Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
JAARVERSLAG 2002
1
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
INHOUDSTAFEL
2
A
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE JAARVERGADERING
5
1
ORGANISATIE EN FINANCIËN
7
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Aandeelhouders op 31/12/2002 Bestuurs- en controleorganen op 31/12/2002 Personeel op 01/01/2003 Leiedal als instelling in 2002 Accenten in het beleid in 2002 Financieel beleid in 2002
7 8 10 11 15 19
2
WERKGEBIEDEN
27
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14
Bedrijventerreinen Lokaal woonbeleid Inbreiding en herbestemming Lokale en regionale economie Stedenbouw Mobiliteit Milieu en natuur Openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsopbouw Toerisme en recreatie ICT, GIS en lokaal e-government Intergemeentelijke samenwerking Regionale en bovenregionale samenwerking Grensoverschrijdende samenwerking Europese en internationale samenwerking
27 39 44 47 48 62 65 71 73 75 81 86 91 95
3
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
97
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
Anzegem Avelgem Deerlijk Harelbeke Kortrijk Kuurne Lendelede Menen Spiere-Helkijn Waregem Wevelgem Zwevegem
97 98 99 100 101 103 104 105 106 107 108 109
VERSLAG VAN HET COLLEGE VAN COMMISSARISSEN AAN DE JAARVERGADERING
111
C
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS-REVISOR AAN DE JAARVERGADERING
113
D
JAARREKENING PER 31/12/2002 (in duizenden euro’s) Waarderingsregels
115 129
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
B
3
4
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
VERSLAG VAN DE RAAD VAN BESTUUR
A
Mevrouwen, Mijne heren,
Zoals bepaald in het decreet op de intergemeentelijke samenwerking en in de statuten van Leiedal, hebben wij de eer u verslag uit te brengen over de werking van onze intercommunale tijdens het drieënveertigste dienstjaar en u de jaarrekening, afgesloten op 31 december 2002, ter bespreking en goedkeuring voor te leggen.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
De kerntaken van de intercommunale kunnen als volgt worden samengevat: 1. Leiedal is het verlengstuk van de aangesloten gemeenten. 2. Leiedal organiseert intergemeentelijk overleg met de aangesloten gemeenten. 3. Leiedal is belangenbehartiger van de groep gemeenten. 4. Leiedal realiseert een aantal projecten op streekniveau. In het Beleidsplan 2002-2007, dat de algemene vergadering op 28 mei 2002 goedkeurde, worden deze kerntaken in veertien werkgebieden geconcretiseerd: 1. Bedrijventerreinen 2. Lokaal woonbeleid 3. Inbreiding en herbestemming 4. Lokale en regionale economie 5. Stedenbouw 6. Mobiliteit 7. Milieu en natuur 8. Openruimtebeleid, landschapsopbouw en plattelandsontwikkeling 9. Toerisme en recreatie 10. ICT, GIS en lokaal e-government 11. Intergemeentelijke samenwerking 12. Regionale en bovenregionale samenwerking 13. Grensoverschrijdende samenwerking 14. Europese en internationale samenwerking Het activiteitenverslag van 2002, dat u hierna vindt, is volgens dat stramien opgemaakt, wat de opvolging van het beleidsplan vergemakkelijkt. Bij elk werkgebied wordt vooraf verwezen naar de krachtlijnen van het Beleidsplan 20022007. Het laatste deel van het jaarverslag omvat het verslag van het college van commissarissen en van de commissarisrevisor, evenals de jaarrekening. Namens de raad van bestuur,
Frans Destoop, voorzitter.
5
6
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1
ORGANISATIE & FINANCIËN
AANDEELHOUDERS OP 31/12/2002
1.1.1
Aandeelhouders A - de gemeenten Gemeente Anzegem Avelgem Deerlijk Harelbeke Kortrijk Kuurne Lendelede Menen (*) Spiere-Helkijn Waregem Wevelgem Zwevegem Subtotaal
Bevolking (2002) 13.894 9.165 11.341 26.057 75.530 12.649 5.424 12.905 1.956 35.937 31.167 23.391
Aantal aandelen 2.029 1.351 1.603 3.641 11.412 1.801 804 1.958 284 5.458 4.250 3.313 37.904
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1.1
(*) De vroegere gemeenten Lauwe en Rekkem. De bevolking van de aangesloten gemeenten bedroeg op 31 december 2002 259.416, tegenover een totale bevolking in het arrondissement Kortrijk van 278.416. 1.1.2
1.1.3
Aandeelhouders B - private vennoten Organisatie Algemeen Belgisch Vakverbond, Kortrijk Algemeen Christelijk Vakverbond - Zuid-West-Vlaanderen Confederatie Bouw Kortrijk-Roeselare vzw Electrabel nv, Brussel Dexia Bank België nv Fortis Bank nv, Brussel Kamer voor Handel en Nijverheid Kortrijk-Oostende-Roeselare-Tielt vzw KBC-Bank nv, Brussel Liberaal Sociaal-Economisch Platform Maatschappij van het Roerend Goed van de Belgische Boerenbond Unizo - Unie van Zelfstandige Ondernemers OMOB Sogam nv, Brussel Textielpatroonsverbond, Kortrijk Verbond Christelijke Werkgevers en Kaderleden West-Vlaanderen vzw Zuid-West-Vlaamse Natuur- en Milieukoepel vzw Subtotaal
Aantal aandelen 147 147 147 2.764 882 294 147 588 147 147 147 588 294 147 147 147 6.880
Aandeelhouders C - andere openbare besturen Bestuur Provincie West-Vlaanderen WVEM, Brugge Subtotaal
Aantal aandelen 32.192 2.764 34.956
ALGEMEEN TOTAAL
79.740
7
ORGANISATIE & FINANCIËN
1.2
BESTUURS- EN CONTROLEORGANEN OP 31/12/2002
1.2.1
Raad van bestuur VOORZITTER • Frans Destoop, Kortrijk ONDERVOORZITTERS • Luc Deseyn, ACV - Zuid-West-Vlaanderen • Jos Monballyu, Provincie • Lieven Vantieghem, Avelgem
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
LEDEN REEKS A • Carl Decaluwé, Kortrijk • Peter Desmet, Waregem • Francine Dewilde, Zwevegem • Patrick Jolie, Kortrijk • Willy Kemseke, Deerlijk • Pedro Ketels, Lendelede • Marc Lemaitre, Kortrijk • Eric Lemey, Kuurne • Rik Pattyn, Harelbeke • Gilbert Seynaeve, Wevelgem • Jozef Vandenberghe, Kortrijk • Rik Vandevenne, Spiere-Helkijn • Claude Van Marcke, Anzegem • Kürt Vanryckeghem, Waregem • Kris Vlaeminck, Wevelgem • Bernard Willem, Menen LEDEN REEKS A MET RAADGEVENDE STEM • Frank Coudron, Harelbeke • Pierre Lano, Kortrijk • Etienne Vancoppenolle, Kuurne • Marnix Vansteenkiste, Wevelgem • Anneke Verhelst, Menen
8
LEDEN REEKS B • Bart Dochy, Belgische Boerenbond • Kris Gheysen, Unizo • Jacques Laverge, Liberaal SociaalEconomisch Platform • Luc Leleu, Electrabel • Alfred Platteau, ABVV • Eric Vandorpe, Zuid-West-Vlaamse Natuur- en Milieukoepel • Carl Vanhoutte, Kamer voor Handel en Nijverheid • Werner Vanneste, Textielpatroonsverbond LEDEN REEKS C • Yves Debaere, Provincie • Jean de Bethune, Provincie • Philippe De Coene, Provincie • Isabelle Maes, Provincie • Marleen Titeca-Decraene, Provincie • Alain Top, WVEM • Maurice Top, Provincie VERTEGENWOORDIGER GOM WEST-VLAANDEREN • Jan Callens, Administrateur-Generaal COMMISSARIS VAN DE VLAAMSE REGERING • Evert Van Walle ALGEMEEN DIRECTEUR • Karel Debaere SECRETARIS • Marleen Verkaemer
Dagelijks bestuur VOORZITTER • Frans Destoop ONDERVOORZITTERS • Luc Deseyn • Jos Monballyu • Lieven Vantieghem LEDEN • Philippe De Coene • Peter Desmet • Francine Dewilde • Kris Gheysen • Willy Kemseke • Pedro Ketels
1.2.3
• • • • • • • • • •
Jacques Laverge Eric Lemey Rik Pattyn Alfred Platteau Gilbert Seynaeve Marleen Titeca-Decraene Jozef Vandenberghe Rik Vandevenne Claude Van Marcke Bernard Willem
SECRETARIAAT • Karel Debaere, algemeen directeur • Marleen Verkaemer, secretaris
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1.2.2
College van commissarissen VOORZITTER • Arnold Dehullu, Zwevegem LEDEN REEKS A • Kristof Chanterie, Waregem • Marianne De Candt, Kortrijk • Ignace Demeulemeester, Anzegem • Hendrik Deprez, Harelbeke • Eddy Van Lancker, Kortrijk • Rudi Vandamme, Menen • Patrick Verhamme, Wevelgem
LEDEN REEKS B • Roger Dewitte, ACV • Dirk Rygole, Dexia Bank • Alain Malschaert, Sogam LEDEN REEKS C • Pol Hiergens, Provincie • Rudolf Leplae, Provincie • Didier Vandeputte, Provincie SECRETARIS • Marleen Verkaemer COMMISSARIS-REVISOR • Willy Vrijghem
9
ORGANISATIE & FINANCIËN
PERSONEEL OP 01/01/2003
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1.3
(1) (2) (3) (4)
(5)
(6)
10
ALGEMEEN DIRECTEUR
SECRETARIS
Karel Debaere
Marleen Verkaemer
DIRECTIESECRETARIAAT
SECRETARIAAT
Petra Decant (14) Martine Degraeve
Solange De Clerck (14)(6) Anne-Rose Gaeremynck (14) (2) Christa Van Den Driessche (13)
CLUSTER 1
CLUSTER 2
CLUSTER 3
CLUSTER 4
immobiliaire projectontwikkeling
stedenbouw
milieu en natuur, toerisme en recreatie
informatie en netwerking
• Steven Vanassche (coördinator)
• Filip Meuris (5) (coördinator)
• Stefaan Verreu (coördinator)
• Jan Sabbe (coördinator)
• Ignace Braecke • Solange De Clerck (14)(6) • Mieke Depoorter (4) • Alex Deweppe • Johan Loosveld • Stefanie Vanden Broucke • Wim Vanhee
• Christophe Calant • Evi Corne (12) • Jan Coucke • Veerle Debock (14) (2) • Dominique Declercq (12) • Pierre Duc • Maarten Gheysen • Kathy Helsen • Steven Hoornaert • Jiri Klokocka • Griet Lannoo • Giovanni Maes • Tim Scheirs • Geert Steenhaut (3) • Bram Tack • Sabien Tyberghien (14) • Wilfried Vandeghinste (adviseur) • Griet Van Waes (2)
• Mieke Depoorter (4) • Kathleen Seynhaeve
• Lawrence Beernaert • Bob Bulcaen • Claude Cuvelier • Mady Decuypere (11) • Els Dewaele • Peter Hautekiet • Françoise Maertens (14) • Filip Meuris (5)
Deeltijdse prestaties: (11) 90%; (12) 80%; (13) 70%; (14) 50%. Contract van bepaalde duur. Op zelfstandige basis. Mieke Depoorter werkt voor 50% als secretariaatsmedewerker van de cluster immobiliaire projectontwikkeling en voor het overige deel als secretariaatsmedewerker van de cluster milieu en natuur, toerisme en recreatie. Filip Meuris werkt voor 50% als coördinator van de cluster stedenbouw. Voor de overige 50% werkt hij als stafmedewerker GIS en informatiebeheer in de cluster informatie en netwerking. Solange De Clerck werkt deeltijds voor het algemeen secretariaat van Leiedal en deeltijds voor de cluster immobiliaire projectontwikkeling.
ORGANISATIE & FINANCIËN
1.4
LEIEDAL ALS INSTELLING IN 2002
1.4.1
Vennoten De samenstelling van de vennoten is in 2002 ongewijzigd gebleven. De jaarvergadering heeft zich op 28 mei 2002 akkoord verklaard met de overdracht van de aandelen van Dexia Bank en van Artesia Banking Corporation naar de fusiebank Dexia Bank België.
1.4.2
Algemene vergadering
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat intercommunales minstens twee keer per jaar de algemene vergadering dienen samen te roepen: • in het voorjaar voor de goedkeuring van het activiteitenrapport en de jaarrekening van het afgelopen werkjaar; • in het najaar voor de goedkeuring van het werkprogramma en de begroting van het komende werkjaar. Deze bepaling trad in werking bij de publicatie van het nieuwe decreet en werd in 2002 dan ook reeds toegepast. De eerste jaarvergadering vond plaats op 28 mei 2002, met de volgende agenda: • bekrachtiging van het activiteitenverslag en de jaarrekening van 2001; • goedkeuring van het werkprogramma en de begroting voor 2002; • vaststelling van de gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten voor 2002; • goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007. Op 10 december 2002 kwam de algemene vergadering een tweede keer bijeen. De volgende punten werden besproken en goedgekeurd: • het werkprogramma en de begroting voor 2003; • de gemeentelijke bijdrage in de werkingskosten voor 2003; • statutenwijziging; • benoeming van bijkomende bestuurders met raadgevende stem. 1.4.3
Raad van bestuur De raad van bestuur kwam in 2002 elf keer samen.
Het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking bepaalt dat intercommunales voortaan twee keer per jaar de algemene vergadering dienen samen te roepen. 11
Zoals bepaald in artikel 52 van het decreet van 6 juli 2001 op de intergemeentelijke samenwerking werd de raad van bestuur in 2002 uitgebreid met vijf bestuurders met raadgevende stem. Het nieuwe decreet hecht immers heel veel belang aan de democratische werking en de representatieve samenstelling van de bestuursorganen van intercommunales. Eén maatregel om daartoe te komen bestaat erin dat tenminste één en maximaal vijf bestuurders opgenomen worden in de raad van bestuur, rechtstreeks benoemd door de gemeenten en gekozen uit de oppositieraadsleden.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Om ervoor te zorgen dat alle gemeenten daarbij aan bod kunnen komen, heeft Leiedal geopteerd voor een rotatiesysteem. De aangesloten gemeenten werden in drie groepen ingedeeld op basis van het inwonersaantal: • groep 1 omvat de gemeenten met meer dan 35.000 inwoners en krijgt 1 afgevaardigde, met een mandaat van 3 jaar (Kortrijk en Waregem); • groep 2 wordt gevormd door de gemeenten die tussen 13.000 en 35.000 inwoners hebben en krijgt 2 afgevaardigden, met een mandaat van 3 jaar (Anzegem, Harelbeke, Wevelgem en Zwevegem); • in groep 3 tenslotte komen de gemeenten die minder dan 13.000 inwoners hebben. Deze groep krijgt 2 afgevaardigden, met een mandaat van 2 jaar (Avelgem, Deerlijk, Kuurne, Lendelede, Menen en Spiere-Helkijn). Deze regeling werd statutair vastgelegd en de twaalf aangesloten gemeenten werden verzocht om een kandidaat-bestuurder met raadgevende stem voor te dragen. Omdat aan het begin van elke volgende legislatuur alle bestuurders worden vervangen en vermits de huidige legislatuur nog slechts 4 jaar telt (van 2003 t.e.m. 2006), heeft de algemene vergadering beslist om de duur van de mandaten te beperken, zodat elke gemeente nog aan bod kan komen. Dat zal op de volgende manier gebeuren: • voor de periode vanaf heden tot eind 2004: - Kortrijk - Kuurne - Harelbeke - Menen - Wevelgem • voor de periode 2005 tot eind 2006: - Anzegem - Waregem - Zwevegem • voor 2005: - Avelgem - Deerlijk • voor 2006: - Lendelede - Spiere-Helkijn. Tijdens de jaarvergadering van 10 december 2002 werden de volgende bestuurders met raadgevende stem aangesteld: • Frank Coudron (Harelbeke); • Pierre Lano (Kortrijk); • Etienne Vancoppenolle (Kuurne); • Marnix Vansteenkiste (Wevelgem); • Anneke Verhelst (Menen). 1.4.4
Dagelijks bestuur
12
Het dagelijks bestuur vergaderde in 2002 25 keer. De samenstelling is ongewijzigd gebleven.
1.4.5
College van commissarissen Het college van commissarissen kwam in 2002 vier keer bijeen. Ronny Titeca (Provincie West-Vlaanderen) diende zijn ontslag in als commissaris van Leiedal. Het provinciebestuur West-Vlaanderen heeft ter vervanging de kandidatuur voorgedragen van Didier Vandeputte. Luc Truyens, commissaris namens de vennoten B, werd vervangen door Alain Malschaert. Willy Vrijghem werd door de algemene vergadering van 28 mei 2002 herbenoemd als commissaris-revisor voor een periode van 3 jaar.
Vergaderingen van de bestuurs- en controleorganen in 2002 Raad van bestuur 15/01 19/02 19/03 16/04 21/05 18/06 16/07
1.4.7
17/09 15/10 19/11 17/12
Dagelijks bestuur 11/01 25/01 01/02 08/02 15/02 01/03 15/03
05/04 19/04 03/05 17/05 07/06 21/06 05/07
30/08 06/09 17/09 20/09 04/10 18/10 25/10
08/11 22/11 06/12 20/12
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1.4.6
College van commissarissen 11/02 04/03 10/06 14/10
Personeel Eind 2002 waren 42 medewerkers tewerkgesteld bij Leiedal, waarvan 9 met deeltijdse prestaties. In de loop van het voorbije jaar zijn de volgende fluctuaties in het personeelsbestand te melden:
CLUSTER IMMOBILIAIRE PROJECTONTWIKKELING In dienst: • Stefanie Vanden Broucke, stafmedewerker ter versterking van de cluster, teneinde de volgende opties uit het Beleidsplan 2002-2007 te kunnen realiseren: - de kwaliteitsvolle herwaardering van verlaten bedrijfspanden en complexe inbreidingsprojecten in de kernen van de gemeenten; - de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen, met een grote aandacht voor aspecten van kwaliteit en duurzaamheid; - de reconversie en de herwaardering van de bestaande bedrijventerreinen tot moderne bedrijventerreinen met een hoger duurzaamheids- en kwaliteitsniveau.
CLUSTER STEDENBOUW Uit dienst: • Ilse Piers, stedenbouwkundig ontwerper; • Marjan Van Avermaet, stedenbouwkundig ontwerper. 13
In dienst: • Evi Corne, stedenbouwkundig ontwerper; • Maarten Gheysen, stedenbouwkundig ontwerper; • Griet Van Waes, stedenbouwkundig ontwerper. Ter versterking van de cluster stedenbouw werden in de loop van 2002 tevens twee ontwerpers ingeschakeld op zelfstandige basis: • Evi Corne (tot 31 mei 2002); • Geert Steenhaut.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Voor de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Waregem werkt Leiedal samen met het West-Vlaams Economisch Studiebureau (WES) en voor de begeleiding van de communicatie met de vzw CIBE uit Gent. De opmaak van mobiliteitsstudies gebeurt onder begeleiding van de vzw Langzaam Verkeer uit Leuven. Daarnaast werd beslist om Wilfried Vandeghinste vanaf 1 januari 2002 aan te stellen als adviseur stedenbouw. Zijn taak bestaat erin om de belangen van de gemeenten en de streek in de visievorming en het ruimtelijk beleid op hogere planniveaus te behartigen, ruimtelijke dossiers op streekniveau te behandelen en de gemeentebesturen bij te staan bij algemene vraagstukken op het vlak van stedenbouw en ruimtelijke ordening. De coördinatie van de cluster stedenbouw wordt sinds januari 2002 halftijds opgenomen door Filip Meuris. In 2002 heeft Leiedal een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Prof. Bruno De Meulder van de KUL, met als doel: • de horizontale binding te maken tussen de diverse gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, waardoor een streekvisie tot stand kan komen; • wetenschappelijke inzichten in te brengen. CLUSTER MILIEU EN NATUUR, TOERISME EN RECREATIE Uit dienst: • Bart Augustijns: had een contract van bepaalde duur voor de opmaak van sectorstudies natuur en landschap in het kader van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. CLUSTER INFORMATIE EN NETWERKING Uit dienst: • Christophe Boval, tewerkgesteld voor de opmaak van een beleidsplan grensoverschrijdende samenwerking WestVlaanderen - Noord-Frankrijk (einde opdracht); • Martine Desimpelaere, secretariaatsmedewerker. In dienst: • Lawrence Beernaert : stafmedewerker GIS en streekbeleid; • Els Dewaele, secretariaatsmedewerker.
14
ORGANISATIE & FINANCIËN
1.5
ACCENTEN IN HET BELEID IN 2002
1.5.1
Nieuw decreet op de intergemeentelijke samenwerking Op 31 oktober 2001 verscheen het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking in het Belgisch Staatsblad. Uiterlijk tegen 10 november 2003 moeten de statuten van de bestaande intercommunales in overeenstemming gebracht worden met de bepalingen van dit decreet.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
De krachtlijnen van het nieuwe decreet kunnen als volgt worden samengevat: • samenwerkingsvormen tussen gemeenten worden gestimuleerd in een losser verband; • het decreet stelt een statutaire inperking vast van de activiteiten van de intercommunales; • er werd een sterke gemeentelijke verankering ingebouwd; • er werden cumulatiebeperkingen ingebouwd; • het democratische toezicht door de gemeenteraad wordt versterkt; het decreet hecht veel belang aan de democratische werking en de representatieve samenstelling van de bestuursorganen. De aanpassingen van de statuten van Leiedal aan de bepalingen van het nieuwe decreet zal in drie stappen gebeuren. Een eerste statutenwijziging werd reeds beslist door de algemene vergadering op 10 december 2002. Hiermee werden de statuten aangepast aan artikelen 44 en 52 van het decreet, die meteen van kracht werden bij de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Deze artikelen hebben betrekking op de samenstelling van de algemene vergadering en de vertegenwoordiging in de raad van bestuur van bestuurders met raadgevende stem, aangeduid vanuit de oppositiepartijen. Een tweede statutenwijziging wordt voorgelegd aan de algemene vergadering van 27 mei 2003 en regelt de voorwaarden van de uittreding van de vennoten B, uiterlijk op 10 november 2003. De raad van bestuur betreurt deze verplichte uittreding. De private vennoten hebben immers sinds de stichting van Leiedal steeds in belangrijke mate deelgenomen aan het beleid van de intercommunale en vooral de streekontwikkelingsacties mede georiënteerd. De fundamentele statutenwijziging, waarbij Leiedal wordt omgevormd tot een dienstverlenende vereniging van gemeenten, zoals bepaald in het nieuwe decreet, wordt in 2003 grondig voorbereid en op 28 oktober 2003 voorgelegd aan de algemene vergadering. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op: • de doelstellingen van Leiedal, die weliswaar nog meervoudig kunnen zijn, maar die telkens duidelijk en beperkend omschreven moeten zijn; • de samenstelling van de beleidsorganen. 1.5.2
Beleidsplan 2002-2007 In 2002 heeft Leiedal het Beleidsplan 2002-2007 in zijn definitieve vorm gegoten en ter bekrachtiging voorgelegd aan het dagelijks bestuur, de raad van bestuur en de algemene vergadering. Dit beleidsplan, waarvoor in 2001 reeds de eerste aanzetten werden gegeven, omvat de accenten en prioriteiten in de werking van de intercommunale voor de bestuursperiode tot 2007. Voor veertien werkgebieden en zeven intern-organisatorische aandachtspunten bepaalt het beleidsplan doelstellingen op lange termijn en accenten voor de periode 2002-2007, die de leidraad vormen voor alle activiteiten van de intercommunale. Het beleidsplan beschrijft tevens de middelen die nodig zijn om deze ambities waar te kunnen maken, zowel op het vlak van financiën als inzake personeel. De krachtlijnen van dit financiële plan zijn verderop in dit hoofdstuk opgenomen. Het Beleidsplan 2002-2007 werd in de loop van 2002 voorgesteld op diverse fora, zoals de Conferentie van Burgemeesters, de vergadering van de gemeentesecretarissen, het dagelijks bestuur van het streekplatform REBAK en het provinciebestuur West-Vlaanderen. 15
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het Beleidsplan 2002-2007 bevat de prioriteiten in de werking van Leiedal voor de beleidsperiode tot 2007.
1.5.3
Communicatie Op het vlak van externe communicatie geeft Leiedal prioriteit aan een goede, systematische communicatie met de aangesloten gemeenten. De nieuwsbrief 4kantjes, die in 2002 aan zijn zesde jaargang toe was en drie keer verscheen, vormt voor de gemeentebestuurders nog steeds een gewaardeerde bron van informatie over dossiers en projecten van de intercommunale. Leiedal onderhoudt ook intense contacten met de schepencolleges van de aangesloten gemeenten, individueel rond zeer concrete dossiers of in functie van de planning en prioriteiten, en collectief via de diverse intergemeentelijke werkgroepen (zie ook bij ‘intergemeentelijke samenwerking’). In voorbereiding van de jaarvergaderingen wordt daarnaast telkens een informatievergadering georganiseerd voor alle gemeenteraadsleden. In 2002 gebeurde dat twee keer: op 11 april in voorbereiding van de jaarvergadering van 28 mei, en op 24 oktober voor de jaarvergadering van 10 december. Voor deze laatste informatievergadering werkte Leiedal samen met de intercommunales IMOG en WIV.
16
Bijna 30 jaar lang organiseerde Leiedal op de tweede dinsdag van juni een ontmoetingsdag voor mandatarissen en ambtenaren, met als doel de bestuurders en medewerkers van de aangesloten gemeenten en Leiedal, en diverse ambtenaren en beleidsverantwoordelijken die betrokken zijn bij de uitbouw van de streek, in een informele sfeer samen te brengen. Uit organisatorische overwegingen heeft het dagelijks bestuur in 2002 beslist om deze ontmoetingsdag te vervangen door een ontmoetingsavond, aansluitend op de jaarvergadering van mei. Hiermee volgde Leiedal het voorbeeld van talrijke organisaties, zoals de VVSG, de Kamer voor Handel en Nijverheid en de intercommunale wvi. De eerste ontmoetingsavond volgens deze nieuwe formule vond plaats op dinsdag 28 mei 2002 in de Orangerie Broel van Kortrijk en kon op een ruime belangstelling rekenen. De bijna 300 aanwezigen luisterden geboeid naar het referaat van algemeen directeur Karel Debaere, die een aantal specifieke uitdagingen voor Leiedal en de streek schetste op het vlak van bedrijventerreinen, stedenbouw, ICT-ontwikkeling en landschapsopbouw.
De ontmoetingsavond die Leiedal organiJaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
seerde aansluitend op de jaarvergadering van 28 mei 2002, kon op een ruime belangstelling rekenen.
In 2002 heeft Leiedal haar contacten met de regionale nieuwsmedia bijgestuurd, in het bijzonder het systeem van maandelijkse persmailings dat de intercommunale sinds geruime tijd hanteerde naar aanleiding van de vergaderingen van de raad van bestuur. Het aanvoelen was immers dat deze mailings weliswaar als nuttig werden ervaren, maar dat ze slechts een geringe weerklank vonden in de pers. Daarom werd ervoor gekozen om dit systeem te vervangen door frequenter persontmoetingen rond zeer concrete thema’s. Zo heeft Leiedal in 2002 drie persconferenties georganiseerd: • de voorstelling van het activiteiten- en financieel verslag van 2001 naar aanleiding van de jaarvergadering (28/05/2002); • de studie naar de inplantingsmogelijkheden van windturbines in de Kortrijkse regio en het standpunt daaromtrent van Leiedal en de Conferentie van Burgemeesters (28/06/2002); • nieuwe ontwikkelingen op bedrijventerreinen in het arrondissement Kortrijk (25/10/2002). Daarnaast verleende Leiedal assistentie bij de organisatie van de nieuwjaarspersontmoeting van de Conferentie van Burgemeesters en bij de opstart van het Huis van de Streek Zuid-West-Vlaanderen. Ook op het vlak van interne communicatie levert de intercommunale sinds jaar en dag grote inspanningen. Immers, in een kennisorganisatie als Leiedal is het van groot belang dat de medewerkers vlot geïnformeerd kunnen worden over beslissingen van de bestuursorganen, over taken van collega’s, over het algemene reilen en zeilen van de intercommunale. Naast de bestaande interne communicatiemiddelen (elektronische mail, centraal agendabeheer, intranet, etc.) en overlegmomenten (voltallige medewerkersvergaderingen, clusteroverleg, etc.) werd in 2002 een nieuw initiatief opgestart, dat de naam ‘Café Leiedal’ meekreeg. Elke eerste vrijdag van de maand geven medewerkers in een informele sfeer toelichting bij een dossier of project waaraan zij werken of bij ontwikkelingen binnen relevante vakgebieden. De nadruk ligt daarbij niet alleen op informatieoverdracht, maar ook op de mogelijkheid om een en ander kritisch te bevragen.
1.5.4
Informatiebeheer Een deugdelijk informatiebeheer, dat bepaalt hoe informatie wordt verworven, verspreid, gebruikt en opgeslagen, is voor een organisatie als Leiedal van levensbelang. Om dit informatiebeheer in de intercommunale te systematiseren, heeft een interne werkgroep in 2001 een tienpuntenplan voorbereid, dat nu fasegewijs wordt ingevoerd: 1. implementatie van nieuwe werkwijzen voor opslag en verspreiding van informatie; 2. installatie van een centrale “groupware server”; 3. keuze van een database-omgeving voor interne gegevensbanken; 17
4. ontwikkeling en implementatie van een adressendatabank, die ook ingeschakeld zal worden in administratieve processen; 5. ontwikkeling en implementatie van een statistiekendatabank; 6. ontwikkeling en implementatie van een GIS-database, zowel inzake geodata als inzake alfanumerieke data; 7. hervorming van het huidige klassementssysteem tot een puur projectgericht systeem; 8. onderzoek naar en implementatie van een elektronisch beheersysteem voor documenten; 9. ontwikkeling en implementatie van een geavanceerd centraal zoeksysteem; 10. opstart van een project van procesanalyse in Leiedal.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In 2002 kocht Leiedal een centrale “groupware server” aan, wat aanzienlijke verbeteringen met zich mee bracht op het vlak van e-mailbeheer, centraal agendabeheer en facility management (acties 1 en 2). Met deze “groupware” werd het ook mogelijk om het centrale adressenbestand waarover de intercommunale beschikt, ter beschikking te stellen van alle medewerkers (actie 4). Voor 2003 staat de aankoop van een centrale databankserver op het programma (actie 3), die als platform zal dienen voor verschillende interne gegevensbanken, zoals het uurregistratiesysteem. 1.5.5
Informatisering Voor een systematische uitbouw en optimalisering van de informatica-infrastructuur heeft Leiedal in 2001 een stappenplan opgemaakt, waarvan samenwerking, performantie en veiligheid de drie belangrijkste pijlers zijn. In 2002 heeft de intercommunale dit stappenplan verder uitgewerkt op het vlak van samenwerking en veiligheid. De centrale “groupware server” die Leiedal aankocht, draagt bij tot een verregaande interne samenwerking en een integratie van diverse soorten digitale informatie (e-mail, centrale agenda, etc.). Daarnaast werd een nieuwe bestandenserver geïnstalleerd, evenals een “firewall”, die het bedrijfsnetwerk afschermt van het internet. Er werd een ICT-beveiligingsplan opgemaakt, dat beveiligingsmaatregelen omvat op fysisch, technisch en organisatorisch plan. Een aantal maatregelen heeft Leiedal in 2002 reeds genomen, zoals een betere internetbeveiliging en een grondiger viruscontrole. Voor 2003 ligt de nadruk op de organisatorische maatregelen, zoals enkele aanpassingen aan het interne huishoudelijke reglement, een bewustmakingsopleiding voor de medewerkers en de uitwerking van een “Disaster Recovery Plan”.
Het kantoorgebouw van Leiedal. 18
ORGANISATIE & FINANCIËN
1.6 FINANCIEEL BELEID IN 2002 Activa De belangrijkste rubrieken onder het actief zijn: • de materiële vaste activa; • de financiële vaste activa; • de vorderingen; • de voorraadrekeningen; • de beleggingen en liquide middelen. VASTE ACTIVA De materiële vaste activa hebben een netto-boekwaarde van 882.151 euro, in hoofdzaak voor het kantoorgebouw van Leiedal en het doorgangsgebouw in Wevelgem. De financiële vaste activa bedragen 335.704 euro en omvatten de participaties in een aantal streekorganisaties, zoals IVMO, WIV, BITLAR, het Bedrijvencentrum Regio Kortrijk en cv Kanaal 127.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1.6.1
VOORRAAD GRONDEN De voorraad gronden had eind 2002 een boekwaarde van 14.453.948 euro: • 13.581.360 euro in bedrijventerreinen; • 790.274 euro in herwaarderingsprojecten; • 82.314 euro in woonzones. De balanswaarde van de voorraad omvat de geboekte verwervings- en uitrustingskosten en de financiële lasten. De voorraad is gefinancierd: • voor 7.758.824 euro met leningen; • voor 6.695.124 euro met eigen middelen. De laatste jaren kan Leiedal opnieuw behoorlijk investeren in nieuwe immobiliaire realisaties. In 2002 waren er voor 2.574.888 euro investeringen: 574.188 euro voor de aankoop van gronden, 1.575.144 euro voor infrastructuurwerken, 281.528 euro intresten en 144.028 euro aangerekende vergoeding voor de aanwending van eigen middelen.
In 2002 waren er voor ruim 2,5 miljoen euro investeringen in nieuwe immobiliaire realisaties, o.m. voor grondverwerving en infrastuctuurwerken. 19
BELEGGINGEN De beleggingen bedroegen eind 2002 5.710.436 euro, met name: • 5.447.188 euro in de vorm van staatsobligaties (OLO’s) en SICAV’s; • 263.248 euro tijdelijke beleggingen van liquiditeitsoverschotten. Deze beleggingen leverden in 2002 een netto-intrest op van 348.142 euro. 1.6.2
Passiva
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Aan de passiefzijde van de balans zijn de belangrijkste rubrieken: • het kapitaal; • de reserves; • de voorzieningen; • de schulden. EIGEN MIDDELEN Na verwerking van het winstsaldo van het boekjaar bedragen de eigen middelen, i.e. het kapitaal en de reserves, 8.279.675 euro. Het geplaatste kapitaal bedraagt 3.360.395 euro en is verdeeld over 79.740 aandelen met een nominale waarde van 42,14 euro. Het kapitaal is volledig volstort. De reserves zijn aangegroeid tot 4.919.280 euro. VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN De voorzieningen voor risico’s en kosten bedroegen op 31 december 2002 4.372.937 euro: • voorziening voor kosten voor de realisaties: 4.055.722 euro; • voorziening voor herstelling en groot onderhoud kantoorgebouw: 1.151 euro; • voorziening voor streekontwikkelingsprojecten: 6.197 euro; • voorziening voor te verwachten verliezen bij de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen: 309.867 euro. In 2001 werd een voorzieningrekening aangelegd van 619.748 euro voor nog te verwachten verliezen voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. De reële kostprijs voor de opmaak van deze plannen overschrijdt immers ruim de contractueel vastgelegde erelonen. In 2002 heeft Leiedal de helft van deze voorziening aangewend. LENINGEN In 2002 werden voor 1.351.073 euro nieuwe kredieten opgenomen, met name voor: • de infrastructuurwerken voor de KMO-zone Esserstraat in Zwevegem: 615.057 euro; • de infrastructuurwerken voor de uitbreiding van de KMO-zone Jagershoek in Vichte: 363.803 euro; • de financiering van wederinkopen op bedrijventerreinen: 372.213 euro. In 2002 heeft Leiedal 882.477 euro afgelost van bestaande leningen, met de opbrengst uit de verkoop van gronden. Op 31 december 2002 bedroeg het uitstaande bedrag van de leningen voor realisaties 7.758.824 euro.
