Jaarrapportage TKI-‐EnerGO 2013
Versie: Datum:
definitief 30 mei 2014
1
Inhoudsopgave
1 Algemene terugblik op 2013.................................................... 3 2 Algemeen............................................................................. 6 2.1
Lange Termijn Doelstelling .............................................................. 6
2.2
Bestuur en governance ................................................................... 7
3 Thema’s............................................................................... 9 3.1
Verdeling van de middelen en project selectie..................................... 9
3.2
Vraagsturing en MBK betrokkenheid .................................................10
3.3
Internationaal ..............................................................................10
3.4
Kennisverspreiding ........................................................................11
3.5
Transparantie en publiciteit ............................................................11
3.6
Andere TKI’s en Cross-overs naar andere Topsectoren ........................11
3.7
Onderzoeksthema’s .......................................................................12
3.8
Efficientie en effectiviteit ................................................................13
3.9
Belemmeringen.............................................................................13
3.10 Korte termijn doelen & ontwikkelpunten ...........................................13
4 Financieel Jaarverslag ........................................................... 14 5 Deelnemers TKI ................................................................... 14
2
1 Algemene terugblik op 2013 2013 Is het eerste volledige jaar van de TKI-‐EnerGO (opgericht in augustus 2012). In deze rapportage kan dus nog geen vergelijk worden gemaakt met eerdere jaren. In 2013 heeft TKI EnerGO op een 3-‐tal terreinen substantiële voortgang geboekt. Allereerst is het TKI-‐ EnerGO programma aangescherpt tot 5 programmalijnen. Daarnaast is het aangekondigde meerjarenprogramma voor de onderwerpen “Compacte Opslag en Compacte Conversie” verder vormgegeven en is dat onderwerp inmiddels ook binnen de NWO/STW programmering aan de orde. Tot slot heeft in 2013 het TKI-‐EnerGO haar positie en profilering in de enigszins ongestructureerde markt van “energie in de gebouwde omgeving” versterkt met een sterke aansluiting op het MKB en is er zowel nationaal als internationaal een forse stap gemaakt in de ontwikkeling van het TKI-‐EnerGO ecosysteem. De aanscherping van 16 naar 5 programmalijnen in 2013 is samen met bedrijfsleven en kennisinstellingen tot stand gekomen. De programmalijnen Duurzame Compacte Conversie en Compacte Opslag kunnen daarbij nog worden geclusterd in het thema “Warmtebatterij”, een samengesteld systeem van opwekking (m.n. nieuwe generaties warmtepomp) en thermische opslag, met als componenten die ook apart op de markt gebracht kunnen worden. De na aanscherping resulterende programmalijnen zijn aangegeven in onderstaand figuur:
Figuur 1: schematisch overzicht van de programmalijnen -‐ ieder icoon vertegenwoordigt een programmalijn
De programmalijn “Financiën en implementatie” uit 2012 is in 2013 gestopt. Dit onderwerp is nu voorzien in het STEM programma van de Topsector Energie. Voor alle programmalijnen zijn de in 2012 gehonoreerde projecten later gestart dan was beoogd, omdat de beschikking diverse maanden tot zelfs 1,3 jaar na honorering werd toegekend. Daardoor is bij een aantal 2012-‐projecten aanzienlijke vertraging opgetreden en zijn de meeste projecten pas in de loop van
3
