Jaarverslag Hoge Fronten 2009
Statensingel 138 6217 KH Maastricht Tel: 043-3219941 Educatie I Voorlichting I Beheer I Advies
Jaarverslag Hoge Fronten 2009
Statensingel 138 6217 KH Maastricht Tel: 043-3219941 Educatie I Voorlichting I Beheer I Advies
Auteur: Cridi Frissen-Moors, in samenwerking met Lisa Op den Kamp Foto’s: Cridi Frissen-Moors, Denis Frissen, Lisa Op den Kamp, CNME
Inhoud I
Inleiding ..................................................................................................................................................... 1
II
Inrichting en onderhoud.......................................................................................................................... 1
III III.1 III.2 III.3
Vegetatiebeheer ...................................................................................................................................... 2 Kruidenvegetaties .................................................................................................................................... 2 Bos en bomen ........................................................................................................................................... 4 Beheer Lage Fronten, spoor en Fort Willem ......................................................................................... 6
IV Flora en fauna ........................................................................................................................................... 8 IV.1 Flora ........................................................................................................................................................... 8 IV.2 Fauna ....................................................................................................................................................... 10 V
Recreatie.................................................................................................................................................. 18
VI
Voorlichting en educatie ...................................................................................................................... 19
Literatuur……………………………………………………………………………………………………………..…22 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4a: Bijlage 4b: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10:
Overzichtkaart Hoge Fronten met toponiemen Aantal graasdagen in 2009 per begrazingseenheid per maand Begrazingseenheden in de Hoge Fronten in 2009 Maaibeheer voorjaar 2009 Maaibeheer najaar 2009 Bestrijding duizendknopen 2009 Kleinschalig bos- en bomenbeheer in 2009 (excl. kappen op muren) Beheer van bomen en struiken op het muurwerk in 2009 Teldata Muurhagedisinventarisatie en overige inventarisatiegegevens 2009 Afbakening van deelpopulaties van de Muurhagedis in 2009 Omvang van de deelpopulaties van de Muurhagedis in 2009
I
Inleiding
Een in vele opzichten uniek gebied in Maastricht Maastricht heeft met de Hoge Fronten een prachtig natuurgebied nabij het centrum van de stad. Het zijn de restanten van vestingwerken uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw. Het gebied (15 hectare) bestaat uit aarden wallen, deels versterkt met muren, met daartussen zogenaamde droge grachten. De werken zijn gebouwd op het middenterras van de Maas. Ondergronds is een uitgebreid gangenstelsel aanwezig. De Hoge Fronten hebben een grote waarde als cultuur- en natuurmonument. Een overzichtskaart van de Hoge Fronten met de toponiemen voor de verschillende deelgebieden is opgenomen als bijlage 1. De vestingmuren zijn een soort kunstmatige rotsen, waar muurplanten en muurfauna zich prima thuis voelen. De gangen zijn vergelijkbaar met natuurlijke grotten, en worden gebruikt als overwinteringplaats door vleermuizen, vlinders en andere diergroepen. Doordat de muren warmte kunnen vasthouden, en ook door de ligging in het warme Maasdal, komen er veel warmteminnende soorten in het gebied voor. Vooral vanwege het voorkomen van de in ons land zeer zeldzame Muurhagedis, werden de Hoge Fronten in 1992 aangewezen als Beschermd Natuurmonument. Het gebied wordt sinds september 1995 beheerd door het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie (CNME Maastricht & Regio). De Gemeente Maastricht is eigenaar van het gebied. Het ondergrondse gangenstelsel wordt door de Stichting Maastricht Vestingstad beheerd. Het natuurbeheer vindt plaats volgens het Beheerplan Hoge Fronten (Frissen, 2009a). Een belangrijk doel van dit jaarverslag is het berichten over ondermeer beheer, resultaten van flora- en faunaonderzoek, recreatie en educatieve activiteiten in de Hoge Fronten. Ter aanvulling kunt u de voorgaande jaarverslagen (19952008) gebruiken voor achtergrondinformatie. Deze zijn op te vragen bij CNME Maastricht & Regio. Ook voor andere informatie over de Hoge Fronten kunt u bij CNME Maastricht terecht. Figuur 1: Maaiwerkzaamheden
ll Inrichting en onderhoud Onderhoud t.b.v. toegankelijkheid In 2009 werd er regulier onderhoud uitgevoerd aan de klaphekjes, poorten, rasters en de paaltjesroute. Tevens werden de wandelpaden en banken driemaal vrijgemaaid, t.b.v. de toegankelijkheid. 1
III Vegetatiebeheer 1 Kruidenvegetaties Het vegetatiebeheer vindt plaats door begrazing met een schaapskudde en maaien. Door beide methodes op elkaar af te stemmen, worden alle deelgebieden 2 à 3 maal per jaar kort gemaaid of begraasd. Door dit beheer behouden en/of vergroten de graslanden hun soortenrijkdom. Schapenbegrazing draagt bij aan soortenrijkdom De Hoge Fronten worden begraasd door een kudde schapen van Sjoen Graas. Deze kudde wordt ook ingezet in andere Maastrichtse gebieden, zoals Regenwatervijver Amby en de Lage Fronten. De schapen zorgen ervoor dat de graslanden niet dichtgroeien met struiken en op den duur zal door de begrazing het grasland bloemrijker worden. In de Hoge Fronten wordt door de week herderbegrazing toegepast, dit wil zeggen dat de herder er continu bij is en de kudde heel gericht kan sturen. In het weekend staan de schapen in een afgesloten gedeelte (standbegrazing). De kudde wordt dan een à twee keer per dag bezocht en gecontroleerd. Door de schapenbegrazing in combinatie met maaibeheer behouden en/of vergroten de graslanden hun soortenrijkdom. In de Hoge Fronten komen met name Glanshavergraslanden en ruigten voor. Het onderscheid tussen graslanden en ruigten ligt in het feit of er al dan niet wordt gemaaid of begraasd. Ruigtenkruiden als bijvoorbeeld Grote brandnetel, kunnen regelmatig maaien of begrazen slecht verdragen. Afvoer van organisch materiaal heeft een gunstig effect op de kleinere soorten, zoals Grasklokje en Gewone rolklaver en op de soortenrijkdom. Figuur 2: Begrazing
Begrazing 2009 In 2009 bezocht de kudde vier maal de Hoge Fronten. In bijlage 2 is het uitgewerkte begrazingsschema voor 2009 te vinden. Op de bijbehorende kaart in bijlage 3 vindt u de verschillende begrazingseenheden. Een begrazingseenheid is een door rasters afsluitbaar deel van de Hoge Fronten. Jaarlijks wordt een evaluatie gemaakt ten behoeve van het beheer in de toekomst. In 2009 zijn er 14.000 graasdagen geweest op een oppervlakte van ca. 12 ha. in de Hoge Fronten. Dit komt neer op een begrazingsdruk van ongeveer 3,2 schapen per ha. (Begrazingsdruk is het aantal graasdagen gedeeld door het begraasde oppervlakte x 365 dagen). In grafiek 1 is de begrazingsdruk vanaf 1992 weergegeven. Van 1992 tot en met 1995 was de begrazingsdruk te hoog, waardoor er weinig planten tot bloei 2
kwamen. Wegens de toegenomen successie werd vanaf 2002 de begrazing aangevuld met maaibeheer. Schapenbegrazing wordt in de Hoge Fronten nu het meeste ingezet voor nabegrazing (na een maaibeurt), begrazing van steile stukken (die niet te maaien zijn) en kortere vegetaties.
