JAARVERSLAG
2013 CKG MOLENBERG vzw
Molenberg - Lanaken
Het Spoor - Maasmechelen
Molenhof - Beringen
Kadans - Genk 1
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
4
BESTUUR Algemene Vergadering Raad van Bestuur Externe Beleidscontacten
5 6 7
PERSONEEL
Personeel en organogram Vorming
9 10
DEEL 1. KORT GRASDUINEN IN DE WERKVORMEN VAN HET CKG MOLENBERG 1.1 Algemene situering 1.2 Korte historiek 1.3 Wie kan er terecht in een CKG? 1.4 De drie werkvormen van het CKG 1.5 Situering binnen Integrale Jeugdhulpverlening 1.6 Opnamevoorwaarden (indicaties) 1.7 De drie werkvormen, vertaald in typemodules 1.7.1 De mobiele begeleiding 1.7.2 De ambulante modules 1.7.3 De residentiële modules
11 11 12 13 14 15 17 17 17 18
DEEL 2. VOORSTELLING VAN HET CKG MOLENBERG 2.1 Algemene informatie 2.2 CKG – Molenberg te Lanaken-Rekem 2.3 CKG – Molenhof te Beringen 2.4 Dagcentrum Het Spoor te Maasmechelen 2.5 STOP 4-7 te Genk 2.6 Crisisjeugdhulpverlening
21 23 27 29 30 32
DEEL 3. STATISTISCH MATERIAAL
3.1. 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Inleiding Evolutie van het aantal begeleidingsdagen Begeleidingsdagen per leeftijdscategorie Nationaliteit van de moeder Domicilie van de gezinnen Gezinssituatie Aanmelding volgens verwijzers Soort aanmelding Aanmelding volgens probleemcategorie Aanmelding volgens module
34 36 37 37 38 39 39 40 40 41 2
ANALYSE EN EVALUATIE VAN DE EIGEN WERKING
42
TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
43
WOORD VAN DANK
45
3
VOORWOORD Het jaar 2013 was het startjaar van de vernieuwde CKG-werking. In het nieuwe CKG-concept staat het modulair werken centraal. Het concept maakt een pragmatische werking mogelijk waarbij meedere modules gecombineerd kunnen worden indien dit wenselijk is in het belang van het kind. Het CKG Molenberg en de afdelingen Molenhof, Stop 4-7 en Het Spoor hebben ook in 2013 hard gewerkt om een gepast antwoord te bieden op de vele hulpvragen die op hun af kwamen. In 2013 werden 116 “nieuwe” gezinnen met een totaal van 298 unieke kinderen geholpen door een of meerdere medewerkers van het CKG. De raad van bestuur van de vzw Molenberg wil daarom iedere medewerker die vanuit zijn functie, vanuit welke dienst dan ook, bijgedragen heeft aan de verwezenlijking van de missie van de organisatie, van harte danken voor hun blijvend enthousiasme en engagement. Wij hebben er dan ook alle vertrouwen in dat de nieuwe uitdagingen die ons in 2014 en in 2015 te wachten staan bij de verdere implementatie van de nieuwe regelgeving voor de CKG’s, met de teams die we hebben, op de beste manier zullen aangepakt worden. De missie van het CKG Molenberg is na ruim zestig jaren nog steeds onveranderd gebleven: het bieden van steun aan gezinnen bij de opvoeding van hun jonge kinderen, en dit vanuit een christelijk geïnspireerde mensvisie. De raad van bestuur zal al het mogelijke doen om de medewerkers hierin te steunen en te stimuleren. Ten slotte wil ik u, als lezer van dit jaarverslag, danken voor het vertrouwen dat u stelt in de werking van het CKG.
Namens de raad van bestuur van Molenberg vzw
Michel Tuerlinckx, voorzitter
4
BESTUUR Algemene Vergadering Het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning wordt bestuurd door de V.Z.W. Molenberg, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te Lanaken, Daalbroekstraat 120. Op 31.12.2013 telde de vereniging 26 leden, in alfabetische volgorde gerangschikt als volgt:
1. Dr. Beckers Isi, Ladderstraat 50, 3620 LANAKEN. 2. Bertrand Hilde, Hoogstraat 113, 3600 GENK. 3. Beerden Clara, Oudestraat 39, HERK DE STAD 4. Bloemen Rik, Paalsteenstraat 51, 3500 HASSELT 5. Brouwers Jacques, Huiskensweier 32, 3600 GENK 6. Buckinx Kris, Kruisvindingsstraat 72, 3700 TONGEREN-Mal 7. Caers Karel, Genenbemdestraat 25 a 3945 HAM 8 Drijkoningen Mathieu, Eekhoornlaan 36 3650 DILSEN 9. Feys Louisa, Hoogstraat 62 bus 12, 3600 GENK 10. Dr. Geusens Paul., Hasseltsepoort 2, 3740 BILZEN. 11. Dr. Horrix Marie-Josée, Dr. Haubenlaan 119, 3630 MAASMECHELEN. 12. Dr. Jacobs Mia, Engelenstraat 14, 3621 LANAKEN. 13. Jans Vera, Winevenstraat 47, 3620 LANAKEN 14. Dr. Lenskens Henny, Hengelhoefstraat 101, 3600 GENK. 15. Ooms Judy, psychologe, Zuidstraat 86, 3581 BERINGEN 16. Roebben Maria, Tongersesteenweg 10, 3720 KORTESSEM 17. Sas Arie, Lourdeskapelstraat 15 b 25, 3600 GENK 18. Dr. Schraepen Gilbert, Boudewijnlaan 150, 3630 MAASMECHELEN 19. Timmers Katrien, Jeugdstraat 4A, 3740 BILZEN 20. Tuerlinckx Michel, Tervantstraat 159, 3583 BERINGEN 21. Dr. Van Hootegem Sabine, Sleeuwstraat 8, 3600 GENK 22. Vandebrouck Adelain, Dorpsstraat 33, 3720 KORTESSEM. 23. Vanderhoeven L., Raamstraat 52, 3621 LANAKEN. 24. Vandenput Kathleen, Schreverland 11,3550 HEUSDEN-ZOLDER 25. Vanpeteghem Adrienne, Dieplaan 85 bus 6, 3600 GENK. 26. Wijnen Pierre, Rijksweg 582, 3630 MAASMECHELEN
De jaarlijkse statutaire algemene vergadering der vereniging werd gehouden op woensdag 29 mei 2013 te Genk, Hotel Stiemerheide.
5
Raad van bestuur De raad van bestuur was op 31.12.2013 als volgt samengesteld: Voorzitter, Ondervoorzitter - schatbewaarder Secretaris, Bestuurders
Niet-stemgerechtigd lid:
De heer Michel Tuerlinckx De heer Adelain Vandebrouck Dr. Mia Jacobs Mevrouw Louisa Gielen - Feys Mevrouw Clara Geerdens- Beerden Dr. Sabine Van Hootegem De heer Karel Caers De heer Rik Bloemen mevr. Katrien Timmers
De raad vergaderde in principe iedere eerste donderdag van de maand in het centrum "Molenberg" te Lanaken. De algemene en de administratieve directies woonden de vergaderingen bij. Omwille van de vele veranderingen en evoluties waaraan onze organisatie onderhevig was in 2013, werden extra bijeenkomsten georganiseerd in diverse commissies zoals personeelscommissie, bouwcommissie, financiële commissie, syndicaal overleg, personeelsvergadering en werkvergadering. Leden van de bouwcommissie volgden eveneens de werfvergaderingen, elke dinsdag voor Maasmechelen en elke vrijdag voor Bilzen. Vergaderingen waren er op volgende data: Januari: 3 + 7 + 11 + 15 + 23 Februari: 4 + 5 + 7 + 20 Maart: 6 + 8 + 14 + 22 + 26 April: 4 + 17 + 29 Mei: 2 + 8 + 29 Juni: 4 + 5 + 26 Juli: 12 + 17 Augustus: 28 September: 4 + 12 + 18 + 24 Oktober: 2 + 3 + 22 November: 6 + 14 + 27 December: 4 + 5 + 11 (Tot.: 39) (excl. werfvergaderingen Bilzen en Maasmechelen)
6
EXTERNE BELEIDSCONTACTEN EN NETWERKEN 1.
