Jaarverslag 2011 Bij ITA stopt de carrousel En andere bijzondere producten van JJI Den Hey-Acker
Inhoud
Bijzondere producten in 2011 van JJI Den Hey-Acker
3
Kengetallen publiek jaarverslag 2011
5
ITA Individuele Traject Afdeling in 2011
6
Succesvolle uitstroom bij ITA
8
ESP (voor jongeren met ernstige seksuele problematiek) in 2011
10
Geestelijke verzorging bij Den Hey-Acker in 2011
12
Tarik en Jaydon vertellen over hun ervaringen met de Geestelijke verzorging
13
Vooruitblik 2012
14
2 Jaarverslag 2011
Bijzondere producten in 2011 van JJI Den Hey-Acker Jaap van der Geest: Bij JJI Den Hey-Acker werken mensen met hart en ziel aan het vergroten van kansen voor jeugdigen op een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan
“In 2011 hebben we laten zien dat we moeilijke vraagstukken onder druk tot een goed einde kunnen brengen.”
Om direct een indruk te krijgen van wat 2011 voor JJI Den Hey-Acker betekende, gebruik ik graag passages uit een column (rond de jaarwisseling) van filosoof Bas Haring in De Volkskrant.
een zwaar jaar. We hebben zaken moeten opgeven die we met trots hebben opgebouwd. We hadden de forse opdracht om toe te werken naar 104 capaciteitsplaatsen met ongeveer 220 fte.
“In deze tijden van overvloed verzuchten we vaak, waarom moet het altijd maar meer zijn? Het kan toch ook wat minder? Totdat jezelf wordt geconfronteerd met krimp. Want dat is iets opgeven en er afscheid van moeten nemen. En van afscheid nemen houden we over het algemeen niet. We willen houden wat we hebben en er mag hoogstens wat bij. Dat lijkt misschien hebberig maar het betekent ook iets. Onze hekel aan krimp en onze wens te groeien betekent dat we ons hechten en dat zaken er voor ons toe doen. (…) Krimp is afscheid en afscheid doet pijn. Toch is die pijn ook mooi, omdat die laat zien dat we om zaken geven.”
Krimp en pijn dus. Tegelijkertijd hebben we met de manier waarop we in hoog tempo de reorganisatieopdracht hebben vormgegeven, laten zien dat we moeilijke vraagstukken onder druk tot een goed einde kunnen brengen. Hoewel het veel van onze krachten vergde, wat naar voren kwam in een hoog ziekteverzuimcijfer en veel wisselingen op de groep. Regelmatig voelden we ons als de deelnemers in de vroegere spelshows van presentator Ted de Braak. Deze deelnemers stonden voor de opdracht om zoveel mogelijk stokjes op te vangen die onverwachts naar beneden vielen. De vreugde om het vangen van de ene, wordt teniet gedaan door de teleurstelling om het moeten laten gaan van de andere.
(uit: Column filosoof Bas Haring in De Volkskrant)
2011 was een jaar van krimp voor JJI Den Hey-Acker. Dat is wennen als je altijd bent gegroeid, zowel qua doelgroepen als qua dienstenaanbod. De kentering zette zich in 2010 in met onder andere het verdwijnen van de opvang van meisjes in onze inrichting. In januari 2011 stopten we onze activiteiten op onze locatie De Leij in Vught, later volgde de sluiting van BBI De Vliet in Breda. Valt JJI Den Hey-Acker ten prooi aan haar eigen succes? Daalt de jeugdcriminaliteit daadwerkelijk? Zo duidelijk zijn gevolg en oorzaak niet aanwijsbaar. 2011 was voor onze organisatie en medewerkers
Door de manier waarop we de reorganisatie hebben vormgegeven, met onder andere de vroegtijdige inzet van een eigen mobiliteitsbureau en door de constructieve samenwerking met de OR (die vlot akkoord ging met het O&F rapport), heeft gezorgd dat veel medewerkers zelf het heft in handen namen. Zij zochten naar ander werk en vonden dat ook. Door de wisselingen op de groepen, nam de druk op de organisatie toe. Negatieve publiciteit rondom enkele incidenten deed Jaarverslag 2011 3
de onrust verder toenemen. Helaas moesten we eind 2011 nog eens van 36 collega´s gedwongen afscheid nemen. Deze organisatorische ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat we in 2011 vooral intern gericht waren. Desondanks zijn we een instelling met een laag veiligheidsrisico gebleven en zijn we er in geslaagd om de opgebouwde samenwerking met ketenpartners in stand te houden. We behaalden in 2011 bovendien de HKZ certificering als kroon op de invoering van een kwaliteitszorgsysteem en werkten mee aan de implementatie van landelijke visies in de eigen inrichting, zoals de basismethodiek YOUTURN, ouderparticipatie en de visie op seksualiteit. Bovenal hebben we vertrouwen gehouden in onze aanpak, mede doordat we een aantal bijzondere producten in huis hebben: ITA (Individuele Traject Afdeling), ESP (jongeren met ernstige seksuele problematiek) en geestelijke verzorging. Daarom kiezen we er voor om dit jaarverslag 2011 op te bouwen rondom deze drie heel verschillende vormen van aanbod. JJI Den Hey-Acker heeft de methodieken voor ESP en ITA (groepen met een landelijke bestemming) zelf mede ontwikkeld. Deze interventies bewerkstelligen dat de jongeren zich zo gaan gedragen dat zij binnen de maatschappelijk aanvaardbare kaders blijven. Ook beschrijven we in dit jaarverslag de activiteiten op het gebied van geestelijke verzorging. De drie onderdelen maken de werkelijkheid niet 4 Jaarverslag 2011
