Structuurvisie
Amstelveen 2025+
september 2011
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Voorwoord
1. Visie Kaart 1. ‘Ligging Amstelveen in de regio’
p.
1
2. Landschap Kaart 2. ‘Landschap’ Kaart 3. ‘Water’
p.
9
3. Bereikbaarheid Kaart 4. ‘Openbaar vervoer’ Kaart 5. ‘Verkeer’
p. 15
4. Woonmilieus Kaart 6. ‘Wonen’
p. 21
5. Werkmilieus Kaart 7. ‘Werken’
p. 29
6. Voorzieningenniveau Kaart 8. ‘Voorzieningen’
p. 35
7. Duurzame ruimte Kaart 9. ‘Energie’
p. 41
‘Structuurvisie Amstelveen 2025+’ (kaart 10)
p. 48
Appendix: uitvoeringsparagraaf
p. 49
Bijlage 1
Kernwaarden
p. 51
Bijlage 2
Vooroverleg en participatie
p. 53
Bijlage 3
MER-verantwoording
p. 55
Voorwoord Amstelveen kenmerkt zich door een uitstekend woonklimaat, een ondernemend werkklimaat en een meer dan gemiddelde bereikbaarheid. Kijk naar Amstelveen en beleef de stad: dat zijn haar drie kernkwaliteiten. Het zal grote inspanningen vergen om deze op hoog niveau te houden.
Binnen de metropoolregio Amsterdam (MRA) draagt Amstelveen door haar kernkwaliteiten bij aan de kwaliteit en de verscheidenheid van de regio. En daarmee aan de concurrentiekracht van de regio binnen de internationale economie. De kracht van de metropoolregio staat echter onder druk.
De drie motoren van de regionale economie (Schiphol, Greenport en de Financieeleconomische Sector) haperen. Dat betekent dat alle gemeenten zich moeten inspannen om hieraan nieuwe impulsen te leveren. Niet alleen om bij te dragen aan een groter geheel, maar ook uit welbegrepen eigenbelang.
Wat goed is voor de regio is ook goed voor Amstelveen. Nieuwe activiteiten mogen echter niet ten koste gaan van het unieke ruimtelijke en groene karakter van Amstelveen. De kwaliteit van de openbare ruimte binnen en buiten bebouwd gebied wordt door velen zeer hoog gewaardeerd en genereert ook veel waarde.
Bij het toevoegen of transformeren van functies moet dan ook strikt worden toegezien op de door velen gekoesterde kwaliteiten van Amstelveen. Dat betekent zeker niet dat alles bij het oude blijft. Amstelveen heeft een traditie in het grijpen van kansen, zoals indertijd bij de sneltram en de ontwikkeling van het Stadshart.
De komst van een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding en een eventuele ondertunneling van de A9 bieden nieuwe kansen. Dat zal onherroepelijk tot een veranderend Amstelveen leiden. Met nog meer kwaliteit voor burgers, ondernemers en bezoekers. Met deze structuurvisie heeft Amstelveen de weg naar een duurzame toekomst uitgezet.
John Levie, wethouder Ruimtelijke Ordening
1. Visie Een wettelijk vereiste lange termijnvisie… De verplichte structuurvisie uit de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) is voor Amstelveen een ‘licht en gericht’ instrument, conform het principe van de ontwikkelingsplanologie. Het gaat om een lange termijnvisie: een verhaal op hoofdlijnen, een document waarin koersen worden uitgezet. Het gaat zeker niet om een gedetailleerde blauwdruk. Amstelveen schept met de structuurvisie voor burgers en ondernemers, voor private en publieke partijen helderheid over de geambieerde ontwikkelingsrichting van de stad en de bijbehorende prioriteiten. Amstelveen biedt daarmee ook duidelijkheid over de rol die de gemeente wil spelen (‘van faciliteren naar regisseren’) en over de ruimtelijke strategie die zij wil hanteren (‘van plannen naar ontwikkelen’). … maar ook een praktisch instrument De structuurvisie is als zodanig geen juridisch bindend planfiguur, maar fungeert wel als de onderlegger voor bestemmingsplannen en bijbehorende exploitatieplannen. Die plannen zijn wel bindend voor overheid en burger. Daarnaast is een structuurvisie een vereiste om bovenplanse kosten te kunnen verhalen en om bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen onderbouwen. Ook is een structuurvisie nodig om - indien gewenst - eisen te kunnen stellen aan het aandeel sociale huur, sociale koop en particulier opdrachtgeverschap in bestemmings- en exploitatieplannen. Om het praktische karakter van de structuurvisie te bevorderen is parallel hieraan een uitvoeringsprogramma opgesteld. Dit programma kan periodiek worden herzien, zonder dat meteen een nieuwe structuurvisie hoeft te worden opgesteld. Veranderende context Geen vanzelfsprekende groei meer Amstelveen heeft, vooral door haar gunstige ligging, de afgelopen decennia te maken gehad met een aanhoudende vraag naar woningen, kantoren, bedrijfsruimten en voorzieningen. Opeenvolgende gemeentebesturen hebben daarop goed ingespeeld door de dynamiek vanuit de regio en vanuit Amstelveen te accommoderen. Telkens zijn er daardoor schaalsprongen gemaakt. De stad heeft daardoor ondertussen veel kwaliteit en wordt hoog gewaardeerd: Amstelveen scoort hoog op de ranglijsten van het woonklimaat, het werkklimaat en de bereikbaarheid. Voor de toekomst is deze bijna vanzelfsprekende groei er niet meer. Oorzaken zijn onder andere de omslag in de vastgoedmarkt en structurele veranderingen in de aard en omvang van de (beroeps)bevolking (vergrijzing, meer werken aan huis, meer zelfstandigen). Het woonklimaat, het werkklimaat en de bereikbaarheid vergen daarom continue alertheid, daadkracht en investeringen. Concurrentiepositie metropool onder druk De concurrentiepositie van de metropoolregio Amsterdam, inclusief de cruciale functie van de luchthaven Schiphol, staat onder druk. Andere regio’s in Europa halen deze regio in. Om de goede economische positie te behouden zal elke gemeente in de regio moeten bijdragen door haar bestaande kwaliteiten optimaal in te zetten. Amstelveen kan zich binnen de regio vooral onderscheiden door haar internationale, gastvrije karakter. Daarnaast moeten kansen worden gegrepen om nieuwe kwaliteiten, die het internationale vestigingsmilieu in de regio versterken, toe te voegen. Duidelijk is dat niets doen tot daling van de relatief goede positie leidt. Ook Amstelveen zal zijn bijdrage aan de economische kracht van de metropoolregio moeten leveren. Het gaat er daarbij minder om wat de regio voor Amstelveen betekent, maar meer om wat Amstelveen voor de regio kan betekenen. Het is in het belang van de toekomst van de gemeente dat Amstelveen krachtig bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van luchthaven Schiphol, de Greenport Aalsmeer en de Financieel-economische Sector.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
1
Positie kiezen Herpositioneren in een turbulente situatie Gezien de veranderende context is het dus nodig om de positie van Amstelveen opnieuw te bepalen. Wat is waardevol om te behouden, wat is nodig om toe te voegen? Het gaat om het vasthouden van gekoesterde bestaande kwaliteiten van Amstelveen en het selectief toevoegen van nieuwe kwaliteiten aan Amstelveen. Dat moet in een dynamische situatie gebeuren: in Amstelveen lopen al diverse ruimtelijke projecten. Daarnaast zijn er omvangrijke trajecten als de verbreding van de A9 en de mogelijke ombouw van de Amstelveenlijn. Om als bestuur goed regie te kunnen voeren op deze ruimtelijke projecten en trajecten is een visie voor de komende twintig jaar nodig vanuit het perspectief van de stad als geheel. Afwegingskader en koersdocument De ‘Structuurvisie Amstelveen 2025+’ biedt het kader om de huidige projecten en plannen met elkaar in verband te brengen en tegen elkaar af te wegen. Tegelijk levert het de visie voor de langere termijn op, de stippen aan de horizon: welke ambities heeft Amstelveen, welke positie wil zij innemen en welke koersen moeten worden ingeslagen? Projecten, plannen en ambities samen bieden de handvatten voor burgers en ondernemers om hun besluiten te nemen. Immers, zij gaan soms voor dertig jaar financiële verplichtingen aan. De structuurvisie biedt daarnaast aan organisaties en andere overheden inzicht in het handelingsperspectief van Amstelveen. De visie vergemakkelijkt daardoor de bestuurlijke communicatie. In dit verband zijn kaders van de provincie van belang (provinciale structuurvisie/ruimtelijke verordening, juni/november 2010). Kwaliteiten Bestaande kwaliteiten Wat zijn de bestaande kwaliteiten van Amstelveen? Wat dat betreft is de Toekomstvisie 2020+ ‘Samen leven in de vitale stad’ van eind 2001 nog steeds actueel: “Amstelveen profileert en ontwikkelt zich als een aantrekkelijke stad in een groene omgeving. Veel aandacht wordt besteed aan de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving en een duurzame ontwikkeling”. Er wordt gestreefd naar een pluriforme bevolkingssamenstelling met bijpassende woningen en woonmilieus, naar een versterking van de culturele identiteit met aandacht voor de diversiteit, naar een aantrekkelijk bedrijfsklimaat met een internationaal accent en naar een goede bereikbaarheid met oog voor de leefbaarheid. Er wordt in de toekomstvisie van 2001 aandacht besteed aan de omvorming van een deel van de bestaande woningvoorraad en het toevoegen van nieuwe meer uitgesproken woonmilieus, aan het belang van een levendig en cultureel Stadshart, aan de waarde van kwalitatief hoogwaardige groen binnen en buiten de stad, aan de ruimte die moet worden geboden aan startende ondernemers en de zakelijke dienstverlening en aan het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer. In vigerend beleid en in lopende projecten zijn deze doelstellingen en aandachtspunten te herkennen. Maar de wereld staat niet stil sinds het opstellen van de toekomstvisie van 2001. Daarom zijn in de politieke agenda 2010-2014, ‘Samen naar wegen voor een duurzame toekomst’, vier kernwaarden benoemd. Deze geven uiting aan de grondhouding die Amstelveen hanteert bij haar visie- en beleidsontwikkeling. De kernwaarden van Amstelveen zijn: • • • •
Ondernemend; Gastvrij; Duurzaam; Betrokken.
In bijlage 1. worden deze kernwaarden verder uitgewerkt.
2
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Behoud en versterk het goede… Wat betreft de ontwikkeling van Amstelveen blijven de essentie van de toekomstvisie uit 2001 en de geformuleerde kernwaarden onverkort geldig. Het ruimtelijke karakter van de stad, de sterke sociaal-maatschappelijke positie en kwaliteiten als ‘groen en veilig’ maken Amstelveen uniek. Inwoners voelen zich daardoor goed in de stad en het behoud hiervan is de wezenlijke opgave. Het eerste uitgangspunt van deze structuurvisie is dan ook: “Amstelveen houdt vast aan de bestaande kernwaarden en visie op de stad en zet in op het behouden en indien noodzakelijk versterken van de daarin benoemde kwaliteiten”. Nieuwe kwaliteiten Voor de ontwikkeling van Amstelveen op langere termijn is louter behoud van bestaande kwaliteiten onvoldoende. Voor de toekomst van Amstelveen is een krachtige metropoolregio Amsterdam een noodzakelijke voorwaarde. Uit de analyses blijkt dat de aantrekkelijkheid van deze regio afneemt ten opzichte van andere regio’s in Europa. Extra inspanningen zijn nodig om als regio minimaal op het zelfde niveau te blijven. Voor de toekomst van Amstelveen is de concurrentiekracht van de metropoolregio van cruciaal belang. Daar moet Amstelveen dan ook aan bijdragen. Een zuiver lokale oriëntatie kan Amstelveen zich niet veroorloven. Net zoals eerder is gebeurd bij de komst van de sneltram en de ontwikkeling van het Stadshart, gaat Amstelveen op zoek naar nieuwe kansen die de stad verder kunnen versterken. De komst van de sneltram heeft indertijd enorm bijgedragen aan het aantrekken van nieuwe kantoren en bedrijven. De goede bereikbaarheid met de auto en openbaar vervoer heeft het mogelijk gemaakt dat een lokaal winkelhart kon worden omgevormd tot het Stadshart met een regionale uitstraling. De inzet van Amstelveen op een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding (TOVV), het daardoor ontstaan van een knooppunt van hoogwaardig openbaar vervoer bij de kruising met de zuidtangent en een eventuele ondertunneling van de A9, bieden nieuwe kansen. Lokale belangen dienen door nieuwe kansen te pakken Het mes snijdt aan twee kanten: door te investeren in het regionale verkeer- en vervoernetwerk neemt de concurrentiekracht van de metropoolregio Amsterdam toe en ontstaan tegelijk kansen om de stad verder te ontwikkelen. Verbetering van infrastructuur leidt hoe dan ook tot stedelijke ontwikkeling: openbaar vervoerstations stimuleren gebiedsontwikkeling, een knooppunt van hoogwaardig openbaar vervoer geeft een impuls aan het Stadshart en een A9-tunnel biedt de kans op een nieuw, centrumstedelijk woonmilieu. Daar profiteert ook de Amstelveense bevolking van. Het tweede uitgangspunt van deze structuurvisie is daarmee: “Amstelveen levert een bijdrage aan de metropoolregio door kansen te benutten die nieuwe kwaliteiten aan de stad toevoegen”. Thematische uitgangspunten Naast deze twee hoofduitgangspunten zijn er andere uitgangspunten te benoemen. Deze sluiten aan bij de vraagstukken van de stad of komen voort uit het collegeprogramma “Samen naar nieuwe wegen voor een duurzame toekomst” (Politieke Agenda 2010-2014). ‘Nieuwe wegen’ vinden betekent vooral slimme, inventieve oplossingen bedenken voor oude en nieuwe problemen. Landschap: unieke groene kwaliteiten verder uitbuiten Het groen in en om Amstelveen - binnen bestaand bebouwd gebied en in de polders - is een belangrijke vestigingsfactor voor bewoners en bedrijven. Uit onderzoek blijkt dat het gewicht van dit aspect in de afwegingen zelfs toeneemt. Er is in de metropoolregio Amsterdam steeds meer stedelijke druk op het buitengebied. Er zijn claims vanuit onder meer natuurontwikkeling, waterberging, recreatieve fiets- en wandelroutes, sportvoorzieningen en woningbouw. In Amstelveen zien we dit in het bijzonder aan de oost- en zuidkant van de stad terug: de overgang
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
3
en het contrast tussen stad en landschap is een unieke kwaliteit. Om deze kwaliteit te behouden is het aantrekkelijk en het toegankelijk maken van het landschap voor de stedelijke recreant wezenlijk. Opwaardering van het watersysteem zal de appreciatie van het groen verder doen toenemen. Amstelveen heeft ook veel groen en water in de stad. De inzet is om de ecologische waarde en de gebruiks- en belevingswaarde hiervan te verbeteren. Afgezien van de Noorder Legmeerpolder is grootschalige woningbouw in de polders tot 2030 niet aan de orde. Het rijks- en provinciaal beleid biedt wel ontwikkelruimte voor kleinschalige initiatieven in Middel- en Bovenkerkerpolder in het kader van de transformatiezone (Rijksnota Ruimte), ‘ruimte voor ruimteregeling’, landgoedwonen en landschapswonen (Provinciale Structuurvisie). Dan gaat het om projecten waarbij het landschap uitgangspunt is en goed ingepaste woningen een kwaliteitsimpuls voor het landschap opleveren. Dit thema wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 2: ‘Landschap’ Verkeer en vervoer: hoofdstructuur verbeteren en lokaal netwerk hierop toesnijden De economische dynamiek en de hoge bevolkingsdruk stellen steeds hogere eisen aan de bereikbaarheid van de metropoolregio en van Amstelveen. Binnen de regio is Amstelveen altijd onderscheidend geweest op het punt van bereikbaarheid. Die positie vasthouden gaat niet vanzelf en vereist voortdurend onderhoud. Om op dit punt vooraanstaand te blijven zijn daarom extra inspanningen en investeringen nodig. Dat moet hand in hand gaan met de ruimtelijke ontwikkeling binnen de stad. Waar het gaat om uitbreiding van de stad (Noorder Legmeerpolder), is extra infrastructuur op langere termijn waarschijnlijk een vereiste. Amstelveen moet de kwaliteit van het verkeers- en vervoersnetwerk op een hoger plan brengen en tegelijk de ontwikkelpotenties van vervoersknooppunten beter benutten. Hoogwaardig openbaar vervoer vereist vervoerswaarde en andersom. Voor het openbaar vervoer is de ambitie om Amstelveen goed aangesloten te laten zijn op het metropolitane netwerk, maar tegelijk te zorgen voor een daarop toegesneden hoogwaardig lokaal netwerk. Omdat Amstelveen zelf geen NSstation heeft is het essentieel dat er een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding met het toekomstige hoofdstation van Amsterdam, NS-station Zuid, zal ontstaan. Doorgaand verkeer, in het bijzonder vrachtverkeer, wordt zoveel mogelijk buiten Amstelveen omgeleid. In het bijzonder het verbeteren van de bereikbaarheid van Amstelveen aan de zuidzijde van de stad is in dit verband van belang. Op lokaal niveau is het daarnaast nodig om meer ruimte en comfort te bieden aan fietsers. Bijvoorbeeld door realisatie van een kernfietsnet en aanleg van voldoende en veilige stallingmogelijkheden bij attractiepunten. Ook zal Amstelveen zich ruimtelijk gaan voorbereiden op nieuwe vormen van mobiliteit, in het bijzonder allerlei vormen van elektrisch rijden. Dit thema wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 3: ‘Bereikbaarheid’ Wonen: kwaliteit toevoegen en zeggenschap vergroten Wat betreft het wonen is het uitgangspunt dat alles op alles moet worden gezet om de woningmarkt van Amstelveen weer werkend te krijgen. Doordat middeninkomens goedkope woningen bezet houden (‘goedkope scheefheid’) komen deze woningen onvoldoende vrij voor starters op de woningmarkt. Voor middeninkomens is de woningvoorraad relatief duur (koop) en de nieuwbouw schaars (huur). Voor de hogere inkomens is de kwaliteit van de woningvoorraad in relatie tot de prijs te laag en is er vrijwel geen aantrekkelijke nieuwbouw. Hoofdprioriteit is daarom het zorgen voor meer doorstroming door nieuwe kwalitatief hoogwaardige woningen toe te voegen, zowel in centrumstedelijke als landelijke woonmilieus. Dat zorgt voor het grootste welvaartseffect: het grootste aantal mensen gaat er het meeste op vooruit. Voor de korte termijn zal Amstelveen middeldure huur- en koopwoningen toevoegen om middeninkomens te verleiden uit de sociale
