening

Het verschil tussen het eigen vermogen volgens de enkelvoudige balans en het eigen vermogen volgens de geconsolideerde balans en het verschil tussen enkelvoudig en geconsolideerd resultaat wordt verklaard doordat een aantal stichtingen is opgenomen in de consolidatie. Dit betreft Stichting TMGO, Stichting Cascade, Stichting De Akkers en Stichting Gezondheidservice Breda. Het verschil tussen het enkelvoudige en geconsolideerde eigen vermogen en resultaat heeft zich in het boekjaar als volgt ontwikkeld:

46.1.

Verschil eigen vermogen 2014

2013

€

€

Eigen vermogen volgens geconsolideerde jaarrekening Af: vermogenswaarde van de geconsolideerde Stichtingen

37.723.062 (6.886.354)

47.629.872 (6.998.274)

Eigen vermogen volgens enkelvoudige jaarrekening

30.836.708

40.631.598

46.2.

Verschil resultaat 2014

2013

€

€

Resultaat volgens geconsolideerde jaarrekening Verwerking resultaat deelnemingen voorgaande jaren Resultaat van de geconsolideerde Stichtingen Verschil waardering Vitaal Hulpmiddelen B.V.

(9.906.813) 0 111.923 0

(18.189.681) 51.612 670.118 (884.959)

Resultaat volgens enkelvoudige jaarrekening

(9.794.890)

(18.352.910)


Pagina 109 van 130

47.

Voorzieningen Saldo per 1 januari 2014 €

Dotatie Onttrekking

€

Voorziening langdurig zieken Voorziening uitgestelde beloningen Voorziening deelneming Voorziening reorganisatiekosten

33.621

217.124

33.611 37.618.294

42.766 5.264.103

771.418

Totaal voorzieningen

38.456.944

€ 0

Vrijval Saldo per 31 december 2014 €

€

(6.149)

244.596

(34.493) (38.919)

0 (34.614.602)

41.884 8.228.876

3.544.253

(494.880)

(1.841.727)

1.979.064

9.068.246

(568.292)

(36.462.478)

10.494.420

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: Saldo per 31 december 2014 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

2.211.699 8.282.721 8.237.672

Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is vastgesteld op basis van de medewerkers welke per 31 december 2014 langdurig arbeidsongeschikt zijn en op basis van het verzuim en reïntegratiebeleid. Voorziening uitgestelde beloningen: De voorziening uitgestelde beloningen wordt gevormd op basis van het huidige personeelsbestand en aannames met betrekking tot het personeelsverloop en loonontwikkelingen. Voorziening deelneming Deze voorziening heeft betrekking op de negatieve eigen vermogens per 31 december 2014 van Aveant B.V. ad -/- €6.981.836 en Careyn Gezondheidscentra B.V. ad -/- €1.247.040. De vrijval voorziening deelneming heeft betrekking op de juridische fusie van Careyn HZ B.V. per 1 januari 2014 ad per saldo €7.989.893 en een agiostorting van Stichting Careyn aan dochter Careyn Holding B.V. ad €26.624.709. Voorziening reorganisatiekosten Als gevolg van afnemende omzet heeft Careyn een strategische heroriëntatie doorgevoerd en gefaseerd een reorganisatietraject ingezet met betrekking tot optimalisatie processen in de zorg en reductie van overhead. De effecten daarvan hebben geleid tot vorming van een voorziening reorganisatiekosten.


Pagina 110 van 130

48.


Schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden

31-12-2014

31-12-2013

€

€

41.160.681 2.599.536

43.928.768 3.899.304

43.760.217

47.828.072

2014

2013

€

€

Stand per 1 januari Nieuw ingebrachte leningen Af: aflossingen

51.011.492 0 (4.120.696)

35.979.569 20.148.840 (5.116.917)

Stand per 31 december Af: aflossingsverplichting komend boekjaar

46.890.796 (3.130.579)

51.011.492 (3.183.420)

Stand langlopende schulden per 31 december

43.760.217

47.828.072

Van de langlopende leningen is een bedrag van €33.979.523 (2013: €36.570.074) opgenomen met een looptijd langer dan 5 jaar. Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden onder 52.

49.


