opmaak omslag 2009
25-05-2010
17:15
Pagina 1
Jaarverslag 2009
foto Henk Braam
Liliane Fonds Jaarverslag 2009
foto omslag Taona, 13 jaar (Zambia) U leest haar verhaal op pagina 20.
Jaarverslag 2009
Bescheiden hulp kan een levensgroot verschil maken.
Inhoud 3
Woord vooraf
4
Paspoort Doelstellingen Liliane Fonds (logisch kader) In vogelvlucht (Samenvatting Jaarverslag 2009) Impuls van onderop (Directieverslag) Verslag Raad van Toezicht Goed bestuur in de praktijk (Verantwoordingsverklaring 2009)
5 6 11 15 18
19 25 28 34 36 44
47 50 56 64
81 82 83
89
91
92 97 98
Hulp van dichtbij De stip aan de horizon Meedoen en meetellen De praktijk van de hulp (operationele doelstellingen) Overzicht hulpverlening 2009 Statistieken hulpverlening 2009 Capaciteitsversterking Een vakkundige organisatie Risicoanalyse en interne beheersingsmaatregelen Medewerkers, krachtbron en kapitaal Financiering en draagvlak Financiële resultaten 2009 Balans Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Financieel resultaat Liquide middelen Fondsen en reserves Overige gegevens Werknemers en beloningen Voorstel resultaatbestemming Vooruitblik op de toekomst Begroting 2010 Accountantsverklaring
Woord vooraf
Laten we er niet om heen draaien: we maakten ons zorgen om 2009. We constateerden dat de roep om hulp steeds groter werd, maar wisten tegelijkertijd, dat voor de inkomsten zelfs een status quo al onwaarschijnlijk was. Door de financiële crisis die het nieuws bleef beheersen. Door de groeiende maatschappelijke scepsis over het nut van ontwikkelingshulp. En omdat de inkomsten in 2008 met bijna 17% heel sterk waren gestegen. Met een voorzichtige begroting en een enorme inzet zijn we het jaar ingegaan. Nu we de balans opmaken, mogen we vaststellen dat het Liliane Fonds niet aan steun en vertrouwen heeft ingeboet. De betrokkenheid bij kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden was niet aan recessie onderhevig. Zelfs de grootste scepticus kan niet om hun kwetsbaarheid heen of om hun sociale en economische uitsluiting als gevolg van armoede, stigmatisering en de onderschatting van hun mogelijkheden. Met directe, praktische hulp van dichtbij geeft het Liliane Fonds deze kinderen de kans om weer mee te doen. Met overtuigend resultaat. Het draagvlak voor ons werk is in 2009 weer steviger geworden. Het aantal donateurs nam toe. Meer mensen maakten een bijdrage over. De steun van bedrijven was onverwacht groot. Vooral hierdoor waren de inkomsten uit eigen fondsenwerving ruim 1 miljoen euro hoger dan was begroot en niet veel lager dan in het ‘topjaar’ 2008. En wat het allerbelangrijkste is: 88.731 kinderen kregen hulp van het Liliane Fonds. Dit zijn er 6.231 (7,6%) meer dan we hadden begroot en 7.624 (9,3%) meer dan in 2008. Ondanks de meevallende inkomsten in 2009 verwachten we, dat het aantal geholpen kinderen de eerstkomende jaren niet stijgt of zelfs wat kan teruglopen. De (netto)bestedingen aan directe kindhulp daalden in 2009 met € 600.000 (5%) ten opzichte van 2008, en zijn voor 2010 nog lager begroot. De reden hiervan is, dat de financiële reserves waaruit in het verleden het budget werd aangevuld, moeten worden gehandhaafd op het huidige niveau om de uitvoering en continuïteit van de hulpverlening te garanderen. Doordat politieke en maatschappelijke ontwikkelingen moeilijk te voorspellen zijn, is er daarnaast het risico, dat de groei van de inkomsten afvlakt. Bij de opstelling van het meerjarenplan 2011-2015 moeten stevige beleidskeuzes worden gemaakt om te verzekeren, dat we onze doelstelling effectief en efficiënt blijven waarmaken. Ook in dit jaarverslag komt de toekomst aan bod. Voorop staat echter een terugblik op 2009. In hoeverre hebben we bereikt wat we ons hadden voorgenomen? We laten u zien wat we hebben gedaan, lichten keuzes toe en vertellen wat mis is gegaan. En zoals elk jaar nemen we u mee op reis. Naar de wereld achter de cijfers. Naar Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Naar Ezra, Taona en Elie, naar Manisha en Mariana, naar Aminata en Mubashir. Zij zijn de hoofdrolspelers in ons verhaal. Onder Financiële resultaten 2009 (p. 81) vindt u onder meer de verkorte jaarrekening en een analyse van het financiële resultaat. Uitgebreide financiële informatie staat in de Jaarrekening 2009, die afzonderlijk verschijnt. Het Jaarverslag en de Jaarrekening 2009 zijn beschikbaar op onze website (www.lilianefonds.nl). U kunt ze daar ook downloaden als pdf-bestand. Een gedrukte versie kunt u aanvragen bij het kantoor van het Liliane Fonds.
3
Paspoort
• Fondsenwerving: investering in langetermijnrelaties en strategische partnerschappen. • Lerende organisatie met oog voor kwaliteit, processen en ontwikkeling medewerkers.
Naam en rechtsvorm
Stichting Liliane Fonds Statutaire vestigingsplaats
’s-Hertogenbosch Oprichtingsdatum
14 maart 1980 Oorsprong
Particulier initiatief (Liliane en Ignaas Brekelmans-Gronert) Grondslag
Geen binding met specifieke religie of levensovertuiging Bestuursmodel
Raad van Toezicht en directeur-bestuurder
Kernwaarden • Recht • Verantwoordelijkheid • Respect • Transparantie
Onderscheidende kenmerken
• Specifieke doelgroep: kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden (t/m 25 jaar) • Individuele hulp
Statutaire doelstelling • Persoonsgerichte, kleinschalige en directe hulp bieden aan kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden via lokale contactpersonen. • Zich in het kader hiervan inzetten voor directe armoedebestrijding in landen die door het Development Assistance Committee (DAC) van de OESO1 als ontwikkelingsland zijn erkend. • Voorlichting geven, in en buiten Nederland, over de specifieke problematiek van ontwikkelingslanden in het algemeen, en over de gevolgen hiervan voor kinderen met een handicap die leven in een ontwikkelingsland, in het bijzonder. Missie De wereld openen voor kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden, zodat ze kunnen meedoen en meetellen in hun gemeenschap. Visie • Kinderen krijgen individuele hulp op maat van mensen dichtbij. • Er wordt gewerkt vanuit de holistische benadering: het gaat om heel het kind en om elk aspect dat belangrijk is voor zijn welzijn.
4
• De hulp verbetert de levenskwaliteit en het toekomstperspectief van kinderen. • Speerpunten van de hulp zijn persoonlijke aandacht, (para)medische en sociale revalidatie, onderwijs, en ondersteuning bij de verwerving van werk en inkomen. • Het Liliane Fonds werkt (mee) aan ontsluiting van de omgeving: een behoorlijk bestaan is geen gunst, het is een basisrecht van elk kind. Strategie • Samenwerking met lokale partners (non-gouvernementele organisaties, ngo’s) en contactpersonen (mediators). • Ondersteuning directe kindhulp door (mede)financiering van capaciteitsversterking, inclusief basisvoorzieningen. • Geleidelijke groei van de hulpverlening. • Toewijzing middelen op basis van noodzaak en capaciteit. • Decentralisatie van de hulpverlening. • Samenwerking met strategische partners in Noorden en Zuiden. • Ondersteuning (inter)nationale initiatieven voor emancipatie van mensen met een handicap. • Voorlichting gericht op bewustwording, attitudeverandering en actie.
Kerncompetenties • Resultaatgerichtheid • Organisatiesensitiviteit • Samenwerken • Plannen en organiseren • Besluitvaardigheid ANBI2 Sinds 1 januari 2008 CBF-Keur Sinds 12 december 1996 Lidmaatschap brancheorganisaties • VFI (Vereniging Fondsenwervende Instellingen) • Partos • DCDD (Dutch Coalition on Disability and Development) • IDDC (International Disability and Development Consortium) Erkenning • Onderscheiding Verenigde Naties voor unieke en effectieve werkwijze (1990) • (Carnegie) Wateler Vredesprijs (2000) • (1e) Paul Tensen Prijs (2001)
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. 2 Algemeen Nut Beogende Instelling 1
Doelstellingen Liliane Fonds (logisch kader)
Het Liliane Fonds heeft de algemene, specifieke en operationele doelstellingen voor de hulpverlening, en de doelstellingen voor de middelen die nodig zijn om de hulp aan kinderen mogelijk te maken (organisatie, medewerkers, financiering en draagvlak) ondergebracht in een ‘logisch kader’, dat de samenhang tussen de verschillende doelstellingen laat zien. De structuur van het Jaarverslag 2009 is afgeleid van de opbouw van het logisch kader. Impact algemene doelstelling(en)
• De samenleving accepteert en respecteert mensen met een handicap als gelijkwaardig. Ze kunnen gebruikmaken van (al) hun rechten. • Mensen met een handicap hebben een positief zelfbeeld.
Outcome specifieke doelstelling
• Kinderen met een handicap zijn beter opgenomen in de samenleving: ze doen meer mee en ze tellen meer mee.
Output operationele doelstellingen
• Kinderen hebben toegang tot/krijgen de best betaalbare en beschikbare benodigde hulp, op (para)medisch gebied, wat betreft onderwijs, en bij de verwerving van werk en inkomen. • Het kind en zijn/haar familie kunnen omgaan en leven met de handicap. • De nationale coördinatieteams (nct’s) zijn competent en toegerust om het netwerken tussen partnerorganisaties te bevorderen en om partnerorganisaties/ mediators te ondersteunen in hun hulp aan kinderen met een handicap. • De partnerorganisaties zijn betrouwbaar en competent, en ze zijn toegerust (bijvoorbeeld door capaciteitsversterking) om hun mediators te ondersteunen in de hulp aan kinderen met een handicap. • De mediators zijn competent en toegerust om kinderen met een handicap te helpen.
Middelen operationele doelstellingen Organisatie
• De doelstellingen worden op een efficiënte en effectieve wijze gerealiseerd. • Het Liliane Fonds is een betrouwbare, transparante organisatie die grip heeft op haar activiteiten (‘in control’ is). • Het Liliane Fonds is een lerende organisatie die denkt in termen van kwaliteit en processen. • Het Liliane Fonds profileert zich en wordt erkend als een deskundige (thematische) ontwikkelingsorganisatie.
Medewerkers
• De bezetting is kwantitatief op orde. • De bezetting is kwalitatief op orde. • Medewerkers zijn betrokken, gemotiveerd en tevreden.
Financiering
• De inkomsten zijn voldoende om de doelstellingen te realiseren. • De inkomstenbronnen zijn gespreid. • Ten behoeve van de continuïteit zijn er (voldoende) gegarandeerde basisinkomsten.
Draagvlak
• Het Liliane Fonds bereikt met voorlichting zo veel mogelijk mensen, zet hen aan het denken en beweegt hen tot actie. • Het Liliane Fonds profileert zich dusdanig dat het een breed draagvlak onder de bevolking heeft.
5
In vogelvlucht (Samenvatting Jaarverslag 2009)
Kerncijfers 2009 resultaat 2009
hulpverlening aantal geholpen kinderen aantal actieve contactpersonen (mediators) gemiddeld aantal kinderen per contactpersoon (mediator) nettobestedingen directe kindhulp (€) verantwoord aan directe kindhulp (€) gemiddelde bijdrage per kind (€) nettobestedingen aan capaciteitsversterking, inclusief basisfaciliteiten (€) uitstaande saldi na 1 jaar (% van totaal uitstaande saldi) uitstaande saldi na 2 jaar (% van totaal uitstaande saldi) voorlichting nettobestedingen voorlichting (€)
middelen medewerkers aantal medewerkers in loondienst per 31-12-2009/ aantal fte’s aantal bureauvrijwilligers/ fte’s aantal netwerkvrijwilligers aantal oproepvrijwilligers aantal medewerkers nationale coördinatieteams/ fte’s
De medewerkers van de nationale coördinatieteams zijn in dienst van de strategische partnerorganisatie, waarmee het Liliane Fonds samenwerkt bij de coördinatie en uitvoering van zijn programma in een land. Het Liliane Fonds vergoedt
financiering en draagvlak aantal (particuliere) donateurs dat daadwerkelijk bijdroeg hoogte gemiddelde gift (€) baten eigen fondsenwerving (€) kostenpercentage eigen fondsenwerving overige inkomsten (€) totaal inkomsten (€)
algemeen bestedingspercentage kostenpercentage beheer en administratie
6
88.731 2.362 38 11.057.011 11.381.200 128 3.988.645 8,3 3,3
363.578
45/ 33,80 91/ 18 41 16 71/ 66,95
aan de partnerorganisatie de salarisbetalingen. Dit gebeurt uit de subsidie die het Liliane Fonds in het kader van het Medefinanieringsstelsel (MFS) ontvangt van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
86.680 70,51 14.593.284 12 3.568.372 18.161.656
92 2,7
Bestedingen aan doelstelling(en) 2009*
Inkomsten naar herkomst 2009
1,9%
3,6% 12,2% 26,3% 5,5%
80,4%
70,1%
inkomsten
bestedingen directe kindhulp capaciteitsversterking voorlichting totaal besteed aan doelstelling(en)
€ 11.725.128 € 4.402.873 € 594.045 € 16.722.046
baten uit eigen fondsenwerving baten uit acties van derden subsidies van overheden baten uit beleggingen totaal inkomsten
€ € € € €
14.593.284 1.000.000 2.224.364 344.008 18.161.656
* Inclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
Ontwikkelingen in 2009 Hulp van dichtbij Directe kindhulp • Het Liliane Fonds deed het merendeel van zijn werk (> 90%) in 31 landen: 25 landen met een nationaal coördinatieteam (nct’s) en zes hiermee geclusterde landen. In een aantal andere landen was het Liliane Fonds op kleine schaal actief. Het aantal nct-landen steeg van 22 naar 25. Nieuwe nctlanden zijn Siera Leone, Ethiopië en Brazilië. In landen met een nct wordt de hulpverlening decentraal georganiseerd. • Het aantal kinderen dat hulp kreeg van het Liliane Fonds, groeide met 7.624 ofwel 9% van 81.107 in 2008 naar 88.731 in 2009. • De nettobestedingen aan directe kindhulp daalden ten opzichte van 2008 met ruim € 600.000 ofwel 5%. Dat het aantal geholpen kinderen desondanks steeg, komt doordat de in 2009 ontvangen verantwoordingen deels nog betrekking hadden op in 2008 uitgekeerde bedragen. In 2010 gaat het budget voor directe kindhulp verder omlaag. Reden voor de daling is, dat de financiële reserve waaruit in verleden het budget voor directe kindhulp werd aangevuld, hiervoor nu geen ruimte meer biedt: de reserve moet op het huidige niveau worden gehandhaafd om de uitvoering en de continuïteit van de hulpverlening te kunnen garanderen. De budgetvermindering heeft tot gevolg, dat het aantal geholpen kinderen in 2010 lager zal zijn dan in voorgaande jaren.
7
• In 2009 is de helft van het budget voor directe kindhulp besteed in Afrika. Dit is in overeenstemming met de behoefte aan hulp, die in Afrika het grootst is. Capaciteitsversterking • Met een nettobedrag van in totaal € 3.988.645 (mede)financierde het Liliane Fonds 441 projecten voor capaciteitsversterking. Van de nettobestedingen aan capaciteitsversterking kwam € 2.013.733 uit overheidssubsidie (Medefinancieringsstelsel, MFS) en € 1.974.912 uit speciale bijdragen van bedrijven en stichtingen. Strategische partnerschappen • Het Liliane Fonds investeerde in de uitbreiding en versterking van strategische partnerschappen. Een belangrijke strategische partner is Leonard Cheshire Diasability (LCD), een Engelse organisatie die zich sterk maakt voor een kentering in de maatschappelijke houding tegenover mensen met een handicap. Internationaal is LCD in een wereldwijde alliantie verbonden met 250 partnerorganisaties in meer dan 50 landen. In Sierra Leone en Zambia werkt het Liliane Fonds bij de coördinatie en uitvoering van zijn hulpverleningsprogramma nu samen met een partnerorganisatie van LCD. In Zimbabwe zijn hiervoor de eerste stappen gezet. Bij strategische partnerschappen streeft het Liliane Fonds naar complementariteit: een wederzijdse aanvulling van expertise.
In vogelvlucht
• Door de schaalvergroting van het Liliane Fonds en de noodzaak steeds professioneler en efficiënter te werken, worden van de strategische partners die betrokken zijn bij de coördinatie van het Liliane Fondsprogramma in een land, andere competenties gevraagd dan in het verleden. In een aantal landen betekende dit, dat het Liliane Fonds afscheid moest nemen van mensen of organisaties. Een ontwikkeling die zich aftekent, is de verschuiving bij deze partners van congregaties naar professionele organisaties op het gebied van ‘disability’. • Met de Rabobank Foundation werkt het Liliane Fonds samen in het programma Werk en Inkomen. Hierin worden onder meer de mogelijkheden verkend van microkredieten voor jongeren met een handicap en ouders van kinderen met een meervoudige handicap. Na een proefproject in 2008 is in de Filippijnen het programma in 2009 uitgebreid. In 2009 zijn meer dan 300 microkredieten verstrekt – waar meerdere gezinsleden van kunnen profiteren – en ruim 200 jongeren hebben een baan of zijn hiervoor in opleiding. Een proefproject in Kenia had meer aanlooptijd nodig, maar ook hier namen eind 2009 al meer dan honderd mensen aan het programma deel. De ervaringen die in de Filippijnen en Kenia zijn opgedaan, zijn medebepalend voor het nieuwe beleid rondom werk en inkomen, dat het Liliane Fonds opstelt in 2010. • Samen met (penvoerder) Terre de Hommes en Kinderpostzegels Nederland diende het Liliane Fonds bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een aanvraag in voor MFSII, de nieuwe cyclus (2011-2015) van het Medefinancieringsstelsel. Op 31 maart 2010 werd bekend, dat de aanvraag door is naar ‘de tweede ronde’. Uiterlijk 1 juli 2010 wordt een definitief programmavoorstel ingediend. Uiterlijk 1 november 2010 is bekend of en in hoeverre de aanvraag wordt gehonoreerd.
8
Een vakkundige organisatie • In het organisatiebrede Kwaliteitsprogramma (2008-2010) stond in 2009 de verbetering van de processen centraal. Alle primaire en ondersteunende processen zijn onder de loep genomen, aangepast en opnieuw beschreven. In de vernieuwde processen is rekening gehouden met de risico’s die zijn onderkend, en met de benodigde sturingsinformatie. Onderdeel van het project Processen was een uitvoerige test in het Zuiden, waarbij alle nationale coördinatieteams zijn betrokken. • Om de gewenste gegevens doeltreffend en efficiënt te kunnen vastleggen is gekozen voor een nieuw ICT-systeem: Pluriform is een branchespecifiek, integraal ICT-pakket. De implementatie van Pluriform is in 2009 begonnen en wordt eind 2010 afgerond. Medewerkers, krachtbron en kapitaal • In de inrichting van de organisatie in Nederland zijn in 2009 een aantal wijzigingen doorgevoerd. Een van de aanpassingen betrof de splitsing van Financiën & Bedrijfsvoering en Planning & Control. Door de instelling van een apart team Planning & Control zijn ‘uitvoering’ en ‘controle’ van elkaar gescheiden, en is de focus op kwaliteitsverbetering versterkt. • Sinds november 2009 heeft het Liliane Fonds een Medewerkersvertegenwoordiging (MVT). De MVT bestaat uit vier medewerkers in dienstverband en drie bureauvrijwilligers, en heeft de rechten, plichten en bevoegdheden die de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) toekent aan de Personeelsvertegenwoordiging (PVT). Financiering en draagvlak • Het draagvlak voor het werk van het Liliane Fonds is in 2009 gegroeid: de gemiddelde gift was iets lager dan in 2008, maar meer mensen maakten een bijdrage over. De steun van bedrijven was onverwacht groot. De inkomsten uit eigen fondsenwerving waren ruim 1 miljoen euro hoger dan was begroot en maar iets lager dan in 2008. De totale inkomsten waren 2% hoger dan in 2008. • Er ging veel aandacht uit naar de vernieuwing en versterking van de ‘corporate’ communicatie. Ondersteund door een veranderde huisstijl, een aangepast logo en een nieuw motto (Open de wereld voor een kind met een handicap), liet het Liliane Fonds niet alleen zien wat het doet, maar ook waar het voor staat. Door de ontwikkeling die het Liliane Fonds de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, is er een verschil ontstaan tussen het imago en de identiteit van de organisatie. Met voorlichting op organisatieniveau wil het Liliane Fonds hierin verandering brengen. • In 2009 kreeg het Liliane Fonds er een nieuwe ambassadeur bij in de persoon van Erica Terpstra, tot mei 2010 nog voorzitter van NOC*NSF.
In vogelvlucht
Liliane (Lieke) en Ignaas Brekelmans
Een begin om nooit te vergeten Liliane (Lieke) Brekelmans-Gronert (1929-2009) wordt geboren op Sumatra. Ze is twee jaar oud, als ze polio krijgt. Door de ziekte heeft ze haar leven lang problemen met bewegen. Ze verhinderen haar niet een opleiding te volgen en maatschappelijk actief te zijn. Dat dit niet vanzelfsprekend is, beseft ze, als ze in 1976 met haar man Ignaas (1925-2004) voor het eerst in 40 jaar teruggaat naar haar geboortegrond. Bij toeval ontmoet ze er Agnes, een jonge Indonesische, die net als zijzelf een handicap heeft aan haar benen als gevolg van polio. Maar anders dan Lieke heeft Agnes nooit de kans gekregen zich te ontwikkelen. Haar familie heeft haar naar een weeshuis gebracht. Daar slijt ze haar dagen, afhankelijk van anderen, verstoken van perspectief. Geraakt door hun gelijkenis én het verschil tussen hen wil Lieke het meisje helpen een zelfstandig bestaan op te bouwen. Wat haar voor ogen staat, is praktische, kleinschalige hulp, afgestemd op de mogelijkheden van Agnes. Lieke zelf denkt aan een naaimachine. Terug in Nederland klopt ze aan bij een aantal ontwikkelingsorgani-
9
saties. Als blijkt dat geen enkele organisatie zich bezighoudt met individuele hulp, gaan Lieke en Ignaas zelf sparen, geholpen door enkele vrienden en familieleden. Als ze 100 gulden (zo'n 45 euro) bij elkaar hebben, stuurt Lieke het geld naar het weeshuis waar Agnes verblijft. Ze heeft vertrouwen in de zusters die er de leiding hebben. Die kennen Agnes goed. Ze weten wat ze kan en wil. Ze kunnen beoordelen welke naaimachine geschikt is voor haar en waar zo’n machine voor een behoorlijke prijs is te krijgen. De zusters schaffen van het geld een machine aan. Agnes leert ermee werken, net als een aantal andere meisjes met een handicap die ook in het weeshuis wonen. Vanuit Nederland blijft Lieke hun vorderingen volgen. Intussen krijgt ze ook nieuwe hulpaanvragen. Het sparen houdt niet meer op. Het is het begin van het Liliane Fonds, dat op 14 maart 1980 wordt opgericht. Sinds die dag zijn meer dan 700.000 hulpaanvragen goedgekeurd, uitgevoerd en verantwoord.
Lydiah (l) is trots op haar zoontje Ezra (midden).
Gek op voetballen.
Een kwestie van liefde en wilskracht
Ezra, Kenia
Natuurlijk schrok Lydiah Morara, toen zeven jaar geleden haar zoon Ezra werd geboren zonder beentjes en zonder rechterarmpje. Toch hield ze meteen zielsveel van haar kleine jongen. Voor Ezra’s vader lag dit anders. Hij gaf zijn vrouw de schuld van de handicap van hun zoon en wilde, dat ze de baby liet sterven. Ze mocht hem geen borstvoeding of zelfs maar water geven.
Lydiah vluchtte met Ezra en zijn oudere broertje Shadrack naar haar ouders in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Ze werden met open armen ontvangen. Het geluk en de toekomst van haar twee zoons staan voor Lydiah voorop. Daar doet ze alles voor. Ze wilde koste wat kost, dat ook Ezra naar school ging. Toen hij op de eerste school waar ze hem aanmeldde, werd geweigerd, zette ze haar zoektocht voort. Uiteindelijk kon hij terecht op de ‘Sacred Heart School’, die al meer leerlingen met een handicap had. Moeder en kinderen kregen zelfs een huisje op het
terrein van de school. En Lydiah kon wat geld verdienen door de wc’s van de school schoon te maken. Het leven van Ezra kreeg nog meer perspectief, toen zijn moeder een contactpersoon van het Liliane Fonds leerde kennen. Hij zorgde ervoor, dat Ezra een aantal hulpmiddelen kreeg, die zijn mobiliteit vergrootten: een prothesebroek en krukken. En op een wc in de school kwam een speciale voorziening voor Ezra. Bron van inspiratie Ezra doet het prima op school. Rekenen is zijn lievelingsvak. ’s Ochtends volgt hij extra lessen in sport en spel. Hij is gek op voetballen, maar speelt ook graag met autootjes.
Thuis helpt hij zijn moeder door de afgewassen borden op te ruimen, tomaten voor haar te snijden en door thee te zetten. Hij houdt ook van televisiekijken, meezingen in de kerk en met zijn moeder naar het winkelcentrum gaan. Daar koopt hij dan cadeautjes, het liefst voor zichzelf. De jongen die moest sterven, blaakt van levenslust. En van zelfvertrouwen. Zijn wilskracht en optimisme inspireren de mensen om hem heen. Zijn trotse moeder verwoordt het zo: “He will push us further and he opened my mind.” Lydiah zelf heeft intussen een naaicursus gedaan en is nu in opleiding voor kapster, pedicure en manicure. Ze werkt niet meer op school, maar in een
Blakend van levenslust en zelfvertrouwen.
winkelcentrum in de buurt. Haar droom is een eigen salon, waar mensen terecht kunnen voor een nieuw kapsel en een nieuwe garderobe. Zo hoopt ze straks in staat te zijn een vervolgopleiding voor haar twee zoons te betalen.
Impuls van onderop (Directieverslag)
Wie in het groot denkt, ziet ontwikkelingen en verbanden op macroniveau. De financiële crisis en de vertrouwenscrisis die ermee gepaard gaat, de voedselcrisis, de grondstoffencrisis, de energiecrisis, de klimaatcrisis, de milieucrisis… Ze hebben allemaal met elkaar te maken. Ook in ‘Minder pretentie, meer ambitie’, het recente rapport over ontwikkelingshulp van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), wordt in het groot gedacht. Internationale samenwerking moet worden gekoppeld aan de globaliseringsagenda. Het gaat erom dat een land meetelt in de wereldeconomie. Versterking van de middenklasse leidt tot een duurzamer resultaat dan de ‘klassieke’ inspanningen op het gebied van armoedebestrijding, gezondheidszorg en onderwijs. Ook wie arm is, krijgt het uiteindelijk beter als zijn land economisch krachtiger wordt. In deze benadering verloopt ontwikkeling van boven naar beneden. Maar hoe lang duurt het voor verbeteringen ook doordringen tot de bodem van de sociaal-economische piramide3? En bereiken ze wel ooit de absolute onderkant, de donkerste hoeken, de achterafplekken? Heel veel mensen met een handicap in ontwikkelingslanden bevinden zich daar. Te zwak om voor hun eigen belangen en rechten op te komen. Zo onzichtbaar dat anderen met hen geen rekening houden.
Meedenken in het klein Kinderen met een handicap denken in het klein. Ze willen rechtop kunnen staan, mee naar de markt of naar school, voetballen of verstoppertje spelen. Zonder iets af te doen aan de grote verbanden en zonder een waardeoordeel uit te spreken, kiest het Liliane Fonds ervoor mee te denken in het klein. Het nieuwe motto van het Liliane Fonds weerspiegelt deze keuze: Open de wereld voor een kind met een handicap. Wij beginnen aan het eindpunt van de globaliseringsagenda. Aan de onderkant. In de donkerste hoeken. Op de achterafplekken. Het Liliane Fonds zorgt ervoor, dat het kind met een handicap de beugel krijgt die het in staat stelt te lopen, het erf op, de straat uit, naar de buren, met vriendjes mee, naar school. En als het nodig is, betaalt het Liliane Fonds die school en helpt het daarna bij het vinden van werk. Het Liliane Fonds overtuigt eerst de ouders en de familie ervan, dat het kind met een handicap meer kan dan ze hadden gedacht, en daarna de buren, de mensen in het dorp of de wijk, de samenleving en de beleidsmakers. Dit doen we door te laten zien waartoe kinderen en volwassenen met een handicap in staat zijn. Het Liliane Fonds werkt van onderop.
11
Bestendigheid en vernieuwing In de dertig jaar dat het Liliane Fonds bestaat, heeft het debat over ontwikkelingssamenwerking veel wisselende trends en accenten gekend. Het Liliane Fonds hield te midden hiervan zijn eigen koers aan: het bleef zich richten op zijn specifieke doelgroep, kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden, en het week niet af van het eigen concept van directe, kleinschalige, persoonsgerichte hulp. Maar stil stond het Liliane Fonds niet. We zijn beter gaan beseffen, dat we een kind altijd in zijn sociale context moeten zien, dat alles draait om meedoen. We zijn kwaliteit steeds belangrijker gaan vinden en stelden onszelf kwalitatieve doelen. We kregen gaandeweg meer oog voor de noodzaak van een structurele positieverbetering van mensen met een handicap, en gingen scherper zien, dat daar bewustwording voor nodig is, en belangenbehartiging bij politici en beleidsmakers. Het Liliane Fonds is duidelijk over zijn eigen rol hierin. Primaire focus blijft de directe, individuele hulp aan kinderen. Het gaat eerst en vooral om hun toegang tot diensten en voorzieningen. Om de drempel van de school, het ziekenhuis, de werkplaats. Belangenbehartiging is de taak van de lokale partners, de grote en kleinere organisaties waarmee het Liliane Fonds samenwerkt bij de hulp aan kinderen. Hun initiatieven worden gestimuleerd en nadrukkelijk ondersteund. Met het zichtbare resultaat van zijn hulp aan kinderen verschaft het Liliane Fonds degenen die opkomen voor de gelijkwaardigheid van mensen met een handicap wel een krachtig argument: het bewijs dat een eerlijke kans een leven kan veranderen. Een voorwaarde voor goede hulp aan kinderen is de aanwezigheid van kennis en faciliteiten. Daarom ondersteunt het Liliane Fonds de directe hulp met indirecte hulp in de vorm van capaciteitsversterking. Door bij te dragen aan de totstandkoming van voorzieningen, maar ook met trainingen voor ouders, en door ter plekke deskundigheid op te bouwen. Deze indirecte hulp is mogelijk door de MFS-subsidie4 die het Liliane Fonds ontvangt van het ministerie van Buitenlandse Zaken en door specifieke bijdragen van bedrijven en stichtingen. Capaciteitsversterking leidt tot meer en betere directe hulp aan kinderen. De resultaten hiervan maken weer duidelijk wat kinderen met een handicap in hun mars hebben.
3 De Base of Bottom of the Pyramid refereert aan de economische piramide
waarin de welvaart van de wereld kan worden weergegeven. Aan de top van de piramide heerst welvaart en hebben mensen volop mogelijkheden om inkomsten te genereren. Aan de onderkant leven 2,5 miljard mensen in arme landen, die minder dan 2,5 dollar per dag te besteden hebben (C.K. Prahalad en Stuart L. Hart, The fortune at the bottom of the pyramid). 4 Subsidie in het kader van het Medefinancieringsstelsel, voor de periode 2007 tot en met 2010 in totaal 8 miljoen euro.
Erfenis In 1985 vierde het Liliane Fonds zijn eerste lustrum. Het jubileumthema sprak voor zich: “Wie het kleine niet eert...” In samenwerking met 208 lokale contactpersonen kon het Liliane Fonds in 1985 voor een bedrag van (omgerekend) € 317.500 hulp geven aan 1.575 kinderen. Al hun namen werden in het jaarverslag vermeld, net als de hulp die ze hadden gekregen en wat de hulp had gekost. Een kwarteeuw later, in 2010, zijn we aan ons zesde lustrum toe. In 2009 kregen 88.731 kinderen hulp van het Liliane Fonds, via 2.362 contactpersonen en voor een (netto)bedrag van € 11.057.011. Hun namen passen niet meer in het jaarverslag. Maar nog altijd zijn van elk kind de gegevens bekend. Ieder kind is een project. Voor elk kind wordt een individueel revalidatieplan opgesteld met duidelijk omschreven doelen. Op 16 februari 2009 overleed Liliane (Lieke) BrekelmansGronert, vijf jaar na haar man Ignaas. Hierdoor was 2009 het eerste jaar, dat het Liliane Fonds zijn oprichters moest missen. Voortaan zijn wij de hoeders van hun nalatenschap. Aan ons de taak om die zorgvuldig te bewaren en te ontwikkelen. En er is veel om zuinig op te zijn: de grote betrokkenheid van de medewerkers, bij de kinderen en bij elkaar, de belangrijke rol van vrijwilligers, de verantwoordelijkheid die iedereen neemt, omdat we allemaal weten ‘waarvoor we het doen’. Het Liliane Fonds wil de pioniersgeest van Lieke en Ignaas, de bevlogenheid van de begintijd, voor altijd vasthouden. Bescheiden hulp kan een levensgroot verschil maken. Dit zien we telkens weer. Als een kind dat alleen maar kon kruipen, rechtop staat en gaat lopen, is dit een enorme stap. Niet voor de mensheid, wel voor het kind en zijn familie. “Wie een kind redt, redt de wereld.”5 De wereld van dat kind. Natuurlijk moet intussen in de grote wereld ook aan structurele verandering worden gewerkt. De globaliseringsagenda moet er wel degelijk komen. Balans Het Liliane Fonds wil de erfenis van zijn oprichters niet alleen koesteren, maar ook ontwikkelen. We willen doorgroeien en vooral steeds beter worden in wat we doen. Om dit te bereiken moeten we investeren in structuur, processen en professionalisering. Niet voor niets kreeg het Liliane Fonds in 2009 een team Planning & Control, een ondersteunende (staf)dienst die onder meer als taak heeft te helpen bij de verbetering van de primaire processen en bij de afstemming van de verschillende organisatieactiviteiten.
onzekerheden vragen om flexibiliteit en improvisatietalent, en domweg overleven heel veel tijd van mensen vergt. In deze werkelijkheid functioneren onze partnerorganisaties en contactpersonen. Bovendien vindt het westerse lineaire denken (oorzaak-gevolg) niet altijd weerklank in Afrika, Azië en Latijns-Amerika waar het cyclische denken (wisselwerking met de omgeving) overheerst. Het is duidelijk welke gevaren op de loer liggen: miscommunicatie, vervreemding, en een papieren werkelijkheid die schijnzekerheid oplevert. “Wie alles wil berekenen, houdt geen rekening met mensen.”6 Het Liliane Fonds wil vermijden, dat er een tegenstelling ontstaat tussen theorie en praktijk, tussen wat het hoofdkantoor vraagt en wat het veld kan leveren, tussen de concepten van het management en de beleving van medewerkers die naar kantoor komen ‘om kinderen te helpen’. Voorop staat dat de verbinding intact moet blijven, tussen Nederland en het Zuiden, tussen de mensen en het doel, ook als dit betekent dat verbeteringen minder spectaculair zijn en zich langzamer voltrekken dan theoretisch mogelijk is. Daarnaast kiezen we bewust voor een besturingsmodel waarin meten en controleren steeds in balans moeten zijn met vertrouwen en vrijheid van handelen. Het INK-managementmodel7, waarop ook de structuur van het nieuwe meerjarenplan 2011-2015 is gebaseerd, past uitstekend bij deze keuze. Resultaten 2009 Met het oog op de financiële crisis waren de inkomsten uit eigen fondsenwerving voor 2009 voorzichtig begroot: het oorspronkelijk in de meerjarenbegroting opgenomen bedrag van € 15.003.992 was naar beneden bijgesteld op € 13.480.623. De (netto)bestedingen aan directe kindhulp waren in de begroting voor 2009 met € 11.009.201 juist naar boven bijgesteld ten opzichte van de meerjarenbegroting (€ 10.450.000) om de daling ten opzichte van 2008 (€ 11.662.411) te beperken. Het Liliane Fonds heeft zijn kwantitatieve doelstellingen voor 2009 ruimschoots gerealiseerd: • Het aantal kinderen dat hulp kreeg, was groter dan voorzien: 88.731 in plaats van 82.500 (2008: 81.107).
5 Variant op oud Joods gezegde (“Wie één mens redt, redt de wereld”). 6 Emmanuel Levinas (1906-1995), Frans filosoof. 7 Het INK-model is een methode om gericht te werken aan de verbetering van
De expliciete aandacht voor kwaliteitsverbetering leidt als vanzelf tot meer behoefte aan sturing en grip. En tot de ontwikkeling van methodieken die daarin kunnen voorzien. Het Liliane Fonds staat hierbij voor de uitdaging om de aansluiting met het Zuiden niet uit het oog te verliezen. Ontwikkelingslanden hebben hun eigen werkelijkheid, waarin
de organisatie. Het model onderscheidt tien aandachtsgebieden: vijf organisatiegebieden (leiderschap, management van medewerkers, strategie en beleid, management van middelen, en management van processen), vier resultaatgebieden (medewerkers, klanten en partners, maatschappij, en bestuur en financiers) en een tiende aandachtsgebied, verbeteren en vernieuwen. De organisatiegebieden beschrijven hoe de organisatie is ingericht en hoe ze zich zou kunnen verbeteren, de resultaatgebieden laten zien wat feitelijk is gerealiseerd. In het tiende aandachtsgebied gaat het erom wat de organisatie leert van ervaringen en behaalde prestaties, en hoe ze deze lessen inzet om zich te verbeteren.
12
Impuls van onderop
De hulp kwam tot stand via 2.362 actieve lokale contactpersonen (mediators). Dit waren er minder dan begroot (2.450) en nagenoeg even veel als in 2008 (2.370). Per kind droeg het Liliane Fonds gemiddeld € 128,27 bij in de kosten van de revalidatie (2008: € 130). • De (netto)bestedingen aan directe kindhulp waren iets hoger dan begroot: € 11.057.011. • De (netto)bestedingen aan capaciteitsversterking, inclusief basisfaciliteiten, bedroegen € 3.988.645. In 2008 was dit € 3.865.047. Voor 2009 was een bedrag begroot van € 3.827.263.
• De baten uit eigen fondsenwerving waren met € 14.593.284 ruim 1 miljoen euro (8%) hoger dan was begroot en niet veel lager dan in 2008 (€ 14.725.226). De hogere inkomsten zijn vooral te danken aan de bijdragen van partners (met name bedrijven en stichtingen) die met € 5.073.706 de begroting (€ 3.950.000) ruimschoots overschreden en zelfs hoger waren dan in 2008 (€ 5.022.992). De totale bijdragen van particuliere donateurs waren met € 6.199.801 hoger dan in 2008 (€ 5.869.450) maar lager dan begroot (€ 6.530.623).
• Het kostenpercentage van de eigen fondsenwerving bedroeg in 2009 12,0%. Begroot was 13,3%. In 2008 was het kostenpercentage 10,7%. • Aan overige inkomsten ontving het Liliane Fonds in 2009 een bedrag van € 3.568.372, waaronder een bijdrage van € 2.224.364 in het kader van het Medefinancieringsstelsel van het ministerie van Buitenlandse Zaken en een bijdrage van € 1.000.000 van de Nationale Postcode Loterij. De baten uit beleggingen bedroegen € 344.008. Begroot was € 80.000. Het verschil wordt verklaard door de herwaardering van het woonhuis van de overleden oprichtster van het Liliane Fonds in verband met de verkoop ervan. Zonder de herwaardering van dit pand zouden de baten uit beleggingen met € 30.512 onder de begroting zijn gebleven. Het Liliane Fonds belegt uitsluitend in termijndeposito’s. In 2009 is dit alleen op kleine schaal gebeurd, omdat er slechts beperkt liquiditeitsoverschotten waren. • De totale inkomsten in 2009 bedroegen € 18.161.656. Dit is 8% meer dan voor 2009 was begroot (€ 16.741.534) en 2% meer dan in 2008. Ontwikkelingen 2009 Belangrijke ontwikkelingen in 2009 betroffen de organisatorische renovatie (het Kwaliteitsprogramma), bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden en de voorbereiding van het jubileumjaar 2010. • In het Kwaliteitsprogramma stond in 2009 de verbetering van de processen centraal. Alle primaire en ondersteunende processen zijn onder de loep genomen. Onderdeel van het project was een uitvoerige test in het Zuiden waarbij
alle nationale coördinatieteams waren betrokken. Het project Processen is in april 2010 (voorlopig) afgerond. • Eveneens binnen het Kwaliteitsprogramma is in 2009 gekozen voor een nieuw ICT-systeem (Pluriform, een branchespecifiek ERP-pakket8) en is begonnen met de invoering ervan. • De samenwerking met de ’s Heeren Loo Zorggroep en Kennis- en Revalidatiecentrum De Hoogstraat is voortgezet en uitgebreid. De contacten met ‘national councils’ van organisaties die worden ondersteund door Leonard Cheshire Disability9 (LCD), hebben in een aantal Afrikaanse landen concreet resultaat opgeleverd en enkele hoopgevende perspectieven. • Met Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland werd bij het ministerie van Buitenlandse Zaken een gezamenlijke aanvraag ingediend voor een bijdrage in het kader van de tweede ronde van het Medefinancieringsstelsel (MFSII). • Er werd een begin gemaakt met de voorbereidingen van het 30-jarig bestaan in 2010. Sympathisanten van het Liliane Fonds richtten de steunstichting ‘Evenementen Liliane Fonds’ op met als doel sponsors te vinden voor een aantal bijzondere jubileumactiviteiten en deze vervolgens te financieren. De stichting vond Rabobank Nederland bereid als hoofdsponsor te fungeren. Het Liliane Fonds gebruikt voor de jubileumviering geen middelen die het zijn toevertrouwd voor de hulp aan kinderen. Daarnaast waren er ontwikkelingen ‘in huis’: • Met de installatie van de medewerkersvertegenwoordiging in het najaar van 2009 ging het Liliane Fonds van het medewerkersoverleg over op een nieuwe vorm van medezeggenschap. • Het Liliane Fonds wil zijn imago en identiteit dichter bij elkaar brengen. Dit kwam in 2009 tot uiting in een vernieuwde presentatie naar buiten: het Liliane Fonds kreeg een nieuwe huisstijl, een ander logo en een veelzeggend motto: Open de wereld voor een kind met een handicap. • Er werden mogelijkheden verkend voor de verbouwing van het kantoorpand in ’s-Hertogenbosch. Renovatie is noodzakelijk, omdat er een tekort aan werkplekken dreigt en de werkomgeving op een aantal punten te wensen overlaat. Bovendien is er veel achterstallig onderhoud. Bij de renovatie, die naar verwachting pas in 2012 wordt uitgevoerd, zal de nadruk liggen op functionaliteit. Het streven is met een minimale investering maximaal rendement te behalen. Geprobeerd wordt een deel van de kosten door sponsoring te dekken. Elk van deze ontwikkelingen wordt elders in dit jaarverslag nader toegelicht.