7 6 5 4 DRUK 3 2 1
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
0
Figuur 3: Begrazingsdruk in de Hoge Fronten van 1992 t/m 2009
In het voorjaar (begin april) heeft de kudde het hele gebied begraasd. Vervolgens zijn in de voorjaars- en zomer- en herfstronde alle taluds begraasd. In 2009 zijn met name de steile taluds (vaak boven de muren) begraasd. Doordat deze taluds een aantal jaren minder begraasd is (als gevolg van incidenten met schapen) verruigde de vegetatie op de taluds. Daarom is in 2009 een inhaalbeheer ingezet op de taluds. Hiertoe worden deze deelgebieden 4 keer per jaar begraasd. Hierdoor kennen steilere hellingen een hogere begrazingsdruk als vlakke terreindelen. Maaibeheer als aanvulling op de schapenbegrazing Als aanvulling op de schapenbegrazing is in 2009 een deel van de Hoge Fronten gemaaid door de beheerploeg van CNME Maastricht (bijlage 4a en 4b). Het maaibeheer wordt vooral toegepast op grotere vlakke terreindelen. Dit jaar werden in het voorjaar (mei/juni) het glacis, het oude losloopgebied, lunet Zeeland, de oude kraal en delen bij de hoofdingang bij de melkfabriek gemaaid. In het najaar (september/oktober) werden het glacis, het oude losloopgebied, lunet Zeeland, lunet Gelderland, de afgesloten gracht, vlakke delen van bastion Holstein, vlakke delen bastion Erfprins, de oude kraal en delen bij de hoofdingang bij 3
de melkfabriek gemaaid. Het maaisel werd afgevoerd, om een strooisellaag te voorkomen, en voedingsstoffen af te voeren. Na het maaien vond soms nog nabegrazing plaats. Tevens vond er kleinschaliger maaibeheer met bosmaaiers plaats. In het voor- en najaar werd de vegetatie op twee lunetten gemaaid. De lunetten hebben een zuidelijke expositie en een hellingshoek. Dit is een ideale uitgangssituatie voor een schrale, soortenrijke vegetatie. Bij de planning en uitvoering krijgen de best ontwikkelde graslanden de hoogste prioriteit. Bij het maaibeheer wordt gefaseerd gewerkt. Telkens blijven delen ongemaaid, zodat er altijd schuilplaatsen, nectarvoorziening e.d. zijn in een deel van het gebied. Hierbij wordt rekening gehouden met bijzondere soorten, als Grasklokjes, Klaverblauwtje, Hazelworm, Muurhagedis, Brede ereprijs, Spaanse vlag, Knautiabij, enz. Ook bij de schapenbegrazing worden soms delen uitgerasterd, t.b.v. de fasering. Paden halfjaarlijks gemaaid Alle paden werden een aantal malen in het voorjaar en de zomer gemaaid. Ook de paaltjes van de wandelroute, banken en prullenbakken werden daarbij vrijgemaaid. Beheer ten behoeve van de Vroedmeesterpad In 2009 zijn 6 poelen opgeschoond, tijdens de landelijke natuurwerkdag in november. Uit de poelen werd handmatig overmatige groei van planten als lisdodde en gele lis verwijderd. Tevens werd afval, slib, takken en stenen verwijderd uit het water. Hierbij werden aanwezige dieren weer teruggezet in het water. In het voor- en najaar werd het terrein rondom de schanskorven en het talud bij de poel achter de voormalige melkfabriek (het kantoor van het CNME) gemaaid ten behoeve van de Vroedmeesterpad. Dit talud wordt, samen met de schanskorven, als landbiotoop gebruikt door de Vroedmeesterpad. Als de vegetatie gemaaid of begraasd wordt, komt er meer zonne-instraling op de landbiotoop, die de padden nodig hebben voor de opwarming (Crombaghs & Bosman, 2006). Bestrijding duizendknopen In 2009 werd de woekerplant Japanse duizendknoop op een aantal plekken in de Hoge Fronten bestreden. De behandeling bestaat uit bestrijding met herbiciden (zie bijlage 5 voor de precieze locaties). CNME is voorstander van het terugdringen van gif, maar ons inziens moet er voor de bestrijding van de Japanse duizendknopen echter een uitzondering gemaakt worden, ter bescherming van het Rijksmonument en Natuurmonument. In 2007 is gestart met een experiment om een deel van de duizendknopen te behandelen met chemische bestrijdingsmiddelen. Door dit een aantal jaren vol te houden, heeft men op andere besmette locaties resultaten geboekt in het terugdringen van de duizendknopen. Informatie over de bestrijding van de Japanse duizendknoop is te vinden op www.environment-agency.gov.uk. 2 Bos en bomen Beheer hagen, kleinschalig bos- en bomenbeheer in houtwal en bosjes In bijlage 6 staat het in 2009 uitgevoerde bos- en bomenbeheer weergegeven. In de Hoge Fronten worden jaarlijks alle meidoornhagen (ca. 450 meter) gesnoeid. Verder wordt er in de terreindelen met bos en struweel snoeiwerk uitgevoerd, ten behoeve van de variatie in soorten en vegetatiestructuur. De zeldzamere soorten, zoals Kardinaalsmuts, Wilde liguster en Sleedoorn, worden vrijgesteld. En er worden inhammen gemaakt in de houtwal. Een deel van 4
het groenafval wordt verwerkt in een takkenril. Het dode hout biedt nestgelegenheid en foerageermogelijkheden voor vogels en andere diersoorten. Eens in de twee jaar worden alle drie de zichtlijnen vrij gesnoeid. Hout wordt deels als kachelhout verkocht. In de winter 09/10 zijn doorzichten hersteld, door plaatselijk solitaire struiken en bomen te verwijderen. Het werk werd met name verricht door de beheerploeg van CNME Maastricht en regio. Aanvullend werden nog klussen uitgevoerd door vrijwilligers, scoutinggroepen en groep 7 van de Aloysius-school. Verwijderen bomen en struiken op de vestingmuren Tot behoud van het vestingwerk en de muurbiotoop wordt er jaarlijks een deel van de vestingmuren ontdaan van schadelijke houtige gewassen. Bij het beheer van de hogere muurdelen wordt een hoogwerker ingezet. De houtige gewassen worden weggezaagd en de stobben worden ingesmeerd met Round Up, om doorgroei vanuit het wortelstelsel te voorkomen. In 2009 werd een hoogwerker ingehuurd, waarbij een deel van de contrescarp muren en muren van bastion Stadhouder werden vrijgemaakt van houtige gewassen (zie bijlage 7).
