JAARVERSLAG 2009 bouwen aan zorg op mensenmaat
INHOUD
VOORWOORD
3
ALGEMEEN BELEID
4
UITBOUW PERFORMANT MEDISCH BELEID
Fertiliteitscentrum
8
Centrum gewichtszorg
10
Opening Borstkliniek
12
Investering in robotchirurgie
14
Uitbouwen van het medisch korps
16
Malnutritie binnen de geriatrie
18
Medische symposia en persmomenten
19
STRATEGISCH PARTNERSHIP ALS HOEKSTEEN VOOR EEN VERZEKERDE TOEKOMST
Samenwerking met AZ Maria Middelares bevestigd
22
Gentse portaalsite en inhaalbeweging op IT-domein
24
SAMEN BOUWEN AAN ZORG OP MENSENMAAT
Optimalisatie interne werking
28
Project veiligheidsstewards
31
SOFIA-project sociale dienst
32
Proefproject toeren met laptops op de kinderafdeling
34
Ziekenhuishygiëne
36
Mexicaanse griep
38
Pilootproject algologische functie
40
FUNDAMENTEN VOOR EEN ZIEKENHUIS VAN DE 21STE EEUW
Infrastructuurwerken
44
Kindvriendelijk ziekenhuis
46
Vormgevingsproject mortuarium site 2
48
KERNCIJFERS
50
BESTUURSORGANEN
58
VOORWOORD ‘Zorg op mensenmaat’ is het motto van het AZ Jan Palfijn Gent AV. Om dat motto kwalitatief te kunnen blijven invullen, investeren we. We investeren in middelen, maar evengoed in mensen. Ook op het vlak van infrastructuur staan ingrijpende vernieuwingen gepland. Het mag duidelijk zijn, elke belanghebbende heeft het volste vertrouwen in de toekomst van het Gentse Jan Palfijnziekenhuis. Ook de patiënt blijft zijn weg naar ons ziekenhuis vinden. Zo noteerden we ten opzichte van 2008 een stijging van het aantal dagopnames en kwamen er merkbaar meer ambulante patiënten naar onze poliklinieken op beide sites. De gemiddelde bezettingsgraad bleef vorig jaar stabiel. In het Gentse ziekenhuislandschap blijft Jan Palfijn een middelgrote speler, maar we merken dag na dag hoe ons merk en motto steeds meer vertrouwen opwekken. Samenwerking Het besef van onze kleinschaligheid overtuigt ons van het nut van samenwerkingen, zoals we die het afgelopen jaar bevestigd hebben met het AZ Maria Middelares. We slagen erin om elk in eigen domeinen te schitteren, en de ander van die kennis gebruik te laten maken. Op deze manier sparen we niet alleen grote investeringskosten uit, maar kunnen we de noodzakelijke apparatuur ook optimaal benutten. Door vorig jaar officieel de uitvoeringsprotocollen te ondertekenen, bevestigden beide ziekenhuizen hun vertrouwen in de samenwerking, die geldt op het vlak van cardiologie, gynaecologie – IVF en nefrologie. Natuurlijk kiezen we er ook voor om de eigen expertise van het Jan Palfijnziekenhuis verder uit te bouwen. De opening van de Borstkliniek was in dit verband een belangrijke mijlpaal. Hier hebben we ‘zorg op mensenmaat’ geïmplementeerd in de behandeling van de patiënt, door over de grenzen van verschillende disciplines te kijken. Deze multidisciplinaire aanpak helpt de patiënt door een snellere en betere behandeling, met een minimum aan verplaatsingen. De richting voor de komende jaren lijkt me duidelijk. Terwijl onze artsen en ons personeel duidelijk een moderne zorggedachte incorporeren, is het even duidelijk dat we inzake infrastructuur een inhaalbeweging moeten maken. Daar gaan we de komende jaren werk van maken, zodat Jan Palfijn een sterke naam in Gent blijft. Geert Versnick voorzitter
3
ALGEMEEN BELEID samen bouwen aan DE TOEKOMST Nergens wellicht reiken vreugde en verdriet zo vaak elkaar de hand als in een ziekenhuis. Ook het AZ Jan Palfijn Gent AV ontsnapt hier niet aan, niet in 2009 en evenmin in de toekomst. Zorg is immers een verhaal van mensen, die elkaar ononderbroken kruisen, bij het onthaal, tijdens de raadpleging, in het operatiekwartier, in het beddenhuis, voor revalidatie, … Laat ons hier elke dag opnieuw even bij stilstaan, zo niet is zorg op mensenmaat snel heel veraf. Het is dan ook niet verwonderlijk dat emotie de diverse actoren in het ziekenhuis niet vreemd is. En dat is maar goed ook, want alleen maar koele zakelijkheid zou getuigen van weinig wederzijds respect. De menselijke factor ontslaat ons nochtans niet van de verantwoordelijkheid ook continu economisch te focussen. Meer dan ooit zelfs, want de wereld nodigt Vlaanderen uit tot een efficiëntietraject en het zou kortzichtig zijn te hopen dat het AZ Jan Palfijn Gent AV aan deze algemene mobilisatie zou ontsnappen. Hoe kwalitatieve zorg verzekeren voor alle patiënten en tegelijk schitteren in een aantal zorgvuldig uitgekozen spitscompetenties, terwijl het AZ Jan Palfijn Gent AV wordt omgebouwd tot een autonoom leefbare verzorgingsinstelling? Dat is de uitdaging. Deze ambitie houdt ons nu al enkele jaren bezig; zij zal ook de komende periode onze bijzondere aandacht opeisen. Het begint ongetwijfeld bij een infrastructuurplan, maar het moet zondermeer uitgroeien tot een globaal plan. Medische strategie Het AZ Jan Palfijn Gent AV wil zich duidelijk positioneren als het universeel medisch instroomplatform voor de Gentse regio, waar alle patiënten ongeacht hun pathologie terecht kunnen. Zij worden intern en/of via de passende doorverwijzing adequaat opgevangen. Zij worden onthaald volgens hun specifiek verwachtingspatroon en dat van de behandelende huisartsen. De basis voor het profiel wordt vastgelegd in het zorgstrategisch plan, waaraan medio 2010 de laatste hand wordt gelegd. Medische bedrijfsvoering Het klinkt misschien een beetje ongemakkelijk, maar het AZ Jan Palfijn Gent AV ontsnapt niet aan de economische logica. Willen wij onze plannen waarmaken, dan dient een begrotingsbenadering gewisseld te worden voor een budget gedreven bedrijfsvoering. Dit betekent zondermeer dat investeringen op meerwaarde getoetst worden. De inzet van medewerkers, uitrusting en materialen wordt kwantitatief benaderd en dient steeds de dubbele toets inzake effectiviteit en efficiëntie te doorstaan. Kosten maken, vereist in de eerste plaats opbrengsten maximaliseren en zo mogelijk ook nieuwe realiseren. Samenwer-
4
king biedt hier ongetwijfeld mogelijkheden, maar er zijn evenzeer nicheactiviteiten waaraan wij op eigen kracht vorm kunnen geven. Verpakking en inhoud Kwalitatieve zorg vereist permanente aandacht voor de patiënt doorheen het volledige klinische pad. Dit ‘statement’ dagelijks waarmaken, creëert tegelijk het onderscheidend vermogen ten opzichte van de andere ziekenhuizen. Het is de exponent van een bedrijfscultuur die steunt op respect voor de patiënt en loyauteit jegens het ziekenhuis, de huisartsen en mekaar. Meer dan een vernieuwde bedrijfsinfrastructuur verheft dit imago het AZ Jan Palfijn Gent AV tot een merk. Dit bereiken is geen evidentie, maar evenmin onhaalbaar … als alle actoren het willen. Individuele en collectieve responsabilisering Het geschetste pad succesvol doorlopen vereist continuïteit en verandering, waarbij bestuur, medisch korps, management, medewerkers en hun vertegenwoordigers hun eigen inzichten inbrengen, maar deze tegelijk durven overstijgen. Een speciaal woord van dank gaat uit naar onze artsen en medewerkers die met kennis, kunde, creativiteit en respect dag en nacht ter beschikking staan van onze patiënten. Deze basisopties werden in de loop van 2009 uitgewerkt, besproken en gebundeld tot een strategisch plan, met als werknaam 4.TACT. Het uur van de goedkeuring en de realisatie nadert en deze kondigen zich geenszins eenvoudig aan. Maar wij geloven rotsvast in de slaagkansen. Samen immers zijn wij in staat om aan de toekomst van het AZ Jan Palfijn Gent AV daadwerkelijk vorm te geven. Dan is een ‘ja’ meer dan een ‘ja’, en impliceert het een echt engagement tot daadkracht. Dan neemt ieder zijn deel van het globaal plan op, dan zijn emoties onvermijdelijk … maar dan is de smaak van het gezamenlijk succes even intens. De patiënten en de samenleving kunnen er alleen maar de meerwaarde van plukken, in 2009 en de komende jaren. Hoe we de bouwstenen voor de toekomst hebben gelegd in 2009, kunt u nalezen in dit jaarverslag. We wensen u veel leesplezier. Marleen Porto-Carrero bestuurder-directeur
5
Uitbouw performant medisch beleid
6
In 2009 bleef het AZ Jan Palfijn Gent AV investeren in zijn vier centrale zorgthema’s. De IVF-afdeling legde uitstekende medische resultaten voor en koppelde dit aan een persoonlijke begeleiding van haar patiënten binnen een moderne setting. Het fertiliteitscentrum zag zijn patiëntenaantal elk jaar fors stijgen en kan zich reeds na drie jaar meten met nationale en internationale topcentra. Het Centrum Gewichtszorg wenst een antwoord te bieden op de obesitasproblematiek, één van dé ziektes van de moderne mens. Wegens enkele personeelsverschuivingen kende het centrum een aarzelende opstart van zijn niet-operatieve programma. Naar het einde van 2009 werd echter duidelijk dat ook het operatieve luik verdere ondersteuning zou krijgen met de aanwerving van een nieuwe arts bariatrische heelkunde die startte begin 2010. Beide programma’s zullen elkaar aanvullen en versterken binnen een multidisciplinaire aanpak. Binnen het zorgprogramma Oncologie werd in het voorjaar, onder grote persbelangstelling, een nieuwe Borstkliniek opgericht. Het doel is ook hier een multidisciplinaire aanpak te bieden, binnen één alomvattend pakket. Voor het zorgprogramma rond geriatrische patiënten tekende het ziekenhuis opnieuw in op het vervolgproject ‘malnutritie’ van de federale overheid. Structureel verkeerd eten is immers een problematiek waarmee vooral oudere patiënten te maken hebben. Een nauwe samenwerking tussen de dienst psychogeriatrie en de keuken zorgde voor nieuwe impulsen. Om deze zorgprogramma’s uit te bouwen en nieuwe op te starten, bleef het Jan Palfijnziekenhuis ook verder investeren in zijn medisch korps. Het jaar 2009 kenmerkte zich door de aanwerving van nieuwe artsen binnen een breed spectrum van disciplines. Het ziekenhuis is tevens verheugd te constateren dat zijn artsen ook in het buitenland de nodige weerklank krijgen. Zo kenden we een wereldprimeur bij de publicatie van een ingreep met onze chirurgische robot op het Europees Congres voor Robotchirurgie in Venetië. Traditioneel werden ook opnieuw medisch-specialistische symposia voor huisartsen en andere doorverwijzers georganiseerd. Het ziekenhuis merkt dat er binnen de Gentse regio veel positieve respons komt op deze initiatieven om zijn kennis te delen.