4
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
huurvoorraad te verhuizen. Sociale huurwoningen komen daarmee beschikbaar voor wie ze bedoeld zijn. Van belang is dat Amstelveen de schaarse nieuwbouwmogelijkheden benut om kwalitatief hoogwaardige woningtypen en woonmilieus toe te voegen die op dit moment nog onvoldoende in de stad aanwezig zijn. Dan gaat het bijvoorbeeld om woonvormen als hoogbouw met grote buitenruimten (terrassen, balkons) en particulier opdrachtgeverschap. In het bijzonder het particulier opdrachtgeverschap kan in Amstelveen een behoorlijke impuls gebruiken: het vergroot direct de zeggenschap van burgers over hun dagelijkse leefomgeving. Van particulier opdrachtgeverschap is sprake als burgers de volledige juridische zeggenschap hebben over en verantwoordelijk zijn voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de woning. Dat kan op individuele basis of in collectief verband. Uiteraard voor zover de grond een woonbestemming heeft. Daarnaast en daarmee samenhangend moeten bestaande woningen en woonmilieus worden verbeterd en verduurzaamd. Dat zorgt voor hogere kwaliteit tegen gelijke lasten voor hen die niet gemakkelijk kunnen verhuizen vanwege de hoge prijzen op de Amstelveense woningmarkt. Dit thema wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 4: ‘Woonmilieus’ Werken: zorgen voor een passend aanbod van werklocaties Amstelveen onderschrijft de ambitie van de metropoolregio Amsterdam om tot de selecte groep van Europese ‘Global Business Gateways’ te behoren. Een florerende, ook internationaal georiënteerde, economie is voor de regio van wezensbelang en bepaalt ook in belangrijke mate hoe Amstelveen zich kan ontwikkelen. Recent is de Economic Development Board Amsterdam (EDBA) opgericht waarin Amstelveen deelneemt. Het bieden van voldoende passende werklocaties voor bestaande en voor nieuwe bedrijven is essentieel om het vestigingsklimaat te verbeteren en om de werkgelegenheid uit te breiden. Ook de aanwezigheid van hoogwaardig en internationaal georiënteerd onderwijs is een belangrijke vestigingsvoorwaarde. Daarbij moeten de trends en ontwikkelingen in ogenschouw worden genomen, zoals een grotere behoefte aan werken aan huis, aan kleinschalige en flexibele werklocaties en aan gemengde werkmilieus. De verscheidenheid aan werklocaties moet zodanig zijn dat zowel lokale, regionale als internationale bedrijven zich gemakkelijk in Amstelveen kunnen vestigen. Hierbij gaat het niet zozeer om het toevoegen van nieuwe werklocaties, maar steeds meer om herstructurering van bestaande locaties. Om herstructurering van de grond te krijgen moet zeer terughoudend worden omgegaan met het toevoegen van nieuwe werklocaties of zelfs worden overgegaan tot het uit de markt nemen of temporiseren van al geplande werklocaties (kantoren en bedrijventerreinen). Dit uiteraard in gezamenlijke verantwoordelijkheid en in afstemming met private partijen, provincie en omliggende gemeenten. Leegstand van bestaande kantoren is in principe een private aangelegenheid, maar zodra daar negatieve externe effecten van uitgaan wordt het een publieke zaak om mee te denken over de bestrijding van deze leegstand. Dit thema wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 5 : ‘Werkmilieus’ Voorzieningen: Stadshart versterken en wijkvoorzieningen concentreren Het voorzieningenniveau in Amstelveen kan in vergelijking tot gemeenten met een zelfde omvang als hoog worden gekwalificeerd. Zowel de wijkvoorzieningen als de stedelijke voorzieningen zijn talrijk en aantrekkelijk, zowel privaat als publiek. De buitenstaander die Amstelveen voor het eerst bezoekt, zal onder de indruk raken van de omvang van het voorzieningenaanbod. Dat hangt in hoge mate samen met het uitstekende woonklimaat en het ondernemende werkklimaat van de stad. Andersom, het in stand houden van het hoogwaardig voorzieningenapparaat is ook van wezenlijk belang voor de aantrekkelijkheid van Amstelveen als woon- en werkstad.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
5
Door als gemeente twee decennia geleden de kansen voor het Stadshart te grijpen en het daarmee samenhangende risico te aanvaarden, heeft Amstelveen een winkelapparaat en een cultureel aanbod gekregen met een bovengemeentelijke functie en een regionale uitstraling. Dat is een kwaliteit die gekoesterd moet worden. Maar stilstand is achteruitgang, terwijl de metropolitane ambitie juist om extra inspanningen vraagt. Ook van Amstelveen. Maar er doen zich nieuwe kansen voor: een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding met NS station Amsterdam-Zuid biedt nieuwe impulsen aan het Stadshart. Daarnaast is er het autonome proces van schaalvergroting in de detailhandel en de groeiende concurrentie van thuiswinkelen. Dat leidt mogelijk tot een lagere vraag naar winkelmeters of zelfs kwijnende wijkwinkelcentra. Wat betreft dit laatste was er in Amstelveen een (impliciet) beleid dat elk van de dertien wijken een eigen voorzieningenapparaat moet hebben, commercieel, publiek en maatschappelijk. Deze luxe situatie bleek niet langer houdbaar. In de nota detailhandelsbeleid is daarom al een aanzet gedaan om de marktpartijen te stimuleren om te komen tot een zekere concentratie van commerciële voorzieningen. In deze structuurvisie wordt daaraan een bijpassende concentratie van publieke en maatschappelijke voorzieningen toegevoegd. Voor het welbevinden van de burgers van Amstelveen, maar ook als vestigingsfactor voor bedrijven, is de sociale infrastructuur van zorg, onderwijs, welzijn, cultuur en sport een wezenlijk onderdeel. Zorg, onderwijs en welzijn vooral op het individuele vlak; sport en cultuur meer voor het gezamenlijke ervaren. De publieke en maatschappelijke voorzieningen die hiervoor nodig zijn dragen bij aan de binding aan de stad en de betrokkenheid op elkaar. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat de lokale overheid die voorzieningen daadwerkelijk accommodeert. Nederland maakt een ontwikkeling door van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij. Mensen maken meer dan voorheen gebruik van hun eigen netwerken en sociale verbanden: ze zijn zelfredzaam. Of kiezen voor individuele oplossingen in plaats van zich afhankelijk te maken van collectieve voorzieningen: ze voeren zelf de regie. Pas als dit niet meer lukt, heeft de overheid een rol door compenserende maatregelen die mensen in staat stellen om zo zelfstandig mogelijk mee te doen in de samenleving. De overheid hoeft daardoor minder te investeren in gebouwde voorzieningen maar kan zich veelal concentreren op het faciliteren en versterken van sociale netwerken. Ruimtelijk gezien kan dit betekenen dat publiek gefinancierde gebouwen vrijvallen voor andere functies of gemeentelijke gronden beschikbaar komen voor herontwikkeling. Dit thema wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 6: ’Voorzieningenveau’ De derde dimensie: slim ruimtegebruik De structuurvisie gaat niet alleen over wat er zich op het maaiveld afspeelt. De bodem, de diepe ondergrond en het ondergrondse watersysteem brengen kansen en belemmeringen met zich mee. De ondergrond zou bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor warmtevoorziening of zelfs energieopwekking. Dat heeft ook bovengronds ruimtelijke consequenties. Bovengronds zou er veel meer warmte en koude tussen diverse functies kunnen worden uitgewisseld. Een ander aspect in dit verband is het bestuurlijke kader om niet onwenselijk te verdichten en de Bovenkerkerpolder niet verder te benutten voor verstedelijking. Als Amstelveen niet het risico wil lopen dat haar bevolkingsaantal krimpt, biedt alleen de derde dimensie oplossingen: de bodem in of de lucht in. Het eerste betekent bijvoorbeeld de stelselmatige bouw van parkeerkelders bij nieuwbouw- of renovatieprojecten; het tweede betekent het onderzoeken van mogelijkheden om hoger te bouwen dan we in Amstelveen tot nu toe gewend zijn. Uiteraard op de plekken die zich daar programmatisch en stedenbouwkundig het beste voor lenen. Intensivering betekent niet automatisch dat het ruimtelijke en groene karakter van Amstelveen verloren gaat: door nieuwe vormen van wonen en werken, door sterkere functiemenging op gebiedsniveau en door meervoudig ruimtegebruik op projectniveau ontstaan kansen om de kwaliteiten van de openbare ruimte van Amstelveen, ruim en groen, juist te verhogen. Het thema derde dimensie wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 7: ‘Duurzame ruimte’
6
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Duurzaamheid Vanzelfsprekend en onderscheidend Door alle thema’s heen speelt het facet duurzaamheid. De urgentie om het tijdperk van de fossiele brandstoffen achter ons te laten, wordt ondertussen breed gedragen. Het komt er nu op aan om dit besef onderdeel te maken van ons dagelijks denken en handelen. Voor ruimtelijke projecten en plannen is het belangrijk te anticiperen op fysieke duurzaamheidmaatregelen. Aspecten als geluid en luchtkwaliteit dienen in een vroeg stadium van planvorming te worden meegenomen. In Amstelveen zal straks iedere gebouw- en gebiedsontwikkeling (of herontwikkeling) vanzelfsprekend een hoge duurzaamheidambitie kennen, die wordt uitgewerkt naar een ambitiedocument per plan. Plannen worden beoordeeld op de bijdrage aan de klimaatdoelstellingen zoals afgesproken op Amstelland- en Meerlandenniveau. Specifieke aandacht gaat uit naar duurzame energie, duurzaam verkeer en vervoer en een zelfreinigend watersysteem. Met de ontwikkeling naar duurzame zones waarin innovatie en kennis een belangrijke rol spelen, kan Amstelveen zich onderscheiden. Daarmee wordt duurzaamheid onderdeel van de ‘branding’ van Amstelveen. Elke gemeente doet aan duurzaamheid, maar Amstelveen gaat zich er op deze wijze mee profileren. Dit facet is terug te vinden in alle hoofdstukken, maar wordt meer specifiek uitgewerkt in hoofdstuk 7: ‘Duurzame ruimte’ Aandachtspunten In bijlage 2. is een overzicht te vinden van de partijen waarmee is overlegd bij de voorbereiding van deze structuurvisie. In bijlage 3. is een verantwoording gegeven waarom in deze structuurvisie geen plan-MER benodigd is. Vooruitlopend op deze structuurvisie is in 2010 de structuurvisie Amstelveen-Zuid vastgesteld. Deze blijft onverkort geldig. Het visiedeel van Amstelveen-Zuid is overgenomen in deze structuurvisie.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
7
8
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
2. Landschap Waardevol landschap In dit hoofdstuk wordt ingegaan op natuur, recreatie en water en op de waardevolle economische functie van het landschap en de landschapsbeleving. Natuurwaarden en recreatiemogelijkheden zijn belangrijke elementen voor de metropoolregio Amsterdam, voor de inwoners van Amstelveen maar ook als vestigingsfactor voor bedrijven. Behoud en versterking van die waarden vergt dus grote zorgvuldigheid. Daarnaast is een goed functionerend watersysteem essentieel voor een verstedelijkt gebied dat bijna 5 meter onder NAP ligt. Vraagstukken De vraagstukken die in dit verband spelen, zijn: • Een economisch dynamische metropoolregio betekent verstedelijkingsdruk voor het aanpalende landelijk gebied, zo ook in Amstelveen; • Het verdwijnen van oorspronkelijke (bedrijfs-)functie van bebouwing in het buitengebied is aanleiding voor ‘verrommeling’ van het landschap en mogelijke oorzaak van ongewenste bebouwing en functies in de toekomst; • De afgelopen decennia is toegewerkt naar verbindingen in de groene en blauwe structuur. De kans die er nu ligt is om een kwaliteitsslag te maken door deze verbindingen af te maken. Ontwikkelstrategie en gebiedsakkoord In samenwerking met provincie, omliggende gemeenten en waterschap wordt gewerkt aan een ontwikkelstrategie voor de Amstelscheg, het landelijk gebied tussen Amstelveen, Amsterdam Zuidoost, Amsterdam en Uithoorn/Ronde Venen). De ontwikkelstrategie Amstelscheg werkt toe naar een gebiedsakkoord eind 2011. De bouwstenen voor dit akkoord zullen tegelijk één van de grondslagen vormen voor deze gemeentelijke structuurvisie. De ambitie is om de woon- en leefkwaliteit in Amstelveen op peil te houden door verbindingen in de groenblauwe structuur te maken en de recreatieve mogelijkheden beter te benutten. Huidige situatie Parken en polders Het landelijk gebied typeert zich enerzijds als een open polderlandschap waar de Amstel doorheen meandert, met daarlangs karakteristieke (historische) bebouwing. Anderzijds treffen we grootstedelijke elementen aan als snelwegen, stadsranden en grootschalige kantoorbebouwing. De hoofdelementen van landschap en water in Amstelveen zijn de Middelpolder, de Bovenkerkerpolder, de Noorder Legmeerpolder, het Amsterdamse Bos, de Poel, de Amstel, de Heemparken en de hoofdgroenstructuur in de stad. Het landschap biedt ruimte voor agrarische bedrijfsvoering, recreatieve voorzieningen, ecologische hoofdstructuur, weidevogels en het watersysteem van vlakken en verbindingen door stedelijk en landelijk gebied. In het landelijk gebied wordt ook gewoond, zij het in beperkte mate. De agrarische functie in de polder bestaat hoofdzakelijk uit melkveehouderij in de Bovenkerkerpolder en vooral glastuinbouw in de Noorder Legmeerpolder. Langs de Amstel is sprake van onderbroken lintbebouwing (woningen en bedrijven) met uniek zicht op het achtergelegen open polderlandschap. Bedrijfsbebouwing, zoals kassen langs de Amstel die leegstaan of een andere functie hebben gekregen, leidt op een aantal plekken tot een rommelige situatie. De polders zelf zijn voornamelijk open van karakter met op een aantal plekken hoeves, natuurgebieden en bosjes. Waterschappen en gemeente hebben gezamenlijk een Stedelijk Waterplan en plannen voor het buitengebied van Amstelveen opgesteld die de basis vormen voor de waterstructuur.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
9
