JAARVERSLAG 2005
Jaarverslag 2005 uit te brengen in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders te houden op 11 mei 2006
inhoud
KERNCIJFERS
7
PERSONALIA
9
BERICHT VAN COMMISSARISSEN AAN AANDEELHOUDERS
13
VERSLAG VAN DE DIRECTIE Kort overzicht Strategie Doelstellingen 2006 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Risicobeheer Beheersingsrapportage Bedrijfsontwikkeling Balansontwikkeling Resultaten Medewerkers
19 20 20 22 22 28 28 36 38 39
JAARREKENING 2005 Winst- en verliesrekening Balans Verloopstaat van het eigen vermogen Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening
44 45 46 47 49
OVERIGE GEGEVENS Accountantsverklaring Statutaire winstbestemmingsregeling Voorgestelde winstverdeling Lijst van aandeelhouders
87 88 89 90
CORPORATE GOVERNANCE
95
jaarverslag
2005
kerncijfers
2005 1)
2002
2001
Verstrekte kredieten op lange termijn 26.297 24.074 21.999 19.965
18.256
bedragen in miljoenen euro’s
2004
2003
BALANS
Eigen Vermogen 2)
1.224
1.065
1.002
953
899
Aansprakelijk vermogen
1.224
1.089
1.027
977
921
Balanstotaal
33.156
27.975
25.729
23.443
22.634
Naar risico gewogen activa
1.089
1.051
1.159
1.145
1.103
144,1
112,0
89,7
93,2
127,2
Lasten
8,9
9,2
10,2
9,3
8,5
Toevoeging aan het Fonds voor algemene bankrisico’s
—
0,0
1,2
1,2
1,2
61,4
—
—
—
—
196,6
102,9
78,3
82,7
117,5
Dividenduitkering
40,0
40,0
30,0
29,3
29,3
Dividend pay out ratio
20,3
38,9
38,3
35,5
25,0
678,08
678,08
508,50
497,35
497,35
BIS-ratio kernvermogen (Tier-I)
110
101
87
84
80
Lasten/baten ratio
6,2
8,2
11,3
9,9
6,7
RESULTATEN Baten
Vennootschapsbelasting Netto winst
DIVIDEND
Dividend in euro’s per aandeel
RATIO’S
1) op IFRS-basis 2) na dividendreservering
jaarverslag
2005
personalia
RAAD VAN COMMISSARISSEN
Prof. Dr. R.G.C. van den Brink, voorzitter Ir. A.J.A.M. Segers, vice-voorzitter Dr. J.C.K.W. Bartel Prof. Dr. J.M.G. Frijns Drs. V.I. Goedvolk Mr. F.J.M. Houben Ir. E.H. Baron van Tuyll van Serooskerken Mw. mr. J.A. Kramer-Buskens, secretaris
DIRECTIE
Mr. A.M.H.Th. Koemans, voorzitter Drs. A.J.M.M. Van Cleef R.A. Walkier
AFDELINGSHOOFDEN
Drs. T.A.J.O. Meuwissen, adjunct-directeur Treasury Drs. P.L. Bax Administratie en Verslaglegging Drs. A.R.L. Hoogendoorn RA CIA Interne Accountantsdienst B.A. Kuipers Automatisering
jaarverslag
2005
bericht van commissarissen aan aandeelhouders
JAARREKENING EN DIVIDENDVOORSTEL Conform artikel 20 van de statuten bieden wij u aan de door
de Directie opgemaakte jaarrekening getekend door de Raad van Commissarissen en de Directie. Deze jaarrekening is vergezeld van de accountantsverklaring van Ernst & Young Accountants. Wij stellen u voor de jaarrekening 2005 vast te stellen overeenkomstig de voorgelegde stukken. Wij stellen u tevens voor, in verband met de jaarrekening, decharge te verlenen aan de leden van de Directie voor het gevoerde beheer en aan de leden van de Raad van Commissarissen voor het gehouden toezicht in het afgelopen boekjaar. Volgens de jaarrekening en de daarin opgenomen winstverdeling wordt over het boekjaar 2005 een dividend van e 678,08 per aandeel (2004: e 678,08) uitgekeerd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het verslag van de Directie (pagina 38). SAMENSTELLING RAAD VAN COMMISSARISSEN In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van
12 mei 2005 zijn de heer K.J.A. Baron Collot d’Escury en de heer drs. J.G. Hakkenberg afgetreden vanwege het bereiken van de maximale termijn op grond van de corporate governance regels. De heer Collot d’Escury was lid van de Raad sinds 7 juni 1984 en vice-voorzitter sinds 22 mei 2001. Wij zijn de heer Collot d’Escury zeer dankbaar voor de inbreng van zijn kennis van de waterschapswereld, zijn oog voor het belang van aandeelhouders en zijn grote betrokkenheid bij de bank gedurende al die jaren. De heer Hakkenberg was commissaris van de NWB sinds 1 oktober 1989 en is mede door zijn specifieke kennis van de overheid en zijn persoonlijke inzet belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de bank. Wij danken hem daarvoor zeer. In de ontstane vacatures zijn, conform het besluit als genomen in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005, geen nieuwe commissarissen benoemd. Thans bestaat de Raad van Commissarissen uit zeven leden. Deze samenstelling geeft een goede verdeling van de expertise binnen de Raad. Voorts is in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 de heer ir. E.H. Baron van Tuyll van Serooskerken overeenkomstig het daartoe opgestelde rooster periodiek afgetreden. Hij is door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders herbenoemd. De heren prof. dr. R.G.C. van den Brink en dr. J.C.K.W. Bartel zullen overeenkomstig het daartoe opgestelde rooster in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 11 mei 2006 aftreden en worden voorgedragen voor herbenoeming. PLENAIRE VERGADERINGEN In de verslagperiode is de Raad zevenmaal in vergadering bijeen geweest.
Vaste agendapunten bij de vergaderingen waren de ontwikkeling van de balans en de resultaten, de diverse ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt, de verleende kredieten, de financiering van de bank, het rapport van de externe accountant alsmede de management letter, het strategisch beleid, het risicobeheer, het budget, het sociaal beleid en de rapportages van de Auditcommissie en de Remuneratie- en Benoemingscommissie. De Raad besteedde voorts aandacht aan onder andere
13 jaarverslag
2005
Corporate Governance, het remuneratiebeleid, de invoering van een klokkenluidersregeling, de statutenwijziging, de outsourcing van het betalingsverkeer, de International Financial Reporting Standards (IFRS) en de verhoging van het Debt Issuance Programme. Tevens heeft de Raad driemaal buiten aanwezigheid van de Directie vergaderd over het remuneratiebeleid en het functioneren van en de doelstellingen voor de Directie. AUDITCOMMISSIE De leden van de Auditcommissie zijn: prof. dr. J.M.G. Frijns, voorzitter,
dr. J.C.K.W. Bartel en prof. dr. R.G.C. van den Brink. De Auditcommissie is in het boekjaar viermaal bijeen geweest ter bespreking van onder andere de resultaten, de halfjaarcijfers, de verslagen van de externe accountant en de Interne Accountantsdienst (IAD), de overgang naar de nieuwe boekhoudregels (IFRS), de invoering met ingang van 2005 van de vennootschapsbelastingplicht, het renterisicobeleid, de budgettering, de outsourcing van het betalingsverkeer, alsmede het Asset & Liability Management. REMUNERATIE- EN BENOEMINGSCOMMISSIE De Remuneratie- en Benoemingscommissie bestaat
uit de leden ir. A.J.A.M. Segers, voorzitter, prof. dr. R.G.C. van den Brink en drs. V.I. Goedvolk. De heer Goedvolk is benoemd als lid van de commissie per 12 mei 2005 in de plaats van de heer K.J.A. Baron Collot d’Escury. De Remuneratie- en Benoemingscommissie heeft twee extra vergaderingen ingelast, waardoor de commissie in totaal vijfmaal heeft vergaderd. Aan de orde zijn geweest onder meer de volgende onderwerpen: de doelstellingen voor en honorering van de directie, het remuneratiebeleid en het overleg daarover met een vertegenwoordiging van aandeelhouders, de corporate governance en de klokkenluidersregeling. CORPORATE GOVERNANCE Voor de hoofdlijnen en ontwikkelingen van de corporate governance van de
NWB wordt verwezen naar het desbetreffende hoofdstuk in dit jaarverslag (pagina 95). Geconcludeerd kan worden dat de NWB, met inachtneming van twee in genoemd hoofdstuk gemotiveerde afwijkingen, voldoet aan de Nederlandse corporate governance code. INFORMATIEBIJEENKOMST AANDEELHOUDERS Mede op grond van de vraagstelling van aandeel
houders in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 inzake het bezoldigingsbeleid, is op 20 september 2005 een informatiebijeenkomst georganiseerd voor aandeelhouders. De bijeenkomst was een overleg ter voorbereiding op de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders, welke op 24 november 2005 heeft plaatsgevonden. Aan de orde waren het deskundigenrapport inzake de honorering van directies in het algemeen en die van de NWB in het bijzonder, alsmede het remuneratiebeleid.
14 jaarverslag
2005
BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS In de Buitengewone Algemene
Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 november 2005 is het remuneratiebeleid voor 2006 en volgende jaren vastgesteld. De inhoud van dit beleid is weergegeven in het hoofdstuk Corporate Governance van dit jaarverslag (pagina 99). STATUTENWIJZIGING Als gevolg van de invoering van de Nederlandse corporate governance code, is in
de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 een voorstel tot statutenwijziging gedaan. De aandeelhouders hebben met genoemd voorstel ingestemd. Deze statutenwijziging is van kracht geworden met ingang van 24 juni 2005. Den Haag, 9 maart 2006 Raad van Commissarissen
R.G.C. van den Brink A.J.A.M. Segers J.C.K.W. Bartel J.M.G. Frijns V.I. Goedvolk F.J.M. Houben E.H. van Tuyll van Serooskerken
15 jaarverslag
2005
verslag van de directie
KORT OVERZICHT BELEIDSVOORNEMENS EN RESULTATEN algemeen
In 2005 stond een viertal specifieke gebeurtenissen centraal. Deze betroffen de toepassing van de nieuwe regels voor verslaggeving (IFRS), de invoering van de vennootschapsbelastingplicht, de afronding van de toepassing van de corporate governance code en de outsourcing van het betalingsverkeer. De invoering van de IFRS en de toepassing van de corporate governance code zijn succesvol afgerond. De outsourcing van het betalingsverkeer zal in het eerste kwartaal van 2006 voltooid zijn. financieel
De doelstellingen voor 2005 waren: een toename van de rentebaten door een op peil blijvende omzet in de lange kredietverlening met een versterking van de marktpositie, een bevredigende rentemarge en een beheersing van de kosten. Deze doelstellingen zijn ruimschoots gehaald. De nieuwe kredietverlening nam ten opzichte van 2004 toe met 46% tot e 5,4 miljard. Als gevolg hiervan en een handhaving van de rentemarge namen de rentebaten toe met 12,4% tot e 125,3 miljoen. Inclusief het marktwaarderesultaat op IFRS-basis bedroeg het totaal van de baten e 144,1 miljoen. Aan de kostenkant kon een daling worden gerealiseerd en wel van 2,9%, waardoor de kosten uit kwamen op e 8,9 miljoen. De winst vóór belastingen bedroeg over 2005 e 135,2 miljoen. De vennootschapsbelasting over dit bedrijfsresultaat bedraagt e 42,6 miljoen. Door een verschil in waardering van een deel van de portefeuille is bij de invoering van de vennootschapsbelastingplicht een (positieve) belastinglatentie van e 104 miljoen ontstaan. Volgens de IFRS dient deze latentie ten gunste van het resultaat over 2005 te worden geboekt. Inclusief deze eenmalige belastingbate komt per saldo de nettowinst uit op e 196,6 miljoen. DIVIDEND Aan aandeelhouders zal een onveranderd dividend in contanten worden uitgekeerd van
e 678,08 per aandeel. Het totale dividendbedrag komt daarmee op e 40 miljoen. VERMOGENSPOSITIE EN RATIO’S Na aftrek van de dividendreservering stijgt het eigen vermogen dan
van e 1.065 naar e 1.224 miljoen. Na correctie voor de eenmalige belastingbate komt het rendement op het gemiddelde eigen vermogen uit op 8,1%, tegenover 9,6% in 2004. De capital ratio op IFRSbasis bedraagt ultimo 2005 3,7% tegenover 3,5% eind 2004. VOORUITZICHTEN Voor 2006 is de verwachting dat, gewijzigde omstandigheden voorbehouden, de netto
winst lager zal uitvallen dan het voor de eenmalige bate gecorrigeerde winstcijfer over 2005.
19 jaarverslag
2005
STRATEGIE De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) voert al jaren succesvol een strategie, die in de volgende hoofdpunten kan worden samengevat. De NWB: – is opgericht om voor de publieke sector te functioneren als bank, dat wil zeggen om financiële diensten te verlenen; – opereert vanuit het besef van de maatschappelijk belangrijke positie die een financiële instelling heeft, die in handen is van overheden; – streeft ernaar deze dienstverlening zo goedkoop mogelijk te verschaffen; – concentreert zich daarbij hoofdzakelijk op slechts een paar financiële producten te weten lang lopende en kortlopende financieringen, en voor waterschappen op de (bredere) rol van huis bankier; – streeft voor dit doel een sterke financiële positie na; – wil het doel bereiken met een kleine en daardoor kostenefficiënte organisatie; – heeft bij haar handelen integriteit en bij haar dienstverlening kwaliteit als uitgangspunt; – betracht openheid naar alle belanghebbenden van en bij de bank; – streeft naar handhaving AAA-ratings.
DOELSTELLINGEN 2006 algemeen RISICOBEHEERSING
Risicobeheersing is een belangrijk aandachtspunt. De te beheersen risicofactoren zijn: operationeel risico, kredietrisico, renterisico, liquiditeitsrisico, reputatierisico, aansprakelijkheidsrisico en in geringe mate markt- en valutarisico. De meetpunten hierbij zijn de diverse managementrapportages en rapporten van de interne accountantsdienst en de externe accountant. Wij zien ons geconfronteerd met nog immer toenemende regelgeving. De juiste toepassing daarvan is inmiddels op zichzelf een risicofactor geworden. ASSET & LIABILITY MANAGEMENT (ALM)
Bij de transformatie van opnames naar uitzettingen van de bank speelt het ALM een belangrijke rol. Dit betreft niet alleen het formuleren en het uitvoeren van het beleid, maar ook de controle daarop. Ter ondersteuning van het renterisicobeheer is met ingang van 2006 een ALM-officer benoemd.
20 jaarverslag
2005
BETALINGSVERKEER
De outsourcing van het betalingsverkeer zal begin 2006 worden afgerond. Door toepassing van een snellere technologie zal de dienstverlening aan de waterschappen nog verder verbeteren. CORPORATE GOVERNANCE
Op grond van in 2005 opgedane praktijkervaring zal de naleving van de regelgeving worden geëvalueerd. In overleg met de Remuneratie- en Benoemingscommissie, tevens belast met Corporate Governance, zal een voorstel worden geformuleerd voor een structuur voor het board management. KENNIS EN OPLEIDING
Ook in 2006 zal veel aandacht worden besteed aan het op peil houden en vergroten van kennis en expertise. Zoals gebruikelijk zullen met name externe opleidingen daarvan onderdeel uitmaken. BAZEL II
Er zal worden voortgegaan op de ingeslagen weg van voorbereidingen op het nieuwe per 2007 in te voeren Bazel II-akkoord, waarin de eisen van kapitaaltoereikendheid voor banken zijn vastgelegd. ICT
Informatie- en communicatietechnologie is voor iedere bank belangrijk maar voor de NWB met nadruk vanwege de kleine organisatie. De aandacht ligt bij de constante verbetering van de kwaliteit van het informatie- en systeembeheer door het gebruik van nieuwe technieken. In dat kader past ook de introductie van een nieuw grootboekpakket. IFRS
De toepassing van de in 2005 van kracht geworden en nog aan het einde van het jaar door de Europese Commissie gewijzigde nieuwe regels inzake de verslaglegging, zal ook in 2006 de nodige aandacht krijgen. financieel MARKTAANDELEN
Het streven is een omzet te realiseren die het marktaandeel van de NWB doet vergroten. Onder marktaandeel wordt de verhouding verstaan tussen het bedrag aan door de NWB verstrekte langlopende leningen en de totale vaste schuld van de betreffende sector. Het streven is gericht op het handhaven van het marktaandeel bij de waterschappen en het vergroten van het aandeel in andere sectoren zoals gemeenten, woningbouwcorporaties en zorginstellingen. RENTEMARGE
Gestreefd wordt naar een handhaving van de rentemarge.
21 jaarverslag
2005
KOSTEN
Het opereren tegen zo laag mogelijke kosten is een strategisch uitgangspunt. Ten gevolge van investeringen en loonontwikkelingen zullen de kosten licht stijgen. WINSTNIVEAU
De maatschappelijke functie en het risicoprofiel van de NWB brengen met zich mee dat het behalen van zoveel mogelijk winst geen doelstelling is. Wel zal er binnen dit kader een bij de soliditeit van de bank passend rendement op het eigen vermogen moeten worden gemaakt.
MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Als financier van de publieke sector hechten wij groot belang aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Onze cliënten hebben een wettelijk verankerde publieke taak. We streven geen winstmaximalisatie na, maar hebben de missie op ons genomen om de publieke sector zo goedkoop mogelijk te financieren. Wij hechten veel belang aan open en heldere communicatie met onze relaties, medewerkers, aandeelhouders en toezichthouders, waarbij de vertrouwelijkheid van zakelijke gegevens uiteraard gewaarborgd blijft. Wij willen ook een aantrekkelijke werkgever zijn door het verzorgen van plezierige en veilige werk omstandigheden en het aanbieden van goede arbeidsvoorwaarden. Natuurlijk is het zaak ervoor te zorgen dat MVO een integraal onderdeel is en blijft van het algemeen beleid. Veel richtlijnen zijn duidelijk geschreven voor grotere organisaties zowel wat betreft detaillering voor de uitvoering alsook wat betreft de rapportage. Voor een kleine organisatie is dat weinig zinvol en zou dat in de uitvoering een onevenredig zware belasting betekenen. In zo’n situatie is het van belang dat in ieder geval naar de geest van de regelingen wordt gehandeld. Actief milieubewust handelen staat voorop, bijvoorbeeld het beperken van de papierstroom, het afvalbeleid en het energiemanagement.
RISICOBEHEER ALGEMEEN Goed risicobeheer wordt gekenmerkt door gebruik te maken van voortschrijdende inzichten,
zodat effectief kan worden ingespeeld op veranderende omstandigheden. In het beleid van de NWB heeft het een centrale plaats en is het een belangrijk onderdeel van de bedrijfscultuur. Risicobeheer heeft niet alleen betrekking op het onderkennen en afweren van bedreigingen, maar ook op het al dan niet kunnen benutten van kansen.
