Jaarverslag Hoge Fronten 2007
Statensingel 138 6217 KH Maastricht Tel: 043-3219941 Educatie I Voorlichting I Beheer I Advies
Jaarverslag Hoge Fronten 2007
Statensingel 138 6217 KH Maastricht Tel: 043-3219941 Educatie I Voorlichting I Beheer I Advies
Auteur: Cridi Frissen-Moors, Beheerder Hoge Fronten Foto omslag: CNME Maastricht & Regio
Inhoud I
Inleiding ......................................................................................................................................................... 1
II
Inrichting en onderhoud ............................................................................................................................. 2
III III.1 III.2 III.3
Vegetatiebeheer .......................................................................................................................................... 3 Kruidenvegetaties ........................................................................................................................................ 3 Bos en bomen ............................................................................................................................................... 6 Beheer Lage Fronten ................................................................................................................................... 7
IV Flora en fauna ............................................................................................................................................... 9 IV.1 Flora ............................................................................................................................................................... 9 IV.2 Fauna ........................................................................................................................................................... 10 V
Recreatie ..................................................................................................................................................... 21
VI VI.1 VI.2 VI.3 VI.4 VI.5 VI.7 VI.8 VI.9
Voorlichting en educatie .......................................................................................................................... 22 Adoptieprojecten ...................................................................................................................................... 22 Vrijwilligerswerk ........................................................................................................................................... 22 Rondleidingen ............................................................................................................................................ 23 Overige voorlichting en educatieve activiteiten ................................................................................ 24 Educatieve activiteiten door derden .................................................................................................... 24 Media ........................................................................................................................................................... 24 Voorlichtings- en educatiemateriaal ..................................................................................................... 24 Contactcommissie Hoge Fronten........................................................................................................... 25
Literatuur……………………………………………………………………………………………………………….26
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4a: Bijlage 4b: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12:
Overzichtkaart Hoge Fronten met toponiemen Aantal graasdagen in 2007 per begrazingseenheid per maand Begrazingseenheden in de Hoge Fronten in 2007 Maaibeheer voorjaar 2007 Maaibeheer najaar 2007 Bestrijding duizendknopen 2007 Kleinschalig bos- en bomenbeheer in 2007 (excl. kappen op muren) Beheer van bomen en struiken op het muurwerk in 2007 Teldata Muurhagedisinventarisatie en overige inventarisatiegegevens 2007 Afbakening van deelpopulaties van de Muurhagedis in 2007 Omvang van de deelpopulaties van de Muurhagedis in 2007 Vrijwilligers Hoge Fronten 2007 Krantenartikel Hoge Fronten 2007
I
Inleiding
Een in vele opzichten uniek gebied in Maastricht Maastricht heeft met de Hoge Fronten een prachtig natuurgebied nabij het centrum van de stad. Het zijn de restanten van vestingwerken uit de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw. Het gebied (15 hectare) bestaat uit aarden wallen, deels versterkt met muren, met daartussen zogenaamde droge grachten. De werken zijn gebouwd op het middenterras van de Maas. Ondergronds is een uitgebreid gangenstelsel aanwezig. De Hoge Fronten hebben een grote waarde als cultuur- en natuurmonument. Een overzichtskaart van de Hoge Fronten met de toponiemen voor de verschillende deelgebieden is opgenomen als bijlage 1. De vestingmuren zijn een soort kunstmatige rotsen, waar muurplanten en muurfauna zich prima thuis voelen. De gangen zijn vergelijkbaar met natuurlijke grotten, en worden gebruikt als overwinteringplaats door vleermuizen, vlinders en andere diergroepen. Doordat de muren warmte kunnen vasthouden, en ook door de ligging in het warme Maasdal, komen er veel warmteminnende soorten in het gebied voor. Vooral vanwege het voorkomen van de in ons land zeer zeldzame Muurhagedis, werden de Hoge Fronten in 1992 aangewezen als Beschermd Natuurmonument. Het Beschermd Natuurmonument wordt sinds september 1995 beheerd door het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie (CNME Maastricht & Regio). De Gemeente Maastricht is eigenaar van het gebied. Het ondergrondse gangenstelsel wordt door de Stichting Maastricht Vestingstad beheerd. Het natuurbeheer vindt plaats volgens het Beheerplan Hoge Fronten (Frissen, 2009a). Een belangrijk doel van dit jaarverslag is het berichten over ondermeer beheer, resultaten van flora- en faunaonderzoek, recreatie en educatieve activiteiten in de Hoge Fronten. Ter aanvulling kunt u de voorgaande jaarverslagen (1995-2006) gebruiken voor achtergrondinformatie. Deze zijn op te vragen bij CNME Maastricht & Regio. Ook voor andere informatie over de Hoge Fronten kunt u bij CNME Maastricht terecht. In 2007 is de consolidatie gestart van de rechter face van bastion Saxen. De consolidatiewerkzaamheden worden uitgevoerd t.b.v. het behoud van de cultuur- en natuurhistorische waarden, en tevens om veiligheidsredenen. Voor de uitvoering van het project werd een ontheffing van de Flora- en Faunawet verleend en een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 afgegeven. Tijdens de uitvoering werden er beschermende maatregelen getroffen voor de Wilde marjolein, de Hazelworm en de natuurwaarden in het algemeen. In 2008 zal deze consolidatie afgerond worden. In 2007 is getracht om voor het eerst sinds 1984 (Onderzoek Lefeber) weer een compleet overzicht te geven van de bijen- en wespenfauna op de Hoge Fronten. Het onderzoek is uitgevoerd door Ivo Ramaekers. Hierover verschijnt nog een artikel in het Natuurhistorisch Maandblad. De eerste resultaten zijn wel al opgenomen in dit jaarverslag. In dit jaarverslag wordt ook kort ingegaan op de stand van zaken in de Lage Fronten te Maastricht. Dit terrein heeft geen beschermde status, maar is wel een waardevol natuurgebied. Sinds 2007 is het beheer uitgebreid met het aangrenzende spoorwegemplacement, eigendom van NS Poort. Hierdoor kunnen de natuurwaarden in het gebied beter beschermd worden.
1
ll Inrichting en onderhoud Consolidatiewerkzaamheden in de Hoge Fronten In het najaar van 2007 is door de gemeente Maastricht de consolidatie gestart van de rechter face van bastion Saxen (zie figuur 1). De consolidatiewerkzaamheden werden uitgevoerd t.b.v. het behoud van de cultuur- en natuurhistorische waarden, en tevens om veiligheidsredenen. De werkzaamheden bestonden uit het vastzetten van stenen en voegen, waarbij alleen als dit constructief noodzakelijk was, materiaal werd toegevoegd. Ook is de waterafstotende laag onder het talud vernieuwd. Hiertoe werd het talud afgegraven. De uitvoering vond plaats door Laudy BV. De ecologische begeleiding gebeurde door CNME Maastricht & Regio. Voor de uitvoering van het project werd een ontheffing van de Flora- en Faunawet verleend en een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 afgegeven. Tijdens de uitvoering werden er beschermende maatregelen getroffen voor de Wilde marjolein, de Hazelworm en de natuurwaarden in het algemeen. Voor aanvang van het project zijn de beschermde soorten geïnventariseerd, beschermde planten (80 Wilde marjolein, 5 Muurvaren en 1 Tongvaren) zijn afgedekt of tijdelijk in depot gezet. Tevens werd voor aanvang van het project gezocht naar Hazelwormen in het plangebied binnen de Hoge Fronten. Hoewel er voor aanvang geen Hazelwormen gevonden werden, zijn er tijdens de uitvoering in totaal 8 Hazelwormen in de muur in winterslaap aangetroffen. Deze dieren zijn verplaatst buiten het plangebied. Ook werden 1 Kleine watersalamander en 6 muizen in de muur aangetroffen en verplaatst.
Figuur 1: Consolidatiewerkzaamheden van de rechter face van bastion Saxen.