Kwaliteiten De kwaliteiten van het landschap zijn: • Het landschapsbeeld: de openheid, de doorkijken naar de groene polders en het zicht op de Amstel; • Hoge natuurwaarden in en om de stad; • Recreatiemogelijkheden voor de metropoolregio Amsterdam; • Cultuurhistorie: buitenplaatsen langs de Amstel, de ontveende polders, het bovenland en industrieel erfgoed; • Losstaande cultuurhistorische elementen. Randvoorwaarden Nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied moeten passen binnen het rijksbeleid (Nota Ruimte) en de provinciale structuurvisie en ruimtelijke verordening. De Rijksbufferzone Amstelland – Vechtstreek en het Nationale Landschap Groene Hart betekenen beperkingen voor stedelijke functies in het landelijk gebied van Amstelveen. Deze beperkingen worden door Amstelveen onderschreven. Dat wil niet zeggen dat er niets mogelijk is, maar dat initiatieven moeten passen in het landschap of juist een versterking van de kwaliteit of het gebruik van het landschap betekenen, zoals landgoederen, buitenplaatsen en landschapswonen. Ook is het soms noodzakelijk om ruimte te bieden aan initiatieven die het opruimen van storende bebouwing mogelijk maken, bijvoorbeeld door de ‘ruimte voor ruimteregeling’. Een verbindingsweg door de Bovenkerkerpolder aan de oostzijde van Amstelveen tussen N201 en A9 is onwenselijk. Ontwikkelingen Toenemende stedelijke druk Amstelveen ligt in het economisch welvarende zuidelijke deel van de metropoolregio Amsterdam en dat brengt een grote druk op de schaarse ruimte met zich mee. Er zijn claims op het landelijk gebied vanuit onder meer natuurontwikkeling, waterberging, recreatieve routes en voorzieningen, sport, woningbouw en mobiliteit. Mogelijkheden voor ontwikkelingen in het buitengebied zijn beperkt. Waar mogelijkheden in zicht komen is de (financiële) druk vaak groot. Het Planbureau voor de Leefomgeving en het Kenniscentrum Recreatie constateren een toename van het recreatieve verkeer en van uitgaven voor vrijetijdsbesteding. Mensen krijgen het steeds drukker en in hun schaarse vrije tijd willen zij steeds meer beleven. Uit het Grote Groenonderzoek van de gemeente Amsterdam blijkt dat veel stedelingen recreatief gebruik maken van de Amstelscheg en dat dit gebruik toeneemt. In de recreatiemonitor van het Groengebied Amstelland wordt in de periode 2008-2009 een lichte toename van het aantal bezoeken geconstateerd. Daarnaast is de eigen Amstelveense bevolking een potentiële recreatieve gebruiker van het landelijk gebied rond de gemeente. Met het provinciale recreatieproject Amstelgroen, waar de gemeente in participeert, wordt de recreatieve infrastructuur van de Bovenkerkerpolder versterkt. Afnemende tegendruk De agrarische functie in het buitengebied zorgt voor steeds minder tegendruk. Voor het boerenbedrijf zijn drie stromingen te constateren: • een groep die zich richt op het oorspronkelijke productieproces en inzet op intensivering, specialisatie en schaalvergroting; • een groep die zich, naast het oorspronkelijke productieproces, richt op andere bijverdiensten (verbredingsactiviteiten); • een groep die stopt met de bedrijfsvoering. Binnen de huidige bestemmingsplannen wordt aan boeren - onder voorwaarden - de mogelijkheid geboden tot verbreding van de agrarische bedrijfsvoering, aanvullend op de primaire inkomensbron. Ecologische verbindingen De ecologische hoofdstructuur is van belang voor natuurwaarden en biodiversiteit in Nederland. De afgelopen jaren is deze in Amstelveen (Groene AS) gerealiseerd vanaf het Amsterdamse Bos langs de Beneluxbaan, Hammerskjöldsingel en bedrijventerrein Legmeer. Van daaruit is door een
10
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
ecoduiker onder de Bovenkerkerweg de aansluiting op de Bovenkerkerpolder gemaakt. Op de planning staan onderdelen van de Groene AS in de Bovenkerkerpolder ten zuiden van de Nesserlaan en ten noorden van de Burgemeester Wiegelweg. Laatstgenoemde als basiselement van de groenstructuur van Westwijk Zuidoost. Daarnaast bestaat het voornemen om de natuur- en recreatiewaarden van de Middenweg door de Bovenkerkerpolder te versterken (plan ‘Kwikstaart’). In het zuiden van de Bovenkerkerpolder vindt, in samenhang met Amstelgroen, natuurcompensatie voor de N201 plaats. Ambities Behoud door ontwikkeling De uitdaging voor Amstelveen is om een aantrekkelijk landschap in stand te houden met een goed functionerend watersysteem, waar mogelijk verbindingen (af) te maken, kwaliteiten te versterken en verstedelijkingsdruk te stroomlijnen naar gewenste locaties. Om als gemeente regie te houden welke ontwikkelingen waar plaatsvinden, is het noodzakelijk om voor de toekomst duidelijkheid te scheppen over waar nieuwe functies een plek kunnen krijgen. Doel van het gebiedsakkoord voor de Amstelscheg is een door de verschillende betrokken partijen gedragen visie op het versterken van de gebiedskwaliteiten in samenhang met ontwikkelmogelijkheden om zo een antwoord te hebben op de ruimteclaims die zich voordoen en om de recreatieve ontsluiting van het gebied te vergroten. In het akkoord zullen de beeldkwaliteitsplannen voor de Amstelscheg een belangrijk middel zijn om de gebiedskwaliteiten te ondersteunen. Stad en land verbinden Recreatiemogelijkheden rondom het stedelijk gebied zijn belangrijk voor het voorzieningenniveau en dus voor de kwaliteit van de gemeente. Daarnaast zijn recreatiemogelijkheden in de nabijheid van de stad positief voor de beleving van de woonomgeving en van belang als vestigingsfactor voor bedrijven. Bovendien zijn ze duurzaam omdat het voor recreëren niet per se nodig is de auto te gebruiken. Ook kunnen ze de economische vitaliteit van het landschap versterken omdat recreatie een basis levert voor verbreding van landbouw en voor kleinschalige horeca. Goede verbindingen van stad naar land en een goede recreatieve ontsluiting van het landelijk gebied zijn belangrijk voor het vergroten van de recreatiemogelijkheden. Daarbij zijn aandachtspunten een goede recreatieve verbinding over de Amstel van Amstelveen naar de Ronde Hoeppolder en herinrichting van de Amstelkade bij Buurt over Ouderkerk, waarmee een toeristische toplocatie voor de regio kan ontstaan. In het bijzonder het gebied tussen Oranjebaan en Langs de Akker (‘Poort van Amstelveen’) kan als recreatief transfergebied gaan fungeren. Daardoor wordt de dynamiek die recreatie oplevert op één plek geconcentreerd en ontstaan nieuwe kansen voor (horeca)ondernemers. Wonen in het landschap Om de landschappelijke waarden (natuur, recreatie, openheid en agrarische functie) van het buitengebied in stand te houden zijn er, afgezien van de Noorder Legmeerpolder, geen plannen voor grootschalige woningbouwlocaties. Waar bestemmingsplannen ruimte bieden voor uitbreiding van bebouwing zijn er mogelijkheden, waarbij de gemeente ook gebruik zal maken van de ‘ruimte voor ruimteregeling’ om ‘verrommeling’ tegen te gaan. De rijksnota Ruimte benoemt de Bovenkerkerpolder tot ‘transformatiezone’ met ontwikkelruimte, dat wil zeggen met mogelijkheden voor kleinschalige bebouwing die dient ter versterking van de landschappelijke structuur. De provinciale structuurvisie biedt daarnaast mogelijkheden voor landgoederen en landschapswonen. Bij ontwikkelingen in het landelijk gebied is het van belang landschappelijke waarden te betrekken bij de afweging. Daarbij is het vooral belangrijk om zichtlijnen op open polders te behouden en de overgang van bovenland naar polder te kunnen blijven ervaren. Leefbaarheid in de kern Nes aan de Amstel Ten behoeve van de leefbaarheid in de kern Nes aan de Amstel is het van groot belang dat de primaire voorzieningen, zoals de basisschool, in stand blijven. Om die reden streeft de gemeente er met inachtneming van rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid naar om in Nes aan de Amstel op beperkte schaal woningbouw ten behoeve van de eigen inwoners mogelijk te maken.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
11
Toekomst van de landbouw steunen Voor de toekomst is een agrarische functie in het landelijk gebied gewenst voor agrarische ondernemers en voor het in stand houden van het cultuurlandschap. Daarbij worden boerenbedrijven ruimte geboden voor bedrijfsgerelateerde verbredingactiviteiten en worden mogelijkheden verkend voor agrarisch natuurbeheer. Een toename van interactie van boeren met het stedelijk gebied is een kans, denk daarbij aan het leveren van streekproducten en openstellen voor bezichtiging en educatie. Naast bedrijfsgerelateerde verbredingsactiviteiten wordt beperkte schaalvergroting van agrarische bedrijven toegestaan, mits de noodzaak daarvan wordt aangetoond en rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid zich niet tegen deze schaalvergroting verzetten. Kenmerken van grootschalige landbouw in het landschap, zoals opvallende megastallen en hoge voedertorens, zijn voor het Amstelveense buitengebied niet gewenst. Mogelijke nieuwe economische functies in het landelijk gebied zijn kleinschalige horeca als gevolg van de toenemende recreatieve functie en nieuwe locaties voor karakteristieke kleinschalige bedrijven bij vrijkomende agrarische bebouwing. Voor de toekomst van de agrarische sector op langere termijn is het noodzakelijk om een grondig landbouwkundig structuuronderzoek te verrichten. Kwaliteit watersysteem verhogen Door watersystemen op de schaal van functioneren te bekijken, schoon water vast te houden en verbindingen te maken is het mogelijk de waterkwaliteit in de stad sterk te verbeteren (ideaalbeeld richting 2025 voor enkele waterpartijen: zwemwaterkwaliteit). Voor wateropvang in het stedelijk gebied zelf is het noodzakelijk opvanggebied te reserveren op basis van een ‘waterbank’. De waterbank zal voor alle compensatieprojecten (klein en groot) worden ingezet. Het streven is om de waterbeheerder nauw bij de uitvoering hiervan te betrekken. Om de watertoevoer uit het stedelijk gebied naar het platteland te allen tijde goed op te kunnen vangen, heeft het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) een waterbergingsopgave van 30 hectare in de Bovenkerkerpolder. Daarvan is 5 hectare onlangs gerealiseerd ten zuiden van de Nesserlaan. De overige 25 hectare wordt uitgewerkt in samenhang met het provinciale recreatieproject Amstelgroen. In de Middelpolder werkt het waterschap aan het plan ‘Watertuin’, een waterkringloop voor het zuiveren van het effluentwater van de Rioolwaterzuiveringsinstallatie door nieuwe waterpartijen in de Middelpolder, waarna dit wordt gebruikt als schoon inlaatwater voor de stad. Ook voor Amstelveen Zuid zal de komende jaren gewerkt worden aan een plan om de kwaliteit van het watersysteem te verbeteren. Samenhang aanbrengen In de Bovenkerkerpolder zijn er plannen voor het aanleggen van recreatieve routes en de laatste schakel in de ecologische hoofdstructuur. Daarnaast is de Bovenkerkerpolder zoekgebied voor waterberging, bestaan er kansen voor landschappelijk wonen en speelt er het golfbaanproject. De ambitie is om deze plannen in samenhang verder te ontwikkelen. De Bovenkerkerpolder blijft verschoond van een randweg. Bij een eventuele verdere stedelijke ontwikkeling van de Noorder Legmeerpolder vormt een daarop afgestemd recreatief en ecologisch netwerk een belangrijk uitgangspunt.
12
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
13
14
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
3. Bereikbaarheid Samenhang tussen bereikbaarheid en ruimtelijke ontwikkeling Het thema bereikbaarheid (verkeer en vervoer) hangt nauw samen met de ruimtelijke ontwikkeling. Sterker: ze moeten hand in hand gaan. Uitgaande van de grote verkeersdruk en geplande ruimtelijke ontwikkelingen die Amstelveen en omgeving kent, zal kritisch moeten worden omgegaan met de vraag op welke locatie welke ontwikkeling gewenst is. Waar het gaat om grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen als een eventuele gebiedsontwikkeling A9 of de totale ontwikkeling van de Noorder Legmeerpolder, is het noodzakelijk om vooraf de gevolgen voor het lokale verkeers- en vervoersnetwerk grondig in beeld te brengen. Vanuit de invalshoek van de ruimtelijke ontwikkeling wordt beoordeeld of een ontwikkeling op een bepaalde locatie kan plaatsvinden. Bij de beoordeling van deze locatie is een belangrijk criterium dat deze goed bereikbaar moet zijn en blijven (per fiets, met openbaar vervoer en per auto). Op de locatie zelf ontstaat in de meeste gevallen een vraag naar parkeergelegenheid en dus extra ruimte. Soms maken meer omvangrijke ruimtelijke ontwikkelingen het noodzakelijk om de infrastructuur uit te breiden. Van belang hierbij is dat deze uitbreidingen stedenbouwkundig en landschappelijk zorgvuldig worden ingepast. Huidige situatie Het lokale verkeersysteem nadert zijn grenzen Amstelveen kent een vrij uitgebreid lokaal wegennet waarbij de wegen met ontsluitende functie voor het verkeer goed vertegenwoordigd zijn. Het stelsel van deze ontsluitingswegen kent een zekere mate van behoud van evenwicht in de afwikkeling van de grote verkeersdruk in Amstelveen. Dit kenmerkt zich, doordat bijvoorbeeld bij afsluitingen van kruisingen bij reconstructies, het verkeer elders in Amstelveen te druk wordt en soms zelfs vastloopt. Bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen binnen of buiten de gemeente is uitbreiding van het ontsluitend wegennet noodzakelijk. De hoge verkeersdruk op de Beneluxbaan zorgt voor het naderen van de kritische grens wat betreft de luchtkwaliteit voor omwonenden. Beleidscontext: nationaal en regionaal Het nationaal beleid gaat uit van extra investeren in bereikbaarheid, maar tegelijk ook van bezuinigingen op de brede doeluitkering (BDU: financieringsbron voor landelijke en regionale infrastructuurprojecten). Daarnaast richt de regering zich op toegankelijker en efficiënter openbaar vervoer, in het bijzonder de trein. Er komt geen beprijzing van het verkeer door invoering van een kilometerheffing. Het RVVP (Regionaal Verkeer en Vervoer Plan, Stadsregio Amsterdam) gaat uit van het versterken van de concurrentiekracht van de Randstad, waardoor een sterke toename van de mobiliteit zal ontstaan. Mobiliteitsgroei wordt beschouwd als een gegeven, maar er moet wel worden gezorgd voor een leefbare samenleving. Bereikbaarheid is economisch van groot belang, maar de leefbaarheid en de veiligheid zijn nadrukkelijke randvoorwaarden. In het RVVP wordt ingezet op het optimaal benutten van het openbaar vervoernetwerk en het wegennet, maar tegelijkertijd op het beïnvloeden van de vraag. Extra aandacht is er voor een betere benutting en een grotere draagkracht van het regionale wegennetwerk. Er wordt uitgegaan van gebiedsgerichte aanpakken, waaraan regiogemeenten zich dienen te conformeren. In de Stadsregionale ‘Wegenvisie 2030+’ (in ontwikkeling) wordt een verbinding vanaf de N201 naar Amsterdam langs de oostzijde van Amstelveen weergegeven. Amstelveen steunt de aandacht voor de afwikkeling van het verkeer in het zuiden van de gemeente, maar sluit een oostelijke randweg uit. Hiervoor zullen andere varianten dan een wegverbinding van N201 naar de A9 langs de oostzijde van Amstelveen onderzocht worden. Ten noorden van de A9 ziet Amstelveen hoe dan ook geen mogelijkheid om op een verantwoorde manier een doorgaande wegverbinding naar Amsterdam te realiseren.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
15
De regionale openbaar vervoervisie gaat uit van een goed functionerend regionaal netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer (‘R net’) en een goede dekkingsgraad door ontsluitende (bus)lijnen. Intensieve ruimtelijke ontwikkelingen en kantoorontwikkelingen moeten rondom knooppunten van openbaar vervoer worden gerealiseerd. Dit uitgangspunt is in principe bestuurlijk bekrachtigd door Amstelveen. Lokaal beleidskader Het bereikbaarheidsbeleid van Amstelveen is er op gericht om de stad duurzaam en structureel aantrekkelijker te maken voor wonen en werken. Ze geeft daarbij nadrukkelijk aandacht aan de verkeersafwikkeling aan de zuidzijde van Amstelveen in relatie tot de nieuwbouw en ruimtelijke ontwikkelingen in en om Amstelveen. Maar ook aan de afwikkeling van het groeiende verkeer uit omliggende gemeenten (vanuit het Groene Hart, Uithoorn en Aalsmeer naar Amstelveen en Amsterdam). Amstelveen heeft geen NS-station. Daarom is het van groot (economisch) belang dat er hoogwaardige en toekomstvaste openbaar vervoerverbindingen met omliggende NS-stations (Amsterdam-Zuid, Amsterdam-Amstel, Bijlmer/Arena en Schiphol) ontstaan. Naast hoogwaardig openbaar vervoer is er nadrukkelijk aandacht nodig voor de kwaliteit van het onderliggend openbaar vervoernet. Dit laatste vooral met het oog op de ouder wordende bevolking van Amstelveen. De mogelijke ombouw van de Amstelveenlijn zal kritisch worden bezien, waarbij de kosten moeten opwegen tegen de winst aan reistijd. Bij nieuwbouwplannen (in principe) en bij bestaande herstructurerings- en transformatieprojecten (zo mogelijk), zal ondergronds of onder gebouwen worden geparkeerd. Tot slot wordt voorgesorteerd op elektrisch rijden. Vigerend beleid De Amstelveense Verkeer en Vervoer Visie (AVVV) zet in op het laten concurreren van de reistijden per fiets met auto en openbaar vervoer. Openbaar vervoer wordt gezien als de ruggengraat van de mobiliteitsstructuur. Er wordt gepleit voor een goede koppeling en wisselwerking tussen verkeer en ruimtelijke ontwikkeling. Met de operationele zuidtangent (regionale oost-west busverbinding) en de komst van een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding, krijgt Amstelveen twee lijnen van hoogwaardig openbaar en de kans om een eerste hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt te realiseren. Daarnaast wordt op dit moment door de stadsregio gestudeerd op nieuwe hoogwaardige openbaar vervoerverbindingen door Amstelveen: • • •
HOV Uithoorn-Amstelveen; HOV A9-Badhoevedorp-Schiphol-Amsterdam/Zuid-Amstelveen; 2e HOV-as Amsterdam-Amstelveen.
