JAARVERSLAG 2011
Hierbij bied ik u met groot genoegen het jaarverslag 2011 van het VUmc MS Centrum Amsterdam aan. Het VUmc MS Centrum Amsterdam is een multidisciplinair samenwerkingsverband tussen diverse afdelingen van het VU medisch centrum waar: wetenschappelijk onderzoek naar multiple sclerose (MS) wordt gedaan, patiëntenzorg aan MS-patiënten wordt gegeven en opleiding van MS-deskundigen plaatsvindt. Dit jaarverslag beoogt inzicht te geven in dit spectrum van activiteiten. Graag vermeld ik hier enkele successen die we in 2011 bereikt hebben: • Het publiceren van belangrijke onderzoeksresultaten in tijdschriften als Science, Brain, Neurology, Annals of Neurology, Lancet en Lancet Neurology. • We hebben in oktober 2011 het MS-congres ECTRIMS&ACTRIMS mogen mede organiseren. De ruim 7.000 bezoekers waren zeer enthousiast. Dit was het grootste ECTRIMS&ACTRIMS congres ooit. Niet alleen het wetenschappelijke programma werd zeer gewaardeerd, ook het sociale programma was zeer succesvol. En als klap op de vuurpijl kreeg een aantal onderzoekers van het MS Centrum Amsterdam prijzen uitgereikt. Meer hierover leest u verderop in dit jaarverslag. Overige hoogtepunten vindt u op de volgende bladzijden. Ik wil hier ook mijn waardering uitspreken over de mensen die fondsenwervende activiteiten georganiseerd hebben voor MS-onderzoek van het VUmc MS Centrum Amsterdam. Verder wil ik de mensen bedanken die hebben meegeholpen met de fondsenwervende campagne in samenwerking met de Stichting MS Research in mei. Met veel creativiteit en teamspirit zetten we ons dagelijks in voor MS. Ik hoop dat dit jaarverslag bijdraagt aan uw beeld over het VUmc MS Centrum Amsterdam. Hartelijke groet, Chris Polman, Algemeen directeur VUmc MS Centrum Amsterdam
Januari Korteweg testte de criteria voor MRI, zoals die zijn aangegeven in de richtlijnen, bij een grote groep patiënten. Mede hierdoor werd de accuratesse van MRI in de diagnostische richtlijnen bevestigd. Daarnaast werd duidelijk dat de MRI-criteria ingewikkeld zijn en zo mogelijk eenvoudiger moeten worden gemaakt om fouten bij het gebruik te voorkomen. Korteweg doet hiervoor een aantal voorstellen en geeft de beperkingen aan die ontstaan door de huidige MRI-techniek.
MRI in de diagnostiek en prognose De gevolgen van MS komen pas tot uiting nadat de meeste hersengebieden zijn aangetast en elkaars functie niet meer kunnen overnemen. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Tijmen Korteweg, die op 11 januari promoveerde. MS is een aandoening van de hersenen en het ruggenmerg die al op jonge leeftijd kan lijden tot lichamelijke en verstandelijke handicaps. Gezien de ernst van de ziekte is vroege behandeling belangrijk, voordat de handicaps zich kunnen ontwikkelen. Sinds 2001 zijn er internationale richtlijnen voor de diagnostiek van MS waarin MRI een belangrijke rol speelt. Een groot voordeel van de richtlijnen is dat de diagnose snel en vroeg in het ziekteverloop kan worden gesteld.
In het tweede deel beschrijft Korteweg het inzicht dat ontstond door het gebruik van meer geavanceerde MRItechnieken, namelijk dat verlies van hersenweefsel pas op een later tijdstip handicaps geeft. Door middel van functionele MRI toonde hij aan dat hersengebieden elkaars functie gedeeltelijk kunnen overnemen. Gesubsidieerd door Stichting MS Research
1
Januari (vervolg) ling voor MS. TG2 is ook betrokken bij andere neuropathologische aspecten van MS. TG2 is aanwezig in astrocyten en actief TG2 speelt een rol in de adhesie en migratie van astrocyten aan extracellulaire matrixeiwitten. Hierdoor kan TG2 bijdragen aan de formatie van het astrogliale littekenweefsel dat aanwezig is in de hersenen van MS-patiënten en kan het schadeherstel hinderen. Daarnaast vond van Strien dat TG2 belangrijk is voor de ontwikkeling van oligodendrocyten, de cellen die myeline maken. Dit zou een positief effect kunnen hebben op de remyelinisatie.
De stof transglutaminase in MS Miriam van Strien laat zien dat de stof transglutaminase (TG2) een belangrijke rol speelt in verschillende pathologische aspecten van MS. Remming van TG2 in een vroeg ziektestadium kan leiden tot een vermindering van de klinische symptomen doordat het binnendringen van ontstekingscellen in de hersenen wordt geremd. Aan de andere kant kan het verhogen van het multifunctioneel eiwit TG2 in bepaalde hersencellen (oligodendroyten voorlopercellen) interessant zijn om remyelinisatie (herstel van myeline) in chronische demyelinisatie te stimuleren.
