JAARVERSLAG
2015
CliëntenraadW&IRotterdam Januari2016
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015
4
3. Samenstelling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam eind 2015
4
4. Klachtenregistratie
5
5. Formele adviezen
5
6. Directelijnsadviezen
5
7. Externe bijeenkomsten
9
8. Interne bijeenkomsten/presentaties
10
9. Effectieve werkwijze Cliëntenraad
11
10. Prognose 2016
11
11. Contactgegevens
12
12. Bijlagen
13
Bijlage 1: Formele adviezen Bijlage 2: Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015
2
1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de Cliëntenraad Werk en Inkomen (CR W&I) Rotterdam over 2015. Een jaar dat in het teken stond van de implementatie van de Participatiewet en waarin allerlei zaken middels gemeentelijke verordeningen in gang zijn gezet. Het was een bewogen jaar waarin tevens gewerkt is aan versterking, deskundigheidsbevordering en positionering van de CR. De CR is het afgelopen jaar nauw betrokken geweest bij het verstrekken van een aantal gevraagde adviezen aan de directie van W&I Rotterdam (zie bijlage 1). Aan de hand van klachtmeldingen van bijstandsgerechtigden bij de uitvoering van de verordeningen, heeft de CR ingezet op een duurzame overlegstructuur met verantwoordelijken binnen afdelingen van W&I. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een constructieve communicatie met de betrokken afdelingen en een directelijnsadvisering. Hierdoor is een helder inzicht ontstaan in de procesgang en beleidsvoering van W&I, waardoor de Participatiewet steeds beter kan worden toegepast. Voorts streeft de CR niet alleen naar een objectieve naleving van de wet, maar tevens naar het voorkomen van willekeur en subjectiviteit. Streng waar dat moet, maar stimulerend en creatief waar dat kan. De CR houdt ten behoeve van de belangenbehartiging in haar advisering onverkort de volgende sociale normen en waarden voor ogen: de bejegening (wijze van benadering door de dienstverlener), de menselijke maat (complexiteit en transactiegerichtheid in relatie tot de menselijke maat), zelfsturing (optimaliseren van de eigen verantwoordelijkheid) en duurzaamheid (de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden). De CR W&I zorgt ervoor dat hij zowel in samenstelling als in ervaringsdeskundigheid een afspiegeling is van de doelgroep, en acht zich in staat om de belangen van de doelgroep te behartigen, die van grote betekenis zijn. Op 10 juli 2015 is door de gemeenteraad Rotterdam ten aanzien van de cliëntenparticipatie een Brede Raad als adviesorgaan voor burgers ingesteld die het college en B&W adviseert over de WMO, Jeugdwet en Participatiewet. Volgens de visie van het college, die mede door de directie van W&I wordt onderschreven, dient de Brede Raad via een transitie-groeimodel uiteindelijk een overkoepelende adviesraad te worden. Half 2016 zal er een evaluatie van de Brede Raad plaatsvinden en dient de Brede Raad volledig operationeel te zijn. De CR W&I veronderstelt op enig moment een ‘ervaringsdeskundigenraad’ te worden die, zoals eerder genoemd, een directelijnsadvisering binnen W&I als taak op zich zal nemen. Ook in 2016 zal de CR onverminderd de belangen van de uitkeringsgerechtigden blijven behartigen. Ron Pattipeilohy, voorzitter
3
2. Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015 De verordening cliëntenparticipatie Met ingang van 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht en is een nieuwe verordening voor de cliëntenparticipatie vastgesteld (zie bijlage 2). De Participatiewet schrijft voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat een verordening dient te worden vastgesteld door de gemeenteraad. Deze verordening dient meerdere doelen. Ten eerste geldt het uitgangspunt van de regelingen dat cliënten en/of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de Participatiewet. Ten tweede kan cliëntenparticipatie, vormgegeven in een cliëntenraad, gebruikt worden als middel om te komen tot kwaliteitsverbetering in uitvoering en beleid. Wie zijn wij? De CR W&I Rotterdam is een onafhankelijk adviesorgaan, ingesteld volgens de verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2009. De CR is zeer divers qua samenstelling en interesse en bestaat uit cliënten van W&I. Met recht kan gesteld worden dat de CR een afspiegeling is van de doelgroep en dat de leden als ervaringsdeskundigen de belangen van de doelgroep behartigen. De CR bestaat uit maximaal zestien leden, waarvan drie leden (voorzitter, secretaris en penningmeester) het Dagelijks Bestuur vormen. Wat doet de Cliëntenraad? De CR heeft als taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de gemeenteraad, het college en de Clusterdirecteur over alle onderwerpen die de vorming, uitvoering, controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Participatiewet, IOAW en IOAZ betreffen. Daaronder vallen de verordeningen en beleidsvoorstellen en de wijze waarop rijksregelgeving wordt uitgevoerd. De CR zet zich in voor belangenbehartiging van alle cliëntgroepen die een uitkering via W&I ontvangen. De CR onderhoudt contactmomenten met de verantwoordelijk wethouder en de directie en afdelingsverantwoordelijken van W&I ten behoeve van verbetering van de bejegening door W&I en de re-integratiebedrijven, kwaliteitsverbetering van de dienstverlening en het inbrengen van ervaringsdeskundigheid. Voorts neemt de CR deel aan bijeenkomsten van gerelateerde organisaties in het kader van de cliëntenparticipatie.
3. Samenstelling Cliëntenraad Werk en Inkomen Rotterdam eind 2015 De CR W&I Rotterdam bestaat eind 2015 uit de volgende leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Dhr. R. Pattipeilohy Dhr. P. van Bruggen Dhr. R. Blom Mvr. E. van der Velden Mvr. H. Basak Mvr. E. van Rosmalen Mvr. D. van der Schans Mvr. D. Zeroual Mvr. M. Ippel Dhr. A. Dost Dhr. H. Happel
voorzitter secretaris penningmeester raadslid raadslid raadslid raadslid raadslid raadslid raadslid raadslid
Dhr. T. de Regt
ambtelijk secretaris
4
4. Klachtenregistratie De klachtenregistratie is een taak die de CR vanaf zijn oprichting hoog in het vaandel heeft staan. De klachten komen vooral binnen via het (uitgebreide) netwerk van de leden, per e-mail, post en per telefoon. In 2015 werden veel klachten ontvangen omtrent bejegening, onduidelijke informatievoorziening, maatregelen en boetes, en het onbeantwoord blijven van legitieme vragen. Ook omtrent de afdeling Inkomen werden klachten ontvangen in verband met het ‘verliezen’ van ingeleverde gegevens en het uitblijven van de uitkering. Daarnaast was het een doorn in het oog van velen van onze achterban dat te pas en te onpas gevraagd werd om gegevens die al eerder waren verstrekt, zoals een cv. Alle klachten werden gebundeld en meegenomen naar het directieoverleg of het overleg met afdelingsmanagers van W&I (directelijnsadvisering). Bovendien werden de klachtmelders geïnformeerd over hoe zij hun klachten volgens de gemeentelijke procedures kunnen melden. Dit beleid van klachtenregistratie zal zeker in 2016 worden voortgezet en versterkt.
5. Formele adviezen De CR heeft het afgelopen jaar een aantal gevraagde adviezen uitgebracht:
Advies Advies Advies Advies Advies
meerjarig beleidskader 2015-2018. ontheffingen, Herziening maatregelen, proceskosten en Individuele studietoelage. beleidsregels bestuurlijke boetes. terugvordering. taaleis (tussen- en eindadvies).
Deze formele adviezen zijn als bijlage bijgevoegd en zijn tevens te vinden op de website van de CR (www.clientenraadweni-rotterdam.nl).