Met deze stadsregionale studies heeft Amstelveen bestuurlijk ingestemd met de ambities om te komen tot deze hoogwaardige openbaar vervoerverbindingen. De Provincie Noord-Holland wil daarnaast op lange termijn verrailing van de Zuidtangent niet onmogelijk maken. Ontwikkelingen Amstelveen zal fors moeten investeren in infrastructuur Vanwege de strategische ligging van Amstelveen tussen economisch belangrijke clusters (onder andere sleutelproject Zuidas, mainport Schiphol en greenport Aalsmeer) en de ambitie tot bebouwing van de Noorder Legmeerpolder is de verwachting, dat de mobiliteit in en rondom Amstelveen nog flink zal groeien. Het Centraal Planbureau gaat voor Nederland als geheel in het scenario ‘gemiddelde verkeerstoename’ uit van 15% en in het scenario ‘grootste verkeerstoename’ van 20% verkeerstoename tot 2040. Amstelveen zal zich moeten richten op 20% verkeerstoename in 2025. Ter vergelijking: door de ontwikkeling van de Zuidas wordt in 2030 een toename van de mobiliteit van 35% verwacht. Als Amstelveen de boot niet wil missen als onderdeel van de
16
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
economisch sterke metropoolregio Amsterdam, zal zij fors moeten investeren in infrastructuur om de lokale en regionale bereikbaarheid te waarborgen. De verbreding van de A9 Onder meer door de geplande verbreding van rijksweg A9 en de mogelijke ombouw van de Amstelveenlijn zal de bereikbaarheid sterk worden verbeterd. In de rijksplannen voor de A9 wordt verkeerskundig uitgegaan van een verbrede A9, gelegen in een tunnel. Daarbij wordt gezorgd voor een goede aansluiting op het Amstelveens wegennet: bij het Amstelplein (via een volledige aansluiting) en bij de Keizer Karelweg (halve aansluiting: alleen van en naar westen). In een verbinding tussen Amstelplein en Keizer Karelweg is voorzien, maar niet als doorgaande route. De lokale verkeersoplossing gaat uit van ontvlechting van het verkeer met bestemmingen in Amstelveen centrum, Amstelveen noord of Amstelveen zuid. Een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding (TOVV) Het stadsregionale project ‘Ombouw Amstelveenlijn’ bestudeert een door Stadsregio Amsterdam, gemeente Amsterdam en Amstelveen bestuurlijk gedragen ombouw van de Amstelveenlijn naar metrokwaliteit en terugvalopties. Het gaat om een verbinding tot en met Westwijk (met als optie doortrekken tot de N201). Hierbij wordt uitgegaan van een volledig kruisingsvrij tracé en het samenvoegen van de huidige haltes tot volwaardige stations. In 2012 vindt finale besluitvorming plaats over de daadwerkelijke ombouw. De inzet van Amstelveen is in ieder geval een toekomstvaste openbaar vervoerverbinding met NSstation Amsterdam-Zuid en verder. De gemeenteraad van Amstelveen heeft als kaders onder andere ingebracht: • • • • • •
de ligging bij voorkeur op het maaiveld; een tracé dat de Beneluxbaan volgt; een fijnmazig onderliggend openbaar vervoersysteem; behoud verkeersfunctionaliteit van de huidige kruispunten; geen financiering met ‘open einden’; een ‘park and ride’ faciliteit in het zuiden van de Noorder Legmeerpolder.
Inmiddels heeft zich de mogelijkheid aangediend om de ‘park and ride’ faciliteit te combineren met een mogelijk opstelterrein voor rijtuigen. Het eerste knooppunt van hoogwaardig openbaar vervoer Er bestaat bestuurlijke consensus tussen het Ministerie van Infrastructuur & Milieu, de provincie Noord-Holland, de Stadsregio Amsterdam en de gemeente Amstelveen over een Hoogwaardig Openbaar Vervoerstation (‘HOV-Station’) in Amstelveen Centrum. Waar TOVV en zuidtangent elkaar kruisen kan overgestapt worden van noord-zuid naar oost-west richting en andersom. Het HOV-station Amstelveen Centrum is gepland aan de oostzijde van de Handelsweg, bovenop de Beneluxbaan. Het biedt naar het westen toe een hoogwaardige entree naar het Stadshart. Indien de Amstelveenlijn tot metrokwaliteit wordt omgebouwd, vervallen lijn 5 (in Amstelveen) en 51 (geheel). Op treinstation Amsterdam-Zuid zal in dat geval een hoogwaardige overstap moeten worden gecreëerd met lijn 5. Amstelveen blijft daarnaast inzetten op de busdoorsteek naar Amsterdam (NS-station Zuid/NS-station Amstel) aan de noordoostzijde van Amstelveen via de Prof. Keesomlaan. Deze doorsteek is ook opgenomen in de structuurvisie van de gemeente Amsterdam. Zo kan worden ingezet op een rechtstreekse openbaar vervoersverbinding tussen het HOV-station Amstelveen en NS-station Amstel. Voorsorteren op elektrisch rijden en duurzame mobiliteit Amstelveen zet in op elektrisch rijden en duurzame mobiliteit. Dit vanwege de gestelde CO2- en energiedoelstellingen en vanwege de dreigende luchtkwaliteitsproblemen in Amstelveen.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
17
Ambities Verkeer en parkeren randvoorwaarde Het toekomstvast kunnen faciliteren van verkeer en parkeren is bij ruimtelijke ontwikkelingen een noodzakelijke voorwaarde om die ruimtelijke ontwikkeling doorgang te laten vinden. Intensieve ruimtelijke ontwikkelingen en kantoorontwikkelingen worden voortaan alleen gerealiseerd rondom knooppunten van openbaar vervoer. Dat zorgt voor de kleinste groei van het verkeer. Structurele verkeersoplossing Amstelveen-Zuid Zoals eerder aangegeven zal Amstelveen fors moeten blijven investeren in bereikbaarheid, op lokaal en op regionaal niveau. Wat betreft dit laatste maakt Amstelveen zich hard voor opwaardering van de N201 tot 2x2 rijstroken tot aan de A2 (‘2x2 tot de A2’) op de kortst mogelijke termijn. Voor de lange termijn is onderzoek nodig naar aanvullende mogelijkheden voor de verkeersafwikkeling in het zuiden van Amstelveen in relatie tot de ruimtelijke ontwikkelingen in Amstelveen zelf en in het zuidelijk deel van de metropoolregio Amsterdam. Hierbij staat een oostelijke randweg buiten de discussie. Verder inzetten op hoogwaardig openbaar vervoer Wat betreft het openbaar vervoer is een lange termijn optie een aftakking van de TOVV naar Schiphol Oost en verder. Voor de korte termijn bestaat de noodzaak om een hoogwaardige busverbinding tussen HOV-station Amstelveen Centrum - Kalfjeslaan (HOV tram-bus West-ZuidOost) richting treinstation Amstel gerealiseerd te krijgen, mocht lijn 51 te komen vervallen. Daarnaast wordt ingezet op hoogwaardige openbaar vervoerverbindingen Uithoorn – Amstelveen – Amsterdam en het benutten van hoogwaardige openbaar vervoer Schiphol Oost voor toekomstvaste verbindingen tussen Amstelveen en Schiphol. In een eventuele gebiedsontwikkeling A9 wordt mogelijke toekomstige verrailing van de Zuidtangent in Amstelveen niet onmogelijk gemaakt. Invoeren schoon rijden Wat betreft het bevorderen van elektrisch rijden en duurzame mobiliteit handelt Amstelveen proactief en zoekt hierbij regionale afstemming om schaalvergrotingsvoordelen te behalen. Onder meer door goede infrastructuur (inclusief laadinfrastructuur) die schoon vervoer faciliteert.
18
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
19
20
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
4. Woonmilieus Structurele verstopping van de woningmarkt De woningmarkt van Amstelveen is de afgelopen jaren in een moeilijker situatie terechtgekomen. Dit heeft vooral structurele oorzaken. Nationaal gezien is al lange tijd sprake van een moeizaam werkende woningmarkt, vooral als gevolg van overheidsfalen, maar dit is in de Metropoolregio Amsterdam, en in het bijzonder in Amstelveen, in sterkere mate het geval. De huidige conjunctuur heeft de vastgelopen woningmarkt in versterkte mate aan de oppervlakte gebracht: door de recessie lopen opname, productie en doorstroming heel anders dan voorzien. Onbekend is hoe lang de recessie effect zal hebben op de woningmarkt, maar hoe dan ook zal het woonbeleid over een andere boeg moeten worden gegooid om de woningmarkt beter werkend te krijgen. Huidige situatie Van aanbodgericht … Het is een turbulente tijd op de woningmarkt. Aanbieders raken de producten die ze jarenlang zonder al te veel moeite verkochten moeilijk kwijt, vragers van woningen stellen zich afwachtend op. Het aantal verhuizingen naar de nieuwbouw neemt af, maar ook binnen de bestaande woningvoorraad wordt minder verhuisd. Uit onderzoeken naar de woningbehoefte blijkt dat mensen wel willen verhuizen, maar in de praktijk blijkt de effectieve vraag naar woningen thans gering. Tegelijkertijd zijn er al woningbouwprogramma’s vastgesteld voor circa 2500 woningen. Deze projecten zijn al voorbereid en hebben veelal vertraging opgelopen ten gevolge van de recessie. Amstelveen zal de hoogste prioriteit leggen bij de realisatie van deze projecten. Hiervoor is een flexibele opstelling van alle bij de bouw betrokken partijen nodig. De gemeente zet de meeste van de recessiemaatregelen die in 2009 zijn getroffen ook de komende jaren voort. Deze maatregelen zijn bedoeld voor de korte termijn, maar lossen de structurele belemmeringen op de woningmarkt niet op. …naar vraaggestuurd Voor de langere termijn is het nodig om de vragers aan het stuur te zetten. Zij weten het beste hoe ze willen wonen, zij hebben het inzicht in hun portemonnee en zij kunnen beter dan anderen de afweging tussen prijs en kwaliteit maken. De huidige prijs/kwaliteitsverhouding van de woningen is slecht te noemen: de burgers betalen vaak veel geld voor soms matige kwaliteit. Daar moet echt wat aan gebeuren als de woningmarkt ongevoeliger moet worden voor de conjunctuur. Bij de zogenaamde zachte projecten kan al een begin worden gemaakt met de omslag naar een meer vraaggestuurd woonbeleid. De oorzaken van het vastlopen van de woningmarkt en de slechte prijs/kwaliteitsverhouding van woningen worden vooral veroorzaakt door het nationale beleid. De gevolgen daarvan zijn lange tijd toegedekt door de hoogconjunctuur, maar komen nu scherp naar voren. Binnen de marges van wat nationaal en regionaal mogelijk is, moet Amstelveen alles op alles zetten om de woningmarkt weer werkend te krijgen en er voor zorgen dat burgers meer waar voor hun geld krijgen. Ontwikkelingen De dynamiek op de regionale woningmarkt Jaarlijks verhuizen rond 250.000 personen in de Stadsregio Amsterdam plus Almere. Meer dan de helft van deze verhuizingen vindt binnen de regio plaats. Wanneer naar de buitengemeentelijke verhuisstromen wordt gekeken, blijkt dat Amsterdam als middelpunt een onmisbare schakel vervult. Amsterdam trekt vooral jonge huishoudens in de leeftijd van 15 tot 30 jaar aan. Deze komen niet alleen uit de rest van de stadsregio, maar vooral uit de rest van het land. Na hun dertigste verlaten velen de stad weer. Vanuit Amsterdam vertrekken jaarlijks gemiddeld 3400 huishoudens naar het zuidelijk deel van de regio. Veelal gaat het hierbij om hoogopgeleide, welvarende gezinnen. Tussen de overige woongebieden vinden onderling weinig
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
21
verhuisbewegingen plaats. Wie eenmaal gekozen heeft voor stadsregio–noord, -zuid of Almere, verruilt het ene woongebied niet meer zo snel voor het andere. Het feit dat Amsterdam, en in mindere mate ook andere gemeenten met studentenhuisvesting zoals Amstelveen en Diemen, in staat zijn jaarlijks grote groepen jonge mensen uit het hele land aan te trekken, zorgt voor een positief migratiesaldo voor de stadsregio. Dit veroorzaakt een grote dynamiek op de woningmarkt in de stadsregio en voor een continue vraag naar gezinswoningen. Dit leidt er toe dat in zuidelijk deel van de stadsregio de vraag naar gezinswoningen het aanbod overtreft en er nog steeds behoefte is aan uitbreiding van dit segment. De kracht van de regio is echter zo sterk als de zwakste schakel: indien de Amsterdamse regio niet in staat zal zijn de toenemende vraag naar studentenhuisvesting op te vangen, zal de dynamiek afnemen. Positie Amstelveen in de metropoolregio Ook voor Amstelveen is sprake van een nauwe verwevenheid met de woningmarkt in Amsterdam. Het aantal verhuizingen van Amstelveen naar Amsterdam is vergelijkbaar met de verhuizingen in omgekeerde richting. Het zijn vooral de jongeren die naar Amsterdam verhuizen en jonge gezinnen die naar Amstelveen verhuizen. Amstelveen heeft een relatief groot aandeel ‘oudere’ huishoudens van 65 jaar en ouder. Amstelveen heeft ook het grootste aandeel dure koopwoningen in de regio. Verder vervult Amstelveen een belangrijke rol in de regio voor de huisvesting van expats. Door de nabijheid van Schiphol, de goede voorzieningen (zoals de internationale school) en de rustige en veilige uitstraling van Amstelveen, oefent Amstelveen een grote aantrekkingskracht uit op expats. Wat betreft dit laatste is het noodzakelijk extra te investeren om de voorsprong te behouden. Groeiende behoefte aan diversiteit Voor woningzoekenden wordt de kwaliteit van de woonomgeving steeds belangrijker in hun woningkeuze. Een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte met aansprekende architectuur zijn belangrijke ingrediënten voor aantrekkelijke woonmilieus. Van belang is dan ook op zoek te gaan naar de mogelijkheden om de kwaliteit van woonmilieus in Amstelveen te verhogen en verder te differentiëren. Een woonmilieu is een aanduiding voor een verzameling aan kenmerken die woongebieden binnen dat woonmilieu gemeenschappelijk hebben. Uitgangspunt voor de verdere differentiatie in woonmilieus is dat de belangrijke onderscheidende kwaliteiten van Amstelveen behouden blijven. Belangrijkste kwaliteit is dat Amstelveen een rustig, groen en relatief veilig woonmilieu biedt ten opzichte van de aangrenzende gemeente Amsterdam. Ten opzichte van andere gemeenten in de metropoolregio die dergelijke suburbane woonmilieus aanbieden, moet Amstelveen haar extra kwaliteiten als hoogwaardig onderwijs, internationale voorzieningen en hoogwaardig openbaar vervoer verder uitbuiten. Ambities Alle kaarten op doorstroming zetten Om de woningmarkt te ontstoppen wil Amstelveen op langere termijn vooral inzetten op het toevoegen van woningen met veel kwaliteit, in diverse woonmilieus (centrumstedelijk, landelijk en suburbaan). Dat zorgt ervoor dat de doorstroming het grootst is en de meeste mensen hun woonwensen kunnen realiseren. Voor de korte termijn zal Amstelveen gericht middeldure segmenten aan de woningmarkt toevoegen om middeninkomens te verleiden uit de sociale huurvoorraad te verhuizen. Zo komt de sociale huurvoorraad toe aan mensen die het echt nodig hebben. Op langere termijn zullen de middeninkomens worden bediend met vrijkomende woningen uit de bestaande woningvoorraad. Woningvoorraad verduurzamen Verduurzaming is hoogst noodzakelijk omdat anders binnen niet al te lange termijn de energielasten mogelijk hoger zullen zijn dan de huurlasten. Voor lagere inkomens is het van groot belang om in een energiezuinig huis te wonen. Met de wooncorporaties zijn afspraken gemaakt dat zij meer gaan investeren in de verduurzaming van hun woningvoorraad. Ook andere verhuurders zullen hierop worden aangesproken. Voor het woonbeleid betekent dit dat er meer gestuurd zal worden op woonlasten en minder op huurniveaus.
22
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Zeggenschap vergroten Amstelveen wil een breuk maken met een lange traditie van woningbouw waarbij projectontwikkelaars nieuwbouwwijken realiseren en de bewoners slechts woonconsumenten zijn. De tijd is hier rijp voor: de verhoudingen tussen verschillende partijen zijn veranderd, als gevolg van de huidige economische recessie. Er zal meer ruimte worden gegeven aan (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Hierdoor zal beter ingespeeld kunnen worden op de effectieve vraag naar woningen. Bewoners meer zeggenschap geven en ruimte bieden de stad ‘te bouwen’, sluit naadloos aan op de ambitie om uit te groeien tot een duurzame, betrokken en ondernemende stad. Particulier opdrachtgeverschap is startpunt bij elk woningbouwplan, tenzij de kwaliteit van de locatie of de kenmerken van de doelgroep dit niet toelaat. Gematigde groei en vergroting diversiteit Amstelveen ambieert een gematigde bevolkingsgroei in een pluriforme samenstelling om te voldoen aan de lokale woonbehoefte, maar ook aan de regionale woonbehoefte. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken zijn er binnenstedelijk en in de Noorder Legmeerpolder woningbouwlocaties beschikbaar gesteld. In totaal heeft de gemeente een plancapaciteit van ruim 6.000 woningen. Hierbij is geen rekening gehouden met de ontwikkeling van de tweede fase van de Noorder Legmeerpolder, het deel ten zuiden van de 20 KE contour. Ontwikkeling van dit gebied is onder meer afhankelijk van besluitvorming van het rijk. Gewenste rol in de regio Amstelveen wil haar positie op de regionale woningmarkt verder versterken. Hierbij zet zij in op de volgende speerpunten: 1. het verder ontwikkelen van suburbane (voorstedelijke) woonmilieus: zoals hiervoor bleek, is er een grote vraag van gezinnen met hogere inkomens naar woningen in het zuidelijk deel van de stadsregio. Amstelveen kan en wil tegemoet komen aan deze vraag door zowel op diverse locaties binnen bestaand bebouwd gebied als in de Noorder Legmeerpolder woningen te ontwikkelen in een suburbane setting, dat wil zeggen ruime woningen in een groene omgeving met de grote stad onder handbereik; 2. het vergroten van het aanbod aan woonruimte voor (afgestudeerde) Amstelveense stedelijk georiënteerden: na hun studie afgerond te hebben, vertrekken veel bewoners van de huidige campus Uilenstede weer uit de regio. Of men vestigt zich in Amsterdam, om later in de gezinsvormende fase weer naar Amstelveen terug te keren. Deze ‘omweg’ via Amsterdam is mogelijk te voorkomen door voor afgestudeerden aantrekkelijke alternatieven te bieden in Amstelveen. Het bedienen van deze groep is van belang om de binding aan de stad te vergroten en om extra impuls te geven aan ondernemend Amstelveen; 3. het vergroten van het aanbod aan woonruimte voor (internationale) studenten: studenten wonen bij voorkeur in Amsterdam, maar door de grote schaarste aan huisvestingsmogelijkheden, zoeken zij steeds vaker buiten de ring van Amsterdam. Dat betekent dat ook locaties ten zuiden van Uilenstede aantrekkelijk gaan worden. Zeker wanneer we bedenken dat de kwaliteit en de snelheid van het openbaar vervoer waarschijnlijk zullen worden verhoogd; 4. het ontwikkelen van een centrumstedelijk woonmilieu in een groene setting, met internationale allure. Amstelveen is al aantrekkelijk voor expats. Deze aantrekkelijkheid kan Amstelveen verder versterken door aantrekkelijke faciliteiten aan woongebouwen toe te voegen, zoals conciërges, schoonmaakdiensten en was- en strijkservice. Daarnaast door voorzieningen in de naaste woonomgeving als horeca en catering toe te voegen. Ook het versterken en verder uitbouwen van de infrastructuur van (internationale) onderwijsvoorzieningen is een belangrijke vestigingsfactor; 5. het aanbieden van woonconcepten voor ouderen waarbij comfort en gemak samengaan met zorg en dienstverlening in en om de woning. Het gaat hier om woonconcepten die lang zelfstandig wonen bevorderen door veel service en veiligheid te bieden, maar in voorkomende gevallen het leveren van zorg gemakkelijk toelaten. Ook collectief particulier opdrachtgeverschap biedt goede mogelijkheden voor zinvolle combinaties van wonen, welzijn en zorg.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
23
Differentiatie van woonmilieus Versterking van de diversiteit aan woonmilieus kan het beste plaatsvinden op die locaties waar nieuwbouw gaat plaatsvinden of in die gebieden waar functiewijzigingen gaan plaatsvinden, dan wel waar de woningvoorraad woon- of bouwtechnisch is verouderd. Voor Amstelveen doen zich de volgende mogelijkheden voor: • • •
centrumstedelijk woonmilieu: door ontwikkeling op of rond verkeers- en vervoersassen als de A9 en de Beneluxbaan; suburbaan woonmilieu: door ontwikkeling van de Noorder Legmeerpolder en door herontwikkeling in de naoorlogse buurten; landelijk woonmilieu: door zorgvuldig ingepaste, kleinschalige ontwikkelingen in het buitengebied van Amstelveen.