Figuur 4: werkzaamheden hoogwerker
5
3 Beheer Lage Fronten spoor en Fort Willem In de Lage Fronten en op het spoor wordt een vegetatiebeeld nagestreefd dat vergelijkbaar is met dat in de Hoge Fronten: bloemrijke graslanden, met verspreid ruigten en struweel. Voor de ligging van het terrein zie figuur 5. Door het ingezette beheer zijn de kansen voor de Muurhagedis en andere thermofiele soorten weer toegenomen. In 2009 werden de grachten van het nabijgelegen Fort Willem opgeschoond van hoogopgaande begroeiing. Wandelpad van Lage Fronten naar Fort Willemweg
Figuur 5: Natuurgebied Lage Fronten en voormalig spoorwegemplacement
Beheer spoorwegemplacement In 2007 is het deel van de Lage Fronten en spoorwegemplacement (3 ha.), eigendom van NS Poort, grootschalig opgeschoond door de eigenaar en later in beheer gegeven aan het CNME Maastricht & Regio. In 2009 is voor dit terreindeel een beheerplan opgesteld (FrissenMoors, 2008). In 2009 werd in het voorjaar een maaibeurt uitgevoerd. In het najaar bezocht de schaapskudde het gebied. Vervolgens werd nog een deel van de houtopslag in de graslanden en op de muren verwijderd. In het gebied werd afval geruimd door CNME Maastricht en de Mondriaan Zorggroep. Het maaibeheer en de begrazing werd gefaseerd uitgevoerd, waarbij altijd delen van de vegetatie ongemoeid werden gelaten. In de zomer werd ook de houtige begroeiing van de muren verwijderd. Beheer Lage Fronten Het beheer van het deel van de Lage Fronten dat eigendom is van de Gemeente Maastricht werd in 2009 gecontinueerd. In opdracht van de Gemeente werden beheerwerkzaamheden uitgevoerd in het laaggelegen terrein, rondom de grachten en vestingmuren. Onderin de Lage Fronten werden twee maaibeurten uitgevoerd en werd een deel van de opgaande 6
houtige gewassen voor en op de muren verwijderd. Ook werden nog bomen en struiken langs het water weggezaagd, zodat het gebied opener wordt. Wandelpad van Lage Fronten naar Fort Willemweg In maart 2009 werd een werkdag georganiseerd op het traject tussen de Lage Fronten en de Fort Willemweg (zie rode pijl figuur 5). Door het toegankelijk houden van dit pad, zal de sociale controle en aandacht voor het gebied behouden blijven. Ook zal het open maken van het gebied, er voor zorgen dat het pad als natuurcorridor kan dienen voor thermofiele soorten, zoals de Muurhagedis, Stengelomvattend havikskruid en Klaverblauwtje. Ook werd tijdens een werkdag van de gemeente Maastricht nog aan het open houden van dit gebied gewerkt. Helaas is er geen reguliere opdracht om dit gebied te onderhouden. Figuur 6: Opschoonactie Boschpoort
Reactivering Spoorbaan Maastricht-Lanaken en inrichting compensatiegebied Met het oog op de heringebruikname van de spoorlijn van Lanaken naar Maastricht, is er in 2008 nieuw leefgebied voor de Muurhagedis gecreëerd in de vorm van stapelmuren tegen het spoortalud en naast de spoorlijn. In 2008 zijn de muurhagedissen overgeplaatst van het spoor naar de stapelmuren. Het beheer van het talud wordt door aannemers uitgevoerd en begeleid door RAVON (Spikmans & Bosman, 2007, waarnemingen RAVON, Frissen-Moors & Tilmans, 2009d). In begin 2009 voerde CNME plaatselijk maaiwerkzaamheden uit bij de spoorbrug over de Zuid Willemsvaart (leefgebied van de Muurhagedis), in opdracht van Prorail. Beheer Fort Willem Fort Willem is een voormalig leefgebied van de Muurhagedis. Wel komt de Hazelworm nog in de droge grachten van het Fort voor. In 2009 is een opschoonactie van de droge gracht uitgevoerd door Bosgroep Zuid Nederland en Gebroeders van der Velde. De verboste gracht is ontdaan van alle struiken, bomen en bramen. Hierdoor kan de gracht in de toekomst weer open gehouden worden door maaibeheer en begrazing. Dit beheer wordt in 2010 door CNME opgestart. Opdrachtgever is MSV Tragos.
7
IV Flora en fauna Rondom de eeuwenoude vestingmuren heerst een bijzonder klimaat. Overdag kan de temperatuur hoog oplopen en 's nachts geven de muren nog warmte af. Hier voelen veel bijzondere planten en dieren zich thuis. Het is het meest noordelijke gebied in Europa waar de Muurhagedis voorkomt. De Muurhagedis is een beschermde diersoort (Flora- en Faunawet, Conventie van Bern, bijlage 2 en Habitatrichtlijn, bijlage 4). Jaarlijks wordt er in de Hoge Fronten uitgebreid onderzoek gedaan naar de flora en fauna van het gebied. Het onderzoekswerk wordt uitgevoerd door medewerkers en vrijwilligers verbonden aan CNME Maastricht. Dit jaar zijn de verschillende soortgroepen flora, reptielen en dagvlinders onderzocht. Van andere soortgroepen werden losse waarnemingen genoteerd. 1 Flora Het floraonderzoek werd in 2009 uitgevoerd door Lisa Op den Kamp. Begrazingseenheden 7 en 8 werden voor het eerst sinds 2004 weer onderzocht. Deze begrazingseenheid bestaat uit bastion Saxen en bastion Erfprins. Er komen in het terrein afwisselend glanshavergraslanden, ruderale ruigtes, marjoleinruigte struweel en bosjes voor. De resultaten van het floraonderzoek zijn verwerkt in het vegetatierapport Hoge Fronten 2009, waarin de soortenlijst, de vegetatiekartering en de kartering van een aantal Rode Lijst-soorten zijn opgenomen (Op den Kamp & Frissen-Moors, 2011). Bij de vergelijking van de vegetatietypen tussen 2004 en 2009 (zie figuur 8) zijn verschillen als gevolg van beheer- en inrichtingsmaatregelen terug te zien. Bastion Saxen wordt een aantal maal per jaar begraasd. Op dit bastion wordt geen maaibeheer uitgevoerd. Op bastion Erfprins worden de taluds 4 keer per jaar begraasd, sinds 2009 en de grazige vlakke delen twee keer gemaaid. De vegetatie op taluds van beide bastions is over het algemeen ruiger geworden. Doordat er in voorgaande jaren incidenten zijn gebeurd met schapen op de taluds, zijn deze t/m 2008 minder intensief begraasd. In 2009 is gestart met inhaalbeheer van de taluds, door deze ca. 4 keer per jaar te begrazen. In 2007/2008 hebben er werkzaamheden plaatsgevonden op bastion Saxen, t.b.v. een consolidatie, hierdoor is hier met materieel door het terrein gereden. Hierdoor is op sommige terreindelen de bodem verstoord, waardoor weer een ruigere vegetatie aanwezig is. Dit is duidelijk te zien in het vegetatiebeeld. Op bastion Erfprins heeft zich tussen glanshavergrasland 1B en bos 5A een ruigte ontwikkeld met veel Koninginnekruid, doordat hier gefaseerd gemaaid is. Figuur 7: Gevlekte aronskelk
8
In totaal zijn in deelgebied 7 en 8, 173 plantensoorten gevonden. Dat zijn 14 soorten meer als in 2004. Van die 173 soorten waren er 33 nieuw in deelgebied 7 en 8. Voor de gehele Hoge Fronten waren 10 soorten nieuw. 25 Soorten die in 2004 gevonden werden, konden in 2009 niet meer teruggevonden worden. Grasklokje, Herfsttijloos en Kruipend zenegroen waren verdwenen. Beemdlangbloem, Brede wespenorchis en Kantig hertshooi werden nieuw gevonden. Er zijn geen drastische veranderingen in de verspreiding van de bijzondere soorten. Veel van deze soorten kennen een vergelijkbaar verspreidingspatroon als in 2004, en veel oude vindplaatsen konden ook in 2009 worden teruggevonden.
