JAARVERSLAG 2009 Brede School Mentorproject Gouda - School’s Cool Gouda -
Laetitia Kuijpers en Maria Wassink Maart 2010
Pagina |2
“Alles wat je aandacht geeft, groeit”
Colofon
Dit project is in 2009 mede mogelijk gemaakt met subsidie van het Oranjefonds, de Provincie Zuid-Holland, de gemeente Gouda en de Stichting Vrienden van het Brede School Mentorproject.
Inhoudsopgave
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |3 Inhoudsopgave
Voorwoord
4
1.
Brugklassers kansen geven
6
2.
Groei naar 50 pupillen per jaar: diverse groep
8
3.
Voordracht vanuit basisscholen
10
4.
Grote groep vrijwillige mentoren
15
5.
Mentoren geven aandacht en structuur
16
6.
Goede koppeling is belangrijk
18
7.
Naar de brugklas
19
8.
Positief resultaat: evaluatie
21
9.
Plek in Gouda
26
10.
Op andere wijze actief
27
11.
Financiers, sponsors en donateurs
32
12.
Uitdagingen
35
Ter afsluiting
36
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |4 Voorw oord Het mentorproject Het Brede School Mentorproject in Gouda biedt alweer 3 jaar lang leerlingen een steuntje in de rug bij de overgang van groep 8 naar de brugklas. De leerlingen die aangemeld worden bij het mentorproject krijgen een mentor die hen thuis helpt met alles wat aan school en vrije tijd raakt. Het project richt zich op leerlingen die door omstandigheden thuis of in hun directe omgeving baat hebben bij deze extra ondersteuning.
Positieve aandacht is het kernwoord binnen het mentorproject. De zekerheid dat er iemand voor hen is, bij wie ze met vragen of problemen terecht kunnen, die ze kunnen vertrouwen en bij wie ze zichzelf kunnen zijn werkt bij deze leerlingen bevorderlijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het grootste effect van mentoring is 1
zichtbaar - zoals ook blijkt uit onderzoek - op het gebied van emotioneel welzijn. Leerlingen geven zelf aan meer zelfvertrouwen gekregen te hebben door het mentortraject en meer vertrouwen in de toekomst te hebben. Mentoren die meededen in het onderzoek schatten de toename van het zelfvertrouwen zelfs nog wat hoger. De mentor probeert met positieve aandacht de pupil op het goede spoor te houden en schooluitval te voorkomen. Deze extra ondersteuning helpt jongeren hun kwaliteiten meer kans te geven zich te ontwikkelen.
1
Meer dan een steuntje in de rug, succesfactoren van coaching en mentoring onderzocht (2009), Uyterlinde, Lub, de Groot en Sprinkhuizen (Movisie)
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |5 Veel vrijwilligers actief Zo langzamerhand is het mentorproject toegegroeid naar een flinke vrijwilligersorganisatie. Het afgelopen jaar hebben ruim 20 mensen zich aangemeld als nieuwe mentor. In totaal heeft het project dit jaar 28 nieuwe leerlingen aan een mentor kunnen koppelen. De 16 mentoren die het jaar ervoor gestart zijn, hebben eind 2009 de begeleiding van hun leerling afgerond. Daarmee waren vorig jaar in totaal 44 mentorkoppels actief binnen het project. We gaan in dit verslag nader in op de achtergronden van de leerlingen, hun mentoren, de activiteiten die ondernomen zijn en de resultaten van de begeleiding.
Intensief jaar We hebben een intensief jaar achter de rug met het mentorproject! Na 3 jaar projectsubsidie van het Oranje Fonds aangevuld met gelden van de Gemeente Gouda hebben we in 2009 enkele financiers gevonden die willen bijdragen aan het mentorproject. De financiële bijdragen van de gemeente Gouda, de Brede School, het Interzuilair Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs, Woningcorporaties, Rabobank en andere donaties maken dat we er weer enkele jaren tegenaan kunnen. Het Oranje Fonds geeft in 2010 nog een overbruggingsfinanciering. Vanaf 2011 moeten we via de Stichting Vrienden van het Brede School Mentorproject een kwart van de financiering zelf aanvullen. Gezien de vaste plek die het mentorproject in Gouda heeft, hebben we alle vertrouwen dat dit gaat lukken. Op deze manier zorgen we er met zijn allen voor dat de kinderen hun plekje op de middelbare school weten te vinden. Gouda bedankt!
L a e t i t i a K u i j p e r s e n Ma r i a W a s s i n k P r o j e c t l e i d e r s B r e d e S c h o o l Me n t o r p r o j e c t
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |6 1. Brugklassers kansen geven Het Brede School Mentorproject biedt leerlingen die dit nodig hebben extra kansen voor een goede overgang van basisschool naar middelbare school. Deze leerlingen krijgen een vrijwilliger als mentor, die ongeveer anderhalf uur per week de leerling – hun pupil - thuis helpt met schoolzaken.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |7 De basisscholen dragen de kinderen voor. De bezoeken aan huis e
starten eind groep 8 en lopen door tot in de 2 klas van de middelbare school. De start van het mentoraat vindt plaats op het moment dat de leerlingen nog in groep 8 van de basisschool zitten in de periode mei tot e
en met juni. Het mentoraat loopt door tot in de 2 klas van de middelbare school.