rooskleuriger. Ze laten wel zien dat bij JJI Den Hey-Acker mensen met hart en ziel werken aan de missie van deze inrichting: “Borg staan voor de veilige tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. En binnen de strafrechts- en jeugdzorgketen een wezenlijke bijdrage leveren aan het vergroten van kansen voor jeugdigen op een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan.” Hebt u naar aanleiding van dit publieke jaarverslag vragen, neemt u dan gerust contact op door een mail te sturen naar
[email protected]. Jaap van der Geest, Directie JJI Den Hey-Acker
Kengetallen publiek jaarverslag 2011 Geleverde producten
Bezettingsgraad
Productdifferentiaties: Formele capaciteitsplaatsen Normaal beveiligd kort verblijf / jongens 50 Normaal beveiligd lang verblijf / jongens 16 Beperkt beveiligd kort verblijf / jongens 10 Beperkt beveiligd lang verblijf / jongens 8 Normaal beveiligd Individuele Trajectafdeling (ITA) / jongens 8 Normaal beveiligd ernstig seksuele problematiek (ESP) / jongens 24 Totaal 116
Aantal bezette plaatsen als percentage van de bruikbare capaciteit 2011 2010 2009 NBI kort 71.9% 42.89% 70.80% NBI lang - Regulier 87.5% - ITA 62.5% - ESP 65.6% 53.13% 65.77% BBI kort 0 34.74% nvt BBI lang 0 46.59% 45.78% Totaal 70.9% 47.49% 67.62%
Onttrekkingen
Ontvluchtingen
Aantal weggelopen jongeren of verlofsituatie NBI kort 4 NBI lang 15 BBI kort 1 BBI lang 2
Ontvluchtingen uit gesloten gebouw / terrein NBI kort 1 NBI lang 3 BBI kort 0 BBI lang 0
Arbeidsverzuim
Personeel /m-v verhouding
excl zwangerschapsverlof
Totaal verzuim
10,3%
per 31 december 2011 M V
Onherroepelijk afgehandelde klachten
Financiën
ingediend door jongeren Niet-ontvankelijk 14 Ongegrond 21 Gegrond 6 Ingetrokken 80 totaal 130
Inkomsten Kosten Resultaat
62% 38 %
Bijdragen HK ESF
€ 28.593.538 € 633.996 € 29.227.534 Personeel € 18.490.309 Materieel € 8.525.273 Onderbezettingskorting € 1.476.516 € 28.492.098 € 735.436 Jaarverslag 2011 5
ITA Individuele Traject Afdeling in 2011 “ITA stopt de carrousel”
ITA stopt de carrousel In Nederland zijn slechts twee ITA-afdelingen, één in Zutphen en één in Breda. De afdelingen ontstonden als oplossing voor de zogenaamde carrouseljongeren. Doel was om te voorkomen dat deze jongeren rond blijven draaien in de forensische hulpverlening. ITA stopt de carrousel; bij ITA blijf je, ongeacht je gedrag. Den Hey-Acker startte in 2009 met de ITA-afdeling. In 2011 was binnen Den Hey-Acker één ITA-groep met een capaciteit voor zes jongeren. Voor de begeleiding van deze afdeling is 13,5 fte beschikbaar. Belangrijkste kenmerken van de ITA-werkwijze zijn de individuele aanpak en de omgang met conflicten. Oplossingen worden altijd buiten het conflictmoment gezocht; eerst de-escaleren, dan pas sanctioneren. ITA-jongeren De jongeren die bij ITA terechtkomen, zijn tussen de 18 en 26 jaar oud; vanwege hun impulsieve aard en gedrag is een reguliere groep voor hen niet geschikt. Deze jongeren wisselen snel van emotie, wat hen onberekenbaar maakt. Het ene moment uiterst charmant, het volgende moment explosief agressief, wat de omgang bemoeilijkt. Aan hun verblijf in Den Hey-Acker gaan vaak jarenlange hulpverlenings- of justitietrajecten vooraf. Eigenlijk zijn deze voortdurend afgewezen jongeren, met verharde problematiek, moeilijk in een systeem te behandelen; zij houden zich moeilijk aan afspraken en gaan niet mee in systemen. Per definitie niet. 6 Jaarverslag 2011
Naast de reguliere groepen voor kort- en langverblijf, heeft Den Hey-Acker bijzondere producten met een landelijke bestemming in huis: twee ESP-groepen (voor jongeren met ernstige seksuele problematiek) en een ITA-groep. Edwin Schilders (afdelingshoofd ITA) en Linda van Kaam (behandelcoördinator ITA) geven aan hoe ITA zich in 2011 verder heeft ontwikkeld, ondanks dat de aanpak door de reorganisatie onder druk stond.