In 2008 wordt de consolidatie van de rechter face van bastion Saxen afgerond. Tevens wordt een consolidatie aan de contrescarp van bastion Erfprins uitgevoerd. Onderhoud t.b.v. toegankelijkheid In 2007 werd er regulier onderhoud uitgevoerd aan de klaphekjes, poorten, rasters en de paaltjesroute. Tevens werden de wandelpaden en banken driemaal vrijgemaaid, t.b.v. de toegankelijkheid. 2
III Vegetatiebeheer 1 Kruidenvegetaties Het vegetatiebeheer vindt plaats door begrazing met een schaapskudde en maaien. Door beide methodes op elkaar af te stemmen, worden alle deelgebieden 1 à 2 maal per jaar kort gemaaid of begraasd. Door dit beheer behouden en/of vergroten de graslanden hun soortenrijkdom. Schapenbegrazing draagt bij aan soortenrijkdom De Hoge Fronten worden al jaren bezocht door een kudde Mergelland-schapen van de Vereniging Natuurmonumenten (Figuur 2). Het Mergelland-schaap is een zeldzaam ras. Van oudsher werd dit ingezet op moeilijk bereikbare en schrale gebieden in Zuid Limburg. De schapen zorgen ervoor dat de graslanden niet dichtgroeien met struiken en op den duur zal door de begrazing het grasland bloemrijker worden. De schaapskudde wordt ook ingezet in andere Maastrichtse natuurgebieden zoals de Sint Pietersberg en de Regenwatervijver in Amby. De kudde trekt met de herder, Els Jetten van Vereniging Natuurmonumenten door de stad. In de Hoge Fronten wordt soms herderbegrazing toegepast, dit wil zeggen dat de herder er continu bij is en de kudde heel gericht kan sturen. Andere dagen staan de schapen in een afgesloten gedeelte (standbegrazing). De kudde wordt dan een à twee keer per dag bezocht en gecontroleerd. Door de schapenbegrazing in combinatie met maaibeheer behouden en/of vergroten de graslanden hun soortenrijkdom. In de Hoge Fronten komen met name Glanshavergraslanden en ruigten voor. Het onderscheid tussen graslanden en ruigten ligt in het feit of er al dan niet wordt gemaaid of begraasd. Ruigtenkruiden als bijvoorbeeld Grote brandnetel, kunnen regelmatig maaien of begrazen slecht verdragen. Afvoer van organisch materiaal heeft een gunstig effect op de kleinere soorten, zoals Grasklokje en Gewone rolklaver en op de soortenrijkdom.
Figuur 2: Begrazing op taluds boven muren
Begrazing 2007 In 2007 bezocht de kudde drie maal de Hoge Fronten. In bijlage 2 is het uitgewerkte begrazingsschema voor 2007 te vinden. Op de bijbehorende kaart in bijlage 3 vindt u de 3
verschillende begrazingseenheden. Een begrazingseenheid is een door rasters afsluitbaar deel van de Hoge Fronten. Jaarlijks wordt een evaluatie gemaakt ten behoeve van het beheer in de toekomst. In 2007 zijn er 16.076 graasdagen geweest op een oppervlakte van ca. 12 ha. in de Hoge Fronten. Dit komt neer op een begrazingsdruk van ongeveer 3,8 schapen per ha. (Begrazingsdruk is het aantal graasdagen gedeeld door het begraasde oppervlakte x 365 dagen). In grafiek 1 is de begrazingsdruk over de afgelopen vijftien jaar weergegeven. Van 1992 tot en met 1995 was de begrazingsdruk te hoog, waardoor er weinig planten tot bloei kwamen. Wegens de toegenomen successie werd vanaf 2002 de begrazing aangevuld met maaibeheer. Schapenbegrazing wordt in de Hoge Fronten nu het meeste ingezet voor nabegrazing (na een maaibeurt), begrazing van steile stukken (die niet te maaien zijn) en kortere vegetaties. In sommige gevallen, bij ruige, hoge vegetaties is het maaibeheer ook effectiever dan de schapenbegrazing. Grafiek 1: Begrazingsdruk Hoge Fronten 1992-2007 7
6
5 .) a h r e p 4 n e p a h c s(3 k u r d s 2 g n zi a r g e 1 b
0 1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999jaar2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
In het voorjaar en de zomer bezocht de kudde de Hoge Fronten tweemaal. De begrazing wordt in deze tijd van het jaar ingezet op de meest soortenrijke delen van de Hoge Fronten: de afgesloten gracht en de hoogste delen van de bastions. De afgesloten gracht werd voor de helft begraasd, de andere helft werd afgezet met flexnetten. Deze keuze is gemaakt ten behoeve van de fasering in bloei en diversiteit. Verder werden de bastions Holstein, Erfprins en Saxen begraasd. In oktober, november en december zijn alle gebieden, behalve begrazingseenheden 1 en 3, bezocht. Er zijn ook plekken in het gebied met overblijvende vegetatie, vanwege de waarde voor overwinterende dieren, zoals insecten.
4
Minder incidenten tijdens de schapenbegrazing Net als in 2006 vonden er in 2007 weinig calamiteiten plaats met de schapen. Het aantal incidenten is in vergelijking met de jaren voor 2006 sterk afgenomen. Tijdens de begrazing van de bastions werden flexnetten op de taluds geplaatst, waarmee valpartijen van schapen werden voorkomen. Ook werden tijdelijk gebieden afgesloten om de kudde rust te bieden en incidenten te voorkomen. Ook het toezicht is geïntensiveerd. Maaibeheer als aanvulling op de schapenbegrazing Als aanvulling op de schapenbegrazing is in 2007 een deel van de Hoge Fronten gemaaid door de beheerploeg van CNME Maastricht (bijlage 4a en 4b). Het maaibeheer wordt vooral toegepast op grotere vlakke terreindelen. Dit jaar werden het glacis, de vlakke delen van bastion Holstein, de oude kraal en delen van de grachten en het oude hondenlosloopgebied met een maaimachine twee maal gemaaid. Het maaisel werd afgevoerd, om een strooisellaag te voorkomen, en voedingsstoffen af te voeren. Na het maaien vond meestal nog nabegrazing plaats. Tevens vond er kleinschaliger maaibeheer met bosmaaiers plaats. In het voor- en najaar werd de vegetatie op twee lunetten gemaaid. De lunetten hebben een zuidelijke expositie en een hellingshoek. Dit is een ideale uitgangssituatie voor een schrale, soortenrijke vegetatie. Paden halfjaarlijks gemaaid Alle paden werden een aantal malen in het voorjaar en de zomer gemaaid. Ook de paaltjes van de wandelroute, banken en prullenbakken werden daarbij vrij gemaaid. Beheer ten behoeve van de Vroedmeesterpad Tijdens een vrijwilligersdag werden zes poelen opgeschoond. Er waren 20 deelnemers, waaronder de jeugdnatuurgroep de Velduulkes. Woekerende vegetatie, zoals Lisdodden, werd handmatig verwijderd uit de poelen. De poelen worden opgeschoond, opdat ze niet verlanden. Hierdoor bereikt er ook voldoende zonnestraling het water, voor een voorspoedige ontwikkeling van de Vroedmeesterpadlarven. In het najaar van 2007 is het terrein rondom de schanskorven en het talud bij de poel achter de voormalige melkfabriek (het kantoor van het CNME) gemaaid ten behoeve van de Vroedmeesterpad. Dit talud wordt, samen met de schanskorven, als landbiotoop gebruikt door de Vroedmeesterpad. De Vroedmeesterpad brengt van de totale actieve periode in een jaar minder dan 1% in of bij het water door. Op de landbiotoop overwintert de soort, wordt gefoerageerd, gepaard en beschutting gezocht. De dieren gebruiken verstopplaatsen, zoals muizenholletjes en kieren tussen stenen. Als de vegetatie gemaaid of begraasd wordt, komt er meer zonne-instraling op de landbiotoop, die de padden nodig hebben voor de opwarming. In 2006 kwam het Beschermingsplan Vroedmeesterpad en Geelbuikvuurpad in Limburg uit (Crombaghs & Bosman, 2006). In dit plan staat de actuele situatie en het gewenste beheer beschreven. Bestrijding duizendknopen De Japanse duizendknoop (Fallopia Japonica) is een merkwaardige plant: hij wordt niet alleen tamelijk groot (tot 3 m.) maar is ook verbluffend snel in zijn verspreiding (de groeiplaats kan zich per jaar ettelijke vierkante meters uitbreiden) en in zijn groei (tal van centimeters per dag!). Hij is afkomstig uit Oostelijk Azië (China, Taiwan, Japan) waar hij één van de eerste planten is die, na een uitbarsting, opschieten op vulkanische grond. Door zijn ontzaglijk aanpassingsvermogen en weerstand tegen lucht- en grondvervuiling, weet hij zich aan te 5
passen aan zeer uiteenlopende habitats. De Japanse duizendknoop is in veel tuinen in Europa aangeplant. De plant heeft krachtige wortelstokken, een soort onderaardse stengels die vrij snel meters diep in de grond boren en wel 20 meter lang kunnen worden. Een klein stukje wortelstok kan al voor een nieuwe groeiplaats zorgen. De Japanse duizendknoop heeft zich snel verspreid over heel Europa, langs wegen, spoorweglijnen, kanalen en rivieren, op industrieterreinen en braakliggende gronden. Van daaruit kan de plant ook weer andere natuurlijke biotopen binnendringen. In de Hoge Fronten vindt de bestrijding plaats middels halfjaarlijks maaien van de locaties waar de duizendknopen in en nabij de bloemrijke grachten groeien (zie bijlage 5 voor de precieze locaties). In 2007 is gestart met een experiment om een deel van de duizendknopen te maaien en vervolgens de stengels in te smeren met Round Up. Door dit een aantal jaren vol te houden, heeft men op andere locaties resultaten geboekt in het terugdringen van de duizendknopen. Dit besluit is genomen, omdat de plant zich steeds meer uitbreidt in de Hoge Fronten en ook inheemse flora verdringt. Informatie over de bestrijding van de Japanse duizendknoop is te vinden op www.environment-agency.gov.uk . 2 Bos en bomen Beheer hagen, kleinschalig bos- en bomenbeheer in houtwal en bosjes In bijlage 6 staat het in 2007 uitgevoerde bos- en bomenbeheer weergegeven. In de Hoge Fronten worden jaarlijks alle meidoornhagen (ca. 450 meter) gesnoeid. Verder wordt er in de terreindelen met bos en struweel snoeiwerk uitgevoerd, ten behoeve van de variatie in soorten en vegetatiestructuur. De zeldzamere soorten, zoals Kardinaalsmuts, Wilde liguster en Sleedoorn, worden vrijgesteld. En er worden inhammen gemaakt in de houtwal. Een deel van het groenafval wordt verwerkt in een takkenril. Het dode hout biedt nestgelegenheid en foerageermogelijkheden voor vogels en andere diersoorten. In 2007 zijn over de hele lengte van de houtwal kleine inhammen gemaakt en de zeldzame soorten vrijgesteld. Verder worden eens in de twee jaar alle drie de zichtlijnen vrij gesnoeid. Het werk werd verricht door de beheerploeg, vrijwilligers, scouting en groep 7 van de Aloysius-school. Verwijderen bomen en struiken op de vestingmuren Tot behoud van het vestingwerk en de muurbiotoop wordt er jaarlijks een deel van de vestingmuren ontdaan van schadelijke houtige gewassen. Bij het beheer van de hogere muurdelen wordt een hoogwerker ingezet. De houtige gewassen worden weggezaagd en de stobben worden ingesmeerd met Round Up, om doorgroei vanuit het wortelstelsel te voorkomen. Eind 2007 werd een hoogwerker ingehuurd, maar door aanhoudende regen (en vochtigheid van het terrein) moesten de werkzaamheden uitgesteld worden tot 2008. Het gedeelte dat wel uitgevoerd is, is weergegeven in bijlage 7.