In alle gevallen geldt dat een kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte en aansprekende architectuur uitgangspunten bij de planontwikkeling en -uitvoering zijn, uiteraard passend in de omgeving en de ruimtelijke context. Centrumstedelijke woonmilieus ontwikkelen Een eventuele gebiedsontwikkeling A9 biedt kansen om het centrum van Amstelveen verder te ontwikkelen. Amstelveen wil in dit gebied duurzame centrumstedelijke woonmilieus in een groene setting ontwikkelen. De centrale zone van de gebiedsontwikkeling is uitermate geschikt om woonmilieus te ontwikkelen voor uiteenlopende doelgroepen als expats, internationaal georiënteerde werknemers, ouderen en studenten. Voor expats kunnen ruime appartementen en stadswoningen worden ontwikkeld. De maatschappelijke trend ‘verzorgd wonen’ is bij uitstek van toepassing op deze doelgroep. Voor de woning en de woonomgeving wordt dan ook een hoog serviceniveau nagestreefd. Ook het realiseren van specifieke voorzieningen als een Japanse, Chinese of Indiase school en Aziatische voorzieningen zoals, winkels, horeca en andere ontmoetingsgelegenheden, is van belang. Deze gebiedsontwikkeling biedt ook kansen om voor meer bemiddelde ouderen luxueuze, levensloopbestendige woningen te ontwikkelen. Daarmee wordt een forse impuls gegeven aan de doorstroming op de Amstelveens woningmarkt. Ook voor jonge huishoudens (één- en tweepersoonshuishoudens en gezinnen) die op zoek zijn naar een levendige woonomgeving in de nabijheid van centra van werkgelegenheid, zal dit gebied aantrekkelijk worden. Voor deze doelgroep worden appartementen van uiteenlopende grootte en stadswoningen ontwikkeld. Voorzieningen als speelplekken en kinderopvang zijn voor deze doelgroepen relevant. Van belang is dat het nieuwe gebied ook direct een levendige uitstraling krijgt. Dat ontstaat niet zozeer door stedelijke functies, maar allereerst door mensen. Hiervoor is het van belang dat ook studenten zich in dit gebied kunnen vestigen. Zij zorgen in het bijzonder ’s avonds voor dynamiek en tegelijk voor sociale controle. Daarom wordt ingezet op het aantrekken van een instelling voor hoger onderwijs in dit gebied. Voor de levendigheid in het gebied worden verder ook voorzieningen gerealiseerd die jong publiek aantrekken zoals uitnodigende horeca en goede sportfaciliteiten, ook voor jongeren die al in Amstelveen wonen. De gebiedsontwikkeling A9 leent zich ook om in te spelen op een andere trend in het wonen: het vervagen van het onderscheid tussen wonen en werken. Te denken valt aan experimentele gebouwen waarbij geen strikt onderscheid meer bestaat tussen wonen en werken. Indien er stations worden ontwikkeld voor de toekomstvaste openbaar vervoerverbinding, grofweg een zone langs de Beneluxbaan, dan ontstaan er ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Belangrijke randvoorwaarden bij daadwerkelijke ontwikkelingen zijn het in stand houden en indien mogelijk versterken van de kwaliteit van doorgaande groen- en waterstructuren en de milieunormen ter plaatse. Voor verschillende doelgroepen kunnen potentiële ontwikkelingslocaties in de Beneluxbaanzone een aantrekkelijk gemengd woon/werkmilieu vormen. Dan kan worden gedacht aan jongeren, (ex) studenten, stedelijk georiënteerden en aan mensen die korte tijd in
24
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Amstelveen verblijven. Deze ontwikkelingsrichting is ook van belang voor het positioneren van bestaand bezit van verhuurders langs de Beneluxbaan. Nieuwe suburbane woonmilieus toevoegen Amstelveen zal met de uitbreiding van Westwijk en binnen bestaand bebouwd gebied 3100-3500 suburbane woningen toevoegen. Een zorgvuldige inpassing is hierbij van belang. Hiervoor vormen de volgende uitgangspunten een leidraad: • • • • • •
aan de wijk worden woonmilieus en woningtypen toegevoegd die de wijk versterken of aanvullen; behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit staat hierbij altijd centraal: voorop moet staan wat de kwaliteit van de plek zelf is; bij de woningprogrammering wordt aansluiting gezocht bij de woonbehoefte uit de buurt; woningen voor jongeren en stedelingen worden bij voorkeur ontwikkeld nabij hoogwaardig openbaar vervoer en uitgaansgelegenheden; woningen voor senioren worden ontwikkeld nabij voorzieningen die voor ouderen op loopafstand gelegen moeten zijn zoals openbaar vervoer, winkels, zorgvoorzieningen en ontmoetingspunten voor ouderen; sociaal veilig ontwerp en politiekeurmerk.
In de periode tot 2025 kan Amstelveen daarnaast circa 1200 woningen ontwikkelen in de Noorder Legmeerpolder. Het gebied (De Scheg) ligt ten noorden van de 20KE contour (geluidsbelastingscontour Schiphol). Met de rijksoverheid is afgesproken dat het een voorbeeldgebied moet gaan vormen voor het ontwikkelen van aantrekkelijk wonen nabij een geluidsbelaste zone. Amstelveen wil de kernwaarden duurzaam en betrokken tot centraal thema van deze nieuwbouwwijk maken. De basis voor duurzaamheid wordt gelegd door het gebied te voorzien van een duurzame energie-infrastructuur waarbij gebruik gemaakt wordt van de restwarmte van de nabijgelegen glastuinbouw. Betrokkenheid bij de omgeving wordt gestimuleerd door veel ruimte te bieden aan (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Initiatieven die ‘hoog’ scoren op betrokkenheid en duurzaamheid krijgen voorrang bij de ontwikkeling van de wijk. Het gebied leent zich voor de ontwikkeling van gezinswoningen in een suburbane setting. Een deel van de woningen kan ontwikkeld worden als woon/werkwoning. Op langere termijn kan ook de tweede fase van de woonwijk Noorder Legmeerpolder worden ontwikkeld. Dit is afhankelijk van de aanpassing van de vliegprocedures door Schiphol en de vervoerders. Een en ander conform de afspraken uit het Aldersconvenant. Een tweede fase maakt het wel noodzakelijk om het gewenste aanbod aan voorzieningen opnieuw te bezien, in samenhang met bestaande voorzieningen in Amstelveen, Aalsmeer en Uithoorn. Bestaande suburbane woonmilieus aanpakken Uit onderzoeken blijkt dat de vraag naar meer comfort en kwaliteit in het wonen blijft toenemen. Van belang is dan ook dat Amstelveen niet alleen kwaliteiten toevoegt met nieuwbouwprojecten, maar dat vooral de bestaande woningvoorraad aangepast moet worden aan de wensen van woningzoekenden. Bij een aantal gebieden in Amstelveen heeft deze vernieuwing prioriteit: de wijken Keizer Karel Park, Elsrijk Oost, Bankras-Kostverloren en Groenelaan. Kenmerkend aan deze wijken is dat er veel appartementencomplexen (deels portieketagewoningen) staan uit de jaren vijftig en zestig die niet alle voldoen aan de eisen die de huidige woonconsument stelt. Bij geen van deze wijken is momenteel sprake van een stapeling van problemen (sociaal, economisch, ruimtelijk, leefbaarheid) waardoor grootschalig ingrijpen noodzakelijk is. Er zal dan ook eerder sprake zijn van kleinschalige herstructurering dan van grootschalige transformatie. Wel zullen in deze gebieden initiatieven van particulieren, beleggers of corporaties komen voor verbetering van de woonkwaliteit.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
25
Landelijke woonmilieus scheppen Landelijke woonmilieus zijn van belang voor het versterken van de concurrentiepositie van de metropoolregio Amsterdam. Amstelveen kan hierin een goede rol vervullen. Uiteraard binnen de kaders van rijks- en provinciaal beleid. Hierbij wordt zowel gedacht aan de ontwikkeling van buitenplaatsen als aan landschappelijk wonen. De ontwikkeling van buitenplaatsen langs de Amstel (in het ‘Bovenland’, in het bijzonder ten noorden van de A9) is een mogelijkheid om zowel de landschappelijke kwaliteit van het gebied te behouden en te versterken als specifieke woonmilieus te ontwikkelen. Een andere mogelijkheid is de ontwikkeling van landschappelijk wonen, bijvoorbeeld door toepassing van de ‘ruimte voor ruimte regeling’. Deze ontwikkeling zal moeten samengaan met de ontwikkeling van natuur en recreatie in dit gebied. Belangrijke randvoorwaarde voor het goed laten slagen van deze ontwikkelingen is een helder planologisch regime.
26
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
27
5. Werkmilieus Voldoende en passende werklocaties bieden Amstelveen biedt veel werkgelegenheid: bijna 44.000 arbeidsplaatsen. Aantrekkelijke werkmilieus zijn een belangrijk onderdeel van het Amstelveense economisch beleid: om de economische structuur te versterken, om een evenwichtige en duurzame economische groei te bevorderen en om de diversiteit in de Amstelveense bedrijvigheid of de directe regio te vergroten. Het bieden van voldoende werklocaties, goed passend bij de kwaliteitseisen van de ondernemers, is essentieel om het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven te verbeteren, de bestaande werkgelegenheid te behouden en nieuwe werkgelegenheid te creëren. De verscheidenheid van deze locaties moet zodanig zijn, dat zowel lokale, regionale en internationale bedrijven zich gemakkelijk in Amstelveen kunnen vestigen. De bedrijvigheid in Amstelveen kenmerkt zich door relatief veel dienstverlenende bedrijven (71% van de werkgelegenheid, waarvan 55% commercieel), een aantal grote nationale en internationale (hoofd)vestigingen en bestaat verder uit een groot deel zelfstandigen zonder personeel. Direct gevolg hiervan is dat Amstelveen beschikt over relatief weinig bedrijventerreinen en veel kantoren. Huidige situatie Drie gemengde bedrijventerreinen Amstelveen beschikt over drie bedrijventerreinen binnen bestaand bebouwd gebied: Legmeer, Bovenkerk en Westwijk. Het merendeel van de hier gevestigde bedrijven heeft een lokale of regionale functie. De terreinen zijn vrijwel volledig uitgegeven, maar kampen alle met leegstand. Bedrijventerrein Legmeer is een gemengd terrein waar algemene bedrijvigheid en enkele bedrijven met een publiekstrekkende functie gevestigd zijn. Behalve enkele autodealers en een bouwmarkt is er geen consumentenverkoop. De betoncentrale behoort als enige bedrijf tot de zwaardere milieucategorie 4. Legmeer is enigszins verouderd en komt voor herstructurering in aanmerking. Bedrijventerrein Bovenkerk biedt ruimte aan gemengde bedrijvigheid, kantooractiviteiten en perifere en grootschalige detailhandelsvestigingen. Zittende detailhandelsbedrijven kunnen uitbreiden binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Ook kunnen Amstelveense detailhandelsbedrijven zich verplaatsen naar Bovenkerk. Het winkelaanbod is versnipperd over het terrein gevestigd. Twee kavels komen nog voor ontwikkeling in aanmerking: de Bovenkerkerhoek en de Ziederij. Bedrijventerrrein Westwijk is een nieuw en relatief klein terrein met kleinschalige, geschakelde bedrijfspanden met kantoorruimte. Dit terrein heeft een kwalitatief goede uitstraling, dat gewaarborgd wordt door de aanwezigheid van parkmanagement. Grote kantorenvoorraad, hoge leegstand Kronenburg en Commercepark zijn de belangrijkste kantorenlocaties. Daarnaast is een aantal grote kantoren gevestigd aan Burgemeester Rijnderslaan, in het Stadshart en langs de Startbaan. De totale kantorenvoorraad in Amstelveen bedraagt ruim 650.000 m2. De leegstand bedraagt circa 20% (november 2010). De helft van deze leegstand wordt veroorzaakt door het voormalige KPMGhoofdkantoor (48.000 m2) en het rekencentrum van ABN-AMRO (Kostverloren). Als het KPMGgebouw langdurig leeg blijft staan heeft dit een negatieve uitstraling op omliggende gebieden, zoals het Stadshart en een mogelijke gebiedsontwikkeling rondom de A9. Greenport ook van lokaal belang De Greenport Aalsmeer is één van de grootste logistieke, handels- en kenniscentra op het gebied van sierteeltproducten ter wereld. Daardoor ook een heel belangrijke voedingsbron voor Schiphol. De werkgelegenheid in de regio bedraagt naar schatting 43.000 arbeidsplaatsen. Amstelveen werkt binnen de regio samen aan het versterken van de Greenport Aalsmeer. De ligging vlakbij veiling Flora Holland in Aalsmeer maakt dat de Noorder Legmeerpolder een aantrekkelijke locatie is voor
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
29
glastuinbouwbedrijven. In dit gebied zijn naar schatting circa 40 tuinbouwbedrijven gevestigd waar onder andere rozen, orchideeën en varens worden gekweekt. In de afgelopen jaren is het aantal glastuinbouwbedrijven in de Noorder Legmeerpolder afgenomen. Voor een deel is deze afname te verklaren door schaalvergroting. Daarnaast is een aantal bedrijven failliet gegaan vanwege de economische tegenspoed. Verschillende ondernemers hebben, vooral aan de noordkant van de Noorder Legmeerpolder, nevenactiviteiten ontplooid of hun bedrijf ongebouwd tot caravanstalling of andersoortige bedrijfsmatige activiteiten. Ontwikkelingen Overcapaciteit aan bedrijventerrein en kantoorontwikkeling Amstelveen heeft in het zuiden van de gemeente, langs de omgelegde N 201 twee nieuwe bedrijventerreinen gepland: De Loeten en Amstelveen-Zuid. Mede door de economische crisis is er in de regio Amstelland-Meerlanden een overschot aan bedrijventerreinen en kantorenlocaties ontstaan. Daarnaast ontwikkelt de markt voor kantoren en bedrijven zich van een uitbreidingsnaar een vervangingsmarkt, vooral vanwege de verwachting dat de werkzame beroepsbevolking per saldo minder hard groeit. Segmentering en fasering van het (plan)aanbod in de tijd is noodzakelijk om dreigende overschotten en prijsbederf te voorkomen. Dit betekent concreet dat Amstelveen in regionaal verband afspraken moet maken over De Loeten en Amstelveen Zuid, maar ook over de kantoorontwikkelingen. Vanwege een fors aanbod aan nieuwe en bestaande kantoormeters in de Metropoolregio Amsterdam zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over kantoorontwikkelingen. Nieuwe, nog niet bij de regio bekende, grootschalige kantoorontwikkelingen zijn ongewenst. Amstelveen heeft voor de komende jaren circa 15.000 m2 nieuwe kantoren gepland. Daarnaast kan op langere termijn in nieuwe kantoorruimte worden voorzien rondom de A9, als daar tegen die tijd behoefte aan is. Herstructurering van de tuinbouw De glastuinbouw is een innovatieve sector waar ontwikkelingen als schaalvergroting en verduurzaming zijn ingezet en de komende jaren verder zullen worden versterkt. De Noorder Legmeerpolder is binnen de Greenport Aalsmeer aangewezen als één van de vier prioritaire herstructureringslocaties. Om de duurzame herstructurering te stimuleren, onderzoekt de gemeente samen met de provincie, de regio en de tuinders de mogelijkheden voor de realisatie van een warmtenet eventueel in combinatie met geothermie en een biomassacentrale. Schiphol: Amstelveens belang Schiphol is een belangrijke regionale economische motor en van groot belang voor Amstelveen. In 2009 hadden ruim 1.300 Amstelveense bedrijven een relatie met Schiphol. Deze bedrijven zijn samen verantwoordelijk voor 44% van de lokale werkgelegenheid. Amstelveen zoekt naar de balans tussen economie, milieu en ruimtelijke ontwikkelingen in relatie tot Schiphol. Amstelveen zoekt samen met andere partijen naar slimme en duurzame mobiliteitsoplossingen om zo de dubbele ‘hub’-functie van de Schiphol-omgeving en de regio in de toekomst te versterken. Door in te zetten op Greenport Aalsmeer, op gastvrijheid en op het binnenhalen van internationale bedrijven draagt Amstelveen bij aan de Schiphol-economie. Daarnaast treft Amstelveen hinderbeperkende maatregelen en investeringen in de omgevingskwaliteit conform bestuurlijke afspraken uit het Aldersakkoord en de convenanten hinderbeperking en omgevingskwaliteit (2008). Ambities Kwaliteitsslag van bestaande bedrijventerreinen De ruimte voor bedrijfsactiviteiten moet per saldo gelijk blijven om de gevestigde bedrijven en de werkgelegenheid in Amstelveen te behouden. Indien grote bedrijfslocaties getransformeerd worden naar woonlocaties moet dit elders in Amstelveen deels worden gecompenseerd. Vraag en aanbod van werklocaties moeten beter op elkaar worden afgestemd. Daarnaast is meer aandacht nodig voor de bestaande terreinen. De leegstand moet teruggebracht worden naar het niveau van frictieleegstand. Maximaal 8% leegstand is acceptabel bij een goed functionerende vastgoedmarkt.