2013 gestart. De nieuwe projecten uit de tender 2013 zijn in december 2013 beschikt. Alle projecten zijn dus nu in de eerste fasen van uitvoering waardoor rapportage van concrete resultaten prematuur is. Er zijn wel eerste positieve signalen te melden zoals bij de ontwikkeling van een compacte thermische opslag waar een innovatief (patent wordt aangevraagd) reactor ontwerp is ontwikkeld. Bij Regeling Energieprestatie en Control leidt wetenschappelijk onderzoek aan menselijk comfort tot nieuwe ontwerpindicatoren voor zeer energiezuinige comfortsystemen. De voorlopige resultaten uit een project waarin praktijkmetingen aan ventilatiesystemen zijn opgenomen leiden direct tot productaanpassingen voor zowel de Nederlandse markt als voor de export. De ontwikkeling van een tool voor energiebeslissingen op gebiedsniveau, gebaseerd op verschillende geo-‐datalagen, zal o.a. een rol gaan spelen bij de uitwerking van de Green Deal Smart Energy Cities. De programmalijnen Duurzame Compacte Conversie en Compacte Opslag zijn in 2013 verder verdiept. Het belang hiervan voor de verduurzaming van het gehele energiesysteem neemt sterk toe met de behoefte aan mogelijkheden van energieopslag. De beoogde ontwikkelingen bij deze programmalijnen zullen een verbinding leggen tussen de energiestromen elektriciteit en warmte/koude. TKI EnerGO heeft in 2013 actief bijgedragen aan het samenbrengen van partijen uit de kenniswereld en bedrijfsleven en dat heeft ook geleid tot de eerste STW programma aanvraag gericht op materialen voor zeer compacte thermische opslag. Deze aanvraag is de eerste selectieronde gepasseerd. Voor het bereiken van de beoogde doorbraken is robuuste samenwerking noodzakelijk op diverse elkaar versterkende sporen gericht op successievelijke generaties producten. Voor een toegesneden aanpak voor een meerjarig onderzoek-‐ en ontwikkelingsprogramma Compacte Conversie en Compacte Opslag zijn de uitgangspunten in 2013 ontwikkeld. De TKI-‐EnerGO heeft voor de concrete positionering van haar primaire onderzoekslijnen haar visie verder ontwikkeld over de toekomst van het energiesysteem waarin de verschillende technologische opties kunnen worden gepositioneerd. We hebben ervaren dat het hebben van een dergelijke visie zeer inspirerend werkt voor het betrekken van bedrijven bij de verschillende projecten en consortia.
Figuur 2: Verbeelding van de ontwikkelrichting van het overall energiesysteem
4
Een punt van aandacht voor projectvoorstellen is de interpretatie van het staatssteunkader en de regels voor IP. TKI-‐EnerGO is hierover met RVO.nl in overleg waarbij onze insteek is dat vanuit het topsectorbeleid met het Nederlandse bedrijven wordt meegedacht naar wat wél kan binnen de Europese kaders en niet alleen wordt getoetst aan de strengste interpretatie daarvan. Wij zien dit als een algemeen onderwerp dat we graag onder de aandacht van het ministerie van EZ brengen. De kwaliteit van de ingediende projecten is in 2013 toegenomen ten opzichte van 2012. De programmaraad (tevens beoordelingscommissie) heeft de lat hoog gelegd en heeft negen voorstellen in 2013 gehonoreerd, waarvan helaas één is afgevallen om financieel juridische redenen. Hiermee komt het totaal aan onderhanden projecten op 17 met voor ruim 17 mln aan onderzoeksbudget. TKI EnerGO heeft de ambitie de stijgende lijn in kwaliteit voort te zetten door begeleiding van indieners en vooral de pre-‐ advisering verder te versterken. Innovatie vraagt behalve ontwikkeling van innovatieprojecten binnen tki’s ook marktontwikkeling en valorisatie inspanningen. TKI EnerGO heeft daarom in 2013 de Green Deal Smart Energy Cities ondertekend. Deze Green Deal heeft de volgende partijen: 5 TKI’s (TKI-‐Gas, TKI-‐Solar, TKI-‐ Switch2SmartGrids en TKI-‐ClickNL, onderdeel van de Topsector Creatieve industrie), 5 gemeentes (Amsterdam, Eindhoven, Arnhem, Enschede en Groningen), NetbeheerNL en het Ministerie van EZ. TKI-‐ EnerGO coördineert deze Green Deal samen met de TKI-‐S2SG.