Vlaams Welzijnsverbond Guimardstraat, 1 1040 Brussel tel. 02/511.44.70 - KV directies CKG’s (1ste dinsdag) - Ad hoc werkgroepen
2.
Kind en Gezin (K&G)- Hallepoortlaan, 27 1060 Brussel tel. 02/533.12.11 - Erkenning en Subsidiëring - H. Van Veldekesingel, 150/15 3500 Hasselt tel. 011/87.09.71 - Platform K&G - Integrale Jeugdhulp Limburg
3.
Caritas Limburg Witte Nonnenstraat, 32 B2 3500 Hasselt tel. 011/23.37.62
4.
Integrale Jeugdhulp - Regionale stuurgroep IJH - Limburg - Netwerkstuurgroepen Maasland - Netwerkstuurgroep Zuid - Netwerkteam Zuid - Netwerkstuurgroep crisishulp - Kerngroep crisishulpverlening IJH - Coördinatieplatform crisispunt -18
5.
Opvoedingswinkel Maasland: Netwerk Opvoedingsondersteuning Maasmechelen, Koning Albertlaan 35 bus 2 3630 Maasmechelen
6.
Opvoedingswinkel Genk – vzw Pas Grotestraat 31 3600 Genk (algemene vergadering)
7.
Opvoedingswinkel West-Limburg, voorzitter stuurgroepen, Geiteling 13, Beringen
8.
Opvoedingswinkel Zuid-Limburg, voorzitter stuurgroepen, Hospitaalstraat, Bilzen
9.
Agendacommissie zorgcircuit West-Limburg
10.
Werkgroep ADHD-Genk. Grotestraat 31 3600 Genk.
11.
Overleg Welzijnswerk West-Limburg
12.
Gezinsraad Beringen
13.
Lokaal Overleg Kinderopvang Beringen
14.
Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning Heusden-Zolder 7
15.
Lokaal overleg Opvoedingsondersteuning Lanaken
16.
Overleg crisisopvang Politiezone Beringen-Ham-Tessenderlo
17.
Clustergroep Lokaal Sociaal Beleidsplan
18.
Lokaal overleg opvoedingsondersteuning + werkgroepen.
19.
Limburgs overleg opvoedingsondersteuning
20.
Coördinatieplatform STOP 4-7
21.
Werkgroep “Hechting” Limburg – project observatorium; stuurgroep + intervisiegroepen
22.
Diverse stuur- en werkgroepen vanuit de CKG’s.
23
Provinciaal overleg BJZ – CWL- CKG – Kind en Gezin
8
PERSONEEL (situatie per 31.12.2013)
Per 31.12.2013 waren er 77 personeelsleden in dienst waarvan 52 deeltijds. In fulltime equivalenten uitgedrukt stemt dit overeen met 59.23 tewerkgestelde werknemers. 3 werknemers vallen onder het statuut van Gesco en er zijn 4 Wep-plus personeelsleden actief. Van de 77 medewerkers zijn er 69 vrouwen en 8 mannen.
Organogram.
9
VORMING, TRAINING EN OPLEIDINGEN (VTO), GEVOLGD IN 2013 Agressie 2. Angst bij kinderen 3. Borstvoeding begeleiden 4. Er was eens…. Werken met levensverhalen van kinderen en jongeren 5. Familieopstellingen1 6. Geweldloos verzet 7. Geweldloos verzet in de opvoeding en de nieuwe autoriteit 8. Hechting 9. Hoe minder straffen? 10. Huilen en peuterpuberteit 11. Initiatie kindgerichte gezinstherapie 12. Introductie in het systeemdenken 13. Kids on track 14. Kinderen en echtscheiding 15. Kindergrime 16. Kwetsbaar in de wieg 17. Mentaliseren in gezinnen: hoe doe je dat? 18. Omgaan met gevoelens van kinderen 19. Ontwikkelingspathologie als basis voor hulpverlening 20. Op stap met Klein Duimpje: beeldend werken met kinderen en gezinnen 21. Organiseer zelf een geslaagd kinderfeestje 22. Samen het traumaverhaal herschrijven: van machteloosheid naar kracht om te handelen 23. Samenspel met kleuren in de preventieve gezinsondersteuning 24. Soms zijn kleine dingen groot genoeg 25. Talenten bij kinderen 1.
26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41.
Op weg naar 2014. Start van het nieuwe jeugdhulplandschap. Management in de non-profitsector. Geweldloos verzet in de opvoeding en de nieuwe autoriteit. Congres: De (on)deugd van tegenwoordig. Samen’werken’ rond Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag bij Jongeren. Stress bij kinderen en hun ouders. Een wederzijds verband. Bewustmaking kansarmoede Halt! De verslaving houdt de wacht! Als middelenmisbruik onze relatie veilig maakt. Kinderen en echtscheiding. Luister nu naar mij. Angst bij kinderen Oplossingsgerichte gespreksvaardigheden met kinderen en jongeren. Gamen, sociale media en andere online activiteiten Omgaan met gevoelens van kinderen. Emancipatorisch werken Samenspel in kleuren in de preventieve gezinsondersteuning. Ontwikkelingspsychopathologie als basis voor hulpverlening. Ontwikkeling van peuter, kleuter en lagere schoolkind. Interne vorming rond omgaan met agressie.
10
Deel 1. Kort grasduinen in de werkvormen van het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Molenberg.
1.1. Algemene situering. De afkorting CKG staat voor “Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning”. De CKG’s worden erkend en gesubsidieerd door het agentschap “Kind & Gezin” en vertegenwoordigen een nog jonge sector. Er zijn ongeveer 1500 plaatsen, verdeeld onder de CKG’s, waar ouders kunnen beroep op doen. Er zijn 23 erkende CKG’s in Vlaanderen met heel wat afdelingen. Onderstaand schema geeft weer waar deze te vinden zijn. De rode stippen geven aan waar onze organisatie actief is.
1.2. Korte historiek Reeds lang voordat de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning in het leven werden geroepen (1995), namen de meeste van de nu bestaande centra reeds een taak op zich die te maken had met “zorg voor gezinnen met noden”. Doorheen de tijd evolueerde die opdracht, hierbij de geest en de noden van de tijd volgend. - begin 20ste eeuw en periode tussen de twee wereldoorlogen: er was vooral aandacht voor weeskinderen en kinderen uit arme gezinnen: om de kindersterfte en ondervoeding tegen te gaan werden kinderen in “kolonies” tijdelijk opgevangen om daar aan te sterken.
11
- na 2de wereldoorlog: er kwam stilaan een einde aan de schrijnende toestanden van armoede: de sociale zekerheid was ingevoerd, kindergeld, ziekenkas, vakantiegeld, stempelgeld zorgden ervoor dat meer gezinnen zelf beter materieel in de zorg voor hun kinderen konden voorzien. Toch bleef er nog ruime aandacht voor de opvang en opvoeding van kinderen uit kansarme gezinnen, voornamelijk binnen de “kinderopvangcentra” en de “kinderdag- en nachtverblijven”. Het Kinderdorp Molenberg vzw werd opgericht in 1946. Eind 20ste eeuw verschoof de klemtoon terecht nog meer naar “opvoedingsondersteuning”: de overheid gaat er terecht van uit dat opvoeden een taak is die het meest wenselijk door de ouders wordt opgenomen. In de huidige tijdsgeest, waarin families, dorpen, wijken,… minder samenhangend zijn dan vroeger én waarin de maatschappij steeds hogere en wisselende eisen stelt aan gezinnen en individuen, hebben vele ouders in de opvoeding van hun kinderen baat bij een duwtje in de rug. De centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning werden in 1995 in het leven geroepen. Ze hebben als opdracht gezinnen vroegtijdig bij te staan en te steunen bij de opvoeding van de kinderen. Dit via verschillende werkvormen en met verschillende intensiteit, maar steeds vanuit een zelfde doelstelling: ervoor zorgen dat ouders de nodige steun krijgen, die hen helpt om de opvoeding van hun kind zelf verder op te nemen en tot een goed einde te brengen. Binnen deze opdracht wordt zorg voor het kind en de ondersteuning van de ouders naadloos gecombineerd.