Vegetatietypen in 2004
Figuur 8:
Vergelijking vegetatietypenkaart 2004 en 2009 (begrazingseenheid 7 en 8)
9
2 Fauna Vleermuizen en andere zoogdieren In 2009 werd geen vleermuistelling uitgevoerd in de ondergrondse gangen van de Hoge Fronten. In 2010 worden de tellingen weer voortgezet door leden van het Natuurhistorisch Genootschap (coördinator Jos Cobben). Verder werden er gedurende het jaar nog losse waarnemingen van (sporen van) zoogdieren genoteerd door medewerkers en vrijwilligers van CNME Maastricht en regio (tabel 1). Tabel 1: Overige zoogdieren waargenomen in de Hoge Fronten 2009 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Kat Felis catus Konijn Oryctolagus cuniculus Mol Talpa europaea Steenmarter Martes foina Vos Vulpes vulpes Woelrat Arvicola terrestris Totale aantal soorten 6 Een volwassen en een jonge steenmarter werden o.a. gezien in de tuin aan de pastoor Habetsstraat, grenzend aan de Hoge Fronten. Ook werden er weer jonge vossen gezien. Vogelonderzoek 2009 In 2009 is geen systematisch broedvogelonderzoek uitgevoerd. Wel werden losse waarnemingen genoteerd. Tijdens de vogelexcursie op 3 mei werden de volgende waarnemingen gedaan: grasmus, koekoek, groene specht, koolmees, gierzwaluw, zwartkop, tjiftjaf, groenling, torenvalk, kraai, ekster, houtduif en huismus. In januari werden ook Kramsvogels gezien. Daling aantal Muurhagedissen In de periode maart tot en met oktober werd de populatie Muurhagedissen door Lisa en Olaf Op den Kamp, Jan America, Ger van Hees en Denis en Cridi Frissen geïnventariseerd. Dit gebeurde volgens de gebruikelijke telmethode (zie bijlage 8). De gegevens zijn verwerkt in tabel 2 en figuur 9, waarin de populatieontwikkeling vanaf 1977 is weergegeven. Bij de aanvang van de tellingen eind jaren ‘70, ging het zeer slecht met de Muurhagedis. Uitblijvend beheer maakte dat de muren dichtgroeiden en het leefgebied van de hagedis kleiner werd. Door hagedisonvriendelijke restauraties bereikte de populatie in 1980 een vermoedelijk dieptepunt van 34 individuen. In 1988 werd het aantal Muurhagedissen van 1978 opnieuw bereikt. Daarna groeide de populatie langzaam uit tot een voorlopig maximum van 132 dieren in 1992, In 1993 en 1994 viel de populatie opmerkelijk terug, als gevolg van ongunstig weer, verstoring door restauratiewerkzaamheden en het illegaal wegvangen van hagedissen. Hierna groeide de populatie verder, mede door de zonnige jaren en het hagedisvriendelijke beheer (Moors en Frissen, 2004). Sinds 2007 daalt het aantal adulten.
10
600 500 400 juveniel
300
subadult 200
adult
100
2009
2007
2005
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
1983
1981
1979
1977
0
Figuur 9: Aantal muurhagedissen in de Hoge Fronten in de periode 1977-2009.
In 2009 werden er slechts 300 dieren gezien. Er werden echter opvallend weinig adulten gezien (68), t.o.v. 141 in 2008 (daling van meer als 50%). Er is waarschijnlijk een aantal oorzaken voor de afname van het aantal hagedissen. Enerzijds de ongunstige weersomstandigheden in 2009 en anderzijds de ongunstige weersomstandigheden in 2007 en 2008. In 2007 waren duidelijk minder hagedissen geboren (40 i.p.v. 100 tot 200 in de jaren ervoor). Daarom waren er in 2008 ook veel minder subadulten en in 2009 minder aanwas van de adulten. Ook kunnen verstoring door katten, honden en bezoekers een rol spelen. In 2009 kwamen verschillende meldingen binnen van mensen die gezien hadden dat een kat een muurhagedis ving. 2009 was landelijk gezien een warm, zeer zonnig en vrij droog jaar, met een gemiddelde temperatuur van 10,5 graden in Nederland. Januari begon echter koud, met een langere vorstperiode. Februari t/m november waren relatief warm. Vooral het zachte weer in april en november was opmerkelijk. Vanaf half december was er weer een vorstperiode (www.knmi.nl). Op 15 januari werd voor 2009 de eerste jaarwaarneming van Muurhagedissen (1 mannetje) in Maastricht gedaan door Alex Kloor op de courtine a-b (buitentemp. 5ºC).
11
Tabel 2: Voorkomen van de Muurhagedis in de Hoge Fronten 1974-2009 Jaar Voor 1974 19771 1978 2 1980 1981 1982 1983 1988 1989 1990 1991 1992 1993 19947 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Adulten onbekend 14 56 25 28 23 24 44 46 51 59 73 75 53 78 919 86 100 116 103 101 96 95 131 149 181 159 141 68
Subadulten onbekend 2 3 3 1 2 9 2 10 183 254 145 28 198 25 50 42 126 15 129 38 98 94 214 139 115 185 39 83
Juvenielen onbekend — 3 6 6 20 8 15 23 36 24 45 16 33 49 50 136 18 176 34 144 118 265 209 122 179 40 105 149
Totaal >100 16 62 34 35 45 41 61 79 105 108 132 1196 105 152 191 264 244 307 266 283 312 454 554 410 475 384 285 300
Opmerkingen bij Tabel 2: Voorkomen van de Muurhagedis in de Hoge Fronten sedert de jaren zeventig. Gegevens van vóór 1995 zijn ontleend aan Gemeente Maastricht, dienst Publieke Werken en Sport (1994). Voetnoten: 1Slechts enkele muren werden geïnventariseerd, van maart-juni 1977. Dit verklaart het geringe aantal en het ontbreken van juvenielen. 2Het totale aantal van 56 adulten staat voor het aantal gevangen en gemerkte adulten. Bonnemayer & Dietvorst (1979) schatten de omvang van de populatie 25% hoger. 3Van de 18 subadulten waren 11 gekweekt en uitgezet. 4Van de 25 subadulten waren 11 gekweekt en uitgezet. 5Van de 14 subadulten waren 4 gekweekt en uitgezet. 6Na half augustus is het aantal Muurhagedissen teruggelopen; de uiteindelijke populatiegrootte aan het einde van het seizoen was niet bekend. 7In april-mei werd een onbekend aantal Muurhagedissen weggevangen. 8Van de 19 subadulten waren 15 gekweekt en uitgezet. 9Van de 91 adulten werden er 4 herkend als in het verleden gekweekt en uitgezet.