Beeldvorming De buitenwereld ziet deze jongeren als verharde criminelen zonder gevoel. Tuig. Medewerkers van ITA zien dat deze jongeren ook een andere kant hebben, waar plaats is voor emotie, bijvoorbeeld angst. Door het feit dat de medewerkers beide kanten van de jongeren (h)erkennen, is het voor medewerkers balanceren tussen de verschillen in beeldvorming. De jongeren van deze afdeling kunnen rekenen op weinig begrip, zowel buiten als binnen de organisatie. Toch hebben de afgelopen drie jaar, en ook in 2011 was dat het geval, aangetoond dat de individuele ITA-aanpak werkt. Linda van Kaam: “Door onze ervaringen van de afgelopen drie jaar hebben we de ´arrogantie´ opgebouwd om vast te durven houden aan onze werkwijze. Er is meer overtuiging in wat we goed doen en dat we dat goed doen.” Aanpak ITA Het dagprogramma voor deze jongens is beperkt; zij verblijven achttien uur per etmaal op hun kamer en mogen zes uur van hun kamer af. Edwin: “Een standaard programma is er niet; we gaan uit van de problematiek en niet van de beheersmatigheid. Dat vraagt van medewerkers om continu persoonlijke inschattingen te maken. Naast een deel onderwijs en studie, zijn alle therapieën mogelijk, zoals muziektherapie, beeldende vorming en schematherapie. In 2011 werd muziektherapie het meest toegepast. Jongeren willen
Edwin Schilders: “We gaan uit van de problematiek en niet van de beheersmatigheid”
wel aan deze vorm meewerken omdat zij het niet als therapie ervaren. Terwijl, als zij bijvoorbeeld een rap maken, toch zichzelf laten zien en emoties delen.”
mis gaat, is het heftig; dat maakt het lastig om de successen met anderen binnen en buiten Den Hey-Acker te delen. En die successen zijn er in 2011 zeker (zie casus) geweest.”
Linda van Kaam: “Vanuit een coachende houding werken we aan het aanpassen van hun gedrag naar wat maatschappelijk verantwoord en aanvaardbaar is. We staan niet boven hen, maar naast hen. We spreken hen aan op hun volwassenheid, hun onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Uitgangspunt bij alles wat we doen is: je blijft hier en wordt niet afgewezen. Dat vooruitzicht werkt aanvankelijk verwarrend, en soms zelfs schokkend, zeker bij jongens die gewend zijn om in de isoleercel te moeten als ze boos worden. We wachten tot de boosheid over is, laten de jongere uitstomen en gaan dan in gesprek. Een menselijke benadering is belangrijk: je moet het menen – authentiek en eerlijk zijn, vanuit je hart het beste met hen voor hebben – anders val je door de mand. Met een beheersmatige aanpak bereik je bij deze jongens het tegenovergestelde.”
Succes Doelstelling van ITA is de opvang van deze jongeren en enige vorm van maatschappelijk aanvaardbaar ´goed komen´. Succes is relatief en betekent bij ITA onder andere: je aan een afspraak kunnen houden, je woede niet uiten op mensen, het kunnen zeggen als de spanning oploopt en daarmee voorkomen dat je heel boos wordt. Succes is ook dat na ITA de recidivekans onder controle is en dat meer schade in de maatschappij wordt verkomen.