Andere
Richtingen
Rotterdam
6. Directelijnsadviezen De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen en hebben grotendeels geleid tot aanpassing in de procesgang van W&I:
Traject dienstverlening (kwaliteitsnormen) W&I Een aantal leden van de CR werd gevraagd naar hun persoonlijke ervaringen, alsook naar ervaringen van personen uit hun netwerk met W&I, zodat de pijnpunten inzichtelijk konden worden gemaakt.
5
Tweedelijnstelefonie Een tweetal leden is afgevaardigd om bijeenkomsten bij te wonen ten behoeve van verbetering van de zogenaamde tweedelijnstelefonie van 14010. De CR is enthousiast over de intentie tot verbetering van deze dienstverlening, maar wacht nog even af hoe de uiteindelijke uitvoering eruit gaat zien. In 2016 verwacht de CR hier meer over te horen.
Advies Communicatie in verband met boetebeleid De afdeling Communicatie van W&I heeft de CR gevraagd om zijn oordeel te geven over publicaties omtrent het boetebeleid. Aan de hand daarvan is een stap in de goede richting gezet. De CR hoopt in 2016 meer duidelijkheid te kunnen geven inzake het boetebeleid van W&I.
Afhandeling door het re-integratiebedrijf Melior Midden 2015 sloot het re-integratiebedrijf Melior (sector tuinbouw) ineens haar deuren. Een dertigtal personen van de honderd die vanuit W&I geplaatst waren, raakten tussen wal en schip. De wethouder had een regeling voor alle honderd medewerkers in het vooruitzicht gesteld, maar die bleek bij uitvoering niet goed te functioneren. Na overleg met betrokken afdelingen bleek de regeling uiteindelijk goed te verlopen.
Onduidelijkheden Inlichtingenplicht Door de CR zijn voorbeelden ontvangen van onduidelijkheden omtrent de Inlichtingenplicht. Wat behoort wel of niet gemeld te worden? Wat wordt ingehouden en wat niet? De voorbeelden zijn overhandigd aan beleidsafdelingen en zullen als casussen ingebracht worden bij de verantwoordelijke afdelingen. Verwacht wordt dat dit begin 2016 een vervolg krijgt.
Advies tekstvoorstel “Onze afspraken” De CR werd gevraagd om commentaar op de titel van het nieuwe informatieblad “Onze afspraken”. De CR ging akkoord met de titel.
Verdwijnen van brief “Afspraak=afspraak” De CR ergerde zich aan de toon van deze brief, die bij elk schrijven van W&I werd meegestuurd. De CR heeft dit aan de orde gesteld. Dat heeft ervoor gezorgd dat de brief bij WerkLoont verdween, en later ook bij de Sectorteams. In de plaats ervan is een nieuwe brief ontwikkeld met de titel “Onze afspraken”. Deze brief zal niet meer worden meegestuurd met elke briefwisseling; er zal slechts naar worden verwezen (zie de informatiebladen op Rotterdam.nl).
Re-integratiebedrijf Samenlevingswerk De CR kreeg een aantal klachten over Samenlevingswerk. Het was evident dat een aantal procedures niet werden nageleefd. Door betrokken afdelingen werd meteen actie ondernomen om deze ongewenste handelingen per direct te stoppen.
Advies pagina “Wat is fraude” op Rotterdam.nl De CR ontving signalen dat de tekst van het informatieblad “Wat is fraude?” op Rotterdam.nl uitermate onduidelijk was. Begin 2016 gaat de CR samen met de afdeling Beleidsuitvoering de tekst beoordelen en aanpassen.
Advies documentaire “De Tegenprestatie” De leden van de CR hebben de documentaire beoordeeld en hun commentaar aan de afdeling Communicatie en directeur Uitvoering meegegeven.
6
Aanpassing brieven Socrates De brieven uit het Socrates-systeem worden aangepast. Dit zogenoemde brievenproject is een samenwerkingsverband tussen de G4. Een tweetal leden van de CR zijn bij dit project betrokken om de nieuwe brieven te beoordelen.
Het ontwikkelen van het e-formulier Begin 2018 zal er een nieuwe werkwijze komen voor de afdeling Intake. Twee leden van de CR zijn betrokken bij het testen van het e-formulier.
Adequate informatie werkzoekenden Er kwamen klachten binnen omtrent de werkwijze bij WerkLoont en de Sectorteams; voor de deelnemers was er veel onduidelijk over de inhoud van het traject. De CR heeft de onduidelijkheden besproken met de betreffende afdelingen. Dit heeft geleid tot een betere informatiebijeenkomst bij WerkLoont, en bij de Sectorteams tot de oprichting van een ontvangstteam. Dit ontvangstteam organiseert de ontvangst van werkzoekenden op één centraal punt en zorgt voor een gestandaardiseerde, eenduidige aanpak. Het ontvangstteam heeft ook als taak om voor de werkzoekenden een uniform (intern) cv te laten maken, dat gebruikt wordt bij de matchmakers, jobhunters en het Werkgevers Servicepunt Rijnmond (WSPR).
Informatie-uitwisseling tussen afdelingen Werkzoekenden ervaren bij overdracht van hun fysieke of digitale dossier van de ene afdeling (bijvoorbeeld WerkLoont) naar een andere afdeling (bijvoorbeeld de Sectorteams) dat hun gegevens niet aanwezig of incompleet zijn. Ook het herhalende karakter van de (eerste) gesprekken is een doorn in het oog. De CR heeft dit in diverse gesprekken met WerkLoont en de Sectorteams aangehaald en ziet dat het enigszins verbeterd is, maar het blijft een punt van aandacht in 2016.
Het op tijd verzenden van uitnodigingsbrieven Uitnodigingsbrieven van de gemeente werden soms op te korte termijn verzonden. Er zijn gevallen bekend waarbij de brief werd ontvangen op de dag van het gesprek, waardoor de werkzoekende niet op de afspraak verscheen en uiteindelijk een maatregel kreeg opgelegd. De regel is nu dat de werkzoekenden worden nagebeld of gemaild. Ook zijn er betere afspraken gemaakt met de backoffice, die deze brieven op tijd behoort te versturen.
010Werkt-app en beschikbaarheid passende vacatures Veel opmerkingen en klachten werden ontvangen omtrent het niet voldoende beschikbaar zijn van passende vacatures, behalve op de 010Werkt-app; voor deze app moet je wel ten minste in het bezit zijn van een smartphone. In overleg met de CR is besloten deze vacatures ook op de pagina van W&I te publiceren – onder “actuele vacaturekrant” – zodat het bereik groter is.
Bejegening De CR is in 2015 door werkzoekenden benaderd met klachten omtrent onheuse bejegening door medewerkers van W&I. In gesprekken met managers van de betrokken afdelingen werden voorbeelden van deze klachten naar voren gebracht en besproken. De managers staan voor een klantgerichte en professionele benadering. De klachten die door de CR werden ingebracht, zijn vervolgens met de betrokken teams besproken. Dit heeft geresulteerd in een verdiepingsprogramma voor medewerkers, op het gebied van kennis en vaardigheden. Ook worden herhaaldelijk casussen besproken. De managers willen graag zoveel mogelijk
7
feedback ontvangen van de CR, om op deze wijze te komen tot een betere bejegening. Ook is door afdelingen in gang gezet dat het functioneren van het uitvoerend personeel kritisch wordt gevolgd en dat bij klachten maatregelen worden genomen. Het blijft zeker ook een punt van aandacht in 2016.