5
2 Algemeen 2.1 Lange Termijn Doelstelling Het thema Energiebesparing in de Gebouwde Omgeving zal in de komende jaren van enorme betekenis worden. De noodzaak om energiegebruik en CO2-‐uitstoot te reduceren (ook vertaald in Europese richtlijnen) en de energierekening betaalbaar te houden is duidelijk. Renovatie en herinrichting van de bestaande bebouwde omgeving worden veel belangrijker dan nieuwbouw. Gebouwen met installaties die zelf energie opwekken krijgen grote invloed op de energiesystemen in de gebouwde omgeving. Deze trends en ontwikkelingen vereisen nieuwe inzichten en innovaties. De bouwsector en daaraan gerelateerde toeleveringsindustrie met een jaarlijkse omzet van ca. 75 miljard euro (waarvan ca. 21 miljard in de toeleveringsindustrie) zal de komende jaren haar groei vooral relateren aan al die verschillende aspecten die gekoppeld zijn aan energiebesparing en duurzame energie opwekking. Voor veel bedrijven die gerelateerd zijn aan de gebouwde omgeving – waarvan het grootste deel in deze sector MKB – is de afgelopen periode economisch uitermate moeilijk geweest. Het nieuwbouwvolume voor de woningbouw is in 4 jaar tijd ongeveer met 2/3 teruggelopen; voor de kantorenmarkt is nieuwbouw nagenoeg volledig tot stilstand gekomen. Dit heeft uiteraard grote invloed op de sector en beïnvloedt de mogelijkheden om middelen vrij te maken voor een intensief innovatieproces. Gelukkig zijn er ook ondernemingen die minder kwetsbaar zijn gebleken en die ook een sterke export positie hebben kunnen continueren of opbouwen. Het energieverbruik in de gebouwde omgeving bedraagt ca. 35% van ons totale nationale energieverbruik en veroorzaakt 30% van de CO2 uitstoot. De verdeling tussen energiegebruik in woningen en de utiliteitsbouw is ongeveer 50/50. Om energieverbruik in ons land serieus terug te dringen, is de gebouwde omgeving een zeer relevante sector. Er is van het besparingspotentieel Figuur 3: verdeling van nu al heel veel technisch en economisch rendabel te energiegebruik in Nederland realiseren (positieve kosten/baten verhouding). Maar voor het bereiken van energie neutraliteit rond 2050 in de gebouwde omgeving is nog veel vernieuwing en innovatie nodig, onder meer doordat de gebouwde omgeving steeds meer naast een sector waarin energie wordt verbruikt, ook een sector wordt waar energie wordt opgewekt. Het economisch belang van de bouwsector is, met een aandeel van ca. 7% in de Nederlandse werkgelegenheid en 4,5% in het BNP, groot. De Nederlandse energie doelstelling – mede in lijn met de Europese afspraken op dit gebied1 – zal de komende jaren voor de gebouwde omgeving moeten leiden tot een aanzienlijke intensivering van de energiebesparing en benutting van duurzame energieopwekkingsvermogen in de gebouwde omgeving.. Dit resulteert in een aanzienlijke groei in economische activiteit. 1
EU richtlijnen: EPBD, Energy Services, Hernieuwbare energie, ecolabelling / ecodesign
6
Hoewel de bouwsector voornamelijk nationaal is georienteerd, is er een aanzienlijk exportpotentieel dat vooral bestaat uit materialen, producten en systemen van de bouw/installatie toeleveringsindustrie en ook technische consultancy (denk aan bijvoorbeeld in Nederland ontwikkelde HR-‐ketels, HR Ventilatie systemen, WKO kennis en expertise, glazen gevels, etc.). Aansluitend bij boven beschreven uitgangssituatie en ontwikkelingen heeft de TKI EnerGO onderstaande maatschappelijke (energie) en economische ambities. De nationale energie ambities waarop TKI-‐EnerGO zich richt, zijn samengevat: • Energie neutrale nieuwbouw (woningbouw en utiliteit) • Overall 20-‐35% CO2 reductie