Edwin: “De kracht van de aanpak wordt gevormd door de mensen; een hecht en loyaal team. De reorganisatie in 2011 legde druk op ons team. We kregen te maken met onderbezetting en waren binnen Den Hey-Acker de enige afdeling met vacatures. Toch is iedereen zich blijven inzetten. Ook in 2011 hadden we de minste alarmen van alle groepen, maar als het
Verder bouwen aan succes ITA in 2012 Het succes zou volgens Edwin en Linda nog groter kunnen zijn als het dagprogramma een meer arbeidsgerichte invulling krijgt en als zij de ingezette behandeling ambulant kunnen voortzetten als de jongeren de ITA-afdeling bij Den Hey-Acker verlaten. Linda: “Aan het eind van de behandeling hebben we bijna bereikt dat de verandering bij de jongere van binnenuit komt, een intrinsieke verandering. Het zou mooi zijn als je hen met een ambulant traject, in samenwerking met Reclassering, nog verder kunt helpen en zo kunt voorkomen dat zij opnieuw verstrikt raken bij het verder regelen van hun leven, met alle gevolgen van dien.” Jaarverslag 2011 7
Succesvolle uitstroom bij ITA
Linda van Kaam: “We durven vast te houden aan onze werkwijze”
Succes bij de uitstroom van ITA-jongeren is dat zij zich maatschappelijk aanvaardbaar weten te gedragen. Bij een van de jongeren die in 2011 naar de ITA-groep kwam, na een eerder verblijf in andere inrichtingen, leek aanvankelijk niets mogelijk. Door een intensieve samenwerking tussen JJI Den Hey-Acker, de jongere zelf en het Ministerie van Veiligheid en Justitie is deze jongere begin 2012 met goed gevolg vertrokken. Linda van Kaam: “Hij heeft laten zien dat hij in staat was om zich aan afspraken - die onmogelijk leken - te houden. Het was een ingewikkeld maar waterdicht plan, met goede uitleg hebben we het Ministerie en de Rechtbank weten te overtuigen dat deze jongen het aan zou kunnen. Vasthoudendheid heeft ervoor gezorgd dat het tot een succesvol proefverlof is gekomen. Maurice, de jongere om wie het gaat, heeft de draai weten te maken en heeft laten zien dat hij tot gedragsaanpassingen in staat is. Twee weken na het ingaan van zijn proefverlof stond hij aan de poort. Met taart en een bos bloemen. Dat maak je niet vaak mee.”
“Als ze hier iets zeggen, dan doen ze het ook” Maurice (21) over ITA bij Den Hey-Acker
8 Jaarverslag 2011
“Tuurlijk wil ik meewerken aan een interview” zegt Maurice (21 jaar). “Ze hebben me hier goed geholpen, waardoor ik nu vrij ben.” Maurice verbleef tien maanden bij JJI Den HeyAcker. Sinds begin 2012 is hij drie maanden met proefverlof, waar hij zelf op heeft aangestuurd. Voor het gesprek komt hij terug naar Den Hey-Acker. Den Hey-Acker is niet de eerste inrichting waar Maurice ervaring mee heeft. Juist daardoor kan hij zijn verblijf bij Den Hey-Acker vergelijken met andere instellingen. “De mensen die hier werken, werken met hun hart. Voor bijna iedereen geldt dat. Ze zijn eerlijk. Als ze hier iets zeggen, dan doen ze het ook. Daardoor weet je waar je aan toe bent. Hier ben ik ook boos geweest; wilde regelmatig de muren eruit rammen, raakte opgefokt. Maar als ik dan boos werd, gebeurde er niets, helemaal niets. Terwijl ik gewend was dat er dan dertig man op mij afsprong. Hier bleef iedereen rustig. Ze komen met je praten en doen niet kinderachtig. Ik ben rustiger geworden, veel rustiger dan toen ik hier kwam. Dat is de oorzaak dat ik nu vrij ben. Dat zal ik niet vergeten. ´Maurice, binnen een jaar ben je hier weg´ zeiden ze. Dat klopt nog ook.”
Maurice: “Ik ben rustiger geworden, veel rustiger dan toen ik hier kwam”
“Het wil niet zeggen dat altijd alles leuk was. Het is een inrichting, je vrijheid is beperkt. Daar valt weinig aan te veranderen. Vaak is het saai. Zeker als je met weinig mensen op de groep bent. Bij ITA ben je met nooit meer dan drie jongens samen. ´s Morgens en ´s middags volg je onderwijs. Verder deed ik veel aan fitness. Basketballen op de luchtplaats en muziek maken bij muziektherapie. Soms koken op de groep. De mensen hier, de begeleiders, coaches en mijn mentor, hebben mij er doorheen geholpen. Daarom stond ik hier na twee weken ook met taart en bloemen aan de poort.” Aan het proefverlof van Maurice gingen zo´n dertig keer begeleid en onbegeleid verlof vooraf in slechts vier maanden tijd. “De jaren hiervoor heb ik nooit verlof gehad, zodoende dat het zo is geregeld. Eerst een paar uur met twee begeleiders. Later werd het tien uur, met een begeleider en een enkelband. Het is opgebouwd tot onbegeleid verlof, met alleen nog die enkelband zodat ze me overal kunnen volgen. Ik zorgde er steeds voor dat ik een uur voor tijd terug was. Er hing veel voor mij vanaf; daarom heb ik laten zien dat ik me aan alle voorwaarden kan houden. Ik wil vrij zijn.” Zijn ogen beginnen te glinsteren, een lach: “Ik heb nu een hond. Dat wilde ik als ik vrij kwam. Een Stafford, een albino. Een eerlijke lieve hond, met paspoort en al. Nu loop ik met twee paspoorten op zak! Ze is lief en zo grappig. Omdat ze