Niet-passende vacatures Werkzoekenden worden door matchmakers benaderd met totaal niet-passende vacatures. Natuurlijk, werk is werk (algemeen geaccepteerde arbeid), om de slogan van de gemeente aan te halen. Echter, als een timmerman wordt benaderd voor een functie van logistiek medewerker zonder hiervoor een opleiding of ervaring te hebben, is dat volgens de CR niet de bedoeling! Door deze handelswijze zal de verhouding tussen werkzoekenden en werkgevers verslechteren. Immers, de werkzoekende wil graag zijn/haar expertise benutten en werkgevers zijn op zoek naar de beste kandidaat. In gesprekken met vooral de managers van Matching heeft de CR haar zorg hierover uitgesproken. De CR zal deze kwestie ook in 2016 blijven volgen.
Ro!Entree De CR heeft haar zorg uitgesproken over de contracten voor het callcenter (14010) van Ro!Entree en het voorstellen van kandidaten die niet of nauwelijks aan het gevraagde profiel voldoen. De betreffende afdeling heeft de wervings- en selectieprocedure hierop aangepast en verbeterd. De vragen omtrent het contract werden door WSPR en de Sectorteams uitgebreid beantwoord en sommige artikelen, vooral naar kandidaten toe, verduidelijkt. Het callcenter kan gezien worden als een tijdelijke (maximaal twee jaar durende) werkervaringsplek, die kan leiden tot een passende baan bij een commercieel callcenter.
Handhaving Het aantal klachten over (onterecht) opgelegde maatregelen is in 2015 toegenomen. De filosofie van de gemeente dat iedere ambtenaar handhaving in zijn pakket moet hebben (“handhaven doet iedereen en met z’n allen”), is op zich een goed streven. Toch zet de CR er grote vraagtekens bij, mede gezien het feit dat een aantal bezwaarschriften via de Algemene Bezwarencommissie gegrond zijn verklaard. De CR heeft hierover met een aantal managers en beleidsambtenaren overleg gevoerd. Een effectieve benadering en het voeren van een objectief beleid voorkomt immers ergernis en onbegrip bij de werkzoekenden, en verspilde tijdsinspanning bij betrokken ambtenaren. De CR zet vraagtekens bij de objectieve beoordeling van een senior ambtenaar indien hij zelfstandige beslissingsbevoegdheid heeft omtrent een boete of maatregel waar geen verdere toetsing aan te pas komt. Bij een andere afdeling van W&I is gekozen voor een ‘handhavingsteam’, dat de maatregel op een andere manier beoordeelt. De CR vraagt zich ook hier af of de beoordeling objectief genoeg wordt benaderd, omdat in dit geval de beslissing door een naaste collega van de senior ambtenaar genomen wordt. In tegenstelling tot de zelfstandig beslissende ambtenaar is het handhavingsteam echter een betere optie. De CR vraagt zich af of hierin geen eenduidig beleid betracht kan worden. Handhaving blijft eveneens als punt van aandacht in 2016 op de agenda van de CR staan.
SDW-contract Het bedrijf dat het werkgedeelte (papier prikken) van de afdeling WerkLoont uitvoert, overhandigt de deelnemers een contract dat ondertekend moet worden. De artikelen van dit contract zijn door de CR bekeken en vervolgens beoordeeld als onvoldoende en onduidelijk.
8
De opmerkingen van de CR zijn door de afdeling WerkLoont meegenomen in hun bespreking met SDW. De uitslag wordt begin 2016 verwacht.
Eerst uitkering, dan WerkLoont De CR ontving een aantal klachten over het feit dat werkzoekenden al geplaatst werden in een traject (WerkLoont) zonder dat hun uitkering was geregeld door de afdeling Inkomen (zie ook de aanbeveling van de Ombudsman). In overleg met WerkLoont bleek dat een en ander al was gewijzigd en dat nu eerst de uitkering geregeld moet zijn voordat een werkzoekende aan het traject begint. Overigens zijn er goede resultaten behaald met het instellen van een bureau Werk, waar werkzoekenden na de intake terecht kunnen voor directe plaatsing naar aanleiding van een vacature.
‘Draaideurperiode’ Naar aanleiding van een aantal klachten is door W&I besloten om de dossiers van personen die tijdelijk werk hebben gevonden een jaar open te houden, in plaats van zes maanden. Dit houdt in dat de werkzoekende niet meer opnieuw alles bij Intake hoeft te tonen; de gegevens zijn immers bekend. De CR juicht dit van harte toe.
Geschiktheid deelnemers WerkLoont De CR ontving signalen dat tot het project WerkLoont werkzoekenden werden toegelaten die daar volgens de CR niet geschikt voor zijn. Te denken valt aan statushouders, analfabeten en personen met psychische problemen. De CR heeft hier haar zorg over uitgesproken, waardoor WerkLoont er meer op is gaan letten. Toch blijft het moeilijk om de ongeschiktheid van werkzoekenden te detecteren als zij bepaalde informatie niet melden.
Aantal sollicitaties De CR ontdekte dat er grote verschillen zijn in het aantal sollicitaties dat werkzoekenden per week moeten indienen; tussen twee en acht sollicitaties per week. Tijdens gesprekken met de matchmaker bleek het aantal sollicitaties tijdens het intakeproces te worden vastgesteld en wordt dit gedurende het traject niet aangepast. De CR is van mening dat het aantal sollicitaties uitsluitend beoordeeld kan worden door een werkconsulent of matchmaker, die de werkzoekende het beste kent. De betrokken afdelingen hebben dit in beraad genomen.
Wel of geen gemeentebeleid? Statushouders die voor een intake op het Heiman Dullaertplein worden uitgenodigd en de Nederlandse taal niet beheersen, dienen een tolk mee te nemen. Dit wordt echter niet in de uitnodiging van de gemeente aangegeven, waardoor er niet altijd een tolk bij een afspraak aanwezig is. Het is voorgekomen dat men naar huis gestuurd werd en ook dat men een maatregel opgelegd kreeg. De CR heeft bij de verantwoordelijke van de afdeling aangegeven dat bij twee andere gemeentelijke afdelingen gebruikgemaakt wordt van de tolkentelefoon en dat hiervoor een budget beschikbaar is, dat beheerd wordt door de afdeling Toetsing en Toezicht. De CR zal hier nader bericht over krijgen.
7. Externe bijeenkomsten Ook in 2015 hebben leden van de CR diverse organisaties en bijeenkomsten bezocht. Kennis van wat er leeft bij gerelateerde organisaties en de doelgroep is immers essentieel in de ontwikkeling van de procesgang en informatievoorziening van de CR.