Gesubsidieerd door Stichting MS Research
MS is een chronisch - inflammatoire aandoening van het centrale zenuwstelsel (CZS) dat voornamelijk voorkomt bij jong volwassenen. Een belangrijk pathologisch kenmerk van MS is het binnendringen van ontstekingscellen in het CZS. De stof transglutaminase (TG2) is een multifunctioneel eiwit dat kan bijdragen aan ontstekingsprocessen. Van Strien onderzocht de rol van TG2 in MS. Zij ontdekte dat TG2 aanwezig is in hersenmateriaal van overleden MS-patiënten. In een proefdiermodel voor MS liet van Strien zien dat farmacologische remming van TG2-activiteit resulteert in een verminderd binnendringen van ontstekingscellen in het CZS. Daarnaast zag zij ook een duidelijke vermindering van neurologische symptomen.
Grijze stof laesies zichtbaar maken In dit artikel wordt een voorstel gedaan voor de beste methode om laesies in de grijze stof van de hersenen zichtbaar te maken. Laesies in de grijze stof (de buitenkant van de hersenen waar de cellichamen van de zenuwen liggen) zijn over het algemeen klein en gaan niet gepaard met veel ontsteking. Dat is waarschijnlijk de reden waarom de laesies vaak gemist werden op MRIscans. In dit onderzoek van Jeroen Geurts zijn MRIscans van zes Europese MS centra bestudeerd. De verschillende lokale manieren om de scans te maken zijn met elkaar vergeleken en er wordt in het artikel een voorstel gedaan voor criteria die internationaal kunnen worden gehanteerd om het meten van grijze stof laesies betrouwbaarder te maken.
In verder onderzoek laat van Strien zien dat een farmacologische remmer van TG2-activiteit alleen lokaal, op de plaats van schade, werkt. Dit zou minder bijwerkingen kunnen betekenen in vergelijking tot reguliere behande-
Geurts et al. Neurology 76 (5): 418-424 Gesubsidieerd door Stichting MS Research
Februari Uit een studie naar de prognostische waarde van immunologische markers voor de lange termijn progressie van invaliditeit bij 25 MS-patiënten bleek dat hoge waardes van Fas (mediator van natuurlijke celdood) geassocieerd is met vermindere toename van de invaliditeit gedurende 10 jaar. Daarmee denkt Jack Zwemmer dat Fas betrokken is bij het onderliggende mechanisme van de lange termijn ziekteprogressie van MS.
Heterogeniteit van MS De heterogeniteit in MS, zowel klinisch, radiologisch, immunologisch, pathologisch als genetisch, kan duiden op meer dan één pathogeen mechanisme, waarvoor verschillende soorten behandeling nodig zijn. Jack Zwemmer presenteert in zijn proefschrift verschillende mogelijk nuttige bio-markers in een poging om de heterogeniteit enigszins te ordenen. Jack Zwemmer promoveerde op 15 februari.
Jack heeft geprobeerd om een louter op MRI kenmerken gebaseerde indeling van MS-patiënten te maken en om te testen of de daaruit voortkomende subgroepen geassocieerd zijn met klinische en laboratorium kenmerken. Hij concludeert dat latente klasse analyse een haalbare aanpak biedt om subgroepen van MS-patiënten te onderscheiden op basis van MRI kenmerken. Verder laat hij zien dat primair progressieve MS wellicht gekenmerkt wordt met louter diffuse afwijkingen op MRI. Gesubsidieerd door Stichting MS Research
2
Februari (vervolg) chemoattractant protein-1 (MCP-1) door geactiveerde astrocyten. Het blokkeren van de transporteiwitten op geactiveerde astrocyten in een celkweeksysteem verminderde de migratie van ontstekingscellen over de bloed-hersenbarrière. Deze resultaten tonen aan dat het blokkeren van transporteiwitten onder pathologische omstandigheden een goede invloed kan hebben op het ziekteproces.
De rol van transporteiwitten Stoffen worden cellen uit en in vervoerd door middel van transporteiwitten in de celwand. Geactiveerde astrocyten, die veel aanwezig zijn in MS-laesies, vertonen duidelijke verschillen in transporteiwitten expressie.
Kooij et al. Brain 134: 555-570
Geactiveerde astrocyten in MSlaesies brengen zowel meer transporteiwitten P-gp als MRP-1 tot expressie. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat zowel de P-gp als MRP-1 bijdragen aan het uitscheiden van een belangrijk ontstekingsmolecuul, namelijk monocyte-
Gesubsidieerd door Stichting MS Research
Maart Diagnose MS makkelijker te stellen
Beschermen van zenuwen
Een internationaal MS-diagnosepanel heeft nieuwe richtlijnen opgesteld, waardoor neurologen makkelijker de diagnose MS kunnen stellen. De oude criteria waren ingewikkeld en werden daarom niet structureel toegepast. Het MS-diagnosepanel staat onder voorzitterschap van Chris Polman.
Dimethylfumaraat is een therapeuticum dat positieve effecten in een fase II studie bij mensen met MS heeft laten zien. Zowel op het aantal aanvallen, op het aantal zichtbare ontstekingsplekken op de MRscan als op de afbraak van zenuwen werd duidelijk een verbetering waargenomen.