30
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Private partijen zijn primair verantwoordelijk voor het terugdringen van de leegstand. Door het toevoegen van werkgerelateerde functies op de bedrijventerreinen biedt de gemeente mogelijkheden aan de marktpartijen. Ook leidt een verruiming van functies tot een aantrekkelijker terrein en een intensiever gebruik van de beschikbare ruimte. Functies met zeer intensieve bezoekersstromen op geconcentreerde tijden, die gepaard gaan met veel verkeersbewegingen van personenauto’s, zijn niet gewenst op de bedrijventerreinen. Het gaat hierbij onder andere om grootschalige gezondheidscentra. Bedrijventerrein Legmeer krijgt ruimte voor maatschappelijke en publieke functies. Onderwijsvoorzieningen en kinderdagverblijven zijn niet gewenst op Legmeer, vanwege de vele vrachtwagenbewegingen op het terrein. Door een kwaliteitsimpuls op dit terrein te creëren, ontstaat een aantrekkelijker, duurzamer en verkeersveiliger terrein. Perifere en grootschalige detailhandelsactiviteiten worden alleen toegestaan op bedrijventerrein Bovenkerk. Het parkeren op bedrijventerreinen blijft een aandachtspunt, want op delen van die terreinen is de vraag groter dan het aanbod. Parkmanagement wordt onderzocht voor de bedrijventerreinen Bovenkerk en Legmeer, omdat dit leidt tot meer betrokkenheid van de ondernemers bij hun bedrijfsomgeving. De eigenaren en gebruikers zijn gebaat bij een kwalitatief goede en duurzame werkomgeving. Zorgvuldige toevoeging van nieuwe bedrijventerreinen Nieuwe bedrijventerreinen moeten zorgvuldig worden ontwikkeld, waarbij duurzaamheid, bereikbaarheid en efficiënt ruimtegebruik als uitgangspunten worden gehanteerd. Bedrijventerrein De Loeten komt als eerste in aanmerking voor feitelijke ontwikkeling. Dit terrein blijft bestemd voor modern gemengde bedrijvigheid, waarbij veilinggerelateerde bedrijvigheid een subcategorie vormt. Amstelveen is van plan om een klein deel te oormerken voor Amstelveense tuincentra, die door herontwikkeling van de huidige locatie gedwongen zijn te vertrekken. Het helder afbakenen van een deelgebied voorkomt een wildgroei aan tuincentra. Ook bedrijventerrein Amstelveen-Zuid lijkt het meest geschikt voor gemengde bedrijvigheid. Naar verwachting wordt dit terrein voorlopig niet ontwikkeld, tenzij er functies gevestigd kunnen worden die elders in Amstelveen en de regio geen plaats kunnen vinden. De ontwikkelingspotenties worden onderzocht, waarbij ook wordt nagegaan in hoeverre er ruimte beschikbaar kan komen voor bedrijven in milieucategorie 4. De gronden op bedrijventerreinen De Loeten en Amstelveen-Zuid zijn in eigendom van particulieren. Amstelveen bezit nauwelijks gronden en is niet van plan om grondposities in te nemen. De gemeente wil via anterieure overeenkomsten afspraken maken met de eigenaren over de ontwikkeling van deze locaties. De in 2010 vastgestelde structuurvisie Amstelveen-Zuid biedt hiervoor het kader. Focus op het aantrekken van werknemers Voor de langere termijn is het noodzakelijk om meer in te zetten op het creëren van een duidelijker profiel van het werkklimaat. Bedrijven worden steeds vluchtiger in hun vestigingsgedrag. Ze zoeken concentraties van hooggeschoolde, internationaal georiënteerde werknemers op. Voor Amstelveen betekent dit dat naast het rechtstreeks aantrekken van bedrijven meer moet worden ingezet op citymarketing gericht op inhoud: vestig de aandacht op werkelijk onderscheidende kwaliteiten, bestaande of nieuwe. Leegstand van kantoren terugdringen De positie van de Amstelveense kantorenmarkt is sterk afhankelijk van de ligging ten opzichte van de Zuidas en Schiphol. Deze positie wil Amstelveen graag behouden. Amstelveen ambieert een sterke terugdringing van de leegstand op de kantorenmarkt. Maar omdat kantoorpanden in eigendom zijn van beleggers en investeerders heeft de gemeente weinig directe invloed op de kantorenmarkt. Amstelveen staat open voor initiatieven van marktpartijen. De primaire verantwoordelijkheid voor het terugdringen van de leegstand ligt bij de eigenaren van de leegstaande panden. Specifiek voor het voormalige KPMG-hoofdkantoor hoopt Amstelveen dat dit pand opnieuw verhuurd wordt als kantoor, maar de gemeente staat ook open voor andere marktinitiatieven, tijdelijke of permanente.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
31
Glastuinbouw innoveren Om de glastuinbouw in Amstelveen te versterken, dient circa 62 ha in de Noorder Legmeerpolder omgezet te worden naar een meer duurzame glastuinbouw. Het betreft een combinatie van de herstructurering van bestaande kassen en de mogelijkheid om een deelgebied geheel nieuw te ontwikkelen. De ambitie is om de (rest)warmte van de glastuinbouw uit te wisselen met de woningen die in de Scheg (ten noorden van het duurzame glastuinbouwgebied) op termijn gerealiseerd zullen worden.
32
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
33
6. Voorzieningenniveau Voorzieningen zorgen voor levenskwaliteit Bij voorzieningen gaat het om alle zaken die het beleven van wonen en werken in Amstelveen aangenaam maken en het (samen)leven vergemakkelijken. Dan gaat het niet alleen om commerciële voorzieningen als winkels, horeca, bioscopen en fitness- en wellnesscentra, maar ook om publieke voorzieningen op stedelijk en regionaal niveau als theaters, bibliotheken, musea, voortgezet onderwijs en om maatschappelijke voorzieningen op wijkniveau als kinderopvang, basisscholen, huisartsen, therapeuten, ontmoetingsruimten en maatschappelijke ondersteuning. Van groot belang hierbij is een goede bereikbaarheid van alle voorzieningen: lopend, rollend, fietsend, met de auto of met openbaar vervoer. Bereikbaarheid is opgenomen in hoofdstuk 3. Ook in de hoofdstukken over woonmilieus (4) en werkmilieus (5) is aandacht besteed aan diverse voorzieningen voor verschillende groepen en het belang van een goede bereikbaarheid daarvan. Huidige situatie Positie Stadshart onder druk De huidige positie van het Stadshart kenmerkt zich door een unieke combinatie van recreatief winkelen en culturele voorzieningen. Het Stadshart heeft een bovenlokale functie met circa 35% bezoekers van buiten Amstelveen. Deze regionale positie staat onder druk, vooral door ontwikkelingen elders in de regio, zoals in Hoofddorp en Amsterdam Zuidoost. Het Stadshart kent enkele verbeterpunten: • • • • • •
het introverte karakter leidt tot slechte herkenbaarheid van buitenaf; de excentrische ligging van het Stadsplein brengt geen logische bewegingen met zich mee; enkele gevestigde functies hebben weinig uitstraling, waardoor de belevingswaarde beperkt is; de oostzijde heeft een onduidelijke entree en mist een goede aansluiting op het OV; de aansluiting met de Rembrandtweg is niet optimaal vormgegeven; het ontbreken van levendigheid in de avond in samenhang met horeca en andere commercieelculturele functies.
Wijkwinkelcentra onder druk van schaalvergroting Naast het Stadshart heeft Amstelveen in elke wijk een winkelcentrum voor dagelijkse benodigdheden. In de toekomst zullen niet al deze winkelconcentraties blijven bestaan: de kleinste centra met het minste draagvlak zullen als eerste afvallen. Vanwege de schaalvergroting ontstaat een noodzaak tot concentratie van voorzieningen. Zowel het wijkwinkelcentrum Groenelaan als Kostverloren zullen een kwaliteitsslag moeten ondergaan. Deze ontwikkeling kan benut worden om tegelijkertijd de publieke voorzieningen op deze locaties te concentreren en de kwaliteit te verbeteren. Het concentreren van publieke en commerciële voorzieningen kan een aantal voordelen hebben: -
de bereikbaarheid van de voorzieningen kan goed geregeld worden; de mogelijkheid tot multifunctioneel ruimtegebruik; een groter gebruik van zowel de publieke als commerciële voorzieningen; de combinatie van voorzieningen kan leiden tot een grotere sociale veiligheid.
Sport en cultuur op een hoog niveau Amstelveen heeft een groot aanbod aan sportfaciliteiten, veelal binnen bestaand bebouwd gebied gelegen. Dat laatste is vanuit het oogpunt van sociale veiligheid en het minimaliseren van verkeersbewegingen uiterst waardevol. Recent is besloten tot een korte termijn investeringsprogramma in de faciliteiten voor de breedtesport. Wat betreft de topsport zijn hockey, cricket, volleybal en badminton in ieder geval nationaal vooraanstaand.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
35
Ook op cultureel terrein is Amstelveen meer dan gemiddeld bedeeld met een poppentheater met lokale roem, een schouwburg met regionale uitstraling, een poptempel met nationale faam en een museum met internationale aantrekkingskracht. Daarnaast is er particulier museum met landelijke bekendheid. De hoge concentratie van cultuurfuncties rondom het stadsplein en de unieke mix met commerciële functies in het Stadshart zijn de sterke punten van het Amstelveense centrumgebied. Zorg, onderwijs en welzijn: hoog gewaardeerd Amstelveen kent op het terrein van zorg, onderwijs en welzijn een rijke traditie van hoogwaardige voorzieningen, goed verspreid over de stad. Bijna elke wijk kent een compleet palet aan voorzieningen waardoor iedereen deze relatief gemakkelijk kan bereiken. Naast zorg op wijkniveau is er een ziekenhuis en zijn er diverse zorginstellingen. Op het terrein van welzijn zorgen wijkcentra en ouderensteunpunten voor ontmoeting en ondersteuning. In elke wijk is basisonderwijs te vinden. Het voortgezet onderwijs is met vier dicht bij elkaar gelegen scholen en een internationale school minder verspreid, maar kent een hoog kwaliteitsniveau. Daarnaast is een nog het ROC aan de Zetterij, een school voor vakgericht onderwijs en NOVA, een school voor volwasennenonderwijs. De komende jaren wordt door nieuwbouw en verbouw van scholen moderne onderwijshuisvesting gerealiseerd; de volgende stap is extra investeren in het inhoudelijk programma van de scholen, zodat er excellente scholen ontstaan. De hoogwaardige kwaliteit van maatschappelijke voorzieningen wordt door veel bewoners gekoesterd. Amstelveen is daarmee een betrokken stad waar iedereen mee kan doen. En waar men zelf een bijdrage aan kan leveren. Het is zeker niet zo dat alles door de overheid wordt aangeboden. De burgers zelf en hun organisaties vormen de kracht waar de stad op draait, de kracht die de stad levendig maakt. Ontwikkelingen Grote verschuivingen in de detailhandel De detailhandel is onderhevig aan vele externe invloeden. De gevolgen van de ontwikkeling van internetverkopen worden steeds duidelijker. Schattingen over de betekenis voor fysieke winkels lopen uiteen, maar hebben één gezamenlijk kenmerk: in de toekomst zijn minder, maar betere winkelmeters nodig, omdat meer en meer via internet wordt verkocht. Daardoor verschuift de behoefte van verkoop naar opslag en transportactiviteiten. Daar komt bij dat er in de regio veel (harde en zachte) plannen zijn om de detailhandel uit te breiden. Als deze plannen allemaal doorgang zouden vinden, ontstaat leegstand op de slechtste locaties. Deze winkelmeters zullen uit de markt moeten worden genomen. Dat kan ook betekenen dat sommige winkelcentra hun bestaansrecht verliezen. Voor overblijvende winkelcentra betekent dit dat de ruimtelijke en verblijfskwaliteit verhoogd moet worden en dat het positioneren in de markt belangrijker wordt. Van georganiseerd verband naar individueel programma Er is een trend naar meer individuele sportbeoefening en zelfgekozen cultuurbeleving. Voor de sport betekent dit dat verenigingen meer inspanningen moeten doen om leden te werven, andere concepten binnen de vereniging moeten aanbieden en meer moeite hebben om vrijwilligers aan de vereniging te binden. Dat kan consequenties hebben voor het draagvlak en voor de financiering van het aanbod. Dat geldt in zekere zin ook voor de culturele instellingen. Burgers stellen hun eigen culturele programma op, waardoor de programmering voor de instellingen steeds lastiger wordt. Voorlopig hebben sportverenigingen en culturele instellingen in Amstelveen het nog behoorlijk druk en zal het niet op stel en sprong ruimtelijke gevolgen hebben. Op langere termijn zal dit naar verwachting wel consequenties hebben. Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij Nederland maakt een ontwikkeling door naar een participatiemaatschappij, waarin mensen ondernemend zijn en primair zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun bestaan, hun welbevinden en hun toekomst. Dit betekent dat mensen meer dan voorheen gebruik gaan maken van hun eigen
36
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
netwerken en andere sociale verbanden, zoals familie, buurt, kerk, politieke partij of vakbond. Dit heeft gevolgen voor het lokaal beleid waarin tot voor kort het aanbieden van welzijnsactiviteiten vanuit diverse accommodaties centraal stond. De nadruk zal komen te liggen op het stimuleren van participatie en netwerkvorming, waardoor het zwaartepunt verschuift van instellingen en gebouwen naar sociale verbindingen. Pas als blijkt dat mensen vanwege beperkingen niet zelf een voorziening met behulp van eigen sociale netwerken kunnen treffen is er een rol voor de overheid. Die rol uit zich door mensen te helpen (weer) zelf een voorziening te treffen of een sociaal en/of maatschappelijk netwerk te bouwen. Ambities Stadshart versterken Een goed Stadshart is een belangrijk visitekaartje voor bezoekers of voor bedrijven of personen die zich in de stad willen vestigen. Het Stadshart is dé plek waar de gemeente uitdrukking kan geven aan het gastvrije karakter. De gemeente ambieert het versterken van de centrumfunctie van het Stadshart. Door het toevoegen van voorzieningen, zoals specifieke winkels, culturele instellingen en publieke voorzieningen, wordt de economische waarde van het Stadshart, en daarmee de betekenis voor lokale en regionale kenniseconomie, versterkt. Investeren in voorzieningen verdient zich terug door stijgende grondopbrengsten en door waardegroei. Deze ambitie staat los van de ondertunneling van de A9, hoewel een eventuele gebiedsontwikkeling A9 een impuls voor deze ambitie kan betekenen. Het Stadshart wordt doorontwikkeld tot een ‘third place’, een plek - anders dan thuis of op het werk - waar je naar toe gaat om te ontspannen en je onderdeel te voelen van een samenleving. Ofwel, het winkelgebied moet nog meer dan nu al het geval is, geschikt zijn voor aankopen doen én een plek zijn waar men komt voor andere activiteiten, inspiratie, ontmoeting, flaneren. De verhouding tussen openbare verblijfsruimte en besloten ruimte heeft een zeker evenwicht nodig. Lange termijnvisie Stadshart Voor de korte termijn is het belangrijk initiatieven in het Stadshart te ondersteunen die bijdragen aan behoud en versterking van de kwaliteit van het Stadshart. Om een sterker Stadshart te krijgen is het noodzakelijk te werken vanuit een eensluidende visie op de toekomstige positie van het Stadshart voor de stad en de regio. Korte termijnontwikkelingen moeten passen in deze visie. In de Stadshartvisie staan de randvoorwaarden waarbinnen ontwikkelingen gefaseerd plaats kunnen vinden. Specifieke aandachtspunten hierbij zijn de samenhang met de bereikbaarheid na de geplande ondertunneling van de A9, de eventuele gebiedsontwikkeling A9 en de ontwikkeling en betekenis van het HOV-station. Verdere onderwerpen die van belang zijn voor de ontwikkelingsvisie Stadshart: • de benodigde omvang en diversiteit van functies (congresvoorziening/hotel, culturele faciliteiten, vrijetijdsvoorzieningen, hoger onderwijs, horeca); • het aanpakken van de eerder genoemde verbeterpunten (zichtbaarheid, entrees, Stadsplein, aansluiting Rembrandtweg, horeca-aanbod en commercieel-culturele functies); • het behouden en waar mogelijk verbeteren van de sterke punten (bereikbaarheid voor auto en openbaar vervoer, parkeren, ruimtelijke kwaliteit, kwalitatief bovengemiddeld winkelaanbod). Inbedden in regionaal perspectief Dit dient te gebeuren vanuit een bewustzijn van de algemene en regionale detailhandelsontwikkelingen. Ook de regionale positie van Amstelveen in het internationale perspectief en de gastvrijheid vereist een visie op het Stadshart. De mogelijke gevolgen voor wijkcentra zullen hierbij moeten worden onderzocht. Winkelontwikkelingen op andere locaties in de stad, zoals op bedrijventerrein Bovenkerk, zullen met terughoudendheid bezien moeten worden en niet concurrerend mogen zijn met het Stadshart. Wijkwinkelcentra concentreren Om de wijken aantrekkelijk en leefbaar te houden en de locale economie te behouden, is het belangrijk dat een aantal wijkwinkelvoorzieningen in stand blijft. Hiertoe wordt gestimuleerd dat