9
De volgende organisaties en bijeenkomsten zijn onder meer bezocht: Landelijke Cliëntenraad Brede Raad Overleg G4 (cliëntenraden Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam) Gemeenteraadsvergaderingen Commissievergaderingen Wethoudersoverleg Basisberaad 010 Zorgvrijstaat Rotterdam West Cliëntenraad Wsw Werkcafé Rotterdam RoSA! Tympaan Instituut 010-Actueel SPA22 VGR Symposium arbeidstoeleiding mensen met beperking Symposium armoedebestrijding in de Pauluskerk Voorlichtingsbijeenkomst Tegenprestatie in de wijk Première documentaire Tegenprestatie in Arminiuskerk
8. Interne bijeenkomsten/presentaties Naast het reguliere overleg met de directeur van W&I en de wethouder, werden ook verantwoordelijken van W&I uitgenodigd bij de plenaire vergaderingen van de CR om actuele onderwerpen en werkwijzen van afdelingen toe te lichten. Deze presentaties werden tevens benut om de directe lijnen met betrokken managers in kaart te brengen en bespreekbaar te maken. De bijeenkomsten/presentaties gingen over de volgende onderwerpen:
Traject dienstverlening Werkgevers Servicepunt Rijnmond (WSPR) Afdeling Matching Sociaal raadslieden Participatiewet Bestuurlijke boetes Meerjarig Beleidskader W&I Taaleis Duurzame uitstroom Intakeloket Ondersteuning Statushouders (IOS) Unit Bijzondere Onderzoeken (UBO) Taskforce Tegenprestatie Jongerenloket (JoLo) Handhaving Brievenproject Socrates E-formulier Terugvordering boetes
10
Schulddienstverlening Klachtenprocedure W&I
9. Effectieve werkwijze Cliëntenraad In de inleiding is reeds vermeld dat de CR heeft ingezet op een constructieve aanpak met betrekking tot de belangenbehartiging van de achterban. In 2015 werden teambuildingsdagen georganiseerd ten behoeve van de deskundigheidsbevordering, organisatiestructuur en effectieve werkwijze van de CR. De leden van de CR worden meer dan voorheen ingezet bij bepaalde projecten en thema’s. Ook werd in 2015 gekozen voor continuering van een telefoonteam, om zodoende klachtmeldingen van de achterban te kunnen ontvangen. Voorts is er ook een redactieteam ingesteld dat zich bezighoudt met publicaties op de website van de CR, verslagen van externe bijeenkomsten, en de productie van informatieve teksten voor het tweemaandelijkse informatieblad 010werkt van W&I. Het documenteren en archiveren van informatie, klachten en beleidsstukken wordt op effectieve wijze bijgehouden. De bijdragen van de CR in 010werkt worden tevens op onze website geplaatst.
10. Prognose 2016 In 2016 zal de CR de belangenbehartiging van de uitkeringsgerechtigden onverkort voortzetten. Zoals het er nu naar uitziet zal de Brede Raad zich medio 2016 gaan bezighouden met de formele advisering omtrent de Participatiewet. De CR zal naar verwachting als ervaringsdeskundigenraad verder invulling aan haar taak geven. De CR ziet haar aandeel in de nieuwe vorm van cliëntenparticipatie van nog grotere betekenis ten aanzien van haar huidige positie, waarbij de hieronder opgesomde speerpunten voor 2016 nagestreefd worden. De directie van W&I dient echter wel de formele werkkaders, randvoorwaarden en financiële middelen ten behoeve van de ervaringsdeskundigenraad vast te stellen en te verstrekken.
De CR heeft het voornemen om als ervaringsdeskundigenraad zijn taak binnen de gemeentelijke organisatie uit te voeren; De CR zal ten aanzien van de uitvoering van de Participatiewet de directelijnsadviezen aan de verantwoordelijken van de gemeentelijke afdelingen verstrekken; De CR zal ten aanzien van zijn taak contacten onderhouden met de achterban; De CR zal aan de hand van klachtmeldingen over de uitvoering van de Participatiewet verbeterpunten aandragen teneinde de klachten te beperken; De CR zal zich voorts blijven inzetten voor een rechtvaardig gemeentelijk beleid, waarbij de menselijke maat dient te worden gehanteerd; De CR zal haar bevindingen ten aanzien van het gemeentelijk beleid aan de directie van W&I voorleggen en bespreken.
11
11. Contactgegevens Post Cliëntenraad W&I Rotterdam Postbus 1024 3000 BA Rotterdam E-mail
[email protected] Website www.clientenraadweni-rotterdam.nl Telefoon Telefonisch spreekuur: woensdag van 10.00 - 12.00 uur 010 - 498 50 25
12
12. Bijlagen Bijlage 1: Formele adviezen Bijlage 2: Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015
13
Aan de concerndirecteur De heer V. Roozen Rotterdam, 22 april 2015. Betreft: Advies over concept Meerjarig Beleidskader 2015‐2018 Geachte heer Roozen, Aan de Cliëntenraad is voor advies voorgelegd het concept Meerjarig Beleidskader W&I 2015‐2018. In onze vergadering van 10 april is dit kader op heldere wijze toegelicht door Remco Kerkhoff van de afdeling BSA. Allereerst spreken wij onze waardering uit voor de nota. Compact, goed geschreven en een compleet verhaal. Het kader schetst de strategische uitgangspunten voor de huidige collegeperiode op het beleidsterrein van het Cluster Werk en Inkomen. Over diverse onderdelen van het kader, zoals de Participatiewet (en –verordening), tegenprestatie en maatregelbeleid heeft de Cliëntenraad de afgelopen periode uitgebreid aan u geadviseerd. Om te beginnen geven wij daarom aan dat deze adviezen ook van toepassing zijn op dit beleidskader. Aanvullend plaatsen wij nog enkele kanttekeningen: 1) Werk en inkomen hangen direct samen met economie en arbeidsmarkt. Daarop heeft de gemeente als zodanig geen doorslaggevende invloed. Zij kan in de sfeer van voorwaarden wel een nuttige rol vervullen door het voor bedrijven aantrekkelijk te maken zich in deze regio te vestigen dan wel uit te breiden. Verder kan de gemeente als werkgever én als grote opdrachtgever wel het goede voorbeeld geven. Wij denken daarbij bijvoorbeeld aan intensivering van “Social Return” en het creëren van werkervaringsplaatsen en garantiebanen in de eigen gemeentelijke organisatie. Hoewel hierop al wel wordt ingezet adviseren wij op deze onderdelen de inspanningen te intensiveren. 2) Wij stellen vast dat er op de arbeidsmarkt een steeds grotere ruimte en aandeel is voor flexwerk en dat werkgevers hiervan in toenemende mate gebruik maken. Hoe begrijpelijk dat ook is en met oog voor de voordelen van een flexibelere arbeidsmarkt, is er in de nota te weinig aandacht voor de onmiskenbare nadelen van een overdosis flexwerk. Werknemers worden soms gereduceerd tot wegwerpartikelen. Het uitgangspunt van deze regering is: “Vast moet minder vast en flex minder flex”. Als we niet oppassen wordt slechts het eerste deel van deze slogan uitgevoerd! 3) In het verlengde van het vorige punt pleit de Cliëntenraad voor het versoepelen van bepaalde procedures binnen W&I, zoals het niet hoeven te herhalen van de 14
4)
5)
6)
7)
inspanningsperiode, indien iemand enige tijd heeft gewerkt en daarna weer terugkeert in de uitkering. Daarnaast zouden de regels rond het mogen behouden van een deel van de verdiensten (25%) verruimd dienen te worden. Indien iemand nu na bijvoorbeeld een maand weer stopt met werken, en korte tijd later weer gaat werken is de mogelijkheid tot behoud van een deel van de inkomsten een haljaar geblokkeerd. Dat nodigt niet uit. Al eerder plaatste de Cliëntenraad kanttekeningen bij het beleid rond de tegenprestatie. De Cliëntenraad W&I is niet ten principale tegen dit beleid maar pleit ervoor om dit wel met gezond verstand toe te passen. Mensen die parttime werken of mensen die vrijwilligerswerk (bv. mantelzorg) verrichten moeten vrijgesteld worden. Wij adviseren u in overleg met het eerstverantwoordelijke Cluster MO een en ander te optimaliseren en te verhelderen. Met betrekking tot maatregelen en boetes hebben wij eerder aangegeven voorstander te zijn van de mogelijkheid tot voorwaardelijke maatregelen/boetes. Daarnaast pleiten wij ervoor om bijvoorbeeld bij een hoge boete of een maatregel van 100%, de mogelijkheid te geven om dit in termijnen af te lossen, zodat mensen niet in de schulden geraken. De Cliëntenraad herhaalt zijn eerder geuite zorg over verdringing en opstoppingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Vele doelgroepen en weinig banen. Als voorbeeld wijzen wij op het voorkeursbeleid met betrekking tot de garantiebanen. Hoewel wij begrip hebben voor de keuze om deze banen de eerste jaren toe te delen aan Wsw (ex wachtlijsters) en Wajongers, geeft dit voor de iets “betere” doelgroepen weer minder mogelijkheden. In essentie is dit een schaarsteprobleem. Tenslotte adviseert de Cliëntenraad u te bevorderen, dat vrijwilligers die een tijdlang bepaalde werkzaamheden hebben verricht, voorrang krijgen indien er in de betreffende organisatie een betaalde functie beschikbaar komt.