6
3 Beheer Lage Fronten Uitbreiding beheer Lage Fronten/ spoorwegemplacement In 2007 is het deel van de Lage Fronten en spoorwegemplacement (3 ha.), eigendom van NS Poort, grootschalig opgeschoond door de eigenaar en later in beheer gegeven aan het CNME Maastricht & Regio. Aanleiding hiervoor was de uitbreiding van de parkeerplaats langs de Cabergerweg. Als natuurcompensatie voor de aanleg van de parkeerplaats, vonden de opschonings- en beheerwerkzaamheden plaats. Tevens is een compensatiestrook van 900 m2 aangelegd. In het najaar is een schapenraster rondom het gebied geplaatst, t.b.v. toekomstig beheer met schapen. In 2008 wordt voor dit terreindeel een beheerplan opgesteld. Het beheer van het deel van de Lage Fronten dat eigendom is van de Gemeente Maastricht werd in 2007 gecontinueerd. In opdracht van de Gemeente werden beheerwerkzaamheden uitgevoerd in het laaggelegen terrein, rondom de grachten en vestingmuren.
Figuur 3: Voormalig spoorwegemplacement en Laadperron bij Lage Fronten
In de Lage Fronten en op het spoorwegemplacement wordt een vegetatiebeeld nagestreefd dat vergelijkbaar is met dat in de Hoge Fronten: bloemrijke graslanden, met verspreid ruigten en struweel (zie figuur 3). Voor de ligging van het terrein zie figuur 4. Door de uitbreiding van het terrein zijn de kansen voor de Muurhagedis en andere thermofiele soorten weer toegenomen ( Frissen-Moors, 2008).
7
Figuur 4: Natuurgebied Lage Fronten en voormalig spoorwegemplacement
8
IV Flora en fauna Rondom de eeuwenoude vestingmuren heerst een bijzonder klimaat. Overdag kan de temperatuur hoog oplopen en 's nachts geven de muren nog warmte af. Hier voelen veel bijzondere planten en dieren zich thuis. Het is het meest noordelijke gebied in Europa waar de Muurhagedis voorkomt. De Muurhagedis is een beschermde diersoort (Flora- en Faunawet, Conventie van Bern, bijlage 2 en Habitatrichtlijn, bijlage 4). Jaarlijks wordt er in de Hoge Fronten uitgebreid onderzoek gedaan naar de flora en fauna van het gebied. Het onderzoekswerk wordt uitgevoerd door medewerkers en vrijwilligers verbonden aan CNME Maastricht. Dit jaar zijn de verschillende soortgroepen flora, zoogdieren, reptielen, amfibieën, dagvlinders, dagactieve nachtvlinders, libellen en bijen onderzocht. 1 Flora Het floraonderzoek werd in 2007 uitgevoerd door Cridi Frissen-Moors. Begrazingseenheid 4 werd voor het eerst sinds 2002 weer onderzocht. Deze begrazingseenheid bestaat uit de droge grachten en de muren (afgesloten deel), lunet Holland, Couvre-face Du Moulin. Dit deelgebied is relatief soortenrijk voor de Hoge Fronten. Er komen in het terrein afwisselend Glanshavergraslanden, ruderale ruigtes en muurvegetaties voor. De muren en de zonnige taluds herbergen veel warmteminnende Rode Lijst-soorten. Op de muren groeien onder andere Muurleeuwenbek, Ruige weegbree, Kleine pimpernel, Ronde ooievaarsbek, Grasklokje, Donderkruid en Scherpe fijnstraal. De soortenrijkere delen met een Glanshavergraslandvegetatietype herbergen soorten als Kleine ratelaar, Rode ogentroost, Echt duizendguldenkruid, Grasklokje, Kattendoorn en Slangenkruid. De resultaten van het floraonderzoek zijn verwerkt in het vegetatierapport Hoge Fronten 2007, waarin de soortenlijst, de vegetatiekartering en de kartering van een aantal Rode Lijst-soorten zijn opgenomen (Frissen, 2009b). In het onderzochte gebied is het maai- en begrazingsbeheer geïntensiveerd vanaf 2004. Hierdoor zien we al verschillen in het vegetatiebeeld. In 2007 werd begrazingseenheid 4 in het voorjaar begraasd. In het najaar heeft begrazing en aanvullend maaibeheer (niet vlakdekkend) plaatsgevonden. Op de locaties waar wordt gemaaid, breidt het areaal Glanshavergrasland zich uit, t.o.v. 2002. Waar alleen begrazing plaats heeft plaats gevonden, bestaat de vegetatie uit ruderale ruigte. De Marjoleinruigte en Weegbreeklasse zijn uit het gebied verdwenen. T.o.v. 2002 heeft een aantal soorten zich uitgebreid, namelijk de Goudgele honingklaver, Geel walstro, Donderkruid, Scherpe fijnstraal, Rode ogentroost en Kattendoorn. Een aantal soorten zijn in aantal gedaald, namelijk Klein geelhartje en Kleine ratelaar. En verder hebben de Brede ereprijs en Zwarte toorts zich duidelijk verplaatst binnen het gebied. Opvallende nieuwe vestiging t.o.v. 2002 (in begrazingseenheid 4) zijn de Harige ratelaar, Donzige klis en Groot warkruid. In 2007 was de groeiplaats van de Harige ratelaar uitgebreid tot ca. 100 planten. Waarschijnlijk is het zaad van de Harige ratelaar via de maaimachine of via de schapen in de Hoge Fronten terechtgekomen. Opvallende soorten die verdwenen zijn t.o.v. 2002, zijn Rapunzelklokje en Wouw.