De diagnose ‘relapsing remitting MS’ wordt gesteld als er meerdere episodes van lichamelijke klachten zijn (= spreiding in tijd), die afkomstig moeten zijn van minimaal twee plaatsen in de hersenen of het ruggenmerg (= spreiding in de ruimte). De vereisten van spreiding in tijd en ruimte vormen de basis voor de diagnose MS. Voor beide criteria kan met behulp van MRI sneller en beter bepaald worden of iemand MS heeft.
In dit artikel wordt onderzoek beschreven naar het werkingsmechanisme van dimethylfumaraat. Daarvoor is gebruik gemaakt van BG-12, een orale formulatie van dimethylfumaraat die ook aan MS patiënten gegeven is. In een experimenteel diermodel voor MS blijkt dat BG-12 de chronische fase van de ziekte uitstelt, er minder afname van myeline is en dat de zenuwbanen minder beschadigd zijn. Uit experimenten met gekweekte zenuwcellen komt naar voren dat BG-12 de overleving van deze cellen bevordert als ze blootgesteld worden aan een beschadigende stimulus. Hoe werkt BG-12? Het verhoogt de aanwezigheid van de transcriptiefactor Nrf2 in zenuwcellen en gliale (steun) cellen. Nrf2 zorgt vervolgens voor meer aanmaak van antioxidanten door deze cellen. Antioxidanten vangen schadelijke stoffen, de zuurstofradicalen weg, die vrijkomen bij de ontstekingen in de hersenen van mensen met MS. Met dit onderzoek is een nieuw aangrijpingspunt voor nieuwe therapieën duidelijk geworden. Door de hoeveelheid aanwezig Nrf2 te verhogen wordt het eigen beschermende antioxidatieve systeem aangezet waardoor zenuwcellen en andere hersencellen beschermd worden.
Om spreiding in ruimte te bepalen is het hebben van laesies op twee (of meer) van vier specifieke locaties in de hersenen en het ruggenmerg voldoende. Om spreiding in tijd aan te geven is het hebben van aankleurende “nieuwe” en niet-aankleurende “oude” laesies op een MRI-scan al voldoende. De nieuwe criteria maken het stellen van de diagnose niet alleen makkelijker en sneller. Onderzoek heeft laten zien dat de nieuwe criteria die gebaseerd zijn op al langer bestaande MRI-criteria ook betrouwbaarder zijn. Polman voegt nog toe: “de bevindingen van de neuroloog blijven bij het stellen van de diagnose essentieel. Het verhaal van de patiënt en het lichamelijk onderzoek vormen de basis van je verdenking. Bevindingen van het MRI-onderzoek kunnen de verdenking bevestigen.” Polman et al. Ann. Neu 69:292-302
Linker et al. Brain 134:678-692
3
April Genen bepalen de plaats van laesies
Verder met MS
Genetische factoren zijn betrokken bij het bepalen van de hoeveelheid en de plaats van laesies. Dit bleek al uit eerder onderzoek waarin werd aangetoond dat familieleden van MS-patiënten vaker laesies op dezelfde plaats hebben, ook al hebben zij de ziekte niet. Madeleine Sombekke onderzocht bij 206 MS-patiënten het verband tussen de locatie van laesies en het genetische profiel.
Conny Slotboom heeft MS. Onder het motto ‘verder met MS’ maakte zij samen met haar man, André Hoekstra, een fietstocht van 4350 km dwars door Europa. Op 1 april zijn ze vanuit Utrecht vertrokken. Zij hebben met hun tocht 15.000 euro bijeen gefietst voor onderzoek dat door de Stichting MS Research ondersteund wordt. Het onderzoek, dat ze geselecteerd hebben, heet: "Versterken van de deltawerken van de hersenen" van het VUmc MS Centrum Amsterdam.
De plaatsen van chronische laesies in de witte stof, die zichtbaar waren op MRI-scans, zijn onderzocht in relatie tot 69 genetische variaties, waarvan bekend is dat ze een rol spelen bij MS. Deze genetische variaties worden SNP’s genoemd. Elf SNP’s gaven een verband met ofwel verhoogde ofwel verlaagde kans op laesies rond de ventrikels (hersenholtes). Echter slechts voor één SNP is de correlatie ook statistisch overtuigend. Dat is een SNP die voorkomt in de genetische code voor het MHC klasse II. De aanwezigheid van deze SNP geeft een verhoogde kans op laesies rond de ventrikels in de hersenen. In een vervolgstudie zal het onderzoek uitgebreid worden met onder andere laesies in de grijze stof en actieve laesies.
Conny Slotboom en André Hoekstra worden bij vertrek uit Utrecht uitgezwaaid door vrienden, familie, sponsors, vertegenwoordigers van VUmc MS Centrum Amsterdam en van de Stichting MS Research en door de burgemeester van Utrecht.
Sombekke et al. Am J. Neurorad. 32:685-703 Gesubsidieerd door Stichting MS Research
Mei Recent onderzoek van VUmc MS Centrum Amsterdam toont aan dat met de huidige MRI-technieken slechts een beperkt deel van de schade aan de hersenen zichtbaar is. Dit onderzoek benadrukt dat betere technieken nodig zijn om alle schade in beeld te krijgen. Daarnaast is onderzoek nodig naar hoe schade aan de zenuwen ontstaat en hoe deze is te herstellen.