20
Uitstaand bedrag
1.6.3
157.413 euro 633.375 euro 495.787 euro 247.894 euro 3.356.008 euro 492.688 euro 1.307.762 euro 372.213 euro 331.881 euro 363.803 euro 7.758.824 euro
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Leningen ter financiering van aankopen Harelbeke - Plangebied Westhoek (Bavikhove) Kortrijk - Dienstenzone Beneluxlaan Kortrijk - Kernvernieuwingsproject Vetex Zwevegem - Bedrijventerrein Trekweg (Moen) Gullegem - Moorsele : noordwestelijke uitbreiding Vichte - uitbreiding KMO-zone Jagershoek Zwevegem - KMO-zone Esser Wederinkopen Leningen ter financiering van infrastructuur Zwevegem - KMO-zone Esser Vichte - uitbreiding KMO-zone Jagershoek Totaal uitstaand bedrag
Resultaat van het boekjaar Het boekjaar 2002 werd afgesloten met een winstsaldo van 20.022 euro. De omzet uit de verkoop van gronden bedroeg 2.048.176 euro, waarvan 2.012.040 euro in bedrijventerreinen en 36.136 euro in woonzones. Uit deze grondverkopen werd een saldo gerealiseerd van 860.614 euro, waarvan: • 381.432 euro voor de financiering van de werkingskosten van de cluster immobiliaire projectontwikkeling; • 234.631 euro bestemd als algemene inkomsten, waarmee o.m. de dienstverlening aan de gemeentebesturen en de streek mede worden gefinancierd; • 244.551 euro winstsaldo dat bestemd wordt als fonds voor reconversie van bedrijventerreinen. De totale bedrijfsopbrengsten bedroegen 5.129.191 euro. Naast de inkomsten uit realisaties zijn de belangrijkste rubrieken hier de betaalde opdrachten, de bijdragen van de gemeentebesturen en de subsidies voor infrastructuurwerken en voor Europese projecten. De bedrijfskosten van 5.031.754 euro bestaan uit: • de gedane kosten voor realisaties (2.149.332 euro); • de administratie- en algemene kosten, inclusief de kosten voor streekprojecten (932.489 euro); • de bezoldigingen (2.025.554 euro); • de afschrijvingen op de materiële vaste activa (153.496 euro); • de toevoegingen en bestedingen van de voorzieningrekeningen (saldo: afname van 229.117 euro). De besteding van de voorzieningrekening die Leiedal in 2001 heeft gevormd voor verwachte verliezen bij de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen, heeft het resultaat van 2002 in positieve zin beïnvloed voor een bedrag van 309.867 euro. De bedrijfswinst van 97.437 euro wordt verhoogd met de financiële opbrengsten van 395.250 euro en verminderd met de financiële kosten (446.311 euro) en de ingehouden roerende voorheffing (26.354 euro). Dat levert een positief resultaat van het boekjaar op voor een bedrag van 20.022 euro. Deze winst wordt toegevoegd aan de reserves. Dit positieve resultaat is o.m. toe te schrijven aan: • het grotere saldo dat behaald werd uit de verkoop van gronden, o.m. als gevolg van het marktgerichte verkoopprijsbeleid en als gevolg van het hogere verkoopscijfer dankzij het toegenomen aanbod aan beschikbare terreinen; 21
• het feit dat de doelstellingen inzake te behalen inkomsten uit betaalde opdrachten werden behaald; • het feit dat de totaliteit van de werkingskosten binnen het gestelde budget werden gehouden. 1.6.4
Financieel plan 2002-2007 Het Beleidsplan 2002-2007, dat de algemene vergadering op 28 mei 2002 goedkeurde, bevat tevens een financieel plan voor de periode tot 2007. De belangrijkste principes die daarin gehanteerd worden, zijn hierna kort samengevat: UITGAVEN
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
De uitgaven zijn gebaseerd op de organisatie in 2002 en worden onderverdeeld in twee grote categorieën: de gewone en de bijzondere uitgaven. De gewone uitgaven omvatten de vergoeding van de medewerkers en bestuurders van de intercommunale en de kosten die gemaakt moeten worden om het instituut Leiedal te laten functioneren. Deze uitgaven kunnen elk jaar goed worden voorspeld. De bijzondere uitgaven dienen om een aantal specifieke streekprojecten te financieren. Deze kosten kunnen van jaar tot jaar sterk fluctueren: ze zijn sterk afhankelijk van het aantal en de aard van de projecten en van de Vlaamse en Europese programma’s waarin ze worden opgenomen. Deze projecten worden gedeeltelijk gefinancierd met subsidies. De cofinanciering vanuit Leiedal gebeurt via het reservefonds voor streekontwikkeling. De gewone uitgaven worden toegewezen aan de verschillende diensten van Leiedal: • het instituut Leiedal; • de cluster immobiliaire projectontwikkeling; • de cluster stedenbouw; • de cluster milieu en natuur, toerisme en recreatie; • de cluster informatie en netwerking. INKOMSTEN De financieringsbronnen van Leiedal zijn de volgende: 1. betaalde opdrachten; 2. vergoeding voor werkingskosten bij immobiliaire realisaties; 3. de gemeentelijke bijdragen; 4. resultaten uit grondverkopen; 5. intresten uit beleggingen; 6. aanwending van specifieke reservefondsen; 7. subsidies. De vroegere beleidsbeslissing van Leiedal om een deel van de reserves aan te wenden om streekprojecten en nieuwe vormen van dienstverlening te financieren, wordt in het financieel plan 2002-2007 bevestigd en versterkt. De drie bestaande reservefondsen werden aangevuld tot een totaal van 2.480.000 euro. Met het winstsaldo uit de verkoop van gronden zal de intercommunale een vierde fonds vormen voor de reconversie (recyclage) van bestaande bedrijventerreinen. Indien Leiedal subsidies kan verkrijgen voor streekprojecten in het kader van Vlaamse of Europese programma’s, dan zal de intercommunale deze in de eerste plaats aanwenden om additionele externe uitgaven te financieren. Net zoals de uitgaven, worden ook de inkomsten zo goed mogelijk toegewezen aan de verschillende diensten van Leiedal. Daarbij worden de volgende principes gehanteerd:
22
• betaalde opdrachten worden toegewezen aan de diensten die ze uitvoeren; • het instituut Leiedal en bepaalde vormen van dienstverlening (aan de gemeenten en aan de streek) worden betaald via de algemene inkomsten, met name: - de gemeentelijke bijdragen; - het resultaat uit de verkoop van gronden; - de intresten uit beleggingen; • buitengewone uitgaven en additionele werkingsmiddelen worden gefinancierd met reservefondsen en subsidies. DOELSTELLINGEN
1.6.5
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het financieel plan 2002-2007 is een streefdoel, een referentiekader, waarbij de volgende doelstellingen worden nagestreefd: • een duidelijke toewijzing van kosten en opbrengsten; • financiële responsabilisering van elke cluster; • een duidelijke definiëring van de soorten dienstverlening die gefinancierd worden vanuit de algemene inkomsten van Leiedal; • een duidelijke definiëring van de uitgaven die gefinancierd worden vanuit de reservefondsen van Leiedal (ICTdienstverlening, streekprojecten); • een gemiddeld te behalen verkoop van gronden van 6,5 ha/jaar (haalbaar vanaf 2004); • een vooraf bepaald te behalen bedrag aan betaalde opdrachten voor elke cluster, zodat elke dienst self-supporting is; • het boekhoudkundig verlies beperken tot de uitgaven die gefinancierd worden vanuit de reservefondsen; • de vorming van een fonds voor recyclage van bestaande bedrijventerreinen en vernieuwende projecten. Toetsing van het resultaat aan de doelstellingen van het financieel plan 2002-2007 Het totale pakket aan te financieren werkingskosten bedroeg in 2002 3.073.455 euro, waarvan: • 2.831.452 euro gewone uitgaven om de medewerkers en bestuurders van de intercommunale te vergoeden en om het instituut Leiedal te laten functioneren; • 242.003 euro buitengewone uitgaven om een aantal specifieke (streek-)projecten te financieren. De gewone uitgaven worden zo nauwkeurig mogelijk toegewezen aan de verschillende diensten van Leiedal, met name: • het instituut Leiedal: 414.099 euro; • de cluster immobiliaire projectontwikkeling: 518.527 euro; • de cluster stedenbouw: 1.287.635 euro; • de cluster milieu en natuur, toerisme en recreatie: 244.990 euro; • de cluster informatie en netwerking: 366.201 euro. De financieringsbronnen voor de gewone uitgaven bedroegen in totaal 2.874.334 euro. Verminderd met de gewone uitgaven (2.831.452 euro) levert dit een voorlopig saldo op van 42.882 euro. Dit voorlopige saldo, vermeerderd met het winstsaldo uit de verkoop van gronden (244.550 euro) levert een totaal saldo op van 287.432 euro. Besluitend kan gesteld worden dat de doelstellingen voor 2002 werden behaald: • de globale werkingskosten konden binnen het vooropgestelde budget worden gehouden; • de financieringsbronnen volstaan om de gewone uitgaven te financieren - er is een positief saldo van 42.882 euro; • met het winstsaldo uit de verkoop van gronden (244.550 euro) kon reeds een eerste aanzet worden gegeven voor de vorming van een fonds voor reconversie (recyclage) van bestaande bedrijventerreinen.
23
1.6.6
Reservefondsen
[A]
FONDS VOOR STREEKONTWIKKELING Het fonds voor streekontwikkeling werd in 1990 opgericht voor de financiering van streekprojecten. In het verleden heeft Leiedal het in hoofdzaak aangewend voor de financiering van externe kosten. Het fonds werd sindsdien jaarlijks aangevuld met de intresten uit belegde kapitalen. Op die manier bedroeg het fonds het begin 2002 nog 692.424 euro. In het Beleidsplan 2002-2007 werd beslist om het fonds voor streekontwikkeling aan te vullen tot 1.240.000 euro.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
OVERZICHT VAN HET FONDS VOOR STREEKONTWIKKELING 1990-2002 (1) totale bestedingen
1. Streekpromotie 2. Werking ERNACT-CRISM 3. Automatisering alarmcentrale 101 4. Telecommunicatie 5. Studie telecommunicatiebehoeften 6. Tele-d-room 7. Digitale Regio Kortrijk 8. IRDSS 9. Studie Hoog-Kortrijk 10. Werking vzw Hoog-Kortrijk 11. Innovatie- en Incubatiecentrum 12. Werking Sociaal Euroloket 13. Euroloket UNIZO 14. Interreg-projecten 15. GPCI 16. GROOtSTAD 17. Werking Welzijnsconsortium 18. Kanaal 127 19. Sociale Economie 20. Visievorming GAPAK 21. NETA 22. CePRO 23. Archeologisch museum 24. Restauratie Preetjes Molen 25. Vlasvallei 26. Overleg Cultuur 27. Studie stadsrandbos 28. Eurohappening 29. Grenspost E17 30. Trekkershutten Bossuit 31. Convenant Leiedoortocht 32. Sugromusc 33. Bijdrage vzw Mobiel 34. Studie duurzaamheidsbarometer 35. Bijdrage Telesenior 24
1990-1998 31.114 43.096 35.457 109.693 42.865 10.091 21.925 4.095 49.580 125.806 49.580 29.747 6.197 71.694 35.674 747 64.578 24.789 7.747 148.736 3.676 14.874 24.789 24.789 10.576 22.310 6.817 2.202 14.664 -------------
1999 1.417 ----27.546 ----13.138 22.223 --7.437 --------5.364 ------------9.916 ------------2.374 9.916 410 ---------
2000 4.958 ----6.251 ----52.945 4.406 --7.437 ------7.034 ----------------------------------1.012 -------
2001 ------2.221 ----19.140 --------------19.656 1.817 ------------------------------2.499 7.437 22.466 4.958
2002 ----------------------------41.900 --------------------------614 --------34.477 ---
36. Studie Evenementenhal 37. Werking vzw Rebak 38. Huis van de Streek 39. Project Buda-Eiland Kortrijk 40. Project Elektriciteitscentrale Zwevegem
1990-1998 ---
1999 ---
2000 ---
2001 13.386
2002 3.494 24.789 2.593 812 1.916
1.037.908
99.741
84.043
93.580
109.367
[B]
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
(2) stand bij oprichting fonds voor streekontwikkeling in 1990....................................................... 1.239.468 euro (3) totale bestedingen in de periode 1990-2002 ............................................................................1.315.272 euro (4) totale intresten in de periode 1990-2002 .................................................................................. 768.228 euro (5) stand fonds voor streekontwikkeling op 01/01/2002 ................................................................... 692.424 euro (6) nieuwe stand ingevolge aanvulling (Beleidsplan 2002-2007) ..................................................... 1.240.000 euro (7) bestedingen in 2002................................................................................................................ 109.367 euro (8) stand fonds voor streekontwikkeling op 31/12/2002 .................................................................1.130.633 euro ICT-FONDS Het ICT-fonds werd in 2000 opgericht om de ontwikkeling van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën in de gemeentebesturen te begeleiden. Begin 2000 bedroeg het 620.000 euro, waarvan jaarlijks 74.400 euro voor personeelskosten en 49.600 euro voor additionele (externe) kosten worden aangewend. Begin 2002 was er nog 496.000 euro beschikbaar. In het Beleidsplan 2002-2007 werd beslist om dit fonds aan te vullen tot 744.000 euro, voor de financiering van de kosten in de komende jaren. Op die manier kunnen de ICT-activiteiten van Leiedal volwaardig ontwikkeld worden tot 2007. In 2002 werd een bedrag van 136.577 euro aangewend uit het ICT-fonds, met name: • 92.960 euro voor interne werkingskosten; • 43.617 euro voor externe uitgaven. OVERZICHT VAN HET ICT-FONDS 2000-2002 (1) stand ICT-fonds begin 2000 ..................................................................................................... 620.000 euro (2) bestedingen in 2000 en 2001 ................................................................................................... 124.000 euro (3) nieuwe stand ingevolge aanvulling (Beleidsplan 2002-2007) ........................................................ 744.000 euro (4) bestedingen in 2002................................................................................................................ 136.577 euro (5) stand ICT-fonds op 31/12/2002 ................................................................................................ 607.423 euro [C]
GROENFONDS Het groenfonds werd in 1996 opgericht en bedraagt 496.000 euro. In het verleden heeft Leiedal dit fonds slechts in zeer beperkte mate aangewend (een bijdrage voor de aankoop van het Bassegembos en de kosten voor de Scheldemeersen in Avelgem: 2 x 9.916 euro). In de toekomst zal het groenfonds o.m. worden besteed aan projecten in het kader van de valorisatie van de open ruimte en landschapsopbouw, het fietsroutenetwerk, etc. In 2002 waren er geen bestedingen uit het groenfonds.
[D]
FONDS VOOR RECONVERSIE VAN BESTAANDE BEDRIJVENTERREINEN In 2002 kon Leiedal een eerste aanzet geven voor de vorming van een nieuw fonds voor reconversie (recyclage) van bestaande bedrijventerreinen, voor een bedrag van 244.550 euro (het winstsaldo uit de verkoop van gronden). 25
26
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2
WERKGEBIEDEN
2.1
BEDRIJVENTERREINEN Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
2.1.1
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• De realisatie van bedrijventerreinen blijft een kernactiviteit van Leiedal; de intercommunale wil de bedrijventerreinen zo veel mogelijk zelf realiseren. • Nieuwe accenten: - publiek-private samenwerking: o.m. bedrijfsverzamelgebouwen, “shared facilities”, organisatie “park management”; - nadruk op reconversie (recyclage) bestaande terreinen (oprichting fonds voor reconversie); - nadruk op kwaliteit en duurzaamheid; - specifieke bedrijventerreinen moeten hoogwaardige tewerkstelling aantrekken. • Te onderzoeken: - aanbodbeleid op het niveau van de grensoverschrijdende metropool; - behoeftebepaling op middellange termijn.
Promotie en verkoop van bedrijfsgronden In 2002 verkocht Leiedal 5 ha gronden aan bedrijven. Daarmee ging een omzet gepaard van circa 2 miljoen euro. 1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
Nieuwe contacten met bedrijven
177
176
182
177
161
153
130
110
97
Verkopen aan bedrijven waarvan:
18
18
18
10
8
27
20
15
12
- nieuwe vestigingen
15
17
15
7
5
15
16
11
7
- uitbreidingen
3
1
3
3
3
12
4
4
5
- overige (*)
--
--
1
--
3
2
3
8
4
Totale oppervlakte (ha) waarvan:
9,97
11,60
14,70
10,07
5,45
12,22
11,98
5,88
5
- nieuwe vestigingen (ha)
9,28
11,17
12,85
7,92
2,29
5,1
10,14
2,61
2,58
- uitbreidingen (ha)
0,69
0,43
1,85
2,15
2,48
5,1
1,84
3,27
2,42
--
--
(-0,61)
--
(-1,29)
1,19
2,06
6,06
(-1,36)
- andere (ha) (*)
(*) wederinkoop - overdracht openbaar domein - ruiling
2.1.2
Overzicht van de activiteiten per bedrijventerrein
[A]
AFWERKING VAN RECENT GEREALISEERDE BEDRIJVENTERREINEN KMO-ZONE ESSERSTRAAT - ZWEVEGEM • afwerking van de infrastructuurwerken door de nv Devagro uit Desselgem; • aanleg van de nutsleidingen ter uitrusting van de zone; • verfijnen van de stedenbouwkundige voorschriften en verkoopsvoorwaarden in functie van een kwalitatieve en duurzame ontwikkeling; • verkoop van 4 percelen voor een totale oppervlakte van circa 1 ha - onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende; 27
• algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen); • opmaken en indienen van een STEM-projectvoorstel bij de Vlaams minister van Economie (streekeigen management) voor de opmaak van een conceptstudie voor de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw. BEDRIJVENTERREIN TREKWEG - MOEN (ZWEVEGEM) • 1 verkoopakte voor een oppervlakte van circa 2.194 m² - onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). BEDRIJVENTERREIN BREESTRAAT - DEERLIJK (UITBREIDING DEERLIJK-WAREGEM) • verkoop van het resterende perceel van circa 1 ha; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
TRANSPORTCENTRUM LAR (KORTRIJK-MENEN) • 2 verkoopakten voor een totale oppervlakte van circa 0,5 ha; • terugkoop van een perceel van circa 0,7 ha; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). KMO-ZONE VIERSCHAAR - BAVIKHOVE (HARELBEKE) • terugkoop en verkoop van een perceel van circa 0,3 ha; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). KMO-ZONE WATERVEN - BISSEGEM-HEULE (KORTRIJK) • terugkoop van een perceel van 2.770 m²; • eerste verkennende gesprekken in functie van herverkoop; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). BEDRIJVENTERREIN VLIEGVELD WEVELGEM-BISSEGEM • terugkoop van een perceel van circa 0,3 ha; • onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Een recente bedrijfsvestiging op het bedrijventerrein Trekweg in Moen. 28
NIEUWE GEMENGDE BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE NOORDWESTELIJKE UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN GULLEGEM-MOORSELE (WEVELGEM) • grondverwerving bijna afgerond, circa 45,2 ha verworven; • verfijning nieuw concept van het ontwerpdossier voor de wegenis en riolering, o.a. rekening houdend met de opties van het ontwerp van mobiliteitsplan; • subsidies (40%) voor de infrastructuurwerken goedgekeurd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; • concept en overeenkomst uitgewerkt voor de autonome ontwikkeling van het gedeelte van het terrein ten zuiden van de bestaande afwateringsgracht. UITBREIDING KMO-ZONE JAGERSHOEK - VICHTE (ANZEGEM) • opmaak van het dossier en voeren van de procedure tot goedkeuring van de bouwvergunning voor de infrastructuurwerken; • openbare aanbesteding van de infrastructuurwerken, toewijzing van de werken en opvolging van de uitvoering door de nv Vanhulle uit Tielt; • start van de verkoopspromotie - actualisatie van de lijst van kandidaat-kopers.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[B]
BEDRIJVENTERREIN OUDE SPOORWEG - SINT-DENIJS (ZWEVEGEM) • goedkeuring van het onteigeningsplan (Ministerieel Besluit van 4 april 2002); • finale onderhandelingen in functie van de minnelijke aankoop van circa 2 ha gronden, evenwel zonder resultaat; • afwerking van het ontwerpdossier voor de infrastructuurwerken door ingenieursbureau IBS, in samenspraak met de diensten van Leiedal. TER DONKT II - DEERLIJK • afsluiten van een overeenkomst met het gemeentebestuur inzake de taakstelling van Leiedal; • opmaak van het masterplan voor de ontwikkeling van het gebied; • aftoetsen van het masterplan bij de diverse bevoegde administraties; • overleg met de eigenaars-bedrijven in functie van een optimale configuratie van het bedrijventerrein en concrete afspraken tot realisatie.
De wegenis- en rioleringswerken in de KMOzone Jagershoek in Vichte gingen in juni 2002 van start. 29
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[C]
NIEUWE SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE BEDRIJVENTERREIN KORTRIJK-HARELBEKE-ZWEVEGEM (DELTAPARK-LOSSCHAERT) • lopende onteigeningsprocedures stopgezet in afwachting van het verkrijgen van een goede juridische basis voor onteigening; • STEM-project Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem goedgekeurd door de Vlaams minister van Economie (streekeigen management) - subsidies toegekend; • STEM-project bestaat uit een studiefase en een implementatiefase: - uitwerking van de studiefase voor diverse items (hoogwaardigheid, duurzaamheid, PPS, verwerving van functies, bedrijventerreinmanagement, etc.), met inbegrip van een marktonderzoek naar de potenties van het gebied door Buck Consultants International; - opstart van de implementatiefase, met o.a de vertaling van de resultaten van de studiefase naar een programma van eisen, een stedenbouwkundig concept, statuten voor bedrijventerreinmanagement, een exploitatiemodel en een marketingplan. RESEARCHPARK - HOOG-KORTRIJK • opmaak van het BPA voorlopig opgeschort, in afwachting van het resultaat van het beroep tot nietigverklaring van de wijziging van het Gewestplan Kortrijk van 6 juli 2001, dat de buurtbewoners bij de Raad van State hebben ingediend. DIENSTENZONE BENELUXLAAN - HOOG-KORTRIJK • goedkeuring van het onteigeningsplan (Ministerieel Besluit van 17 september 2002); • afwerking van het infrastructuurdossier door studiebureau Lapere, in samenspraak met de diensten van Leiedal; • onderhandelingen met kandidaat-kopers lopende. TRANSPORTCENTRUM LAR (KORTRIJK-MENEN): SPOORWEGTERMINAL • verkennend onderzoek naar de commerciële en financiële haalbaarheid van het oorspronkelijk uitgewerkte concept via een raadpleging van marktactoren; • verfijning van het concept op basis van de resultaten van het verkennend onderzoek.
[D]
PROSPECTIE NIEUWE ZONES TRANSPORT CENTRUM LAR (KORTRIJK-MENEN): UITBREIDING • dossieropvolging in functie van de opname van LAR II in het ruimtelijke uitvoeringsplan van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk; STEM-project ‘Vernieuwende ruimtelijke concepten voor een transport-logistieke vestiging’ goedgekeurd door de Vlaams minister van Economie; subsidies toegekend; • opmaak van een lastenboek en voeren van de onderhandelingsprocedure in functie van de selectie van een studiebureau voor de uitvoering van de studieopdracht ‘In kaart brengen van de nieuwe economische, functionele en infrastructurele noden van de transport-logistieke sector’. DOOMANSTRAAT - AALBEKE (KORTRIJK) • verkennend onderzoek naar alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor een terrein van circa 2 ha, eigendom van Leiedal, dat in het Gewestplan Kortrijk als KMO-zone is opgenomen; • overleg met het stadsbestuur van Kortrijk.
30
TORKONJESTRAAT - MARKE (KORTRIJK) • afsluiten van een overeenkomst met het OCMW van Kortrijk, om op termijn een lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen dat in het afbakeningsvoorstel van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk als lokaal bedrijventerrein is opgenomen.
GRONDEN DEPOORTERE - AALBEKE (KORTRIJK) • snel verkennend onderzoek in functie van de mogelijke realisatie van een lokaal bedrijventerrein op de door ‘new Depoortere’ te koop aangeboden gronden. Overzicht van de verkopen en terugkopen op bedrijventerreinen in 2002 ZONE KMO-zone Esserstraat (Zwevegem
BETROKKENE Verleye-Mahieu Schrijnwerkerij Loncke Vroman
OPP. (m²) U/V (*) 2.316 V 2.738 V 2.587 V
ACTIVITEIT Stukadoorsbedrijf Schrijnwerkerij Opslag, distributie en verpakking van smeermiddelen voor de industrie
Verschuere
2.745
V
Aannemer van elektriciteitswerken
Haka Jari Systems
3.022 1.512
-U
[ Terugkoop ] Opslag en groothandel van bevestigingsmaterialen
1.510 6.789 2.457 2.948 2.770
U -U U --
Merkgarage Iveco [ Terugkoop ] Vleesversnijderij Vleesversnijderij [ Terugkoop ]
Trekweg (Moen) Vliegveld Wevelgem-Bissegem
Devos Dirk Fipromob Duva Chocolaterie LVK-Storage
1.285 15.809 2.194 3.100
V U V --
Aannemer van sanitairwerken Vervaardiging van tapijten Chocoladeproductie [ Terugkoop ]
Breestraat (Deerlijk) Kennedypark (Kortrijk)
Damman Stad Kortrijk
11.890 2.100
V --
Bouwonderneming [ Overdracht openbaar domein ]
KMO-zone Vierschaar (Bavikhove)
Vandewiele Paquet Vandenbogaerde Vandenbogaerde KMO-zone Waterven (Bissegem- Van Paemel Heule) Transportcentrum LAR (Kortrijk-Menen)
Avelgem
TOTAAL TERUGKOPEN TOTAAL VERKOPEN
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.1.3
15.681 52.091 waarvan: 49.991 effectieve verkopen 2.100 overdracht openbaar domein
(*) U: uitbreiding - V: vestiging
2.1.3
Evaluatie In 2002 verkocht Leiedal 5 ha gronden op bedrijventerreinen, goed voor een omzet van circa 2 miljoen euro. Dat is een beperkte verkoop – nog 1 ha minder dan in 2001. Met zo’n 18,6 ha was het aanbod begin 2002 dan ook historisch laag. Dit beperkte aanbod aan beschikbare gronden manifesteert zich reeds meerdere jaren. In de voorbije vijf jaar bedroeg het aanbod nooit meer dan 50 ha; in de jaren 1980 was dat twee tot drie keer zo veel. Na deze jarenlange periode van absolute schaarste, is er nu verbetering in zicht. Door de wijziging van het Gewestplan Kortrijk van 1998 en 2001, vanuit het voorstel van afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk en vanuit het proces van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplanning kunnen de komende tien jaar ruim 333 ha nieuwe bedrijventerreinen beschikbaar komen. Een probleem blijft evenwel bestaan in het noordoostelijke deel van het arrondissement Kortrijk. In de omgeving van Waregem-Anzegem zijn op vandaag nagenoeg geen nieuwe bedrijfsgronden voorzien. 31
Eind 2002 nam het beschikbare aanbod beperkt toe met circa 7 ha, met name in de KMO-zone Esserstraat in Zwevegem. Na vijf jaar van intensieve voorbereidingen kon de fase van de grondverkoop in deze zone in december 2002 worden opgestart. Nog voor het jaareinde kon Leiedal op dit bedrijventerrein reeds vier percelen verkopen, voor een totale oppervlakte van circa 1 ha. De intercommunale stelt alles in het werk om ook de overige bedrijventerreinen uit het Gewestplan Kortrijk spoedig bouwrijp te maken, samen met de betrokken gemeentebesturen. Op die manier zal het aanbod in 2003-2004 verder aangevuld kunnen worden met circa 50 ha netto-oppervlakte. ANALYSE VRAAG NAAR BEDRIJFSGROND De verkoop op het regionale bedrijventerrein Trekweg in Moen bleef beperkt. Vooral het gedeelte van het bedrijventerrein bestemd voor kleinere bedrijven ligt goed in de markt. Dat bevestigt meteen de grote vraag in de Kortrijkse regio naar kleinere percelen van 2.500 à 3.000 m². Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In het voorjaar van 2002 maakte Leiedal een analyse van de vragen naar bedrijfsgrond die de intercommunale zeer geregeld krijgt. Daarvoor werd de vraag tussen 1997 en 2001 in kaart gebracht. Uit de analyse blijkt dat 71% van de bedrijven die Leiedal in de voorbije vijf jaar contacteerden, op zoek was naar een perceel van minder dan 5.000 m². Deze permanent grote vraag naar kleinere bedrijfspercelen hoeft overigens niet te verwonderen. Het betreft in vele gevallen vragen van KMO’s uit het woongebied, die zich naar een bedrijventerreinen wensen te herlokaliseren. Bovendien plooien steeds meer grote bedrijven zich terug op hun kernactiviteit en stoten ze nevenactiviteiten af. Die worden dan vaak opgenomen door nieuwe, of bestaande, kleinere bedrijven.
80 % 70 %
Aantal aanvragen %
60 % 50 % 40 % 30 % 20 %
71 % van de bedrijven die Leiedal in de voorbije vijf jaar contacteerden, was op zoek naar een perceel van minder dan 5.000 m2.
70,94%
14,63%
10,02%
3,21%
1,20%
< 3 - 5 ha
> 5 ha
10 % 0% 2
< 5.000m
0,5 - 1 ha
1 - 3 ha
Gevraagde oppervlakte
AANDACHT VOOR DUURZAAMHEID EN KWALITEIT
32
Bij de realisatie en het beheer van bedrijventerreinen gaat een grote aandacht uit naar aspecten van kwaliteit en duurzaamheid. Zo heeft Leiedal in 2002 inzake verantwoord ruimtegebruik actief gebruik gemaakt van de wettelijk voorziene mogelijkheid om gronden terug te kopen. Als beheerder van bedrijventerreinen kan de intercommunale deze regeling toepassen bij bedrijven die hun contractuele verplichtingen, zoals de bouwverplichting, niet nakomen. In de loop van 2002 heeft Leiedal vier percelen teruggekocht. Eén perceel, op de KMO-zone Vierschaar in Bavikhove, werd inmiddels opgesplitst en verkocht aan twee aanpalende bedrijven, in functie van hun uitbreiding. Door deze terug-
koopmogelijkheid actief toe te passen, wil de intercommunale vermijden dat verkochte gronden jarenlang onbebouwd en onbenut blijven liggen. De KMO-zone Esserstraat in Zwevegem, die eind 2002 verkoopsklaar werd, is het eerste van een nieuwe generatie bedrijventerreinen, waarbij nog sterker dan in het verleden aandacht wordt besteed aan kwaliteit en duurzaamheid. Na consultatie van diverse externe actoren, heeft een interne werkgroep de bestaande stedenbouwkundige voorschiften en verkoopsvoorwaarden voor dit bedrijventerrein verfijnd. Er werden o.m. een aantal maatregelen inzake zorgvuldig ruimtegebruik ingevoerd, zoals het verplicht bouwen tot op de perceelsgrens, zodat geen ruimte ‘verloren’ gaat aan beide zijden van het gebouw, en de verplichting om de bedrijfswoning op de verdieping op te trekken, evenals ruimten die niet strikt genomen op de gelijkvloerse verdieping ondergebracht hoeven te worden.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Tevens wordt een zone van circa 7.700 m² voorbehouden voor de realisatie van groepsbouw. Minimaal wil Leiedal in deze zone koppelbouw toegepast zien. Nog efficiënter zou de realisatie zijn van een bedrijfsverzamelgebouw: een flexibel gebouw met diverse modules, waarbij een bedrijf één of meer modules kan aankopen. Om een concept uit te tekenen voor zo’n bedrijfsverzamelgebouw hebben Leiedal en de vzw REBAK een projectvoorstel ingediend bij de Cel Regionaal-Economisch Beleid van de Administratie Economie, in het kader van het streekeigen management (STEM) van de Vlaamse overheid. Dit project werd inmiddels goedgekeurd door Vlaams minister van Economie. De uitvoering ervan is voorzien voor 2003. ONTWIKKELINGEN OP HOOG-KORTRIJK De ontwikkelingen op Hoog-Kortrijk werden jarenlang belemmerd door juridische verwikkelingen met de wijziging van het Gewestplan Kortrijk van 1994. Met een nieuwe gewestplanwijziging op 6 juli 2001 werd de mogelijkheid gecreëerd om de bestemde zones verder te ontwikkelen. In 2002 hervatte Leiedal de realisatie van de zone voor diensten en handel aan de Beneluxlaan en van het Deltapark. In de loop van 2004-2005 zullen deze zones bouwrijp aangeboden kunnen worden aan kandidaat-investeerders. De ontwikkeling van het Researchpark blijft evenwel moeizaam verlopen. De opmaak van het BPA werd voorlopig opgeschort, in afwachting van het resultaat van het beroep tot nietigverklaring van de gewestplanwijziging, dat de buurtbewoners opnieuw hebben ingediend bij de Raad van State. De ontwikkeling van het Deltapark en de ruimere omgeving wordt voorbereid in een publiek-private samenwerking tussen enerzijds Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem, met Leiedal als technische partner, en anderzijds de private grondeigenaar Korimco en diens technische partner Wilma Project Development. In 2001 keurde de Cel Regionaal-Economisch Beleid van de Administratie Economie een projectvoorstel goed vanwege Leiedal, Korimco en de vzw REBAK, inzake publiek-private ontwikkelingsconcepten voor dit plangebied. Dit STEM-project bestaat uit een studiefase en een implementatiefase. De studiefase, die in 2002 afliep, bestond uit een verkennend onderzoek naar duurzaamheid, hoogwaardigheid, publiek-private samenwerking, bedrijventerreinmanagement, verweving van functies en de aantrekkingskracht van de regio. De resultaten ervan werden o.m. geïmplementeerd in een globaal stedenbouwkundig concept voor het plangebied. De bedoeling bestaat erin het STEM-project in het voorjaar van 2003 volledig af te ronden, waarna de realisatie van een eerste fase van start kan gaan.
33
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het plangebied Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem omvat een circa 100 ha groot terrrein, met bij elkaar aansluitend nieuwe regionale bedrijventerreinen (Deltapark Kortrijk en Harelbeke, Losschaert Zwevegem), een gebied met bestaande hoogwaardige bedrijven (Kapel ter Bede), een bestaande te herwaarderen bedrijfssite (Kanaalzone) en een gebied met stedelijke toekomstpotenties (Keizerstraat).