8 Een ERP (Enterprise Resource Planning)-pakket is een softwarepakket,
dat alle processen in de organisatie ondersteunt. 13
Impuls van onderop
Een slimme meid
Shirley, Bolivia
De tienjarige Shirley uit Bolivia heeft haar moeder al vier jaar niet gezien. Die probeert in Spanje geld te verdienen, al is ze nu alweer een tijdje werkeloos. Haar vader heeft Shirley al veel langer niet gezien. Toen ze nog klein was, is hij met de noorderzon vertrokken. Toch is Shirley niet eenzaam. Met haar oma, een tante en een oom, haar broertjes en een aantal neefjes en nichtjes woont ze in een huisje, dat is betaald door een hulporganisatie. Ondanks de grote armoede hebben ze het samen goed. En Shirley heeft heel veel vriendinnen. Shirley is geboren met een misvormd linkerbeentje. Daardoor kon ze niet lopen. Dankzij de hulp van het
Vertrouwen Het Liliane Fonds gaat met vertrouwen het jubileumjaar in. Heel veel mensen, ver weg en dichtbij, zetten zich met hart en ziel in om onze plannen voor 2010 waar te maken. Onder hen een groot aantal vrijwilligers. Zij zijn en blijven voor het Liliane Fonds van onschatbare waarde. Niet alleen omdat hun inzet het mogelijk maakt de kosten laag te houden en vanwege hun expertise, maar ook omdat ze de organisatie scherp houden door hun kritisch commentaar op ontwikkelingen. Op zijn beurt biedt het Liliane Fonds vrijwilligers de mogelijkheid om persoonlijke doelen te verwezenlijken, concreet uiting te geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid, sociale contacten te leggen en zich te ontplooien. In ons jubileumjaar is MEEDOEN een sleutelbegrip. We roepen mensen in Nederland op om mee te doen met het Liliane Fonds, zodat ook kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden eindelijk mee kunnen doen. En natuurlijk zal het Liliane Fonds bij politici, beleidsmakers en collegaorganisaties blijven beklemtonen, dat bij ontwikkelingssamenwerking specifieke aandacht voor mensen met een handicap dringend nodig is. Ook zullen we blijven pleiten voor inclusief beleid10, waarin rekening houden met verschillen tussen mensen vanzelfsprekend is. Bij de overheid zal het Liliane Fonds erop aandringen het VN-Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap snel te ratificeren. Intussen gaan we door met waar we het beste in zijn. De mondiale problemen die vragen om een samenhangende aanpak op het hoogste niveau, kunnen we niet oplossen.
14
Liliane Fonds kan ze dat tegenwoordig wel. Haar beentje is geamputeerd en ze kreeg een prothese. Daarmee loopt ze prachtig. En moeiteloos naar school. School is belangrijk voor Shirley. Ze kan heel goed leren en heeft grootse plannen voor later. Slimme Shirley komt er wel. En het Liliane Fonds helpt haar graag op weg.
Wat we wel kunnen, is met kleine bijdragen een groot verschil maken. Op onze inzet hiervoor en op het resultaat mag iedereen ons aanspreken. ’s-Hertogenbosch, 27 april 2010
Kees van den Broek directeur Stichting Liliane Fonds
9 Een Britse organisatie die mensen met een handicap ondersteunt in het
Verenigd Koninkrijk en daarnaast via haar Global Alliance samenwerkt met autonoom functionerende organisaties in ruim 50 andere landen. Het Liliane Fonds heeft een samenwerkingsovereenkomst met LCD. 10 Inclusief beleid is beleid, dat rekening houdt met de verschillen in mogelijkheden en beperkingen van mensen.
Impuls van onderop
Verslag Raad van Toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht en directie De Raad van Toezicht van het Liliane Fonds moet uit ten minste vijf personen bestaan. Op 31 december 2009 telde de Raad zeven leden: De heer drs. C.A.G. Oostveen, voorzitter voormalig directeur Algemene Zaken ziekenhuis Rivierenland in Tiel Nevenfuncties: • voorzitter bestuur Voedselbank Steunpunt Tiel e.o. • penningmeester Stichting Dorpsraad Kapel Avezaath De heer drs. A.J. Aikema RA financieel directeur Bracamonte BV Nevenfuncties: • docent NIVRA (Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants) • lid Raad van Commissarissen Accon AVM - adviseurs en accountants • Lid Comité van Aanbeveling Stichting Matata Children Hospital Kenya De heer dr. H.J.M. Finkenflügel directeur ’s Heeren Loo Nevenfuncties: • lid ‘commissie buitenland’ Stichting Kinderpostzegels Nederland • external examiner UCL Institute of Child Health (Londen) • honorary professor University of East Anglia (Norwich) • bestuurslid CRAMM Foundation (Credit for Rehabilitation Aimed at the Marginilized Minorities), Eindhoven De heer drs. J. de Haan hoofd Radio en lid Managementteam IKON Nevenfuncties: • docent journalistieke vaardigheden Media Academie Hilversum • docent interviewpracticum masteropleiding journalistiek Faculteit der Letteren, Rijksuniversiteit Groningen De heer mr. P.G. Heeringa notaris in ’s-Hertogenbosch epn estate planner Nevenfuncties: • directeur van Nola Nibin Beheer BV • voorzitter van Stichting Escrow Agent • plaatsvervangend lid Kamer van Toezicht Notarissen Rechtbank ’s-Hertogenbosch Mevrouw drs. C.A.L.M. Lennards MPM voorzitter Raad van Bestuur Revant, Stichting Revalidatiecentrum Breda en Stichting Revalidatiegeneeskunde Zeeland
15
Nevenfuncties: • voorzitter Stichting OIM (Orthopedisch Instrumentmakerij) Brabant • penningmeester en lid dagelijks bestuur Annevillegroep Breda • penningmeester en lid dagelijks bestuur Vereniging Astmacentra Nederland • bestuurslid Stichting Herstel en Balans • lid Revalidatie Nederland De heer H.J.Th. van Stokkom adviseur giftenbeleid voor vermogensfondsen en vermogende particulieren (via eigen vennootschap: VanStokkom Beheer & Uitvoering) Nevenfuncties: • secretaris Stichting Anonymus • voorzitter Stichting Oud in Afrika • bestuurslid Stichting Right on Sight • bestuurslid Stichting SOVEC (Social Venture Capital) Directeur-bestuurder is: de heer C.J. van den Broek De directeur van het Liliane Fonds heeft geen nevenfuncties. Mutaties Bij het begin van 2009 was er in de Raad van Toezicht één vacature. In deze vacature is voorzien met de toetreding tot de Raad van mevrouw drs. C.A.L.M. Lennards MPM op 3 september 2009. Er waren voor de functie meerdere kandidaten. De voordracht van mevrouw Lennards, opgemaakt na een voorgesprek met de voorzitter en een lid van de Raad, werd met algemene stemmen aanvaard. Toelichting op functies en nevenfuncties In de Raad van Toezicht zijn bij voorkeur alle vakgebieden vertegenwoordigd die van belang zijn voor het Liliane Fonds. De samenstelling van de Raad beantwoordt aan dit streven. De leden staan voor deskundigheid op het gebied van (kinder)revalidatie, ook binnen de context van een ontwikkelingsland, fondsenwerving, marketing en communicatie, bestuur, financiën en juridische zaken. Vanuit hun dagelijkse functie hebben de leden van de Raad bovendien toegang tot specifieke netwerken die voor het Liliane Fonds van belang (kunnen) zijn. Ze benutten deze netwerken met inachtneming van de governancecodes die voor hun beroepsgroep gelden. Veel nevenfuncties van de leden weerspiegelen hun betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking, kinderen met een handicap of beide. De in de nevenfuncties opgebouwde expertise vergroot hun toegevoegde waarde voor het Liliane Fonds. Bij geen van de functies of nevenfuncties is er een potentieel risico van belangenverstrengeling en/of verminderde onafhankelijkheid.
Straks wil ze anderen helpen
Manisha, Nepal
Manisha Gurung uit Nepal was nog een baby, toen ze een infectie kreeg aan haar linkerbeen. Ze hield aan de infectie een handicap over. Gewoon leren lopen was voor haar niet mogelijk. Toen Manisha negen jaar oud was, ontdekte een contactpersoon van het Liliane Fonds haar. Die zorgde ervoor, dat Manisha werd geopereerd en fysiotherapie kreeg. Met de beugel die ze kreeg aangemeten, kon ze voortaan zelf naar school lopen. Een wandeling van twintig minuten. Op de basisschool die Manisha bezocht, zaten kinderen met en zonder handicap. Voor de hulp aan Manisha in de jaren 2003 en 2004 betaalde het Liliane Fonds in totaal € 240,20. Inmiddels is Manisha zestien jaar. Met haar moeder, twee broers, en een zus
figuur 1
woont ze in een bescheiden huisje in Pokhara, de tweede stad van Nepal. Manisha is de jongste thuis. Haar vader werkt in het buitenland. Meer dan (para)medische hulp Manisha weet als geen ander hoe belangrijk goede medische zorg is. Daarom zou ze het liefst dokter willen worden. En als dat niet lukt, verpleegster. Ze wil anderen helpen. Later. Voorlopig houdt ze vooral van dansen en zingen. En van toneelspelen, samen met haar vrienden en vriendinnen. Manisha is slim en is bezig om Engels te leren. Haar verhaal
illustreert, dat voor de revalidatie van een kind met een handicap niet alleen (para)medische hulp van belang is. Wat het leven van Manisha inhoud en kleur heeft gegeven, is dat ze naar school kan, zich kan ontwikkelen en volop contact heeft met leeftijdgenoten. In 2009 betaalde het Liliane Fonds voor Manisha schoolgeld, een uniform en reiskosten. Er wordt nagedacht over een inkomstengenererend project voor haar moeder, zodat die straks zelf het schoolgeld voor haar dochter kan voldoen.
Aftreedrooster
naam
C.A.G. Oostveen P.G. Heeringa H.J.M. Finkenflügel J. de Haan A.J. Aikema H.J.Th. van Stokkom C.A.L.M. Lennards
aantreden
herbenoeming
1999 2003 2005 2005 2007 2007 2009
2003 en 2007 2007 2009 2009 2011 2011 2013
aftreden
2011 * 2011 2013 2013 2015 2015 2017
* De heer Oostveen zal zijn derde bestuurstermijn volmaken en aftreden in 2011.
Aftreedrooster In zijn vergadering van 15 december 2009 heeft de Raad besloten tot een aantal wijzigingen in de statuten. Een van de wijzigingen betreft het maximum aantal bestuurstermijnen. Dit maximum is teruggebracht van drie naar twee. Doel van de aanpassing is een tijdige toevoer van ‘vers bloed’ te verzekeren. De statutenwijziging is in maart 2010 geformaliseerd. Het aftreedrooster van de leden van de Raad na aanpassing van het aantal bestuurstermijnen is weergegeven in figuur 1.
sprek met twee andere leden van de Raad. Beide herbenoemde leden leveren een waardevolle, specifieke bijdrage aan het functioneren van de Raad. Samenstelling Financiële Auditcommissie De Financiële Auditcommissie moet uit minimaal twee personen bestaan. Per 31 december 2009 bestond de commissie uit drie leden: De heer drs. A.J. Aikema RA, voorzitter De heer drs. C.A.G. Oostveen De heer mr. P.G. Heeringa
Twee leden van de Raad, de heren Finkenflügel en De Haan, beëindigden in 2009 hun eerste bestuurstermijn. Beiden waren beschikbaar voor een tweede termijn en zijn herbenoemd, na het reglementair voorgeschreven evaluatiege-
De samenstelling van de commissie bleef in 2009 ongewijzigd.
16
Verslag Raad van Toezicht
Werkzaamheden Raad van Toezicht In 2009 kwam de Raad zesmaal in een reguliere vergadering bijeen. De directeur was bij alle vergaderingen aanwezig. Van elke vergadering is een verslag gemaakt, dat in de volgende vergadering is vastgesteld en goedgekeurd.
partiet overleg van de commissie, PwC (PricewaterhouseCoopers NV) en de directeur, bijgestaan door de verantwoordelijke voor Planning & Control. Wat betreft het risicomanagement stelde de commissie zich op de hoogte van bevindingen, ontwikkelingen en actiepunten.
In de jaarlijkse planning- en controlecyclus verleende de Raad goedkeuring aan de jaarrekening en het jaarverslag over 2008, en het jaarplan en de begroting voor 2010. Door het jaar heen hield de Raad toezicht op de realisering van de doelstellingen en de besteding van de middelen. Dit gebeurde primair op basis van de managementrapportages van de directeur, aangevuld met zijn informatie over belangrijke onderwerpen en ontwikkelingen.
Evaluaties In het najaar van 2009 evalueerde de Raad zijn functioneren. Een externe deskundige was gevraagd de bijeenkomst te begeleiden. In de evaluatie stonden dit keer de institutionele en procedurele aspecten van toezicht houden centraal. De evaluatie heeft geresulteerd in een aantal actiepunten, die in 2010 worden uitgewerkt. Tot de voornemens behoren de opstelling van een informatieprotocol, de agendering van meer thematische en strategische vergaderonderwerpen, en een duidelijke scheiding tussen de verschillende rollen die de Raad heeft als werkgever, toezichthouder en klankbord. De Raad streeft ernaar de kwaliteit van zijn handelen voortdurend te verbeteren. Een evaluatiebijeenkomst draagt hieraan bij, stimuleert de leden van de Raad hun werk consciëntieus en alert te doen, en versterkt het teamgevoel.
Belangrijke thema’s in 2009 waren: • de vorming van een alliantie met Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland voor de indiening van een gezamenlijke subsidieaanvraag in het kader van MFSII11 • de keuze van een nieuw ICT-systeem Voor beide onderwerpen stelde de Raad uit zijn midden een adviescommissie in. Aanbevelingen van deze commissies werden in de oorspronkelijke voorstellen verwerkt. Vervolgens gaf de Raad zijn goedkeuring aan deelname in de alliantie, de keuze voor Pluriform als nieuw ICT-systeem en de afsluiting van een contract met leverancier Matthat. Na bestudering van de onderliggende stukken verleende de Raad ook goedkeuring aan enkele aanpassingen in de inrichting van de organisatie, de voorgestelde verdeelsleutel voor de toerekening van kosten, de oprichting van een steunstichting voor de organisatie en financiering van een aantal jubileumactiviteiten in 2010, voorbereiding van de verbouwing van het kantoorpand, en verkoop van het woonhuis van de in 2009 overleden oprichtster van het Liliane Fonds. De Raad evalueerde in 2009 de statuten en de verschillende reglementen12 die zijn opgesteld om goed bestuur te waarborgen. De reglementen zijn geactualiseerd. De belangrijkste wijziging in de statuten is, naast de verandering van het maximum aantal bestuurstermijnen, de toevoeging aan de doelstelling, dat het Liliane Fonds met zijn werk bijdraagt aan directe armoedebestrijding. Werkzaamheden Financiële Auditcommissie De Financiële Auditcommissie vergaderde in 2009 twee keer. Aanwezig bij de vergaderingen waren ook de directeur en de verantwoordelijke voor Planning & Control. In overeenstemming met de haar toegewezen taken en verantwoordelijkheden hield de commissie toezicht op de kwaliteit van de financiële verslaggeving en het risicomanagement van de organisatie. Voor de financiële verslaggeving gebeurde dit onder meer door de bespreking en evaluatie van managementrapportages, en door de bespreking van de Managementletter van de externe accountant in een tri-
Bij de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de directeur is vastgesteld, dat hij de organisatie goed aanstuurt, vakkundig uitvoering geeft aan de statutaire doelen, ambitieus is en strategisch inzicht heeft. De directeurbestuurder en de Raad hebben een goede, constructieve samenwerkingsrelatie. De directeur staat open voor adviezen van de Raad en waardeert een kritische opstelling. Bezoldiging De leden van de Raad van Toezicht worden niet bezoldigd. Voor het salaris van de directeur dat door de Raad van Toezicht is vastgesteld, bleef in 2009 de berekening gelden waarvoor in 2007 is gekozen en die is afgeleid van de ‘Adviesregeling beloning directeuren van goede doelen’ van de Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI). Het bruto jaarsalaris van de directeur wordt toegelicht en verantwoord in Financiële resultaten 2009 onder Overige gegevens/ Werknemers en beloningen/ Bezoldiging directie (p. 91) ’s-Hertogenbosch, 27 april 2009
Cor Oostveen voorzitter Raad van Toezicht Stichting Liliane Fonds
11 De tweede ronde van het Medefinancieringsstelsel, ingesteld door de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking. 12 De reglementen van de Raad van Toezicht en de Financiële Auditcommissie,
het Directiereglement en de onkostenregeling voor leden van de Raad van Toezicht. 17
Verslag Raad van Toezicht
Goed bestuur in de praktijk (Verantwoordingsverklaring 2009)
De Raad van Toezicht en de directie van het Liliane Fonds onderschrijven de drie grondbeginselen van goed bestuur die zijn beschreven in de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (Vereniging Fondsenwervende Instellingen, 2005) en die het CBF (Centraal Bureau Fondsenwerving) in 2008 heeft opgenomen in het Reglement CBF-Keur: • een duidelijke scheiding tussen ‘toezicht houden’ en ‘besturen’ of ‘uitvoeren’ • een voortdurende inspanning om middelen goed te besteden, zodat doeltreffend en doelmatig wordt gewerkt aan de verwezenlijking van de doelstelling • het streven naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor informatieverstrekking en de behandeling van wensen, vragen en klachten Hieronder is beschreven hoe het Liliane Fonds deze beginselen naleeft en hoe dit in de organisatie is verankerd. Scheiding ‘toezicht houden’ en ‘besturen’ Het Liliane Fonds wordt bestuurd volgens het Raad van Toezichtmodel. In dit model hebben de directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht verschillende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Kort samengevat is de verdeling als volgt: • de directeur zet de koers van het Liliane Fonds uit, verwerft, beheert en besteedt de benodigde middelen, en zorgt ervoor dat de organisatie adequaat functioneert; • de Raad van Toezicht geeft advies, en houdt vooraf én achteraf toezicht op de directie en op de algemene gang van zaken bij het Liliane Fonds. De onderscheiden taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de statuten en nader uitgewerkt in het Reglement van de Raad van Toezicht en het Directiereglement. Omdat het Liliane Fonds een eenhoofdige directie heeft, is er een aparte Financiële Auditcommissie die specifiek toezicht houdt op de financiële zaken en die de werking van de administratieve organisatie, de interne controle en de analyse van de bedrijfsrisico’s controleert. Goede besteding middelen Om ervoor te zorgen dat de middelen die het Liliane Fonds verwerft om zijn doelstelling waar te maken, zo goed mogelijk worden besteed, wordt een consequente planning- en controlecyclus doorlopen:
18
PLAN: plannen maken • Het Liliane Fonds heeft zijn doelstellingen vertaald in een visie, beleid en een (meerjaren)strategie. Op basis hiervan worden meerjaren- en jaarplannen opgesteld en hiermee corresponderende meerjaren- en jaarbegrotingen. • In de plannen is de inbreng verwerkt van de verschillende onderdelen van het Liliane Fonds in Nederland en van de nationale coördinatieteams (nct’s) in de landen, waar de hulpverlening grotendeels ter plaatse wordt georganiseerd en die ongeveer 90% van het aantal geholpen kinderen, het aantal mediators en de bestedingen vertegenwoordigen.13 • Daarnaast wordt bij de opstelling van meerjarenplannen, jaarplannen en begrotingen gebruik gemaakt van onder meer de resultaten van het voorgaande boekjaar, de uitkomsten van risico- en contextanalyses, en informatie over relevante interne en externe ontwikkelingen en trends. • Elk jaarplan wordt, zowel in Nederland als in het Zuiden, vertaald in concrete activiteitenplannen, waarin de doelstellingen verder zijn uitgewerkt. • De doelstellingen zijn meetbaar, doordat wordt gewerkt met een logisch kader14, door de benoeming van (kern)prestatie-indicatoren (kpi’s) en streefwaarden hiervoor, en door de inrichting van een monitoring- & evaluatiesysteem op basis van het logisch kader. DO / CHECK: plannen uitvoeren en de resultaten volgen en doorlichten • Gedurende het jaar wordt aan de hand van de plannen en met de ontwikkelde hulpmiddelen gevolgd in hoeverre het lukt de doelstellingen te realiseren. De uitkomst is een graadmeter voor de effectiviteit (doeltreffendheid) van de organisatie. • Elke maand wordt op basis van managementinformatie over de financiële resultaten en de belangrijkste kpi’s beoordeeld hoe inkomsten en bestedingen zich verhouden tot de begroting. De bevindingen zijn een aanwijzing voor de efficiëntie (doelmatigheid) van de organisatie. • De kwalitatieve resultaten van de hulpverlening worden getoetst door veldbezoeken van medewerkers van nationale coördinatieteams aan mediators en door hen geholpen kinderen, werkbezoeken vanuit het hoofdkantoor in Nederland, en kwaliteitsonderzoek in samenwerking met een strategische (kennis)partner in Nederland en een lokale universiteit.
13 Het Liliane Fonds wil ook andere groepen belanghebbenden meer gaan
betrekken bij de opstelling van plannen, en onderzoekt hoe hun inbreng het beste kan worden georganiseerd. 14 In het logisch kader is de doelstelling van het Liliane Fonds uiteengerafeld in concrete doelen op algemeen, specifiek en operationeel niveau voor de hulpverlening, en in operationele doelen voor de benodigde middelen (organisatie, medewerkers, financiering en draagvlak). Het logisch kader laat de samenhang tussen de doelen zien. Voor elk doel zijn indicatoren benoemd. Aan de indicatoren kunnen streefwaarden worden gekoppeld.
ACT: actie of aanpassing • Als blijkt dat de resultaten achterblijven bij de plannen, dan wordt ofwel actie ondernomen om de doelen alsnog te kunnen halen ofwel worden de plannen en/of de begroting bijgesteld. Een aanpassing van de begroting wordt altijd ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht. • In 2009 zijn alle primaire en ondersteunende processen binnen het Liliane Fonds onder de loep genomen en verbeterd. Medewerkers worden gestimuleerd dit niet als een ‘eindpunt’ te zien, maar oog te blijven hebben voor verdere verbetering. • Aanbevelingen na werkbezoeken en uit kwaliteitsonderzoek worden doorgesproken met belanghebbenden en worden verwerkt in de plannen voor het nieuwe jaar. Bij de verwerving en besteding van middelen voldoet het Liliane Fonds ook op de volgende punten aan de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen: • Fondsen worden op een fatsoenlijke wijze geworven. Het Liliane Fonds houdt zich aan de gedragscode die de Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI) voor de werving van fondsen heeft vastgesteld. • Verkregen middelen besteedt het Liliane Fonds altijd aan de doelen die bij de verwerving ervan zijn genoemd. Zo worden bijdragen van particuliere donateurs niet gebruikt om capaciteitsversterking te financieren, maar uitsluitend voor directe kindhulp en de activiteiten die hiermee samenhangen. Bijdragen met een specifieke bestemming worden ondergebracht in een bestemmingsfonds. • De reserves zijn gevormd volgens de VFI-Richtlijn Reserves Goede Doelen. De reserves zijn niet groter dan nodig is om de uitvoering en de voortzetting van de hulpverlening te garanderen. Over de verwerving en besteding van middelen legt het Liliane Fonds publiekelijk verantwoording af in een jaarrekening en een jaarverslag: • De jaarverslaggeving is ingericht volgens de Richtlijn 650 Fondsenwervende instellingen. Een externe accountant (PricewaterhouseCoopers) controleert jaarlijks of de jaarrekening en het jaarverslag aan alle eisen voldoen. • Het jaarverslag voldoet aan de criteria die hiervoor zijn vastgelegd in de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen. Communicatie met belanghebbenden Aandacht en respect voor mensen zijn inherent aan de filosofie en de werkwijze van het Liliane Fonds. Alleen al daarom vindt het Liliane Fonds zorgvuldige en effectieve communicatie met belanghebbenden noodzakelijk en vanzelfsprekend. Belanghebbenden krijgen betrouwbare en controleerbare informatie. Hun wensen en suggesties zijn welkom. Klachten worden snel en serieus behandeld. Vragen worden correct en binnen een aanvaardbare tijd beantwoord. Hieronder zijn de belangrijkste groepen belanghebbenden benoemd, en is voor elke groep beschreven hoe de communicatie verloopt en welke verbeterpunten er zijn.
19
Kinderen en hun ouders/familie • Kinderen die door het Liliane Fonds worden geholpen, en hun ouders krijgen vooral informatie van de mediator of de co-worker, die hen begeleidt en met wie ze geregeld persoonlijk contact hebben. Die bespreekt in elk geval met hen in hoeverre ze hulp kunnen krijgen en wat ze wel en niet van de revalidatie mogen verwachten. • Het Liliane Fonds vindt het belangrijk, dat kinderen en ouders inbreng hebben bij de opstelling van het revalidatieplan. Een verbeterpunt is een meer planmatige organisatie van hun feedback: beantwoordt de geboden hulp aan hun behoeften en hun verwachtingen?. Ook het inzicht in mogelijke klachten van ouders en kinderen is nog beperkt. Mediators, partnerorganisaties én nationale coördinatieteams vinden het moeilijk open te zijn over kritische geluiden. Beide verbeterpunten zijn ook genoemd in de Verantwoordingsverklaring van 2008. Ze realiseren kost echter tijd. Het zullen de komende jaren aandachtspunten blijven. Partnerorganisaties en mediators • De informatievoorziening aan partnerorganisaties en mediators loopt grotendeels via de nationale coördinatieteams. Met de mediators hebben de teams geregeld digitaal, schriftelijk en telefonisch contact, over praktische zaken, maar ook over de uitgangspunten, het beleid en de aanpak van het Liliane Fonds. Deze aspecten komen ook aan de orde tijdens ontmoetings- en trainingsbijeenkomsten, en bij het veldbezoek dat elke twee jaar aan mediators wordt gebracht. Vanuit het hoofdkantoor ontvangen partnerorganisaties en mediators informatie over resultaten en ontwikkelingen, bijvoorbeeld in de internationale nieuwsbrief Connect die twee tot drie keer per jaar verschijnt, via de internationale website (www.lilianefonds.org) en in de samenvatting van het jaarverslag, die elk jaar in meerdere talen wordt gemaakt. Van het Jaarverslag 2008 is een beknopte Engelstalige versie in drukvorm verschenen. Tijdens werkbezoeken vanuit Nederland staat vrijwel altijd een bijeenkomst met mediators en partnerorganisaties op het programma. Tijdens deze ontmoetingen is er volop gelegenheid vragen te stellen en wensen en klachten naar voren te brengen. • Het Liliane Fonds vindt het belangrijk te luisteren naar belanghebbenden, en zeker naar de mensen in het veld. Een illustratie hiervan in 2009 was de gang van zaken rondom aanpassingen in het traject van (hulp)aanvraag tot en met verantwoording. In Nederland was hiervoor een nieuwe aanpak ontwikkeld, die vervolgens ter plaatse werd uitgetest. Hoewel de voorstellen als een vooruitgang werden ervaren, kwam er ook kritiek uit het Zuiden: de nieuwe werkwijze leidde tot een zo hoge administratieve belasting van nationale coördinatieteams, partnerorganisaties en mediators, dat de hulp aan kinderen erdoor in het gedrang kon komen. Er werd ook aangegeven hoe het wel zou kunnen. Mede op basis van deze suggesties is een alternatief uitgewerkt, dat beter aansluit op de huidige praktijk. • Verbeterpunten zijn er ook: nationale coördinatieteams én hoofdkantoor moeten betere manieren vinden om de actieve
Goed bestuur in de praktijk
Helemaal thuis op school.
Vol aandacht voor de les.
Prima op haar plek
Taona, Zambia
De ‘Da Gama School’ in Luanshya, een stad in de Zambiaanse provincie Copperbelt, is een speciale school voor kinderen met een lichamelijke handicap. Het is een gemengde school met een kleine 150 leerlingen tussen de 4 en 23 jaar. Ze zijn allemaal intern. De school heeft een eigen orthopedische werkplaats, waar kleine reparaties kunnen worden uitgevoerd aan de hulpmiddelen van de leerlingen. Een van de leerlingen van de ‘Da Gama School’ is de dertienjarige Taona. Ze is zonder handen en voeten geboren, maar weet zich desondanks verrassend goed te redden. De ouders van Taona wonen in Lusaka, de hoofdstad van Zambia,
Spelen met vriendinnen.
ruim driehonderd kilometer van Luanshya verwijderd. Taona zat eerst op een gewone school in Lusaka, maar daar werd ze veel gepest. Op haar nieuwe school heeft ze daar geen last van. Daarom heeft ze het nu veel beter naar haar zin, ook al ziet ze haar ouders alleen in de vakanties. Taona is vrolijk en intelligent. Haar schoolprestaties zijn uitstekend en ze heeft volop vriendinnen. Het Liliane Fonds betaalt haar opleiding.
Hoe zat het ook alweer?
betrokkenheid van partnerorganisaties bij het Liliane Fondsprogramma en het werk van de mediators te vergroten, en de gegevens over de tevredenheid van partnerorganisaties en mediators zijn nog te fragmentarisch. Een algemeen tevredenheidsonderzoek onder hen wordt voorbereid voor 2011. Nationale coördinatieteams • De nationale coördinatieteams worden beschouwd als onderdeel van de organisatie. Er is vrijwel dagelijks contact tussen het hoofdkantoor en de teams. Bij de opstelling van meerjaren- en jaarplannen wordt alle nationale coördinatieteams structureel om inbreng gevraagd en ze werken steeds vaker actief mee aan de ontwikkeling van beleid. Uitwisseling van informatie tussen de teams van een regio wordt gestimuleerd, onder meer door elke twee jaar een regionale bijeenkomst te organiseren, waaraan ook wordt deelgenomen door vertegenwoordigers van het hoofdkantoor. • In 2010 doen de medewerkers van de nationale coördinatieteams voor de eerste keer mee aan het medewerkerstevredenheidsonderzoek. • Een nationaal coördinatieteam wordt altijd opgezet in samenwerking met een deskundige, goed toegeruste partnerorganisatie. Wat verbeterd kan worden, is de duidelijkheid over de verdeling van verantwoordelijkheden tussen deze partnerorganisatie als formele werkgever van het nationale coördinatieteam, en het Liliane Fonds. Dit is vooral van belang als het gaat om vragen, wensen en klachten die de teamleden als werknemer hebben. Strategische partners (Noorden en Zuiden) • Met strategische partners in het Noorden en het Zuiden wordt informatie vooral uitgewisseld tijdens onderling of breed overleg. • Voor een aantal strategische partnerschappen geldt als verbeterpunt, dat er van beide kanten meer tijd en energie in de samenwerking moet worden gestoken om het resultaat ervan te vergroten. Medewerkers in Nederland • De medewerkers in Nederland, waartoe het Liliane Fonds ook zijn vrijwilligers rekent, worden stelselmatig geïnformeerd over plannen, resultaten en ontwikkelingen. Dit gebeurt onder meer in bijeenkomsten, via het intranet, op speciale infoborden en met een tv-krant in de kantine. Voor de netwerkvrijwilligers die vooral buiten het kantoor actief zijn, is er een aparte, interactieve website, en wordt elk jaar een ontmoetingsbijeenkomst gehouden. • De open en laagdrempelige cultuur bij het Liliane Fonds draagt eraan bij, dat medewerkers vragen, wensen en klachten gemakkelijk uiten. Om ervoor te zorgen dat klachten zorgvuldig worden behandeld, zijn een aantal regelingen vastgesteld: de algemene klachtenregeling die ook van toepassing is op klachten van buiten, een regeling voor klachten over ongewenst gedrag, die onder meer voorziet in een externe vertrouwenspersoon en een speciale klachtencommissie, en een regeling voor het omgaan met het
21
vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling). De formele medezeggenschap is bij het Liliane Fonds geregeld in de medewerkersvertegenwoordiging. Deze bestaat uit medewerkers in dienstverband en bureauvrijwilligers en heeft de rechten, plichten en bevoegdheden die de Wet op de ondernemingsraden (WOR) toekent aan de Personeelsvertegenwoordiging (PVT). In 2010 wordt een organisatiebreed medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden. Voor de verbeterpunten die hieruit naar voren komen, wordt een plan van aanpak gemaakt. Donateurs en andere fondsenverstrekkers • Op organisatieniveau informeert het Liliane Fonds donateurs en fondsenverstrekkers met name in het jaarverslag en de jaarrekening die ook op de website staan, in de Nieuwsbrief die viermaal per jaar verschijnt, in de digitale Nieuwsflits die zesmaal per jaar wordt verstuurd, en op de verschillende websites (www.lilianefonds.nl, www.lilianekids.nl, www.lilianefonds.org, en www.geefomditkind.nl). Daarnaast zijn er rapportages aan specifieke donoren waarin het Liliane Fonds verantwoording aflegt over de besteding van hun bijdragen. • Grote donoren maken hun mening kenbaar in het overleg dat er geregeld met hen is. De opinie van particuliere donateurs wordt incidenteel gepeild met vragenlijsten bij evenementen en met digitale enquêtes. • Klachten van donateurs en fondsenverstrekkers worden behandeld volgens de algemene klachtenregeling. Als stelregel geldt dat het Liliane Fonds binnen twee weken reageert op de klacht in een brief die is ondertekend door de directeur. Als een klacht niet binnen twee weken kan worden afgehandeld, dan krijgt de klager binnen een week een ontvangstbevestiging en informatie over de verdere procedure. Alle klachten worden met datum van binnenkomst en ondernomen actie vastgelegd in een centraal klachtenregister. De klachtenregeling vermeldt daarnaast het recht op hoor en wederhoor, het recht op inzage in alle relevante stukken en de mogelijkheid van extern beroep bij het Centraal Bureau Fondsenwerving, waarna de klacht wordt afgehandeld volgens de klachtenprocedure van het CBF. De Nederlandse samenleving • Als maatschappelijke organisatie vindt het Liliane Fonds het belangrijk om de Nederlandse samenleving te informeren over zijn uitgangspunten, activiteiten en de hiermee bereikte resultaten. Dit gebeurt behalve in het jaarverslag en de jaarrekening ook in mediareportages, campagnes, advertenties, websites en brochures. • Het Liliane Fonds heeft daarnaast een open oor voor vragen, opmerkingen en klachten. Kritische feedback wordt verwelkomd en ook bewust gezocht. Scherp blijven op kwaliteitsverbetering is een voorwaarde om kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden steeds doeltreffender te helpen.
Goed bestuur in de praktijk
Hulp van dichtbij De stip aan de horizon (einddoel) Het lijkt vanzelfsprekend. Toch is het nog nergens werkelijkheid: De samenleving accepteert en respecteert mensen met een handicap als gelijkwaardig. Ze kunnen gebruik maken van hun rechten, even goed als ieder ander. Dit is het einddoel, de stip aan de horizon die het Liliane Fonds voor ogen heeft. Het richtpunt is een inclusieve samenleving: een samenleving waarin niemand buitenspel staat. Niet vanwege leeftijd, sekse of etniciteit. Niet omdat iemand een handicap heeft. In een inclusieve samenleving is verscheidenheid het uitgangspunt. Er wordt rekening gehouden met verschillen tussen mensen. Een inclusieve samenleving ruimt letterlijk en figuurlijk de obstakels op, die mensen verhinderen mee te doen. Mensen met een handicap lopen al eeuwenlang tegen obstakels op. De geschiedenis laat zien, dat ze in elke cultuur en elke samenleving zijn achtergesteld, uitgesloten, gediscrimineerd en gestigmatiseerd. Ook in de 21ste eeuw zijn hiervan nog schrijnende voorbeelden: Heb je een handicap? Dan is dit je straf, omdat je in een vorig leven slechte dingen hebt gedaan. Dat geloven veel Cambodjanen. Je hoeft je dus niet te bekommeren om kinderen met een handicap. Dat ze een handicap hebben, is hun eigen schuld. In Kameroen worden kinderen met een verstandelijke beperking nog dikwijls aangemerkt als slangenkinderen. Je kunt er maar beter omheen lopen, zoals je dit ook bij echte slangen doet. Sluit ze op of verstoot ze, is het devies. Er zijn ook ouders, die de slang achterlaten in het oerwoud of bij de rivier. Daar komt de slang in eenzaamheid van de honger om. Mede door de inzet van het Liliane Fonds en vooral van de lokale partnerorganisaties, verliest deze mentaliteit langzaamaan terrein. Toch is er nog een heel lange weg te gaan. VN-Verdrag Het streven naar inclusie, naar insluiting van mensen met een handicap, wordt ondersteund door het VN-Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap. Het verdrag, in 2006 aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, trad in 2008 in werking, toen het door twintig landen was geratificeerd. Inmiddels hebben meer dan 80 landen dit gedaan. Ook de Nederlandse overheid treft voorbereidingen voor de ratificatie van het verdrag. Naar verwachting zal de officiële bekrachtiging in 2011 een feit zijn.
22
Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap Rode draad in het VN-Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap is, dat inclusie (insluiting) de norm moet zijn. Er staan in het verdrag ook specifieke rechten voor kinderen met een handicap: het recht om mee te doen en de rechten op onderwijs, informatie, een familieleven en vrijwaring van geweld. Als een land het verdrag ratificeert, dan is dit niet vrijblijvend. Het land moet er dan bijvoorbeeld voor zorgen, dat kinderen met een handicap hun recht op onderwijs ook kunnen uitoefenen. Dit betekent dat kinderen met een handicap terecht moeten kunnen op scholen die ook voor hen toegankelijk zijn, die leerkrachten hebben die goed met hen om kunnen gaan, en die beschikken over passende leermiddelen. De kinderparagraaf in het Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap is een aanvulling op het VN-Verdrag voor de Rechten van het Kind (1989). In de twee verdragen tezamen is onomstotelijk vastgelegd, dat elk kind ter wereld, met of zonder handicap, dezelfde rechten heeft.
Belangenbehartiging Verdragen zijn belangrijk, maar om ze tot leven te brengen is meer nodig dan de ondertekening van een document. Daarvoor moeten mensen ter plaatse een beroep doen op hun eigen overheid om de rechten van mensen met een handicap serieus te nemen en in praktijk te brengen. Het Liliane Fonds stimuleert de nationale coördinatieteams (nct’s) die het inmiddels in 25 landen heeft, om zulke lokale initiatieven krachtig te ondersteunen. Het Liliane Fonds zelf draagt bij aan belangenbehartiging door vanuit zijn specifieke expertise op ‘grassroot level’ informatie aan te leveren, die lobbyorganisaties kunnen gebruiken bij hun appel op de overheid. Ook op deze manier ondersteunt het Liliane Fonds het streven naar inclusiviteit. Strategische partners Samenwerking met strategische partners vergroot de doeltreffendheid van de hulp die kinderen krijgen van het Liliane Fonds én van de inspanningen om een inclusieve samenleving te verwezenlijken. LCD Sinds 2008 werkt het Liliane Fonds samen met Leonard Cheshire Disability (LCD), een grote Engelse organisatie voor mensen met een handicap, die zich sterk maakt voor een kentering in de maatschappelijke houding tegenover mensen met een handicap. In het Verenigd Koninkrijk ondersteunt LCD ruim 21.000 mensen met een handicap.
Internationaal werkt LCD in een wereldwijde alliantie (Global Alliance) van non-gouvernementele organisaties (ngo’s) samen met meer dan 250 partnerorganisaties in 52 landen. LCD heeft, verspreid over de wereld, zes regionale kantoren. De werkgebieden van LCD zijn inclusief onderwijs, werk en inkomen, gezondheidszorg, revalidatievoorzieningen, belangenbehartiging, training en onderzoek, en capaciteitsopbouw van lokale partnerorganisaties. Samenwerking met LCD is voor het Liliane Fonds onder meer interessant vanwege de toegang tot de lokale partners van LCD in een aantal Afrikaanse landen. Deze organisaties kunnen door hun complementaire activiteiten en hun professionaliteit goede partners zijn voor de coördinatie van het Liliane Fondsprogramma in hun land. Inmiddels wordt in Sierra Leone en Zambia succesvol samengewerkt en ziet de ontwikkeling van het partnerschap in Zimbabwe er veelbelovend uit.