9
2 Fauna Vleermuizen en andere zoogdieren Leden van het Natuurhistorisch Genootschap (coördinator Jos Cobben) telden dit jaar op 27 januari de vleermuizen die in winterslaap in de ondergrondse gangen van de Hoge Fronten huisden (zie tabel 1). Met spiegels werden alle nissen en scheuren in de muren van het gangenstelsel nagezocht. Jaarlijks worden er vier soorten aangetroffen. De monitoorders noteren tevens nog andere waarnemingen van bijv. insecten (zie tabel 9, fauna ondergrondse gangen). Tabel 1: Vleermuizen in winterslaap in de Hoge Fronten 2000- 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke 99/ 00/ 01/ 02/ 03/ naam 00 01 02 03 04
Gewone Myotis mystacinus baardvleermuis Gewone Plecotus auritus grootoorvleermuis Watervleermuis Myotis daubentonii Franjestaart Myotis nattereri Ondetermineerbaar Totale aantal overwinterende vleermuizen
04/ 05
05/ 06
06/ 07
4
8
8
4
2
2
4
6
4
4
4
2
2
1
1
5
2 0 1 11
7 1 1 21
7 1 1 21
3 0 1 10
4 3 0 11
3 6 0 12
5 11 0 21
7 10 0 28
Verder werden er gedurende het jaar nog losse waarnemingen van (sporen van) zoogdieren genoteerd door medewerkers en vrijwilligers van CNME Maastricht (tabel 2). Tabel 2: Overige zoogdieren waargenomen in de Hoge Fronten 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Dwergmuis Micromys minutus Dwergvleermuis Pipistrellus pipistrellus Egel Erinaceus europaeus Konijn Oryctolagus cuniculus Mol Talpa europaea Woelrat Arvicola terrestris Totale aantal soorten 6
10
Vogelonderzoek 2007 In 2007 is geen systematisch broedvogelonderzoek uitgevoerd. Noemenswaardig is de aanwezigheid van de Kerkuil in december. Daling aantal Muurhagedissen In de periode maart tot en met oktober werd de populatie Muurhagedissen door Jan America, Ger van Hees, Cridi Frissen-Moors en Denis Frissen geïnventariseerd. Dit gebeurde volgens de gebruikelijke telmethode(zie bijlage 8). De gegevens zijn verwerkt in tabel 3 en grafiek 2, waarin de populatieontwikkeling vanaf 1977 is weergegeven. Bij de aanvang van de tellingen eind jaren ‘70, ging het zeer slecht met de Muurhagedis. Uitblijvend beheer maakte dat de muren dichtgroeiden en het leefgebied van de hagedis kleiner werd. Door hagedisonvriendelijke restauraties bereikte de populatie in 1980 een vermoedelijk dieptepunt van 34 individuen. In 1988 werd het aantal Muurhagedissen van 1978 opnieuw bereikt. Daarna groeide de populatie langzaam uit tot een voorlopig maximum van 132 dieren in 1992, In 1993 en 1994 viel de populatie opmerkelijk terug, als gevolg van ongunstig weer, verstoring door restauratiewerkzaamheden en het illegaal wegvangen van hagedissen. Hierna groeide de populatie verder, mede door de zonnige jaren en het hagedisvriendelijke beheer (Moors en Frissen, 2004).
Grafiek 2 Aantal Muurhagedissen (Podarcis muralis) in de Hoge Fronten in de periode 1977 - 2007. 600
J uvenielen
500 Aantal Muurhagedissen
S ubadulten Adulten
400
300
200
11
2007
2005
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
1983
1981
J aartal
1979
0
1977
100
Tabel 3: Voorkomen van de Muurhagedis in de Hoge Fronten 1974-2007 Jaar
Adulten
Subadulten
Juvenielen
Totaal
Voor 1974 19771 1978 2 1980 1981 1982 1983 1988 1989 1990 1991 1992 1993 19947 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
onbekend 14 56 25 28 23 24 44 46 51 59 73 75 53 78 919 86 100 116 103 101 96 95 131 149 181 159
onbekend 2 3 3 1 2 9 2 10 183 254 145 28 198 25 50 42 126 15 129 38 98 94 214 139 115 185
onbekend — 3 6 6 20 8 15 23 36 24 45 16 33 49 50 136 18 176 34 144 118 265 209 122 179 40
>100 16 62 34 35 45 41 61 79 105 108 132 1196 105 152 191 264 244 307 266 283 312 454 554 410 475 384
Opmerkingen bij Tabel 3: Voorkomen van de Muurhagedis in de Hoge Fronten sedert de jaren zeventig. Gegevens van vóór 1995 zijn ontleend aan Gemeente Maastricht, dienst Publieke Werken en Sport (1994). Voetnoten: 1Slechts enkele muren werden geïnventariseerd, van maart-juni 1977. Dit verklaart het geringe aantal en het ontbreken van juvenielen. 2Het totale aantal van 56 adulten staat voor het aantal gevangen en gemerkte adulten. Bonnemayer & Dietvorst (1979) schatten de omvang van de populatie 25% hoger. 3Van de 18 subadulten waren 11 gekweekt en uitgezet. 4Van de 25 subadulten waren 11 gekweekt en uitgezet. 5Van de 14 subadulten waren 4 gekweekt en uitgezet. 6Na half augustus is het aantal Muurhagedissen teruggelopen; de uiteindelijke populatiegrootte aan het einde van het seizoen was niet bekend. 7In april-mei werd een onbekend aantal Muurhagedissen weggevangen. 8Van de 19 subadulten waren 15 gekweekt en uitgezet. 9Van de 91 adulten werden er 4 herkend als in het verleden gekweekt en uitgezet.
12
2007 was een warm, zonnig jaar, met een gemiddelde temperatuur van 11,2 graden in Nederland. Hiermee was 2007 het warmste jaar (samen met 2006) sinds het begin van de regelmatige waarnemingen in 1706. Met name de eerste helft van het jaar was zeer warm 2007 was ook een nat jaar (920 mm). Vooral juli was nat. Terwijl van 22 maart tot en met 6 mei er vrijwel geen neerslag is gevallen (www.knmi.nl). Op 14 januari werd voor 2007 de eerste jaarwaarneming van een Muurhagedis in Maastricht gedaan door Alex Kloor in de Lage Fronten op de courtine a-b (buitentemp. 8ºC). Het aantal volwassen dieren in 2007 werd geschat op 159 exemplaren (zie tabel 3). Een afname van 22 dieren t.o.v. 2006. Het aantal subadulten was wel hoog (185). Dit is 103% van de in 2006 geboren juvenielen, die in 2007 de subadulte leeftijd hadden bereikt. Door de zachte winter hebben mogelijk alle juvenielen de winter overleefd. Zelfs zijn niet alle juvenielen in 2006 geteld, waardoor de overleving boven de 100% uitkomt. Dit jaar werden er maar 40 juvenielen geteld. Doordat de zomer zeer nat was, en en ondanks het feit dat zomer en najaar normaal waren qua zonuren, zijn er dit jaar minder juvenielen geboren dan in voorgaande jaren. Dit zal ook volgend jaar zijn weerslag hebben op de populatiegrootte. De eerste juvenielen in de Hoge Fronten werden dit jaar op 16 juli gezien. In bijlage 9 zijn de grenzen van de verschillende deelpopulaties aangegeven. De ontwikkeling van de afzonderlijke deelpopulaties staat vermeld in bijlage 10. Deelpopulaties 1, 8 en 10 hebben de grootste aantallen, respectievelijk 64, 56 en 60 dieren. De nieuwe vondsten op bastion Erfprins zijn als aparte deelpopulatie (15) opgenomen. Voor het eerst sinds 1996 zijn er weer Muurhagedissen in deelgebied 5 waargenomen. Muurhagedissen buiten de Hoge Fronten In Maastricht komt de Muurhagedis ook voor in de Lage Fronten, op het spooremplacement en spoorlijn Boschpoort en op het industrieterrein Boschpoort. In 2007 werden door Alex Kloor in totaal 299 Muurhagedissen geteld buiten de Hoge Fronten, waarvan 145 adulten, 59 subadulten en 95 juvenielen. In 2007 zijn op 4 bedrijfsterreinen Muurhagedissen waargenomen. Totale aantal Muurhagedissen Maastricht In 2007 was het totale aantal Muurhagedissen in Maastricht 683 exemplaren, waarvan 304 adulten, 244 subadulten en 135 juvenielen. 56 % van de getelde Muurhagedissen werden in de Hoge Fronten gezien (grafiek 3).