Het mentorschap heeft als doel de leerling de steun te geven, die zijn/haar ouders (nog) niet kunnen bieden bij de overgang naar de middelbare school. Heel belangrijk bij de mentoraten is dat de mentoren de leerlingen op een positieve manier benaderen met aandacht voor zijn/haar kansen. Dit leidt tot meer positieve resultaten op school en daarmee meer uitdaging en plezier op school. Uit landelijk onderzoek blijkt dat dit uiteindelijk leidt tot minder voortijdig schooluitval op latere 2
3
leeftijd en daarmee een betere kans op de arbeidsmarkt .
Het mentorproject wordt uitgevoerd als een van de activiteiten van de Federatie Brede School Gouda. De projectorganisatie bestaat uit: -
Projectleider en mentorcoördinator voor Oost-Gouda: Laetitia Kuijpers
-
Projectleider en mentorcoördinator voor West-Gouda: Maria Wassink.
2
Effecten van School`s cool op de middellange termijn, Sardes 2009. Steeg, M. van der, en D. Webbink, 2006, Voortijdig schoolverlaten in Nederland: omvang, beleid en resultaten, CPB Document 107. Zie ook www.voortijdigschoolverlaten.nl 3
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |8 2. Groei naar 50 pupillen: diverse groep Het mentorproject is gestart in 2007. In de afgelopen 3 jaar zijn we gegroeid van 7 pupillen in het eerste jaar naar 28 pupillen in het derde jaar (zie tabel 1). Het mentoraat loopt ruim 1,5 jaar, waardoor in 2009 in totaal 44 mentorkoppels actief waren. In 2010 groeien we verder door naar 50 mentorkoppels. De jaren daarna willen we stabiliseren op ongeveer 50 mentorkoppels per jaar: 25 oude en 25 nieuwe koppels.
Met dit project bereiken we een diverse groep van jongeren over heel Gouda (zie tabel 1). Het grootste deel van de pupillen woont in oostelijk 4
Gouda (56%). Van de pupillen heeft 74% een niet-westerse achtergrond : 45% heeft een Marokkaanse achtergrond en 29% een andere niet-westerse achtergrond. Bijna tweederde van de deelnemers is jongen en ruim een derde is meisje. De meeste pupillen wonen in Goverwelle en Gouda Oost. Het aantal pupillen uit andere wijken groeit gestaag.
4
Ouders geboren in niet-westers land
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Pagina |9 Tabel 1: Achtergrond pupillen Brede School Mentorproject Gouda Kenmerken
Aantal
Aantal
Aantal
2007
2008
2009
Totaal
%
Aantal 5
2010
Culturele achtergrond (1 of beide ouders) Marokkaans
5
9
9
23
45
Ander niet West-Europees
1
4
10
15
29
Nederlands
1
3
7
11
22
Ander West-Europees
0
0
2
2
4
7
16
28
51
100
Jongen
5
10
17
32
63
Meisje
2
6
11
19
37
Totaal
7
16
28
51
100
Goverwelle
2
4
9
15
29
4
Gouda Oost
3
5
6
14
27
7
Plaswijck
0
4
3
7
14
2
Gouda Noord
0
1
3
4
8
2
Korte Akkeren
0
1
3
4
8
1
Achterwillens
2
0
1
3
6
0
Kort Haarlem
0
0
3
3
6
1
Bloemendaal
0
1
0
1
2
3
Binnenstad
0
0
0
0
0
4
Totaal
7
16
28
51
100
24
6
land
7
land
Totaal Jongen/meisje
Verdeling over stad
5
Voorlopige aanmeldingen. Somalië, China/Vietnam, Litouwen, Irak, Afghanistan, Thailand, Algerije, Marokko, Angola, Antillen en Suriname 7 België en Duitsland 6
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 10 3. Voordracht vanuit basisscholen De leerkrachten van groep acht of de intern begeleiders van de basisscholen dragen de leerlingen voor het project voor. Criteria voor selectie zijn o.a. gezinsomstandigheden, zwakke integratie in de Nederlandse samenleving, psychiatrische problematiek of verslaving in de familie, tweetaligheid of een oudere broer of zus met ongewenst voorbeeldgedrag. Het afgelopen jaar hebben ook Bureau Jeugdzorg en Stek contact gezocht met het mentorproject om leerlingen voor te dragen. Na aanmelding schrijft de projectleider de leerling op school in met gebruik van een standaard vragenlijst. Bij dit gesprek zijn naast de intern begeleider en/of de leerkracht zowel de ouder(s) als de leerling aanwezig. Vervolgens beoordeelt de projectleider of de leerling in aanmerking komt voor het project. Daarna zoekt de projectleider een mentor die bij deze specifieke leerling past.