12
Het aantal volwassen dieren in 2009 werd geschat op 68 exemplaren (zie tabel 2). Een afname van 73 dieren t.o.v. 2008 (52%). Het aantal subadulten was 83. Dit is 79% van de in 2008 geboren juvenielen, die in 2007 de subadulte leeftijd hadden bereikt. Waarschijnlijk door de strengere winter hebben niet alle juvenielen de winter overleefd. Dit jaar werden er 149 juvenielen geteld. De eerste juveniele Muurhagedissen werden dit jaar op 12 juli in de Lage Fronten gezien door Alex Kloor, op courtine a-b. In bijlage 9 zijn de grenzen van de verschillende deelpopulaties aangegeven. De ontwikkeling van de afzonderlijke deelpopulaties staat vermeld in bijlage 10. Deelpopulaties 1, 4, 8 en 10 hebben de grootste aantallen, respectievelijk 37, 32, 35 en 54 dieren. Opvallend is dat de verhouding juveniel: adult zeer groot is. In de zomer van 2008 werd de consolidatie van de contrescarp van bastion Erfprins uitgevoerd. De aanwezige reptielen werden vooraf verplaatst naar andere muren in de Hoge Fronten. Er werd een reptielenscherm om het werkgebied geplaatst. Er werden o.a. 20 muurhagedissen overgeplaatst. Ter plaatse van de geconsolideerde muur zijn veel minder dieren terug gevonden in 2009, echter dit is bij alle deelpopulaties geconstateerd. In 2009 voerden Amber Blanckaert en Jop Hermans een afstudeeronderzoek vanuit het CNME. Zij voerden een evaluatie uit van een compensatieproject van de muurhagedis langs de spoorbaan Maastricht- Lanaken. De stage werd begeleid door RAVON en Van Hall Larenstein (Blanckaert, A. & J. Hermans, 2009). Muurhagedissen buiten de Hoge Fronten In Maastricht komt de Muurhagedis ook voor in de Lage Fronten, op het spooremplacement en spoorlijn Boschpoort en op het industrieterrein Boscherveld. In 2008 werden er 109 Muurhagedissen overgezet van de te reactiveren spoorbaan van Maastricht – Lanaken naar een compensatiegebied met stapelmuren. In 2009 werden op de stapelmuren 7 adult, 8 subadulten en 10 juvenielen teruggevonden (Spikmans, 2010). In 2009 werden daarnaast nog door Alex Kloor in totaal 335 Muurhagedissen geteld buiten de Hoge Fronten, waarvan 98 adulten, 57subadulten en 180 juvenielen. In 2009 zijn op 5 bedrijfsterreinen en langs de Maas Muurhagedissen waargenomen. Totale aantal Muurhagedissen Maastricht In 2009 werd het totale aantal Muurhagedissen in Maastricht op 660 exemplaren geschat, waarvan 173 adulten, 148 subadulten en 339 juvenielen (grafiek 3). 45 % van de getelde Muurhagedissen werd in de Hoge Fronten gezien.
13
1000 900 800 700 600 500
juveniel
400
subadult
300
adult
200 100 0
Figuur 10: Aantal muurhagedissen in Maastricht in de periode 1977-2009.
Ruimtelijke ontwikkelingen in leefgebied van Muurhagedis Het leefgebied van de Muurhagedis buiten de Hoge Fronten staat onder druk, omdat men voornemens is om het gebied een nieuwe inrichting te geven, met het zogenaamde Belvédèreproject. Ook zijn er plannen om aanvullend een tramverbinding tussen Maastricht en Lanaken te ontwikkelen. Bij al deze ontwikkelingen is het belangrijk dat de belangen van de Muurhagedis behartigd worden (Tilmans et al, 2003). Voor de reactivering van de spoorlijn Boschpoort zijn in 2009 kunstmatige biotopen gebouwd in de vorm van stapelmuren en houtstapels. Ook is er een beheerplan opgesteld voor de taluds van de spoorbaan (Spikmans & Bosman, 2007). Uitheemse Muurhagedissen in Limburg Er is in Limburg een aantal plaatsen bekend waar uitheemse Muurhagedissen zijn uitgezet, of per toeval terecht zijn gekomen. Er komen Muurhagedissen voor op de Bemelerberg, Industrieterrein Echt en in Caestert te Eijsden. In Echt zijn de dieren per toeval met steentransport terecht gekomen op het terrein van een steenhandel, waar de dieren zich handhaven. Planten en dieren zijn aangepast aan de omstandigheden waar ze vandaan komen. De genetische eigenschappen van de dieren verschillen van die van de Nederlandse populatie. Uitzetting van uitheemse dieren is niet wenselijk. Hazelwormen Uit een stageonderzoek in 2008 werd geschat dat er ca. 250 Hazelwormen in de Hoge Fronten voorkomen. In 2009 zijn op een dag maximaal 4 Hazelwormen geteld (Ramakers, 2008). Amfibieën Tevens werden waarnemingen van amfibieën gedaan. In de Hoge Fronten ligt een achttal poelen, waarvan er zes gebruikt worden door amfibieën. De amfibieën trekken voor de voortplanting naar de poelen. In de rest van het jaar bevinden ze zich ook op het land. Voor 14
de amfibieën is het maximale aantal per soort in tabel 3 weergegeven. In oktober werd de valkuil bij sortie C nagekeken op amfibieën. Tabel 3: Maximale aantallen amfibieën in de Hoge Fronten 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke Eiklompen Larven Juvenaam /-snoeren nielen AlpenwaterTriturus alpestris salamander Rana temporaria Bruine kikker 12 Gewone pad
Bufo bufo
Kleine watersalamander Vroedmeesterpad
Triturus vulgaris
SubAdulten adulten 3 3 2
13 1
Alytes obstetricans
4 500
Aantal soorten
2
8 16 (roepend) 5
Dagvlinders Sinds 1997 worden de dagvlinders in de Hoge Fronten gemonitoord. In 2009 is de monitoringsroute gelopen door Niek Oosterveen. Een monitoringsroute geeft een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de soorten in een gebied. Niek Oosterveen liep van april tot en met september 17 vaste rondes van een half uur in de afgesloten gracht. Er werden dit jaar 13 soorten gevolgd. De resultaten van 1997 t/m 2009 zijn opgenomen in tabel 4. Tot 2007 werd de dagvlindermonitoring door Hub Reumkens uitgevoerd. 2009 was landelijk gezien een slecht vlinderjaar. Dit is ook in de Hoge Fronten terug te zien. Aanvullend werden nog losse waarnemingen gedaan door Alex Kloor en Lisa Op den Kamp. Zij namen nog de Koninginnepage waar. De Dagpauwoog werd ook in winterslaap in de ondergrondse gangen waargenomen. In totaal zijn er 14 vlindersoorten gezien in de Hoge Fronten.