22 jaarverslag
2005
De NWB hanteert een organisatiebrede aanpak voor risicobeheersing en de controle hierop. Het doel is risico’s in een vroegtijdig stadium te onderkennen, te analyseren, verantwoorde grenzen vast te stellen en deze te bewaken. De toegevoegde waarde van de bank wordt mede bepaald door een effectief risicobeheer. Het samenspel van deze factoren draagt er mede toe bij dat het totale risicoprofiel van de NWB laag is. De bank heeft daarnaast een zeer sterke vermogenspositie. Dit tezamen vormt de basis van de AAAratings van Moody’s en Standard & Poor’s. Het beleid is er op gericht deze ratings te handhaven. ORGANISATIE De risicoclassificatie en uitwerking van de controlemechanismen binnen de organisatie
zijn gebaseerd op de Regeling Organisatie en Beheersing van De Nederlandsche Bank N.V. Volgens deze regeling dient een bank zorg te dragen voor een adequaat niveau van risicobeheersing, namelijk de beheersing van die risico’s die een materiële invloed hebben op de financiële prestaties, financiële positie, continuïteit of reputatie van de instelling. De Raad van Commissarissen evalueert regelmatig, als onderdeel van zijn toezichthoudende taak, de risico’s die aan de uitvoering van het bankvak verbonden zijn. De Directie stelt de kaders van het risicobeheersings- en controlesysteem vast. Het interne risicobeheersings- en controlesysteem voorziet er in, dat de verschillende verschijningsvormen van risico’s, die bankieren met zich meebrengen en de onderlinge samenhang hiertussen, wordt onderkend, gemeten en waar nodig met passende maatregelen wordt bijgestuurd. Asset- & Liabilitycommissie
Het belangrijkste orgaan voor risicobeheer is de Asset- & Liabilitycommissie (ALCO). Deze commissie, verantwoordelijk voor de beheersing van het krediet-, rente-, markt-, liquiditeit-, valutarisico en balansbeheer, bestaat uit de Directie en het Hoofd van de afdeling Treasury. De commissie stelt de normen en richtlijnen op waarbinnen beslissingen worden genomen omtrent uitzettingen en funding en de beheersing van de risico’s die de bank hierbij loopt. De Directie is voor de totale omvang van de lange funding van de NWB gebonden aan het jaarlijkse mandaat dat de Raad van Commissarissen hiervoor verstrekt. Voor de uitvoering van de dagelijkse treasurywerkzaamheden heeft de Directie handelingsbevoegdheden en limieten vastgesteld. Werkgroep Automatisering en Communicatie
Naast de ALCO functioneert de werkgroep automatisering en communicatie (WAC). Dit overleg orgaan waarin twee directieleden en alle afdelingshoofden deelnemen, behandelt een breed scala aan operationele risico’s. Voor de nabije toekomst hebben met name externe factoren een belangrijke invloed op de beheersing van het operationeel risico. In dit kader zijn de verdere ontwikkelingen zoals verslaggevingsstandaarden onder IFRS en het nieuwe kapitaalakkoord, Bazel II, van belang. In het vervolg van deze paragraaf wordt de opzet van het risicobeheersingssysteem per relevant type risico toegelicht.
23 jaarverslag
2005
Schematisch is de structuur van de risico-organisatie binnen de NWB als volgt weer te geven: RAAD VAN COMMISSARISSEN AUDITCOMMISSIE/REMUNERATIE- & BENOEMINGSCOMMISSIE DIRECTIE ALCO
WAC
KREDIETRISICO
OPERATIONEEL RISICO
RENTERISICO MARKTRISICO LIQUIDITEITSRISICO
BEHEERSING
BELEID
EVALUATIE
TOEZICHT
VALUTARISICO
AFDELINGEN
kREdiETRiSico “Invloed op winst en kapitaal als gevolg van niet nagekomen verplichtingen door een
tegenpartij” Het beleid van de bank is gericht op een uitstekende kwaliteit van de kredietportefeuille. De kredietnemers van de bank zijn voornamelijk overheden of instellingen die geld lenen onder garantie van overheden. Hier legt het beleid van de bank een extra beperking op: uitzettingen in het buitenland mogen alleen in West-Europa plaatsvinden. Statutair is bepaald dat kredietverlening aan de private sector niet is toegestaan. Dit houdt niet in dat de NWB geen kredietrisico heeft. Naast de kredietverstrekking onder volledige garantie worden ook kredieten verstrekt aan overheidsgerelateerde bedrijven. Ook vinden er verstrekkingen aan en derivatentransacties met financiële instellingen plaats. De hieruit voortvloeiende krediet- en tegenpartijrisico’s worden meegewogen in de vaststelling van de limiet per debiteur. De NWB heeft nimmer te maken gehad met een oninbare lening. Om de beschreven kredietrisico’s te beheersen hanteert de NWB een kredietbeoordeling-, en bewakingsysteem. Diverse managementrapportages verschaffen inzicht in onder meer de posities van de verstrekte kredieten, het kredietrisico van derivaten en het landenrisico.
24 jaarverslag
2005
REnTERiSico “Invloed op winst en kapitaal als gevolg van rentefluctuaties”
De door de NWB opgenomen gelden en door haar verstrekte geldleningen sluiten wat betreft leningstructuur, bedragen en looptijden niet exact op elkaar aan. Hieruit vloeien posities voort die voor de bank een zeker risico vormen. Een prudent beleid, aangevuld met een adequaat beheersingssysteem vormt de basis voor de berekening, bewaking en beheersing van de renterisico’s. De ALCO bepaalt de omvang van het renterisico, binnen de met De Nederlandsche Bank N.V. afgesproken kaders. Belangrijke managementrapportages die inzicht geven in het renterisico zijn de duration-analyse, de gap-analyse, het korte termijn risicomodel, de scenario-analyse, de winstprognose, de rentemarge-analyse en de analyse van de fair value portefeuille. Deze analyses worden dagelijks c.q. per kwartaal opgesteld. De samenhang van het renterisicobeheersingssysteem is als volgt:
RENTERESULTAAT
RENTERISICO INSTRUMENTEN
RESULTAATPROGNOSE
DURATION-ANALYSE
WINSTPROGNOSE
GAP-ANALYSE
RENTEMARGE-ANALYSE
KORTE TERMIJN RISICOMODEL
ANALYSE FAIR VALUE PORTEFEUILLE
SCENARIO-ANALYSE
“DuRation-analYSe” toont de omvang van de rentegevoeligheid van de marktwaarde van het eigen vermogen. “GaP-analYSe” laat zien waar op de yieldcurve deze rentegevoeligheid ligt. “KoRte teRmiJn RiSiComoDel” weerspiegelt de rentegevoeligheid van het renteresultaat over het komende jaar. “SCenaRio-analYSe” wordt gebruikt om de gevolgen van rentescenario’s te analyseren. “WinStPRoGnoSe” levert een voorspelling van het resultaat voor toekomstige jaren. “RentemaRGe-analYSe” wordt gebruikt voor de analyse van gerealiseerde renteresultaten. “analYSe FaiR Value PoRteFeuille” wordt gebruikt voor de analyse van gerealiseerde resultaten in de fair value portefeuille.
25 jaarverslag
2005
MARKTRISICO “Invloed op winst en kapitaal als gevolg van fluctuaties in de marktprijzen”
De NWB concentreert zich op het verstrekken van langlopende kredieten. Er wordt geen handelsportefeuille aangehouden. De beheersing van het risico is geheel opgenomen in het renterisicobeheersingssysteem van de bank. Hiermee berekent de bank het potentiële effect dat kan ontstaan als gevolg van veranderingen van marktprijzen. Het effect van plotselinge marktbewegingen is voor de NWB dan ook beperkt. LIQUIDITEITSRISICO “Invloed op winst en kapitaal als gevolg van het niet in staat zijn aan de opeisbare
verplichtingen te voldoen zonder onaanvaardbare verliezen te lopen” Met een kredietstatus van AAA is de NWB ruimschoots in staat om onder normale omstandigheden huidige en toekomstige liquiditeitsbehoeften in de markt in te dekken. Voor uitzonderlijke omstandigheden beschikt de NWB over voldoende reserves, onder meer in de vorm van liquide activa en mogelijkheden tot onderpand bij De Nederlandsche Bank N.V., om te allen tijde opgenomen leningen terug te betalen en nieuwe uitzettingen te financieren. Liquiditeitsbeheer heeft tot doel ervoor te zorgen dat voldoende middelen beschikbaar zijn om onder alle omstandigheden in de financieringsbehoeften van de bank te voorzien. De liquiditeitspositie wordt dagelijks bewaakt, onder meer met behulp van een gap-analyse, waarin verschillen tussen te ontvangen en te betalen kasstromen worden weergegeven. VALUTARISICO “Invloed op winst en kapitaal als gevolg van het verloop van valutakoersen”
Het beleid is gericht op het structureel uitsluiten van valutarisico’s zowel voor verstrekte als opgenomen gelden. Beheersing van het valutarisico speelt vooral een rol bij de door de bank opgenomen gelden. De NWB neemt in belangrijke mate middelen in vreemde valuta op. De hieruit voortvloeiende valutarisico’s worden direct in zijn geheel door valutaswaps afgedekt. OPERATIONEEL RISICO “Invloed op winst en kapitaal als gevolg van ontoereikende of gebrekkige
interne processen en systemen, van ontoereikend of gebrekkig menselijk handelen dan wel van externe gebeurtenissen” Als belangrijkste onderdelen bij operationele risico’s onderkent de NWB verliezen door storingen in systemen voor informatievoorziening, transactieverwerking en verevening of de niet-adequate werking van procedures, in het bijzonder bij nieuwe diensten of producten, alsmede frauduleuze en/of onbevoegde handelingen van medewerkers of derden. Procedures
In het kader van beheersing van operationele risico’s zijn de belangrijke processen beschreven. Deze procedurebeschrijvingen worden periodiek geactualiseerd.
26 jaarverslag
2005
Nieuwe producten of diensten
Alvorens nieuwe financiële producten of diensten te introduceren dienen volgens de interne richt lijnen alle daarbij betrokken afdelingen hun akkoord te hebben gegeven. Door deze voorbereidingsfase worden risico’s bij de uiteindelijke toepassing zoveel mogelijk beperkt. Informatiesystemen
Om storingen in de informatievoorziening te voorkomen investeert de NWB continu in de verbetering van haar systemen. Kernwoorden hierbij zijn beveiliging, integratie, beheersbaarheid en continuïteit. Met een overzichtelijke netwerkstructuur en IT-organisatie en optimale beveiliging daarvan streeft de NWB ernaar de gevolgen van operationele storingen zoveel mogelijk te beperken. Hiertoe zijn onder meer voor alle in gebruik zijnde hard- en software adequate service- en onderhoudscontracten afgesloten, wordt IT-personeel opgeleid en zijn voor back-up, recovery en uitwijkmogelijkheden contracten afgesloten met externe partijen. In noodsituaties beschikt de NWB over een externe locatie, waar zij haar activiteiten in zijn geheel kan voortzetten. Integriteit en compliance
De NWB hecht sterk aan haar reputatie van een solide en integere bank voor de overheid. Compliance is binnen het beheersingssysteem van de NWB dan ook een belangrijk aandachtsgebied. Vanuit de maatschappelijke relevantie en duurzaamheid van haar activiteiten wil de bank er tegenover haar cliënten geen twijfel over laten bestaan, dat zij met een gerust hart van haar diensten gebruik kunnen maken dan wel hun gelden veilig kunnen onderbrengen. In het personeelshandboek zijn de normen en waarden vastgelegd, waaraan alle bij de organisatie betrokkenen zich dienen te houden. De compliancefunctie is binnen de NWB ingevuld door de diverse taken die hieruit voortvloeien deels onder te brengen bij de interne accountantsdienst en deels bij de externe accountant. De externe compliance officer rapporteert aan de Directie en de Raad van Commissarissen, terwijl de interne compliance officer rechtstreeks rapporteert aan de Directie en de Auditcommissie van de Raad van Commissarissen. Deze rapportagelijnen bevestigen het belang dat de bank hecht aan het interne toezicht en de werkzaamheden van beide compliance officers. De uit het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voortvloeiende voorschriften en gedragsregels vormen een belangrijk onderdeel bij de invulling van de compliancefunctie. Juridisch risico
Uitgangspunt van de NWB is zorg te dragen voor een goede en degelijke financiële dienstverlening. Door zoveel mogelijk gebruik te maken van standaardcontracten wordt ernaar gestreefd de juridische risico’s voor zowel de NWB als haar cliënten te beperken. Voor juridische vraagstukken en beoordeling van documentatie rondom deze transacties worden waar nodig externe adviseurs ingeschakeld.
27 jaarverslag
2005
BEHEERSINGSRAPPORTAGE De door ons op hoofdlijnen beschreven structuur van de interne risicobeheersings- en controle systemen heeft tot doel de materiële risico’s te beheersen, die het bankbedrijf met zich mee brengt. Deze systemen hebben hun beperkingen en kunnen geen absolute zekerheid bieden tegen het niet realiseren van onze doelstellingen. Tevens bestaat er geen absolute zekerheid dat alle onjuistheden van materieel belang, verlies, fraude, of overtreding van wetten en regels kunnen worden voorkomen. Aan interne risicobeheersings- en controlesystemen tenslotte zijn kosten verbonden. De beperking tot de materiële risico’s rechtvaardigt een economische afweging. De interne toetsing en beoordeling van de risicobeheersings- en controlesystemen vinden zowel plaats door het verantwoordelijke management als door de auditfunctie. In 2005 heeft de Interne Accountantsdienst gevolg gegeven aan het controleprogramma (meerjarenplan), waarin alle belangrijke processen periodiek zijn opgenomen. Er zijn in dit verband geen belangrijke tekortkomingen naar voren gekomen die mogelijkerwijs materiële gevolgen kunnen hebben. Over de voortgang en uitkomsten van alle onderzoeken wordt schriftelijk en mondeling aan de Directie en de Auditcommissie gerapporteerd. De bevindingen vormen een onderdeel van de beraadslagingen van de Raad van Commissarissen. Wij zijn van mening dat onze interne risicobeheersings- en controlesystemen in 2005 naar behoren hebben gewerkt en een redelijke mate van zekerheid geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. In het eerste kwartaal van 2006 zal de uitbesteding van het betalingsverkeer zijn gerealiseerd. Deze uitbesteding is in de risicobeheersings- en controlesystemen meegenomen. Dit in aanmerking nemende zijn voor 2006 geen belangrijke wijzigingen in het risicobeleid voorzien, noch zijn er indicaties dat de risicobeheersings- en controlesystemen niet naar behoren zullen werken. Hiermee voldoen wij naar onze mening aan de best practice bepaling van de Nederlandse corporate governance code.
BEDRIJFSONTWIKKELING KREDIETVERLENING De totale nieuwe kredietverlening inclusief effecten bedroeg in 2005 e 5,9 miljard
(op transactiebasis). Hiermee was de omzet in het afgelopen jaar aanzienlijk hoger dan de e 3,5 miljard in het jaar daarvoor. Vooral de laatste twee maanden lieten een sterk verhoogde omzet zien (e 1,7 miljard) hetgeen waarschijnlijk verband hield met de eerste renteverhoging door de ECB sinds lange tijd, waardoor de vrees voor verdere renteverhogingen ontstond.
28 jaarverslag
2005
Een bijzondere transactie betrof de koop van obligaties die zijn uitgegeven in verband met een securitisatie van een portefeuille hypotheken met Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Zonder deze transactie van e 455 miljoen bedroeg de meer reguliere kredietverlening e 5,5 miljard, een toename van ruim 50% ten opzichte van het voorgaande boekjaar. Wederom hadden de woningbouwcorporaties hierin het grootste aandeel. De omzet in deze sector groeide met ruim 67% en bedroeg uiteindelijk, evenals in 2004, ongeveer 58% van de totale omzet. De NWB concentreert zich daarbij op het verstrekken van leningen onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ook het aandeel van de NWB in de financiering van de gemeentesector groeide en bedroeg e 890 miljoen. Vooral in de lange looptijden wist de NWB zich goed te positioneren. De omzet in de zorgsector en de kredietverlening aan provincies en onderwijsinstellingen nam eveneens belangrijk toe en bedroeg ruim 12,5% van de totale omzet. Het aandeel van de waterschappen in de omzet van de bank bleef nagenoeg gelijk en bedroeg op de jaarultimo ruim 12%. De kredietvraag is in het boekjaar nog meer opgeschoven richting lange looptijden, zoals bijvoorbeeld 30 jaar rentevast. Dit hield duidelijk verband met de lage rentestand gedurende 2005 en de afvlakking van de rentecurve ten gunste van de langere looptijden. Het bedrijfsmodel van de NWB, waarbij zowel het uitlenen van geld als het indekken daarvan binnen de afdeling Treasury geschiedt, komt hier geheel tot zijn recht. Dit resulteert in een uiterst scherpe prijsstelling van producten naar de cliënt toe. Het streven van cliënten om voor langere tijd te profiteren van de lage rente, heeft ook geleid tot een vraag naar gestructureerde leningen. De vorm van de rentecurve stelt hen in staat om de financieringskosten te verlagen, terwijl het risico kan worden beperkt. De NWB stelt zich zeer kritisch op ten aanzien van de toegevoegde waarde van dit soort complexe structuren en zal zich beperken tot transparante constructies.
T abel
1
TOTALE PORTEFEUILLE VERSTREKTE LANGLOPENDE GELDLENINGEN
2005 2004 Waterschappen 3.297 13% 2.972 Gemeenten 6.268 24% 5.837 Andere overheden 587 2% 646 Onder garantie van overheden 15.521 58% 13.912 Gemeenschappelijke regelingen 195 1% 242 N.V. Overheidsbedrijven 221 1% 276 Overigen 209 1% 188 ______ ______ ______ t o ta a l 26.298 100% 24.073 in miljoenen euro’s
29 jaarverslag
2005
12% 24% 3% 58% 1% 1% 1% ______ 100%
REnTE 2005
De economische groei bleef in 2005 wereldwijd iets achter ten opzichte van 2004 als gevolg van de stijging van de olieprijzen. In Amerika bleef de economie desondanks sterk groeien. De gevolgen van de orkaan Katrina bleven beperkt, waardoor de totale groei uitkwam op 3,6%. Door het jaar heen zag de Federal Reserve zich genoodzaakt de korte rente in negen stappen van ieder een kwart procent te verhogen naar 4,25%.
hET VERLoop VAn dE REnTEpERcEnTAGES VAn dooR dE BAnk in 2005 VERSTREkTE LEninGEn AAn dEcEnTRALE oVERhEdEn
4,50%
4,25%
4,00%
3,75%
3,50%
3,25%
3,00%
2,75%
2,50%
2,25%
2,00%
1,75% Dec
Jan
Feb
Mrt
3 MAANDS KASGELD
Apr
Mei
Jun
Jul
10 JAAR FIXE
30 jaarverslag
2005
Aug
Sep
Okt
25 JAAR GELIJK
Nov
Dec
De lange rente in Amerika kende een grillig verloop. Het laagste punt werd bereikt in juni toen de 10‑jaars rente 4,28% noteerde. Daarna liep de rente met bijna een procent op tot 5,21% in november. In de Eurozone bleef de economische groei beperkt tot 1,4%. De hoge olieprijzen gecombineerd met een laag consumentenvertrouwen zorgden ervoor dat de groei hier niet kon doorzetten. De beleggers daarentegen bleken steeds meer vertrouwen te krijgen. De aandelenbeurzen in de eurozone presteerden goed, de AEX steeg zelfs met 25%. De gemiddelde inflatie in de Eurozone kwam uit op 2,3%, uiteraard mede door de stijgende prijzen van de grondstoffen, waaronder die van de olie. De Europese Centrale Bank besloot mede hierdoor in december de rente te verhogen met 25 basispunten naar 2,25%. De lange rente kende gedurende bijna het hele jaar een dalend verloop. Was de 10-jaars rente begin maart nog boven de 3,85%, eind september was dit 3,13%. Uiteindelijk werd het jaar afgesloten met een rente van 3,45%. Hoewel vorig jaar door veel marktpartijen voorspeld werd dat in 2005 de dollar ten opzichte van de euro zou dalen door de alsmaar stijgende tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans in Amerika, bleek het tegenovergestelde het geval. De Europese munt noteerde begin van het jaar nog 1,34 terwijl in november het laagste punt van 1,17 werd bereikt. Waterschappen
Als huisbankier van de waterschappen is het beleid van de NWB gericht op een leidende positie in de langlopende kredietverlening. Het succes hiervan blijkt uit het feit dat het marktaandeel van de bank in de waterschapswereld al sinds jaar en dag rond de 90% fluctueert. Het bedrag aan leningen verstrekt aan waterschappen nam per saldo met e 325 miljoen toe (2004: e 41 miljoen) en bedraagt e 3.297 miljoen (2004: e 2.972 miljoen). Op transactiebasis werd er voor e 668 miljoen (2004: e 576 miljoen) aan leningen aan waterschappen verstrekt en voor e 80 miljoen (2004: e 74 miljoen) onder garantie van waterschappen. Het totaal van leningen gegarandeerd door waterschappen nam per saldo met e 48 miljoen af (2004: e 47 miljoen toename) van e 868 miljoen naar e 820 miljoen.