ten opzichte van 1990 in 2020. • Halvering van het totale energiegebruik in de gebouwde omgeving in 2030. • Het integreren van de energievraag en (duurzaam) aanbod van energie uit de gebouwde omgeving in de verdere ontwikkeling van het gehele energiesysteem. • Energie neutrale gebouwde omgeving medio deze eeuw. Dit impliceert de transitie van gebouwlabels variërend van G – A nu, naar alleen triple A gebouwlabels in 2050: Op veel gebieden in dit werkveld heeft Nederland een goede kennispositie weten te koppelen aan een sterke industriële basis met goede export kansen (zie onderstaand kader). De economische ambitie van de TKI EBGO is: Vergroten van exportmogelijkheden op het gebied van producten / systemen en diensten in relatie tot energiebesparing en duurzame opwekking en benutting. Anticiperend op verdere implementatie van EU beleid in Europa wordt een export potentie van 2-‐5 miljard euro per jaar beoogd. Figuur 4: Ambitie: Ontwikkeling van de energieprestatie van gebouwen in NL van gemiddeld label D in 2012 naar gemiddeld label A+++ in 2050
De economische ambitie waarop de deze TKI zich richt, is kort samengevat: • Het ontwikkelen van een degelijke industriële basis voor de toepassing van de energiebesparing, duurzame energieopwekking en energieopslag in de gebouwde omgeving binnen Nederland met een omzet die in 2025 zal moeten zijn opgelopen tot minimaal 6 miljard additioneel per jaar en relatief hoogwaardige werkgelegenheid biedt aan 50.000 mensen.
2.2 Bestuur en governance TKI EnerGO is als stichting formeel opgericht op 24 augustus 2012. De organisatie kent een Raad van Toezicht (benoemt en ontslaat het bestuur), een besluitvormend algemeen bestuur (met een dagelijks bestuur) en een adviserende programmaraad (die tevens de projectvoorstellen beoordeeld). Zowel bestuur als programmaraad zijn samengesteld uit mensen met een staat van dienst in wetenschap en bedrijfsleven. Gekozen is voor een kleine uitvoeringsorganisatie, die in 2013 van start is gegaan met o.a. een programmadirecteur en deeltijd secretaresse.
7
Leden van de Raad van Toezicht: Michiel Boersma Tim van der Haagen
Tot najaar 2013 Topteam Energie Lid Topteam energie
Leden van het Bestuur: boegbeeld Teun Bokhoven (Vrz) Henk Miedema (P/S) Jacqueline Cramer Meiny Prins David Smeulders
8
Achtergrond als MKB ondernemer, tevens voorzitter DE-‐ Koepel Directeur TNO Bouw en infra Hoogleraar UU, directeur UCI CEO Priva bv, MKB-‐ tevens bestuurslid FME/CMW Hoogeleraar TUe, coördinerend voor 3TU-‐ energieonderzoek
3 Thema’s
3.1 Verdeling van de middelen en project selectie Programmering, verdeling over de onderwerpen en aanpak: Het TKI-‐EnergGO heeft in 2012 gewerkt met een programmering die direct was gekoppeld aan het innovatiecontract, inclusief de daarbij aangegeven middelen verdeling. Daarbij lag een accent op programmalijnen zoals Ventilatie optima-‐ lisatie, regelingen en control (ICT), multi-‐ functionele bouwdelen en energieoplos-‐ singen op gebiedsniveau. Hiervoor zijn in nauwe samenwerking met de TKI verschil-‐ lende consortia op deelprojecten opgericht. De projecten die gehonoreerd zijn werden beschikt via maatwerkbeschikkingen. Dat is een uitermate tijdrovende en administratief complexe afwikkeling gebleken. Voor 2013 is, mede op instigatie van het Topteam Energie, EZ en RVO, gekozen voor een Fig. 5 Verdeling van de projecten over de verschillende program-‐ tender aanpak, waarbij de projecten zijn malijnen van 2012/2013. gerankt. Verdeling over de activiteiten: Bij de huidige serie projecten die zijn gehonoreerd ligt er een sterk accent op industrieel onderzoek. Mede