Samen sterker in Zimbabwe Het werk van het Liliane Fonds in Zimbabwe lag een tijd lang stil. In 2007 werden de activiteiten voorlopig stopgezet, omdat het door politieke onrust en economische instabiliteit onmogelijk was geworden om kinderen doeltreffend te helpen. Eind 2008 verbeterde de situatie in Zimbabwe en begin 2009 heeft het Liliane Fonds zijn werk hervat. Vanaf de herstart wordt samengewerkt met de Leonard Cheshire Zimbabwe Trust (LCZT). Het Liliane Fonds en LCZT willen hun hulpprogramma’s in Zimbabwe op elkaar afstemmen en hun verschillende expertise bundelen, zodat ze samen een grote groep kinderen kunnen bereiken met een breed pakket aan ondersteuning, dat zich uitstrekt tot alle aspecten die bepalend zijn voor het welzijn van een kind. Autonome ngo LCZT is lid van de Global Alliance van Leonard Cheshire Disability (LCD), maar functioneert in Zimbabwe als een autonome ngo. LCZT biedt zowel zorg in instellingen als via Community Based Rehabilitation (CBR)-programma’s15. Daarnaast werkt LCZT actief samen met ‘disabled peoples organizations’ (dpo’s) en andere ngo’s die bij de overheid de rechten van kinderen met een handicap bepleiten. Binnen het team van LCZT is nu één medewerker verantwoordelijk voor de coördinatie, monitoring en uitbreiding van de activiteiten van het Liliane Fonds in Zimbabwe. Zij is er in 2009 in geslaagd de basis die het Liliane Fonds in Zimbabwe had, te herstellen. Met 25 oude partnerorganisaties is het contact hernieuwd. Daarnaast hebben zich vijf nieuwe partnerorganisaties aangesloten bij het netwerk van het Liliane Fonds. Alle organisaties en de hieraan verbonden lokale contactpersonen hebben in 2009 deelgenomen aan trainingen en workshops. Oogmerk hiervan was een nieuw begin te maken met de hulp aan kinderen met een handicap en hun families, en dit meteen goed te doen door een degelijke voorbereiding. Via het vernieuwde part-
23
nernetwerk kregen in 2009 in totaal 404 Zimbabwaanse kinderen hulp van het Liliane Fonds. Soepele samenwerking LCZT heeft de activiteiten van het Liliane Fonds opgenomen in zijn eigen programma. Dit bevordert een soepele samenwerking tussen de Liliane Fondsmedewerker en de rest van het team. Er wordt ook gezamenlijk contact gelegd met andere organisaties die net als het Liliane Fonds en LCZT werken vanuit de holistische benadering. Een voorbeeld van zo’n organisatie is een ngo die sport inzet om kinderen met een handicap te laten integreren. De samenwerking in Zimbabwe tussen het Liliane Fonds, LCD en LCZT zal de komende jaren verder gestalte krijgen en worden uitgebreid.
Ondanks de successen in Sierra Leone, Zambia en Zimbabwe zijn de verwachtingen die het Liliane Fonds had van de samenwerking met lokale alliantiepartners van LCD nog niet helemaal waargemaakt. Geleerde les Hoewel het Liliane Fonds en de lokale Cheshire-organisaties in verscheidene landen al lang samenwerkten in het veld, werd uitbreiding van de samenwerking naar strategisch niveau door een aantal organisaties toch ervaren als opgelegd van bovenaf. Zo’n verdergaande samenwerking moet zich van onderaf ontwikkelen. Een overeenkomst met de moederorganisatie kan samenwerking faciliteren, maar niet afdwingen. Omgekeerd zal meer samenwerking tussen het Liliane Fonds en lokale Cheshire-organisaties wél de basis vormen voor meer gemeenschappelijke initiatieven van het Liliane Fonds en LCD op internationaal niveau. SHC België Vanaf 2007 werkt het Liliane Fonds samen met de Belgische organisatie Sensorial Handicap Cooperation (SHC België). SHC is een vereniging die in 1986 is opgericht door een aantal pedagogische instellingen voor doven en blinden. In 1992 werd SHC erkend door het Belgische DirectoraatGeneraal voor Ontwikkelingssamenwerking (DGOS). Sindsdien bundelt SHC vrijwel alle initiatieven op het gebied van ontwikkelingssamenwerking die Vlaamse en Waalse instellingen voor mensen met een visuele en/of auditieve handicap ontplooien. Om haar doelstellingen te realiseren werkt SHC samen met zowel Europese als lokale ngo’s. In de Democratische Republiek Congo betaalt het Liliane Fonds het verblijf van kinderen op een dovenschool, die door SHC wordt gefinancierd. In Burkina Faso werken SHC en het
15 Uitgangspunt van ‘Community Based Rehabilitation’ (CBR) is, dat mensen
met een handicap in hun eigen omgeving (kunnen) revalideren met gebruikmaking van ter plaatse aanwezige faciliteiten. CBR laat zien, dat mensen met een handicap ‘thuishoren’ in de gemeenschap, en recht hebben op aandacht en zorg vanuit de gemeenschap. De CBR-benadering bevordert de integratie van mensen met een handicap in de lokale samenleving. De filosofie en werkwijze van het Liliane Fonds zijn nauw verwant aan het concept van CBR. Hulp van dichtbij – De stip aan de horizon
Liliane Fonds samen aan de totstandkoming van inclusief onderwijs. DCDD en IDDC Al vanaf de oprichting van DCDD in 2000 is het Liliane Fonds lid van deze Dutch Coalition on Disability and Development. DCDD is een coalitie op het snijvlak van handicap en ontwikkelingssamenwerking. Samen zorgen Nederlandse zorginstellingen, zelfhulporganisaties en ontwikkelingsorganisaties ervoor, dat de positie van kinderen en volwassenen met een handicap op de agenda voor ontwikkelingssamenwerking blijft, zowel in Nederland als internationaal. Missie van DCDD is in situaties van armoede en uitsluiting werken aan inclusie en aan maatschappelijke deelname van mensen met een handicap. DCDD doet dit vanuit het perspectief van mensenrechten en solidariteit. Sinds 2009 is het Liliane Fonds vertegenwoordigd in het bestuur van DCDD. DCDD heeft een Europese tegenhanger in IDDC (International Disability and Development Consortium). IDDC heeft ruim twintig leden, allemaal Europese organisaties die actief zijn op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en handicap. Samen komen ze op voor de rechten van mensen met een handicap, en zetten ze zich in voor een inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen, ongeacht leeftijd, sekse, handicap, gezondheid of welk kenmerk ook. Het Liliane Fonds is sinds 2009 lid van IDDC. De Nederlandse overheid Sinds 1997 ontvangt het Liliane Fonds subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waaronder ook ontwikkelingssamenwerking valt. In 2009 ging het om een bijdrage van € 2.224.364. In totaal ontvangt het Liliane Fonds in de periode 2007-2010 een bedrag van € 8.000.000. De subsidie komt uit de fondsen, die het ministerie beschikbaar heeft gesteld voor de medefinanciering van Nederlandse ontwikkelingsorganisaties (het Medefinancieringsstelsel, MFS). Het Liliane Fonds besteedt 90% van het subsidiebedrag aan capaciteitsversterking in een aantal landen waar de hulpverlening decentraal wordt uitgevoerd, 10% is bestemd voor de dekking van kosten. Bij de samenwerking met de overheid streeft het Liliane Fonds naar een goede afstemming van zijn eigen activiteiten en die van de Nederlandse overheid. Dit geldt vooral in landen die de minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft aangewezen als partnerland van Nederland, en waar het Liliane Fonds een deel van de MFS-subsidie besteedt. De wederzijdse activiteiten worden vooral afgestemd in contacten met de Nederlandse ambassade. Van deze contacten doet het Liliane Fonds verslag in zijn verantwoordingen aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.
24
Alliantie Kind en Ontwikkeling Per 1 januari 2011 gelden nieuwe eisen voor het Medefinancieringsstelsel (MFS) van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarom heet de subsidieregeling vanaf dat moment MFSII. Om weer in aanmerking te komen voor een bijdrage, moesten organisaties een nieuwe aanvraag indienen. Dit kon tot 1 december 2009. Om versnippering van initiatieven tegen te gaan, drong het ministerie aan op samenwerking tussen organisaties. Het Liliane Fonds diende een gezamenlijke aanvraag in met Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland. Op 31 maart 2010 werd bekend, dat de aanvraag door is naar de tweede ronde. Dit betekent dat de drie organisaties mogen gaan werken aan een definitief programmavoorstel, dat vóór 1 juli 2010 bij het ministerie moet zijn. Uiterlijk 1 november 2010 laat het ministerie weten of het voorstel is goedgekeurd en, als dit het geval is, hoeveel subsidie beschikbaar is voor de uitvoering van het programma. Kwetsbare kinderen Het Liliane Fonds heeft vertrouwen in de alliantie die is gevormd met Terre des Hommes en Kinderpostzegels. Wat de organisaties verbindt, is hun goede reputatie, hun deelname in MFSI, en bovenal hun inzet voor bij uitstek kwetsbare kinderen. Alle drie willen ze bereiken, dat ook deze kinderen hun rechten kunnen uitoefenen en dat ze zich kunnen ontwikkelen. Als alliantie hebben de organisaties hiervoor drie deelprogramma’s ontwikkeld voor onderwijs, gezondheidszorg en sociaal-economische ontwikkeling. Het spreekt vanzelf dat de activiteiten van het Liliane Fonds binnen deze programma’s gericht zijn op kinderen met een handicap. De alliantiepartners delen hun specifieke expertise en contacten met elkaar. Zo brengt het Liliane Fonds zijn deskundigheid in op het gebied van handicap en ontwikkeling. In de tussentijd beperkt de samenwerking tussen de drie organisaties zich niet tot MFSII. Ze bekijken ook wat ze buiten het subsidievoorstel voor elkaar kunnen betekenen.
Aandeel Tastbare resultaten benoemen van het streven naar een inclusieve samenleving is lastig. Nog moeilijker is te bepalen welk aandeel het Liliane Fonds hierin heeft gehad. Vaststaat alleen, dat het Liliane Fonds door uitvoering te geven aan zijn specifieke doelstelling een rol speelt bij de verwezenlijking van het uiteindelijke doel: een samenleving waarin mensen met een handicap volstrekt gelijkwaardig zijn en waarin het vanzelfsprekend is dat ze al hun rechten uitoefenen.
Hulp van dichtbij – De stip aan de horizon
Meedoen en meetellen (specifieke doelstelling) Op weg naar de stip aan de horizon, een inclusieve maatschappij, een inclusieve wereld, heeft het Liliane Fonds een specifieke doelstelling:
basisschool tot universiteit) en die hen helpt bij het vinden van werk. Vanaf 2005 werkt Nimul Ouch als lokale contactpersoon (mediator) samen met het Liliane Fonds. Sindsdien hebben al 602 kinderen met een handicap door tussenkomst van Nimul hulp gekregen van het Liliane Fonds.
Kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden zijn beter opgenomen in de samenleving: ze doen meer mee en ze tellen meer mee. Doelgroep De doelgroep van het Liliane Fonds, kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden, is zowel extra kwetsbaar als krachtig. Het eerste door de combinatie van armoede, leeftijd en handicap. Het tweede door de veerkracht die hoort bij hun jeugd, en door hun vermogen te knokken. Juist kinderen met een handicap zijn dikwijls sterk en strijdbaar. Ze moeten van kleins af aan extra hun best doen om er bij te mogen horen. Met een steuntje in de rug komen ze vaak verrassend ver: Nimul Ouch wist niet van opgeven.
Van kind met een handicap tot directeur Nimul Ouch wordt in 1974 geboren in het noordwesten van Cambodja. Als hij 6 jaar oud is, valt hij bij het spelen uit een kokospalm. Hij verbrijzelt zijn arm bij de val, maar wordt daarvoor niet behandeld. Het is kort nadat het regime van Pol Pot is verdreven. Er is vrijwel geen medische zorg in Cambodja. De val uit de kokospalm maakt van Nimul een jongen met een handicap. Als er in het gebied waar hij woont, weer onderwijs mogelijk is, sturen zijn ouders juist Nimul naar school. Nimul: “Ik besefte dat dit een buitenkans was en zette alles op alles om de school met goed resultaat af te maken. Des te groter was de teleurstelling daarna. Ik kreeg nergens werk, omdat ik met mijn lamme arm niet voor vol werd aangezien. Op een gegeven moment hoorde ik, dat ze op de LaVallaschool, net buiten Phnom Penh, een portier zochten. De LaVallaschool is een school voor kinderen met een handicap en ik wilde daar graag werken. Ik ging er meteen op af, maar kwam toch te laat. De baan was al vergeven. In de maanden erna ging ik geregeld terug naar de school om te vragen of ze iemand nodig hadden. Toen ik op een dag weer voor de poort stond, werd ik binnengeroepen door de Australische directeur. Hij was onder de indruk van mijn vasthoudendheid en bood me een baan als schoonmaker aan, de enige functie die er op dat moment beschikbaar was.” Nimul Ouch is opgeklommen van schoonmaker tot leraar Engels. En vanaf 1 juli 2010 is hij directeur van de school, waar hij ooit aan de poort stond, in de hoop een baantje te bemachtigen. Daarnaast zet Nimul zich in heel Cambodja in om de situatie van kinderen met een handicap te verbeteren. Hij is erin geslaagd goede contacten op te bouwen met ministeries en ngo’s. Ook is hij sinds 2002 directeur van Yodifee, een organisatie die het kinderen en jongeren met een handicap mogelijk maakt onderwijs te volgen (van
25
De hulp van het Liliane Fonds richt zich op thuiswonende kinderen met een handicap. Hiertoe worden ook kinderen gerekend, die voor hun revalidatie tijdelijk in een behandelcentrum verblijven. Werkwijze De kernactiviteit van het Liliane Fonds is en blijft directe hulp aan kinderen. De hulp is erop gericht, dat een kind zo gewoon mogelijk kan leven. Maar als gewoon leven onmogelijk is door een gebrek aan voorzieningen of deskundigheid, dan helpt het Liliane Fonds er ook aan mee de leemtes op te vullen. Bijvoorbeeld door mee te betalen aan het toegankelijk maken van scholen, of aan een lerarenopleiding voor speciaal onderwijs. Voor dit soort indirecte hulp heeft het Liliane Fonds het programma voor capaciteitsversterking ontwikkeld (zie onder Capaciteitsversterking, p. 44). Indicatoren Het Liliane Fonds heeft zijn specifieke doelstelling vertaald naar vier indicatoren, die een belangrijke aanwijzing zijn voor de mate waarin een kind met een handicap daadwerkelijk meedoet en meetelt: • het kind (of de jongere) gaat naar school, heeft werk of een andere dagbesteding; het onderwijs, het werk of de bezigheden passen bij zijn leeftijd en vermogens • het kind doet mee in het gezin • het kind doet mee in de gemeenschap • het kind (of de jongere) kan na verloop van tijd zo onafhankelijk mogelijk leven, zonder financiële steun van het Liliane Fonds, maar als dit nodig is wél ondersteund door ouders, verzorgers of de (lokale) gemeenschap. Voor de eerste drie indicatoren zijn voor 2009 streefwaarden bepaald. Of deze waarden zijn behaald, is niet betrouwbaar vast te stellen. Hetzelfde geldt voor de overige kwalitatieve doelstellingen voor de hulpverlening in 2009.
Hulp van dichtbij – Meedoen en meetellen
Olympiade met internationaal tintje.
Doelen stellen...
Los Olimpipitos
Sportevenement, Nicaragua
In Managua, de hoofdstad van Nicaragua, werd twintig jaar geleden Los Pipitos opgericht, een vereniging voor ouders en familieleden van kinderen met een handicap. Inmiddels zijn 15.000 families aangesloten bij Los Pipitos en is de vereniging in heel Nicaragua bekend. Om de twee jaar organiseert Los Pipitos een nationale sportolympiade naar het voorbeeld van de klassieke Olympische Spelen. Het evenement heeft dan ook de toepasselijke naam Los Olimpipitos. In het jaar voorafgaand aan de olympiade worden in het
Wie gaat er winnen?
hele land duizenden kinderen en jongeren met een handicap getraind in een brede waaier van sporten. Ze spelen zaalvoetbal en volleybal in rolstoelen, ze beoefenen atletiekonderdelen, zoals hardlopen, hoogspringen, verspringen, kogelstoten en speerwerpen, ze zwemmen en doen aan wedstrijden mee.
De vlam.
Bij de voorbereiding van de jonge atleten zijn driehonderd trainers betrokken. Dit zijn ouders van kinderen met een handicap, leerkrachten lichamelijke opvoeding, fysiotherapeuten en veel plaatselijke sympathisanten en vrijwilligers. Aan de olympiade doen zestig lokale afdelingen van Los Pipitos mee.
De intocht.
... en grenzen verleggen.
Meer dan alleen ontspanning Waar het vooral om gaat, is dat de kinderen plezier beleven aan hun sport, dat ze doelen leren stellen, hun grenzen verkennen en verleggen, en dat ze trots zijn op het behaalde resultaat. Sport is niet voorbehouden aan mensen met een lichaam waar niets aan mankeert: ook als je met een beperking moet leven, is sport veel meer dan alleen maar gezonde ontspanning.
Een nieuw record.
Uiteindelijk werden 585 atleten geselecteerd om van 13 tot 15 februari 2009 deel te nemen aan de eigenlijke olympiade Los Olimpipitos in Managua. Ze werden onderverdeeld in leeftijdscategorieën en naar de aard en de ernst van hun handicap. Er deden kinderen en jongeren met een fysieke handicap mee, met een verstandelijke handicap, met een meervoudige beperking, en met een visuele of auditieve handicap. Deelnemers uit de buurlanden Honduras
De laatste loodjes...
en El Salvador gaven het geheel een internationaal karakter. Waardering Onder de deelnemers aan Los Olimpipitos waren 222 kinderen en jongeren, die bij hun medische of sociale revalidatie en bij hun integratie steun krijgen van het Liliane Fonds. Het Liliane Fonds heeft ook de organisatie van Los Olimpipitos meegefinancierd. De media in Nicaragua besteden veel aandacht aan de olympiaden
Bijzondere Olympische ringen.
van Los Pipitos. Hierdoor krijgen de jeugdige atleten de waardering die ze verdienen, en het onderstreept dat ze echt meetellen.
figuur 2
Meedoen en meetellen (resultaten specifieke doelstelling)
indicator Kinderen/jongeren ouder dan 5 jaar gaan naar school, hebben werk of een andere dagbesteding. Kinderen doen mee in het gezin. Kinderen doen mee in de gemeenschap. Kinderen/jongeren leven na verloop van tijd zo onafhankelijk mogelijk of worden ondersteund door ouders, verzorgers of de lokale gemeenschap.
Reden hiervoor is een beperkte beschikbaarheid van gegevens. Binnen het organisatiebrede kwaliteitsprogramma (2008-2010) zijn in 2009 alle hulpverleningsprocessen herzien. In samenhang hiermee zijn nieuwe hulpmiddelen en instrumenten voor monitoring en evaluatie ontwikkeld. De vernieuwde processen, hulpmiddelen en instrumenten zijn in 2009 uitgetest, maar waren nog niet officieel in gebruik. Omdat de bestaande monitoring- en evaluatieinstrumenten verouderd en niet meer toereikend waren, is hiermee in 2009 niet meer gewerkt. Om toch een uitspraak te kunnen doen over de mate waarin de kwalitatieve doelstellingen voor 2009 zijn gehaald, is in figuur 2 en elders voor zover mogelijk gebruik gemaakt van gegevens uit de ‘pilot’ in het Zuiden, waarin de aangepaste processen inclusief hulpmiddelen en meetinstrumenten zijn uitgetest. De helft van de landen met een nationaal coördinatieteam heeft actief deelgenomen aan de proef. Toelichting • Het percentage kinderen/jongeren dat ofwel naar school gaat ofwel werk of een andere dagbesteding heeft, kon in 2009 nog niet worden vastgesteld. Wel is bekend voor hoeveel kinderen/jongeren het Liliane Fonds zelf heeft bijgedragen aan scholing of de verwerving van werk en inkomen. Dit was voor ongeveer de helft van de geholpen kinderen het geval. • Volgens de gegevens van de ‘pilot’ neemt 81% van de kinderen deel aan sociale activiteiten binnen het gezin. Voor 22% van de kinderen geldt, dat ze dit slechts in beperkte mate doen. • Met sociale activiteiten buiten het gezin doet 82% van de kinderen mee, zij het dat 29% van de kinderen dit alleen sporadisch doet. • Voor de vierde indicator was voor 2009 nog geen streefwaarde bepaald. De ‘pilot’ heeft over deze indicator ook nog geen gegevens opgeleverd.
De praktijk van de hulp (operationele doelstellingen) Van zijn specifieke doelstelling heeft het Liliane Fonds vijf operationele doelstellingen afgeleid. Ze beschrijven wat moet worden bereikt om kinderen met een handicap in staat te stellen mee te doen.
28
werkelijk 2009 (%)
streefwaarde 2009 (%)
nog niet vast te stellen 81 82 nog niet vast te stellen
60 75 60 nog geen streefwaarde bepaald
De best mogelijke hulp Doeltreffende hulp is de eerste voorwaarde om mee te kunnen doen: Kinderen krijgen op (para)medisch gebied, wat betreft onderwijs en bij de verwerving van werk en inkomen de best mogelijke hulp. Onder de best mogelijke hulp verstaat het Liliane Fonds betaalbare en ter plaatse beschikbare hulp die aansluit op de behoeften van het kind. Met directe hulp via partnerorganisaties en mediators wil het Liliane Fonds bereiken, dat kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden revalideren in de meest brede zin van het woord. Het ultieme doel van revalidatie is een weerbaar en veerkrachtig kind met een hoge mate van zelfbewustzijn en zelfvertrouwen. Daarnaast stelt een toename in mobiliteit en zelfstandigheid een kind in staat om zich te ontwikkelen. Naarmate een kind zich ontwikkelt, kan het beter meedoen in de gemeenschap en zal het ook meer meetellen. Streefwaarden en resultaten Het Liliane Fonds streeft ernaar steeds meer kinderen te helpen, maar alleen als dit niet ten koste gaat van de kwaliteit van de hulp. In de figuren 3 en 4 zijn de (kwantitatieve) resultaten van de directe kindhulp in 2009 weergegeven voor het totaal en per continent. Hiervoor is gebruik gemaakt van de volgende kernprestatie-indicatoren (kpi’s): • geholpen kinderen De kinderen over wie in het verslagjaar een of meer verantwoordingen zijn ontvangen van bestedingen die voor de hulp aan hen zijn gedaan. • besteed Het totale bedrag dat in het verslagjaar aan directe kindhulp is besteed. • verantwoord Het totale bedrag dat in het verslagjaar aan directe kindhulp is verantwoord. Contactpersonen moeten de besteding van voor hulp ontvangen bedragen binnen zes maanden verantwoorden. Een verantwoording kan dus betrekking hebben op een bedrag dat de contactpersoon in het verslagjaar heeft gekregen, maar ook op een bedrag dat hij in de tweede helft van het voorgaande jaar heeft ontvangen.
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
figuur 3
Directe kindhulp 2009*
kernprestatie-indicator aantal geholpen kinderen aantal actieve mediators besteed (€) verantwoord (€) gemiddeld bedrag per kind (€)
werkelijk 2009
planning 2009
werkelijk 2008
88.731 2.362 11.057.011 11.381.200 128
82.500 2.450 11.009.201 11.144.000 132
81.107 2.370 11.662.409 10.544.599 130
Afrika
Azië
Latijns-Amerika
35.366 40 5.557.462 50 5.936.986 52 167,87
37.313 42 3.229.162 29 3.158.315 28 84,64
16.052 18 2.270.387 21 2.285.899 20 142,41
* Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
figuur 4
Directe kindhulp 2009 per continent*
aantal geholpen kinderen % van totaal besteed (€) % van totaal verantwoord (€) % van totaal gemiddeld bedrag per kind (€) * Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
• gemiddeld bedrag per kind Het gemiddelde bedrag dat per kind is verantwoord. Berekening: het in totaal verantwoorde bedrag, gedeeld door het aantal geholpen kinderen. Toelichting • Hoewel de bestedingen aan directe kindhulp in 2009 ruim € 600.000 lager waren dan in 2008, is het aantal geholpen kinderen met 9% gestegen. Voorzien was een groei van circa 2%. De verklaring voor de onverwacht grote toename van geholpen kinderen ligt in het verantwoorde bedrag. Dit was in 2009 ruim € 800.000 hoger dan in 2008. Het aantal geholpen kinderen is gerelateerd aan het verantwoorde bedrag. Veel van de verantwoordingen die binnenkwamen in 2009, hadden nog betrekking op in 2008 uitgekeerde bedragen. • De verwachting dat de gemiddelde bijdrage per kind in 2009 zou oplopen als gevolg van de economische crisis, is niet uitgekomen. Het gemiddelde bedrag per kind is zelfs iets lager dan in 2008. • In 2009 is de hulpverlening het sterkst gegroeid in Afrika. Het aantal geholpen kinderen steeg er met 14,5% tegenover een toename met respectievelijk 4,5% en 10% in Azië en Latijns-Amerika. Deze ontwikkeling is in overeenstemming met de behoefte aan hulp, die in Afrika het grootst is. De situatie van kinderen met een handicap is in Afrika nog slechter dan in de twee andere continenten. Bovendien is de afgelopen jaren vooral in Afrika het aantal nationale coördinatieteams uitgebreid. Doordat deze teams in hun land een netwerk opbouwen van partnerorganisaties en
29
mediators, stijgt het aantal geholpen kinderen snel. • In Afrika is de gemiddelde bijdrage per kind aanzienlijk hoger dan in Azië en Latijns-Amerika. Hulp in Afrika is relatief duur, doordat behoorlijke medische zorg, revalidatievoorzieningen en hulpmiddelen er schaarser zijn dan in de twee andere continenten. Goede (para)medische hulp Als het gaat om de best mogelijke hulp aan kinderen, maakt (para)medische hulp hier dikwijls deel van uit. (Para)medische hulp is en blijft een kernactiviteit van het Liliane Fonds, alleen al omdat het een voorwaarde is om revalidatie in bredere zin mogelijk te maken. Onder (para)medische hulp vallen behandelingen (bijvoorbeeld onderzoek, operaties, medicijnen en therapie), maar ook de verstrekking van hulpmiddelen (zoals protheses, rolstoelen en aangepaste fietsen, hoorapparaten, brillen, beugels, krukken en orthopedische schoenen). Van de 88.731 kinderen die het Liliane Fonds in 2009 hielp, kregen er 43.502 (para)medische hulp.16 Streefwaarde en resultaat Streven voor 2009 was dat alle kinderen die een vorm van (para)medische hulp nodig hadden, de benodigde hulp ook kregen. De streefwaarde van 100% komt voort uit de gedachte, dat het Liliane Fonds zijn belangrijkste (operationele) activiteit optimaal wil uitvoeren. In hoeverre de
16 Veel kinderen krijgen meerdere soorten hulp. Bij de berekening van de per-
centages wordt uitgegaan van het soort hulp waaraan het grootste bedrag is besteed. Mogelijk hebben dus meer kinderen (para)medische hulp gekregen.
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
Stapje voor stapje
Shake, India
Shake was twee jaar oud, toen werd vastgesteld dat hij een verstandelijke beperking heeft. Zijn handicap is waarschijnlijk veroorzaakt door zuurstofgebrek bij zijn geboorte. Hij woont met zijn ouders en oudere zus in een sloppenwijk van de Zuid-Indiase stad Trichy. Zijn ouders hebben nooit veel moeite gedaan om hem te helpen zich te ontwikkelen. Shake's vader werkt als koelie en is alcoholist. Hij is niet in staat voor zijn gezin te zorgen. De moeder van Shake, lamgeslagen door de armoede en de uitzichtloosheid van hun bestaan, bracht evenmin de moed op om haar zoon de aandacht en zorg te geven die hij nodig heeft. Shake's vooruitzichten waren slecht: er
indexgetal
figuur 5
werd niet goed voor hem gezorgd en hij kon zelf niets. Sinds twee jaar krijgt de nu elfjarige Shake hulp van het Liliane Fonds. Hij is onderzocht en er is een revalidatieplan voor hem gemaakt. Stapje voor stapje gaat hij vooruit. Hij gaat naar een speciale school. Na veel oefening kan hij nu zelf zijn tanden poetsen en zijn gezicht wassen. Het lukt hem zelfs zijn bloes dicht te knopen. Als hij naar de wc moet, kan
hij dat aangeven. Hij kan zich langer concentreren en hij gaat veel beter om met andere kinderen. Tot nu toe is voor de hulp aan Shake € 164,21 betaald. De contactpersoon van het Liliane Fonds is ook met de ouders, familie en buren gaan praten over Shake's handicap. Over zijn beperkingen en zijn mogelijkheden. En over wat hij nodig heeft om vooruit te komen. Shake’s ouders kunnen nu beter omgaan met de handicap van hun zoon en
voelen zich meer gesteund door hun omgeving. Er is goede hoop, dat dit de ontwikkeling van Shake ten goede zal komen. Zijn moeder doet tegenwoordig oefeningen met hem.
Ontwikkeling hulpverlening
1000 950 900 850 800 750 700 650 600 550 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
geholpen kinderen bestedingen aantal mediators kinderen per mediator bedrag per kind
’94 ’95 ’96 ’97 ’98 ’99 ’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ’09 jaar 1994 = 100
De ontwikkeling van de directe kindhulp sinds 1994 laat zien, dat vooral het aantal geholpen kinderen sterk is gegroeid. Dat het aantal geholpen kinderen sneller stijgt dan het bestede bedrag, komt onder meer, doordat de rapportagediscipline van mediators in de loop der tijd is verbeterd. Ook het gemiddelde aantal kinderen dat een mediator helpt, is gestaag toegenomen van 13 in 1994 naar 38 in
2009. De bestedingen aan directe kindhulp zijn in 2009 lager dan in 2008. De reden hiervan is, dat in het verleden het budget werd aangevuld uit de financiële reserve. In 2009 was hiervoor geen ruimte.
30
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
streefwaarde in de praktijk wordt benaderd, kan het Liliane Fonds op dit moment nog onvoldoende toetsen. In 2009 en 2010 zijn alle hulpverleningsprocessen herzien. De vernieuwde processen zijn zo ingericht, dat ze meer informatie opleveren over de kwaliteit van de verleende hulp. Als vanaf 2011 overal wordt gewerkt volgens de nieuwe processen en meer gegevens beschikbaar zijn, dan wordt de streefwaarde bijgesteld op basis van het werkelijke resultaat. Kwaliteitsonderzoek Onder voorwaarde van een deels externe financiering krijgt het Liliane Fonds in 2010 een team Research & Development. In nauwe samenwerking met onderzoekers van diverse Nederlandse revalidatiecentra gaat dit team zich onder meer bezighouden met de opzet en begeleiding van kwaliteitsonderzoeken. Juist deze onderzoeken leveren informatie op om de streefwaarde voor goede (para)medische hulp verder te onderbouwen. Kwaliteitsonderzoek is niet helemaal nieuw voor het Liliane Fonds. Zo werd in 2009 onder supervisie van de kinder- en jeugddivisie van Kennis- en Revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de hulpverlening in Oeganda. De uitvoering van het onderzoek was in handen van de Kyambogo Universteit in Kampala. Het onderzoeksrapport is nog niet gereed. De publicatie heeft vertraging opgelopen, doordat de eerste versie die de Oegandese universiteit aanleverde, niet aan de verwachtingen voldeed. Er is om een verbeterde versie gevraagd. Als het rapport beschikbaar is, gaat het Liliane Fonds met de bevindingen aan de slag. In het jaarplan voor 2010 is vastgelegd, dat de belangrijkste conclusies uit het onderzoek worden gedeeld met alle nationale coördinatieteams. Als hiertoe aanleiding is, worden de uitkomsten ook verwerkt in trainingen voor de nct’s en voor mediators. Hoe belangrijk (para)medische hulp ook is, het is geen doel op zich. Het is een middel om de uitsluiting van kinderen met een handicap tegen te gaan en hun insluiting te bevorderen.
onderwijs is dus een belangrijk onderdeel van goede hulp. Hierbij kan het gaan om formeel of informeel onderwijs, en zowel om regulier als om speciaal onderwijs. Waar mogelijk gaat de voorkeur uit naar deelname aan regulier onderwijs, waar kinderen met een handicap les krijgen samen met kinderen zonder handicap. Maar in veel ontwikkelingslanden is het reguliere onderwijs nog niet berekend op leerlingen met een handicap: schoolgebouwen zijn niet toegankelijk, leerkrachten zijn onvoldoende getraind, en er zijn geen passende leermiddelen. Als de kwaliteit van het reguliere onderwijs onvoldoende is voor een kind met een handicap, dan is speciaal onderwijs een betere keuze. Voorop staat voor het Liliane Fonds de bepaling (artikel 29) uit het VN-Verdrag voor de Rechten van het Kind (1989): “Onderwijs moet zijn gericht op de volledige ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind, maar ook van zijn talenten en cognitieve vaardigheden.” Behalve dat het Liliane Fonds rechtstreeks bijdraagt in de schoolkosten, helpt het ook op een andere manier eraan mee, dat meer kinderen met een handicap onderwijs volgen: bijvoorbeeld door operaties en de verstrekking van hulpmiddelen stelt het kinderen fysiek in staat naar school te gaan. Daarnaast ondersteunt het Liliane Fonds partnerorganisaties bij de aanschaf van leermiddelen (zoals studieboeken in braille) en bij de oprichting van onderwijsvoorzieningen voor kinderen met een handicap (bijvoorbeeld door medefinanciering van een centrum voor speciaal onderwijs). Na het basisonderwijs stelt het Liliane Fonds jongeren in de gelegenheid om een officiële beroepsopleiding te volgen of kennis en ervaring op te doen in een werk-leertraject bij lokale vakmensen. Streefwaarden en resultaten Van de 88.731 kinderen die in 2009 hulp kregen van het Liliane Fonds, waren er meer dan 75.000 (84%) ouder dan 5 jaar. Voor 35.640 van hen droeg het Liliane Fonds bij in de kosten van (algemeen) onderwijs. Voor 2.540 jongeren maakte het Liliane Fonds een vakopleiding (mede) mogelijk. Dit betekent, dat voor 38.180 kinderen en jongeren ofwel voor ongeveer de helft van de kinderen ouder dan 5 jaar werd bijgedragen aan onderwijs of scholing.
Passend onderwijs Toegang tot passend onderwijs is een basisrecht van ieder kind. Toch blijven wereldwijd 75 miljoen kinderen in de basisschoolleeftijd van onderwijs verstoken. Volgens de UNESCO, de onderwijsorganisatie van de Verenigde Naties, zijn er onder hen onevenredig veel kinderen met een handicap, naar schatting 25 miljoen. Het Liliane Fonds vindt het heel belangrijk, dat kinderen met een handicap naar school gaan en vooral dat ze ook passend onderwijs krijgen. Onderwijs maakt kinderen bewuster van hun rechten, zorgt voor empowerment, en is het meest doeltreffende middel om de armoedecyclus te doorbreken, waarin veel kinderen met een handicap en hun families zitten opgesloten. Als mensen met een handicap goed zijn opgeleid, vermindert dit bovendien vooroordelen en discriminatie in de samenleving. Ook
Werk en inkomen verwerven Een derde belangrijk aspect van doeltreffende hulp is goede ondersteuning bij de verwerving van werk en inkomen. Overal ter wereld is de werkloosheid onder jongeren met een handicap hoog. Dit geldt eens te meer voor ontwikkelingslanden, waar ook veel mensen zonder handicap geen zicht hebben op werk. Overheden in ontwikkelingslanden ontplooien in het algemeen weinig initiatieven om werkge-
31
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
Streefwaarde voor 2009 was, dat 65% van de geholpen kinderen al dan niet via het Liliane Fonds toegang had tot passend onderwijs of een geschikte training (formeel of informeel). De gegevens van de ‘pilot’ waren ontoereikend om vast te stellen of deze streefwaarde is gehaald.
legenheid voor mensen met een handicap te bevorderen. Jongeren met een handicap kunnen dikwijls alleen terecht in onveilige, slecht betaalde banen met een lage status. Of ze belanden in de informele economie: ze helpen in het huishouden of bedelen op straat. Het Liliane Fonds werkt aan de economische versterking van kinderen met een handicap en hun familie, en helpt jongeren die hiertoe in staat zijn, op weg om te voorzien in hun eigen levensonderhoud. Dit doet het Liliane Fonds enerzijds door ervoor te zorgen dat jongeren een goede opleiding krijgen die ook aansluit op de arbeidsmarkt, en anderzijds door hen te helpen een baan te vinden of een eigen bedrijfje te starten. Strategieën in 2009 In 2009 heeft het Liliane Fonds voor de bevordering van werk en inkomen twee strategieën gehanteerd. In een aantal landen werden inkomstengenererende projecten (igp’s) gefinancieerd, ofwel voor jongeren zelf ofwel voor ouders of verzorgers van kinderen met een zo ernstige handicap, dat ze altijd afhankelijk zullen blijven van zorg. In het laatste geval wordt altijd nadrukkelijk bekeken op welke manier het kind, ondanks zijn handicap, toch mee kan doen in het project. Bij een igp wordt een klein startkapitaal verstrekt om een eigen winkeltje, bedrijfje of werkplaats te beginnen. Hoewel een aantal igp’s heel succesvol is, moet worden geconstateerd dat ook veel projecten mislukken. Dit heeft ertoe geleid, dat in afwachting van nieuw beleid op het gebied van werk en inkomen, het aantal igp’s in 2009 verder is afgenomen tot 701 (2008: 711 projecten). Voor de 701 igp’s is een bedrag verantwoord van in totaal € 168.829. Omgerekend is dit € 240 per project. In samenwerking met de Rabobank Foundation ontwikkelt het Liliane Fonds een nieuw programma om de verwerving van werk en inkomen te ondersteunen. In 2009 zijn proefprojecten uitgevoerd in de Filippijnen en Kenia.
Samenwerking met de Rabobank Foundation In 2008 heeft het Liliane Fonds in samenwerking met de Rabobank Foundation een begin gemaakt met het programma Werk en Inkomen. In dit programma, dat ook financieel wordt ondersteund door de Rabobank Foundation, worden de mogelijkheden verkend van microkredieten voor jongeren met een handicap en de ouders van kinderen met een ernstige meervoudige handicap. Jongeren en ouders krijgen eerst een business training en worden daarna in contact gebracht met een lokale Micro Finance Institution (MFI), die hun een krediet verstrekt en die ook de aflossing begeleidt en administreert.
32
In de Filippijnen, waar het proefproject in 2008 vlot verliep, is het programma in 2009 uitgebreid. Inmiddels doen er al 800 mensen mee: er zijn meer dan 300 microkredieten verstrekt – waar meerdere gezinsleden van kunnen profiteren – en ruim 200 jongeren met een handicap hebben een baan of zijn hiervoor in opleiding. In Kenia kwam het proefproject moeilijker van de grond. Het kostte tijd om een goede MFI te vinden. Ook personeelswisselingen binnen het nationale coördinatieteam zorgden voor vertraging. Pas in de tweede helft van 2009 kwam het programma op gang. Inmiddels wordt succesvol samengewerkt met SMEP (Small and Micro Enterprise Programme), een Keniaanse MFI. Eind 2009 namen 100 mensen deel in het project in Kenia, 70 jongeren of ouders hadden een microkrediet ontvangen. Ze hebben inmiddels een bedrijfje opgezet en zijn begonnen de lening terug te betalen. Eind 2010 zullen naar verwachting 200 mensen een krediet hebben gekregen. Algemeen model In 2008 en 2009 hebben het Liliane Fonds en de Rabobank Foundation gezamenlijk een bedrag van € 81.600 geïnvesteerd in het programma Werk en Inkomen. De verwachting is dat de gemiddelde kosten zullen dalen naarmate het aantal begunstigden stijgt. Al met al zijn de resultaten van de proefprojecten veelbelovend. Het succespercentage lijkt hoger dan bij de oude aanpak en de nieuwe benadering zal op den duur ook kostenefficiënter zijn. Op basis van de al opgedane ervaringen wordt in 2010 geprobeerd een algemeen model te ontwikkelen voor microkredietprogramma’s, dat ook te gebruiken is buiten de Filippijnen en Kenia, al moet er bij de uitvoering natuurlijk rekening worden gehouden met de specifieke omstandigheden in een land. In 2010 wordt daarnaast besloten of het Liliane Fonds en de Rabobank Foundation hun samenwerking verbreden en ook naar andere landen verleggen. Geleerde lessen: • De eisen en criteria die gelden voor een MFI moeten duidelijk zijn. • De stafcapaciteit van het nationale coördinatieteam moet groot genoeg zijn. • Een vlotte start van het project is belangrijk. Vooral de aanloopkosten bij het begin van het programma maken de gemiddelde kosten per begunstigde de eerste jaren hoog. De opgedane ervaringen zijn medebepalend voor het nieuwe beleid rondom werk en inkomen, dat het Liliane Fonds opstelt in 2010. In dit beleid staan vier typen activiteiten centraal: Microkredieten in samenwerking met een lokale microkredietinstelling: jongeren en ouders worden in groepjes getraind en begeleid; ze krijgen een lening om een eigen bedrijfje op te zetten en leren hoe ze met de opbrengst om moeten gaan.