31 jaarverslag
2005
STAnd VAn dE nETTo SchuLdpoSiTiES VAn WATERSchAppEn in miljoenen euro’s
300 250 200 150 100 50 0 -50 -100 -150 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000
’82
’83
’84
’85 ’86 ’87 ’88 ’89 ’90 ’91 ’92 ’93 ’94 ’95 ’96 ’97 ’98 ’99 ’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05
NETTO VLOTTENDE SCHULD
NETTO VASTE SCHULD
finAnciERinG LAnGE finAnciERinG
2005 was een goed jaar voor de NWB ook wat betreft het aantrekken van lange financiering. Er is op transactiebasis voor e 5,1 miljard aan lange financiering aangetrokken (2004: e 3,3 miljard). De gemiddelde prijs van de financiering, in relatie tot swaps, lag een paar basispunten lager dan over 2004. Dit komt door de goede arbitragemogelijkheden in het afgelopen jaar en een aantal succesvolle, gestructureerde transacties. Daarnaast groeit de naamsbekendheid onder investeerders door de
32 jaarverslag
2005
inspanningen van de bank op het gebied van investor relations. In dit verband wordt ook veel waarde gehecht aan het regelmatig uitgeven van benchmarkleningen. De performance van deze leningen, gericht op de institutionele beleggers, is van groot belang voor de naam van de NWB op de inter nationale financiële markten. In 2005 is één benchmarklening uitgegeven, een US dollar 1 miljard 3-jaars lening. In de afgelopen jaren is elk jaar naast een US dollar benchmarklening ook een 1 miljard euro 10-jaars benchmark lening uitgegeven. Dat is in 2005 niet gebeurd, omdat op andere manieren in de behoefte aan lange euroleningen kon worden voorzien, onder andere door een lening van e 600 miljoen met een looptijd van 15 jaar. Daarnaast zijn er twee gestructureerde euroleningen afgesloten voor in totaal bijna e 500 miljoen met een looptijd van 30 jaar, die een eerste call-moment hebben na 10 jaar. De gemiddelde looptijd van het totaal aan aangetrokken leningen in 2005 was 7,1 jaar (2004: 6,3 jaar). Gezien de lange kredietverlening zoekt de NWB naar zo lang mogelijke financieringen. Tegelijk is de kostprijs van groot belang en die is normaal gesproken weer beter bij kortlopende financieringen. De NWB probeert in dezen de gulden middenweg te bewandelen. In het begin van het jaar is een zogeheten Kangaroo-programma opgezet, een Domestic Bond Programme voor de Australische markt met een omvang van 5 miljard Australische dollar. Onder dit programma zijn twee leningen uitgegeven voor in totaal 500 miljoen Australische dollars (ongeveer e 310 miljoen). Mede door de goede mogelijkheden in andere markten was het daarna lastig in de Australische markt nog aantrekkelijker financieringsniveaus te bereiken. De verwachting is dat in de komende tijd in deze markt weer meer financiering kan worden aangetrokken. Dit jaar zijn voor het eerst leningen uitgegeven in Nieuw-Zeelandse dollars en Turkse lira. Voor het komend jaar verwacht de NWB dat haar behoefte aan langlopende financiering circa e 5 miljard zal bedragen. Op 12 januari 2006 is reeds een e 1 miljard 10-jaars benchmarklening uitgegeven. Deze lening was zowel qua plaatsing als qua prijs een groot succes. Korte Financiering
Het afgelopen jaar is er voor een tegenwaarde van e 1,2 miljard aan ‘callable’ leningen opgenomen (2004: e 700 miljoen). Door middel van deze gestructureerde leningen, welke worden gesloten met Aziatische investeerders, verkrijgt de NWB funding gebaseerd op een aantrekkelijke variabele rente. In de liquiditeitsbehoefte wordt voorts voorzien door het uitgeven van commercial paper. In 2005 is er voor e 4,2 miljard aan commercial paper uitgegeven (2004: e 7,4 miljard) met een gemiddelde looptijd van 3 maanden.
33 jaarverslag
2005
OPNAME GELDEN EMTN-PROGRAMMA en ECP-PROGRAMMA
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
aud
cad
chf
eur
gbp
jpy
nzd
try
usd
portefeuille leningen onder emtn-programma 1997-2005
5%
10%
15%
20%
25%
opname leningen onder emtn‑programma 2005
30%
35%
aud
cad
chf
eur
gbp
jpy
usd
opname ecp funding 2005
34 jaarverslag
2005
40%
45%
50%
BETALINGSVERKEER In het verslag over 2004 kondigden wij de vernieuwing aan van onze systemen
voor het betalingsverkeer. In 2005 hebben wij besloten om tegelijk met deze vernieuwing de uit voering van het betalingsverkeer uit te besteden aan Ordina BPO. Dit besluit is met name ingegeven om ook in de toekomst voor onze cliënten in de steeds veranderende structuren van het betalingsverkeer een hoge kwaliteit zeker te stellen. De komst van de ‘single european payment area’ is een belangrijk voorbeeld van zo’n verandering. De uitbesteding zal in het eerste kwartaal van 2006 worden voltooid. Alle waterschappen maken dan gebruik van een systeem van e-banking via internet. PERSONEEL EN ORGANISATIE De beperkte omvang van de organisatie is een uitvloeisel van het beleid
om ons met onze dienstverlening te concentreren op het verstrekken van korte en langlopende kredieten tegen voor de cliënt zo laag mogelijke kosten. Een kleine organisatie brengt bovendien een grote mate van flexibiliteit met zich mee. In dit beleid past ook de uitbesteding van het betalingsverkeer. Als gevolg van de uitbesteding is het aantal medewerkers met één verminderd. Deze medewerker van de afdeling Automatisering is in dienst getreden bij Ordina BPO. Inclusief de Directie bestaat de organisatie van de bank uit 36 personen (31 op voltijdbasis). Het verloop in 2005 was gering. Het belangrijkste veranderingsproces voor de organisatie in 2005 was de overgang naar IFRS. De late goedkeuring van deze regels door de Europese Commissie in oktober 2004 inclusief de carve outs, veroorzaakte een grote werkdruk aan het eind van 2004 en de eerste maanden van 2005. Het ongedaan maken van de door de Commissie in de IFRS aangebrachte carve outs werd weliswaar door de Commissie in de zomer van 2005 aangekondigd, maar eerst in november geëffectueerd. De administratieve consequenties daarvan zijn voor het eind van het verslagjaar door onze administratie verwerkt. De toenemende complexiteit van het balansbeheer leidde tot het besluit om de afdeling Management Informatie en Onderzoek te versterken met een Asset & Liability management officer, die rechtstreeks aan de Directie rapporteert. Deze functionaris is op 1 januari 2006 in dienst getreden. Het welzijn van onze medewerkers staat in ons personeelsbeleid centraal. Het arbeidsklimaat is prima. Er wordt dan ook de nodige aandacht aan besteed. Het ziekteverzuim is licht gedaald van 3,5% in 2004 naar 3,0%. De wijziging van regelgeving inzake de pensioenleeftijd per 1 januari 2006 heeft uiteraard gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden van onze medewerkers. De daarop betrekking hebbende voorwaarden en regelingen zijn inmiddels aangepast. De pensioenleeftijd voor degenen die in 1950 of later geboren zijn, is verschoven van 62 naar 65 jaar.
35 jaarverslag
2005
De Personeelsvergadering kwam in het verslagjaar tweemaal bijeen. Het belangrijkste onderwerp was de wijziging van regelgeving op het gebied van pensioenen, de levensloopregeling en de zorgverzekering en de invloed daarvan op de arbeidsvoorwaarden. De Directie verstrekte daarnaast informatie over de gang van zaken bij de onderneming en het beleid.
BALANSONTWIKKELING ifrs Bij de overgang naar IFRS is het overgrote deel van de financiële activa en passiva ondergebracht
in een aparte portefeuille, waarvan de waardering plaatsvindt tegen reële waarde. Door het bestaan van hedgerelaties in deze portefeuille tussen activa en passiva wordt bereikt dat de invloed van rente fluctuaties op het resultaat zoveel mogelijk wordt beperkt. De overige financiële activa en passiva blijven gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. ACTIVA In 2005 werd in totaal voor een bedrag van e 4,6 miljard (op kasbasis) aan langlopende kredieten
verstrekt. Rekening houdend met de reguliere en de vervroegde aflossingen van e 2,4 miljard, nam de portefeuille kredieten per saldo in 2005 met e 2,2 miljard toe tot e 26,3 miljard.
T abel
2
NETTO MUTATIE VERSTREKTE LANGLOPENDE ONDERHANDSE LENINGEN
2005 2004 Verstrekte leningen 4.557 4.339 in miljoenen euro’s
Reguliere aflossingen
– 2.176
– 1.913
Vervroegde aflossingen – 156 – 352 ______ ______ n e t t o m u tat i e 2.225 2.074
De omvang van de portefeuille rentedragende waardepapieren steeg als gevolg van de aankoop van obligaties (AAA-rating) die zijn uitgegeven ten laste van gesecuritiseerde Nederlandse hypotheken. Vanwege de NHG-garantie passen deze hypotheken binnen het kredietbeleid van de bank. In totaal groeide de portefeuille rentedragende waardepapieren met e 361 miljoen tot e 2,5 miljard.
36 jaarverslag
2005
PASSIVA In 2005 is het Debt Issuance Programme (DIP) van de NWB qua maximum bedrag verhoogd
van e 25 miljard tot e 40 miljard. Aanleiding tot deze verhoging is de groei van het kredietbedrijf. De voornoemde verhoging van het DIP zal in de komende jaren voldoende ruimte geven voor de stijgende langlopende financieringsbehoefte van de bank. In 2005 is op kasbasis voor een totaalbedrag van e 6,2 miljard aan langlopende leningen opgenomen (2004: e 4,6 miljard). Hiervan is e 4,6 miljard opgenomen in de vorm van obligatieleningen en e 1,6 miljard als private placements. Het Euro Commercial Paper programma kent een maximum van e 10 miljard. In 2005 is onder dit programma in totaal voor e 4,3 miljard aan commercial paper geplaatst. Per balansdatum stond er voor een bedrag van e 816 miljoen aan opgenomen commercial paper uit.
T abel
3
NETTO MUTATIE VAN DE OPGENOMEN LANGLOPENDE MIDDELEN
2005 2004 Opgenomen leningen 6.189 4.590 in miljoenen euro’s
Reguliere aflossingen
– 3.181
Inkoop Vervroegde aflossingen n e t t o m u tat i e
– 3.661
—
—
– 45 – 127 ______ ______ 2.963 802
EIGEN VERMOGEN
Voor de uitoefening van het kernbedrijf van de bank is een solide vermogenspositie een vereiste. Een sterk eigen vermogen is belangrijk voor de kredietwaardigheid en is daarmede een noodzakelijke voorwaarde voor het behoud van de AAA-ratings van de NWB. Het eigen vermogen bedroeg na dividendreservering eind 2005 e 1.224 miljoen (ultimo 2004: e 1.065 miljoen). De verhouding tussen het eigen vermogen (vóór dividendreservering) en het balanstotaal wordt aangeduid als de capital ratio. Deze bedroeg per ultimo 2005 3,8% (2004: 3,6%). De BIS-ratio (Tier-I) was op de balansdatum 110% (ultimo 2004: 101,5%).
37 jaarverslag
2005
RESULTATEN BATEN Gelet op het kernbedrijf van de bank bestaan de baten vrijwel uitsluitend uit rente-inkomsten. Na
de forse stijging van het totaal van de baten in 2004 met 24,9%, is er in 2005, met een stijging van 28,7% tot een bedrag van e 144,1 miljoen, opnieuw sprake geweest van een forse toename van de netto rentebaten. Dit is een gevolg van het feit dat de bank, conform de wettelijke verplichting, met ingang van 2005 voor het eerst de IFRS-verslagleggingsregels hanteert. De rentebaten zijn daardoor met een bedrag van e 40,4 miljoen hoger uitgekomen dan het geval zou zijn geweest op basis van de oude verslagleggingsregels. Voorts is er sprake van een bijzondere bate die verband houdt met een belastinglatentie, die in 2005 is gevormd. Deze latentie wordt veroorzaakt door een verschil tussen de waardering van de commerciële en de fiscale balans bij de invoering van de vennootschapsbelastingplicht per 1 januari 2005. Voordien was de bank vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Deze latentie is e 104 miljoen groot, waardoor het totaal van de baten over 2005 per saldo 121% hoger uitkwam op e 248 miljoen. LASTEN De bedrijfslasten zijn met 2,9% gedaald en bedroegen e 8,9 miljoen. De belangrijkste oorzaak
van de daling is eenmalig. Het besluit om het betalingsverkeer uit te besteden leidde ertoe dat geen nieuwe investeringen meer zijn verricht. Omdat voorts de realisatie van het project eerst na het eind van het boekjaar zal plaatsvinden, was hiervoor in 2005 nog geen vergoeding verschuldigd. Voor de pensioenlasten is een hoger bedrag opgenomen als gevolg van de invoering van IFRS. Deze schrijven een andere grondslag voor de waardering van deze lasten voor. WINSTBESTEMMING De Directie heeft met voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen
een reservering vastgesteld van e 156,6 miljoen (2004: e 62,9 miljoen). Na aftrek van deze reser vering kan als dividend aan de aandeelhouders een bedrag van e 40 miljoen (2004: 40 miljoen) ter beschikking worden gesteld. Per aandeel van nominaal e 115 resulteert dit in een uitkering in contanten van e 678,08. De dividend pay out ratio bedraagt 20,3%. Indien de nettowinst wordt gecorrigeerd voor eenmalige baten, komt de pay out ratio uit op 43,6% (2004: 38,9%). Zoals eerder vermeld wordt de jaarrekening met ingang van 2005 gebaseerd op de IFRS-verslag leggingsregels. Dit impliceert onder meer dat de samenstelling van het resultaat van de bank in belangrijke mate kan afwijken van de oude wijze van winstverantwoording. Onder IFRS is namelijk niet alleen sprake van daadwerkelijk gerealiseerde resultaten maar ook van ongerealiseerde resultaten als gevolg van waardemutaties van bezittingen en schulden van de bank, inclusief off-balance posities. Juist tegen deze achtergrond is het van belang te benadrukken, dat het dividend- en reserveringsbeleid zoveel mogelijk onveranderd blijft gericht op de soliditeit van de bank. Beleggers in schuldpapier van de bank en rating agents hechten immers grote waarde aan de omvang en de kwaliteit van het eigen vermogen. De AAA-ratings en de daarbij behorende relatief lage rente, die de bank op haar eigen financiering betaalt, staan in nauw verband met de lange termijn kredietwaardigheid van de NWB. De uitgangspunten van het dividendbeleid blijven derhalve ook onder IFRS gericht op een in verhouding
38 jaarverslag
2005
tot de winst redelijke en in de tijd consistente uitkering aan aandeelhouders. Een deel van de winst in dit boekjaar ontstond als gevolg van de vorming van de balastinglatentie, die voor het grootste deel gerelateerd is aan in toekomstige jaren te behalen resultaten, waarvoor de verplichtingen in voorgaande jaren zijn aangegaan.