7
FERTILITEITSCENTRUM toppositie bij nationale en internationale centra
Sinds de officiële ingebruikname van het totaal vernieuwde fertiliteitscentrum in september 2007, stelde het AZ Jan Palfijn Gent AV een enorme toeloop van patiënten vast. Niet alleen de uitstekende resultaten, maar ook de bijzonder sterk gepersonaliseerde opvang in de aangename en modern ingerichte kamers spreken patiënten duidelijk aan. In het jaar 2009 groeide, in vergelijking met het referentiejaar 2007, het patiëntenaantal met 25%. Een evolutie die we in de toekomst wensen te bestendigen. Om de patiënteninstroom van het fertiliteitscentrum de komende jaren te verzekeren, werd een samenwerkingsverband afgesloten met het AZ Sint-Augustinus Antwerpen. Artsen binnen dit toonaangevende ziekenhuis beslisten om, na een proefperiode, hun patiënten voortaan door te verwijzen naar ons fertiliteitscentrum. Naast de bestaande akkoorden met het AZ Maria Middelares Gent en het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst, is dit opnieuw een belangrijke stap. Om de exponentiële groei van het patiëntenbestand te kunnen bijbenen, werd het personeelsbestand uitgebreid, zowel wat betreft de verpleegkundigen als de medewerkers in het labo. Vanuit Europa werden aan alle fertiliteitscentra nieuwe richtlijnen, onder meer op het gebied van steriliteit, opgelegd. Naast de nodige investeringen, drong zich een grondige reorganisatie van de admini- stratieve kant van het fertiliteitscentrum op. Voor elke ingreep werd een Standaard Operating ProcedureS (SOPS) opgesteld zodat een doorgedreven standaardisering kon worden gerealiseerd. Tevens werd een aanvraag tot erkenning als weefselbank ingediend en goedgekeurd door de federale overheid. Naast de technieken voor geassisteerde fertilisatie werden ook de chirurgische methodes voor de behandeling van fertiliteitspatiënten uitgebreid. Zo wordt de Da Vinci-robot gebruikt in het kader van de
8
behandeling van endometriosepatiënten stadium IV. Endometriose is een ziekte die zich kenmerkt door de aanwezigheid van baarmoederslijmvlies dat voorkomt op een andere plaats dan in de baarmoeder. Het kan de oorzaak zijn van pijn en/of onvruchtbaarheid. Ook de inspectie van de buikholte met een minimale insnede (laparoscopie) werd door middel van de ultratonen dissectie technieken gecompleteerd. Deze vervollediging van het operatiearsenaal zorgt ervoor dat het Jan Palfijnziekenhuis zich op elk domein van de fertiliteitstherapie kan meten met nationale en internationale topcentra.
De eerste grafiek maakt duidelijk dat het IVF-centrum van het AZ Jan Palfijn Gent AV elk jaar een stijgend aantal patiënten mag verwelkomen. De uitstekende resultaten en de professionele én persoonlijke aanpak dragen duidelijk bij tot dit succes. Het aantal bevallingen en geboortes daalde lichtjes t.o.v. het succesjaar 2008. De lichte daling in 2009 is echter niet uitzonderlijk en loopt gelijk met een algemene daling van de activiteit in de andere materniteiten binnen de Gentse regio. Als we ons cijfer van 2009 vergelijken met 2007, merken we nog steeds een mooie groei. De investeringen die het ziekenhuis op de materniteit doorvoerde en het behalen van het kwaliteitslabel ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ (2008) blijven duidelijk hun vruchten afwerpen. Zoals steeds verklaart de geboorte van meerlingen het verschil tussen het aantal ‘bevallingen’ en ‘geboortes’.
9
CENTRUM GEWICHTSZORG Ambitieus antwoord op obesitasproblematiek
Het zorgprogramma ‘Centrum Gewichtszorg’ heeft de ambitie om vanuit een medisch verantwoorde, multidisciplinaire benadering de problematiek rond obesitas aan te pakken. Het doel is een blijvende gedragsverandering inzake voeding en beweging te bereiken. Uit gezondheidsenquêtes blijkt immers dat bijna de helft van de Belgen met overgewicht kampt. Bij zowat 10% is er zelfs sprake van obesitas, ernstig overgewicht. Na een haalbaarheidsstudie besliste het AZ Jan Palfijn Gent AV in 2008 de nodige middelen vrij te maken om een zorgprogramma met zowel een niet-operatief als een operatief luik op te starten. In 2009 werd het zorgprogramma daadwerkelijk opgestart met de ontplooiing van het Niet-Operatieve Programma (NOP). Patiënten die deelnemen aan het programma worden gedurende vijf maanden intens begeleid door een multidisciplinair team bestaande uit een arts, diëtist, kinesist en psycholoog. In deze periode worden hen de basisbeginselen van een gezonde, evenwichtige voeding aangeleerd en nemen zij tweemaal per week deel aan een fitnessprogramma, specifiek opgesteld voor zwaarlijvige mensen én onder de deskundige begeleiding van de kinesist die deel uitmaakt van het team. Patiënten waarbij de obesitas het risico op gezondheidsproblemen of ernstige ziekten aanzienlijk doet stijgen (morbide obesitas) en die voldoen aan de wettelijk vastgestelde criteria, worden doorverwezen naar het operatieve programma. Na een gedetailleerd onderzoek wordt beslist of deze patiënten daadwerkelijk in aanmerking komen voor een ingreep, al dan niet met pre- en/of postoperatieve begeleiding door het obesitas-team. Het bestaande team van chirurgen werd begin 2010 aangevuld met een collegaarts, gespecialiseerd in de bariatrische heelkunde.
10
“De patiënt kan rekenen op een multidisciplinair team van artsen, diëtisten, kinesitherapeuten en psychologen
”
11
OPENING BORSTKLINIEK Focus op multidisciplinaire oncologische aanpak
Borstkanker is één van de meest voorkomende kankeraandoeningen. In Vlaanderen worden jaarlijks zo’n 5.000 nieuwe gevallen vastgesteld. De kansen op genezing zijn echter reëel. Negen op de tien vrouwen overleven de ziekte wanneer deze snel ontdekt wordt en er snel tot behandeling wordt overgegaan. Met de opening van de Borstkliniek wenst het AZ Jan Palfijn Gent AV hierop in te spelen. Kernwoorden van de nieuwe Borstkliniek zijn: snelheid, laagdrempeligheid, eenduidig behandelingsbeleid, persoonlijke aanpak en multidisciplinariteit. De nieuwe Borstkliniek werd in april 2009 officieel voorgesteld aan de pers. De dag erop volgde een symposium voor huisartsen en specialisten. De Borstkliniek wenst een alomvattende polikliniek voor borstaandoeningen aan te bieden. Deze keuze werkt drempelverlagend voor de patiënt. Zo moet deze zich niet verplaatsen naar de specialist, maar is het de arts die zich mobiliseert naar de patiënt. Maar de sterkte van de Borstkliniek is niet alleen de eigen locatie, ook de multidisciplinaire werking is van belang. Elke doorverwezen patiënt kan er rekenen op een eenduidig behandelingsbeleid waarbij de verschillende disciplines betrokken worden, terwijl de communicatie met de patiënt gedurende de hele behandeling gestroomlijnd verloopt. Binnen de 24 uur na doorverwijzing kan de patiënt al gezien worden door de specialist en meestal dezelfde dag kan er reeds een mammografie, een echo en een biopt gebeuren. Deze snelle werking is een zeer grote troef voor de patiënt, die alle belang heeft bij een snelle opvolging van een eventueel kwaadaardige borstaandoening. Elke patiënt wordt individueel opgevolgd door het MOC (Multidisciplinair Oncologisch Consult) dat ook de behandeling zal bepalen. Naast de ruime medische kennis die de Borstkliniek groepeert, kan de patiënt er rekenen op professionele en warme pre- en postoperatieve ondersteuning van de borstverpleegkundige. Deze verpleegkundige coördineert de pre-operatieve onderzoeken, beantwoordt vragen, begeleidt de patiënt met praktische ondersteuning na de ingreep en schakelt, indien nodig, de kinesitherapeut of psycholoog in. Bij het merendeel van de patiënten die tussen eind april en eind december op consultatie kwamen, werd effectief borstkanker geconstateerd. Deze mensen werden verder opgevolgd door het team van het zorgprogramma. Bij de tweede grootste groep bleek het om goedaardige tumoren te gaan. Daarnaast ontving de Borstkliniek ook aanvragen voor borstreconstructie en werd hun know-how ook gebruikt bij de behandeling van patiënten met ovariumkanker.
12
‘‘Een alomvattende, drempelverlagende en éénduidige behandeling van borstkanker’’
13
INVESTERING IN ROBOTCHIRURGIE korter HERSTEL VOOR PATIËNTEN WERELDPRIMEUR VOOR ONZE ARTSEN
Robotchirurgie is een vorm van laparoscopische chirurgie, met andere woorden een kijkoperatie. Dit betekent dat er geen grote insnede in de buik meer nodig is om de ingreep uit te voeren. Robotchirurgie is in zekere zin de meest moderne vorm van heelkunde die er bestaat. Twee jaar na de introductie van robotchirurgie in het operatiekwartier van het AZ Jan Palfijn Gent AV, blikken de artsen anno 2009 tevreden terug op deze investering. De robot maakt het hen mogelijk de meest up-to-date technologie aan te bieden aan de patiënt. Daarenboven zorgt de vergunning die het ziekenhuis in het najaar verkreeg, ervoor dat patiënten, die via robotchirurgie geopereerd werden aan prostaatkanker, kunnen genieten van een volledige terugbetaling. Het Jan Palfijn verwierf ook internationale erkenning op het Europees Congres voor Robotchirurgie. De voordelen van robotchirurgie voor de patiënt zijn legio: minder postoperatieve pijn, korter herstel met snellere beweeglijkheid en kortere hospitalisatieduur waardoor werkhervatting sneller mogelijk is. Voor bepaalde ingrepen, zoals bij de radicale prostatectomie (verwijdering van de prostaat in het kader van de behandeling van prostaatkanker), betekent robotchirurgie een belangrijke stap in de behandeling: er is een beperkter bloedverlies en er volgt een veel beter herstel van de urinewegen waardoor de patiënt postoperatief veel korter een blaassonde dient te houden. Na open chirurgie bleef de blaassonde gemiddeld twaalf dagen, terwijl dit na robotchirurgie gehalveerd wordt. Naast de verwijdering van de prostaat werd robotchirurgie ook aangewend bij totale blaaswegname omwille van blaaskanker, bij gedeeltelijke of volledige wegname van de nier wegens nierkanker en bij wegname van een bijnier in geval van een bijniergezwel.