In de meeste gevallen noemen de basisscholen als risicofactor de thuissituatie (tabel 2): de ouders kunnen om diverse redenen onvoldoende begeleiding geven aan de betreffende leerlingen. De ouders zien een extra ondersteuning van hun dochter of zoon als een welkome aanvulling. Als tweede risicofactor volgt het hebben van leerproblemen. In veel gevallen blijken de leerlingen een taalachterstand te hebben, omdat hun ouders geen of gebrekkig Nederlands praten thuis. Bij bijna 82% van de pupillen worden thuis twee talen gesproken. Voor een aantal leerlingen vormt de aantrekkingskracht van andere kinderen op straat of het eigen gedrag een probleem. Van de 44 kinderen komen er 8 (18%) uit een eenoudergezin (vader of moeder overleden of geen contact (meer) met vader). In 34% van de gezinnen hebben zowel vader als moeder geen werk.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 11 De nadruk van het mentoraat moet volgens de basisscholen in de meeste gevallen gericht zijn op het ondersteunen van leervaardigheden. Ook geven de basisscholen vaak aan dat de nadruk van het mentoraat gericht moet zijn op het ondersteunen van sociale vaardigheden. Soms gaat het om een combinatie van beide vaardigheden. Het helpen bij de algemene ontwikkeling en/of het wegwijs maken bij het Nederlandse onderwijssysteem is bij een kwart een belangrijke reden om een leerling voor te dragen voor een mentor.
Tabel 2: Achtergrond pupillen Totaal aantal
Aantal pupillen
pupillen Eén- of
Eéntalig
Tweetalig
44
10
34
Eén- of twee-
Eén-
Twee-
ouder gezin
ouder
ouder
gezin
gezin
44
8
36
Hebben ouders
Vader
Beiden
Geen van
werk?
of
werken
beiden
tweetalig opgevoed
moeder
werkt
werkt 44
18
11
15
Risicofactor
Leren
Gedrag
Thuis
Straat
44
14
8
19
9
Accent mentor-
Leer-
Sociale
Algemen
Wegwijs
schap volgens
vaardig-
vaardig-
e ontwik-
maken op
basisschool
heden
heden
keling
school
44
37
27
11
10
volgens basisschool
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 12 In het startjaar 2007 is een beperkt aantal basisscholen uitgenodigd om leerlingen voor te dragen. Vanaf 2008 zijn alle basisscholen in Gouda aangeschreven om leerlingen voor te dragen. In het eerste jaar hebben vier basisscholen leerlingen aangemeld. Inmiddels hebben 20 van de 25 basisscholen (speciaal onderwijs niet meegerekend) in Gouda ervaring met het mentorproject. Dat is inclusief de scholen die leerlingen voor 2010 hebben aangemeld. De overige basisscholen zijn bekend met het project, maar hebben vooralsnog geen leerlingen gehad die voor dit project in aanmerking kwamen.
Het speciaal basisonderwijs is vooralsnog niet benaderd voor deelname aan het mentorproject, omdat de inschatting is dat deze leerlingen vooral begeleiding van vrijwilligers nodig hebben die vanuit hun professie of opleiding bekend zijn met deze doelgroep. Vrijwillige mentoren van het Brede School Mentorproject worden nadrukkelijk niet ingezet als professionals. Er is in 2009 contact gezocht met MEE Midden-Holland, een organisatie die ondersteuning biedt bij leven met een beperking en in 2010 ook een maatjesproject start. Wederzijds is nadrukkelijk de intentie uitgesproken om samen te werken en af te stemmen bij leerlingen die mogelijk in het grijze gebied vallen tussen beide projecten in.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 13 Tabel 3: Aantal aanmeldingen pupillen vanuit basisscholen Grondslag
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Basisschool
school
2007
2008
2009
2010
’t Palet
openbaar
3
5
8
4
Wethouder Luidensschool
openbaar
2
0
1
0
De Oosterweide
openbaar
1
0
0
0
Nieuw Burgvlietschool
openbaar
1
0
1
0
Het Schateiland
openbaar
0
0
3
1
10
De Kas
openbaar
0
0
0
1
Al Qalam
islamitisch
0
2
0
4
Goejanverwelleschool
prot. chr.
0
3
5
8
Plaswijckschool
prot. chr.
0
1
0
0
Prinses Julianaschool
prot. Chr.
0
0
0
0
Kon. Wilhelminaschool
prot. chr.
0
1
1
0
Livingstoneschool
prot. chr.
0
1
1
1
Johannes Calvijnschool
prot. chr.
0
0
0
0
De Westerschool
prot. chr.
0
0
0
0
’t Carillon
R.K.
0
1
0
0
St. Aloysiusschool
R.K.
0
0
0
3
De Kindervriend
R.K.
0
0
2
0
De Bijenkorf
R.K.
0
0
1
1
De Cirkel
R.K.