doof is geboren, hoort ze mij niet als ik binnenkom. Dan geef ik haar een aai en zeg ´ik ben thuis´ als ik terugkom van mijn werk. Het opknappen van caravans is zwaar werk, maar dat is niet erg. Ik krijg nog steeds begeleiding van Den Hey-Acker. Daar heb ik zelf omgevraagd. Als je lang vast heb gezeten, weet je niet meer hoe het er buiten aan toe gaat. Ze hebben me vanuit ITA bijvoorbeeld geholpen met het aanvragen van een DigiD en verzekeringen en zo. Een van de groepsleiders heeft twee keer per week contact met me; we sporten en drinken een bak koffie. Ook helpt hij mij bijvoorbeeld met de computer. Eerst kon ik ´m alleen aan- en uitzetten en muziek luisteren. Nu kan ik al meer. Ik spaar voor mijn rijbewijs en ga proberen mijn theorie te halen. Ik ben hier goed weggegaan. Als de PIJ-maatregel voorbij is, ga ik verder aan mijn toekomst werken. Nog een tijdje begeleiding zou ik fijn vinden om alles goed geregeld te krijgen.” Maurice heeft gezegd wat hij kwijt wilde. Dan laat hij een tatoeage zien, die niet direct zichtbaar is. ´Pardon a moi´ staat er. ´Vergeef mij´. Hij kijkt vervolgens naar een van zijn andere tatoeages, een klavertje vier. Hij hoopt dat die tijdens de zitting geluk brengt zodat hij definitief verder kan werken aan zijn toekomst.
Jaarverslag 2011 9
ESP (voor jongeren met ernstige seksuele problematiek) in 2011
De afdeling ESP (voor jongeren met een ernstige seksuele problematiek) is een landelijke bestemming. Den Hey-Acker en Avenier, locatie Harreveld, bieden als enige inrichtingen in Nederland deze specialistische behandeling aan. In 2011 zag Den Hey-Acker het aantal aanmeldingen voor ESP afnemen. Of deze afname betekent dat het aantal jonge zedendelinquenten in Nederland afneemt, is niet bekend. Twee typen zedendelinquenten Eerder wetenschappelijk onderzoek van professor Jan Hendriks laat zien dat er twee type daders zijn, die zedendelicten plegen: jongeren met een seksueel probleem en jongeren met een gewetensprobleem. Bij Den Hey-Acker verblijven op de ESP-groepen jongeren met een seksueel probleem, niet gewetenloos en bereid tot medewerking. Wetenschappelijk onderzoek 2011 Corinne Peeters (GZ-psycholoog), psychologisch staflid bij Den Hey-Acker, was als behandelcoördinator vanaf de start van de ESP-groepen eind 2007 aan de groepen verbonden. In 2011 gaf Den Hey-Acker haar de ruimte om wetenschappelijk onderzoek te doen vanwege haar studie klinische psychologie. Werktitel van het onderzoek is: ´Gezinnen van jeugdige zedendelinquenten, complex?´. Het is het eerste wetenschappelijk onderzoek naar deze categorie jongeren 10 Jaarverslag 2010
in Nederland, dat ook de gezinnen van de jongeren erbij betrekt. Aanvankelijk benaderde Corinne zowel beide type zedendelinquenten bij alle jji´s in Nederland; zo´n 800 jongeren werden voor het onderzoek gescreend. Opvallend is dat de jongeren met gewetensproblemen die een zedendelict hebben gepleegd (en dus niet op een ESP-groep zitten), veeal niet aan het onderzoek wilden meewerken. De jongeren met een seksueel probleem waren wel bereidwillig, evenals hun ouders, nagenoeg bijna allemaal met de Nederlandse nationaliteit. Aan het onderzoek werkten zowel jongeren van de ESPgroepen bij Den Hey-Acker mee als van Avenier, locatie Harreveld. Uiteindelijk zijn er zo´n dertig gezinnen bij het onderzoek betrokken. Onderdeel van het onderzoek vormde een digitale vragenlijst, met vragen over de structuur van het gezin, de omgang met conflicten en de seksuele opvoeding. Corinne Peeters: “Doel van het onderzoek, is tweeledig. We willen onze behandeling nog beter kunnen afstemmen op deze doelgroep en hun ouders. Daarnaast is het tevens een verantwoording naar de maatschappij. Er gaat immers veel geld naar forensische behandelingen. De vraag is of wat wij doen voldoende resultaat oplevert en hoe we dat wat we