Met vriendelijke groet, R. Pattipeilohy, Voorzitter Cliëntenraad W&I
15
Aan de concerndirecteur Werk en Inkomen De heer V. Roozen Betreft: adviezen Rotterdam, 26 januari 2015. Geachte heer Roozen, Op 19 november jl. ontvingen wij uw adviesaanvraag inzake de volgende onderwerpen: 1. Bestuurlijke boetes 2. Ontheffingen 3. Herziening maatregelen 4. Verrekening proceskosten Op 2 december ontving de raad eveneens een adviesaanvraag m.b.t. de Verordening individuele studietoeslag. Wij hebben vernomen, dat het voorstel m.b.t. de bestuurlijke boetes (1) wordt herzien, zodat wij daarover nu niet adviseren. Hierna geven wij voor de overige aanvragen per onderwerp ons advies. 2) Ontheffingen a) Uit het voorstel blijkt dat het beleid strenger wordt. Tijdelijke ontheffing van de re‐ integratieverplichting is vanaf 1‐1‐2015 kennelijk niet meer mogelijk. Wij verbazen ons hierover en zijn benieuwd naar de onderbouwing. Als iemand (op medische of sociale gronden) tijdelijk niet in staat is om te voldoen aan de arbeidsverplichting, waarom kan iemand dan wel volwaardig deelnemen aan zijn re‐integratietraject? b) Kunt u aangeven welke de sociale en medische gronden zijn op grond waarvan ontheffing kan worden verleend? Hoe wordt dat vastgesteld? c) Bestaat de mogelijkheid van bezwaar/beroep tegen deze vaststelling? d) Kan een tijdelijke ontheffing voor arbeidsinschakeling ook worden verleend indien de gemeente er langdurig niet in slaagt een passend arbeidsaanbod te doen ? e) Kan een tijdelijke ontheffing voor re‐integratie ook niet worden verleend indien de gemeente er langdurig niet in slaagt een passende voorziening aan te bieden? f) Is de gemeente, gezien het krimpend Participatiebudget wel in staat om in alle gevallen een passende voorziening aan te bieden? Het is, gegeven de budgettaire problemen, niet ondenkbaar dat prioriteit gegeven wordt aan de groep met een korte afstand tot de arbeidsmarkt. Dat is onwenselijk want het leidt tot willekeur. g) De verplichting tot aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid geldt niet voor alleenstaande ouders, die “nog niet voldoende geschoold” zijn: wat wordt verstaan onder “niet voldoende”? h) Zijn de medewerkers en uitkeringsgerechtigden van W&I inmiddels voldoende geïnstrueerd over de nieuwe beleidslijn, die per 1 januari jl. is ingegaan? 16
3) Herziening maatregelen a) In de beleidsregels ontbreken diverse termijnen. Het is niet helder binnen welke termijn na indiening van een verzoek een beslissing zal worden genomen. Ook ontbreekt een termijn waarbinnen, na een besluit tot herziening van de maatregel, nabetaling zal plaatsvinden. b) Wij vinden dat er meer duidelijkheid moet zijn over de criteria die bij de herbeoordeling worden gehanteerd. In het voorliggende voorstel ontbreken deze. c) Gezien de kwetsbare omstandigheden waarin uitkeringsgerechtigden zich bevinden, achten wij het van groot belang dat door W&I adequaat en voldoende geïnvesteerd zal worden in aspecten als personele capaciteit, instructie, voorlichting en ICT om dit beleid goed uit te kunnen voeren. d) Wij vinden het onredelijk dat de ingangsdatum van de herziening wordt gesteld op de datum van indiening van het verzoek. Mede gezien het ontbreken van termijnen (zie punt 2.a) leidt dat o.m. tot willekeur. Wij stellen voor de ingangsdatum te bepalen op de datum van het opleggen van de maatregel. e) Wij vinden het onwenselijk dat de herbeoordeling geschiedt door de functionaris die de maatregel heeft opgelegd, omdat de slager dan zijn eigen vlees keurt. Herbeoordeling dient dus onafhankelijk te geschieden. f) Wij zijn in dit kader voorstander van het kunnen opleggen van een voorwaardelijke maatregel. Dat betekent dat een maatregel wel wordt opgelegd maar alleen wordt uitgevoerd als iemand binnen een zekere termijn recidiveert. g) Wij adviseren tot het uitwerken van overgangsmaatregelen voor die gevallen, die vóór de ingangsdatum van deze nieuwe regels zijn gestart en doorlopen na de ingangsdatum. h) Zijn de medewerkers en uitkeringsgerechtigden van W&I inmiddels voldoende geïnstrueerd over de nieuwe beleidslijn, die per 1 januari jl. is ingegaan? 4) Proceskosten a) Wij dringen aan op een zeer zorgvuldige toepassing van dit beleid, aangezien er negatieve gevolgen aan kunnen zitten voor uitkeringsgerechtigden (zie hierna). b) Indien de schuld aan de gemeente is ontstaan door de zaak waarover is geprocedeerd, mag de voorgestelde verrekening niet plaatsvinden. c) Verrekening van schuld en vordering mag niet leiden tot de noodzaak voor het maken van nieuwe schulden. d) Wij gaan ervan uit, dat indien tot invordering wordt overgegaan, rekening zal worden gehouden met de beslagvrije voet. e) Wij vinden de maatregel nogal symbolisch en betwijfelen of er in reële zin sprake is van een financiële besparing door dit beleid. Daarbij kan worden getwijfeld of de nadelen (bv. toenemende administratieve last) opwegen tegen het (vooral boekhoudkundige) voordeel. Kan daarvan een inschatting worden gemaakt? f) Wij adviseren tot het uitwerken van overgangsmaatregelen voor die gevallen, die vóór de ingangsdatum van deze nieuwe regels zijn gestart en doorlopen na de ingangsdatum. g) Wij vrezen dat dit beleid in feite uitpakt als een ontmoediging voor de doelgroep om proces te voeren, hetgeen toch niet de bedoeling kan zijn. Individuele studietoelage Wij kunnen ons zonder commentaar in dit voorstel vinden . Namens de Cliëntenraad Werk en Inkomen, de voorzitter, R. Pattipeilohy 17
Aan de concerndirecteur W&I De heer V. Roozen Rotterdam, 30 maart 2015. Betreft: advies Beleidsregels Bestuurlijke Boetes Geachte heer Roozen, Enige tijd geleden zijn de aangepaste Beleidsregels Bestuurlijke Boetes voor advies voorgelegd aan de Cliëntenraad W&I. Deze aanpassing was kennelijk noodzakelijk geworden, nadat onder meer op basis van een uitspraak van de Centrale raad van Beroep, was gebleken dat de voorafgaande regels juridisch niet staande waren te houden. Wegens de tijdsdruk was het niet haalbaar ons een advies te vragen vóór het van kracht worden van de nieuwe regels, die al vanaf begin februari gelden. Er hoeft wat ons betreft geen discussie te zijn over het feit dat aan uitkeringsgerechtigden, die de inlichtingenplicht schenden, een sanctie wordt opgelegd. De Cliëntenraad juicht het toe dat er binnen de nieuwe regels daarbij thans meer ruimte is voor het opleggen van gedifferentieerde boetepercentages. De raad plaatst nog de volgende kanttekeningen: 1) Het betreft juridisch‐technisch ingewikkelde materie. Van groot belang vinden wij het daarom, dat klanten uitgebreid en op het juiste niveau worden voorgelicht. Het voor advies voorgelegde beleidsstuk zelf is voor veel klanten naar verwachting onbegrijpelijk, want te technisch. Ook vinden wij het belangrijk dat uitvoerend medewerkers adequaat worden geïnstrueerd. 2) Begrippen als “grove schuld” , “opzet” en “verwijtbaarheid” zijn behoorlijk theoretisch en subjectief interpreteerbaar. Welke criteria daarbij worden aangelegd wordt niet helemaal scherp aangegeven. Het onderscheid tussen de categorieën is vaag. Dat leidt tot het risico van willekeur. 3) Toepassing van dit boetebeleid dient (evenals het maatregelbeleid) met grote zorgvuldigheid en ‘op maat’ te geschieden. Door hoge boetes kan voor sommigen een uitzichtloze en 18