MEDEWERKERS De sterke groei van de omzet vergde een vergelijkbare inspanning om alle transacties snel en op het bij de bank nagestreefde kwaliteitsniveau te verwerken. Veel extra werk kwam ook voort uit wet- en regelgeving, zoals de vennootschapsbelasting en de nieuwe IFRS. De energie, de opgewektheid en het enthousiasme waarmee de werkzaamheden zijn verricht, verdienen veel lof. De Directie is alle medewerkers daarvoor zeer dankbaar: S. van Antwerpen M. Bakker M.N. Bauman P.L. Bax M.E. van den Berg J.M. van Bergen D. Buck O.B. Bunnik J.A. Buskens R.M.H. Chotekhan J.M. van Dam A.W. Geers
R.M. Gode J. Groot R. Heemskerk B.R. den Hoed A.R.L. Hoogendoorn P.C. van Kersbergen J.W. Kievith G.L. Knoester A. van Koert A.F. van der Kooij P.C. Kuiper B.A. Kuipers
Den Haag, 9 maart 2006 Directie
A.M.H.Th. Koemans A.J.M.M. Van Cleef R.A. Walkier
39 jaarverslag
2005
J.J. Mahmoud M.W. van der Meer T.A.J.O. Meuwissen S.E. Moll F. Montagne B. Runia C. van Veen D. Verdoes C.M.J. Verheul J.T.J. Versteege
jaarrekening 2005
winst- en verliesrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2005
Toelichting
2005
2004
Rentebaten Rentelasten Rente Opbrengsten uit aandelen Provisiebaten Waardemutatie marktwaardeportefeuille t o ta a l o p e r at i o n e l e b at e n
3 4
1.380 1.254 ____________ 126 — — 19 ____________ 145
1.400 1.288 ____________ 112 — — — ____________ 112
Personeelskosten Andere beheerskosten Personeels- en andere beheerskosten Afschrijvingen t o ta a l o p e r at i o n e l e b e d r i j f s l a s t e n
5 6 7
4 4 ____________ 8 1 ____________ 9
4 4 ____________ 8 1 ____________ 9
Winst voor belastingen Belastingen netto winst
8
136 61 ____________ 197
103 — ____________ 103
in miljoenen euro’s
44 jaarverslag
2 0 0 5
balans per 31 december 2005
31 dec 2005
1 jan 2005
31 dec 2004
10 11 12
22 407 8.284
7 411 8.231
7 520 26.459
13 14 15 16 17 18 19
22.719 13 5 85 1.377 39 205 ______ 33.156
20.201 12 5 — 1.428 192 245 ______ 30.732
— 12 5 — — 192 787 ______ 27.982
Bankiers Toevertrouwde middelen Uitgegeven schuldbewijzen Financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening Derivaten Overige schulden Overlopende passiva
20 21 22
548 970 6.118
383 935 6.248
453 1.548 22.204
23 24 25 26
20.562 3.217 79 398 ______ 31.892
17.249 4.209 203 400 ______ 29.627
— — 203 2.441 ______ 26.849
Gestort kapitaal Herwaarderingsreserve Algemene reserve Onverdeelde winst verslagjaar Eigen vermogen t o ta a l p a s s i va
27 28 29 30
7 13 1.047 197 ______ 1.264 ______ 33.156
7 11 984 103 ______ 1.105 ______ 30.732
7 11 1.012 103 ______ 1.133 ______ 27.982
Onherroepelijke toezeggingen Voorwaardelijke schulden
31 32
3.365 254
2.237 233
in miljoenen euro’s
Toelichting
ACTIVA Kasmiddelen Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen publieke sector Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening Aandelen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Latente belastingen Derivaten Overige activa Overlopende activa t o ta a l a c t i va
PASSIVA
45 jaarverslag
2 0 0 5
verloopstaat van het eigen vermogen voor het jaar eindigend op 31 december 2005
in
m iljoenen
euro’s
Stand per 1 januari 2004 Waardemutatie onroerende zaken Waardemutatie aandelen Winstbestemming voorgaand boekjaar Dividendbetaling Resultaat boekjaar Stand per 31 december 2004
in
m iljoenen
euro’s
Stand per 31 december 2004 Mutatie IFRS 32/39 Stand per 1 januari 2005 Waardemutatie onroerende zaken Waardemutatie aandelen Winstbestemming voorgaand boekjaar Dividendbetaling Resultaat boekjaar Stand per 31 december 2005
Gestort Kapitaal
Herwaar- derings- reserve on- roerende zaken
Herwaar- derings- reserve Aandelen
7
4
8
964
78
1.061
– 3
–3
2
2
______
______
______
48 ______
– 48 – 30 103 ______
— – 30 103 ______
7
1
10
1.012
103
1.133
Gestort Kapitaal
Herwaar- derings- reserve on- roerende zaken
Herwaar- derings- reserve Aandelen
7 — ______
1 — ______
10 — ______
1.012 – 28 ______
103 — ______
1.133 – 28 ______
7
1
10
984
103
1.105
—
—
2
2
______
______
______
63 ______
– 63 – 40 197 ______
7
1
12
1.047
197
46 jaarverslag
2 0 0 5
Onverdeelde winst Algemene verslagReserve jaar
Onverdeelde winst Algemene verslagReserve jaar
Totaal
Totaal
– 40 197 ______ 1.264
Kasstroomoverzicht voor het jaar eindigend op 31 december 2005
2005
2004
Netto winst Afschrijvingen Waardemutatie reële waarde portefeuille Toename/afname te ontvangen interest Toename te betalen interest Overige overlopende activa Overige overlopende passiva Aandelen Bankiers, niet terstond opeisbaar Kredieten Toevertrouwde middelen Toename/afname latente belastingen Overige activa Overige schulden n e t t o k a s s t r o o m u i t o p e r at i o n e l e / bancaire activiteiten
197 1 127 – 75 59 — — — 219 – 2.202 14 – 85 153 – 124 ____________
103 1 — – 18 20 33 –4 — – 290 – 2.306 178 — – 143 149 ____________
– 1.716
– 2.277
Investeringen in beleggingsportefeuilles Aflossingen uit beleggingsportefeuilles Saldo
– 515 154 ____________ – 361
— 130 ____________ 130
Investeringen in onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Desinvesteringen Saldo
— — ____________ — ____________
— — ____________ — ____________
uit investeringsactiviteiten
– 361
130
Opname obligatieleningen Aflossing obligatieleningen Opname CD/CP, notes, Private Placements Aflossing CD/CP, notes, Private Placements Saldo Betaald dividend
4.594 – 2.144 5.869 – 6.187 ____________ 2.132 – 40 ____________
3.077 – 1.198 8.950 – 8.659 ____________ 2.170 – 30 ____________
uit financieringsactiviteiten
2.092
2.140
Kasstroom
15
–7
in miljoenen euro’s
netto kasstroom
netto kasstroom
47 jaarverslag
2 0 0 5
2005
2004
Kasstroom Liquiditeiten begin van het jaar Liquiditeiten eind van het jaar
15 11 ____________ 26
–7 18 ____________ 11
In dit saldo zijn de volgende posten begrepen: Bankiers, terstond opeisbaar Kasgelden, banktegoeden en daggeldleningen l i q u i d i t e i t e n e i n d va n h e t j a a r
4 22 ____________ 26
4 7 ____________ 11
in miljoenen euro’s
In 2005 is voor een bedrag van e 1.190 miljoen aan rentebetalingen verricht.
48 jaarverslag
2 0 0 5
toelichting op de jaarrekening
1 Bedrijfsinformatie De jaarrekening van de Nederlandse Waterschapsbank N.V. over 2005 is opgesteld door de Directie en voorzien van een advies van de Raad van Commissarissen op 9 maart 2006 en zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 11 mei 2006. De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) is een naamloze vennootschap gevestigd in Den Haag, waarvan de aandelen in handen zijn van overheden. De NWB richt zich met haar diensten exclusief op de publieke sector. Zij financiert waterschappen, gemeenten en provincies. De bank financiert eveneens aan overheid gelieerde instellingen, zoals woning bouwcorporaties, ziekenhuizen en onderwijsinstituten. 2.1 Grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, met uitzondering van de financiële activa tegen reële waarde met waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening, derivaten, aandelen en onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De jaarrekening luidt in euro’s en alle bedragen zijn afgerond naar duizendtallen (e 000), tenzij anders is vermeld. O v er e e n st e m m i n g s v er k l a r i n g
De jaarrekening van de NWB is opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards, zoals aanvaard door de Europese Unie alsmede de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 2.2 Wijzigingen in verslaggevingsgrondslagen Met ingang van 1 januari 2005 stelt NWB haar verslaggeving op in overeenstemming met de door de EU goedgekeurde International Financial Reporting Standards (IFRS). Vanwege deze wijziging zijn de waarderingsgrondslagen in deze jaarrekening niet gelijk aan de waarderings grondslagen die gebruikt zijn bij het opstellen van de balans per 31 december 2004 en de resultatenrekening over 2004. De NWB heeft gebruik gemaakt van de in IFRS geboden optie om de vergelijkende cijfers over het boekjaar 2004 niet aan te passen voor IAS 32 en 39. De overgang naar deze twee voorschriften vindt plaats op peildatum 1 januari 2005. In de jaarrekening 2005 zijn in de balans een drietal overzichten opgenomen welke inzicht verschaffen over de conversie naar IFRS: – Naar peildatum 31 december 2004 (vergelijkend boekjaar) worden behoudens IAS 32/39 alle IFRS voorschriften toegepast; – Naar peildatum 1 januari 2005 worden naast alle overige IFRS voorschriften tevens IAS 32 en 39 gehanteerd bij waardering en resultaatbepaling; – Naar peildatum 31 december 2005 (huidig boekjaar) zijn alle IFRS voorschriften toegepast. In de jaarrekening zijn verloopoverzichten en toelichtingen opgenomen op de individuele balansposten inclusief vergelijkende cijfers. Aangezien de balans per 31 december 2004 niet in overeenstemming is gebracht met IAS 32/39 zijn de hierin opgenomen waarden niet
49 jaarverslag
2 0 0 5
vergelijkbaar met het stelsel dat is gehanteerd bij het opmaken van de balans ultimo 2005. Derhalve is ervoor gekozen voor de vergelijkende cijfers uit te gaan van de IFRS waarden van de balans per 1 januari 2005. De vergelijkende cijfers in de winst- en verliesrekening over 2004 zijn behoudens IAS 32/39 volledig in overeenstemming met IFRS opgesteld. Aangezien over het boekjaar 2004 alleen verschillen bestaan tussen de oude grondslagen en IFRS welke verband houden met IAS 32/39, komen de vergelijkende cijfers in de jaarrekening 2005 overeen met de over het voorafgaande jaar gepubliceerde statutaire cijfers. De NWB heeft IFRS met terugwerkende kracht geïmplementeerd met gebruikmaking van de overgangsbepaling inzake de actuarieel benodigde voorziening voor pensioenverplichtingen en overige personeelsregelingen. De waarderingsverschillen welke conform IAS 19 niet in het resultaat waren verwerkt, worden per 1 januari 2004 ten laste van het eigen vermogen gebracht. IFRS bevat een aantal keuzes bij de overgang naar IFRS. De verklaring van de verschillen tussen de waarderingsgrondslagen zoals toegepast in de jaarrekening 2004 (RJ) en IFRS (zoals toegepast in de eerste IFRS jaarrekening) wordt hieronder weergegeven in de volgende paragrafen. Als gevolg van de eerste toepassing van IFRS is het Vermogen per 1-1-2004 respectievelijk per 31-12-2004 als volgt aangepast (miljoen euro’s): Eigen Vermogen onder RJ per 31-12-2003 Aanpassing voorziening pensioenverplichtingen Vrijval FAR Vrijval AVK Eigen Vermogen onder IFRS per 1-1-2004
Eigen Vermogen onder RJ per 31-12-2004 Aanpassing voorziening pensioenverplichtingen Vrijval FAR Vrijval AVK Eigen Vermogen onder IFRS per 31-12-2004 (excl. IAS 32 en 39) Aanpassing waardering financiële activa en financiële passiva tegen reële waarde Vrijval amortisatie overlopende posten Eigen Vermogen onder IFRS per 1-1-2005
50 jaarverslag
2 0 0 5
1.033 –3 25 6 ____________ 1.061
1.105 –3 25 6 ____________ 1.133
32 – 60 ____________ 1.105
2.2.1 Verschillen als gevolg van de implementatie van IAS 32, 39 F i n a n c i ë l e a c t i va t e ge n r e ë l e wa a r d e m e t v er wer k i n g va n wa a r d e v er a n d er i n ge n v i a d e w i n st- e n v er l i e s r e k e n i n g
Onder IFRS wordt een deel van de uitzettingen bij bankiers, kredieten en rentedragende waardepapieren gewaardeerd tegen reële waarde. Deze portefeuille is onder IFRS aangemerkt als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening. Onder RJ werden deze instrumenten tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord. Gerealiseerde resultaten werden geamortiseerd over de resterende looptijd. De waardemutatie per 1 januari 2005 is in het eigen vermogen verantwoord. D er i vat e n
Onder IFRS worden alle derivaten gewaardeerd tegen reële waarde, inclusief de derivaten die besloten zijn in andere contracten. Onder RJ werden derivaten, aangehouden ter dekking van eigen posities, gewaardeerd conform het afgedekte instrument, hetgeen meestal waardering tegen kostprijs inhield. A g i o / d i s a g i o k r e d i e t e n e n to e v ert r o u w d e m i d d e l e n
Onder RJ werden kredieten en toevertrouwde middelen bij aanvang gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij agio / disagio werd toegerekend aan de resterende looptijd. Onder IFRS is deze methode voor kredieten en toevertrouwde middelen niet gewijzigd. Op het moment dat de desbetreffende post niet meer in de balans wordt opgenomen wordt onder IFRS het resterende saldo aan agio en disagio ineens in het resultaat verantwoord. A l ge m e ne v oo r z i e n i n g k r e d i e t r i s i c o ’ s / FAR
Onder IFRS wordt de voorziening voor dubieuze debiteuren voor leningen gebaseerd op een striktere methodologie. Verder zijn onder IFRS geen algemene voorzieningen voor dubieuze debiteuren toegestaan. De voorzieningen zijn per peildatum 1 januari 2005 aan het eigen ver mogen toegevoegd. F i n a n c i ë l e pa s s i va t e ge n r e ë l e wa a r d e m e t v er wer k i n g va n wa a r d e v er a n d er i n ge n v i a d e w i n st- e n v er l i e s r e k e n i n g
Onder IFRS wordt een deel van de toevertrouwde middelen en schuldbewijzen gewaardeerd tegen reële waarde. Deze portefeuille is aangemerkt als financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening. Onder RJ werden deze instrumenten tegen geamortiseerde kostprijs verantwoord. Gerealiseerde resultaten werden geamortiseerd over de resterende looptijd. De waardemutatie per peildatum 1 januari 2005 is in het eigen vermogen verantwoord.
51 jaarverslag
2 0 0 5
2.2.2 Overige verschillen P er s o ne e l s b e l o n i n ge n
De waarderingsgrondslagen voor pensioenen en overige personeelsregelingen wijken af tussen IFRS en RJ. De richtlijn IAS 19 eist dat rekening wordt gehouden met alle toekomstige salarisverhogingen bij het bepalen van de voorziening voor pensioenverplichtingen (projected unit credit methode). Onder RJ werd de voorziening bepaald op basis van de huidige loonsommen. Bij de overgang op IFRS zijn de benodigde voorzieningen gevormd ten laste van het eigen vermogen. 2.3 Belangrijke schattingen en oordelen De belangrijkste bronnen van schattingsonzekerheden per balansdatum die een risico in zich dragen van een belangrijke aanpassing van de boekwaarde van activa en verplichtingen worden hierna uiteengezet. 2.3.1 Waardering financiële activa en financiële passiva tegen reële waarde
Diverse technieken zijn ontwikkeld om de reële waarde van deze instrumenten te benaderen. Deze technieken zijn subjectief van aard en maken gebruik van diverse veronderstellingen met betrekking tot de disconteringsvoet en het tijdstip en de omvang van de verwachte toekomstige kasstromen. Bij de berekening van de reële waarde van opties is, waar mogelijk, gebruik gemaakt van optiewaarderingsmodellen. Veranderingen in de veronderstellingen welke zijn gehanteerd kunnen de geschatte reële waarden significant beïnvloeden. Dit kan tot gevolg hebben dat de weergegeven reële waarden geen goede benadering zijn van de directe opbrengstwaarde. Daarnaast is de berekening van de geschatte reële waarde gebaseerd op de marktomstandigheden op balansdatum en is daarom mogelijk geen goede benadering van de toekomstige reële waarden. Bij de NWB zouden deze onzekerheden niet kunnen leiden tot een significante wijziging in de jaarresultaten gelet op de ingenomen risicoposities. 2.3.2 Waardebepaling actieve latentie vennootschapsbelasting
Bij wet van 16 december 2004 (Staatsblad 653) is met ingang van 1 januari 2005 de subjectieve vrijstelling voor de vennootschapsbelasting van de NWB vervallen. De belastingdienst heeft bevestigd dat de op deze datum op te stellen fiscale openingsbalans op basis van marktwaarden kan worden opgesteld. Bij het opmaken van de jaarrekening 2005 is de NWB uitgegaan van bepaalde grondslagen welke zijn getoetst door de externe fiscaal adviseur. De waarderingen tegen marktwaarden zullen in de komende boekjaren met de fiscus worden afgestemd. 2.4 Samenvatting van belangrijke verslaggevingsgrondslagen V er wer k i n g
Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen aan de onderneming zullen toevloeien en de waarde van het actief op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Vreemd vermogen wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van een bestaande verplichting gepaard zal
52 jaarverslag
2 0 0 5
gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Een financieel actief of financieel passief wordt in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat de vennootschap respectievelijk recht heeft op de voordelen dan wel gebonden is aan de verplichtingen voortkomend uit de contractuele bepalingen van het financieel instrument. Financiële activa en passiva worden per saldo in de balans opgenomen indien NWB op grond van wettelijke of contractuele bepalingen over de bevoegdheid beschikt en de intentie heeft deze activa en passiva gesaldeerd of simultaan af te wikkelen. Baten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, verband houdend met een vermeerdering van een actief of vermindering van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Lasten worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, verband houdend met een vermindering van een actief of vermeerdering van vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. N i e t l a n ger o p ne m e n i n d e b a l a n s va n f i n a n c i ë l e a c t i va e n pa s s i va
Financiële activa Een financieel actief (of, indien van toepassing, een deel van een financieel actief of een deel van de groep van soortgelijke financiële activa) wordt niet langer in de balans opgenomen indien: – de NWB geen recht meer heeft op de kasstromen uit dit actief; – de NWB het recht heeft behouden om de kasstromen uit dit actief te ontvangen, maar een verplichting is aangegaan om deze volledig zonder belangrijke vertraging te betalen aan een derde ingevolge een bijzondere afspraak, of – de NWB haar rechten om de kasstromen uit dit actief heeft overgedragen en ofwel (a) groten deels alle risico’s en voordelen van dit actief heeft overgedragen, ofwel (b) niet grotendeels alle risico’s en voordelen van dit actief heeft overgedaan of behouden, maar de zeggenschap over dit actief heeft overgedragen. Indien de NWB haar rechten om de kasstromen uit een actief te ontvangen heeft overgedragen, maar niet grotendeels alle risico’s en voordelen van dit actief heeft overgedragen of behouden, noch de zeggenschap heeft overgedragen, wordt dit actief opgenomen voorzover de NWB nog een voortgezette betrokkenheid heeft bij dit actief. Voortgezette betrokkenheid in de vorm van een garantie over het actief dat is overgedragen, wordt gewaardeerd tegen de oorspronkelijke boekwaarde of het lagere maximum bedrag van de tegenprestatie die de NWB mogelijk zou dienen terug te betalen. Bij voortgezette betrokkenheid in de vorm van een schriftelijke en/of aangekochte optie (inclusief een in geldmiddelen afgewikkelde optie of soortgelijke afwikkeling) op een actief
53 jaarverslag
2 0 0 5
dat is overgedragen, wordt de mate van de voortgezette betrokkenheid van de NWB bepaald op het bedrag van het actief dat is overgedragen en dat de NWB terug mag kopen, behalve in het geval van een schriftelijke putoptie (inclusief een in geldmiddelen afgewikkelde optie of soortgelijke afwikkeling) op een actief dat is gewaardeerd tegen reële waarde, dan is de mate van de voortgezette betrokkenheid beperkt tot de reële waarde van het betreffende actief of de lagere optie-uitoefenprijs. Financiële verplichtingen Een financiële verplichting wordt niet meer op de balans opgenomen zodra aan de prestatie ingevolge de verplichting is voldaan, deze is opgeheven of is verlopen. Indien een bestaande financiële verplichting wordt vervangen door een andere van dezelfde geldgever tegen nagenoeg dezelfde voorwaarden, of de voorwaarden van de bestaande verplich ting aanzienlijk worden gewijzigd, wordt een dergelijke vervanging of wijziging behandeld als niet langer opnemen van de oorspronkelijke verplichting op de balans en de opname van een nieuwe verplichting. Het verschil in de betreffende boekwaarden in de resultatenrekening opgenomen. Wa a r d er i n g
Bij het ontstaan van financiële activa worden deze geclassificeerd als leningen en vorderingen, beschikbaar voor verkoop of aangemerkt als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening. De leningen en vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De financiële activa beschikbaar voor verkoop of aangemerkt als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening worden gewaardeerd tegen reële waarde. Bij het ontstaan van financiële passiva worden deze geclassificeerd als aangemerkt als financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening of niet-handelsportefeuille. De financiële passiva als niet-handelsportefeuille worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De financiële passiva aangemerkt als financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winsten verliesrekening, worden gewaardeerd tegen reële waarde. Bij de eerste opname van financiële activa worden deze opgenomen tegen reële waarde, vermeerderd met (in geval van een financieel actief dat niet tegen reële waarde, met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening is opgenomen) de direct daaraan toe te rekenen transactiekosten. De NWB bepaalt de rubricering van haar financiële activa na de eerste verantwoording en, indien toegestaan en van toepassing, wordt dit herbeoordeeld per einde van ieder boekjaar. De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld, tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Een beursnotering vormt de beste indicatie voor de reële waarde. Van het merendeel van de financiële instrumenten van de NWB (kredieten en OTC
54 jaarverslag
2 0 0 5
derivaten) kan de reële waarde zo niet vastgesteld worden, omdat een markt en dus een marktwaardering ontbreekt. De reële waarde van de financiële activa die actief worden verhandeld op georganiseerde financiële markten wordt bepaald op basis van de biedkoers bij sluiting van de beurs per balans datum. Voor financiële activa waarvoor geen actieve markt is, wordt de reële waarde bepaald met waarderingstechnieken. Dergelijke methodes zijn o.a. gebaseerd op de meest recente zakelijke markttransacties of de huidige marktwaarde van een ander instrument, dat nagenoeg hetzelfde is, of een contante waardeberekening en optiemodellen. V r e e m d e va l u ta
Monetaire activa en vreemd vermogen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de contante middenkoersen (Amsterdamse beurskoersen) per balansdatum. Baten en lasten voortvloeiend uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. Alle valutakoersverschillen van monetaire activa en passiva worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Valutaswaps worden gebruikt als dekkingsinstrument voor valutarisco’s inzake opgenomen en uitgezette gelden. Deze posities worden omgerekend tegen de marktwaarde van het instrument per balansdatum. Activa en vreemd vermogen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de contante midden koersen per balansdatum: Valuta
Koers 31 december 2005
Koers 31 december 2004
AUD CAD CHF
0,620367 0,727090 0,642215
0,571832 0,608365 0,647462
GBP HKD JPY USD ZAR NZD TRY
1,453188 0,108648 0,007163 0,845452 0,132828 0,576354 0,626826
1,417335 0,093873 0,007149 0,732900 0,129912 — —
55 jaarverslag
2 0 0 5
D er i vat e n
Derivaten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde op het moment van het aangaan van het contract. Na eerste verwerking wordt het derivaat gewaardeerd tegen reële waarde. Derivaten met een positieve marktwaarde worden als activa gepresenteerd, derivaten met een negatieve marktwaarde als passiva. Veranderingen in de reële waarde van deze derivaten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. K r e d i e t e n e n v o r d er i n ge n
Kredieten en vorderingen zijn niet-afgeleide financiële activa met vaste of bepaalbare betalingen die niet op een actieve markt zijn genoteerd. Dergelijke activa worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. Winsten en verliezen worden in de resultatenrekening verantwoord, zodra de kredieten en vorderingen niet langer op de balans worden opgenomen of een bijzondere waardevermindering ondergaan, alsmede via het afschrijvingsproces. De in de actiefpost Kredieten en vorderingen begrepen klimleningen worden opgenomen tegen de hoofdsom waarbij inbegrepen de contractueel daaraan toegevoegde rente. De jaarlijkse toevoegingen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de post Rentebaten. F i n a n c i ë l e a c t i va t e ge n m a r k t wa a r d e n m e t v er wer k i n g va n wa a r d e v er a n d er i n ge n v i a d e w i n st- e n v er l i e s r e k e n i n g
De financiële activa die zijn aangemerkt als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening worden opgenomen in de categorie “Financiële activa tegen marktwaarden met verwerking van waardeveranderingen via de winsten verliesrekening”. Financiële activa worden aangemerkt als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening indien zij deel uitmaken van de natuurlijke hedge in de portefeuille van NWB. De in deze post opgenomen leningen worden opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie. De hierbij ontstane winsten en verliezen op investeringen aangemerkt als financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening, worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Aandelen
Aandelen zijn die niet-afgeleide financiële activa die worden aangemerkt als voor verkoop beschikbaar. Na de eerste verantwoording worden de Aandelen gewaardeerd tegen reële waarde. Winst of verlies wordt verantwoord als een afzonderlijke component van het eigen vermogen totdat het actief niet langer op de balans wordt opgenomen of totdat wordt bepaald dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Op een dergelijk moment wordt de cumulatieve winst die, of het cumulatieve verlies dat voorheen in het eigen vermogen was verantwoord, opgenomen in de winst- en verliesrekening. De reële waarde van de Aandelen die actief worden verhandeld op georganiseerde financiële markten, wordt bepaald op basis van de biedkoers bij sluiting van de beurs per balansdatum.