14
In 2009 werd het merendeel van de robotoperaties uitgevoerd door de dienst urologie. In mindere mate werd de robot ook gebruikt door de dienst gynaecologie. Uit bovenstaande vaststelling blijkt duidelijk dat het hoofdzakelijk urologen zijn die met de robot werken. Dit is in de meeste ziekenhuizen, zowel nationaal als internationaal, het geval. Meer en meer, ook in de grote centra, ziet men een evolutie waarbij enkel de urologen met de robot werken en echte robotchirurgen worden. Concreet betekent dit dat urologen ook robotoperaties uitvoeren voor andere disciplines, meer in het bijzonder gynaecologie en algemene heelkunde. De verwijzende artsen uit die andere disciplines kunnen echter wel aanwezig zijn bij de uitgevoerde ingrepen. Om op hoog niveau te blijven presteren en alle hoogtechnologische evoluties op de voet op te volgen, dienen robotchirurgen vaak intensieve bijscholingen te volgen. In naam van de dienst urologie stelde dr. de Meyer op het Europees Congres voor Robotchirurgie in Venetië in september 2009 een poster voor met als titel ‘Robotic assisted laparoscopic transvaginal cystectomy’. Deze poster beschrijft een techniek van wegname van de blaas langs vaginale weg, zonder insnede in de buikwand, volledig uitgevoerd met behulp van de robot. Deze mogelijke techniek was voordien nog nooit voorgesteld of gepubliceerd. Het betrof hier dus een wereldprimeur.
15
UITBOUW VAN HET MEDISCH KORPS INVESTEREN IN RUIME EXPERTISE
In tegenstelling tot 2008, waar de klemtoon op de spoedafdeling en de dienst gynaecologie lag, werd in 2009 geopteerd voor een aanwerving in de breedte. Acht afdelingen kregen een nieuwe collega-arts. De artsen worden in chronologische volgorde van aanwerving voorgesteld. dr. Tina De Moerloose-Caron, kinderarts Dr. De Moerloose-Caron specialiseerde zich in de pediatrie. Zij doorliep hierbij de subdisciplines, liep stage in het Zeepreventorium van de Haan en behaalde een bekwaamheidsdiploma in de neonatologie. dr. Katelijne Derveaux, vasculair chirurg Dr. Derveaux bekwaamde zich in de vasculaire heelkunde. Hierbij legde zij zich vooral toe op de veneuze pathologie en bekwaamde ze zich in de nieuwste endoveneuze technieken. De focus zal liggen op een flebologische praktijk voor de behandeling van spataderen, oedeem of vocht in de benen. dr. Manuel Janssens, orthopedist Dr. Janssens is gespecialiseerd in knie- en heupchirurgie. Naast de heupchirurgie, in samenwerking met dr. De Smet, is het de bedoeling om met de komst van dr. Janssens de kniechirurgie uit te bouwen. dr. Denis Volcke, neuropsychiater Als liaisonpsychiater zal dr. Volcke op vraag van andere specialisten met hen samenwerken wat betreft de eventuele psychische component van het ziek zijn en de behandeling van hun patiënten.
16
dr. Kristof Van den Hauwe, anesthesist-urgentist Dr. Van den Hauwe is erkend als anesthesist en volgde de bijkomende bijzondere beroepstitel als urgentie-arts. Als anesthesist en urgentie-arts werkt hij op het operatiekwartier, de MUG-dienst en intensieve zorgen. dr. Ann Feys, cardioloog Dr. Feys studeerde af als cardioloog. Als deel van haar opleiding werkte ze in het AMC Amsterdam en op de dienst cardiologie van het O.L.V. te Aalst, waar ze zich wist te bekwamen in de echocardiografie. dr. Caroline Verbaeys, uroloog Na haar studies tot arts bekwaamde dr. Verbaeys zich in de urologie. Dr. Verbaeys specialiseerde zich in het laparoscopische en robotische deel van de urologie. dr. Anne Sieben, neuroloog Dr. Sieben combineert de neuropathologische diagnostiek van dementies in de Universiteit Antwerpen met de behandeling van patiënten met neurologische aandoeningen en dementies in ons ziekenhuis. dr. Yves Depaepe, orthopedist Tijdens zijn opleiding orthopedie bekwaamde dr. Depaepe zich in de prothese-chirurgie. In Parijs specialiseerde hij zich verder in de knie- en schouderchirurgie en in de behandeling van sportletsels.
17
MALNUTRITIE BINNEN DE GERIATRIE GEZONDHEID EN VOEDING GAAN HAND IN HAND
Malnutritie, of het structureel verkeerd eten, is een problematiek waarmee hoofdzakelijk oudere patiënten te maken krijgen. Dit kan een verlengde opnameduur van 30 à 50% tot gevolg hebben. Aangezien het ziekenhuis een belangrijke populatie geriatrische patiënten aantrekt, werd een pilootproject opgestart in de periode 2007-2008. Het AZ Jan Palfijn Gent AV besliste om in 2009 deel te nemen aan een vervolgproject, in samenspraak met de federale overheid. Het vervolgproject malnutritie werd uitgevoerd binnen de dienst psychogeriatrie. Negentig patiënten werden gescreend en 22% van deze ouderen vertoonden risico op ondervoeding. Bij deze patiënten werd de voedingsinname gedurende een korte periode van nabij opgevolgd. In samenspraak met de diëtist en de hoofdverpleegkundige werd per betrokken patiënt de voeding herbekeken en aangepast. De voornaamste doelstellingen waren aandacht voor het aanbieden van evenwichtige voeding tijdens de opname en het verstrekken van aanbevelingen bij ontslag uit het ziekenhuis met betrekking tot voeding in de thuissituatie. De verpleegeenheden gaven de appreciatie van de patiënten qua smaak en consistentie door waarop de keuken de nodige aanpassingen op vraag doorvoerde. Een ruimer aanbod voor de patiënten was het gevolg. In het gamma van bijvoedingen werden nieuwe producten ingeschakeld zoals een fruitmoes en een soep. De keuken slaagde er zo in om een breder aanbod te creëren voor de patiënten. In de mate van het mogelijke werd ook steeds geprobeerd om de verschillende componenten van de maaltijd gescheiden te presenteren. Het mixen van voedsel werd tot een minimum herleid. Daarnaast werd de samenstelling en bereiding van de maaltijden voor patiënten met kauw- en slikproblemen herbekeken. Ter vervanging van een broodmaaltijd bestaat nu bijvoorbeeld de mogelijkheid om broodpap aan te bieden. De keuken biedt hiervoor verschillende smaken aan.
18
MEDISCHE SYMPOSIA EN PERSMOMENTEN DE DEUREN NAAR DE BUITENWERELD STAAN OPEN
Kennisverwerving binnen het ziekenhuis en kennisdeling met de buitenwereld dragen bij tot transparantie, dialoog en vertrouwen. Binnen de filosofie van het AZ Jan Palfijn Gent AV zorgen contacten tussen zorgverleners onderling en met doorverwijzers specifiek, voor een meerwaarde binnen de totaalzorg van de patiënt. Het ziekenhuis stimuleert deze contacten met huisartsen en specialisten onder andere door het aanbieden van medisch-specialistische symposia. Reeds enkele jaren bouwde het ziekenhuis zijn externe communicatie verder uit door, als enige binnen het Gentse ziekenhuislandschap, op frequente basis symposia uit te werken voor externe doorverwijzers en interne en externe zorgverleners. Door de grote verscheidenheid in het aanbod vond een divers publiek van huisartsen en specialisten de weg naar het ziekenhuis. Het aantal huisartsen dat bereikt werd met deze symposia steeg tussen 2008 en 2009 van 217 deelnemers naar 338. In 2009 werden volgende symposia georganiseerd: 1. Van MUG tot RAMP: wat te doen bij calamiteiten? 2. De Borstkliniek: FAQ’s 3. Incontinentie en prolaps anno 2009 4. Therapie resistente reflux en extra-oesofagaele complicaties 5. State of the art(hro) In 2009 stonden eveneens drie officiële persmomenten op de agenda: 1. Opening van de Borstkliniek (24 april 2009) 2. Ondertekening uitvoeringsprotocollen met het AZ Maria Middelares Gent (4 juni 2009) 3. Jaarrekening 2008 (1 juli 2009)
19
Strategisch partnership als hoeksteen voor een verzekerde toekomst
20
Investeren in eigen mensen en middelen is broodnodig en van levensbelang. Toch beseft het ziekenhuis dat werken aan een toekomst niet exclusief binnen de eigen muren gebeurt, noch enkel met de eigen middelen of de eigen mensen. Om het ritme van de moderne, snel evoluerende samenleving te kunnen volgen, gaan spelers binnen de (ziekenhuis)sector meer en meer op zoek naar partners. Reeds in 2008 besloot het AZ Jan Palfijn Gent AV een preferentiële samenwerking af te sluiten met haar Gentse collega’s van het AZ Maria Middelares. Een jaar later werd deze vruchtbare samenwerking met de ondertekening van officiële uitvoeringsprotocollen bestendigd. De twee ziekenhuizen verbonden zich er formeel toe om hun kennis en infrastructuur ten dienste te stellen van elkaar voor de behandeling van chronisch nierfalen en fertiliteitsproblemen en op het gebied van invasieve cardiologie en hartchirurgie. Het fertiliteitscentrum vulde zijn bestaande samenwerkingsverbanden verder aan met een partnership met het AZ Sint-Augustinus te Antwerpen (zie pagina 8). Binnen het Gents Ziekenhuis Overleg (GZO) werd de portaalsite van de vier Gentse ziekenhuizen verder aangewend om een efficiënte communicatie tussen de ziekenhuizen onderling en de huisarts te verzekeren.