13
Grafiek 3 Aantal Muurhagedissen (Podarcis muralis) in Maastricht in de periode 1977 2007. 1000 900 800 700
juveniel subadult adult
600 500 400 300 200 100 0 Aantal 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 Muurhagedissen Jaartal
Ruimtelijke ontwikkelingen in leefgebied van Muurhagedis Het leefgebied van de Muurhagedis buiten de Hoge Fronten staat onder druk, omdat men voornemens is om het gebied een nieuwe inrichting te geven, met het zogenaamde Belvédèreproject. Zo is er woning- en kantoorbouw gepland ter plaatse van het industrieterrein Boschpoort, komt er woningbouw op het spooremplacement en rondom de Lage Fronten en wordt de spoorlijn naar Lanaken gereactiveerd. Al met al is het belangrijk dat bij al deze ontwikkelingen de belangen van de Muurhagedis behartigd worden (Tilmans et al, 2003). Voor de reactivering van de spoorlijn Boschpoort is gestart met de uitvoering van het natuurcompensatieplan, opgesteld voor de Muurhagedis, Hazelworm en Levendbarende hagedis door Stichting RAVON (Spikmans & Bosman, 2007). In 2007 zijn voorbereidende werkzaamheden getroffen, voor het overplaatsen van de reptielen naar nieuw te creëren reptielenbiotopen. Er werden reptielenschermen geplaatst en de spoorbaan werd vrijgemaaid. Uitheemse Muurhagedissen in Limburg Er is in Limburg een aantal plaatsen bekend waar uitheemse Muurhagedissen zijn uitgezet, of per toeval terecht zijn gekomen. Er komen Muurhagedissen voor op de Bemelerberg, Industrieterrein Echt en in Caestert te Eijsden. In Echt zijn de dieren per toeval met steentransport terecht gekomen op het terrein van een steenhandel, waar de dieren zich handhaven. Planten en dieren zijn aangepast aan de omstandigheden waar ze vandaan komen. De genetische eigenschappen van de dieren verschillen van die van de Nederlandse populatie. Uitzetting van uitheemse dieren is niet wenselijk. 14
Hazelwormen In 2007 zijn door Ger van Hees, Jan America, Wesley Hendrix, Alex Kloor, Cridi Frissen en Denis Frissen waarnemingen van Hazelwormen gedaan. De Hazelworm komt verspreid in het hele gebied voor. In onderstaande tabel 4 is het maximaal getelde aantal Hazelwormen genoteerd. Tabel 4: Maximale aantal Hazelwormen in de Hoge Fronten 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Juve-nielen Subadulten Hazelworm Anguis fragilis 2 21
Adulten
Totaal
6
29
Tijdens de consolidatie van de rechter face van bastion Saxen, zijn door de aannemer in totaal 8 Hazelwormen aangetroffen. Vooraf aan de consolidatiewerkzaamheden is de omgeving van de muur gecontroleerd op Hazelwormen, maar die werden niet gevonden. Tijdens de werkzaamheden werden de dieren in de muur aangetroffen. Ze zijn vervolgens naar een andere geschikte plek binnen de Hoge Fronten overgezet. Het ging om 2 juveniele Hazelwormen in een scheur in de muur en om 6 adulte Hazelwormen tussen de stenen, die los gemaakt waren. Amfibieën Tevens werden waarnemingen van amfibieën gedaan, door bovengenoemde personen. In de Hoge Fronten ligt een achttal poelen, waarvan er zes gebruikt worden door amfibieën. De amfibieën trekken voor de voortplanting naar de poelen. In de rest van het jaar bevinden ze zich ook op het land. Voor de amfibieën is het maximale aantal per soort in tabel 5 weergegeven. Tijdens opschoonwerkzaamheden op 8 oktober aan de put onder de ophaalbruggen bij sortie D, werden amfibieën en reptielen aangetroffen. Er werden 1 subadulte en 10 adulte Bruine kikkers, 1 Gewone pad en 1 juveniele en 1 adulte Vroedmeesterpad aangetroffen. Deze dieren werden uitgezet langs de muren in de buurt van de poelen.
15
Tabel 5: Maximale aantallen amfibieën in de Hoge Fronten 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke Eiklompen Larven Juvenaam /-snoeren nielen AlpenwaterTriturus alpestris salamander Bruine kikker Rana temporaria >2 Gewone pad
Bufo bufo
Groene kikker
Rana esculenta synklepton Triturus vulgaris
Kleine watersalamander Vroedmeesterpad
SubAdulten adulten 1m 1
2
27 1
1
Alytes obstetricans
60
Aantal soorten
1
2
15
1
5 (roepend) 6
In 2007 werd geen systematisch onderzoek naar de roepactiviteit van de Vroedmeesterpad gedaan. Wel werden op 26 juni, om 12.30 uur, vijf Vroedmeesterpadden achter het kantoor van CNME gehoord door Tineke de Jong. Dagvlinders De dagvlindermonitoring is van 1997-2006 door Hub Reumkens uitgevoerd. In 2007 is de monitoringsroute overgenomen door Niek Oosterveen. Een monitoringsroute geeft een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de soorten in een gebied. Niek Oosterveen liep van april tot en met september 15 vaste rondes van een half uur in de afgesloten gracht. Er werden dit jaar twaalf soorten gevolgd. Per bezoek werden temperatuur, bewolking en windkracht genoteerd. De resultaten van 1997 t/m 2007 zijn opgenomen in tabel 6. In 2001 werd niet volgens de monitoringsroute geïnventariseerd, maar werden losse waarnemingen genoteerd.
16
Tabel 6: Dagvlinders in de Hoge Fronten 1997-2007 (monitoringsroute) Nederlandse naam Argusvlinder
Wetenschappelijke naam Lasiommata megera Atalanta Vanessa atalanta Bont Pararge zandoogje aegeria Boomblauwtje Celastrina argiolus Boswitje Leptidea sinapis Bruin blauwtje Aricia agestis
97
98
99
00 01
02
03
04
05
06
07
Totaal
17
9
26
17
8
24
13
5
15
5
3
142
3
2
1
4
3
1
9
1
1
12
37
1 1
1
11
52
250
415
Koevinkje
Aphantopus hyperantus Papillio machaon Araschnia levana Colias crocea
Koninginnepage Landkaartje Oranje luzernevlinder Oranjetipje
Anthocharis cardamines Oranje Pyronia zandoogje tythonus Zwartsprietdik- Thymelicus kopje lineola Totaal # waargen. ex. Totaal # waargen. soorten Totaal # malen route gelopen
2
1
1
7
1
17 2 2
Groot koolwitje Pieris 31 brassicae Icarusblauwtje Polyommatus 299 icarus Klaverblauwtje Polyommatus 19 semiargus Kleine vos Aglais urticae 79
Pieris rapae
2
2
2 102
Lycaena phlaeas Pieris napi
2
1
Bruin Maniola 128 zandoogje jurtina 1 Citroenvlinder Gonepteryx rhamni Dagpauwoog Inachis io 43 Distelvlinder Vanessa cardui Geelsprietdik- Thymelicus 24 kopje sylvestris Gehakkelde Polygonia c5 aurelia album Gele Colias hyale luzernevlinder Groentje Callophris rubi
Kleine vuurvlinder Klein geaderd witje Klein koolwitje
1
279
1 52 3
13
84
8 269
1
2
15 4
8
12 5
452 306
314 355
73
5 22 108
12 5
1 2
8 2
1 4
186 129 25
3
6
1
11
3
2
4
4
1
44 1
1
22
2370
1 4
15
11
6
48 18 185
280
45
1
1
2
2
10
8
155
175 174
43
1932 21
28
2
1 9
26
2
145
1
2
6
79
32
186
147
179
1
4
1
3
1
4
5
2
2
50 24 146
2
2
1
1
911 19 31
1
1
17
294 162
1
1
3
14
10
65
1
20
7
4
9
291
192 220
49
1649 8
1
3
2
2
2
4
1
15 23
14
1
5
698 1007 263 78 690 1251 573 20 24
16
17 15
17
7 0
14 20
17 26
12 24
724 786 224 10 22
16 21
12 15
7207 28 221
In 2007 werden tijdens de monitoringsrondes 12 soorten vlinders gezien: een laag aantal soorten. Landelijk lag het aantal vlinders in 2007 rond het langjarig gemiddelde. De aantallen waren lager dan in 2006, maar wel beter dan in 2004 en 2005. Bedreigde soorten deden het landelijk gezien slecht (Van Swaay et al., 2008). Aanvullend werden nog losse waarnemingen gedaan door Alex Kloor en Cridi Frissen. Zij namen nog Bont zandoogje, Boswitje, Groentje, Kleine vos, Kleine vuurvlinder en Oranjetipje waar. Kleine vos en Dagpauwoog werden ook in winterslaap in de ondergrondse gangen waargenomen. In totaal zijn er dus 18 vlindersoorten gezien in de Hoge Fronten. Dagactieve nachtvlinders (Lepidoptera) Er zijn een paar nachtvlinders die overdag vliegen en erg opvallend zijn. Die noemen we dagactieve nachtvlinders. Alex Kloor en Niek Oosterveen deden samen een vijftal waarnemingen van dagactieve nachtvlinders (tabel 7). De waarneming van de Kleine beer betrof een rups. Tabel 7: Soorten dagactieve nachtvlinders in de Hoge Fronten in 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Bruine daguil Euclidia glyphica Klaverspanner Chiasmia clathrata Kleine beer Phragmatobia fuliginosa Kolibrivlinder Macroglossum stellatarum St. Jansvlinder Zygaena filipe ndula Vals witje Siona lineate Totaal aantal soorten 6 Libellen Er werd dit jaar een vijftal soorten libellen waargenomen door Ivo Ramaekers en Cridi Frissen, bij de poelen in de Hoge Fronten (zie tabel 8). De poelen zijn in het verleden aangelegd als schapendrinkpoelen. Inmiddels komen er veel dier- en plantensoorten in voor. Tabel 8: Soorten libellen in de Hoge Fronten in 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Bruine winterjuffer Sympecma fusca Gewone oeverlibel Orthetrum cancellatum Lantaarntje Ischnura elegans Platbuik Libellula depressa Watersnuffel Enallagma cyathigerum Totaal aantal soorten 5 Bijen en wespen In 2007 is getracht om voor het eerst sinds 1984 (Lefeber) weer een compleet overzicht te geven van de bijen- en wespenfauna op de Hoge Fronten. Het onderzoek is uitgevoerd door Ivo Ramaekers. De resultaten zullen worden verwerkt in een nog te verschijnen artikel in het Natuurhistorisch Maandblad. De behoorlijk intensieve inventarisatie resulteerde in circa 153 bijensoorten en circa 100 angeldragende wespensoorten (exclusiefplatkopwespen, tangwespen en peerkopwespen). Hiermee is de Hoge Fronten nog altijd een van soortenrijkste bijen- en wespengebieden van ons land. De waargenomen aantallen liggen zelfs hoger dan in 1984 (toen 110 resp. 90 soorten) al zijn in 2007 niet alle soorten van destijds teruggevonden. Het algemene beeld is dat de bijen- en wespenfauna zich positief heeft 18