Figuur11: rups Koninginnepage
15
Tabel 4: Dagvlinders in de Hoge Fronten 1997-2009 (monitoringsroute) Ned. naam
Wet. naam
Argusvlinder
Lasiommata megera Atalanta Vanessa atalanta Bont Pararge zandoogje aegeria Boomblauwtje Celastrina argiolus Boswitje Leptidea sinapis Bruin blauwtje Aricia agestis
97
98
99
00 01
02
03
04
05
06
17
9
26
17
8
24
13
5
15
5
3
2
1
4
3
1
9
1
1
1 1
1
11
52
250
415
Koevinkje
Aphantopus hyperantus Papillio machaon Araschnia levana Colias crocea
Koninginnepage Landkaartje Oranje luzernevlinder Oranjetipje
Anthocharis cardamines Oranje Pyronia zandoogje tythonus Zwartsprietdik- Thymelicus kopje lineola Totaal # waargen. ex. Totaal # waargen. soorten Totaal # malen route gelopen
12
8
2
155
6
51
2
2
2
1
1
2 7
5
1
1
23
10
12 2
Groot koolwitje Pieris 31 brassicae Icarusblauwtje Polyommatus 299 icarus Klaverblauwtje Polyommatus 19 semiargus Kleine vos Aglais urticae 79
Pieris rapae
3 11
2 102
Lycaena phlaeas Pieris napi
08 09 Totaal
1
1
128 Bruin Maniola jurtina zandoogje 1 Citroenvlinder Gonepteryx rhamni Dagpauwoog Inachis io 43 Distelvlinder Vanessa cardui 24 Geelsprietdik- Thymelicus sylvestris kopje Gehakkelde Polygonia c5 aurelia album Gele Colias hyale luzernevlinder Groentje Callophris rubi
Kleine vuurvlinder Klein geaderd witje Klein koolwitje
07
279
1 52 3
13
84
8 269
1
2
15 4
8
12 5
452 306
314 355
73 31
4
22 108
12 5
1 2
8 2
6
3
6
1
11
3
2
4
4
7
4
15
11
6
48 18 185
280
45
1
2
2
1
186
147
179
1
4
1
3
1
4
1
20
7
10
8
1
3
159
175 174
43
4
84
2020 21
28 1
32
9
26
50 24 146
14
10
2
145
1
2
6
17
294 162
1
2
2
1
16
4
9 13
16
320
192 220
49 35
63
1747 8
1
3
2
1
15 5
2
6 1
1
1
2
2
4
1
15 23
8
1
5
698 1007 263 78 690 1251 573 20 24
51
1
1
79
19 31
1
1
1
197 172 25
65
911
5 43
1
22
2425 5
1
2
3
24
17 15
16
7 0
14 20
17 26
12 24
724 786 224 122 264 10 22
16 21
12 11 15 13
13 17
7587 28 251
Dagactieve nachtvlinders (Lepidoptera) Er zijn een paar nachtvlinders die overdag vliegen en erg opvallend zijn. Die noemen we dagactieve nachtvlinders. Alex Kloor en Lisa Op den Kamp deden een zevental waarnemingen van dagactieve nachtvlinders (tabel 5). Tabel 5: Soorten nachtvlinders in de Hoge Fronten in 2009 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Gamma-uiltje Autographa gamma Klaverspanner Chiasmia clathrata Kolibrievlinder Macroglossum stellatarum Sint jansvlinder Zygaena filipendulae Spaanse vlag Euplagia quadripunctaria Vals witje Siona lineate Witte tijger Spilosoma lubricipeda Totaal aantal soorten 7 Libellen Er werd dit jaar de Platbuiklibel en Azuurwaterjuffer gezien door Lisa Op den Kamp. Bijen en wespen Door Lisa op den Kamp werden de Knautiabij en Gewone schoorsteenwesp waargenomen. Slakken Door Lisa op de Kamp werden Witgerande tuinslak en Wijngaardslak aangetroffen. Nieuwe keversoort voor Nederland In 2009 werd door Ivo Ramaekers een leuke nieuwe soort de oliekever Stenoria analis waargenomen. Deze kever is voor zover bekend nooit eerder in Nederland aangetroffen. De Stenoria analis lijkt vrij strikt aan klimopzijdebij gebonden. Vanwege zijn interessante levenswijze zijn er artikelen geschreven over deze soort: http://www.flickr.com/photos/90408805@N00/1794485299/ http://homepages.ulb.ac.be/~nvereeck/PDF's/Vereecken_Mahe_2007_Stenoria_Colletes.pdf
17
V Recreatie Rust en ruimte en kleinschalige activiteiten De Hoge Fronten vormen een groene oase in de stad. Wandelaars, hondenuitlaters, toeristen en natuurliefhebbers bezoeken het gebied. Er vinden ook kleinschalige activiteiten plaats, die passen binnen de doelstellingen van dit natuur- en cultuurgebied, zoals excursies, theatervoorstellingen en kinderfeestjes. Bezoekers dragen over het algemeen bij aan een goede sfeer in het gebied. Men maakt een praatje en houdt in de gaten wat er in het gebied gebeurt. De Hoge Fronten worden de laatste jaren meer bezocht door stadsbewoners om te recreëren, zoals picknicken en zonnebaden. Toezicht Medewerkers van CNME Maastricht zijn geregeld in de Hoge Fronten aanwezig tijdens beheerwerkzaamheden, inventarisaties, excursies, enz. Ook houden bezoekers en vrijwilligers een oogje in het zeil. Tevens houdt Stadstoezicht van de Gemeente Maastricht toezicht in de Hoge Fronten. De stadswachten spreken bezoekers aan bij ongeregeldheden en hebben een signalerende functie. De Milieupolitie treedt op tegen illegaal kamperen, het betreden van de afgesloten gebiedsdelen, dumpen van afval, het crossen met brommertjes, het los laten lopen van honden buiten het hondenlosloopgebied, het vangen van dieren, drugsoverlast, enz. Een enkele keer dient de Regiopolitie ingeschakeld te worden. Afval Er is helaas veel zwerfafval aanwezig in de Hoge Fronten. Door periodieke afvalrondes van MTB wordt geprobeerd het gebied zo schoon mogelijk te houden. Aanvullend ruimen ook CNME Maastricht en bezoekers van het gebied afval op.
18
Vl Voorlichting en educatie 1 Adoptieprojecten De adoptieprojecten in de Hoge Fronten zijn opgezet om basisscholen te betrekken bij het beheer van het natuurgebied. De koppeling tussen educatie en beheer staat centraal. De projecten worden begeleid door het CNME. Hierbij assisteren de leerkrachten en vrijwilligers van het CNME. Tabel 6 is een overzicht van de lessen in de Hoge Fronten. De Aloysius-school heeft de Hoge Fronten al sinds 1996 geadopteerd. In het voorjaar en de zomer van 2009 zijn waarneemlessen gegeven. Daarbij werd gekeken naar de Muurhagedis en zijn voedsel, bloemen en takkenrillen. In het najaar vond de buitenles plaats, waarbij de zichtlijn werd onderhouden en een takkenril gebouwd. Tabel 6: Adoptielessen in de Hoge Fronten 2009 Datum Tijd Soort les Leiding 13 mei 9.00-12.00 Waarneemles Ine van Duurling 20 mei 9.00-12.00 Waarneemles Ine van Duurling 24 juni 9.00-12.00 Waarneemles Ine van Duurling 11 nov 9.00-12.00 Werkles Ine van Duurling 18 nov 9.00-12.00 Werkles Ine van Duurling Totale aantal leerlingen
School Aloysius Aloysius Aloysius Aloysius Aloysius 75 ll.
