Jaarverslag Betrokken Professioneel Vernieuwend. Maart 2014

Jaarverslag 2013

Betrokken

Professioneel

Vernieuwend

Oosteinde 17, 3842 DR Harderwijk

Maart 2014 Jaarverslag 2013

Tel. 0341 466370, Fax 0341 423 684 [email protected] www.stichtingproo.nl

Inhoudsopgave Jaarverslag Stichting Proo 2013 1.1 Samenvatting .................................................................................................................. 2 1.2 Verantwoording ............................................................................................................... 3 2. Bestuur en Organisatie ......................................................................................................... 4 2.1 Bestuur ............................................................................................................................ 4 2.2 Strategisch beleidsplan 2013-2018 .................................................................................. 4 2.3 Management & Bestuurskantoor ..................................................................................... 8 2.4 (Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad (G)MR.................................................. 8 2.5 Organisatie- en communicatie ......................................................................................... 9 3. Onderwijs............................................................................................................................. 10 3.1 Wezenskenmerken openbaar onderwijs ........................................................................ 10 3.2 Instandhouding .............................................................................................................. 11 3.3 Het scholenbestand en voorzieningen ........................................................................... 11 3.4 Het leerlingenbestand .................................................................................................... 11 3.5 Deelnamepercentage openbaar onderwijs..................................................................... 12 3.6 Profilering ...................................................................................................................... 12 3.7 Lokale educatieve agenda (LEA) ................................................................................... 14 3.8 Kenniscentrum .............................................................................................................. 14 4. Kwaliteit ............................................................................................................................... 15 4.1 Kwaliteitszorgbeleid ....................................................................................................... 15 4.2 Klachtenregeling ............................................................................................................ 15 4.3 Inspectie ........................................................................................................................ 15 4.4 Opbrengsten.................................................................................................................. 16 4.5 ICT ................................................................................................................................ 17 4.6 Weer Samen Naar School (WSNS) en Passend onderwijs ............................................ 18 5. Personeel en HRM. .............................................................................................................. 20 5.1 Personeel en Organisatie. ............................................................................................. 20 5.2 Professionalisering en prestatiebox ............................................................................... 20 5.3 Functiemix. .................................................................................................................... 21 5.4 Formatie. ....................................................................................................................... 22 5.5 Het personeelsbestand. ................................................................................................. 22 5.6 Sociaal Plan en reorganisatieplan. ................................................................................ 23 5.7 BAPO-gebruik. .............................................................................................................. 24 5.8 Mobiliteit. ....................................................................................................................... 24 5.9 Verzuim. ........................................................................................................................ 24 5.10 Informatievoorziening en overleg. .................................................................................. 25 6 Huisvesting en facilitaire zaken ......................................................................................... 26 6.1 Aanvragen, afhandeling en planning voor het verslagjaar 2013. .................................... 26 6.2 Nieuwbouw en renovatie ............................................................................................... 26 6.3 Risico- Inventarisatie en evaluatie (RI-en E). ................................................................. 26 6.4 Facilitaire zaken............................................................................................................. 26 6.5 Doordecentralisatie onderwijshuisvesting ...................................................................... 26 7 Financiën ............................................................................................................................. 28 7.1 Inleiding ......................................................................................................................... 28 7.2 Financiële situatie per 31 december 2013 ..................................................................... 28 7.3 Financiële gang van zaken gedurende het verslagjaar .................................................. 30 7.4 Investeringen ................................................................................................................. 32 7.5 Financiële beleid............................................................................................................ 32 8 Continuïteitsparagraaf ........................................................................................................ 34 8.1 Gegevensset ................................................................................................................. 34 8.2 Overige rapportages ...................................................................................................... 36 Lijst met afkortingen ................................................................................................................... 39 1

Stichting Proo Noord-Veluwe | Jaarverslag 2013 Betrokken

Professioneel

Vernieuwend

1. Inleiding Dit is het jaarverslag 2013 van stichting Proo (Bestuur Primair openbaar onderwijs Noord Veluwe). Proo is verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs in 8 gemeenten in de regio Noord-Veluwe. Dit betreft een zeer gevarieerd onderwijsaanbod, verdeeld over 25 scholen voor het basisonderwijs. 275 personeelsleden zijn verantwoordelijk voor het onderwijs aan ruim 2800 leerlingen. Proo dankt zijn medewerkers van harte voor hun betrokkenheid en inzet. Alleen dankzij onze medewerkers kan Proo zijn doel, kwaliteitsonderwijs bieden aan de kinderen op onze scholen, bereiken. 1.1

Samenvatting

In dit jaarverslag treft u informatie aan over het gevoerde beleid en de ontwikkelingen gedurende het kalenderjaar 2013 van de Stichting Proo Noord-Veluwe. In 2013 is een nieuw strategisch beleidsplan stichting Proo 2013-2018 vastgesteld. Een overzicht van de mate waarin de gestelde doelen van het beleidsplan zijn gerealiseerd, is opgenomen in hoofdstuk 2. In dit jaarverslag zijn naast relevante kwalitatieve en kwantitatieve gegevens ook de vergelijkende gegevens van voorgaande jaren opgenomen. In de bijlage zijn school- of stichtingspecifieke gegevens en grafieken opgenomen. De hoofdthema’s in het strategisch beleidspan zijn een solide financiële basis, het versterken van onderwijskwaliteit waaronder opbrengstgericht werken, informatietechnologie, bilinguaal onderwijs en professionalisering. Daarnaast is er veel aandacht voor de kernwaarden van de stichting zijnde: professioneel, betrokken en vernieuwend. In 2013 is er een start gemaakt met bestuurlijke vernieuwing die per 1 maart 2014 wordt gerealiseerd in de vorm van een eenhoofdig College van bestuur en een Raad van Toezicht. De acht gemeenten zijn betrokken bij de stichting Proo vanuit een coördinatiepunt. De verdere versterking van de bedrijfsvoering binnen Proo had volop de aandacht. De interne bedrijfsvoering en controle systemen zijn nu steviger verankerd. Voor 2014 is er nog aandacht voor het risicomanagement binnen de Stichting. In tegenstelling tot voorgaande jaren heeft 2013 een ruim positief exploitatieresultaat. De nieuwe directiestructuur heeft meer vorm gekregen en op het gebied van professionalisering is geïnvesteerd in onderwijskundig leiderschap van meerscholen directeuren en locatieleiders. Het personeelsbestand is per 1 augustus 2013 verminderd met 32,8 fte. (per 1 augustus 2012 met circa 14 fte ten gevolge van de reorganisatie). Er is een begin gemaakt met invoering competentiemanagement en klassenbezoeken. Het leerlingenaantal is stichtingsbreed opnieuw gedaald. Op een aantal scholen heeft een stijging plaatsgehad en in vier gemeenten is het marktaandeel gestegen. Op het gebied van onderwijs en kwaliteitsbeleid heeft 2013 vooral in het teken gestaan van opbrengstgericht werken en “De basis op orde”. Het beleid voor passend onderwijs en leerlingen met talenten heeft verder vorm gekregen. Op het gebied van ICT zijn trainingen verzorgd voor alle leerkrachten en voor het gebruik van tablets en educatieve- en andere software. De scholen van Proo staan merendeels in een krimpgebied. Dat betekent dat Proo een actief beleid heeft in het kader van de spreiding en instandhouding van haar scholen. Daarbij wordt vanuit een meerjarenperspectief gekeken naar de positie van onze scholen, de financiële houdbaarheid en de voorwaarden voor de onderwijskwaliteit. ( zie 3.4) 2


Professioneel

Vernieuwend

1.2

Verantwoording

Ministerie Vanuit het ministerie zijn voorschriften vastgesteld in de “Regeling jaarverslag primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs” waaraan een jaarverslag moet voldoen. Jaarlijks vóór 1 juli moet het verslag worden ingediend bij het ministerie. Dit jaarverslag bestaat uit: - een bestuursverslag, - een jaarrekening en - overige gegevens, waaronder de accountantsverklaring. Intern Toezicht en Coördinatiepunt De jaarlijkse procedure voor de vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening is als volgt: a) Voor 1 maart Concept jaarrekening aangeboden (door administratiekantoor en controller). b) In maart Bespreking door College van Bestuur en Raad van Toezicht c) Voor 1 april Aanbieding jaarrekening aan de coördinatiegroep van de gemeenten d) In april Bespreking in ambtelijk overleg gemeenten e) Mei/juni Zienswijze vanuit coördinatiegroep naar College van Bestuur f) Juni Goedkeuring jaarrekening en jaarverslag door Raad van Toezicht Horizontale verantwoording In het kader van de externe verantwoording wordt het jaarverslag na vaststelling door het bestuur en de GMR geplaatst op de website van de stichting: www.stichtingproo.nl In 2013 is geen samenvatting van het jaarverslag 2012 verspreid onder de medewerkers van de stichting, de medezeggenschapsraden, de ouders van de leerlingen en ander belanghebbenden maar is volstaan met een verwijzing naar de website, waarop het jaarverslag, exclusief bijlagen, is geplaatst. In het verslagjaar is een publieksversie van het strategisch beleidsplan 2013-2018 aan alle ouders of verzorgers uitgereikt. Verantwoording op schoolniveau De scholen doen jaarlijks verslaglegging aan verschillende belanghebbenden in de vorm van:  een onderwijskundig jaarverslag vóór de herfstvakantie over het voorafgaande schooljaar aan de omgeving van de school (publieksverslag).

3


Professioneel

Vernieuwend

2.

Bestuur en Organisatie

2.1

Bestuur

Het bestuur van de Stichting Proo is in 2013 het bevoegd gezag van 25 openbare basisscholen in 8 gemeenten in de regio Noord-Veluwe met op 1 oktober 2013 2845 leerlingen (2988 op 1 oktober 2012) en 275 personeelsleden (317 per 1 augustus 2012). Het bestuur bestuurt op hoofdlijnen en heeft de Algemeen Directeur (AD) bijna volledig mandaat gegeven ten aanzien van de uitvoering van het beleid. In 2013 bestond het bestuur uit 8 leden die zijn benoemd door de regioraad van de Noord-Veluwe op voordracht van het bestuur of de GMR. Het bestuur heeft naast een functieverdeling de werkzaamheden ook verdeeld over portefeuillehouders. De bestuursleden hebben in 2013 geen vrijwilligersvergoeding (vacatiegelden) ontvangen. In de bijlage 2.1 is een overzicht van de bestuursleden met de verdeling van de portefeuilles opgenomen. Het bestuur heeft in het verslagjaar 2013 vijf keer vergaderd. ( zie ook 8.2) Het organogram 2013 van Proo is opgenomen in bijlage 2.2. 2.2

Strategisch beleidsplan 2013-2018

In 2013 is het nieuwe strategisch beleidsplan, waarvoor in 2012 de basis is gelegd, vastgesteld voor de jaren 2013-2018. Naast een beschrijving van de missie, visie en kernwaarden ligt de focus op de volgende hoofdthema's: - Onderwijskwaliteit; Opbrengstgericht werken - Professionalisering; Vakmanschap - Informatietechnologie - Bilinguaal onderwijs - Wereldburgerschap De visie, missie en de kernwaarden zijn uitgewerkt in hoofddoelstellingen op de verschillende beleidsterreinen: 1. Bestuur en organisatie 2. Onderwijs 3. Personeel 4. Communicatie 5. Huisvesting 6. Financiën De hoofddoelstellingen zijn algemeen geformuleerd en geconcretiseerd in resultaten en indicatoren. De resultaten zijn de basis voor de jaarplannen van de stichting en de scholen. Hieronder vindt u de evaluatie van de doelen voor 2013 per beleidsterrein.

4


Professioneel

Vernieuwend

Evaluatie doelen strategisch beleidsplan 2013

Bestuur en organisatie Doelen

Resultaat 2013

5.1 Stichting Proo is een professionele en transparante onderwijsorganisatie 5.1.1

5.1.2

5.1.3

Er is sprake van een professionele leercultuur

Stichting Proo voldoet aan de code Goed onderwijs, goed bestuur Stichting Proo legt publieke verantwoording af

Met behulp van subsidie van het Europees Sociaal Fonds (ESF) is een meerjarenplan opgesteld om te komen tot (versterking van de) professionele leercultuur (PLG: Professionele Leergemeenschappen). Iedereen praat open en vrij over effectief gedrag, tijdens teamvergaderingen is hiervoor continu aandacht. Medewerkers hebben een klantgerichte houding Stichting Proo gaat per 1 maart 2014 over naar een bestuursvorm met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht voor het interne toezicht. In 2013 zijn hiervoor de voorbereidingen getroffen. Het bestuur heeft een jaarplan en -verslag waarin zichtbaar is dat doelen en middelen adequaat op elkaar zijn afgestemd. De financiële vertaling van de doelen uit het SBP moet verder vorm krijgen in de (meer)jaarbegroting en door het invoeren van budgethouderschap. De doelstellingen uit het SBP worden zowel kwalitatief als kwantitatief gemonitord tijdens het jaar. In de kwartaalrapportages krijgt dit verder vorm door verslag te doen van de behaalde resultaten, alsmede een vooruitblik naar komende periode te maken, zonodig ondersteund met de bijbehorende kritische prestatie-indicatoren. Vaste data zijn: inspectierapporten, ziekteverzuim, mutaties, leerlingenaantallen, leeropbrengsten, aantal moeilijke dossiers.