onoplosbare situatie ontstaan, waaruit voor betrokkenen geen uitweg mogelijk is. Wij gaan ervan uit dat in voorkomende gevallen betalingsregelingen getroffen kunnen worden. 4) Zoals ook aangegeven in ons advies over het maatregelbeleid zijn wij voorstander van het toevoegen van de mogelijkheid van een voorwaardelijke sanctie. 5) Wij adviseren klanten te wijzen op hun rechten, zoals het niet verplicht zijn tot medewerking aan onderzoek dat kan leiden tot een boete. 6) Gelden er financiële targets voor dit aangepaste beleid? 7) Wij hebben begrepen dat op basis van onder meer ons advies, begin juni een eerste evaluatie zal worden gehouden. Wij blijven hier graag bij betrokken. Met vriendelijke groet, R. Pattipeilohy, Voorzitter
19
Aan de concerndirecteur Werk en Inkomen, De heer V. Roozen Betreft: advies Cr inzake Beleidsregels Terugvordering Rotterdam, 4 december 2015. Geachte heer Roozen, Wij ontvingen uw adviesaanvraag inzake de nieuwe Beleidsregels Terugvordering. In onze vergadering van 20 november jl. is dit onderwerp door ons besproken en nader toegelicht door de heer Paul van Heijningen van het team Beleidsuitvoering. De voorgestelde wijzigingen betreffen met name de artikelen 4 en 5. Eerder dit jaar heeft de Cliëntenraad u geadviseerd inzake het maatregel‐ en boetebeleid. De toen aan u verstrekte adviezen zijn feitelijk onverkort van toepassing op het onderhavige voorstel. Wij hebben opgeroepen tot grote zorgvuldigheid en goede communicatie met betrokkenen, gezien de grote impact die een en ander kan hebben. Ter onderbouwing hiervan wijzen wij erop, dat een substantieel aantal bezwaren in dit verband gegrond wordt verklaard door de Algemene Bezwaarschriftencommissie. Dat betekent dat in voorkomende gevallen mensen langdurig ten onrechte negatieve gevolgen van dit beleid kunnen ondervinden. Indien enigszins mogelijk dient dit te worden voorkomen onder meer door adequate instructie van medewerkers. Met in achtneming van het voorgaande adviseren wij positief ten aanzien van de Beleidsregels. Met vriendelijke groet, Namens de Cliëntenraad Werk en Inkomen, de voorzitter, R. Pattipeilohy 20
Aan de concerndirecteur Werk en Inkomen, De heer drs.ing. V. Roozen Betreft: advies Cliëntenraad inzake Beleidsregels Taaleis Rotterdam, 18 december 2015. Geachte heer Roozen, Naar aanleiding van uw adviesaanvraag inzake de nieuwe Beleidsregels Taaleis Participatiewet merken wij het volgende op. In onze vergadering van 4 december jl. is dit onderwerp besproken en op heldere wijze nader toegelicht door de heer El Mustapha el Kaouass van het team Beleidsuitvoering. Eerder dit jaar is dit onderwerp ook al in zijn aanwezigheid door ons verkend. Allereerst merken wij op dat de Cliëntenraad het uitgangspunt van de maatregelen, namelijk dat een voldoende en juiste kennis van de Nederlandse taal een noodzakelijke voorwaarde is om in volle omvang op de arbeidsmarkt te kunnen participeren, van harte onderschrijft. Het gaat daarbij niet alleen om het begrijpen van werkinstructies en sociale interactie op de werkvloer, maar ook om zaken als veiligheid van betrokkenen en collega’s. Maatregelen om de taalvaardigheid te bevorderen zijn daarom nuttig en noodzakelijk. Het principe van de ‘inspanningsverplichting’ wordt door de Cliëntenraad onderschreven. In een aantal situaties is het leren van de Nederlandse taal overigens al een onderdeel van een programma, zoals bij inburgeraars met een bijstandsuitkering. In die gevallen wordt aan het inburgeringstraject voorrang gegeven. Dat is prima maar wel vragen wij ons af of het een probleem is dat de termijnen in deze onderscheiden trajecten (dus het tempo van inburgering en de termijnen die binnen de Wet Taaleis worden gehanteerd) van elkaar afwijken? Het is verder terecht dat sommige cliënten zijn vrijgesteld zoals mensen met dyslexie. De vraag is wel of die cliënten dan wel op andere wijze worden geholpen? In artikel 3 wordt bepaald, dat de kosten van een verklaring van een deskundige ten behoeve van een “eigen verklaring” (bij persoonlijke omstandigheden) voor rekening van de werkzoekende komen: dat vinden wij onredelijk. Deze kosten moeten door de gemeente worden gedragen, die immers de voorwaarde stelt. 21
Wij constateren een politieke tweeslachtigheid met betrekking tot de voorgestelde maatregelen. Enerzijds lijkt het beleid streng: het onvoldoende medewerking verlenen aan de taaleis kan in een aantal gevallen gepaard gaan met het opleggen van inkomensmaatregelen. Onze in eerdere adviezen geplaatste kanttekeningen met betrekking tot maatregelen (zoals het risico van willekeur en subjectiviteit, noodzaak tot grote zorgvuldigheid) gelden hier dan ook onverkort. Het valt de Cliëntenraad op, dat de systematiek van de maatregelen (onder meer de percentages) afwijkt van het reguliere Rotterdamse maatregelbeleid. Dat schept onduidelijkheid. Naast de ogenschijnlijke strengheid is er echter ook een terughoudendheid ten aanzien van het beleid in het algemeen te bespeuren. De verantwoordelijk staatssecretaris Klijnsma, zegt ervan uit te gaan dat er geen maatregelen hoeven te worden opgelegd terwijl de VVD aangeeft voor een strenge aanpak te zijn. Zoals vaker weerspiegelt zich hier de verdeeldheid in de huidige regeringscoalitie. Ook binnen de G4 wordt een verschil in aanpak waargenomen, waarbij Amsterdam aangeeft dit beleid nauwelijks te zullen uitvoeren en Rotterdam wel. Deze verdeeldheid is niet bevorderlijk voor een heldere aanpak! Rotterdam staat landelijk