2.1.5
Overzicht van de bedrijventerreinen in ontwikkeling op 31/12/2002
[A]
BEDRIJVENTERREINEN WAARVAN DE GRONDEN IN EIGENDOM ZIJN VAN LEIEDAL EN DIE BOUWRIJP BESCHIKBAAR ZIJN (IN HA) bouwrijp beschikbaar REGIONALE EN LOKALE BEDRIJVENTERREINEN Trekweg - Moen KMO-zone Esserstraat - Zwevegem KMO-zone Waterven - Bissegem-Heule Avelgem SUBTOTAAL SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN Transportcentrum LAR - Kortrijk-Menen Vliegveld Wevelgem-Bissegem SUBTOTAAL ALGEMEEN TOTAAL 34
waarvan gereserveerd
nettobeschikbaar
7,5 5,9 0,3 1,5 15,2
----0,3 0,3
7,5 5,9 0,3 1,2 14,9
5,5 4,3 9,8 25
-----0,3
5,5 4,3 9,8 24,7
BEDRIJVENTERREINEN IN REALISATIE, WAARBIJ LEIEDAL INSTAAT VOOR DE GRONDUITGIFTE (IN HA) brutooppervlakte REGIONALE EN LOKALE BEDRIJVENTERREINEN Gullegem-Moorsele (uitbreiding) KMO-zone Jagershoek - Vichte (tweede fase) Oude Spoorweg - Sint-Denijs SUBTOTAAL SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk (eerste fase) Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk (tweede fase) SUBTOTAAL ALGEMEEN TOTAAL
[C]
reeds verworven
nog te verwerven
49,0 8,6 2,0 59,6
45,2 5,8 --51
3,5 --2,0 5,5
16,1 11,9 28,0 87,6
12,7 --12,7 63,7
3,4 11,9 15,3 20,8 Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[B]
BEDRIJVENTERREINEN DIE DOOR LEIEDAL WORDEN GEREALISEERD IN SAMENWERKING MET DE GRONDEIGENAAR (IN HA) brutooppervlakte REGIONALE EN LOKALE BEDRIJVENTERREINEN Ter Donkt II - Deerlijk SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN Deltapark - Hoog-Kortrijk Researchpark - Hoog-Kortrijk ALGEMEEN TOTAAL
[D]
12,5 40,0 10,0 62,5
BEDRIJVENTERREINEN VOORZIEN IN DE GEWESTPLANWIJZIGING VAN 10/11/1998, WAARVAN DE REALISATIE IN VOORBEREIDING IS (IN HA) brutooppervlakte SPECIFIEKE BEDRIJVENTERREINEN Deltapark – Harelbeke Losschaert - Zwevegem ALGEMEEN TOTAAL
25 19 44
35
2.1.6
Inventaris van door Leiedal gerealiseerde bedrijventerreinen op 31/12/2002
Bedrijventerrein Aalbeke Avelgem - niet watergebonden Avelgem - watergebonden Bavikhove - Vierschaar Bavikhove - Westhoek Bissegem-Heule - Waterven
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Bossuit-Pottes Deerlijk - Ter Donkt II Deerlijk-Waregem
Aangekocht ha a 2 34 42 25 5 06
ca 11 08 34
4 36 73 4 99 53 8 36 34 12 36 28 5 90 81 -45 35 89 31 10
(1) (2)
(1)
Desselgem Gullegem-Moorsele
Gullegem-Moorsele (uitbreiding) Harelbeke - De Blokken Harelbeke - Deltapark Harelbeke - Kanaalzone Harelbeke - Stasegem Heule-Kuurne en Kuurne Kerkhove Kortrijk - Beneluxlaan Kortrijk - Cannaertstraat Kortrijk - Deltapark Kortrijk - Kennedypark Kortrijk - Researchpark Lauwe Artisanale zone Transportcentrum LAR Lendelede - Spoelewielen Marke Moen - Olieberg Moen - Trekweg Rekkem Sint-Denijs - Oude Spoorweg Vichte - Mekeirleweg Vichte - Jagershoek Vichte - Jagershoek (uitbreiding) Vliegveld Wevelgem-Bissegem 36
19 94 78 95 95 60 45 20 19 3 21 68 -16 63 75 85 65 57 202 13 17 1 13 04 12 71 85 7 83 37 -30 22 88 -3 23 29 75 96 19 5 59 10 3 42 3 43 14 97 1 00 5 75 9 15 9 5 84 46 42
51 47 08 22 27 83 -79 36 87 53 45
(1)
(1)
Verkocht en overgedragen ha a ca -33 89 91 2 30 25 1 15 42 4 36 73 16 96 6 47 25 --5 90 81 -44 69 42 19 75 72 03 19 94 78 95 95 60 15 -3 21 68 -16 63 75 85 65 57 202 13 17 1 13 04 -7 88 01 -28 88 83 -3 23 29 41 03 69 10 44 5 53 15 2 55 3 42 08 1 23 21 4 89 61 1 00 83 -5 75 79 8 93 77 --33 12 42
Datum eerste vestiging
Aantal bedrijven
-1976
-20
1996 -1999
6 -19
1964 -1972
4 -41
1979 1959
12 80
1999 -1970 1973 1962 1978 -1999 -1979 -1989 1983
2 -6 62 158 1 -2 -69 -4 59
1981
14
1975 1998 1999 --1971 1995
2 4 12 --14 16
-1969
-40
(3)
(2) (1)
(4)
(3) (1)
Vliegveld Wevelgem-Bissegem Wevelgem-Zuid Zwevegem - Breemeers Zwevegem - Esserstraat Zwevegem - Losschaert Totalen
Aangekocht ha a ca --73 38 47 12 01 91 9 97 16 -909 48 77 63 80 28
(1) (2)
Verkocht en overgedragen ha a ca 58 87 59 87 73 38 47 11 63 96 1 38 23 -753 84 26 1 33 45 79 62 1 25 86 15
Datum eerste vestiging
Aantal bedrijven
1970 1980 2002 --
85 14 4 -750
(1) (2)
(1) (2) (3) (4) Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Bedrijventerrein
(1) ondergrond (2) bovengrond (3) concessie (4) recht van opstal
2.1.7
Overzicht van de grondtransacties op bedrijventerreinen in 2002
BEDRIJVENTERREINEN - AANKOPEN Gullegem-Moorsele (uitbreiding) ondergronds bovengronds
Oppervlakte In m2
Aantal verrichtingen
626,5 12,2
1
2.100 17.094 5.405 2.194 11.890 10.286 3.022
1 2 2 1 1 4 2
2.770 3.022 6.789 3.100
1 1 1 1
BEDRIJVENTERREINEN - PACHTVERBREKINGEN nihil BEDRIJVENTERREINEN - VERKOPEN EN OVERDRACHTEN OPENBAAR DOMEIN Kennedypark - Kortrijk (overdracht openbaar domein) Avelgem Transportzone LAR - Kortrijk-Menen Trekweg - Moen Uitbreiding Breestraat - Deerlijk-Waregem Esserstraat - Zwevegem Vierschaar - Bavikhove BEDRIJVENTERREINEN - TERUGKOPEN Waterven - Bissegem-Heule Vierschaar - Bavikhove Transportzone LAR - Kortrijk-Menen Vliegveld Wevelgem-Bissegem
37
2.1.8
Inventaris van bedrijventerreinen op 31/12/2002
St. Eloois-Vijve
Hulste
25 LENDELEDE
D
17 I
E
Desselgem
WAREGEM
Bavikhove Beveren-Leie
21 2b
2a
22 Heule
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Gullegem Moorsele
1 DEERLIJK
20
15 19 3
Bissegem
C
F 16
HARELBEKE
KUURNE
13
WEVELGEM
KORTRIJK 26
29
MENEN
Marke
B 24
Lauwe
ANZEGEM
Vichte
28 Kaster Tiegem
30
6 24
8b
8a
Ingooigem
9
5
A
14
18
Otegem Kerkhove
ZWEVEGEM
4
Heestert
12 Rekkem
Oost-Vlaanderen
G
Aalbeke
27
Bellegem
Waarmaarde
AVELGEM Moen
10
Rollegem
11
St. Denijs
FRANCE
Kooigem
Outrijve
Hainaut
Bossuit
7 Helkijn
SPIERE-HELKIJN H
0
2
4 km
Spiere
BEDRIJVENTERREINEN LEIEDAL Gepland of in realisatie
bruto opp.
Uitverkocht
1 2b 3 4 5 6 7 8b 9
ca. 12,5 ha ca. 50 ha ca. 26 ha ca. 32 ha ca. 40 ha ca. 10 ha ca. 2 ha ca. 8,6 ha ca. 19 ha
15 16 17 2a 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 8a 28 29 30
Deerlijk: Ter Donkt II Gullegem-Moorsele (uitbreiding) Harelbeke: Deltapark Kortrijk: Beneluxlaan Kortrijk: Deltapark Kortrijk: Researchpark Sint-Denijs: Oude Spoorweg Vichte: Jagershoek (uitbreiding) Zwevegem: Losschaert
Bouwrijpe gronden beschikbaar 10 11 12 13 14
38
Avelgem Moen: Trekweg Transportcentrum LAR Wevelgem-Bissegem (Airport) Zwevegem: Gaversstraat
Bissegem-Heule: Waterven Deerlijk-Waregem Desselgem Gullegem-Moorsele Harelbeke: De Blokken Harelbeke: Kanaalzone Harelbeke-Stasegem Harelbeke: Vierschaar Heule-Kuurne en Kuurne Kortrijk: Kennedypark Lauwe: artisanale zone Lendelede: Spoelewielen Marke: industriezone Moen: Olieberg Vichte: Jagershoek Vichte: Mekeirleweg Wevelgem-Zuid Zwevegem: Breemeers
BEDRIJVENTERREINEN ANDERE OPENBARE BESTUREN A B C D E F G H I
Deerlijk-Waregem: Nijverheidslaan Menen: Grensland Menen-Oost Waregem: Snepbeek Waregem: Bilkhage Waregem: Brabantstraat Waregem: Vijverdam Spiere-Helkijn: IJzeren Bareel Beveren-Leie: Ezelbeek
WERKGEBIEDEN
2.2 LOKAAL WOONBELEID Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007 • De taakstelling van Leiedal op het vlak van lokaal woonbeleid was (nog) niet duidelijk gedefinieerd bij de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007. Als doelstelling werd bepaald dat de mogelijke rol en taak van de intercommunale in de loop van 2002 zouden worden vastgelegd. • De raad van bestuur van Leiedal besliste op 21 mei 2002 dat de taakstelling inzake lokaal woonbeleid zal worden aangepakt in integrale samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen, via de uitbouw van een gemeenschappelijke “regionale cel woonbeleid”.
Taakstelling inzake lokaal woonbeleid Leiedal is steeds actief geweest op het vlak van lokaal woonbeleid. Op vraag van de gemeenten heeft de intercommunale sinds haar ontstaan heel wat initiatieven genomen in de sector van verkavelingen, bouwgronden en woningbouw. De laatste jaren kwamen deze activiteiten enigszins op de achtergrond te staan, mede door het gebrek aan beschikbare gronden en door het grote aantal private initiatieven op dat vlak.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.2.1
Uit diverse contacten met de aangesloten Colleges van Burgemeester en Schepenen, blijkt evenwel dat de aangesloten gemeenten opnieuw een actievere taak weggelegd zien voor Leiedal. Op vraag van de gemeenten heeft de intercommunale een onderzoek uitgevoerd naar een nieuwe en duidelijke visie op lokaal woonbeleid. Op basis van een interne SWOT-analyse, een omgevingsanalyse en een onderzoek naar de verwachtingen van de gemeenten werd nagegaan op welke manier Leiedal de gemeentebesturen in de toekomst kan ondersteunen bij de uitbouw van hun lokaal woonbeleid. Vanuit de conclusies van dit onderzoek werd voorgesteld dat Leiedal haar taak op het vlak van lokaal woonbeleid zou aanpakken in integrale samenwerking met de Provincie West-Vlaanderen. Daartoe wordt onderzocht op welke manier Leiedal en het provinciebestuur samen kunnen werken in een gemeenschappelijke ‘regionale cel woonbeleid’. Deze samenwerking steunt op de wederzijdse wil om het lokale woonbeleid te ondersteunen, bij voorkeur vanuit een intergemeentelijke aanpak. Daarbij worden de wederzijdse sterkten en expertises ingebracht van de provinciale diensten (dienst huisvesting, gebiedswerking) en Leiedal (clusters stedenbouw, immobiliaire projectontwikkeling, en informatie en netwerking). De globale taakstelling van deze ‘regionale cel woonbeleid’ voor 2002-2007 kan als volgt worden samengevat:
De recent gerealiseerde woonzone Waterkeer in Helkijn. 39
• • • • 2.2.2
de gemeenten maximaal ondersteunen bij de uitbouw van hun lokaal woonbeleid; gronden beschikbaar maken (planmatig en fysisch); de gemeenten ondersteunen bij kwaliteitsvolle ruimtelijke ingrepen: projectmanagement, procesbegeleiding; zelf bouwen (enkel kleinschalige voorbeeldprojecten).
Promotie en verkoop van bouwgronden
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Leiedal verkocht in 2002 twee bouwkavels en een restperceel voor een totale oppervlakte van ongeveer 800 m²: twee kavels in de woonzone Gasthuisweide in Kuurne en een restperceel in de woonzone ’t Zaagske in Lendelede. Hiermee realiseerde de intercommunale een omzet van circa 360.000 euro. In de woonzone Papeye in Aalbeke werden 495 m² gronden overgedragen aan de stad Kortrijk, voor opname in het openbaar domein.
Oppervlakte verkocht in woonzones (ha) Aantal kavels Oppervlakte kavels (ha) Oppervlakte andere verkopen (ha)
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2,61
3,75
2,09
3,19
1,01
2,34
1,04
3,21
0,13
18 1,01 1,60
52 3,75 -
19 1,09 1,00
35 2,20 0,99
20 1,00 0,01
14 0,48 1,86
7 0,33 0,7
29 1,59 1,61
3 0,08 0,05
2.2.3
Overzicht van de activiteiten per woonzone
[A]
AFWERKING VAN RECENT GEREALISEERDE WOONZONES ’T ZAAGSKE - LENDELEDE • verkoop van een restperceel van 355 m²; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). GASTHUISWEIDE - KUURNE • verkoop van 2 kavels voor een totale oppervlakte van 417 m² (na verkoop van een woning gebouwd door een projectontwikkelaar op de kavel in kwestie); • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
[B]
NIEUWE WOONZONES IN ONTWIKKELING SPINNERIJSTRAAT - MOEN (ZWEVEGEM) • goedkeuring van het verkavelingsplan door de vergunningsverlenende overheid; • openbare aanbesteding van de infrastructuurwerken, toewijzing van de werken en opvolging van de uitvoering door nv Adyns uit Deerlijk; • opmaak van de verkoopsvoorwaarden en opstart van de verkoopspromotie.
[C]
PROSPECTIE NIEUWE ZONES
40
Voor de aanpak van nieuwe woonprojecten (en herbestemmingsprojecten) heeft Leiedal in 2001 een aantal productsoorten gedefinieerd, die aan de gemeenten aangeboden kunnen worden. In eerste instantie kan Leiedal een snel verkennend onderzoek uitvoeren, een snelle ronde waarin de intercommunale de relevante basisinformatie omtrent de diverse randvoorwaarden verzamelt. Hiervoor wordt een forfaitair bedrag van 500 euro aangerekend.
Op vraag van de gemeente kan Leiedal het project vervolgens verder uitwerken in een definitiefase (aan uurtarief). Indien gewenst kan de intercommunale tevens instaan voor de realisatie of de projectbegeleiding. In 2002 voerde Leiedal op vraag van het gemeentebestuur van Anzegem zo’n snel verkennend onderzoek voor zeven gebieden die het Gewestplan Kortrijk en/of een BPA ingekleurd staan als woongebied. Alle relevante basisinformatie omtrent de diverse ruimtelijke, milieu-technische, financiële en organisatorische randvoorwaarden voor realisatie werden verzameld. Tevens werd een eerste benaderende kostprijsraming en een voorstel van verdere procedure opgesteld. Na toelichting en bespreking van de resultaten van dit onderzoek met het College van Burgemeester van Schepenen, heeft Leiedal vervolgens de haalbaarheid van een aantal projecten verder in detail onderzocht. Daarnaast heeft de intercommunale gesprekken gevoerd met de eigenaars van de gronden in kwestie, om na te gaan welke mogelijke knelpunten de realisatie kunnen verhinderen. Evaluatie Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.2.4
De verkoop van bouwgronden in woonzones was in 2002 historisch laag, met de verkoop van slechts drie kavels. Ter vergelijking: in 2001 verkocht Leiedal nog 29 kavels in twee verschillende woonzones. Op vandaag zijn dan ook zo goed als geen bouwrijpe gronden meer beschikbaar in woonzones. Enkel in de woonzone Gasthuisweide in Kuurne zijn nog twee percelen beschikbaar. De verkoop van een kavel in deze woonzone is gekoppeld aan de gelijktijdige verkoop van een woning op het perceel, opgericht door een vooraf geselecteerde bouwpromotor. Ruim 7 jaar na de eerste verkopen zal de Gasthuisweide in 2003 zo goed als zeker uitverkocht kunnen worden. Voor 2003 heeft Leiedal nog één woonproject op stapel staan. In opdracht van de gemeente Zwevegem werkt de intercommunale een nieuwe verkaveling uit aan de Spinnerijstraat in Moen, nabij de Olieberg. Deze verkaveling zal een 15-tal kavels omvatten, waarbij voor een aantal kavels de mogelijkheid voorzien wordt om in de tuinstrook een artisanaal gebouw of een loods op te richten. De infrastructuurwerken werden in 2002 aangevat. De eerste verkopen zullen naar verwachting in 2003 plaats kunnen vinden.
Naar verwachting Kan de woonzone Gasthuisweide in Kuurne in 2003 worden uitverkocht. 41
2.2.5
Inventaris van woonzones op 31/12/2002
Woonzone Aalbeke - Papeye
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Anzegem - Heirweg Avelgem Avelgem - Reigershof Bavikhove - ‘t Koeksken Bellegem - Zwingelweg Desselgem - Leiekant Gullegem - Ter Winkel Heestert - Centrum Zuid Hulste - Ter Elst Kuurne - Gasthuisweide Lauwe - Schonekeer Lendelede - Langemunte Lendelede - ‘t Zaagske Marke - Ter Doenaert Moen - Heestertstraat Moen - Kanaalzone Moen - Olieberg Moorsele - Overheule Rekkem - Dronckaertstraat Rollegem Sint-Denijs - Kooigemstraat Spiere Helkijn - Waterkeer Vichte - Lendedreef Zwevegem - Kappaert Zwevegem - Stedestraat Totalen
Aangekocht ha a ca 17 86 91 1 62 3 75 57 5 50 78 2 48 67 8 72 47 1 44 46 8 94 41 17 91 09 1 74 82 10 45 14 1 55 49 4 83 88 14 04 26 5 38 41 17 45 20 1 92 33 1 37 86 17 66 17 80 62 4 55 37 8 30 00 2 62 66
17 16 88
173 90 66 1 62
Netto verkoopbaar (ha) --
Aantal bouwkavels zonder met totaal woning woning 121 -121
(1) 3 5 2 8 1 9 16 1 10
57 59 46 80 48 28 72 52 49 35 00 11 34 02 76 50 49 40 1 46 23 4 82 17 14 04 27 5 66 10 16 17 10 1 92 33 1 50 35 -16 53 93 4 62 93 8 30 00 91 30
1 44 88 4 19 89 2 50 33 6 87 50
(1) ondergrond (2) niet uitgerust (geraamd)
42
Verkocht en overgedragen ha a ca
1 03 60 4 14 45 2 51 51 7 33 13 167 50 85 (1)
---------0,15 -----------1,27 ----0,15 1,27
22 44 28 32 13 -48 18 40 31 51 42 76 48 17 15 -76 45 -11
------16 -5 ----18 ---26 ----
22 44 28 32 13 -64 18 45 31 51 42 76 66 17 15 -102 45 -11
18 49 29 92
-6 -16
18 55 29 108
966
87
1.053
(2)
(2)
Overzicht van de grondtransacties op woonzones in 2002 Oppervlakte in m²
Aantal verrichtingen
495 417 355
1 2 1
WOONZONES - AANKOPEN nihil WOONZONES - PACHTVERBREKINGEN nihil WOONZONES - VERKOPEN EN OVERDRACHTEN OPENBAAR DOMEIN Aalbeke - Papeye (overdracht openbaar domein) Kuurne - Gasthuisweide Lendelede - ‘t Zaagske
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.2.6
De woonzone ‘t Zaagske in Lendelede. (Foto Henderyckx) 43
WERKGEBIEDEN
2.3 INBREIDING EN HERBESTEMMING Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• Vormt een “groeimarkt” voor Leiedal: - er is een duidelijke vraag vanuit de aangesloten gemeenten; - het betreft complexe, financieel risicovolle projecten; de private sector is dan ook minder geneigd om deze projecten aan te pakken. • Opmaak van een dynamische inventaris van verlaten panden en sites, samen met de gemeenten. • Financieel afsprakenkader met de betrokken gemeenten: per project een overeenkomst. • Nadruk op: - opbouwen van de vereiste knowhow; - realisatie en/of begeleiding van een aantal projecten.
2.3.1
Overzicht van de activiteiten per project
[A]
AFWERKING LOPENDE PROJECTEN SITE OVELACQ - DEERLIJK • algemene nazorg, o.m. opvolging problematiek gemene muur aanpalende buur (gerechtelijke procedure); • opvolging van de goedkeuring van de bouwaanvraag van de nv Huyzentruyt voor het realiseren van een gemengd project van appartementen en ééngezinswoningen op de site. SITE VETEX - KORTRIJK • opvolging van de bodemsaneringswerken die uitgevoerd worden in opdracht en voor rekening van de voormalige eigenaar, de nv Vetex; • algemene nazorg site; • afstemming met de Woonregie van de stad Kortrijk inzake de realisatie van het herbestemmingsproject; • opvolging van de goedkeuring van de eindafrekening en uitbetaling van het saldo van de subsidies door de Vlaamse Administratie.
De in onbruik geraakte site Combes aan de Heulsestraat in Lendelede. 44
[B]
NIEUWE PROJECTEN IN VOORBEREIDING SITE HEULSESTRAAT (COMBES) - LENDELEDE • afsluiten van een overeenkomst met de gemeente Lendelede, in functie van het bouwrijp maken van de site en de realisatie van een herbestemmingsproject; • analyse van de diverse realisatiemogelijkheden, uitwerking van diverse scenario’s met inbegrip van een financiële haalbaarheidstoetsing; • eerste verkennende gesprekken met de eigenaars; • verdere realisatie voorlopig opgeschort in afwachting van de resultaten van de bodemonderzoeken die worden uitgevoerd in opdracht van de huidige eigenaar. PROSPECTIE NIEUWE PROJECTEN Inbreidings- en herbestemmingsprojecten vormen een ‘groeimarkt’ voor Leiedal. Niet alleen is er een duidelijk vraag vanuit de aangesloten gemeentebesturen, bovendien leert de praktijk dat de private sector minder geneigd is om deze projecten aan te pakken. Veelal betreft het immers complexe en financieel risicovolle projecten, o.m. omwille van de grote risico’s inzake bodemverontreiniging en de saneringskosten die daarmee gepaard gaan.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[C]
Analoog aan aanpak bij woonprojecten, heeft Leiedal in 2001 een methodiek ontwikkeld voor de ontwikkeling van nieuwe inbreidings- en herbestemmingsprojecten, om op die manier beter tegemoet te kunnen komen aan de vragen en de verwachtingen van de gemeenten. Er werden drie ‘productsoorten’ gedefinieerd, die Leiedal aan de gemeenten aanbiedt voor een vooraf vastgelegde prijs. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een snel verkennend onderzoek, een definitiefase met een diepgaand haalbaarheidsonderzoek en het bepalen van de randvoorwaarden, en een realisatiefase met diverse opties. In 2002 heeft Leiedal zo’n snel verkennend onderzoek gevoerd voor drie mogelijke projecten: • de herbestemming van de site Reyntjens in Zwevegem; • de herbestemming van de voormalige OCMW-gebouwen in Vichte; • de toekomstige uitbreiding/verbouwing van de OCMW-kantoren in Deerlijk.
In 2002 voerde Leiedal een verkennend onderzoek naar de mogelijkheden voor de uitbreiding van de OCMW-kantoren in Deerlijk. 45
2.3.2
Evaluatie Nadat de sloop- en saneringswerken op de Vetex-site in Kortrijk in 2001 werden beëindigd, kon het dossier van de bodemverontreiniging in 2002 ten gronde worden aangepakt. De bodemsanering, die uitgevoerd wordt in opdracht en voor rekening van de vroegere eigenaar, de nv Vetex, sleept evenwel langer aan dan oorspronkelijk ingeschat. De sanering van verontreinigd grondwater is dan ook een proces van zeer lange duur. Eens de bodemsanering is afgerond, kan Leiedal de site overdragen aan de Woonregie van de stad Kortrijk voor de realisatie van het geplande stedelijke project.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Op vraag van het gemeentebestuur van Lendelede heeft Leiedal in 2002 een grondig vooronderzoek gevoerd naar de herbestemmingsmogelijkheden van de site Combes, aan de Heulsestraat. Veel zal daarbij afhangen van de resultaten van de lopende bodemonderzoeken. Pas wanneer daarover duidelijk bestaat, kan Leiedal met de betrokken eigenaars verder onderhandelen over de mogelijke aankoop van hun leegstaande panden. 2.3.3
Inventaris van herbestemmingsprojecten op 31/12/2002
Herbestemmingsproject Deerlijk - Ovelacq Kortrijk - Vetex Totalen
Aangekocht ha a ca 31 40 2 33 91 2 65 31
Verkocht en overgedragen ha a ca 29 82 11 29 41 11
Na de afwerking van de sloop- en saneringswerken op de Vetex-site in Kortrijk, kon het dossier van de bodemverontreiniging ten gronde worden aangepakt. (Foto Patrick Holderbeke)
46
WERKGEBIEDEN
2.4 LOKALE EN REGIONALE ECONOMIE Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007 • Bij de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007 werd (nog) geen precieze taakstelling opgenomen voor Leiedal inzake lokale en regionale economie. • De mogelijke taken van Leiedal dienden onderzocht in twee werkgroepen: - inzake lokale economie: een intergemeentelijke werkgroep met schepenen en functionarissen, in samenwerking met het provinciebestuur West-Vlaanderen; - inzake regionale economie: een werkgroep met vertegenwoordigers van GOM West-Vlaanderen, Kamer voor Handel en Nijverheid, Unizo, REBAK, gemeenten, Provincie West-Vlaanderen.
Intergemeentelijke werkgroep lokale economie
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.4.1
De afgelopen jaren is lokale economie voor vele gemeenten een belangrijk beleidsthema geworden. De gemeenten uiten steeds meer de wens om eigen economische accenten te leggen en hebben daartoe veelal een schepen en een ambtenaar of aanspreekpunt lokale economie aangesteld. De economische ontwikkeling van het arrondissement Kortrijk is steeds een kerntaak geweest van Leiedal. In het verleden spitste deze activiteit zich in hoofdzaak toe tot het “creëren van ruimte voor ondernemingen”, via de ontwikkeling en realisatie van openbare bedrijventerreinen of via het zoeken naar rechtszekerheid en uitbreiding smogelijkheden voor zonevreemde bedrijven (sectorale BPA’s). De intercommunale wil de aangesloten gemeenten ook ondersteunen bij de uitbouw van hun lokaal-economische beleid. In het Beleidsplan 2002-2007 is daartoe de optie genomen om samen met de Provincie West-Vlaanderen een intergemeentelijke werkgroep op te richten met de schepenen en functionarissen bevoegd voor lokale economie. De doelstelling bestaat erin een forum te creëren waar Leiedal en het provinciebestuur relevante beschikbare informatie kunnen doorgeven aan de gemeenten en waar nuttige ervaringen onderling uitgewisseld kunnen worden. Het is de bedoeling dat de werkgroep uitgroeit tot een referentiegroep voor lokaal-economische thema’s. Daarom wordt in nauwe relatie gewerkt met de economische wereld (GOM West-Vlaanderen, Kamer voor Handel en Nijverheid, Unizo, etc.). Tijdens de startvergadering, die plaatsvond op 19 november 2002, werd afgesproken dat de werkgroep vier keer per jaar zal samenkomen. 2.4.2
Werkgroep regionale economie Net zoals bij lokale economie, was bij de goedkeuring van het Beleidsplan 2002-2007 ook rond regionale economie nog geen precieze taakstelling afgelijnd voor Leiedal. Er werd beslist om de mogelijke taakstelling van Leiedal te onderzoeken in een werkgroep met de vele betrokken actoren: vertegenwoordigers van de GOM West-Vlaanderen, de Kamer voor Handel en Nijverheid, Unizo, REBAK, de gemeenten en de Provincie West-Vlaanderen. Deze werkzaamheden worden doorkruist door de lopende discussies in het kader van het kerntakendebat. Daarom heeft Leiedal hierrond in 2002 nog geen initiatief genomen.
47
WERKGEBIEDEN
2.5 STEDENBOUW
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007 • Basisdienstverlening: eerstelijnszorg ten aanzien van de gemeenten bij de opmaak van alle stedenbouwkundige plannen. • Uit te bouwen specialiteiten: - deeldomeinen binnen stedenbouw waar nood is aan langetermijnvisie en continuïteit (structuurplanning); - projectmanagement van complexe projecten; - ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s, PRUP’s, GRUP’s). • Specifieke aandacht voor: - de integratie van de lokale en regionale visie in plannen van andere niveaus; - begeleiding van de gemeenten bij de uitbouw van hun stedenbouwkundige dienst (vorming, uitwisseling stedenbouwkundige ambtenaren, etc.); - optimaliseren van de interne werking (kwaliteit, efficiëntie).
2.5.1
Ruimtelijke visievorming
[A]
GEMEENTELIJKE RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN De opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het daarmee gepaard gaande proces zijn taken waarmee de gemeenten van het arrondissement intussen goed vertrouwd zijn. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een beleidsdocument dat de keuzes aangeeft omtrent de ruimtelijk-structurele ontwikkeling van de gemeente. Het belicht de ruimtelijke potenties en geeft richtlijnen aan voor grond- en ruimtegebruik. Dankzij de gezamenlijke inspanningen en de goede samenwerking tussen de aangesloten gemeenten en Leiedal, kon in 2002 een grote stap voorwaarts gezet worden voor de opmaak van de structuurplannen. Voor alle gemeenten heeft Leiedal de analysefase afgerond en een aanzet gegeven voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling. Daarbij werd de sectorale benadering ingeruild voor een gebiedsgerichte benadering op maat van de gemeente. Met een gebiedsgerichte benadering wordt geopteerd voor een geïntegreerde aanpak van de verschillende functies op het terrein. Naargelang de ruimtelijke verhouding tussen wonen, werken, natuur, open ruimte, landschap en recreatie kunnen verschillende deelgebieden worden aangeduid op het grondgebied van een gemeente. Deze deelgebieden natuur landschap wonen
DEELSTRUCTUREN
werken GRONDGEBIED GEMEENTE DEELGEBIED 2 DEELGEBIEDEN DEELGEBIED 1 48
overlappen en beïnvloeden elkaar. De essentie van het werken met ruimtelijke deelgebieden bestaat erin te zorgen dat elke gemeente blijft functioneren als één geheel, zonder hierbij de diversiteit tussen de gebieden te verliezen. Dit resulteert in doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven voor elk deelgebied. Voor negen van de twaalf gemeenten heeft Leiedal in 2002 vanuit deze aanpak een visie opgesteld omtrent de gewenste ruimtelijke ontwikkeling en een aantal concrete acties en specifieke maatregelen uitgewerkt. In het voorjaar van 2003 volgt de opmaak van de hypothese van de gewenste ruimtelijke structuur voor de andere gemeenten.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In 2002 heeft Leiedal tevens het structuurplanningsproces voor Menen en Spiere-Helkijn ten volle opgestart. De startnota’s werden afgewerkt en overgemaakt aan de hogere overheid, in het vooruitzicht van een bestuurlijk overleg. In Waregem werd het structuurplanningsproces opnieuw geactiveerd. De afspraken inzake timing, communicatie en de opmaak van de diverse sectorstudies werden in een nieuwe overeenkomst opgenomen en geformaliseerd. Voor het structuurplan van Waregem werkt Leiedal samen met het WES. In 2003 blijft het voor de intercommunale een absolute prioriteit om de structuurplannen binnen de afgesproken timing verder uitwerken tot schets- en voorontwerpen. Hierbij worden de procesnota, de startnota, de verschillende sectorstudies en de hypothese van de gewenste ruimtelijke structuur gebundeld tot één integraal document, dat beantwoordt aan de voorgeschreven opbouw van een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: het informatieve gedeelte, het richtinggevende gedeelte en het bindende gedeelte. Overzichtstabel status gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen Gemeente
Anzegem Avelgem Deerlijk Harelbeke Kortrijk Kuurne Lendelede Menen Spiere-Helkijn Waregem Wevelgem Zwevegem
Procesnota
❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ● ● ❍ ❍ ❍
Startnota
❍ ● ● ❍ ❍ ● ❍ ● ● ● ● ❍
Hypothese gewenste structuur ● ● ● ● ❍
Schetsontwerp
Voorontwerp
Ontwerp
Besluit
●
●
● ❍
●
❍ 2001 ● 2002
STRUCTUURPLANNING EN COMMUNICATIE Een goed planningsproces is belangrijk. Elke inhoudelijke stap moet via een doelgerichte communicatie getoetst worden aan de bevolking. Alleen op die manier onstaat een voldoende breed maatschappelijk draagvlak voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeenten en de streek. Reeds in 2001 hebben de meeste gemeenten ervoor geopteerd om voor dit luik samen te werken met de vzw CIBE uit Gent. De samenwerking met dit communicatiebureau (of een andere externe deskundige) zorgt voor een gestructureerd planningsproces, waarbij Leiedal optreedt als ontwerper en de externe communicatiedeskundige het debat modereert. 49
In de helft van de aangesloten gemeenten werden de ruimtelijke visies reeds meermaals besproken met de stuurgroep, die de verschillende maatschappelijke sectoren groepeert. Voorts hebben Avelgem, Wevelgem en Zwevegem in 2002 hun ruimtelijke toekomstplannen getoetst bij de bevolking. Avelgem en Zwevegem hebben intussen ook overleg gepleegd met de bevoegde provinciale en de Vlaamse overheden. Een gelijkaardig communicatieproces zal in de komende tijd gevolgd worden voor de andere gemeenten. Om een nog beter inzicht te krijgen in de noden en wensen van de verschillende buurten, heeft het gemeentebestuur van Avelgem de opmaak van het structuurplan gekoppeld aan een bewonerswerking, begeleid door het RISO WestVlaanderen. Vanuit Leiedal wordt dit proces opgevolgd, door een actieve deelname aan de diverse vergaderingen. In Avelgem en Wevelgem wordt de communicatie in het kader van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen ten slotte gecombineerd met de communicatie van het mobiliteitsplan. Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
SECTORSTUDIES In 2002 heeft Leiedal in het kader van de gemeentelijke structuurplanning economische sectorstudies opgemaakt voor Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede, Menen, Waregem en Zwevegem. Twee soorten studies werden opgemaakt: strategische studies en enquêteringen. Bij de enquêteringen worden alle bedrijven in een gemeente aangeschreven en bevraagd naar hun concrete behoeften aan bijkomende bedrijventerreinen op korte en middellange termijn. De strategische studies schetsen, op basis van een analyse van beschikbare socio-economische en demografische gegevens en bestaande studies, een beeld van de specifieke socio-economische situatie van een gemeente. Vervolgens wordt een stakeholder-analyse uitgevoerd, o.m. via interviews met sleutelfiguren binnen een gemeente, zowel met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de werknemersorganisaties, de landbouwsector, de milieu- en natuursector als met actieve burgers. Parallel daarmee wordt onderzocht wat de behoefte aan bijkomende bedrijventerreinen is op korte en middellange termijn. Deze elementen vormen dan de basis voor een grondige beleidsdiscussie binnen het gemeentebestuur. In opdracht van het stadsbestuur van Waregem heeft het Nederlandse adviesbureau Goudappel Coffeng in 2002 een analyse opgestart van de kleinhandel in Waregem en van de impact van de baanwinkels (grootschalige kleinhandel) op de binnenstad. Deze studie, die begeleid wordt door Leiedal, wordt begin 2003 afgerond.