1.3. Wie kan er terecht in een CKG? Gezinnen met kinderen van 0 tot en met 12 jaar (zolang ze basisonderwijs volgen, met bijzondere aandacht voor 0-6jarigen). in al hun diversiteit (ras, stand, godsdienst, herkomst,….) die een hulpvraag stellen omdat het opvoedingsgebeuren voor ouder en/of kind vastloopt of dreigt vast te lopen en waarvoor met een tijdelijk hulpaanbod voldoende perspectief is op verandering. Belangrijk is het perspectief. De situatie in het gezin moet van die aard zijn dat er nog verbetering mogelijk is (perspectief naar huis staat centraal). Mits tijdelijke ondersteuning kan het gezin terug op weg geholpen worden. Het is vanzelfsprekend dat de gezinnen zelf bereid zijn om mee te werken. In uitzonderlijke gevallen verblijven de kinderen erg lang in een van onze drie leefgroepen totdat de situatie thuis opgehelderd is of totdat we een goed definitief alternatief zoals pleeggezin gevonden hebben. Ook het preventieve karakter van de hulpverlening is een bepalend kenmerk van de ondersteuning. Door samenwerking met het CKG wordt er naar gestreefd om escalatie of crisis binnen het gezin te voorkomen. Waar nodig wordt met de ouders, een netwerk uitgebouwd (steun van familie, vrienden, hulpverleners) rond het gezin om het gezin te ondersteunen naar de toekomst toe. Ook hulp aan gezinnen met kinderen in acute crisissituaties en bij maatregelen van hoogdringendheid, met name waar onmiddellijk een oplossing nodig is, zijn een opdracht/doel voor 12
het CKG. Doelstelling is hier de verdere toename van de gezinsproblemen te vermijden door vroegtijdig te werken aan het probleem. CKG’s zijn dan ook 24 u/24 bereikbaar, elke dag van het jaar.
Enkele voorbeelden Opvoeden loopt niet altijd van een leien dakje. Niet alle kinderen zijn gelijk. Het ene kind heeft een andere aanpak nodig dan het andere. Maar hoe kan je weten welke aanpak? Meestal raak je er als ouder zelf wel uit, vind je voldoende steun bij vrienden of familie. Zo ontdek je wat er wel allemaal nog goed gaat in jouw gezin. Maar soms lijkt het stilaan boven je hoofd te groeien en weet je niet goed hoe het nu verder moet. Dan kan het nodig zijn dat iemand je gezin weer mee op weg helpt. Al weken houdt je baby het hele gezin wakker met zijn gehuil. Je familie ziet het niet meer zitten om hem nog op te vangen. Je bent ontzettend moe. Je bent aan het eind van je Latijn. De adviezen die bij andere kinderen wel lijken te werken, leveren jou niet het gewenste resultaat op. Je wil graag dat iemand met jou bekijkt hoe jij best kan omgaan met de noden van je kind. Je hebt het gevoel dat niets van wat je doet of zegt iets verandert aan het gedrag van je kind. Elke keer als jij iets verbiedt, loopt het uit de hand. Bij je andere kinderen ging alles zo vlot, maar nu lijkt niets aan te slaan. En ook de andere kinderen hebben last van de ruzies. Je hebt het gevoel dat je voor hen weinig tijd en energie overhoudt. Je wil deze situatie ombuigen, maar weet niet goed waar te beginnen. Je staat er alleen voor. Je probeert je vorige relatie te vergeten, alle schulden af te lossen en de ruzie met je moeder bij te leggen. Je kan er niet echt zijn voor je kinderen. Je hebt het gevoel dat je op een meer betrokken manier ouder zou willen zijn en zoekt hierbij begeleiding. Je zou de tijd willen krijgen om voor jezelf eens alles op een rijtje te kunnen zetten. Je was erg jong toen de baby geboren werd. Zolang hij klein was, lukte het je wel. Maar nu hij groter wordt, kan je aan niemand vragen hoe je hem leert luisteren, hoe je hem leert praten, leert eten, leert slapen, enz. Er is zo veel dat je hem wil leren, maar je twijfelt er sterk aan of dit allemaal wel zal lukken. Je hebt zelf psychische problemen en de opvoeding van je kind wordt zwaar om te dragen en dreigt uit de hand te lopen. Je hebt tijd nodig om voor jezelf een oplossing te zoeken, maar je wil de opvoeding van je kind niet verwaarlozen. Je angst om je kind te verliezen is groot. Je zoekt hulp om dit te voorkomen
1.4. De drie werkvormen De begeleiding kan op verschillende manieren gebeuren. Met de ouders worden de vragen en behoeften besproken. In overleg met de ouders wordt beslist welke hulpverleningsvorm het best past bij de situatie en het minst ingrijpend is voor het kind. Bij de mobiele begeleiding gaat een begeleider aan huis om samen met het gezin uit te zoeken hoe de opvoedingssituatie weer hanteerbaar kan worden. De begeleider bevraagt hoe de proble13
men ervaren worden en maakt een sterkte-zwakte-analyse op van het gezin. Vervolgens wordt samen met de ouder(s) nagegaan hoe het komt dat de dingen niet lopen zoals ze zouden willen. Tijdens het hulpverleningsproces wordt de ouder begeleid in het zoeken naar, en het ontwikkelen van, andere opvoedingsvaardigheden waardoor de ouder de verzorging en/of de opvoeding als minder problematisch ervaart en waardoor haar/zijn kind een optimale ontwikkeling kent. Indien aangewezen kan het kind voor een korte tijd overdag in het CKG verblijven. Dit noemt men de ambulante werkvorm. De begeleiding aan het kind en/of de ouders gebeurt dan intensief vanuit de leefgroep i.s.m. pedagoge en sociale dienst. Mogelijke ambulante werkvormen zijn ook: - met opvang:Het kind komt een stuk van de dag naar het centrum, alleen of samen met de ouder. Het kind (of de kinderen) kan voor een korte tijd bij ons overdag of ’s nachts verblijven. Deze opvang heeft plaats in een huiselijke sfeer. Tijdens dit verblijf kan er intensief met het kind gewerkt worden en kan er gezocht worden hoe thuis de situatie anders kan aangepakt worden. - oudertraining: ouders komen naar een training in ouderlijke vaardigheden Voorbeelden van ambulante hulpverlening zijn: Triple P, Het Spoor (tuimelmodule) en STOP 4-7. Residentiële begeleiding. Wanneer de situatie van die aard is dat het kind voor korte tijd niet thuis kan blijven, kan hij of zij terecht in één van de drie leefgroepen van het CKG en dit eventueel in combinatie met een begeleiding van zowel het kind als van het gezin. De opvang gebeurt in een leefgroep waar we een huiselijke sfeer proberen te creëren.. Tijdens dit verblijf kunnen de medewerkers in de leefgroep intensief met het kind bezig zijn en wordt intussen gezocht met de pedagoge en/of de maatschappelijk werker hoe de moeilijkheden kunnen aangepakt worden.
1.5. Situering binnen Integrale Jeugdhulpverlening. In Vlaanderen zijn er heel wat diensten die zich richten op kinderen en/of hun ouders. Al deze diensten vallen onder de “integrale jeugdhulp”. Hieronder vallen alle diensten die hulp verlenen aan kinderen en/of hun opvoeders, gaande van zeer eenvoudige hulp tot zeer specialistische hulp. Er zijn diensten die zich richten op heel brede preventie: zij bieden heel vrijblijvend advies, informatie,… aan iedereen die dit zou kunnen gebruiken. Bv. consultatiebureau Kind en Gezin, opvoedingswinkels Aan de andere kant van het continuüm is er de zeer specialistische hulp voor een beperkt aantal kinderen of gezinnen. Bv. gesloten jeugdhulp voor jongeren die zware gedragsproblemen stellen De CKG’s bieden intensieve preventie voor gezinnen met kinderen tussen 0 en 12 jaar Ze worden erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin en richten zich op gezinnen die aanvoelen dat de algemene adviezen die ze vinden niet volstaan om een probleem in de opvoeding op te lossen, maar waar de problemen ook nog niet zo ernstig zijn dat ze niet op korte tijd (1 tot 6 maand) kunnen opgelost of verbeterd worden.