Nieuwe voorlopige erkenning Out of the Circle Out of the Circle is een therapievorm die door Avenier, locatie Harreveld, in samenwerking met De Waag en JJI Den Hey-Acker is ontwikkeld voor de behandeling van jongeren met ESP. In enkele jaren is deze therapie uitgegroeid tot de kern van de interventie. In deze therapie, die zowel individueel als in groepsverband kan worden toegepast, wordt naar het ontstaan van het delict gekeken. Bovendien leert de jongere risicomomenten herkennen, waardoor hij tijdig ´uit de cirkel´ kan stappen en niet in herhaling valt. ´Out of the Circle´ laat de jongere zien dat het delict niet uit de lucht is komen vallen. De herkenning van de risicomomenten geeft houvast. In 2011 is Out of the Circle opnieuw voorlopig erkend voor drie jaar. De behandelinterventie is gedetailleerd omschreven en theoretisch onderbouwd, met ondersteuning van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). Om definitief te worden erkend, moet het wetenschappelijk bewijs worden geleverd dat de interventie goed werkt (ofwel dat de recidivecijfers laag zijn). Corinne Peeters: “Om volledig erkend te worden, is wetenschappelijk bewijs vereist. Omdat het landelijk gaat om een relatief kleine groep daders, met (gelukkig) een laag recidivepercentage (zo´n 10%, wat uiteraard lager moet, streven is 0%) duurt het jaren voordat je voldoende wetenschappelijk bewijs kunt verzamelen. Mogelijk is de voorlopige erkenning vooralsnog het hoogst haalbare.”
doen nog beter kunnen doen. Den Hey-Acker gaf, ondanks de reorganisatie, mij de ruimte om tijd te investeren in het onderzoek. Zonder de inzet van mijn collega´s had ik de uitvoering echter nooit voor elkaar gekregen; groepsleider Michel Oomen benaderde de ouders en jongeren, terwijl John Scheening voor de logistiek en administratie rondom de dataverzameling zorgde.”
van de interventie ESP in de toekomst verder te borgen.
Jongeren en ouders die meewerkten aan het onderzoek, werden hiervoor beloond met – naar keuze - een extra bezoekmoment of geld. Overigens waren deze beloningen ook voorgelegd aan de jongeren met gewetensproblemen; die beloningen haalden hen echter niet over de streep om mee te doen. In contact met samenwerkingspartners, zoals het GGZ, merkt Corinne interesse in het onderzoeksonderwerp. “We lopen bij de hulpverlening aan deze groep en hun ouders aan tegen dezelfde moeilijkheden; namelijk dat ondanks de bereidheid van jongeren en ouders om mee te werken de hulpverlening stroef verloopt.” Zowel binnen als buiten Den Hey-Acker wordt daarom uitgekeken naar de statistische analyses van het onderzoek. Met behulp van het statische programma SPSS worden de verzamelde data in 2012 geanalyseerd. Hoogstwaarschijnlijk bieden de wetenschappelijke resultaten extra aanknopingspunten om de opgebouwde kwaliteit Jaarverslag 2011 11
Geestelijke verzorging bij Den Hey-Acker in 2011 Arie van Boekel en Mustafa Uysal: “Veel moet, dit mag”
In 2011 gaven imam Mustafa Uysal en katholiek pastor Arie van Boekel samen met een groep vrijwilligers invulling aan de geestelijke verzorging binnen Den Hey-Acker, in de vorm van gebedsdiensten, gespreksgroepen en individuele gesprekken. Arie: “2011 was een jaar van afstemmen, waarbij de imam mij binnen Den Hey-Acker Breda de weg heeft gewezen, toen ik in vanuit Vught naar Breda kwam. We doen het samen; als vrienden. Zo kunnen we de jongens laten zien dat verschillende manieren van geloofsbeleving goed naast elkaar kunnen bestaan. Wat mij motiveert en treft, steeds weer, is de levenswil van de jongens. Zij zijn sterk in overleven; zonder uitzondering geven ze niet op en zoeken naar wegen om er iets van te maken.” Wel in Den Hey-Acker, maar niet van Den Hey-Acker. Dat kenmerkt de bijzondere positie van geestelijke verzorging binnen de jji. In het systeem, maar er geen onderdeel van zijn. Jongeren kiezen zelf om van de geestelijke verzorging gebruik te maken. Arie van Boekel: “Veel moet, maar dit mag.” De georganiseerde kerkdiensten (eens in de drie weken op zondag) worden goed bezocht. De inzet van een groep van zeven trouwe vrijwilligers maakt de vieringen mogelijk. Naast het samen bidden en het lezen van bijvoorbeeld gedichten, geeft een koor, combo of rapper invulling aan de kerkdienst. Arie van Boekel: “De liederen geven troost, hoop en vertrouwen. Ook het samen bidden – recht uit het hart - biedt houvast aan de jongens die in grote moeilijkheden zitten. Dat is wat ik merk en ook van hen hoor. Het begint met genade; je mag er zijn en de geloofsgemeenschap wil er voor jou zijn, daar hoef je niets voor te doen. Overigens ook niet-gelovigen vinden hier iets. Terwijl de islamitische jongens zich thuis voelen bij de gebeden die Mustafa samen met hen doet, voor of na afloop van een gespreksgroep in de stilteruimte.” 12 Jaarverslag 2011
Net als iedere andere justitiële inrichting in Nederland heeft Den Hey-Acker geestelijke verzorging in huis. Voor iedere jongere binnen Den Hey-Acker is deze geestelijke verzorging toegankelijk en beschikbaar. De vrijheid om het geloof (samen) te beleven, is immers net als de vrijheid van meningsuiting een grondrecht.