5.2 Stichting Proo ontwikkelt een lerende en opbrengstgerichte cultuur 5.2.1

Binnen Proo staat leren van en met elkaar centraal

Er wordt gewerkt aan vertrouwen en openheid tussen collega’s en bereidheid om met elkaar in gesprek te gaan over het eigen functioneren en het functioneren van anderen met als doel het te verbeteren De nadruk is meer komen te liggen op (data)onderzoek en monitoring en de discussie gaat over de doelen en de werkwijze om deze doelen te halen Op cluster- en schoolniveau wordt gewerkt aan het versterken van de teams en de driehoek (MSD, locatieleider, IB-er)

Proo werkt doelgericht en opbrengstgericht

Er wordt gewerkt met duidelijke doelen en met een helder veranderproces met beperkte focus, hoge resultaatverwachtingen bij alle betrokkenen In 2013 is gewerkt aan een kwaliteitsysteem waarbij samenhang is tussen onderwijskundige doelen en doelen op het gebied van financieel management en personeelsbeleid

5.2.2

5.4 Stichting Proo voert een evenwichtig spreidings- en instandhoudingsbeleid 5.4.1 Proo heeft een visie op Er is een notitie opgesteld over instandhouding en opheffing van scholen en spreiding en instandhouding van een eerste besluit is genomen over het opheffen van twee brinnummers. de scholen De mogelijkheid voor samenwerking met andere besturen en met gemeenten is onderzocht in Elburg (De Vrijheid, Scola) en Heerde (De Heemde).

Onderwijs Doelen

Resultaat 2013

6.1 Stichting Proo staat garant voor kindgericht excellent onderwijs met hoge opbrengsten 6.1.3

De meerscholendirecteuren en locatieleiders geven opbrengstgericht leiding

De algemeen directeur heeft tijdens de functionerings gesprekken prestatieafspraken met de meerscholen directeuren gemaakt over de resultaten van de scholen binnen het aan hen toebedeelde cluster Periodiek voert de AD clustergesprekken met de MSD en de locatieleiders en IB-ers van het cluster. De clustergesprekken zullen frequenter worden gevoerd.

5


Professioneel

Vernieuwend

6.1.5 6.1.6

Er is een actueel kwaliteitszorgsysteem Aandacht voor social emotionele ontwikkeling van leerlingen

In januari 2014 is op school- en bovenschools niveau het kwaliteitszorgsysteem Integraal van ParnasSys operationeel. Vrijwel alle scholen van Proo gebruiken het LVS voor sociale emotionele ontwikkeling ZIEN!

6.2 Stichting Proo werkt aan vernieuwend en eigentijds onderwijs 6.2.2

Integrale kindcentra met pedagogisch aanbod voor 3jarigen

Engels (VVTO) vanaf groep 1

De mogelijkheid van combifuncties onderwijs & kinderopvang is in enkele gemeenten onderzocht. De samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs is versterkt. Op meerdere scholen binnen Proo is een continurooster ingevoerd en een school werkt met flexibele schooltijden: de Sterrenschool Vaassen. Bij het Europees Platform is voor enkele scholen subsidie aangevraagd en toegekend voor versterking Engels. Voor De Vrijheid in Elburg is subsidie aangevraagd voor een pilot van het ministerie om in alle groepen een deel van de lessen in het Engels aan te bieden. Dit verzoek is afgewezen.

6.3 Informatietechnologie speelt een belangrijke rol 6.3.2

Medewerkers beschikken over ICT-basiscompetenties en digitale geletterdheid

In mei 2013 zijn de (voorlopig) laatste workshops gegeven. Na de zomervakantie is veel tijd en energie gestoken in de vorming van een nieuw ICT-beleid. Dit beleid met de nodige investeringen wordt met ingang van 1 januari 2014 verder uitgewerkt. Hierin worden dan ook scholingsmogelijkheden opgenomen. Veel leerkrachten en een tweetal scholen zijn voorzien van de Microsoft Surface RT-tablets. Deze zullen worden ingezet om het werk van de leerkracht eenvoudiger te maken en voor het onderwijs aan onze leerlingen.

Personeel Doelen

Resultaat 2013

7.1 Stichting Proo zorgt voor competentiegerichte inzet van haar personeel 7.1.1

De competenties van alle medewerkers zin in beeld

In 2103 is een eerste risico-inventarisatie personeel gemaakt In 2013 is onderzoek gedaan naar invoering van een systeem voor competentiemanagement. Integraal van ParnasSys wordt in januari 2014 ingevoerd.

7.1.2

Op alle scholen is sprake van een professionele leercultuur

Er zijn afspraken gemaakt over dossiervorming en het bekwaamheidsdossier In 2013 heeft op vrijwel elke MT-vergadering minimaal één onderwerp op de agenda gestaan over de ontwikkeling van medewerkers / directeuren in relatie tot de praktijk van alle dag In 2013 hebben geen collegiale visitaties plaastgehad, wel zijn klassenbezoeken afgelegd door directeuren en locatieleiders gericht op activerende instructie en klassenmanagement.

7.2 Professionalisering is primair gericht op realisatie van de doelstellingen uit het strategisch beleidsplan 7.2.2

Scholingsaanbod is afgestemd op doelen SBP en ontwikkeling van personeelsleden en teams

7.2.3

Stichting Proo heeft erkende academische basisscholen

In september heeft een studiedag plaatsgehad voor alle personeelsleden met inleidingen en workshops die gericht waren op de doelen uit het SBP. Directeuren en locatieleiders hebben de scholing vervolgd voor onderwijskundig leiderschap. Binnen alle teams en clusters is aandacht voor opbrengstgericht werken en leerkrachtvaardigheden. Er zijn 2 academische basisscholen en stichting Proo werkt met subsidie aan Vierslagleren.

7.3 Stichting Proo zorgt voor duurzame inzet van personeelsleden en optimale arbeids- en leeromstandigeheden 7.3.2

Optimale arbeids- en leeromstandigheden voor personeelsleden en leerlingen

In 2013 is een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) uitgevoerd en in 2014 wordt een Plan van Aanpak opgesteld voor vier jaren In 2013 was het ziekverzuimpercentage bijna 10 % en daarmee 3,5% hoger dan het landelijk ziekteverzuimpercentage (2012)

6


Professioneel

Vernieuwend

7.4.1

De medezeggenschap binnen Proo is professioneel en transparant

De leden van GMR en MR-en zijn op de hoogte van besluitvormingsprocessen Stichting Proo stimuleert actieve deelname en betrokkenheid van personeelsleden op beleid en verantwoording op MR en GMR-niveau. Voor de GMR is een vacature voor de personeelsgeleding vacant.

Communicatie Doelen

Resultaten 2013

8.1 De scholen van Stichting Proo hebben een herkenbare sterke marktpositie 8.1.1

8.1.2

De scholen ontwikkelen marketing- en communicatiebeleid De scholen zijn actief en gericht aan de slag met werving nieuwe leerlingen

in 2013 hebben sommige scholen actie ondernomen voor marketing, PR en imagoversterking in de vorm van: naamswijziging, versterking onderwijsconcept, verspreiding folders, publiciteit, peuterochtenden. De verhouding tussen leerlingen van 4-7 jaar en 8-12 jaar is momenteel 45% 55 % in plaats van de gewenste 55% - 45% In vier gemeenten is het marktaandeel gestegen (Epe, Oldebroek, Putten en Elburg) in de overige gedaald of gelijk gebleven. Met de wethouders van de gemeenten zijn gesprekken gevoerd over de positie en toekomst van de openbare scholen. In 2013 is een publieksversie van het SBP verspreid onder personeel en ouders. Een bladerbare versie is op de website geplaatst.

8.2 Professionele communicatie, extern en intern, staat centraal 8.2.1

De communicatie is vernieuwend

De communicatie met ouders is actief en professioneel

De websites zijn eigentijds en actueel In het voorjaar is op twee plaatsen in de regio een ouderavond georganiseerd over social media. De meeste scholen hebben een Facebookpagina en een Twitteraccount. Proo heeft een communicatiegroep ingericht die bestaat uit ouders. De werkgroep PR is twee keer bijeen geweest.

8.2.2

Huisvesting Doelen

Resultaten 2013

9.1 de veilige schoolgebouwen van stichting Proo hebben een duurzame uitsraling 9.1.2

Alle schoolgebouwen van stichting Proo zijn veilig

9.1.4

Alle scholen zijn zuinig met energie en gericht op duurzaamheid

Op diverse scholen zijn oefeningen gehouden en zijn voldoende bekwame BHV-ers aanwezig. Stichtingsbreed zijn BHV scholingen aangeboden In 2013 heeft een afronding plaatsgevonden van de asbestinventarisatie van alle schoolgebouwen. Daar waar het noodzakelijk was zijn maatregelen getroffen Voor de beoordeling van de gebouwen is een RI-en E uitgevoerd. Kleinere zaken uit deze beoordeling zijn door de conciërges ten uitvoer gebracht. De RI-en E voor werkdruk en temperatuur vindt plaats in 2014. Op enkele scholen is in 2013 het veiligheidsplan geactualiseerd In 2013 is een inventarisatie gedaan naar de leegstaande lokalen en zijn maatregelen genomen voor energieverbruik en schoonmaak. Na het aanbrengen van energiebesparende maatregelen aan de gebouwen is in 2013 gestart met de mogelijkheid te onderzoeken of wij zonne-energie kunnen laten voorfinancieren. Hiervoor wordt samen met de Regio NoordVeluwe een plan ontwikkeld in 2014. Ook zal hierbij meegenomen worden de mogelijkheden voor het aanbrengen van LED-verlichting.

9.2 Stichting Proo heeft een venwichtig en duurzaam scholenbestand 9.2.3

Stichting Proo ontwikkelt een adequaat en strategisch huisvestingsbeleid

Via de Integrale Huisvestingsplannen wordt een adequaat huisvestingsbeleid ontwikkeld. Er zijn gesprekken gevoerd met de wethouders van de gemeenten. Leegstand wordt zoveel mogelijk opgevuld door vanaf 2013 externe partners binnen de school te halen

7


Professioneel

Vernieuwend

Financiën Doelen

Resultaten 2013

10.1 er is een transparant systeem van financiële planning en control op centraal en op schoolniveau 10.1.1

Tweemaal per jaar vindt een risicoanalyse plaats en worden maatregelen geformuleerd

Iedere maand worden de leerlingenaantallen en personeelsinzet gemonitord (standenregister) Per kwartaal is er rapportage aan het bestuur betreffende de realisatie van de exploitatie, onderwijsopbrengsten, hrm-doelen, een voortgang op het strategisch beleid. Tevens is ook een outlook per domein opgenomen, waarin de activiteiten en/of acties voor het komend kwartaal worden vermeld. Aan de hand van kritische prestatie-indicatoren wordt geprobeerd de voortgang beter te duiden.

10.2 Stichting Proo is een financieel solide organisatie 10.2.1

Stichting Proo heeft een sluitende (meerjaren)begroting

2.3

In 2013 is de meerjarenbegroting (MJB) geactualiseerd en er is een sluitende begroting voor 2014 In 2013 zijn vereiste streefwaarden voor liquiditeit, solvabiliteit en rendement vastgesteld i.r.t. MJB en gezonde bedrijfsvoering

Management & Bestuurskantoor

Het bestuur wordt ondersteund door het bestuurskantoor. Het bestuurskantoor adviseert en ondersteunt het Managementteam en medewerkers over onderwijskundige zaken, personeelsbeleid en -beheer, huisvestingsbeleid, en ict. Het bestuurskantoor (BK) is sinds 1 september 2012 gehuisvest in het gebouw van de Regio Noord Veluwe aan het Oosteinde 17 te Harderwijk. Per 1 januari 2013 is de volledige financiële administratie en de personele- en salarisadministratie uitbesteed aan OSG St. Oedenrode. Een groot deel van de financiële administratie was in 2012 al uitbesteed. Op 1 mei 2013 heeft de Stichting een business controller in dienst genomen. Op het bestuurskantoor werken in 2013 10 medewerkers met een totale werktijdfactor van 8 (in 2012: 7,7). In bijlage 2.3 is een overzicht van de medewerkers, hun functie en formatieomvang op het bestuurskantoor opgenomen gedurende de afgelopen vier jaren. In 2013 heeft het BK een stagiaire niveau 2 van ROC Landstede begeleid (in 2012 en de jaren ervoor: 2). 2.4

(Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad (G)MR

De medezeggenschap is op schoolniveau en op bovenschools niveau geregeld. De afzonderlijke basisscholen en het bestuurskantoor kennen een medezeggenschapsraad (MR), waarin de lokale (school)belangen worden behartigd en waarin ouders en personeel evenredig vertegenwoordigd zijn. De directeur van de school en het BK heeft mandaat om met hen het overleg te voeren over schoolspecifieke zaken. Bovenschools zijn de scholen vertegenwoordigd in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) en is de Algemeen Directeur de gesprekspartner ten aanzien van het overleg over de bovenschoolse zaken en zaken die de organisatie betreffen. De GMR bestaat uit 12 personen waarvan 6 er gekozen zijn door en uit de ouders/ verzorgers met kind(eren) op de scholen van Stichting Proo en 6 leden vanuit het personeel. In 2013 ontstonden 2 vacatures in de personeelsgeleding, 3 vacatures in de oudergeleding en ook moest er een nieuwe ambtelijk secretaris gevonden worden. Vanuit de ouders was er zoveel belangstelling voor een plaats in de GMR dat er verkiezingen zijn gehouden en waarbij uiteindelijk via een heuse loting bepaald is wie er plaats kon nemen in de GMR. De zetels voor de personeelsgeleding bleken lastig te vervullen. Daar resteert nog 1 vacante zetel. Ook de vacature 8


Professioneel

Vernieuwend

van ambtelijk secretaris is inmiddels ingevuld. De GMR heeft in het verslagjaar 6 keer vergaderd. In 2012 was dat 8 keer. De GMR heeft een eigen website onder de Proo website. De (P)-GMR heeft in 2013 haar instemming verleend aan; - de regeling gedwongen mobiliteit, - normjaartaak, - reglement GMR, - statuut medezeggenschap, - vervangingspool, - bestuursformatieplan 2013 – 2014, - meerjaren bestuursformatieplan 2013 – 2016, - meldcode kindermishandeling, Voorts is er gesproken over o.a. het Strategisch Beleidsplan, bestuurlijke vernieuwing, communicatie achterban, evaluatie reorganisatie, voorzitterschap GMR, spreiding en instandhouding scholen, passend onderwijs, verkiezingen GMR, arbobeleidsplan, gesprekkencyclus/ competentiemanagement, professionalisering GMR, verzuimkengetallen, website GMR en het Sociaal Plan. In bijlage 2.4 is een overzicht van de samenstelling van de GMR eind 2013. 2.5

Organisatie- en communicatie

Organisatie en management Per 1 augustus 2012 zijn de 25 scholen ondergebracht in 7 clusters onder leiding van 7 meerscholen directeuren. Elke school heeft een locatieleider. Samen geven zij vorm aan het onderwijskundig beleid en dragen zorg voor de uitvoering daarvan. Taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in een managementstatuut. De 7 meerscholen directeuren vormen samen met de Algemeen Directeur het Managementteam (MT). Het MT is in 2013 tweewekelijks bijeengeweest en er is gewerkt aan uitvoering van de strategische doelen voor de komende jaren, verdere implementatie van de reorganisatie en teamvorming. Er is een vervolg gegeven aan de professionaliseringsslag op het gebied van onderwijskundig leiderschap voor directeuren en locatieleiders onder leiding van externen. Op clusterniveau en op schoolniveau is verder gewerkt aan professionalisering en de lerende organisatie, met name gericht op versterking van de driehoek (MSD, locatieleider en IB-er). Nieuwsbrief + digitale media In 2013 zijn weinig nieuwsbrieven verschenen vanuit de Stichting. De meerscholendirecteuren verspreiden regelmatig een teaminfo. Dat is een keuze geweest, die nader wordt geevalueerd. Periodiek verschijnen nieuwsbrieven vanuit het Kenniscentrum en de digitale plusklas. Op de website van de Stichting www.stichtingproo.nl wordt actuele informatie geplaatst en er zijn een Twitter- en Facebookaccount aangemaakt. De GMR houdt de informatie over de medezeggenschap bij op de website. Er is een website voor het Kenniscentrum www.kenniscentrum.stichtingproo.nl Op deze site kunnen ouders en belangstellenden informatie vinden over ons Kenniscentrum. De scholen van de Stichting Proo hebben een eigen inlog op de site van het kenniscentrum om relevante informatie te kunnen bekijken en downloaden.

9


Professioneel

Vernieuwend

3.

Onderwijs

3.1

Wezenskenmerken openbaar onderwijs

In artikel 46 van de wet op het primair onderwijs wordt het karakter van het openbaar onderwijs omschreven. Deze omschrijving vormt voor de scholen van de Stichting Proo een belangrijke leidraad bij de inrichting van de dagelijkse onderwijspraktijk op de scholen. Dit komt terug in de missie van onze stichting. De actieve pluriformiteit wordt vorm gegeven door op de scholen actieve aandacht te besteden aan de verschillende levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden in onze multiculturele samenleving. (Leren) omgaan met vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en samenwerking zijn vormingsgebieden die naast het leren (het verwerven van kennis en vaardigheden) in onze scholen de nodige aandacht krijgen. De algemene toegankelijkheid komt tot uitdrukking in het feit dat er voor elk kind op onze scholen plaats is, behoudens medische en onderwijskundige beperkingen. Iedereen is welkom, ongeacht godsdienst, levensovertuiging of geaardheid. De kernwaarden van stichting Proo zijn: - Professioneel - Betrokken - Vernieuwend De missie van Stichting Proo: Stichting Proo biedt toekomstgericht onderwijs, gericht op de totale ontwikkeling van al haar leerlingen en met hoogst haalbare opbrengsten in een veilige omgeving waar een ieder respectvol met elkaar omgaat. Stichting Proo legt op een professionele en inspirerende wijze De basis voor de toekomst van onze leerlingen waarbij de ouders de eerste actieve partner zijn. De visie van Stichting Proo: We zijn een aantrekkelijke aanbieder van basisonderwijs op de Veluwe. We realiseren onze missie door een professionele leergemeenschap te zijn, waarin onze kernwaarden tot uitdrukking komen in ons dagelijks handelen. Het werken aan een ontwikkelingsgerichte, lerende cultuur is feitelijk de kern waarop wij het strategisch beleid van onze stichting duurzaam beklijven. Coöperatief leren, leren van elkaar, doelgericht en planmatig onderwijs gecombineerd met hoge verwachtingen van leerlingen is de basis voor het handelen. Om onze doelen te bereiken hanteren we de volgende uitgangspunten: 1. Goede relaties zijn essentieel voor respectvolle omgangsvormen tussen medewerkers, leerlingen en ouders onderling; 2. Wij leven herkenbaar onze waarden en normen, wereldburgerschap is een focus; 3. Leerlingen krijgen ruimte om invloed uit te oefenen op hun eigen leertraject en leren dat zij medeverantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling; 4. Het onderwijs is passend en uitdagend voor iedere leerling; 5. Alle scholen bieden op termijn Engels vanaf groep 1. Wetenschap en Techniek hebben een prominente plaats; 6. Het doeltreffend kunnen omgaan met moderne informatie- en communicatiemiddelen (ICT) is essentieel; 7. Alle scholen hebben hoge opbrengsten, werken volgens solide concepten en zijn gericht op een adequate voorbereiding op het vervolgonderwijs; 8. Ons personeel is uitstekend opgeleid, beschikt over eigentijdse vaardigheden en werkt vanuit een lerende houding; 9. Onze scholen werken samen met relevante partners en bieden passende lokale voorzieningen; 10


Professioneel

Vernieuwend

10. Ons personeel is zowel in houding als mondeling en schriftelijk interpersoonlijk vaardig en maatschappelijk betrokken. 3.2

Instandhouding

Onder het bestuur van de stichting vallen in het verslagjaar 25 openbare basisscholen (BRINnummers) verspreid over 8 gemeenten. Op de teldatum 1 oktober 2013 zit een tweetal scholen voor het derde jaar onder de gemeentelijke opheffingsnorm en zes scholen voor het tweede jaar. Eind december 2013 heeft het bestuur een besluit genomen om per 1 augustus 2014 twee scholen formeel op te heffen als brinnummer, de Montessorischool te Vaassen en de Vlinderboom te Ermelo, maar wel als dislocatie voort te laten bestaan. Beide scholen fuseren met een andere school in Epe en Ermelo, respectievelijk de Sprenge te Vaassen en de Arendshorst te Ermelo. 3.3

Het scholenbestand en voorzieningen

Het scholenbestand bestaat in 2013 uit 31 gebouwen, verspreid over de gemeenten Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Elburg, Oldebroek, Heerde en Epe in 25 hoofdvestigingen met 4 nevenvestigingen: 1 in Oldebroek (Het Noordermerk in Noordeinde), 1 in Elburg (De Blerck in ’t Harde) en 2 in Vaassen (Sprenge Geerstraat en Sprenge Emst) en 2 dislocaties in Harderwijk (Het Talent en De Driemaster). In bijlage 3.3 is een overzicht opgenomen van de scholen van Proo. 3.4

Het leerlingenbestand

Het totale leerlingenaantal van de Stichting Proo bedroeg op 1 oktober 2013: 2845 Het leerlingenverloop over de afgelopen 4 jaren is hierna weergegeven. Verloop leerlingenaantallen op stichtingsniveau (teldatum 1 oktober) Totaal Proo Verschil Percentage

2010 3253

2011 3132 -121 -3,72%

2012 2988 -144 -4,60%

2013 2845 -143 -4,79%

Verloop leerlingenaantallen totaal Proo per 1 oktober 3500

3253

3132

3000

2988

2845

2500 2010

2011

2012

2013

Het leerlingenaantal is in 2013 gedaald met 4,8 % (in 2012 met 4,6 %). Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor de inkomsten en het personeel. In 2013 zijn opnieuw maatregelen getroffen om de financiële en personele gevolgen op te vangen. Op 10 scholen / locaties is het leerlingenaantal ten opzichte van 1 oktober 2012 gestegen. Op 20 scholen/locaties heeft een daling plaatsgehad. 11


Professioneel

Vernieuwend

Een overzicht van het verloop van de leerlingenaantallen per school over de afgelopen 3 jaren vindt u in bijlage 3.4.1. Met in bijlage 3.4.2 een vergelijking naar onder- en bovenbouw en in 3.4.3 een verdeling per groep 1 t/m 8 op 1-10-2013. Ook landelijk en in de regio is een daling van het leerlingenaantal binnen het totale basisonderwijs te zien, zoals onderstaand figuur weergeeft. Leerlingenverloop in procenten totaal landelijk, voedingsgebied en Proo 2010 2011 2012 2013 Proo -4,4% -3,7% -4,6% -4,8% voedingsgebied Proo -1,08% -2,00% -0,42% -1,99% Landelijk* -0,87% -1,14% -1,28% *Bron: CBS Statline leerlingenaantallen basisonderwijs.

Leerlingenverloop in procenten totaal landelijk, voedingsgebied en Proo 0,0% 2010

2011

2012

2013

-1,0% -2,0% Proo

-3,0%

voedingsgebied Proo landelijk

-4,0% -5,0% -6,0%

3.5

Deelnamepercentage openbaar onderwijs

Het deelnamepercentage van het openbaar onderwijs ligt landelijk al jaren iets boven 30,5 %. Zie bijlage 3.5.1. Het deelnamepercentage op de Veluwe is lager dan het landelijk percentage (tussen 4 en 15 % ) met uitzondering van de gemeenten Epe en Heerde (rond de 30 %). Een overzicht van het verloop van het absolute aantal en de deelnamepercentages per gemeente over de afgelopen 3 jaren vindt u in de bijlage 3.5.2 en 3.5.3 In 2013 is het deelnamepercentage gestegen in de gemeenten Epe, Elburg, Oldebroek en Putten, in de overige gemeenten is het marktaandeel gedaald. 3.6

Profilering

In maart 2013 is in het kader van de School!Week 2013 op alle scholen van Proo de ‘Ik ben welkom’- plaquette opgehangen. Hiermee laten de scholen zien dat elk kind welkom is op de openbare scholen van Proo. 12


Professioneel

Vernieuwend

Studiedag en SBP Op 27 september is voor al het personeel een Studiedag georganiseerd. Het nieuwe strategisch beleidsplan 2013-2018 is geïntroduceerd. De kernwaarden en doelen uit het SBP staan op de Studiedag centraal. In de lezingen, workshops en op de scholenmarkt is het SBP als leidraad en inspiratiebron gepresenteerd voor de komende zes jaar. De publieksversie van het Strategisch Beleidsplan is via de scholen verspreid onder alle ouders van onze leerlingen. Op de website van Proo is de publieksversie in een bladerbare pdf geplaatst. BETROKKEN

PROFESSIONEEL

VERNIEUWEND

Profilering op de scholen Individuele scholen hebben in 2013 gewerkt aan profilering van de openbare basisscholen in de gemeente. Met flyers en brochures in o.a. Putten, Ermelo en Harderwijk zijn de scholen positief op de kaart gezet. De Waterval in Ermelo heeft een naamswijziging doorgevoerd en gaat verder onder de naam De Vlinderboom. De Driemaster in Harderwijk heeft een nieuwe naam en nieuw logo: De Fonkelsteen. Met een nieuw concept beoogt de school het imago te verbeteren. De school heeft een nieuwe folder ontwikkeld, een nieuw naambord is geplaatst en in de huis-aan-huiskrant is een persbericht geplaatst. Werkgroep PR In 2013 heeft de werkgroep PR met ouders twee keer plaatsgevonden (juli en december). Hier is besproken welke middelen Proo kan inzetten voor het uitdragen van het Strategisch Beleidsplan en hoe een publieksversie eruit moet zien. Communicatiebureau Spirion heeft uiteen gezet hoe de kernwaarden kunnen worden gecommuniceerd en welke ideeën hij heeft voor de uitgave van het SBP en een periodiek voor ouders. De publieksversie van het SBP is op de Studiedag op 27 september aan al het personeel uitgereikt. De werkgroep heeft besproken hoe de verspreiding van de publieksversie van het SBP is ervaren. Een eerste aanzet van het communicatieplan is uitgedeeld en beperkt besproken. De werkgroepleden bespreken in een vervolgoverleg de opmerkingen en bevindingen. Dag van de Leraar Alle leerkrachten en de ouders van onze leerlingen hebben in het kader van de ‘Dag van Leraar’ een kalenderkaart ‘Proud to be a teacher’ ontvangen. Het ontwerp van de kaart is gebaseerd op de 3 kernwaarden van Proo. Op de dag zelf, 5 oktober, zijn op de scholen taarten bezorgd voor de leerkrachten om waardering te tonen voor de inzet van onze leerkrachten. PR materiaal In november heeft Proo Informatiemappen laten ontwikkelen in de nieuwe uitstraling. In de map komen de drie kernwaarden tot uitdrukking. De informatiemappen zijn op de scholen verspreid om alle informatie van de school en van Proo in 1 map aan te kunnen bieden aan potentiële ouders. Alle medewerkers hebben in december een eindejaarsgeschenk ontvangen. In de tekst op de kerstkaart blikt het bestuur en directie terug op de Proo dag en wordt met de tekst van het Proo lied de positieve ervaring van Proo dag in herinnering gebracht. Humanistisch vormingsonderwijs Stichting Proo biedt op alle scholen Godsdienstig en Humanistisch vormingsonderwijs (GVO en HVO) aan. Dit onderwijs wordt verzorgd door leerkrachten die vallen onder Wet BIO.