inmiddels te boek als zo ongeveer de strengste gemeente van Nederland waar het de toepassing van de Participatiewet betreft. Landelijk is echter waar te nemen dat zich een kentering voordoet en gemeenten op zoek zijn naar een minder rigide uitvoeringspraktijk voor de bijstand (zie o.m. De Volkskrant van maandag 7 december jl.). De Cliëntenraad ziet deze beweging met veel belangstelling tegemoet en roept Rotterdam op hier actief in mee te gaan. De Cliëntenraad pleit er daarom voor om met betrekking tot dit beleid als Rotterdam niet weer het “beste jongetje van de klas” te willen zijn en het met gezond verstand toe te passen: streng waar dat moet maar stimulerend en creatief waar dat kan. Wij zullen dit beleid nauwkeurig monitoren en waar nodig komen met aanvullende adviezen. Met in achtneming van het voorgaande adviseren wij positief ten aanzien van de Beleidsregels. Met vriendelijke groet, namens de Cliëntenraad Werk en Inkomen, de voorzitter, R. Pattipeilohy
22
Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015 De Raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 januari 2015 (raadsvoorstel nr. 15MO1338); raadsstuk 15bb1062; gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit: 1. De Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2015 vast te stellen. 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2015, de Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2009, die inwerking is getreden per 1 november 2009 in te trekken. Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; b. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; c. Clusterdirecteur: algemeen directeur cluster Werk en Inkomen; d. Cliëntenraad: cliëntenraad van cluster Werk en Inkomen; e. Klant: persoon, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet. Artikel 2 Taak Cliëntenraad 1. Er is een Cliëntenraad. 2. De Cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van de gemeenteraad, het college en de Clusterdirecteur over alle onderwerpen die de vorming, uitvoering, controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Participatiewet, IOAW en IOAZ betreffen, daaronder begrepen verordeningen en beleidsvoorstellen en de wijze waarop rijksregelgeving wordt uitgevoerd. 3. De Cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren over de individuele situatie, klachten of bezwaarschriften van klanten. Artikel 3 Samenstelling Cliëntenraad
23
1.De Cliëntenraad bestaat uit minimaal tien en maximaal zestien leden. De begeleidingscommissie, bedoeld in artikel 10, stelt het aantal leden vast. 2.Als de Cliëntenraad tijdelijk uit minder dan tien leden bestaat, blijft hij bevoegd zijn taken uit te oefenen en neemt de Clusterdirecteur maatregelen om in de vacatures te voorzien. 3. Als lid van de Cliëntenraad worden alleen klanten, zoals bedoeld in artikel 1, onder e, of hun vertegenwoordigers benoemd. Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een representatieve vertegenwoordiging van deze klanten. 4. Een lid van de Cliëntenraad wordt benoemd als vertegenwoordiger van één van de volgende klantgroepen en komt zoveel mogelijk zelf ook uit deze klantgroep: a. klanten die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ; b. werknemers die arbeid verrichten waarvoor een voorziening voor loonkosten wordt verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet; c. niet-uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 6, onderdeel a, van de Participatiewet; d. personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet; 5. De Cliëntenraad benoemt uit zijn midden een dagelijks bestuur. 6. De Cliëntenraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, die geen klant is. De secretaris heeft geen stemrecht. Artikel 4 Vergaderingen 1. De Cliëntenraad komt ten minste gemiddeld twee keer per maand in vergadering bij elkaar. 2. Een directielid van het cluster Werk en Inkomen kan deelnemen aan de vergaderingen. 3. Als directielid kunnen optreden de Clusterdirecteur en de directeuren Uitvoering. 4. Een directielid heeft geen stemrecht. 5. Als er sprake is van een spoedeisend belang kan de voorzitter een extra vergadering uitschrijven op verzoek van: - de voorzitter van de Cliëntenraad of ten minste drie leden; - de directieleden, bedoeld in het derde lid. Artikel 5 Taken Clusterdirecteur 1. De Clusterdirecteur draagt er zorg voor dat de Cliëntenraad tijdig wordt voorzien van alle informatie die voor een goed functioneren van de Cliëntenraad noodzakelijk is.
24
2. De Clusterdirecteur draagt er zorg voor dat de Cliëntenraad vroegtijdig in staat wordt gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen. Artikel 6 Agendapunten 1. Het dagelijks bestuur stelt de agenda van de vergadering van de Cliëntenraad vast. 2. Agendapunten kunnen schriftelijk worden aangedragen door: - een lid van de Cliëntenraad; - de directieleden, bedoeld in artikel 4, derde lid. Artikel 7 Overleg Cliëntenraad en raadscommissie 1. Gemiddeld twee maal per jaar vindt op initiatief van een of meerdere raadscommissies overleg plaats met de Cliëntenraad. 2. De agenda voor dit overleg wordt vastgesteld in overleg met de voorzitter van de Cliëntenraad. Artikel 8 Financiën 1. De Clusterdirecteur stelt voor het begin van het kalenderjaar op basis van een door de Cliëntenraad in te dienen begroting een budget beschikbaar waarmee de raad naar zijn oordeel adequaat kan functioneren. 2. Binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar vindt de financiële verantwoording over de besteding van het budget plaats bij de Clusterdirecteur. Artikel 9 Instelling werkgroepen en commissies 1. De Cliëntenraad is bevoegd één of meerdere werkgroepen of commissies in te stellen. 2. De Cliëntenraad stelt de taken en bevoegdheden van de werkgroep of commissie vast, de periode waarvoor deze wordt ingesteld, alsmede de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd aan de Cliëntenraad. 3. De Cliëntenraad bepaalt de samenstelling van de werkgroep of commissie. 4. Een lid kan in maximaal twee werkgroepen of commissies zitting hebben, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Artikel 10 Begeleidingscommissie 1. Ter ondersteuning is een begeleidingscommissie samengesteld, waarvan de leden geen deel uit maken van de Cliëntenraad. 2. De begeleidingscommissie treedt in ieder geval op als: - adviescommissie over opleiding en training van leden van de Cliëntenraad; - geschillencommissie.