56 jaarverslag
2 0 0 5
O n r o er e n d e z a k e n e n b e d r i j f s m i d d e l e n
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd op de grondslag van reële waarde respectievelijk verkrijgingsprijs, verminderd met lineaire afschrijving. De reële waarde van onroerende zaken wordt jaarlijks beoordeeld en éénmaal in de drie jaar bepaald aan de hand van taxaties door externe taxateurs. Taxatie heeft plaatsgevonden in 2004. De afschrijvingen hierop worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht over een periode, welke overeenkomt met de verwachte economische gebruiksduur. De afschrijvingen belopen jaarlijks: – Gebouw – Installaties – Inrichting, inventaris, etc.: · meubilair en dergelijke · kantoormachines – Informatieverwerkende apparatuur: · personal computers · overige apparatuur – Personenauto’s
2 5 % 10 % 10 % 25 % 25 % 20 - 25 % 20 - 25 %
Op de waarde van de grond wordt niet afgeschreven. De restwaarde van het actief, de gebruiksduur en de waarderingsmethodes worden beoordeeld en, indien noodzakelijk, aangepast per het einde van het boekjaar. To e v ert r o u w d e m i d d e l e n
De in de passiefpost Toevertrouwde middelen opgenomen leningen worden bij de eerste opname opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie minus de direct toerekenbare transactiekosten. Na deze eerste opname worden de rentedragende leningen vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rente methode. Winsten en verliezen worden opgenomen in het nettoresultaat zodra de schulden niet langer op de balans worden opgenomen, alsmede via het afschrijvingsproces. F i n a n c i ë l e pa s s i va t e ge n m a r k t wa a r d e n m e t v er wer k i n g va n wa a r d e v er a n d er i n ge n v i a d e w i n st- e n v er l i e s r e k e n i n g
De financiële passiva die zijn aangemerkt als financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening worden opgenomen in de categorie “Financiële passiva tegen marktwaarden met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening”. Financiële passiva worden aangemerkt als financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening inden indien zij deel uitmaken van de natuurlijke hedge in de portefeuille van NWB. De in deze post opgenomen leningen worden opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie. De hierbij ontstane winsten en verliezen op financiële passiva aangemerkt als
57 jaarverslag
2 0 0 5
financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winsten verliesrekening, worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. S a l d er i n g va n f i n a n c i ë l e a c t i va e n f i n a n c i ë l e pa s s i va
Saldering is verplicht indien er sprake is van een wettelijk recht tot saldering, contractueel of op een andere wijze vastgelegd, waarbij het totaal of een gedeelte van het bedrag dat dient te worden betaald aan een crediteur wordt vereffend of op een andere wijze geëlimineerd met een bedrag te vorderen op dezelfde crediteur. Een financieel actief en financiële verplichting worden gesaldeerd en tegen het nettobedrag in de balans opgenomen als de NWB: – de intentie heeft het financieel actief en de financiële verplichting gesaldeerd of tegelijkertijd af te rekenen; en – over een deugdelijk juridisch instrument beschikt om saldering van de opgenomen bedragen af te dwingen; en – het financieel actief en de financiële verplichting van gelijke aard zijn. P er s o ne e l s v er p l i c h t i n ge n - p e n s i o e n v er p l i c h t i n ge n
De NWB is met haar medewerkers een pensioenregeling overeengekomen op basis van vaste toezeggingen (‘defined benefit plans’). De regeling wordt gefinancierd door premies aan een verzekeringsmaatschappij op basis van periodieke actuariële berekeningen. Een ‘defined benefit plan’ is een regeling waarbij de uitkering aan de gepensioneerde werk nemer vastgelegd wordt, rekeninghoudend met factoren zoals leeftijd, dienstjaren en salaris. De voorziening voor ‘defined benefit plans’ is de contante waarde van de pensioenverplichtingen op balansdatum verminderd met de reële waarde van de beleggingen. Deze worden aan gepast voor niet-verantwoorde resultaten en kosten met betrekking tot verstreken dienstjaren. De pensioenverplichtingen worden jaarlijks berekend door een externe actuaris in overeenstem ming met de ‘projected unit credit method’. De pensioenverplichting wordt berekend met gebruik van het verwachte rendement op beleggingen. Actuariële winsten en verliezen worden opgenomen als baten of lasten indien de netto cumula tieve niet-verantwoorde actuariële winsten en verliezen voor elke afzonderlijke regeling aan het einde van het vorige boekjaar meer bedragen dan 10% van de toegezegde pensioenverplichting, of de hogere reële waarde van de fondsbeleggingen per die datum. Deze winsten of verliezen worden toegerekend aan de verwachte gemiddelde resterende arbeidsduur van de werknemers die aan de regelingen deelnemen. De backservicekosten worden lineair verantwoord als een last gedurende de gemiddelde periode totdat de vergoedingen onvoorwaardelijk worden toegezegd. Indien de vergoedingen direct onvoorwaardelijk zijn toegezegd na de invoering van of wijzigingen in een pensioenregeling, worden de backservicekosten direct opgenomen.
58 jaarverslag
2 0 0 5
O p b r e n g st v er a nt w oo r d i n g
Opbrengsten worden verantwoord voorzover het waarschijnlijk is dat de economische voordelen ten goede zullen komen aan de NWB en de opbrengsten betrouwbaar kunnen worden bepaald. Rentebaten De opbrengsten worden verantwoord naar gelang de rente aangroeit (via de effectieverentemethode, d.w.z. de rentevoet die bij contantmaking van de geschatte toekomstige kas ontvangsten, gedurende de verwachte levensduur van het financiële instrument, uitkomt op de nettoboekwaarde van het financieel actief). Dividend Opbrengsten worden verantwoord zodra de NWB het recht heeft verkregen om de betaling te ontvangen. B e l a st i n ge n
Winstbelastingen worden gelijktijdig met de winst als last verantwoord. Latente belasting vorderingen en latente belastingverplichtingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Verschuldigde en verrekenbare belastingen Verschuldigde en verrekenbare belastingvorderingen en -verplichtingen voor lopende en voor gaande jaren worden gewaardeerd op het bedrag dat naar verwachting zal worden teruggevorderd van of betaald aan de belastingdienst. Het belastingbedrag wordt berekend op basis van de bij wet vastgestelde belastingtarieven en geldende belastingwetgeving. Uitgestelde belastingen Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor alle verrekenbare tijdelijke verschil len, onbenutte fiscale faciliteiten en niet verrekende fiscale verliezen, voorzover het waarschijn lijk is dat er fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil kan worden verrekend, en de verrekenbare tijdelijke verschillen, onbenutte fiscale faciliteiten en onbenutte fiscale verliezen kunnen worden aangewend. De boekwaarde van de uitgestelde belastingvorderingen wordt per balansdatum beoordeeld en verlaagd voorzover het niet waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee het tijdelijke verschil geheel of gedeeltelijk kan worden verrekend. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen worden per balansdatum herbeoordeeld en opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat in de toekomst fiscale winst aanwezig zal zijn waarmee deze uitgestelde vordering kan worden verrekend. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de belasting tarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn op de periode waarin de vordering wordt gerealiseerd of de verplichting wordt afgewikkeld, op basis van de bij wet vastgestelde
59 jaarverslag
2 0 0 5
belastingtarieven en geldende belastingwetgeving. Als fictie is hierbij uitgegaan van de per 31 december 2005 vastgestelde belastingtarieven. De belasting over posten die direct in het eigen vermogen zijn verwerkt, worden direct in het eigen vermogen verwerkt in plaats van in de winst- en verliesrekening. Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien er een in rechte afdwingbaar recht bestaat om deze te salderen en de uitgestelde belastingen verband houden met dezelfde belastbare entiteit en dezelfde belastingautoriteit. G r o n d s l a ge n v oo r h e t k a s st r oo m o v er z i c h t
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen kasstromen uit operationele/bancaire activiteiten, investerings- en financieringsactiviteiten. Onder liquiditeiten worden die activa opgenomen die zonder beperkingen kunnen worden omgezet in liquiditeiten, waaronder de aanwezige kasmiddelen, alsmede de per saldo direct opeisbare tegoeden bij centrale banken. De mutaties in de kredietverlening, de toevertrouwde middelen en die uit hoofde van het bancair depositobedrijf zijn, gelet op de aard van de activiteiten, opgenomen onder de kasstroom uit bancaire activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten de aan- en verkopen en aflossingen inzake beleggings portefeuilles, alsmede de aan en verkopen van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De opname en aflossing van lang vreemd vermogen (>1 jaar) worden als financieringsactiviteiten aangemerkt. 3 Rentebaten Deze post omvat rentebaten uit Kredieten en vorderingen, financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waarderingsverschillen via de winst- en verliesrekening en derivaten, alsmede provisies die het karakter van rente hebben. Boeten voor vervroegde aflossing, agio’s en disagio’s en ruilresultaten zijn hierin verantwoord overeenkomstig de effectieve-rente methode. 4 Rentelasten Deze post omvat rentelasten uit al dan niet in schuldbewijzen belichaamde schulden, alsmede provisies die het karakter van rente hebben, boeten voor vervroegde aflossing, agio’s en disagio’s en de resultaten uit hoofde van financiële derivaten. Boeten voor vervroegde aflossing, agio’s en disagio’s en ruilresultaten zijn hierin verantwoord overeenkomstig de effectieverentemethode.
60 jaarverslag
2 0 0 5
5 Personeelskosten Salarissen Pensioen- en VUT-lasten Overige sociale lasten Andere personeelskosten
2005
2004
2.877 803 193 298 ____________ 4.171
2.828 612 186 205 ____________ 3.831
De bezoldiging van bestuurders inclusief reguliere pensioenlasten bedroeg in 2005 e 1.321 (2004: e 1.234). Het gemiddeld aantal personeelsleden inclusief directie bedroeg 36 (2004: 37). B e z o l d i g i n g va n d e d i r e c t i e l e d e n
2005 Mr. A.M.H.Th. Koemans Drs. A.J.M.M. Van Cleef R.A. Walkier
Basis salaris 317 256 280 ____________ 853
Variabele beloning 88 69 70 ____________ 227
Reguliere pensioen lasten 101 76 64 ____________ 241
317 256 280 ____________ 853
54 48 48 ____________ 150
99 60 72 ____________ 231
2004 Mr. A.M.H.Th. Koemans Drs. A.J.M.M. Van Cleef R.A. Walkier
6 Andere beheerskosten Hieronder zijn begrepen de kosten van huisvesting, kantoor- en algemene kosten. De eveneens onder deze post begrepen bezoldiging van 9 (2004: 11) commissarissen respectievelijk ex-commissarissen bedroeg e 158 (2004: e 137).
61 jaarverslag
2 0 0 5
B e z o l d i g i n g va n l e d e n e n o u d - l e d e n va n d e r a a d va n c o m m i s s a r i s s e n
2005
2004
Dr. J.C.K.W. Bartel 19 J.L.M. Bartelds RA (tot 13 mei 2004) — Jonkheer Dr. P.A.C. Beelaerts van Blokland (tot 13 mei 2004) — Prof. Dr. R.G.C. van den Brink 37 K.J.A. Baron Collot d’Escury (tot 12 mei 2005) 9 Prof. Dr. J.M.G. Frijns 22 Drs. J.G. Hakkenberg (tot 12 mei 2005) 7 Ir. A.J.A.M. Segers 20 Drs. V.I. Goedvolk (toegetreden in 2004) 18 Mr. F.J.M. Houben (toegetreden in 2004) 13 Ir. E.H. Baron van Tuyll van Serooskerken 13 ____________ 158
15 9 7 22 16 16 13 14 6 6 13 ____________ 137
De bovengenoemde bedragen zijn inclusief vergoedingen voor lidmaatschappen van commissies, en eventuele BTW. 7 Afschrijvingen
Betreft de afschrijvingen op het kantoorgebouw, de installaties, inrichtingskosten, inventaris, informatieverwerkende apparatuur en personenauto’s, zoals vermeld onder de toelichting op de actiefpost Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. 8 Belastingen
2005
2004
23.668
—
Als gevolg van tijdelijke verschillen b e l a s t i n g l a s t
19.220 ____________ 42.888
— ____________ —
A c u t e b e l a st i n ge n
Belasting over de winst van het lopend boekjaar L at e nt e b e l a st i n ge n
Commercieel resultaat voor belastingen
136.155
—
Belastingen tegen 31,5%
42.888
—
Vorming actieve latentie waarderingsverschillen bij aanvang belastingplicht 1 januari 2005 belastinglast
– 103.970 ____________ – 61.082
— ____________ —
62 jaarverslag
2 0 0 5
Overeenkomstig de voorschriften zoals vastgelegd in IAS 12 dient voor alle tijdelijke verschillen een belastinglatentie te worden verantwoord. Door wetswijziging is de NWB met ingang van 1 januari 2005 belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. De actieve latentie inzake het op die datum aanwezige tijdelijke waarderingsverschil ad e 103.970 is als belastingbate verantwoord in het resultaat over 2005. 9 Uitgekeerd en voorgesteld dividend
2005
2004
40.000
30.000
40.000
40.000
Va st ge st e l d e n u i t ge k e er d ge d ur e n d e h e t j a a r
Dividend op gewone aandelen: Slotdividend voor 2004: 586% (2003: 440%) Voo r ge st e l d t er g o e d k e ur i n g va n d e AVA
(niet opgenomen als verplichting per 31 december) Dividend op gewone aandelen: Slotdividend voor 2005: 586% (2004: 586%)
10 Kasmiddelen Deze post betreft de wettige betaalmiddelen en de direct opeisbare tegoeden bij De Nederlandsche Bank N.V. 11 Kredieten en vorderingen bankiers Deze post betreft - niet in rentedragende waardepapieren belichaamde – kredieten en vorderingen op in Nederland gevestigde bankiers en hun bijkantoren in het buitenland, alsmede op multilaterale ontwikkelingsbanken. Deze post is als volgt te specificeren:
31-12-2005
1-1-2005
Direct opeisbaar tegoeden Kasgeldleningen Onderpand Kredieten aan bancaire instellingen
3.800 15.000 379.120 9.076 ____________ 406.996
3.181 — 392.500 15.494 ____________ 411.175
63 jaarverslag
2 0 0 5
12 Kredieten en vorderingen publieke sector Deze post betreft – niet in rentedragende waardepapieren belichaamde – kredieten en vorderingen op anderen dan bankiers. De vorderingen, die naast enkele personeelskredieten uitsluitend de publieke sector betreffen, vloeien voor het grootste gedeelte voort uit verstrekte langlopende leningen. Tot bedoelde publieke sector zijn gerekend de vorderingen op of onder garantie van de Nederlandse overheid en buitenlandse overheden, alsmede vorderingen op NV-overheids bedrijven en andere bedrijven of instellingen met een afgeleide overheidstaak. Specificatie naar aard van de vorderingen: Vorderingen op of onder garantie van de Nederlandse overheid Vorderingen op of onder garantie van buitenlandse overheden Overige vorderingen op de overheidssector en diversen
31-12-2005
1-1-2005
8.084.694
8.057.746
—
—
199.508 ____________ 8.284.202
173.402 ____________ 8.231.148
In deze post is e 43 miljoen (2004: e 47 miljoen) aan onderhandse leningen begrepen welke aan De Nederlandsche Bank N.V. zijn verpand. De openstaande bedragen van aan bestuurders en gewezen bestuurders verstrekte leningen belopen in totaal
655
655
De leningen aan bestuurders zijn verstrekt ter financiering van de eigen woning op voor alle personeelsleden geldende voorwaarden.