13


Professioneel

Vernieuwend

3.7

Lokale educatieve agenda (LEA)

In de wet onderwijsachterstandenbeleid worden gemeenten en schoolbesturen verplicht om minimaal 1 keer per jaar gezamenlijk overleg te voeren over het bevorderen van integratie, het tegengaan van segregatie en het bestrijden van onderwijsachterstanden. Deze thema’s dienen deel uit te maken van de lokaal educatieve agenda. Het LEA-overleg krijgt langzamerhand vorm. In de meeste gemeenten wordt dit gecombineerd met de agenda voor het OOGO (huisvesting). LEA is tot nu toe vooral een uitvoerend overleg. Onderwerpen zijn o.a. de zorgstructuur, de schakelklassen en de combinatiefunctionaris. In het kader van Passend onderwijs wordt onderzocht of een REA (Regionale Educatieve Agenda) kan worden geformeerd. 3.8

Kenniscentrum

Vanaf augustus 2010 heeft Stichting Proo een eigen kenniscentrum. In het Kenniscentrum is de expertise gebundeld die nodig is om aan de verschillende leerbehoeftes van de kinderen op de basisscholen tegemoet te komen. Een onderwijsadviseur (GZ-psychologe) is in dienst gekomen van de Stichting Proo en aangesteld voor coördinatie en uitvoerende werkzaamheden. Daarnaast verrichtten in 2013 3 medewerkers (IB-ers) van Stichting Proo die de nodige kwalificaties hebben (ten minste universitair geschoold, orthopedagogiek/ psychologie) werkzaamheden voor het Kenniscentrum. Een medewerkster van het bestuurskantoor van Proo zorgt voor de administratieve ondersteuning. Totaal gaat het om 1,7 FTE bij het Kenniscentrum. Het kenniscentrum is werkzaam op de volgende gebieden: - Leerlingbegeleiding - Procesbegeleiding en professionalisering ( op schoolniveau en leerkrachtniveau) Leerlingbegeleiding: In het jaar 2013 zijn er door de orthopedagogen gemaakt of afgegeven:  84onderzoeksverslagen  17 dyslexieverklaringen  2 dyscalculieverklaringen Overzicht van de afgelopen jaren: 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

159 119 84 35 44

17

9 1 2

2011 2012 2013

14


Professioneel

Vernieuwend

4.

Kwaliteit

4.1

Kwaliteitszorgbeleid

Binnen Proo ligt de focus op het systematisch en doelgericht werken aan de verbetering van de kwaliteit van de hele organisatie binnen de daartoe gestelde kaders in het strategisch beleidsplan. De directeur van ieder cluster is verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid. In 2013 is een besluit genomen tot aanschaffing van het kwaliteitszorgsysteem Integraal. Dit systeem vervangt WMK en het negenveld. Planning en verantwoording Alle scholen hebben een jaarverslag 2012-2013 en jaarplan 2013-2014 opgesteld. Het is niet alle scholen gelukt om dit tijdig aan te leveren, de doelen uit het SBP zijn meegenomen in de plannen. 4.2

Klachtenregeling

In het kader van de klachtenregeling is Herman Riphagen (werkzaam bij de IJsselgroep) als onafhankelijke vertrouwenspersoon binnen de stichting Proo aangesteld. Proo is aangesloten bij de landelijke commissie onderwijsgeschillen. Verder heeft elke school 1 (Epe) of 2 schoolcontactpersonen. In 2013 heeft geen jaarlijkse bijeenkomst voor alle schoolcontactpersonen plaatsgehad. De vertrouwenspersoon heeft een jaarverslag opgesteld over 2013. Er is in dat jaar 1 klacht behandeld. De strekking van de klacht betrof: Afronding van ene klacht uit 2012. Bij de onderwijsgeschillencommissie is 1 klacht ingediend door eenzelfde ouder als in 2012. Het betrof een klacht met betrekking tot het verstrekken van informatie aan derden (voogd bureau jeugdzorg). Naar aanleiding daarvan is een protocol informatieverstrekking aan gescheiden ouders en aan derden opgesteld. Bij Proo zijn 3 klachten van ouders behandeld door de Algemene Directie of de beleidsmedewerker. O.a. het niet optreden van de directie tegen pesten en ruziënde ouders, bezwaar tegen omgang van de directie en leerkrachten met betrekking tot rugzakleerlingen , uit de hand gelopen situatie tussen een leerling en de leerkracht groep 8. Naar deze situatie is een extern onderzoek ingesteld waaruit is gebleken dat de leerkracht niet buiten zijn boekje is gegaan. 4.3

Inspectie

De onderwijsinspectie in Zwolle houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Mevrouw D. Hombergen is vanaf november 2011 de contactpersoon voor Proo. De Algemeen Directeur heeft in op 31 oktober 2013 overleg gehad met de inspecteur over de ontwikkelingen op stichtingsniveau en de individuele scholen zijn nader besproken. Toezicht en arrangementen De inspectie heeft in februari 2014 de arrangementen voor de scholen van Proo vastgesteld. Voor het eerst heeft Proo een zeer zwakke school. Dit is december 2013 tijdens een kwaliteitsonderzoek vastgesteld. Vanaf het moment dat bekend werd dat het op de school niet op orde was, zijn maatregelen getroffen. Een externe is als projectleider aangesteld en werkt samen met het team aan een verbeterplan voor de school.

15


Professioneel

Vernieuwend

De overige scholen hebben weer een basisarrangement. Dit betekent dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs en/of in de naleving van weten regelgeving. Het arrangement is in principe geldig voor één jaar. Besturen van scholen waarvan de eindopbrengsten in het laatste schooljaar onder de ondergrens liggen die de inspectie hanteert, worden hierop door de inspectie geattendeerd. Scholen waarvan de eindopbrengsten voor een tweede achtereenvolgend schooljaar onder de ondergrens liggen, worden door de inspectie gewaarschuwd en geadviseerd een plan van aanpak op te stellen. Voor 2013 kregen tien van de scholen met een basisarrangement een attendering (in 2012: 8 en in 2011: 4) en 4 scholen een waarschuwing (in 2012: 2 en in 2011 geen). Met deze scholen zijn afspraken gemaakt en de 4 scholen met een waarschuwing maken een plan van aanpak. Inspectie bezoek De inspecteur heeft in het verslagjaar de volgende school bezocht in het kader van de Wet op het onderwijstoezicht: Vierjaarlijks onderzoek: De Hoge Weerdschool De Wereldweide Montessorischool Vaassen Gildeschool De Schovenhorst De Heemde De Veste De Horsthoek

4 februari 2013 21 maart 2013 mei 2013 16 mei 2013 juli 2013 september 2013 5 november 2013 29 november 2013

Kwaliteitsonderzoek De Vrijheid Klein Schovenhorst

september 2013 december 2013

De inspectierapporten zijn aanwezig op de betreffende scholen en op het bestuurskantoor. De rapportages van het vierjaarlijks onderzoek zijn ook te downloaden op www.onderwijsinspectie.nl. 4.4

Opbrengsten

Alle scholen maken naast de methodegebonden toetsen gebruik van het Citoleerlingvolgsysteem. De gegevens zijn opgenomen in ParnasSys. De scholen van de Stichting Proo nemen deel aan de Cito-eindtoets, met uitzondering van de Jenaplanschool in Heerde en 4 scholen uit Epe (Zuukerschool, Bongerd, Gildeschool en Hoge Weerdschool). Een overzicht van de CITO-uitslagen per school is opgenomen in de bijlage 4.4.1. In 2013 lag bij 4 scholen de eindscore boven de norm van de schoolgroep (in 2011 en 2012: ook 4), 8 scholen zaten op of rond het gemiddelde (in 2012: 13 en in 2011: 17) en 15 scholen zaten beneden de ondergrens van de schoolgroep (in 2012: 10 en in 2011: 4). Opbrengstgericht werken en de basis op orde Om de opbrengsten te verbeteren is de afgelopen jaren zwaar ingezet op onderwijskundig leiderschap en de basis op orde op alle scholen. Opbrengstgericht werken vormt een belangrijk speerpunt in het strategisch beleidsplan. In 2013 is veel aandacht besteed aan het verhogen van de opbrengsten, o.a. door het regelmatig op de agenda van het MT te zetten, scholing van de directeuren en locatieleiders in onderwijskundig leiderschap, versterking van de driehoek, clustergesprekken, gesprekken op individuele scholen e.d. 16


Professioneel

Vernieuwend

De focus ligt op de doelen uit hoofdstuk 6.1 van het strategisch beleidsplan en dan vooral 6.1.1 t/m 6.1.4. Uitstroom naar het VO. Het aantal leerlingen dat uitstroomt naar het VO is de afgelopen 3 jaren vrijwel constant. In 2013 zijn in totaal 421 leerlingen uitgestroomd naar het VO. (2011: 415, 2012: 425) Hieronder uitstroom naar soort voortgezet onderwijs van totaal aantal leerlingen. 140

77 83

76

58 51 50

47

40

2011 2012

33 48 31

60

60

67 71

84

80

115 104

100

82

110

120

6 5

1 1 1

20

2013

0 PRO

VMBO VMBO VMBO VMBO HAVO VWO overig BL KL GL, TL

Figuur 1 Uitstroom naar VO Proo totaal 2011 – 2013 0%

20%

40%

60%

80%

100% PRO

2011

VMBO BL VMBO KL VMBO GL,

2012

VMBO TL HAVO VWO overig

2013

4.5

ICT

Ook in 2013 had de Stichting Proo weer twee groepen in de Digitale Plusklas. Deze plusklas gebruikte dit jaar een andere ELO: Let’s Learn. Dit ‘Onderwijs op afstand’ voldoet in grote mate aan de onderwijsbehoeften van deze hoogbegaafde kinderen. 17


Professioneel

Vernieuwend

In mei 2013 zijn de (voorlopig) laatste workshops gegeven. Na de zomervakantie is veel tijd en energie gestoken in de vorming van een nieuw ICT-beleid. Dit beleid met de nodige investeringen wordt met ingang van 1 januari 2014 verder uitgewerkt. Hierin worden dan ook scholingsmogelijkheden opgenomen. Veel leerkrachten en een tweetal scholen zijn voorzien van de Microsoft Surface RT-tablets. Deze zullen worden ingezet om het werk van de leerkracht eenvoudiger te maken en voor het onderwijs aan onze leerlingen. Tijdens de Proo studiedag zijn diverse ICT-projecten gepresenteerd: 1. Werken met iPads in de kleutergroepen 2. Werken met laptops 3. Digitale Plusklas Plan van aanpak hoog- en meerbegaafdheid (digitale plusklas) Ook in 2013 had de Stichting Proo weer twee groepen in de Digitale Plusklas met totaal ca 30 leerlingen. Deze plusklas gebruikte dit jaar een andere ELO: Let’s Learn. Dit ‘Onderwijs op afstand’ voldoet in grote mate aan de onderwijsbehoeften van deze hoogbegaafde kinderen. Er zijn drie informatie bijeenkomsten georganiseerd voor ouders en leerkrachten. Op vrijwel alle scholen is een beleidsplan hoogbegaafdheid en worden hoog- en meerbegaafde leerlingen extra begeleid. Op scholen zijn verdere initiatieven ontplooid om extra in te zetten op leerlingen die meer aankunnen o.a. deelname aan plusklassen in samenwerking met het VO. 4.6

Weer Samen Naar School (WSNS) en Passend onderwijs

De scholen van Proo participeren in twee samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School (WSNS).  SWV Noord-Oost Veluwe rondom sbo-school “Van der Reijden” in Epe  SWV Drieluik rondom sbo-school “De Springplank” in Harderwijk.