door de relatief sterke betrokkenheid van het MKB bij de projecten ligt de nadruk op onderzoek met een redelijk zicht op market deployment. In 2013 is met NWO/STW overeenstemming bereikt over het opnemen van onderwerpen die ook voor TKI-‐EnerGO grote relevantie hebben. In de eerste selectie is daarvoor nu 1 voorstel opgenomen die aansluit op de EnerGO programmering. Besluit hierover valt in de loop van 2014. Indien dat Fig. 6 Verdeling van de projecten over de voorstel wordt gehonoreerd, dan neemt het aandeel verschillende fasen van onderzoek fundamenteel onderzoek aanzienlijk toe. Beoordeling van de voorstellen: De beoordeling van de projectvoorstellen wordt uitgevoerd door een onafhankelijke beoordelingscommissie (Programmaraad) die is ingesteld door het bestuur. De Programmaraad bestaat uit 7 leden en adviseert het bestuur over de projecten. Bij de beoordeling worden 4 criteria gehanteerd: o Bijdrage aan de verduurzaming van de energievoorziening o Bijdrage aan de Nederlandse economie (incl. export) o Innovatief gehalte van het voorstel
9
o
Kwaliteit van het consortium en slaagkans van het project
Voor elk van deze criteria geldt een pass/fail, wordt bij ‘pass’ een kwantitatieve waardering aangegeven en een kwalitatieve beoordeling beschreven. Het bestuur volgt in de regel het advies volledig en zal slechts in bijzondere omstandigheden daarvan afwijken (denk aan grote verschillen van inzicht binnen de Programmaraad of indien er nog extern advies moet worden ingewonnen). Uiteindelijk worden de projecten via RVO beschikt. Daarbij zijn bezwaren volgens de voor RVO procedures mogelijk.
3.2 Vraagsturing en MBK betrokkenheid Het MKB maakt 35% uit van de betrokken partijen bij de verschillende projecten. We signaleren hierbij een stijgende tendens. Betrokken partijen bij TKI-‐EnerGO projecten worden aangemoedigd om deelnemer te worden in de TKI. Met deze deelnemers is er regelmatig contact via verschillende soorten van bijeenkomsten (thematisch, netwerken). Ook in de uitvoering van de MIT regeling zien we een sterke MKB betrokkenheid en interesse voor de TKI-‐EnerGO onderwerpen. Al in 2012 (kort na de oprichting van de TKI) is met Fig. 7 Verdeling van de deelnemers in TKI-‐EnerGO projecten (toenmalig) Syntens een overeenkomst gesloten voor de inrichting van het MKB-‐Loket. Deze samenwerking richt zich op de “1e lijn” ondersteuning. Voor EnerGO van groot belang, gelet op de MKB betrokkenheid bij veel van de projecten (zie hieronder). Vanuit EnerGO is actief bijgedragen aan het voorstel voor de inrichting van een TSE breed MKB-‐Loket (in samenwerking met Topsector Chemie-‐ en onderdeel van het Energieakkoord). Gerichte 2e lijndienstverlening en ondersteuning aan MKB bedrijven binnen de EnerGO sector is daarnaast in samenwerking met KIC InnoEnergy gestart. Dit heeft geleid tot het werven van een gezamenlijke innovatiemakelaar, die in 2014 is gestart en mede gefinancierd wordt vanuit MIT middelen. In 2014 is het de intentie dit te laten samenvloeien met het Topsector brede initiatief (inclusief TS Chemie) voor een breder MKB-‐steunpunt. Door de themabijeenkomsten aansluitend bij de programmalijnen wordt de inbreng vanuit de industrie benut om de programmering zoveel mogelijk vanuit de industriële vraag in te bedden.
3.3 Internationaal Voor de internationaliseringsagenda werken we behalve met KIC InnoEnergy ook samen met een aantal IEA-‐ implementing agreements en de door de European Construction Technology Platform geinitieerde Europese PPP E2Ba (Energy-‐efficient Buildings) en Renewable Heating and Cooling Platform (duurzame warmte/koude).