ontwikkeld. Waarschijnlijk profiteren veel soorten van de dankzij het recente beheer toegenomen bloemrijkdom en schralere begroeiing. Met name warmteminnende grondnestelaars en soorten met gespecialiseerd bloembezoek doen het goed. Soorten die in dood hout en holle stengels nestelen lijken het wat moeilijker te hebben. Opvallende waarnemingen: − de hoge dichtheid en het grote aantal soorten van op vlinderbloemigen gespecialiseerde bijen. Waarschijnlijk zijn noch in Zuid-Limburg, noch elders in Nederland vergelijkbare situaties te vinden. − de aanwezigheid van de rotsbehangersbij, een soort die pas in 2005 voor het eerst in Nederland is waargenomen. − de aanwezigheid van de driedoornige metselbij, een soort die in Nederland slechts van een handvol Zuid-Limburgse vondsten bekend is − de vrij grote populatie glimmende zandbijen, een soorten die buiten de Hoge Fronten alleen bekend is van de St. Pietersberg en de Wrakelberg. − de verspreid aanwezige nestplekken van de klimopzijdebij. Deze op klimop gespecialiseerde en daardoor als laatst actieve bijensoort is binnen Nederland beperkt tot Zuid- en Midden-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Tot dusver waren geen nestplekken van deze soort bekend. − de verspreid aanwezige kolonies schoorsteenwespen (figuur 5) met bijbehorende goudwespen op kale steilwandjes. − de aanwezigheid van 56 bijensoorten van de Rode Lijst en een groot aantal bedreigde en zeer zeldzame wespen.
Figuur 5: Gewone schoorsteenwesp (foto Olaf Op de Kamp)
Overige insecten en andere dieren Door vleermuistellers werden nog waarnemingen in de ondergrondse gangen gedaan. Ze noteerden naast vleermuizen ook andere dieren die ze in de ondergrondse gangen tegenkwamen (zie tabel 9). In 2008 verscheen een artikel over de overwinterende dagvlinders in enkele Maastrichtse vestingwerken (Hageman & Vergoossen, 2008)
19
Tabel 9: Overige fauna in ondergrondse gangen Hoge Fronten 2007 Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Dagpauwoog Inachis io Gewone pad Bufo bufo Holenspin Kelderglansslak Oxychillus cellarius Kleine vos Aglais urticae Hopsnuituil Hypena rostralis Grote aardslak Limax maximus Roesje Scoliopteryx libatrix Pissebed Steenspringer -
20
Aantal 50 1 (dood) 1 1 1 1 6 15 5 1
V Recreatie Rust en ruimte en kleinschalige activiteiten De Hoge Fronten vormen een groene oase in de stad. Wandelaars, hondenuitlaters, toeristen en natuurliefhebbers bezoeken het gebied. Er vinden ook kleinschalige activiteiten plaats, die passen binnen de doelstellingen van dit natuur- en cultuurgebied, zoals excursies, theatervoorstellingen en kinderactiviteiten. Bezoekers dragen over het algemeen bij aan een goede sfeer in het gebied. Men maakt een praatje en houdt in de gaten wat er in het gebied gebeurt. Toezicht Medewerkers van CNME Maastricht zijn geregeld in de Hoge Fronten aanwezig tijdens beheerwerkzaamheden, inventarisaties, excursies, enz. Ook houden bezoekers en vrijwilligers een oogje in het zeil. Tevens houdt Stadstoezicht van de Gemeente Maastricht toezicht in de Hoge Fronten. De stadswachten spreken bezoekers aan bij ongeregeldheden en hebben een signalerende functie. De Milieupolitie treedt op tegen illegaal kamperen, het betreden van de afgesloten gebiedsdelen, dumpen van afval, het crossen met brommertjes, het los laten lopen van honden buiten het hondenlosloopgebied, het vangen van dieren enz.. CNME Maastricht en Stadstoezicht hebben geregeld overleg om zaken af te stemmen. Een enkele keer dient de Regiopolitie ingeschakeld te worden. Afval Er is helaas veel zwerfafval aanwezig in de Hoge Fronten. Door periodieke afvalrondes van MTB wordt geprobeerd het gebied zo schoon mogelijk te houden. Aanvullend ruimen ook CNME Maastricht en bezoekers van het gebied afval op. Vandalisme en overlast Over het algemeen heerst er een goede sfeer in het gebied. Desondanks zijn er zo nu en dan problemen en overtredingen. Er was in 2007 een toename van de drugsoverlast. Junks hielden zich op in het gebied, er werd gedeald, vuur gestookt, afval (spuiten, zilverpapier) achtergelaten en bezoekers voelden zich onveilig. Ook werd er op een avond in april, op verschillende plaatsen graffiti gespoten op muren, poorten en hardstenen trappen. En er werd meerdere malen melding gemaakt van de aanwezigheid van een schennispleger. Alle zaken werden doorgegeven aan de (milieu)politie.
21
Vl Voorlichting en educatie 1 Adoptieprojecten De adoptieprojecten in de Hoge Fronten zijn opgezet om basisscholen te betrekken bij het beheer van het natuurgebied. De koppeling tussen educatie en beheer staat centraal. De projecten worden begeleid door het CNME. Hierbij assisteren de leerkrachten en vrijwilligers van het CNME. Tabel 10 is een overzicht van de lessen in de Hoge Fronten. De Aloysius-school heeft de Hoge Fronten al sinds 1996 geadopteerd. In het voorjaar en de zomer van 2007 zijn waarneemlessen gegeven. Daarbij werd gekeken naar de Muurhagedis en zijn voedsel, bloemen en takkenrillen. In het najaar vond de buitenles plaats, waarbij de zichtlijn werd onderhouden en een takkenril aangevuld. Tabel 10: Adoptielessen in de Hoge Fronten 2007 Datum Tijd Soort les Leiding 09 mei 9.00-12.00 waarneemles Cridi Frissen-Moors 20 juni 9.00-12.00 waarneemles Cridi Frissen-Moors 14 nov 9.00-12.00 werkles Cridi Frissen-Moors 28 nov 9.00-12.00 werkles Cridi Frissen-Moors 29 nov 10.30-12.00 werkles Cridi Frissen-Moors Totale aantal leerlingen
School Aloysius Aloysius Aloysius Aloysius Vrije School 90 ll.
2 Vrijwilligerswerk Een netwerk van vrijwilligers zet zich al jaren actief in voor de Hoge Fronten. Vrijwilligers dragen bij aan beheerwerk, toezichtrondes, monitoringsprojecten, rondleidingen en adoptielessen. In bijlage 11 is een overzicht opgenomen van alle vrijwilligers en hun activiteiten. Wij danken iedereen hartelijk voor hun bijdrage! Er vonden vier werkdagen plaats onder begeleiding van CNME Maastricht (tabel 11). Dit jaar werden door de vrijwilligers ondermeer de poelen opgeschoond, t.b.v. de Vroedmeesterpad en andere amfibieën. Tijdens twee dagen kregen we enthousiaste ondersteuning van de Velduulkes, een jeugdnatuurclub van CNME Parkstad. 3 November vond er in het kader van de landelijke Natuurwerkdag een grote activiteit in de Hoge Fronten plaats. Op vijf verschillende locaties werden snoei- en maaiwerkzaamheden uitgevoerd. Er waren 85 deelnemers, waaronder twee scoutinggroepen, leerlingen van de internationale school en vrijwilligers. Tabel 11: Vrijwilligersdagen Hoge Fronten in 2007 Datum Tijd Activiteit Leiding 7 feb
10.00- 13.00 Snoeiwerk Cridi Frissen-Moors Hoge Fronten 17 mrt 10.00- 13.00 Snoeiwerk Lage Cridi Frissen-Moors Fronten 12 mei 10.00-13.00 Poelen Cridi Frissen-Moors opschonen HF 3 nov 10.00-13.00 Landelijke John Steijns Natuurwerkdag Totale aantal deelnemers 22
Groep
# deelnemers Vrijwilligers CNME 6
Vrijwilligers CNME 22 Vrijwilligers CNME 20 Vrijwilligers CNME, 85 scouting 133
3 Rondleidingen Doel van de rondleidingen is het informeren over de verschillende facetten van de natuur in de Hoge Fronten. Bij de meeste rondleidingen wordt ook ingegaan op het ecologische beheer en de historie van het gebied (figuur 6).