Schulden aan kredietinstellingen Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Crediteuren Schulden aan gelieerde maatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Pensioenpremies Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden Overlopende passiva

31-12-2014

31-12-2013

€

€

18.681.013 3.130.579 1.272.087 9.649.750 1.877.390 713.108 338.652 501.724 618.586 856.903 2.663.873

0 3.183.420 2.873.565 4.016.802 1.255.393 280.274 291.358 476.940 742.021 1.000.924 208.160

40.303.665

14.328.857

De mutatie in de schulden aan kredietinstellingen wordt met name veroorzaakt door de kapitaalstorting aan Careyn Holding B.V. in 2014 (€ 26,6 miljoen) en door de negatieve bankstand van Careyn Huishoudelijke Zorg B.V. die in 2014 is gefuseerd met Stichting Careyn. De kortlopende schulden hebben alle een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter ervan. Met betrekking tot de schulden aan gelieerde maatschappijen zijn geen rente en / of aflossingsafspraken gemaakt.


Pagina 111 van 130

50. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen 50.1. (Meerjarige) financiële verplichtingen De totale verplichting uit hoofde van operational lease terzake bedrijfswagens bedraagt ultimo 2014 €301.902 (korter dan 1 jaar: €157.800 tussen 2 en 5 jaar: €144.502). De totale verplichting uit hoofde van huur terzake bedrijfspanden bedraagt ultimo 2014 € 7.094.387 (korter dan 1 jaar: € 2.091.963, tussen 2 en 5 jaar: € 4.251.955, langer dan 5 jaar: € 750.469).


Pagina 112 van 130

51.

Mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi Subtotaal vergunningplichtige activa


Subtotaal WMG

Subtotaal overige gefinancierde materiële vaste activa

Totaal

€

€

€

€

€

34.713.716 0 (13.126.941)

16.232.888 0 (8.104.111)

867.361 0 (594.565)

33.369.432 (1.658.000) (13.720.121)

85.183.397 (1.658.000) (35.545.738)


21.586.775

8.128.777

272.796

17.991.311

47.979.659


14.618.049 0 (988.295) 0

0 0 (1.024.667) 0

0 0 (81.409) 0

(7.217.526) (2.353.569) (1.294.878) 0

7.400.523 (2.353.569) (3.389.249) 0

(702.495) 0 702.495

(1.037.992) 0 1.037.992

(37.449) 0 37.449

(3.264.269) 209.347 3.054.922

(5.042.205) 209.347 4.832.858

(442.844) 0 194.198 (248.646)

(442.844) 0 194.198 (248.646)


Terugname geheel afgeschreven activa Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Desinvesteringen Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Per saldo

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


13.629.754

(1.024.667)

(81.409)

(11.114.619)

1.409.059


48.629.270 0 (13.412.741)

15.194.896 0 (8.090.786)

829.912 0 (638.525)

22.444.793 (3.802.222) (11.765.879)

87.098.871 (3.802.222) (33.907.931)

35.216.529

7.104.110

191.387

6.876.692

49.388.718



Pagina 113 van 130

51.1.

WTZi-vergunningplichtige vaste activa NZa-IVA

Grond

Terreinvoorzieningen

Gebouwen

€

€

€

€

Semi perm. Verbouwingen gebouwen

€

Installaties Onderhanden projecten

€

Subtotaal vergunningplichtige activa

€

€

€

2.094.263 0 (1.571.575)

3.814.692 0 (1.291.228)

19.657 0 0

34.713.716 0 (13.126.941)

2.523.464

19.657

21.586.775

(19.657) 0 0 0

14.618.049 0 (988.295) 0


0 0 0

3.098.853 0 0

323.568 0 (125.468)

25.362.683 0 (10.138.670)

0 0 0


0

3.098.853

198.100

15.224.013

0

522.688

Mutaties Investeringen Waardeverminderingen Afschrijvingen Extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

0 0 0 0

4.189.051 0 0 0

0 0 (16.179) 0

10.448.655 0 (709.247) 0

0 0 0 0

0 0 (74.029) 0

0 0 (188.840) 0


0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

(654.508) 0 654.508

(47.987) 0 47.987


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


0

4.189.051

(16.179)

9.739.408

0

(74.029)

(188.840)


0 0 0

7.287.904 0 0

323.568 0 (141.647)

35.811.338 0 (10.847.917)

0 0 0

1.439.755 0 (991.096)

3.766.705 0 (1.432.081)

0 0 0

48.629.270 0 (13.412.741)


0

7.287.904

181.921

24.963.421

0

448.659

2.334.624

0

35.216.529


0

0%

5%

2 / 2.5%

0

5%

5%

0%

0


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0

0 0 0 0 (19.657)

(702.495) 0 702.495

0 0 0 0 13.629.754

Pagina 114 van 130

51.2.