14
1.6. Opnamevoorwaarden (indicaties) Na de intakefase, waarbij vraagverheldering centraal staat, wordt elk gezin besproken op een multidisciplinair opnameteam. De vraag en de eigenheid van het gezin wordt dan geplaatst tegenover de mogelijkheden van onze organisatie. Dan wordt geoordeeld welke module het best aansluit bij de vraagstelling. Het is ook mogelijk dat bepaalde kenmerken van het kind, het gezin, de omgeving of de situatie maken dat het aanbod van andere instanties/voorzieningen beter zou aansluiten bij wat dit gezin nodig heeft. Dan wordt een gerichte doorverwijzing georganiseerd. De gezinnen kunnen terecht bij het CKG voor volgende hulpvragen: 1.Er wordt een hulpvraag rond het opvoedingsgebeuren ervaren. Er is sprake van een noodsignaal. Op basis van een grondige vraagverheldering stelt men vast dat het gezin een probleem ervaart rond de opvoeding van de kinderen (de ouder kan de situatie niet meer aan, heeft een gevoel van incompetentie, er is behoefte aan acute hulp). Meerdere levensdomeinen lijken problematisch, maar binnen het geheel van problemen wordt de rode draad onderkend van “opvoeding” en “ ontwikkeling” (cfr Belsky). 2. De ouders slagen er niet in om adequaat om te gaan met de hierna genoemde stressfactoren. Men heeft de hulp van een buitenstaander nodig met de bedoeling om de opvoedingssituatie te verbeteren. De opvoeding geeft moeilijkheden die te maken hebben met stressfactoren op een of meer van de volgende terreinen: Ouder en gezin: gezondheid/fysisch functioneren algemene ouderlijke (persoons)kenmerken geschiedenis van ouder en gezin gezinsinteracties gezinsstructuur communicatie in het gezin de mate waarin de sociale steun ervaren wordt Interactie tussen ouder en kind: verwachtingen belevingen opvoedingsvaardigheden/opvoedingscompetenties opvoedingsklimaat opvattingen over opvoeding
Kind: gezondheid/fysisch functioneren temperament gedrag en emoties 15
Context van het gezin: financiële draagkracht huisvesting verblijfsstatuut gezinsvorm(vb: éénoudergezin, hersamengesteld gezin,…..) professioneel netwerk informeel/sociaal netwerk 3. De leeftijd van de kinderen is tussen 0 en 12 jaar (zolang ze basisonderwijs genieten). 4. Het betreft een plotse, acute situatie (er is nood aan snelle interventie), een maatregel hoogdringendheid of het gaat om problemen “in wording “. 5. De hulpvraag betreft een probleem waarbij een aantal prioritaire werkpunten op het vlak van verzorging, basisvoeding, uitbreiding van het sociaal netwerk, kunnen worden aangewezen. 6. In de leefsituatie zijn nog een aantal gezonde krachten te onderkennen waarmee kan gewerkt worden (empowerment) om op korte termijn tot verbetering te komen. 7. De ouders tonen een minimale bereidheid om mee te investeren in het begeleidingsproces. 8. De ouders geven een mandaat aan het CKG om hulp te bieden. 9. Het sociale netwerk rond het gezin volstaat niet om het probleem op te lossen, het is ontoereikend, het gezin leeft mogelijk geïsoleerd. 10. De externe betrokken diensten- en/of hulpverleners vermoeden of stellen vast dat er een opvoedingsprobleem is en achten het wenselijk dat een grondige observatie en/of complementaire ondersteuning wordt geboden (vb verpleegkundigen- K&G, CLB-medewerkers, diensten CAW, sociale diensten OCMW, kleuter- en lagere school medewerkers, sociale diensten,… .) 11. Andere hulpverleners achten, complementair aan hun eigen aanbod, de opvoedingsondersteuning vanuit het CKG noodzakelijk, zonder dat het CKG de gezinsbegeleiding, waarvoor de betrokken hulpverleners verantwoordelijk zijn, overneemt: vb volwassenenpsychiatrie, thuisbegeleiding Vlaams Fonds, vluchthuis, Centrum voor Integrale Gezinszorg., ziekenhuis, huisarts,…
16
1.7. De 3 werkvormen, vertaald in typemodules. 1.7.1. de mobiele modules. 1. Kort mobiele begeleiding (1xweek/1à3u/1w-3 mnd) Deze begeleiding gebeurt aan huis, éénmaal per week, en benadert de opvoedingsmoeilijkheden van het gezin op een systemische en contextuele wijze. Focus ligt op het bevorderen van een positieve opvoedingsinteractie. Hulpverlening vertrekt vanuit de problemen die door de ouders zelf worden aangegeven en vanuit de vraag van het kind. Diverse levensdomeinen worden betrokken: ouder en gezin, kind, context, … De ontwikkeling en de evolutie van het kind alsook de opvoedingssituatie worden opgevolgd. 2. lang mobiele begeleiding (1xwk/1à3u/3m-1jr) Idem als de kort licht mobiele begeleiding maar dan tot een jaar begeleiding mogelijk.
3. Middellang intensieve begeleiding (amber) 3xweek/1à3u/3-6mnd De “Ambermodule” staat voor een intensieve, pre- en/of postnatale, kortdurende begeleiding aan huis. Bij deze hoog intensieve begeleiding wordt gewerkt rond hechting, sociaal netwerk en het verhogen van opvoedingsvaardigheden. Participatie van ouders is uiterst belangrijk. De begeleidster gaat driemaal per week aan huis gedurende twee à drie uren. Deze begelei- ding kan maximaal 6 maanden duren en start ten vroegste één maand voor de geboorte tot vijf maanden erna.
4. Kort intensieve beg. (PPT) 3xweek/1à3u/1w-3mnd PPT. De praktisch Pedagogische Training van ouders met zeer jonge kinderen is een intensieve begeleiding van moeder en het zeer jonge kind (0 – 6j). Focus ligt hier op het aanleren van praktische opvoedingsvaardigheden waardoor de ouders op een meer adequate wijze met hun kind kunnen omgaan. 5. zeer kort intensieve begeleiding 3à5xweek/1à5u/28dagen
1.7.2 de ambulante modules. 1. training van ouders met kinderen in groep 17
(het Spoor)
1à3xperweek/2-6u/1-6mnd
2. training van ouders én van kinderen in groep (stop 4-7)
1à3xweek/1-6u/1-6mnd
3. training van ouders in groep (tripleP)
1à3xweek/1-3u/1w-3mnd
4. ind. amb. training van ouders leefgroep 1à3xweek/1-3u/1w-3mnd Dit is een nieuwe module waarbij vanuit de leefgroepwerking een training aangeboden wordt aan de ouder waarvan het kind in de leefgroep verblijft, specifiek gericht op hun problemen, waardoor het residentieel verblijf in de duur kan beperkt worden. 5. ambulante opvang in de leefgroep 2-5xweek/3-8u/1w-3mnd De bedoeling is om tijdelijk een deel van de zorg en opvoeding met de ouders mee op te nemen teneinde de draaglast te verminderen en het kindfunctioneren te optimaliseren. Het opzet hierbij is om gezinsbegeleiding aan te bieden aan gezinnen waar een hulpvraag is inzake het aanleren van pedagogische vaardigheden en zo het gezinsfunctioneren in het algemeen verbeteren. In het Dagcentrum Het Spoor wordt de methodiek van de Tuimelmodule gehanteerd. Bij deze module worden ouders samen met hun kinderen opgevangen en begeleid. Ouders participeren aan het groepsgebeuren. De begeleiding is zeer intensief.
1.7.3 de residentiële modules. Draagkracht van het gezin is van die aard dat verblijf in de thuissituatie tijdelijk onmogelijk is. Oorzaken kunnen zowel allerlei stressituaties (armoede, conflicten, psychische problemen,…) zijn, alsmede een opvoedingscrisis. 1. Crisisopvang --> 1 week (al dan niet aangestuurd door meldpunt crisis IJH) Het kind verblijft maximaal een week in de leefgroep. In die week wordt er alles aan gedaan om de problemen zodanig op te lossen dat een verder verblijf bij ons niet meer nodig is. 2. Kort verblijf --> max. 6w 18
Bij deze module kunnen we met het gezin gedurende zes weken werken om de ergste problemen aan te pakken. Het betreft hier vaak een noodsituatie (plotse hospitalisatie van de ouder, dringende rustkuur,…) waardoor ouders gedurende een korte tijd niet kunnen instaan voor de opvoeding van hun kinderen en geen gepaste hulp vinden, noch in de reguliere opvang noch in het eigen netwerk.