2,05

2,2

2,16

2,50

3,17

3,45

3,40

3,50

Door beide samenwerkingsverbanden is in 2013 minimale uitvoering gegeven aan het meerjaren zorgplan voor 2011-2015, er zijn jaarverslagen 2012-2013 en jaarplannen 2013-2014 opgesteld. Het zorgplan dient als basis voor het beleid op de scholen. De middelen die zijn toegekend aan de scholen zijn vooral ingezet voor IBformatie. In beide swv worden 4,00 voorbereidingen getroffen voor de overgang naar het nieuwe 3,00 1-10-2010 samenwerkingsverband 1-10-2011 2,00 Onderwijszorgkoepel Noord-Veluwe (OZKNV) in het kader van Passend 1-10-2012 1,00 onderwijs. 1-10-2013 In beide samenwerkingsverbanden zijn 0,00 middelen beschikbaar gesteld voor een NO Veluwe Drieluik tussenvoorziening in de SBO-scholen. Figuur 2 verwijzingspercentage per SWV naar het SBO in de afgelopen jaren

Handelingsgericht werken

18


Professioneel

Vernieuwend

Vanuit de SWV-en is subsidie beschikbaar voor de invoering van handelingsgericht werken op alle scholen. Bij de scholen van Proo is HGW gefaseerd ingevoerd. Hiervoor is een meerjarig invoeringsplan opgesteld inclusief scholing. In 2010 zijn 9 scholen gestart met invoering HGW. Zij hebben het traject in 2011 en 2012 voortgezet. Voor de overige scholen is het scholingstraject met de IJsselgroep tijdelijk stopgezet i.v.m. herijking strategisch beleid. De deskundigheidsbevordering op het gebied van HGW en LVS is vooral vormgegeven door medewerkers van het Kenniscentrum en het bestuurskantoor. HGW is verder voortgezet in het schooljaar 2013-2014. Het is een van de doelstellingen in het SBP. Passend onderwijs In 2013 is door de onderwijszorgkoepel (OZKNV) verder uitvoering gegeven aan de invoering van Passend onderwijs per 1 augustus 2014. Er is een nulmeting door OZKNV uitgevoerd op het gebied van passend onderwijs. Tijdens de studiedag van het IB-netwerk Proo is naar aanleiding van de uitslag voor de Proo-scholen een speerpuntenlijst opgesteld. In 2013 zijn bijeenkomsten georganiseerd voor de schoolbesturen, directies en IB-ers omtrent de organisatie en mogelijkheden voor passend onderwijs op de Veluwe. De scholen van stichting Proo zijn verdeeld over twee regio’s. Oldebroek en Heerde vallen onder SWV Zwolle, de overige gemeenten onder OZK Noord Veluwe. Leerlingen met leerlinggebonden financiering (rugzakleerlingen) Het aantal rugzakleerlingen is in 2013 wederom iets toegenomen. 2013: 63 LGF leerlingen (2012: 58). Het gaat voornamelijk om leerlingen uit cluster 3 en 4. Cluster 3 zijn leerlingen met lichamelijke en/of verstandelijke beperking. Het aantal cluster 4 leerlingen, leerlingen met gedragsproblemen, is wederom toegenomen. Dit vraagt veel van leerkrachten en hun vaardigheden. aantal rugzakleerlingen per cluster Proo (vanaf 2010 incl Epe)

Aantal

Leerlingen met LGF 100 50 0

38

51

52

58

63

40 30

2009

20

2010

2009 2010 2011 2012 2013

10

Jaartal

0

2011 cluster cluster cluster cluster 1 2 3 4

2012

19


Professioneel

Vernieuwend

5.

Personeel en HRM.

5.1

Personeel en Organisatie.

In het jaar 2013 is er vanuit P&O veel aandacht geweest voor de nazorg van de reorganisatie van augustus 2012. Bij deze reorganisatie, waarbij er een reductie van 32,8 FTE en een aanpassing van de managementstructuur heeft plaatsgevonden, is het ziekteverzuim in met name de eerste helft van 2013 sterk opgelopen. Voorts heeft er een nadere uitwerking plaatsgevonden van de aanpassing van de directiestructuur. Zo zijn de managementstatuten en de bijlagen van de managementstatuten, met daarin de taakverdeling tussen de meerscholen directeuren en locatieleiders, open vastgesteld en zijn de functies van de meerscholen directeuren beschreven en gewaardeerd. Daarnaast hebben de meerscholen directeuren en locatieleiders een training ontvangen gericht op de versterking van het onderwijskundig leiderschap in de nieuwe structuur. De uitvoering van het besluit om de personeels- en salarisadministratie uit te besteden heeft er toe geleid dat er in 2013 veel overleg met het administratiekantoor nodig is geweest om alle administratieve processen in goede banen te leiden. In 2013 is ook een onderzoek gedaan en een keuze gemaakt voor een nieuw salarissysteem. Dit was noodzakelijk omdat de leverancier van het salarissysteem dat Proo gebruikte aangegeven had dat dit systeem na 1 januari 2014 niet meer geleverd werd. Na het vertrek van de controller in 2012 en de invulling van de controlwerkzaamheden door een interim is in mei 2013 de functie van business-controller opengesteld en ingevuld. Voor wat betreft de arbodienstverlening zijn twee organisaties gevraagd een offerte uit te brengen. Besloten is om, met enkele aanpassingen in het contract, de overeenkomst met de bestaande dienstverlener voort te zetten. Beleidsontwikkelingen in 2013. - Beleid vastgesteld ten aanzien van de inzet en aansturing conciërges, inclusief functiebeschrijving en waardering coördinerend conciërges, - Beleid vastgesteld voor de nascholing vakbekwaamheid bewegingsonderwijs - Invoering personele scans (risico inventarisatie kwaliteit onderwijspersoneel) op MT-niveau, - Invoering Vierslag Leren (scholing in combinatie met instroom jonge leerkrachten) - Actualisering gesprekkencyclus, - Actualisering arbobeleid, - Overleg met het openbaar onderwijs Zwolle en Apeldoorn om te komen tot een onderzoek naar een gezamenlijke HRM-activiteiten, - De aanpassing van de reglementen voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de reglementen voor de medezeggenschapsraden, - Onderzoek naar en keuze voor Integraal. Een module uit het onderwijsvolgsysteem Parnassys dat zicht biedt op de ervaren kwaliteiten van de medewerkers. Het gebruik van dit instrument en de gesprekkencyclus vormen de basis voor het competentiemanagement. 5.2

Professionalisering en prestatiebox

In het kader van professionalisering zijn in 2013 de volgende acties ondernomen: 20


Professioneel

Vernieuwend

-

-

-

-

Deelname van alle scholen aan het uitvoeringsprogramma van School aan Zet met de focus op “ opbrengstgericht werken en de lerende organisatie “; Implementatie project professionele leercultuur. O.a. plan van aanpak om te komen tot professionele leergemeenschappen; er is opdracht gegeven voor een meerjarig traject voor professionalisering van leerkrachten per bouw: thema lezen. Afzonderlijke opleidingen van meerscholendirecteuren en locatieleiders voor onderwijskundig leiderschap; Incidentele scholingen op gebied van ICT, ParnasSys en HGW door medewerkers van het Kenniscentrum en het bestuurskantoor. Studiedag IB-ers in het najaar van 2013 met de onderwerpen: doelen strategisch beleidsplan, nulmeting door Onderwijszorgkoepel in het kader van Passend onderwijs, bovenschoolse toetskalender, Cito-eindopbrengsten, inspectieresultaten Cultuureducatie: in 2013 is aanvullende subsidie toegekend voor Cultuureducatie met Kwaliteit. In het komende schooljaar starten 3 scholen uit 3 verschillende clusters met de uitvoering van het projectplan: De bijdrage van nieuwe media aan de creativiteitsontwikkeling en kunst- en cultuurbeleving van kinderen en jongeren. De meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld is voor alle scholen vastgesteld. In het najaar van 2013 is besloten om alle leerkrachten de mogelijkheid te geven tot het volgen van online scholing bij NextPage.

Academische basisscholen Stichting Proo maakt deel uit van het Educatief Partnerschap Zwolle e.o. ( waaronder verder: Leerplein055, OOZ, AVES en de KPZ). De scholen van onze stichting zijn werkplekscholen en begeleiden op die manier de stages van de studenten van de KPZ ( 40% van het curriculum) . Een tweetal scholen (Jan Ligthartschool en de Jenaplanschool Heerde) hebben een Academische kop en dat betekent dat er op die scholen een 4e jaarsstudent naast het lesgeven aan een groep gedurende twee dagen per week ook bezig is met het doen van ontwerpgericht praktijkonderzoek. De student doet dat samen met een onderzoekscoördinator ( een opgeleide leerkracht van de school) ten behoeve van een duurzame schoolontwikkeling en met het oog op kennisontwikkeling ten behoeve van het primair onderwijs. De overige studenten vormen een leergemeenschap o.l.v. een geschoolde "opleider in school" en werken samen aan een opdracht ( SBL competenties 5 en 6) Vierslagleren In 2013 is het communicatieplan Vierslagleren opgesteld. In het project Vierslagleren volgen excellente en talentvolle senior en startende leerkrachten van enkele scholen van Stichting Proo (samen met vijf andere schoolbesturen uit Noordoost en Midden-Nederland) de tweejarige hbomaster Leren & Innoveren. Die bestaat uit het volgen van college en een onderzoek naar een ontwikkelingstraject, vernieuwing of onderwijsverbetering binnen de eigen school. De startende leerkracht, afgestudeerd aan de KPZ, vervangt de senior in de klas. Eén van de onderzoeken betreft het invoeren van zelfsturend leren op De Vrijheid. Vierslagleren krijgt steun van externe partners als OCW, DUO, het Arbeidsmarktplatform PO en bestaande financiële regelingen. Voorwaarde is dat de Lerarenbeurs ingezet wordt voor de master. Die vergoedt echter maar één dag opleiding, terwijl door de Vierslaglerenconstructie de leerkrachten nog ‘n dag extra krijgen voor zelfstudie. Dit wordt gefinancierd door de besturen en door subsidies van andere partijen. De startende leerkrachten zijn twee jaar in dienst bij de Stichting Vierslagleren en worden gedetacheerd op de deelnemende scholen. 5.3

Functiemix.

Op grond van de CAO-PO dient er per 1 augustus 2013 sprake te zijn van een inschaling van 32 % van de Lerarenfuncties in een LB-schaal. Bij Stichting Proo bedroeg het percen-tage 23 %. De 21


Professioneel

Vernieuwend

reden van dit verschil is te verklaren door de bewuste keuze terughoudend om te gaan met de ophoging van de salarisschalen naar het in de CAO-PO genoemd percentage. De terughoudendheid wordt ingegeven door het feit dat het leerlingaantal van Proo terugloopt. Ook de prognoses laten zien dat deze trend zich doorzet. Als gevolg daarvan is in het meerjaren bestuursformatieplan een noodzakelijke reductie van het personeelsbestand beschreven. Het nu ophogen van de salarissen bij een dalende formatie leidt er op termijn mogelijk toe dat het percentage LB-schalen hoger wordt dan de percentages zoals in de CAO-PO genoemd en de bekostiging van de salarissen vanuit het Rijk. Als deze situatie zich voordoet maakt dat een verdere reductie van het personeels-bestand noodzakelijk. De doorstroom naar de LB-schalen wordt jaarlijks bezien in het MT.

5.4

Formatie.

De formatie is per 1 augustus 2013 ten opzicht van 1 augustus 2012 gedaald met 32,8 FTE. Deze uitstroom is het gevolg van het Sociaal Plan 2e fase per 1 november 2012. Gelet op de grote financiële consequenties voor het niet invullen van tijdelijke vacatureruimte conform de regelgeving (korting op de bekostiging en het niet declarabel krijgen van Poolers bij het Vervangingsfonds) is besloten een coördinatiepunt in te stellen waarbij vacatures door de scholen gemeld worden en van waaruit vervanging gezocht wordt. Daarnaast levert deze werkwijze een vermindering van de regeldruk op schoolniveau op. Daarmee komt er tijd beschikbaar die besteed kan worden aan het onderwijs. In de vervangingen wordt voorzien door inzet van de zogeheten Poolers (personeel in vaste dienst dat ingezet worden op ziektevervanging), wachtgelders (personeel dat de organisatie met recht op wachtgeld verlaten heeft) en invalkrachten. 5.5

Het personeelsbestand.

Bij de Stichting Proo werken op 1 augustus 2013 275 personeelsleden in 208 FTE. Dat bestaat uit het personeel in vaste dienst en het personeel in tijdelijke dienst op formatie. In 2012 waren dat nog 317 personeelsleden op 240 FTE. Hieronder een overzicht van het personeelsverloop per 1 augustus, in de afgelopen vier jaar.

Personeelsleden in aantal en FTE 400

366

300

332 280

317 254

240

Personeelsbestand in personeelsleden en in FTE per 1 augustus 2010, 2011,2012 en 2013.