WTZi-meldingsplichtige vaste activa Trekkings- Onderhanden rechten projecten

€ Stand per 1 januari 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden per 1 januari 2014 Mutaties Investeringen Waardevermindering Afschrijvingen

€

Subtotaal

€

€

0 0 0

6.639.161 0 (4.526.957)

16.232.888 0 (8.104.111)

6.016.573

0

6.016.573

2.112.204

0

2.112.204

8.128.777

0 0 (479.686)

0 0 0

0 0 (479.686)


0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0


€

6.639.161 0 (4.526.957)

0 0 0


€

9.593.727 0 (3.577.154)

0 0 0



0 0 0

0 0 0


€

Subtotaal

9.593.727 0 (3.577.154)

Terugname geheel afgeschreven activa Aanschafwaarde Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen


Instand- Onderhanden houding projecten

0 0 (544.981)

0 0 0

0 0 (544.981)

0 0 (1.024.667)

(1.037.992) 0 1.037.992

0 0 0

(1.037.992) 0 1.037.992

(1.037.992) 0 1.037.992

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

(479.686)

0

(479.686)

(544.981)

0

(544.981)

(1.024.667)

9.593.727 0 (4.056.840)

0 0 0

9.593.727 0 (4.056.840)

5.601.169 0 (4.033.946)

0 0 0

5.601.169 0 (4.033.946)

15.194.896 0 (8.090.786)

5.536.887

0

5.536.887

1.567.223

0

1.567.223

7.104.110

5/10%

0

0

10%

0

0

0

Pagina 115 van 130

51.3.

WMG-gefinancierde vaste activa Inventaris

Vervoermiddelen

Automatisering

Subtotaal WMG

€

€

€

€

867.361 0 (594.565)

0 0 0

0 0 0

867.361 0 (594.565)


272.796

0

0

272.796


0 0 (81.409)

0 0 0

0 0 0

0 0 (81.409)


(37.449) 0 37.449

0 0 0

0 0 0

(37.449) 0 37.449

0 0 0 0

0 0 0 0



0 0 0 0

0 0 0 0


(81.409)

0

0

(81.409)


829.912 0 (638.525)

0 0 0

0 0 0

829.912 0 (638.525)


191.387

0

0

191.387


10/20%

0

0

0


Pagina 116 van 130

51.4.

Overige gefinancierde materiële vaste activa

Stand per 1 januari 2014 Aanschafwaarde Cumulatieve waardevermindering Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarden per 1 januari 2014 Mutaties Investeringen Waardevermindering Afschrijvingen

Grond / gebouwen / terreinen / verbouwingen

Installaties

Inventaris + inrichting

€

€

€

€

20.490.275 (1.658.000) (10.353.642)

2.265.767 0 (1.162.070)

1.935.261 0 (1.761.577)

442.832 0 (442.832)

8.478.633

1.103.697

173.684

Automati- Onderhanden sering projecten

0

281.130 (2.144.222) (776.737)

13.688 0 (136.468)

2.830 0 (59.657)

531.363 (209.347) (322.016)


(929.979) 0 929.979

(154.376) 0 154.376

(1.205.719) 0 1.205.719

(974.195) 209.347 764.848


(442.844) 0 194.198 (248.646)

0 0 0 0

0 0 0 0

0 0 0 0

€

Subtotaal overige gefinancierde materiële vaste activa €

8.235.297 0 0

33.369.432 (1.658.000) (13.720.121)

8.235.297

17.991.311

(8.046.537) 0 0

(7.217.526) (2.353.569) (1.294.878)

0 0 0

(3.264.269) 209.347 3.054.922

0 0 0 0

(442.844) 0 194.198 (248.646)


(2.888.475)

(122.780)

(56.827)

0


19.398.582 (3.802.222) (10.006.202)

2.125.079 0 (1.144.162)

732.372 0 (615.515)

0 0 0

188.760 0 0

22.444.793 (3.802.222) (11.765.879)

Boekwaarden per 31 december 2014 Afschrijvingspercentages


(8.046.537)

(11.114.619)

5.590.158

980.917

116.857

0

188.760

6.876.692

2,5 - 5%

5%

10 - 20%

20-33,33%

0

0

Pagina 117 van 130

52.