21
SAMENWERKING MET AZ MARIA MIDDELARES BEVESTIGD een breed zorgaanbod op hoog niveau
Sinds begin 2008 liep een preferentiële samenwerking tussen het AZ Jan Palfijn Gent AV en het AZ Maria Middelares Gent voor de uitvoering van een aantal medische projecten op lange termijn. Midden 2009 werd de fase van aftasten en onderzoek naar de praktische mogelijkheden van de samenwerking afgesloten. Na deze voorbereidende fase werd overgegaan naar de officiële ondertekening van de uitvoeringsprotocollen op vlak van cardiologie (meer bepaald invasieve cardiologie en hartchirurgie), gynaecologie (voor wat betreft fertiliteitsbehandelingen) en nefrologie (nierdialyse). De redenen om over te gaan tot een dergelijke samenwerking zijn legio. Voor veel ziekenhuizen bestaat de uitdaging erin het ritme van de evoluerende medische dienstverlening, met zijn vele subspecialisaties, te volgen. Alleen op deze wijze kan immers, in het belang van de patiënt, blijvend een breed zorgaanbod verzekerd worden en kunnen zorgprogramma’s ‘op hoog niveau’ aangeboden worden. De technologische en medische evolutie vereist echter belangrijke investeringen die niet altijd voor elk ziekenhuis afzonderlijk haalbaar zijn. Infrastructuuraanpassingen en de aankoop van apparatuur kosten steeds handenvol geld. Dankzij deze samenwerking kunnen beide ziekenhuizen hun investeringen in apparatuur en hun infrastructuuraanpassingen op elkaar afstemmen. Het Jan Palfijnziekenhuis beschikt bijvoorbeeld over een erkend IVF-centrum terwijl het Maria Middelaresziekenhuis een erkend hartcentrum heeft. Het zou een verspilling van tijd en geld zijn om die investering elk nog eens over te doen. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat een arts van het AZ Maria Middelares een afspraak kan maken in het IVF-centrum van het Jan Palfijnziekenhuis. Het kan evengoed betekenen dat een patiënt van het Jan Palfijnziekenhuis
22
voor hartchirurgie wordt overgebracht naar het hartcentrum van het AZ Maria Middelares. Door samen te werken, wordt de noodzakelijke schaalvergroting gerealiseerd en worden de beschikbare middelen optimaal aangewend in het belang van de patiënt. De patiënten kunnen hierdoor steeds rekenen op de beste zorg en de meest geavanceerde technieken. Daarnaast komt deze samenwerking ook tegemoet aan het beleid van de overheid dat vanuit (terechte) budgettaire overwegingen een maximale inzetbaarheid van de apparatuur oplegt. Er wordt ook over gewaakt dat de versterking van het medisch aanbod van beide ziekenhuizen steeds gebeurt met het grootste respect voor de zorgverlening door huisartsen enerzijds en het aanbod van het UZ Gent als universitair werkingsgebied anderzijds. Algemeen gesteld behouden de beide ziekenhuizen de volledige operationele autonomie met hun eigen missie en doelstellingen. Het doel is in de eerste plaats om het medisch aanbod door beide ziekenhuizen te verruimen. De patiënt blijft dan ook voor zijn behandeling en verzorging zoveel mogelijk bij het ziekenhuis van oorsprong. De doorverwijzingen van huisartsen blijven eveneens op de gewone manier verder bestaan. De ziekenhuizen verzekeren dat de patiënten de beste zorgen op de juiste plaats krijgen. Het Jan Palfijnziekenhuis is ervan overtuigd dat dit partnership het in staat stelt om de medische evolutie, met haar vele subspecialisaties, op de voet te volgen. Zo kan het blijvend een breed zorgaanbod verzekeren en kunnen zorgprogramma’s ‘op hoog niveau’ aangeboden worden. De uitvoeringsprotocollen zullen blijvend geëvalueerd worden en waar mogelijk verdere uitbreiding krijgen.
23
GENTSE PORTAALSITE EN INHAALBEWEGING OP IT-DOMEIN Een modern informaticabeleid ten dienste van een efficiënte zorgverlening
In 2009 werd de samenwerking tussen de vier ziekenhuizen binnen het Gents Ziekenhuis Overleg (GZO) bestendigd. De portaalsite www.gzo.be bleef operationeel. Intern werden de eerste stappen gezet om de IT-dienst van het ziekenhuis de nodige slagkracht en ondersteuning te bieden. Het personeelsbestand werd uitgebreid en voor de doorlichting van de IT-infrastructuur werd een contract onderhandeld met een externe partner. Binnen het samenwerkingsverband van de vier Gentse ziekenhuizen werd een doorstart gemaakt met de GZO-portaalsite. Deze site van het Gents Ziekenhuis Overleg garandeert een snellere communicatie tussen het ziekenhuis en de huisarts. De huisarts is op deze manier beter op de hoogte van het medisch dossier dat aanwezig is in het ziekenhuis en kan zo de behandeling beter opvolgen. Met de aanwerving van twee nieuwe medewerkers binnen de IT-afdeling werd een injectie gegeven aan de ondersteuning en opvolging van interne computerproblemen. De reactietijd bij het beantwoorden van vragen die via de helpdesk binnenkomen, kan op deze manier ingekort worden. Daarnaast kan de installatie van nieuwe hard- en software en het onderhoud en de bediening van de serverinfrastructuur adequater ingepland en opgevolgd worden. Op het vlak van informatietechnologie werden bijkomende investeringen en aanpassingen doorgevoerd m.b.t. het netwerk en de beveiliging. Met een eerste investering in nieuwe servers en een verhoging van de opslagcapaciteit voor de dienst radiologie (PACS) werd een overgangsperiode op het gebied van IT-infrastructuur afgesloten. Met een externe IT-partner werd een raamovereenkomst afgesloten om de volledige IT-infrastructuur verder door te lichten en een verbeteringsplan op te stellen.
24
‘‘Zoeken naar partners voor een duidelijke toekomst’’
25
Samen bouwen aan zorg op mensenmaat
26
Een toekomstgericht medisch beleid en strategische partnerships staan of vallen met de inzet van onze eigen medewerkers. Het ziekenhuis tracht om zijn personeel zo optimaal mogelijk te omringen met aangepaste werkmiddelen en vorming. Deze inspanningen komen niet enkel het personeel ten goede, maar hebben ook rechtstreeks gevolgen voor de patiënten. Ook in 2009 werden de bezettingscijfers van de verschillende afdelingen op de voet gevolgd en werd verpleegkundig personeel, indien nodig, intern gemuteerd naar andere afdelingen. Zo bleven de kwaliteit en continuïteit van de zorg gegarandeerd en werden diensten met acuut of chronisch personeelstekort ondersteund. Daarnaast bleef het ziekenhuis ook volop aanwerven om de instroom van nieuw personeel te verzekeren. Om het veiligheidsgevoel van zijn personeel te verhogen, investeerde het ziekenhuis in 2009 in een project met stewards. In afwachting van een diepgaande evaluatie zijn de eerste resultaten alvast zeer positief. De sociale dienst stelde in 2009 haar SOFIA-project voor. Deze dienst zorgt ervoor dat kwetsbare bevolkingsgroepen kunnen rekenen op individueel SOciaal en FInancieel Advies. ‘Zorg op mensenmaat’ 100% in de praktijk omgezet! Op het vlak van werkmiddelen werden meer dan 100 nieuwe elektronische hoog-laag bedden aangekocht. Deze verminderen de intensiviteit van de arbeid voor de medewerker en verhogen het comfort voor de patiënt. Ook in het operatiekwartier werd fors geïnvesteerd in nieuwe operatietafels. Op de kinderafdeling werd gestart met een uniek proefproject om alle medische dossiers overal, altijd en door elke arts consulteerbaar te maken. Tijdswinst, efficiëntie en een papierloze werking zijn slechts enkele voordelen. Als werkgever stimuleert het ziekenhuis de persoonlijke ontwikkeling van zijn medewerkers. De vormingscel noteerde in 2009 opnieuw een record aantal vormingsuren. Vooral vormingsmomenten rond MRSA en handhygiëne scoorden bijzonder goed. Binnen een tijdsgeest van stijgende aandacht voor ziekenhuishygiëne en de dreiging van de Mexicaanse griep, kon het ziekenhuis dit enkel toejuichen. Bij de signalering van het A/H1N1-virus in België bewezen onze medewerkers zeer professioneel en accuraat in te kunnen grijpen. Met een investering in het pilootproject ‘algologische functie in het kader van chronische zieken’ werd het najaar van 2009 afgerond.
27
OPTIMALISATIE INTERNE WERKING Balans tussen gedrevenheid en continuïteit
Het AZ Jan Palfijn Gent AV streeft naar een balans tussen optimaal inzetten van gedreven personeel en continuïteit van performante zorg voor de patiënt. Een soepel personeelsbeleid dat inspeelt op interne en externe noden is hierbij onmisbaar. Optimalisatie bedbezetting en personeelsinzet De bezettingscijfers van het beddenhuis tonen aan dat er tijdens verlofperiodes (en tevens in de weekends) een daling is van activiteit en dit vooral van de chirurgische specialiteiten. Naar jaarlijkse gewoonte werden er voor de vakantieperiodes een aantal maatregelen genomen om de bedbezetting en personeelsinzet optimaal op elkaar te kunnen afstemmen. Kwaliteit en continuïteit van de zorg bleven gegarandeerd. Dagelijks werd de personeelsinzet afgestemd op de reële bedbezetting. Hierbij werd het personeel geïnformeerd over toekomstige mutaties of overplaatsingen. Er werd telkens zoveel als mogelijk rekening gehouden met voorkeuren, ervaring en opleiding van de betrokken verpleegkundigen.
“De zoektocht naar enthousiaste teamspelers
”
is een prioriteit
Ook de huidige trend waarbij we een verschuiving zien van de klassieke hospitalisatie naar de daghospitalisatie werd van dichtbij opgevolgd. Het ziekenhuis volgde deze evolutie op de voet en reageerde waar nodig.