Figuur 6: Vogelexcursie Hoge Fronten
In 2007 werden door CNME Maastricht 6 rondleidingen in de Hoge Fronten verzorgd, waaraan 65 personen deelnamen. De rondleidingen kunnen worden onderverdeeld in: 1. Algemeen toegankelijke rondleidingen: 3 ( 21 deelnemers) (tabel 12) 2. Rondleidingen voor specifieke groepen: 3 ( 44 deelnemers) (tabel 13) Tabel 12: Vrij toegankelijke excursies in de Hoge Fronten in 2007 Datum Tijd Onderwerp Gidsen 6 mei 7.00-9.00 Vroege vogels Henny Kloosterboer (IVN) Cridi Frissen-Moors (CNME) 18 juli 14.00-16.00 Muurhagedissen Cridi Frissen-Moors 19 sept 14.00-15.00 Groene weekWil de Jong (SMV) cultuur/natuur Cridi Frissen-Moors (CNME) Totale aantal deelnemers
# deelnemers 15 4 2 21
Publieke excursies worden bekend gemaakt via de regionale en lokale (dag)bladen. Tijdens de vlinderexcursie was de opkomst zeer hoog met 50 deelnemers, waaronder 15 kinderen. Tabel 13: Excursies voor specifieke groepen in de Hoge Fronten in 2007 Datum Tijd Groep Gidsen 25 april 19.00–20.30 Contactcommissie Cridi Frissen-Moors 16 juni 10.00-14.00 RAVON Brabant Alex Kloor Cridi Frissen-Moors 2 juli 17.00-18.00 Woonpunt Don Shepherd Totale aantal deelnemers
23
# deelnemers 12 20 12 44
4 Overige voorlichtingsactiviteiten Verder vond er een aantal activiteiten van CNME Maastricht in de Hoge Fronten plaats (tabel 14). Tabel 14: Voorlichtingsactiviteiten Datum Tijd Groep 2007 PABO Totale aantal deelnemers
Activiteit scholing
# aanwezigen 100 (5 groepen) 100
5 Educatieve activiteiten door derden Door derden, zoals Stichting Maastricht Vestingstad en het VVV, werden het hele jaar door activiteiten georganiseerd (tabel 15). Precieze deelnemersaantallen zijn hiervan niet bekend. Tabel 15: Excursies en activiteiten door derden 2007 in de Hoge Fronten Datum Activiteit Groep Gidsen # deelnemers 12 mei Excursie IVN-jeugd IVN Meerssen Hele jaar verjaardagsfeestje Linde kinderfeestjes mogelijk zaterdagen Kazematten VVV Wisselend speurtocht zondagen Rondleiding Stichting Maastricht Wisselend Kazematten Vestingstad Totaal aantal deelnemers Onbekend 7 Media In tabel 16 is te zien welke artikelen verschenen zijn in 2007 m.b.t. de Hoge en Lage Fronten en Muurhagedis. Tabel 16: Artikelen over de Hoge Fronten verschenen in 2007 Datum Tijdschrift Onderwerp februari Maaspost 'Opschoning groengebied rondom parkeerterrein Cabergerweg' maart Limburger 'Hazelworm houdt beschermd plekje bij Cabergerweg' (Bijlage 12) mei Buurtblad Brusselse Poort Oost ‘Nieuws van CNME Maastricht & Regio’ juli Limburger 'Kazemat A niet voor studenten door hagedis' augustus Maaspost 'Reptielen beschermd bij opknappen spoorlijn – speciale voorzorgsmaatregelen voor hagedissen en hazelworm' oktober Buurtblad Brusselse Poort Oost ‘Nieuws van CNME Maastricht & Regio’ TV Maastricht maakte opnames op 18 juli tijdens de Muurhagedissenexcursie, voor het programma Vitrien. 8 Voorlichtings- en educatiemateriaal -
24
9 Contactcommissie Hoge Fronten De contactcommissie dient als overleggroep voor het beheer van de Hoge Fronten. In deze commissie zitten verschillende organisaties, zoals buurtcomités, natuurgroepen, Stichting Maastricht Vestingstad, Gemeente Maastricht, Provincie Limburg, buurtbewoners en andere belanghebbenden. Allerlei onderwerpen aangaande het beheer van het gebied, zoals recreatie en schapenbegrazing, worden besproken. In 2007 vond er een bijeenkomst plaats op 25 april, over de uitgangspunten van het natuurbeheer in de Hoge Fronten.
25
Literatuur Bonnemayer, J.J.A.M. en P.J.M. DIetvorst, 1979. De Muurhagedis in Maastricht. Een autoecologisch onderzoek naar de essentiële criteria voor zijn bescherming. Rapport no. 160, afdeling Dierecologie, Katholieke Universiteit Nijmegen. Crombaghs B. & W. Bosman. Platform Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad. Beschermingsplan Geelbuikvuurpad en Vroedmeesterpad in Limburg 2006-2010. Natuurbalans – Limes Divergens BV & Stichting RAVON, Nijmegen, 2006. Frissen-Moors, 2008. Beheerplan voor groengebied Park & Walk Cabergerweg te Maastricht. CNME Maastricht & Regio. Frissen-Moors, 2009a (in prep). Beheerplan voor het Beschermd Natuurmonument de Hoge Fronten, 2007-2012. CNME Maastricht & Regio. Frissen-Moors, 2009b. Vegetatierapport Hoge Fronten 2007. CNME Maastricht & Regio. Gemeente Maastricht, dienst Publieke Werken en Sport, afdeling Groenvoorzieningen, 1994.: De Hoge Fronten. Beheer en onderzoek in 1994. Hageman, J. & W. Vergoossen, 2008. Overwinterende dagvlinders in enkele Maastrichtse vestingwerken. Resultaten van een monitoringsproject vanaf 1989 tot en met 2007. Natuurhistorisch Maandblad April 2008. Jaargang 97/4, pag. 98 - 100. Moors, C. & D. Frissen, 2004. Tellingen van de Muurhagedis in de Hoge Fronten te Maastricht. Aantalsontwikkeling en leeftijdsopbouw van een Muurhagedissenpopulatie. Natuurhistorisch Maandblad, jaargang 93, Mei 2004. Spikmans, F & W. Bosman, 2007. Naar duurzame populaties reptielen op het te reactiveren spoortraject Maastricht – Lanaken. Tilmans, R. C. Moors & B. Crombaghs, 2003. Nieuwe kansen voor de Muurhagedis. Een actueel beeld van de verspreiding buiten het kerngebied van de Maastrichtse Hoge Fronten. Natuurhistorisch Maandblad, jaargang 92, januari 2003. Van Swaay, C.A.M., Groenendijk, D. & Plate, C.L. (2008). Vlinders en libellen geteld. Jaarverslag 2007. Rapport VS2008.011. De Vlinderstichting, Wageningen.