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
37
het aanbod op een aantal plekken in de stad wordt geconcentreerd. Daarnaast kan gedacht worden aan het nog meer combineren van functies op centrale locaties in wijken, zoals wijkcentra in of naast winkelcentra, die elkaar kunnen versterken en gebieden levendig houden. Vitaliteit door meedoen Amstelveen is een voor alle bewoners vitale stad waarin iedereen goed toegang kan vinden tot kwalitatief goede maatschappelijke voorzieningen: kwalitatief zeer goede scholen, levendige sportverenigingen en diverse culturele en maatschappelijke instellingen. Amstelveen werkt hier hard aan - onder andere door vernieuwing van diverse schoolgebouwen - en zal hier ook blijvend aandacht aan besteden. Dit neemt niet weg dat herbezinning onder de druk van de financiële schaarste noodzakelijk is. Multifunctioneel ruimtegebruik, voorkomen van overlap, stimuleren van samenwerking en hanteren van het profijtbeginsel zijn hierbij de leidende principes. Specifiek voor het onderwijs is het streven om te excelleren door uitstekende faciliteiten en een vooraanstaand inhoudelijk programma voor basis- en voortgezet onderwijs voor iedereen te bieden. Daarnaast wil Amstelveen een instelling voor hoger onderwijs aantrekken, bij voorkeur gericht op de financieeleconomische sector. Toegankelijkheid van voorzieningen weegt zwaarder dan individueel nut Maatschappelijke participatie, zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en een sterke sociale infrastructuur zijn de kernbegrippen. Pas als blijkt dat mensen vanwege beperkingen niet zelf een voorziening kunnen treffen is er een rol voor de overheid. Ruimtelijk gezien wordt gestreefd naar een zekere concentratie van maatschappelijke voorzieningen op goed bereikbare plekken in de buurt van commerciële voorzieningen. Dat vergroot het gebruik van voorzieningen doordat op één ‘reis’ meerdere doelen kunnen worden behaald. Jeugd en jongeren in beweging houden Voor een vitale stad is de jeugd essentieel. Immers: de jeugd is de toekomst. Het is sociaal onaanvaardbaar en economisch onverantwoord dat jongeren niet naar school gaan en geen werk hebben. Het streven is gericht op maximale arbeidsparticipatie van alle jongeren, nu en in de toekomst. Arbeidsparticipatie beschermt jongeren het beste tegen sociale problemen zoals armoede, sociale uitsluiting, criminaliteit en integratieproblemen. Dat betekent meer energie steken in een goede aansluiting tussen scholing en arbeidsmarkt. Onder andere door scholen en bedrijven meer met elkaar in contact te brengen. Ook zouden jongeren meer kunnen worden ingezet bij sportverenigingen. Ook als ze zelf niet meer willen sporten, zouden ze als vrijwilliger taken en activiteiten kunnen verrichten waardoor de verenigingen ‘vers bloed’ krijgen en jongeren op hun beurt kunnen wennen aan het verenigingsleven en aan de waarde van vrijwillig werken. Amstelveen draagt bij aan regionale sportambities Wat betreft de topsport zijn de ambities van Amstelveen in de accommodatiesfeer behoorlijk teruggeschroefd. Als het gaat om topsportlocaties zou veel meer in regionaal verband moeten worden opgetrokken zodat er niet op enkele kilometers afstand van elkaar twee concurrerende topsportlocaties worden ontwikkeld. De Sportas zoals geformuleerd door de gemeente Amsterdam zou niet alleen kunnen fungeren als vehikel voor de Olympische ambitie voor 2028, maar ook voor de samenwerking tussen Amstelveen en Amsterdam op het terrein van de topsport. Amstelveen wil bijdragen aan de regionale ambitie om topsportevenementen te faciliteren. De eerste fase van de Sportas, de vernieuwing van het Wagenerstadion in samenhang met de herstructurering van het Sportpark Amsterdamse Bos, kan als opstap voor deze samenwerking worden gebruikt. In een later stadium zouden er meer afgestemde initiatieven en plannen kunnen worden geformuleerd die de topsport in de metropoolregio ondersteunen (topsporthal, cricketstadion). Specifiek voor het sportpark Amsterdamse Bos gelden wat betreft Amstelveen bij de herstructurering wel een aantal randvoorwaarden: de bestaande verkeers- en parkeerproblemen moeten worden opgelost, nieuwe verkeer- en parkeerproblemen moeten worden voorkomen, geen sportvreemde activiteiten op het sportpark of stadion en het aanzien van een eventueel nieuw Wagenerstadion moet passen binnen het historische karakter van het Amsterdamse Bos.
38
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Investeren in cultuur: particuliere opgave Nieuwe ambities op cultureel terrein zullen vooral vanuit particulier initiatief moeten komen. De investeringen, maar vooral de exploitatielasten, zijn publiek niet meer op te brengen. Te denken valt aan een bioscoopcomplex, een reclamemuseum en een wellnesscentrum.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
39
40
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
7. Duurzame ruimte Inclusief plannen en slim ruimtegebruik Duurzame ruimte is een tweeledig begrip: het gaat om ruimte voor duurzaamheid en het gaat om duurzaam ordenen en gebruiken van de ruimte. Het gaat wat betreft het eerste om ruimte bieden of reserveren voor het toepassen of introduceren van duurzame oplossingen, boven of onder de grond. Dat betekent vroegtijdig rekening houden met allerlei aspecten van duurzaamheid bij de planvorming, ontwikkeling en uitvoering van projecten en in gebieden (inclusief plannen). Het tweede betreft het doelmatig omgaan met de beschikbare ruimte binnen en buiten bestaand bebouwd gebied door meervoudig ruimtegebruik op projectniveau, functiemenging op gebiedsniveau en het openhouden van ruimte op regionaal niveau (slim ruimtegebruik). Inclusief plannen en slim ruimtegebruik zullen er toe leiden dat minder geld wordt verspild en onnodig ruimte wordt gebruikt. Door vooruit te denken en de ruimte beter te benutten, zullen uiteindelijk minder kosten gemaakt hoeven te worden en zal de waarde van de stad en haar gebieden toenemen. Het terugdringen van verspilling, het zuinig omgaan met hulpbronnen en het investeren in innovaties komt bovendien het imago van de stad ten goede. Door vooraanstaand duurzaam te worden, wordt het aantrekkelijker voor bewoners en bedrijven om zich in Amstelveen te vestigen. In twee opzichten: doordat de stad zich daarmee onderscheidt van andere wordt het merk ‘Amstelveen’ sterker en omdat wonen en werken daardoor relatief goedkoper zullen worden dan elders. Huidige situatie Omvangrijke energie-infrastructuur De infrastructuur voor energie omvat warmte- en koudenetten, hoofdbuisleidingen, bronnen en opslagruimtes in de ondergrond. Hier is direct aan verbonden dat er bovengronds afnemers van energie aanwezig zijn. In de energieketen spelen ook transportroutes en tussenopslag van grondstoffen en brandstoffen een belangrijke rol. Bij buisleidingen en opslag is het van belang dat met veiligheidsafstanden rekening moet worden gehouden. Langs transportroutes zijn tankstations met ondergrondse tanks aanwezig. Andere belangrijke structurerende elementen zijn de leidingstelsels voor levering van gas en water. Hoog energieverbruik In Amstelveen wordt veel energie verbruikt. De gemeente voert overleg met partijen in de stad om energieverlies tegen te gaan. Met partners zoals wooncorporaties zijn afspraken gemaakt het energieverbruik van bestaande woningen en gebouwen te laten afnemen. Bij nieuwbouw wordt de graad van energiebesparing stapsgewijs opgevoerd. Het gebruik maken van bronnen in de directe omgeving die warmte en koude kunnen leveren wordt steeds populairder (warmte-koude opslag: WKO). Het huidige stadsverwarmingsnet brengt restwarmte vanuit de Diemer elektriciteitscentrale naar Amstelveen Noord. De mogelijkheden van het net worden nog niet optimaal benut, vooral omdat het nog geen ringleiding is. Ook moet het net betrouwbaarder worden, door bijstook met aanvullende bronnen. Overzichtelijke bodemstructuur De bodemopbouw in Amstelveen hangt samen met haar ontstaansgeschiedenis. In Amstelveen bevinden zich een viertal polders en droogmakerijen. De droogmakerijen zijn gevormd door de winning van het oorspronkelijke veenpakket. Aan de randen van de polders is een strook restveen achtergelaten: de Bovenlanden. De bodem in de rest van de polders bestaat hoofdzakelijk uit (humeuze) klei. Onder de kleilaag bevindt zich een relatief goed doorlatende zandlaag. Er is geen duidelijke scheidende laag, waardoor het oppervlaktewater in direct contact staat met het eerste watervoerende pakket. Er is sprake van kwel in de droogmakerijen.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
41
Aandacht nodig voor veiligheid De inwoners van Amstelveen worden direct of indirect geconfronteerd met een aantal externe veiligheidsrisico’s: nabij LPG-tankstations, rondom Schiphol, langs de transportassen voor gevaarlijke stoffen (onder andere de A9) en langs buisleidingen. In de regio is een chemische fabriek aanwezig (de vestiging van Koppers in Uithoorn), waarmee rekening moet worden gehouden. Met de leveranciers van telecomdiensten wordt jaarlijks een plaatsingsplan afgesproken. Dit plan zorgt voor een goede ruimtelijke dekking, waardoor mobiele telefoons goed bereikbaar zijn en de stralingsintensiteit ruim onder de toegestane limiet blijft. Er zijn circa 90 zendmasten. Naast externe veiligheid is brandveiligheid bij (her)ontwikkeling van gebieden een belangrijk aandachtspunt. Beschikbare ruimte neemt af Door ruimtelijke belemmeringen (bijvoorbeeld geluids- en veiligheidcontouren van Schiphol) of door beleidsmatige uitgangspunten (geen ongewenste verdichting in bestaand bebouwd gebied, geen grootschalige woningbouw in de Bovenkerkerpolder) is de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen beperkt. Dat brengt met zich mee dat de bestaande stad beter benut zal moeten worden, zonder dat dit leidt tot een gevoel van ‘volte’ of het verlies van het Amstelveense karakter met ruime en groene woon- en werkgebieden. Dat vereist veel creativiteit en het optimaal benutten van bestaande gebouwen en gebieden. Dat kan soms leiden tot hogere initiële kosten, maar dat betaalt zich doorgaans meer dan terug uit een hogere waardeontwikkeling. Ontwikkelingen Benutten van de ondergrond Er is een groeiende noodzaak doelmatig om te gaan met de beschikbare ruimte. Waardevol grondoppervlak kan worden vrijgemaakt door functies naar de ondergrond te verplaatsen, zoals parkeren onder gebouwen, en door nieuwe functies in de ondergrond te delen, zoals het opslaan van warmte en koude in bodemlagen voor benutting in gebouwen in winter en zomer. Om minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en zekerheid in de energievoorziening aan te brengen, stimuleert Amstelveen de opkomst van duurzame warmtenetten in de ondergrond. Dat zorgt onder andere voor stabiele en aanvaardbare energieprijzen. Innovaties op komst De hedendaagse mogelijkheden voor duurzame ontwikkeling zijn sterk gekoppeld aan innovatie. Technologische ontwikkelingen en innovaties gaan snel, bijvoorbeeld op het vlak van energieproductie in nieuwe combinaties en vormen (wind, zon, geothermie, energie uit water). In de bouwsector wordt hard gewerkt aan duurzaam materiaalgebruik en in de richting van energieneutrale woningen en kantoren. De eerste elektrische auto’s op groene stroom rijden inmiddels. Planning, afstemming en samenwerking op zowel lokale als regionale schaal is van belang. Amstelveen heeft binnen het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlandengemeenten een routekaart naar een energieneutrale regio in 2040 vastgesteld. Opslaan van warmte en koude in de grond (WKO) Onder steeds meer gebouwen wordt WKO toegepast: plaatselijke netwerken onder grote gebouwen voor het transporteren van warmte of koude vanuit gebouwen naar een gekozen grondwaterlaag. Grotere systemen kunnen uitgroeien tot een horizontaal netwerk op wijkniveau en reiken tot een diepte tot 150 m. Ook is het mogelijk om per huis of perceel een kleiner individueel systeem toe te passen in de vorm van een warmtepomp. Dit relatief ondiepe systeem (tot 50 m.) wordt in nieuwe wijken al toegepast. Deze ondergrondse voorzieningen vragen nog de nodige aandacht wat betreft energiebalans en aanvullende bovengrondse voorzieningen om ze stabiel te houden. Ook betekent het hoge aantal boringen dat nodig is dat verstoringen in de ondergrond kunnen gaan optreden. Daarom is het wenselijk voortaan zoveel mogelijk die systemen toe te passen die goed beheersbaar en controleerbaar zijn en weinig boringen vergen. Er wordt inmiddels al vanuit kantoren en woningen zo intensief gebruik gemaakt van allerlei energievoorzieningen in de ondergrond dat ook ondergrondse ordening noodzakelijk is.