0
0
0
1
De Triangel
interconfessioneel
0
1
0
1
Graaf Jan v Nassauschool
reformatorisch
0
0
0
0
Carrousel Jenaplan
algemeen-bijz.
0
0
5
1
Casimir dalton school
neutraal-bijzonder
0
1
0
0
De Ridderslag
vrije school
8
9
0
0
0
2
Leonardoschool
nvt
nvt
0
0
Totaal nieuwe pupillen
7
16
28
28
Totaal aantal pupillen
7
23
44
56
8
Speciaal basisonderwijs niet meegenomen Voorlopige aanmeldingen. 10 Cursief: scholen hebben nog geen leerlingen in het project gehad. 9
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 14 Ruim de helft van de leerlingen is afkomstig uit het openbaar basisonderwijs. Ruim een derde deel van de leerlingen komt uit het christelijk (rooms-katholiek en protestants-christelijk) basisonderwijs (figuur 1).
Figuur 1: Aantal pupillen op basisscholen 60 50 Openbaar
40
Christelijk
30
Bijzonder
20
Islamitisch
10 Totaal
0 2007
2008
2009
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Totaal
P a g i n a | 15 4. Grote groep vrijwillige mentoren Figuur 2 geeft een overzicht van het aantal nieuwe vrijwilligers dat zich als mentor heeft aangemeld en het totaal aantal ingeschreven mentoren. Een enkele mentor begeleidde 2 kinderen uit het project. In de loop van de tijd vallen ook enkele mentoren af vanwege verhuizing, een andere baan of privé-omstandigheden. De groep mentoren is zeer gevarieerd: de jongste mentor is 24 jaar en de oudste mentor is 65 jaar, vrouwen (62%) en mannen (38%), mentoren met werk (van ambtenaar tot ondernemer), maar ook mentoren die werk zoeken, met pensioen zijn of niet meer kunnen werken vanwege ziekte of een arbeidshandicap. In 2009 zijn ook enkele mentoren met een niet-westerse achtergrond (4%) aan de slag gegaan. Eind 2009 waren in totaal 48 mentoren ingeschreven.
Figuur 2: Aantal inschrijving mentoren 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Nieuwe mentoren Totaal aantal mentoren
1e helft 2e helft 1e helft 2e helft 1e helft 2e helft 2007 2007 2008 2008 2009 2009
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 16 5. Mentoren geven aandacht en structuur Bij inschrijving van de mentoren letten we vooral op persoonlijkheid: zijn de mentoren in staat zich te verplaatsen in de leefwereld van brugklassers? Kan de mentor de positieve aandacht en begeleiding bieden die deze jongeren nodig hebben?
De mentoren -
helpen hun pupil zelfstandig huiswerk maken
-
motiveren hun pupil voor schoolzaken
-
praten met hun pupil over school en situaties die zich daar voordoen
-
praten met de ouders over hun rol bij schoolzaken van hun kind
-
bevorderen het contact tussen ouders en school en gaan zo nodig mee naar een ouderavond op school.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 17
De begeleiding vanuit de mentor vindt bij de leerling thuis plaats. Hierdoor krijgen de mentoren een beter zicht op de gezinssituatie en de problemen waar de leerlingen en ouders tegenaan lopen. Op deze manier vindt ook makkelijker een gesprek plaats met de ouders van de leerling.
De mentoren krijgen in het voorjaar voordat zij met hun mentoraat starten een basistraining van 2 avonden. In 2009 hebben 12 mentoren deelgenomen. Daarnaast wonen de mentoren eens in de 6 weken intervisiebijeenkomsten bij. In totaal zijn er 20 intervisiebijeenkomsten geweest verdeeld over 5 groepen. Het aantal deelnemers per intervisiebijeenkomst varieerde van 4 tot 8. Verder zijn er 2 themabijeenkomsten voor alle mentoren georganiseerd: -
(cyber)pesten (12 april 2009, verzorgd door de Kindertelefoon); aantal deelnemers: 22
-
Grenzen aan het mentorschap (6 oktober 2009, verzorgd door Aikidotrainer Richard Koning en Carina de Wilde); aantal deelnemers: 11.
De meeste mentoraten duren 1,5 jaar. Van de inmiddels 23 afgeronde mentoraten zijn er 2 voortijdig met hun mentoraat gestopt. Eenmaal binnen 6 maanden omdat de mentor vanwege een nieuwe betaalde baan geen kans meer zag het mentoraat voort te zetten. De ouders hadden in dat geval voldoende aan de al ontvangen ondersteuning en hadden geen behoefte aan vervanging door een andere mentor. In het andere geval duurde het mentoraat minder dan 12 maanden, omdat er onvoldoende steun bleek vanuit de ouders om het mentoraat voort te zetten.
De meeste huisbezoeken vinden wekelijks plaats. Gemiddeld duren de huisbezoeken 1,5 uur. In enkele gevallen heeft de pupil voldoende aan 1 uur (beperkte concentratieboog, meestal vmbo-lwoo leerlingen) of is 2 uur nodig (meer tijd nodig voor huiswerk, meestal vmbo-t/havo leerlingen).