275 208

200

aantal

100

FTE

0 2010

2011

2012

2013

22


Professioneel

Vernieuwend

80 70 60 50 40 30 20 10 0

Leeftijdsopbouw per 1 augustus 2013 vrouw Leeftijdsopbouw per 1 augustus 2013 man

Aantal personeelsleden Proo naar leeftijd en geslacht op 1-8-2013

De landelijk gemiddelde leeftijd van het onderwijspersoneel in 20121 is De gemiddelde leeftijd bij stichting Proo per 1-8-2013 is

40,42 jaar 42,76 jaar.

Net als in voorgaande jaren werkten er binnen de Stichting Proo meer vrouwen (80%) dan mannen. Dit geldt voor alle scholen. Bij de functies in de schoolleiding is de verhouding man/vrouw anders verdeeld: er zijn per 1 augustus 2013 3 vrouwelijke directeuren (42%) en 4 mannelijke directeuren. Er werken 18 vrouwelijke locatieleiders (78%) en 9 mannelijke locatieleiders. Drie locatieleiders zijn a.i. en twee locatieleiders leiden als pilot 2 scholen. Op 1 augustus 2013 waren de volgende aantallen personeelsleden naar functie werkzaam: - Directieleden: 8 (8) (MSD en AD) - Onderwijzend personeel 232 (257) - Onderwijsondersteunend personeel 35 (52) Tussen haakjes de aantallen in 2012. De categorie onderwijsondersteunend personeel bestaat uit: conciërges, onderwijs-assistenten, medewerkers kenniscentrum, administratieve krachten en medewerkers bestuurskantoor. Er werken binnen Stichting Proo meer parttimers dan fulltimers. 5.6

Sociaal Plan en reorganisatieplan.

In het voorjaar van 2013 is in overleg met de vakcentrales vastgesteld dat de werkgelegenheidsgarantie, wegens terugloop van het aantal leerlingen, de komende jaren niet gehand-haafd kan worden. Er is een Sociaal Plan 1e fase met de vakcentrales overeengekomen waarin een beoogde reductie van bijna 15 FTE opgenomen is per 1 augustus 2015. Vanaf 1 augustus 2013 tot 1 augustus 2014 is er sprake van een vrijwillige fase waarin medewerkers door middel van een aantal maatregelen gestimuleerd worden op vrijwillige basis te stoppen met werken of minder te gaan werken. Per 31 december 2013 bedroeg de opbrengst van het Sociaal Plan, in termen van reductie in FTE; 7,3. Hiervan is 6,3 FTE op vrijwillige basis vertrokken en is 1 FTE op vrijwillige basis overgestapt naar de Vervangingspool.

1

Recentere informatie is niet beschikbaar.

23


Professioneel

Vernieuwend

5.7

BAPO-gebruik.

Personeelsleden die de leeftijd van 52 jaar hebben bereikt kunnen gebruik maken van de regeling Bevordering Arbeidsparticipatie Primair Onderwijs (BAPO). Het recht op gebruik van deze Seniorenregeling verdubbelt wanneer de leeftijd van 56 jaar bereikt wordt. Per 1 augustus 2013 werd voor 6,2 FTE gebruik gemaakt van de BAPO-regeling. Een afname met 2,6 FTE t.o.v. het voorgaande jaar. Dit wordt met name veroorzaakt doordat veel oudere personeelsleden gebruik hebben gemaakt van het Sociaal Plan in 2012 en 2013. BAPO per 1 augustus 2013 Leeftijdsgroep Bruto wtf 0-52 115,2 52-56 36,5 56-100 56,6 Totaal 208,3 5.8

Bapo-recht 0 3,7 11,6 15,3

opgenomen 0 1,1 5,1 6,2

niet-opgenomen 0 2,5 6,4 8,9

Mobiliteit.

Stichting Proo kent een actief mobiliteitsbeleid. Elk jaar wordt elke medewerker benaderd en gevraagd de personele wensen voor het komende schooljaar kenbaar te maken. In 2013 zijn 13 personeelsleden overgeplaatst van de ene naar de andere school; het merendeel is verplicht overgeplaatst vanwege reorganisatie of het schoolbelang.

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013

5.9

Wisselingen Directeuren 5 6 3 1 1 7 0

Wisselingen locatieleiders 3 3 0 1 2 15 4

Wisselingen leerkrachten 10 11 6 13 12 26 13

Uit vaste dienst

19 37 5

Verzuim.

Het verzuim is met name in de eerste zes maanden van 2013 sterk opgelopen. Over 2013 bedroeg het verzuim bijna 10% voor het onderwijzend personeel. Het landelijk gemiddelde bedroeg in 2012 (meest recente cijfer) 6,44 % voor het onderwijzend personeel en voor het onderwijsondersteunend personeel 6,74%. Het verzuimpercentage was het hoogste in de leeftijdscategorie boven de 55 jaar (11,3 % over 70 personen). In 2013 waren er 49 gevallen van langdurig verzuim, waarvan er 7 een arbeidsgebonden relatie hadden. Analyse van de verzuimoorzaken laat een verdeling zien van ongeveer 1/3 psychische klachten, 1/3 klachten van het bewegingsapparaat en 1/3 overige klachten. De arbodienst had in 2013 69 spreekuurcontacten en 27 telefonische spreekuren met medewerkers van de Stichting Proo. Voorts zijn er 24 probleemanalyses en één WIA re-integratie verslag opgesteld. Er vonden 14 consulten op verzoek van de Stichting Proo plaats.

24


Professioneel

Vernieuwend

Ziekteverzuim 12 9,4 9,8

Percentage

10 7,74

8

7

6,59 6,51

5,51

6 4

9,23

3,63

2011 2012 2013

2 0 Dir.

OP

OOP

Groepen personeel

In november is een training georganiseerd voor de meerscholen directeuren, ook is met de Arbodienst overeengekomen dat zieke medewerkers eerder opgeroepen worden voor een consult met de bedrijfsarts en heeft er een extra overleg plaats gevonden tussen de bedrijfsarts, P&O en meerscholen directeuren. Met vertegenwoordigers van het Vervangingsfonds is het arbobeleid doorgesproken. Het arbobeleid en de maatregelen naar aanleiding van het opgelopen verzuim eind 2012 en in de eerste helft van 2013 zijn door het Vervangingsfonds als passend beoordeeld. In 2013 is voorts gestart met een Risico-Inventarisatie en Evaluatie. Voorts is de procedure van verzuim en herstel geactualiseerd en besproken met de meerscholen directeuren. Ook in de nieuwsbrief van Proo is er aandacht besteed aan het verzuim, het voorkomen ervan en de procedure die van toepassing is indien er sprake is van verzuim. Vervanging In 2013 zijn veel open sollicitaties voor de functie van (inval)leerkracht binnengekomen. In 2013 heeft de selectiecommissie 3 keer een ronde sollicitatiegesprekken met kandidaten gevoerd voor aanvulling van de lijst met losse invallers. Vanaf 1 april 2013 wordt de vervanging centraal geregeld door een medewerker van het bestuurskantoor. Dit is gebeurd omdat de Vervangingspool een goede administratie behoeft en een zo volledig mogelijke inzet van de Poolers. Daarnaast geeft dit een ontlasting voor de locatieleiders.

2011 2012 2013

5.10

Op invallijst 92 70 60

Wachtgelders 35 35

Informatievoorziening en overleg.

De regelingen op het gebied van personeelsbeleid zijn gebundeld in het Handboek Personeel en zijn digitaal beschikbaar via Axxerion. Dit handboek wordt regelmatig geactualiseerd en aangevuld en is op elke school en op het bestuurskantoor aanwezig.

25


Professioneel

Vernieuwend

6

Huisvesting en facilitaire zaken

6.1

Aanvragen, afhandeling en planning voor het verslagjaar 2013.

Naast allerlei werkzaamheden die voortvloeiden uit het Meerjarenonderhoudsplan (MOP) zijn de volgende belangrijk zaken te melden die plaatsvonden in 2013:  Een afronding van de asbestinventarisatie van alle schoolgebouwen. Daar waar het noodzakelijk was zijn maatregelen getroffen.  Na het aanbrengen van energiebesparende maatregelen aan de gebouwen is in 2013 gestart met de mogelijkheid te onderzoeken of wij zonne-energie kunnen laten voorfinancieren. Hiervoor wordt samen met de Regio Noord-Veluwe een plan ontwikkeld in 2014. Ook zal hierbij meegenomen worden de mogelijkheden voor het aanbrengen van LED-verlichting. 6.2

Nieuwbouw en renovatie

In 2013 zijn de volgende projecten gerealiseerd:  Vervanging van een deel van de kozijnen, inclusief dubbel glas, van de Gildeschool in Epe.  Vervanging van voegwerk en loden stroken De Sprenge in Vaassen.  Vervangen van de zinken dakrandafwerking van de Nieuwe Wisselse School in Epe.  Vervangen van kozijnen van de Sprenge Emst.  Renovatie van het platte dak van Klein Schovenhorst in Putten.  Oplevering van de nieuwbouw van de Cantharel in Ermelo.  De Parkschool in Heerde is tijdelijk verhuisd naar het voormalig schoolgebouw van de Spreng in Heerde, omdat op de locatie van de Parkschool het Multifunctionele gebouw Heerde Oost wordt gebouwd. Betreffende Heerde Oost blijft het standpunt van Proo dat het alleen gaat om de Parkschool en niet om de Horsthoek.  Proo heeft in 2013 het bouwheerschap op zich genomen voor de realisatie van de Unilocatie Wachtelenberg, waarin ook de Hoge Weerdschool wordt opgenomen. Oplevering wordt verwacht in het begin van 2015.  In de gemeente Oldebroek is een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de bouw van een Multifunctioneel gebouw waarin basisschool Elburg ook gehuisvest wordt samen met een andere basisschool en de onderbouw van een school voor voortgezet onderwijs: Scola Elburg heeft het project. 6.3

Risico- Inventarisatie en evaluatie (RI-en E).

Voor de beoordeling van de gebouwen is een RI-en E uitgevoerd. Kleinere zaken uit deze beoordeling zijn door de conciërges ten uitvoer gebracht. De RI-en E voor werkdruk en temperatuur vindt plaats in 2014. 6.4

Facilitaire zaken

Er zijn verdere stappen gezet met betrekking tot centrale inkoop en bezuiniging op materialen. Dit proces zal in 2014 worden vervolgd in de vorm van het aantrekken van 1 leverancier voor alle lesmaterialen en onderwijsleerpakket. 6.5

Doordecentralisatie onderwijshuisvesting

Zoals nu nog steeds de planning is, worden schoolbesturen in 2015 verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenzijde van het gebouw. De binnenzijde was al een verantwoordelijkheid voor de schoolbesturen. Gemeenten blijven zorg dragen voor (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding van schoolgebouwen en verzekeringen. 26


Professioneel

Vernieuwend

Schoolbesturen kunnen tijdrovende procedures bij gemeenten voortaan achterwege laten voor buitenonderhoud. Verschillende gemeenten zijn al bezig met beleid te ontwikkelen voor de doordecentralisatie het goed overdragen van schoolgebouwen aan de schoolbesturen. In de loop van 2014 wordt dit op een rij gezet om de risico’s en voordelen van de doordecentralisatie voor Proo in beeld te brengen. Omdat het wetsvoorstel nog niet van kracht is en er een kans aanwezig is dat de ingangsdatum van 1 januari 2015 verschoven wordt naar 1 januari 2016, zijn zekerheidshalve aanvragen ingediend bij de verschillende gemeenten voor uitvoering van buitenonderhoud met als realisatiejaar 2015. Verder zal het Meerjarenonderhoudsprogramma in 2014 weer geactualiseerd worden.

27


Professioneel

Vernieuwend

7

Financiën

7.1

Inleiding

Het jaarverslag 2013 wordt in een separaat bestuursverslag en een financiële jaarrekening opgeleverd. Dit hoofdstuk is een samenvatting van de financiële jaarrekening. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de balans per 31 december 2013, de staat van baten en lasten, de investeringen, het financiële beleid. In de afzonderlijke (voorgeschreven) continuïteitsparagraaf (Hoofdstuk 8), wordt ingegaan op de verwachte financiële gevolgen van het gevoerde en uit te voeren beleid, het risicomanagement systeem en de rapportage van het toezichthoudend orgaan. 7.2

Financiële situatie per 31 december 2013

Balans Hieronder is de gerealiseerde balanspositie per ultimo 2013 en 2012 weergegeven. De activa zijde geeft de opbouw van de bezittingen weer. De passiva zijde toont hoe de totale bezittingen zijn gefinancierd.

Balans (x EUR 1.000)

2013

2012

ACTIVA

2013

2012

Eigen Vermogen

2.030

1.093

1.316

1.665

14

0

PASSIVA

Vaste activa Materiële vaste activa

2.205

2.270

2.205

2.270

Voorzieningen

Vorderingen

1.166

1.289

Langlopende schulden

Liquide middelen

1.855

971

3.021

2.260

Kortlopende schulden

1.865

1.772

5.226

4.530

Totaal passiva

5.226

4.530

Vlottende activa

Totaal activa

28


Professioneel

Vernieuwend

Reserves Het eigen vermogen is eind 2013 opgebouwd uit een algemene reserve en een herwaarderingsreserve.