Campagne ism Stichting MS Research Op 16 mei 2011 startte de Stichting MS Research een drie weken durende fondsenwervende campagne in Amsterdam om geld op te halen voor VUmc MS Centrum Amsterdam. Op lokale radio werden zogenoemde testimonials uitgezonden. Daaraan deden Bernard Uitdehaag (neuroloog), Jack van Horssen (wetenschapper) en twee MS-patiënten (Maarten Schikker en Sofie van Nues) mee.
Als één van de weinige MS-centra in de wereld beschikt VUmc MS Centrum Amsterdam over alle benodigde expertise om dit ingewikkelde en heel belangrijke onderzoek te verrichten. Hiervoor is veel geld nodig. Dat was de reden van de fondsenwervende campagne.
De opbrengst van de campagne komt ten goede aan onderzoek naar manieren om schade aan zenuwcellen bij MS te voorkomen.
Onderzoekssubsidie naar oorzaak MS
MS werd tot voor kort gezien als een 'pure' ontstekingsziekte van het centraal zenuwstelsel. De huidige geneesmiddelen zijn er dan ook op gericht om de ontsteking bij MS-patiënten te verminderen. Nederland telt ruim zestienduizend mensen met MS. Slechts een deel van hen heeft baat bij de huidige geneesmiddelen. De laatste jaren is duidelijk geworden dat door de schade aan zenuwen MS-patiënten steeds verder achteruitgaan: ze gaan steeds moeilijker lopen en zien en ze kunnen geheugenproblemen krijgen.
Een nieuw Canadees-Nederlands consortium krijgt een subsidie van ca. 2,5 miljoen Euro voor onderzoek gericht op de oorzaak van MS. Samen met zijn Canadese collega's zal Jeroen Geurts een antwoord proberen te vinden op de vraag of MS begint als een autoimmuunziekte (de klassieke weergave), of als neurodegeneratieve ziekte in de grijze en witte stof (het onlangs voorgestelde “inside-out model”). 4
Mei (vervolg) Geen verband vermoeidheid en activiteit
BN'ers in de zorg over MS
Marc Rietberg heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen vermoeidheid en fysieke inactiviteit. Beide verschijnselen komen veel voor bij MS.
Op 25 mei, wereld MS-dag, is het programma “BN'ers in de zorg” over MS uitgezonden. MS-patiënt Viola Moerman was een dag op stap met Henny Huisman. Samen brachten ze een bezoek aan haar behandelend neuroloog, Bob van Oosten, van het VUmc. Wolter Kroes was een dag op stap met de 11-jarige Mikki.
De onderzoeker heeft aan 43 MSpatiënten gevraagd om 24 uur een apparaat te dragen dat de fysieke activiteit meet. Daarnaast is de vermoeidheid bij deze mensen gemeten met behulp van verschillende vragenlijsten. Het resultaat van het onderzoek is dat er geen direct verband lijkt te bestaan tussen de mate van vermoeidheid en de hoeveelheid fysieke activiteit. Afhankelijk van de vragenlijst die gebruikt is, lijken leeftijd, type MS en mate van depressie en/of angst echter wel van invloed te zijn op de onderlinge relatie tussen vermoeidheid en fysieke activiteit. Rietberg et al. Mult. Scler. 17: 1231– 1237 Gesubsidieerd door Stichting MS Research
Juni Avonex vs Gilenya
Wetenschapsdag MS centrum
In een groot onderzoek is het nieuwe orale middel Gilenya (Fingolimod) vergeleken met het middel Avonex (Interferon-bèta). Gilenya is ook na twee jaar zeer goed in het verminderen van het aantal schubs.
Op 28 juni was de jaarlijkse wetenschapsdag van het VUmc MS Centrum Amsterdam. MS-onderzoekers van het VUmc presenteerden de laatste resultaten van hun onderzoek. Na afloop werd er nog nagepraat tijdens de borrel en het eten op een boot in de grachten van Amsterdam.
In een eerdere één jaar durende studie is een groep relapsing-remitting MS-patiënten die Avonex gebruikte vergeleken met een groep die Gilenya gebruikte. In deze vervolgstudie, die ook één jaar duurde, zijn de mensen die eerst Avonex gebruikten Gilenya gaan gebruiken. Het aantal schubs per jaar bleef ook het tweede jaar in de groep die Gilenya gebruikte relatief laag. In de groep die het eerste jaar Avonex gebruikte en daarna een jaar Gilenya, daalde het aantal schubs. Er is echter nog geen verandering gezien in de voortschrijdende invaliditeit. Khatri et al. Lancet Neurol 10: 520-529 Gesubsidieerd door Stichting MS Research
5
Juli—Augustus—September €4M voor onderzoek
Biomarkers voor MS
Een gezamenlijke Europese inspanning tussen de academische wereld en het bedrijfsleven is bekroond met een Marie Curie-ITN-subsidie (ruim 0,5 M€). Een team van de afdeling Neurowetenschappen van VUmc doet mee aan dit programma. Zij richten zich op de pathologische rol en therapeutische targeting van transglutaminase in verschillende ziekten, waaronder MS.