10
Per september 2013 is het Nationale Liaison Platform voor EeBa (NLP EeB) netwerk samengevoegd met dat van TKI EnerGO en organiseert EnerGO voor ook dit op Europa gerichte werk ontsluiting van de Europese programma’s, met onder andere informatie en bijeenkomsten t.b.v. Horizon2020. Eén van de leden van de leden van de Programmaraad in 2012/2013 was de mede auteur / schrijver van de voor TKI-‐EnerGO relevante onderwerpen binnen Horizon 2020. De aansluiting van de TKI-‐EnerGO programmering met Horizon 2020 is dan ook uitstekend geborgd. Verder is een bestuurslid van EnerGO tevens de Alternate Delegate namens NL in de EXCO van de IEA implementing agreement on Energy Conservation and Energy Storage (ECES) waardoor een sterke koppeling bestaat met de internationale onderzoeksagenda op het gebied van energieopslag (met accent op de gebouwde omgeving). In 2014 verwachten we dat er ook concrete samenwerkingsprojecten binnen IEA-‐ECES starten met TKI-‐EnerGO betrokkenheid (of deelnemers daarvan)
3.4 Kennisverspreiding In 2013 is efficiëntie en effectiviteit gezocht in samenwerking met andere organisaties zoals: KIC-‐ InnoEnergy, Syntens/KvK, NWO/STW, SEV-‐EnergieSprong-‐Platform31, AgentschapNL (nu RVO.nl) en andere TKI’s. Via de voorzitter van de TKI, die tevens intensief betrokken is geweest bij de totstandkoming van het Energieakkoord voor Duurzame Groei (2013), is op een aantal relevante onderwerpen input geleverd die in het akkoord is opgenomen. Dit betreft artikelen in de domeinen: Energiebesparing in de Gebouwde omgeving, Decentrale Duurzame Opwekking, Energienetten en het domein: Commercialisering en Export. Via de website, verschillende bijeenkomsten waar TKI bestuursleden of functionarissen spreken, artikelen in vakbladen, blogs, etc worden de hoofdlijnen van het TKI-‐EnerGO programma uitgedragen. We moeten daarbij wel realistisch vaststellen dat de sector Energie in de Gebouwde Omgeving erg groot en de middelen en mogelijkheden vanuit de TKI-‐EnerGO om die brede achterban te bedienen erg bescheiden zijn. Vanuit dit uitgangspunt bestaat wel de indruk dat er een hoge mate van effectiviteit bestaat rond de kennisspreiding.
3.5 Transparantie en publiciteit Een deel van dit onderwerp is onder 3.4. aangegeven. De tenders en vooral de daarbij relevante thema’s worden via de website en speciale nieuwsbrieven binnen het TKI-‐EnerGO Ecosysteem (ca. 500 adressen) aangekondigd met zoveel mogelijk voorinformatie, relevante data en verwijzingen. Verder wordt het MKB-‐loket via de Syntens adviseurs ingezet om relevante informatie bij de doelgroep MKB bedrijven te krijgen. De kennisinstelling behoren tot het vaste adressenbestand van het Ecosysteem en krijgen daarmee actuele informatie. In 2013 zijn er nog geen middelen uitgegeven betreffende de TKI toeslag regeling.
3.6 Andere TKI’s en Cross-overs naar andere Topsectoren Vanuit TKI-‐EnerGO zijn er diverse initiatieven ontplooid voor samenwerking met andere TKI’s. 1) Samenwerking TKI-‐EnerGO/TKI-‐Solar: dit betreft een programmatische samenwerking in het ZEGO (Zonne Energie in de Gebouwde Omgeving) programma. In dit gezamenlijke programma lopen de jaarlijkse tenderrondes mee. Er is een lichte programmaorganisatie opgezet die als taak
11
2)
3)
4)
5)
heeft te zorgen voor de juiste programmering, de tender voorbereiding en de project beoordeling (aparte beoordelingscommissie). Vanuit de beide TKI-‐besturen zijn 2 bestuursleden gedelegeerd om gezamenlijk het proces aan te sturen. De samenwerking verloopt constructief en effectief. Samenwerking Systeemintegratie: dit betreft de voorbereiding voor een Topsector breed programma rond systeemintegratie. TKI-‐Gas heeft hierin de lead, maar TKI-‐EnerGO is tezamen met TKI-‐S2SG betrokken bij de coördinatie. Green Deal Smart Energy Cities: Deze Green Deal omvat de samenwerking o.a. met 5 TKI’s, waarvan één TKI uit de Topsector Creatieve Industrie. De Green Deal is eind 2013 afgesloten. De samenwerking verloopt uitermate constructief Onderzoek samenwerking Topsector Water, met name met de TKI-‐Water waarin het onderwerp energie in de ondergrond aan de orde komt. Dit is een onderwerp waar beide TKI’s actief in zijn. In 2013 zijn eerste gesprekken gevoerd die in 2014 worden voortgezet om de mogelijkheden te onderzoeken voor een elkaar versterkende programmering op dat onderwerp. Samenwerking Topsector Energie en Topsector Chemie-‐ in relatie tot MKB ondersteuning. TKI-‐ EnerGO werkt namens de Topsector Energie samen met DPI-‐Value Centre om jaarlijks de MIT regeling in te richten voor de MKB ondernemers.