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
Een inkomstengenererend project (igp) als voorbereiding op een microkrediet: in individuele gevallen krijgt iemand met een kansrijk idee alvast een eerste financiering om een bedrijfje te beginnen. Loopbaanontwikkeling om de toegang tot de reguliere arbeidsmarkt te verbeteren. Niet iedereen is immers een geboren zakenman. Een sociaal project voor jongeren die niet in aanmerking komen voor de eerder genoemde opties. Bij een sociaal project gaat het niet om economische onafhankelijkheid, maar om een nuttige en plezierige dagbesteding voor een jongere met een handicap. Een voorbeeld van een sociaal project is de aanschaf van een koe, zodat de jongere die kan verzorgen. Streefwaarde Een streefwaarde voor het percentage jongeren dat na een opleiding werk heeft gevonden, wordt pas bepaald als het nieuwe beleid wordt uitgevoerd. De handicap kunnen hanteren De tweede belangrijke voorwaarde voor participatie, integratie en inclusie van kinderen met een handicap is, dat de kinderen zelf en de mensen in hun directe omgeving de handicap kunnen hanteren: Het kind en zijn familie kunnen omgaan en leven met de handicap. Het Liliane Fonds helpt kinderen en hun familie dit te bereiken. Bewustzijn Als een kind een handicap heeft, dan beïnvloedt dit zijn eigen leven en dikwijls ook dat van de andere gezinsleden. Om hiermee goed om te gaan, moeten het kind en zijn omgeving zich bewust zijn van de mogelijkheden van het kind, maar ook van zijn beperkingen en van de (extra) risico’s die het kind door de handicap loopt. De transities die een kind doormaakt in zijn ontwikkeling – van kindertijd naar adolescentie, van adolescentie naar volwassenheid – zijn voor kinderen met een handicap dikwijls nog moeilijker dan voor leeftijdgenoten zonder handicap. Zeker in ontwikkelingslanden hebben kinderen en jongeren met een handicap weinig toegang tot informatie over zaken als gezondheid, levensvaardigheden en seksualiteit. Dit maakt hen extra kwetsbaar voor misbruik en seksueel overdraagbare ziektes waaronder HIV/Aids. Daarnaast kunnen discriminatie, isolement en een gebrek aan kansen ertoe leiden, dat jongeren met een handicap eenzaam en depressief worden, wat hen maakt tot een risicogroep voor verslaving aan alcohol, tabak en drugs.
Ouders De manier waarop ouders (of verzorgers) omgaan met een kind, is sterk medebepalend voor de kwaliteit van zijn bestaan en voor zijn toekomstkansen. In trainingsbijeenkomsten voor ouders besteden mediators aandacht aan de oorzaken en behandeling van handicaps, en aan het risico op misbruik en besmetting met HIV/Aids. Ze stimuleren kinderen en ouders om kennis en ervaringen uit te wisselen en onderwerpen die hen bezighouden, met elkaar te bespreken. Mediators geven ouders of verzorgers ook voorlichting en praktische ondersteuning bij de opvoeding. Zo leren ouders hoe ze de ontwikkeling en de revalidatie van hun kind kunnen bevorderen en op welke risico’s ze alert moeten zijn. De informatie van mediators richt zich niet alleen op de kinderen en hun ouders of verzorgers, maar ook op hun directe omgeving (grootouders, ooms en tantes, de buren) en de gemeenschap daaromheen. De voorlichting zorgt ervoor, dat de kennis van handicaps toeneemt en dat kinderen met een handicap meer worden geaccepteerd. Voorlichting heeft bovendien een preventieve functie. Als een gemeenschap bekend is met verschillende typen handicaps, dan zullen handicaps ook eerder worden ontdekt. Vroege ontdekking vergroot de kans op succesvolle revalidatie. Streefwaarde en resultaat Streefwaarde voor 2009 was dat 60% van de kinderen, jongeren en ouders zich bewust was van de mogelijkheden, beperkingen en risico’s die de handicap van het kind/de jongere met zich meebrengt. Uit de gegevens waaraan de streefwaarde is afgemeten, komt een percentage naar voren van 86%. Een kanttekening hierbij is, dat voor 55% van de ouders en kinderen/jongeren geldt, dat hun kennis van mogelijkheden, beperkingen en risico’s (nog) beperkt is. Betrokkenheid Ieder kind heeft er recht op zelf mee te praten over zaken die hem of haar aangaan. Of zoals David Werner, expert op het gebied van de revalidatie van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden, het zegt “nothing about us without us”. Voor het werk van het Liliane Fonds betekent dit, dat een mediator het kind en de ouders nadrukkelijk betrekt bij de opstelling en uitvoering van het individuele revalidatieplan (irp) dat voor elk kind wordt gemaakt. Actieve betrokkenheid van het kind en de ouders zorgt ervoor, dat het plan aansluit op hun behoeften en prioriteiten en versterkt bovendien hun motivatie om het plan uit te voeren. Streefwaarde en resultaat Voor de actieve betrokkenheid van kinderen en ouders bij de opstelling en uitvoering van het revalidatieplan was voor 2009 een streefwaarde bepaald van 60%. Volgens de gegevens uit de ‘pilot’ is een percentage van 79% gerealiseerd.
Het Liliane Fonds draagt bij aan het (zelf)bewustzijn van kinderen en jongeren met een handicap door een–op–een aandacht en ondersteuning, en door hun trainingen te geven en goed te informeren over hun handicap.
(vervolg op p. 39)
33
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
Overzicht hulpverlening 2009 aantal mediators
in 2009 verantwoord (€)
37.313 3.229.162,13 3.158.315,36 16.052 2.270.386,95 2.285.898,39 35.366 5.557.461,92 5.936.986,25 88.731 11.057.011,00 11.381.200,00
Azië
547 488 1.327 2.362
in 2009 besteed (€)
Afghanistan Albanië* Armenië Bangladesh Cambodja China (Kanton) Filippijnen India Indonesië Irak (Koerdistan) Gaza/Westbank Libanon Nepal Oezbekistan Oost-Timor Pakistan Papoea-Nieuw Guinea Sri Lanka Syrië Thailand Vietnam totaal Azië
2 1 2 32 3 1 124 257 59 2 4 3 8 1 2 14 4 14 1 4 9 547
40 0 16 2.341 337 97 9.644 18.290 3.246 45 387 79 275 39 64 618 197 1.145 12 41 400 37.313
8.220,00 5.000,00 8.000,00 179.314,49 36.935,82 21.996,43 713.955,17 1.302.157,92 547.373,96 8.866,46 94.806,25 20.058,33 33.483,59 0,00 8.107,02 64.769,35 10.485,27 89.951,14 5.844,24 41.596,63 28.240,06 3.229.162,13
5.779,14 0,00 5.258,44 138.500,10 30.714,09 19.882,72 718.500,53 1.313.672,03 520.271,48 8.148,97 94.087,52 18.034,10 37.847,04 6.500,93 8.033,85 65.469,24 11.041,16 120.511,83 2.133,19 4.713,84 29.215,16 3.158.315,36
Latijns-Amerika
Azië Latijns-Amerika Afrika totaal
aantal kinderen
Argentinië Bolivia Brazilië Chili Colombia Dominicaanse Republiek Ecuador El Salvador Guatemala Haïti Jamaica Mexico Nicaragua Paraguay Peru Suriname Venezuela totaal Latijns-Amerika
76 66 44 16 127 4 21 1 3 2 2 12 40 9 58 5 2 488
1.677 2.837 847 477 3.799 148 506 10 93 38 21 351 3.586 181 1.278 186 17 16.052
258.232,70 361.670,69 245.292,51 92.460,52 466.132,22 12.870,95 114.554,84 3.138,21 25.466,57 9.739,97 2.049,23 110.410,75 216.761,55 50.848,90 251.548,47 41.177,36 8.031,51 2.270.386,95
264.987,37 403.273,59 203.516,62 95.411,60 459.113,96 19.757,08 130.734,65 4.686,19 23.934,06 8.779,77 1.780,03 121.489,41 193.033,34 44.934,23 245.917,15 54.419,36 10.129,98 2.285.898,39
* Albanië is het enige Europese land waar het Liliane Fonds hulp verleent. Hulpaanvragen uit Albanië worden behandeld door het regioteam Azië.
Afrika
Benin Botswana Burkina Faso Burundi Centraal-Afrikaanse Rep. Congo (Brazzaville) Congo (Kinshasa) Egypte Eritrea Ethiopië Gambia Ghana Guinee (Rep) Guinee-Bissau Ivoorkust Kaapverdië Kameroen Kenia Lesotho Liberia Madagaskar Malawi Mali Marokko Mauretanië Namibië Niger Nigeria Oeganda Rwanda Senegal Sierra Leone Soedan Somalië Swaziland Tanzania Togo Tsjaad Tunesië Zambia Zimbabwe Zuid-Afrika totaal Afrika
aantal mediators
aantal kinderen
in 2009 besteed (€)
in 2009 verantwoord (€)
60 1 109 11 5 5 114 5 7 24 7 62 4 2 102 1 114 194 1 2 5 11 13 4 1 1 7 68 91 70 8 29 6 3 2 43 51 3 2 48 23 8 1.327
1.240 9 2.296 341 22 44 5.009 151 76 986 142 1.339 87 77 1.362 4 2.038 6.746 12 58 115 394 113 40 7 38 36 1.816 2.374 2.926 475 498 171 30 7 1.272 1.604 106 24 1.010 171 100 35.366
252.203,83 -14,06 434.820,88 44.496,79 4.668,92 7.125,49 746.951,74 21.230,47 13.711,26 79.525,33 13.470,34 159.920,94 13.765,58 4.948,51 459.706,06 490,71 325.423,50 913.503,29 2.029,08 16.941,63 23.566,39 19.782,02 46.402,98 14.008,40 6.800,85 -580,38 9.713,99 368.183,04 299.603,61 344.084,33 32.576,39 94.293,09 12.301,02 6.700,25 712,11 206.993,61 289.254,07 26.949,56 6.989,37 143.523,59 60.467,62 30.215,72 5.557.461,92
290.453,94 488,25 401.880,38 43.071,36 5.305,00 6.492,22 802.159,30 19.285,63 14.503,75 93.910,47 11.350,37 168.285,57 17.288,00 7.174,87 477.730,34 398,41 387.397,35 1.088.108,94 1.750,67 6.822,99 19.368,83 26.383,89 26.632,10 12.973,46 5.634,75 11.542,89 5.342,70 327.880,53 352.445,00 406.072,08 33.496,02 100.518,04 15.624,05 6.494,95 1.205,64 210.693,77 300.165,00 23.552,24 7.026,94 144.692,78 31.879,05 23.503,73 5.936.986,25
Statistieken hulpverlening 2009 figuur 6
Bedrag per kind
10%
figuur 7
Verdeling soort handicap
figuur 8
1%
2%
7% 1%
21%
Verdeling soort hulp
1% 2% 2%
31% 57%
3% 44% 3% 6%
31%
40%
18% 17%
< € 100
problemen met bewegen
rolstoel/driewieler
€ 100 - € 250
problemen met zien
(para)medische behandeling
€ 250 - € 500
problemen met horen en spraak
vakopleiding
€ 500 - € 1.000
leerproblemen
onderwijs
chronische toevallen
inkomstengenererend project
cosmetische afwijkingen
reiskosten / 1e levensbehoefte
dubbel gehandicapt
sensorische hulpmiddelen
overige
orthopedische hulpmiddelen
aantal geholpen kinderen (x 1000)
figuur 9
Aantal geholpen kinderen per jaar
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 ’80 ’81 ’82 ’83 ’84 ’85 ’86 ’87 ’88 ’89 ’90 ’91 ’92 ’93 ’94 ’95 ’96 ’97 ’98 ’99 ’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ‘09
36
3%
figuur 10
Leeftijdsverdeling
figuur 11
Verdeling jongens/meisjes
16% 9% 45% 26% 55% 20%
29%
0-5 jaar
jongens
6-10 jaar
meisjes
11-15 jaar 16-20 jaar 21 jaar
besteed bedrag (miljoenen euro’s)
figuur 12
Besteed bedrag per jaar
12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 ’80 ’81 ’82 ’83 ’84 ’85 ’86 ’87 ’88 ’89 ’90 ’91 ’92 ’93 ’94 ’95 ’96 ’97 ’98 ’99 ’00 ’01 ’02 ’03 ’04 ’05 ’06 ’07 ’08 ‘09
37
Holvin hoort er thuis helemaal bij.
Even slim als zijn tweelingbroer.
Gewoon meedoen
Holvin, Nicaragua
In Palacaguina, een klein bergdorp in Nicaragua, zeggen ze dat Christus daar ter wereld kwam en niet in Bethlehem. Dat is niet erg waarschijnlijk. Holvin Martinez is wel in Palacaguina geboren, net als zijn tweelingbroer Heyner. Hun moeder Martha was toen zeven maanden zwanger. Holvin en Heyner wogen allebei bijna vier pond. Martha en haar man Juan Arnoldo, luitenant in het Nicaraguaanse leger, waren dolgelukkig met hun twee gezonde zonen. Totdat bleek, dat met een van de twee niet alles in orde was. Holvin had
tijdens de zwangerschap een ernstige hersenbeschadiging opgelopen. “Onze wereld stortte in”, vertelt moeder Martha, “maar gelukkig kregen we
vanaf het begin veel steun van Luz Amparo, een fysiotherapeute uit ons dorp die in Cuba heeft gestudeerd.” Luz Amparo is ook contactpersoon voor het Liliane Fonds. Ze leerde Martha en Juan wat ze wel en niet konden verwachten van Holvins ontwikkeling. Samen stelden ze een revalidatieplan op met stapsgewijze, haalbare doelen: leren grijpen, zitten met steun, het hoofd rechtop houden, speeksel niet laten lopen. In dezelfde klas “We merkten al snel dat Holvin net zo slim is als zijn broer”, herinnert Martha zich, “hij kan alleen niet praten en dus moesten we leren op andere manieren met hem te communiceren.” Juan en
Stapsgewijs vooruit dankzij revalidatieplan.
Martha hadden één belangrijk doel voor ogen: hun twee jongens moesten op dezelfde school in dezelfde klas kunnen zitten. Daar wilden ze voor knokken. En ze bereikten hun doel. Holvin en Heyner zijn nu 11 jaar en zitten allebei in de eerste klas van de middelbare school. Het Liliane Fonds heeft een begeleidster ingeschakeld, die Holvin bijstaat in de klas. Thuis heeft hij geen speciale begeleiding nodig. Daar doet hij gewoon mee.
Bijdrage naar draagkracht De ouders of verzorgers van kinderen met een handicap zijn en blijven de eerstverantwoordelijken voor hun welzijn. Voor ouders in ontwikkelingslanden is het vaak moeilijk om deze verantwoordelijkheid na te komen. Ze hebben weinig middelen en soms ook onvoldoende kennis. Het komt ook voor, dat de gemeenschap hen uitstoot door vooroordelen over kinderen met een handicap. Het Liliane Fonds helpt ouders hun verantwoordelijkheid waar te maken. Hierbij heeft het de voorkeur, dat kinderen zo veel mogelijk thuis revalideren. Het Liliane Fonds ondersteunt ouders met een financiële bijdrage aan de revalidatie van het kind, met voorlichting en praktische adviezen, en door vooroordelen in de gemeenschap te bestrijden met informatie over de oorzaken, gevolgen en behandeling van handicaps en over de rechten van kinderen met een handicap. Of de revalidatie van een kind succesvol verloopt, hangt voor een groot deel af van de inzet en de houding van ouders of verzorgers. Hetzelfde geldt voor de mate waarin een kind echt kan meedoen in het gezin en daarbuiten. Het Liliane Fonds verwacht van ouders daarom actieve betrokkenheid bij de revalidatie (bijvoorbeeld door thuis met het kind te oefenen) en daarnaast ook een materiële bijdrage naar draagkracht, in geld of in natura. Soms moet een kind om te revalideren voor korte of langere tijd in een behandelcentrum verblijven. Ook dan is een actieve inzet en betrokken houding van ouders of verzorgers onontbeerlijk. Het Liliane Fonds stimuleert geregeld contact tussen het kind en de ouders, omdat dit ten goede komt aan de ontwikkeling van het kind en aan het behoud van zijn identiteit. Bovendien streeft het Liliane Fonds ernaar, dat de familie de zorg van het kind weer op zich neemt, zodra dit mogelijk is, zodat het kind in zijn eigen omgeving kan opgroeien. Streefwaarde en resultaat Streefwaarde voor 2009 was dat 75% van de ouders naar draagkracht een bijdrage in geld of natura zou leveren aan de revalidatie van het kind. Op basis van de beschikbare gegevens is geconcludeerd, dat in werkelijkheid vrijwel alle ouders dit doen.
Het Liliane Fonds heeft inmiddels in 25 landen een nationaal coördinatieteam. Deze teams zijn niet het plaatselijke filiaal van het Liliane Fonds. Het is het beleid van het Liliane Fonds zich niet zelf in een land te vestigen en registreren, maar voor de uitvoering van het hulpverleningsprogramma samen te werken met sterke en solide partnerorganisaties, die hebben bewezen dat ze in het land toonaangevend zijn in het werk voor kinderen met een handicap. Deze partnerorganisaties fungeren als werkgever voor de medewerkers van het nationale coördinatieteam, dat de hulpverlening van het Liliane Fonds ter plaatse organiseert en coördineert. Zo snijdt het mes aan twee kanten: het Liliane Fonds hoeft zich niet lokaal te vestigen met alle handelingen, kosten en risico’s van dien, en de strategische partner die optreedt als werkgever voor het nct, wordt aangesloten op het netwerk van het Liliane Fonds en kan zo zijn deskundigheid en zijn bereik in het land vergroten. Het Liliane Fonds vergoedt aan de strategische partner de salarisbetalingen aan de medewerkers van het nationale coördinatieteam. Deze vergoedingen worden betaald uit de subsidie die het Liliane Fonds ontvangt van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Soms heeft een land geen eigen nationaal coördinatieteam, maar wordt het geclusterd met een buurland dat wel een (sterk) team heeft. Dit team strekt zijn werkzaamheden dan uit tot het clusterland. Zo zijn Mali en Niger geclusterd met Burkina Faso, en Pakistan met Bangladesh.
Opening nationaal coördinatiekantoor in Brazilië Het nationale coördinatieteam in Brazilië wordt gehuisvest door Casa da Criança in Campinas, een stad in de buurt van Sao Paolo. In het veld werkte het Liliane Fonds al lang samen met Casa da Criança. Na een gedegen voorbereidingstraject heeft Casa da Criança nu de status van strategische partner gekregen.
Officiële opening nct-kantoor Brazilië.
Capabele teams ter plekke Het is allang niet meer mogelijk om de hulpverlening alleen vanuit Nederland te coördineren en te controleren. Om de doelstelling van het Liliane Fonds te kunnen uitvoeren, moeten coördinatie en controle daarom ter plaatse mogelijk zijn: Het Liliane Fonds beschikt over nationale coördinatieteams (nct’s), die competent en toegerust zijn om het netwerken tussen partnerorganisaties te bevorderen en om partnerorganisaties/ mediators te ondersteunen in hun hulp aan kinderen.
39
In december 2009 werd het 25ste nationale coördinatiekantoor geopend in Brazilië. In India zijn vanwege de uitgestrektheid van het land twee teams actief. In Ethiopië en Tanzania is er nog geen kantoor, maar zijn in 2009 wel betalingen gedaan ter voorbereiding van de nationale coördinatie.
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
figuur 13
Directe kindhulp in nct-landen per continent*
aantal geholpen kinderen in nct-landen % van regiototaal besteed (€) in nct-landen % van regiototaal verantwoord (€) in nct-landen % van regiototaal
Afrika
Azië
Latijns-Amerika
32.836 93 5.234.575 94 5.616.247 95
35.959 96 2.959.246 92 2.943.987 93
14.024 87 1.799.638 79 1.769.842 77
* Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
Voor Ethiopië is ook al bekend met welke strategische partnerorganisatie het Liliane Fonds gaat samenwerken bij de coördinatie van zijn hulpverleningsprogramma. In Tanzania is nog geen strategische partner gevonden. Daarom is Ethiopië wel gerekend tot de (25) nct-landen in 2009, en Tanzania (nog) niet. Aandeel in hulpverlening De landen met een nationaal coördinatieteam (25 in 2009, 22 in 2008) en de clusterlanden (6 in 2009, 9 in 2008) hebben een steeds groter aandeel in de hulpverlening: • aantal geholpen kinderen: 93% (2008: 91%) • besteed: 90% (2008: 87%) • verantwoord: 91% (2008: 91%) In figuur 13 is het aandeel van de nct-landen in de directe kindhulp uitgesplitst naar continent. Criteria De kwaliteit van een nationaal coördinatieteam is van cruciaal belang voor de continuïteit en de uitbreiding van de activiteiten van het Liliane Fonds in een land. Er worden aan een nct hoge eisen gesteld. Het Liliane Fonds verwacht van een team, dat het in staat is de unieke werkwijze van het Liliane Fonds te vertalen naar de context van het land. Dat het nieuwe partners en mediators kan identificeren en bestaande partners en contactpersonen traint. Dat het de hulpverlening in het land coördineert en accuraat administreert. En dat het daarnaast ook nog contacten legt en een netwerk vormt met andere organisaties die in het land actief zijn op het gebied van handicap, lobby en belangenbehartiging. Bovendien vraagt het Liliane Fonds van een nationaal coördinatieteam, dat het de vorming van oudergroepen en de totstandkoming van dpo’s (disabled peoples organizations) stimuleert. Ten slotte wil het Liliane Fonds, dat nct’s actief meedenken over het beleid op organisatieniveau. Zo zijn de nationale coördinatoren van India, Kenia en Bangladesh in 2009 actief betrokken geweest bij de ontwikkeling van het programmavoorstel, dat het Liliane Fonds samen met Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland heeft ingediend in het kader van MFSII (de nieuwe ronde van het Medefinancieringsstelsel van het ministerie van Buitenlandse Zaken).
40
DRRA in Bangladesh: een sterke, betrokken partner In Bangladesh werkt het Liliane Fonds al meer dan tien jaar samen met de Disabled Rehabilitation & Research Association (DRRA). Sinds 2003 is deze ngo ook de strategische partner, die betrokken is bij de coördinatie van het Liliane Fondsprogramma in Bangladesh. DRRA werd opgericht in 1993 en werkt aan een rechtvaardige samenleving, die vrij is van discriminatie, en waarin kinderen en jongeren met een handicap gelijke rechten en kansen hebben. DRRA heeft zich in een relatief korte tijd ontwikkeld tot een professionele organisatie, die zich richt op alle aspecten van revalidatie. De organisatie heeft revalidatiecentra en scholen voor speciaal onderwijs opgezet, maar heeft ook microkredietprogramma’s en speelt een prominente rol in de belangenbehartiging van kinderen en jongeren met een handicap. De kracht van de samenwerking tussen DDRA en het Liliane Fonds is, dat de missie en visie van de twee organisaties naadloos op elkaar aansluiten. De organisaties spreken dezelfde taal, en hun activiteiten en deskundigheden vullen elkaar aan. Door de samenwerking met DRRA kan het Liliane Fonds kinderen in Bangladesh doeltreffender en doelmatiger helpen. Het nationale coördinatieteam van het Liliane Fonds, waarvan de medewerkers in dienst zijn bij DRRA, kan een beroep doen op de expertise van DRRA en gebruik maken van de ingangen die de organisatie heeft bij andere (inter)nationale ngo’s die actief zijn in Bangladesh, en bij de overheid. Daarnaast houdt DRRA toezicht op het werk van het nct en kijkt de organisatie mee naar het functioneren van de gewone partnerorganisaties. Voorbeelden Een paar voorbeelden van de effectieve samenwerking tussen het Liliane Fonds en DRRA: • DRRA ondersteunt het nationale coördinatieteam van het Liliane Fonds bij de capaciteitsversterking van partnerorganisaties. Vooral als het gaat om kleine organisaties, is deze steun heel belangrijk. De overheid in Bangladesh stelt strenge eisen aan non-gouvernementele organisaties. Voor een kleine organisatie is het heel moeilijk of zelfs ondoen-
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
lijk om hieraan te beantwoorden. Het nationale coördinatieteam van het Liliane Fonds stelt zich ten doel de capaciteit van deze kleine ngo’s te vergroten, zodat ze wel aan de richtlijnen kunnen voldoen en hun werk voor kinderen met een handicap kunnen voortzetten en uitbreiden. DRRA helpt het nct hierbij door kleine ngo’s een tijd lang onder haar hoede te nemen tot ze op eigen benen kunnen staan. • In 2009 organiseerde het nationale coördinatieteam van het Liliane Fonds samen met DRRA en ActionAid Bangladesh de campagne Road to Rights. Meer dan 40 kinderen met een handicap begonnen op 20 december samen met een groep journalisten aan een zesdaagse bustocht naar de hoofdstad Dhaka. De bus maakte een tussenstop in zeven districten. Bij elke stop vroegen de kinderen met toneelspel en zang aandacht voor de rechten van kinderen met een handicap. Gaandeweg sloten zich steeds meer mensen bij hen aan. De apotheose was een groot evenement in Dhaka op 26 december. Road to Rights was een enorm succes en kreeg veel aandacht van de plaatselijke overheden en van de media. Het nationale coördinatieteam van Bangladesh levert ook een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het Liliane Fonds. In 2009 werkte het team actief mee aan de opstelling en uitwerking van nieuw beleid. De nationale coördinator vertegenwoordigde het Liliane Fonds op een internationaal congres over Community Based Rehabilitation (CBR) in Bangkok. Het nct wil van het Liliane Fonds dé organisatie voor kinderen met een handicap in Bangladesh maken. En het team is hard op weg zijn doel te verwezenlijken. Verschuiving Tien jaar geleden, in 1999, hielp het Liliane Fonds 22.000 kinderen. In 2009 waren dit er vier keer zo veel. Daarnaast zijn het Liliane Fonds zelf, fondsenverstrekkers en het publiek steeds hogere eisen gaan stellen aan de kwaliteit van de hulp en van de organisatie. Door de schaalvergroting en de noodzaak professioneel en efficiënt te werken, worden van nct-partners en van de teams zelf andere competenties gevraagd dan in het verleden. In een aantal landen betekent dit, dat het Liliane Fonds afscheid moet nemen van mensen of organisaties. Een ontwikkeling die zich aftekent, is de verschuiving in nct-partners van congregaties naar professionele organisaties op het gebied van disability. Een paar voorbeelden: • In Peru zijn in 2009 in goed overleg met de huidige partner, de Broeders van Liefde, afspraken gemaakt over de overgang naar een andere nct-partner. De nieuwe strategische partner Fundades is een koepel van organisaties die op verschillende terreinen actief zijn voor kinderen met een handicap. Een van deze organisatie is de Asociación para la Rehabilitación del Infantil Excepcional (ARIE), een zeer professioneel revalidatiecentrum in Lima. De overeenkomst met Fundades wordt medio 2010 ondertekend. • In Argentinië is de nationale coördinator, een religieuze, opgevolgd door een ergotherapeute.
41
• Ook in Oeganda waar het Liliane Fonds voor de nationale coördinatie eveneens samenwerkte met een congregatie, de Little Sisters of St. Joseph, is ervoor gekozen van partner te veranderen. Net als in Peru is dit afgestemd met de congregatie. De nieuwe nct-partner is Katalemwa, een revalidatiecentrum in de hoofdstad Kampala. Katalemwa maakt deel uit van de Leonard Cheshire Disability Global Alliance, maar opereert zelfstandig in Oeganda. Katalemwa is ook heel actief in de lobby voor de rechten van kinderen met een handicap. Ook in Kenia is contact gelegd met een nieuwe strategische partner. Daarnaast wordt in 2010 gewerkt aan de vorming van een nationaal coördinatieteam in Tsjaad. Een organisatie die niet meer is betrokken bij de nationale coördinatie van het Liliane Fondsprogramma, blijft wel een ‘gewone’ partnerorganisatie, waarmee wordt samengewerkt bij de hulp aan kinderen en waaraan mediators zijn verbonden. Streefwaarde en resultaat Streefwaarde voor 2009 was, dat 80% van de nationale coördinatieteams voldeed aan de voor deze teams vastgelegde criteria. Binnen het kwaliteitsprogramma is in 2009 een nieuw instrument ontwikkeld om de kwaliteit en het werk van de nct’s te meten en te bewaken. Dit instrument is in het najaar van 2009 uitgetest en is daarna nog bewerkt en aangescherpt. Omdat het (nieuwe) instrument niet op tijd beschikbaar was, kon niet betrouwbaar worden vastgesteld of de streefwaarde voor 2009 is gehaald. In aansluiting op het nieuwe meetinstrument dat nct’s classificeert naar drie niveaus (A, B of C), is voor 2010 een nieuwe indicator bepaald: het percentage nct’s dat de A-status heeft (op het hoogste niveau presteert). Streefwaarde hiervoor is in 2010 50%. Het is de bedoeling, dat uiterlijk in 2012 alle nct’s de A-status hebben. Solide partnerorganisaties Solide partnerorganisaties zijn van groot belang voor zowel de continuïteit als de kwaliteit van de hulp aan kinderen en jongeren met een handicap: De partnerorganisaties zijn betrouwbaar en competent, en ze zijn toegerust (bijvoorbeeld door capaciteitsversterking) om hun mediators te ondersteunen in de hulp aan kinderen met een handicap. Criteria Het Liliane Fonds werkt samen met bijna 1.700 partnerorganisaties. Ook (gewone) partnerorganisaties moeten aan strikte criteria voldoen. Ze moeten in de eerste plaats zijn geregistreerd als een non-gouvernementele organisatie (ngo) of een religieuze congregatie zijn. Partnerorganisaties moeten bovendien een specifiek programma op ‘grassroot level’ hebben voor kinderen met een handicap en werken vanuit de rechtenbenadering. Ten slotte vraagt het Liliane Fonds van zijn partnerorganisaties, dat ze een
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
Jhonny (r) kan voor de aanpassing van zijn prothesen dichtbij huis terecht.
Hulpmiddelen op maat
Orthopedische werkplaats, Bolivia
CENAID (Centro de Atención Integral al Discapacitado) is een revalidatiecentrum in de Boliviaanse provinciehoofdstad Santa Cruz. Kinderen met een handicap uit het omliggende Amazonegebied komen naar CENAID voor onderzoeken en behandelingen. Hun ouders leren er hoe ze thuis met hun kinderen kunnen oefenen. Het centrum heeft een opvanghuis waar kinderen tijdelijk kunnen verblijven. Er wordt ook onderwijs gegeven. En met hulp van het Liliane Fonds heeft CENAID nu ook een orthopedische werkplaats. Er worden beugels
(orthesen) gemaakt om misvormingen van benen te corrigeren, en ook kunstbenen (prothesen). Een van de kinderen die in de werkplaats worden geholpen, is Jhonny Cruz. Jhonny
actieve bijdrage leveren aan de opbouw en de continuïteit van de hulpverlening en dat ze toezicht houden op de werkzaamheden van de mediator(s). Streefwaarde en resultaat Streefwaarde voor 2009 was, dat 70% van de partnerorganisaties voldeed aan de criteria. Ook voor de beoordeling van potentiële partnerorganisaties en de evaluatie van bestaande partners is in 2009 een nieuw instrument ontwikkeld, dat wel is uitgetest maar nog niet definitief gereed is. Uit de ‘pilot’ bleek, dat er aanpassingen nodig zijn om op een eenduidige manier te kunnen beoordelen of partnerorganisaties voldoen aan de (nieuwe) criteria: een degelijk bestuur, een goede staat van dienst, legitimiteit en het vermogen te netwerken. Of de streefwaarde voor 2009 is gerealiseerd, kon hierdoor niet betrouwbaar worden vastgesteld. Het aangepaste instrument wordt in 2010 in gebruik genomen.
verloor zijn twee beentjes, toen hij als baby van elf dagen betrokken was bij een busongeluk. Hij kreeg eerst kruipprothesen en daarna loopprothesen die, zolang Jhonny nog groeit, om de zes maanden moeten worden aange-
past. Jhonny is nu twaalf jaar. Dankzij zijn kunstbenen gaat hij gewoon naar school, en voetbalt hij naar hartelust.
Competente mediators
Elk kind zijn eigen mediator De lokale contactpersoon, in het Engels mediator, is de spil van de hulpverlening. De mediator komt bij een kind thuis, overlegt met de ouders en het kind over een revalidatieplan en organiseert de hulp. Een mediator is niet in dienst van het Liliane Fonds, maar werkt bij een lokale organisatie of instelling, die zelf al werkt voor kinderen met een handicap. De samenwerking met het Liliane Fonds ondersteunt wat de organisatie en de mediator zelf al doen. Het is deze bijzondere werkwijze waardoor het Liliane Fonds zich onderscheidt. Het is een prima recept voor goede hulp op maat. Aan de partnerorganisaties van het Liliane Fonds zijn bijna 2.400 (actieve) mediators verbonden. In figuur 14 is de ontwikkeling van het mediatornetwerk in 2009 weergegeven aan de hand van de volgende indicatoren: • actieve mediators De lokale contactpersonen (mediators) die in 2009 bestedingen aan hulp hebben verantwoord. • gemiddeld aantal kinderen per mediator Het gemiddeld aantal kinderen over wie de actieve contactpersonen een of meer verantwoordingen instuurden. Berekening: het aantal geholpen kinderen, gedeeld door het aantal actieve mediators.
42
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
figuur 14
Ontwikkeling mediatornetwerk 2009
aantal actieve mediators gemiddeld aantal kinderen per mediator
figuur 15
werkelijk 2009
planning 2009
werkelijk 2008
2.362 38
2.450 34
2.370 34
Afrika
Azië
Latijns-Amerika
1.327 56 27
547 23 68
488 21 33
Mediators 2009 per continent
aantal actieve mediators % van totaal gemiddeld aantal kinderen per mediator
Figuur 15 laat zien hoe de actieve mediators waren verdeeld over de continenten. Toelichting • De voor 2009 geplande groei van het aantal actieve mediators is niet gerealiseerd. Hun aantal ligt zelfs iets lager dan in 2008, toen de aanwas ook al achterbleef bij de begroting. Alleen in Afrika is in 2009 het aantal mediators gegroeid (met 29 personen). De stokkende groei van het netwerk wordt tot nu toe gecompenseerd door de gestage toename van het gemiddeld aantal kinderen dat een mediator helpt. Maar het is twijfelachtig of hierin nog veel rek zit. In 2010 zijn daarom extra maatregelen nodig om het aantal contactpersonen in overeenstemming te brengen met het aantal te helpen kinderen. • Ook wat betreft het aantal (actieve) mediators neemt het aandeel van de nct- en clusterlanden steeds verder toe. In 2009 vertegenwoordigden deze landen 91% van alle (actieve) mediators (2008: 87%). • In Azië helpen mediators gemiddeld veel meer kinderen dan in Afrika en Latijns-Amerika. Dit komt onder meer, doordat de contactpersonen in Azië vaak een of meer co-workers hebben die hen assisteren.
Mediators worden ondersteund door hun eigen partnerorganisatie en door het nct in hun land. Mediators die werkzaam zijn in een land zonder nct, krijgen begeleiding van het Liliane Fonds in Nederland. In een aantal landen spelen regionale mediators een belangrijke rol: zij nemen in hun gebied een aantal taken van het nct over. Daarbij gaat het vooral om de begeleiding van mediators en de coördinatie van hun werkzaamheden. Streefwaarde en resultaten Streefwaarde voor 2009 was, dat 70% van de mediators beantwoordde aan de voor hen vastgestelde criteria. Ook voor de screening en evaluatie van mediators is in 2009 een nieuw instrument ontworpen, dat vervolgens in het Zuiden is uitgetest. Op basis van de uitkomsten van deze proef wordt het instrument nog verbeterd en aangescherpt. De gegevens uit de test zijn ontoereikend om betrouwbaar vast te stellen of de streefwaarde voor 2009 is gehaald. In 2010 wordt het aangepaste instrument in gebruik genomen. Uitstaande saldi Het Liliane Fonds verwacht van zijn mediators, dat ze voor hulp ontvangen bedragen binnen zes maanden verantwoorden. Het lukt mediators niet altijd zich aan deze richtlijn te houden. Soms is er een plausibele reden voor de vertraging, soms ontbreekt de discipline om tijdig te verantwoorden. Uitgedrukt in percentages van alle uitstaande saldi is het percentage na één jaar nog uitstaande saldi in 2009 opgelopen naar 8,3% (2008: 7,8%) en het percentage na twee jaar nog uitstaande saldi naar 3,3% (2008: 2,9%). De stijgende percentages maken extra aandacht voor te lang uitstaande saldi noodzakelijk. In 2010 zal het escalatiebeleid worden aangescherpt.
Criteria Net als nct’s en partnerorganisaties moeten ook mediators aan criteria voldoen. Doordat ze rechtstreeks contact hebben met kinderen en hun familie, hebben de deskundigheid en de werkwijze van mediators een directe invloed op de kwaliteit van de hulpverlening. Het Liliane Fonds verwacht van mediators, dat ze werken vanuit het kinderrechtenperspectief, dat ze kinderen helpen zonder onderscheid naar sekse, ras, geloof of handicap, dat ze beschikken over een toereikende kennis van revalidatie, dat ze voor elk kind een revalidatieplan opstellen met duidelijke doelen, dat ze goed doorverwijzen, dat ze nazorg bieden, en dat ze de bestedingen conform de richtlijnen hiervoor verantwoorden aan het Liliane Fonds.
Bij de herstart van de hulpverlening in Zimbabwe na een stop van ruim een jaar vanwege de onrust in het land, is een bedrag van € 33.870 afgeboekt op het uitstaande saldo. Het bedrag is vooral veroorzaakt door inflatie.
43
Hulp van dichtbij – De praktijk van de hulp
Capaciteitsversterking Nationale coördinatieteams, partnerorganisaties en mediators moeten niet alleen competent en betrouwbaar zijn, maar ook voldoende zijn toegerust om hun werk naar behoren te kunnen doen. Om aan deze voorwaarde te voldoen, heeft het Liliane Fonds ook een programma voor capaciteitsversterking, inclusief basisfaciliteiten. Regulier en bijzonder Bij capaciteitsversterking wordt een onderscheid gemaakt tussen reguliere en bijzondere projecten. Bij een regulier project gaat het altijd om een project in een land met een nationaal coördinatieteam of een hiermee geclusterd land. Het project valt daarnaast in een van de categorieën die het Liliane Fonds voor capaciteitsversterking onderscheidt: kleinschalige investeringen (bijvoorbeeld de bouw of uitbreiding van een revalidatiecentrum of onderwijsvoorziening), transport, trainingen, decentralisatie/nationale coördinatie,
sociale activiteiten, en evaluatie, onderzoek en studies. Bijzondere projecten voldoen niet (volledig) aan deze criteria, maar kunnen, als ze belangrijk zijn voor de uitbreiding of verbetering van de hulp aan kinderen, soms toch worden gefinancierd. Voorwaarde is, dat een of meer specifieke donoren deze financiering voor hun rekening willen nemen. Budget De reguliere capaciteitsversterking wordt grotendeels gefinancierd uit de bijdrage die het Liliane Fonds ontvangt van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Voor de periode 2007-2010 is dit een bedrag van € 8.000.000 in het kader van het Medefinancieringsstelsel (MFSI). Daarnaast ontvangt het Liliane Fonds van een aantal bedrijven en stichtingen bijdragen die specifiek bestemd zijn voor capaciteitsversterking. Hierdoor kunnen bijdragen van particuliere donateurs alleen voor directe kindhulp worden gebruikt.
Resultaten figuur 16
Reguliere capaciteitsversterking per categorie* aantal projecten
besteed
%
131 6 145 30 55 23 390
1.180.173,98 39.211,27 311.914,43 752.348,51 88.096,60 67.081,45 2.438.826,25
48 2 12 31 4 3
totaal
Afrika
Azië
Latijns-Amerika
390
194 50 1.164.587 48
100 26 715.772 29
96 25 558.467 23
kleinschalige investeringen transport training decentralisatie/ nationale coördinatie sociale activiteiten evaluatie/onderzoek/studies totaal * Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
figuur 17
Reguliere capaciteitsversterking per continent *
aantal projecten % van totaal besteed (€) % van totaal
2.438.826
* Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
44
Hulp van dichtbij – Capaciteitsversterking
figuur 18
Bijzondere projecten capaciteitsversterking* aantal projecten
besteed
%
42 1 5 1 2 – 51
1.515.397,54 4.278,35 8.351,21 1.736,74 20.054,94 – 1.549.818,78
97,8 0,3 0,5 0,1 1,3
totaal
Afrika
Azië
Latijns-Amerika
51
19 37 1.377.385 89
26 51 84.384 5
6 12 88.050 6
kleinschalige investeringen transport training decentralisatie/ nationale coördinatie sociale activiteiten evaluatie/onderzoek/studies totaal * Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
figuur 19
Bijzondere projecten per continent*
aantal projecten % van totaal besteed (€) % van totaal
1.549.819
* Bestedingen exclusief toegerekende kosten eigen organisatie.
Toelichting • Voor de besteding aan reguliere projecten was voor 2009 een bedrag begroot van € 2.420.000. Er werd gerekend op ruim 700 projecten. Uiteindelijk zijn 390 projecten gefinancierd voor een bedrag van € 2.438.826. De verwachting op basis van de aanvragen is, dat met de projecten in totaal ruim 60.000 kinderen en/of mediators worden bereikt. Ten opzichte van 2008, toen 392 projecten werden gefinancierd voor een bedrag van € 1.965.561, zijn de bestedingen toegenomen met € 473.265 ofwel 24%. De projecten in 2008 hadden een verwacht bereik van ruim 36.000 kinderen en/of mediators. • De helft van de reguliere projecten is uitgevoerd in Afrika. Daar is ook 48% van het budget besteed. Dit is in overeenstemming met het gegeven, dat in Afrika ook de behoefte aan capaciteitsversterking verreweg het grootst is. Het Liliane Fonds houdt hier bij de verdeling van middelen rekening mee. • Het bedrag van € 2.438.826 dat in 2009 is besteed aan de (mede)financiering van reguliere capaciteitsversterkende projecten, bestond voor € 2.013.773 uit MFSsubsidie en voor € 425.053 uit bijdragen van partners (vooral bedrijven en stichtingen). • Aan 51 bijzondere projecten is in 2009 een bedrag besteed van € 1.549.819. Bij de meeste projecten (42) gaat het om kleinschalige investeringen (basisfaciliteiten).
Deze projecten vertegenwoordigen (bijna) 98% van het in totaal bestede bedrag. In 2008 werden 83 bijzondere projecten uitgevoerd voor een bedrag van € 1.899.486. • Hoewel ongeveer de helft van het aantal bijzondere projecten (26) is uitgevoerd in Azië, is 89% van de totale bestedingen terug te voeren op de 19 projecten in Afrika. Hier is een aantal grote projecten gefinancierd, waaronder een revalidatiecentrum in Kameroen, een revalidatiecentrum met daarbij een oogkliniek en een opvangcentrum in Burkina Faso, en een revalidatiecentrum annex beroepsopleidingsinstituut voor jongeren met een handicap in Togo. • Het bedrag dat aan bijzondere projecten is besteed, was volledig afkomstig van partners.