28
Ook op het operatiekwartier werd de werking geoptimaliseerd tijdens de vakantieperiodes. Aangezien organisatie en werkplanning sleutelwoorden zijn, werd uitdrukkelijk gevraagd om geplande (niet- kritische) ingrepen minstens drie werkdagen op voorhand in te boeken in het elektronisch boekingssysteem YUSE. Op die manier kreeg de directie verpleging tijdig zicht op de werkbelasting in het operatiekwartier en konden verpleegkundigen optimaal ingezet worden. Uitbreiding personeelskorps De zorgsector is voortdurend in beweging. Ook binnen het ziekenhuis is de zoektocht naar en aanwerving van enthousiaste medewerkers en teamspelers een prioriteit. Via diverse kanalen, hoofdzakelijk regionale edities, werden openstaande vacatures bekend gemaakt. Naast de jaarlijkse uitstroom van medewerkers kon het ziekenhuis ook in 2009 een mooie instroom plaatsen. De nadruk lag op verplegend personeel. Maar het ziekenhuis verwelkomde ook een grote groep schoonmaakpersoneel, administratief bedienden en paramedici. Vorming personeel Het ziekenhuis stimuleert de persoonlijke ontwikkeling en ontplooiingskansen van de medewerkers. Personeelsleden kunnen deelnemen aan interne en externe vormingen. De vormingscel verzorgt de voorbereiding en opvolging van vormingen. In het algemeen kan gesteld worden dat er in 2009 een stijging merkbaar was zowel in het aantal uren vorming als in het aantal deelnemers.
29
De top 3 van interne vormingen bestond uit ziekenhuisinfecties en handhygiëne, brandblusoefeningen en de onthaalvorming. De top 3 van externe vormingen bestond uit de Dag van de Verpleging met een waaier aan presentaties van de verschillende Gentse ziekenhuizen, vorming rond dementie en presentaties van onderzoek door studenten of scriptievoorstellingen. 8.128,82
6.622,43
2008 2009
2.175,30 1.865,97 815,45 383,20
905,65
511,10
344,08
401,81
1,50 2,00 medisch personeel
vak- en dienstpersoneel
administratief personeel
verplegend personeel
paramedisch personeel
ander personeel
Bovenstaande grafiek toont aan dat de stijgende interesse in vorming duidelijk merkbaar is bij alle profielen. Het verplegend personeel volgde het meest vorming; een logische vaststelling aangezien ze binnen het ziekenhuis de omvangrijkste personeelsgroep vertegenwoordigen. Het totaal aantal uren vorming in 2009 bedroeg 12.124 uren, opgesplitst in 4.501 uren interne vorming en 7.623 uren externe vorming. Ten opzichte van 2008 betekent dit een stijging van 17%. In 2009 volgden medewerkers 317 vormingen, waarvan 65 intern georganiseerd en 252 extern. Dit was goed voor 3.031 deelnemers. Ten opzichte van 2008 lag het aantal vormingen iets lager (340 vormingen in 2008) maar lag het aantal deelnemers hoger (2.756 deelnemers in 2008).
30
PROJECT VEILIGHEIDSSTEWARDS … verhoogt het algemeen veiligheidsgevoel
Een ziekenhuis is een open, toegankelijke en patiëntvriendelijke instelling waar ziekenhuismedewerkers, patiënten en bezoekers elkaar moeten kunnen ontmoeten in een rustige en serene sfeer. In een ziekenhuis is er dan ook geen plaats voor incidenten, al dan niet gepaard gaand met verbale of fysieke agressie. Het inschakelen van veiligheidsstewards vormt een meerwaarde om incidenten op termijn te helpen voorkomen en om het algemeen veiligheidsgevoel te verhogen. De aanzet voor het project werd reeds in 2007 gegeven. Het ziekenhuis startte een vergunningsprocedure op voor de organisatie van een interne bewakingsdienst. In afwachting van de goedkeuring volgde de toekomstig leidinggevende de noodzakelijke opleidingen en werd een aanwervingsprocedure voor veiligheidsstewards opgestart. Deze arbeidsplaatsen worden gefinancierd met fondsen uit de Sociale Maribel die o.a. als doelstelling hebben om laaggeschoolde jongeren aan het werk te helpen. Midden 2009 ontving het ziekenhuis de officiële vergunning. Aanvankelijk werd een interne bewakingsdienst opgestart met twee stewards en een leidinggevende; in het najaar werd dit uitgebreid tot een vaste ploeg van vier stewards en een leidinggevende. De vergunning is vijf jaar geldig en kan telkens verlengd worden. Opleidingen om op de hoogte te blijven van nieuwe wetgeving zijn verplicht. De stewards bieden momenteel assistentie tussen 12u ’s middags en 4u ’s nachts. Handelingen die tot hun takenpakket behoren, zijn controlerondes, parkeerbegeleiding, tussenkomsten bij agressie, kleine storingen verhelpen aan de slagbomen, opzoeken van vermiste patiënten, toezicht houden op het naleven van de bezoekuren, het parkeerreglement en het correct gebruik van de lift. Ze maken eveneens deel uit van de Eerste Interventieploeg (in geval van brandalarm).
31
SOFIA PROJECT SOCIALE DIENST SOciaal en FInancieel Advies voor ambulante patiënten
De kosten voor de gezondheidszorg stijgen en de kloof tussen degenen die de gezondheidszorg kunnen betalen en degenen die dit niet kunnen, neemt toe. Deze problematiek koos de ‘Beweging van Mensen met een Laag Inkomen en Kinderen’ (BMLIK) in 2005 als uitgangspunt voor een dialoog tussen de ziekenfondsen, drie Gentse ziekenhuizen (UZ Gent, AZ Sint-Lucas en AZ Jan Palfijn Gent AV), het OCMW Gent, de centra voor geestelijke gezondheidszorg en de Gezondheidsdienst van de Stad Gent. Een dialoog die op zijn beurt aanleiding vormde voor de sociale dienst van het ziekenhuis om het SOFIA-project op te starten en vanuit de visie ‘zorg op mensenmaat’ verder uit te bouwen. De concrete doelstelling die het SOFIA-project vooropstelt, is de organisatie van een meer toegankelijke, laagdrempelige gezondheidszorg voor mensen in precaire situaties. Het project ‘Sociaal en Financieel Advies voor ambulante patiënten’ ging eind 2008 van start met een permanentie op weekdagen tussen 9u en 12u en tussen 14u en 17u. De sociale permanentie is een bijkomende functie binnen de sociale dienst om ambulante patiënten met betalingsmoeilijkheden (problemen rond verzekerbaarheid, afbetalingsplannen en toepassen van derde betaalsysteem) en/of andere problemen op een individuele manier te helpen. Dit zorgt voor continuïteit binnen het hulpverleningsproces. Bovendien werkt het ziekenhuis ook proactief door eventuele problemen bij opname te detecteren. Deze opdracht is dienstoverschrijdend (polikliniek – opnamedienst – sociale dienst) en vraagt een specifieke aanpak door de maatschappelijk werker.
32
Vanaf 1 september 2009 werd vanuit de POD Maatschappelijke Integratie en FOD Volksgezondheid een ervaringsdeskundige in de armoede en uitsluiting gedetacheerd die fungeert als vertrouwenspersoon voor kansarme patiënten en een brugfiguur is tussen maatschappelijk werker en patiënt. Binnen het ziekenhuis zullen patiënten in de toekomst door middel van affiches en folders geïnformeerd worden over de problemen waarmee ze bij het SOFIA-project terecht kunnen. Intern is deze werking kenbaar gemaakt aan de administratief medewerkers van de polikliniek, de verpleegkundigen van de polikliniek en de opnamedienst. Ook externe partners zoals Kind & Gezin, sociale dienst Brugse Poort en wijkgezondheidscentra als De Kaai, De Sleep, Brugse Poort en Rabot werden op de hoogte gebracht. Sinds de start van het project op 1 november 2008 werden 639 aanmeldingen geregistreerd. 75% van de patiënten waren reeds gekend in het ziekenhuis. 498 aanmelders (78%) behoorden tot de groep van de actieve bevolking (tussen 19 en 60 jaar). De Belgen behoorden tot de grootste groep (383 mensen – 60%). Het SOFIA-project bewijst 250 aanmelders (39%) waren werkloos, 74 mensen (11.5%) ontvingen het sociaal engagement een ziekte-uitkering en 58 patiënten (9%) waren gepensioneerd. Slechts van het ziekenhuis 84 cliënten (13%) hadden een inkomen uit arbeid.
“
”
De grote meerderheid (53%) kwam op eigen initiatief aankloppen. De aard van de problematiek was hoofdzakelijk psychosociaal (17%) en financieel (14.8%). De interventies hadden voornamelijk betrekking op informatieverschaffing (28%) en contacten leggen met andere diensten zoals het OCMW en de mutualiteit (40%). Het SOFIA-project bewijst het sociaal engagement van het ziekenhuis door kwetsbare groepen binnen de samenleving via ondersteuning toegang tot de gezondheidszorg aan te bieden.
33
PROEFPROJECT TOEREN MET LAPTOPS OP DE KINDERAFDELING Een uniek gegeven binnen het algemene investeringsbeleid van het ziekenhuis
Informatisering, digitalisering en automatisering dringen binnen in alle domeinen van de hedendaagse samenleving. Daar waar informatisering een meerwaarde vormt voor de werking op de diensten zet ook de medische wereld steeds verdere stappen in dit proces. Het AZ Jan Palfijn Gent AV houdt de vinger aan de pols en investeert waar nodig in de modernisering van zijn infrastructuur. Zo werden in 2009 onder meer nieuwe operatietafels en elektronische hoog-laag bedden aangeschaft. Ook startte de kinderafdeling met een proefproject ‘draadloos toeren’. Een uniek project waarop het ziekenhuis terecht trots mag zijn. In lijn met een eerste informatisering van het medisch dossier in heel het ziekenhuis, ging de kinderafdeling een stap verder: een volledige overstap naar een elektronisch patiëntendossier. Het MEDDOS pakket (het geïnformatiseerd medisch dossier) biedt een uitgebreide waaier aan mogelijkheden. Na een basisinvestering in een modulair draadloos netwerk op de afdeling in de zomer van 2009 en twee laptops op mobiele tafeltjes, kon het project van start gaan. Alle kinderartsen toeren ’s morgens in team. Via de laptop kunnen ze het medisch dossier met alle resultaten, ook van beeldvorming via Synapse, onmiddellijk consulteren voor ze de kamer binnengaan. Na het patiëntenonderzoek op de kamer, kan alle klinische informatie rechtstreeks ingevoerd worden in de laptop op de gang. Alle medische en praktische zaken rond één patiënt worden, op dat moment, voor die dag, afgewerkt: toerverslag aanvullen, voorschriften en afwezigheidsattesten voor de ouders opmaken, prestaties invullen en automatisch verrekenen. De voordelen zijn legio. Actuele informatie met betrekking tot elke patiënt is altijd en overal consul-
34
teerbaar. Zo ook tijdens de wachtdienst, van thuis uit. Met een papieren versie is dit niet het geval. De administratieve workload neemt af. In plaats van dagelijks het toerverslag manueel bij te houden en nadien uit te schrijven, kan de kinderarts onmiddellijk bij het verlaten van de kamer alle informatie digitaal invoeren en opslaan. Via het systeem van laptops op mobiele tafeltjes hoeven de artsen niet telkens naar één centraal punt te gaan om een dossier aan te vullen. Administratief gezien is dit volledig in orde. De registratiegegevens bevestigen dit. Tot slot kan de huisarts bij ontslag via elektronische weg op de hoogte gebracht worden of kunnen consulten bij andere diensten onmiddellijk opgevraagd worden, wat de communicatie en samenwerking bevordert, zowel extern als intern. Een eerste evaluatie leert dat de informatisering op de kinderafdeling als proefproject vlot geïntegreerd is in het werkveld van de kinderartsen. Een mogelijke uitbreiding van het proefproject is de integratie van het verpleegkundige luik in een geïnformatiseerd en flexibel systeem. Een pluspunt is eveneens dat de investeringen die gebeurd zijn, uitbreiding naar andere afdelingen binnen het ziekenhuis mogelijk maakt. Overige investeringen in materiaal In 2009 werd eveneens overgegaan tot de aanschaf van nieuwe operatietafels voor de site aan de Watersportbaan en werden meer dan honderd state of the art elektronische hoog-laag patiëntenbedden geïnstalleerd. Op het vlak van informatica werd een inhaalbeweging gemaakt met doorgedreven inspanningen op het gebied van materiaal en personeel (zie pagina 24). Een sterke IT-ondersteuning is immers onmisbaar en opent nieuwe mogelijkheden voor andere diensten.