3.7 Onderzoeksthema’s Zie ook 3.1 en inleiding. TKI EnerGO heeft in 2013 het programma aangescherpt tot vijf programmalijnen. Projecten uit 2012 gericht op de verbetering van ventilatie installaties zijn sindsdien ondergebracht in de programmalijn 3, Regeling Energieprestatie en Control. In 2013 is het programma aangescherpt tot 5 hoofdlijnen. Schematisch als volgt weergegeven:
Voor twee programmalijnen: Compacte thermische Conversie en Compacte Thermische Opslag wordt een meerjarenprogrammering (MJP) opgesteld die ook aansluiting biedt voor het NWO/STW programma
12
en de TNO programmering. Dit MJP zal in 2014 worden gepresenteerd en als basis kunnen dienen voor verdere ondersteuning vanuit zowel de TKI-‐EnerGO als NWO/STW en TNO.
3.8 Efficientie en effectiviteit Dit onderwerp wordt momenteel verder uitgewerkt. Gelet op de korte historie van de TKI-‐EnerGO is er nog onvoldoende historische informatie en data beschikbaar om de hiervoor relevante KPI’s te formuleren. Voor 2014 wordt dit wel voorzien.
3.9 Belemmeringen Het werkveld van de TKI-‐EnerGO is uitermate relevant. Het Energieakkoord geeft daar goede duiding aan. Dit impliceert dat er voor de TKI-‐EnerGO grote uitdagingen liggen om de enorme brede sector actief te betrekken bij de verdere ontwikkelingen. Nu zijn het vooral de koplopers die zich herkennen in het TKI-‐ EnerGO programma, maar er zal nog een forse inspanning nodig zijn om het innovatieproces en de resultaten daarvan in de bredere groep bedrijven in de sector gemeen goed te laten worden. De huidige staf en beschikbare personele inzet hiervoor is zeer beperkt (omgerekend ca. 2-‐3 fte). Een groot deel van de tijd wordt besteed aan interne rapportages, aangepaste programmeringen, inrichting en uitvoering van richtlijnen vanuit de Topsector, het Ministerie van EZ en RVO. Hieraan wordt naar schatting 1/3 van de tijd besteed hetgeen tot een administratieve belasting leidt die niet in verhouding staat tot de taken waarvoor de TKI-‐EnerGO zich gesteld ziet. Een verbetering van deze situatie is wenselijk. TKI-‐EnerGO zoekt hiervoor, tezamen met de TKI-‐S2SG, TKI-‐Solar en potentieel TKI-‐Gas naar een oplossing die de efficiency verhoogt, waarbij de specifieke TKI gerelateerde kenmerken voor deze verschillende sectoren blijven gewaarborgd.