45
Hulp van dichtbij – Capaciteitsversterking
De totale nettobestedingen aan hulpverlening in 2009 bedroegen € 15.045.656. De bestedingen betroffen voor 73% directe kindhulp en voor 27% projecten voor capaciteitsversterking. Worden de bijzondere projecten buiten beschouwing gelaten, dan is de verhouding 82% directe kindhulp en 18% capaciteitsversterking. Ten opzichte van 2009 is het aandeel van capaciteitsversterking licht gestegen.
Gangmaker in de klas.
Omringd door vrienden en vriendinnen.
Boefje in een rolstoel
Zyola, Zambia
Zyola uit Zambia is veertien jaar. En de ondeugd straalt van hem af. Zijn botten zijn heel broos. Hij heeft een rolstoel nodig. Met zijn twee zusjes woont hij bij zijn oom en tante in de hoofdstad Lusaka. Zijn moeder werkt als dienstmeisje in Zuid-Afrika. Zijn vader ziet hij nooit. Er zijn geruchten, dat hij ernstig ziek is. Waarschijnlijk heeft hij aids. Zoals dit bij zijn leeftijd hoort, speelt muziek een hoofdrol in Zyola’s leven. Een van zijn favorieten is Michael Jackson, en hij is ook fan van Rough Kid, een band uit Zambia. Een andere hobby van hem is televisiekijken. Met hulp van het Liliane Fonds gaat Zyola naar een speciale school voor kinderen met een lichamelijke handicap. Over zijn inzet zijn de leer-
Samen op pad.
krachten niet altijd tevreden. In 2009 is hij zelfs een tijdje geschorst, omdat hij zich slecht had gedragen. Hij is een gangmaker op school en zijn vrienden doen maar al te graag met hem mee. Zyola’s leraren en zijn oom en tante hebben hun handen vol aan het boefje in de rolstoel.
Zyola met zijn tante.
Een vakkundige organisatie
Om steeds meer kinderen steeds beter te helpen, wil het Liliane Fonds doelstellingen op een effectieve en efficiënte manier realiseren een betrouwbare, transparante organisatie zijn, die grip heeft op activiteiten een lerende organisatie zijn, die zich voortdurend ontwikkelt
Effectief en efficiënt Om doeltreffender en doelmatiger uitvoering te geven aan zijn doelstellingen is het Liliane Fonds in 2008 begonnen aan een organisatiebreed kwaliteitsprogramma, dat loopt tot en met 2010.
figuur 20
Geschakelde projecten Programma Kwaliteit
Project Risicoanalyse
Project M&E*/ Managementinformatie
Project Processen
Project ICT
Project Opleidingen
* Monitoring & Evaluation
Het kwaliteitsprogramma, grafisch weergegeven in figuur 20, bestaat uit vijf geschakelde projecten. Per project zijn hieronder het doel, de stand van zaken en toekomstige acties beschreven. Project Risicoanalyse Doel Doeltreffend risicomanagement.
47
Stand van zaken • Voor de doelstellingen in het logisch kader (zie p. 5) zijn risico’s en interne beheersingsmaatregelen bepaald en vastgelegd. Voor de volledige risicoanalyse, inclusief beheersingsmaatregelen, zie p. 50. • De noodzakelijke beheersingsmaatregelen zijn meegenomen in de herinrichting van de processen (zie Project Processen, p. 48). Het project Risicoanalyse is in 2009 afgerond. Risicomanagement wordt voortgezet als operationele taak van het team Planning & Control, dat ervoor zorgt dat de beheersing van risico’s wordt geborgd in de planning& controlcyclus. Toekomstige acties • Het managementteam bespreekt minimaal elk kwartaal de voortgang van het jaarplan en de belangrijkste risico’s op dat moment. • De risicoanalyse en de interne beheersingsmaatregelen worden bijgesteld, als dit nodig is. • De werking van de beheersingsmaatregelen wordt stelselmatig getoetst, zodra de verbeterde processen operationeel zijn. • De bevindingen leiden tot gerichte acties en worden gerapporteerd aan de Financiële Auditcommissie. Project Monitoring & Evaluation (M&E)/ Managementinformatie Doel Er wordt een Monitoring- & Evaluationsysteem opgezet en ingericht om de verwezenlijking van de doelstellingen voor de hulpverlening te monitoren, de kwaliteit van het werk te evalueren, lering te trekken uit de bevindingen en verbeteracties uit te voeren. Het Monitoring- & Evaluationsysteem is onderdeel van een breder Managementinformatiesysteem, dat ook betrekking heeft op de overige doelstellingen van de organisatie. Stand van zaken • Aan de hand van het logisch kader zijn de informatiebehoeften geïnventariseerd. • Er is gecontroleerd of de opnieuw ingerichte processen de benodigde informatie ook inderdaad opleveren. • Bij de opstelling en uitwerking van het M&E-systeem is een beroep gedaan op de expertise en praktijkervaring van de nationale coördinatieteams. De nieuwe processen zijn uitgetest in het Zuiden, waarbij de teams is gevraagd om kritische feedback. En in het najaar van 2009 is een expertbijeenkomst gehouden, waaraan behalve externe deskundigen ook drie nationale coördinatoren deelnamen.
Samen werken aan kwaliteitsverbetering.
Toekomstige acties • Het (nieuwe) ICT-systeem zo inrichten, dat de vereiste gegevens kunnen worden vastgelegd en resulteren in de benodigde rapportages. • Evaluatiemethodieken opzetten voor met name kwalitatieve gegevens die het ICT-systeem niet kan opleveren. Project Processen Doel Binnen het Liliane Fonds wordt procesmatig gewerkt en gedacht. Vanuit deze denk- en werkwijze worden stelselmatig verbeteringen doorgevoerd. Elke medewerker, in Nederland en in het Zuiden, kent zijn rol in de processen. Stand van zaken • In mei 2009 waren de beschrijvingen van de vernieuwde processen klaar. • De effectiviteit van het primaire proces van het Liliane Fonds, de hulpverlening, is onder meer verbeterd, doordat de integratiedoelstellingen (kinderen met een handicap doen meer mee en tellen meer mee) consequent terugkomen in alle hulpmiddelen bij het proces, waaronder het ‘need assessment’, het individueel revalidatieplan en de verantwoording. De overige processen, het fondsenwervingsproces en de ondersteunende processen, zijn vooral efficiënter ingericht. • De vernieuwde processen zijn afgestemd op de geïdentificeerde risico’s en de benodigde sturingsinformatie. • Vanaf medio 2009 zijn de hulpverleningsprocessen gefaseerd uitgetest in het Zuiden. De proef is in 2010 afgerond.
Project ICT Doel De benodigde gegevens uit de primaire en ondersteunende processen worden doeltreffend en efficiënt vastgelegd in een passend ICT-systeem, zodat de sturingsinformatie voor deze processen en voor de managementprocessen, waaronder monitoring en evaluatie van de hulpverlening, beschikbaar, up to date en betrouwbaar is. Stand van zaken • Op basis van de vernieuwde processen zijn voor een nieuw ICT-systeem wensen, eisen en uitgangspunten geformuleerd. • Er is bureauonderzoek gedaan naar verschillende opties, en er zijn bezoeken gebracht aan collega-organisaties om kennis te nemen van de ervaringen met hun ICT-systeem. • Op grond van de bevindingen zijn drie leveranciers geselecteerd, die een offerte hebben uitgebracht en hun systeem hebben gepresenteerd aan een projectgroep met daarin vertegenwoordigers van alle afdelingen. • De offertes zijn beoordeeld aan de hand van de bepaalde criteria. Eind juni 2009 koos de projectgroep unaniem voor het pakket Pluriform. De Raad van Toezicht heeft deze keuze geaccordeerd. In november 2009 is de contractfase afgerond en is een externe projectmanager aangesteld. Vervolgens is daadwerkelijk een begin gemaakt met de implementatie van het nieuwe systeem. • Werkgroepen binnen het projectteam zijn begonnen met de beschrijving van ‘use cases’ op basis waarvan het systeem (deels op maat) wordt ingericht. • Eind 2009 is de financiële administratie als eerste overgegaan naar het nieuwe systeem. De conversie is goed verlopen. Toekomstige acties • De overige modules worden in 2010 ingericht. • Het ICT-project wordt naar verwachting in het najaar van 2010 opgeleverd. Het contract met Matthat (leverancier Pluriform) is een feit.
Toekomstige acties • De processen worden vertaald in eisen aan het ICT-systeem. Mogelijk leidt de invoering van het nieuwe ICT-systeem nog tot proceswijzigingen. • Na de implementatie van het ICT-systeem worden de procesbeschrijvingen, hulpmiddelen (bijvoorbeeld formulieren en checklists), en werkinstructies vastgelegd in een digitaal kwaliteitshandboek, zodat ze eenvoudig toegankelijk zijn voor alle medewerkers. • De proceseigenaren zorgen ervoor, dat de processen regelmatig worden geëvalueerd en dat wijzigingen goed worden gedocumenteerd.
Project Opleidingen Doel Alle betrokkenen in Nederland en in het Zuiden leren werken met de aangepaste processen en het nieuwe ICT-systeem. Stand van zaken • Er is een projectgroep ingesteld met een projectleider die ervaring heeft met trainingen.
48
Een vakkundige organisatie
• Er is een begin gemaakt met de opzet van het trainingsprogramma. Toekomstige acties • Het trainingsprogramma wordt verder uitgewerkt. • Er worden trainers opgeleid. • Er wordt trainingsmateriaal ontwikkeld. • In de loop van 2010 worden de trainingen gegeven. Bij de training in het Zuiden zullen de nationale coördinatieteams een belangrijke rol spelen.
Strategische partnerschappen De uitkomsten van eerdere analyses van risico’s hebben geleid tot het besluit meer te investeren in strategische partnerschappen. Wat het Liliane Fonds in 2009 heeft gedaan om de samenwerking met strategische partners uit te breiden en te versterken, is beschreven in het hoofdstuk Hulp van dichtbij onder Strategische partners (p. 22) en Capabele teams ter plekke (p. 39).
Lerende organisatie Meer grip In het verleden werden taken op het gebied van planning & control verspreid in de organisatie uitgevoerd in functies, waarin deze taken werden gecombineerd met andere activiteiten. Medio 2009 is geconcludeerd, dat door deze versnippering de beoogde verbetering van de kwaliteit van de organisatie niet de gewenste aandacht kreeg. Daarom is besloten tot de samenstelling van een apart team Planning & Control, dat rechtstreeks rapporteert aan de directeur. Het nieuwe team is vanaf november 2009 operationeel.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Veel bedrijven werken uit oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap met het Liliane Fonds samen. Wat doet het Liliane Fonds zelf aan duurzame bedrijfsvoering? • Al het papier en drukwerk is FSC-gecertificeerd. FSC staat voor Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer). Dit is een internationale organisatie, die verantwoord bosbeheer stimuleert. FSC stelt standaarden op voor bosbeheer, en heeft hieraan een keurmerk gekoppeld. Alleen papier, gemaakt van hout uit bossen die aan deze standaarden voldoen, mag het FSC-keurmerk voeren. • Werkbezoeken aan landen waar het Liliane Fonds hulp verleent, zijn noodzakelijk. Het Liliane Fonds compenseert de uitstoot van CO2 die de gemaakte vliegreizen veroorzaakt, door via GreenSeat bij te dragen aan de klimaatprojecten van de Climate Neutral Group. Deze projecten leveren een bijdrage aan de bestrijding van het broeikaseffect en aan de ontwikkeling van lokale gemeenschappen. In 2009 compenseerde het Liliane Fonds 234,02 ton CO2. • Bij de keuze voor financiële dienstverlening zijn het MVObeleid van een bank en duurzaam beleggingsbeleid belangrijke criteria. • Het Liliane Fonds heeft vastgelegd, dat het niet wil samenwerken met bedrijven of organisaties die in verband
49
Het jaar 2009 stond in het teken van de ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van de organisatie. Belangrijke input voor onder meer de vernieuwing van de processen en de inrichting van nieuwe systemen vormden de in het verleden geleerde lessen. De nadruk in 2009 lag op de verbetering van de interne organisatie. Vanuit de verbeterde organisatie worden in de komende jaren verdere stappen gezet.
gebracht kunnen worden met praktijken als kinderarbeid of andere vormen van uitbuiting, milieuvervuiling, wapenhandel of dierenmishandeling. • Het Liliane Fonds hecht veel belang aan diversiteit op de werkvloer. Vanuit zijn eigen doelstelling stimuleert het Liliane Fonds vooral de arbeidsparticipatie van mensen met een handicap en/of een niet-westerse achtergrond. • Het Liliane Fonds draagt bij aan de bewustwording en ontwikkeling van jongeren door middelbare scholieren de mogelijkheid te bieden van een maatschappelijke stage en door mee te werken aan stages van studenten, in Nederland of in het Zuiden. • Medewerkers in dienstverband en vrijwilligers hebben de mogelijkheid deel te nemen aan interne of externe trainingen, en hierdoor te werken aan hun ontwikkeling en persoonlijke groei. • Het Liliane Fonds maakt gebruik van 'groene stroom'. • Cadeautjes die medewerkers bij bijzondere gelegenheden ontvangen, zijn vrijwel altijd afkomstig van de Wereldwinkel of van een winkel, die producten verkoopt die zijn ontworpen en gemaakt door mensen met een verstandelijke beperking. • Het Liliane Fonds zorgt voor een prettige en veilige werkomgeving, waarin alle medewerkers zo goed mogelijk tot hun recht kunnen komen.
Een vakkundige organisatie
Risicoanalyse en interne beheersingsmaatregelen Inleiding De risicoanalyse is opgesteld aan de hand van de organisatiedoelen zoals deze onder meer zijn vastgelegd in het logisch kader (zie p. 5). Vervolgens is bepaald wat het potentiële risico is, dat het Liliane Fonds deze doelstellingen niet gaat halen. Ten slotte is beschreven welke interne beheersingsmaatregelen aanwezig of in ontwikkeling zijn om deze risico’s
te beperken. Onderdeel van de interne beheersingsmaatregelen is het monitoren van activiteiten. Onder monitoren verstaat het Liliane Fonds niet alleen meten en beoordelen, maar ook de terugkoppeling van noodzakelijke acties en de evaluatie hiervan. Voor de status van het risicomanagement in 2009, zie Een vakkundige organisatie (p. 47).
Algemene doelstelling(en) (impact) doelstelling De samenleving accepteert en respecteert mensen met een handicap als gelijkwaardig. Ze kunnen gebruikmaken van (al) hun rechten.
risico • Onvoldoende grip op de samenleving (overheden, scholen, et cetera).
interne beheersingsmaatregelen • Nationale coördinatieteams (nct’s) voldoende trainen en bewustmaken van de noodzaak tot rechtenbenadering, voorlichting en lobbyactiviteiten (via lokale partnerorganisaties). • Onderzoek naar ontwikkelingen m.b.t. initiatieven voor de integratie/ inclusie van mensen met een handicap.
Mensen met een handicap hebben een positief zelfbeeld.
• Onwetendheid over het ontstaan van handicaps (→ taboe). • Misbruik van kinderen met een handicap.
• Voorlichting. • Stimuleren van zelfhulpgroepen en oudergroepen. • Onderzoek (per land) naar ontwikkelingen m.b.t. positief zelfbeeld (acceptatie) en initiatieven van zelfhulpgroepen en oudergroepen. • Implementatie ‘child protection policy’.
Specifieke doelstelling (outcome) doelstelling Kinderen met een handicap zijn beter opgenomen in de samenleving: ze doen meer mee en ze tellen meer mee.
risico • Kinderen worden niet geaccepteerd op scholen/bij (andere) sociale activiteiten. • Ouders (verzorgers) en/of de mediator hebben onvoldoende aandacht voor het integratieaspect.
interne beheersingsmaatregelen • Voor acceptatie: zie bovenstaande punten. • Consequente aandacht voor integratiedoelstellingen in de individuele ontwikkelingsplannen (revalidatieplannen, irp’s), die mediators samen met kinderen en hun ouders/verzorgers opstellen. • Stelselmatig monitoren van de resultaten van de integratiedoelstellingen.
Operationele doelstellingen (output) doelstelling Kinderen hebben toegang tot/krijgen de best betaalbare en beschikbare benodigde hulp, op (para)medisch gebied, wat betreft onderwijs, en bij de verwerving van werk en inkomen.
50
risico • Er zijn onvoldoende geschikte faciliteiten beschikbaar (bijvoorbeeld revalidatiecentra, scholen, deskundigen). • Bepaalde politieke en maatschappelijke omstandigheden in een gebied, waardoor er geen of onvoldoende hulp kan worden geboden. • Gebrekkige infrastructuur.
interne beheersingsmaatregelen • Capaciteitsversterking (→ basisvoorzieningen). • Voor elk kind werken met een ‘need assessment’ en een individueel ontwikkelingsplan (→ hulp sluit aan bij behoefte). • Monitoren van het aantal geholpen kinderen en de bestedingen per regio/land. • Afstemming van bijzondere situaties met de nct’s. • In kaart brengen van gebieden waar het Liliane Fonds actief is/niet of minder actief kan zijn vanwege politieke omstandigheden, gebrek aan infrastructuur, gevaar van corruptie et cetera.
Operationele doelstellingen (output) – vervolg doelstelling Het kind en zijn/haar familie kunnen omgaan en leven met de handicap.
risico • Gebrek aan informatie/ kennis.
De nationale coördinatieteams zijn competent en toegerust om het netwerken tussen partnerorganisaties te bevorderen en om partnerorganisaties/mediators te ondersteunen in hun hulp aan kinderen met een handicap.
• Selectie op basis van standaardfunctieprofielen inclusief • Nct’s beschikken niet over benodigde competenties. de benodigde competenties. • Jaarlijkse beoordeling van nct’s op basis van standaardcri• Nct’s hebben onvoldoende teria. capaciteit. • Voorzien in de benodigde training of uitbreiding van nct’s • Nct’s beschikken niet over (capaciteitsversterking). de middelen die ze nodig hebben om hun rol naar behoren te kunnen vervullen.
De partnerorganisaties zijn betrouwbaar en competent, en ze zijn toegerust (bijvoorbeeld door capaciteitsversterking) om hun mediators te ondersteunen in de hulp aan kinderen met een handicap.
• Partnerorganisaties zijn onvoldoende deskundig. • Partnerorganisaties zien het programma van het Liliane Fonds niet als een onderdeel van hun eigen programma (ownership). • Partnerorganisaties zijn niet betrouwbaar.
• Selectie van partners op basis van vaste criteria. • Met de partnerorganisatie een plan opstellen voor de aanpak van verbeterpunten. • Periodieke evaluatie van de partnerorganisatie en uitvoering van het plan van aanpak. • Beoordeling van de governancestructuur en interne controle van de partnerorganisatie. • Beoordeling van de verantwoordingen van/via de partnerorganisatie. • Opvragen van een externe accountantsverklaring op basis van bepaalde criteria. • Monitoren van de ontwikkeling van het niveau van partnerorganisaties.
De mediators zijn competent en toegerust om kinderen met een handicap te helpen.
• Onvoldoende mediators. • Onvoldoende deskundige mediators. • Verloop in het mediatorbestand.
• Selectie van mediators op basis van een vast functieprofiel inclusief benodigde competenties. • Met de mediator een plan opstellen om aan verbeterpunten te werken. • Jaarlijkse beoordeling van mediators op basis van standaardcriteria. • Voorzien in de benodigde training van mediators/ uitbreiding van het aantal mediators (capaciteitsversterking). • Monitoren van de ontwikkeling van het niveau van mediators. • Monitoren of mediators voldoende trainingen krijgen om hun deskundigheid te vergroten. • In kaart brengen van het netwerk van partners en mediators. • Waarborgen continuïteit mediators door contracten met partnerorganisaties. • Monitoren tijdige opvolging van mediators.
51
interne beheersingsmaatregelen • De mediator bezoekt kinderen thuis en geeft familie/ verzorgers de benodigde voorlichting/informatie. • Mediators betrekken kind en familie/verzorgers bij de opstelling en implementatie van het individuele revalidatieplan. • Monitoren in hoeverre het kind en zijn/haar familie/ verzorgers kunnen omgaan met de handicap (o.b.v. de verantwoordingen).
Risicoanalyse en interne beheersingsmaatregelen
Operationele doelstellingen m.b.t. de organisatie (middelen) doelstelling De doelstellingen worden op een efficiënte en effectieve wijze gerealiseerd.
risico • De activiteiten zijn onvoldoende vervat in processen en worden daardoor ook onvoldoende systematisch gemanaged.
interne beheersingsmaatregelen • Beoordelen van plannen, doelstellingen en budgetten van de nct’s: zijn ze in lijn met het regioplan, en is het regioplan in lijn met het meerjarenplan van het Liliane Fonds in Nederland? • Voortgangsbewaking realisering doelstellingen. • Monitoren in hoeverre de procedures uit het kwaliteitshandboek/’operating manual’ in Nederland en het Zuiden worden nageleefd. • Beoordelen in hoeverre wordt voldaan aan het monitoringprotocol/programmaprotocol. • Bewaken van een consequente toepassing van PDCA-cycli. • Monitoren per regio/land van het gemiddelde aantal geholpen kinderen per mediator. • Monitoren per regio/land van de gemiddelde bijdrage per kind. • Beoordeling kostenpercentages (beheer en administratie/ fondsenwerving). • Beoordeling bestedingsratio.
Het Liliane Fonds is een betrouwbare, transparante organisatie die ‘in control’ is.
• Reputatierisico/verlies aan vertrouwen. • Potentieel frauderisico. • Onvoldoende grip door te hoge werkdruk.
• Werken met deskundige partners/mediators. • Kritisch beoordelen van hulpaanvragen o.b.v. vaste criteria. • Strengere criteria en projectmanagement bij grote(re) projecten (→ toetsingscommissie). • Monitoren voortgang van projecten o.b.v. (tussentijdse) verantwoordingen. • Beoordelen van transparantie. • Monitoren of het Liliane Fonds voldoet aan alle relevante wet- en regelgeving. • Monitoren in hoeverre het Liliane Fonds kan steunen op de interne controle van zijn partnerorganisaties. • Beoordeling van de verantwoordingen. • Monitoren tijdige verantwoording van voorschotten door middel van escalatiebeleid. • Monitoren van resultaten tijdens veldbezoeken: controle van verantwoordingen met onderliggende stukken. • Monitoren of externe controle heeft plaatsgevonden d.m.v. Accountantsverklaring bij jaarrekening partnerorganisaties (indien van toepassing). • Inkoop- en betalingsorganisatie zo inrichten, dat geen ongeautoriseerde betalingen kunnen worden verricht. • Nct’s beoordelen op onder meer functiescheiding, betalingsorganisatie en aansluitingen kas- en bankboek. • Monitoren van bestedingen en kosten t.o.v. begroting en vorig boekjaar. • Externe controle van jaarrekening van Stichting Liliane Fonds in Nederland. • Monitoren van de werkdruk.
• De (gecombineerde) implementatie van vernieuwde processen en een nieuw ICTsysteem verloopt niet succesvol, waardoor noch de processen noch het ICTsysteem naar behoren (kunnen) werken.
• Testen van nieuwe processen in proefproject (‘pilot’). • Werkgroepstructuur (brede betrokkenheid). • Trainingsprogramma. • Interne communicatie. • Strak projectmanagement.
52
Risicoanalyse en interne beheersingsmaatregelen
Operationele doelstellingen m.b.t. de organisatie (middelen) – vervolg doelstelling Het Liliane Fonds is een lerende organisatie die denkt in termen van kwaliteit en processen.
risico • Onvoldoende evaluatie en verbeteracties.
Het Liliane Fonds profileert zich en wordt erkend als een deskundige (thematische) ontwikkelingsorganisatie.
• Aanwezig zijn bij relevante bijeenkomsten, discussies, enz. • Het Liliane Fonds wordt onvoldoende gezien als een • Strategische samenwerking met kennisinstituten in Nederland en in het Zuiden. deskundige ontwikkelingsor• Publiciteit via de juiste kanalen. ganisatie.
interne beheersingsmaatregelen • Bewaken van een consequente toepassing van de PDCA-cycli. • Bewaken van de ontwikkeling van de kwaliteit van de organisatie aan de hand van bestaande normen en criteria (Partos, CBF, et cetera) en van de (bereikte) fase in het INK-model. • Monitoren in hoeverre de procedures worden nageleefd. • Monitoren van het aantal uitgevoerde kwaliteitsonderzoeken, de resultaten hiervan en van de follow-up.
Operationele doelstellingen m.b.t. de medewerkers (middelen) doelstelling De bezetting is kwantitatief op orde.
risico • Onvoldoende medewerkers.
interne beheersingsmaatregelen • Beoordeling (invulling) openstaande vacatures.
De bezetting is kwalitatief op orde.
• Onvoldoende competente medewerkers.
• Selectie op basis van functieprofielen inclusief competenties. • Naleving van HR-cyclus. • Uitvoering van competentiemanagement. • Managen doorstroom waar mogelijk.
Medewerkers zijn betrokken, gemotiveerd en tevreden.
• Dalende motivatie van een aantal medewerkers door o.a. werkdruk, veranderingen in de organisatie en gebrek aan goede interne communicatie.
• Monitoren en follow-up uitkomsten medewerkerstevredenheidsonderzoek. • Een goed intern communicatiebeleid en naleving hiervan. • Inspraak voor medewerkers via overleg/medezeggenschapsorgaan. • Aandacht voor verandermanagement. • Bewaken (voldoende) dwarsverbanden door o.m. gezamenlijk en organisatiebreed inwerkbeleid, overlegstructuur, werkplekindeling et cetera.
Operationele doelstellingen m.b.t. de financiering (middelen) doelstelling De inkomsten zijn voldoende om de doelstellingen te realiseren.
53
risico • Achterblijvende inkomsten door o.a. economische omstandigheden (bijvoorbeeld de financiële crisis), te weinig fondsenwervende capaciteit, veranderingen in de markt.
interne beheersingsmaatregelen • Monitoren opbrengsten fondsenwerving in relatie tot de begroting. • Monitoren aantal donateurs, gemiddelde gift et cetera. • Beoordelen opbrengsten per doelgroep. • Beoordelen van de opbrengsten/kosten per wervingsactie. • Monitoren uitval. • Goed contactbeheer.
• Teruglopen van liquiditeiten en reserve door (te strikte) toepassing VFI-Richtlijn Reserves Goede Doelen.
• Monitoren ontwikkeling reserve en liquiditeiten. • Liquiditeitsprognose. • Investeringsbegroting.
Risicoanalyse en interne beheersingsmaatregelen
Operationele doelstellingen m.b.t. de financiering (middelen) - vervolg doelstelling De inkomstenbronnen zijn gespreid.
risico interne beheersingsmaatregelen • Afhankelijkheid van een • Beoordelen spreiding inkomsten per doelgroep. beperkt aantal grote donoren. • Beoordelen inkomsten van nieuwe doelgroepen. • Monitoren aantal structurele donateurs. Ten behoeve van de continuï• Bewaken of voldaan wordt aan subsidievoorwaarden/ teit zijn er (voldoende) gegavoorwaarden van donoren. randeerde basisinkomsten. • Anticiperen op nieuwe subsidieronde (MFSII). • Reservebeleid om tegenvallende inkomsten op te vangen. • Monitoren resultaten (markt)onderzoek.
Operationele doelstellingen m.b.t. draagvlak (middelen) doelstelling Het Liliane Fonds bereikt met voorlichting zo veel mogelijk mensen, zet hen aan het denken en beweegt hen tot actie.
risico • Er worden onvoldoende mensen bereikt.
interne beheersingsmaatregelen • Monitoren aantal voorlichtingscampagnes en het bereik.
Het Liliane Fonds profileert zich dusdanig, dat het een breed draagvlak onder de bevolking heeft.
• Het draagvlak onder de bevolking neemt af.
• Monitoren naamsbekendheid. • Monitoren aantal donateurs. • Monitoren aantal vrijwilligers. • Monitoren benchmarkinformatie.
54
Risicoanalyse en interne beheersingsmaatregelen
Als Sharon vrolijk is, lacht ze.
Sharon heeft geleerd zelfstandig te eten.
Stiefmoeder uit duizenden
Sharon, Kenia
Sharon heeft een hersenbeschadiging en is spastisch. Toen ze drie jaar oud was, liet haar moeder haar achter bij een beekje in de buurt van hun huis, en vertrok. Ze kwam nooit meer terug. Sharon werd gevonden door een paar vrouwen, die in de beek de was deden. Ze brachten haar naar haar oma, maar die wilde haar kleindochter niet in huis hebben. Er zat voor Sharons vader niets anders op dan zijn baan als tuinman bij een rijke familie op te zeggen om zelf voor haar te zorgen. Hij deed dat zo goed en zo kwaad als hij kon, maar omdat hij toch op zoek moest naar werk en eten, werd Sharon overdag opgesloten in huis. Enkele jaren later hertrouwde Sharons vader. Stiefmoeders hebben in Kenia geen goede reputatie, maar die van Sharon is er een uit duizenden. Ze zorgt met heel veel liefde voor de dochter van haar man, en ze ging op zoek naar hulp. Die vond ze bij een contactpersoon van het Liliane Fonds. Sharon zit nu voor het tweede jaar op de ‘St. Peters School’ in een mooie, rustige wijk van Nairobi, op een steenworp afstand van de sloppenwijk, waar ze met haar ouders woont.
Oefenen in de klas Vijf dagen per week gaat Sharon naar school. Ze wordt elke dag met een busje opgehaald. Daar stapt ze vrolijk in, maar niet voordat ze van haar vader een ‘mandazi’ (een Keniaans broodje) heeft gekregen. Zonder haar ‘mandazi’ barst ze in snikken uit. Sharon gaat goed vooruit. Nadat ze de eerste tijd alleen therapie heeft gekregen, zit ze nu ook in een klas, waar ze veel oefeningen krijgt om haar fijne motoriek te verbeteren. Praten kan ze niet, maar ze maakt zich verstaanbaar met armgebaren. Als ze vrolijk is, lacht ze. Als ze zich
ongemakkelijk voelt, gaat ze huilen. Sharon heeft haar bewegingen steeds beter onder controle. Ze heeft geleerd zelfstandig te eten en te drinken uit een speciale beker. En er is een begin gemaakt met een zindelijkheidstraining. Net als de andere leerlingen brengt Sharon haar eigen eten mee naar school, dat daar wordt opgewarmd. Volgens de leerkrachten en therapeuten ziet Sharon er altijd keurig verzorgd uit, en is ze haast nooit absent. Sharon heeft het getroffen met haar stiefmoeder.
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
Het Liliane Fonds ziet zijn medewerkers als zijn grootste krachtbron en als belangrijk ‘kapitaal’, dat het zo goed mogelijk wil beheren, benutten en ontwikkelen. Het respect voor medewerkers dat bij deze benadering past, sluit naadloos aan op de uitgangspunten en de filosofie van het Liliane Fonds. Met human resource management (HRM) streeft het Liliane Fonds naar: een bezetting die zowel kwantitatief als kwalitatief op orde is betrokken, gemotiveerde en tevreden medewerkers Doelstellingen voor 2009 waren: • ontwikkeling van een integrale, samenhangende aanpak van HRM • vernieuwing van de HR-processen • verbetering van de inrichting van de organisatie • een goede en tijdige invulling van vacatures • versterking van de aansturing, begeleiding en ontwikkeling van medewerkers op basis van meer inzicht in noodzaak en behoeften • uitvoering van een medewerkerstevredenheidsonderzoek • oprichting van een medewerkersvertegenwoordiging • een nieuw rechtspositiereglement (medewerkers in loondienst) • vernieuwing plan van aanpak (verbetering) arbeidsomstandigheden Aanpak en processen: van P&O naar HRM Het Liliane Fonds is van oudsher het meest vertrouwd met de traditionele opvatting van P&O. Hierin ligt de nadruk op administratief beheer. In de loop der tijd is de visie op P&O geleidelijk veranderd. Inmiddels is er de overtuiging, dat HRM een toegevoegde waarde heeft: een beter gebruik van de mogelijkheden van medewerkers leidt tot betere prestaties van de organisatie. Uitgangspunt bij de invulling van HRM is een functionele, praktische aanpak. Dit neemt niet weg, dat de uitwerking ervan tijd kost en dat mensen moeten wennen aan de nieuwe benadering. Het Liliane Fonds kiest voor integraal management en daarmee voor uitvoering van HRM door de lijnverantwoordelijken. Een klein HR-team (1 fte), dat ook de traditionele P&O-taken vervult, ondersteunt, faciliteert en adviseert het lijnmanagement. Een integrale, samenhangende aanpak van HRM is in 2009 nog niet gerealiseerd. Er zijn wel stappen gezet: er zijn uitgangspunten geformuleerd voor het medewerkersbeleid, alle HR-processen zijn in kaart gebracht en (opnieuw)
beschreven, er is vastgelegd welke hulpmiddelen de uitvoering van de processen kunnen vergemakkelijken, en er zijn prestatie-indicatoren bepaald. Vervolgstappen in 2010 zijn de uitwerking van hulpmiddelen, het overbrengen van de HR-processen naar het nieuwe ICT-systeem, en een steeds bredere toepassing van de beoogde werkwijze. In het meerjarenplan 2011-2015 wordt vastgelegd hoe het Liliane Fonds de inzet van medewerkers gaat organiseren om de gekozen strategie zo goed mogelijk te realiseren, en welke doelstellingen, indicatoren en streefwaarden hierbij horen. Bezetting en inrichting Op 31 december 2009 had het Liliane Fonds in Nederland: • 45 medewerkers in loondienst (33, 80 fte’s)17 en 1 medewerker op detacheringsbasis (0,6 fte) • 91 bureauvrijwilligers (circa 18 fte’s), 41 netwerkvrijwilligers en 16 oproepvrijwilligers • De 26 nationale coördinatieteams telden in totaal 71 medewerkers (66,95 fte’s). De medewerkers van de nationale coördinatieteams zijn niet in dienst van het Liliane Fonds, maar van de strategische partnerorganisatie, waarmee het Liliane Fonds samenwerkt bij de coördinatie en uitvoering van zijn programma in een land. Het Liliane Fonds vergoedt aan de strategische partner de salarisbetalingen aan de nctmedewerkers. De vergoeding komt uit de MFS-subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Medewerkers in loondienst De toename van 6,45 fte’s ten opzichte van 31-12-2008 is als volgt opgebouwd: • nieuwe medewerkers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6,30 • ontslag van medewerker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .- 0,80 (eigen initiatief) • uitbreiding bestaand dienstverband . . . . . . . . . . . . . . . .0,95 • vertrek gedetacheerde medewerker . . . . . . . . . . . . . .- 0,60 (wegens leeftijd) • aanstelling gedetacheerde medewerker voor 1 jaar . . . .0,60 (projectmanager ICT) De uitbreiding van de betaalde bezetting hangt deels (5 personen, 4,15 fte’s) samen met aanpassingen in de inrichting van de organisatie: • In 2006 werd bij wijze van proef het management van de afdeling Hulpverlening gelegd bij het team van coördinatoren. In 2009 is geconcludeerd, dat de test niet heeft geleid tot het gewenste resultaat, en is opnieuw een afdelingsmanager aangesteld (1 fte).
17 Fulltime eenheden. Bij het Liliane Fonds geldt 40 uur als 1 fte.
56
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
figuur 21
Medewerkers in loondienst (31-12-2009) aantal 2009
fte 2009
aantal 2008
fte 2008
1 3 11 17 9 4 45 1
1 2,6 8,8 11,85 6,55 3 33,8 0,6
1 2 8 14 13
1 1,8 6,4 9,15 9
38 1
27,35 0,6
directie directiesecretaris /HRM/directiesecretariaat afdeling Hulpverlening afdeling Voorlichting & Fondsenwerving afdeling Financiën & Bedrijfsvoering Planning & Control totaal gedetacheerd
figuur 22
fte meer/minder
1 3 3 -4 4 7
0,8 2,4 2,7 -2,45 3 6,45
Vrijwilligers (31-12-2009)
bureauvrijwilligers directie (adviseurs) directiesecretariaat afdeling Hulpverlening afdeling Voorlichting & Fondsenwerving afdeling Financiën & Bedrijfsvoering Planning & Control totaal
aantal 2009
aantal 2008
2 1 28 34 22 4 91
1 28 39 27 4 99
41 16
40 16
netwerkvrijwilligers oproepvrijwilligers
• In 2009 zijn Financiën & Bedrijfsvoering en Planning & Control gesplitst. Door de instelling van een apart team Planning & Control zijn uitvoering en controle van elkaar gescheiden. Een ander argument voor de splitsing was meer focus op kwaliteitsverbetering. De manager Financiën & Bedrijfsvoering koos ervoor het team Planning & Control te gaan leiden. Voor dit team werden 2 nieuwe medewerkers (1,4 fte) aangetrokken. Hun takenpakket overlapt deels dat van eerder uitgestroomde en niet vervangen medewerkers. Voor de afdeling Financiën & Bedrijfsvoering is een nieuwe manager benoemd (0,8 fte). • De Donateursadministratie en het Secretariaat Relatiemanagement zijn samengevoegd tot het team Informatie & Donateursbeheer (Voorlichting & Fondsenwerving). Voor dit team is een coördinator aangesteld (0,8 fte). • De Projectadministratie en de Financiële Administratie zijn gecombineerd in een team Financiën & Administraties onder leiding van de vroegere coördinator Financiële Administratie. Haar dienstverband is met 6 uur (0,15 fte) uitgebreid. Voor een weergave van de vernieuwde inrichting van de organisatie, zie het organogram op p. 62. De toename van de bezetting wordt verder verklaard door de (geplande) aanstelling van een (vierde) programmamedewerker op de afdeling Hulpverlening (0,6 fte); de tijdelijke uitbreiding met 0,9 fte van het team Marketing & Communicatie vanwege de extra activiteiten in het jubileumjaar 2010; en vervanging wegens zwangerschapsverlof (0,8 fte).
57
aantal meer/minder
aantal meer/minder
2
-5 -5 -8 1
Alle vacatures werden binnen 3 maanden ingevuld. Vanaf 2010 zal het aantal fte’s aan medewerkers in loondienst minder sterk stijgen dan de afgelopen jaren. De inhaalslag die nodig was, is grotendeels voltooid. Managementteam De wijzigingen in de inrichting van de organisatie hadden ook gevolgen voor de samenstelling van het managementteam (MT). Op 31-12-2009 bestond het team uit: Kees van den Broek, directeur Henk Hofste, manager Hulpverlening Judith Schmitz, manager Planning & Control Arnold Sondern, manager Financiën & Bedrijfsvoering Marcel Slenders, manager Voorlichting & Fondsenwerving Bernadette van Heel, directiesecretaris/HRM Werkdruk Ondanks de uitbreiding van de bezetting liep de werkdruk op. Dit kwam vooral door de extra belasting die de uitvoering van het in 2008 gestarte kwaliteitsprogramma met zich meebrengt. In 2009 was het met name de herziening van alle processen, inclusief een uitgebreide ‘pilot’ in het Zuiden, die veel aandacht en tijd vroeg naast het gewone werk. Ook in 2010 zal de werkdruk hoog zijn als gevolg van de inrichting en implementatie van het nieuwe ICT-systeem.
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
Rosario heeft een droom
Rosario, Peru
De Peruaanse Rosario en haar tweelingzusje Pilar zijn negen jaar oud. Toen ze werden geboren, ging met Pilar alles goed, maar Rosario liep door zuurstofgebrek een hersenbeschadiging op. Ze zit bijna altijd in een rolstoel. Met wat ondersteuning kan ze een beetje lopen. Praten kost haar moeite, waardoor ze lastig is te verstaan. Met haar ouders, haar broer Cesar en Pilar woont ze in een tweekamerappartement in het kustplaatsje Huarmey, zo’n 300 kilometer ten noorden van de hoofdstad Lima. Rosario’s vader is metselaar en werkt op oproepbasis. Soms heeft hij werk, maar dikwijls ook niet. Dan heeft zijn gezin niet genoeg te eten. Gelukkig springt een oom van Rosario dan meestal bij.
Rosario wordt thuis met liefde omringd. Er wordt goed voor haar gezorgd. Toch heeft Rosario een droom die haar ouders niet kunnen vervullen: ze wil kunnen lopen en rennen, en buiten spelen met haar zus. De behandeling die daar voor nodig is, kan de familie onmogelijk betalen. Dankzij de contactpersoon van het Liliane Fonds heeft Rosario nu toch uitzicht op de verwezenlijking van haar droom.
Vrijwilligers Het aantal bureauvrijwilligers daalde in 2009 met 8 personen ofwel ruim 1,5 fte. De afname wordt grotendeels verklaard door de reorganisatie van een aantal werkzaamheden. In totaal namen 23 bureauvrijwilligers afscheid en stroomden 15 vrijwilligers in. De belangrijkste redenen voor vertrek waren tijdgebrek en leeftijd. Ook vrijwel alle vrijwilligersvacatures werden binnen drie maanden ingevuld. Onder de netwerkvrijwilligers die verspreid over Nederland beschikbaar zijn voor voorlichting en representatie, en de oproepvrijwilligers (vooral verzending mailings) was er in 2009 nauwelijks verloop. Medewerkers nationale coördinatieteams De bezetting van de nationale coördinatieteams (zie figuur 15) nam in 2009 toe met 11 personen en 12,95 fte’s. De stijging is deels (4 personen, 4 fte’s) het gevolg van de uitbreiding van het aantal nct-landen met Ethiopië, Sierra Leone en Brazilië. Daarnaast werd de capaciteit van bestaande teams versterkt met 7 personen en met 8,95 fte’s, waarin begrepen de uitbreiding van het dienstverband van een aantal medewerkers.