Onderhanden en gereedgekomen projecten

52.1.

Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten Projectgegevens

Nummer

Briefnummer

Datum

1 2

0 0

01/05/2013 01/12/2013

3

0

01/12/2013

0

0

0

0

Omschrijving

Investeringen WZTi-type

Hart van Groenewoud Oosthavenkade Diverse onderhanden werk m/z Hart van Groenewoud Ontmoetingsru imte m/z Hart van Groenewoud Huisartenscent rum

Totaal

52.2. Nummer

t/m 2013

2014

€

€

€

Goedkeuringen Nominaal bedrag WTZi

Indexering WTZi

Aangepaste Jaar van goedkeuring oplevering

€

€

€

€

8.229.077 19.657

6.408.629 261.473

14.637.706 281.130

0 0

0 0

0 0

0 0

6.220

0

6.220

0

0

0

0

0

130.680

0

130.680

0

0

0

0

58.080

0

58.080

0

0

0

8.254.954

6.858.862

14.925.056

188.760

0

0

0

Specificatie in het boekjaar gereedgekomen projecten Briefnummer

Projectgegevens Datum Omschrijving

WZTi-type

Activapost €

1 2

t/m 2014 gereed onderhanden

0

Totaal


Hart van Groenewoud Oosthavenkade

Investeringen WTZi €

WMG

Overige

€

€

Toekomstige lasten Totaal Afschrijving Rentekosten WTZi €

€

€

0 0

14.637.706 281.130

0 0

0 0

14.637.706 281.130

0 0

0 0

0

14.918.836

0

0

14.918.836

0

0

Pagina 118 van 130

53.

Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

Soort Werkelening lijke rente

€

€

ING

1-apr-08

8.000.000

ING

1-apr-08

4.000.000

ING

1-apr-08

6.000.000

ING

1-mrt-08

4.766.668

ING

1-mrt-08

1.263.250

ING

1-mrt-08

817.200

ING

1-mrt-08

650.525

NWB

3-okt-88

2.631.925

BNG

15-okt-87

2.268.901

BNG

1-nov-99

1.701.676

PF Rabobank

1-dec-94

972.373

Rabobank

31-aug-98

3.139.781

ALineair A10 Lineair A10 Lineair A28 Lineair A18 Lineair A19 Lineair A18 Lineair B40 Annuiteit B39 Lineair B30 Lineair B25 Lineair B20 Lineair

Rabobank

1-mrt-06

1.570.000

22

PGGM

2-jun-69

2.722.681

2-jul-87

3.548.561

ING

8-mrt-02

1.500.000

ING

8-mrt-02

1.223.000

ABP/APG


Restschuld 2013

10

BLineair

B50 Annuiteit B40 Annuiteit A30 Lineair A30 Lineair

Nieuwe Aflossing in leningen in 2014 2014 €

€

Restschuld 2014

Restschuld over 5 jaar

Resterende Aflossing in looptijd in 2015 jaren eind 2014

€

€

€

Gestelde zekerheden

4,52%

6.900.000

0

(200.000)

6.700.000

5.700.000

3

4,52%

3.450.000

0

(100.000)

3.350.000

2.850.000

3

4,52%

5.175.000

0

(150.000)

5.025.000

4.275.000

3

3,33%

3.770.002

0

(173.333)

3.596.669

2.730.004

21

3,33%

848.100

0

(72.200)

775.900

414.900

10

3,40%

544.800

0

(45.400)

499.400

272.400

10

3,95%

436.740

0

(37.180)

399.560

213.660

10

ING zekerheden, zie 200.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 100.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 150.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 173.333 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 72.200 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 45.400 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 37.180 kredietfaciliteit ING

4,91%

1.642.482

0

(76.633)