35
ZIEKENHUISHYGIËNE Sensibiliseringscampagnes, een succesverhaal
Ook in 2009 bleef het ziekenhuis zijn goede resultaten met betrekking tot hygiëne doorzetten. Zo stelden de leden van het team ziekenhuishygiëne een sterke vooruitgang in het handhygiënebeleid vast. De bestaande stappenplannen werden verfijnd en er werden nieuwe procedures opgezet. Investeringen in vorming en nieuw materiaal werden opgevoerd, thematische sensibiliseringscampagnes werden opgezet en het efficiënt gebruik van producten werd gestimuleerd. Vanaf het tweede deel van het jaar werd prioritair aandacht gegeven aan de bestrijding van de Mexicaanse griep (zie pagina 39). Het aantal ziekenhuisinfecties is, ten opzichte van 2008, gedaald met 21%. Zowel bij Clostridium difficile (CD), Enterobacteriaceae sp. die het Extended Spectrum beta-lactamase enzym produceren (ESBL) als meticilline resistente Staphylococcus aureus (MRSA) merken we een neerwaartse trend in het aantal voorvallen. Verschillende antibioticanieuwsbrieven werden gemaakt en op intranet staat ondertussen een schat aan informatie inzake ziekenhuishygiëne en antibioticabeleid. Rond standaardingrepen in het operatiekwartier werd een nieuw reglement m.b.t. ziekenhuishygiëne uitgeschreven en ingevoerd. Dit werd sterk vereenvoudigd, maar er is nog werk aan de winkel. Dit nieuwe reglement moet de strijd aanbinden tegen de postoperatieve wondinfecties. In het kader van verdere uniformisering en transparantie werden bij de afdeling centrale sterilisatie negen nieuwe procedures ingevoerd. De procedure voor de verplichte aangifte van besmettelijke ziekten werd herwerkt. Voor het reinigen en ontsmetten van koelkasten en couveuses werd een contract afgesloten met een
36
nieuwe leverancier. Nieuwe naaldcontainers werden aangekocht zodat nog minder prikincidenten zouden voorkomen. De samenwerking met de dienst informatica werd verstevigd zodat de interne uitwisseling van informatie nog efficiënter kan gebeuren. Het ziekenhuis bleef aandacht besteden aan het sensibiliseren van zijn medewerkers. Bij de introductie van nieuw medisch materiaal werden informatiecampagnes uitgerold. De nationale campagne rond handhygiëne werd intensief verder ondersteund en gevolgd door een post-campagne waarbij het gedrag van de medewerkers werd getoetst aan de nieuwe regels. De techniek voor het ontsmetten van de handen werd gecontroHet ziekenhuis ondersteunt leerd door middel van een lichtbak; ook het correct dragen van dienstkledij en het niet medewerkers in hun engagement dragen van handjuwelen werd nagegaan.
“
”
naar betere ziekenhuishygiëne Om de medewerkers te ondersteunen in hun engagement naar een betere ziekenhuishygiëne werd de interne communicatie uitgebreid, kregen de verpleegkundigen een clipuurwerk en andere gadgets aangeboden en werden elektronische handalcoholdispensers opgehangen op strategische plaatsen. Deze handalcoholdispensers zijn tevens toegankelijk voor patiënten en bezoekers. Ook naar deze twee groepen werd intensief gecommuniceerd onder andere via de verspreiding van folders vanuit het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
37
MEXICAANSE GRIEP Het pandemieplan voor de toekomst ligt klaar
De Mexicaanse griep, een variant van het A/H1N1-virus dat in 1918 veertig miljoen slachtoffers maakte, veroorzaakte wereldwijd grote ongerustheid. Vanaf juli 2009 werd het virus ook in België gesignaleerd. Dankzij de professionele en accurate interventie van het Commissariaat Influenza kreeg ons ziekenhuis een algemeen werkkader en informatie aangereikt om het noodzakelijke grieppandemieplan uit te werken. De eerste stappen werden in de zomer van 2009 gezet. Op 31 juli lag een eerste versie van het grieppandemieplan klaar. Na veelvuldig overleg met het directiecomité, de medische raad en de vakorganisaties werd de definitieve versie goedgekeurd. Het pandemieplan is tot op heden te consulteren op het intranet. Een coördinatiecel Influenza werd opgericht, onder leiding van dr. Louis Ide. Deze coördinatiecel bestaat uit alle leden van het comité voor ziekenhuishygiëne, betrokken artsen en verantwoordelijken van de verschillende diensten. Ondanks een relatief beperkt aantal Mexicaanse griepgevallen in België besliste het ziekenhuis om de eerste fase van het plan af te kondigen en te concretiseren. Zo werden alle personeelsleden persoonlijk geïnformeerd en aan de hand van een doorgedreven preventiecampagne continu op de hoogte gehouden. Er werd extra nadruk gelegd op het strikt volgen van de handhygiëneprocedures en het ontsmetten van oppervlakken. Ook de spoedopname bevond zich in een verhoogde staat van waakzaamheid.
38
In de periode van 1 augustus tot 30 november 2009 werden 33 vermoedelijke grieppatiënten geregistreerd en opgenomen, voornamelijk op de afdelingen pediatrie, materniteit en pneumologie. Door het correct volgen van algemene richtlijnen en isolatiemaatregelen op deze afdelingen werd een uitbreiding binnen het ziekenhuis voorkomen. Naast het pandemieplan en de concretisering van de eerste fase werden onderstaande maatregelen genomen: • de prioritaire uitwerking van de tweede fase van het pandemieplan. In die fase zou het ziekenhuis op één dag operationeel moeten gemaakt worden voor de opvang van een groot aantal griepslachtoffers. Een triagecentrum op de spoedopname en isolatielokalen werden voorzien. • de vaccinatiecampagne. Tegen de seizoensgriep werden ruim 50% van de medewerkers gevaccineerd; tegen de Mexicaanse griep lieten ruim 800 medewerkers, of 80% van de personeelsbezetting, zich vaccineren. Ook bij de patiëntenpopulatie werden 39 opgenomen patiënten gevaccineerd. Het betreft langdurig verblijvenden die hun huisarts niet konden raadplegen.
“Ruim 80% van de medewerkers liet zich vaccineren tegen de Mexicaanse griep
”
• het informeren van de medewerkers via briefwisseling en elektronische berichtgeving. • verdere preventieve maatregelen als handontsmettingsalcohol op de administratieve diensten, het onthaal, het poliwinket en de opnamedienst. 13 automatische handalcoholdispensers werden op strategische plaatsen binnen het ziekenhuis verspreid voor patiënten en bezoekers. • bijscholingssessies voor 118 medewerkers. De kosten worden geraamd op 5.000 euro. Dit bedrag heeft hoofdzakelijk betrekking op de materialen en de inrichting van het triagecentrum in de spoedopname. Met de totaaluitwerking van een pandemieplan kijkt het ziekenhuis ook verder: de kennis, een stappenplan en het benodigde materiaal zijn nu binnen het ziekenhuis aanwezig. Een meerwaarde voor de toekomst bij mogelijke (griep)pandemieën.
39
PILOOTPROJECT ALGOLOGISCHE FUNCTIE Pijnbestrijding op mensenmaat
Het AZ Jan Palfijn Gent AV wil garant staan voor kwalitatieve zorgen en zorg op mensenmaat. Een belangrijke basisvoorwaarde hiervoor is een optimaal pijnbeleid uitwerken dat door artsen en zorgverleners wordt gedragen. Het is de bedoeling dat patiënten minder pijn ervaren zodat ze sneller revalideren, opnieuw een staat van welbevinden krijgen en levenskwaliteit vinden in hun sociaal en professioneel functioneren. Concreet betekent de keuze voor dit pilootproject een keuze tot de verdere uitbouw en integratie van de aanpak van chronische pijn op verschillende niveaus binnen de zorgstructuren. Binnen onze zorginstelling werden reeds verschillende initiatieven genomen om een optimaal pijnbeleid uit te werken, zowel in het verleden als heel concreet in 2009. • Binnen het ziekenhuis werken vijf verpleegkundigen die de titel pijnverpleegkundige behaalden. • Omdat de behandeling van pijn een multidisciplinaire aanpak vereist, werd een werkgroep ‘pijn’ samengesteld. In eerste instantie werkte de werkgroep een protocol uit inzake postoperatieve pijn. In 2009 werd dit aangevuld met een protocol rond chronische pijn. Er werd ook een pijnfolder uitgewerkt voor alle verpleegkundigen rond de pijntrappen en de medicatie beschikbaar in het ziekenhuis. • Om pijn efficiënt te bestrijden werd deze fysische parameter opgenomen in het verpleegdossier naast de vitale parameters. Tweemaal per dag wordt pijn gescoord. Elke verpleegkundige is in het bezit van een pijnlatje; met dit eenvoudig meetinstrument kan de patiënt op een as aanduiden in welke mate hij of zij pijn ervaart. Op elke afdeling zijn eveneens pijnschalen beschikbaar.