Reserves [x EUR 1.000]

2013

2012

Algemene reserve

1.872

1.049

Bestemmingsreserve Herwaarderingsreserve Totaal reserves

125

0

33

44

2.030

1.093

Voorzieningen De voorzieningen dienen voor de gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud over meerdere jaren en ter dekking van reeds aangegane personele verplichtingen welke in de nabije toekomst tot een uitgave zullen leiden.

Voorzieningen [x EUR 1.000]

2013

2012

Voorziening groot onderhoud

977

813

Voorziening Jubileumgratificaties

118

119

Voorziening reorganisatiekosten

221

733

339

852

1.316

1.665

Personele voorzieningen

Totaal voorzieningen

De voorziening groot onderhoud is gevormd op basis van een meerjaren onderhoudsplan dat periodiek wordt geactualiseerd. Jaarlijks wordt in principe een vast bedrag als kosten voor groot onderhoud opgenomen in het resultaat en aan de voorziening toegevoegd. De werkelijke uitgaven voor groot onderhoud worden aan de voorziening onttrokken. De voorziening Jubileumgratificaties is gevormd ter dekking van toekomstig te verwachten uitkeringen in verband met 25- en 40-jarige ambtsjubilea. Het saldo is bepaald op basis van de door VOS/ABB voorgestelde eenvoudige berekeningswijze, zijnde een vast bedrag van € 550 per FTE.

29


Professioneel

Vernieuwend

Kengetallen Voor financiële sturing wordt gebruik gemaakt van kengetallen. Hierna staan een aantal belangrijke kengetallen vermeld, met bijbehorende norm van OCW.

Ken- en stuurgetallen

2013

2012

Solvabiliteit (1)

39%

24%

35% - 60%

Weerstandsvermogen

-1%

-6%

10% - 40%

5,1%

-3,6%

-3% - + 3%

27,3%

23,3%

<35%

Liquiditeitsratio

1,62

Rentabiliteit Kapitalisatiefactor

norm

1,28

> 1,5

Solvabiliteit: De bezittingen zijn voor 39% gefinancierd met eigen vermogen. Ten opzichte van 2012 is er een belangrijke verbetering opgetreden, mede door het hogere exploitatieresultaat. Weerstandsvermogen: Het eigen vermogen eind 2013 minus de post vaste activa in een percentage van de totale baten. Door het positieve resultaat over 2013 is het kengetal van het weerstandsvermogen verbeterd, doch blijft onder de nullijn. Liquiditeitsratio: Door de positieve resultaatsontwikkeling en temporisering van de investeringen in 2013 is de liquiditeitsratio gestegen. Rentabiliteit : Rentebaten en –lasten buiten beschouwing gelaten bedraagt het positieve resultaat over 2013 5,2% van de jaarbaten. Dat is ruimschoots boven de norm. Kapitalisatiefactor: het totale vermogen minus de waarde van gebouwen in een percentage van de totale baten. Een te hoge factor zou kunnen wijzen op spaargedrag en onvoldoende middelen ter beschikking stellen aan het onderwijs zelf. 7.3

Financiële gang van zaken gedurende het verslagjaar

Exploitatierekening Hieronder is de verdichte staat van baten en lasten (de exploitatierekening) over het boekjaar 2013 weergegeven, afgezet tegen de begroting 2013 en de realisatie van 2012.

Staat van baten en lasten

[x EUR 1.000]

Werkelijk

Begroot

Werkelijk

2013

2013

2012

17.383

16.370

17.254 315

Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen

160

80

Overige baten

606

433

686

18.149

16.883

18.255

13.916

13.585

15.581

392

388

414

1.568

1.385

1.530

Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige materiële lasten Totaal lasten

1.345

1.089

1.399

17.221

16.447

18.924

30


Professioneel

Vernieuwend

Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit buitengewone bedrijfsvoering Nettoresultaat

929

436

-669

10

1

5

-

-

-

937

435

-664

Het boekjaar 2013 is met een positief resultaat van € 937.000 afgesloten, waarvan ca € 370.000,-een incidenteel karakter draagt. Ten opzichte van de begroting en vorig jaar is dit een verbetering van € 502.000 resp. € 1.601.000. Toelichting verschil ten opzichte van de begroting: De baten zijn € 1.266.000 beter dan begroot, met ca € 720.000 aan incidentele posten, w.o. € 549.000 Nationaal Onderwijsakkoord. Door bijstelling van de subsidies OCW (+€ 122.000), meer rugzakleerlingen (+118.000), subsidie behoud en doorstroom jonge leraren (+€ 65.000), detachering en WSNS (+ € 123.000) en diversen ( € 118.000) zijn de baten hoger uitgevallen t.o.v. begroting. In de baten is tevens rekening gehouden met restitutie van teveel ontvangen bijdrage 2012/2013 voor ( € 67.000) De personele lasten zijn € 330.000 hoger dan begroot door hogere werkgeverslasten (+ € 120.000), kosten personele frictie (+€ 62.000), dotatie voorziening reorganisatie (+ € 162.000), minder kosten organisatieontwikkeling (-€ 86.000), hogere lasten Arbodienst ( +€ 18.000), kosten interim management (+€ 60.000) en diversen (+ € 55.000). Daarnaast is er sprake van een eenmalige restitutie Belastingdienst inz. WAO/WIA (-€ 61.000) De huisvestingslasten zijn ca € 180.000 hoger dan begroot, door incidentele lasten energie, schoonmaak, verhuizing, onderhoud en lasten voorgaand jaar ( + € 67.000), hogere gebruikerslasten MFA-’s en bestuurskantoor (+ € 86.000) en diversen (+ € 27.000) De overige materiële lasten zijn € 256.000 hoger dan begroot, door incidentele lasten Proo dag, implementatiekosten nieuwe software, publieksvriendelijke versie Strategisch beleidsplan en onderzoekskosten en begeleiding onderwijskwaliteit (+ € 85.000), meerkosten leermiddelen (+ € 27.000), ICT kosten (+ € 51.000), juridische kosten (+ € 18.000), reproductiekosten ( + € 20.000), onderwijsbegeleiding en culturele vorming (+ € 22.000) en diversen (+ € 33.000) Toelichting verschil ten opzichte van 2012: De baten zijn in 2013 € 105.000 minder door lager volume leerlingen (-€ 550.000), minder gemeentelijke subsidie schakelklassen en schoolbegeleiding ( -€ 131.000), meer subsidie WSNS ( + € 30.000), eenmalige subsidie Nationaal onderwijsakkoord en subsidie Doorstroom en Behoud Jonge Leraren ( + € 614.000) en diversen (- € 65.000) De personele lasten zijn € 1.666.000 lager door een lagere dotatie voorziening reorganisatie ( -€ 835.000), minder salariskosten door afname aantal FTE ( - € 1.170.000), hogere werkgeverslasten (+ € 120.000)lasten hogere lasten organisatie ontwikkeling (+ € 83.000), hogere lasten Arbo (+ € 34.000), malus Vervangingsfonds (+ € 37.000), kosten interim management ( + € 45.000) en diversen (+ € 140.000).

31


Professioneel

Vernieuwend

De huisvestingslasten zijn € 38.000 hoger door huurlasten MFA/Bestuurskantoor ( + € 50.000), hogere kosten schoonmaak (+ € 60.000), lagere kosten door eenmalige bate (- € 50.000) en minder per saldo onderhoudskosten (- € 20.000). De overige materiële lasten zijn € 55.000 lager, door lagere ICT kosten ( -€ 20.000), lagere kosten leermiddelen (- € 30.000), minder kosten deskundigheidsadvies (- € 70.000) en hogere kosten P&R ( + € 40.000) en diversen ( + € 25.000) 7.4

Investeringen

In 2013 is er wederom sprake geweest van een beperkt investeringsbudget. Als gevolg van nieuwbouw zijn er investeringen in meubilair en voorzieningen gebouwen/ terreinen noodzakelijk geweest. Voor de investeringen voorzieningen gebouwen/terreinen is geen financiering door de betrokken gemeente verleend.

Investeringen [x EUR 1.000]

2013

2012

Gebouwen en terreinen

30

0

Inventaris en apparatuur

276

203

Leermiddelen Totaal investeringen

7.5

21

20

327

223

Financiële beleid

Treasury statuut In haar treasurybeleid werkt Proo volgens een in 2006 opgesteld financierings- en beleggingsstatuut. Binnen de daarin vastgelegde kaders wordt getracht een zo hoog mogelijk rendement te verkrijgen op tijdelijk overtollige middelen en een zo laag mogelijke rente op eventuele schulden. In 2013 is het treasurystatuut geactualiseerd. In boekjaar 2013 zijn er geen beleggingen geweest. Financieel beleid In het verslagjaar is met ingang van 1 januari 2013 de financiële-, personeel- en salarisadministratie uitbesteed aan de Onderwijs Service Groep te St. Oedenrode. Doel hiervan is met name om de kwetsbaarheid van de eigen organisatie te mitigeren. Het jaar 2013 heeft met name in het teken gestaan van verdere verbetering van de financiële sturing van de organisatie, onder meer door het aantrekken van een business controller, tijdige maandelijkse rapportages en analyses van de cijfers, kwartaalrapportage met een duidelijke relatie naar het Strategisch Beleidsplan. De interne controle, alsmede proces- en procedurebeschrijvingen hebben eveneens ruim aandacht gekregen en hebben de bedrijfsvoering verder verbeterd, hetgeen door de accountant in zijn managementletter wordt bevestigd. Mede gezien de negatieve resultaatsontwikkeling in voorgaande jaren hebben kostenbewustzijn, kostenreductie en temporisering van de investeringen en onderhoudsuitgaven in het afgelopen boekjaar centraal gestaan. Dit heeft mede geleid tot een positieve resultaat- en liquiditeitsontwikkeling. 32


Professioneel

Vernieuwend

Voorjaar 2013 is het Strategisch Beleidsplan (SBP) vastgesteld. De financiële vertaling hiervan moet verder vorm krijgen in de (meer)jaarbegroting en door het invoeren van budgethouderschap. Dit laatste leidt ertoe dat de doelstellingen uit het SBP zowel kwalitatief als kwantitatief gemonitord worden tijdens het jaar. In de kwartaalrapportages krijgt dit verder vorm door verslag te doen van de behaalde resultaten, alsmede een vooruitblik naar komende periode te maken, zonodig ondersteund met de bijbehorende kritische prestatie-indicatoren. De verwachting is dat medio 2014 dit instrument voldoende is ingebed in de PDCA cyclus van onze organisatie. Een ander belangrijk onderdeel van de PDCA cyclus, te weten risicomanagement, heeft mede door de transitie fase waarin de organisatie verkeert, de focus operationeel en financieel gericht gehad. In 2014 zal de focus meer op het strategische en tactische niveau worden gelegd. We verwijzen hiervoor tevens naar hoofdstuk 8 Continuïteitsparagraaf.

33


Professioneel

Vernieuwend

8

Continuïteitsparagraaf

8.1

Gegevensset

A1. Kengetallen

Kengetal (per 31/12) Personele bezetting in FTE: -management&directie -onderwijzend personeel -overige medewerkers Leerlingenaantallen 1 okt.