Vooruitgang Sinds een paar jaar krijgt Rosario iedere week fysiotherapie, logopedie en ergotherapie. Ze is al flink vooruitgegaan. Ze kan zelfstandig zitten, zelf eten en ze gaat naar een school voor speciaal onderwijs. Per halfjaar draagt het Liliane Fonds € 217,30 bij in de kosten van Rosario’s revalidatie. Rosario zit nog steeds in een rolstoel, maar er is goede hoop, dat ze kan leren lopen.
De hele familie werkt eraan mee om Rosario’s droom waar te maken. Haar broer brengt haar altijd naar haar therapie. Haar moeder doet regelmatig oefeningen met haar. En Rosario zelf is een doorzetter. Er is dan ook een grote kans, dat haar droom binnenkort werkelijkheid wordt.
ten voldoende aan bij de gewenste deskundigheid, en het medewerkersbestand is divers opgebouwd. Capabel Een van de voornemens voor 2009 was beter inzicht te verwerven in de mate waarin de prestaties van medewerkers voldoen aan de verwachtingen, in de oorzaken van eventuele hiaten en in de mogelijkheden om ze te dichten. Deze doelstelling is maar voor een klein deel gerealiseerd, omdat aan de voorwaarden daarvoor in 2009 nog niet werd voldaan: gegevens werden nog niet systematisch verzameld en zo vastgelegd, dat ze konden worden gebundeld en op organisatieniveau informatie verschaften. Hierin komt verandering met de door het ICT-systeem ondersteunde HR-cyclus, die in 2010 wordt ingericht en die vanaf 2011 in elk geval met alle medewerkers in dienstverband jaarlijks wordt doorlopen.
Capabel en divers Het Liliane Fonds streeft naar een bezetting die niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief op orde is. Graadmeter voor de kwaliteit zijn twee verschillende aspecten: de feitelijke kwalificaties en competenties van medewerkers slui-
In 2009 is weinig gebruik gemaakt van het cursusaanbod van Bureau Schouten & Nelissen. Dit opleidingsinstituut werkt vanuit maatschappelijk verantwoord ondernemerschap samen met het Liliane Fonds. Medewerkers kunnen gratis of met korting trainingen volgen. Door de extra werklast in 2009 maar ook door het ontbreken van een opleidingsbeleid, een opleidingsplan en een opleidingsbudget, had ontwikkeling van medewerkers in 2009 een lage prioriteit. Om met de bestaande bezetting opgewassen te zijn tegen de uitdagingen die het Liliane Fonds de komende tijd te wachten staan én om medewerkers te behouden en te
58
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
figuur 23
Medewerkers nationale coördinatieteams (31-12-2009)
Engelstalig Afrika Franstalig Afrika Azië Latijns-Amerika totaal 2008
figuur 24
aantal medewerkers
aantal fte
8 7 5 6 26 23
14 22 18 17 71 60
14,00 21,20 17,75 14,00 66,95 54
aantal 2009
% 2009
% 2008
10 35 10 35
25 75 25 75
26 74 27 73
Verdeling medewerkers loondienst (31-12-2009)
fulltimers (40 uur) parttimers (16-36 uur) mannen vrouwen gemiddelde leeftijd
stimuleren, komt opleiding, in elk geval vanaf 2011, hoger op de agenda. Concrete doelen hiervoor worden opgenomen in het meerjarenplan 2011-2015. Divers Het Liliane Fonds hecht veel waarde aan verscheidenheid, ook binnen zijn medewerkerbestand. Een belangrijke bijdrage aan de diversiteit leveren de vrijwilligers. Afkomstig uit heel verschillende sectoren van de maatschappij brengen ze de samenleving het Liliane Fonds binnen en bovendien veel specifieke expertise, waaronder ook deskundigheden die voor het Liliane Fonds letterlijk onbetaalbaar zijn. Mede gezien zijn doelstelling vindt het Liliane Fonds het bovendien belangrijk, dat er onder de medewerkers mensen van niet-westerse afkomst en mensen met een handicap zijn. Van de huidige medewerkers in loondienst is er één afkomstig uit Azië en één uit Afrika. Van de bureauvrijwilligers hebben er zeven een niet-westerse achtergrond. Het aantal medewerkers met een handicap is nog altijd heel beperkt. Onder meer door vacatures altijd aan te melden bij Valid People, een vacaturebank voor mensen met een beperking, probeert het Liliane Fonds dit te veranderen. De bezetting van de nationale coördinatieteams bestaat uitsluitend uit landeigen mensen. Deze teams tellen in verhouding met het kantoor in Nederland meer mensen met een handicap. In figuur 24 zijn de medewerkers in loondienst verdeeld in fulltimers en parttimers en naar sekse. Het aandeel van vrouwen in de bezetting is nog altijd heel hoog. Dit is ook zo bij de vrijwilligers en bij de nationale coördinatieteams. Van de medewerkers in loondienst was eind 2009 de jongste 25 en de oudste 63 jaar. De gemiddelde leeftijd van de bureauvrijwilligers daalt heel geleidelijk en lag eind 2009 op 58 jaar.
59
aantal teams
44 jaar
45 jaar
Betrokken, gemotiveerd en tevreden In het logisch kader waarmee het Liliane Fonds werkt, zijn voor de betrokkenheid, motivatie en tevredenheid van medewerkers twee indicatoren benoemd: goede uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek en een laag ziekteverzuim. In 2009 is, vooral door tijdgebrek, geen medewerkerstevredenheidsonderzoek gehouden. Dit gebeurt wel in de tweede helft van 2010. Voor het eerst doen ook de medewerkers van de nationale coördinatieteams mee aan het onderzoek. De uitkomsten worden als input meegenomen bij de opstelling van het (definitieve) meerjarenplan 2011-2015. Met 2,9% was het ziekteverzuimpercentage in 2009 hoger dan in 2008 (2,2%). De stijging wordt vooral veroorzaakt door één langdurig zieke medewerker. Het ziekteverzuim van deze medewerker is niet arbeidsgerelateerd. Medezeggenschap Sinds november 2009 heeft het Liliane Fonds een medewerkersvertegenwoordiging (MVT). In het verkiezingsreglement was een MVT met vijf leden voorzien, drie medewerkers in loondienst en twee bureauvrijwilligers. Er stelden zich zeven personen kandidaat, vier betaalde medewerkers en drie vrijwilligers. Uiteindelijk is besloten geen verkiezingen te houden en alle kandidaten te benoemen. In 2010 stelt de MVT een ondernemingsovereenkomst met de directie op, en een huishoudelijk reglement. Alle leden van de MVT gaan een training volgen om goed uitvoering te kunnen geven aan hun medezeggenschapstaken.
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
‘Zicht’ op een toekomst
Elisa en Ndayambaje, Rwanda De twaalfjarige Elisa Hakizuwera uit Rwanda is blind vanaf zijn geboorte. Twee jaar voor hij ter wereld kwam, hadden zijn ouders hun eerste kind verloren. Het jongetje was twee maanden oud. Toen Elisa werd geboren, benadrukte de dokter, dat zijn moeder ervoor moest zorgen, dat hij goede voeding kreeg.
Ze was te arm om zijn raad te kunnen opvolgen. Elisa was twee jaar oud, toen hij een zusje kreeg. Mukeshimana was niet blind, maar toen ze vier jaar oud was, werd ze ziek en overleed. In 2004 werd
weer een jongen geboren. Hij kreeg de naam Ndayambaje. Net als Elisa is hij blind. Murw van alle tegenslag verliet de vader zijn gezin. Hij ging op zoek naar een vrouw die hem 'normale' kinderen
kon schenken. Om met haar kinderen te overleven, probeerde de moeder van Elisa en Ndayambaje een winkeltje te beginnen. Het plan is mislukt. De kinderen zijn zwak en ziekelijk. Ze vragen te veel zorg. Het gezin leeft in totale armoede. De jongens eten één keer per dag. En soms helemaal niet. Zuster Béatrice Niyigena, contactpersoon van het Liliane Fonds, brengt een beetje licht
in de duisternis. Elisa en Ndayambaje gaan binnenkort naar school. Met hulp van het Liliane Fonds. Voor de moeder wordt uitgekeken naar een lapje grond om voedsel te verbouwen. En wat misschien nog belangrijker is: ze hoeft de zorg voor haar zoons niet meer alleen te dragen. Zuster Béatrice en het Liliane Fonds helpen haar om Elisa en Ndayambaje ’zicht’ op een toekomst te geven.
Rechtspositiereglement De herziening van het Rechtspositiereglement voor medewerkers in dienstverband is uitgesteld tot 2010. Het uitstel houdt onder meer verband met het initiatief van de VFI18 voor de ontwikkeling en publicatie (in 2010) van een arbeidsvoorwaardenhandboek.
van het Liliane Fonds ermee worden gediend’. Het vrijwilligersbeleid is vooral gericht op waarborging van de (rechts)positie van vrijwilligers, op duidelijkheid voor iedereen die bij de vrijwillige inzet is betrokken, en op de verzekering van de continuïteit van het vrijwilligerswerk bij het Liliane Fonds.
Salariëring De salarisschalen bij het Liliane Fonds zijn afgeleid van de BBRA-schalen19, die de rijksoverheid gebruikt. Verschil met de overheid is, dat het Liliane Fonds de schalen toepast op basis van een volledige werkweek van 40 uur in plaats van 36 uur, en geen eindejaarsuitkering kent. Inclusief het salaris van de directeur bedroeg het gemiddelde bruto jaarsalaris, inclusief 8% vakantiegeld, € 45.385.
Conform de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen is in het vrijwilligersbeleid ook vastgelegd welke activiteiten door vrijwilligers (kunnen) worden uitgevoerd en welke niet, hoe het Liliane Fonds omgaat met mensen die zich aanbieden als vrijwilliger en hoe over hun inzet wordt besloten, op welke manier met vrijwilligers over hun inbreng wordt gecommuniceerd en hoe vrijwilligers informatie krijgen. Het Liliane Fonds onderschrijft het in de Code verwoorde standpunt, dat een zorgvuldig vrijwilligersbeleid een essentieel onderdeel is van goed bestuur.
Bij het Liliane Fonds worden veel uitvoerende werkzaamheden uitgevoerd door vrijwilligers. Het gemiddelde kwalificatieniveau van de betaalde functies is relatief hoog. Vrijwilligersbeleid Het vrijwilligersbeleid, dat in 2008 is vernieuwd en aangevuld, weerspiegelt het grote belang dat het Liliane Fonds aan zijn vrijwilligers en aan hun inzet hecht. Het Liliane Fonds ziet vrijwilligersbeleid als ‘het geheel aan voorwaarden dat nodig is om vrijwilligers binnen de organisatie tot hun recht te laten komen en hun eigen doelstellingen te laten nastreven op een zodanige manier, dat ook de doelstellingen
Het vernieuwde vrijwilligersbeleid wordt ervaren als een verbetering. De toepassing ervan is nog niet optimaal. Er wordt nog niet altijd gewerkt volgens de nieuwe afspraken.
18 Vereniging Fondsenwervende Instellingen. 19 Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren.
60
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
Vertrouwenspersoon In 2009 nam één medewerker contact op met de externe vertrouwenspersoon. Reden van het contact was bezorgdheid over mogelijke gevolgen van het veranderingsproces. De kwestie is via de normale communicatielijnen opgelost. De medewerker is tevreden over de wijze, waarop met zijn zorgen is omgegaan. Arbeidsomstandigheden In 2009 zijn het plan van aanpak voor de verbetering van arbeidsomstandigheden en het calamiteitenplan geactualiseerd. Ook is er een meldpunt ingesteld voor (bijna-)ongevallen en onveilige situaties. In 2010 komt er een apart Arbo-onderdeel op het intranet, zodat medewerkers gemakkelijk toegang hebben tot alle beschikbare informatie op het gebied van arbeidsomstandigheden.
Sinds de zomer van 2001 is het kantoor van het Liliane Fonds gevestigd in een voormalig klooster in het centrum van ’s-Hertogenbosch. Indertijd is het gebouw met zeer bescheiden middelen geschikt gemaakt als kantoorruimte. Inmiddels is het kantoorpand aan renovatie toe. Door de groei van de organisatie dreigt een krapte aan werkplekken. Bovendien is er veel achterstallig onderhoud en voldoet de werkomgeving niet meer aan de eisen die eraan mogen worden gesteld. Aanvankelijk was het de bedoeling, dat al in 2010 een begin zou worden gemaakt met de renovatie. Onder meer vanwege een aantal andere grote projecten in 2010 – bijvoorbeeld het jubileum en de implementatie van het nieuwe ICT-systeem – is besloten, dat pas in het najaar van 2011 begonnen wordt met de verbouwing. De meeste werkzaamheden zullen in 2012 worden uitgevoerd.
Nieuwjaarsbijeenkomst
Installatie medewerkersvertegenwoordiging
Het Liliane Fonds besteedt veel aandacht aan interne communica-
De oproep aan medewerkers om zich kandidaat te stellen voor de
tie. Informatie is te vinden op het intranet, speciale infoborden en
medewerkersvertegenwoordiging was niet aan dovemansoren
een tv-krant. Er worden informatieve bijeenkomsten en medewer-
gericht. Zeven medewerkers gaven aan de oproep gehoor.
kerslunches georganiseerd. Afdelingen en teams houden teambuildingsessies en er is de jaarlijkse Lilianedag voor alle medewerkers. En daarnaast zijn er de ontmoetingen van elke dag: bij de koffie, in de tuin of in de wandelgangen.
61
Medewerkers, krachtbron en kapitaal
Organogram per 31 december 2009 raad van toezicht
directie
medewerkersvertegenwoordiging (MVT)
manager planning & control
1,0
0,8 directiesecretaris
verantwoordelijke HRM
0,8
0,2 team planning & control
0,8
2,2 medewerker HRM
directiesecretariaat
0,8
0,2
0,8
manager hulpverlening
manager voorlichting & fondsenwerving
1,0
medewerker speciale projecten
bureaucoördinator
0,5
1,0
secretariaat HV
0,6
0,1
adviseurs HV
0,5
0,2
coördinator marketing & communicatie
coördinator relatiemanagement
coördinatie informatie & donateursbeheer
0,8
1,0
0,8
team informatie & donateursbeheer
regiocoördinator Franstalig Afrika
team marketing & communicatie
team relatiemanagement
1,0
1,0
4,0
2,55
regiocoördinator Azië
regiocoördinator Latijns-Amerika
0,9
1,0
ondersteunend programmamedewerker
nationale coördinatieteams
2,4
0,8
netwerkvrijwilligers
41 personen
66,95
partnerorganisaties
mediators
62
adviseurs V&F
0,9
regiocoördinator Engelstalig Afrika
2,4
ICT-projectmanager
0,6
1,7
2,2
legenda medewerkers dienstverband Nederland fulltime eenheid betaald medewerkers dienstverband + vrijwilligers NL
1,0
vrijwilligers Nederland fulltime eenheid vrijwilliger 1,0
gedetacheerd Nederland medewerkers dienstverband (PO) Zuiden
40 uur partnerorganisaties (PO’s)/ Mediators
manager financiën & bedrijfsvoering
adviseurs F & BV
0,8
coördinator financiën & administraties
medewerkers ICT
coördinatoren facilitaire zaken/ receptie
0,65
1,8
1,0
team financiën & administraties
team receptie/ facilitaire zaken
2,3
1,8
1,0
oproepvrijwilligers
16 personen
63
1,0
1,0
Financiering en draagvlak
Voorlichting en fondsenwerving zijn voor het Liliane Fonds onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is belangrijk, dat volwassenen maar ook kinderen in Nederland zich bewust zijn van de situatie waarin veel kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden verkeren. Het Liliane Fonds wil voor deze kinderen aandacht én steun vragen.
Doelstellingen De belangrijkste doelstellingen van de fondsenwerving zijn: voldoende inkomsten om de doelstellingen te realiseren gespreide inkomstenbronnen voldoende zekere basisinkomsten om de continuïteit te waarborgen Met voorlichting wil het Liliane Fonds: zo veel mogelijk mensen bereiken, aan het denken zetten en aansporen tot actie zorgen voor een breed draagvlak in de samenleving
Voldoende inkomsten Onder voldoende inkomsten verstaat het Liliane Fonds inkomsten die ten minste gelijk zijn aan de begroting. Dit was in 2009 het geval voor zowel de totale inkomsten als het totaal aan eigen fondsenwerving (zie figuur 25 en 26). Toelichting • Met € 18.161.656 waren de totale inkomsten € 1.420.122 (8%) hoger dan was begroot en € 425.015 (2%) hoger dan in het succesvolle jaar 2008. • Met € 14.593.284 waren de totale baten uit eigen fondsenwerving € 1.112.661 (8%) hoger dan begroot en slechts € 131.942 (bijna 1%) lager dan in 2008. • De hogere inkomsten uit eigen fondsenwerving zijn vooral te danken aan de bijdragen van partners. De financiële crisis weerhield bedrijven en stichtingen er niet van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden te (blijven) ondersteunen. Met € 5.073.706 waren de bijdragen van partners € 1.123.706 (28%) hoger dan begroot en zelfs € 50.714 (1%) hoger dan in 2008. • De totale bijdragen van particuliere donateurs waren met € 6.199.801 weliswaar € 330.351 (6%) hoger dan in 2008, maar € 330.822 (5%) lager dan was begroot. Oorzaken hiervan zijn een te hoge inschatting van het aantal actieve donateurs in 2009, doordat de raming was gebaseerd op onjuiste aannames, en een lichte daling van de gemiddelde gift. • Aan overige inkomsten ontving het Liliane Fonds in 2009 een bedrag van € 3.568.372, waaronder een bijdrage van € 2.224.364 in het kader van het Medefinancieringsstelsel van het ministerie van Buitenlandse Zaken en een bijdrage
van € 1.000.000 van de Nationale Postcode Loterij. De baten uit beleggingen bedroegen € 344.008. Begroot was € 80.000. Het verschil wordt verklaard, doordat het voormalige woonhuis van de in 2009 overleden oprichtster van het Liliane Fonds voorafgaand aan de verkoop ervan (in 2010) opnieuw is getaxeerd en vervolgens is geherwaardeerd. Zonder deze herwaardering zouden de baten uit beleggingen met € 30.512 juist onder de begroting zijn gebleven. Het Liliane Fonds belegt alleen maar in termijndeposito’s. In 2009 is dit slechts op kleine schaal gebeurd, omdat de liquiditeitsoverschotten beperkt waren. Kostenpercentage fondsenwerving Het kostenpercentage van de eigen fondsenwerving bedroeg in 2009 12%. Dit is hoger dan in 2008 (10.7%), maar lager dan begroot (13,3%). Het kostenpercentage blijft ruimschoots binnen zowel de eigen norm (17%) als de norm van het CBF20 (25%). Wervingsmethoden Om te (blijven) zorgen voor genoeg inkomsten maakt het Liliane Fonds gebruik van meerdere wervingsmethoden en -kanalen. Ook worden geregeld nieuwe manieren van werving verkend. Van elke nieuwe wervingsmethode wordt bekeken of ze past bij de principes en het imago van het Liliane Fonds. Zo komen agressieve wervingsvormen niet in aanmerking. Elke uitgevoerde actie wordt achteraf geëvalueerd. Heeft de actie tot negatieve reacties geleid, dan wordt hiermee zorgvuldig omgegaan. Het spreekt vanzelf, dat kritiek op een actie ook wordt meegenomen in de evaluatie. Inzet van de media Aandacht vragen via de media is nog altijd dé manier om een breed publiek ervan te overtuigen, dat de hulp van het Liliane Fonds niet alleen hard nodig is, maar er ook daadwerkelijk voor zorgt, dat kinderen en jongeren met een handicap weer mee kunnen doen in het gezin, op school en in de gemeenschap. De media brengen de noodzaak en de resultaten van de hulp letterlijk in beeld. En een foto of filmpje zegt dikwijls meer dan alleen woorden of cijfers. Tijd voor Max stond op kerstavond 2009 helemaal in het teken van het Liliane Fonds. In de studio sprak Cobi Klappe, al meer dan 25 jaar verbonden aan het Liliane Fonds, over haar werk op de afdeling Hulpverlening. Ambassadeur Jaap Jongbloed vertelde hoe hij in het West-Afrikaanse Burkina Faso Aziz heeft ontmoet, een ‘verborgen’ kind met een handicap, dat volledig werd buitengesloten, maar nu hulp van het Liliane Fonds krijgt en eindelijk kan ‘meedoen’.
20 Centraal Bureau Fondsenwerving.
64
figuur 25
Inkomsten 2009 naar herkomst (€)
baten uit eigen fondsenwerving baten uit acties van derden subsidies van overheden baten uit beleggingen totaal inkomsten
figuur 26
Baten eigen fondsenwerving 2009 (€)
herkomst individuele donateurs werkelijk 2009 t.o.v. begroot/werkelijk 2008 (%) partners werkelijk 2009 t.o.v. begroot/werkelijk 2008 (%) nalatenschappen werkelijk 2009 t.o.v. begroot/werkelijk 2008 (%) totaal eigen fondsenwerving werkelijk 2009 t.o.v. begroot/werkelijk 2008 (%)
Kunstenaar Hans Innemée legde uit waarom zijn hart bij het Liliane Fonds ligt en stelde een schilderij beschikbaar om te verloten onder de nieuwe donateurs die zich aanmeldden naar aanleiding van het programma. Dit waren er uiteindelijk bijna 3.000. Ook uit oogpunt van voorlichting was de uitzending een succes. Inclusief de herhaling op eerste kerstdag, trok de kerstspecial van Tijd voor Max ruim een halfmiljoen kijkers. Al deze mensen hoorden en zagen wat het Liliane Fonds doet. Direct mail Met ‘direct mail’ schrijft een organisatie mensen aan met een specifiek verzoek. In 2009 heeft het Liliane Fonds een dergelijke mailing verstuurd naar mensen die het Liliane Fonds in het verleden steunden, maar al enige tijd geen bijdrage meer hadden overgemaakt. De vraag aan hen was of ze hun donateurschap wilden heractiveren. Als het Liliane Fonds koude mailings verstuurt naar mensen die geen donateur zijn, dan koopt het adressenbestanden hiervoor uitsluitend bij leveranciers die gebruik maken van Postfilter, waarbij particulieren zich kunnen laten registreren, als ze geen prijs stellen op post en telefoontjes van bijvoorbeeld goede doelen. Ook op zijn website en in de Nieuwsbrief maakt het Liliane Fonds lezers attent op het bestaan van Postfilter. Door-to-door-werving21 Door-to-door-werving is voor het Liliane Fonds relatief nieuw. In 2007 werd deze methode voor het eerst op kleine
werkelijk 2009
planning 2009
werkelijk 2008
14.593.284 1.000.000 2.224.364 344.008 18.161.656
13.480.623 1.075.000 2.105.911 80.000 16.741.534
14.725.226 1.158.059 1.722.447 130.910 17.736.642
werkelijk 2009
planning 2009
werkelijk 2008
6.199.801
6.530.623 -5 3.950.000 28 3.000.000 10 13.480.623 8
5.869.450 6 5.022.992 1 3.832.784 -13 14.725.226 -1
5.073.706 3.319.777 14.593.284
schaal ingezet om donateurs te werven. Op basis van de positieve ervaringen in 2007 en 2008 is besloten de doorto-door-werving in 2009 voort te zetten en het budget ervoor te verhogen. De doelstelling om hiermee 10.000 nieuwe vaste donateurs te werven, is niet volledig gehaald. Door uitval van capaciteit bij het bedrijf dat de door-todoor-werving uitvoert, bleef het resultaat beperkt tot 9.000 donateurs. Het budget is niet volledig besteed. Het Liliane Fonds hecht veel belang aan een zorgvuldige benadering van mensen. Daarom is met de leverancier afgesproken, dat er voor het Liliane Fonds een vast team op pad gaat, dat goed is geïnformeerd over het werk van het Liliane Fonds en weet aan welke regels het zich bij de werving moet houden. Als er toch klachten zijn, dan worden deze snel en serieus behandeld. Elke klacht wordt geregistreerd en besproken met de leverancier.
Gespreide inkomstenbronnen Om de hulp aan kinderen te kunnen (blijven) financieren, is het belangrijk dat het Liliane Fonds niet afhankelijk is van enkele grote donoren, van één groep gevers, of van één gedeelte van een groep. Daarom streeft het Liliane Fonds naar verschillende inkomstenbronnen – particuliere donateurs, bedrijven en stichtingen, institutionele donoren – en naar diversiteit binnen deze categorieën. (vervolg op p. 68)
21 Huis-aan-huiswerving.
65
Financiering en draagvlak
Mariana’s moeder oefent elke dag met haar.
Meisje van dertien
Een knus plekje voor Mariana.
Mariana, Bolivia
De dertienjarige Mariana Mamani kan niet naar school. Met haar moeder Miriam, haar zusje Tatiana en haar oma woont ze in een kamertje in El Torno. El Torno ligt op veertig kilometer van de Boliviaanse provinciehoofdstad Santa Cruz aan de hoofdweg naar Cochabamba. Toen Mariana een halfjaar oud was, kreeg ze hersenvliesontsteking. Hierdoor liep ze een ernstige hersenbeschadiging op. Ze heeft geen controle over haar hoofd. Ze kan niet lopen, niet kruipen, niet zitten. Ze hoort en ziet goed, maar praten kan ze niet. Ze heeft ernstige spasmen, die ongecontroleerde, bruuske bewegingen veroorzaken.
Een stralend kind.
Door de ernst van haar handicap is Mariana niet zindelijk en kwijlt ze. Er is in El Torno geen enkele school die is berekend op een leerling met zo’n zware handicap. Daarom kan Mariana Mamani niet naar school. En evenmin naar een revalidatiecentrum of een dagopvang, want die zijn er niet in El Torno.
In de kruiwagen op weg naar de markt.
Zinvolle dagbesteding Het Liliane Fonds vindt het belangrijk, dat elk kind met een handicap dat zes jaar of ouder is, naar school gaat of een andere zinvolle dagbesteding heeft. Miriam, de moeder van Mariana, staat elke dag op de markt van El Torno. Ze verkoopt popcorn en pinda's. Ook Miriam wil, dat Mariana een zinvolle dagbesteding heeft.
Mediator Gabriela en zusje Tatiana vermaken Mariana met bellenblazen.
En wat ze het allerbelangrijkste vindt, is dat haar kind gelukkig is. Mariana vindt het heerlijk om onder de mensen te zijn. Ze glundert als ze aandacht krijgt. Daarom neemt haar moeder haar gewoon iedere dag mee naar de markt. In een rolstoel zou Mariana niet gemakkelijk zitten. Miriam koos daarom voor een kruiwagen. Met kussens en dekens maakt ze daarin een knus plekje voor Mariana. In de kruiwagen kan ze gemakkelijk mee naar de markt. Daar is ze de oogappel van de marktlui en de klanten. Ze ligt de hele dag te glimlachen en te genieten.
Miriam en Mariana.
Contactpersoon en ervaringsdeskundige Een keer per week krijgt Mariana bezoek van Gabriela Rojas. Zij komt helemaal uit Santa Cruz, waar ze directeur is van CENAID (Centro de Atención Integral al Discapacitado), een revalidatiecentrum annex opvanghuis. Gabriela is contactpersoon voor het Liliane Fonds. En ze is een ervaringsdeskundige, als het om revalidatie gaat. Ze werd zelf geboren met spina bifida (een 'open ruggetje'), een gespleten lip en een gespleten gehemelte. Ze heeft tientallen operaties gehad en jarenlang moeten
Veilig in moeders armen.
revalideren. Nu is ze afgestudeerd als psycholoog en wijdt ze haar leven aan de revalidatie van kinderen met een handicap, kinderen zoals Mariana. Behandelplan Samen met de fysiotherapeut van CENAID en met de moeder van Mariana heeft Gabriela een behandelplan voor Mariana opgesteld. Ze vinden het belangrijk, dat Mariana minder gaat kwijlen en dat ze zindelijk wordt. Mariana leert ook dingen vast te pakken en zelfstandig te eten. Moeder Miriam doet elke dag oefeningen met haar dochter.
Instructies van de fysiotherapeut.
Mariana kan inmiddels met hulp en een steuntje al zitten, en ze begint zelfstandig te eten. Het allermooiste vindt ze het, als ze in de spiegel ziet hoe ze zelf haar lange haren kamt. Mariana kan niet naar school, maar ze is een gelukkig meisje van dertien, thuis en op de markt.
figuur 27
Particuliere donateurs 2009
aantal donateurs dat bijdroeg hoogte gemiddelde gift (€) uitval (vaste) donateurs (%)
figuur 28
planning 2009
werkelijk 2008
86.680 70,51 6
86.500 75 ≤8
74.097 71,27 6,4
werkelijk 2009
planning 2009
werkelijk 2008
143 3.319.777
3.000.000
123 3.832.784
Nalatenschappen 2009
aantal nalatenschappen totaal toezeggingen uit nalatenschappen (€)
Donateurs • In 2009 maakten 86.680 donateurs daadwerkelijk een of meer bijdragen over. Dit zijn er 4.225 (5,1%) meer dan in 2008. Het voor 2009 begrote aantal is ruimschoots gehaald. • De gemiddelde gift was met € 70,51 lager dan in 2008 (€ 71,27) en lager dan was begroot (€ 75). Dit heeft onder meer te maken met de toename van het aantal donateurs dat het Liliane Fonds via een machtiging steunt. Bij de opstelling van de begroting is er onvoldoende rekening mee gehouden, dat vooral nieuwe donateurs die een machtiging afgeven, dit vaak doen voor een relatief laag bedrag. • Voor de continuïteit van de hulpverlening is ook de bestendigheid van het donateursbestand van belang. Daarom registreert het Liliane Fonds de ‘uitval’ van (vaste) donateurs. In 2009 beëindigden 5.169 mensen (6%) hun donateurschap tegenover 5.317 (6,4%) in 2008. De doelstelling voor 2009, een uitval van maximaal 8%, is gehaald. Nalatenschappen • Steeds meer mensen kiezen ervoor het Liliane Fonds op te nemen in hun testament en (een deel van) hun nalatenschap te bestemmen voor de hulp aan kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden. Het aantal nalatenschappen (erfstellingen en legaten) nam in 2009 toe van 123 naar 143. De totale toezeggingen uit nalatenschappen waren hoger dan begroot, maar € 513.007 (13%) lager dan in 2008. Partners Partners in hulpverlening noemt het Liliane Fonds bedrijven en organisaties, die zich uit oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap samen met het Liliane Fonds sterk maken voor kinderen en jongeren met een handicap in ontwikkelingslanden. Veel partnerschappen bestaan al jaren. Dit geldt bijvoorbeeld voor de samenwerking met Afas, Elho International, de Sligro Food Group Nederland, Sodexo Nederland BV en Stichting Liberty.
68
werkelijk 2009
Bedrijven Door de economische crisis was 2009 voor veel bedrijven geen gemakkelijk jaar. Steun aan het Liliane Fonds vergde meer afweging dan voorheen. Sommige bedrijven verlaagden hun bijdrage of stelden de betaling uit. Op deze ontwikkeling was geanticipeerd in de begroting voor 2009: de bijdragen van partners waren met € 400.000 (10%) naar beneden bijgesteld ten opzichte van de oorspronkelijke meerjarenbegroting. De werkelijke bijdragen van partners in 2009 overtroffen de begroting met ruim 1 miljoen euro. Dit komt vooral door enkele substantiële bijdragen, die niet waren begroot. Geconcludeerd mag worden, dat de partners uit het bedrijfsleven het Liliane Fonds in 2009 krachtig hebben ondersteund. Een greep uit de bedrijven, die zich in 2009 hebben ingezet voor het Liliane Fonds: • Langerak De Jong, een groothandel in koffie, thee, dranken, zoetwaren en automaten, verstuurde in de decembermaand geen relatiegeschenken, maar maakte in plaats hiervan geld over naar het Liliane Fonds. • De Koninklijke Ginkel Groep, groenvoorziener en hovenier, zag af van relatiegeschenken en deed een donatie aan het Liliane Fonds. Relaties van de Ginkel Groep volgden dit voorbeeld. • Zaadveredelingsbedrijf Nickerson-Zwaan gaf zijn werknemers de mogelijkheid om in plaats van een kerstpakket te ontvangen, de waarde ervan te bestemmen voor het Liliane Fonds. • Medewerkers van groothandelaar Sligro doneren al jaren een percentage van hun salaris aan het Liliane Fonds. Klanten van de Sligro kunnen het Liliane Fonds steunen via een spaarpuntensysteem. Ook de opbrengst van de kerstpakketten die de Sligro verkoopt, gaat voor een deel naar de hulp aan kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden. • De Art & Antiques Fair, de kunst- en antiekbeurs die jaarlijks in ’s-Hertogenbosch wordt gehouden, bood ruimte aan een expositie van foto’s van Monique Velzeboer, en gaf donateurs van het Liliane Fonds korting op de entreeprijs.
Financiering en draagvlak
• Tijdens de Art & Antiques Fair besloten Sodexo Nederland BV en de KLM spontaan het Liliane Fonds samen 400.000 Flying Blue Award Miles aan te bieden. Met de Miles spaart het Liliane Fonds reiskosten uit, waardoor meer geld beschikbaar is voor de hulp aan kinderen. • De Avans Hogeschool liet studenten een project uitvoeren voor het Liliane Fonds. Ze maakten een eigentijds Heitje voor een Karweitje-boekje, dat basisschoolleerlingen kunnen gebruiken om actie te voeren voor het Liliane Fonds. • Kodak Nederland stelde een fotoprintunit ter beschikking om tijdens evenementen foto’s te maken en deze meteen af te drukken. Niet-commerciële organisaties Niet-commerciële organisaties die als partner in hulpverlening samenwerken met het Liliane Fonds, zijn onder meer de Nationale Postcode Loterij, de Sharing Success Foundation en de Monique Velzeboer Foundation: • Van de Nationale Postcode Loterij ontving het Liliane Fonds ook in 2009 een bijdrage van 1 miljoen euro. Het Liliane Fonds mag dit bedrag zowel aan directe kindhulp als aan capaciteitsversterking besteden. Daarnaast is uit de bijdragen van de Postcode Loterij een speciaal fonds gevormd voor verdubbeling van de opbrengst van bijzondere acties van particulieren. In de Kanjer Nieuwjaarsshow, die werd uitgezonden op 1 januari 2009, deed Liliane Fondsambassadeur Minke Booij de aftrap. Ze sprak, ook namens het Liliane Fonds, een nieuwjaarswens uit. En ze maakte bekend, dat in 2008 mede dankzij de deelnemers van de Nationale Postcode Loterij, meer dan 80.000 kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden hulp hadden gekregen van het Liliane Fonds. • De Sharing Success Foundation, het samenwerkingsverband van ondernemers die hun succes willen delen met kinderen die minder kans van slagen hebben, schonk het Liliane Fonds Flying Blue Award Miles voor werkbezoeken aan de landen in het Zuiden. In plaats van een gala organiseerde de Sharing Success Foundation in 2009 een partneravond voor ondernemers die de stichting en daarmee het werk van het Liliane Fonds al jaren ondersteunen. De partneravond bracht ruim € 300.000 op. Tijdens de bijeenkomst werden Henkjan Smits, onder meer televisiepresentator en talentscout, en zijn vrouw Petra benoemd tot ambassadeurs van de Sharing Success Foundation. • Fotografe en Liliane Fondsambassadeur Monique Velzeboer steunt het Liliane Fonds al jaren via de Monique Velzeboer Foundation. Via de Foundation gaat de netto-opbrengst van werk van Monique naar het Liliane Fonds. De verkoop van haar foto’s op de Art & Antiques Fair, van de Goud in Ghanakalender en van wenskaarten met daarop Ghanese kinderen die hulp krijgen van het Liliane Fonds, bracht netto € 150.000 op. Dit bedrag werd verdubbeld uit het fonds van de Nationale Postcode Loterij. Het Brabants Dagblad noemde de levensgrote portretten, die Monique Velzeboer maakte van kinderen met een handicap en hun familie, blijmoedig. De Telegraaf roemde haar foto’s in het artikel ‘Gouden cheque voor het Liliane Fonds’.
69
Een bijzonder partnerschap heeft het Liliane Fonds ook met de mensen, die zijn betrokken bij ‘Vliegeren voor het Liliane Fonds’: • Michel van Haren is manager van een aantal kunstenaars. Met twaalf van hen bezoekt hij zes projecten van het Liliane Fonds, twee in Afrika, twee in Azië en twee in LatijnsAmerika. Ter plekke maakt een kunstenaar samen met 11 kinderen met een handicap een kunstwerk in de vorm van een vlieger. De kunstenaar beschildert een grote vlieger, de kinderen kleinere vliegers, die de staart vormen. Inmiddels zijn twee kunstenaars in Tanzania geweest en twee in Indonesië. Als de twaalf kunstwerken met in totaal 144 vliegers klaar zijn, worden ze op verschillende plaatsen in Nederland tentoongesteld. Uiteindelijk worden de kunstenaarsvliegers geveild. De opbrengst van de veiling gaat naar het Liliane Fonds. Het Vliegerproject wordt gesponsord door HealthAid, een stichting die wetenschappelijke symposia over medische zorg organiseert en de opbrengst hiervan voor goede doelen bestemt. Institutionele donor In de periode 2007-2010 ontvangt het Liliane Fonds van het ministerie van Buitenlandse Zaken een bijdrage van in totaal € 8.000.000 in het kader van het Medefinancieringsstelsel (MFS). De subsidie wordt in jaarlijks oplopende bedragen uitgekeerd. In 2009 ontving het Liliane Fonds een bedrag van € 2.224.363. Dit is € 501.916 ofwel 29% meer dan in 2008 (€ 1.722.447). De subsidie vertegenwoordigde 12% van de totale inkomsten in 2009. Hoewel het Liliane Fonds ook in 2009 ruim 80% van zijn inkomsten met eigen fondsenwerving bijeenbracht, is de bijdrage van het ministerie van Buitenlandse Zaken van substantieel belang, met name voor de financiering van capaciteitsversterking, waaronder ook de nationale coördinatie in landen en trainingen vallen. Als project voor partners uit het bedrijfsleven zijn deze aspecten van capaciteitsversterking meestal minder aantrekkelijk. Ze geven de voorkeur aan kleinschalige investeringen. Omdat de nationale coördinatie en trainingen wel van cruciaal belang zijn voor de continuïteit en de kwaliteit van de hulpverlening, worden alternatieve financieringsscenario’s ontwikkeld voor het geval de MFS-subsidie op termijn vermindert of zelfs wegvalt. Vanaf 2011 moet al een alternatief beschikbaar zijn voor de financiering van de nationale coördinatie in de (14) landen, die niet zijn opgenomen in het programmavoorstel, dat het Liliane Fonds samen met Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland heeft ingediend voor de tweede MFS-cyclus (2011-2015). Acties en evenementen Vanuit hun betrokkenheid bij kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden komen jaarlijks honderden mensen in actie voor het Liliane Fonds. Met een grote of kleine actie, of met een evenement vragen particulieren, scholen, bedrijven, stichtingen en kerken aandacht en vaak ook financiële steun voor het werk van het Liliane Fonds.
Financiering en draagvlak
Een wereld van verschil
Mubashir, India
Het Indiase Hope Disability Centre is een partnerorganisatie van het Liliane Fonds, die onder meer een programma voor hulp aan kinderen met een handicap heeft opgezet in het dorp Wassan in het Indiase deel van Kashmir. Het team van het Hope Disability Centre trof in het dorp Mubashir aan, een jongen met misvormingen aan zijn knieën en enkels. Lopen of staan kon hij niet. Hij kroop over de grond. De familie van Mubashir bestaat uit arme boeren. Zijn vader is daarnaast ook nog schaapherder. De behandeling die Mubashir nodig had, zouden zijn ouders nooit of te nimmer kunnen betalen. Ook het Hope Disability Centre had er geen middelen voor.
Met hulp van het Liliane Fonds is Mubashir in januari 2009 geopereerd. Daarna moest hij drie maanden revalideren. Wennen aan protheses is niet gemakkelijk, maar Mubashir zette door. Nu kan hij er prima mee lopen. Elke drie maanden worden zijn protheses en zijn speciale schoenen gecontroleerd en als dit nodig is, aangepast. Mubashir gaat voortaan ook elke dag naar school. Hij heeft het druk gekregen, maar dat bevalt hem goed.
Een kleine bloemlezing uit de acties en evenementen: • Trouw-journaliste Sybilla Claus en publiciste Petra Jorissen namen het initiatief voor de tentoonstelling Helden op Stokken, die op 6 maart werd geopend in het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch. De (reizende) foto-expositie vormt één geheel met het gelijknamige boek, waarin wordt beschreven en in beeld gebracht hoe Afrikanen met een beperking leven én overleven, ondanks het feit dat de hulp uit het Westen hen niet of nauwelijks bereikt. • Eveneens in het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch gaf het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht op 27 en 28 november zijn inmiddels traditionele gratis concerten voor donateurs en medewerkers van het Liliane Fonds. Bij het ene concert was de presentatie in handen van Minke Booij, bij het andere was Bert Kuizenga de presentator. Er werd een korte film vertoond over het bezoek van Erica Terpstra aan projecten van het Liliane Fonds in Bolivia. Hierna speelde het orkest een medley met als thema ‘Sounds of Freedom’. • Ongeveer 2.750 deelnemers begonnen op 12 november aan ‘De 80 van de Langstraat’. De startbewijzen voor de wandeltocht waren bij opbod verkocht voor het Liliane Fonds. De opbrengst werd verdubbeld door de Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO). Burgemeester Kleingeld van Waalwijk overhandigde het Liliane Fonds een cheque van € 1.650. Het Liliane Fonds vindt het belangrijk, dat kinderen in Nederland weten hoe hun leeftijdgenoten met een handicap in ontwikkelingslanden leven en met welke problemen
70
De hulp van het Liliane Fonds betekende in zijn leven een wereld van verschil.
ze te maken hebben door de combinatie van armoede en een beperking. Daarom stimuleert het Liliane Fonds juist scholen nadrukkelijk om actie te voeren. Als leerlingen zelf een concrete bijdrage leveren aan de verbetering van de levensomstandigheden van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden, dan vergroot dit hun betrokkenheid. Enkele voorbeelden van scholenacties in 2009: • Twee scholen in ’s-Hertogenbosch, De Klimop en De Speelman, organiseerden een sportdag voor kinderen met een verstandelijke beperking. Op 16 mei volgde de Honda Goldwing-tour: achter op de motor of in het zijspan genoten de leerlingen van een tocht door het Brabantse land. Het evenement werd gesponsord door Panasonic Nederland. Een deel van de opbrengst was voor het Liliane Fonds. • Op de Reggesteyn, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs in Nijverdal, brachten leerlingen, docenten en ouders op 8 oktober met verschillende ludieke en creatieve activiteiten € 6.000 bij elkaar voor het Liliane Fonds. Hiermee kan het Liliane Fonds bijdragen aan de revalidatie van tientallen kinderen. • Op de Kloetingseschool in Kloetinge werden Afrikaweken gehouden. Het project werd afgesloten met een fancyfair, waarop de kinderen zelfgemaakte 'kunstwerken' verkochten. Ze gaven ook een djembévoorstelling, compleet met dansende slangen en olifanten. De opbrengst van de fancyfair ging voor een groot deel naar het Liliane Fonds. Met het geld worden kinderen met een handicap in Ethiopië ondersteund.