40
• De Palliatieve Zorgeenheid maakt gebruik van een aangepast verpleegdossier waarin de pijnobservatie meer uitgebreid aan bod komt. • Er werd een SOS medicatieblad opgesteld waarin het type medicatie, de dosering en toedieningwijze in bepaalde noodsituaties kunnen genoteerd worden. • In 2009 stonden eveneens interne vormingen rond postoperatieve pijn voor verpleegkundigen op de agenda, net als een eigen voordracht rond pijn bij dementerende patiënten in de functionele binding palliatieve zorgen en rusthuizen. Aangezien de nodige kennis en ervaring met betrekking tot pijn doorheen de jaren werden opgebouwd, besliste de werkgroep een stap verder te zetten. In september 2009 diende het ziekenhuis een projectvoorstel in voor het pilootproject ‘algologische functie in het kader van het programma chronische zieken’. Via deze kandidatuur kan de werkgroep meer middelen krijgen om een bredere structuur uit te bouwen. Het dossier werd goedgekeurd. Volgende stappen zijn een duidelijke omkadering van het pijnbeleid, het staand order pijnmedicatie implementeren, de interne vormingen voor de medewerkers intensifiëren en de permanente vorming van de leden van de werkgroep continueren.
“De algologische functie stimuleert de integratie van de aanpak van chronische pijn binnen de
”
zorgstructuren
41
Fundamenten voor een ziekenhuis van de 21ste eeuw
42
De beleidsnota voor de legislatuur 2007-2012 spreekt zowel letterlijk als figuurlijk over een verbouwingsproject. Het plan voorziet immers zowel in een modernisering van de infrastructuur als een rationalisatie van de werking. Een ‘moderne’ en ‘frisse’ infrastructuur moet hierbij als katalysator dienen om het ziekenhuis te laten evolueren naar een geoptimaliseerd en toekomstgericht zorgaanbod. Reeds in 2008 werd een raamovereenkomst afgesloten met een tijdelijke handelsvereniging van drie studieburelen. In 2009 werden de volgende stappen gezet in de realisatie van dit infrastructuurprogramma. Op site 2 werd een nieuwe aankleding voor het mortuarium doordacht uitgewerkt.
Een interessant kantgebeuren is het verrassende project ‘Kindvriendelijk ziekenhuis’. Vanuit praktijkervaringen wordt in samenspraak met de Universiteit Gent en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten nagegaan hoe de vormgeving van het toekomstige AZ Jan Palfijn Gent AV kan bijdragen tot het algemeen welbevinden van bezoekers en personeel alsook tot het genezingsproces van zijn patiënten. De samenwerking met de academische en kunstwereld leverde reeds enkele interessante conceptvoorstellen op.
43
INFRASTRUCTUURWERKEN Moderne infrastructuur als katalysator voor een toekomstgericht zorgaanbod
De FOD Volksgezondheid keurde eind 2009 de subsidieaanvraag voor de verbouwingswerken op de campus Watersportbaan goed. Deze beslissing stelt het ziekenhuis in staat om het renovatieproject verder in detail uit te werken en te concretiseren. Om deze uitwerking en ook de toekomstige fasen in dit dossier van dichtbij op te volgen, werd overgegaan tot de aanwerving van een fulltime projectmedewerker. Tijdens de periode 2009-2010 vindt een studiefase plaats om het bouwdossier grondig voor te bereiden. Naast het opstellen van een masterplan en het bepalen van de budgetten, werd beslist om alle renovatiewerken steeds te toetsen aan de principes rond healing environments. Vanuit deze visie wil het ziekenhuis dat de vormgeving van haar toekomstige infrastructuur wezenlijk bijdraagt aan het herstel en welbevinden van haar patiënten, bezoekers en werknemers. De groene omgeving waarbinnen het ziekenhuis zich bevindt, is hierbij een belangrijke troef om een herstelbevorderend klimaat te creëren. Het ziekenhuis bekijkt eveneens de mogelijkheden om de aansluiting met het openbaar vervoer zo optimaal mogelijk te laten verlopen. De initiatieven rond het project kindvriendelijk ziekenhuis (zie pagina 46) zullen tegelijkertijd met de algemene verbouwingswerken gerealiseerd worden.
44
“Alle renovatiewerken zullen steeds getoetst worden aan de principes van healing environments
”
45
KINDVRIENDELIJK ZIEKENHUIS Vormgeving en verzorging, kunst en kinderen
Kinderen komen buiten de kinderafdeling vaak in klinische en anonieme ruimtes terecht waarin ze moeilijk hun plaats vinden. Om het gevoel van welbevinden bij kinderen te bevorderen, wenst het Jan Palfijnziekenhuis zich te ontwikkelen tot een Kindvriendelijk ziekenhuis. Het uitgangspunt van deze missie is het zorgprogramma van de dienst pediatrie en het UNESCO-handvest van het gehospitaliseerde kind, die zich vertalen in één centrale vraag: hoe kunnen we onze ziekenhuisorganisatie en -infrastructuur zoveel mogelijk aanpassen zodat het kind zich, zowel als patiënt of als bezoeker, welkom voelt? Om dergelijke vraagstelling te beantwoorden, richtte het ziekenhuis een uniek partnership op met de afdeling interieurvormgeving van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) en de faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Gent. Onderzoekers Het uiteindelijke doel is een ziekenhuisvan de UGent gingen in eerste instantie na welke voorkeuren omgeving te creëren die ook bijdraagt tot kinderen hebben bij de inrichting van een ziekenhuisruimte. het genezingsproces van kinderen
“
”
Het Jan Palfijnziekenhuis selecteerde locaties die in het kader van de algemene verbouwingswerken uitgewerkt kunnen worden als kindvriendelijke ruimtes:
46
• Pediatrische box op de spoedafdeling • Pediatrische box op het pre-operatieve deel van het operatiekwartier • Pediatrische box op de afdeling recovery van het operatiekwartier • De wachtzaal en de onderzoeks- en consultatieruimtes in de polikliniek pediatrie • Het mortuarium • De buitenruimtes aan de hoofdingang Vervolgens werkten studenten van het KASK vanuit de onderzoeksresultaten, en rekening houdend met de principes van ‘healing environments’, interieurplannen uit om deze ziekenhuisruimtes vorm te geven. Het voorlopig resultaat is een gamma van boeiende en wetenschappelijk onderbouwde conceptvoorstellen rond de vormgeving van een kindvriendelijk AZ Jan Palfijn Gent AV. Binnen het protocol Kindvriendelijk ziekenhuis zijn de opmaak van een ontwerp-leidraad en de implementatie van dit ontwerp bij de verbouwingswerken de volgende stappen. Het uiteindelijke doel is een ziekenhuisomgeving te creëren die ook bijdraagt tot het genezingsproces van kinderen. Zodat zorg op mensenmaat ook steeds zorg op kindermaat impliceert.
47
VORMGEVINGSPROJECT MORTUARIUM SITE 2 Concept van rust, troost en sereniteit
Afscheid nemen is een ingrijpende gebeurtenis in een periode waarin mensen heel kwetsbaar zijn. Een weldoordachte omkadering voor verlieservaringen kan een steun betekenen voor de nabestaanden. Vanuit de ruime expertise rond rouw, opgebouwd door de Palliatieve Zorgeenheid (PZE), werd een nieuwe aankleding van het mortuarium op site 2 bedacht. De Palliatieve Zorgeenheid straalt rust, huiselijkheid en sereniteit uit. Het steriele van de ziekenhuiskamer wordt achterwege gelaten en persoonlijke accenten van patiënten en familie nemen de bovenhand. Deze visie werd doorgetrokken in het vormgevingsproject rond het mortuarium van site 2 dat tot 2009 een knelpunt was. Aandachtspunten vormden het visueel verbergen van de deuren van de koelruimte en het afsluiten van de begroetingsruimte. Na een studie van gelijkaardige ruimtes werden een aantal interieurrichtlijnen vooropgesteld en doorgetrokken binnen het gehele concept. Hoofddoel is dat familie en vrienden het afscheid van een dierbare in verbondenheid en sereniteit kunnen beleven. Steenrood en licht lilla vormen de grondtonen. Woorden als ‘stilte’, ‘leegte’, ‘troost’ en ‘herinnering’ werden op de muren aangebracht. Natuurelementen (zoals bloemen) die variëren van seizoen tot seizoen creëren extra rust. De overledene wordt voor de begroeting opgebaard op het bestaande arduinblok; er worden kaarsen en zachte muziek voorzien. De werkzaamheden werden voltooid in mei 2009. Het resultaat is een begroetingsruimte die warmte uitstraalt. Begrafenisondernemers evalueerden deze opfrissing als een geslaagd project. Ook familieleden en werknemers reageerden positief.
48
“Hoofddoel is dat familie en vrienden het afscheid van een dierbare in verbondenheid en sereniteit kunnen beleven
”
49
KERNCIJFERS structuur van het beddenhuis geriatrische diensten
G
122
23%
heelkundige diensten
C
119
23%
inwendige diensten
D
101
19%
materniteit
M
38
7%
sp-cardiopulmonair
Sp cp
29
6%
PAAZ-dienst / depressiekliniek
A
30
6%
sp-neurologisch
Sp n
27
5%
sp-psychogeriatrie
Sp psy
23
4%
kinderafdeling
E
21
4%
intensieve zorgen
IZ
10
2%
sp-palliatief
PAL
6
1%
Totaal aantal erkende bedden
Het AZ Jan Palfijn Gent AV is met 526 bedden verdeeld over twee sites een belangrijke speler in de Gentse ziekenhuissector. Naast de acute en revalidatiediensten voor inwendige, heelkundige en geriatrische zorgen heeft het ziekenhuis o.a. ook een belangrijk aantal materniteitbedden.
526
intensieve zorgen
sp-palliatief
kinderafdeling sp-psychogeriatrie
geriatrische diensten
sp-neurologisch
PAAZ-dienst/depressiekliniek
sp-cardiopulmonair
materniteit heelkundige diensten
inwendige diensten
50
stabiele activiteit in het beddenhuis Ook in 2009 was er een stabiele activiteit in het beddenhuis merkbaar. Hoewel het aantal klassieke opnames een zeer lichte daling kende (-1%), registreerden we in het dagziekenhuis een stijging van het aantal dagopnames (+3%). De bezettingsgraad bleef op een stabiel niveau. 2007
2008
2009
aantal opnames
13.889
14.418
14.162
aantal dagopnames
11.631
10.164
10.481
aantal ligdagen
128.553
136.345
133.972
gemiddelde ligduur acute diensten
7
7
8
gemiddelde ligduur revalidatiediensten
55
51
53
gemiddelde bezetting
67%
71%
70%
13.889
14.418 14.162 11.631 10.164 10.481 2007 2008 2009
aantal opnames
aantal dagopnames
71% 67%
70%
2007 2008 2009
gemiddelde bezetting
51
meer patiënten op de spoedopnamedienst Ook op de spoedafdeling werden meer patiënten behandeld dan het jaar voordien (+4,5%). De meeste van deze patiënten kunnen na verzorging onmiddellijk naar huis. De instroom via de dienst 100 en de MUG-dienst steeg eveneens lichtjes.