25
Artikel 11 Huishoudelijk reglement De Clusterdirecteur stelt in overleg met de Cliëntenraad een huishoudelijk reglement vast, waarin in ieder geval de volgende aspecten worden geregeld: a. de zittingsduur van de leden, de wijze waarop de leden van de Cliëntenraad worden benoemd, de beëindiging of schorsing van het lidmaatschap; b. de wijze waarop en de termijn waarbinnen de Cliëntenraad een gevraagd advies geeft; c. de benoeming, samenstelling, taken en werkwijze van het dagelijks bestuur, de voorzitter en de ambtelijk secretaris; d. de wijze waarop de besluitvorming plaatsvindt; e. de benoeming, samenstelling en taken van de begeleidingscommissie; f. de aard van de geschillen die aan de begeleidingscommissie in de functie van geschillencommissie kunnen worden voorgelegd; g. de onkostenvergoeding voor de leden van de Cliëntenraad; h. de financiële verantwoording; i. de verplichting van de Clusterdirecteur om een afwijking van het advies van de Cliëntenraad te motiveren; j. (bijzonder) verlof voor deelname aan vergaderingen, trainingen en overige bijeenkomsten. Artikel 12 Situaties waarin de verordening niet voorziet In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening of het huishoudelijk reglement niet voorziet, beslist de Clusterdirecteur. Artikel 13 Intrekking oude verordening De Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2009 wordt ingetrokken. Artikel 14 Overgangsrecht a. het huishoudelijk reglement dat is vastgesteld onder de werking van de Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2009, wordt aangemerkt als huishoudelijk reglement krachtens artikel 11 van deze verordening; b. deze bepaling geldt totdat een nieuw huishoudelijk reglement is vastgesteld. Artikel 15 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst. Artikel 16 Citeertitel
26
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Rotterdam 2015. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 februari 2015. De griffier, De voorzitter, J.G.A. Paans R. Buijt, plv. Dit gemeenteblad is uitgegeven op 11 maart 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie) (Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch) Toelichting op de Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2015 Algemene toelichting Door het vervallen van de Wet werk en bijstand (WWB) en de inwerkingtreding van de Participatiewet per 1 januari 2015 is een nieuwe verordening voor de cliëntenparticipatie vastgesteld. De Participatiewet schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat een verordening dient te worden vastgesteld door de gemeenteraad. Uit artikel 42 IOAW en artikel 42 IOAZ volgt dat het college van burgemeester en wethouders zorg moet dragen voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie. Voornoemde artikelen zijn de basis van de ‘Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2015’. Deze verordening dient meerdere doelen. Ten eerste geldt het uitgangspunt van de regelingen dat cliënten en/of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de Participatiewet. Ten tweede kan cliëntenparticipatie, vormgegeven in een Cliëntenraad, gebruikt worden als middel om te komen tot kwaliteitsverbetering van uitvoering en beleid. Toelichting artikelsgewijs Artikel 1. Begripsbepalingen In artikel 7, eerste lid, onder a, van de Participatiewet worden alle doelgroepen aangegeven waaraan de gemeente ondersteuning moet bieden bij arbeidsinschakeling. In de Cliëntenraad moeten personen uit deze doelgroepen zitten. Een niet-uitkeringsgerechtigde en iemand met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) zijn slechts klant voor zover zij een traject tot arbeidsinschakeling volgen. Artikel 2. Taak Cliëntenraad De Cliëntenraad richt zich op advisering in brede zin van de gemeenteraad, het college en de Clusterdirecteur. Op het moment dat de Clusterdirecteur beleidsvoorstellen richt aan het gemeentebestuur, zullen daarin de gegeven adviezen van de Cliëntenraad zijn meegewogen. De Cliëntenraad is gericht op belangenbehartiging. Dit mag echter niet zover gaan, dat de raad in individuele zaken treedt. Dit wordt bepaald in het derde lid. Artikel 3. Samenstelling Cliëntenraad
27
In dit artikel wordt de samenstelling van de Cliëntenraad geregeld. Het is de bedoeling dat de Cliëntenraad een redelijke afspiegeling vormt van de klanten van het cluster Werk en Inkomen. Een lid treedt op als vertegenwoordiger van de klantgroep waaronder hij valt. In gevallen waarin het niet lukt een vertegenwoordiger uit een bepaalde klantgroep te werven, kan ook een klant uit een andere klantgroep daarvoor worden aangesteld. Zo kan bijvoorbeeld een niet-uitkeringsgerechtigde worden gevraagd ook namens de ANW-ers op te treden. In plaats van de klanten zelf kunnen ook niet-klanten als vertegenwoordiger van een klantengroep worden benoemd. Dit is geregeld in het derde lid. Artikel 4. Vergaderingen Uit het eerste lid volgt dat er zowel vergaderingen met als zonder een directielid gepland kunnen worden. Als directielid kunnen optreden de Clusterdirecteur en de directeuren Uitvoering, of, als zij verhinderd zijn, hun vervangers. Artikel 5. Taken Clusterdirecteur Om als Cliëntenraad tijdig te kunnen inspelen op ontwikkelingen en om een gefundeerd advies uit te kunnen brengen, is het belangrijk dat de Cliëntenraad voldoende en vooral ook tijdig geïnformeerd wordt. Daarnaast geeft de Participatiewet de verplichting dat de Cliëntenraad vroegtijdig in staat wordt gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen. In dit artikel is neergelegd dat de zorg voor het voldoen aan deze verplichtingen ligt bij de Clusterdirecteur. Artikel 6. Agendapunten Het dagelijks bestuur stelt de agenda vast. Zowel de leden van de Cliëntenraad als de Clusterdirecteur of de directeuren Uitvoering kunnen agendapunten aandragen. Artikel 7. Overleg Cliëntenraad en raadscommissie Op initiatief van een of meerdere raadscommissies vindt twee maal per jaar overleg plaats met de Cliëntenraad. De taak van de Cliëntenraad, zoals genoemd in artikel 2, vormt daarbij het kader waarbinnen dit overleg plaatsvindt. Artikel 8. Financiën Een Cliëntenraad maakt, om te kunnen functioneren, onkosten. Dat kan gaan om vergaderkosten, cursuskosten, porti, kopieerkosten etc. In verband daarmee is de Clusterdirecteur gehouden een redelijk budget beschikbaar te stellen waarmee de Cliëntenraad geacht wordt te kunnen functioneren. Over de besteding van de middelen vindt verantwoording plaats aan de Clusterdirecteur. Artikel 9. Instelling werkgroepen en commissies Het kan nodig zijn om rond een bepaalde taak een werkgroep of commissie in te stellen. Op grond van dit artikel is dat mogelijk. Een werkgroep of commissie heeft een afgebakende taak. Het spreekt voor zich dat deze thema’s moeten betreffen die van belang zijn voor de klantgroepen in het
28
algemeen of de gehele organisatie. Een werkgroep of commissie hoeft niet uitsluitend te bestaan uit leden van de Cliëntenraad: door deelname van klanten die geen lid zijn van de Cliëntenraad blijft het contact met de diverse locaties en klantgroepen behouden. Overigens kunnen daartoe ook inloopspreekuren worden ingezet. Een werkgroep wordt altijd voor een bepaalde tijd ingesteld. Een commissie kan een vast karakter hebben, doch daarbij kan het lidmaatschap worden beperkt in tijdsduur (bijvoorbeeld een kascommissie). Teneinde een goede verdeling van taken te laten plaatsvinden, is in het vierde lid bepaald dat een lid in maximaal twee werkgroepen of commissies tegelijk mag participeren. Hiervan kan slechts in bijzondere omstandigheden afgeweken worden. Gedacht kan worden aan een lid dat al zitting heeft in twee werkgroepen, maar waarvan een werkgroep op korte termijn wordt opgeheven. Dan is benoeming in een nieuw op te richten werkgroep al mogelijk, zodat het lid tijdelijk zitting heeft in drie werkgroepen. Artikel 10. Begeleidingscommissie De begeleidingscommissie draagt zorg voor de werving en selectie van de leden van de cliëntenraad, de geschillenbehandeling, de begeleiding van de leden en de advisering over training en opleiding. Daarnaast kan de commissie bij huishoudelijk reglement nog andere taken opgedragen krijgen ten behoeve van het goed functioneren van de Cliëntenraad. Welke geschillen aan de begeleidingscommissie kunnen worden voorgelegd, wordt geregeld bij huishoudelijk reglement. Ook de benoeming en samenstelling van de begeleidingscommissie wordt bij huishoudelijk reglement geregeld. Artikel 11. Huishoudelijk reglement In het huishoudelijk reglement wordt het functioneren van de Cliëntenraad verder uitgewerkt. In ieder geval worden hierin de in dit artikel opgesomde punten geregeld. Daarnaast kan de Clusterdirecteur nog andere zaken bij huishoudelijk reglement regelen, die hij in het belang acht van het goed functioneren van de Cliëntenraad. Artikel 12. Situaties waarin de verordening niet voorziet Uiteindelijk is de Clusterdirecteur bevoegd te beslissen als er zich een situatie voordoet die niet valt onder de verordening of het huishoudelijk reglement. Artikel 13. Intrekking oude verordening Geen toelichting. Artikel 14. Overgangsrecht Op grond van de Verordening cliëntenparticipatie werk en inkomen Rotterdam 2009 is een huishoudelijk reglement vastgesteld. Dit reglement blijft zijn geldigheid houden totdat een nieuw huishoudelijk reglement is vastgesteld. Artikel 15. Inwerkingtreding
29
De verordening treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst. Artikel 16. Citeertitel Geen toelichting.
30