64 jaarverslag
2 0 0 5
13 Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening Deze post betreft kredieten en vorderingen en rentedragende waardepapieren die zijn aan gemerkt als aangehouden voor handelsdoeleinden. Deze post is als volgt te specificeren: Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen publieke sector Rentedragende waardepapieren
31-12-2005
1-1-2005
62.455 19.924.522 2.731.642 ____________ 22.718.619
117.637 17.716.066 2.367.808 ____________ 20.201.511
Specificatie kredieten en vorderingen publieke sector naar aard van de vorderingen: Vorderingen op of onder garantie van de Nederlandse overheid Vorderingen op of onder garantie van buitenlandse overheden Overige vorderingen op de overheidssector en diversen
31-12-2005
1-1-2005
19.251.908
16.913.758
455.292
512.388
217.322 ____________ 19.924.522
289.920 ____________ 17.716.066
1.320.700 1.410.942 ____________ 2.731.642
1.371.380 996.428 ____________ 2.367.808
1.455.917 1.275.725 ____________ 2.731.642
980.827 1.386.981 ____________ 2.367.808
Specificatie rentedragende waardepapieren: Uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen Uitgegeven door anderen
Ter beurze genoteerd Niet ter beurze genoteerd
65 jaarverslag
2 0 0 5
Het verloop van de rentedragende waardepapieren in 2005 was als volgt: Balanswaarde per 1 januari 2005 Aankopen Verkopen en aflossingen Waardeveranderingen Balanswaarde per 31 december 2005
Publiek rechtelijke lichamen
Anderen
1.371.380 60.000 – 109.375 – 1.305 ____________ 1.320.700
996.428 455.000 – 40.486 — ____________ 1.410.942
Het bedrag dat inzake rentedragende waardepapieren volgend jaar opeisbaar is bedraagt e 196.994 (2004: e 152.011). Onder de post rentedragende waardepapieren zijn Medium Term Notes met een balanswaarde van e 534 miljoen (2004: e 645 miljoen) begrepen. In deze post zijn effecten opgenomen welke voor een bedrag van e 427 miljoen ten gunste van De Nederlandsche Bank N.V. zijn verpand. 14 Aandelen De tot de beleggingsportefeuille behorende aandelen zijn vrijwel geheel ter beurze genoteerd. Het verloop in 2005 was als volgt: Boekwaarde per 1 januari 2005 Aankopen Stockdividend Herwaardering Boekwaarde per 31 december 2005 beleggingsportefeuille Het verschil met de lagere verkrijgingsprijs bedraagt Dit verschil is in de herwaarderingsreserve verantwoord.
66 jaarverslag
2 0 0 5
11.620 — — 1.718 ____________ 13.338
31-12-2005
1-1-2005
11.766
10.048
15 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen De specificatie van het verloop van deze post in 2005 is als volgt: Boekwaarde per 1 januari 2005 Investeringen 2005 Desinvesteringen 2005 Herwaardering 2005
Onroerende zaken voor eigen gebruik 3.938 14 — — ____________ 3.952
Overige bedrijfs- middelen
Totaal
697 357 – 4 — ____________ 1.050
4.635 371 –4 — ____________ 5.002
Afschrijvingen 2005 Boekwaarde per 31 december 2005
– 127 ____________ 3.825
– 352 ____________ 698
– 479 ____________ 4.523
Onroerende zaken voor eigen gebruik Ultimo 2005 waren de cumulatieve bedragen:
Overige bedrijfs- middelen
Totaal
4.357 – 3.659 ____________ 698 — ____________ 698
9.518 – 5.962 ____________ 3.556 967 ____________ 4.523
Investeringen Afschrijvingen Geamortiseerde kostprijs Herwaarderingen
5.161 – 2.303 ____________ 2.858 967 ____________ 3.825
De overige bedrijfsmiddelen betreffen voornamelijk inventaris, informatieverwerkende appara tuur en personenauto’s.
67 jaarverslag
2 0 0 5
De specificatie van het verloop van deze post in 2004 is als volgt: Boekwaarde per 1 januari 2004 Investeringen 2004 Desinvesteringen 2004 Herwaardering 2004
Onroerende zaken voor eigen gebruik 7.260 65 — – 2.995 ____________ 4.330
Afschrijvingen 2004 Boekwaarde per 1 januari 2005
– 392 ____________ 3.938
Overige bedrijfs- middelen
Totaal
949 157 – 23 — ____________ 1.083
8.209 222 – 23 – 2.995 ____________ 5.413
– 386 ____________ 697
– 778 ____________ 4.635
4.004 – 3.307 ____________ 697 — ____________ 697
9.151 – 5.483 ____________ 3.668 967 ____________ 4.635
Per 1 januari 2005 waren de cumulatieve bedragen: Investeringen Afschrijvingen Geamortiseerde kostprijs Herwaarderingen
5.147 – 2.176 ____________ 2.971 967 ____________ 3.938
16 Latente belastingen Het verloop van de latente belastingen is als volgt te specificeren: Vorming belastinglatentie inzake aanvang belastingplicht 1 januari 2005 Amortiseren door uitloop portefeuille ten laste van resultaat 2005 Saldo ultimo boekjaar
68 jaarverslag
2 0 0 5
31-12-2005
1-1-2005
103.970
—
– 19.220 ____________ 84.750
— ____________ —
17 Derivaten Deze post betreft renteswaps en valutaswaps, opties en cap’s. Specificatie naar resterende looptijd van de positieve vervangingswaarden:
<3 maanden
3-12 maanden
1-5 jaar
>5 jaar
2005 Totaal
Renteswaps Valutaswaps Cap’s Totaal
106.974 256.766 ________ 363.740
5 52.324 ________ 52.329
14.037 76.528 3 ________ 90.568
320.636 548.543 1.097 ________ 870.276
441.652 934.161 1.100 ________ 1.376.913
18 Overige activa Deze post betreft voornamelijk te ontvangen bedragen respectievelijk nog te verrekenen bedragen in verband met het betalingsverkeer rondom balansdatum. 19 Overlopende activa Hieronder worden opgenomen vooruitbetaalde bedragen voor kosten die ten laste van de volgende periode(n) komen en de nog te ontvangen nog niet gefactureerde bedragen wegens baten ten gunste van de huidige of voorgaande periode(n). 20 Bankiers Deze post betreft – niet in schuldbewijzen belichaamde – schulden aan binnenlandse en buiten landse bankiers. De schulden vloeien voor een groot gedeelte voort uit opgenomen langlopende leningen. Deze post is als volgt te specificeren: Callgeld leningen Kasgeldleningen Opgenomen leningen bij banken
69 jaarverslag
2 0 0 5
31-12-2005
1-1-2005
— 300.000 247.500 ____________ 547.500
100.000 — 283.437 ____________ 383.437
21 Toevertrouwde middelen Deze post betreft – niet in schuldbewijzen belichaamde – schulden aan anderen dan bankiers. Deze post is als volgt te specificeren: Rekening-courantverhoudingen Kasgeldleningen Opgenomen leningen
31-12-2005
1-1-2005
112.869 761.666 95.470 ____________ 970.005
133.989 547.268 254.003 ____________ 935.260
22 Uitgegeven schuldbewijzen Deze post bevat verhandelbare rentedragende waardepapieren en is als volgt te specificeren: Obligatieleningen Medium Term Notes (MTN’s) Kortlopend waardepapier
31-12-2005
1-1-2005
5.808.278 79.269 229.978 ____________ 6.117.525
5.459.795 297.083 490.773 ____________ 6.247.651
In 2005 heeft de NWB voor e 3.6 miljoen eigen waardepapieren ingekocht en voor e 142 miljoen eerder ingekochte eigen waardepapieren weer verkocht. Het totale bedrag aan ingekochte eigen waardepapieren ultimo 2005 bedraagt e 792 miljoen en is in mindering gebracht op de schuldbewijzen (e 517 miljoen obligatieleningen en e 275 miljoen MTN’s). 23 Financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening Deze post betreft leningen van bankiers, toevertrouwde middelen en schuldbewijzen die zijn aangemerkt als aangehouden voor handelsdoeleinden. Deze post is als volgt te specificeren: Opgenomen leningen Obligatieleningen Medium Term Notes (MTN’s) Kortlopend waardepapier
70 jaarverslag
2 0 0 5
31-12-2005
1-1-2005
877.626 11.569.688 7.518.010 597.070 ____________ 20.562.394
881.281 8.628.355 6.582.264 1.157.403 ____________ 17.249.303
24 Derivaten Deze post betreft renteswaps en valutaswaps, opties en cap’s. Specificatie naar resterende looptijd van de negatieve vervangingswaarden: Renteswaps Valutaswaps CAP’s Totaal
<3 maanden
3-12 maanden
1-5 jaar
>5 jaar
2005 Totaal
469.514 65.901
10.957 9.165 ________ 20.122
392.172 146.609 2 ________ 538.783
1.552.832 567.933 2.105 ________ 2.122.870
2.425.475 789.608 2.107 ________ 3.217.190
________ 535.415
25 Overige schulden Deze post betreft voornamelijk te betalen bedragen respectievelijk te verrekenen bedragen in verband met het betalingsverkeer rondom balansdatum, een voorziening voor pensioen verplichtingen en te betalen belastingen.
31-12-2005
1-1-2005
3.363 16.141 58.722 1.209 ____________ 79.435
3.093 191 199.305 358 ____________ 202.947
2005 Pensioenverplichtingen Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten 709 Rentekosten uitkeringsverplichting 602 Verwacht rendement op fondsbeleggingen – 508 Netto actuariële (winst)verlies verantwoord gedurende het jaar — Backservicekosten — ____________ Netto kosten van de vergoedingsregelingen 803
2004
Pensioenverplichtingen Te betalen belastingen Vooruitontvangen rente en aflossingen Overige schulden
71 jaarverslag
2 0 0 5
464 601 – 453 — — ____________ 612
Bruto verplichting u.h.v. toegezegde (pensioen)regelingen Reële waarde fondsbeleggingen Niet opgenomen netto actuariële winsten/verliezen Niet opgenomen backservicekosten Actiefpost/(passiefpost) m.b.t. kosten van de vergoedingsregelingen
Beginstand bruto verplichting u.h.v. toegezegde (pensioen)regelingen Rentekosten Aan het dienstjaar toegerekende (pensioen)kosten Uitgekeerde bedragen Actuariële winst(verlies) op verplichtingen Eindstand bruto verplichting u.h.v. toegezegde (pensioen)regelingen
Beginstand reële waarde fondsbeleggingen Verwacht rendement Bijdragen werkgever Uitgekeerde bedragen Actuariële winst (verlies) Eindstand reële waarde fondsbeleggingen
31-12-2005
1-1-2005
16.289 – 13.196 ____________ 3.093 — — ____________
15.175 – 12.082 ____________ 3.093 — — ____________
3.093
3.093
2005
2004
15.175 602 709 – 274 77 ____________
14.380 601 464 – 270 — ____________
16.289
15.175
2005
2004
12.082 508 743 – 137 — ____________ 13.196
11.078 453 680 – 129 — ____________ 12.082
De belangrijkste veronderstellingen die gebruikt zijn bij het bepalen van de voorziening voor pensioenverplichtingen zijn als volgt: 2005 2004 Disconteringsvoet Verwacht rendement op activa Toekomstige salarisverhogingen Toekomstige pensioenverhogingen
4% 4% 0%-2,5% 2%
72 jaarverslag
2 0 0 5
4% 4% 0%-2,5% 2%
26 Overlopende passiva Hieronder worden opgenomen vooruit ontvangen bedragen voor baten die ten gunste van de volgende periode(n) komen en nog niet gefactureerde nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan de verstreken periode(n) zijn toegerekend. 27 Gestort kapitaal Te onderscheiden zijn: Aandelen A De nominale waarde bedraagt e 115 waarop verplicht 100% te storten. Aandelen B De nominale waarde bedraagt e 460 waarop verplicht 25% te storten. Verdere stortingen worden overeenkomstig de statuten door de Raad van Commissarissen bepaald. Specificatie ultimo 2005: Aandelen A Stand per 31 december 2005 (50.478 aandelen) Aandelen B Stand per 31 december 2005 (8.511 aandelen) Hiervan niet gestort: (74% inzake 8.510 aandelen)
Geplaatst
Gestort
5.805
5.805
3.915 – 2.896
Totaal gestort per 31 december 2005
Totaal gestort per 1 januari 2005
73 jaarverslag
2 0 0 5
1.019 ____________ 6.824
6.824
28 Herwaarderingsreserve Het verloop van de herwaarderingsreserve in 2004 en 2005 was als volgt:
Herwaar- derings- reserve aandelen
Herwaar- deringsreserve onroerend goed
Totaal
7.859 2.189
3.962 – 2.995
11.821 – 806
10.048 1.718 ____________ 11.766
967 — ____________ 967
11.015 1.718 ____________ 12.733
29 Algemene reserve Het verloop van de algemene reserve was als volgt:
Algemene reserve
Stand per 1 januari 2004 Toevoeging uit winstverdeling 2003 IFRS aanpassingen
932.401 48.347 3.989
Stand per 31 december 2004 Toevoeging uit winstverdeling 2004 Stand per 31 december 2005
984.737 62.859 ____________ 1.047.596
Stand per 1 januari 2004 Herwaarderingen in 2004 Stand per 31 december 2004 Herwaarderingen in 2005 Stand per 31 december 2005
30 Onverdeelde winst verslagjaar De balans is opgesteld vóór winstverdeling. Het voorstel voor de winstverdeling over het boek jaar 2005 is opgenomen onder de Overige gegevens.
74 jaarverslag
2 0 0 5
31 Onherroepelijke toezeggingen Deze toezeggingen betreffen: Toegezegde leningen Verhogingen klimleningen wegens bij te boeken interest Niet opgenomen kredietfaciliteiten in rekening courant Niet opgenomen financieringsfaciliteiten Verstrekte garanties
31-12-2005
1-1-2005
2.493.401 9.981 607.276 249.900 4.893 ____________ 3.365.451
1.508.411 14.577 530.114 184.200 — ____________ 2.237.302
32 Voorwaardelijke schulden Deze post betreft niet in de balans opgenomen voorwaardelijke verplichtingen wegens verstrekte garanties (Standby Letters of Credit) in het kader van Cross-Border financieringen van waterschappen en aan relaties afgegeven bankgaranties. 33 Financiële activa en financiële passiva naar rentetypische looptijd Specificatie van financiële activa naar rentetypische looptijd en effectieve rentepercentages:
<3 maanden
3-12 maanden
1-5 jaar
>5 31-12-2005 jaar Totaal
1-1-2005 Totaal
K r e d i e t e n e n v o r d er i n ge n b a n k i er s
Vaste rente 382.920 19.538 Rente (bereik %) 0 - 3 % 0 - 7 % Variabele rente — — ________ ________ 382.920 19.538
4.538 0 - 7 % — ________ 4.538
— — — ________ —
406.996
411.175
— ________ 406.996
— ________ 411.175
7.436.419
7.419.147
847.784 ________ 8.284.203
812.000 ________ 8.231.147
K r e d i e t e n e n v o r d er i n ge n p ub l i e k e s e c to r
Vaste rente 1.150.148 Rente (bereik %) 0 - 10 % Variabele rente — ________ 1.150.148
460.506 0 - 8 % — ________ 460.506
1.991.777 0 - 9 % — ________ 1.991.777
75 jaarverslag
2 0 0 5
3.833.988 0-8% — ________ 3.833.988
F i n a n c i ë l e a c t i va t e ge n r e ë l e wa a r d e m e t wa a r d e v er a n d er i n ge n v i a d e w i n st- e n v er l i e s r e k e n i n g
Vaste rente Rente (bereik %) Variabele rente
<3 maanden 1.265.396 0 - 9 % — ________ 1.265.396
3-12 maanden 257.192 0 - 11 % — ________ 257.192
1-5 jaar
>5 31-12-2005 jaar Totaal
1-1-2005 Totaal
6.232.878 14.461.748 22.217.214 0 - 11 % 0-8% — — 501.405 ________ ________ ________ 6.232.878 14.461.748 22.718.619
20.201.611 — ________ 20.201.611
Specificatie van financiële passiva naar rentetypische looptijd en effectieve rentepercentages:
<3 maanden
3-12 maanden
1-5 jaar
>5 31-12-2005 jaar Totaal
Vaste rente 304.817 Rente (bereik %) 0 - 8 % Variabele rente — ________ 304.817
25.920 0 - 8 % — ________ 25.920
32.571 0 - 8 % — ________ 32.571
184.192 0-8% — ________ 184.192
27.455 0 - 9 % — ________ 27.455
54.171 0 - 9 % — ________ 54.171
4.617 0-9% — ________ 4.617
1.942.706 0 - 7 % — ________ 1.942.706
3.430.000 0-5% — ________ 3.430.000
1-1-2005 Totaal
B a n k i er s
547.500
383.437
— ________ 547.500
— ________ 383.437
970.005
935.260
— ________ 970.005
— ________ 935.260
6.072.147
6.202.651
45.378 ________ 6.117.525
45.000 ________ 6.247.651
To e v ert r o u w d e m i d d e l e n
Vaste rente 883.762 Rente (bereik %) 0 - 8 % Variabele rente — ________ 883.762
U i t ge ge v e n s c h u l d b e w i j z e n
Vaste rente 479.244 Rente (bereik %) 0 - 7 % Variabele rente — ________ 479.244
220.197 0 - 7 % — ________ 220.197
F i n a n c i ë l e pa s s i va t e ge n r e ë l e wa a r d e m e t wa a r d e v er a n d er i n ge n v i a d e w i n st- e n v er l i e s r e k e n i n g
Vaste rente 574.079 Rente (bereik %) 0 - 10 % Variabele rente — ________ 574.079
1.398.439 0 - 10 % — ________ 1.398.439
8.908.158 0 - 13 % — ________ 8.908.158 76
jaarverslag
2 0 0 5
5.209.944 16.090.620 13.000.303 0 - 12 % — 4.471.774 4.249.000 ________ ________ ________ 5.209.944 20.562.394 17.249.303
De in de tabellen vermelde rentepercentages betreffen de contractueel verschuldigde rente op de primaire instrumenten. Door het afsluiten van derivaten wordt deze rente omgezet naar de effectief door de NWB verschuldigde of te ontvangen per saldo rente inzake financieringen. Deze wijkt significant af van de vermelde percentages. 34 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Financiële derivaten (rente- en valutaswaps) 31-12-2005
1-1-2005
Not i o n a l a m o unt s r e nt e s wa p s
Specificatie resterende looptijd: Eén jaar of korter Langer dan één jaar, maar niet langer dan vijf jaar Langer dan vijf jaar
2.751.221 17.006.668 30.532.866 ____________ 50.290.755
3.930.062 13.627.156 23.945.783 ____________ 41.503.001
1.760.912 8.231.645 8.063.151 ____________ 18.055.708
3.113.562 6.232.015 7.012.228 ____________ 16.357.805
Not i o n a l a m o unt s va l u ta s wa p s
Specificatie resterende looptijd: Eén jaar of korter Langer dan één jaar, maar niet langer dan vijf jaar Langer dan vijf jaar
35 Informatie over verbonden partijen Inzake de onder IFRS verplichte vermelding met betrekking tot verbonden partijen, is bij de NWB geen sprake van bijzonderheden. Voor een nadere toelichting op de bestuurdersbezoldigingen en -leningen, wordt verwezen naar de toelichting onder 5, 6 en 12. 36 Risico management Do e l st e ll i n ge n e n b e l e i d b i j h e t b e h e er va n f i n a n c i ë l e r i s i c o ’ s
De belangrijkste financiële instrumenten van de bank omvatten bankleningen en -kredieten, obligaties, medium term notes en commercial paper, cross border lease overeenkomsten, derivaten, geldmiddelen en kasequivalenten. De voornaamste doelstelling van deze financiële instrumenten is financiering aan te trekken op de (internationale) geld- en kapitaalmarkten voor een goede financiële dienstverlening aan de overheidssector.