Indien de moeilijkheden in het gezin van die aard zijn dat een snelle oplossing niet voorhanden is en dat een lang verblijf zich opdringt, dan kunnen we beschikken over de volgende twee modules. Deze modules zijn vanaf 1 maart 2014 niet meer rechtstreeks toegankelijk. Maw de gezinnen moeten om beroep te kunnen doen op de langdurige modules, de toegangspoort van de inegrale jeugdhulp passeren en een indicatiestelling aanvragen. Het CKG Molenberg biedt twee langdurige modules; 3. Lang residentieel perspectief zoekend Hierbij is opvang mogelijk tot zes maanden. Met het gezin wordt gezocht naar mogelijkheden om de situatie op te lossen. Na zes maanden moet het perspectief gesteld worden. Indien het kind niet naar huis kan dan verandert de module in “perspectief bieden”. 4. Lang residentieel perspectief biedend De kinderen blijven langdurig in het CKG. We blijven zoeken naar mogelijkheden om ieder kind terug naar huis te laten gaan. Soms moeten we uitkijken naar alternatieven zoals een pleeggezin. Intussen kunnen de kinderen in een leefgroep verblijven, in een gezinsvervangend klimaat.
19
Deel 2. Voorstelling van het Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Molenberg.
Het Spoor
Kadans
Molenberg
Molenhof
20
2.1 Algemene informatie.
Het CKG Molenberg is erkend als een voorziening met een capaciteit van 95 plaatsen. Deze plaatsen werden verdeeld als volgt: Residentieel en ambulant: Mobiel Crisis IJH (art.17)
42 plaatsen 50 plaatsen 3 verzekerde plaatsen
Het CKG Molenberg organiseerde in 2013 eveneens volgende bijkomende activiteiten: STOP 4-7 Crisis 12-18j Meldpunt crisis IJH
5 plaatsen 3 plaatsen
Inzet van de drie hulpverleningsvormen
30 residentieel ambulant
50
mobiel
15
21
Verdeling van de modules. kort tb ppt 18
25
amber
10
lang tb 18
18
tuimel 6
6
kort resi crisis res lang
18
amb 6
6
50 8
tripl P stop ind training
22
C.K.G. – MOLENBERG te Lanaken-Rekem Adres: Daalbroekstraat 120 Lanaken – Rekem Telefoon: 089 / 73.00.80 e-mail:
[email protected]
Het CKG Molenberg te Rekem is het “moederhuis” van de organisatie. In dit centrum worden de drie hulpverleningsvormen aangeboden: residentieel, ambulant en mobiel. Directie: Rudi Gerrits, algemeen directeur Patrick Hoekx, administratief directeur Directieoverleg: Heidi Braeken, coördinator Molenhof Joke Loysch, coördinator Kameleon, Kadans, TB Bilzen en TB Maasmechelen Agnes Vankriekelsvenne, coördinator Kangoeroe Algemeen en administratieve directie Administratie: Nadine Willemse (secretariaat) Ronny Messina (boekhouding) Logistiek: Agnes, Sonja, Josephine, Lutgarde, Renilde, Annick, Justina en Joëlma Preventieadviseur: Mark Bex
23
Voorstelling teams en hun modulair aanbod per dec. 2013 Leefgroep Kangoeroe :
ped./coördinator Agnes
sociale dienst Sylvie
hoofdbegeleider Nathalie
Team: Yolanda Annette Anke Nicole Chloë
Leefgroep Kameleon :
Annelies Hilde An
ped./coördinator Anneliese
sociale dienst Angele
hoofdbegeleider Veerle
team: Lydia Linda Emanuella Christine
Hilde Nadia Sarah Virginie
24
Beide leefgroepteams kunnen volgende modules aanbieden: 1. crisisopvang 2. kort residentiële opvang 3. lang perspectiefzoekende opvang 4. lang perspectiefbiedende opvang 5. ambulante opvang 6. triple P 7. ind. ped. training van ouders < lfgr 8. kort licht mobiel 9. lang licht mobiel 10. middellang int.ped.training mobiel (amber) 11. kort intensief ped. mobiele begeleiding (PPT) 12. ambulante ped. training in groep (STOP)
Mobiele begeleiding integraal (team Bilzen):
ped./coördinator Annelieze
sociale dienst Bernadette
team: Conny Jetty Marij Nadine (maart 2014)
Mobiele begeleiding (team Maasmechelen):
ped./coördinator
sociale dienst Sylvie
team: Daisy Steffi Wilfried
25
Beide teams bieden volgende modules aan:
1. Kort mobiele begeleiding 2. lang mobiele begeleiding 3. Middellang intensieve begeleiding (amber) 4. Kort intensieve beg. (PPT)
26
CKG – MOLENHOF te Beringen Adres: Telefoon: e-mail:
Geiteling 13, Beringen 011 / 45.08.90
[email protected] /
[email protected]
Het CKG Molenhof te Beringen is een afdeling van het CKG Molenberg. In dit centrum worden de drie hulpverleningsvormen aangeboden: residentieel, ambulant en mobiel.
Voorstelling van de teams en hun modulair aanbod per dec. 2013. Leefgroep Molenhof. ped./coördinator Heidi
sociale dienst Mark
hoofdbegeleider Lize
team: Yvo Caroline Hilde Stijn
Carine Anja Carla Liesbeth 27
Dit leefgroepteam kan volgende modules aanbieden: 1. crisisopvang 2. kort residentiële opvang 3. lang perspectiefzoekende opvang 4. lang perspectiefbiedende opvang 5. ambulante opvang 6. triple P 7. ind. ped. training van ouders < lfgr 8. kort licht mobiel 9. lang licht mobiel 10. middellang int.ped.training mobiel (amber) 11. kort intensief ped. mobiele begeleiding (PPT) 12. ambulante ped. training in groep (STOP)
Naast deze bovenstaande CKG-modules biedt de afdeling Molenhof, buiten hun kernopdracht, ook een residentieel aanbod voor jongeren 12 – 18 jaar in crisissituaties. De opvang is zeer beperkt in tijd, meestal gaat het om een 24-uren opvang. Dit aanbod komt tot stand met de bijkomende steun van de locale gemeentebesturen van 7 omliggende gemeentes. Mobiele begeleiding (team Molenhof):
ped./coördinator Heidi
sociale dienst Ann
team: Andre, Jerica en Audrey
Team mobiele begeleiding Molenhof kan volgende module aanbieden: 1. Kort mobiele begeleiding 2. lang mobiele begeleiding 3. Middellang intensieve begeleiding (amber) 4. Kort intensieve beg. (PPT)
Medewerkers logistiek:
Ann, Canan en Jasemin 28
Dagcentrum Het Spoor te Maasmechelen.
Adres: Ringlaan 88, Maamsmechelen Telefoon: 089 / 77.24.76 e-mail:
[email protected]
In dit centrum wordt enkel ambulante hulpverlening aangeboden, meer specifiek de Tuimelmodule. pedagoge: Kathleen
hoofdbegeleider Chantal
team: Paula, Sarah en Daisy Nicole (log.) Module:
ambulante pedagogische training van ouders en kinderen in groepsverband
Het is een ambulante pedagogische begeleiding en training voor ouders samen met hun kinderen, ook gekend als Tuimel-module. De leeftijd is in het Spoor beperkt tot 6j. Er kunnen maximaal 8 kinderen met hun ouders tegelijk opgevangen en begeleid worden.
29
STOP 4 – 7 GENK Vanuit Kadans te Genk werd een ambulante module aangeboden: STOP 4-7 Stop 4-7 Genk is een samenwerkingsinitiatief tussen CKG De Stap en CKG Molenberg. STOP 4-7 is een trainingsprogramma voor kinderen tussen 4 en 7 jaar, die thuis en/of op school ernstige gedragsproblemen vertonen. Het team Genk geeft 2.5 trainingen per jaar voor telkens maximaal 10 kinderen, hun ouders en hun leerkrachten. STOP 4-7 -team Genk. Vanuit CKG Molenberg: Mieke Heene Ceres Velle Vanuit CKG De Stap: Greet Loeners Karin Unger Coördinator: Mieke Heene Het STOP 4-7 aanbod ligt vooralsnog buiten de reguliere werking van het CKG en wordt door Kind en Gezin apart betoelaagd. Vanaf 1 januari 2014 wordt het aanbod van STOP 4-7 aangeboden vanuit een nieuwe locatie te Kortessem voor de gehele regio Zuid-Limburg. Op datzelfde moment eindigde aldus de intensieve samenwerking met het CKG De Stap.