2 Vrijwilligerswerk Een netwerk van vrijwilligers zet zich al jaren actief in voor de Hoge Fronten. Vrijwilligers dragen bij aan beheerwerk, toezichtrondes, monitoringsprojecten, rondleidingen en adoptielessen. Op 14 maart vond er nog een werkactie in de Lage Fronten op het spoor plaats. Hier namen 100 personen aan deel. 7 November vond er in het kader van de landelijke Natuurwerkdag een grote activiteit in de Hoge Fronten plaats. Tijdens deze dag werden poelen opgeschoond en kleinschalige snoei werkzaamheden uitgevoerd. Er waren 80 deelnemers, waaronder twee scoutinggroepen, leerlingen van de internationale school en vrijwilligers. Tabel 7: Vrijwilligersdagen Hoge Fronten in 2009 Datum Tijd Activiteit Leiding 14maart 10.00
Werkdag Lage CNME Maastricht Fronten- spoor
1 juli
14.00
Werkmiddag
7 nov
10.00-13.00
Landelijke Natuurwerkdag 21 nov 10.00 Werkdag Totale aantal deelnemers
Groep
# deelnemers 100
Cridi Frissen-Moors John Steijns
Buurtbewoners, scoutinggroepen, International school, Vrijwilligers CNME Gemeente 20 Maastricht, sector samenleving Vrijwilligers CNME, 80 scouting
Ger van Hees
NME Parkstad
CNME Maastricht
19
20 105
3 Rondleidingen Doel van de rondleidingen is het informeren over de verschillende facetten van de natuur in de Hoge Fronten. Bij de meeste rondleidingen wordt ook ingegaan op het ecologische beheer en de historie van het gebied. In 2009 werden door CNME Maastricht 8 rondleidingen in de Hoge Fronten verzorgd, waaraan 147 personen deelnamen. De rondleidingen kunnen worden onderverdeeld in: 1. Algemeen toegankelijke rondleidingen: 5 ( 97 deelnemers) (tabel 8) 2. Rondleidingen voor specifieke groepen: 5 ( 50 deelnemers) (tabel 9) Publieke excursies worden bekend gemaakt via de regionale en lokale (dag)bladen. De rondleidingen voor specifieke groepen zijn op aanvraag. Tabel 8: Vrij toegankelijke excursies in de Hoge Fronten in 2009 Datum Tijd Onderwerp Gidsen 3 mei 7.00-9.00 Vroege Henny Kloosterboer en vogelexcursie Rene Pirson, Cridi FrissenMoors 22 juli 14.00 Muurhagedissen Cridi Frissen-Moors 5 augustus 10.00
Natuurspeurtocht Lage Fronten 12 augustus 19.00 Avondnatuurwand eling 20 sept 14.00-17.00 Groene weekcultuur/natuur Totale aantal deelnemers
# deelnemers 20 5
Cridi Frissen-Moors John Steijns Cridi Frissen-Moors
20
Lisa en Olaf op den Kamp
22
30
97
Tabel 9: Excursies voor specifieke groepen in de Hoge Fronten in 2009 Datum Tijd Groep Gidsen 22 april Excursie MBO-opleiding Cridi Frissen- Moors Wildlife Alex Kloor
# deelnemers 25
29 augustus excursie
Familie-reunie
Don Shepherd
25
13 sept
Week van de geschiedenis
Don Shepherd- Marjan Melkert
0
excursie
Totale aantal deelnemers
50
4 Educatieve activiteiten door derden Door derden, zoals Stichting Maastricht Vestingstad en het VVV, werden het hele jaar door activiteiten georganiseerd (tabel 10). Precieze deelnemersaantallen zijn hiervan niet bekend.
20
Tabel 10: Excursies en activiteiten door derden 2009 in de Hoge Fronten Datum Activiteit Groep Gidsen # deelnemers 2, 4, 5 april Theatervoorstelling Festival CementKarin Netten- White 50 bezoekers Moment 17 mei Maastrichts Mooiste Deelnemers > 500 wandeling Maastrichts Mooiste 20 okt Kazemattenact. Traxs Jeroen Wijckmans 80 18 dec Rondleiding Hoge Opleiding Heerlen IVN- Tineke de Jong 30 Fronten SMV Wil de Jong zaterdagen Kazematten VVV Wisselend speurtocht zondagen Rondleiding Stichting Maastricht Wisselend Kazematten Vestingstad Totaal aantal deelnemers Onbekend 5 Media Tabel 11: Artikelen over de Hoge Fronten verschenen in 2009 Datum Tijdschrift Onderwerp 2009 Uitgave Natuurhistorisch Herpetofauna van Limburg Genootschap Limburg 2009 KNNV-uitgave Verspreidingsatlas van Reptielen en Amfibieën in Nederland 4 maart Maaspost Opschoonactie Boschpoort 28 mei Limburger Maastricht Vestingstad, er gebeurt niets 11 nov Maaspost Ploeteren tijdens natuurwerkdag Buurtblad Brusselse Poort Oost Nieuws van het CNME 18 nov Limburger Schaapskudde trekt door stad 18 nov Maaspost Invasie In tabel 11 is te zien welke artikelen verschenen zijn in 2009 m.b.t. de Hoge en Lage Fronten en Muurhagedis. In 2009 verschenen een Limburgse en Nederlandse verspreidingsatlas van reptielen en amfibieën. Hierin zijn ook de leefgebieden en de ecologie van de Muurhagedis beschreven. Deze boeken zijn te leen via de Onderwijswerkplaats van het CNME.
Figuur 12: Herpetofauna van Limburg
21
Literatuur Blanckaert, A. en J. Hermans, 2009. De evalutatie van een compensatieproject voor de muurhagedis (Podarcis muralis), langs spoortraject Maastricht-Lanaken. Stichting RAVON, Nijmegen. Bonnemayer, J.J.A.M. en P.J.M. DIetvorst, 1979. De Muurhagedis in Maastricht. Een autoecologisch onderzoek naar de essentiële criteria voor zijn bescherming. Rapport no. 160, afdeling Dierecologie, Katholieke Universiteit Nijmegen. Crombaghs B. & W. Bosman. Platform Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad. Beschermingsplan Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad in Limburg 2006-2010. Natuurbalans – Limes Divergens BV & Stichting RAVON, Nijmegen, 2006. Frissen-Moors, C. 2008. Beheerplan voor groengebied Park & Walk Cabergerweg te Maastricht. CNME Maastricht & Regio. Frissen-Moors, C. 2009a. Beheerplan voor het Beschermd Natuurmonument de Hoge Fronten, 2007-2012. CNME Maastricht & Regio. Frissen-Moors, C.M.M. 2009c. Muurhagedis Podarcis muralis. In: H.J.M. van Buggenum et al. (red.), Herpetofauna van Limburg. Verspreiding en ecologie van amfibieën en reptielen in de periode 1980-2008. Stichting Natuurpublicaties Limburg, Maastricht: 86-99. Frissen-Moors, C.M.M. & R.A.M. Tilmans 2009d. Muurhagedis Podarcis muralis. In: Creemers, R.C.M. & J.J.C.W. van Delft (RAVON) (redactie) 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland. Nederlandse Fauna deel 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey – Nederland, Leiden. Gemeente Maastricht, dienst Publieke Werken en Sport, afdeling Groenvoorzieningen, 1994.: De Hoge Fronten. Beheer en onderzoek in 1994. Moors, C. & D. Frissen, 2004. Tellingen van de Muurhagedis in de Hoge Fronten te Maastricht. Aantalsontwikkeling en leeftijdsopbouw van een Muurhagedissenpopulatie. Natuurhistorisch Maandblad, jaargang 93, Mei 2004. Op den Kamp, L. & C.M.M. Frissen-Moors, 2011. Vegetatierapport Hoge Fronten. CNME Maastricht & Regio. Ramakers, J. 2008. Anguis fragilis in de Hoge Fronten. Ecologie van een hazelwormenpopulatie in Maastricht. Intern rapport Alterra Wageningen UR & Hogeschool Van Hall Larenstein. Spikmans, F & W. Bosman, 2007. Naar duurzame populaties reptielen op het te reactiveren spoortraject Maastricht – Lanaken. Tilmans, R. C. Moors & B. Crombaghs, 2003. Nieuwe kansen voor de Muurhagedis. Een actueel beeld van de verspreiding buiten het kerngebied van de Maastrichtse Hoge Fronten. Natuurhistorisch Maandblad, jaargang 92, januari 2003. Van Swaay, C.A.M., Groenendijk, D. & Plate, C.L. (2008). Vlinders en libellen geteld. Jaarverslag 2007. Rapport VS2008.011. De Vlinderstichting, Wageningen.