26
Bijlage 1: Overzichtskaart toponiemen
2
197
197
5S
985
13S
2S 2581 7S
394
1379 7S
1379
d
g
d
985
1379 5S 2275 13S 5H 1H
5S
5S
1H
3H 774
7S
g
7
258
d
6
4S
808
g
5
2H 516
4S
d g d
4
258
985
g
3
4S
5S
d g d
1
Begrazingseenheden
201
Schapen
Aantal
g 4S
d
2S
2S
394
394 11S
1H
2,5H2 1008 4S ,5S
d
9
3019 6,5S 1796 19S 2,5H 1H
985
258
970
806
g
8
7S
4H
4S3H
2,5H
10,5S
8S
67,5S
4041 9,5H
7S
2167 31S
258
808
808
g
16076
1379
6304
1379
1032
1744
2622
1616
g
Totaal
1. Wei 1 (ingang Achtzaligheden), 2. Wei 2 t/m 6 (glacis), 3. Oud hondenlosloopgebied, 4. Afgesloten gebied, 5. Gracht Holstein en lunet Gelderland, bastion A en voormalig voetbalveld, 6. Bastions Stadhouder, Prins Frederik en lunet Zeeland, 7. Bastion Saxen, 8. Bastion Erfprins, 9. Noordgracht Saxen, Keelcaponnière en bastion Holstein
d = aantal dagen dat het betreffende deelgebied begraasd werd; g = aantal graasdagen = aantal dagen x aantal schapen. S = standbegrazing, H = herderen. Benamingen van de begrazingseenheden (zie ook bijlage 4):
totaal
Dec
Nov
Okt
Sept
Aug
Juli
Juni
Mei
Apr
Mrt
Mnd
Bijlage 2: Aantal graasdagen in 2007 per begrazingseenheid per maand
Bijlage 3: Begrazingseenheden in de Hoge Fronten 2007 1. Wei 1 (ingang Achtzaligheden), 2. Wei 2 t/m 6 (glacis), 3. Oud hondenlosloopgebied, 4. Afgesloten gebied, 5. Gracht Holstein en lunet Gelderland, bastion A en voormalig voetbalveld, 6. Bastions Stadhouder, Prins Frederik en lunet Zeeland, 7. Bastion Saxen, 8. Bastion Erfprins, 9. Noordgracht Saxen, Keelcaponnière en bastion Holstein
Bijlage 8: Teldata Muurhagedisinventarisatie 2007 Data waarop de verschillende deelpopulaties geteld zijn in 2007 Deelpopulatie
Teldata
# Tellingen
1
14-3, 26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
12
2
14-3, 26-3, 21-4, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 7- 10 10
3
14-3, 26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
12
4
14-3, 26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
12
5
21-4, 11-6, 27-6, 16-7
4
6
14-3, 21-4, 11-6, 27-6, 16-7, 24-9
6
7
14-3, 21-4, 27-6, 16-7, 7-10
5
8
14-3, 26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
12
9
14-3, 26-3, 21-4, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 7- 10 10
10
14-3, 26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
12
11
14-3, 26-3, 21-4, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
11
12
14-3, 26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 24-9, 7-10
12
13
14-3, 26-3, 21-4, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 23-9, 7- 10 10
14
26-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 24-9, 7- 10 10
15
14-3, 21-4, 11-6, 27-6, 8-7, 16-7, 12-8, 16-9, 24-9, 7- 10 10
In 2007 zijn op 12 dagen Muurhagedissen geteld. In de bovenstaande tabel is te lezen hoe vaak en wanneer de verschillende deelpopulaties geteld zijn. De tellingen zijn uitgevoerd door Ger van Hees, Jan America, Wesley Hendrix, Bart Frösch, Denis Frissen, Cridi Frissen-Moors.
Bijlage 8b: Teldata Muurhagedisinventarisatie en overige inventarisatiegegevens 2007 Methode Ludy Verheggen heeft berekend dat elke deelpopulatie minimaal 20 keer per jaar moet worden geteld, om met 95% zekerheid te kunnen zeggen dat de afwijking tussen het getelde en het werkelijke aantal Muurhagedissen niet groter is dan 25% (Stichting CNME en Verheggen 1997a). Enkele marginale deelpopulaties (5 en 6) en enkele muren die onderdeel uitmaken van de deelpopulaties 3 en 14 (de westmuur van bastion A en de kleine muren van lunet Zeeland) hebben, evenals in voorgaande jaren, minder aandacht gekregen dan de dichter bevolkte deelpopulaties. Op deze muren leven geen of hooguit een paar hagedissen. Correctie subadulten Elk jaar doet zich met de tellingen het probleem voor dat het aantal adulten wordt overschat, doordat het onderscheid tussen adulten en subadulten in de loop van het seizoen vervaagt. Ten onrechte worden dan subadulten als adulten geteld. Vanaf 1997 is het streven er op gericht om deze fout te verkleinen, door zo lang het nog enigszins mogelijk is, door te gaan met het onderscheiden van adulten en subadulten. In 1997 is één teller (Minne Feenstra) hiermee begonnen. Als onderscheidingskenmerken zijn bruikbaar: lichaamslengte en –dikte (lichaamslengte af te meten aan de maten van een veldbrandsteen) en breedte van de kop. In 1998 is de overschatting waarschijnlijk geminimaliseerd door een correctie toe te passen op het aantal getelde adulten. De correctie vond plaats door een deel van de door Jan America en Ger van Hees gevonden adulten onder te brengen in de categorie subadult. De tellers bevestigden dat hier waarschijnlijk ten onrechte subadulten voor adulten versleten zijn. Uitgangspunt bij de correctie was dat het aantal subadulten per deelpopulatie niet hoger mocht worden dan het maximum dat daar tot dan toe in dat jaar was gevonden. Het aantal adulten mocht niet lager worden dan tot dan toe. Een eventueel overschot werd vervolgens gelijkelijk verdeeld over de categorieën man adult en vrouw adult. In 1999 was een dergelijke correctie niet nodig. Vanaf 2000 is deze correctie uitgevoerd op de totaalschatting. Repopulatieproject In de periode 1990–94 zijn in totaal 41 subadulten en een onbekend aantal adulten uitgezet, nakomelingen van in gevangenschap gehouden Muurhagedissen van de Hoge Fronten. Dit repopulatieproject werd opgezet met het doel kleine deelpopulaties kunstmatig te versterken. Sinds er individuen zijn uitgezet is het aantal adulten en subadulten ieder jaar gestegen. Enkele goede voortplantingsjaren hebben gezorgd voor een flinke toename van de populatie. Alleen in 1994 liep het aantal terug, waarschijnlijk door illegale wegvangsten in het voorjaar en drastisch toegenomen consolidatiewerkzaamheden aan de muren in het najaar van 1993. Het repopulatieproject is in 1994 beëindigd. Sinds 1992 wordt in de Hoge Fronten een muurhagedisvriendelijk beleid gevoerd en wordt repopulatie niet meer noodzakelijk geacht. In de Lage Fronten, het tweede kerngebied voor de Muurhagedis in Maastricht, is in 1993 een herintroductieproject gestart. In het kader daarvan werden jaarlijks enkele individuen weggevangen uit de Hoge Fronten. Voor het laatst gebeurde dit in 1995 (dieren weggevangen van lunet Holland). De nakomelingen daarvan werden in gevangenschap gefokt en uitgezet in de Lage Fronten. Door het ministerie van LNV is hiervoor vergunning verstrekt tot 2000. Het repopulatieproject stond onder begeleiding van de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Bijlage 9: Afbakening muurhagedispopulaties 2007
Bijlage 10: Omvang van de deelpopulaties van de Muurhagedis in 2007 Omvang deelpopulaties Muurhagedis 2007 DeelPopulatie
Adult
Subadult
Juveniel
Totaal
Man
Vrouw
1
10
13
31
10
64
2
4
4
6
4
18
3
3
4
6
2
20
4
12
8
19
9
48
5
0
1
2
0
0
6
4
2
5
0
11
7
2
1
3
0
6
8
13
13
24
6
56
9
3
3
5
2
13
10
10
11
36
3
60
11
7
9
16
0
32
12
6
6
24
2
38
13
4
3
6
2
15
14
0
1
1
0
2
15
1
1
1
0
3
79
80
185
40
384
48%
10,5%
100%
Totaal Percentage
41,5%
Bijlage 11: Vrijwilligers Hoge en Lage Fronten 2007 Vrijwilligers en activiteiten Hoge en Lage Fronten 2007 beheer toezicht monitoren waarnemen America, Jan X X Beckers, Ger X X X Blom, Martin X Cobben, Jos + NHG X X De Jong, Sabine X De Jong, Tineke de Jong, Wil X Duffhaus, Marijke X Frissen, Denis X X Gijsenbergh, Arie X Havenith, Tonnie X Heesbeen, Nico X Hellwig, Vic Hendrix, Wesley X X Hilligers, Henk Hodzelmans, Hub X Jonkman, Sophia X Kloor, Alex X X Kloosterboer, Henny X Lemlijn, Rachel X Luja, Carla Moermans, Hans X Oosterveen, Niek X Op de Camp, Bert Oudshoorn, Willem X Overbosch, Marie X Josee Ramaekers, Ivo X Provaes, Thei Scouting Theresia X (40 kinderen) Scouting Water X (15 kinderen) Severijns, Willem X Van der Coelen, X Walther Van Duurling, Ine X Van Gemert, Ine Van Hees, Ger X X Velduulkes (12 p.) X
rond- contactleiden commissie X
X
X X
werkgroep Lage Fronten
X X
X X
X
X X
X
X
X
X
X X
X
Bijlage 12: Krantenartikel 2007