2013

2014*

2015*

2016*

203,2

193,0

183,0

175,0

7,7

7,7

7,7

7,7

170,6

160,4

150,4

142,4

24,9

24,9

24,9

24,9

2.845

2.641

2.572

2.469

*=Prognose A 2. Meerjarenbegroting Balans Activa VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa TOTAAL VASTE ACTIVA

2013

2014*

2015*

2016*

0 2.205 0 2.205

0 2.289 0 2.289

0 2.399 0 2.393

0 2.482 0 2.480

VLOTTENDE ACTIVA

3.021

2.459

1.854

1.732

TOTAAL ACTIVA

5.226

4.750

4.253

4.215

Passiva EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve

1.905 125

1.791 0

1.831 0

1.865 0

VOORZIENINGEN

1.316

1.176

644

576

LANGLOPENDE SCHULDEN

14

10

6

2

KORTLOPENDE SCHULDEN

1.848

1.772

1.772

1.772

TOTAAL PASSIVA

5.226

4.750

4.253

4.215

1,62 39% 27,3%

1,39 37,8% 26,8%

1,05 43,1% 25,4%

1,0 44,3% 26,1%

Liquiditeitsratio Solvabiliteitsratio Kapitalisatiefactor *=Prognose oktober 2013

34


Professioneel

Vernieuwend

De geprojecteerde cijfers 2014-2016 zijn oktober 2013 opgesteld, de cijfers over 2013 betreffen de actuele jaarcijfers. Het bestuur heeft zich als doel gesteld een omvang van het eigen vermogen van ca € 2.000.000 te bewerkstelligen, zijnde 10%-15% van de rijksbijdragen. Dit als buffer voor het opvangen van niet (te) voorziene risico’s. In de periode 2014-2016 wordt uitvoering gegeven aan het SBP, hetgeen investeringen in ICT en Leermiddelen vraagt. Daartoe wordt jaarlijks een bedrag van € 500.000 uitgetrokken. Mede door onttrekking aan de voorziening reorganisatie en onderhoud zullen de liquide middelen met ca € 688.000 afnemen. Aangezien we vanaf 2012 gebruik kunnen maken van de schatkistbankieren faciliteit bij het Ministerie van Financiën en gezien het verloop van de liquide middelen voorzien we geen directe financieringsproblemen. Wel zal blijvende focus op ontwikkeling van het resultaat en investeringen nodig zijn. In de voorziening onderhoud is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de doordecentralisatie onderhoud per 1 januari 2015. Behalve de ontwikkeling van de liquiditeitsratio zijn de overige ratio in lijn met de normen zoals die voor onze organisatie van toepassing zijn. Staat/Raming van Baten en Lasten Baten

2013

Rijksbijdrage

2014*

17.383.000 16.153.000

2015*

2016*

15.240.000 14.750.000

Overige overheidsbijdragen

160.000

124.000

70.000

58.000

Overige baten

606.000

457.000

530.000

493.000

TOTAAL BATEN

18.150.000 16.734.000

15.840.000 15.301.000

Lasten Personeelslasten

13.916.000 13.468.000

12.764.000 12.252.000

Afschrijvingen

392.000

421.000

387.000

413.000

Huisvestingslasten

1.568.000

1.632.000

1.611.000

1.591.000

Overige lasten

1.345.000

1.130.000

1.049000

1.021.000

TOTAAL LASTEN

17.221.000 16.651.000

Saldo baten en lasten Rentebaten en lasten Resultaat Incidentele baten en lasten in totaal resultaat Rendement

15.811.000 15.277.000

929.000

83.000

29.000

24.000

8.000

10.000

10.000

10.000

937.000

93.000

39.000

34.000

370.000 5,1%

0.6%

0,2%

0,2%

35


Professioneel

Vernieuwend

In de bovenstaande jaarresultaten is gewerkt met de eerder genoemde ontwikkeling in leerlingenaantal, voor zowel de rijksbijdragen alsmede de overige lasten. In de cijfers voor 2014-2016 is geen rekening gehouden met doordecentralisatie onderhoud per 1 januari 2015, invoering Passend Onderwijs per augustus 2014 en Spreiding & Instandhouding van scholen. Wij verwijzen hiervoor naar paragraaf B2. In de personeelslasten is rekening gehouden met verhoging wegens periodieken, alsmede 1% niet bekostigde loonkostenstijging. Daarnaast is rekening gehouden met zowel de kosten (sociaal plan) als de besparing door afvloeiing van personeel. De huisvestingslasten blijven hoog, ondanks een voorziene (per saldo) besparing van 2% op de kosten. Dit wordt mede veroorzaakt door een noodzakelijke verhoging van de jaarlijkse dotatie voorziening onderhoud met € 135.000. In de cijfers is geen rekening gehouden met verhuizing van scholen naar Multi Functionele Accommodaties. We gaan er daarbij vanuit dat het geheel budget neutraal plaatsvindt. 8.2

Overige rapportages

B1. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem. De organisatie heeft in 2012/2013 een omvangrijke reorganisatie doorgevoerd met reductie van formatie en aanpassing van de organisatiestructuur tot gevolg. De organisatiestructuur is daarmee verder vorm gegeven door invoering van het Managementteam, bestaande uit de algemeen directeur en zeven meerscholen directeuren en voorbereiding overgang naar een College van Bestuur met een Raad van Toezicht. (ingangsdatum maart 2014) Daarnaast is medio 2013 het Strategisch Beleidsplan 2014-2018 (SBP) door het bestuur en managementteam vastgesteld. In dit onderhavige plan wordt met name de gewenste (noodzakelijke) cultuuromslag naar een professionele, betrokken en innovatieve attitude expliciet. Een belangrijke voorwaarde voor het effectueren van deze cultuuromslag is, dat de diverse managementgeledingen binnen de organisatie hun leiderschap en ondernemerschap tonen. Daartoe is eind 2012 een tweejarig trainingstraject opgestart met een extern bureau. Dit alles heeft veel energie en inspanning van de organisatie in het verslagjaar gevraagd. Om het risicobeheersings- en controlesysteem goed te doen functioneren is het van belang dat de betrokken stakeholders (van nature) in staat zijn het proces van identificeren en mitigeren van risico’s binnen de verschillende domeinen van de organisatie te herkennen en te doorlopen. Mede gezien het bovenstaande heeft de organisatie ervoor gekozen om het pad van “in control” zijn op de volgende wijze vorm te geven: 1. Tegelijk met de invoering van de nieuwe organisatiestructuur is er voor gekozen, vanwege kwetsbaarheid, de financiële administratie per 1 januari 2013 uit te besteden. 2. Door het invoeren van de functie van Business Controller (mei 2013) wordt beoogd de professionalisering van het financieel management te vergroten. 3. Vanaf medio 2013 worden de financiële rapportages binnen 1 maand na de verslagperiode opgesteld en voorzien van uitgebreide analyse en toelichting. 4. In de tweede jaarhelft 2013 is een aanvang gemaakt met het opstellen van kwartaalrapportages. Hierin wordt expliciet de voortgang op realisatie van de doelstellingen per domein volgens het SBP toegelicht. Tevens is ook een outlook per domein opgenomen, waarin de activiteiten en/of acties voor het komend kwartaal worden vermeld. Aan de hand van kritische prestatie-indicatoren wordt beoogd de voortgang beter te duiden. Wij merken hierbij nog op dat dit proces enige tijd zal vergen om inbedding in de organisatie te realiseren. 36


Professioneel

Vernieuwend

5. Invoering van budgethouderschap in 2014 ter ondersteuning van de uitvoering en realisatie van de in het SBP opgenomen doelstellingen. 6. Sturing op kostenbewustzijn en doel-investeringen door formalisering van daartoe opgestelde procedures, bewuste vraagstelling en inbrengen nieuwe zakelijkheid. 7. In het voorjaar 2014 zal met de betrokken stakeholders het risicomanagement proces worden opgestart om zodoende meer risico awareness te bereiken op de diverse domeinen. 8. Eind 2013 en begin 2014 wordt de huidige organisatiestructuur op effectiviteit en efficiency geëvalueerd door uitvoering van audits door een extern bureau en deelname aan het collegiale visitatie project “Sturen op onderwijskwaliteit” van de PO raad. 9. Implementatie van de functionaliteiten competentiemanagement en tevredenheids enquêtes ouders/leerlingen/leraren van het kwaliteitszorgsysteem, waardoor meer inzicht wordt verkregen in de diverse risicogebieden. B2.

Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden.

In december 2013 heeft OCW een kwaliteitsonderzoek op een school uitgevoerd en de school als zeer zwak aangemerkt. Hierop is direct actie ondernomen tot verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De hiermee gemoeide kosten worden geraamd op € 125.000 en zijn als bestemmingsreserve in de jaarrekening 2013 opgenomen. Onderstaande tabel geeft de belangrijkste onderscheiden risico’s aan, welke in onze Meerjarenbegroting 2014-2018 zijn opgenomen. Wij merken hierbij nog op dat deze risico’s binnen een financiële scope zijn geduid. In 2014 zal een meer uitgebreide inventarisatie op de verschillende domeinen volgens het SBP plaatsvinden. Risico 1. Afwijking op instroom aantal leerlingen inclusief verdeling onderbouw/bovenbouw en schoolgewichten per procentpunt ten opzichte van de prognose. 2. Spreiding & instandhouding scholen. Fusie en sluiting van minimaal 2 scholen per 1 augustus 2014. 3. Vermindering of onvoldoende bijstelling van de bekostiging van het ministerie van OCW. 4. Beëindiging of verminderen subsidies van gemeenten. 5. Wijziging wetgeving Passend onderwijs per 1 augustus 2014 6. Doordecentralisatie buitenonderhoud per 1 januari 2015 naar bevoegd gezag. 7. Temporisering uitvoering strategisch beleidsplan door beperkte middelen. 8. Heroverweging door gemeenten van huidig huurbeleid ten aanzien van de onderwijshuisvesting met consequenties voor de huuropbrengsten.

Kans 1 2 3 4 5

% voordoen < 20% 20%-40% 40%-60% 60%-80% >80%

1 2 3 4 5

Kans 3

Impact 15-18

5

5

3

5

3 5 5

3 4 3

3

4

4

3

Impact (financieel gevolg) < € 25.000 € 25.000-€ 50.000 € 50.000-€ 100.000 € 100.000-€ 250.000 >€ 250.000 37


Professioneel

4

Vernieuwend

De vermelde risico’s met een waarde ( kans maal impact) hoger dan 15 verdienen met name aandacht, zodanig dat de nadelige effecten zoveel mogelijk worden gemitigeerd. Zoals hiervoor bij B1 onder punt 7 vermeld staat, zal in de loop van 2014 het risicomanagement binnen de organisatie meer vorm krijgen.

B3.

Rapportage toezichthoudend orgaan.

Stichting Proo heeft veel kleine scholen op een wijd verspreid gebied over de Noord-Veluwe. Met de demografische veranderingen en de beleidsvoornemens van het Ministerie over de bekostiging van kleine scholen staat de continuïteit van de kleine scholen in termen van houdbaarheid onder druk. Tevens is er extra aandacht voor de onderwijskwaliteit daar waar de eisen aan leraren c.q. het onderwijs hoger worden en het werken met gecombineerde groepen toeneemt. Stichting Proo heeft het behoud van krachtige lokale educatieve voorzieningen in samenspraak met andere besturen, gemeenten en jeugd-kinderopvang te organiseren. De oplossingen liggen voor de stichting deels regionaal, maar met name lokaal. Het bestuur is daarvoor in gesprek met alle stakeholders die hier een rol in hebben. Met het bovengaande is grotendeels de strategische agenda voor samenwerking en de noodzaak van samenwerking geschets. Vooralsnog lijkt deze gedachte goed ontvangen bij alle gemeenten. Er is echter een groot verschil van opvattingen bij de verschillende lokale schoolbesturen. Investeren in goede onderwijsvoorzieningen ( met name leermiddelen en ICT) is noodzakelijk als “versneller” op het leren leren van kinderen en leraren. Daarnaast is voortdurende professionalisering van het vakmanschap daar direct mee verbonden. De stichting Proo legt hier prioriteit. Prioriteit omdat beide componenten sterk correleren met het behalen van een hoge onderwijskwaliteit. De voedingsbodem hiervoor is ook een goede bedrijfsvoering als solide basis voor ontwikkeling. De financiering van het onderwijs met veel kleine scholen in tijden van krimp staat onder druk. Onder de druk in die zin dat de hoge ambities ook ondersteund moeten kunnen worden met goede voorzieningen. Dit is waar de aandacht van de stichting nu ligt. In verband met de continuïteit van de organisatie en de Code van Goed bestuur vindt er jaarlijks een evaluatie plaats intern op het niveau van het Bestuur c.q. de Raad van Toezicht en twee keer per jaar tussen het CvB en een vertegenwoordiging van de RvT. In de evaluatie vormen de hoofdelementen van de Code van Goed Bestuur, de resultaten in de bedrijfsvoering, de voortgang in de resultaten van het strategisch beleidsplan het kader voor gesprek. Proo staat voor: “Samen vormen we de Toekomst”.

38


Professioneel

Vernieuwend

Lijst met afkortingen AB AD AO ARBO BAPO BK BRIN BSO CITO CMS EBA FFH FPU FTE GLG GMR GVO HGW HVO IB ICT KPC KPZ LCD LEA LVS MFA MIS MOP NDV NSA NSCCT OCW O&K OOZ PABO Proo RNV ROC RSG SBO SBP SMT SWV VO WMK WSNS

Algemeen Bestuur Algemeen Directeur Administratieve organisatie Arbeidsomstandigheden Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen Bestuurskantoor Basisregistratie Instellingen Buitenschoolse Opvang Centraal instituut voor toetsontwikkeling Content management systeem Energie en binnenklimaatadviezen Financiën, facilitair en huisvesting Flexibel Pensioen en Uittreden Fulltime-equivalent Gewogen landelijk gemiddelde Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Godsdienstig vormingsonderwijs Handelingsgericht werken Humanistisch vormingsonderwijs Interne begeleiding Informatie en communicatie technologie Katholiek Pedagogisch Centrum Katholieke Pabo Zwolle Liquid Crystal Display Lokale Educatieve Agenda Leerlingvolgsysteem Multi functionele Accommodatie Management informatie systeem Meerjarenonderhoudsplan Nederlandse Dalton vereniging Nederlandse Schoolleiders academie Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Onderwijs en kwaliteit Openbaar Onderwijs Zwolle Pedagogische Academie voor Basisonderwijs Primair Openbaar Onderwijs Regio Noord Veluwe Regionaal opleidingscentrum Regionale scholengemeenschap Speciaal basisonderwijs Strategisch beleidsplan Sociaal medisch team Samenwerkingsverband Voortgezet onderwijs Werken met kwaliteitskaarten Weer samen naar school

39


Professioneel

Vernieuwend

Jaarverslag Betrokken Professioneel Vernieuwend. Maart 2014

Recommend Documents