Het nieuwe adres vanaf 01.01.2014: “Oude Kleuterschool”, Gauwerstraat te vliermaalroot Statistische gegevens Aantal kinderen per trainingsperiode.
De drie trainingsperiodes waren in 2013 voor 100% bezet.
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
30
0 nov-feb
ma.-juni
sept-dec
Verwijzers:
3 8
CLB
7
SCHOOL DIENSTEN
10
OUDERS CKG
Leeftijd van de kinderen. 7 7 6 5
5 4
4
4 JAAR
5 JAAR
6 JAAR
7 JAAR
4 3 2 1 8 JAAR
0
Geslacht:
Gezinssamenstelling
5
jongens
meisjes
15
0
5
10
15
De werking van STOP 4-7 is intussen 7 jaar oud. De werkvorm is ambulant. De trainingen gebeurden in het trainingscentrum “De Apestaart” te Genk. Voor en na de trainingen waren er huisbezoeken met als doel de geleerde en geoefende opvoedingsvaardigheden te implementeren in de concrete thuissituatie. Naast training aan ouders en kind werd veel aandacht gegeven aan psycho-educatie van de leerkrachten.
31
CRISISJEUGDHULPVERLENING – LIMBURG.
Een samenwerkingsinitiatief tussen CAW, CKG De Hummeltjes en CKG Molenberg.
Crisishulp bestaat in een onmiddellijke en aangepaste interventie in geval van een crisis. Crisis is een acuut beleefde noodsituatie die niet op voorhand kon worden ingeschat en waarin onmiddellijke hulp moet worden geboden. 1. Meldpunt crisisjeugdhulpverlening. Het meldpunt garandeert een 24/24u permanentie die kan reageren op elke oproep van een hulpverlener die geconfronteerd wordt met een gezin in crisis. De meldpuntmedewerker gaat na wat nog de mogelijkheden zijn tot onderhandeling of overleg zijn, en probeert te zoeken naar de minst ingrijpende maar tevens de meest aangewezen hulpverleningsvorm. 2. Crisisinterventie De functie van crisisinterventie is vraagverheldering en bemiddeling. De acties zijn het installeren van veiligheid, stressverlagend werken, bemiddelen, het verduidelijken van de crisisvraag, het voeren van individuele en contextgesprekken, gebruikmaken van crisismethodieken, oriënteren naar verdere hulp en intersectorale dispatching. 3. Crisisbegeleiding De functie van crisisbegeleiding is begeleiding. De acties zijn het bewaken van de veiligheid, het opmaken van een doelstellingenplan met het gezin binnen vijf dagen, het concretiseren van doelstellingen, het voeren van individuele gesprekken en contextgesprekken, het gebruik maken van crisismethodieken, het betrekken van significante hulpverleners, het zoeken naar en toeleiden tot gepaste vervolghulp, het starten van hulpcoördinatie. 4. Crisisopvang De functie van crisisopvang is residentiële opvang. De acties zijn het aanbieden van bed-bad-brood en een veilige omgeving, altijd gecombineerd met crisisinterventie en/of crisisbegeleiding.
32
Onze organisatie engageert zich op volgende terreinen:
Het CKG doet mee aan het netwerk crisisopvang door drie residentiële plaatsen permanent ter beschikking te stellen (=verzekerd aanbod). Samen met CKG De Hummetjes en het CAW te Hasselt bemannen we het meldpunt 24u/24u en 7dagen op 7 voor elke oproep voor kinderen tussen 0-18j. Voor kinderen tussen 12-18j hebben we een “mogelijk” aanbod van één bed te Molenhof – Beringen ism zeven omliggende gemeenten.
Het crisisjeugdhulpverleningsprogramma ligt buiten de reguliere werking van het CKG. Voor de subsidiëring van dit project zorgt de Vlaamse Gemeenschap voor de nodige middelen.
33
Deel 3. Statistisch materiaal Sinds 1 januari 2013 kennen de 23 CKG’s van Vlaanderen een nieuwe regelgeving. Aan dit BVR en zijn ministeriële besluiten werd een decennium gewerkt. Door de toepassing van de nieuwe regelgeving op de werking van de CKG’s wordt een organisatie niet meer geëvalueerd adhv aanwezigheidsdagen (bezetting) maar aan de hand van FIDparameters en MIH (minimaal inzetbare hoeveelheden). F staat voor “frequentie “(bv wekelijks) I staat voor “intensiteit” (bv 3 uur per huisbezoek) D staat voor “duur” Deze FID-parameters zijn voor elke module verschillend. Hieronder volgt een overzicht van de modules die ons CKG aanbiedt, met de betreffende FID-parameters.
LICHT
TM
Kort licht M
F I D
MIH/jr
1 fractie
MOBIEL (per werkingsgebied) INTENSIEF
gemidd 1 B/wk v 1 tot 3 u v 1 wk tot 3 mnd
Zeer kort intensief M gemidd 1 v 3 tot 5 B/wk B/wk v 1 tot 3 u v 1 tot 5 u v 3 mnd tot max 28 dgn 1 jr
Kort Middellang intensief M intensief M gemidd 3 gemidd 3 B/wk B/wk v 1 tot 3 u v 1 tot 3 u v 1 wk tot 3 v 3 mnd tot mnd 6 mnd
18 B
9B
6B
6B
1 B (prijs 1/9)
1 B (prijs 1 B (prijs 1/6) 1/6) Crisisbegeleiding
1 B (prijs 1/18) specifieke Triple P MODULE level 5
Lang licht M
6B
1 B (prijs 1/6) Amber
34
TM F I D
MIH/jr
1 fractie BEZ Aanw dgn BEZ Begel dgn
DAG
RESIDENTIELE OPVANG (vestiging) DAG + NACHT
A opvang
Crisisopv
v 2 tot 5 X opv/wk v 3 tot 8 u v 1 wk tot 3 mnd
tot 7dgn/wk tot 7dgn/wk
tot 7dgn/wk
dag+nacht dag+nacht max 7 dgn max 6 wkn en 1X verlengbr met 7dgn 6 pl (6pl enkel 6 pl (6 pl enkel 6 pl (6 pl enkel
dag+nacht Pzoe:max1jr Pbie: tot ki =6jr
A opv of tot 6 pl met cris opv /zeer korte R opv)
cris opv of tot 6pl met A opv /zr kort R)
kort R opv of tot 6pl met A opv/crisisopv)
enkel lange R opv of tot 18 met A opv/ crisisopv/ korte R opv)
1 pl (prijs 1/6) min 60%
1 pl (prijs 1/6) min 60%
1 pl (prijs 1/6) 1 pl (prijs 1/18) min 60%
min 80%
min 80%
min 80%
Zeer korte R Lange R opv opv
18 pl (18 pl
min 85%
AMBULANTE TRAINING (per werkingsgebied) IN GROEP (G) INDIV (I)
TM F I D min gezinn of ki/T min T/jr min gezinnen,ki,B/jr 1 fractie specifieke MODULE
ATG O+Ki samen
ATG O en ATG Ki
ATG O
AT I O
gemidd 1 tot 3T/wk v 2 tot 6 u 1 tot 6 mnd
gemidd 1 tot 3T/wk v 1 tot 6 u 1 tot 6 mnd
incl nazorg
incl nazorg
gemidd 1 tot 3T/wk v 1 tot 3 u 1 wk tot 3 mnd incl
gemidd 1 tot 3T/wk v 1 tot 3 u 1 wk tot 3 mnd incl
nazorg
nazorg
MIH= 8 gezinnen /T
10 ki/T
6 gezinnen/T
1 ouder
2 T/jr
MIH= 2 T/jr 20 ki/jr
MIH= 3 T/jr 16 6 B /jr gezinnen/jr
1 T (prijs 1/2) stop 4-7
1 T (prijs 1/3) triple P level 4 gr
16 gezinnen/jr 2 gezinnen (prijs 1/8) tuimel
(min 8, max
1 B (prijs 1/6) triple P level 4 ind (stand)
35
3.1
Evolutie van de begeleidingsdagen gedurende de laatste vier jaar Een aanwezigheidsdag is elke dag dat het kind in de voorziening aanwezig is. Een begeleidingsdag is elke dag vanaf de inschrijving tot de uitschrijving.