Enkel via een doelgerichte communicatie kan een voldoende breed maatschappelijk draagvlak ontstaan voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de gemeenten en de streek. (Foto Patrick Holderbeke) 50
TOETSING AAN DE STRUCTUURPLANNEN VAN DE HOGERE OVERHEDEN In het structuurplanningsproces vormt overleg met de hogere overheden (de Provincie West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest) een belangrijk element. Dat gebeurt via een zogeheten structureel overleg. Tijdens zo’n bestuurlijk overleg worden elementen van het structuurplan van de gemeente kritisch doorgelicht en getoetst aan de opties die genomen zijn in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Tevens worden de gehanteerde methodieken en de communicatiestrategie geanalyseerd. Dit bestuurlijk overleg laat toe om eventuele knelpunten al in de eerste stadia van de planopmaak te ontmijnen en bij te sturen. Tevens stelt het de gemeenten in staat om aandacht te vragen voor hun eigen specifieke situatie.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Diverse gemeenten hebben reeds een bestuurlijk overleg gehad. Het gemeentebestuur van Zwevegem heeft de hogere overheden geraadpleegd over de bestaande en de gewenste ruimtelijke structuur en heeft een structureel overleg aangevraagd omtrent de gedetailleerde uitwerking van de gewenste ruimtelijke structuur en de bindende bepalingen. Ook Avelgem heeft een structureel overleg gehad over de uitwerking van de gewenste ruimtelijke structuur. Anzegem, Menen en Spiere-Helkijn hebben in 2002 een structureel overleg aangevraagd over de startnota. BELANG VAN (GEMEENTE-)GRENSOVERSCHRIJDEND OVERLEG Ruimtelijke problemen stoppen niet altijd aan de gemeentegrenzen. Buurgemeenten worden vaak met gemeenschappelijke knelpunten geconfronteerd. Het is dan ook van belang dat deze gemeenten met elkaar overleggen tijdens het structuurplanningsproces. Leiedal begeleidt de gemeenten bij dit (gemeente-)grensoverschrijdend overleg. Dit grensoverschrijdend overleg kan verschillende vormen aannemen. Tussen Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn en Zwevegem werden overlegmomenten georganiseerd o.m. rond de doortrekking van de N391 en het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden in de dorpen gelegen in de Scheldevallei. Voor Menen betekent grensoverschrijdend overleg ook dat er met de Franse buren wordt gepraat. Bij deze overlegmomenten worden steeds medewerkers van Lille Métropole Communauté Urbaine betrokken. Daarnaast werd er in 2002 een aparte vergadering gehouden rond knelpunten van grensoverschrijdend niveau, waarbij de verschillende partijen betrokken waren (Menen, Wervik, Halluin). [B]
ONTWIKKELINGSVISIE OP DE KORTRIJKSE REGIO Voortbouwend op het denkwerk in het kader van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen wil Leiedal werken aan een algemene ruimtelijke ontwikkelingsvisie op de Kortrijkse regio. Daarom wil de intercommunale de inzichten uit de gemeentelijke structuurplanning samenbrengen en aanvullen met wetenschappelijke beschouwingen die ontwikkeld worden binnen de Onderzoeksgroep Stedelijkheid en Architectuur + Stedenbouw (OSA+), onder leiding van Prof. Bruno Demeulder (KUL). In het Beleidsplan 2002-2007 heeft Leiedal landschap en mobiliteit opgenomen als twee belangrijke maatschappelijke thema’s, waaraan in de komende jaren een verregaande aandacht moet worden geschonken. De algemene ontwikkelingsvisie zal zich op die twee thema’s concentreren. In 2002 werd het thema landschap opgestart. Vanuit een beschrijving, een intensief verslag dat aangeeft wat aanwezig is en wat er op dat vlak beweegt, wordt gepoogd om een diagnose op te stellen van het bestaande landschap. Deze diagnose zal geconfronteerd worden met de bestaande visies. Daaruit moeten strategieën en tactieken groeien die de streek in staat moeten stellen om op een oordeelkundige en efficiënte manier in te grijpen in het landschap. Vanuit landschappelijk oogpunt kan de regio Kortrijk grosso modo opgesplitst worden in drie zones, die achtereenvolgens worden behandeld: het open landschap van het interfluvium tussen de Leie en de Schelde, de verstedelijkte band langs de Leievallei en het versnipperde landschap in het noorden. Het onderzoek van het open landschap van het interfluvium komt het eerst aanbod, meer in het bijzonder in de gemeente Zwevegem. Het is dan ook de bedoeling dat de methodiek en de aanpak opgebouwd kunnen worden op een eerder beperkt gebied. De eerste resultaten werden besproken tijdens een werkvergadering waaraan ook het 51
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Leiedal wil samen met OSA+ strategieën ontwikkelen die de streek in staat moeten stellen om oordeelkundig om te gaan met het landschap.
gemeentebestuur van Zwevegem actief deelnam. Het onderzoek wordt immers gevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten en de verschillende betrokken actoren. Vervolgens zal het thema mobiliteit worden behandeld. Voorzien wordt dat de studie binnen twee jaar kan worden afgerond. [C]
WINVORM “West-Vlaanderen in Vorm” of “WinVorm” heeft als doel de kwaliteit van de vormgeving in het West-Vlaamse rurale en verstedelijkte landschap te stimuleren en de ondersteunen. Dit initiatief wordt gedragen door de Provincie WestVlaanderen, de intercommunales Leiedal en wvi en de Vlaamse Bouwmeester. Oorspronkelijk was het de bedoeling een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten tussen de diverse partners. Uiteindelijk groeide WinVorm uit tot een vormingsreeks, waaraan verschillende medewerkers van Leiedal deelnamen. Er werden vormingsinitiatieven georganiseerd rond thema’s als ervaring met dorpskernvernieuwing in de Westhoek, verlichting, regionale identiteit, verkeersgeleiding en de vormgeving ervan, en bedrijven in het landschap. Deze samenwerking wordt nu verder uitgebouwd. Daarbij wordt gezocht naar een formule die erop gericht is om voorstellen uit te werken voor een vijftal cases binnen verschillende thema’s, verspreid over het grondgebied van de provincie. Voor het zuiden van de provincie wordt de Leievallei als thema naar voor geschoven.
[D]
STRATEGISCH PLAN RUIMTELIJKE ECONOMIE Het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie (SPRE) is ontstaan vanuit het streven van de Vlaamse overheid om het beleidsveld van de ruimtelijke economie in Vlaanderen uit de startblokken te krijgen. Het SPRE wil de basis leggen voor een systematische en wetenschappelijk onderbouwde beleidsvoorbereiding op ruimtelijk-economisch vlak. De ambitie bestaat erin concrete en haalbare voorstellen uit te werken waardoor het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een troef wordt voor de Vlaamse economie. Het SPRE is opgevat als een piloot- en onderzoeksprogramma en loopt van 2001 tot 2004. Twee externe opdrachthouders, met name Prof. Wim Vanhaverbeke en Prof. Peter Cabus, en de Administratie Economie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap staan in voor de coördinatie van dit initiatief. 52
Op vraag van de Vlaamse Regering zetelt Leiedal in de stuurgroep die het proces begeleidt. Ook in 2002 nam de intercommunale deel aan de stuurgroepvergaderingen. De belangrijkste thema’s die aan bod kwamen, zijn de tussentijdse evaluatie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de bespreking van het onderzoeksprogramma voor 2002-2004 en het rapport “Ruimtelijk-economische dynamiek Vlaanderen”. 2.5.2
Projectmanagement van complexe ruimtelijke projecten
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het nieuwe decreet op de ruimtelijke ordening heeft een accentverschuiving met zich mee gebracht, van een overwegend bestemmingsgerichte planning naar een veeleer procesmatige aanpak, met nieuwe planinstrumenten en een complexer wordende planningscontext. Vanuit deze vernieuwende aanpak heeft Leiedal in het Beleidsplan 2002-2007 beslist om zich te specialiseren in projectmanagement voor complexe ruimtelijke projecten. Het betreft projecten die, omwille hun grote verscheidenheid en hun bijzondere karakter, traditioneel niet specifiek tot het activiteitenveld van de intercommunale behoren. Ze vragen niet alleen een bijzondere aanpak en voorbereiding, maar ook specifieke methodieken en contracten. Leiedal heeft in het verleden reeds vergelijkbare projecten begeleid of uitgewerkt. In 2002 heeft de intercommunale op een meer georganiseerde en gerichte manier gewerkt aan methodieken voor complexe projecten en de opbouw van de noodzakelijke kennis. Een nauwe samenwerking tussen de diverse clusters binnen Leiedal speelt hierbij een belangrijke rol. De projecten waarbij Leiedal in 2002 betrokken was, kunnen opgedeeld worden naargelang de specifieke rol van de intercommunale in het projectproces. Sommige projecten volgt Leiedal op als actieve participant, soms bestaat de taak erin om de uitwerking van een voorstel te begeleiden en in andere gevallen treedt de intercommunale zelf op als ontwerper en uitvoerder van een project. Deze wisselende rol vraagt ook steeds een gedifferentieerde werkmethode, waar soms wervend, dan weer uitvoerend te werk wordt gegaan. De methodiek van het snel verkennend onderzoek, die reeds werd toegepast voor inbreidings- en herbestemmingsprojecten, kadert in de opstartfase van het projectproces, terwijl de organisatie van een workshop als doelgericht middel inspirerend kan werken in de onderzoeks- en ontwerpfase. In 2003 worden blijvend middelen ter beschikking gesteld om de nodige expertise verder uit te bouwen. Wil de intercommunale in staat zijn om deze nieuwe opdrachten in de komende jaren te sturen en te dragen, dan zal Leiedal zich binnen dit nieuwe activiteitenveld duidelijk moeten positioneren en voldoende knowhow moeten ontwikkelen. [A]
WORKSHOP ANNO’02 Het gemeentebestuur van Wevelgem heeft samen met Anno’02 het initiatief genomen om de gemeente door een groep externe stedenbouwkundigen vanuit ruimtelijk oogpunt te laten onderzoeken. Dit onderzoeksproject bestond uit twee delen: een voorbereidende analyse door OSA+ en een ontwerpmatig onderzoek dat verricht werd tijdens een internationale workshop. Tijdens deze workshop heeft het internationale team van ontwerpers intens samengewerkt met de technische diensten van de gemeente en met Leiedal, als ontwerper van het gemeentelijk structuurplan. Op 5 oktober 2002 werd het project voorgesteld aan het brede publiek. De resultaten ervan werden gepubliceerd binnen de Atlassenreeks van Anno’02. Het project werd vanuit Anno’02 gecoördineerd, Leiedal heeft een actieve rol gespeeld tijdens de workshop. De resultaten van deze vernieuwende aanpak zijn verrijkend. Deze methodiek zal in de toekomst dan ook voortgezet worden in projecten die Leiedal coördineert (Buda-eiland Kortrijk, elektriciteitscentrale Zwevegem).
53
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Een schematische voorstelling van een stadslandschapspark Wevelgem-Bissegem. (Bron: Gemeente Wevelgem en Anno’02)
[B]
PLANGEBIED KORTRIJK-HARELBEKE-ZWEVEGEM Een van de belangrijke sites voor de invulling van bedrijventerreinen in de regio situeert zich in het open gebied tussen Harelbeke, Kortrijk en Zwevegem. De ontwikkeling van dit gebied (het Deltapark en de ruimere omgeving) wordt voorbereid in een publiek-private samenwerking tussen enerzijds Kortrijk, Harelbeke en Zwevegem, met Leiedal als technische partner, en anderzijds de private grondeigenaar Korimco en diens technische partner Wilma Project Development. Hiervoor werd een projectvoorstel ingediend in het kader van het streekeigen management van de Vlaamse overheid. Dit STEM-project bestaat uit een studiefase en een implementatiefase. In de studiefase kwamen verschillende items aan bod: een inventarisatie, een marktonderzoek door Buck Consulting, aspecten van duurzaamheid en hoogwaardigheid, verweving van functies, PPS en bedrijventerreinmanagement. In de implementatiefase worden deze items toegepast op het plangebied en vastgelegd in het stedenbouwkundig plan. In het project gaat een grote aandacht uit naar de kwaliteit van het bedrijventerrein op zich en de relatie ervan met de directe omgeving (de uitbouw van een fietsroutenetwerk en groenstructuren, de verkeersontsluiting, etc.). Het definitieve eindrapport wordt in voorjaar van 2003 ingediend.
[C]
GEÏNTEGREERD WERKEN IN DE LEIEVALLEI De Leievallei is een van de belangrijkste structurerende elementen in de Kortrijkse regio. Niet alleen de ontwikkeling van kernen en de uitbouw van de economie zijn op de aanwezigheid van de Leie gebaseerd, ook de nog resterende open ruimte met landschappelijke kwaliteiten is grotendeels langs de Leie gelegen. Enkele jaren geleden reeds beslisten Menen en Wevelgem om een groen BPA op te maken, om op die manier de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van de Leievallei te beschermen.
54
Intussen is dit uitgegroeid tot een project op provinciaal niveau. Op initiatief van de Provincie West-Vlaanderen werd een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van Kortrijk, Menen, Wevelgem en Wervik, de intercommunales Leiedal en wvi en de provinciale gebiedswerking. Deze werkgroep onderzoekt het ruimtegebruik van de Leie en geeft ontwikkelingsrichtingen aan. Leiedal heeft in dat kader een aantal onderzoeken uitgewerkt op het vlak van landbouw. De intercommunale volgt het project op de voet, om de samenhang met de gemeentelijke structuurplanning te bewaken.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het principeplan voor de ontwikkeling van het plangebied Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem.
[D]
INPLANTINGSMOGELIJKHEDEN VOOR WINDTURBINES In 2001 heeft Leiedal de eerste fase afgewerkt van een studie naar de inplantingsmogelijkheden van windturbines in de Kortrijkse regio. Deze studie ging niet in op alle aspecten van windenergie, maar werd opgevat als een ruimtelijk onderzoek naar mogelijke inplantingslocaties in de regio. Het uitgangspunt bestond erin dat de inplanting van windturbines een positieve bijdrage moet leveren tot de landschapsopbouw van de streek. Ook werden vier inplantingsvoorstellen geformuleerd. De intercommunale heeft deze voorstellen in 2002 geconcretiseerd. De adviezen van diverse betrokken besturen, vooral van het Ministerie van Defensie (militaire luchtvaart) en Belgocontrol (burgerluchtvaart), hebben de oorspronkelijke modellen sterk beïnvloed. Omdat strikte afstanden gerespecteerd moeten worden t.o.v. de vliegvelden van Moorsele en Wevelgem, werden de inplantingsmogelijkheden gevoelig beperkt. Het verdere onderzoek heeft geleid tot een ruimtelijk concept voor inplantingen langs de E17, waarbij de toestellen geclusterd zouden worden op een drietal plaatsen in de regio. Dit voorstel zal in 2003 ter discussie voorgelegd worden aan de gemeenten en andere besturen en administraties, met als doel tot een brede consensus en een spoedige realisatie te komen. 55
[E]
DOORTOCHT VAN DE LEIE
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Leiedal blijft actief betrokken bij de Leiewerken in Kortrijk. Dit betreft een zeer complex dossier, niet alleen door de omvang van het project, maar ook door het aantal betrokken partijen en de tijdshorizon. Bovendien zijn de Leiewerken de katalysator voor een reeks strategische projecten die in de komende jaren zullen worden ontwikkeld: KortrijkWeide, de gronden de Kien, de recreatiezone Wikings, de Leieboorden, etc. In nauwe samenwerking met de betrokken stadsdiensten treedt Leiedal in dit project op als vertegenwoordiger van de stad Kortrijk. De intercommunale vraagt de diverse betrokken diensten om advies over de Leiewerken, bundelt deze adviezen en communiceert ze naar de Administratie Waterwegen en Zeewezen (als bouwheer) en de andere betrokken partijen. Samen met de technische dienst van de stad poogt Leiedal tevens knelpunten op te lossen. Aan de hand van ontwerpmatig onderzoek worden (alternatieve) voorstellen geformuleerd. Zo worden o.m. de inplanting van de nieuwe collegebrug en de relatie met het Buda-eiland onderzocht. Ten slotte ontwikkelt Leiedal ook een visie over de implicaties van de Leiewerken voor de stad. De herbestemming van de restgronden langs de Leie, de relatie van de Leiewerken met de ontwikkeling van de westelijke ring en de koppeling van het bestaande fietsrouteplan aan de Leiewerken vormen slechts enkele voorbeelden van ontwikkelingen waarop de intercommunale moet anticiperen. [F]
BUDA-EILAND KORTRIJK Een van de doelstellingen van de stad Kortrijk op het vlak van cultuur voor de periode 2001-2006 bestaat erin het Buda-eiland uit te bouwen tot een kunsteneiland. Daarom werd in 2002 een studie opgestart, met als doel de ontw ikkelingsmogelijkheden van het eiland te onderzoeken als ‘centrum voor kunsten’ voor stad en regio. In dit project is er een duidelijke verweving van de culturele en de stedenbouwkundige dimensie. De begeleiding gebeurt door een brede stuurgroep, waarbij het culturele luik geleid wordt door Prof. Rudi Laermans (Centrum voor Cultuursociologie, KUL), het stedenbouwkundige luik door Prof. Bruno De Meulder (Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Planning, KUL). Omwille van het vernieuwende karakter en de uitgesproken regionale dimensie heeft Leiedal op vraag van de stad beslist om te participeren in dit project.
De Leiewerken in Kortrijk vormen een uitermate complex dossier, niet alleen door de omvang van het project, maar ook door het aantal partners en de tijdshorizon. 56
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Bij de herbestemming van de electriciteitscentrale in Zwevegem wordt gezocht naar een kwalitatieve invulling van de site, met mogelijkheden om de culturele aantrekkingskracht van de regio te vergroten. (Foto Electrabel)
Om een antwoord te kunnen bieden op de vele vragen omtrent de invulling van dit kunsteneiland, worden in vier werkgroepen duidelijk afgebakende deelfacetten bestudeerd: het culturele programma, de ruimtelijke structuur, de technisch-infrastructurele mogelijkheden, en de beheersmatige en juridische aspecten. In het najaar van 2002 werd een rapport van Prof. Laermans omtrent het culturele facet besproken met de Kortrijkse cultuurwereld. Uitgaande van een ruimtelijke historische analyse door Prof. De Meulder werd in december 2002 vervolgens een stedenbouwkundige workshop georganiseerd. Een groep jonge designers werkte vier voorstellen uit, die vervolgens gepresenteerd werden aan een breed publiek. Een analyse van de deelfacetten moet uiteindelijk uitmonden in een globale visie voor het Buda-eiland. [G]
LEOPOLDSTRAAT ZWEVEGEM Op vraag van het gemeentebestuur van Zwevegem heeft Leiedal in 2002 een bijzonder plan van aanleg opgemaakt voor het binnengebied tussen de Otegemstraat en de Leopoldstraat, ter hoogte van het theatercentrum. In dit BPA worden de principes voor een kwalitatieve inrichting van dit gebied juridisch verankerd en worden de randvoorwaarden tegenover de aanpalenden verduidelijkt. Het BPA schrijft een inbreidingsproject voor dat de woondichtheid in het centrum van Zwevegem moet verhogen. Daarnaast ligt de nadruk op de ontwikkeling van openbaar groen, de ondersteuning van de kleinhandel in de Otegemstraat en de verweving van functies. Zo sluit het BPA, met zijn stedenbouwkundige uitgangspunten, aan op het gemeenlijk ruimtelijk structuurplan van Zwevegem. Het openbaar onderzoek werd eind 2002 georganiseerd, waarna het BPA ter goedkeuring werd overgemaakt aan de Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening.
[H]
ELEKTRICITEITSCENTRALE ZWEVEGEM Om economische redenen staat de elektriciteitscentrale van Electrabel langs het kanaal Bossuit-Kortrijk al jaren op non-actief en is de site in onbruik geraakt. Vanuit het denken rond de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk en het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, groeide binnen het Zwevegemse gemeentebestuur de idee om de site en de omgeving een nieuwe invulling te geven. Op vraag van het schepencollege van Zwevegem heeft Leiedal een proces opgestart dat de verschillende ‘stakeholders’ samenbrengt in een publiek-privaat samenwerkingsverband. 57
De gemeente Zwevegem, de werkgroep Bouwkundig Erfgoed, Leiedal, Electrabel, de Afdeling Monumenten en Landschappen en de vzw Toerisme Leiestreek gaan samen op zoek naar een kwalitatieve invulling voor de site, rekening houdend met de omgeving. Leiedal fungeert daarbij als projectcoördinator. Het project werd opgestart in het najaar van 2002. In een eerste fase worden de randvoorwaarden voor de herbestemming vastgelegd. Vanuit een evaluatie van de sterkten en zwakten van de huidige toestand en een toetsing aan de markt wordt een hypothese van programma geformuleerd. In dat kader heeft Leiedal voor de stuurgroep een studiereis georganiseerd naar het Emscherpark, in het geïndustrialiseerde Ruhrgebied. Tijdens deze studiereis werden verschillende projecten bezocht die een vergelijkbare probleemstelling hadden als de elektriciteitscentrale in Zwevegem. Probleemoplossende dossiers
[A]
BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.5.3
Voor de gemeenten vormt het bijzonder plan van aanleg nog steeds een zeer belangrijk instrument voor het oplossen van concrete problemen inzake ruimtelijke ordening. Leiedal treedt daarbij op als ontwerper. In opdracht van het gemeentebestuur van Wevelgem heeft de intercommunale in 2002 vier BPA’s opgestart, waarbij een vernieuwende methodiek wordt toegepast. Om binnen elk BPA een logische ruimtelijke samenhang te verkrijgen, werden de bestaande BPA’s voor deze gebieden uitgebreid en herverdeeld. Bovendien werd ernaar gestreefd om de visie, de streefdoelen en de acties uit het gemeentelijk structuurplan over te brengen op het plangebied. Bij elk BPA werd daarom gewerkt binnen de volgende thema’s: 1. Versterken van de stedelijke condities in de kern, door hogere woonconcentraties en een hogere graad van functievermenging toe te laten (centrumfuncties). 2. Versterken van het open gebied met gemeenschapsvoorziening (rusthuis, scholen, etc.), door de bebouwde en verharde oppervlakte te beperken. 3. Versterken van de groenstructuur, door een parallelle structuur toe te voegen tussen de N8 en de Leievallei, die de woonverkavelingen verbindt met de gemeenschapsvoorzieningen. Bovendien werd gezocht naar manieren om de bouwblokken een ‘gezicht’ te geven en de toegangen ervan te accentueren. Om te kunnen beantwoorden aan de strikte timing voor subsidiëring hebben Leiedal en het gemeentebestuur extra inspanningen geleverd en verloopt de procedure voor deze vier BPA’s gelijktijdig.
Concentreren van de bebouwing langs de Kloosterstraat versus beperking van de bebouwing in het binnengebied. 58
Invoegen van een groenstructuur met voetgangers- en fietsendoorgang.
[B]
SECTORALE BPA’S ZONEVREEMDE BEDRIJVEN Voor Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Lendelede en Waregem heeft Leiedal in 2002 nieuwe fases opgemaakt van het sectorale BPA zonevreemde bedrijven, waarbij verschillende bedrijven nieuwe ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven verkregen. Deze sectorale BPA’s werden opgesteld in overeenstemming met de nieuwe juridische en planologische inzichten van de recente ministeriële omzendbrief en het nieuwe decreet voor de zonevreemde bedrijven. Dit nieuwe decreet heeft er overigens voor gezorgd dat er onder bepaalde voorwaarden onderhouds- en instandshoudingswerken kunnen worden uitgevoerd aan zonevreemde gebouwen, zonder dat daarvoor een sectoraal BPA of een bedrijfs-BPA opgemaakt hoeven te worden. Voor de heropbouw of uitbreiding van bedrijven zal zo’n plan in de toekomst wel nog noodzakelijk zijn.
[C]
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
De gehanteerde methodieken voor deze sectorale BPA’s zullen de basis vormen van specifieke beleidskaders voor zonevreemde bedrijven, die in de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen worden opgenomen. Bovendien hebben verschillende gemeenten aan Leiedal reeds de vraag gesteld om ruimtelijke uitvoeringsplannen op te starten, ter uitvoering van deze specifieke beleidskaders. In 2003 zullen de eerste RUP’s voor zonevreemde bedrijven worden opgemaakt. OVERLEG MET AVELGEM EN ZWEVEGEM OMTRENT WONEN EN DE N391 In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan wordt de Scheldevallei aangeduid als buitengebied. Dat betekent dat de ontwikkelingskansen er beperkt zijn en vooral gericht zijn op de bescherming van de open ruimte. Ook de ontsluiting van het gebied vormt een probleem, vooral op plaatsen waar het zware verkeer door de kernen moet. De gemeenten Avelgem en Zwevegem hebben rond deze materie in 2002 intergemeentelijk overleg georganiseerd. Leiedal heeft deze vergaderingen inhoudelijk voorbereid.
59
Avelgem Deerlijk Harelbeke
Kortrijk Kuurne
Lendelede
Menen
Waregem
❍ vroegere procedurestap
60
● procedurestap in 2002
Overmaken voor besluit
● ● ● ●
● ●
●
●
Besluit
Behandeling bezwaren
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ❍ ● ● ❍ ❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
Ontwerp
● ● ● ● ● ● ❍ ● ● ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
Voorontwerp
BPA Anzegem BPA 1 - Borreberg Anzegem BPA 4 - Torrebos Anzegem BPA 9A - Grote Leiestraat Anzegem BPA 11A - Stientjesstraat Ingooigem BPA 13 - Vossestraat Vichte BPA 4 - Lendedreef Vichte BPA 12 - Pareelstraat Vichte BPA 18 - Roodkapje Avelgem BPA 15 - Kapellekouter Kerkhove BPA 15 - Kaaistraat Deerlijk BPA 4D - Gavers Deerlijk BPA 33 - Tapuitstraat Harelbeke BPA 55 - Zuidstraat Harelbeke BPA 57 - Stationsplein Harelbeke BPA 58 - A. Pevernagestraat Harelbeke BPA 64 - Goederenkoer Hulste BPA 60 - Park Hulste BPA 63 - Bufferbekken Muizelstraat Aalbeke BPA 4 - LAR Kuurne BPA 7C - Tramstatie Kuurne BPA 19 - Kongostraat Kuurne BPA 26 - Heulebeek Lendelede BPA 1E - Dorpskom Lendelede BPA 8 - Spoelewielen Lendelede BPA 14 - Bergkapel Lauwe BPA 10 - Opstal Lauwe BPA 11 - Kranenbroek Lauwe BPA 15 - Leiestraat Beveren-Leie BPA 77A - Omloopstraat Beveren-Leie BPA 84 - Spijkerlaan Beveren-Leie BPA 93 - Leenakkerstraat Desselgem BPA 75A - Wedage Sint-Eloois-Vijve BPA 76A - Gentseweg Sint-Eloois-Vijve BPA 90 - Grottelaan Sint-Eloois-Vijve BPA 91 - Koekoekstraat Sint-Eloois-Vijve BPA 92 - Zonneveld Waregem BPA 84 - Weverstraat
Schetsontwerp
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Anzegem
Knelpuntennota
BPA-PROCEDURESTAPPEN IN 2002
Gemeente
[D]
● ● ● ❍ ●
● ● ●
❍ ❍
❍ ❍
❍ ❍
● ●
● ●
❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
● ❍ ❍ ❍ ● ❍
● ❍ ❍ ❍
● ● ❍ ●
● ● ●
❍
❍
●
❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍ ❍ ● ● ● ● ● ● ❍ ❍ ❍ ●
❍ ❍ ❍ ❍
❍ ❍ ❍ ❍
● ● ● ●
● ● ● ● ● ❍ ❍ ❍
● ● ● ● ● ❍ ❍ ❍
● ● ● ● ● ● ●
Overmaken voor besluit
Besluit
Ontwerp
Besluit
❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ● ❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ●
Ontwerp
Behandeling bezwaren Tweede voorontwerp
❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
Voorontwerp
Eerste voorontwerp
● ● ● ● ❍ ●
● ● ● ● ● ●
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Schetsontwerp Schetsontwerp
Knelpuntennota Bespreking bedrijven ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
●
● procedurestap in 2002
SECTORALE BPA’S ZONEVREEMDE BEDRIJVEN - SCHEMATISCH
Gemeente
[E]
● ● ● ● ● ● ❍ ●
❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
Moorsele BPA 14 - Windturbinepark Wevelgem BPA 26 - Marremstraat Wevelgem BPA 37 - Deken Jonckheerestraat Noord Wevelgem BPA 38 - Deken Jonckheerestraat Zuid Wevelgem BPA 39 - Artoisstraat Oost Wevelgem BPA 40 - Artoisstraat West Moen BPA 8 - Hulweg Zwevegem BPA 19 - Centrum
❍ vroegere procedurestap
● ● ● ● ● ● ❍ ●
Inventaris
Zwevegem
BPA
Gemeente Wevelgem
Anzegem 13 - sectoraal BPA Anzegem 13 - sectoraal BPA (tweede fase) Avelgem 14 - sectoraal BPA Deerlijk 28 - sectoraal BPA Deerlijk 29 - sectoraal BPA (tweede fase) Harelbeke 61 - sectoraal BPA Harelbeke 62 - sectoraal BPA (tweede fase) Kortrijk 84 - sectoraal BPA Lendelede 16 - sectoraal BPA Lendelede 17 - sectoraal BPA (tweede fase) Spiere-Helkijn 6 - sectoraal BPA Waregem 79 - sectoraal BPA Wevelgem 34 - sectoraal BPA Zwevegem 20 - sectoraal BPA Zwevegem 20 - sectoraal BPA (deel II) ❍ vroegere procedurestap
❍
❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
❍ ● ❍ ❍ ❍ ❍ ❍
❍
❍ ❍ ● ● ●
❍ ❍ ❍ ❍ ❍
● procedurestap in 2002
61
WERKGEBIEDEN
2.6
MOBILITEIT Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• Uitbouwen van de deskundigheid ‘mobiliteit’ binnen Leiedal. • Op gemeentelijk niveau: - studie en advies bij mobiliteitsplanning en mobiliteitsbeleid; - ondersteuning bij de opvolging en uitvoering van de gemeentelijke mobiliteitsplannen. • Op regionaal niveau: - opvolging van ontwikkelingen inzake verkeers- en overslaginfrastructuren. • Doel: naar een trendbreuk in automobiliteit en wegverkeer ten voordele van andere vervoerswijzen.
2.6.1
Gemeentelijke mobiliteitsplannen Momenteel heeft reeds 94% van de Vlaamse gemeenten het mobiliteitsconvenant met het Vlaamse Gewest ondertekend. Door dit convenant te onderschrijven, verklaren de verschillende betrokken partners, met name de gemeente, het Vlaamse Gewest, het provinciebestuur en de openbaarvervoermaatschappijen, dat zij de krachten zullen bundelen om op het niveau van de gemeente tot een doeltreffend mobiliteitsbeleid te komen. Een eerste stap om zo’n beleid uit stippelen, bestaat erin een gemeentelijk mobiliteitsplan op te maken. Dat verloopt in drie fasen. In een eerste verkennende fase, de oriëntatiefase, worden hogere plankaders beschreven, knelpunten verzameld en worden de visies van de partners met elkaar geconfronteerd. Deze fase mondt uit in een eerste document, de oriëntatienota. Vervolgens wordt in de synthesefase bijkomend onderzoek gevoerd om de mobiliteitsproblemen scherper te kunnen stellen. Dat resulteert meestal in een onderzoeksrapport. Tevens worden scenario’s uitgetekend voor een duurzaam gemeentelijk mobiliteitsbeleid, die neergeschreven worden in een synthesenota. De laatste fase is erop gericht om één scenario uit te werken tot een coherent actieprogramma, het beleidsplan. Daarbij beslissen de partners welke maatregelen genomen zullen worden, door wie ze worden uitgevoerd en hoe ze worden gefinancierd.
62
Deze vier nota’s vormen samen het gemeentelijke mobiliteitsplan. Zodra dit plan klaar is, kan de uitvoering op het terrein starten. Van dan af kan de gemeente ook projectnota’s indienen voor grote infrastructuurwerken, zoals de aanleg van nieuwe ringwegen, de herinrichting van een doortocht, de uitbouw van een veilige schoolomgeving, etc. Vroeger reeds heeft Leiedal een gemeentelijk mobiliteitsplan opgemaakt voor Zwevegem. Momenteel werkt de intercommunale zo’n plan uit voor Avelgem, Lendelede en Wevelgem. Bij de opmaak van mobiliteitsplannen situeert de taak van Leiedal zich vooral in de beleidsvoorbereidend: de opmaak van de documenten, de uitwerking van de scenario’s, de onderzoeksvoering en de voorbereiding van het overleg tussen de partners op de gemeentelijke begeleidingscommissie.
2.6.2
Gemeente
01/01/2002
01/01/2003
Ondernomen acties
Programma 2003
Wevelgem
synthesefase opgestart
opmaak beleidsplan
• onderzoeksrapport afgewerkt • synthesenota conform verklaard door de auditcommissie
• afwerking beleidsplan • goedkeuring van het mobiliteitsplan
Avelgem
opmaak oriëntatienota
synthesefase
• oriëntatienota conform verklaard door de auditcommissie • onderzoeksrapport: verkeerstellingen en bedrijvenenquête
• scholenenquête • afwerking synthesenota • opmaak beleidsplan
Lendelede
start proces
oriëntatiefase
• opmaak oriëntatienota
• afwerking oriëntatienota • opmaak onderzoeksrapport
Zwevegem
• goedgekeurd mobiliteitsplan (2000) • projectnota N391
projectnota N391 conform verklaard
• opvolging gemeentelijke begeleidingscommissies
uitvoering project N391
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Een stand van zaken van de lopende mobiliteitsplannen is opgenomen in de onderstaande tabel:
Link tussen mobiliteit en stedenbouw Mobiliteit is onlosmakelijk verbonden met ruimtelijke ordening. Alleen al het feit dat weinig mensen wonen waar ze werken, toont hoe afhankelijk iedereen geworden is van de mogelijkheid om zich te kunnen verplaatsen. Een doordacht ruimtelijk beleid stuurt de mobiliteit dus in belangrijke mate. Immers, “nabijheid is de beste vorm van mobiliteit”. Ook omgekeerd sturen vormen van mobiliteit de manier waarop we met de ruimte omgaan. Dat verklaart misschien de toename van het aantal baanwinkels langs de oude steenwegen. Ook al hebben het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en het mobiliteitsplan een eigen dynamiek, toch probeert Leiedal beide processen zo goed mogelijk met elkaar te integreren. In Avelgem en Wevelgem werden beide processen als één coherent verhaal voorgesteld tijdens informatievergaderingen voor de bevolking. Ook binnen de intercommunale worden beide plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Opties uit het gemeentelijk structuurplan worden ook in overweging genomen bij het uittekenen van scenario’s voor het mobiliteitsplan. Bij het zoeken naar locaties voor mogelijke nieuwe bedrijventerreinen of woongebieden wordt het aspect mobiliteit steeds in rekening gebracht. Ook omgekeerd wordt in de structuurplannen rekening gehouden met de gewenste mobiliteitsontwikkelingen.