In een artikel van Charlotte Teunissen in het blad Multiple Sclerosis Journal worden een aantal kleine eiwitten (peptides) onderzocht die voorkomen in lichaamsvloeistoffen. Er zijn 100 peptides uit de hersenvloeistof en 200 peptides uit het bloed getest. Een aantal peptides geven een onderscheid aan tussen mensen met MS en mensen met andere neurologische ziekten. Andere peptides kunnen juist weer gebruikt worden om onderscheid te maken tussen verschillende vormen van MS. Deze peptides kunnen wellicht in de toekomst gebruikt worden als biomarkers voor het stellen van de diagnose MS en/of het voorspellen van het verloop van de ziekte.
MISSION SUMMIT Het project Mission Summit, waarbij tien enthousiaste vrienden in september de Kilimanjaro beklommen, heeft 35.025 euro opgebracht voor MS Research. Het eerste doel van de vrienden was natuurlijk om de top van deze bijna zes kilometer hoge berg te bereiken. Hun tweede doel was zoveel mogelijk geld ophalen voor onderzoek naar MS van de Stichting MS Research, in het bijzonder een onderzoeksproject dat o.a. wordt uitgevoerd bij het VUmc MS Centrum Amsterdam.
Teunissen et al. Mult Scler 17: 838-850 Gesubsidieerd door Stichting MS Research
Gouden huwelijk De heer en mevrouw Eltink waren op 16 september 50 jaar getrouwd. Als huwelijksgeschenk hebben ze een bijdrage aan MS-onderzoek van VUmc MS Centrum Amsterdam gevraagd. Dit leverde een mooi bedrag op van 1.400 euro.
In beide doelen zijn de vrienden meer dan geslaagd!
Oktober heden worden nagebootst. Daarna werd ook bij patiënten nagegaan of er een optimale veerstijfheid van de spalk is. Uit beide studies bleek dat de veerstijfheid van de spalk veel invloed heeft op hoe zuinig ermee gelopen kan worden. Gevonden werd dat er één optimale veerstijfheid van de spalk is waarbij het lopen het minste energie kost. Bregman heeft tot slot een idee voor een nieuwe spalk: de klapspalk. Omdat deze het afzetten met de voet niet belemmert (net als een klapschaats ten opzichte van een gewone schaats), verwacht Bregman dat met een klapspalk nog zuiniger gelopen kan worden. Toekomstig onderzoek zal dit moeten uitwijzen.
Verende spalk verbetert het lopen Bij veel patiënten met een chronisch neurologische aandoening zoals multiple sclerose of een herseninfarct kost lopen veel energie. Sinds kort is er een nieuw type verende spalk van carbonvezels, die het lopen vergemakkelijkt. Uit onderzoek blijkt dat deze spalk energie opslaat en teruggeeft tijdens het lopen. Hierdoor kunnen patiënten tien procent zuiniger lopen. Daan Bregman promoveerde op 12 oktober met het onderzoek naar deze nieuwe spalk. De veer in de spalk kan zowel slap als stijf zijn. Daarom ging Bregman na of er een optimale veerstijfheid van de spalk is waarbij lopen het minste energie kost. Dit werd uitgezocht met een computersimulatiemodel dat werd gebouwd in samenwerking met het robotlaboratorium van TU Delft. Zo kon het lopen met spalken met verschillende veerstijf-
Wandelen in Marbella Mirjam Vehmeijer heeft met twee vriendinnen de vierdaagse in Marbella gelopen. Ze hebben zo 2.450 euro bij elkaar gewandeld voor onderzoek van het MS centrum.
6
Oktober (vervolg) er ook verschillen zijn in het ziekteproces tussen mannen en vrouwen. Schoonheim heeft gevonden dat bij mannelijke MS-patiënten er meer verlies van hersenweefsel is, waardoor zij meer last hebben van cognitieve problemen, zoals geheugenproblemen. Daarnaast blijkt dat ook de mate van schade aan de witte stof in de hersenen bij mannen groter en heftiger is dan bij vrouwen.
ECTRIMS&ACTRIMS 2011 Van 19 tot en met 22 oktober werd in de RAI in Amsterdam het grootste en belangrijkste congres op het gebied van MS ter wereld georganiseerd. Tijdens het congres, dat vooraanstaande wetenschappers, onderzoekers, farmaceuten, specialisten en artsen naar Nederland trok, werden verschillende nieuwe onderzoeken gepresenteerd.
Maarten Witte De laatste prijs werd uitgereikt door de internationale MS federatie, MSIF, aan een jonge onderzoeker met het beste translationele onderzoek. Maarten Witte van de afdeling pathologie is de gelukkige. Maarten doet onderzoek naar mitochondriën, de energiecentrales van cellen, bij MS. Onderzoek heeft laten zien dat er allerlei mitochondriële veranderingen optreden in de hersenen van mensen met MS. Als mitochondriën in de zenuwen niet meer goed werken kunnen zenuwvezels afsterven, waardoor MS-patiënten meer klachten krijgen. Maarten heeft een eiwit geïdentificeerd wat het disfunctioneren van de mitochondriën in de hersenen van MS-patiënten kan verklaren.
Het wereldwijde wetenschappelijke congres is een groot succes geworden. Zowel het wetenschappelijk programma als de sociale activiteiten werden door de ruim 7.000 artsen en wetenschappers zeer gewaardeerd. Als klap op de vuurpijl hebben onderzoekers van het VUmc MS Centrum Amsterdam drie prijzen gewonnen. Op pagina 8 vindt u een fotoverslag van het congres.