77 jaarverslag
2 0 0 5
De derivatentransacties van NWB bestaan voornamelijk uit rente- en valutaswaps. Het doel is de door de bank gelopen rente- en valutarisico’s met betrekking tot haar bedrijfsactiviteiten en financieringsbronnen te beheersen. De waarderingsgrondslagen van de bank met betrekking tot derivaten zijn uiteengezet in de toelichting onder 2.4. De belangrijkste financiële risico’s die voortvloeien uit de financiële dienstverlening van de bank zijn valuta-, rente-, prijs-, liquiditeits-, en kredietrisico’s. De directie beoordeelt en geeft haar goedkeuring aan het beleid voor de beheersing van deze risico’s. Va l u ta r i s i c o
Het beleid is gericht op het structureel uitsluiten van valutarisico’s zowel voor de verstrekte als opgenomen gelden. Beheersing van het valutarisico speelt vooral een rol bij de door de bank opgenomen gelden. De NWB neemt in belangrijke mate middelen in vreemde valuta op. De hieruit voortvloeiende valutarisico’s worden direct geheel door valutaswaps afgedekt. De door de bank gelopen valutarisico’s zijn minimaal. R e nt er i s i c o
Het door de bank gelopen risico door fluctuaties in de marktrentes heeft voornamelijk betrekking op de langlopende kredietverlening aan cliënten met een vaste rente. Het beleid van de bank is het renterisico te beheersen door een combinatie van schulden met vaste en variabele rentepercentages. Om deze combinatie kosteneffectief uit te voeren, sluit de bank renteswaps af, waarbij de bank zich verplicht om op vooraf overeengekomen momenten het verschil tussen de vaste en variabele rentetarieven, berekend op basis van een overeengekomen fictieve hoofdsom, om te wisselen. De bank voert een prudent beleid ten aanzien van renterisico. Belangrijke managementrapportages die inzicht geven in het renterisico zijn de duration analyse en de gapanalyse, het korte termijn risicomodel, de scenarioanalyse, de winstprognose, de rentemargeanalyse en de analyse van de fair value portefeuille. De durationanalyse en de gapanalyse, het korte termijn risicomodel en de analyse van de fair value portefeuille zijn dagelijkse rapportages. De winstprognose, rentemarge-analyse en de scenario-analyse worden per kwartaal opgesteld. Het maximale risico is onderhevig aan strikte richtlijnen, zowel interne als die van De Nederlandsche Bank N.V. Pr i j s r i s i c o
De NWB concentreert zich op het verstrekken van langlopende kredieten. De bank heeft een beperkte portefeuille aandelen. Er wordt geen handelsportefeuille aangehouden. De beheersing van het risico is geheel opgenomen in het renterisicobeheersingssysteem van de bank. Hiermee berekent de bank het potentiële effect dat kan ontstaan als gevolg van veranderingen van markt prijzen. Alhoewel het effect van plotselinge marktbewegingen onder IFRS is toegenomen, blijft dit voor de NWB relatief beperkt.
78 jaarverslag
2 0 0 5
Liquiditeitsrisico
De NWB heeft zich ten doel gesteld een balans te vinden tussen continuïteit en flexibiliteit van financiering. Met een kredietstatus van triple A is de NWB ruimschoots in staat om onder normale omstandigheden huidige en toekomstige liquiditeitsbehoeften in de markt in te dekken. Voor stresssituaties beschikt de NWB over voldoende reserves, onder meer in de vorm van liquide activa, en mogelijkheden tot onderpand bij De Nederlandsche Bank N.V. om te allen tijde opgenomen leningen terug te betalen en nieuwe uitzettingen te financieren. De balans onderverdeeld naar resterende contractuele looptijd is als volgt: in miljoenen euro’s
Activa Kasmiddelen Kredieten en vorderingen bankiers Kredieten en vorderingen publieke sector Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening Aandelen Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Latente belastingen Derivaten Overige activa Overlopende activa t o ta a l 31-12-2005 Totaal 1-1-2005
3 mnd of korter
3 mnd - 1 jaar
1 jaar - 5 jaar
Langer dan 5 jaar
Totaal
22
—
—
—
22
383
20
4
—
407
1.150
472
2.083
4.579
8.284
1.264 —
296 —
6.257 —
14.902 13
22.719 13
— — 364 — — ________ 3.183
— — 52 39 205 ________ 1.084
1 85 91 — — ________ 8.521
4 — 870 — — ________ 20.368
5 85 1.377 39 205 ________ 33.156
1.647
1.775
8.823
18.487
30.732
79 jaarverslag
2 0 0 5
in miljoenen euro’s
Passiva Bankiers Toevertrouwde middelen Uitgegeven schuldbewijzen Financiële passiva tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via de winst- en verliesrekening Derivaten Overige schulden Overlopende passiva Eigen vermogen t o ta a l 31-12-2005 Totaal 1-1-2005
3 mnd of korter
3 mnd - 1 jaar
1 jaar - 5 jaar
Langer dan 5 jaar
Totaal
304 884 525
26 27 220
33 54 1.943
185 5 3.430
548 970 6.118
658 535 — — — ________ 2.906
1.400 20 79 398 — ________ 2.170
9.725 539 — — — ________ 12.294
8.779 2.123 — — 1.264 ________ 15.786
20.562 3.217 79 398 1.264 ________ 33.156
3.077
4.468
9.857
13.330
30.732
Kredietrisco
Essentieel bij de formulering van het kredietbeleid van de NWB is haar functie als bank voor de publieke sector, zoals ook is weergegeven in de statuten. De kredietverlening van de NWB beperkt zich voornamelijk tot partijen in of gegarandeerd door de publieke sector. Een relatief klein deel wordt verstrekt aan overheidsbedrijven, dan wel instanties die gelieerd zijn aan de overheid. Voorts is er sprake van kredietverlening aan overheden in West Europese landen, waar bij dezelfde kwaliteitseisen worden gesteld als voor binnenlandse kredietverlening. Tenslotte sluit de bank overeenkomsten met banken voor geldmarkttransacties en valuta- en renteswaps, opties en futures. Kredietverlening aan de private sector is statutair niet toegestaan. De kwaliteit van de kredietportefeuille is in belangrijke mate bepalend voor de kredietwaardig heid van de NWB zelf. De Nederlandse overheden zijn solvabiliteitsvrij. Dit geldt ook voor het overgrote deel van de partijen in of gegarandeerd door de publieke sector. Banken zijn voor het uitoefenen van onze taak onmisbaar omdat zij veelal tegenpartij zijn in het kader van ons liquiditeiten-, valutarisico- en renterisicobeheer. Hoofdzakelijk zijn dit geldmarkt- en swap transacties. Voor Nederlandse overheden hanteert de NWB in beginsel geen limiet. Dit geldt ook voor entiteiten gegarandeerd door waterschappen. Alle overige uitzettingen vallen onder het krediet beoordelingssysteem. Daarnaast heeft de NWB de N.V. overheidsbedrijven in de watersector in de boeken. Voor de energiebedrijven hanteert de NWB een kredietstop wegens de voor genomen splitsing en privatisering (resterende hoofdsom e 18 miljoen).
80 jaarverslag
2 0 0 5
Kredietlimieten worden jaarlijks gereviseerd aan de hand van het jaarverslag van de desbetref fende relatie, of zo dikwijls als daar toe aanleiding is. Eventueel worden voorstellen gedaan voor limietwijziging. De totale limiet per tegenpartij is de som van alle soorten van exposure. De kredietuitzettingen vallen onder de “grote posten regeling” van de De Nederlandsche Bank N.V. Gezien het risicovrije en daarmee solvabiliteitsvrije karakter van het overgrote deel van onze kredietrelaties, is het kredietrisico van de bank beperkt, hetgeen ook tot uitdrukking komt in de BIS Tier-I ratio van 110%. 37 Vermogensratio’s De belangrijkste vermogensratio’s zijn berekend volgens door De Nederlandsche Bank N.V. gestelde normen welke zijn afgeleid van de internationale solvabiliteitsrichtlijnen van het Bazels Comité voor het Bankentoezicht. Deze ratio’s vergelijken het totale aansprakelijk vermogen (na aftrek van voorgenomen dividenduitkeringen) en het kernvermogen (voor de NWB gelijk aan het aansprakelijk vermogen exclusief de herwaarderingsreserve) van de bank met het totaal van de naar risicocategorie gewogen activa en buiten balansposten. De minimaal vereiste percentages voor totaal aansprakelijk vermogen en kernvermogen bedragen 8% respectievelijk 4% van de naar risico gewogen activa. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het, volgens de normen van de toezichthouder, minimaal vereiste vermogen Totaal aansprakelijk vermogen BIS-ratio totaal aansprakelijk vermogen Kernvermogen BIS Tier-I ratio
Minimaal Aanwezig vereist 31-12-2005 31-12-2005 1.224.389 111,1% 8% 1.211.656 110,0%
4%
Aanwezig 1-1-2005
Minimaal vereist 1-1-2005
1.099.500 102,5%
85.040 8%
1.088.423 101,5%
45.520 4%
38 Reële waarde van financiële instrumenten De volgende tabel geeft inzicht in de geschatte reële waarde van de financiële activa en passiva en van de overige niet uit de balans blijkende financiële instrumenten. Een aantal balansposten is niet in de tabel opgenomen, omdat zij niet voldoet aan de definitie van een financieel actief of passief. Het totaal van de hieronder weergegeven reële waarden geeft niet de onderliggende waarde van de NWB weer en moet derhalve niet als zodanig worden geïnterpreteerd.
81 jaarverslag
2 0 0 5
Balans- Reële waarde waarde 31-12-2005 31-12-2005
Balans- waarde 1-1-2005
Reële waarde 1-1-2005
22.089 407.720 9.141.076
6.979 411.176 8.231.147
6.979 412.705 9.013.486
22.718.620 22.718.620 1.376.913 1.376.913 13.337 13.337 — 55.458
20.201.518 1.436.652 11.620 —
20.201.518 1.436.652 11.620 63.842
564.390 979.020 6.563.698
383.437 935.261 6.247.651
402.882 957.905 6.719.097
20.562.394 20.562.394 3.217.190 3.217.190 — 696
17.249.356 4.208.830 —
17.249.356 4.208.830 1.010
A c t i va
Kasmiddelen Bankiers Kredieten Financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde Derivaten Aandelen Leningen nog in te gaan
22.089 406.996 8.284.203
Pa s s i va
Bankiers Toevertrouwde middelen Schuldbewijzen Financiële passiva gewaardeerd tegen reële waarde Derivaten Leningen nog in te gaan
547.500 970.005 6.117.525
39 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich in de periode na balansdatum tot en met de datum van opstellen van de jaarreke ning geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die van dusdanige invloed zijn op het beeld van de jaarrekening dat vermelding op deze plaats nodig zou zijn. Den Haag, 9 maart 2006 Directie
A.M.H.Th. Koemans A.J.M.M. Van Cleef R.A. Walkier Raad van Commissarissen
R.G.C. van den Brink A.J.A.M. Segers J.C.K.W. Bartel J.M.G. Frijns V.I. Goedvolk F.J.M. Houben E.H. van Tuyll van Serooskerken 82 jaarverslag
2 0 0 5
Overige gegevens
Accountantsverklaring
Opdracht Wij hebben de jaarrekening 2005 van de Nederlandse Waterschapsbank N.V. te
Den Haag gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vennootschap. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen
aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een con trole omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een con trole een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de vennoot schap daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en
de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat en de kasstromen over 2005 in overeenstemming met de in deze jaarrekening toegelichte International Financial Reporting Standards zoals aanvaard door de Europese Unie en voldoet aan de wettelijke bepa lingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 9 maart 2006 Ernst & Young Accountants namens deze drs. K.J. Schoppink RA
drs. W.R.L. Koolhof RA
87 jaarverslag
2 0 0 5
Statutaire winstbestemmingsregeling
Deze is met ingang van het boekjaar 2005 gebaseerd op artikel 21 van de statuten, en luidt als volgt: A rt i k e l 2 1
1. Winstuitkeringen kunnen slechts plaatshebben, voorzover het eigen vermogen van de ven nootschap groter is dan het bedrag van het gestorte en opgevraagde deel van het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves die krachtens de wet of de statuten moeten worden aangehouden. 2. De blijkens de vastgestelde winst-en-verliesrekening behaalde jaarwinst wordt als volgt aangewend: a. de directie is bevoegd met voorafgaande goedkeuring van de raad van commissarissen de winst geheel of gedeeltelijk toe te voegen aan de reserves; b. de na reservering eventueel resterende winst staat ter beschikking van de algemene vergadering; c. voorzover de algemene vergadering niet besluit tot uitkering van winst over enig boek jaar, wordt deze winst aan de reserves toegevoegd. 3. De algemene vergadering kan uitsluitend op grond van een door de raad van commissaris sen goedgekeurd voorstel van de directie besluiten tot uitkering van winst ten laste van een voor uitkering vatbare reserve. 4. Voorzover er winst in de vennootschap is, kan de directie onder goedkeuring van de raad van commissarissen besluiten tot uitkering van een interimdividend, met inachtneming van het in het eerste en tweede lid bepaalde, blijkens een tussentijdse vermogensopstel ling overeenkomstig het bepaalde in artikel 105, vierde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 5. De algemene vergadering kan op een door de directie – onder goedkeuring van de raad van commissarissen – gedaan voorstel besluiten aan de aandeelhouders, ten laste van het hun toekomende deel van de winst, als dividend of interimdividend andere waarden dan contanten uit te keren.
88 jaarverslag
2 0 0 5
Voorgestelde winstverdeling
2005
2004
Winst boekjaar Het voorstel tot winstbestemming luidt als volgt:
186.971
102.859
Dividend in contanten op aandelen A 586% Dividend in contanten op aandelen B 586%
34.033 586% 5.967 586% ________ 40.000
34.033 5.967 ________ 40.000
Door de Raad van Commissarissen goedgekeurde reservering
157.237 ________ 197.237
62.860 ________ 102.860
in duizenden euro’s
89 jaarverslag
2 0 0 5
LIJST VAN AANDEELHOUDERS PER 1 JANUARI 2006
aa nta l aa nta l aa n d e l e n A aa n d e l e n B à e 115
à e 460
627 Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 281 Waterschap Brabantse Delta 2.016 Hoogheemraadschap van Delfland 755 Waterschap De Dommel 533 Wetterskip Fryslân 3.309 Waterschap Groot Salland 1.588 Waterschap Hollandse Delta 1.893 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 4.399 Waterschap Hunze en Aa’s 1.915 Waterschap Noorderzijlvest 1.107 Waterschap Peel en Maasvallei 1.866 Provincie Drenthe 15 Provincie Friesland 24 Provincie Gelderland 44 Provincie Limburg 11 Provincie Noord‑Brabant 33 Provincie Noord‑Holland 43 Provincie Utrecht 43 Provincie Zeeland 15 Provincie Zuid‑Holland 33 Waterschap Reest en Wieden 648 Waterschap Regge en Dinkel 655 Waterschap Rivierenland 3.968 Waterschap Roer en Overmaas 535 Waterschap Rijn en IJssel 5.666 Hoogheemraadschap van Rijnland 4.858 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard 610 Staat der Nederlanden 1.208 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 224 Waterschap Vallei en Eem 371 Waterschap Velt en Vecht 6.503 Waterschap Veluwe 260 Waterschap Zeeuwse Eilanden 3.788 Waterschap Zeeuws-Vlaanderen 592 Waterschap Zuiderzeeland 42
301 60 483 60 360 100 195 143 204 175 170 153 25 25 50 20 40 60 60 20 40 37 300 437 146 345 289 430 3.333 47 24 123 64 91 75 26
50.478
8.511
Waterschap Aa en Maas
90 jaarverslag
2 0 0 5
CORPORATE GOVERNANCE
ALGEMEEN De Raad van Commissarissen en de Directie zijn verantwoordelijk voor een goede corporate governance structuur van de vennootschap. De NWB heeft als bank te maken met speciale wet- en regelgeving. Te noemen zijn onder andere de Wet Financiële Dienstverlening, de Regeling Organisatie en Beheersing van De Nederlandsche Bank N.V. en diverse gedragsen integriteitscodes. De NWB is een bank voor de publieke sector, hetgeen een bijzondere verantwoordelijkheid geeft in maatschappelijk opzicht. Soliditeit en transparantie worden belangrijke onderdelen geacht te zijn van goed bestuur. Daartoe behoort ook de toepassing van de Nederlandse corporate governance code (Code).
In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen uiteengezet op welke wijze de NWB invulling geeft aan de toepassing van de Code. De specifieke kenmerken van de vennootschap spelen daarbij een belangrijke rol. Deze specifieke kenmerken zijn : 1. De NWB is geen structuurvennootschap. Statutair zijn belangrijke bevoegdheden in handen van aandeelhouders. Te noemen zijn de bevoegdheid tot het benoemen van de leden van de Directie en die van de Raad van Commissarissen. 2. De aandelen van de NWB kunnen uitsluitend in handen zijn van de Staat der Nederlanden, waterschappen en andere publiekrechtelijke rechtspersonen. 3. De aandelen zijn niet ter beurze genoteerd. De NWB kent op grond van het gegeven onder punt 2. bijvoorbeeld geen aandelen- of optieplannen als onderdeel van de honorering van het bestuur. 4. De NWB heeft een kleine, overzichtelijke organisatie die gevestigd is op één locatie. Dit is mede bepalend voor het karakter van de bank. Met specifieke kenmerken wordt ook in de Code rekening gehouden, waar duidelijk wordt gesteld dat Corporate Governance maatwerk is. Dit in aanmerking nemende volgt de NWB de Code. Bij het bezoldigingsbeleid van de Directie wordt aangegeven dat bestaande contracten worden geëerbiedigd. Dit houdt afwijkingen in met betrekking tot de benoemingstermijn en exit-regeling. Teneinde een aantal bepalingen in de statuten van de vennootschap in overeenstemming te brengen met de principes en best practice bepalingen uit de Code, zijn aan aandeelhouders enkele wijzigingen voorgesteld. Deze zijn in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 goedgekeurd. Voorts is in 2005 met vertegenwoordigers van aandeelhouders overleg gevoerd over het bezoldigingsbeleid ten aanzien van de Directie. Dit heeft geleid tot voorstellen die, om het beleid aan te passen, aan alle aandeelhouders zijn voorgelegd. In een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 november 2005 zijn deze voorstellen met algemene stemmen goedgekeurd en is daarmee het bezoldigingsbeleid vastgesteld. Verderop in dit hoofdstuk is dit beleid weergegeven (pagina 99). Tenslotte is in 2005 een klokkenluidersregeling vastgelegd.
95 jaarverslag
2 0 0 5
AANDEELHOUDERSVERGADERING De aandeelhouders worden door de Directie of de Raad van Commissarissen bijeengeroepen door middel van een schriftelijke kennisgeving met vermelding van de te behandelen onderwerpen. Aandeelhouders die tenminste 1% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen kunnen schriftelijk onderwerpen voor de agenda opgeven.