Begeleidingsvorm 2009 9.906 Residentieel (28.5%) 5.285 Ambulant (15.24%) 16.360 Mobiel (47.2%) 31.551
2010 10.397 (31.8%) 3.840 (11.4%) 15.692 (48%)
2011 9.987 (29.74%) 3.701 (11.02%) 17.596 (52.40%)
2012 9.974 (28.7%) 3.869 (11.2%) 16.283 (45.8%)
2013 10.785 (31.1%) 7.364 (21.2%) 18.679 (53.86%)
29.829
31.284
30.126 (86.64%)
36.828 (106.2%)
Totaal .
20000 18000 16000 14000 12000
residentieel
10000
ambulant
8000
mobiel
6000 4000
2000 0 2009
2010
2011
2012
2013
Gemiddeld aantal begeleidingsdagen per opname : 36.828 : 298 = 123.6 dagen.
Bezetting 2013. Het centrum realiseerde 36.828 begeleidingsdagen in 2013. Dit zou in de oude evaluatiemethode overeenkomen met een totale bruto bezetting van 106.2%.
36
3.2 Begeleidingen per leeftijdscategorie. Ckg's
Kinderen % kinderen
<3
3 tot 6
6 tot 12
> 12
Niet ingevuld
# dagen
78
100
118
2
0
298
26.1%%
33.5%
0.01%
0%
100%
39.6%
3.3 Nationaliteit van de moeder Aantal gezinnen 2010 België 61 Dominikaanse Republ. 0 Duitsland 0 Filippijnen 0 Griekenland 1 Italië 1 Kongo 0 Kosovo 0 Marokko 0 Nederland 3 Brazilië 0 Polen 0 Turkije 7 Togo 1 Roemenië 0 Onbekend 33 Totaal 111 Nationaliteit
Aantal gezinnen 2011 79 1 0 1 0 1 0 0 4 9 0 0 4 0 2 23 124
Aantal gezinnen 2012 100 1 0 1 0 2 0 0 4 9 0 0 0 1 0 26 149
Aantal gezinnen 2013 77 0 0 0 0 0 0 0 1 4 1 1 1 1 0 30 116
De moeders van de opgenomen kinderen hebben vooral de Belgische nationaliteit.
37
3.4 Domicilie van de gezinnen: woon- of verblijfplaats van de kinderen 2010 – 2012. 2010
2011 2012 2013
Maasland Maasmechelen Dilsen-Stokkem Maaseik Lanaken Kinrooi
16 6 4 8 0
12 11 5 13 4
18 7 0 17 3
14 6 7 8 1
Zuid-Limb. Riemst Tongeren Bilzen Hoeselt Voeren Kortessem Borgloon Nieuwerkerken Sint-Truiden Wellen
3 7 4 1 0 1 0 0 1 0
10 6 6 0 1 0 0 0 2 0
8 11 9 1 1 0 0 0 3 0
1 13 10 1 0 0 0 0 2 0
Regio Genk Genk As Opglabbeek Zutendaal Diepenbeek
3 1 3 1 3
10 2 1 1 2
11 2 0 3 2
8 0 0 6 0
scherpenheuvel
1
2010 2011 2012 2013 West-Limburg Beringen Halen Lummen Herk-de-Stad Ham Heusden-Zolder Tessenderlo Houth.-Helcht. Leopoldsburg
8 1 1 0 2 4 3 2 2
11 0 0 0 4 2 1 6 2
13 1 0 0 2 2 5 2 0
10 1 1 0 1 5 6 2 1
Regio Noord-Lim. Hechtel-Eksel Neerpelt Peer Hamont-Achel Bree Overpelt Bocholt Lommel Meeuwen-Gruitr.
1 0 0 2 0 0 0 3 1
0 0 0 1 1 0 0 4 0
0 0 0 0 1 1 1 3 1
0 0 0 0 0 1 0 1 0
4 3 0
2 0 1
6 111
2 124
5 0 1 1 0 5 149
3 1 0 0 0 5 116
Regio Hasselt Hasselt Zonhoven Alken Mol Geel Onbekend Totaal
Maasmechelen, Beringen, Bilzen en Tongeren zijn de gemeenten waar de meeste gezinnen wonen die door ons begeleid werden in 2013.
38
3.5 Gezinssituatie
Gezinssituatie Natuurlijk gezin Nieuw samengesteld gezin Ouder alleenstaande Familie Pleeggezin Co-ouderschap Andere Totaal
Aantal gezinnen 2009 83
Aantal gezinnen 2010 47
Aantal gezinnen 2011 65
Aantal gezinnen 2012 71
Aantal gezinnen 2013 56
21 73 0 0 3 9 190
16 43 0 0 1 4 111
13 37 0 0 4 5 124
16 56 0 0 5 1 149
11 43 1 3 4 116
Bij ongeveer de helft van al de gezinnen die beroep doen op onze hulpverlening, zijn vader en moeder van het betreffende kind nog samen. Verder zijn het vooral alleenstaande ouders (vooral moeders) die nood hebben aan ons hulpverleningsaanbod.
3.6 Aanmeldingen volgens verwijzers.
onderw AWW K&G
130
GGZ
93
BJZ
77 61
VAPH
32
gezondh
26 6
18 14
7 14
onderw AWW K&G GGZ BJZ VAPH gezondh politie client meldpunt andere
140 120 100 80 60 40 20 0
politie client meldpunt andere
Uit deze tabel blijkt dat de meeste gezinnen doorverwezen werden door Kind en Gezin en door een consulent bij Jongerenwelzijn. Voor alle verwijzingen vanuit Jongerenwelzijn wordt zeer nauw samengewerkt met de Centrale Wachtlijst Limburg te Hasselt.
39
3.7 Soort aanmelding.
8% crisis
28,80% 63,00%
dringend gewoon
3.8 Aanmelding volgens probleemcategorie 2011 - 2013. Algemeen. opvoeding 137 154 164
2011 2012 2013
kind 107 111 106
ouders 119 146 125
context 144 152 127
situatie 112 112 75
Specifiek geregistreerd.
2011 2012 2013
dreigende verwaarlozing materieel/ped.
dreigend geweld tov kind
17 18 21
9 17 16
psychologische/ verslaving psychiatr. probl. ouders
26 48 35
11 16 17
licht mentale handicap ouders 9 11 6
kansarmoede
29 35 45
40
3.9 Aanmelding volgens module. amber 5 1,60%
kort 56 18,10%
lang kort/inten opvang 58 5 25 18,70% 1,60% 8,00%
t Spoor 25 8,00%
STOP 4-7 Triple P 11 27 3,50% 8,70%
train. Lf 2 0%
resident resident resident resident crisis kort verbl lang PZ lang PB 23 26 25 21 7,40% 8,40% 8% 6,80%
modulair aanbod amber 21
5
kort mobiel 56
25
residentieel
mobiel
lang mobiel kort int mob
26
amb opvang spoor
23 2
ambulant
58
stop 4-7 triple p
27
train lfg 11
25
25
5
res crisis res kort
Veel hulpvragen zijn vragen naar mobiele begeleiding (40.2%). Deze hulpverleningsvorm is dan ook de minst ingrijpende voor het gezin en krijgt altijd voorrang, mits de situatie dit toelaat. We stellen vast dat de ambulante werkvorm toegenomen is (29.1%). Reden hiervoor zijn de combineermogelijkheden van de modules. De vraag naar residentiële opvang bij aanmelding is ook dit jaar nog steeds erg hoog: 30.7%.