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 18 6. Goede koppeling is belangrijk Op basis van de gesprekken met leerlingen en hun ouders zoeken de projectleiders een geschikte mentor bij de betreffende leerling. Daarbij wordt zowel rekening gehouden met eventuele voorkeuren van de leerling en ouders als van de mentoren. Persoonlijkheid, bepaalde karaktereigenschappen zoals het openstaan voor de pupil en ervaring van de mentoren zijn hierbij leidend.
Een goede koppeling tussen gezin en mentor is belangrijk om een mentoraat tot een goed einde te brengen. Hoe beter de mentor bij de leerling past, hoe groter de kans dat beiden hier voordeel en voldoening uit halen. Bij de koppeling worden behalve de voorkeuren van alle betrokkenen ook factoren meegewogen als leeftijd, geslacht, etniciteit, persoonlijkheid, werkervaring en interessegebieden van de mentor. Verder spelen ook praktische zaken een rol zoals de reisafstand (het is handig als mentor en leerling niet te ver uit elkaar wonen), tijd (sluiten de tijdschema’s van beiden zodanig op elkaar aan dat ze wekelijks kunnen afspreken) en het aantal beschikbare mentoren in relatie tot het aantal aangemelde leerlingen. Alle aspecten meewegend vindt de koppeling uiteindelijk voor het grootste deel plaats op basis van de ervaring die inmiddels is opgedaan én het juiste gevoel van de projectleiders.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 19 7. Naar de brugklas Het grootste deel van de pupillen (61%) heeft een Cito-score tussen de 511 en 530 (tabel 4). Sommige pupillen doen niet mee aan de Cito-toets, maar hebben een NIO-toets gedaan om te beoordelen of ze in aanmerking komen voor een lwoo-indicatie. Maar er zijn ook enkele pupillen met een lagere en enkele met een hogere score.
Tabel 4: Citoscore pupillen Citoscore
Aantal
%
pupillen Geen cito
5
11
500 - 510
6
14
511 – 520
15
34
521 – 530
12
27
531 - 540
5
11
541 - 550
1
2
44
100
Totaal
Ongeveer 70% van de pupillen in het mentorproject gaat naar het vmbolwoo, vmbo-b/k of vmbo-t (figuur 3). Figuur 3: Verdeling pupillen over type voortgezet onderwijs
25
Praktijkonderwijs
20
Vmbo-lwoo Vmbo b/k
15
Vmbo t/havo
10
Vwo
5
overig
0 2007
2008
2009
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Totaal
P a g i n a | 20 Op vrijwel alle middelbare scholen in Gouda zitten pupillen uit het project (tabel 5). De meeste leerlingen zitten op de Goudse Waarden (locatie Winterdijk (figuur 4)). Een enkele leerling zit op het Coenecoopcollege in Waddinxveen. Tabel 5: Verdeling pupillen over middelbare scholen in Gouda Middelbare scholen
Aantal
Aantal
Aantal
2007
2008
2009
Goudse Waarden
2
4
De Meander
4
4
Wellant college
0
Antonius College
1
GSG Leo Vroman Coornhert gymnasium
11
Totaal
%
10
16
31
1
9
18
3
6
9
18
2
4
7
14
0
2
4
6
12
0
0
1
1
2
Driestar
0
0
0
0
0
Overig
0
1
2
3
6
Totaal
7
16
28
51
100
Figuur 4: Aantal leerlingen per middelbare school 7
Goudse Waarden 6
De Meander 1 9
Wellant college 3
Antonius College GSG Leo Vroman 9
Coornhert 16
11
Afgerond op hele getallen.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
Overig
P a g i n a | 21 8. Positief resultaat: evaluatie Voortijdig schoolverlaten komt relatief vaak voor bij leerlingen uit de lagere sociale milieus (laag opleidingsniveau ouders), leerlingen uit eenoudergezinnen, leerlingen die met een achterstand het voortgezet onderwijs betreden (lage Cito-eindscores), allochtone leerlingen en leerlingen uit de grote steden. Vooral als sprake is van een cumulatie van 12
deze factoren neemt de kans op voortijdig schoolverlaten sterk toe . Kinderen uit gezinnen waarvan de ouders geen betaald werk hebben lopen ook een groot risico op schooluitval. De uitval van leerlingen uit achterstandswijken (met veel arme gezinnen, gezinnen zonder inkomsten uit betaalde arbeid, en met een hoog percentage etnische minderheden) is twee keer zo hoog als die van leerlingen en deelnemers uit andere 13
wijken . Binnen het voortgezet onderwijs komt voortijdig schoolverlaten voornamelijk voor in het vmbo en veel minder in havo en vwo. Binnen het vmbo komt voortijdig schoolverlaten relatief het meest voor in het leerweg-ondersteunend onderwijs (lwoo) en vooral op het laagste niveau, dat van de basisberoepsgerichte leerweg.