63
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.6.3
Mobiliteitsstudie Hoog-Kortrijk Al meerdere jaren vormt het gebied Hoog-Kortrijk een belangrijke tertiaire ontwikkelingspool voor de regio. In hoog tempo werden grootschalige stedenbouwkundige ontwikkelingen gerealiseerd, zoals de universiteits- en hogeschoolcampus, de Hallen (nu Kortrijk Xpo), het Kennedypark en het Kinepolis-complex. Ook in de toekomst worden nog grote nieuwe inplantingen verwacht: de dienstenzone Beneluxlaan, de uitbreiding van Kortrijk Xpo, het nieuwe regionale ziekenhuis, etc. Zulke ontwikkelingen hebben uiteraard een niet geringe invloed op verkeer en mobiliteit. In een mobiliteitsstudie gaat Leiedal na wat die invloed bij de toekomstige ontwikkelingen kan betekenen. Via een grootschalige enquête en een verkeerstelling op de rotonde aan de Kennedylaan tijdens de ochtendspits heeft de intercommunale in 2002 de huidige verkeersstromen van en naar Hoog-Kortrijk in kaart gebracht. Met computermodellen werd berekend wat de maximum capaciteit van de rotonde is en voor welke rijrichtingen er zich problemen zullen voordoen bij de nieuwe ontwikkelingen. De bedoeling van de studie bestaat erin zicht te krijgen op de toekomstige verkeersstromen. Ze moet als aanzet dienen om samen met openbare besturen, de gevestigde bedrijven en De Lijn na te denken over de bereikbaarheid van HoogKortrijk in de toekomst.
2.6.4
Mobiliteit op regionaal niveau Naast het lokale mobiliteitsbeleid volgt Leiedal ook ontwikkelingen op regionaal niveau op de voet. De opvolgingscommissie mobiliteit, een initiatief van Leiedal, de vzw REBAK en het Overlegplatform van Parlementairen, staat in voor de opvolging op beleidsniveau van regionale ontwikkelingen op het vlak van verkeersinfrastructuur. Daarnaast is Leiedal ook vertegenwoordigd in de raad van beheer van de vzw Mobiel uit Kortrijk, die het fietsgebruik in de streek promoot.
De vzw Mobiel promoot het fietsgebruik in de streek, o.m. als alternatief voor het dichtslibbende stadsverkeer. 64
WERKGEBIEDEN
2.7
MILIEU EN NATUUR Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
2.7.1
Kenniscentrum duurzaam lokaal milieubeleid
[A]
MILIEUWETGEVING EN -TECHNIEKEN
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• Verdere profilering van Leiedal als koptrekker voor het lokale milieubeleid: - dienstenpakket in de lijn van de samenwerkingsovereenkomst (derde milieuconvenant); - onderzoek naar domeinen waar ad hoc intergemeentelijke samenwerkingsverbanden een reële meerwaarde kunnen bieden (vb. duurzaamheidsambtenaar, taken van groenbeheer, etc.). • Medewerking aan een regionaal netwerk rond milieubeleid: - regionale visie op milieuontwikkeling in de Kortrijkse regio. • Te onderzoeken samen met het provinciebestuur West-Vlaanderen: quid duurzaam integraal waterbeleid? - vertegenwoordiging van de gemeenten in het integraal waterbeheer en de werking van de (sub-) bekkencomités; - opmaak Dulo-waterplannen voor de gemeenten.
Leiedal volgt de uitgebreide en complexe milieuproblematiek en -wetgeving op de voet, zodat de intercommunale verder uitgroeit tot een kenniscentrum inzake duurzaam lokaal milieubeleid. De deskundigheid die Leiedal hiermee verwerft, komt niet alleen ten goede van de dienstverlening aan de gemeentebesturen, maar kan ook op andere vlakken worden ingezet. Zo wordt de intercommunale geregeld gevraagd om in diverse studie- en werkgroepen op provinciaal en Vlaams niveau te zetelen. Op die manier kan Leiedal een belangrijke signaalfunctie vervullen ten aanzien van de aangesloten gemeenten en de streek. Aanpassingen aan de milieuwetgeving worden opgevolgd, voor zover ze van belang zijn voor het lokale niveau. Belangrijk in 2002 waren hierbij de wijziging van het decreet op het natuurbehoud, het uitvoeringsplan inzake huishoudelijke afvalstoffen en de wijziging van het Vlaams Reglement op de Bodemsanering (Vlarebo). In het kader van het openbaar onderzoek dat de Vlaamse overheid organiseerde naar het ontwerp van nieuw Vlaams milieubeleidsplan (MINA-plan 3), heeft Leiedal samen met de gemeenten een reeks opmerkingen gebundeld, in het bijzonder inzake de samenhang tussen het Vlaamse en het gemeentelijke milieubeleid.
Leiedal bouwt zich verder uit tot een kenniscentrum voor duurzaam lokaal milieubeleid. 65
[B]
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MILIEU In 2002 ging de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de gemeenten van start. De twaalf gemeenten van het arrondissement Kortrijk hebben in juli 2002 deze overeenkomst ondertekend. Alle gemeenten hebben niveau 1 van de overeenkomst ondertekend, behalve Kortrijk, dat niveau 2 heeft onderschreven.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In oktober 2002 ontvingen alle gemeenten de voorlopige evaluatie van het milieujaarprogramma 2002, dat zij als onderdeel van de overeenkomst moesten indienen bij de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (AMINAL). Vrijwel geen enkele gemeente werd positief beoordeeld, ook niet in het arrondissement Kortrijk. Het aanvoelen was evenwel dat de evaluatie zich vooral had toegespitst op puur administratieve elementen en dat het inhoudelijke aspect van het milieujaarprogramma uit het oog werd verloren. In een delegatie met gemeenten heeft Leiedal hierover overleg gepleegd met het Kabinet van de Vlaams minister van Leefmilieu. Met de samenwerkingsovereenkomst worden de gemeenten gestimuleerd om een duurzaamheidsambtenaar aan te werven, die essentiële aspecten van een toekomstgericht milieubeleid in uitvoering brengt. Intergemeentelijke samenwerking hoort daarbij tot de mogelijkheden. In dat verband heeft Leiedal in maart 2002 een studiebezoek georganiseerd aan de milieudienst van de intercommunale IGEMO (Mechelen).
2.7.2
Dienstverlening en opdrachten voor de gemeenten
[A]
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST MILIEU De nieuwe samenwerkingsovereenkomst milieu, die van 2002 tot 2004 loopt, blijft een vrijwillig engagement dat gemeenten (of provincies) nemen ten aanzien van de Vlaamse overheid op het vlak van milieu. Daarbij krijgen zij financiële en inhoudelijke ondersteuning voor de taken die in de overeenkomst zijn opgesomd. Voor de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst kunnen de gemeenten bij Leiedal terecht voor dienstverlening op maat. De intercommunale heeft een aanbod uitgewerkt, gaande van algemene begeleiding, via adviesverlening tot de uitvoering van concrete taken. Dit aanbod werd in de loop van 2002 besproken met de gemeenten, met als doel een werkprogramma op te stellen. Deze afspraken zullen in 2003 verder geformaliseerd worden. Voor Deerlijk en Spiere-Helkijn heeft Leiedal het milieujaarprogramma 2002 opgesteld volgens de richtlijnen van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst. In Deerlijk en Kuurne heeft de intercommunale een begin gemaakt van een intern milieuzorgsysteem. Het milieubeleidsplan voor Deerlijk voor de periode 2002-2006, dat Leiedal in 2001 heeft opgemaakt in het kader van het tweede milieuconvenant, kon na het openbaar onderzoek in het voorjaar van 2002 vastgelegd worden door de gemeenteraad.
[B]
EROSIEBESTRIJDINGSPLANNEN De Vlaamse Regering keurde op 7 december 2001 een subsidiebesluit goed voor kleinschalige erosiebestrijdingsmaatregelen die door de gemeenten worden uitgevoerd. Gemeenten die af te rekenen hebben met bodemerosie kunnen in een gemeentelijk erosiebestrijdingsplan de prioritaire knelpunten weergeven en de maatregelen voor een brongerichte aanpak uittekenen. Daarbij wordt een intergemeentelijke aanpak aangemoedigd. Uit de erosiegevoeligheidskaarten blijkt dat het glooiende gebied tussen de Leie en de Schelde bijzonder kwetsbaar is voor erosie.
66
In het licht van een mogelijke gemeenschappelijke aanpak in het interfluvium werd in 2002 een werkgroep opgericht met Anzegem, Kortrijk, Menen en Zwevegem, de Afdeling Land van AMINAL, de gebiedswerking van de Provincie West-Vlaanderen en Leiedal. De intercommunale werkte een typebestek uit aan de hand waarvan de gemeenten een gespecialiseerd studiebureau kunnen aanstellen.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Geulerosie is een van de zichtbare vormen van bodemverlies door erosie in het golvend gebied tussen de Leie en de Schelde. (Foto Ecolas)
De stad Kortrijk en de gemeente Zwevegem hebben inmiddels aan studiebureau Ecolas uit Gent een opdracht toevertrouwd voor de opmaak van zo’n erosiebestrijdingsplan. Dit proces wordt verder opgevolgd en begeleid door Leiedal. [C]
ADVIESVERLENING VERGUNNINGSAANVRAGEN Milieuvergunningsaanvragen voor bedrijven kunnen binnen de intercommunale van een deskundig advies worden voorzien. Daarbij maakt Leiedal steeds een inschatting van de nodige vergunningsvoorwaarden, om de milieuhinder te beperken en in overeenstemming te brengen met de omgeving. Bij de behandeling wordt aan de hand van een plaatsbezoek nagegaan onder welke voorwaarden de inrichting geëxploiteerd kan worden in overeenstemming met de Vlarem-voorschriften. In 2002 heeft Leiedal op die manier een 20-tal milieuvergunningsaanvragen behandeld voor Deerlijk en Lendelede.
[D]
MILIEULUIK STEDENBOUWKUNDIGE DOSSIERS In het kader van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplanning heeft de Cluster Milieu en Natuur in 2002 voor drie gemeenten een sectorstudie natuur en landschap opgemaakt: voor Deerlijk, Kuurne en Lendelede. Op basis van een analyse van het bestaande landschap en de aanwezige natuurwaarden werden visies ontwikkeld en voorstellen uitgewerkt om natuurontwikkeling en landschapsopbouw ruimtelijk te verankeren in het structuurplan van de gemeente. Voor Avelgem en Menen heeft Leiedal een dossier opgemaakt voor een project ‘harmonisch parkbeheer’, rond het thema ‘verbindingen’.
2.7.3
Studies in opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen Als intergemeentelijk samenwerkingsverband krijgt Leiedal steeds meer de kans om studies uit te werken in opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen. Zo vervult de intercommunale een algemene begeleidingsopdracht voor de gebiedswerking milieu, ter ondersteuning van het gemeentelijke milieu- en natuurbeleid. Daarnaast Leiedal voert ook duidelijk afgebakende studieopdrachten uit: 67
[A]
GEÏNTEGREERDE GEBIEDSVISIE LEIEVALLEI WERVIK-KORTRIJK Op basis van een afsprakennota tussen de Provincie West-Vlaanderen, de betrokken gemeenten en de intercommunales Leiedal en wvi wordt werk gemaakt van een geïntegreerde gebiedsvisie voor de Leievallei tussen Wervik en Kortrijk. Een aantal deelaspecten uit dit proces werden als opdracht toevertrouwd aan Leiedal. Het betreft de opmaak van een basiskaart van het studiegebied, een landbouwstudie met een bevraging van de actieve landbouwexploitaties en de uitwerking van een recreatieve structuur.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In 2002 kon Leiedal deze drie opdrachten grotendeels afwerken. In 2003 zal dit proces zich verder toespitsen op het samenbrengen van de diverse gebruiksvormen (landbouw, natuur, recreatie, etc.) in een geïntegreerde gebiedsvisie. Dat kan tevens het startsein betekenen voor een uitbreiding van deze benadering naar de Leievallei tussen Kortrijk en Waregem.
De Leievallei tussen Wervik en Kortrijk biedt mogelijkheden voor een veelzijdige inrichting.
[B]
OPEN STADSRANDBOS WAREGEM-WIELSBEKE In opdracht van de Provincie West-Vlaanderen, het Vlaamse Gewest, de stad Waregem en de gemeente Wielsbeke hebben Leiedal en de wvi in de loop van 2001-2002 een studie opgemaakt voor de inplanting van een open stadsrandbos tussen Waregem en Wielsbeke. Deze studie schetst een toekomstbeeld voor dit deel van de Leievallei. Het eindrapport werd in 2002 voorgesteld aan de gemeenteraden en milieuraden van zowel Waregem als Wielsbeke. De resultaten worden meegenomen in de afbakening van het kleinstedelijk gebied Waregem en de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen van beide gemeenten.
[C]
LANDSCHAPPELIJKE INTEGRATIE VAN RUIMTELIJKE INGREPEN In uitvoering van het provinciaal milieubeleidsplan organiseert de Provincie West-Vlaanderen een vormingscyclus rond ‘ecologisch groenbeheer’ voor lokale besturen. In de voorbije twee jaar ging de aandacht daarbij uit naar graslandbeheer. Voor 2002 werd gekozen voor de landschappelijke integratie van ruimtelijke ingrepen en de betekenis van kleinschalige landschapselementen. Vooral de inkleding van bedrijventerreinen en andere grootschalige ingrepen in het landschap wordt door de gemeenten als een knelpunt ervaren.
68
Leiedal werd door het provinciebestuur aangesteld als penhouder bij de uitwerking van een werkkader voor de gemeenten. In een kleine werkgroep werden in 2002 de knelpunten en de mogelijkheden voor inkleding en integratie bediscussieerd. In het voorjaar van 2003 wordt een landschapsexcursie georganiseerd voor de gemeentelijke diensten, waarbij het werk-
kader laat zien hoe ruimtelijke ingrepen gekaderd kunnen worden aan de hand van kleinschalige landschapselementen, zoals hagen, houtkanten en bomenrijen.
2.7.4
Andere regionale dossiers
[A]
ALTERNATIEVE BEVOORRADING PROCESWATER
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In 2001 heeft Leiedal in opdracht van AMINAL een studieopdracht uitgevoerd naar alternatieve mogelijkheden om de (textiel-)industrie met geschikt proceswater te bevoorraden. In het verleden konden deze bedrijven in onze regio probleemloos grondwater van goede kwaliteit winnen. Door overexploitatie is het peil van de Sokkel in de regio evenwel tot een alarmerend peil gedaald. Op basis van deze studie hebben de stad Waregem en de vzw REBAK vervolgens een STEM-project ingediend bij de Vlaams minister van Economie, met als doel oplossingen uit te werken voor drie gevestigde textielbedrijven. In de praktijk liep dit STEM-project vast op een vraag van de betrokken bedrijven naar een financiële inbreng van het Vlaamse Gewest. Het Vlaamse Gewest stelde zich echter vragen bij de louter lokale aanpak van de Waregemse bedrijven. Tijdens een plenaire vergadering met alle betrokken partijen heeft Leiedal het aanbod geformuleerd om het Waregemse project te herdefiniëren tot een regionaal dossier. Via deze regionale aanpak zouden ook andere bedrijven uit de regio met proceswater bevoorraad kunnen worden. Tevens dient nagegaan welke tussenkomst van overheidswege noodzakelijk is om dit project economisch haalbaar te maken. Samen met de VMW, Aquaplus en de stad Waregem heeft Leiedal een nota voorbereid, als basis voor een projectmatige aanpak. Deze nota werd op 16 december 2002 voorgesteld aan de betrokken bedrijven. Intussen hebben zowel het Kabinet van de Vlaams minister van Economie als het Kabinet van de Vlaams minister van Leefmilieu een investeringssteun toegezegd, zodat het project nu verder georganiseerd kan worden. [B]
INTEGRAAL WATERBEHEER
Een belangrijk aspect van integraal waterbeheer bestaat erin de woonomgeving te beschermen tegen wateroverlast. 69
Leiedal is actief betrokken bij het regionale waterbeleid in het Leiebekken. De intercommunale vertegenwoordigt de gemeenten in de ambtelijke stuurgroep van het Bekkencomité van de Leie. Van daaruit heeft Leiedal ook een adviserende stem bij de opmaak van het bekkenbeheersplan voor de Leie, in het bijzonder bij de omgevingsanalyse die hiervoor wordt gemaakt. In dat licht is ook het project ‘Rivierherstel Leie’ van belang, een initiatief van de Administratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) naar aanleiding van de Leiewerken.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Binnen het integraal waterbeheer zullen op deelbekkenniveau DuLo-waterplannen opgemaakt moeten worden. De opmaak van zo’n duurzaam lokaal waterplan is overigens ook als taak opgenomen in de cluster water van de milieusamenwerkingsovereenkomst. Omdat de grenzen van de deelbekkens niet samenvallen met de gemeentegrenzen, hebben de Provincie West-Vlaanderen en de intercommunales Leiedal en wvi beslist om deze nieuwe planvorm gezamenlijk te organiseren. Concreet zou Leiedal zich organiseren om deze plannen op te maken namens de gemeenten. Op termijn kan dit leiden tot de uitbouw van een nieuwe specialiteit ‘lokaal waterbeleid’ binnen Leiedal. [C]
GRENSOVERSCHRIJDEND MILIEUOVERLEG Een van de actievoorstellen opgenomen in de ontwerpstrategie voor een grensoverschrijdende metropool (zie ook bij ‘grensoverschrijdende samenwerking’) betrof de oprichting van een grensoverschrijdend observatorium voor waterkwaliteit, het zogeheten “Observatoire de l’Eau”. De bedoeling bestaat erin om zowel de Franse, Waalse als Vlaamse waterbeheerders samen te brengen in een overleggroep rond grensoverschrijdende waterproblemen. Daarbij coördineert Leiedal de Vlaamse inbreng. Tijdens de eerste vergaderingen, die in 2002 plaatsvonden, werden de doelstellingen van het observatorium scherpgesteld. In een eerste fase staan informatie- en ervaringsuitwisseling centraal. Op termijn kunnen ook gezamenlijke acties en projecten worden gedefinieerd. Een specifiek aandachtspunt dat behandeld werd, betreft de peilhoogte van de Carboonkalk in Zuid-West-Vlaanderen, Henegouwen en Noord-Frankrijk. Vanuit het oogpunt van waterbevoorrading in de toekomst dient deze strategische waterlaag in een gezamenlijk beheer tegen overexploitatie beschermd te worden. In een latere fase zullen ook aspecten van waterkwaliteit, integraal waterbeheer en drinkwaterbevoorrading aan bod komen.
70
WERKGEBIEDEN
2.8 OPENRUIMTEBELEID, LANDSCHAPSOPBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
2.8.1
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• De Kortrijkse regio heeft nood aan een visie op een regionale groenstructuur: - die moet kaderen in een visie op de open ruimte; - die fasegewijs moet worden ingevoerd. • Drie zones kunnen onderscheiden worden: - de centrale, verstedelijkte band langs de Leie: randstedelijke groengebieden, openruimtecorridors, groen in de stad; - de noordelijke zone, gekenmerkt door versnippering: vormgeven via vernieuwende landschapsontwikkeling; - de open ruimte in het zuiden: behouden en versterken van bestaande landschapsstructuren. • Stimuleren van projecten, zoals het stadsrandbos.
Openruimtebeleid en landschapsopbouw Net zoals de bebouwde ruimte heeft de open ruimte nood aan een beleidsmatige benadering, waarin de diverse openruimtefuncties hun plaats krijgen. Binnen de open ruimte is het landschap veelal het overkoepelende begrip dat de kwaliteit van de ruimte bepaalt. Landschap staat als studiegebied nooit op zich, maar heeft a priori raakvlakken met stedenbouw, milieubeleid, natuurontwikkeling, etc. Door ‘openruimtebeleid en landschapsopbouw’ als afzonderlijk werkgebied op te nemen in het Beleidsplan 2002-2007, wil Leiedal benadrukken dat hieraan in de komende jaren een bijzondere aandacht zal worden besteed. In het kader van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplanning wil Leiedal samen met de gemeenten werken aan een regionaal landschapsconcept. Dit concept moet vertaald worden naar een regionale groenstructuur die de open ruimte mee organiseert en ook toegankelijk maakt voor een recreatief medegebruik. Hiervoor werkt de intercommunale samen met de Onderzoeksgroep Stedelijkheid en Architectuur + Stedenbouw (OSA+), onder leiding van Prof. Bruno De Meulder (zie ook bij ‘stedenbouw’). Samen met het gemeentebestuur van Zwevegem werd beslist een pilootproject op te zetten in het glooiende landschap tussen de Leie en de Schelde. Ook bij de opdrachten die Leiedal uitvoert in opdracht van het provinciebestuur West-Vlaanderen gaat een grote aandacht uit naar aspecten van landschap en beeldkwaliteit (zie ook bij ‘milieu en natuur’). In het denkwerk rond de geïntegreerde gebiedsvisie voor de Leievallei tussen Wervik en Kortrijk is het begrip beeldkwaliteit als bijzonder aandachtspunt opgenomen. Inzake landschappelijke integratie wordt een werkkader opgesteld voor lokale besturen, dat hen moet ondersteunen om ruimtelijke ingrepen te kader in het landschap met behulp van kleinschalige landschapselementen. Ten slotte mag ook de studie naar de inplantingsmogelijkheden voor windturbines in de Kortrijkse regio, die Leiedal in 2001-2002 heeft opgemaakt, onder de noemer landschapszorg gerekend worden.
2.8.2
Regionale groenstructuur en groenprojecten Ook al is het globale concept nog niet uitgetekend, toch zijn er reeds een aantal locaties in uitbouw die later in de regionale groenstructuur zullen worden opgenomen. Het stadsrandbos ‘De Preshoek’ in Kortrijk-Menen is daar een voorbeeld van. In 2002 kende dit project zijn effectieve start, met de eerste grondaankopen door de Vlaams minister van Leefmilieu en de organisatie van de eerste beplantingsacties. De REBAK-werkgroep ‘stadsrandbos Kortrijk’, waarin ook Leiedal zetelt, heeft dit dossier permanent opgevolgd. Daarbij werd geregeld gerapporteerd over de flankerende studie naar de gevolgen voor de landbouw in de perimeter van het stadsbos. 71
In de Scheldevallei werd het natuurinrichtingsproject ‘West-Vlaamse Scheldemeersen’ van de Afdeling Natuur van AMINAL en de VLM opnieuw ingesteld. Dit project is er onder meer op gericht om het meersenkarakter van dit circa 470 ha grote gebied in Avelgem en Spiere-Helkijn te herstellen. In de loop van 2002 hebben Avelgem en Spiere-Helkijn het projectrapport in openbaar onderzoek bekendgemaakt. Leiedal maakt als externe deskundige deel uit van de projectcommissie. Een belangrijk aandachtspunt was ten slotte de eerste fase van de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Dat beslaat circa 86.740 ha voor Vlaanderen, waarvan zo’n 580 ha in het arrondissement Kortrijk. Het VEN is bedoeld om de bestaande natuurwaarden en de open ruimte in Vlaanderen te beschermen en verder te ontwikkelen. Het omvat de belangrijkste natuur- en bosgebieden, die met elkaar verbonden worden tot grote groene gehelen. In deze VEN-gebieden krijgt de natuur een bijkomende bescherming en worden er instrumenten ingezet zodat eigenaars en beheerders mogelijkheden en middelen krijgen om de natuur in stand te houden. Plattelandsontwikkeling
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.8.3
Binnen het plattelandsontwikkelingsprogramma van de Provincie West-Vlaanderen wordt een planningsdocument opgesteld voor plattelandsbeleid. In voorbereiding daarvan organiseert het provinciebestuur workshops, waaraan Leiedal deelneemt als ervaringsdeskundige. Deze workshops moeten Leiedal meteen ook extra deskundigheid bijbrengen, zodat de intercommunale in de toekomst kan participeren in geïntegreerde projecten voor plattelandsontwikkeling in de buitengebieden van de Kortrijkse regio. De Provincie West-Vlaanderen nam in 2002 tevens het initiatief om een leefbaarheidsstudie en een actieprogramma uit te werken voor het interfluvium tussen de Leie en de Schelde. Leiedal was adviserend betrokken bij de opmaak van deze studie. In het bijzonder werd de intercommunale gevraagd om het actieprogramma voor de thema’s wonen en mobiliteit concreet uit te werken.
In 2002 werden de eerste beplantingsacties georganiseerd voor het stadsbos “De Preshoek” in Kortrijk-Marke. 72
WERKGEBIEDEN
2.9
TOERISME EN RECREATIE Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
2.9.1
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• De activiteiten van Leiedal op het vlak van toerisme en recreatie worden ontwikkeld in nauwe samenspraak met het provinciebestuur West-Vlaanderen, dat in deze materie leidinggevend is. • Streven naar meer recreatieve mogelijkheden voor de regio: - inschakelen in de doelstellingen van het strategisch toeristisch beleidsplan voor de Leiestreek; - stimuleren van overheden op andere niveaus. • Prioriteit: de ontwikkeling van een regionaal fietsroutenetwerk, ingebed in een ruimer (grensoverschrijdend) verband (Interreg-III-project). • Stimuleren van de ontwikkeling van een nieuwe generatie aan (provinciale) groendomeinen.
Toeristisch-recreatieve samenwerkingsverbanden Samen met het provinciebestuur West-Vlaanderen werkt Leiedal mee aan de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de Kortrijkse regio. Twee intergemeentelijke initiatieven worden daarbij ondersteund. De twaalf gemeenten van het arrondissement Kortrijk maken deel uit van de vzw Toerisme Leiestreek. Deze vzw promoot de toeristisch-recreatieve troeven van de Leiestreek, die zich uitstrekt van Wervik tot Gent. Sinds 2001 is Leiedal bij deze vzw aangesloten als private partner, wat een intensieve samenwerking mogelijk maakt. Voor de specifieke toeristische uitbouw van de Scheldestreek hebben de vijf Scheldegemeenten (Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Spiere-Helkijn en Zwevegem) samen een aparte VVV opgericht, die promotioneel geïntegreerd is binnen de koepel van de vzw Toerisme Leiestreek. Binnen de VVV West-Vlaamse Scheldestreek vervult Leiedal een consulentenrol in de raad van beheer. Momenteel maakt Westtoer, het West-Vlaamse provinciebedrijf voor toerisme en recreatie, een strategisch beleidsplan toerisme en recreatie op voor de Leiestreek. Alle lokale actoren worden actief betrokken bij dit proces, dat moet uitmonden in een concreet actieplan. Ook Leiedal werd gevraagd om haar terreinkennis ter beschikking te stellen. In 2002 heeft de intercommunale in dat verband een werkgroep rond recreatie voorgezeten, die de recreatieve noden van de regio in kaart bracht. De conclusie en aanbevelingen vanuit deze werkgroep zullen nu meegenomen worden in het verdere denkwerk rond het strategische beleidsplan.
2.9.2
Regionaal fietsnetwerk De idee van een recreatief fietsnetwerk is gegroeid uit het GROOtSTAD-project, dat een ontwikkelings- en ordeningsschema beoogt voor het Frans-Belgische metropoolgebied (zie ook bij ‘grensoverschrijdende samenwerking’). In samenspraak met de Provincie West-Vlaanderen en de regiowerking van Westtoer zal Leiedal een recreatief fietsnetwerk uitwerken voor het gebied tussen de Leie en de Schelde in het arrondissement Kortrijk - een fietsroutenetwerk dat opgenomen kan worden in een ruimer grensoverschrijdend verband van wandel-, fiets- en ruiterpaden. Hiervoor heeft de intercommunale zich ingeschreven in een Interreg-IIIA-projectvoorstel, samen met de Provincie Oost-Vlaanderen, de intercommunale IDETA (Tournai) en de Conseil Général du Nord (Noord-Frankrijk). In dit dossier, dat inmiddels werd goedgekeurd door het Interreg-secretariaat, zal Leiedal ook een uitvoeringsdossier samenstellen voor de realisatie van het fietsnetwerk. Voor dit project wordt een fietscoördinator aangetrokken voor een periode van drie jaar. Eind 2002 lanceerde de Vlaams minister van Toerisme het Leie-actieplan. Daarmee wil de minister de Leievallei en de overige waterlopen en kanalen in het valleigebied toeristisch opwaarderen. Ook in dit plan vormt een fietsnetwerk het overkoepelende element. Leiedal zal de uitvoering van het Interreg-project dan ook afstemmen op de opties uit het Leieactieplan. In het voorjaar van 2003 worden hierover werkafspraken vastgelegd met Westtoer. 73
2.9.3
Grensoverschrijdend riviertoerisme De aanwezigheid van waterlopen en kanalen stelt de Kortrijkse regio in staat om te investeren in mogelijkheden voor riviertoerisme, als manier om de streek te verkennen. Een projectidee dat in dat kader wordt uitgewerkt, bestaat erin het Spierekanaal tussen de Deule en de Schelde opnieuw bevaarbaar te maken voor de pleziervaart. Leiedal werkt actief mee aan de voorbereidingen van dit project. Door de zware investeringen die hiermee gepaard gaan -vooral aan Franse en Waalse zijde- kon nog geen adequaat financieringsmechanisme gevonden worden.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Aan Vlaamse zijde is vooral de continuïteit van de jaagpaden op de boorden van het Spierekanaal en de Schelde van belang. De ‘missing links’ die nu nog bestaan enerzijds tussen Spiere en Warcoing en anderzijds tussen Spiere en Helkijn zullen mee opgenomen worden in het globale fietsnetwerk dat de intercommunale zal uittekenen in het kader van Interreg IIIA. Aan Franse zijde werd in 2002 een specifieke studie opgestart: PADDE (Plan d’Aménagement du Canal de la Deule à l’Escaut). Deze studie is erop gericht om de kanaalomgeving op te waarderen, waarbij het kanaal op zich als hefboom wordt gebruikt. Het blijkt immers dat de bevaarbaarheid van het kanaal en de gebruiksmogelijkheden ervan voor diverse watergebonden activiteiten cruciaal zijn voor de economische heropleving van deze buurt. Leiedal participeert in de stuurgroep van het PADDE-project en pleegt hiervoor geregeld overleg met de gemeente Spiere-Helkijn en de Provincie West-Vlaanderen.
De uitbouw van de jachthaven in Waregem is een hefboom voor het grensoverschrijdende riviertoerisme. 74
WERKGEBIEDEN
2.10 ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
2.10.1
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• Begeleiding van de gemeenten bij het ontwikkelen en onderhouden van een performante interne ICT-structuur: - ondersteunen van ICT-toepassingen als basis voor kwaliteitszorg en interne organisatie; - onderzoek van de mogelijkheden voor een subregionale ICT-structuur. • Ondersteuning van de gemeenten inzake geografische informatiesystemen: - ondersteuning bij zowel de strategische beleidskeuzes als bij de praktische uitvoering ervan; - begeleiding van de gemeenten bij de opmaak van een Grootschalig Referentiebestand. • Expertise- en incubatiecentrum voor lokaal e-government: - opzetten van pilootprojecten samen met geïnteresseerde gemeenten en verspreiding van de resultaten ervan naar andere gemeenten uit de regio; - aandacht voor het dichten van de digitale kloof.
Lokaal e-government In 2001 heeft Leiedal, samen met de informatieambtenaren en systeemverantwoordelijken van de aangesloten gemeenten, een reeks pilootprojecten gedefinieerd, die de gemeentebesturen in staat moeten stellen om een weldoordacht lokaal e-government uit te bouwen. Dit systeem van pilootprojecten vormt voor de gemeenten een interessante methodiek. Door in een pilootproject te stappen, kan een gemeentebestuur zelf keuzes maken volgens de beleidsaccenten, de grootte van de gemeente, etc. Daarbij worden de kosten en inspanningen gedeeld. De intercommunale financiert de ontwikkelings- en begeleidingskosten vanuit het ICT-fonds. De pilootgemeente werkt actief mee aan de ontwikkeling van het project, vanuit het besef dat zulke projecten geen kant-en-klare producten zijn en dat er heel wat tijd in geïnvesteerd moet worden. Eens zo’n project tot een afgewerkt product leidt, kan Leiedal dit verdelen naar andere geïnteresseerde gemeenten. Die nemen dan de kosten voor de ingebruikstelling op zich. Op die manier heeft Leiedal in 2002 drie pilootprojecten aangepakt, grotendeels in het kader van de restyling van de Digitale Regio Kortrijk (zie ook verder).
[A]
PRODUCTENCATALOGUS Vooraleer een gemeente bepaalde diensten elektronisch kan aanbieden, is het belangrijk dat de inwoners een duidelijk beeld hebben van de diverse vormen van dienstverlening waarvoor ze bij het gemeentebestuur terechtkunnen. Daarom werd de idee ontwikkeld om een gemeentelijke productencatalogus uit te werken - een overzicht op het internet van alle mogelijke diensten die de gemeente aanbiedt, opgesteld volgens een vast stramien: voor wie is de dienstverlening bedoeld, waar kan men ervoor terecht, welke stappen moet men ondernemen, welke kosten zijn er eventueel aan verbonden, etc. In 2002 heeft Leiedal een catalogusmodule ontwikkeld, die de gemeenten in staat stelt hun productcatalogus uit te bouwen. Tegelijk werd met Harelbeke en Kortrijk een pilootproject opgestart voor de inhoudelijke invulling van de productencatalogus. De uitdaging bestond er hier in om een uniforme, correcte en begrijpelijke steekkaart op te stellen voor de diverse vormen van dienstverlening: aanvraag van een milieuvergunning, aanvraag van een reispas, inschrijvingen voor een sportkamp, etc. Het resultaat van dit werk is intussen reeds te zien op verschillende gemeentelijke websites.