Prijswinnaars ECTRIMS&ACTRIMS Veronica Popescu De eerste twee prijzen werden uitgereikt door het Europese comité voor onderzoek en behandeling van MS (ECTRIMS). De prijs voor beste poster is gewonnen door Veronica Popescu van de afdeling Radiologie. In haar onderzoek richt zij zich op het vinden van de beste MRI-techniek om het krimpen van de hersenen (atrofie) bij MS te meten. Pas onlangs is bekend geworden dat atrofie bij MS een grotere rol speelt dan aanvankelijk werd gedacht. Het in beeld brengen van atrofie is belangrijk om geneesmiddelen beter te kunnen beoordelen op hun werking. Op de prijswinnende poster presenteerde Veronica een onderzoek waaruit blijkt dat de mate van atrofie een voorspellende waarde heeft voor het klinische verloop van MS op de lange termijn. Veronica mocht in de afsluitende sessie een presentatie over haar onderzoek geven.
Remyelinisatie promoten In MS-laesies in het centrale zenuwstelsel (CZS) komen gedemyelininseerde, ofwel ‘kale’, axonen voor, die de oorzaak zijn van ernstig invaliderende symptomen. De oligodendrocyten zijn de cellen die in staat zijn om de ‘kale’ axonen te remyeliniseren. Dit gebeurt echter niet of niet compleet bij MS, waardoor de axonen niet goed beschermd worden. In dit onderzoek van Markus Kipp wordt gekeken naar hoe dit komt. Astrocyten, de steuncellen van het CZS, worden in MS-laesies geactiveerd. Daardoor kunnen zij herstelwerkzaamheden in het CZS promoten, maar ook tegenwerken. Uit het onderzoek van Kipp blijkt dat geactiveerde astrocyten een bepaald eiwit, BLBP, lager tot expressie brengen. BLBP speelt een rol bij het promoten van remyelinisatie door oligodendrocyten. Geactiveerde astrocyten lijken door het verminderd tot expressie brengen van BLBP een negatieve invloed te hebben op de remyelinisatie van MS-laesies en zijn daardoor indirect verantwoordelijk voor het kwetsbaar zijn van axonen.
Menno Schoonheim Menno Schoonheim van de afdeling radiologie en de afdeling anatomie & neurowetenschappen heeft een prijs gekregen voor beste presentatie van een jonge onderzoeker. Menno concludeerde in zijn onderzoek dat mannen met MS vaak erger aangedaan zijn dan vrouwen. De kans om MS te krijgen is bij vrouwen groter dan bij mannen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan of
Kipp et al. Brain Behav. Immunol. 25:1554-1568 7
Fotoverslag ECTRIMS&ACTRIMS
Congres In RAI congrescentrum
Openingsreceptie op woensdag In het Scheepvaart Museum
Officiële opening op donderdagochtend MS-patiënt Reni riep tijdens haar speech artsen op mee te vechten voor gelijke rechten voor patiënten. Zij zei onder andere: “Get out there in the media and tell the public what your clients need to improve quality of life on the basis of your research and findings. Thus creating a firm base to accommodate a better accessible society for MS patients and at the same time make your organizations more visible and appreciated by the main public. Consequently, funding of research will improve. It’s a win-win deal isn’t it? So, that’s all I’m asking for: A little help from my friends. Yes, I get by with a little help from my friends.” Vlnr: Chris Polman (Voorzitter van LOC), Reni de Boer (MS-patiënt) en De Levende Nachtwacht
Conference Dinner op vrijdag In de Beurs van Berlage met een spectaculair optreden van ‘The Globe’.
8
November Daarnaast bestond de mogelijkheid om aan te schuiven aan tafel van een onderzoeker om vragen te stellen over het onderzoek waar hij of zij zich mee bezighoudt.
MS-onderzoeksdagen en Living Stichting MS Research organiseert jaarlijks het symposium: MS-onderzoeksdagen. Een symposium voor Nederlandse en Vlaamse MS-onderzoekers om de laatste resultaten door te nemen. In 2011 had dit symposium een feestelijk tintje, omdat Stichting MS Research hiermee haar 30-jarig jubileum afsloot.
Avondprogramma De dag werd afgesloten met een feestelijk avondprogramma. Er was een terugblik op 30 jaar MS Research. De Amerikaanse bergbeklimster Lori Schneider vertelde over haar enorme prestatie om ondanks haar MS de Mount Everest te beklimmen. Verder was er een optreden van zanger Wolter Kroes met Mikki van der Zwan. Mikki en Wolter waren al eens eerder samen te zien in een TV-programma, waarbij Wolter een dagje meeliep in het leven van Mikki. Mikki is twaalf jaar en heeft een ernstige vorm van MS.
De eerste dag was het symposium gecombineerd met de 'Living with MS day'. Op die dag was er een speciaal programma voor mensen met MS. Zij konden luisteren naar een aantal lezingen van MS-onderzoekers, zoals Jeroen Geurts over geheugenproblemen.