2007
2008
2009
verzorgde patiënten
18.444
19.209
20.070
na verzorging naar huis
12.674
13.239
14.125
na verzorging opgenomen
5.770
5.970
5.945
binnen via dienst 100
3.029
3.318
3.521
937
872
937
interventies MUG-dienst
5.945
5.970
5.770
na verzorging opgenomen na verzorging naar huis
14.125
13.239
12.674
2.007
2.008
2.009
Spoedopnamedienst: aantal verzorgde patiënten
3.521 3.318 3.029
2.007 2.008 2.009
937
binnen via dienst 100
52
872
937
interventies MUG-dienst
meer persoonlijke begeleiding voor patiënten De zorg op mensenmaat die het Jan Palfijnziekenhuis aan iedere patiënt tracht te bieden, weerspiegelt zich o.a. in het aantal dossiers dat elk jaar door de sociale dienst, het palliatief supportteam, de pastorale dienst en de moreel consulent worden opgevolgd. Bijna al deze diensten boden aan meer patiënten een persoonlijke begeleiding aan. Binnen de sociale dienst merken we een grote stijging in het aantal dossiers van gehospitaliseerde patiënten. Het aantal levensbeschouwelijke begeleidingen uitgevoerd door onze pastoraal medewerkers en de moreel consulent bleef in stijgende lijn (+8,5%). Een fulltime medewerker die in 2008 nog in opleiding zat, kon in 2009 meer ingezet worden in de dagelijkse werking. Hierdoor werden meer patiënten bereikt. De stijging van het aantal dossiers kan eveneens voor een deel verklaard worden door een betere opvolging van de verplichte registratie. Voor het eerst sinds de opstart van het palliatief supportteam constateerden we hier een daling (-17,5%). Deze daling kan waarschijnlijk voor een deel verklaard worden door de vertrouwensfunctie die bijv. borstverpleegkundigen en psychologen voor heel wat patiënten vervullen. Patiënten die door deze collega’s worden begeleid, komen vaak niet meer aankloppen bij het Palliatief Supportteam. Hierdoor daalt het aantal registraties bij deze laatste dienst. Toch bleef het aantal begeleidingen relatief hoog voor de huidige ploeg mensen, zeker na het uitzonderlijk hoog aantal begeleidingen van vorig jaar.
2007
2008
2009
ambulante dossiers sociale dienst
4.035
3.616
3.653
hospitalisatiedossiers sociale dienst
3.200
3.347
4.038
levensbeschouwelijke begeleidingen
3.355
4.043
4.392
240
276
229
begeleiding palliatief supportteam
4.392 4.043
4.038
4.035 3.616
3.653 3.200
3.347
3.355 2007 2008 2009
240
ambulante dossiers sociale hospitalisatiedossiers sociale dienst dienst
levensbeschouwelijke begeleidingen
276
229
begeleiding palliatief supportteam
53
meer contacten bij de ombudsdienst In vergelijking met de voorgaande jaren merkten we een duidelijke stijging van het totaal aantal dossiers (+46%). Er werden meer klachten geregistreerd (+28,5%), maar de grootste stijgingen waren merkbaar bij de aanvragen tot informatie (meer dan een verdubbeling) en de aanvragen om een afschrift van een dossier te ontvangen (verdrievoudiging). Onderstaande grafiek geeft duidelijk aan dat het aandeel klachten binnen het totale aantal dossiers elk jaar daalt, terwijl het aandeel van de ‘aanvragen tot informatie’ en ‘aanvragen afschrift dossier’ steeds stijgen. De stijging van het totaal aantal dossiers kan dus niet zomaar gelijkgesteld worden met een grotere patiëntenontevredenheid. Het stijgen van het absolute aantal klachten kan daarenboven ook te maken hebben met een bredere bekendheid en toegankelijkheid van de ombudsdienst, een betere bekendheid van de patiëntenrechten door de verspreiding van folders, een grotere continuïteit in de bezetting van de ombudsdienst en de grotere mondigheid van het publiek. Acht op de tien vragen die de ombudsdienst behandelde was van medische, verpleegkundige of administratieve aard. Klachten omtrent de dienstverlening van artsen gingen voornamelijk over onduidelijke informatieverstrekking door de arts of het vermoeden van een foute diagnose of behandeling. Minder dan de helft van deze klachten bleek gegrond. Klachten omtrent verpleegkundige aspecten van de dienstverlening gingen voornamelijk over te weinig aandacht of privacy door de verpleegkundige, een gebrekkig aanvoelende communicatiestijl en de manier van verzorgen. Bijna drievierde van de klachten bleek gegrond. Klachten gericht aan de administratieve diensten gingen in de meeste gevallen over facturatie en infoverstrekking. Ook hier bleek drievierde van de klachten uiteindelijk gegrond. 2007
2008
2009
totaal aantal dossiers
276
343
502
aantal klachten
236
288
370
aanvraag tot informatie
33
43
96
aanvraag afschrift dossier
7
12
36
100% 90% 80% 70% 60% aanvraag afschrift dossier 50%
aanvraag tot informatie aantal klachten
40% 30% 20% 10% 0% 2007
54
2008
2009
stijgende activiteit bij medische beeldvorming De verminderde activiteit op de CT-scan in vergelijking met 2008 (-8,5%) is volledig te verklaren door de gewijzigde tendens in de medische beeldvorming, waarbij er een verschuiving is van de CT-scan naar de MRI-scan. De verdrievoudiging van het aantal MRI-onderzoeken is deels daaraan te wijten. Daarnaast merken we dat de aantrekkingskracht van de MRI zowel binnen als buiten het ziekenhuis elk jaar groter wordt. 2007
2008
2009
conventionele radiologie
55.284
58.274
59.368
CT-scans
11.957
13.241
12.111
X
1.857
6.267
MRI-onderzoeken
nucleaire geneeskunde radio-isotopen botdensitometrie
58.274
2007
2008
2009
3.220
3.245
2.815
336
329
280
59.368
55.284
2007 2008 2009
13.241 11.957
12.111 6.267 1.857
3.220
3.245
2.815 336
conventionele radiologie
CT-scans
MRI-onderzoeken
radio-isotopen
329
280
botdensitometrie
55
paramedische dienstverlening aan gehospitaliseerde patiënten In 2009 werden opnieuw meer dieetadviezen verstrekt aan patiënten die in ons ziekenhuis verbleven (+40%). Dit was ondermeer een rechtstreeks gevolg van het stijgend aantal patiënten die binnenkwamen via het Centrum Gewichtszorg. Ook steeg het aantal diabetici, een doelgroep die bijna steeds bij een diëtiste terechtkomt. Bij de ergotherapie merken we een kleine daling (-7%). Toch blijft het cijfer hoger dan in 2007. Op de dienst kinesitherapie blijven we op een status quo. Op de dienst logopedie merken we een klim van zo’n 23%. 2007
2008
2009
dieetadvies
1.646
1.761
2.475
ergotherapie
39.479
43.011
40.042
kinesitherapie
60.426
51.599
50.758
logopedie
2.303
1.632
2.011
60.426
2007 2008 51.599
2009
50.758
43.011 39.479
40.042
1.646 1.761 2.475 dieetadvies
56
2.303 1.632 2.011 ergotherapie
kinesitherapie
logopedie
stijging ambulante consultaties polikliniek Op een jaar tijd steeg het aantal ambulante consultaties over beide sites met zo’n 5%. Deze significante stijging is voor een groot deel te danken aan een merkbare toename van het aantal patiënten op de algemene heelkunde, in het bijzonder de raadplegingen orthopedie en gynaecologie.
totaal site 1 en site 2
2007
2008
2009
106.172
105.034
110.219
106.172
105.034
2007
2008
110.219
2009
gemiddelde personeelsbezetting (in VTE) Het gemiddelde aantal personeelsleden steeg lichtjes met ongeveer vijf voltijds equivalenten. De in- en uitstroom van personeel houden elkaar in evenwicht.
2007
2008
2009
2,5
2,5
2,5
vak- en dienstpersoneel
113,35
112,85
114,38
administratief personeel
91,97
89,33
91,27
verplegend personeel
483,3
479,86
478,1
paramedisch personeel
70,84
74,85
77,82
ander personeel
6,72
7,37
7,17
768,68
766,76
771,24
medisch personeel
57
BESTUURSORGANEN 31/12/2009 algemene vergadering Stemgerechtigde leden: Geert Versnick, voorzitter Liefwin Waignein, eerste ondervoorzitter Piet Lampaert, tweede ondervoorzitter Christian Bauwens Jurgen Bockstaele Anne Bottequin Marc Hamerlynck Bernard Hebbelynck Dirk Holemans Anna Inghelram Jeroen Lemaitre Aline Maes Frank Wijnakker Paul Pataer Guido Sieben Chantal Sysmans Ingrid Vandaele Pascal Verbeke Cedric Verschooten Niet stemgerechtigde leden: Tom Balthazar Frank Demeyer Margarietha Fromm André Harth Bruno Heyndrickx Philippe Jeannin Johan Kips (vanaf februari 2010 opgevolgd door Marc D’Havé) Luc Kupers Marleen Porto-Carrero Luc Seaux Walter Siau
58
raad van bestuur Stemgerechtigde leden: Geert Versnick, voorzitter Liefwin Waignein, eerste ondervoorzitter Piet Lampaert, tweede ondervoorzitter Christian Bauwens Jurgen Bockstaele Anne Bottequin André Harth Dirk Holemans Philippe Jeannin Jeroen Lemaitre Marleen Porto-Carrero Guido Sieben Cédric Verschooten Niet stemgerechtigde leden: Tom Balthazar Frank Demeyer Margarietha Fromm Bruno Heyndrickx Johan Kips (vanaf februari 2010 opgevolgd door Marc D’Havé) Luc Kupers Luc Seaux Walter Siau
managementcomité Stemgerechtigde leden: Marleen Porto-Carrero, voorzitter Jurgen Bockstaele Anne Bottequin Philippe Jeannin Piet Lampaert Geert Versnick Liefwin Waignein Niet stemgerechtigde leden: Frank Demeyer Margarietha Fromm Bruno Heyndrickx Johan Kips (vanaf februari 2010 opgevolgd door Marc D’Havé) Luc Seaux Walter Siau
59
AZ Jan Palfijn Gent AV Jaarverslag 2009 Redactie en layout: Communicatiedienst Verantwoordelijke uitgever: Geert Versnick, voorzitter Henri Dunantlaan 5 9000 GENT