Financiering en draagvlak
figuur 29
Machtigingen en notariële schenkingen 2009
% machtigers totaalbedrag machtigingen (€) aantal notariële akten totaalbedrag aan notariële schenkingen (€)
Basisinkomsten Om de voortgang van de hulp aan kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden zeker te stellen, streeft het Liliane Fonds naar basisinkomsten: inkomsten die voldoende zeker zijn om erop te kunnen rekenen. Voor bijdragen van particuliere donateurs is dit bijvoorbeeld het geval bij machtigingen en notariële schenkingen. De ontwikkeling in 2009 is weergegeven in figuur 29. Toelichting • De stijging van het percentage donateurs met een machtiging van 43% (2008) naar 49% is in overeenstemming met de begroting voor 2009. Voor de totale inkomsten via machtigingen was een bedrag begroot van minimaal € 2.600.000. Ook deze doelstelling is gerealiseerd. Ten opzichte van 2008 steeg het totaalbedrag aan machtigingen met € 706.262 ofwel met 32%. • Met een notariële akte kunnen donateurs hun bijdrage aan het Liliane Fonds combineren met een fiscaal voordeel. Het aantal notariële schenkingen nam in 2009 toe met 160 (18%). Van de 1.061 schenkingen zijn er 282 ingegaan in 2009. De doelstellingen voor het aantal notariële akten en voor de totale inkomsten via notariële schenkingen zijn beide gerealiseerd. Ten opzichte van 2008 steeg het totaalbedrag aan notariële schenkingen met € 73.604 ofwel met 14%. • Om verzekerd te blijven van voldoende bijdragen van bedrijven en andere partners in hulpverlening gaat het Liliane Fonds met deze partners bij voorkeur een meerjarige strategische samenwerking aan.
Voorlichting met een groot bereik Het Liliane Fonds wil zo veel mogelijk mensen bereiken met informatie over de situatie van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden en over het verschil, dat kleinschalige hulp op maat kan maken in hun leven. Met deze informatie wil het Liliane Fonds mensen aan het denken zetten en hen bewegen tot actie. In 2009 besteedde het Liliane Fonds, exclusief de toegerekende kosten van de eigen organisatie, een bedrag van € 363.578 aan voorlichting. Dit is € 128.331 (55%) meer dan in 2008, maar € 84.422 (19%) minder dan was begroot. De stijging van de bestedingen ten opzichte van 2008 heeft vooral te maken met de aandacht, die in 2009 is uitgegaan naar vernieuwing en versterking van de
71
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
49 2.908.090 1.061 603.818
49 ≥ 2.600.000 ≥ 1050 ≥ 550.000
43 2.201.828 901 530.214
‘corporate’ communicatie. Ondersteund door een veranderde huisstijl, een aangepast logo en een nieuw motto (Open de wereld voor een kind met een handicap), liet het Liliane Fonds in 2009 niet alleen zien wat het doet, maar ook waar het voor staat. Door de ontwikkeling die het Liliane Fonds de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, is er een verschil ontstaan tussen het imago en de identiteit van de organisatie. Met voorlichting op organisatieniveau wil het Liliane Fonds hierin verandering brengen. Samenwerking met de media Ook bij voorlichting is samenwerking met de media voor het Liliane Fonds heel belangrijk. Doordat de media geregeld aandacht besteedden aan het werk van het Liliane Fonds, werden in 2009 weer miljoenen mensen met voorlichting bereikt. Een paar voorbeelden van uitzendingen en artikelen, waarin niet de werving van donateurs, maar voorlichting centraal stond: Televisie Het televisieprogramma Aanpakken & Wegwezen (Llink) bracht de situatie van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden in twee uitzendingen onder de aandacht van de kijkers: • ‘Gooisch meisje’ Kimberly Bosman ging samen met een lokale contactpersoon van het Liliane Fonds in een sloppenwijk van de Peruaanse hoofdstad Lima op zoek naar een geschikte plek voor een dagopvang voor kinderen met een handicap. Het werd voor Kimberly een stageweek vol onthutsende en aangrijpende ervaringen. • Televisiepresentatrice Froukje Jansen reisde naar Rwanda in Centraal-Afrika. Ze zocht er vaders op, die hun gezin in de steek hebben gelaten, omdat het een of meer kinderen met een handicap telt. Froukje sprak de mannen aan op hun verantwoordelijkheid. In een aantal gevallen leverde dit een heftige confrontatie op.
Financiering en draagvlak
Een nieuw perspectief
Akimana, Rwanda
De zesjarige Akimana uit Rwanda werd geboren met twee verlamde beentjes. Haar vader is onbekend, haar moeder werkt als prostituee. Tot een jaar geleden kon Akimana niet lopen. Ze sleepte zich voort over de grond. Er was niemand die zich echt om haar bekommerde. In 2009 nam een contactpersoon van het Liliane Fonds Akimana onder haar hoede. Ze zorgde ervoor, dat het meisje werd geopereerd in het orthopedisch ziekenhuis van Rilima, een stad in Zuid-Rwanda. Met krukken en met spalken staat Akimana nu rechtop en zet haar eerste stappen. Ze bekijkt de wereld vanuit een ander perspectief. Het Liliane Fonds houdt Akimana’s thuissituatie en haar ontwikkeling
Radio Radio Den Haag FM zond in augustus in Studio Haagsche Bluf vier interviews uit met Erica Terpstra. De voorzitter van NOC*NSF was op dat moment in Bolivia, waar ze kennismaakte met het werk van het Liliane Fonds. Ze vertelde vol enthousiasme over haar ontmoetingen met kinderen die hulp krijgen van het Liliane Fonds en met lokale contactpersonen. Schrijvende pers • Hoofdredacteur Yolande de Best van Groter Groeien (oplage: ruim 100.000 exemplaren) is al twaalf jaar nauw betrokken bij het werk van het Liliane Fonds. In een groot aantal landen bezocht ze projecten van het Liliane Fonds en deed hierover verslag in haar blad. Benieuwd naar hoe het de kinderen die ze ooit had ontmoet, was vergaan, ondernam ze een zoektocht naar een aantal van hen. Wat heeft de hulp van het Liliane Fonds betekend in hun leven? In het meinummer van Groter Groeien beschreef Yolande de Best hoe het nu gaat met Rolando uit Bolivia, Hasini uit Sri Lanka, Alvin uit de Filippijnen en Braider uit Colombia. • De VARAgids (oplage: bijna 358.000 exemplaren) publiceerde in een serie reportages over Goede Smoelen voor goede doelen een interview met Liliane Fondsambassadeur Minke Booij. Juist als sportvrouw kan ze zich goed voorstellen hoeveel impact een handicap heeft en hoe belangrijk revalidatie is voor kinderen met een handicap in
72
nauwlettend in de gaten. Voor de hulp die ze tot nu toe kreeg, betaalde het Liliane Fonds € 143,75.
ontwikkelingslanden. In het interview met de VARAgids benadrukte ze, dat betrokkenheid van ouders of verzorgers essentieel is voor een succesvol revalidatieproces. In totaal werd het Liliane Fonds meer dan 550 keer genoemd in landelijke en regionale bladen. Veel berichten gingen over acties op scholen, initiatieven van serviceclubs of bibliotheken, die een presentatiewand van het Liliane Fonds plaatsten en zo de noodzaak en het resultaat van de hulp aan kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden onder de aandacht brachten van de bezoekers. ‘Free publicity’ De goede verstandhouding met de media levert het Liliane Fonds veel ‘free publicity’ op. Kranten en bladen ruimen vaak plaats in voor actualiteiten, die het Liliane Fonds bijvoorbeeld met een persbericht onder de aandacht van de redactie heeft gebracht. Spots en advertenties Op een aantal momenten in het jaar zet het Liliane Fonds gelijktijdig verschillende middelen in om mensen te informeren over zijn doelgroep en zijn werk, en hen te bewegen tot steun. Gedurende een korte periode worden radio- en televisiespots uitgezonden, staan advertenties in kranten en tijdschriften, en zijn onder andere op stations grote posters van het Liliane Fonds te zien. Door goede samenwerking met de media betaalt het Liliane Fonds voor de extra publiciteit gereduceerde tarieven.
Financiering en draagvlak
In augustus werd in de communicatie naar buiten de nieuwe huisstijl geïntroduceerd. In spots en advertenties zijn kinderen voortaan te zien in hun natuurlijke omgeving en doen ze zelf het woord. Zo vertelt Rosa uit Peru in een van de spotjes, dat ze door een ziekte toen ze klein was, niet goed meer kan lopen. Dat haar familie geen geld heeft voor een behandeling, en dat ze blij is met de hulp van de contactpersoon van het Liliane Fonds. Eind 2009 was er een campagne met als thema ‘dichterbij’. Op een poster waren de broertjes Elisa en Ndayambaje uit Rwanda te zien. Om hun verhaal te kunnen lezen, moesten mensen letterlijk dichterbij komen, doordat bewust een klein lettertype was gebruikt. Eenmaal dichtbij gekomen, was te lezen, dat de blinde jongens in hun eigen omgeving vaak als vervloekt worden beschouwd, en dat mensen het liefst met een boog om hen heen lopen. Eigen voorlichting Het Liliane Fonds zet voor voorlichting ook eigen mensen en middelen in. Netwerkvrijwilligers Een grote rol in de eigen voorlichting spelen de 41 netwerkvrijwilligers, die verspreid over Nederland actief zijn voor het Liliane Fonds. Samen gaven ze in 2009 voorlichting aan 7.000 leerlingen van basisscholen en middelbare scholen, en daarnaast bij verenigingen en stichtingen, in kerken en zorginstellingen, en op evenementen. Ze ondersteunden ook plaatselijke acties voor het Liliane Fonds. Websites De algemene website van het Liliane Fonds (www.lilianefonds.nl) heeft, ook als het gaat om voorlichting, een belangrijke functie. Op de website staat informatie over de werkwijze van het Liliane Fonds, over de landen waar het Liliane Fonds actief is, en over een aantal projecten. Van de site kunnen ook verschillende publicaties, waaronder jaarverslagen en jaarrekeningen, worden gedownload. In 2009 had de algemene website 76.412 bezoekers. Dit zijn er minder dan in 2008 (91.147). Een informatiebron voor de lokale partnerorganisaties en contactpersonen van het Liliane Fonds is de internationale website (www.lilianefonds.org). Speciaal voor kinderen is er www.lilianekids.nl. Via de site www.geefomditkind.nl kunnen donateurs online een bijdrage overmaken naar het Liliane Fonds. Nieuwsbrief Met de Nieuwsbrief die viermaal per jaar verschijnt, onderhoudt het Liliane Fonds het contact met zijn donateurs. Ze vinden in de Nieuwsbrief informatie over actuele ontwikkelingen, belangrijke aspecten van het werk van het Liliane Fonds, en specifieke thema’s. Thema’s in 2009 waren handicap & oorlog, handicap & revalidatie, handicap & zelfstandigheid en handicap & in de steek gelaten kinderen. De Nieuwsbrief verschijnt in een oplage van 125.000.
Nieuwsflits De digitale Nieuwsflits is een aanvulling op de Nieuwsbrief. De Nieuwsflits wordt enkele malen per jaar verstuurd aan leden van de achterban, die zich voor deze service hebben aangemeld. Met de Nieuwsflits kan het Liliane Fonds belangstellenden snel en doeltreffend op de hoogte brengen van onder meer actualiteiten, acties en evenementen. In 2009 had de Nieuwsflits ruim 14.000 abonnees.
Breed draagvlak in de samenleving Het Liliane Fonds streeft naar een breed en stevig draagvlak in de samenleving. Voorlichting met een groot bereik draagt hieraan bij, maar is niet voldoende om het gewenste draagvlak te krijgen en te behouden. Daarom wil het Liliane Fonds zich krachtig presenteren en positioneren. Met de vernieuwde communicatie op organisatieniveau liet het Liliane Fonds in 2009 duidelijker zien vanuit welke benadering het werkt, en wat zijn focus is. Draagvlak voor ontwikkelingshulp Om inzicht te krijgen in het maatschappelijk draagvlak voor internationale samenwerking, peilen de NCDO en marktonderzoekbureau Motivaction sinds 2006 jaarlijks de betrokkenheid van het Nederlandse publiek. De resultaten worden verwerkt in de Barometer Internationale Samenwerking. Uit het onderzoek dat in 2009 is gedaan, blijkt dat Nederlanders niet verwachten, dat de problemen in ontwikkelingslanden gemakkelijk op te lossen zijn. Toch staan de meesten overwegend positief tegenover internationale samenwerking. Ongeveer twee derde van de Nederlanders vindt het (heel) belangrijk om mensen in arme landen te helpen zich te ontwikkelen, en is van mening, dat de problemen in ontwikkelingslanden dermate groot zijn, dat we niet kunnen toekijken zonder hulp te bieden. Ruim 60% vindt, dat de bestrijding van de armoede in ontwikkelingslanden ook in het belang is van rijkere landen. Van de ondervraagde Nederlanders gaf 72% aan in de afgelopen twaalf maanden zelf iets te hebben gedaan. Bijna 40% gaf geld via losse bijdragen, ongeveer een derde doneerde goederen, nog eens een derde deed mee aan een loterij die goede doelen steunt. Daarnaast kocht 20% fairtradeproducten, en was 20% donateur van een ontwikkelingsorganisatie. Ongeveer 3% van de respondenten zette zich in als vrijwilliger voor een ontwikkelingsorganisatie en 1% deed vrijwilligerswerk in een ontwikkelingsland.22 Donateurs en vrijwilligers Belangrijke indicatoren voor het maatschappelijk draagvlak van het Liliane Fonds zijn het aantal donateurs en het aantal vrijwilligers. Zowel het absolute aantal donateurs als het aantal donateurs dat daadwerkelijk een of meer bijdragen overmaakte, is in 2009 gestegen. Het aantal vrijwilligers dat zich wil inzetten voor het Liliane Fonds, is nog altijd groot.
22 Bron: Barometer Internationale Samenwerking 2009 (Samenvatting),
L. Gijsbers en B. van der Lelij (Motivaction) in opdracht van NCDO. 73
Financiering en draagvlak
Een onverbrekelijke band
Ernesto, Colombia
Ernesto uit Colombia is de jongste thuis. Hij heeft zeven oudere broers. Ernesto is een maand te vroeg geboren. Zijn moeder Maria denkt, dat dit komt, doordat ze schrok van het bericht dat een familielid was overleden. De eerste weken van zijn leven bracht Ernesto in een couveuse door. Hij heeft het syndroom van Down. Toen hij vier jaar oud was, kon hij zijn hoofd rechtop houden.
Op zijn vijfde leerde hij zitten en op zijn zevende lopen. Inmiddels is hij dertien jaar. Praten lukt hem niet, maar hij kan zich met gebaren heel goed uitdrukken. De handicap van Ernesto is niet de enige zorg die zijn ouders hebben. Jaren geleden hebben guerrillero’s een van hun oudere zonen ontvoerd. Ze hebben nooit meer iets van hem gehoord. En dag in dag uit is er het gevecht tegen de armoede. Het gezin
Naamsbekendheid en waardering Elk jaar meet onderzoeksbureau Mediad onder de Nederlandse bevolking de bekendheid en waardering van goede doelen. Uit de Chari-barometer 2009 blijkt, dat het Liliane Fonds in de categorie Internationale Hulp nog steeds tot de meest bekende en gewaardeerde organisaties behoort. Qua bekendheid staat het sinds 2006 op de derde plaats, na Unicef en Artsen zonder Grenzen. Als het gaat om waardering, staat het Liliane Fonds, evenals in 2008, als vijfde in de Top 5. In de samengestelde categorie ‘Goede doelen met name gericht op kinderen’, waarin zes goede doelen worden genoemd, staat het Liliane Fonds sinds 2005 qua bekendheid én waardering op de eerste plaats.
kan het hoofd ternauwernood boven water houden. Zonnetje in huis Het Liliane Fonds helpt Ernesto en zijn ouders door ervoor te zorgen, dat Ernesto fysiotherapie en begeleiding krijgt. En de hulp heeft resultaat. Hij loopt nu stukken beter en is minder snel ziek dankzij extra vitamines. Zijn ouders hebben geleerd hoe ze Ernesto’s ontwikkeling kunnen stimuleren door met hem te oefenen. Ze zijn blij, dat ze
dit voor hun zoon kunnen doen, en zijn veel met hem bezig. Vooral Ernesto’s vader Angel is niets te veel, als het gaat om de zorg voor zijn jongste kind. Hij helpt zijn zoon met alles. De twee hebben een onverbrekelijke band. Ernesto, die bijna altijd vrolijk is, laat zijn vader zijn zorgen vergeten door hem aan het lachen te maken. Angel noemt zijn zoon dan ook het zonnetje in huis.
voor 2010, en Wieke materiaal verzamelde voor de verhalen bij de foto’s. Minke Booij gaf interviews aan de VARAgids en Kidsweek. In het najaar van 2009 werd het ambassadeursteam versterkt met Erica Terpstra. Enkele maanden ervoor had ze in Bolivia kennisgemaakt met het werk van het Liliane Fonds. De kinderen en de contactpersonen die ze ontmoette, en de aanpak van het Liliane Fonds spraken haar zozeer aan, dat ze volmondig ja zei op het verzoek ambassadeur te worden. Klachten Een van de manieren waarop het Liliane Fonds werkt aan het behoud van zijn draagvlak, is een zorgvuldige behandeling van klachten. In 2009 zijn 175 externe klachten ontvangen en geregistreerd. Onder klachten verstaat het Liliane Fonds ook kritische opmerkingen en gemelde irritaties. De klachten hadden vooral betrekking op de door-to-doorwerving, de negatieve publiciteit rondom het lid van het Comité van Aanbeveling luit.-generaal b.d. A. van Baal, en publicaties over het salaris van de directeur.
Ambassadeurs De ambassadeurs van het Liliane Fonds dragen elk op hun eigen manier bij aan de vergroting van de naamsbekendheid en waardering van het Liliane Fonds. Sandra Reemer, Jaap Jongbloed, Monique Velzeboer, Wieke Biesheuvel en Minke Booij hebben zich in 2009 weer belangeloos ingezet om het werk van het Liliane Fonds onder de aandacht te brengen. Sandra Reemer nam de Liliane Gronert-tulp in ontvangst, genoemd naar de oprichtster van het Liliane Fonds. Jaap Jongbloed reisde naar Burkina Faso en vertelde in Tijd voor Max over de kinderen, die hij daar ontmoette. Monique Velzeboer en Wieke Biesheuvel gingen naar Brazilië, waar Monique kinderen die hulp krijgen van het Liliane Fonds, fotografeerde voor een kalender en kaarten
De klachten zijn afgehandeld volgens de bepalingen van de eigen klachtenregeling en die van het CBF. De heer Van Baal nam - na de publicaties over zijn woon-werkverkeer als voorzitter van het College van Bestuur van de Politie Academie - het besluit terug te treden als lid van het Comité van Aanbeveling van het Liliane Fonds en zijn betrokken-
74
Financiering en draagvlak
heid bij de organisatie voortaan op een andere wijze gestalte te geven. Mensen die vragen stelden bij het salaris van de directeur, ontvingen een uitvoerige toelichting. Processen Ook een effectieve en efficiënte werkwijze is van belang voor behoud van het draagvlak. In 2009 zijn alle processen van de afdeling Voorlichting & Fondsenwerving geëvalueerd en waar nodig herzien. Aandachtspunten die naar voren kwamen, waren: • De interne samenwerking met de afdeling Hulpverlening, vooral rondom projecten voor capaciteitsversterking. De processen zijn nu zo ingericht, dat de koppeling tussen projecten en sponsoren beter wordt afgestemd en beheerd. • De tevredenheid van partners en donateurs. In de vernieuwde processen wordt de tevredenheid vaker gepeild en wordt meer ingespeeld op specifieke wensen en behoeften.
Jubileum In 2009 werd begonnen met de voorbereiding van het dertigjarig bestaan van het Liliane Fonds in 2010. In het jubileumjaar gaat onder meer de campagne Meedoen van start. Met de campagne roept het Liliane Fonds mensen op om in actie te komen. Door mee te doen met het Liliane Fonds kunnen ze eraan bijdragen, dat ook kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden kunnen meedoen. Een voorbeeld van meedoen gaven de sympathisanten, die de Stichting Evenementen Liliane Fonds oprichtten. De steunstichting stelt zich ten doel sponsors te vinden voor een aantal bijzondere jubileumactiviteiten. Een van deze activiteiten is de Beeldenparade, een drie weken durende openluchtexpositie aan de voet van de Sint-Janskathedraal in het centrum van ’s-Hertogenbosch. De Stichting Evenementen vond Rabobank Nederland bereid om als hoofdsponsor te fungeren voor de speciale jubileumevenementen. Ook Heijmans en Unilever Nederland dragen bij in de sponsoring.
Comité van Aanbeveling Liliane Fonds
De heer ir. G.J.M. Braks voormalig minister Landbouw voormalig voorzitter Eerste Kamer De heer drs. M.W. Dijkshoorn oud-voorzitter en oud-CEO Executive Board van Eureko De heer mr. F.J.M. Houben voormalig commissaris van de Koningin Provincie Noord-Brabant De heer ir. G.J. Kleisterlee president en voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Philips Electronics N.V.
De heer J.G.A. Rijnierse directievoorzitter Sodexo Nederland B.V. De heer B. Schneider oprichter Vacu Vin voorzitter Sharing Success Foundation De heer A.J.L. Slippens oud-bestuursvoorzitter Sligro Food Group Nederland B.V. Mevrouw drs. J. Saskia Stuiveling president van de Algemene Rekenkamer De heer mr. A.A. Westerlaken lid Raad van Bestuur Erasmus Medisch Centrum
Mevrouw J.R.H. Maij-Weggen voormalig commissaris van de Koningin Provincie Noord-Brabant
75
Financiering en draagvlak
Voorlichting & Fondsenwerving in beeld
In de TROS-documentaire Op eigen kracht laten Monique Wijnen, winnares van de CAP Award 2008, en Liliane Fondsambassadeur Jaap Jongbloed zien, wat 'op eigen kracht' betekent voor jongeren met een handicap in Bangladesh.
Erica Terpstra is geraakt door de ontmoetingen, die ze in Bolivia heeft met kinderen met een handicap en met contactpersonen van het Liliane Fonds, die ervoor zorgen dat ze hulp krijgen. Van haar bezoek wordt verslag gedaan door onder meer Omroep Brabant en de bladen IS (een uitgave van de NCDO), Supporter (over Sport & Ontwikkelingssamenwerking), Margriet en Ook! (voor grootouders).
Op de jaarlijkse Lilianedag verwent Sodexo Nederland BV de medewerkers van het Liliane Fonds met een overheerlijke barbecue.
Op Koninginnedag organiseert
De Art & Antiques Fair, de
het Liliane Fonds voor de derde
kunst- en antiekbeurs in
keer de kinderactiviteiten op
’s-Hertogenbosch, biedt ruimte
De Parade in ’s-Hertogenbosch.
aan een expositie van foto’s van
De kinderen kunnen meedoen
Monique Velzeboer, en geeft
aan een rolstoelenrace, een
donateurs van het Liliane Fonds
kroontje knutselen en ‘schieten
korting op de entreeprijs.
op een goed doel’.
76
Financiering en draagvlak
Naar aanleiding van de kerstuitzending van Tijd voor Max, die helemaal in het teken staat van het Liliane Fonds, melden zich bijna 3.000 nieuwe donateurs aan.
Onder het motto 'Klimop springt achterop' wordt op 16 mei de Honda Goldwing-tour gehouden: leerlingen van De Klimopschool in ’s-Hertogenbosch, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen, genieten achterop de motor of in het zijspan van een rit door het Brabantse land. Panasonic Nederland sponsort het evenement. Een deel van de opbrengst gaat naar het Liliane Fonds.
77
Op 26 februari wordt op
Ambassadeur Minke Booij
het Holland Flowers Festival
roept in het blad Kidsweek
in Zwaagwijk de ‘Liliane
de jeugdige lezers op om actie
Gronert’-tulp gedoopt. De
te voeren voor kinderen met
tulp is vernoemd naar Liliane
een handicap in ontwikkelings-
(Lieke) Brekelmans-Gronert,
landen.
Op 27 en 28 november verzorgt het Orkest van de Koninklijke
de oprichtster van het Liliane
Luchtmacht in het Provinciehuis in ’s-Hertogenbosch een gratis
Fonds.
concert voor donateurs en medewerkers van het Liliane Fonds.
Financiering en draagvlak
De Nationale Postcode Loterij en het Liliane Fonds De Nationale Postcode Loterij is de grootste goededoelenloterij van Nederland. Van elk verkocht lot wordt 50% verdeeld over 75 goede doelen. Het Liliane Fonds behoort sinds 2000 tot de beneficiënten van de Nationale Postcode Loterij en ontvangt sindsdien elk jaar een bijdrage. In 2009 was deze bijdrage € 1.000.000. In totaal komt het bedrag, dat het Liliane Fonds dankzij de Nationale Postcode Loterij heeft kunnen besteden aan de hulp aan kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden, inmiddels uit op 10,2 miljoen euro.
Ook in 2009 organiseert de Kiwanis Club Naarden het Goois Jazz Festival. Op 21 maart treden Roberta Gambarini, Boris, Sensuàl en Candy Dulfer op in Theater Spant! in
Bussum. De opbrengst van € 20.000 wordt verdubbeld door de Nationale Postcode Loterij, zodat het Liliane Fonds een
cheque van € 40.000 in ontvangst mag nemen.
Liliane Fondsambassadeur Minke Booij neemt in april deel aan een feestelijke fietstocht om de Nationale Postcode Loterij onder de aandacht van het publiek te brengen. Foto: Roy Busker
De Monique Velzeboer Foundation schenkt € 300.000 aan het Liliane Fonds. De bijdrage, inclusief verdubbeling door de Nationale Postcode Loterij, is het resultaat van de verkoop van werken van Monique Velzeboer op de Art & Antiques Fair, haar 'Goud in Ghana'-kalender en kaarten met foto’s van Ghanese kinderen die hulp krijgen van het Liliane Fonds.
Op 30 september haalt basisschool De Troubadour met een
groots opgezette sponsorloop € 7.500 op voor het Liliane Fonds.
De Nationale Postcode Loterij verdubbelt het bedrag. Met de
uiteindelijke bijdrage van € 15.000 helpen de 'troubadours' uit
Rosmalen meer dan honderd leeftijdgenoten bij hun revalidatie.
78
Financiering en draagvlak
Ouders zien hoe hun kinderen wonen en zich ontwikkelen.
Naar school met hulp van het Liliane Fonds.
Ouderdag
Oscar Romeroschool, Liberia
Een van de contactpersonen van het Liliane Fonds in Liberia is de Nederlandse Liesbeth Glas. Liesbeth, die van huis uit fysiotherapeute is, werkt al jarenlang in Afrika. Eerst een tijd in Ghana en daarna in Liberia. Daar zette ze samen met een team van Liberianen een schooltje voor dove kinderen op in een van de vluchtelingenkampen die waren ontstaan door de burgeroorlogen. Het provisorische schooltje is inmiddels uitgegroeid tot de Oscar Romeroschool, een professioneel, ruim opgezet instituut, waar de leerlingen ook intern kunnen verblijven. Een Schotse congregatie verstrekte de fondsen hiervoor. Het Liliane Fonds zorgt ervoor, dat kinderen met een auditieve handicap terechtkunnen op de Oscar Romeroschool door hun schoolkosten te betalen. Dit doet het
Liliane Fonds voor meer dan tachtig leerlingen. In september 2009 droeg het Liliane Fonds ook bij aan een capaciteitsversterkend project. De school organiseerde een 'Parents Day' om de ouders van de leerlingen te laten zien hoe hun kinderen wonen en hoe ze zich ontwikkelen. Omdat de meeste ouders ver weg wonen, zijn ze daartoe eigenlijk nooit in de gelegenheid. Het Liliane
Fonds ondersteunde het initiatief van harte, omdat het de betrokkenheid van ouders bij het revalidatieproces van hun kind buitengewoon belangrijk vindt. Voor de ontmoetingsdag betaalde het Liliane Fonds een bedrag van € 338.
Elie (l) met zijn moeder en zijn tweelingbroer.
Voetballen is geen probleem meer.
De behandeling die er toch kwam
Het leven lacht Elie weer toe.
Elie, Burkina Faso
De achtjarige Elie raakte als baby gehandicapt door een inenting die hij kreeg, toen hij een aanval van malaria had. Zijn linkervoet stond sindsdien in een spitsstand, waardoor hij niet goed kon lopen. In het gezin van Elie zijn de zorgen groot. Elie en zijn tweelingbroer zijn het zesde en zevende kind van hun moeder, die acht zonen kreeg. Vier van de jongens zijn overleden. Bovendien heeft het gezin halsoverkop moeten vluchten uit Ivoorkust, waar de vader als gastarbeider werkte. Toen enkele jaren geleden de politieke spanning in Ivoorkust opliep, waren Burkinabé niet meer welkom in het land. Er werd veel geweld gebruikt. Elie’s familie kon zich in veiligheid brengen,
maar kwam berooid terug in Burkina Faso. Het ‘land van de oprechte mensen’, en ook zowat het armste van heel Afrika. Geschrokken van de prijs Elie woont met zijn ouders en broers in een lemen huisje aan de rand van de stad Koudougou. Zijn vader werkt in de landbouw, zijn moeder als hulp in de huishouding en als pindapelster. Veel levert het niet op. Bovendien moet Elie’s vader nog een gezin onderhouden. Hij heeft een tweede
Liliane Fondsambassadeur Jaap Jongbloed en Elie.
vrouw met wie hij twee dochters heeft. En tot overmaat van ramp heeft hij psychische problemen. Het lijkt erop, dat hij manisch depressief is, een stoornis waarmee ze in Burkina Faso nog niet goed raad weten. Geen wonder, dat Elie’s ouders het geld niet hadden voor een behandeling van hun zoon. Ze waren met hem naar Ka-Ya-Laafi, het revalidatiecentrum van Koudougou gegaan. Daar werd hun verteld, dat Elie kon worden
geholpen, maar ze schrokken van de prijs. De directeur van het centrum, die ook contactpersoon is voor het Liliane Fonds, zorgde ervoor dat Elie toch werd geopereerd, en dat hij een beugel kreeg. Hij kan nu prima lopen. En hij hoopt, dat hij nu straks ook naar school kan gaan. Net als zijn tweelingbroer.
Nu hij is geopereerd en een beugel heeft, kan Elie prima lopen.
Financiële resultaten 2009
Balans per 31 december 2009 na resultaatbestemming (€) Activa materiële vaste activa bedrijfsmiddelen vorderingen effecten liquide middelen
31-12-2009
fondsen bestemmingsfondsen kortlopende schulden totaal passiva
81
1.246.334
1.232.816 5.001.378 683.878 2.187.603
4.922.008 383.051 2.881.874 7.872.859 9.105.675
totaal activa
Passiva reserves en fondsen reserves continuïteitsreserve bestemmingsreserve overige reserves
31-12-2008
5.443.421 390.000 508.792
8.186.933 9.433.267
4.581.261 559.201 1.443.889 6.342.213
6.584.351
1.012.824 7.355.037
1.647.211 8.231.562
1.750.638 9.105.675
1.201.705 9.433.267
Staat van baten en lasten over 2009 (€) Baten baten uit eigen fondsenwerving baten uit acties van derden subsidies van overheden baten uit beleggingen som der baten Lasten besteed aan doelstellingen directe kindhulp capaciteitsversterking voorlichting
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
14.593.284 1.000.000 2.224.364 344.008 18.161.656
13.480.623 1.075.000 2.105.911 80.000 16.741.534
14.725.226 1.158.059 1.722.447 130.910 17.736.642
11.641.248 4.227.226 671.587
11.725.128 4.402.873 594.045 16.722.046
werving baten kosten eigen fondsenwerving kosten acties derden kosten van beleggingen
1.748.206 22.051 30.724
beheer en administratie kosten beheer en administratie som der lasten resultaat Resultaatbestemming toevoeging /onttrekking aan: continuïteitsreserve bestemmingsreserve overige reserves bestemmingsfonds Provincie Noord-Brabant bestemmingsfonds Turing Foundation bestemmingsfonds Project Congo bestemmingsfonds AFAS bestemmingsfonds Gikondo bestemmingsfonds Sharing Success 2007 bestemmingsfonds Sharing Success 2008 bestemmingsfonds Sharing Success 2009 bestemmingsfonds Sligro
82
12.197.580 4.192.492 416.136 16.540.061
1.798.122 21.420 9.000
16.806.208 1.570.869 17.463 16.650
1.800.981
1.828.542
1.604.982
515.153 19.038.181 -876.525
502.456 18.871.059 -2.129.525
405.687 18.816.877 -1.080.235
862.160 -169.201 -935.097 0 0 0 0 -196.973 0 -632.988 195.574 0 -876.525
-740.162 -559.201 155.101 -52.500 0 0 0 -354.763 0 -778.000 200.000 0 -2.129.525
740.162 559.201 -1.442.860 -72.500 -150.000 -100.000 -100.000 -618.953 -576.193 632.988 0 47.920 -1.080.235
Financiële resultaten 2009
Kasstroomoverzicht (€)
2009
2008
-876.525
-1.080.235
40.504
41.205
a
-79.370 548.933 -300.827 -667.285
-644.010 -73.049 -6.901 -1.762.990
kasstroom uit investeringsactiviteiten investeringen in materiële vaste activa kasstroom uit investeringsactiviteiten
b
-26.986 -26.986
-21.394 -21.394
kasstroom uit financieringsactiviteiten
c
0
0
mutatie liquide middelen (a+b+c)
-694.271
-1.784.384
liquide middelen per 1 januari liquide middelen per 31 december mutatie liquide middelen
2.881.874 2.187.603 -694.271
4.666.258 2.881.874 -1.784.384
Kasstroom uit operationele activiteiten resultaat aanpassingen voor: afschrijvingen materiële vaste activa veranderingen in werkkapitaal: mutatie in vorderingen mutatie in kortlopende schulden mutatie in effecten kasstroom uit operationele activiteiten
Financieel resultaat 2009 figuur 30
Totaal baten (€)
Totaal baten baten uit eigen fondsenwerving baten uit acties van derden subsidies van overheden baten uit beleggingen som der baten De totale baten 2009 vielen met € 18.161.656 ruim 2% hoger uit dan in 2008. De begrote totale baten bedroegen € 16.741.534. De grootste stijger onder de baten was de subsidie van het
figuur 31
Baten uit eigen fondsenwerving (€)
Baten uit eigen fondsenwerving individuele donateurs partners nalatenschappen totaal baten uit eigen fondsenwerving
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
14.593.284 1.000.000 2.224.364 344.008 18.161.656
13.480.623 1.075.000 2.105.911 80.000 16.741.534
14.725.226 1.158.059 1.722.447 130.910 17.736.642
ministerie van Buitenlandse Zaken: die steeg van € 1.722.447 in 2008 naar € 2.224.364 in 2009 (+29%). De subsidie maakt inmiddels 12% uit van de totale baten van het Liliane Fonds.
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
6.199.801 5.073.706 3.319.777 14.593.284
6.530.623 3.950.000 3.000.000 13.480.623
5.869.450 5.022.992 3.832.784 14.725.226
De totale baten uit eigen fondsenwerving 2009 bleven met € 14.593.284 bijna gelijk aan voorgaand jaar (€ 14.725.226). De baten uit individuele donateurs stegen in 2009 met bijna 6% ten opzichte van 2008 naar € 6.199.801 (tegen € 6.530.623 begroot). Het aantal gevende donateurs steeg in 2009 met 5,1% naar 86.680. De gemiddelde gift daalde licht van € 71,27
naar € 70,51 (-1,1%). De baten uit sponsoring partners bleven met € 5.073.706 vrijwel gelijk aan vorig jaar (+1,0%). De opbrengsten ontvangen uit nalatenschappen, daalden van € 3.832.784 in 2008 naar € 3.319.777 in 2009. De portefeuille vorderingen uit nalatenschappen nam daarentegen toe met bijna € 700.000.
83
Financiële resultaten 2009
figuur 32
Baten uit acties van derden (€)
Baten uit acties van derden Nationale Postcode Loterij NCDO-verdubbelingsactie totaal baten uit acties van derden
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
1.000.000 0 1.000.000
1.000.000 75.000 1.075.000
1.034.702 123.357 1.158.059
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
15.921 313.496 11.514 150 3.318 -391 344.008
30.000 0 50.000 0 0 0 80.000
31.671 0 92.723 0 6.901 -385 130.910
De baten uit acties van derden zijn vrijwel conform de begroting.
figuur 33
Baten uit beleggingen (€)
Baten uit beleggingen dividend en rente fonds op naam herwaardering pand Vlijmen overige rente gerealiseerd koersresultaat fonds op naam ongerealiseerd koersresultaat fonds op naam kosten van beleggingen nettobeleggingsresultaat
De baten uit beleggingen vielen hoger uit door herwaardering van het woonhuis in Vlijmen (voormalig woonhuis oprichtster Liliane Fonds). De rente-inkomsten vielen lager uit dan begroot door lagere rentepercentages en gedaalde liquiditeitsposities.
figuur 34
Besteed aan doelstellingen (€)
Besteed aan doelstellingen directe kindhulp regio Afrika (42 landen) regio Azië (21 landen) regio Latijns-Amerika (17 landen) totaal uitbesteed werk toegerekende kosten eigen organisatie capaciteitsversterking regio Afrika (24 landen) regio Azië (10 landen) regio Latijns-Amerika (9 landen) totaal uitbesteed werk toegerekende kosten eigen organisatie voorlichting voorlichting tv ‘corporate’ voorlichting voorlichtingsmateriaal Nederland ‘free publicity’ kosten reizende tentoonstelling evenementen en manifestaties tentoonstellingsmateriaal doorberekende kosten werving totaal directe kosten voorlichting toegerekende kosten eigen organisatie
totaal uitbesteed werk toegerekende kosten eigen organisatie totaal bestedingen 84
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
5.557.462 3.229.162 2.270.387 11.057.011 668.117 11.725.128
5.582.000 3.183.911 2.243.290 11.009.201 632.047 11.641.248
5.814.577 3.398.068 2.449.764 11.662.409 535.171 12.197.580
2.541.971 800.157 646.517 3.988.645 414.228 4.402.873
2.264.763 901.100 661.400 3.827.263 399.963 4.227.226
2.356.598 842.345 666.104 3.865.047 327.445 4.192.492
128.395 103.473 8.351 1.679 1.368 12.470 0 107.842 363.578 230.467 594.045
170.000 107.000 12.200 5.000 2.000 62.700 0 89.100 448.000 223.587 671.587
94.371 0 31.330 4.491 2.120 10.366 3.246 89.323 235.247 180.889 416.136
15.409.234 1.312.812 16.722.046
15.284.464 1.255.597 16.540.061
15.762.703 1.043.505 16.806.208
Financiële resultaten 2009
Bestedingen De totale bestedingen aan de doelstelling(en) zijn in 2009 met € 16.722.046 vrijwel gelijk gebleven aan de bestedingen in 2008. De bestedingen aan directe kindhulp daalden licht van € 12.197.580 naar € 11.725.128 (-4%). Het aantal geholpen kinderen steeg wel (met 9%), van 81.107 in 2008 naar 88.731 in 2009. Dit is veroorzaakt, doordat in 2009 extra nadruk is gelegd op de afronding van verantwoordingen van (eerder) ontvangen bedragen. Het gemiddeld besteed bedrag per kind daalde in 2009 naar € 128,27 tegen € 130 in 2008. De bestedingen aan capaciteitsver-
figuur 35
sterking stegen ten opzichte van 2008 met 5% naar € 4.402.873. De bestedingen aan voorlichting stegen ten opzichte van 2008 met 70% naar € 594.045. Dit werd met name veroorzaakt door de keuze voor meer bestedingen aan ‘corporate’ voorlichting (algemene televisie- en radiospotjes, en printadvertenties). Het totaal uitbestede werk daalde ten opzichte van 2008 met 2,2% naar € 15.409.234. De toegerekende kosten van de eigen organisatie stegen met 25,8% van € 1.043.505 naar € 1.312.812 (zie ook Specificatie kosten eigen organisatie).
Bestedingspercentage
Bestedingspercentage totaal bestedingen totaal baten bestedingspercentage
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
16.722.046 18.161.656 92,1%
16.540.061 16.741.534 98,8%
16.806.208 17.736.642 94,8%
De bestedingsratio 2009 bedraagt 92% tegen 95% in 2008. De oorzaak van de gedaalde ratio zijn de licht teruggelopen bestedingen, de gestegen kosten van de niet-bestedingen (kosten eigen fondsenwerving en kosten eigen organisatie). Daarnaast vielen de baten hoger uit dan vorig jaar en dan
figuur 36
Werving baten (€)
Werving baten kosten eigen fondsenwerving werving televisie reportagereizen direct mail telemarketing door-to-doormarketing multimediale reclame advertenties nieuwsbrief regionale activiteiten ontwikkeling nieuwe initiatieven algemene kosten totaal directe kosten eigen fondsenwerving toegerekende kosten eigen organisatie
begroot, onder meer door de eenmalige overige baten uit de verkoop van de woning van wijlen de oprichtster van het Liliane Fonds.