22
Bijlage 1: Overzichtskaart toponiemen
Bijlage 2: Aantal graasdagen in 2009 per begrazingseenheid per maand Mnd
Aantal
Begrazingseenheden
Schapen 1 d Mrt
250
Apr
250
2 g
d
g
0,5H 125 1,5S 375
3
4
d g
d
5 g
d
6 g
d
7 g
d
g
3S
750
2S
500
1H
250
2H 500
250
2S
500
3H
750
3H 750
2S
250
2S
500
3H 750
2S
500
8S
2000 4H
d
Totaal
9
8 g
d
g
d
g
2H
500
5
1250
8
2000
1H
250
500
2H
500
3H
1000 15
3750
2S
500
2H
500
5H
1250 14
3500
4H 1000
2S
500
2H
500
4H
1000 14
3500
1000 12H 3000
9S
2250 7H
1750
14H
3750 56
14000
Mei Juni Juli Aug Sept Okt Nov Dec totaal
0,5H 125 1,5H 375
d = aantal dagen dat het betreffende deelgebied begraasd werd; g = aantal graasdagen = aantal dagen x aantal schapen. S = standbegrazing, H = herderen. Benamingen van de begrazingseenheden (zie ook bijlage 3): 1. Wei 1 (ingang Achtzaligheden), 2. Wei 2 t/m 6 (glacis), 3. Oud hondenlosloopgebied, 4. Afgesloten gebied, 5. Gracht Holstein en lunet Gelderland, bastion A en voormalig voetbalveld, 6. Bastions Stadhouder, Prins Frederik en lunet Zeeland, 7. Bastion Saxen, 8. Bastion Erfprins, 9. Noordgracht Saxen, Keelcaponnière en bastion Holstein
Bijlage 3: Begrazingseenheden in de Hoge Fronten 2009 1. Wei 1 (ingang Achtzaligheden), 2. Wei 2 t/m 6 (glacis), 3. Oud hondenlosloopgebied, 4. Afgesloten gebied, 5. Gracht Holstein en lunet Gelderland, bastion A en voormalig voetbalveld, 6. Bastions Stadhouder, Prins Frederik en lunet Zeeland, 7. Bastion Saxen, 8. Bastion Erfprins, 9. Noordgracht Saxen, Keelcaponnière en bastion Holstein
Bijlage 8: Methodiek Muurhagedismonitoring 2009 Methode Ludy Verheggen heeft berekend dat elke deelpopulatie minimaal 20 keer per jaar moet worden geteld, om met 95% zekerheid te kunnen zeggen dat de afwijking tussen het getelde en het werkelijke aantal Muurhagedissen niet groter is dan 25% (Stichting CNME en Verheggen 1997a). Enkele marginale deelpopulaties (5 en 6) en enkele muren die onderdeel uitmaken van de deelpopulaties 3 en 14 (de westmuur van bastion A en de kleine muren van lunet Zeeland) hebben, evenals in voorgaande jaren, minder aandacht gekregen dan de dichter bevolkte deelpopulaties. Op deze muren leven geen of hooguit een paar hagedissen. Correctie subadulten Elk jaar doet zich met de tellingen het probleem voor dat het aantal adulten wordt overschat, doordat het onderscheid tussen adulten en subadulten in de loop van het seizoen vervaagt. Ten onrechte worden dan subadulten als adulten geteld. Vanaf 1997 is het streven er op gericht om deze fout te verkleinen, door zo lang het nog enigszins mogelijk is, door te gaan met het onderscheiden van adulten en subadulten. In 1997 is één teller (Minne Feenstra) hiermee begonnen. Als onderscheidingskenmerken zijn bruikbaar: lichaamslengte en –dikte (lichaamslengte af te meten aan de maten van een veldbrandsteen) en breedte van de kop. In 1998 is de overschatting waarschijnlijk geminimaliseerd door een correctie toe te passen op het aantal getelde adulten. De correctie vond plaats door een deel van de door Jan America en Ger van Hees gevonden adulten onder te brengen in de categorie subadult. De tellers bevestigden dat hier waarschijnlijk ten onrechte subadulten voor adulten versleten zijn. Uitgangspunt bij de correctie was dat het aantal subadulten per deelpopulatie niet hoger mocht worden dan het maximum dat daar tot dan toe in dat jaar was gevonden. Het aantal adulten mocht niet lager worden dan tot dan toe. Een eventueel overschot werd vervolgens gelijkelijk verdeeld over de categorieën man adult en vrouw adult. In 1999 was een dergelijke correctie niet nodig. Vanaf 2000 is deze correctie uitgevoerd op de totaalschatting. Repopulatieproject In de periode 1990–94 zijn in totaal 41 subadulten en een onbekend aantal adulten uitgezet, nakomelingen van in gevangenschap gehouden Muurhagedissen van de Hoge Fronten. Dit repopulatieproject werd opgezet met het doel kleine deelpopulaties kunstmatig te versterken. Sinds er individuen zijn uitgezet is het aantal adulten en subadulten ieder jaar gestegen. Enkele goede voortplantingsjaren hebben gezorgd voor een flinke toename van de populatie. Alleen in 1994 liep het aantal terug, waarschijnlijk door illegale wegvangsten in het voorjaar en drastisch toegenomen consolidatiewerkzaamheden aan de muren in het najaar van 1993. Het repopulatieproject is in 1994 beëindigd. Sinds 1992 wordt in de Hoge Fronten een muurhagedisvriendelijk beleid gevoerd en wordt repopulatie niet meer noodzakelijk geacht. In de Lage Fronten, het tweede kerngebied voor de Muurhagedis in Maastricht, is in 1993 een herintroductieproject gestart. In het kader daarvan werden jaarlijks enkele individuen weggevangen uit de Hoge Fronten. Voor het laatst gebeurde dit in 1995 (dieren weggevangen van lunet Holland). De nakomelingen daarvan werden in gevangenschap gefokt en uitgezet in de Lage Fronten. Door het ministerie van LNV is hiervoor vergunning verstrekt tot 2000. Het repopulatieproject stond onder begeleiding van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Bijlage 9: Afbakening muurhagedispopulaties 2009
Bijlage 10: Omvang van de deelpopulaties van de Muurhagedis in 2009 Omvang deelpopulaties Muurhagedis 2009 DeelPopulatie
Adult
Subadult
Juveniel
Totaal
Man
Vrouw
1
4
4
15
14
37
2
3
1
4
11
19
3
1
2
6
6
15
4
6
6
12
8
32
5
0
0
0
0
0
6
3
2
4
6
15
7
1
1
2
2
6
8
3
3
9
20
35
9
1
1
3
8
13
10
4
5
14
31
54
11
3
3
3
12
21
12
3
2
5
10
20
13
1
3
4
13
21
14
0
1
0
4
5
15
1
0
2
4
7
34
34
83
149
300
27,5%
50%
100%
Totaal Percentage
22,5%