1.565.849

1.182.684

15

80.396 Gemeentegarantie

6,34%

814.485

0

(58.177)

756.308

465.423

13


6,15%

907.558

0

(56.722)

850.836

567.226

15


3,96%

233.369

0

(38.895)

194.474

38.894

4


3,35%

1.176.170

0

(127.030)

1.049.140

413.990

7

3,75%

1.010.700

0

(1.010.700)

0

0

0

6,63%

1.139.005

0

(112.525)

1.026.480

463.855

7

129.055 Gemeentegarantie Contant gedekt, verpanding 0 spaarrekening Gemeentegarantie onder 1e hyp.inschr. 119.980 De Ark

7,13%

2.344.073

0

(103.031)

2.241.042

1.725.887

14

2,90%

975.000

0

(50.000)

925.000

675.000

18

3,70%

794.936

0

(40.768)

754.168

550.328

18

110.372 Gemeentegarantie ING zekerheden, zie 50.000 kredietfaciliteit ING ING zekerheden, zie 40.768 kredietfaciliteit ING

Pagina 119 van 130

BNG

24-apr-13

6.500.000

50

BLineair

3.50%

6.500.000

0

(130.000)

6.370.000

5.720.000

48

BNG Delta Lloyd

24-apr-13

7.150.000 0

30

BLineair

3.05%

7.150.000 5.199.072

0 0

(238.333) (1.299.768)

6.911.667 3.899.304

5.720.002 0

28 3

51.011.492

0

(4.120.695)

46.890.797

33.979.253

Totaal

Garantie Gemeente Spijkenisse onder 1e hyp.inschrijving Hart van 130.000 Groenewoud Garantie Gemeente Spijkenisse onder 1e hyp.inschrijving Hart van 238.333 Groenewoud 1.299.768 3.130.579

Soort lening: A = Hypotheek o/g B = Lening


Pagina 120 van 130

54. 54.1.

Gesegmenteerde enkelvoudige resultatenrekening over 2014 Enkelvoudig segment 1: AWBZ 2014 €

Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Overige bedrijfsopbrengsten

16.839.524

€

€

20.240.868

(199.128) 417.087


€

2013

327.455 414.867 17.057.483

20.983.190

15.506.802 1.033.860

17.177.481 (561.827)

0 6.297.798

649.000 2.705.675


22.838.460

19.970.329


(5.780.977) (313.256)

1.012.861 0

Resultaat boekjaar

(6.094.233)

1.012.861


Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten


2014

2013

€

€

(6.094.233)

1.012.861

(6.094.233)

1.012.861

Pagina 121 van 130

54.2.

Enkelvoudig segment 2: JGZ 2014 €


0 2.708.882


€

2013 €

€

9.486 2.675.540 2.708.882

1.802.028 0 711.222

2.685.026 2.287.637 3.543 569.142

2.513.250

2.860.322

Bedrijfsresultaat

195.632

(175.296)

Resultaat boekjaar

195.632

(175.296)

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014

2013

€

€

Toevoeging/(onttrekking):


195.632

(175.296)

195.632

(175.296)

Pagina 122 van 130

54.3.

Enkelvoudig segment 3: WMO 2014 €


25.734.828 77.312


€

2013 €

€

0 0 25.812.140

22.179.599 47.452 2.588.172

0 0 0 0

24.815.223

0

Bedrijfsresultaat

996.917

0

Resultaat boekjaar

996.917

0


Toevoeging/(onttrekking): Bestemmingsreserve WMO


2014

2013

€

€

996.917

0

996.917

0

Pagina 123 van 130

54.4.

Enkelvoudig segment 4: Overig 2014 €

Bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten

€

€

14.815.996

Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige bedrijfskosten

2013 €

9.443.121 14.815.996

9.443.121

1.250.966 3.664.331 8.283.117

825.124 (683.668) 3.353.376


13.198.414

3.494.832


1.617.582 (6.510.788)

5.948.289 (25.138.764)

Resultaat boekjaar

(4.893.206)

(19.190.475)

2014

2013

€

€

(8.544.425) 300.348 264.954 (50.159) 3.136.076

(4.210.724) 371.510 (7.628.557) (123.173) (7.599.531)

(4.893.206)

(19.190.475)


Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsfonds JGZ Bestemmingsreserve WMO Bestemmingsfonds Maatschappelijk werk Algemene reserve

54.5.