December Het eiwit ‘Sonic hedgehog’
Themamiddagen
In een artikel in Science wordt aangetoond dat een eiwit met de bijzondere naam ‘Sonic hedgehog’ of Shh betrokken is bij het in stand houden van de bloed-hersenbarrière (BBB). De BBB wordt gevormd door endotheelcellen die de binnenkant van de bloedvaten in de hersenen bekleden. Daarnaast wordt de bloed-hersenbarrière aan de hersenzijde versterkt door speciale steuncellen, de zogenoemde astrocyten. Beschadiging van de BBB speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van ontstekingen in de hersenen van mensen met MS. Aan dit onderzoek hebben twee onderzoekers (prof.dr. Elga de Vries en dr. Jack van Horssen) van het VUmc MS Centrum Amsterdam meegewerkt.
In 2011 zijn er 10 themamiddagen georganiseerd voor MS-patiënten van het VUmc: • • • • • • • • • •
Astrocyten scheiden het eiwit Sonic Hedgehog (Shh) uit en de endotheelcellen van de BBB brengen Shhreceptoren tot expressie. Samen zorgen ze voor de vorming van de BBB tijdens de embryonale ontwikkeling. In het Science artikel tonen de onderzoekers aan dat het Shh eiwit en zijn receptor ook betrokken zijn bij het in stand houden van de integriteit van de BBB. Daarnaast kunnen ze de ontsteking in ziektemodellen voor MS verminderen. Dit inzicht leidt tot nieuwe mogelijkheden om te komen tot behandelstrategieën die de integriteit van de BBB in stand houden. Daarnaast kan het leiden tot de ontwikkeling van innovatieve methodes om het afleveren van therapeutische stoffen in de hersenen te vergemakkelijken. Alvarez et al. Science 334:1727
9
5 januari 2 februari 2 maart 6 april 4 mei 6 juli 7 september 5 oktober 2 november 7 december
Medicijnen en MS MS en bewegen MS en de gevolgen MS en vermoeidheid MS en balans Psychische aspecten MS en omgeving MS en energiemanagement MS en de gevolgen Dagelijks functioneren
VERKREGEN SUBSIDIES Hieronder staan de subsidies, die in 2011 geworven zijn. De link naar de lijst met alle lopende projecten in 2011 vindt u hier: http://www.vumc.nl/afdelingen-themas/27779/102876/Lopendeprojecten2011.pdf
Onderzoeker(s)
Titel project
Bedrag (€)
Amor S.
Pre-actieve MS laesies
Barkhof F./ Kilsdonk I.
Differentiatie van cerebrovasculaire witte stof ziekte: a pilot op 7 Tesla MRI
Dam A.M.W. van, Wilhelmus M.M.M., Drukarch B. Geurts J.J.G., Li K.W., Minnen J. van, Smit A. Stys P., Minnen J., Geurts J.J.G., Rivest S., Yong V.W., Moore W. Geurts J.J.G.
FP7 Marie Curie ITN: Transglutaminase bij ziekten: a nieuw aangrijpingspunt voor therapie Proteomics analyse van of neurodegeneratieve ziekte Programmasubsidie: Begint MS in de hersenen?
Het meten van het effect van Rebif op hersenactiviteit met resting-state fMRI.
Bron
243.693
St MS Research 10-726
47.500
St MS Research 11-769
516.450
19.000
EU
NCA
2.508.957
Canadian MS Society
378.000
MerckSerono
Geurts J.J. G.
Stageren van laesies
50.000
St MS Research 10-711
Horssen J. van
Effecten van BG12 op mitochondriële redox balans
72.700
Biogen Idec
Horssen J. van, Vries H.E. de
Effect van BG-12 op de bloed-hersenbarrière
62.600
Biogen
Ilarregui J.
Partners tegen multiple sclerose
250.000
NWO-veni
Polman C.H.
Biomarkers voor neurodegeneratie
200.000
Particuliere gever
Vrenken H.
Kan je neurodegeneratie meten?