Bij pupillen in het mentorproject is sprake van één of meer van bovengenoemde risicofactoren. De pupillen vallen daarmee onder de 14
groep overbelaste jongeren . Hierbij heeft het wekelijkse bezoek aan huis een grote meerwaarde, omdat hierdoor meer inzicht ontstaat in de (dagelijkse) problemen waar de pupillen tegenaan lopen, waar de 12
Steeg, M. van der, en D. Webbink, 2006, Voortijdig schoolverlaten in Nederland: omvang, beleid en resultaten, CPB Document 107. Zie ook www.voortijdigschoolverlaten.nl. 13 Herweijer L. Gestruikeld voor de start: De school verlaten zonder startkwalificatie. Den Haag, SCP-publicatie 2008/10 14 Kohnstammlezing 2008: Niemand houdt van ze…, door P. Winsemius c.s., Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 22 knelpunten liggen in het contact tussen school en de ouders en op welke manier dat contact bevorderd kan worden. Na afloop van het mentoraat zijn alle pupillen, hun ouders en de mentoren gevraagd een vragenlijst in te vullen over de begeleiding. De respons van pupillen en ouders op deze vragenlijsten was 82%. De respons van mentoren was 91%. De resultaten van de eerste twee lichtingen laten een positief beeld zien. Na 3 jaar kunnen we concluderen dat de mentoren een zinvolle bijdrage leveren aan de overgang van hun pupil van basisschool naar middelbare school. De meeste ouders en pupillen vullen op de vragenlijsten in dat het goed of beter gaat op de middelbare school dan op de basisschool. Er is meer contact tussen ouders en school (vaker aanwezig op ouderavonden).
Alle leerlingen die deelnamen zijn overgegaan naar de 2e klas. Van de 16 e
leerlingen zit 19% in de 2 klas een niveau lager, bijna 70% zit op hetzelfde niveau en 12,5% is een niveau hoger gaan volgen (zie tabel 6). Dit is vergelijkbaar – ondanks de bijzondere achtergrond van de pupillen met het gemiddelde van scholieren in Gouda. Tabel 6: schoolniveau in voortgezet onderwijs Niveau
Zelfde
Niveau
lager*
niveau*
hoger*
Aantal pupillen
28
Totaal 28
in brugklas Aantal pupillen
3
11
2
16
3
39
2
44
e
in 2 klas Totaal aantal
pupillen * t.o.v. voorlopig advies of t.o.v. niveau brugklas
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 23 Figuur 5 geeft weer wat pupillen en hun ouders invulden op de vraag hoe belangrijk de mentor voor henzelf en voor hun zoon/dochter was. Zowel de pupillen als hun ouders gaven aan dat de mentor voor hen belangrijk was. Een ouderpaar vond het voor zichzelf niet belangrijk (score 1), maar wel voor wel hun zoon/dochter (score 8). Hieruit blijkt dat zowel ouders als pupillen de aanwezigheid van de mentor zeer waardeerden.
Figuur 5: Waardering pupillen en ouders voor mentor (schaal 1 tot 10)
6 Hoe belangrijk was de mentor voor je (pupil)?
5 4
Hoe belangrijk was de mentor voor uw zoon of dochter (ouders)?
3 2
Hoe belangrijk was de mentor voor u (ouders)?
1 0 1
6
7
8
9
10
De pupillen gaven aan vooral geleerd te hebben van hun mentor bij: het omgaan met moeilijke situaties, het maken van huiswerk, het geloven in jezelf, het doorzetten, het praten over school en het praten over wat je leuk vindt. Als voordelen van het hebben van een mentor noemden zij: iemand hebben om mee te praten, meer zelfvertrouwen krijgen en het makkelijker met anderen omgaan. Volgens alle ouders gaat het heel goed met hun zoon of dochter op de middelbare school of beter dan op de basisschool. Vrijwel alle pupillen en hun ouders reageerden positief op de vraag of zij hun vrienden of kennissen zouden aanraden om met dit project mee te doen.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 24 De mentoren gaven aan dat hun mentorschap vooral zinvol was bij het plannen van huiswerk, het maken van huiswerk, taalontwikkeling en het verbeteren van de schoolprestaties. Daarnaast geven de mentoren aan dat hun begeleiding zinvol was bij het geven van persoonlijke aandacht, interactie tussen mentor en pupil, vriendschap, emotionele hulp, praktische hulp, het stimuleren van een positief zelfbeeld, het opkomen voor jezelf, het verruimen van kijk van leerling op maatschappij, de leerling verantwoordelijkheid leren nemen voor eigen leven en uitleg van het schoolsysteem. Als succesfactoren van het mentorschap noemen de mentoren zowel de persoonlijke aandacht, als het houden aan afspraken, als het kennen van de thuissituatie.