3.10 Korte termijn doelen & ontwikkelpunten De korte termijn doelen richten zich op de strategische ontwikkelingen van het programma die bijdragen aan versnelling van de realisatie van de in paragraaf 2.1 beschreven lange termijn doelen. De korte termijn doelen richten zich op: 1) Verdere versterking van de programmering Het Meerjarenprogramma (MJP) dat in 2014 wordt geïnitieerd maakt het mogelijk om een onderzoeksprogramma op te zetten dat gefundeerd is op een gedeelde visie voor de energiemarkt (voor warmte & koude). In het MJP werken partijen voor langere tijd samen om de kansen en prestatie-‐eisen vanuit de markt expliciet te maken. Op basis van die visie worden keuzes gemaakt om de benodigde (lagere en kortere termijn) innovatieonderzoeken te definiëren. TKI EnerGO beoogt hiermee meer samenhang en interactie te creëren bij de totstandkoming van de diverse innovatietrajecten. Om de kwaliteit van projecten te verbeteren biedt TKI EnerGO in 2014 zgn. preadviezen aan. Aanvragers van projecten kunnen voorafgaand aan de subsidieaanvraag een korte en globale beschrijving aanleveren bij TKI EnerGO. Een team van TKI EnerGO en RVO specialisten bekijkt deze voorstellen en adviseert indieners over het project en de voorgestelde aanpak. Daarbij stuurt TKI EnerGO aan op verbetering van de kwaliteit van projecten door in te gaan op zowel inhoudelijke aspecten, over bijvoorbeeld de mate waarin projectvoorstellen echt vernieuwend zijn, maar ook door adviezen te geven over de kwaliteit en
13
samenstelling van het voorgestelde consortium. De adviezen stellen indieners instaat om hun projectaanpak te verbeteren, voorafgaand aan de indiening van de subsidieaanvraag. Dit instrument biedt TKI EnerGO de mogelijkheid om reeds in de planfase de kwaliteit van innovatieprojecten te beïnvloeden. 2) Verdere versterking van het ecosysteem Het uitbouwen van het ecosysteem en het realiseren van nieuwe en intensieve samenwerking zijn belangrijke ingrediënten om nieuwe innovatieprogramma’s sterker te maken. Enerzijds richt het programma zich op het betrekken van MKB bedrijven. De aanpak om MKB-‐ers te betrekken wordt in de komende jaar nader gestroomlijnd. Anderszijds zet TKI EnerGO met de totstandkoming van het MJP in op een langere termijn focus voor met name de programmaonderdelen: compacte conversie en compacte warmteopslag. Snellere doorlooptijd voor projectvoorstellen Het versnellen van de procedures om gelden te commiteren in innovatieprogramma’s draagt bij aan het hogere innovatietempo. Hiervoor zal samengewerkt en afstemming gezocht worden met RVO en het Topteam.
4 Financieel Jaarverslag Het financiële jaarverslag is nog niet gereed.
5 Deelnemers TKI In onderstaande Tabel is te zien hoeveel actoren deelnemen aan een project binnen de programmalijnen. In onderstaande figuur is de verdeling aangegeven tussen type organisaties. De tabel is gebaseerd op data van alle TKI-‐projecten gefinancierd binnen het TKI, inclusief de STEM projecten die door RVO zijn gekoppeld aan EnerGO. Voor een gedetailleerder overzicht van deelnemers in deze projecten wordt verwezen naar het dashboard op: http://agentschapnl.acanthis.nl/qlikview/index.htm (inlog gegevens zijn vereist) Naast deelnemers in projecten heeft EnerGO ook deelnemers die (nog) niet aan projecten deelnemen. Naast de deelnemers bedient EnerGO een uitgebreider netwerk aan contacten, waaronder het netwerk NLP E2B (zie inleiding).
14
Figuur 8 Aantal deelnemers totaal in projecten, naar type organisatie
Grootbedrijf
Aantal deelnemers per Programma MKB 1. Duurzame Compacte Conversietechnologie 2. Compacte Opslag 3. Regelsystemen Energieprestatie en Control, Ventilatie 4. Multifunctionele bouwdelen 5. Energieopwekking, distributie en opslag op gebiedsniveau Financiering en implementatie totaal
2 1
15
Kennisinstelling Overig Totaal 1 2 1 0 1 0
6 2
11 6
7 2
7 2
5 2
30 12
6 9 33
3 9 22
6 5 13
11 16 34
26 39 102