[B]
ELEKTRONISCHE DIENSTVERLENING: HET VIRTUELE LOKET Voor “beperkte” toepassingen, zoals aanvragen voor het gebruik van gemeentelijke infrastructuur (zalen in ontmoetingscentra, etc.) of de inschrijving voor een debatavond, heeft Leiedal in het kader van de DRK-restyling een formuliereneditor 75
ontwikkeld. Die biedt de internetredacteuren binnen de gemeenten de mogelijkheid om zelf eenvoudige elektronische formulieren te genereren en te beheren. Deze toepassing is vooral nuttig voor vormen van dienstverlening die niet gelinkt zijn aan back-office-systemen en waarvoor de handtekening van de aanvrager niet vereist is. Voor alle overige toepassingen (a priori de dienstverlening binnen de dienst Burgerzaken) dient uitgekeken naar een systeem dat de nodige beveiligingsgaranties biedt. In dat kader heeft Leiedal het aanbod op de markt geëvalueerd voor de gemeenten en de systemen van de twee belangrijkste aanbieders van dit moment vergeleken: Certipost en Cevi. Op die manier kunnen de gemeenten op basis van objectieve gegevens zelf hun keuze maken. In 2002 hebben Kortrijk en Anzegem voor het Certipost-systeem geopteerd. De overige gemeenten hebben hun beslissing uitgesteld tot er meer duidelijkheid bestaat over de digitale identiteitskaart en de mogelijkheden daarvan. [C]
CENTRAAL ADRESSENBESTAND
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Steeds meer gemeentebesturen ervaren de noodzaak om de adressenbestanden waarover zij beschikken, te centraliseren. Er gaat immers heel wat energie verloren aan het opsporen van dubbele informatie en het verbeteren van foutieve gegevens die op verschillende plaatsen zijn opgeslagen. Door verschillende adressenbestanden te hanteren, verhoogt bovendien het risico op fouten, die door de inwoners hard worden aangerekend. Gemeentebesturen, en zeker de dienst Burgerzaken, worden door de burger tenslotte bij uitstek beschouwd als de beheerder van persoonsgebonden informatie. Daarom hebben het gemeentebestuur van Avelgem en Leiedal in 2002 een pilootproject opgestart voor de uitwerking van een centraal adressenbestand. Het project bestaat uit drie onderdelen: • de bestaande adressenbestanden binnen het bestuur inventariseren en samenbrengen in één bestand; • de bestaande adresinformatie koppelen aan het lokale bevolkingsbestand, zodat te allen tijde correcte adresinformatie beschikbaar is; • onderzoeken in welke mate deze koppeling ook doorgevoerd kan worden voor adressenbestanden op de gemeentelijke website, zodat ook die gegevens steeds actueel zijn. Dit pilootproject wordt afgewerkt in 2003 en zal een methodiek opleveren die door andere gemeenten overgenomen kan worden.
De aangesloten gemeenten kunnen bij Leiedal terecht voor advies en bijstand bij de uitbouw van een aangepaste ICTstructuur. 76
2.10.2
ICT-begeleiding gemeenten Naast de methodiek van pilootprojecten ondersteunt Leiedal de aangesloten gemeenten tevens bij het dagelijkse ICT-beleid en -beheer. Vooral kleinere gemeenten zijn op het vlak van ICT niet in de eerste plaats op zoek naar experimenten, maar willen een antwoord op de vraag: voldoet onze ICT-structuur aan de huidige ontwikkelingen, kan die de nieuwe evoluties bijhouden? Voor een antwoord daarop kunnen de aangesloten gemeenten sinds 2000 terecht bij Leiedal. In 2002 werd deze dienstverlening geconcretiseerd in een duidelijk omschreven aanbod van ICT-begeleiding aan de gemeenten. Daarbij vertrekt de intercommunale vanuit de specifieke kennis van de aangesloten gemeenten en de eigen expertise, om op een objectieve manier advies en begeleiding te verlenen, zodat de gemeenten nieuwe technologieën optimaal kunnen integreren in hun bestuur. Leiedal stelt zich daarbij op als objectieve, onafhankelijke raadgever en is geen leverancier van hard- en software. Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het aanbod van Leiedal aan de gemeenten omvat drie fasen: • een eerste oriënterend onderzoek (gefinancierd vanuit het ICT-fonds, geen meerkost voor de gemeente); • een verder onderzoek met aanbevelingen (aan uurtarief); • begeleiding en hulp bij de realisatie van het gemeentelijke ICT-beleid (aan uurtarief). In 2002 heeft Leiedal op die manier een eerste oriënterend onderzoek uitgevoerd voor Kuurne, Avelgem en Spiere-Helkijn. Voor Kuurne en Avelgem heeft de intercommunale het ICT-beheer en -beleid algemeen doorgelicht aan de hand van interviews met sleutelpersonen uit de diverse gemeentelijke diensten. Deze interviews werden gebundeld in een synthesenota, die een aantal aanbevelingen en suggesties bevat op korte en middellange termijn. In Spiere-Helkijn, dat aan een vernieuwing van de hardware en datacommunicatiemiddelen toe was, heeft Leiedal de gemeente ondersteund bij de onderhandelingen met verschillende leveranciers. 2.10.3
Digitale Regio Kortrijk De Digitale Regio Kortrijk (DRK, www.drk.be) is het internetproject van de twaalf gemeenten van het arrondissement Kortrijk en Leiedal, dat de officiële websites van de gemeenten bundelt in een regionale koepel, aangevuld met een portaalsite voor de Kortrijkse regio. De eerste versie van de DRK dateert van 1996; in 1999 werd een tweede versie gelanceerd. In 2001 heeft Leiedal de aanzet gegeven voor een volledige restyling van de DRK, een proces dat in januari 2003 kon worden afgerond met de lancering van de nieuwe, derde versie van de websites. De restyling werd voorbereid in een ruime werkgroep met gemeentelijke functionarissen en uitgewerkt door Group94, een websiteontwikkelaar uit Gent. De stad Kortrijk trad hierbij op als pilootstad.
In de nieuwe versie van de DRK kregen de websites niet alleen een nieuwe, hedendaagse lay-out, ook het inhoudelijke luik en de technische onderbouw werden grondig herzien. 77
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Een eerste belangrijke vernieuwing betreft de lay-out van de websites. De DRK-websites kregen een hedendaagse basisvormgeving mee, waarbij de gemeenten zelf een eigen kleurgebruik konden inbouwen, aangepast aan hun gemeentelijke huisstijl. De inhoud van de websites werd zoveel mogelijk afgestemd op de leef- en denkwereld van de bezoeker. Het basismenu omvat vier thema’s: wonen en leven, leren en studeren, werken en ondernemen, en ontspannen en genieten. Naast deze ‘vraagzijde’, konden de gemeenten indien gewenst ook een ‘aanbodzijde’ inbouwen. Daarin stelt de gemeente zich voor vanuit haar eigen organisatie. Mochten bezoekers ondanks deze uitgebreide navigatiemogelijkheden toch niet meteen vinden wat ze zoeken, dan kunnen ze gebruik maken van het nieuwe zoeksysteem. Dat houdt rekening met vooraf gedefinieerde trefwoorden, wat de relevantie van de zoekresultaten gevoelig vergroot. Binnen de restyling van de DRK stond het gebruiksgemak voor de gemeenten centraal. De gemeentebesturen staan immers zelf in voor de uitbouw van hun website, zodat de informatie bij de bron wordt uitgewerkt en geactualiseerd. Het nieuwe ‘content management’-systeem, Mick94, stelt de gemeentelijke medewerkers in staat om de webpagina’s bij te houden zonder dat zij de technische aspecten van het internet onder de knie hoeven te hebben. Bovendien zijn de websites database-gestuurd. Dat betekent dat alle informatie, alle gegevens opgeslagen zitten in een databank en niet gekoppeld zijn aan de webpagina’s waarop de gegevens worden getoond. Eventuele wijzigingen aan gegevens moeten dan ook maar op één plaats worden aangebracht, met name in de databank, en niet op elke pagina waarop de gegevens worden gepubliceerd. Het DRK-project blijft een goed voorbeeld van hoe de gemeenten en Leiedal door samenwerking belangrijke schaalvoordelen kunnen creëren, niet in het minst de beperkter kosten voor ontwerp en technische ondersteuning. De totale externe investeringskost voor de DRK-restyling (programmering en lay-out) bedroeg 115.000 euro. Het totale project wordt gefinancierd vanuit twee fondsen: • het DRK-fonds, waartoe de gemeenten jaarlijks gezamenlijk 75.000 euro bijdragen voor de housing, het onderhoud en de begeleiding; • het ICT-fonds, dat Leiedal heeft aangelegd vanuit de reserves van de intercommunale en dat dient om nieuwe ontwikkelingen op het vlak van ICT te financieren. 2.10.4
Geografische informatiesystemen Met geografische informatiesystemen (GIS) kan vrijwel alle informatie met een adres- of ruimtelijke component grafisch worden voorgesteld en geanalyseerd, door de koppeling van databanken aan digitaal kaartmateriaal. Leiedal poogt de behoeften van de gemeenten op het vlak van GIS te coördineren en te vertalen naar hogere besturen en leveranciers van kaartmateriaal. Tegelijk werkt de intercommunale mee aan de implementatie en integratie van GIS-systemen in de gemeentelijke diensten. De intergemeentelijke werkgroep geo-informatie (IGGI) werd in 2002 verder uitgebouwd tot een overleg- en inspraakorgaan van en voor de GIS-coördinatoren van de aangesloten gemeenten. In het licht van de grote evoluties inzake GIS (zowel op Vlaams niveau als inzake toepassingen) werden geregeld experts uitgenodigd om een toelichting te geven. Belangrijke thema’s die daarbij aan bod kwamen, waren het opzetten van een intranet-GIS (o.m. in samenwerking met Telepolis Antwerpen), de problematiek van het bijhouden van basiskaarten, het Grootschalig Referentiebestand van Harelbeke, het beheer van begraafplaatsen en het skeletbestek. In september brachten de GIS-coördinatoren samen een bezoek aan de CAD-CAM-beurs in Kortrijk.
78
In 2002 heeft het Overkoepelend Centrum GIS-Vlaanderen, op vraag van de steden en gemeenten, het initiatief genomen om een GIS-bestand aan te maken met de (gewijzigde) gemeentegrenzen. In dat kader werden alle Vlaamse gemeenten opgeroepen om de bestaande datalaag te evalueren. Op initiatief van Leiedal hebben de gemeenten van het arrondissement Kortrijk het bestand gezamenlijk geëvalueerd en gecorrigeerd, zodat de digitale gemeentegrenzen van de Kortrijkse gemeenten nu samenvallen met de percelenbestanden. Dit bestand wordt midden 2003 door de Vlaamse overheid verspreid in Vlaanderen.
Het bedrijventerrein-inventarisatiesysteem van het arrondissement Kortrijk (BISK), een databasegestuurde intranettoepassing die Leiedal in 2001-2002 ontwikkelde voor het beheer van informatie over bedrijventerreinen, is tijdens de 17de ESRI User Conference voor professionele GIS-gebruikers (oktober 2002, Blankenberge) in de prijzen gevallen. Een presentatieposter die Leiedal bij de organisatoren indiende, werd door de Europese deelnemers en ESRI verkozen tot ‘best overall design’. Bovendien kreeg de poster de eerste prijs voor de beste West-Vlaamse inzending (toegekend door de Provincie West-Vlaanderen). ESRI beschreef BISK als een geslaagde ingenieursbenadering van een specifiek informatieprobleem -die niettemin ruim toepasbaar is- en prees de uitgesproken keuze voor samenwerking tussen partners bij het uitwisselen van informatie en het gebruik van informatie- en GIS-diensten.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
De GIS-werking van Leiedal werd in het najaar van 2002 versterkt met de indiensttreding van een nieuwe GIS-medewerker.
Voor de opmaak van het GRB Harelbeke worden alle terreinobjecten (gebouwen, wegen, vluchtheuvels, etc.) opgemeten aan de hand van een GPS-rover (Global Positioning System). (Foto OC GIS-Vlaanderen)
2.10.5
Externe netwerking op het vlak van ICT Voor de verdere uitbouw van de gemeentelijke dienstverlening en voor het verruimen van de eigen expertise, is het van belang dat Leiedal actief betrokken kan zijn bij diverse collega-groepen en overlegstructuren. Zowel inzake algemene ICT-ontwikkeling als inzake geografische informatiesystemen werkt de intercommunale mee aan structuren, werkgroepen en overlegverbanden op provinciaal en Vlaams niveau.
[A]
V-ICT-OR In het najaar van 2001 hebben ICT-verantwoordelijken van verschillende lokale besturen in Vlaanderen beslist om zich te verenigen in een collega-groep, de vzw V-ICT-OR. Leiedal stond mee aan de wieg van deze nieuwe vzw. V-ICT-OR streeft ernaar de deskundigheid van ICT-verantwoordelijken in lokale besturen te vergroten via ervaringsuitwisseling en vorming. Tegelijk wil de vzw het belang van ICT in lokale besturen verdedigen bij beleidsverantwoordelijken en het brede publiek. In 2002 nam Leiedal deel aan diverse vormingsmomenten van V-ICT-OR, o.m. in verband met e-government en beleidsvoorschriften over het gebruik van e-mail en internet. 79
[B]
OVERLEG VAN DE DERTIEN CENTRUMSTEDEN Op 8 februari 2002 kwamen de ICT-verantwoordelijken van de dertien Vlaamse centrumsteden een eerste keer bijeen. In 2002 volgden verschillende thema-vergaderingen rond o.m. GIS, meerjarenplannen en e-government. De diverse deelnemers evalueren dit forum voor informatie- en ervaringsuitwisseling uiterst positief, omdat zij allen uit steden komen met ongeveer dezelfde schaalgrootte, die met sterk gelijkende problemen worden geconfronteerd. Leiedal neemt aan dit overleg deel, samen met het stadsbestuur van Kortrijk.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[C]
GIS-WEST GIS-West is het samenwerkingsverband van de Provincie West-Vlaanderen en de West-Vlaamse gemeenten inzake gemeenschappelijke GIS-projecten. Het beleid wordt uitgetekend in de stuurgroep GIS-West, waarin ook Leiedal vertegenwoordigd is. In 2002 ging de aandacht vooral uit naar de nieuwe internet-GIS-projecten die de Provincie West-Vlaanderen ontwikkelt en die tot doel hebben om de gemeenten instrumenten aan te reiken voor o.m. het beheer van toeristische informatie.
[D]
VVSG-GIS Binnen het VVSG is sinds enkele jaren een GIS-werkgroep actief met vertegenwoordigers uit verschillende Vlaamse steden en gemeenten. In deze werkgroep, waaraan Leiedal deelneemt, worden o.m. de standpunten voorbereid die de vertegenwoordigers van de steden en gemeenten in de Stuurgroep GIS-Vlaanderen zullen innemen. De werkgroep functioneert tevens als collega-groep. In 2002 bereidde de werkgroep een publicatie voor die gemeenten op weg moet helpen bij het opzetten van een GIS.
[E]
STUURGROEP GIS-VLAANDEREN De GIS-verantwoordelijke van Leiedal maakt sinds 2001 deel uit van de stuurgroep GIS-Vlaanderen. Dat is binnen het Vlaamse beleid het sturende orgaan inzake geografische informatiesystemen en geo-informatie, dat beslissingen neemt die bindend zijn voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, alle Vlaamse openbare instellingen, de provincies en de gemeenten. De stuurgroep staat o.m. in voor het opmaken, bijsturen, begeleiden, opvolgen en uitvoeren van de strategische doelstellingen van GIS-Vlaanderen. De belangrijkste projecten waaraan GIS-Vlaanderen momenteel werkt, zijn de realisatie van het Grootschalig Referentiebestand (GRB), de uitwisseling van databestanden tussen de partners van GIS-Vlaanderen en de samenwerking met het federale kadaster (AKRED).
80
WERKGEBIEDEN
2.11 INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
2.11.1
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• Leiedal profileert zich verder als de externe belangenverdediger van de groep gemeenten. • Streven naar verbreding en verdieping: - verbreding: nieuwe en hernieuwde thema’s (woonbeleid, lokale economie, duurzaamheid, grensoverschrijdende ontwikkelingen, etc.); - verdieping: overleg met beleid én gemeentelijke diensten. • Te onderzoeken: - strategische positionering van gemeenten: gemeenten helpen bij het bepalen van hun kernprofiel; - makelaarsrol voor de uitbouw van gedeelde intergemeentelijke diensten: uitwerken van objectieve verdelingsmechanismen voor “shared facilities” en “shared services”; - makelaarsrol voor nieuwe vormen van samenwerking: begeleiding nieuwe samenwerkingsverbanden ‘op maat’.
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden binnen Leiedal Samenwerkingsverband
Onderwerp
Partners
Aanwezigheid Leiedal
Betrokkenheid Leiedal
Afgeleiden
Conferentie van Burgemeesters - Arr. Kortrijk Intergemeentelijke werkgroep ruimtelijke ordening (IGORO) Intergemeentelijke werkgroep milieu
gemeentelijke en intergemeentelijke beleidsmateries ruimtelijke ordening
12 burgemeesters
deelname
studie crematorium
12 schepenen en technische ambtenaren
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek (secretariaat) inhoudelijk en logistiek
gemeentelijke milieutechnische aspecten
12 schepenen en milieuambtenaren
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
Beleidsforum Milieu
gemeentelijk en intergemeentelijk milieubeleid
schepenen van leefmilieu
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
gemeentelijke milieuadviezen, provinciale MINAraad --
Task Force Water
integraal waterbeleid
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
Bekkencomité Leie
Intergemeentelijke werkgroep lokale economie
ondersteuning gemeenten bij uitbouw lokaaleconomisch beleid
schepenen, milieuen technische ambtenaren schepenen en ambtenaren
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
provinciale denkgroep lokale economie
Stuurgroep Cross Border Lease
globale opvolging van het CBL-proces (bewaken timing, aanspreekpunt gemeente, etc.)
afgevaardigden van de colleges van de 12 deelnemende gemeenten
ondersteunende coördinatie
inhoudelijk en logistiek
--
Stuurgroep ICT en communicatie
ICT, GIS en lokaal e-government
schepenen van ICT en communicatie, gemeentesecretarissen
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
13 centrumsteden
gemeentelijke en intergemeentelijke structuurplanning
81
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Samenwerkingsverband
Onderwerp
Partners
Aanwezigheid Leiedal
Betrokkenheid Leiedal
Afgeleiden
Intergemeentelijke werkgroep geoinformatie (IGGI) Intergemeentelijke werkgroep Digitale Regio Kortrijk
GIS-ontwikkeling in gemeenten
12 schepenen en technische GISambtenaren 12 informatieambtenaren
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
VVSG-werkgroep GIS
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek (webmaster)
--
12 gemeentelijke systeembeheerders
algemene coördinatie
inhoudelijk en logistiek
V-ICT-OR
12 schepenen en 12 ambtenaren
projectleiding
inhoudelijk en logistiek
--
Intergemeentelijke werkgroep systeembeheerders Gemeentelijke participatiegroep regionale duurzaamheidsbarometer
2.11.2
gemeentelijke en regionale uitbouw Digitale Regio Kortrijk gemeentelijke informatica en systeembeheer participatie bij ontwikkeling duurzaamheidsbarometer
Overzicht van de vergaderingen in 2002 CONFERENTIE VAN BURGEMEESTERS - ARR. KORTRIJK • data vergaderingen in 2002: 01/02, 01/03, 05/04, 17/05, 28/06, 30/08, 27/09, 08/11, 13/12 • belangrijkste thema’s: - ontwerp nieuw gemeentedecreet - decreet lokaal cultuurbeleid en concrete toepassingen - decreet op de intergemeentelijke samenwerking - inplantingsmogelijkheden voor windturbines in de Kortrijkse regio: standpuntbepaling - CORA-project Moeskroen-Estaimpuis: standpuntbepaling - gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen - voorbereiding intergemeentelijk crematorium - cross border lease van rioolinfrastructuur INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP RUIMTELIJKE ORDENING (IGORO) • data vergaderingen in 2002: 08/07, 23/09, 25/11 • belangrijkste thema’s: - subsidiemogelijkheden voor opmaak gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen - herziening Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen - inplantingsmogelijkheden voor windturbines in de Kortrijkse regio - grootschalige kleinhandelsvestigingen in gemeentelijke centra
82
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP MILIEU • data vergaderingen in 2002: 21/03, 30/04, 10/10, 12/11 • belangrijkste thema’s: - samenwerkingsovereenkomst milieu 2002-2004 - inplantingsmogelijkheden voor windturbines in de Kortrijkse regio - evaluatie milieujaarprogramma’s door AMINAL - Code van Goede Praktijk voor de opmaak van DuLo-waterplannen - agrarisch natuurbeheer, beheersovereenkomsten en gemeentelijke subsidiereglementen - opmaak van bekkenbeheersplannen (Leie, Bovenschelde) - Vlaams natuurbeleid en afbakening VEN en IVON
BELEIDSFORUM MILIEU • data vergaderingen in 2002: 25/01, 27/06 • belangrijkste thema’s: - samenwerkingsovereenkomst milieu 2002-2004: toelichting, stand van zaken, aanbod vanuit Leiedal - ontwerp Vlaams milieubeleidsplan 2003-2007: gemeentelijk initiatief - bodemerosiebestrijdingsplan: mogelijkheden voor een intergemeentelijke aanpak
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP LOKALE ECONOMIE • (start-)vergadering in 2002: 19/11 • belangrijkste thema’s: - opzet en doelstellingen werkgroep - enquête Provincie West-Vlaanderen: resultaten arrondissement Kortrijk (toelichting Dienst Economie provinciebestuur West-Vlaanderen) - interactieve website “kennis- en leerforum” in opbouw (toelichting WES) - afstemming inzake vraag burgemeesters S. De Clerck (Kortrijk) en P. Deprez (Zwevegem): opmaak dynamische inventaris bedrijfshuisvesting STUURGROEP CROSS BORDER LEASE • (start-)vergadering in 2002: 20/12 • belangrijkste thema’s: - verloop CBL-operatie (procedure, timing) - afspraken inzake inventarisatie en taxatie rioolstelsels STUURGROEP ICT EN COMMUNICATIE • data vergaderingen in 2002: 12/02, 09/07, 08/10 • belangrijkste thema’s: - werkprogramma Leiedal inzake ICT voor 2002 - voorstelling van het ICT-beleid en de ICT-werking in de stad Kortrijk - Mediargus (elektronische persknipsels): intergemeentelijke aanpak - virtueel loket: bespreking van het aanbod op de markt - e-government: stand van zaken op Vlaams en federaal niveau INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP GEO-INFORMATIE (IGGI) • data vergaderingen in 2002: 27/03, 29/05, 25/09, 30/10, 11/12 • belangrijkste thema’s: - Grootschalig Referentiebestand Harelbeke - BISK: bedrijventerreinen-inventarissysteem van het arrondissement Kortrijk - geografische referentiebestanden en datasets - intranet-GIS, internet-GIS - inventarisatie gemeentelijke GIS-initiatieven - georefereren van BPA’s - beheer begraafplaatsen aan de hand van GIS INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP DIGITALE REGIO KORTRIJK • data vergaderingen in 2002: 05/02, 02/07, 15/10, 17/12 • belangrijkste thema’s: - nieuwe gemeentelijke websites: stand van zaken, planning, begeleiding - Mick94: voorstelling onderhoudsmodule - navigatiestructuur en lay-out: ontwikkeling 83
- voorstelling productencatalogus - kalendermodule INTERGEMEENTELIJKE WERKGROEP SYSTEEMBEHEERDERS • vergadering in 2002: 09/07 • belangrijkste thema’s: - vernieuwing gemeentelijke websites - raamcontracten: mogelijkheden, voordelen en valkuilen - ICT-audits binnen gemeentebesturen: case Kuurne - virtueel loket: bespreking van het aanbod op de markt
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.11.3
Verzelfstandigde structuren Samenwerkingsverband
Onderwerp
Partners
Overleg Cultuur (°1994)
lokale culturele samenwerking en promotie
13 schepenen en cultuurfunctionarissen
VVV West-Vlaamse Scheldestreek (°1998)
toeristischrecreatieve ontwikkeling en promotie toeristischrecreatieve ontwikkeling en promotie
vzw Toerisme Leiestreek (°2000)
Actuele aanwezigheid Leiedal stuurgroep
Actuele betrokkenheid Leiedal logistiek
5 Scheldegemeenten
consulent
inhoudelijk
29 gemeenten
vennoot
inhoudelijk en projectmatige samenwerking
2.11.4
Enkele markante initiatieven in 2002
[A]
DECREET INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING: STEUNPUNT INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING
Afgeleiden
publicaties Dertien, Anno’02, regionale werkgroep Open Monumentendag toeristisch onthaalcentrum Pompgebouw Bossuit strategisch beleidsplan toerisme, Leieactieplan
Het nieuwe decreet op de intergemeentelijke samenwerking heeft -naast de implicaties voor Leiedal zelf- ook belangrijke gevolgen voor de vele bestaande intergemeentelijke vzw’s en andere samenwerkingsverbanden. Enkele van deze vzw’s kenden een sterke betrokkenheid vanuit Leiedal: de vzw Welzijnsconsortium, de vzw VVV West-Vlaamse Scheldestreek, de vzw Toerisme Leiestreek en Overleg Cultuur. Deze vzw’s dienden voor eind 2002 omgevormd te zijn naar een nieuwe vereniging zoals voorzien in het decreet. Om dit omvormingsproces van deze structuren te begeleiden, organiseerde Leiedal in 2002 twee informatienamiddagen voor de gemeenten en OCMW’s, waarop zij rechtstreeks werden geïnformeerd door vertegenwoordigers van de VVSG en de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
84
In voorbereiding van deze informatievergaderingen heeft de intercommunale tevens de bestaande intergemeentelijke initiatieven in Zuid-West-Vlaanderen in kaart gebracht. Zo blijken de gemeenten van het arrondissement Kortrijk betrokken te zijn bij niet minder dan 106 intergemeentelijke samenwerkingsvormen: 23 intergemeentelijke vzw’s, 52 gestructureerde samenwerkingsvormen zoals intercommunales of bouwmaatschappijen, 18 lichte samenwerkingsovereenkomsten (bijvoorbeeld academies) en 13 lopende projecten.
VOORBEREIDING INTERGEMEENTELIJK CREMATORIUM Reeds in 1998 nam de Conferentie van Burgemeesters het initiatief om de oprichting van een intergemeentelijk crematorium in Zuid-West-Vlaanderen voor te bereiden. Dit project kent een lange aanloopfase, niet in het minst omwille van de opeenvolgende wijzigingen in wetgevingen omtrent intergemeentelijke samenwerking en omtrent de aanpak van de lijkbezorging. Een puur Zuid-West-Vlaams initiatief bleek echter financieel moeilijk haalbaar. Er diende dan ook gezocht naar een breder draagvlak. Samen met de intercommunales Leiedal en wvi werd daarom in december 2002 het initiatief genomen om een gemeenschappelijke vereniging voor crematoriumbeheer op te richten voor heel West-Vlaanderen. Deze nieuwe intergemeentelijke vereniging zou enerzijds het bestaande crematorium te Brugge overnemen en meteen ook de realisatie van een bijkomend crematorium te Kortrijk voorbereiden. Alle 64 West-Vlaamse gemeenten werden uitgenodigd om deel te nemen aan het Overlegorgaan dat de oprichting van de nieuwe intergemeentelijke vereniging voorbereidt. Het traject voorziet in een definitieve oprichting in de loop van 2003.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[B]
Met een gemiddeld crematieaandeel van 36,9 % scoort West-Vlaanderen licht boven het Belgische gemiddelde (35,6 %).
0 - 20 % 20 - 30 % 30 - 40 % > 40 % Brugge
Oostende
Veurne
Diksmuide Tielt
Roeselare
Ieper
Kortrijk
85
WERKGEBIEDEN
2.12 REGIONALE EN BOVENREGIONALE SAMENWERKING Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• Regionaal: - alerte deelname aan het kerntakendebat; - assertieve netwerking met REBAK en de gebiedswerking van de Provincie West-Vlaanderen binnen het Huis van de Streek Zuid-West-Vlaanderen. • Bovenregionaal: - open staan voor experimentele, projectmatige samenwerking met naburige regio’s (Roeselare-Tielt, Ieper, Zuid-Oost-Vlaanderen, Henegouwen); - samenwerking en krachtenbundeling met intergemeentelijke structuren en streekorganisaties uit naburige regio’s (wvi, Westhoekoverleg, VENECO).
2.12.1
86
Leiedal in het regionale netwerk streekontwikkeling
Samenwerkingsverband
Onderwerp
Partners
Aanwezigheid Leiedal
Betrokkenheid Leiedal
Afgeleiden
streekplatform REBAK vzw
behartigen streekbelangen, afstemmen beleid
politieke en socioeconomische beleidsverantwoordelijken regio
Raad van Beheer, Dagelijks Bestuur
inhoudelijk (werkgroepen)
hefboomprojecten, streekcharterprojecten
Huis van de Streek
samenwerking streekorganisaties
streekplatform REBAK, gebiedswerking Provincie WestVlaanderen
directieteam, coördinatieteam
basispartner
--
Overlegplatform Parlementairen Kortrijk-RoeselareTielt
afstemming streekgerichte beleidsinitiatieven
parlementairen en gedeputeerden uit kieskring KortrijkRoeselare-Tielt
waarnemend
secretariaat
--
Open Net vzw
promotie telecommunicatie in Zuid-WestVlaanderen
20 organisaties uit de regio (socioeconomisch, onderwijs, etc.)
Raad van Beheer
inhoudelijk
--
Intercommunale Vliegveld WIV cv
beheer en promotie regionale luchthaven
gemeenten, provincie, private vennoten
Raad van Beheer, Dagelijks Bestuur, College van Commissarissen
financieel, inhoudelijk en logistiek
--
BITLAR cv
beheer en promotie Transportcentrum LAR
Stad Menen en Kortrijk, GOM, gevestigde bedrijven
Raad van Bestuur, Dagelijks Bestuur, College van Commissarissen
financieel, inhoudelijk en logistiek
--
Kanaal 127 cv
sociale economie
SIF-Kortrijk, bedrijven, sociale partners
Raad van Beheer
inhoudelijk en financieel (startdotatie)
vzw CeSIE
Onderwerp
Partners
Aanwezigheid Leiedal
Betrokkenheid Leiedal
Afgeleiden
Welzijnsconsortium ZuidWest-Vlaanderen vzw
welzijnsbeleid, sociale economie, opleiding, tewerkstelling kansarmen, thuiszorg
13 gemeenten en OCMW’s, RISO, Regionale Welzijnsraad, Provincie, welzijnsdiensten, sociale partners
Raad van Beheer, werkgroepen
inhoudelijk
vzw De Poort, vzw Kringloopcentrum
Bedrijvencentrum Regio Kortrijk nv
ondersteuning startende bedrijven
GOM, Barco, Bekaert, Electrabel, Fortis
Raad van Bestuur
financieel en logistiek
Doorgangsgebouw Wevelgem
TROP Leie-Schelde vzw
toeristischrecreatieve ontwikkeling
5 gemeenten en provincie
Raad van Beheer
inhoudelijk
toeristisch onthaalcentrum Pompgebouw Bossuit
Charter Zuid-WestVlaanderen cv
uitwerken strategisch plan Charter ‘99
bedrijven
waarnemer Raad van Bestuur
--
--
Opvolgingscommissie Mobiliteit
mobiliteit, verkeersinfrastructuren
streekplatform REBAK, Overleg Parlementairen
stuurgroep, secretariaat
inhoudelijk en logistiek
vzw Mobiel
IVMO
afvalverwerking
gemeenten
Raad van Bestuur
financieel en inhoudelijk
--
Beheerscomité Researchpark
parkmanagement en promotie researchpark
GOM, KULAK, hogescholen, stadsbestuur Kortrijk
beheerscomité
inhoudelijk beheer, immobiliaire realisatie
--
2.12.2
Enkele markante initiatieven in 2002
[A]
OPVOLGING KERNTAKENDEBAT
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Samenwerkingsverband
Binnen het “kerntakendebat” worden de taken en bevoegdheden onderhandeld voor de drie beleidsniveaus in Vlaanderen: de centrale Vlaamse overheid, het intermediaire niveau (de provincies) en het lokale niveau van de gemeenten en OCMW’s. Uiteraard heeft dit debat zijn gevolgen voor de positie van de intercommunales als verlengd gemeentebestuur en als streekontwikkelaar. Zo heeft Leiedal met bijzondere aandacht de ontwikkelingen gevolgd inzake de sociaal-economische streekontwikkeling. Samen met de VVSG heeft Leiedal gepleit voor een blijvende betrokkenheid van de gemeenten en hun intergemeentelijke verenigingen bij de sociaal-economische uitbouw van hun regio, uiteraard in samenspraak met de provincies. Streekontwikkeling vraagt per definitie een gedeeld engagement van gemeenten en provinciebestuur. De uiteindelijke opties van het kerntakendebat worden verwacht in de loop van 2003. Deze opties zullen mee bepalend zijn voor de verdere organisatie en ontwikkeling van de streeknetwerking. Als vertegenwoordiger van de groep gemeenten wil Leiedal ook in de toekomst een coördinerende en mobiliserende rol vervullen binnen de streekplatforms en de andere streeknetwerken. 87
[B]
WERKING HUIS VAN DE STREEK ZUID-WEST-VLAANDEREN Op donderdag 21 maart 2002 vond het officiële startmoment plaats van het Huis van de Streek Zuid-West-Vlaanderen. Hiermee gaven het streekplatform REBAK, de Provincie West-Vlaanderen en Leiedal het startschot voor een verregaande samenwerking op het vlak van regionale ontwikkeling binnen een geïntegreerde structuur. REBAK staat daarbij in voor de centrale coördinatie. De gebiedswerking van de Provincie West-Vlaanderen zorgt voor de provinciale verankering, terwijl Leiedal de gemeentelijke verankering verzekert en tevens technische expertise kan inbrengen.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Het Huis van de Streek Zuid-West-Vlaanderen wil een kruispunt en een knooppunt zijn: • als “kruispunt” wil het ontmoetings- en vergaderfaciliteiten aanbieden aan publieke of semi-publieke overlegorganisaties met een intergemeentelijke of regionale werking; • als “knooppunt” wil het aan deze overlegorganisaties de kans bieden om zich in één fysisch huis te vestigen, om op die manier een grotere afstemming, samenwerking en synergie tussen diverse streekpartners en -initiatieven te bevorderen en gemeenschappelijke diensten aan te bieden. Het concept voor het Huis van de Streek houdt een drievoudige dimensie in: naar locatie, naar werking en naar communicatie. Voorlopig opteren de drie basispartners voor een dubbele locatie: de Orangerie Broel in Kortrijk (kantoren van de provinciale gebiedswerking en REBAK) en Leiedal (voor de vergaderfaciliteiten). Op termijn wordt uitgekeken naar een geïntegreerde locatie voor alle partners.
In het kader van de werking van het Huis de Streek wordt verder gewerkt aan een internet-website en een gemeenschappelijke nieuwsbrief.
De werking van het Huis van de Streek steunt op een versterkte samenwerking tussen Leiedal, REBAK en de gebiedswerking van de Provincie West-Vlaanderen. Hiertoe werd een structureel overleg opgestart, zowel op directie- als op operationeel niveau. De samenwerking wordt concreet geregisseerd door een coördinatieteam met een stafmedewerker uit elk van de drie organisaties. Op het vlak van communicatie bestaat de eerste prioriteit erin om een interne communicatiestructuur en externe communicatieacties te organiseren. Daarom wordt een extranet ontwikkeld dat de drie partners via informatietechnologie met elkaar verbindt. Naar de externe doelgroepen (lokale beleidsmensen, georganiseerde burgers) zal verder worden gewerkt aan een internet-website en aan een regelmatige gemeenschappelijke nieuwsbrief.
88
Naast de drie basispartners moeten op termijn ook andere streekinitiatieven, al dan niet met hun operationele diensten, hun plaats kunnen vinden in dit Huis van de Streek, zoals het subregionaal tewerkstellingscomité, het Welzijnsconsortium, Open Net, Overleg Cultuur, etc.