42
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Beter afstemmen energievraag en -aanbod Naar verwachting zal een verschuiving optreden in de energievraag. De ontwikkeling van elektrisch rijden zal tot een intensiever gebruik van het elektriciteitsnet leiden, waardoor aanpassingen noodzakelijk zijn. Tegelijkertijd kan door toename van decentrale opwekking (onder ander door zonnepanelen, warmekrachtkoppeling) een overschot aan elektriciteit ontstaan dat lokaal moet worden benut. Bij de planning van de capaciteit van het stroomnet voor de toekomst moet hier rekening mee worden gehouden. Nieuwe vormen van windenergie Een mogelijkheid in opkomst, hoewel op beperkte schaal, is de lokale toepassing van windenergie. Door innovatie komen er nieuwere, ook kleinschalige, typen windturbines op de markt, met minder geluidsoverlast en visuele hinder. De mogelijkheden voor toepassing van grootschalige windenergie in het buitengebied van Amstelveen zijn niet aanwezig, gelet op de landschappelijke waarde van de Amstelscheg, de belemmeringen van het Groene Hart en de hoogterestricties vanwege de luchtvaart. Weinig problemen met bodemkwaliteit De chemische bodemkwaliteit is vastgelegd in de regionale bodemkwaliteitskaart. Hieruit blijkt dat de kleibodems vrijwel geen verontreinigingen bevatten. De humeuze toplagen zijn licht verontreinigd, maar vallen nog wel binnen de klasse wonen. De Bovenlanden langs de Amstel zijn meer verontreinigd en vallen gemiddeld in de klasse industrie. Dit wordt veroorzaakt door het langdurige, intensieve gebruik van de Bovenlanden, in het bijzonder in het stedelijk gebied. Lokale puntbronnen van bodemverontreiniging vormen een beperkt probleem. Er zijn in Amstelveen minder dan vijf locaties waar mogelijk sprake is van een grondwaterprobleem met gechloreerde koolwaterstoffen door (voormalige) chemische wasserijen. Op vier plaatsen liggen voormalige huisvuilstortplaatsen: wijkpark Bankras, De Terp, Bovenkerk centrum en Oranjebaan. Oplossingen zoeken voor tankstations en telefoonmasten Er zijn steeds minder geschikte locaties voor tankstations aanwezig, mede vanwege de vereiste veiligheidsafstanden. Er dienen veilige en logische plaatsen voor tankstations aangewezen te worden. Er is een zekere wildgroei aan telefoonmasten. Het opkomend gebruik van draadloos internet en uitbreiding met twee providers maakt dat er steeds meer zenders bij komen. Ambities Toepassing van hernieuwbare energiebronnen Het uiteindelijke doel is dat Amstelveen door optimale energiebesparing en met zoveel mogelijk eigen duurzame energie-opwekking, in 2040 deel uitmaakt van een energieneutrale regio. Samenwerking met de regio is noodzakelijk omdat niet alle vormen van duurzame energie in Amstelveen beschikbaar zijn, zoals het ontbreken van geschikte locaties voor een reeks hoge windturbines. Opwekking van duurzame energie wordt belangrijker. De verwachting is dat zonnepanelen als grootschalige toepassing de komende jaren gaan doorbreken. Het is daarom van belang om hiervoor in Amstelveen zoveel mogelijk dakoppervlak beschikbaar te maken. Energiekansen benutten Op het gebied van warmte- en elektriciteitslevering zijn kleine duurzame en intelligente netten in ontwikkeling, die veel rendabeler en energiezuiniger zijn dan de huidige grootschalige systemen. Om aanwezige kansen optimaal te benutten, moet - zeker omdat de vrije ruimte in hoog tempo opraakt – in een vroeg stadium de juiste functie aan de juiste plaats worden toegekend. Dat vraagt om strategische planning, samen met de regio, op basis van een energiekansenkaart, om te bepalen waar welke vorm van benutting en opwekking van energie het beste kan plaatsvinden. In Amstelveen kan een biomassacentrale als warmte- en elektriciteitsleverancier gaan dienen. Enkele potentiële locaties voor biomassaverwerking staan op de energiekaart.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
43
Ons afval als lokale energiebron Een belangrijke ontwikkeling is het sluiten van kringlopen, bijvoorbeeld door organisch afval (gft) via vergisting in biogas om te zetten. Met dat gas wordt energie opgewekt, in een biomassacentrale. Er zijn diverse methoden om energie uit houtafval en gft te halen: verbranden, vergassen, vergisten en verkolen. De vrijkomende warmte en CO2 kan worden geleverd aan objecten in de omgeving: woningen, kassen of een zwembad. Het biogas kan tevens worden benut als schone brandstof voor (gemeentelijke) voertuigen. Door deze hele keten te optimaliseren zal de gemeente veel winst kunnen boeken. Om de beste locatie voor een biomassacentrale te bepalen moet een regionale biomassastudie worden opgesteld in samenwerking met marktpartijen. De centrales dienen landschappelijk goed te worden ingepast. Collectieve energievoorziening en verantwoord energieverbruik Wat betreft het stadswarmtenet is het streven om de benutting en het rendement systematisch te verbeteren. Bijvoorbeeld door restwarmte in te zetten voor huishoudelijke apparaten of voor koudelevering. Een belangrijke uitdaging is om met een nieuw stadsverwarmingsplan het huidige stadsverwarmingsnet te optimaliseren en uit te breiden, waardoor dit economisch rendabeler en duurzamer wordt. Het net kan worden aangesloten op duurzame bronnen en verbonden met warmte-koude opslag. Het karakter van het net verandert daardoor in een koppelnet. Dit past bij de masterplanstrategie van de gemeente Amsterdam: het verder doortrekken van het primaire net om de groeiende hoeveelheid restwarmte van de Diemercentrales af te kunnen zetten en ondersteuning van dit net in de regio met secundaire netten, op basis van duurzame bronnen. Kantoren koelen met water Ook uit water kan energie worden gewonnen. Zo kan een hoofddrinkwaterleiding ingezet worden voor koeling van computerruimtes. Uit afvalwater kan warmte worden gewonnen. Vooral huishoudens voeren relatief veel warmte af via afvalwater (douche, waswater). Er wordt door waterbeheerders gestudeerd op mogelijkheden om hier energie uit te winnen. Waterbeheerder Waternet kan energie winnen uit het slib van de rioolwaterzuiveringsinstallatie door biologische nabehandeling en vergisting. Warmte uit de diepte van de aarde (geothermie) Een toekomstige energiebron is diepe aardwarmte ofwel geothermie. Hierbij wordt heet water (60110°C) vanaf zeer grote diepte (tot circa 3.500 m) opgepompt en via een transportnet verder gedistribueerd. Geothermie wordt in de metropoolregio Amsterdam beschouwd als een belangrijke kandidaat voor de toekomstige voeding voor het stadsverwarmingsnet, als de gasvoorraad opraakt. Als er water van boven de honderd graden kan worden verkregen, kan hier ook lokaal elektriciteit mee worden opgewekt. Amstelveen en Schiphol hebben binnen de regio betere kansen voor geothermie dan omliggende gemeenten. In Amstelveen is de diepe ondergrond ter weerszijden van de A9 het meest geschikt voor benutting van geothermie. De gemeente heeft bij het Rijk een opsporingsvergunning aangevraagd. Uit de daarvoor uitgevoerde geologische studie blijkt dat initiatiefnemers er voorlopig verstandig aan doen te wachten met het uitvoeren van een boring naar aardwarmte. Eerst zal een boring op Schiphol meer gedetailleerde informatie over de diepe ondergrond moeten leveren. Met die informatie kan berekend worden of een project in Amstelveen economisch haalbaar is. Ondertussen moedigt Amstelveen marktpartijen wel aan om een geothermieproject voor te bereiden. De ervaring leert dat op een eerste boring in een regio er snel meerdere volgen. Energieclaims op de ondergrond Toe nu toe verloopt de toepassing van energiesystemen in de bodem zwak gereguleerd, waardoor de kans groot is dat er conflictsituaties ontstaan tussen gebruikers en de energiebalans in de ondergrond verstoord raakt. Om de aanwezige bronnen in de ondergrond optimaal te benutten en overonttrekking te voorkomen, moeten rechten worden toebedeeld op basis van een Masterplan Bodemenergie waarin afspraken worden gemaakt over opslag en onttrekking van energie. Een Masterplan heeft bindende werking voor de ruimtelijke ontwikkeling op basis van de Provinciale Milieuverordening.
44
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Optimaliseren van de bodemkwaliteit Bij bodem wordt er naar toe gewerkt om het areaal schone bodem verder te laten toenemen. Het opruimen van bodemsaneringslocaties wordt gekoppeld aan ruimtelijke ontwikkeling in gebieden. Bijvoorbeeld door dit mee te nemen in een (her)ontwikkeling of bij uitvoering van een nieuw bodemenergieproject. Het bodembeleid wordt bovendien breder in opzet. De beoordeling of het bodemgebruik duurzaam is zal voortaan ook plaatsvinden op basis van draagkracht, energieaspecten en de relatie met waterbeheer. Bundeling van infrastructuur De ligging van primaire leidingstelsels, met bijbehorende risicocontouren, levert ruimtelijke beperkingen op voor andere functies. Door infrastructuur te bundelen is veel ruimte te besparen. Zo is er de mogelijkheid om een stadsverwarmingsbuis aan te leggen onder een tramlijn of een fietspad. Regionale afstemming is daarbij wenselijk. Om de hinder van drukke doorgaande wegen te beperken worden taluds met klimaatvegetatie toegepast. De vegetatie heeft als functie om luchtverontreiniging af te vangen, CO2 vast te leggen en een ecologische route te vormen. De gemeente introduceert hiervoor de groene corridoraanpak, waarbij op basis van een integrale beoordelingsmethodiek wordt bepaald hoe de omliggende bermen worden ingericht. Veiligheid regelen Bij elke nieuwe ruimtelijke ontwikkeling worden bedrijvigheid en transport (over de weg of via leidingen) zo ingepast dat een verantwoord niveau van fysieke en externe veiligheid wordt bereikt. Daarbij hebben transport via een leiding, of met een ongestoorde logistieke verbinding, de voorkeur. Voor een optimale plaatsing van zendmasten zal een basiskaart worden opgesteld met voorkeurslocaties voor plaatsing van solitaire zendmasten. Dit om een goed zendbereik met weinig energieverbruik te realiseren, geen zichthinder te hebben en ruime afstand aan te kunnen houden tot bebouwing en grote bomen. De stroom voor de masten moet bij voorkeur groene stroom zijn. Wat betreft brandveiligheid zullen bij (her)ontwikkelen van gebieden standaard de gangbare eisen in het programma van eisen worden opgenomen. Slim ruimtegebruik Om grootschalige woningbouw in het open landschap van de Bovenkerkerpolder te voorkomen, maar toch tegelijk ook tegemoet te kunnen komen aan de vraag naar nieuwe woningen, is het zaak het bestaand stedelijk gebied van Amstelveen optimaal te benutten. Hierbij staat kwaliteit voorop en dient ongewenste verdichting te worden voorkomen. Op plekken waar dit programmatisch en stedenbouwkundig verantwoord is, wordt de ruimte op een slimme manier benut. Hoogbouw op plekken waar dit kan, of juist kwalitatief hoogwaardige grondgebonden eengezinswoningen. Gebouwd parkeren, bijvoorbeeld (half)ondergronds, is bij nieuwbouw uitgangspunt. Met deze voorbeelden van ‘slim ruimtegebruik’ wordt voorkomen dat waardevolle openbare ruimte, zoals doorgaande groenstructuren, en de kwaliteit en diversiteit van de gebouwde omgeving afneemt. Bepaalde zones in de stad, zoals het centrumstedelijk gebied rondom de A9, maar ook in een zone aan weerszijden van de Beneluxbaan, zijn geschikt om nieuwe ontwikkelingen in hogere dichtheid te realiseren. Duurzame gebiedsontwikkeling vereist verbetering van het openbaar vervoer en concentratie van activiteiten in de nabijheid van openbaar vervoer. Bij het ontwerpproces van duurzame gebieden moet van meet af aan met alle kwaliteitseisen rekening worden gehouden. Factoren als licht, straling, geluid en veiligheid vragen om een vroegtijdige en integrale afweging in het planningsproces. Ook de aanwezigheid van hoogwaardig stedelijk groen draagt bij aan een verhoogde leefkwaliteit, betere gezondheid van inwoners en een hogere vastgoedwaarde. Het resultaat daarvan is een toekomstbestendige gebouwde omgeving met aantrekkelijk vastgoed. Ruimtelijk kwaliteitskader Om slim en duurzaam gebruik van de ruimte in te kaderen ontwikkelt Amstelveen een visie op de openbare ruimte, waarin uitgangspunten worden geformuleerd voor het beter benutten van de bestaande stad en tegelijk duidelijke waarborgen worden ingebouwd voor het zo veel mogelijk
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
45
behouden van het ruime en groene karakter van Amstelveen. In deze visie zal ook aandacht worden besteed aan welstand en architectuur. Aan de zorg voor karakteristieke elementen van bestaande woningen, gebouwen en buurten maar ook aan de behoefte aan aansprekende en baanbrekende nieuwe architectuur In dit ‘Ruimtelijk Kwaliteitskader’ zal een evenwicht worden gezocht tussen ruimte bieden aan (architectonische) vrijheid aan de ene kant en zorg besteden voor (historische) verbondenheid aan de andere kant. Dit kan per deelgebied van Amstelveen worden gedifferentieerd. In de vooroorlogse woonwijken en het buitengebied zal de balans eerder liggen bij het strikt toezien op bestaande kwaliteiten; in de naoorlogse woonwijken zal de balans eerder liggen bij het ontspannen toelaten van nieuwe kwaliteiten. Wat betreft het buitengebied kan grotendeels worden aangesloten bij de beeldkwaliteitsplannen voor de Amstelscheg, onderdeel van de ontwikkelstrategie voor dit gebied (zie ook hoofdstuk 2).
46
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
47
48
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
Appendix: uitvoeringsparagraaf Met het vaststellen van de structuurvisie Amstelveen 2025+ wordt een besluit genomen over de lange termijnvisie van het gemeentebestuur op de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. Een structuurvisie moet ook een uitvoeringsparagraaf bevatten waarin de beoogde wijze van verwezenlijken wordt geschetst en de richting van de kostendekking. De uitvoeringsparagraaf is dus geen financiële paragraaf maar meer een plan van aanpak voor de uitvoering. Omdat de structuurvisie voor langere tijd houdbaar moet zijn en de uitvoeringsparagraaf periodiek zal worden herzien, is er voor gekozen om de uitvoeringsparagraaf apart in een losse band uit te brengen. Voor de besluitvorming door de raad dient visie en uitvoering als één geheel te worden bezien. Na besluitvorming door de raad, zal nog een nota ‘Bovenwijkse Voorzieningen’ worden opgesteld waarin de relatie van de structuurvisie met het grondbeleid wordt gelegd.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
49
Bijlage 1
Kernwaarden
Ondernemend Amstelveen is gericht op actie en toegevoegde waarde. De stad biedt van oudsher ruimte aan ondernemend initiatief van burgers, bedrijven en organisaties; een “entrepreneurial society”. Amstelveen bezit een scherpe neus voor een veranderende omgeving en (maatschappelijke, sociale) trends. En weet daarop in te spelen. Dat betekent voor de gemeentelijke organisatie dat de lijnen van plannen naar resultaat kort zijn: gebaseerd op heldere keuzes en doorzettingskracht van alle partijen. Gastvrij Amstelveen ziet zichzelf als deel van een grensoverschrijdend groter geheel. Amstelveen bestaat uit een grote nationaliteitenmix, een open samenleving die aan alle inwoners een grote verscheidenheid biedt aan activiteiten en (leef)stijlen en ondersteuning aan diegenen die dat nodig hebben. Amstelveen heeft een rijke geschiedenis waar het gaat om het aangaan van internationale verbanden en het bieden van een bijpassende werk, verblijf en mobiliteitsomgeving. Duurzaam Duurzaam betekent dat al het handelen is gericht op het verbeteren van kwaliteit van leven, gezondheid, de leefomgeving en het veiligstellen ervan voor komende generaties. Duurzaamheid wordt leidend voor alle plannen en acties van de gemeente, van burgers en bedrijven. De gemeente ziet zichzelf daarin als de duurzaamheidsmotor. * Betrokken Betrokkenheid draait vooral om de relatie tussen de individuele burger en zijn maatschappelijke omgeving. Investeren in de betrokkenheid binnen en tussen gemeenschappen, maakt individuen binnen hun netwerk sterker en zelfstandiger. De betrokken overheid moedigt het ontstaan van sociale netwerken aan – met aandacht voor iedere inwoner in elke omstandigheid.
*
Meer specifiek is naast deze meer algemene formulering de groen-blauwe structuur voor Amstelveen een belangrijk element van duurzaamheid.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
51
Bijlage 2
Vooroverleg en participatie
Organisatie:
Gesprekspartners:
Datum
Provincie NoordHolland
Paul Veldhuis (Structuurvisie N-H), Jelle Blaauwbroek (procesmanager Amstelscheg),Henk Ziengs
6 december 2010 en 26 januari 2011
Amsterdam, dienst DRO
Remco Daalder (projectleider structuurvisie)
5 januari 2011
Groengebied Amstelland
Gerben Houtkamp (bestuursadvisering), Finette van der Heide (natuur en landschap)
5 januari 2011
Stadsregio Amsterdam
Gerrit van der Plas (Ruimtelijke Ontwikkeling), Martijn Kas (Verkeer en Vervoer)
21 december 2010
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuid
Gerard Lebbink (beleidsadviseur Stedelijke Ontwikkeling)
19 januari 2011
Waternet
Tinus Snoek, Hilga Sikma
11 januari 2011
Hoogheemraadschap Rijnland
Erik Schuilenburg (procesleider plannen en projecten)
1 december 2010
Gemeente Uithoorn
W. van de Lagemaat (adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling)
13 januari 2011
Gemeente Aalsmeer
Leo Kiep (beleidsmedewerker), Sander van Voorn (teamleider afd. Maatschappij en Ruimte)
12 januari 2011
Gemeente OuderAmstel
Elizabeth van den Kerkhoff (beleidsmedewerker RO)
24 januari 2011
Gemeente De Ronde Venen
Rimmer de Vries (projectleider structuurvisie)
7 februari 2011
Gemeente Haarlemmermeer
Matthie Vermeulen (projectmanager afd. Projecten en Planeconomie)
2 februari 2011
POA Platform ondernemend Amstelveen (1) Participatieraden
KvK (Gerard Kooiman), Winkeliersvereniging (Jacq Raadschelders), OA (Tineke Hanssen)
13 januari 2011
Participatiegroep Gehandicapten, Participatiegroep Minima, Seniorenraad, Adviescommissie Wonen, Groenraad
20 januari 2011
13 wijkplatforms, Dorpsraad Nes aan de Amstel
31 maart 2011
LTO (Kees Lambalk en Marien Muilwijk)
1 februari 2011
OBA (Overleg Buurtbeheer Amstelveen) POA (2)
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
53
Bijlage 3
MER-verplichting
In dit geval is er niet toe overgegaan een planMER op te stelllen. In deze structuurvisie zijn geen eenduidige beslissingen aanwezig over activiteiten die MER-beoordelingsplichtig zijn. De nieuwe ontwikkelingen rond tracés zijn met grote onzekerheden omgeven. Voor bepaalde concrete onderdelen daarvan, zoals de ondertunneling van de A9, is reeds een apart MER doorlopen in het kader van het wegverbredingsproject SAA van Rijkswaterstaat. Ook op het gebied van nieuwe woonlocaties zijn de onzekerheden groot. Zo is op dit moment niet met zekerheid te zeggen of er een energieneutrale A9 zone ontwikkeld kan worden, vanwege de afhankelijkheid van de plannen voor ondertunneling. Als dit doorgang kan vinden zal hiervoor een apart project MER worden opgesteld. Er liggen daarnaast geen Natura 2000 gebieden binnen de grenzen van de gemeente, dus een passende beoordeling daarvoor is niet nodig.
Structuurvisie Amstelveen 2025+
21 september 2011
55
colofon Samenstelling Gemeente Amstelveen, Projectteam Structuurvisie Wouter van der Schraaf (projectleider), Jeroen Adolfse, Dick Appelman, Jurjen Bakker, Auke Blok, Letty Groenveld, Willem van der Pol, Toos Smits, Haydee op ‘t Veld, Wilko Wieffering, Titia Witte, Saskia Zorge Postbus 4, 1180 BA Amstelveen T (020) 540 49 11 E
[email protected] www.amstelveen.nl Bezoekadres Laan Nieuwer-Amstel 1, 1182 JR Amstelveen Foto omslag Air-Vision.nl Vormgeving omslag Papyrus Diemen Druk Papyrus Diemen © september 2011, Gemeente Amstelveen