Het bezoek aan huis leidt ertoe dat er meer contact ontstaat tussen de verschillende culturen in Gouda. Dit heeft een positieve invloed op verdere integratie van allochtone gezinnen in Gouda. We merken dat het helpen van deze leerlingen bij hun schoolzaken niet alleen bijdraagt aan het beter functioneren op school. De positieve aandacht van de mentor voor wat ze motiveert, voor wat ze nodig hebben en voor wat ze in zich hebben, lijkt ook een gunstige invloed te hebben op het gedrag van deze leerlingen.
Veel allochtone gezinnen krijgen zelden of nooit mensen van autochtone afkomst over de vloer (en andersom). We zien dat dit project langzaam maar zeker leidt tot meer contact tussen verschillende bevolkingsgroepen in Gouda. Om die reden organiseren we ook jaarlijks een activiteit waar de ouders van de pupillen bij aanwezig zijn. Meerdere mentoren blijven na afloop van hun mentoraat contact houden met het gezin.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 25 Successen -
een mentor heeft een leerling gestimuleerd alsnog zijn zwemdiploma te halen;
-
twee mentoren zijn met hun leerlingen en de school in gesprek gegaan om het (cyber)pesten tussen de leerlingen te stoppen. Met resultaat!
-
drie mentoren hebben hun leerling op een sportclub gekregen;
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 26 9. Plek in Gouda Het project staat inmiddels goed op de kaart in Gouda: Tijdens de voorjaarsbegroting 2009 heeft de gemeenteraad er bij het college van burgemeester en wethouders op aangedrongen uitvoering te geven aan de motie om het mentorproject in 2009 én daarna financieel mogelijk te blijven maken.
Er is contact gezocht met diverse organisaties in Gouda om te zorgen voor goede afstemming. We hebben regelmatig contact met de intern begeleiders van basisscholen, de locatieleiders en brugklascoördinatoren van middelbare scholen. Daarnaast lopen er contacten met het Opvoedbureau, Bureau Jeugdzorg, Stek, Kwadraad, MEE MiddenHolland (maatjesproject). Stichting Acceptus, Stichting Sociale Activering Gouda en Stichting Leergeld Gouda.
Het project laat regelmatig van zich horen in de lokale media: -
de website is geactualiseerd (zie www.bredeschoolgouda.nl);
-
er zijn interviews en krantenberichten in de Goudse media verschenen (zie www.bredeschoolgouda.nl);
-
er zijn 2 nieuwsbrieven in 2009 uitgebracht;
-
in maart en november 2009 is meegedaan met de regionale wervingscampagne voor maatjes van het Oranje Fonds (zie www.ikwordmaatje.nl);
-
er zijn berichten verschenen in nieuwsbrieven van basisscholen en middelbare scholen en in nieuwsbrieven en op websites van wijkteams;
-
er is foldermateriaal ontwikkeld dat breed verspreid is in Gouda.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 27 10. Op andere w ijze actief Naast de mentoraten zijn we ook op andere wijze actief binnen en met het mentorproject. Deze extra activiteiten bieden de pupillen de mogelijkheid hun blik te verruimen en te proeven wat voor mogelijke beroepen er zijn. Dit kan hen stimuleren bij hun schoolopleiding. De leerlingen maken op deze wijze kennis met een bredere leefwereld dan ze doorgaans gewend zijn én we brengen leerlingen en mentoren onderling met elkaar in contact:
Havens van Rotterdam Op 12 juni zijn de mentorkoppels samen op stap geweest naar Rotterdam. 30 pupillen en 30 mentoren stapten samen met hun mentor in de bus naar Rotterdam. Wethouder Menkveld (onderwijs) zwaaide de hele groep uit. Vooraf vroeg hij de leerlingen wat ze samen met hun mentor doen en de mentoren naar de motivatie om een leerling te
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 28 begeleiden. In Rotterdam dook de groep Port Experience in onder de Erasmusbrug.
Dat was het startpunt van een spannende reis door de havens. Het prachtige weer droeg bij aan een zeer actieve picknick in het Park. En vervolgens kon de groep vanaf de Euromast op grote hoogte nog eens zien waar ze allemaal geweest waren. Voor veel van de kinderen een bijzondere ervaring en een mooie gelegenheid om de wereld buiten Gouda te ontdekken. En voor de mentoren een manier om hun pupil eens mee te maken in een groep.