41
ANALYSE EN EVALUATIE VAN DE EIGEN WERKING De bereikte doelgroep, leeftijd van de kinderen In 2013 werden 116 gezinnen begeleid met 298 unieke kinderen. 26.1% van onze kinderen was geen drie jaar oud; 33.5% was tussen drie en zes jaar oud terwijl 39.6% tussen 6 en 12 jaar was. Uit voorgaande blijkt dat de vraag naar begeleiding van gezinnen met kinderen tot 12 jaar blijft. De mobiele begeleiding kampt voortdurend met wachtlijsten. Ouders moeten vaak drie tot zes maanden wachten vooraleer onze mobiele begeleiding kan starten. Bovendien zien we een verschil in de toeleiding van de gezinnen naar de mobiele begeleiding tav de gezinnen in de residentiële werkvorm. De mogelijkheid om residentiële modules te koppelen aan mobiele of ambulante modules geeft begeleidingsmogelijkheden die voorheen niet denkbaar waren. De contacten met de ouders zijn frequenter en de begeleiding zelf kan efficiënter verlopen. De werkvormen Wij stellen vast dat 50.9% van alle begeleidingsdagen mobiel gemoduleerde begeleidingsdagen waren, 19.9% ambulant en 29.2% residentieel. Op basis van het ondersteuningsplan wordt bij gelijkblijvend zorgeffect steeds de minst ingrijpende maatregel voorgesteld. Dit betekent dat wij, indien mogelijk, de mobiele begeleiding laten primeren op ambulante en residentiële hulpverlening. De begeleidingsduur Als begeleidingsduur wordt het principe gehanteerd “zo kort mogelijk, maar zo lang als nodig”. In de meeste dossiers zijn ook andere hulpverleners bij het gezin betrokken en wordt de begeleidingsduur bepaald in het overleg met de ouders en met de betrokken hulpverleners. Wanneer wij het aantal opnames delen door het aantal begeleidingsdagen dan komen wij in 2013 voor alle afdelingen en Molenberg zelf, uit op een gemiddelde begeleidingsduur van 123.6 begeleidingsdagen (alle dagen tussen opname en ontslag). Dit is een verhoging tav gemiddelde begeleidingsduur in 2012 (106d). De verhoging is toe te schrijven aan de vernieuwde doelgroepkinderen die in de leefgroep verblijven, in de module langdurig perspectiefzoekend of langdurig perspectiefbiedend. Deze kinderen werden haast allen door de jeugdrechter bij ons geplaatst waardoor een snelle terugkeer naar huis niet evident meer is.
42
TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
Het CKG blijft zoeken naar nieuwe ideeën, visies en methodieken die onze werking kunnen verbeteren. Hierbij blijft de ontwikkeling van het kind, op alle domeinen, centraal staan. We blijven zoeken naar methodieken die onze efficiëntie, doelgerichtheid en professionaliteit verhogen. Vervolgens blijft het CKG blijft zich engageren om in de geest van het decreet inzake de rechtspositie van de minderjarigen (DRM), nieuwe ideeën uit te werken die de kinderen ten goede komen. Het kwaliteitshandboek is hiervoor een levend en dynamisch instrument, een handleiding voor iedere medewerker voor de uitvoering van onze missie. 2013 was een jaar waarin de nieuwe regelgeving zijn definitieve vorm en inhoud kreeg. De vorige regelgeving liep ten einde op 31 december 2012. Op 1 januari werden de parameters en de richtlijnen van de nieuwe regelgeving gevolgd. Het resultaat ervan zag u in de grafieken en de tabellen. Het gaat in deze regelgeving om een totaal vernieuwend CKG-concept dat o.i. tegemoet komt aan de verwachtingen van de hulpvragende ouders en de partners in het hulpverleningsveld. Belangrijk bij dit nieuw B.V.R. en K.B. is de duiding dat de intrinsieke kernopdracht van de CKG’s de laagdrempelige mobiele en ambulante werking is, al dan niet in combinatie met crisisopvang of kort verblijf in de leefgroep. Bijzondere aandacht zal gaan naar wetenschappelijk onderbouwde preventieve gezinsondersteunende initiatieven. Elk aanbod wordt gevat in een module en elke module wordt afgewogen tav de andere modules waardoor men een weging kan maken die zich vertaalt in subsidiëring van het aanbod. Daardoor zal elk jaar niet enkel een financiële begroting moeten opgemaakt worden maar moet het CKG, na overleg met het hulpverleningsveld, een pedagogische begroting opstellen waarbij zij aangeeft welke module in welke regio zal aangeboden worden. Op die manier kan interactief en preventief gewerkt worden wat de efficiëntie van de CKG-werking verhoogt. In dit jaarverslag 2013 kon u al enkele nieuwe tabellen terzake inzien. Tenslotte wil ik vermelden dat het ondersteunen van ouders met zeer lichte opvoedingsvragen een explosieve ontwikkeling kent in Limburg. Niet enkel de Vlaamse Gemeenschap maar ook het Provinciebestuur Limburg en de lokale gemeentebesturen willen hiertoe bijdragen. De partners binnen IJH en vele andere organisaties vinden mekaar in één van de vele netwerken die hier rond uitgebouwd werden. Molenberg zal ook in volgende jaren als actieve partner meewerken in het realiseren van laagdrempelige opvoedingsondersteuning voor mensen met een lichte opvoedingsvraag. Wij zullen ons vooral (pro-)actief inzetten in volgende regio’s: Maasland, Zuid-Limburg en West-Limburg. In 2013 werden volgende projecten door onze organisatie gestuurd: 1. Opvoedingswinkel West-Limburg 2. Opvoedingswinkel Zuid-Limburg 3. Ouders Buurten (kansarmoedebestrijding Zuid-Limburg) 4. POKO (kansarmoedebestrijding West-Limburg) 5. Observatorium 6. Hulp bij bedrijfssluitingen 43
2013 was ook het jaar geworden waarin Molenberg eindelijk de bouwprojecten verder zag verwezenlijken. Zowel te Bilzen als te Maasmechelen werd hard gewerkt om onze dromen te realiseren. Wij hopen op de beëindiging van de werken rond half september 2014. Te Bilzen, aan de Gansbeekstraat, zullen naast de leefgroep Kameleon en de mobiele dienst voor thuisbegeleiding ook de centrale diensten gehuisvest worden. De afdeling te Maasmechelen, met de leefgroep Kangoeroe en een team mobiele begeleiding, zal onderdak vinden in de Dageraadstraat 1, waar een ruime woning aangekocht werd. Deze woning wordt volledig verbouwd, uitgebreid en aangepast aan de noden van een leefgroep en een dienst voor thuisbegeleiding. Deze locaties bieden beide mogelijkheden om een werking uit te bouwen die nauw aansluit bij de noden van de plaatselijke bevolking. Net als onze afdeling Molenhof te Beringen zullen de andere afdelingen te Maasmechelen en te Kortessem, en na de verhuis ook nog te Bilzen en te Maasmechelen, zich kunnen integreren in de omgeving, een integratief onderdeel uitmaken van de samenleving. Dit alles zal drempelverlagend werken wat ten goede komt aan de kinderen waarvan hun ouders de weg naar het C.K.G. beter en sneller kunnen vinden.
44
WOORD VAN DANK
Namens de 298 kinderen en hun ouders danken wij langs deze weg allen die bijgedragen hebben tot het realiseren van onze doelstellingen. Onze dank gaat uit naar de leden van de raad van bestuur van het agentschap “Kind en Gezin” en naar haar provinciale medewerkers die ons de mogelijkheid geboden hebben om ons Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning Molenberg kwalitatief uit te bouwen. Wij danken eveneens de voorzitter en de leden van de raad van bestuur van de V.Z.W. Molenberg die van zeer nabij de werking van het “Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning” opgevolgd en gesteund hebben. 2013 was een jaar vol veranderingen en vernieuwingen. Naast de implementatie van de nieuwe CKG-regelgeving en de uitvoer van de beide bouwprojecten heeft de Integrale Jeugdhulpverlening het Vlaams hulpverleningslandschap hertekend en de C.K.G.’s een duidelijke plaats toegewezen. In hun kernopdracht bevindt ons CKG zich voor de toegangspoort. Toch zullen we met enkele residentiële modules actief blijven na de toegangspoort. Hierover meer in het jaarverslag 2014. Alle medewerkers hebben aan bovenstaande intensief meegewerkt waarvoor mijn welgemeende dank. Tot slot wil ik alle anderen danken die een constructieve bijdrage geleverd hebben waardoor ons C.K.G. is wat het vandaag is: een organisatie die daadwerkelijk een verschil kan bieden dat voor vele gezinnen een verschil maakt. Indien u voorstellen wilt formuleren die onze werking kunnen verbeteren kan u steeds terecht bij een van onze medewerkers, telefonisch op het nummer 089/73.00.80 of per e-mail:
[email protected] of bij mezelf:
[email protected].
Ook kunt U dit jaarverslag raadplegen op onze website: www.ckgmolenberg.be .
Namens de CKG - teams,
Rudi Gerrits, algemeen directeur Molenberg v.z.w.
45