Bij het vieren van religieuze hoogtijdagen als het Suikerfeest en Kerst zijn ook ouders bij de vieringen betrokken. Arie van Boekel: “Ouderparticipatie heeft onze aandacht. Samenwerking is essentieel. Daarom zijn we blij met de medewerking die we vanuit Den Hey-Acker krijgen. Zo is het met bijvoorbeeld de Ramadan zo georganiseerd dat de jongens die hieraan meedoen, hun eten na zonsondergang krijgen. Geestelijke verzorging is binnen Den Hey-Acker goed geregeld.” Naast de vieringen en gebedsdiensten, bestaat de geestelijke verzorging binnen Den Hey-Acker uit gespreksgroepen en individuele gesprekken. Alle tien de groepen krijgen eens in de drie weken bezoek van de imam of pastor. Wie wil, kan dan meedoen aan een gespreksgroep. Arie van Boekel: “Ook hier gaat het om samenwerken. Want de activiteiten vinden plaats in onderwijstijd. Het is fijn dat we zo veel medewerking krijgen van de medewerkers op de groep. Zij signaleren wie het hardst een individueel gesprek nodig heeft. Ook medewerkers van andere disciplines werken mee, bijvoorbeeld de medewerkers van de technische dienst, die in 2011 regelden dat we in onze stilteruimte gedimde tl-buizen kregen. Alleen stel je niets voor, we doen het samen.” Met de structuur voor geestelijke verzorging die de geestelijk verzorgers in 2011 hebben neergezet, gaan zij in 2012 verder. De wens om een groter stiltecentrum binnen JJI Den Hey-Acker te realiseren, blijft overeind. De huidige stilteruimte biedt plaats aan maximaal tien jongens, en is daarmee te krap voor de kerkdiensten.
Tarik en Jaydon vertellen over hun ervaringen met de geestelijke verzorging “De buitenwereld ziet mij als een crimineel, maar hier ben ik gewoon Tarik.”
Tarik en Jaydon, allebei zeventien, zitten in kortverblijfgroep 8. Bij de start van hun kortverblijf, kregen ze bezoek van de geestelijke verzorger. Bij Jaydon gebeurde dat zelfs al op de eerste dag. In een lunchpauze vertellen ze in de kleine maar sfeervolle stilteruimte wat geestelijke verzorging binnen Den Hey-Acker voor hen betekent. Zij hebben weinig aanmoediging nodig om hun verhaal te doen; de woorden buitelen als vanzelf uit hun mond. Jaydon: “Ik ben hier twee maanden. Arie kwam op de eerste dag langs om kennis te maken. Eindelijk zei iemand echt iets tegen me. Dat vond ik fijn. De dagen ervoor in de cel (politiebureau red.) zei niemand iets. Ik wist niet waar ik heen ging en hoe lang ik moest blijven, wist niet waar ik aan toe was. En dan kom je hier en praat iemand met je die je meteen verder helpt! Arie is iemand die naar je luistert, praat en vertrouwen geeft.” Tarik: “Hij is heel vriendelijk; een lieve man die altijd voor je klaar staat. Hij heeft het beste met je voor. Daarom doe ik bijna iedere keer mee aan de gespreksgroep en ga ik naar de kerkdienst. Door Arie heb ik leren bidden en ben ik gaan nadenken. Hij laat je in jezelf kijken. De buitenwereld ziet mij als een crimineel, maar hier ben ik gewoon Tarik. Ik vergeet alles om me heen en voel me fijn. Nog nooit heeft iemand op zo´n manier tegen mij gesproken, zoals Arie doet.” Jaydon: “Het is jammer voor de jongens die na ons komen dat hij over een tijd met pensioen gaat. Hij probeert altijd oplossingen te vinden en met je naar een antwoord te zoeken; hij blijft positief. Het fijnste vind ik als hij bij ons op de groep komt en een boterham mee-eet. Dan is het meteen anders op de groep. Rustiger, gezelliger. Ook samen een kaars aansteken, vind ik fijn; dan merk je dat iemand iets voor je over heeft. Hopelijk is daar straks