ACTUALISATIE REBAK-STREEKCHARTER
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
[C]
In het geactualiseerde REBAK-streekcharter gaat een grote aandacht uit naar een betere omgevingskwaliteit, waartoe recreatieve domeinen kunnen bijdragen.
In 1999 sloot de Vlaamse Regering een charter af met het streekplatform REBAK. Dit “streekcharter” omvat, naast een visie en strategie voor de Kortrijkse regio, een selectie van 14 hefboomprojecten. Deze streekprojecten werden weerhouden na een uitvoerige onderhandeling met de Vlaamse overheid. Op verzoek van de Vlaams minister van Economie konden de bestaande streekcharters eind 2002 worden geactualiseerd. Leiedal heeft deze actualisering inhoudelijk mee voorbereid, in samenwerking met het REBAK-secretariaat. Op 5 november 2002 organiseerde REBAK hierover een breed streekforum, waarop de belangrijkste nieuwe hefbomen voor de streek besproken werden met een 80-tal streekactoren. De basisteksten werden verder teruggekoppeld naar de achterban van de in REBAK vertegenwoordigde organisaties en besturen. Op 29 november 2002 bereikte de raad van bestuur van REBAK een consensus over het voorstel van geactualiseerd streekcharter. De actualisering herneemt 13 projecten uit het oorspronkelijke charter. Daarnaast worden 24 nieuwe projecten voorgesteld. De hefbomen worden breed-economisch ingevuld. Enerzijds is er de klassieke aandacht voor economische omgevingsfactoren (o.m. opleidingen, bedrijventerreinen, verkeersinfrastructuren). Anderzijds zijn er nieuwe accenten op het vlak van innovatie, productontwikkeling en ICT-ontwikkeling. Een breed aanbod van culturele, toeristische en sportief-recreatieve impulsen moet bijdragen tot een versterkt imago van de regio. Ook een kwalitatieve woon- en leefomgeving en een adequaat aanbod van hogere onderwijsopleidingen moeten de regio terug attractief maken voor jongeren en jonge gezinnen. Het nieuwe voorstel van streekcharter werd overgemaakt aan de Vlaamse Regering. Uit een verdere onderhandeling moet blijken welke projecten uiteindelijk gemeenschappelijk onderschreven kunnen worden. [D]
REGIONALE DUURZAAMHEIDSBAROMETER Om het begrip duurzame ontwikkeling binnen de Kortrijkse regio concretere vorm te geven, werkt Leiedal sinds april 2001 aan een regionale duurzaamheidsbarometer. Zo’n barometer houdt statistische gegevens bij aan de hand van sleutelindicatoren, op basis waarvan kan worden nagegaan hoe hoog de Kortrijkse regio scoort op het vlak van duur89
zaamheid. Voor dit project werkt de intercommunale samen met het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling (CDO) van de Universiteit Gent. Het wordt gefinancierd door Leiedal, de Provincie West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In een eerste fase werden de prioriteiten voor de Kortrijkse regio bepaald. Ze kwamen tot stand in een brede consultatieronde en vormen de ruggengraat van de barometer: kwaliteit van leef- en woonomgeving; bestrijding van kansarmoede; versterken van het menselijk kapitaal; verbeteren van milieu, groen en natuur; verbeteren van de mogelijkheden voor vrije tijd en cultuur; versterken van het economische weefsel; mobiliteit; bestuurlijke vernieuwing. Vervolgens werden per prioriteit themavergaderingen georganiseerd met deskundigen, waarbij ontwerpindicatoren werden vastgelegd. De longlist van een 100-tal ontwerpindicatoren werd in juni voorgelegd aan de (gemeentelijke en maatschappelijke) participatiegroepen. Voorbeelden van ontwerpindicatoren zijn: leegstand en verwaarlozing van woningen; luchtkwaliteit; de stabiliteit van de ondernemingen; aantal kilometer vrijliggende fietspaden buiten de bebouwde kom; etc. In de komende maanden worden deze ontwerpindicatoren o.m. op basis van hun relevantie, samenhang en communicatieve waarde gereduceerd tot een 30-tal, die de eerste versie van de duurzaamheidsbarometer vormen. Deze ontwerpversie werd getoetst aan een breed publiek van beleidsmensen en streekactoren tijdens een streekforum op 21 november 2002. De conclusies en reacties uit dit forum worden tegen maart 2003 verwerkt naar een definitieve versie van de regionale barometer. Vervolgens zullen deze indicatoren een basis vormen voor gemeentelijke duurzaamheidsbarometers. Ten slotte wil Leiedal deze permanente monitoring uitbouwen en communiceren, o.m. via de Leiedal-website. 2.12.3
Bovenregionale samenwerking: thematisch overleg met de wvi In 2002 hebben Leiedal en de intercommunale wvi uit Brugge het initiatief genomen om geregeld overleg te organiseren tussen de medewerkers van beider verschillende diensten. De bedoeling bestaat erin ervaring en expertise uit te wisselen en de informele contacten tussen de Leiedal- en wvi-collega’s te versterken. Het initiatief kadert in het Beleidsplan 2002-2007 van Leiedal, dat stelt dat Leiedal niet voor alle beleidsmateries over een even grote expertise kan beschikken. Het werkingsgebied van de intercommunale is soms te klein om bepaalde specialisaties op een economisch verantwoorde manier uit te bouwen. Een krachtenbundeling met de wvi kan hierbij voor beide partijen zeer verrijkend zijn. Op die manier werden in 2002 een aantal ontmoetingen georganiseerd rond diverse thema’s: ruimtelijke planning en stedenbouw, duurzame bedrijventerreinen en woonprojecten, communicatie, GIS, milieu en natuur. Op basis van concrete cases wisselden de medewerkers ervaringen, visies en ideeën uit. Ook werden afspraken gemaakt naar projectmatige samenwerking.
90
WERKGEBIEDEN
2.13 GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007 • Operationaliseren van de GROOtSTAD-projectvoorstellen en van de GPCI-structuur (Interreg III). • Specifieke aandacht voor: - de integratie van de grensoverschrijdende dimensie in alle werkgebieden van Leiedal; - het creëren van een draagvlak, a priori bij de lokale beleidsvoerders, maar ook bij de brede bevolking; - een afsprakenkader inzake respect voor de taal en cultuur van elke partner.
2.13.2
Grensoverschrijdende structuren waarin Leiedal betrokken is Samenwerkingsverband GPCI-COPIT
Onderwerp
Partners
grensoverschrijdende samenwerking in Vlaams-WaalsFrans grensgebied
Intercommunales LMCU (Lille), IEG (Moeskroen), IDETA (Tournai), wvi (Brugge)
vzw RekkemFerrain
reconversie site grenspost
LMCU (Lille) Provincie WestVlaanderen
Aanwezigheid Leiedal Beleidsgroep (Raad van Bestuur, Algemene Vergadering), Bureau, Grensoverschrijdend Atelier
Betrokkenheid Leiedal financieel, inhoudelijk en logistiek
Afgeleiden
Raad van Bestuur
financieel, inhoudelijk en logistiek
--
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.13.1
GROOtSTAD, Interregprojecten, MOT
Grensoverschrijdende Permanente Conferentie van Intercommunales De Grensoverschrijdende Permanente Conferentie van Intercommunales (GPCI) ontstond in 1991 als een los samenwerkingsverband van vijf Franse, Waalse en Vlaamse intercommunales, met als doel via samenwerkingsprojecten te werken aan de opbouw van de Europese metropool Lille. De vijf partnerintercommunales zijn Lille Métropole Communauté Urbaine (LMCU, Lille), IDETA (Tournai), IEG (Moeskroen), wvi (Roeselare-Ieper) en Leiedal (Kortrijk). Sinds 2000 opereert de GPCI als een structuur met rechtspersoonlijkheid (opgericht naar Frans recht), waarin LMCU, IDETA en IEG rechtstreeks participeren. Tussen deze GPCI-vereniging en de intercommunales Leiedal en wvi, die niet rechtstreeks tot verenigingen kunnen toetreden, werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Het beleid van de GPCI wordt uitgestippeld en bewaakt door de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur. Het dagelijks bestuur wordt waargenomen door de vergadering van de directeurs van de intercommunales en het Bureau, waarin naast de directeurs ook de mandatarissen uit de intercommunales zetelen. Op operationeel niveau heeft de GPCI een permanent technisch team opgericht, waarin medewerkers van de vijf partnerintercommunales elkaar wekelijks ontmoeten. Dit Grensoverschrijdend Atelier volgt de uitwerking van diverse initiatieven en projecten op de voet en verzorgt tevens de noodzakelijke coördinatie tussen de GPCI-vereniging en haar partners. In haar ruim 10-jarige bestaan heeft de GPCI diverse initiatieven genomen die de samenwerking in het metropoolgebied bevorderen. Toch wordt de werking steeds geremd door een gebrek aan juridische middelen voor een effectief grensoverschrijdend beheer van projecten. De Frans-Belgische metropool is in se niet binationaal, maar wel triregionaal, met de aanwezigheid aan Belgische kant van het Vlaamse en het Waalse Gewest. Verschillen in regelgeving bemoeilijken de opmaak van eenduidige grensoverschrijdende contracten tussen de diverse partners. 91
Op 16 september 2002 hebben de premiers en de ministers-presidenten van de Franse Republiek, het Koninkrijk België, de Franse Gemeenschap van België, het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest een FransBelgisch akkoord ondertekend inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale overheden en lokale openbare instellingen. Dit akkoord, dat door de respectievelijke parlementen geratificeerd dient te worden, opent nieuwe mogelijkheden voor de GPCI als structuur en voor de uitvoering van projecten en zal dan ook de grensoverschrijdende samenwerking in het metropoolgebied versterken. 2.13.3
GROOtSTAD: Een strategie voor de Frans-Belgische metropool
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
In het GROOtSTAD-project (Grensoverschrijdend Ontwikkelings- en Ordeningsschema) hebben de vijf GPCI-intercommunales de gevolgen van de metropoolvorming onderzocht en gewerkt rond acht concrete grensoverschrijdende thema’s: het landschap, mobiliteit en bereikbaarheid, economische concurrentie en complementariteit, water, hoger onderwijs, taal, cultuur en grensoverschrijdende planning. Rond deze thema’s werden een 30-tal studies uitgewerkt in samenwerking met het Grensoverschrijdend Atelier en externe experts. De resultaten van deze studies werden gepubliceerd in de vorm van Cahiers en Dossiers van het Grensoverschrijdend Atelier. In de loop van 2002 werden drie cahiers uitgebracht: • Cahier 6: “Mobiliteit en bereikbaarheid: het beleid in de drie deelgebieden” • Cahier 14: “Atlas van de culturele voorzieningen” • Cahier ∑ (sigma): “Strategie voor een grensoverschrijdende metropool” In het sigma-cahier bundelt de GPCI de belangrijkste analyses en beschouwingen omtrent metropoolvorming tot een ontwerp van strategie voor een grensoverschrijdende metropool, die rond vier basisdoelstellingen is opgebouwd: 1. Een metropool voor de burgers: de bijna 2 miljoen inwoners moeten zich betrokken weten bij de metropool-in-wording, via zichtbare, concrete samenwerkingsinitiatieven, door tweetaligheid te bevorderen, via een aantrekkelijk cultureel aanbod, etc.
In het sigma-cahier bundelt de GPCI de belangrijkste analyses en beschouwingen omtrent metropoolvorming tot een ontwerp van strategie voor een grensoverschrijdende metropool. 92
2. Ruimte om te ondernemen: wil de Frans-Belgische metropool als internationale metropool erkend worden, wil ze investeringskapitaal, economische activiteiten en hooggekwalificeerde mensen aantrekken, dan moet ze handicaps overwinnen die de concurrentiekracht op de internationale scène op vandaag beperken. 3. Een uitstekende omgevingskwaliteit: de grensoverschrijdende metropool moet komaf maken met dezware erfenis van haar industriële en stedelijke ontwikkeling en een nieuw evenwicht zoeken tussen het welzijn van de bevolking, aandacht voor het milieu en een goed ondernemersklimaat. 4. Samen beslissen en samen handelen: alle overheden mobiliseren om te zoeken naar een aangepast beleidskader voor deze policentrische, binationale en triculturele metropool.
2.13.4
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Deze ontwerpstrategie vormt een belangrijke aanzet voor een gemeenschappelijke, gedragen visie op de toekomst van het grensoverschrijdende metropoolgebied. Ze werd voorgesteld aan een publiek van socio-economische en politieke beleidsvoerders en instanties tijdens het colloquium “Rendez-vous van de Frans-Belgische Eurometropool”, op 25 maart 2002 in Kortrijk. Daarnaast heeft de GPCI een schriftelijke raadpleging georganiseerd, waarbij 271 plaatselijke besturen, overheden, administraties en instellingen uit het metropoolgebied uitgenodigd werden om hun mening te formuleren over het ontwerp. De resultaten van deze raadpleging, in de vorm van stellingnamen, opvattingen, adviezen, aanmoedigingen, etc. worden meegenomen in de prioriteitenbepaling voor grensoverschrijdende initiatieven. Interreg III Een belangrijke ‘tool’ bij de uitwerking van grensoverschrijdende initiatieven en projecten wordt aangereikt door de Europese Commissie, in de vorm van het Interreg-programma. Interreg subsidieert initiatieven tussen lidstaten van de Europese Unie, met als doel de Europese binnengrenzen en hun negatieve gevolgen weg te werken. Het InterregI-programma liep van 1991 tot 1994; Interreg II van 1995 tot 1999. Het lopende Interreg-III-programma, dat de periode 2000-2006 bestrijkt, omvat drie luiken: • Interreg IIIA: bevordering van de grensoverschrijdende samenwerking • Interreg IIIB: bevordering van transnationale en interregionale samenwerking • Interreg IIIC: uitwisseling van knowhow en een evenwichtige ontwikkeling van het gebied van de Unie. Bij de realisatie van grensoverschrijdende projecten vormt het eerste luik, Interreg IIIA, een belangrijk werkinstrument voor Leiedal en de GPCI. Samen met de GPCI-partners heeft Leiedal in 2002 twee projectvoorstellen ingediend voor cofinanciering binnen Interreg III. Het eerste project, ‘kwaliteitsvolle bedrijventerreinen’, is erop gericht om via ervaringsuitwisseling en een aantal voorbeeldprojecten tot een checklist te komen voor het duurzaam en kwalitatief inrichten van nieuwe en bestaande bedrijventerreinen. De resultaten van het project zullen worden toegelicht op een seminarie voor alle actoren (politici en technici) die actief zijn in deze materie. Het tweede project, ‘een andere kijk’, spitst zich toe op de informatie en communicatie van de GPCI (publicatie van een aantal GROOtSTAD-cahiers, ontwikkeling website, adressenbestand). Tevens wordt een proces op gang gezet om een naam te zoeken voor de grensoverschrijdende metropool. Naast deze GPCI-projectvoorstellen heeft Leiedal zich tevens ingeschreven in een Interreg-IIIA-voorstel voor de realisatie van een grensoverschrijdend recreatief routenetwerk, voor zowel wandelaars, fietsers als ruiters. De projectpartners hier zijn de Conseil Général du Nord (Noord-Frankrijk), de intercommunale IDETA (Tournai) en Toerisme OostVlaanderen. Het aandeel van Leiedal beperkt zich tot het thema ‘fietsen’ in de Leie-Schelderegio. In samenspraak met de Provincie West-Vlaanderen en de regiowerking van Westtoer zal Leiedal een recreatief fietsnetwerk uitwerken voor het gebied tussen de Leie en de Schelde in het arrondissement Kortrijk. 93
Deze drie projecten werden inmiddels goedgekeurd door het Interreg-secretariaat. Ze zullen in de loop van 2003 worden aangepakt. 2.13.5
Rekkem-Ferrain In het kader van Interreg II heeft de GPCI, met LMCU en Leiedal als projectleiders, gewerkt aan een groot aantal studies in voorbereiding van de reconversie van de grenspost op de E17-A22 in Rekkem. De projectcoördinatie gebeurde hier door de vzw Rekkem-Ferrain, die hiertoe in 1998 werd opgericht. Dit project kent zijn oorsprong in de afschaffing van de Europese binnengrenzen (Schengenverdrag 1993) en wil de in onbruik geraakte grenspost op de E17-A22 in Rekkem een nieuwe bestemming geven. Het moet uitgroeien tot symboolproject van de grensoverschrijdende samenwerking.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
De site wordt opgebouwd rond het centrale thema ‘grens en uitwisseling’. In de voorbije twee jaar werd het programma voor de reconversie bepaald in samenwerking met externe adviesbureaus. Vier elementen staan daarbij centraal: • een forum voor grensoverschrijdende samenwerking: een werk- en ontmoetingsplaats voor alle actoren die bij grensoverschrijdende initiatieven betrokken zijn; • een grensoverschrijdend park; • een bezoekerscentrum; • een venster op de grensoverschrijdende metropool (toeristisch infopunt). Gezien de complexiteit van het dossier zal het project fasegewijs uitgevoerd worden. In een eerste fase zal het forum voor grensoverschrijdende samenwerking worden gerealiseerd, samen met de groenaanleg op de site. Vervolgens kan de site ontwikkeld worden als venster op de grensoverschrijdende metropool, met een toeristisch infopunt en een bezoekerscentrum. De uitwerking en de aanleg van een grensoverschrijdend park vormen het sluitstuk van dit reconversieproject. Momenteel wordt de haalbaarheid van de eerste fase onderzocht. Deze studie wordt in maart 2003 afgerond.
Het primaire fietsnetwerk in Vlaanderen zal aansluiting geven op het RAVeL-fietsnetwerk in Wallonië (Réseau Autonome de Voies Lentes). 94
WERKGEBIEDEN
2.14
EUROPESE EN INTERNATIONALE SAMENWERKING Krachtlijnen Beleidsplan 2002-2007 • te onderzoeken: - quid eerstelijnsfunctie naar de gemeenten inzake Europese programma’s en projecten? een gemeenschappelijke projectcoördinator voor Leiedal en de wvi voor de opvolging van Europese samenwerkingprogramma’s? - quid uitvoer van expertise inzake intergemeentelijke samenwerking naar andere regio’s (landen-in-ontwikkeling)? inspelen op Vlaamse samenwerkingsakkoorden met Centraal-en Oost-Europa (via de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden of de VVSG)?
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Initiatieven in 2002 2.14.1 Leiedal heeft in 2002 geen nieuwe initiatieven ontwikkeld inzake Europese en/of internationale samenwerking. Deze dimensie moet nog verder onderzocht en getoetst worden aan de precieze verwachtingen van de gemeentebesturen, alvorens de intercommunale concrete activiteiten en projecten kan opstarten.
95
96
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
3.1 ANZEGEM
Uitbreiding KMO-zone Jagershoek - Vichte: • opmaak van het dossier en voeren van de procedure tot goedkeuring van de bouwvergunning voor de infrastructuurwerken; • openbare aanbesteding van de infrastructuurwerken, toewijzing van de werken en opvolging van de uitvoering door de nv Vanhulle uit Tielt; • start van de verkoopspromotie - actualisatie van de lijst van kandidaat-kopers.
Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven: • schetsontwerp; • eerste en tweede voorontwerp; • ontwerp. Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • aanvraag structureel overleg startnota; • hypothese gewenste ruimtelijke structuur; • begeleiding gemeentegrensoverschrijdend overleg tussen Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn en Zwevegem omtrent gemeenschappelijke knelpunten.
LOKAAL WOONBELEID
MILIEU EN NATUUR
Prospectie nieuwe woonprojecten: • snel verkennend onderzoek op vraag van het gemeentebestuur naar zeven gebieden die in het Gewestplan Kortrijk en/of een BPA ingekleurd staan als woongebied; • detailonderzoek naar de haalbaarheid van een aantal van deze projecten.
Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL.
INBREIDING EN HERBESTEMMING Prospectie nieuwe projecten: • snel verkennend onderzoek naar de mogelijkheden voor de herbestemming van de voormalige OCMWgebouwen in Vichte. STEDENBOUW Acht BPA’s in behandeling: • Anzegem BPA 1 - Borreberg; • Anzegem BPA 4 - Torrebos; • Anzegem BPA 9A - Grote Leiestraat; • Anzegem BPA 11A - Stientjesstraat; • Ingooigem BPA 13 - Vossestraat; • Vichte BPA 4 - Lendedreef; • Vichte BPA 12 - Pareelstraat; • Vichte BPA 18 - Roodkapje.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
BEDRIJVENTERREINEN
3
Alternatieve bevoorrading proceswater aan bedrijven: • herdefiniëring STEM-project Waregem en REBAK naar een regionaal dossier Waregem-Kortrijk. Adviesverlening aan de milieudienst. PLATTELANDSONTWIKKELING Leefbaarheid interfluvium tussen de Leie en de Schelde: • opmaak actieprogramma rond wonen en mobiliteit. TOERISME EN RECREATIE Consulent in de vzw VVV West-Vlaamse Scheldestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.anzegem.be.
97
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
3.2
AVELGEM BEDRIJVENTERREINEN
TOERISME EN RECREATIE
Bedrijventerrein aan de Schelde: • verkoop van twee percelen (17.094 m²).
Consulent in de vzw VVV West-Vlaamse Scheldestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
STEDENBOUW Twee BPA’s in behandeling: • Avelgem BPA 15 - Kapellekouter; • Kerkhove BPA 15 - Kaaistraat.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • medewerking aan informatievergaderingen voor de bevolking; • startnota; • hypothese gewenste ruimtelijke structuur (structureel overleg); • begeleiding gemeentegrensoverschrijdend overleg tussen Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn en Zwevegem omtrent gemeenschappelijke knelpunten.
Lokaal e-government: • pilootproject centraal adressenbestand. ICT-begeleiding: • algemene doorlichting ICT-beheer en -beleid op vraag van het gemeentebestuur. Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.avelgem.be.
MOBILITEIT Gemeentelijk mobiliteitsplan: • afwerking oriëntatienota (conform verklaard door de auditcommissie) • onderzoeksrapport: verkeerstellingen en bedrijvenenquête MILIEU EN NATUUR Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. Projecten: • project harmonisch parkbeheer: groene en recreatieve verbinding Rijtgracht; • waterbeheer: richtplan Avelgembeek en Scheebeek; • natuurinrichtingsproject West-Vlaamse Scheldemeersen: deelname projectcommissie. PLATTELANDSONTWIKKELING Leefbaarheid interfluvium tussen de Leie en de Schelde: • opmaak actieprogramma rond wonen en mobiliteit. 98
In het kader van het onderzoek voor het gemeentelijk mobiliteitsplan van Avelgem werden in 2002 verkeerstellingen georganiseerd, waaraan ook bewoners meehielpen.
DEERLIJK BEDRIJVENTERREINEN
MILIEU EN NATUUR
Bedrijventerrein Breestraat: • verkoop van het resterende perceel van circa 1 ha; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Tweede milieuconvenant: • afwerking gemeentelijk milieubeleidsplan 2002-2006 en begeleiding openbaar onderzoek.
Bedrijventerrein Ter Donkt II: • afsluiten van een overeenkomst met het gemeentebestuur inzake de taakstelling van Leiedal; • opmaak van het masterplan voor de ontwikkeling van het gebied; • aftoetsen van het masterplan bij de diverse bevoegde administraties; • overleg met de eigenaars-bedrijven in functie van een optimale configuratie van het bedrijventerrein en concrete afspraken tot realisatie.
Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • opmaak milieujaarprogramma 2002 in opdracht van de gemeente; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL; • uitwerking intern milieuzorgsysteem.
INBREIDING EN HERBESTEMMING Site Ovelacq: • algemene nazorg, o.m. opvolging problematiek gemene muur aanpalende buur (gerechtelijke procedure); • opvolging van de goedkeuring van de bouwaanvraag van de nv Huyzentruyt voor het realiseren van een gemengd project van appartementen en ééngezinswoningen op de site. Prospectie nieuwe projecten: • snel verkennend onderzoek naar de mogelijkheid voor de uitbreiding/verbouwing van de OCMW-kantoren in Deerlijk.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
3.3
Alternatieve bevoorrading proceswater aan bedrijven: • herdefiniëring STEM-project Waregem en REBAK naar een regionaal dossier Waregem-Kortrijk. Adviesverlening aan de milieudienst (o.m. milieuvergunningsaanvragen). PLATTELANDSONTWIKKELING Leefbaarheid interfluvium tussen de Leie en de Schelde: • opmaak actieprogramma rond wonen en mobiliteit. TOERISME EN RECREATIE Consulent in de vzw VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
STEDENBOUW
ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
Twee BPA’s in behandeling: • Deerlijk BPA 4D - Gavers; • Deerlijk BPA 33 - Tapuitstraat.
Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.deerlijk.be.
Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (tweede fase): • Ministerieel Besluit. Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • startnota; • hypothese gewenste ruimtelijke structuur; • sectorstudie economie; • sectorstudie natuur en landschap.
99
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
3.4 HARELBEKE BEDRIJVENTERREINEN
Adviesverlening aan de milieudienst.
Bedrijventerrein Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem (Deltapark-Losschaert): • lopende onteigeningsprocedures stopgezet in afwachting van het verkrijgen van een goede juridische basis voor onteigening; • uitwerking STEM-project Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem (streekeigen management Vlaamse overheid).
TOERISME EN RECREATIE
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
KMO-zone Vierschaar - Bavikhove: • terugkoop en verkoop van een perceel van 0,3 ha; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). STEDENBOUW Zes BPA’s in behandeling: • Harelbeke BPA 55 - Zuidstraat; • Harelbeke BPA 57 - Stationsplein; • Harelbeke BPA 58 - A. Pevernagestraat; • Harelbeke BPA 64 - Goederenkoer; • Hulste BPA 60 - Park; • Hulste BPA 63 - Bufferbekken Muizelstraat.
Partner in de vzw Leiestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT Lokaal e-government: • pilootproject productencatalogus (i.s.m. stadsbestuur Kortrijk) Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding stadsbestuur bij restyling website www.harelbeke.be. Geografische informatiesystemen: • opvolging opmaak Grootschalig Referentiebestand door het Overkoepelend Centrum GIS-Vlaanderen.
Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (tweede fase) • ontwerp; • Ministerieel Besluit. Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • hypothese gewenste ruimtelijke structuur; • sectorstudie economie. Plangebied Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem. MILIEU EN NATUUR Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met stadsbestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. Alternatieve bevoorrading proceswater aan bedrijven: • herdefiniëring STEM-project Waregem en REBAK naar een regionaal dossier Waregem-Kortrijk.
100
De nieuwe website van de stad Harelbeke volgt een dubbele navigatiestructuur, zodat de bezoeker de gewenste informatie steeds snel terug kan vinden.
KORTRIJK BEDRIJVENTERREINEN
• algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Bedrijventerrein Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem (Deltapark-Losschaert): • lopende onteigeningsprocedures stopgezet in afwachting van het verkrijgen van een goede juridische basis voor onteigening; • uitwerking STEM-project Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem (streekeigen management Vlaamse overheid).
Doomanstraat - Aalbeke: • verkennend onderzoek naar alternatieve ontwikkelingsmogelijkheden voor een terrein van circa 2 ha, eigendom van Leiedal, dat in het Gewestplan Kortrijk als KMO-zone is opgenomen; • overleg met het stadsbestuur van Kortrijk.
Researchpark - Hoog-Kortrijk: • opmaak van het BPA voorlopig opgeschort, in afwachting van het resultaat van het beroep tot nietigverklaring van de wijziging van het Gewestplan Kortrijk van 6 juli 2001, dat de buurtbewoners bij de Raad van State hebben ingediend. Dienstenzone Beneluxlaan - Hoog-Kortrijk: • goedkeuring van het onteigeningsplan (Ministerieel Besluit van 17 september 2002); • afwerking van het infrastructuurdossier door studiebureau Lapere, in samenspraak met de diensten van Leiedal; • onderhandelingen met kandidaat-kopers lopende. KMO-zone Waterven - Bissegem-Heule: • terugkoop van een perceel van 2.770 m²; • eerste verkennende gesprekken in functie van herverkoop; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). Transportcentrum LAR - Kortrijk-Menen: • twee verkoopakten voor 0,5 ha - terugkoop perceel van 0,7 ha; • spoorwegterminal: verfijning concept na verkennend onderzoek naar de commerciële en financiële haalbaarheid; • uitbreiding LAR: dossieropvolging in functie van de opname van LAR II in het ruimtelijk uitvoeringsplan van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk; uitwerking STEM-project ‘Vernieuwende ruimtelijke concepten voor een transport-logistieke vestiging’ (streekeigen management Vlaamse overheid). Bedrijventerrein Vliegveld Wevelgem-Bissegem: • terugkoop van een perceel van circa 0,3 ha; • onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende;
Torkonjestraat - Marke: • afsluiten van een overeenkomst met het OCMW van Kortrijk, om op termijn een lokaal bedrijventerrein te ontwikkelen dat in het afbakeningsvoorstel van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk als lokaal bedrijventerrein is opgenomen.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
3.5
Gronden Depoortere - Aalbeke: • snel verkennend onderzoek in functie van de mogelijke realisatie van een lokaal bedrijventerrein op de door ‘new Depoortere’ te koop aangeboden gronden. LOKAAL WOONBELEID Woonzone Papeye - Aalbeke: • overdracht van een perceel van 495 m² aan het stadsbestuur, voor opname in het openbaar domein. INBREIDING EN HERBESTEMMING Site Vetex: • opvolging van de bodemsaneringswerken die uitgevoerd worden in opdracht en voor rekening van de voormalige eigenaar, de nv Vetex; • algemene nazorg site; • afstemming met de Woonregie van de stad Kortrijk inzake de realisatie van het herbestemmingsproject; • opvolging van de goedkeuring van de eindafrekening en uitbetaling van het saldo van de subsidies door de Vlaamse Administratie. STEDENBOUW Eén BPA in behandeling: • Aalbeke BPA 4 - LAR. Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven: • eerste voorontwerp.
101
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • schetsontwerp. Projecten: • Leiedoortocht Kortrijk; • Buda-eiland; • Goed te Boevekerke; • opstart project Morinnegoed; • plangebied Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem.
Geïntegreerde gebiedsvisie Leievallei Wervik-Kortrijk: • opmaak basiskaart studiegebied; • landbouwstudie; • uitwerking recreatieve structuur. OPENRUIMTEBELEID EN LANDSCHAPSOPBOUW Stadsrandbos: dossieropvolging vanuit REBAKwerkgroep.
MOBILITEIT TOERISME EN RECREATIE Mobiliteitsstudie Hoog-Kortrijk. Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Partner in de vzw Leiestreek. MILIEU EN NATUUR ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met stadsbestuur. Erosiebestrijding: • opmaak typebestek voor de aanstelling van een gespecialiseerd bureau; • opvolging en begeleiding van het proces voor de opmaak van een bodemerosiebestrijdingsplan.
De structuurschets voor de dienstenzone Beneluxlaan in Hoog-Kortrijk. 102
Lokaal e-government: • pilootproject productencatalogus (i.s.m. stadsbestuur Harelbeke). Digitale Regio Kortrijk: • opvolging restyling website www.kortrijk.be door stadsbestuur en Group94.
KUURNE LOKAAL WOONBELEID
Adviesverlening aan de milieudienst.
Woonzone Gasthuisweide: • verkoop van 2 kavels voor een totale oppervlakte van 417 m² (na verkoop van een woning gebouwd door een projectontwikkelaar op de kavel in kwestie); • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
TOERISME EN RECREATIE
STEDENBOUW
ICT-begeleiding: • algemene doorlichting ICT-beheer en -beleid op vraag van het gemeentebestuur.
Drie BPA’s in behandeling: • Kuurne BPA 7C - Tramstatie; • Kuurne BPA 19 - Kongostraat; • Kuurne BPA 26 - Heulebeek.
Partner in de vzw Leiestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.kuurne.be.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
3.6
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • startnota; • sectorstudie economie; • sectorstudie natuur en landschap. MILIEU EN NATUUR Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL; • toelichting bij en introductie van intern milieuzorgsysteem.
Naar verwachting kan de woonzone Gasthuisweide in 2003 worden uitverkocht. 103
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
3.7
LENDELEDE LOKAAL WOONBELEID
STEDENBOUW
Woonzone ‘t Zaagske: • verkoop van een restperceel van 355 m²; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen).
Drie BPA’s in behandeling: • Lendelede BPA 1E - Dorpskom; • Lendelede BPA 8 - Spoelewielen; • Lendelede BPA 14 - Bergkapel.
INBREIDING EN HERBESTEMMING
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Site Heulsestraat (Combes): • afsluiten van een overeenkomst met de gemeente Lendelede, in functie van het bouwrijp maken van de site en de realisatie van een herbestemmingsproject; • analyse van de diverse realisatiemogelijkheden, uitwerking van diverse scenario’s met inbegrip van een financiële haalbaarheidstoetsing; • eerste verkennende gesprekken met de eigenaars; • verdere realisatie voorlopig opgeschort in afwachting van de resultaten van de bodemonderzoeken die worden uitgevoerd in opdracht van de huidige eigenaar.
Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven: • eerste en tweede voorontwerp; • ontwerp. Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • hypothese gewenste ruimtelijke structuur; • sectorstudie economie; • sectorstudie natuur en landschap. MOBILITEIT Gemeentelijk mobiliteitsplan: • opstart proces; • opmaak oriëntatienota. MILIEU EN NATUUR Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. Adviesverlening aan de milieudienst (o.m. milieuvergunningsaanvragen). TOERISME EN RECREATIE Partner in de vzw Leiestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.lendelede.be.
In Lendelede biedt het open landschap aantrekkelijke perspectieven op de agrarische gebruiksruimte in afwisseling met kleine landschapselementen. 104
MENEN BEDRIJVENTERREINEN
MILIEU EN NATUUR
Transportcentrum LAR - Kortrijk-Menen: • twee verkoopakten voor 0,5 ha - terugkoop perceel van 0,7 ha; • spoorwegterminal: verfijning concept na onderzoek naar de commerciële en financiële haalbaarheid; • uitbreiding LAR: dossieropvolging i.f.v. van de opname van LAR II in het ruimtelijk uitvoeringsplan van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk; uitwerking STEM-project ‘Vernieuwende ruimtelijke concepten voor een transport-logistieke vestiging’ • overleg met het stadsbestuur i.f.v. parkmanagement/ BITLAR.
Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met stadsbestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL.
STEDENBOUW
Adviesverlening aan de milieudienst.
Drie BPA’s in behandeling: • Lauwe BPA 10 - Opstal; • Lauwe BPA 11 - Kranenbroek; • Lauwe BPA 15 - Leiestraat.
TOERISME EN RECREATIE
Geïntegreerde gebiedsvisie Leievallei Wervik-Kortrijk: • opmaak basiskaart studiegebied; • landbouwstudie; • uitwerking recreatieve structuur. Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
3.8
Opvolging project harmonisch parkbeheer Geluwebeek.
Partner in de vzw Leiestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • opstart proces; • uitwerking procesnota en startnota (aanvraag structureel overleg); • sectorstudie economie; • begeleiding grensoverschrijdend overleg met NoordFrankrijk (Halluin) en Wervik omtrent gemeenschappelijke knelpunten.
Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding stadsbestuur bij restyling website www.menen.be
De Geluwebeek in Menen biedt ruimte voor de aanleg van een groene en recreatieve as die de stad verbindt met de open ruimte. 105
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
3.9 SPIERE-HELKIJN STEDENBOUW
TOERISME EN RECREATIE
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • opstart proces; • uitwerking procesnota en startnota (aanvraag structureel overleg); • sectorstudie wonen; • begeleiding gemeentegrensoverschrijdend overleg tussen Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn en Zwevegem omtrent gemeenschappelijke knelpunten.
Consulent in de vzw VVV West-Vlaamse Scheldestreek.
MILIEU EN NATUUR Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Actieve begeleiding van het gemeentelijke milieubeleid en de milieudienst. Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • opmaak milieujaarprogramma 2002 op vraag van het gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. PLATTELANDSONTWIKKELING Leefbaarheid interfluvium tussen de Leie en de Schelde: • opmaak actieprogramma rond wonen en mobiliteit.
106
Begeleiding dossier Spierekanaal (bevaarbaarheid, fietsverbinding). ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT ICT-begeleiding: • algemene doorlichting ICT-beheer en -beleid op vraag van het gemeentebestuur. Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.spiere-helkijn.be.
3.10 WAREGEM
Negen BPA’s in behandeling: • Beveren-Leie BPA 77A - Omloopstraat; • Beveren-Leie BPA 84 - Spijkerlaan; • Beveren-Leie BPA 93 - Leenakkerstraat; • Desselgem BPA 75A - Wedage; • Sint-Eloois-Vijve BPA 76A - Gentseweg; • Sint-Eloois-Vijve BPA 90 - Grottelaan; • Sint-Eloois-Vijve BPA 91 - Koekoekstraat; • Sint-Eloois-Vijve BPA 92 - Zonneveld; • Waregem BPA 84 - Weverstraat.
• begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. Open stadsrandbos Waregem-Wielsbeke: • afwerking studierapport; • voorstelling studie aan gemeenteraad en milieuraad. Alternatieve bevoorrading proceswater aan bedrijven: • herdefiniëring STEM-project Waregem en REBAK naar een regionaal dossier Waregem-Kortrijk.
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • startnota; • sectorstudie economie; • opvolging analyse kleinhandel door adviesbureau Goudappel Coffeng.
Adviesverlening aan de milieudienst.
MILIEU EN NATUUR
ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met stadsbestuur;
Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding stadsbestuur bij restyling website www.waregem.be.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
STEDENBOUW
TOERISME EN RECREATIE Partner in de vzw Toerisme Leiestreek.
In het concept dat Leiedal en de wvi hebben uitgewerkt voor het open stadsrandbos Waregem-Wielsbeke, vormen de zavelputten in Desselgem een belangrijke attractiepool. 107
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
3.11 WEVELGEM BEDRIJVENTERREINEN
MOBILITEIT
Noordwestelijke uitbreiding bedrijventerrein Gullegem-Moorsele: • grondverwerving bijna afgerond, circa 45,2 ha verworven; • verfijning nieuw concept van het ontwerpdossier voor de wegenis en riolering, o.a. rekening houdend met de opties van het ontwerp van mobiliteitsplan; • subsidies (40%) voor de infrastructuurwerken goedgekeurd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; • concept en overeenkomst uitgewerkt voor de autonome ontwikkeling van het gedeelte van het terrein ten zuiden van de bestaande afwateringsgracht.
Gemeentelijk mobiliteitsplan: • medewerking aan informatievergaderingen voor de bevolking; • opstart synthesefase; • afwerking onderzoeksrapport; • synthesenota conform verklaard door de auditcommissie.
Bedrijventerrein Vliegveld Wevelgem-Bissegem: • terugkoop van een perceel van circa 0,3 ha; • onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). STEDENBOUW
Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. Geïntegreerde gebiedsvisie Leievallei Wervik-Kortrijk: • opmaak basiskaart studiegebied; • landbouwstudie; • uitwerking recreatieve structuur.
Zes BPA’s in behandeling: • Moorsele BPA 14 - Windturbinepark; • Wevelgem BPA 26 - Marremstraat; • Wevelgem BPA 37 - Deken Jonckheerestraat Noord; • Wevelgem BPA 38 - Deken Jonckheerestraat Zuid; • Wevelgem BPA 39 - Artoisstraat Oost; • Wevelgem BPA 40 - Artoisstraat West.
Adviesverlening aan de milieudienst.
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • medewerking aan informatievergaderingen voor de bevolking; • startnota; • hypothese gewenste ruimtelijke structuur.
Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.wevelgem.be.
Project Anno’02 - actieve begeleiding internationale workshop.
108
MILIEU EN NATUUR
TOERISME EN RECREATIE Partner in de vzw Toerisme Leiestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT
3.12 ZWEVEGEM
KMO-zone Esserstraat: • afwerking van de infrastructuurwerken door de nv Devagro uit Desselgem; • aanleg van de nutsleidingen ter uitrusting van de zone; • verfijnen van de stedenbouwkundige voorschriften en verkoopsvoorwaarden in functie van een kwalitatieve en duurzame ontwikkeling; • verkoop van 4 percelen voor een totale oppervlakte van circa 1 ha - onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen); • opmaken en indienen van een STEM-projectvoorstel bij de Vlaams minister van Economie (streekeigen management) voor de opmaak van een conceptstudie voor de realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw. Bedrijventerrein Trekweg - Moen: • 1 verkoopakte voor een oppervlakte van circa 2.194 m² - onderhandelingen voor de overige bouwrijpe percelen zijn lopende; • algemene nazorg (o.m. adviseren bouwaanvragen). Bedrijventerrein Oude Spoorweg - Sint-Denijs: • goedkeuring van het onteigeningsplan (Ministerieel Besluit van 4 april 2002); • finale onderhandelingen in functie van de minnelijke aankoop van circa 2 ha gronden, evenwel zonder resultaat;
• afwerking van het ontwerpdossier voor de infrastructuurwerken door ingenieursbureau IBS, in samenspraak met de diensten van Leiedal. Bedrijventerrein Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem (Deltapark-Losschaert): • lopende onteigeningsprocedures stopgezet in afwachting van het verkrijgen van een goede juridische basis voor onteigening; • uitwerking STEM-project Kortrijk-Harelbeke-Zwevegem (streekeigen management Vlaamse overheid). LOKAAL WOONBELEID Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
BEDRIJVENTERREINEN
Spinnerijstraat - Moen: • goedkeuring van het verkavelingsplan door de vergunningsverlenende overheid; • openbare aanbesteding van de infrastructuurwerken, toewijzing van de werken en opvolging van de uitvoering door nv Adyns uit Deerlijk; • opmaak van de verkoopsvoorwaarden en opstart van de verkoopspromotie. INBREIDING EN HERBESTEMMING Prospectie nieuwe projecten: • snel verkennend onderzoek naar de haalbaarheid van de herbestemming van de site Reyntjens in Zwevegem.
Het nieuw aangelegde bufferbekken in de KMO-zone Esserstraat in Zwevegem. 109
OVERZICHT VAN ACTIEVE DOSSIERS PER GEMEENTE
STEDENBOUW
PLATTELANDSONTWIKKELING
Twee BPA’s in behandeling: • Moen BPA 8 - Hulweg • Zwevegem BPA 19 - Centrum
Leefbaarheid interfluvium tussen de Leie en de Schelde: • opmaak actieprogramma rond wonen en mobiliteit. TOERISME EN RECREATIE
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan: • medewerking aan informatievergaderingen voor de bevolking; • structureel overleg bestaande en gewenste ruimtelijke structuur; • schetsontwerp; • sectorstudie economie; • begeleiding gemeentegrensoverschrijdend overleg tussen Anzegem, Avelgem, Spiere-Helkijn en Zwevegem omtrent gemeenschappelijke knelpunten. Projecten: • Leopoldstraat; • Elektriciteitscentrale; • plangebied Harelbeke-Kortrijk-Zwevegem. MOBILITEIT Gemeentelijk mobiliteitsplan: • opvolging gemeentelijke begeleidingscommissies. MILIEU EN NATUUR Samenwerkingsovereenkomst milieu: • bespreking aanbod Leiedal met gemeentebestuur; • begeleiding gemeenten bij formulering gezamenlijke reactie op evaluatie milieujaarprogramma 2002 door AMINAL. Erosiebestrijding: • opmaak typebestek voor de aanstelling van een gespecialiseerd bureau; • opvolging en begeleiding van het proces voor de opmaak van een bodemerosiebestrijdingsplan. Adviesverlening aan de milieudienst. OPENRUIMTEBELEID EN LANDSCHAPSOPBOUW Pilootgemeente bij uitwerking regionaal landschapsconcept (OSA+) 110
Consulent in de vzw VVV West-Vlaamse Scheldestreek. ICT, GIS EN LOKAAL E-GOVERNMENT Digitale Regio Kortrijk: • begeleiding gemeentebestuur bij restyling website www.zwevegem.be; • onderzoek naar de mogelijkheden voor de uitbouw van mini-websites voor het handelscomité
VERSLAG VAN HET COLLEGE VAN COMMISSARISEN
B Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Mevrouwen, Mijne heren,
Wij hebben de eer u verslag uit te brengen over de uitoefening van ons mandaat tijdens het afgelopen boekjaar. De commissarissen kregen te gepasten tijde inzage in de boeken en rekeningen en werden aldus in staat gesteld om zich op doeltreffende wijze van hun taak te kwijten. Bij wijze van steekproeven werd de overeenstemming nagegaan tussen de bedragen vermeld in de jaarrekening die u wordt voorgelegd en deze die in de boekhouding voorkomen. De saldi der financiële rekeningen werden vergeleken met de rekeninguittreksels. Dit nazicht gaf geen aanleiding tot bemerkingen. Wij stellen u bijgevolg voor, mevrouwen, mijne heren, de jaarrekeningen voor het maatschappelijk jaar 2002, zoals zij voorgelegd werden door de raad van bestuur, te willen goedkeuren. Namens het college van commissarissen,
Arnold Dehullu, voorzitter.
111
112
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS-REVISOR
C
Mevrouwen, Mijne heren,
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening, opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de vennootschap, over het boekjaar afgesloten op 31/12/2002 met een balanstotaal van 23.485.958,24 euro en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 20.022,01 euro. Wij hebben eveneens de bijkomende specifieke controles uitgevoerd die door de wet zijn vereist. VERKLARING OVER DE JAARREKENING ZONDER VOORBEHOUD Onze controles werden verricht overeenkomstig de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze beroepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening houdend met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de jaarrekening. Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de vennootschap, alsook met de procedures van interne controle. De verantwoordelijken van de vennootschap hebben onze vragen naar opheldering of inlichtingen duidelijk beantwoord. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Wij hebben de waarderingsregels, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die de onderneming maakte en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft de jaarrekening afgesloten op 31/12/2002 een getrouw beeld van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vennootschap en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting. BIJKOMENDE VERKLARINGEN Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: • Het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. • Wij dienen u geen enkele verrichting of beslissing mede te delen die in overtreding met de statuten of de vennootschappenwet zou zijn gedaan of genomen. De resultaatsverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Willy A. Vrijghem, commissaris. 113
JAARREKENING OP 31/12/2002 (IN EURO)
Codes
VASTE ACTIVA
20/28
Vorig boekjaar
Boekjaar
1.217.856
1.225.953
I. Oprichtingskosten (toel. I)
20
-
-
II. Immateriële vaste activa (toel. II)
21
-
-
III. Materiële vaste activa (toel. III) A. Terreinen en gebouwen B. Installaties, machines en uitrusting C. Meubilair en rollend materieel D. Leasing en soortgelijke rechten E. Overige materiële vaste activa F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
22/27 22 23 24 25 26 27
IV. Financiële vaste activa (toel. IV en V) A. Verbonden ondernemingen 1. Deelnemingen 2. Vorderingen B. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 1. Deelnemingen 2. Vorderingen C. Andere financiële vaste activa 1. Aandelen 2. Vorderingen en borgtochten in contanten
28 280/1 280 281
VLOTTENDE ACTIVA
29/58
V. Vorderingen op meer dan 1 jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
282/3 282 283 284/8 284 285/8
29 290 291
D
890.248
882.151 776.729 63.056 50.463
717.150 127.238 37.763
335.705
335.705
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
1. BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA
335.705 335.705
335.705 335.705
22.268.102
22.308.843
59.188
86.518 86.518
59.188
VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering A. Voorraden 1. Grond- en hulpstoffen 2. Goederen in bewerking 3. Gereed product 4. Handelsgoederen 5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop 6. Vooruitbetalingen B. Bestellingen in uitvoering
3 30/36 30/31 32 33 34 35 36 37
VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar A. Handelsvorderingen B. Overige vorderingen
40/41 40 41
VIII. Geldbeleggingen (toel. V en VI) A. Eigen aandelen B. Overige beleggingen
50/53 50 51/53
IX. Liquide middelen
54/58
273.943
134.885
X. Overlopende rekeningen (toel. VII)
490/1
238.485
314.230
TOTAAL DER ACTIVA
20/58
23.485.958
23.534.796
14.698.422
14.453.948 14.453.948
14.698.422
14.453.948
14.698.422
1.532.102 525.774 1.006.328
693.968 429.212 264.756
5.710.436 5.710.436
6.380.820 6.380.820
115
1. BALANS NA WINSTVERDELING PASSIVA
Codes
EIGEN VERMOGEN I. Kapitaal (toel. VIII) A. Geplaatst kapitaal B. Niet-opgevraagd kapitaal II. Uitgiftepremies
11
III. Herwaarderingsmeerwaarden
12
IV. Reserves A. Wettelijke reserve B. Onbeschikbare reserves 1. Voor eigen aandelen 2. Andere C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves
13 130 131 1310 1311 132 133
V. Overgedragen winst Overgedragen verlies
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
(-)
(-)
9.727.094 3.360.395
9.891.046 3.360.395 (
3.360.395 )
(
3.360.395 )
1.234.720
1.363.477
4.884.085
4.919.280 338.327 868.483 868.483
337.326 853.310 853.310
3.712.470
3.693.449
140 141
(
(
)
)
VI. Kapitaalsubsidies
15
247.894
247.894
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN
16
4.372.937
4.602.055
VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Grote herstellings- en onderhoudswerken 4. Overige risico's en kosten (toel. IX) B. Uitgestelde belastingen
160/5 160 161 162 163/5 168
4.372.937
4.602.055
SCHULDEN
17/49 17 170/4 170 171 172 173 174 175 1750 1751 176 178/9
VIII. Schulden op meer dan 1 jaar (toel. X) A. Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen B. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen D. Overige schulden
116
10/15 10 100 101
Vorig boekjaar
Boekjaar
4.602.055
4.372.937
9.205.647 6.428.181
9.221.975 6.732.383 6.428.181
6.732.383
6.428.181
6.732.383
IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar (toel. X) A. Schulden op meer dan 1 jaar die binnen het jaar vervallen B. Financiële schulden 1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen E. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten F. Overige schulden
42/48 42 43 430/8 439 44 440/4 441 46
X. Overlopende rekeningen (toel. XI)
492/3
113.698
249.607
TOTAAL DER PASSIVA
10/49
23.485.958
23.534.796
45 450/3 454/9 47/48
2.375.894
2.527.859
1.159.052 49.430 49.430
1.014.207 50.231 50.231
785.892 785.892
964.123 964.123
91.719
139.035
278.564 22.360 256.204 11.237
349.026
11.237
2. RESULTATENREKENING
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
(in staffelvorm)
II.
III.
IV.
Bedrijfsopbrengsten A. Omzet (toel. XII, A) B. Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering (toename +, afname -) C. Geproduceerde vaste activa D. Andere bedrijfsopbrengsten (toel. XII, B)
70/74 70
Bedrijfskosten (-) A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 1. Inkopen 2. Wijziging in de voorraad (toename -, afname+) B. Diensten en diverse goederen C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (toel. XII, C2) D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) (toel. XII, D) F. Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) (toel. XII, C3 en E) G. Andere bedrijfskosten (toel. XII, F) H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-)
60/64 60 600/8 609
Bedrijfswinst
(+)
70/64
Bedrijfsverlies
(-)
64/70
VI.
71 72 74
Financiële opbrengsten A. Opbrengsten uit financiële vaste activa B. Opbrengsten uit vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten (toel. XIII, A)
V. Financiële kosten A. Kosten van schulden (toel. XIII, B en C) B. Waardeverminderingen op andere vlottende activa dan bedoeld onder II. E (toevoegingen +, terugnemingen -) (toel. XIII, D) C. Andere financiële kosten (toel. XIII, E) Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting
5.129.191 5.297.548
-244.474
+859.964
1.782.014
761.300 ( 5.031.754)
( 7.784.206)
2.149.332
4.190.096
61
932.489
822.365
62
2.025.554
2.190.615
630
153.496
148.653
631/4
-191.991
635/7 640/8 649
-229.117
(
624.468
)
(
)
97.437 (
75 750 751 752/9 (-)
6.918.812
3.591.651
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
I.
)
(865.394)
395.250
433.046
395.250
65 650
433.046
(446.311) 446.311
(472.379) 472.379
651 652/9
(+)
70/65
(-)
65/70
46.376 (
)
(904.727)
117
2. RESULTATENREKENING (vervolg)
Codes
Vorig boekjaar
Boekjaar
(in staffelvorm) VI.
Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting Verlies uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting
(+)
(70/65)
(-)
(65/70)
(
)
(
904.727)
(
)
(
)
669
(
)
(
)
(+) (-)
70/66 66/70
(
IX bis. A. Onttrekking aan de uitgestelde belastingen B. Overboeking naar de uitgestelde belastingen
(+) (-)
780 680
(
)
(
)
X.
Belastingen op het resultaat A. Belastingen (toel. XV) B. Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen
(-)(+) (-)
67/77 670/3
(
26.354 26.354)
(
61.849 61.849)
Winst van het boekjaar Verlies van het boekjaar
(+) (-)
70/67 67/70
(
20.022 )
(
Onttrekking aan de belastingvrije reserves Overboeking naar de belastingvrije reserves
(+) (-)
789 689
(
)
(
(-)
(70/68) (68/70)
(
20.022 )
(
VII. Uitzonderlijke opbrengsten A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke opbrengsten (toel. XIV, A)
76
760 761 762 763 764/9
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
VIII. Uitzonderlijke kosten (-) A. Uitzonderlijke afschrijvingen waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen -) D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke kosten (toel. XIV, B) F. Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten (-) IX.
XI.
XII.
Winst van het boekjaar vóór belasting Verlies van het boekjaar vóór belasting
XIII. Te bestemmen winst van het boekjaar Te verwerken verlies van het boekjaar
118
46.376
66
660 661 662 663 664/8
46.376 (
)
904.727)
77
966.576)
)
966.576)
RESULTAATVERWERKING
(-) (-) (-)
B. Onttrekking aan het eigen vermogen 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. aan de reserves C. Toevoeging aan het eigen vermogen 1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. aan de wettelijke reserve 3. aan de overige reserves D. Over te dragen resultaat 1. Over te dragen winst 2. Over te dragen verlies
Vorig boekjaar
20.022 )
(
(
(-)
(-)
966.576)
(
)
(
)
(
)
(
)
791/2 791 792
E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies F. Uit te keren winst 1. Vergoeding van het kapitaal 2. Bestuurders of zaakvoerders 3. Andere rechthebbenden
70/69 69/70 70/68 68/70 790 690
Boekjaar
966.576 966.576
691/2 691 6920 6921
(
20.022 )
(
)
693 793
(
)
(
)
(
)
(
)
1.001 19.021
794 (-)
694/6 694 695 696
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
A. Te bestemmen winstsaldo Te verwerken verliessaldo 1. Te bestemmen winst van het boekjaar Te verwerken verlies van het boekjaar 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar Overgedragen verlies van het vorige boekjaar
Codes
119
3. TOELICHTING
Codes
1
2
Terreinen
III. Staat van de materiële vaste activa
Installaties, machines
3
Meubilair en
en gebouwen
en uitrusting
rollend materieel
(post 22)
(post 23)
(post 24)
(posten 22 tot 27 van de activa)
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
a) Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaff., met inbegrip van de geprod. vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboek. van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar b) Meerwaarden Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar c) Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdr. en buitengebruikstell. (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar d) Nettoboekw. per einde boekjaar (a) + (b) - (c)
815 816 817 818 819
120
(
820 821 822 823 824 825
827 828 829 830 831 832 833
194.989
)
149.458
143.537 81.690 )
(
1.863 55.124 )
(
1.296.768
256.836
96.197
329.284
3.598
4.722
(
826
Codes
a) Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaff., met inbegrip van de geprod. vaste activa - Overdrachten en buitengebruikstellingen (-) - Overboek. van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar b) Meerwaarden Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar c) Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig (-) - Verworven van derden - Afgeboekt na overdr. en buitengebruikstell. (-) - Overgeboekt van een post naar een andere (+) (-) Per einde van het boekjaar d) Nettoboekw. per einde boekjaar (a) + (b) - (c) waarvan: - Terreinen en gebouwen - Installaties, machines en uitrusting - Meubilair en rollend materieel
1.296.768
)
(
2.029 )
(
1.570 )
329.284
1.569
3.152
849.323
135.531
103.717
(
59.579 )
(
79.355 )
(
)
(
)
(
83.719 )
(
56.693 )
908.902 717.150
4
131.167 127.238
5
Leasing en
14.562
61.586 37.763
6
Overige materiële
Activa in aanbouw
soortgelijke rechten
vaste activa
en vooruitbetalingen
(post 25)
(post 26)
(post 27)
815 816 817 818 819
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
820 821 822 823 824 825 826 827 828 829 830 831 832 833 250 251 252
IV. Staat van de financiële vaste activa. (post 28 van de activa)
Codes
1. DEELNEMINGEN EN AANDELEN a) Aanschaffingswaarde Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Aanschaffingen - Overdrachten en buitengebruikstellingen - Overboekingen van een post naar een andere
2
verbonden
3
Ondernemingen met
Andere
ondernemingen
deelnemingsverhouding
ondernemingen
(post 280)
(post 282)
(post 284)
835
(-) (+) (-)
Per einde van het boekjaar
836 837 838
363.593
(
)
(
)
(
839
b) Meerwaarden Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Verworven van derden - Afgeboekt - Overgeboekt van een post naar een andere
)
363.593
840
(-) (+) (-)
841 842 843 844
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
(
)
845
c) Waardeverminderingen Per einde van het vorige boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar: - Geboekt - Teruggenomen want overtollig - Verworven van derden - Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstell. - Overgeboekt van een post naar een andere
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
Per einde van het boekjaar
846
(-) (-) (+) (-)
Per einde van het boekjaar
847 848 849 850 851 852
d) Niet-opgevraagde bedragen Per einde van het vorig boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar
(+) (-)
Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
1
(a)+(b)-(c)-(d)
VI. Geldbeleggingen: overige beleggingen, (post 51/53 van de activa)
Vastrentende effecten waarvan uitgegeven door kredietinstellingen
27.888
855
27.888
856
335.705
Codes Boekjaar
Aandelen Boekwaarde verhoogd met het niet-opgevraagde bedrag Niet-opgevraagd bedrag
853 854
Vorig boekjaar
51
(-)
8681 8682
(
)
(
)
52
5.447.187
5.599.163
8684
5.447.187
5.599.163
Termijnrekeningen bij kredietinstellingen met een resterende looptijd of opzegtermijn van: - hoogstens één maand - meer dan één maand en hoogstens één jaar - meer dan één jaar
53
263.249
781.657
8686 8687 8688
263.249
781.657
Hierboven niet-opgenomen overige geldbeleggingen
8689
121
VII. Overlopende rekeningen Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. - over te dragen kosten - verkregen opbrengsten
VIII. Staat van het kapitaal A. Maatschappelijk kapitaal 1. Geplaatst kapitaal (post 100 van de passiva) - Per einde van het vorige boekjaar - Wijzigingen tijdens het boekjaar:
- Per einde van het boekjaar
Boekjaar 96.247 142.238
Codes
Bedragen
Aantal aandelen
8700
3.360.395
XXXXXXXXX
8701
3.360.395
XXXXXXXXX
8702 8703
XXXXXXXXX XXXXXXXXX
2. Samenstelling van het kapitaal 2.1. Soorten aandelen
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2.2 Aandelen op naam of aan toonder Op naam Aan toonder
IX. Voorzieningen voor overige risico's en kosten Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. - voorzieningen voor risico's en kosten voor de realisaties - voorzieningen voor herstellingen en groot onderhoud kantoor - voorzieningen voor projecten streekontwikkeling - voorzieningen voor te verwachten verliezen stedenbouwkundige studies
122
Boekjaar
4.055.722 1.151 6.197 309.867
Codes
SCHULDEN MET RESTERENDE LOOPTIJD VAN 1
A. Uitsplitsing van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan een jaar, naar gelang hun resterende looptijd
2
hoogstens één jaar (post 42)
Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen
880 881 882 883 884 885
Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Overige schulden Totaal
886 887 888 889 890 891
B. Gewaarborgde schulden (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva)
C. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1.
2.
Belastingen (post 450/3 van de passiva) a) Vervallen belastingschulden b) Niet-vervallen belastingschulden c) Geraamde belastingschulden Bezoldigingen en sociale lasten (post 454/9 van de passiva) a) Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid b) Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten
meer dan 5 jaar
(post 17)
1.159.052
6.440.358
292.025
1.159.052
6.440.358
292.025
Codes
SCHULDEN (OF GEDEELTE VAN DE SCHULDEN) GEWAARBORGD DOOR 1
Financiële schulden 1. Achtergestelde leningen 2. Niet-achtergestelde obligatieleningen 3. Leasingschulden en soortgelijke schulden 4. Kredietinstellingen 5. Overige leningen Handelsschulden 1. Leveranciers 2. Te betalen wissels Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 1. Belastingen 2. Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden Totaal
3
meer dan één jaar doch hoogstens 5 jaar
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
X. Staat van de schulden
892 893 894 895 896 897 898 899 900 901 902 903 904 905 906
Belgische overheidsinstellingen
2 zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op de activa van de onderneming
7.891.435
XXXXXXXXXX
Codes
9072 9073 450 9076 9077
Boekjaar
22.360
265.204
123
XI. Overlopende rekeningen Boekjaar Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. - toe te rekenen kosten - over te dragen opbrengsten
17.041 96.657
XII. Bedrijfsresultaten A. Netto-omzet (post 70): per bedrijfscategorie en per geografische markt uitsplitsen in de bijlage bij het standaardformulier, voor zover deze categorieën en markten, vanuit het oogpunt van de organisatie van de verkoop van goederen en de verlening van diensten in het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de onderneming, onderling aanzienlijke verschillen vertonen. Codes B. Andere bedrijfsopbrengsten (post 74) waarvan: exploitatiesubsidies en vanwege de overheid ontvangen compenserende bedragen
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
C1. Werknemers ingeschreven in het personeelsregister a) Totaal aantal op de afsluitingsdatum b) Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten c) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren C2. Personeelskosten (post 62) a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen b) Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen c) Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen d) Andere personeelskosten e) Pensioenen C3. Voorzieningen voor pensioenen (begrepen in de post 635/7) Toevoegingen (+) ; bestedingen en terugnemingen (-) D. Waardeverminderingen (post 631/4) 1. Op voorraden en bestellingen in uitvoering - geboekt - teruggenomen 2. Op handelsvorderingen - geboekt - teruggenomen E. Voorzieningen voor risico's en kosten (post 635/7) Toevoegingen Bestedingen en terugnemingen
124
Boekjaar
Vorig boekjaar
740
1.782.014
761.300
9086
42
42
9087 9088
36,4 58.780
38,4 61.368
620 621
1.530.685 417.578
1.625.267 478.056
622 623 624
45.726 31.565
38.998 48.294
635
(-)
9110 9111
(
)
(
)
(-)
9112 9113
(
)
(
)
(-)
9115 9116
(
161.648 390.765)
(
902.139 277.671)
F. Andere bedrijfskosten (post 640/8) Belastingen en taksen op de bedrijfsuitoefening Andere
640 641/8
G. Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen 1. Totaal aantal op de afsluitingsdatum 2. Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming
9096 9097 9098 617
0
0
354 6.345
754 12.550
XV. Belastingen op het resultaat Codes
XVI. Belasting op de toegevoegde waarde en belastingen ten laste van derden A.
B.
Codes
9134 9135 9136 9137 9138 9139
(-)
Boekjaar
26.354 )
(
9140
Boekjaar
Vorig boekjaar
De belasting op de toegevoegde waarde in rekening gebracht: 1. aan de onderneming (aftrekbaar) 2. door de onderneming
9145 9146
47.777 243.709
33.000 296.602
De ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van: 1. bedrijfsvoorheffing 2. roerende voorheffing
9147 9148
462.353
491.483
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
A. Uitsplitsing van de post 670/3 1. Belastingen op het resultaat van het boekjaar a. Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen b. Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen c. Geraamde belastingsupplementen (opgenomen onder post 450/3 van de passiva) 2. Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren a. Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen b. Geraamde belastingsupplementen (opgenomen onder post 450/3 van de passiva) of belastingsupplementen waarvoor een voorziening werd gevormd (opgenomen onder post 161 van de passiva)
125
4. SOCIALE BALANS Nummers van de paritaire comités die voor de onderneming bevoegd zijn:
I. STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN A. Werknemers ingeschreven in het personeelsregister 1.
Codes
Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar
Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten Bedrag van de voordelen bovenop het loon
100 101 102 103
1. Voltijds
2. Deeltijds
(boekjaar)
(boekjaar)
30,2 48.640 1.700.000 XXXXXX
Codes
6,2 10.140 279.828 XXXXXX
1. Voltijds
3. Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (boekjaar)
36,4 (VTE) 58.780 (T) 1.979.828 (T) 45.726 (T)
2. Deeltijds
4. Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (vorig boekjaar)
38,4 (VTE) 61.368 (T) 2.151.617 (T) 38.998 (T)
3. Totaal in
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
voltijdse equivalenten
2.
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar
a.
Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister
105
32
10
36,4
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
110 111 112 113
31 1
8 2
34,9 1,5
Volgens het geslacht Mannen Vrouwen
120 121
23 9
0 10
30,2 6,2
Volgens de beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden Arbeiders Andere
130 134 132 133
2 30
10
2,0 34,4
b.
c.
d.
B.
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen
Codes
1. Uitzendkrachten
2. Ter beschikking van de onderneming gestelde
Tijdens het boekjaar Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming (in Euro)
126
personen
150 151 152
354 6.345
II. TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR Code
1. Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
b.
c.
205
5
3
2,65
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
210 211 212 213
4 1
1 2
2,05 0,6
Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
220 221 222 223
Vrouwen:
lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
230 231 232 233
Code
B. a.
b.
c.
0,6
1
2
0,8
2
1
1,25
1. Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in
Uitgetreden Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam
305
4
3
1,30
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk Vervangingsovereenkomst
310 311 312 313
3 1
1 2
0,87 0,43
Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
320 321 322 323
1
0,33 0,12
2
0,27
Vrouwen:
d.
2
lager onderwijs secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs
Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen Brugpensioen Afdanking Andere reden waarvan: het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
A. Ingetreden a. Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven
voltijdse equivalenten
330 331 332 333
340 341 342 343
1
1 2
1 3
0,58
3
350
127
III. STAAT OVER HET GEBRUIK VAN DE MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE WERKGELEGENHEID TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
3. Bedrag van het
Aantal betrokken werknemers
financiële 1. Aantal
2. In voltijdse equivalenten
4
2,3
2
1
6 6
3,3 3,8
voordeel
Maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid 1. Maatregelen met een financieel voordeel* 1.1. Voordeelbanenplan (ter aanmoediging van de indienstneming van werkzoekenden die tot risicogroepen behoren) 1.2. Conventioneel halftijds brugpensioen 1.3. Volledige loopbaanonderbreking 1.4. Vermindering van de arbeidsprestaties (deeltijdse loopbaanonderbreking) 1.5. Sociale Maribel 1.6. Structurele vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen 1.7. Doorstromingsprogramma’s 1.8. Dienstenbanen 1.9. Overeenkomst werk - opleiding 1.10. Leerovereenkomst 1.11. Startbaanovereenkomst
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
2. Andere maatregelen 2.1. Stage der jongeren 2.2. Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd 2.3. Conventioneel brugpensioen 2.4. Vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen
Aantal werknemers betrokken bij één of meerdere maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid: - totaal voor het boekjaar - totaal voor het vorige boekjaar
414 411 412 413 415 416 417 418 503 504 419
502 505 506 507
550 560
IV. INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDIINGEN VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever 1. Aantal betrokken werknemers 2. Aantal gevolgde opleidingsuren 3. Kosten voor de onderneming
* Financieel voordeel voor de werkgever met betrekking tot de titularis of diens plaatsvervanger.
128
5801 5802 5803
Mannen
23 926 43.572
Codes
5811 5812 5813
Vrouwen
17 268 10.266
WAARDERINGSREGELS
Materiële vaste activa - Afschrijving en herwaarderingsmeerwaarden Voor de herwaardering en de afschrijving van materiële vaste activa worden de richtlijnen gevolgd, vermeld in de Omzendbrief van 24 januari 1986 van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. • Voor 2002 worden geen herwaarderingen geboekt. • De eerder geboekte herwaarderingsmeerwaarden worden hetzij jaarlijks, hetzij ná volledige afschrijving of sloping naar de onbeschikbare reserves overgeboekt.
Jaarverslag van het drieënveertigste dienstjaar - 2002
• De geherwaardeerde waarden worden afgeschreven volgens een plan dat er toe strekt de toerekening van deze geherwaardeerde waarde ten laste van de resultaten te nemen, gespreid over de residuele afschrijvingsperiode van de betrokken activa. De afschrijvingsdotaties worden bekomen door de geherwaardeerde boekwaarden te delen door het aantal jaren waarover die activa nog moeten worden afgeschreven. De afschrijvingstermijnen bedragen: - 33 jaar voor het kantoorgebouw; - 30 jaar voor het doorgangsgebouw te Wevelgem; - 10 jaar voor het meubilair; - 3,5 en 10 jaar voor de machines en het rollend materieel. Financiële vaste activa De aandelen worden geboekt tegen hun aanschaffingswaarde. De belangrijkste participatie werd in 2000 geplaatst in de cv Kanaal 127 voor een waarde van 247.899 euro. Voorraden De actiefwaarde van de voorraad gronden omvat de verwervingskosten, de uitrustingskosten, de intrestlasten op uitstaande leningen en de geboekte vergoeding op eigen middelen. In 2002 werden geen werkingskosten voor ontwikkeling van nieuwe realisaties geactiveerd. Voorzieningen voor risico’s en kosten De nog geraamde uitgaven die betrekking hebben op in de loop van het boekjaar verkochte gronden, worden gedoteerd aan een voorzieningrekening voor de realisaties. Er worden voorzieningen aangelegd voor de verwervingskosten, de uitrustingskosten en intrestlasten. Wanneer de geraamde uitgaven in een volgend boekjaar effectief gebeuren, wordt de hiertoe aangelegde voorzieningrekening aangewend. De voorzieningrekening voor werkingskosten voor de immobiliaire projectontwikkeling bleef ongewijzigd in 2002. In 2001 werd er een bijkomende voorzieningrekening van 619.748 euro aangelegd voor te verwachten verliezen ingevolge het opmaken van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen. In 2002 werd de helft daarvan aangewend. Schulden met betrekking tot bezoldigingen Een provisie voor vakantiegelden wordt aangelegd ten belope van 18,5% van de bruto-wedden.
129