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders stelt de jaarrekening vast en geeft decharge aan de leden van de Directie voor het gevoerde beheer en aan de Raad van Commissarissen voor het gehouden toezicht. BESTUUR Benoeming
De vennootschap wordt bestuurd door een Directie, welke op grond van de Wet Financiële Dienstverlening uit tenminste twee leden bestaat. De directeuren worden op voordracht van de Raad van Commissarissen benoemd door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, die tevens het aantal directeuren bepaalt. De Directie bestaat thans uit drie leden waarvan één door de Raad van Commissarissen tot Voorzitter is benoemd. Voor de werkwijze van de Directie is een reglement opgesteld alsmede een instructie. R e m uner at i e
De remuneratie van de Directie en het beleid dat hieraan ten grondslag ligt zijn in een aparte paragraaf van dit hoofdstuk opgenomen. T e ge n st r i j d i ge b e l a n ge n
Alle nevenfuncties van de directieleden zijn bij de Raad van Commissarissen bekend. Voor geen daarvan was specifieke goedkeuring vereist. Tegenstrijdige belangen doen zich hier niet voor. Er hebben zich in het verslagjaar geen transacties voorgedaan waarbij sprake kon zijn van tegenstrijdige belangen. Gegevens leden Directie Mr . A . M . H . Th . K o e m a n s , v o o r z i t t er ( 3 1 - 1 0 - 1 9 4 5 )
Benoeming tot lid van de Directie per januari 1983. Benoeming tot Voorzitter van de Directie per oktober 1991. Indiensttreding bij de NWB per maart 1981. Voornaamste aandachtsgebieden: Strategie, communicatie, accountantsdienst, algemene zaken, Corporate Governance. Dr s . A . J . M . M . Va n C l e e f ( 1 2 - 0 8 - 1 9 4 8 )
Benoeming tot lid van de Directie per februari 1993. Indiensttreding bij de NWB per januari 1986. Voornaamste aandachtsgebieden: IT en Operations, administratie en verslaglegging, personeelsbeleid, fiscale zaken.
96 jaarverslag
2 0 0 5
R . A . Wa l k i er ( 4 - 1 - 1 9 5 3 )
Benoeming tot lid van de Directie per februari 1993. Indiensttreding bij de NWB per februari 1991. Voornaamste aandachtsgebieden: Kredietverlening, financiering, Asset & Liability management, cash management, juridische zaken. RAAD VAN COMMISSARISSEN Benoeming
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemt de commissarissen uit een bindende voordracht van tenminste twee personen. Zij stelt ook de bezoldiging van de Raad vast. Voorts stelt zij het aantal commissarissen vast dat tenminste zeven en maximaal elf bedraagt. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 zijn twee leden van de Raad van Commissarissen afgetreden in verband met het bereiken van de maximale benoemings termijn. Vervolgens is het aantal commissarissen vastgesteld op zeven. Pr o f i e l s ch e t s
Om te verzekeren dat de Raad van Commissarissen van de NWB te allen tijde naar behoren is samengesteld, vinden, in overeenstemming met artikel 158 van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek (BW), benoemingen in de Raad van Commissarissen van de NWB plaats op basis van een eenstemmig beleid en visie van de verschillende bestuursorganen van de NWB. Daartoe is een profielschets opgesteld. Het doel van deze profielschets is een richtlijn te bieden voor de samenstelling van de Raad van Commissarissen en de benoeming van zijn leden. Deze profielschets is op de website (www.nwb.nl) geplaatst onder het hoofdstuk Corporate Governance. R e g l e m e nt
De Raad van Commissarissen heeft een reglement over zijn werkwijze en samenstelling. Daarbij wordt onder andere bepaald dat de Raad een Auditcommissie en een Remuneratie- en Benoemingscommissie heeft. Het reglement is op de website geplaatst. H erb e n o e m i n g
De zittingsperiode voor commissarissen bedraagt vier jaar. Leden van de Raad van Commis sarissen kunnen maximaal tweemaal worden herbenoemd. Ne v e n f un c t i e s / t e ge n st r i j d i ge b e l a n ge n
Alle nevenfuncties van de commissarissen zijn bij de vennootschap bekend. Voorzover relevant voor de vervulling van hun taak, zijn deze hierna vermeld. Tegenstrijdige belangen hebben zich in het verslagjaar niet voorgedaan.
97 jaarverslag
2 0 0 5
R e m uner at i e
De remuneratie van de commissarissen wordt door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld en is niet afhankelijk van de resultaten van de vennootschap. In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 is het voorstel goedgekeurd om leden van de commissies van de Raad van Commissarissen in het vervolg een honorering te geven per commissievergadering. Voor nadere gegevens wordt verwezen naar de aparte paragraaf hierover in dit hoofdstuk. Voor gegevens leden van de Raad van Commissarissen: zie tabel op blz. 104. Au d i t C o m m i s s i e
In de Auditcommissie hebben zitting drie leden van de Raad van Commissarissen met een financiële achtergrond. Aan de vergaderingen van de commissie neemt ook de Directie deel, alsmede veelal het hoofd van de Interne Accountantsdienst en, wanneer daartoe uitgenodigd, de externe accountant en deskundigen. Het reglement en de samenstelling van de commissie zijn op de website geplaatst. Samenstelling: Prof. Dr. J.M.G. Frijns, voorzitter Prof. Dr. R.G.C. van den Brink Dr. J.C.K.W. Bartel R e m uner at i e - e n B e n o e m i n g s c o m m i s s i e
In de Remuneratie- en Benoemingscommissie hebben zitting de Voorzitter en de viceVoorzitter van de Raad van Commissarissen en één van de leden van de Raad. De voorzitter van de Raad van Commissarissen kan niet de voorzitter van deze Commissie zijn. Aangelegenheden die de corporate governance raken worden eveneens in deze commissie besproken. Het reglement en de samenstelling van de commissie zijn op de website geplaatst. Samenstelling: Ir. A.J.A.M. Segers, voorzitter Prof. Dr. R.G.C. van den Brink Drs. V.I. Goedvolk EFFE C TEN B EZIT
Statutair kunnen aandelen van de vennootschap zich uitsluitend bevinden in handen van publiekrechtelijke rechtspersonen. Noch commissarissen, noch directieleden kunnen derhalve aandelen van de bank bezitten. Bepalingen dienaangaande in de Code regarderen de bank dus niet. Uit dien hoofde bestaan er noch voor commissarissen, noch voor directieleden aandelenof optieregelingen.
98 jaarverslag
2 0 0 5
E X TER NE A C C OUNTANT
In 1981 is, onder de toenmalige naam Moret & Limperg, aan Ernst & Young Accountants (E&Y) door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor onbepaalde tijd de opdracht verleend tot het onderzoeken van de jaarrekening van de NWB. De samenstelling van het controleteam wordt door E&Y regelmatig gewijzigd. Op grond daarvan heeft in de eerste helft van 2005 met goedkeuring van de Raad van Commissarissen en de Directie een wijziging plaatsgevonden in de leiding van het controleteam. Het functioneren van en de relatie met de externe accountant wordt jaarlijks door de Auditcommissie besproken en vervolgens gerapporteerd aan de Raad van Commissarissen. De continuïteit in de relatie met de externe accountant wordt van groot belang geacht. Aan de externe accountant worden geen adviesopdrachten verstrekt die niet op de controle van de jaarrekening betrekking hebben. Hiervan kan om zwaarwichtige redenen van bedrijfs belang worden afgeweken. In de vergaderingen van de Auditcommissie wordt daarvan verslag gedaan. REMUNERATIEBELEID B EZOLDIGINGS B ELEID DI R E C TIE
Het bezoldigingsbeleid is er op gericht, dat de NWB gekwalificeerde en deskundige bestuurders kan aantrekken en behouden. De beloning is daartoe marktconform en deels afhankelijk van vooraf vastgestelde, meetbare en beheersbare doelstellingen. Dit beleid wordt hieronder toegelicht. Het bezoldigingsbeleid is voor het eerst aan aandeelhouders voorgelegd in de jaarvergadering op 12 mei 2005. Het door de aandeelhouders daarop genomen besluit hield in dat het beleid van de commissarissen ten aanzien van de bezoldiging voor 2005 werd goedgekeurd, maar dat ten aanzien van het beleid voor 2006 en volgende jaren nader overleg zou worden gevoerd. Dit overleg met vertegenwoordigers van aandeelhouders heeft geleid tot een gewijzigd voorstel aan aandeelhouders, dat met algemene stemmen in een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 24 november 2005 werd goedgekeurd. Dit beleid wordt hieronder weergegeven. B ELONINGSST RU C TUUR
De totale beloning bestaat uit twee componenten: – Een basissalaris, ofwel het vaste gedeelte van de jaarlijkse beloning. – Een variabele beloning, gebaseerd op de prestaties over één jaar.
99 jaarverslag
2 0 0 5
Basissalaris De NWB heeft als uitgangspunt een compleet arbeidsvoorwaardenpakket op het niveau van de mediaan van de honoreringsmarkt voor bestuurders in de sector financiële dienstverlening. Dit geldt voor de Voorzitter van de Directie en voor het directielid verantwoordelijk voor Treasury. Voor het directielid verantwoordelijk voor de interne organisatie geldt als uitgangspunt de mediaan van beloningsniveaus van directeuren van vergelijkbare zwaarte, niet specifiek gerelateerd aan de sector financiële dienstverlening. Naast het basissalaris genieten de directieleden dezelfde aanvullende arbeidsvoorwaarden als de medewerkers van de NWB, zoals een bijdrage in de particuliere ziektekostenverzekering, het gebruik van een bedrijfsauto (indien van toepassing), een hypothecaire woningfinanciering en een premievrij pensioen. Variabele honorering De omvang van het variabele gedeelte zal maximaal 28% bedragen van het vaste gedeelte. De vaststelling van het variabele deel is gebaseerd op vier elementen: – winst (30%) – risicobeheer (30%) – strategie (20%) – persoonlijk functioneren (20%) Ieder element kent weer bouwstenen, de zogenaamde wegingsfactoren (o.m. kosten, budget, renterisico, kredietrisico, marktaandelen, rendement op het eigen vermogen). Deze worden na overleg tussen de Raad van Commissarissen en de Directie voor ieder jaar voor de Directie als geheel, als wel ieder lid afzonderlijk door de Raad vastgesteld. Na afloop van een jaar vindt de beoordeling van de behaalde resultaten plaats. De uitkomst per element leidt tot het volgende: – Bij onvoldoende presteren: 0% – Doelstelling bijna behaald: 80% – Doelstelling behaald: 90% – Doelstelling overtroffen: 100% Het over enig jaar toe te kennen variabele gedeelte kan aldus variëren van 0% tot maximaal 28% van het vaste gedeelte.
100 jaarverslag
2 0 0 5
DUUR VAN DE A R B EIDSOVER EEN K OMST
De huidige arbeidsovereenkomsten met de leden van de Directie zijn gesloten voor onbepaalde tijd. Ieder der partijen kan de overeenkomst schriftelijk opzeggen met een termijn van drie maanden voor de Directie en zes maanden voor de Raad van Commissarissen. Bij onvrijwillige beëindiging van het dienstverband hebben de huidige leden van de Directie recht op een vergoeding die rekening houdt met hun bestaande rechten. Voor zover deze zijn gebaseerd op de duur van het dienstverband zouden deze kunnen leiden tot overschrijding van de vertrek regeling volgens de Code. Bij nieuwe benoemingen zal ook op dit punt de Code als uitgangspunt dienen. Een kleine organisatie als die van de NWB kent weinig opvolgingsmogelijkheden. Benoemings termijnen kunnen een bedreiging zijn voor de continuïteit van het beleid. Desalniettemin heeft de Raad van Commissarissen voor toekomstige contracten besloten om de benoemingstermijn uit de Code van vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoemen over te nemen. Dit betekent dat arbeidscontracten elke vier jaar opnieuw zullen worden beoordeeld en getoetst. Bij de jaarlijkse evaluatie zal een bandbreedte van 10% min en plus ten opzichte van de mediaan worden aangehouden. Indien de uitkomst buiten deze bandbreedte ligt, zal dit kunnen leiden tot herziening van het arbeidscontract. P ENSIOENEN
De pensioenen van de huidige leden van de Directie zijn op basis van hun arbeidsovereenkomst gebaseerd op 70% van het laatstgenoten vaste gedeelte van de beloning. De pensioenpremies komen voor rekening van de NWB. Op de huidige leden van de Directie is een prepensioen regeling van toepassing die overeenkomt met hetgeen geregeld is in de Algemene Bank CAO. Voor wat betreft toekomstige pensioencontracten heeft de Raad van Commissarissen besloten het middelloonstelsel als uitgangspunt te nemen. REMUNERATIE DIRECTIE 2005
Basissalaris In het basissalaris van de leden van de Directie is in 2005 geen verandering aangebracht. Daarmee is gehoor gegeven aan de algemene roep om matiging van de salarisstijgingen. Variabele honorering directie Begin 2006 heeft de Remuneratie- en Benoemingscommissie de feitelijke resultaten van de NWB vergeleken met de geformuleerde doelstellingen. Deze vergelijking heeft laten zien dat de Directie goed heeft gefunctioneerd en de doelstellingen grotendeels zijn behaald of overtroffen. Op grond van het prestatiecontract van de Directie heeft dit geleid tot een voorstel door de Remuneratie- en Benoemingscommissie aan de Raad van Commissarissen.
101 jaarverslag
2 0 0 5
Beoordeling directie Het hiernavolgend overzicht geeft het resultaat weer van de door de Raad van Commissarissen vastgestelde beoordeling.
C at e g o r i e
We g i n g s fa c to r e n
D o e l st e ll i n g
R e s u lta at
Winst (30%)
– Kosten budget – Nettowinst
Overtroffen
33%
– Renterisico – Liquiditeitsrisico – Kredietrisico – Operationeel risico
Gehaald
30%
– Marktaandelen – Ratio’s
Gehaald
20%
Risicobeheer (30%)
Strategie (20%)
U i t v o er i n g
Persoonlijk functioneren (20%)
– Uitoefening taakverdeling
Goed
– Specifieke doelstellingen: Van Cleef: · Fiscale openingsbalans · Implementatie IFRS · Voorbereiding Bazel II · Backoffice triple A
Voltooid Voltooid Volgens planning Bijna gehaald
Walkier: · Aanscherping ALM · Performance measurement
Volgens planning Volgens planning
Koemans: · Realisatie bovenstaande · Leidinggeven · Collegiale omgang
Bijna gehaald Goed Goed
18% (gemiddeld)
Gemiddeld totaal:
101%
(Totaal 100%)
Aan aandeelhouders is in 2005 toegezegd het maximum van het variabele deel te stellen op 100% (was 120%) van 28% (was 35%). Het aldus toegekende variabele deel bedraagt gemiddeld 27,8% van het basissalaris.
102 jaarverslag
2 0 0 5
Voor de remuneratie van de leden van de Directie in 2005 wordt verwezen naar de toelichting op de jaarrekening (pagina 61). REMUNERATIE DIRECTIE 2006 In het basissalaris van de leden van de Directie zal in 2006
geen verandering worden aangebracht. Voor wat betreft het in 2007 over 2006 uit te keren variabele gedeelte heeft de Raad van Commissarissen – in overeenstemming met hetgeen is besloten in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 – het percentage vastgesteld op maximaal 28%. REMUNERATIE RAAD VAN COMMISSARISSEN De honorering van de Raad van Commissaris
sen wordt periodiek vergeleken met die van met de NWB vergelijkbare ondernemingen en wordt door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders vastgesteld. Dit is voor het laatst geschied per 1 juli 2003 en wel als volgt: e 18.570,- per jaar e 14.350,- per jaar e 12.380,- per jaar
Voorzitter Vice voorzitter Leden
In de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 12 mei 2005 is goedgekeurd de vergoeding voor de werkzaamheden in een commissie te wijzigen en wel voor de Auditcommissie van e 2.500,- per jaar naar e 1.500,- per vergadering en voor de Remuneratie- en Benoemingscommissie van e 1.250,- per jaar naar e 1.000,- per vergadering. Additioneel: Lid Auditcommissie Lid Remuneratie- en Benoemingscommissie
e 1.500,- per vergadering e 1.000,- per vergadering
Voor de remuneratie van de leden en oud-leden van de Raad van Commissarissen wordt ver wezen naar de toelichting op de jaarrekening (pagina 62). De honorering van de Raad van Commissarissen kent geen variabele componenten en geen optieregelingen.
103 jaarverslag
2 0 0 5
Naam
M/V
Ge b o o rt e -
B er o e p / h o o f d f un c t i e
N at i o n a l i t e i t
R e l e va nt e ne v e n f un c t i e s
d at um
J a a r va n
Einde
e er st e
b e n o e m i ng s -
b e n o e m i ng
t er m i jn
Prof. Dr. R.G.C. van den Brink
M
4-2-1948
Chief Economic Adviser to the Managing Board ABN AMRO
Nederlands
Voorzitter Raad van Commissarissen Van der Moolen Holding Commissaris Akzo Nobel N.V. Commissaris Samas N.V. Commissaris Legal & General Nederland N.V.
2002
2006
Dr. J.C.K.W. Bartel
M
7-2-1943
Lid van de Raad van State
Nederlands
Raadsheer-plv. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch Voorzitter Curatorium voor R.A. en A.A. Arbiter (N.A.I.)
1998
2006
Prof. Dr. J.M.G. Frijns
M
14-8-1947
Oud-directeur Beleggingen Stichting Pensioenfonds ABP
Nederlands
Voorzitter Monitoring commissie code Tabaksblat Commissaris Kempen & Co Voorzitter Beleggingscommissie Interpolis Directeur Stichting Rabo Ledencertificaten Non-executive director JP Morgan Funds Luxembourg
1997
2008
Drs. V.I. Goedvolk
M
5-11-1944
Voormalig CFO van Fortis Verzekeringen Nederland N.V.
Nederlands
Commissaris UCN N.V. Member of the Board of Urenco Ltd. Voorzitter Raad van Toezicht Albert Schweitzer Ziekenhuis Vice-voorzitter Raad van Toezicht De Stromen Opmaat Groep Commissaris VVAA Groep B.V. Commissaris OWM Zorgverzekeraar DSW
2004
2007
Mr. F.J.M. Houben
M
19-2-1939
Oud-Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Brabant
Nederlands
Lid Bestuur Nationaal Groenfonds Lid Bestuur Nationaal Groen Beleggingsfonds Voorzitter Raad van Toezicht Amphia Ziekenhuis Voorzitter Raad van Commissarissen N.V. Afvalverbranding Zuid-Nederland Commissaris Netwerkbedrijf Essent Voorzitter Waarborgfonds Kinderopvang
2004
2008
Ir. A.J.A.M. Segers
M
5-5-1941
Oud-Watergraaf Waterschap De Dommel en Waterschap De Aa
Nederlands
Lid Bestuur RABO-bank ’s-Hertogenbosch en Omstreken (tot 1 juni 2005) Commissaris Waterleiding Maatschappij Brabant Water Voorzitter Prov. Commissie Water en Milieu
2000
2007
Ir. E.H. Baron van Tuyll van Serooskerken
M
26-5-1940
Oud-Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijnland
Nederlands
Commissaris DRSH Slib NV (tot 1 oktober 2005) Lid Bestuur Stichting Schilthuisfonds Commissaris BTL Beheer B.V. Onafhankelijk Voorzitter van het Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat
2001
2009
104 jaarverslag
105 2005
jaarverslag
2005
colofon
V o r m ge v i n g TK2 /Camp One
Grafieken TK2 F o t o g r a f i e t . b . v. g r a f i e k e n e n h o o f d s t u k p a g i n a’ s d o o r J e t t y, J u p i t e r, C o r b i s , Holland in beeld en Shutterstock
Pr o d u c t i e TK2 Albani Drukkers BV
Lithografie Speedset BV
D ru k wer k Albani Drukkers BV