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
134.237 15.782 51.549 1.465 455.893 0 175.993 128.310 504 56.697 64.101 1.084.531 663.675 1.748.206
162.000 15.000 33.000 5.000 560.000 0 185.000 105.000 500 45.000 45.343 1.155.843 642.279 1.798.122
118.021 20.320 106.476 24.979 358.619 121.960 130.769 97.891 457 17.136 54.269 1.050.897 519.972 1.570.869
14.593.284 1.748.206 12,0%
13.480.623 1.798.122 13,3%
14.725.226 1.570.869 10,7%
Kostenpercentage fondsenwerving baten eigen fondsenwerving kosten eigen fondsenwerving kostenpercentage fondsenwerving
85
Financiële resultaten 2009
figuur 37
Toelichting lastenverdeling Verdeling kosten eigen organisatie naar bestemming (%)
bestemming
doelstelling directe kindhulp capaciteitsversterking
lasten personeelskosten huisvestingskosten kantoor- en algemene kosten m.u.v. beheerkosten bank m.u.v. kosten ter plaatse afschrijving en rente gemiddelde
figuur 38
lasten uitbesteed werk publiciteit en communicatie personeelskosten huisvestingskosten kantoor- en algemene kosten afschrijving en rente totaal
huisvestingskosten energiekosten verzekeringen/belastingen overige huisvestingskosten kantoor- en algemene kosten kantoorkosten kosten Raad van Toezicht kosten ter plaatse overige algemene kosten afschrijving en rente afschrijving rente (verantwoord onder Effecten)
86
15,85 13,18 13,18
10,10 11,21 11,21
74,00 17,73 26,26
26,00 13,18 16,28
11,21 9,06
doelstelling directe kindhulp capaciteitsversterking
11.057.011
werving baten voorlichting eigen fondsenwerving
3.988.645 363.579
1.084.531
368.049 7.914 284.973
274.263 5.883 128.743
174.767 5.004 46.156
499.557 14.743 135.996
7.181 11.725.128
5.338 4.402.873
4.540 594.046
13.378 1.748.206
Specificatie kosten eigen organisatie (€)
Specificatie kosten eigen organisatie personeelskosten salariskosten sociale lasten pensioenlasten reis- en verblijfkosten overige personeelskosten
totaal
21,27 17,73 17,73
Toelichting lastenverdeling Verdeling kosten eigen organisatie naar bestemming (€)
bestemming
figuur 39
voorlichting
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
1.315.195 157.074 139.822 72.143 46.134 1.730.368
1.400.000 168.000 154.000 69.950 64.884 1.856.834
1.099.026 123.529 135.123 62.298 31.224 1.451.200
25.150 6.679 12.807 44.636
21.750 20.250 1.500 43.500
19.576 6.871 13.136 39.583
290.171 949 286.448 151.340 728.908
183.258 2.200 243.360 61.100 489.918
194.237 4.388 229.442 45.203 473.270
40.504 0 40.504 2.544.416
40.500 0 40.500 2.430.752
39.223 0 39.223 2.003.276
Financiële resultaten 2009
werving baten eigen fondsenwerving
acties derden
28,87 33,03 33,03
0,97 1,06 1,06
beheer en administratie beleggingen
totaal 2009
22,94 23,79 23,79
1,21
23,79 20,25
100 100 100 100 100 100 100
totaal 2009
begroot 2009
totaal 2008
15.045.656 1.448.110
14.836.464 1.603.843
15.527.456 1.286.144
100,00 33,03 26,08
acties derden
1,06 0,87
beheer en administratie beleggingen
16.785 473 4.364
0 0 30.724
396.946 10.619 97.952
1.730.368 44.636 728.908
1.856.834 43.500 489.918
1.451.200 39.583 473.270
429 22.051
0 30.724
9.636 515.153
40.504 19.038.182
40.500 18.871.059
39.223 18.816.876
Kosten eigen organisatie De kosten eigen organisatie zijn gestegen van € 2.003.276 in 2008 naar € 2.544.416 in 2009. Er zijn hogere kosten gemaakt op personeelsgebied en voor de aanschaf en inrichting van de nieuwe ERP-software. De afgelopen jaren
figuur 40
konden de ICT-kosten laag blijven door zelfbouw. Verder breidde de organisatie uit van 26 naar 30 fte’s gemiddeld. Daarnaast waren er extra kosten in verband met het jubileum en de voorbereiding voor de MFSII- subsidieronde 2011-2015.
Kostenpercentage beheer en administratie
Kostenpercentage beheer en administratie kosten beheer en administratie totale lasten kostenpercentage beheer en administratie
werkelijk 2009
begroot 2009
werkelijk 2008
515.153 19.038.181 2,7%
502.456 18.871.059 2,7%
405.687 18.816.877 2,2%
Kosten beheer en administratie De kosten beheer en administratie betreffen de kosten van de eigen organisatie die niet zijn toegerekend aan beste-
dingen aan de doelstelling of aan de werving van baten. Dit kostenpercentage is in 2009 2,7%.
87
Financiële resultaten 2009
Gekeerde kansen
Sumon, Bangladesh
De tienjarige Sumon Hossain woont in Nakol, een dorpje in Bangladesh. Hij is de oudste thuis. Er zijn nog twee jongere broers en een zusje. Sumons vader is dagloner. Zijn moeder doet het huishouden. Het gezin is arm en kan alleen met moeite de touwtjes aan elkaar knopen. Toen Sumon vijf jaar oud was, kreeg hij een ernstig ongeluk. Hij was alleen thuis met zijn neefje. Ze speelden, dat ze aan het werk waren, en Sumon kreeg een sikkel in zijn linkeroog. Hij werd meteen naar de dokter gebracht, maar ondanks de snelle behandeling wilde zijn oog niet genezen. Na een tijdje verloor hij zelfs het zicht in zijn gewonde oog. En tot overmaat van ramp ging ook zijn rechteroog achteruit. De prognose was slecht: op
figuur 41
Reserves (€)
een dag zou Sumon volledig blind worden. Op dat moment kwam er een contactpersoon van het Liliane Fonds in zijn leven, en Sumons kansen keerden. Hij hoeft niet meer bang te zijn, dat hij helemaal blind wordt. Hij krijgt de juiste medische zorg en wordt binnenkort ook aan zijn linkeroog geopereerd.
leert Sumon lezen. Het allerleukst vindt hij de lessen Bengaals. Later wil hij bankier worden.
Sumon gaat nu ook naar school. Hij zit in de tweede klas van de basisschool. Daar
31-12-2009
31-12-2008
Reserves stand begin boekjaar bestemming resultaat boekjaar stand einde boekjaar
6.584.351 -242.138 6.342.213
6.727.848 -143.497 6.584.351
reserves verdeeld naar: continuïteitsreserve saldo begin boekjaar bestemming resultaat boekjaar saldo einde boekjaar
4.581.261 862.160 5.443.421
3.841.099 740.162 4.581.261
bestemmingsreserve saldo begin boekjaar bestemming resultaat boekjaar saldo einde boekjaar
559.201 -169.201 390.000
0 559.201 559.201
overige reserves saldo begin boekjaar bestemming resultaat boekjaar saldo einde boekjaar totaal reserves
1.443.889 -935.097 508.792 6.342.213
2.886.749 -1.442.860 1.443.889 6.584.351
88
Financiële resultaten 2009
Liquide middelen De totale liquide middelen per einde boekjaar bedragen € 2.187.603. De liquide middelen zijn per eind 2009 ten opzichte van 2008 afgenomen met € 694.271, wat vooral veroorzaakt wordt door het gerealiseerde negatieve resultaat van - € 800.000 (begroot - € 2.129.525). De afbouw van liquide middelen is een effect van een eerder ingezet beleid tot afbouw van reserves in lijn met de VFI-normen. Dit vertaalde zich in hoger begrote uitgaven dan inkomsten. Voor 2010 en verder wordt ingezet op een stabilisatie van de liquiditeitspositie, gevolgd door een versterking ervan. Van de liquide middelen per eind 2009 is € 1.756.340 vrij beschikbaar (€ 2.187.603 minus € 431.255 in het Riet Verbraak Fonds23).
Fondsen en reserves Beleggingsbeleid Het vermogen van de Stichting Liliane Fonds bestaat onder meer uit reserves en fondsen die voor beleggingen in aanmerking komen. Deze reserves en fondsen dienen ter ondersteuning van de statutaire doelen van de Stichting. Bij de huidige omvang van de reserves en fondsen vormen deze voor de Stichting geen structurele zelfstandige inkomstenbronnen. Het vermogen van het Liliane Fonds dient de continuïteit van de voorziene werkzaamheden, passend binnen de doelstellingen van de Stichting, te waarborgen. Het belegde vermogen moet daarom op lange termijn in stand worden gehouden (met de mogelijkheid van waardegroei), met zo weinig mogelijk waardeschommelingen en een voorzienbare constante cashflow uit de beleggingen. Terwijl een marktconform (direct) rendement op de portefeuille gewenst is, staat het defensieve karakter van het beleggingsbeleid voorop. Gegeven de bovenstaande uitgangspunten en het relatief beperkte vermogen dat beschikbaar is om voor de lange termijn vast te zetten, heeft het bestuur van Stichting Liliane Fonds besloten, dat liquiditeiten de enige vorm is die past binnen het beleggingsbeleid van de Stichting. Om binnen het defensieve beleggingsbeleid toch een zo hoog mogelijk rendement te realiseren, is gekozen voor een actief beheer van de liquiditeiten. Dit wil zeggen, dat met een hoge frequentie (minimaal om de twee maanden) de financiële situatie wordt geëvalueerd en wordt bepaald hoe veel hoe lang en tegen welke rente wordt vastgezet. Daarnaast zullen de resultaten nauwlettend worden gevolgd. Hierbij geldt, dat de rentevergoeding in ieder geval marktconform dient te zijn en liquiditeiten uitsluitend bij financiële instellingen met een kredietwaardigheid van A1 of hoger dienen te worden uitgezet.
Het bestuur geeft uiting aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid door te kiezen voor een duurzame beleggingsaanpak in het beheer van het vermogen van de Stichting. Het bestuur is verantwoordelijk voor het gevoerde beleggingsbeleid en heeft het toezicht op de uitvoering van het beleid opgedragen aan de Raad van Toezicht. Reserves Het totaal van de reserves daalt licht van € 6.584.351 per einde 2008 naar € 6.342.213 eind 2009. Het reservebeleid is door het bestuur van de Stichting Liliane Fonds vastgesteld. De reserves worden onderverdeeld in: Continuïteitsreserve De continuïteitsreserve is opgenomen voor de dekking van risico’s op korte termijn en om zeker te stellen, dat de Stichting Liliane Fonds ook in de toekomst aan haar verplichtingen kan voldoen. Voor de hoogte ervan hanteert het Liliane Fonds de norm, dat de reserve minimaal 1 en maximaal 1,5 keer de kosten van de werkorganisatie bedraagt. Deze norm is gebaseerd op de veronderstelling, dat de reserve hiermee toereikend is om, onder meer bij tegenvallende opbrengsten, indien nodig een doorstart te kunnen maken en tevens de hulp die al in gang is gezet, voort te zetten en af te ronden. Dit beleid is in overeenstemming met de richtlijn van de Vereniging voor Fondsenwervende Instellingen (VFI). In 2009 bedroegen de kosten van de eigen werkorganisatie € 3.628.947 (de kosten van de eigen organisatie ad € 2.544.416 + de directe kosten van de fondsenwerving ad € 1.084.531). De continuïteitsreserve per eind 2009 is daarmee vastgesteld op 1,5 x € 3.628.947 = € 5.443.421. Bestemmingsreserve De begroting 2009 voor directe kindhulp bedroeg € 11.009.201. Hierin is een bedrag van € 559.201 meebegroot ten laste van de bestemmingsreserve. Doel hiervan was om de bestedingen aan directe kindhulp in 2009 zo dicht mogelijk bij het niveau 2008 te houden. In de resultaatbestemming 2009 is een bedrag van € 390.000 voorzien als bestemmingsreserve voor de renovatie van het kantoorpand aan de Havensingel uit de opbrengst van de verkoop van het voormalige woonhuis van de oprichtster in Vlijmen. De mutatie van de bestemmingsreserve wordt bepaald door deze twee posten en bedraagt daarmee € 169.201.
23 Fonds op naam.
89
Financiële resultaten 2009
Onder de hoede van opa en oma
Javier, Bolivia
Javier Pinto, acht jaar oud, heeft een aangeboren hersenbeschadiging. Toen duidelijk werd, dat Javier een handicap had, liet zijn vader hem, zijn moeder en zijn oudere broertje Pablo in de steek.
Omdat Javiers moeder in Bolivia geen droog brood kon verdienen, vertrok ze naar Argentinië om daar werk te zoeken. Javier en Pablo wonen sindsdien bij hun opa en oma, Vicente en Juliana. Vicente en Juliana zijn in de
figuur 42
zeventig en hebben hun leven lang geploeterd. Toch hebben ze de zorg voor hun twee kleinzonen liefdevol op zich genomen. De jongens eten op tijd, zien er netjes uit en gaan naar school. Wat helpt is, dat de moeder van Javier en
Pablo af en toe geld overmaakt én dat het Liliane Fonds opa en oma steunt in de zorg voor Javier. Er is een behandelplan voor hem gemaakt. Vicente en Juliana helpen Javier bij zijn revalidatie. Opa helpt hem om zijn motoriek te verbeteren door met hem te kleien. Samen met oma 'leest' Javier de plaatjesboeken die de contactpersoon van het Liliane Fonds speciaal voor hem heeft gemaakt.
Ondanks de aandacht en zorg die Javier van zijn grootouders krijgt, is de situatie niet ideaal. Waar moet Javier naar toe, als zijn opa en oma er straks niet meer zijn? Kan zijn moeder nog wel terugkeren naar Bolivia? Haar verblijf in Argentinië is waarschijnlijk illegaal. En de kans dat Javier nog ooit iets van zijn vader hoort, is praktisch nihil. Het Liliane Fonds heeft alle reden om Javier voorlopig niet uit het oog te verliezen.
Overzicht reserves en fondsen 2005-2009 (€) 2005
2006
2007
2008
2009
Reserves en fondsen reserves continuïteitsreserve bestemmingsreserve overige reserves
7.887.174 2.302.542 3.778.713 1.805.919
7.310.717 3.904.601 0 3.406.116
6.727.848 3.841.099 0 2.886.749
6.584.351 4.581.261 559.201 1.443.889
6.342.213 5.443.421 390.000 508.792
fondsen bestemmingsfondsen
907.633 907.633
1.973.057 1.973.057
2.583.949 2.583.949
1.647.211 1.647.211
1.012.824 1.012.824
8.794.807
9.283.774
9.311.797
8.231.562
7.355.037
totaal reserves en fondsen ultimo
bestedingen op de inkomsten erg lastig. Daarom heeft het Liliane Fonds ervoor gekozen het mogelijke surplus via de overige reserve te laten lopen en deze in maximaal twee jaar te besteden.
Overige reserve Na mutatie van de bestemmingsfondsen en de bestemmingsreserve en het ophogen van de continuïteitsreserve resulteert een daling van - € 935.097 op de overige reserve. De overige reserve bedraagt per einde boekjaar € 508.792. In overeenstemming met het reservebeleid streeft het Liliane Fonds ernaar om de overige reserve die in een bepaald boekjaar is ontstaan, binnen twee jaar te hebben besteed. Het Liliane Fonds heeft (in tegenstelling tot veel andere ontwikkelingsorganisaties) geen verplichtingen met betrekking tot zijn kernactiviteiten (directe kindhulp). Daarnaast concentreren de inkomsten zich met name in de laatste maanden. Dit maakt afstemming van de
Voor een overzicht van de reserves, zie figuur 41 (p. 88). Figuur 42 geeft de ontwikkeling van de reserves en fondsen weer van 2005 tot heden.
90
Financiële resultaten 2009
De hoogte van het eigen vermogen voldoet tevens aan de uitgangspunten ‘reserves en beleggingsbeleid’, zoals geformuleerd in Bijlage 13 van het Reglement CBF-Keur van april 2009.
Overige gegevens Werknemers en beloningen Werknemers Het gemiddeld aantal fte’s bedraagt 30 over 2009. In 2008 was dit 26 fte’s. Daarnaast waren er in 2009 148 vrijwilligers betrokken bij de Stichting Liliane Fonds. Bezoldiging toezichthouders Er heeft in 2009 geen bezoldiging plaatsgevonden van de leden van de Raad van Toezicht. Bezoldiging directie Het salaris van de directeurbestuurder wordt bepaald door de Raad van Toezicht. Als grondslag hanteert de Raad hierbij de ‘Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen’, die de VFI (Vereniging Fondsenwervende Instellingen) in 2005 heeft vastgesteld op basis van het advies van de Commissie Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (de commissie Wijffels). Deze adviesregeling geeft objectieve criteria om de beloning vast te stellen, gerelateerd aan omvang, complexiteit, organisatorische context en directiemodel van de organisatie. Op basis hiervan heeft de Raad de beloning bepaald op 90% van het gemiddelde van het geadviseerde bedrag en de voorafgaande schaal. Het bruto jaarsalaris 2009 (inclusief vakantietoeslag) van de directeurbestuurder bedroeg € 98.333 voor een fulltime aanstelling (86% van het bovenstaande gemiddelde). Het reguliere aandeel werkgeverslasten bedroeg € 12.089 voor pensioenlasten en € 4.221 voor sociale lasten.
figuur 43
Stichting Rena In 2009 zijn alle activiteiten van Stichting Rena overgeheveld naar het Liliane Fonds. Op 31 december 2009 is het Liliane Fonds formeel bestuurder geworden van Stichting Rena. De kinderen die al door Stichting Rena geholpen werden, zagen hun behandeling voortgezet binnen het reguliere Liliane Fondsprogramma. De revalidatie van nieuwe kinderen met schisis in Indonesië wordt gefinancierd uit de middelen van het Liliane Fonds, die mede afkomstig zijn uit de liquide middelen, die zijn ontvangen van Stichting Rena. Voorstel resultaatbestemming Voorgesteld wordt het exploitatieresultaat 2009 te bestemmen, zoals weergegeven in figuur 43.
Resultaatbestemming (€)
Resultaatbestemming toevoeging/onttrekking aan: continuïteitsreserve bestemmingsreserve, onttrekking bestemmingsreserve, dotatie overige reserves bestemmingsfonds Gikondo bestemmingsfonds Sharing Success 2008 bestemmingsfonds Sharing Success 2009
862.160 -559.201 390.000 -935.097 -196.973 -632.988 195.574 -876.525
Het voorstel resultaatbestemming is verwerkt in de eindbalans 2009.
91
Financiële resultaten 2009
Vooruitblik op de toekomst
Werken aan de toekomst Het jaar 2010 is in twee opzichten een bijzonder jaar: het is een jubileumjaar en het is het jaar, waarin het Liliane Fonds zijn nieuwe meerjarenplan (2011-2015) maakt. Het 30-jarig bestaan is aanleiding voor een aantal speciale evenementen en acties, die ten doel hebben extra aandacht te vestigen op het werk van het Liliane Fonds en mensen te bewegen dit te gaan ondersteunen. Voor het nieuwe meerjarenplan moeten beslissingen worden genomen over de koers, de strategie en het beleid voor de komende jaren. Moeilijke keuzes zijn hierbij onvermijdelijk. Bijvoorbeeld als het gaat om de selectie van landen waar het Liliane Fonds werkt, om wat wel of niet tot directe kindhulp wordt gerekend, of om het tempo van kwaliteitsverbetering. Scherpe en zorgvuldige keuzes zijn belangrijker dan ooit. De groei van de inkomsten uit eigen fondsenwerving vlakt naar verwachting af, onder meer door de toenemende concurrentie en (de naweeën van) de financiële crisis. De voortzetting en omvang van overheidssubsidie zijn niet gegarandeerd. De financiële reserve, die in het verleden werd aangewend om het hulpverleningsbudget aan te vullen, zodat meer kinderen hulp konden krijgen, is hierdoor zo geslonken, dat ze maar net groot genoeg is om de uitvoering en de continuïteit van de hulp te garanderen. Intussen groeit de vraag en heeft ook het netwerk aan lokale partners de capaciteit om meer hulp te verlenen. De structuur van het meerjarenplan is geënt op het INKmanagementmodel. In het plan worden beleidsdoelstellingen, succesbepalende factoren, prestatie-indicatoren en concrete streefwaarden benoemd. Een eerste versie van het plan is in juni 2010 gereed, het definitieve plan is in het najaar klaar. Bij de opstelling van het plan wordt input van alle relevante belanghebbenden meegenomen. Overgang Door de uitvoering van het organisatiebrede kwaliteitsprogramma zijn tijdelijk minder gegevens beschikbaar over het resultaat van de kwalitatieve doelstellingen voor de hulpverlening. Een aantal oude, niet meer toereikende monitoring- en evaluatie-instrumenten zijn in 2009 niet meer gebruikt. Nieuwe instrumenten werden ontwikkeld en uitgetest, maar waren nog niet operationeel. En pas na de inrichting van het (nieuwe) ICT-systeem in 2010 kunnen alle gewenste gegevens worden vastgelegd en zijn valide rapportages mogelijk. De jaren 2009 en 2010 zijn hierdoor overgangsjaren, waarin improvisatie nodig is om toch een uitspraak te kunnen doen over de mate waarin de kwalitatieve doelstellingen zijn gehaald. Voor 2009 is hiervoor gebruik gemaakt van de gegevens uit de ‘pilot’, waarin de aangepaste processen inclusief meetinstrumenten zijn uitgetest in de helft van de nct-landen. Omdat deze gegevens
beperkt zijn, zijn voor 2010 vooralsnog zowel de indicatoren als de streefwaarden gehandhaafd. Er is nog geen definitief besluit genomen over de wijze waarop het resultaat over 2010 wordt gemeten. Prioriteiten Alle onderdelen van de organisatie, inclusief de nationale coördinatieteams, hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het jaarplan voor 2010. Binnen het plan zijn een aantal prioriteiten bepaald: • Medewerkers in Nederland, en de nationale coördinatieteams, de partnerorganisaties en de mediators in het Zuiden leren goed omgaan met de vernieuwde processen en het nieuwe ICT-systeem. • Om de resultaten van de hulpverlening te volgen wordt een Monitoring & Evaluation (M&E)-systeem opgezet, voor alle andere activiteiten een Managementinformatiesysteem (MIS). Beide worden geïntegreerd in het nieuwe ICT-systeem, dat in 2010 wordt ingevoerd. • Er wordt een plan gemaakt om samen met een aantal Nederlandse revalidatiecentra de unieke expertise op ‘grassroot level’ die het Liliane Fonds in de loop der tijd heeft opgebouwd, vast te leggen en te ontwikkelen, zodat deze kennis kan worden gebruikt bij beleidsvorming en belangenbehartiging. De aanstelling van een medewerker Strategie, Beleid en Innovatie die zich voor de helft van de tijd gaat inzetten voor dit project, is alleen een optie als de revalidatiecentra dit deel ook financieren. • Het Liliane Fonds dient samen met (penvoerder) Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland een solide aanvraag in voor een bijdrage in het kader van MFSII24. Vooruitlopend op de toekenning van de subsidie brengen de drie organisaties hun samenwerking al in praktijk in het veld. Deze samenwerking zal hoe dan ook worden voortgezet. Daarnaast wordt verkend hoe ook op andere gebieden kan worden samengewerkt. Ambitie 2010 Figuur 44 geeft een overzicht van de belangrijkste kwantitatieve doelstellingen voor 2010. Figuur 45 (p. 94) laat de ambitie zien voor de kwalitatieve doelstellingen. Deze doelstellingen zijn afgeleid van het logisch kader (zie p. 5). Waar mogelijk is de ambitie uitgedrukt in streefwaarden. Als er (nog) geen streefwaarden zijn bepaald, wordt vermeld welke acties worden ondernomen om de doelstelling waar te maken en welk resultaat ervan wordt verwacht.
24 Het Medefinancieringsstelsel van het ministerie van Buitenlandse Zaken
voor de periode 2011-2015. 92
Vooruitblik op de toekomst
figuur 44
Kwantitatieve doelstellingen
hulpverlening aantal geholpen kinderen aantal partnerorganisaties aantal actieve contactpersonen (mediators) nettobestedingen directe kindhulp (€) nettobestedingen aan capaciteitsversterking, incl. bijzondere projecten (€) verantwoord aan directe kindhulp (€) gemiddelde bijdrage per kind (€) gemiddeld aantal kinderen per contactpersoon (mediator) uitstaande saldi na 1 jaar (% van totaal uitstaande saldi) uitstaande saldi na 2 jaar (% van totaal uitstaande saldi)
planning/begroot 2010
werkelijk 2009
82.000 1.700 2.450 10.210.000 3.385.000 10.634.000 130 34 – –
88.731 (bijna) 1.700 2.362 11.057.011 3.988.645 11.381.200 128 38 8,3 3,3
465.000
363.578
109.540 20.000 6.570 56 45.355 41 3.037.428 1.250 690.000 13,2 14.325.000 3.840.000 18.165.000
86.680 17.567 5.169 70,51 42.475 49 2.908.090 1.061 603.818 12 14.593.284 3.568.372 18.161.656
86 3,9
92 2,7
voorlichting nettobestedingen voorlichting (€) fondsenwerving aantal (particuliere) donateurs dat daadwerkelijk bijdraagt aantal nieuwe donateurs aantal opzeggers hoogte gemiddelde gift (€) aantal machtigers % machtigingen totaalbedrag machtigingen (€) aantal notariële akten totaalbedrag notariële akten (€) kostenpercentage eigen fondsenwerving (volgens nieuwe richtlijn) baten eigen fondsenwerving (€) overige inkomsten (€) totaal inkomsten (€) algemeen bestedingsratio (totaal besteed aan doelstelling/ totale baten) kostenpercentage beheer en administratie (% van totale lasten)
Toelichting • Om de wereld te openen voor steeds meer kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden, benut het Liliane Fonds het jubileumjaar 2010 om zijn werk nog eens extra onder de aandacht te brengen. Hiermee wil het Liliane Fonds zijn draagvlak versterken en mensen overtuigen van de noodzaak en het resultaat van zijn directe, kleinschalige hulp op maat. Voor 2010 is daarom een aanzienlijke groei van het aantal donateurs begroot. • Tegelijkertijd zijn de baten uit eigen fondsenwerving voor 2010 op basis van de ontwikkeling in 2009, de toenemende concurrentie en de verwachte naweeën van de financiële crisis iets lager begroot dan het resultaat in 2009. • De begrote groei met 26% van het aantal donateurs dat bijdraagt, in combinatie met lager begrote baten uit eigen fondsenwerving betekent, dat de gemiddelde gift zal dalen naar € 56. Door de groei van het aantal donateurs zal ook het percentage machtigers dalen.
93
• De nettobestedingen aan directe kindhulp dalen met ruim € 847.000 ofwel bijna 8% ten opzichte van de bestedingen in 2009. Dit heeft te maken met de noodzaak de financiële reserves te handhaven op het huidige niveau om de uitvoering en continuïteit van de hulpverlening te garanderen. • Door de verlaging van het budget voor directe kindhulp in 2010 en doordat ook in 2009 het budget al kleiner was dan in 2008, zal het aantal geholpen kinderen in 2010 naar verwachting teruglopen en uitkomen op 82.000. Tegelijkertijd zal het Liliane Fonds er in zijn jubileumjaar alles aan doen om de middelen te verwerven die nodig zijn om zo snel mogelijk hulp te kunnen geven aan 100.000 kinderen. • De nettobestedingen aan capaciteitsversterking dalen met € 603.645 ofwel met ruim 15% ten opzichte van de bestedingen in 2009. • De toename van de bestedingen aan voorlichting heeft te maken met extra activiteiten in het jubileumjaar.
Vooruitblik op de toekomst
figuur 45
Kwalitatieve doelstellingen 2010
doelstelling Hulpverlening De samenleving staat open voor mensen met een handicap.
Kinderen en volwassenen met een handicap hebben een positief zelfbeeld. Kinderen met een handicap doen (meer) mee en tellen (meer) mee in de samenleving.
Kinderen krijgen zo goed mogelijke hulp.
ambitie 2010 • Het Liliane Fonds gaat vanuit de praktijk een grotere bijdrage leveren aan de ontsluiting van de samenleving voor mensen met een handicap. Nadat de behoeften van de nationale coördinatieteams (nct’s) en de strategische partnerorganisaties zijn gepeild, wordt een plan gemaakt voor uitbreiding en verbetering van de voorlichting in het Zuiden. In elke regio wordt ten minste één (grote) voorlichtingscampagne gehouden. • Het Liliane Fonds is actief binnen IDDC25. • In (rechtstreekse) contacten met politici en andere beleidsmakers/-beïnvloeders bepleit het Liliane Fonds specifieke aandacht voor mensen met een handicap in ontwikkelingslanden en inclusief beleid. • Nct’s en/of bezoekers vanuit het hoofdkantoor bespreken met de Nederlandse ambassade hoe het in een land staat met de uitoefening van rechten door mensen met een handicap (ten minste eenmaal per jaar). • Er komt een training rechtenbenadering voor nct’s en strategische partnerorganisaties. • Partnerorganisaties en contactpersonen stimuleren de totstandkoming van ‘disabled peoples organizations’ (dpo’s) en zelfhulpgroepen (in ten minste één land per regio). • In elke regio zijn 3-5 nieuwe partnerorganisaties een dpo. • 60% van de kinderen/ jongeren > 5 jaar gaat naar school, heeft werk of heeft een andere dagbesteding. • Percentages geholpen jongens/geholpen meisjes: 54/46 (2009: 55/45). • 75% van de kinderen wordt betrokken bij/neemt deel aan sociale activiteiten binnen het gezin. • 60% van de kinderen neemt deel aan sociale activiteiten buiten het gezin. • Voor de holistische (allesomvattende, op het hele kind gerichte) benadering van het Liliane Fonds is het van belang, dat kinderen met een handicap toegang hebben tot alle functionele voorzieningen, met name op het gebied van gezondheid, onderwijs, en werk en inkomen. In 2010 wordt de stand van zaken in de verschillende regio’s en landen in kaart gebracht. • Ten minste 82.000 kinderen krijgen via het Liliane Fonds de benodigde hulp (2009: 88.731). • 65% van de kinderen/jongeren krijgt passend onderwijs/een passende training (formeel of informeel). • In ontwikkelingslanden is de werkeloosheid onder de hele beroepsbevolking hoog. Zelfs als jongeren met een handicap een diploma op zak hebben, komen ze nauwelijks aan bod op de arbeidsmarkt. Daarom is hiervoor nog geen streefwaarde benoemd. Eerst worden de in 2009 toegekende inkomstengenererende projecten (igp’s) kritisch doorgelicht. Daarnaast worden de resultaten geëvalueerd van de in samenwerking met de Rabobank Foundation uitgevoerde proefprojecten in de Filippijnen en Kenia. Vervolgens wordt een verbeterde aanpak bepaald voor ondersteuning bij de verwerving van werk en inkomen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van ‘best practices’ en de deskundigheid van een aantal nct’s. • Het Liliane Fonds gaat meer aandacht besteden aan onderzoek en innovatie. Op het hoofdkantoor komt hiervoor een nieuwe functie. Er is een samenwerkingovereenkomst met een aantal Nederlandse revalidatiecentra. • Uitwerking MFSII-programma met alliantiepartners Terre des Hommes en Kinderpostzegels Nederland.
25 International Disability and Development Consortium.
94
Vooruitblik op de toekomst
Kind en familie kunnen omgaan met de handicap.
• 60% van de ouders en voor zover mogelijk de kinderen/jongeren zelf is zich bewust van de mogelijkheden en beperkingen van het kind/de jongere en van de risico’s die de handicap met zich meebrengt. • 60% van de ouders en voor zover mogelijk de kinderen/jongeren zelf is actief betrokken bij de opstelling en uitvoering van het revalidatieplan. • 75% van de ouders levert in geld of in natura een bijdrage naar draagkracht aan de revalidatie van het kind.
Competente en goed toegeruste nationale coördinatieteams.
• 80% van de nct’s voldoet aan de voor nct’s vastgelegde criteria. Er is een nieuwe methodiek voor de evaluatie van het functioneren van de teams. Op basis van de bevindingen wordt voor elk team een verbeterplan gemaakt. • De nct’s krijgen de ondersteuning en capaciteitsversterking die ze nodig hebben, waaronder de financiering van de nationale coördinatie; aantal projecten binnen de onderscheiden categorieën (w.o. ook trainingen en evaluatie/onderzoek) nog niet bepaald. • De belangrijkste resultaten van het kwaliteitsonderzoek dat in 2009 is uitgevoerd in Oeganda, worden gedeeld met alle nct’s. • Een aantal nct’s vormt een adviescommissie voor het hoofdkantoor.
Betrouwbare, competente en goed toegeruste partnerorganisaties.
• 70% van de partnerorganisaties voldoet aan de in het Partnerbeleid vastgelegde criteria. Ook voor de beoordeling van partnerorganisaties is een nieuwe methodiek ontwikkeld. • Partnerorganisaties krijgen de ondersteuning en capaciteitsversterking die ze nodig hebben; aantal projecten binnen de onderscheiden categorieën (w.o. revalidatie- en onderwijsvoorzieningen) nog niet bepaald. • Er worden plannen uitgewerkt om de uitwisseling van kennis tussen het Noorden en het Zuiden te verbeteren.
Competente en goed toegeruste contactpersonen (mediators).
• 70% van de contactpersonen voldoet aan de voor hun functioneren bepaalde criteria. Ook de contactpersonen worden beoordeeld volgens een nieuwe methodiek. • Mediators krijgen de ondersteuning en capaciteitsversterking die ze nodig hebben; aantal projecten binnen de onderscheiden categorieën (w.o. trainingen voor mediators en voor ouders/kinderen) nog niet bepaald. • Er wordt een nieuwe training voor contactpersonen en co-workers ontwikkeld, gericht op een holistische aanpak van de hulp aan kinderen. De nieuwe opzet wordt uitgetest (één land per regio). Na afronding van de training ontvangen de deelnemers een certificaat.
Organisatie Doelstellingen worden efficiënt en effectief gerealiseerd.
Het Liliane Fonds is een lerende organisatie, die denkt in termen van kwaliteit en processen.
Medewerkers De bezetting is kwantitatief en kwalitatief op orde.
95
• Er wordt een meerjarenbeleidsplan gemaakt voor de jaren 2011-2015. Bij de opstelling wordt de input meegenomen van alle belanghebbenden. • Het nieuwe kwaliteitshandboek (Nederland) en het ‘operating manual’ (Zuiden) zijn klaar. • Het nieuwe ICT-systeem is geïmplementeerd. • Alle betrokkenen in Nederland en het Zuiden kunnen werken met de verbeterde processen en het nieuwe ICT-systeem. • Het Monitoring & Evaluatiesysteem (hulpverlening) en het Managementinformatiesysteem (overige activiteiten) zijn ingericht en gebruiksklaar. • Er is een plan gemaakt om bestaande en nieuwe kennis beter te delen en vast te leggen. 50% van de medewerkers geeft aan gemakkelijker toegang te hebben tot kennis en nieuwe, relevante kennis te hebben opgedaan. • Medewerkers op het hoofdkantoor krijgen in een training uitleg over de meest voorkomende handicaps en de grondbeginselen van revalidatie.
• 100% van de vacatures voor betaalde functies wordt binnen 3 maanden ingevuld. Voor vrijwilligersvacatures is dit 80%. • Maximaal 10% van de medewerkers ervaart een te hoge werkdruk. • Minimaal 80% van de betaalde medewerkers levert prestaties die beantwoorden aan de verwachtingen. Voor de vrijwilligers is dit 60%.
Vooruitblik op de toekomst
Zelf te voet naar school
Aminata, Burkina Faso
Aminata Ouédraogo, nu vijf jaar oud, is geboren met een scheefgegroeid beentje. Hierdoor kan ze niet lopen. Met haar ouders, drie broers en een zusje woont Aminata in Gourcy, een kleine stad in het noorden van Burkina Faso. Net als haar vaders broers hebben ze een huisje op het erf van haar opa. Aminata’s vader Lassani werkt op het land. De groenten die hij verbouwt, zijn vooral voor eigen gebruik. Zijn vrouw Asmos doet het huishouden en zorgt voor de kinderen. In het regenseizoen helpt ze haar man op het land. Asmos en Lassani willen hun kinderen een goede toekomst geven. Daarom maakten ze zich zorgen om Aminata. Hoe
moest ze straks naar school, als ze niet kon lopen? Omdat ze zelf geen geld hadden voor een behandeling, gingen ze op zoek naar hulp. Ze kwamen terecht bij een contactpersoon van het Liliane Fonds. Kortgeleden is Aminata in Ka-Ya-Laafi, een revalidatiecentrum in Koudougou, aan haar been geopereerd. Ze moest een tijdje blijven, maar ze was niet alleen. Haar moeder logeerde ook in
Ka-Ya-Laafi. Inmiddels zit Aminata’s been niet meer in het gips. Ze leert nu lopen. Na haar revalidatie zal Aminata nauwelijks nog beperkingen
ondervinden. Ze kan dan ook te voet naar school.
Medewerkers zijn betrokken, • Er wordt een medewerkerstevredenheidsonderzoek uitgevoerd, waaraan ook de nct’s deelnemen. Medewerkers blijken minimaal even tevreden te zijn als ten tijde van het vorige gemotiveerd en tevreden. onderzoek. • Het rechtspositiereglement voor medewerkers in loondienst wordt vervangen. Bij de opstelling van het nieuwe reglement wordt een externe deskundige betrokken. De Medewerkersvertegenwoordiging wordt om advies gevraagd. • Het nettoziekteverzuimpercentage is ≤ 2,5% (2009: 2,9%). Financiering Voldoende inkomsten om de doelstellingen voor de hulpverlening te realiseren.
Draagvlak Het Liliane Fonds bereikt veel mensen en heeft een breed draagvlak onder de bevolking.
96
• Toekenning aanvraag MFSII (2011-2015): 3,1 miljoen euro per jaar. • De resultaten van de jubileumactiviteiten beantwoorden aan de verwachtingen. • Uitval aan vaste donateurs is ≤ 6% (2009: 2,9%). • Meningen en wensen van donateurs worden onder meer verzameld via 2-3 digitale panels.
• In de Chari-barometer stijgt de naamsbekendheid van het Liliane Fonds van 65 naar 70. • Minimaal een derde van de bezetting in fte’s (fulltime equivalenten) bestaat uit bureauvrijwilligers. • Het totale aantal vrijwilligers is ≥ 150.
Vooruitblik op de toekomst
Begroting 2010
Baten baten uit eigen fondsenwerving baten uit acties van derden subsidies van overheden baten uit beleggingen Som der baten Lasten besteed aan doelstellingen directe kindhulp capaciteitsversterking voorlichting Werving baten kosten eigen fondsenwerving kosten acties derden kosten verkrijging subsidies overheden kosten van beleggingen Beheer en administratie kosten beheer en administratie Som der lasten
werkelijk 2009
werkelijk 2008
14.325.603 950.000 2.855.000 35.000 18.165.603
14.593.284 1.000.000 2.224.364 344.008 18.161.656
14.725.226 1.158.059 1.722.447 130.910 17.736.642
10.973.454 3.921.797 732.434 15.627.686
11.725.128 4.402.873 594.045 16.722.046
12.197.580 4.192.492 416.136 16.806.208
1.766.039 24.570 31.214 9.000 1.830.824
1.748.206 22.051 0 30.724 1.800.981
1.570.869 17.463 0 16.650 1.604.982
707.094 18.165.603
515.153 19.038.181
405.687 18.816.877
0 0 -362.830 362.830 0
862.160 -169.201 -935.097 -634.387 -876.525
740.162 559.201 -1.442.860 -936.738 -1.080.235
0
Resultaat Resultaatbestemming Toevoeging/onttrekking aan: continuïteitsreserve bestemmingsreserve overige reserves bestemmingsfondsen
97
begroot 2010
Begroting 2010
-876.525
-1.080.235
98
99
Accountantsverklaring
Stichting Liliane Fonds Havensingel 26 5211 TX ’s-Hertogenbosch telefoon (073) 518 94 20 fax (073) 518 94 21 e-mail
[email protected] websites: www.lilianefonds.nl www.geefomditkind.nl www.lilianekids.nl www.meedoen.nl
foto rechts Thema jubileumjaar 2010: MEEDOEN.
Colofon redactie Liliane Fonds (Bernadette van Heel) fotografie Liliane Fonds Gideon van Aartsen Maaike van den Bemt Roy Beusker Henk Braam Dennis Brussaard Doormijnlens kinderfotografie Jadwiga Figula Hans Maesen Benno Neeleman Johannes Odé ontwerp, lithografie en opmaak Comma-S ontwerpers, ’s-Hertogenbosch druk drukkerij DeltaHage, Den Haag
opmaak omslag 2009
25-05-2010
17:15
Pagina 2
Het Liliane Fonds doet het merendeel van zijn werk (> 90%) in 31 landen: 25 landen met een nationaal coördinatieteam en zes hiermee geclusterde landen. In een aantal andere landen is het Liliane Fonds op kleine schaal actief. Latijns-Amerika Argentinië Bolivia Brazilië Colombia Nicaragua Peru
Afrika Benin Burkina Faso/Mali/Niger Congo Ethiopië Ghana Ivoorkust Kameroen Kenia
Nigeria Oeganda Rwanda Sierra Leone Togo Zambia Zimbabwe
Azië Bangladesh/Pakistan India/Nepal/Sri Lanka de Filippijnen/Vietnam Indonesië
landen waar het Liliane Fonds actief is landen met een nationaal coördinatieteam/geclusterde landen
Zyola uit Zambia. Een moment van aandacht (zie ook p.46).