248.037
St MS Research 10-718
Vries H.E. de
Versterken van de bloed-hersenbarrière
52.000
Abbott Pharma
Vries H.E. de
Medicatie gericht op plaats van bestemming brengen in de hersenen
55.000
BBB Leiden
10
PUBLICATIES Publicatiescores Het aantal publicaties is in 2011 is veel hoger ten opzichte van het aantal in 2010. Dit zijn voornamelijk artikelen met hoge impact factor. De kwaliteit van een artikel wordt aangegeven als de impact. Hoe hoger de impact factor des te beter de kwaliteit van de publicatie. Onze doelstelling is artikelen van hoge kwaliteit te publiceren. De link naar de complete lijst met publicaties vindt u hier: http://www.vumc.nl/afdelingen-themas/27779/102876/publicaties2011 Aantal publicaties per score van de afgelopen vijf jaar Score
5
4
3
2
1
0
Totaal
2007
26
18
0
1
0
0
45
2008
26
26
0
2
1
1
56
2009
36
26
14
1
1
6
84
2010
34
14
24
2
1
1
76
2011
43
39
15
6
0
0
103*
* In de berekening van 2011 zijn comments en letters meegenomen. Dit is voorgaande jaren niet gebeurd. Hierdoor vallen de cijfers voor 2011 iets hoger uit. Scores van de in 2011 gepubliceerde artikelen Score
5
4
3
2
1
0
Totaal
Aantal publicaties
43
39
15
6
0
0
103
Percentage
42
38
14
6
0
0
100
Er zijn in 2011 vier proefschriften gepubliceerd: 1/ Tijmen Korteweg: MRI in multiple sclerosis: from diagnosis to prognosis. 11 januari Promotoren:
Prof.dr. F. Barkhof, prof.dr. C.H. Polman
Copromotor:
Dr.ir. H. Vrenken
2/ Mirjam van Strien: Tissie Transglutaminase: a multifoaceted therapeutic target for Multiple Sclerosis. 21 januari Promotoren:
Prof.dr. H.J. Groenewegen
Copromotoren: Dr. A.M.W. van Dam, dr. B. Drukarch 3/ Jack Zwemmer: Heterogeneity in multiple sclerosis: a bio-marker approach. 15 februari Promotoren:
Prof.dr. C.H. Polman, prof.dr. B.M.J. Uitdehaag
Copromotor:
Prof.dr. F. Barkhof
4/ Daan Bregman: The optimal ankle foot orthosis. 12 oktober Promotoren:
Prof.dr G.J. Lankhorst
Copromotor:
Dr.ir. J.Harlaar, dr. V. de Groot 11
MEDEWERKERS Moleculaire Celbiologie en Immunologie Prof.dr. C.D. Dijkstra Prof.dr. Y. van Kooyk Prof.dr. H.E. de Vries Dr. I.M. van Die Dr. J.J. Garcia-Vallejo Dr. J. van Horssen Dr. T. van der Pouw-Kraan Dr. A. Reijerkerk Dr. G.J Schenk R.P. van Doorn J.A.R. Drexhage J.E. Glim D.A.M. Heijnen J. Ilarregui W.W. Kamphuis G. Kooij L. Kuijk K. Lakeman J.L. Lim M.R. Mizee M.A.L. Pinheiro S.M.A. van der Pol D. Vogel Pathologie Prof.dr. P.J. van den Elsen Prof.dr. P. van der Valk Prof.dr. C.L. Verweij Dr. S. Amor Dr. M. Kipp C. Alferink B.P. Brink E. Coossen W.H. Gerritsen E.J. Kooi A.M. Leonhart P. Nijland R. Peferoen-Baert S. Singh B. van der Star I.M. Vent S. Vosslamber M.E. Witte
Radiologie Prof.dr. F. Barkhof Prof.dr. J. Castelijns Dr. J. Bot Dr. K.S. Cover Dr. B. Moraal Dr. S.D. Roosendaal Dr. H. Vrenken Dr. M. Wattjes I.J. van den Elskamp W.L. de Graaf H.E. Hulst I.D. Kilsdonk T. Korteweg A. Lopez-Soriano V. Popescu M.M. Schoonheim T. Schweigmann M.D. Steenwijk A. Versteeg R. Vigeveno O. Wiebenga R. Wijhenke
Revalidatie Prof.dr. J. Dekker Prof.dr. G. Kwakkel Dr. H. Beckerman Dr. V. de Groot Dr. E.E. van Wegen D.J.J. Bregman E. Evenhuis I.C.J.M. Eyssen P.M.T. Guinee E.J. Heckman J.C.E. Kempen Arjan Malekzadeh M.B. Rietberg S. Sanches
Neurologie Prof.dr. C.H. Polman Prof.dr. B.M.J. Uitdehaag Dr. J. Killestein Dr. B.W. van Oosten K.A.A. Bakker L. Balk L.V.A.E. Bosma M. van den Brand E. van Dongen-Vroom G. Eissens H. Franken K. van Gennep C.M.E. van der Kallen M. Knuit E. Koca M. Leinweber M.L. van der Meer B. van Nieuwkuyk A. Petzold J.A. van Rossum D.A. Savelkoel M.H. Sombekke J.M. Sonder E.M.M. Strijbis P. Tewarie A. Vennegoor L. van der Voort
Klinische chemie Dr. C.E. Teunissen Dr. M.J.A. Koel-Simmelink M. Grabowska M. Khalil C.B.M. Oudejans
Anatomie en neurowetenschappen Dr. A.M.W. van Dam Dr. B. Drukarch Dr. J.J.G. Geurts N. Espitia Pinzon R. Klaver M. Prins
12
Overige afdelingen Dr. D. Knol, klinische epidemiologie W. Mokkink, klinische epidemiologie P.A. Poppe, Image Analysis Center (IAC) M. Vos, Image Analysis Center (IAC) R.A. van Schijndel, ICT Dr. P. Pouwels, Fysica & Medische Technologie R. Boeschoten, GGZinGeest P. van Oppen, GGZinGeest Dr. E.H. Collette, Medisch Psycholoog R.G. Hoogakker, Maatschappelijk werk
Dit is een uitgave van Bureau MS Centrum Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Mocht u informatie willen hebben over hoe u het MS centrum kunt steunen, neemt u dan contact op met het bureau MS Centrum (
[email protected] of 020-4449088). Bureau MS Centrum Amsterdam VU medisch centrum, kamer 4X180 Postbus 7057 1007 MB Amsterdam 020-4449088 www.mscentrumamsterdam.nl
[email protected] Bezoekadres: De Boelelaan 1118, 1081 HV Amsterdam
13