Jongerenacademie Enkele mentoren organiseerden voor de pupillen van het mentorproject de Jongerenacademie: een serie van zeven workshops bij de Werkschuit. De pupillen betaalden dit met een cheque die ze vorig jaar ontvingen van het Oranje Fonds. De jongeren gingen onder meer een logo ontwerpen, edelsmeden, theater maken, illustreren en digitaal fotograferen.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 29 Kloosterboerderij In april 2009 is een aantal pupillen samen met hun mentor naar de Kloosterboerderij in Haastrecht geweest. Daar hebben ze gezien en gehoord hoe kaas wordt gemaakt. Verder was er gelegenheid om het eigen gemaakte ijs te proeven en het vee in de stallen te bekijken.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 30 Gipskamer In oktober 2009 heeft een groep pupillen een rondleiding gehad op de afdeling SpoedEisende Hulp van het Diakonessenziekenhuis in Utrecht. De rondleiding werd verzorgd door een van de mentoren die werkt bij de SpoedEisende Hulp. De leerlingen zagen waar mensen worden opgenomen die een ongeluk hebben gehad. In de gipskamer konden ze zelf ervaren hoe het is om gips te krijgen. Ten slotte kregen ze bij een ambulance uitleg wat er allemaal moet worden gedaan als je in een ambulance rijdt.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 31 Yogales In november 2009 heeft een aantal mentorkoppels een yogales gevolgd onder leiding van Jantse Dekker. In een klaslokaal van de Stichting Sociale Activering Gouda nam deze yogalerares 9 koppels mee in een wereld van rust en beweging. Maar ook plezier en gezelligheid tijdens het moment na afloop waarin voor iedereen nog gelegenheid was iets te drinken.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 32 11. Financiers, sponsors en donateurs In 2009 zorgden de Gemeente Gouda en het Oranje Fonds/Provincie Zuid-Holland voor de basisfinanciering. We hebben in totaal € 67.655 aan basisinkomsten ontvangen.
Vanaf 2010 zorgen de Brede School Gouda, de Gemeente Gouda en het Interzuilair Samenwerkingsverband Midden-Holland en Rijnstreek gezamenlijk voor de basisfinanciering van het mentorproject. Het Oranje Fonds/Provincie Zuid-Holland biedt in 2010 aanvullende subsidie ter overbrugging.
De Stichting Vrienden van het Brede School Mentorproject heeft als doel het werven van extra fondsen en financiële ondersteuning van het Brede School Mentorproject. Het bestuur van deze stichting bestaat uit Jan de Wild vanuit de Brede School (voorzitter), Laetitia Kuijpers (secretaris), Hugo Gastkemper (penningmeester) en Ben Peters vanuit Mozaïek Wonen (bestuurslid). De Stichting heeft in 2009 van diverse kanten hulp en bijdragen ontvangen voor extra mentorkoppels en activiteiten voor dit project. In 2009 heeft de Stichting € 7.367 bijgedragen aan de Brede School voor de kosten van het mentorproject.
Dank gaat uit naar:
Financiële bijdragen: -
Woningcorporaties Mozaïek Wonen
-
Woonpartners.
-
Wijkteam Achterwillens
-
Rabobank
-
Stichting Oude Mannenhuys
-
Giften van particulieren
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 33 Daarnaast verstrekten diverse organisaties, bedrijven en particulieren een bijdrage in natura:
-
Boekhandel Karssen: schonk alle mentoren het boek Zo is leren leuk.
-
7Days - weekkrant voor jong Nederland: verstrekte abonnementen voor het weekblad 7-days voor alle pupillen.
-
Bart Broere ontwierp een folder voor het mentorproject.
-
Basisschool ’t Carillon stelde ruimte beschikbaar voor intervisie- en themabijeenkomsten.
-
Supermarkt Hoogvliet Plataanstraat leverde eten en drinken voor het zomeruitje.
-
Stichting Samenwerking Activering Gouda stelde ruimte beschikbaar voor de yogales.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 34 -
Marktgroenteman Hassan leverde fruit voor het zomeruitje. -
-
Bakkerij ’t Stoepje leverde brood voor het zomeruitje.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 35 12. Uitdagingen Het Brede School Mentorproject werkt bewust met vrijwillige mentoren. Deze mentoren zijn over het algemeen goed opgeleid, maar beschikken niet per definitie over bagage op gebied van leermethoden waarmee zij hun pupil goed/beter kunnen begeleiden. Ook kan het mentoren ontbreken aan specifieke kennis over culturele achtergronden van hun pupil. Ten slotte kunnen mentoren bij het huisbezoek tegen diverse problemen aanlopen, waarvoor ze informatie nodig hebben om (ouders van) hun pupil goed te kunnen begeleiden. Daarom zullen we de komende tijd extra investeren in het versterken en faciliteren van de mentoren bij het begeleiden van hun pupil.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009
P a g i n a | 36 Ter afsluiting Het mentorproject heeft een plaats veroverd binnen Gouda. De politieke en maatschappelijke belangstelling is groot. Driekwart van de basisscholen doet inmiddels mee. Maar het allerbelangrijkste is dat we de kinderen die dit nodig hebben en hun ouders weten te bereiken. Deze kinderen krijgen hierdoor mogelijkheden aangereikt om hun kwaliteiten te ontdekken en beter te ontwikkelen waardoor de kans op een goede schoolloopbaan toeneemt. Kern van het mentorproject is aandacht voor elkaar en voor de ander. Met deze aandacht en daarmee gepaard gaande betrokkenheid proberen we een actieve bijdrage te leveren aan een positief leefklimaat in Gouda.
Brede School Mentorproject - Jaarverslag 2009