nog tijd voor. Over enkele dagen moet ik voorkomen; ik wil bidden voor een nieuwe kans en een goed besluit, ik heb de hoop dat ik vrijgelaten word.” Tarik: “Ik ga altijd naar de viering; het is een soort kerk maar je praat ook met elkaar. Er is mooie muziek en Arie leest voor uit de Bijbel. Iedereen is er gelijk. Zelfs de grootste jongens zie je klein worden. Dan blijkt, wij hebben ook gevoel.” Jaydon: “Hiervoor was ik nog nooit naar de kerk geweest, maar hier dus wel. In de kortverblijfgroep is het een komen en gaan, alles verandert steeds, maar dit is een vast punt.” Samen een kaarsje branden Na afloop van het gesprek is er nog tijd voor Tarik en Jaydon om in de stilteruimte - met afbeeldingen en gedichten aan de muur, zacht tapijt op de vloer, gedempt licht - samen met Arie van Boekel een kaars op te steken. De kaars waarmee de andere kaarsen worden aangestoken geven ze aan elkaar door. Als interviewer word ik bij dit moment betrokken. In een kleine kring staan we om de brandende kaarsen heen. Arie heeft voor ieder een woord en na een moment stilte bidt hij voor ieder. Daarna geven we elkaar een hand en kijken we elkaar aan. Vervolgens worden de jongens opgehaald om terug te gaan naar de groep. Wat zouden Tarik en Jaydon van dit moment meenemen naar de groep? Arie van Boekel geeft aan dat in 2011 de groepsleiding regelmatig liet weten dat jongens na de geestelijke verzorging rustiger zijn. Het is volgens hem echter de kwalitatieve aanpak en het blijvend enthousiasme van de groepsleiding die de basis voor de behandelingen vormt. Jaarverslag 2011 13
Vooruitblik 2012
Afronden reorganisatie, nieuwe organisatie De reorganisatie die we in 2011 hebben ingezet, ronden we begin 2012 af. Met een kleinere compactere organisatie bieden we dezelfde kwaliteit. Dat is haalbaar door dingen nog slimmer en handiger te doen. De nieuwe organisatie zal een andere informatie- en communicatiestructuur kennen, waarbij nieuw strategisch beleid steeds vooraf wordt getoetst op operationele haalbaarheid. Aandacht voor pedagogisch programma We houden vertrouwen in onze producten en behandelingen; anders hadden we immers geen landelijke bestemmingen zoals ITA en ESP in huis. De programma´s zijn goed geëvolueerd. Toch is onze invalshoek: het kan altijd beter. We zijn niet snel tevreden. Mede door de aanstelling van een pedagogisch directeur willen we ons pedagogisch programma beter uit de verf laten komen. We zullen de pedagogisch directeur delen met JJI De Hunnerberg. In 2012 zullen we onze pedagogische visie verder verfijnen, door een richtinggevend visiedocument uit te brengen, dat we samen met onze medewerkers maken. Daartoe organiseren we brede deskundigheidsdagen. Het visiedocument geeft richting en houvast bij ons dagelijks handelen.
14 Jaarverslag 2011
Breder toegankelijk maken effectieve interventies, op naar ambulante begeleiding De stabiele relatie die we de afgelopen jaren met ketenpartners hebben opgebouwd – en die ondanks onze reorganisatie in 2011 intact is gebleven – bouwen we verder uit door wederzijdse werkbezoeken en het onderhouden van contact. We zijn wederzijds afhankelijk van elkaar. In 2012 werken we toe naar een doorlopende lijn van behandeling. We streven naar een gecombineerde behandeling voor en na het verblijf bij JJI Den Hey-Acker door ambulante begeleiding aan ons programma toe te voegen. Daarbij zullen we effectieve interventies breder toegankelijk maken. Focus en samenwerking In 2012 focussen we met vertrouwen op bestaande, haalbare ambities en bouwen verder aan de nieuwe organisatie. Wat ons betreft, in nauwe samenwerking met partners in de strafrecht- en jeugdzorgketen.
Jaap van der Geest Directie JJI Den Hey-Acker Juni 2012
Colofon
Deze publicatie is een uitgave van: JJI Den Hey-Acker Teksten | Tekstbureau Hennie van de Kar-Vervooren Vormgeving | Osage / communicatie en ontwerp Fotografie | Erik Teubner Fotografie Breda DTP en Druk | Oomen Offset Breda Reageren? Mail naar
[email protected]. De namen van jongeren zijn vanwege privacyredenen gefingeerd.
Jaarverslag 2011 15
Contactgegevens JJI Den Hey-Acker Galderseweg 7, 4836 AB BREDA Postbus 4737,4803 ES BREDA 088 07 18200 www.dji.nl/denheyacker