Aansluiting totaal resultaat met resultaat segmenten

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: Segment 1 AWBZ Segment 2 JGZ Segment 3 WMO Segment 4 Overig

Telling volgens W&V

2014

2013

€

€

(6.094.233) 195.632 996.917 (4.893.206)

1.012.861 (175.296) 0 (19.190.475)

(9.794.890)

(18.352.910)

(9.794.890)

(18.352.910)

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg exclusief subsidies)


Pagina 124 van 130

55.

Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 2014 €

2013

€

€

€

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Mutaties verslagjaar

19.827.575 (3.293.321)

19.668.849 158.726

Subtotaal wettelijk budget boekjaar Overige budget mutaties

16.534.254 305.270

19.827.575 413.293

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten huidig jaar

16.839.524

20.240.868

Overige budget mutaties:

- AWBZ herindexering 2012 naar 2013 - AWBZ herindexering 2013 naar 2014 - Kassiersfunctie buiten de groep - Kassiersfunctie binnen de groep - Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten ZvwZorg

2014

2013

0 (306.578) (16.591) 0

(170.715) 306.578 (16.591) (149.250)

628.639

443.270

305.470

413.292

Totaal

56.

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (inclusief Wmo-huishoudelijke hulp)

Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Persoonsgebonden- en volgende budgetten Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

2014

2013

€

€

25.486.953 438.381 (389.634)

19.004 98.648 219.289

25.535.700

336.941

Onder niet-gebudgetteerde zorgprestaties is een bedrag van € 217.838 opgenomen met betrekking tot terugvordering MSVT gelden. De opbrengsten uit WMO prestaties zijn hoger als gevolg van de juridische fusie met Careyn HZ B.V.

57.

Overige bedrijfsopbrengsten

Overige subsidies Overige bedrijfsopbrengsten

2014

2013

€

€

2.981.951 15.037.326

2.914.782 9.618.747

18.019.277

12.533.529

De overige bedrijfsopbrengsten stijgen met circa 5,4 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door de huurpanden WTZi die sinds 2014 via Stichting Careyn lopen. Dit leidt ook tot hogere huur en leasekosten.


Pagina 125 van 130

58.

Personeelskosten

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Overige personeelskosten

2014

2013

€

€

25.557.911 4.101.224 1.910.560

11.834.436 2.192.312 1.009.602

(1.035.530)

1.197.385

30.534.165 10.205.230

16.233.735 4.056.507

40.739.395

20.290.242

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: AWBZ WMO JGZ - MW Overig

269 628 53 2

267 0 59 3

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

952

329

Personeel niet in loondienst

Hiervan waren geen werknemers werkzaam buiten Nederland (2013: 0). De personeelskosten stijgen door de juridische fusie met van de activiteiten van Huishoudelijke Verzorging in 2014. De kosten van de Stichting muteren in geringe mate doordat er nauwelijks beweging in de FTE aantallen plaats vond in 2014. Slechts door een daling van de frictiekosten (214k) in 2014 nemen de overige personeelskosten bij de Stichting af. Door de vrijval van frictiekosten bij HZ ter grootte van 2,2 mln ontstaat een bate bij de overige personeelskosten ( van € 1.035.530). In 2013 is een bedrag ad €545k inzake afkoopsom WGA/ERD opgenomen in de sociale lasten. De kosten van het PNIL nemen fors toe door de toevoeging van deze kosten vanuit de Huishoudelijke Verzorging.

59.

Afschrijvingen vaste activa

Overige afschrijvingen Boekwinst Materiële vaste activa

60.

2014

2013

€

€

(512.980) 3.114.402

(3.829.849) 2.587.896

2.601.422

(1.241.953)


Bijzondere waardevermindering van vaste activa


2014

2013

€

€

2.144.222

649.000

Pagina 126 van 130

61.

Overige bedrijfskosten

Huur en leasing Onderhoud en energiekosten Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Dotaties en vrijval voorzieningen (excl. reorganisatie) Algemene kosten

2014

2013

€

€

8.642.808 1.555.578 547.326 73.707 (171.830) 9.442.719 20.090.308

3.044.939 826.809 634.404 77.052 61.066 1.983.924 6.628.194

De materiële kosten nemen met € 13,4 miljoen toe. Dit is met name veroorzaakt door de invoeging van huishoudelijk verzorging binnen de stichting in 2014. De belangrijkste kostenpost is een bedrag van € 8,8 miljoen aan interne doorbelastingen verantwoord onder de algemene kosten. Dit is fors toegenomen (ruim € 7,5 mln, waarvan €4,8 mln. huishoudelijke verzorging) tov 2013. De kosten binnen Stichting Careyn namen verder met ongeveer € 5,6 mln toe door een stijging van de huur en leasing kosten. Dit werd veroorzaakt door kosten van WTZi gebouwen (€ 5,5 mln), die sinds 2014 via Stichting Careyn lopen. Daarnaast was er een geringe toename van de onderhoud en energiekosten van ongeveer € 0,7 mln.

62.

Accountantshonoraria

De toelichting op de honoraria van de accountant is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Careyn.

63.

Financiële baten en lasten 2014

2013

€

€

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Resultaat deelnemingen

1.279.218 (1.592.474) (4.300.788)

1.340.348 (1.755.743) (24.723.370)

Subtotaal financiële lasten

(5.893.262)

(26.479.113)

(4.614.044)

(25.138.765)

De mutatie in het resultaat deelnemingen wordt met name veroorzaakt door een verbetering van de resultaten uit normale bedrijfsactiviteiten van de deelnemingen in 2014. Daarnaast zijn de resultaten 2013 van de deelnemingen beïnvloed door incidentele kosten waaronder afkoop WGA € 5 miljoen negatief en restulaat HZ € 6,5 miljoen negatief.

64.

Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

De toelichting op de beloning van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Careyn.


Pagina 127 van 130

Overige gegevens


Pagina 128 van 130

Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Toezicht heeft kennisgenomen van de jaarrekening, inclusief controleverklaring, het maatschappelijk verslag, de toelichting van de Raad van Bestuur en het verslag van de accountant. De stukken hebben betrekking op de geconsolideerde jaarstukken voor 2014 van Stichting Careyn, waartoe behoren de entiteiten zoals opgenomen in de consolidatiekring. Op basis hiervan heeft de Raad van Toezicht in haar vergadering d.d. 26 mei 2015 goedkeuring verleend aan het voorgenomen besluit van de Raad van Bestuur de geconsolideerde jaarrekening en het groepsjaarverslag vast te stellen. Goedkeuring ervan strekt de Raad van Bestuur tot décharge. Na goedkeuring door de Raad van Toezicht volgde aansluitend de definitieve vaststelling van de Raad van Bestuur.

Statutaire regeling inzake de resultaatbestemming In de statuten van Stichting Careyn is geen bepaling opgenomen inzake de resultaatbestemming.

Voorstel resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling op pagina 5.

Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum. Ook hebben zich na balansdatum geen andere relevante gebeurtenissen voorgedaan, die zouden moeten worden toegelicht.


Pagina 129 van 130

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Goedkeuring Raad van Toezicht d.d. 26 mei 2015

Origineel getekend door: ............................................... Prof. Dr. P.A.H. van Lieshout Voorzitter

Origineel getekend door: ............................................... drs. M.B.P.M. Visser Lid (vanaf 26 maart 2014)

Origineel getekend door: ............................................... Prof. Dr. J.C.M. van Sonderen Lid Voorzitter auditcommissie Financiën & Vastgoed

Origineel getekend door: ............................................ drs. H. Feenstra Lid (vanaf 26 maart 2014)

Origineel getekend door: ............................................ Mr. J.C.J. van Craaikamp Lid

Origineel getekend door: ............................................ drs. M.Y. Linthorst Lid

Origineel getekend door: ............................................... dr. Y. Witman Lid (vanaf 25 juni 2014)

Vaststelling Raad van Bestuur d.d. 26 mei 2015

............................................... drs. R.G.H. van Dam Voorzitter Raad van Bestuur Stichting Careyn ............................................... drs. S. Spek CFO Raad van Bestuur Stichting Careyn


Pagina 130 van 130

Jaarverslag Stichting Careyn

Recommend Documents