Jaarrapportage 2011 Koers Noord, op weg naar Pieken voortgang onderdeel ‘Transitie’
Jaarrapportage 2011 Koers Noord, op weg naar Pieken voortgang onderdeel ‘Transitie’
versie 12 september 2012
Inhoud
Inhoud
5
1 Inleiding
6
2
9
Inhoudelijke voortgang
2.1 Totaalbeeld Healthy Ageing - inleiding 2.2 Opgave 2: transitie in regionale speerpuntsectoren Healthy Ageing - projecten 2.3 Opgave 3: versterking van het MKB
9 11 15 18 22
Bijlagen
24
24 26 28 29
Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Tabel 4
Committeringen Realisatie Vaststellingen Cashflow en rentebaten
6
1 Inleiding
Deze rapportage beschrijft de voortgang van het Transitie-onderdeel van het economisch stimuleringsprogramma ‘Koers Noord’, over het jaar 2011. Het programma ‘Koers Noord’ is door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland ontwikkeld, om de (inter)nationale concurrentiekracht van Noord-Nederland verder te versterken. Het programma is de opvolger van het Kompas voor het Noorden, het succesvolle stimuleringsprogramma, dat liep van 2000 tot en met 2006 en waarvan in 2011 de laatste projecten werden afgerond. Koers Noord vindt zijn basis in de rijksnota Pieken in de Delta, die in 2004 door het toenmalige Ministerie van Economische Zaken werd uitgebracht. In deze nota werd een nieuwe rijkstrategie voor het ruimtelijk-economisch beleid gelanceerd. Het wegwerken van het economische achterstanden werd als beleidsdoelstelling grotendeels losgelaten. In plaats daarvan werd de focus gericht op het stimuleren van economische kansen en het uitbouwen van sterkten. In de met Koers Noord gegeven uitwerking van de Pieken-strategie, zijn de NoordNederlandse ambities langs drie lijnen uiteengezet: • het uitbouwen van economische pieken van nationaal belang: energie, water, sensortechnologie en agribusiness • het bewerkstelligen van een transitie naar een meer kennisintensief en innovatief bedrijfsleven in regionale speerpuntsectoren: life sciences (‘healthy ageing’) en toerisme • het via een op het noordelijke midden- en kleinbedrijf toegespitst beleid, realiseren van een algehele transitie naar een hoogwaardiger kenniseconomie. Een belangrijk achterliggend principe bij deze opgaven is dat niet alleen kansen binnen de clusters dienen te worden benut, maar dat ook wordt beoogd synergie tot stand te brengen tussen nationaal en regionaal belangrijke clusters: het stimuleren van ‘crossovers’. Het principe van het creëren van onderlinge verbanden komt tot uiting in de organisatorische opzet van de programma’s. In tegenstelling tot de overige regio’s worden het Europese stimuleringsprogramma (Operationeel Programma 2007-2013) en het nationale gebiedsgerichte programma Pieken in de Delta in Noord-Nederland zoveel mogelijk ‘gezwaluwstaart’ uitgevoerd: het ene programma cofinanciert het andere. Op deze manier wordt een zo optimaal mogelijke inzet van de beschikbare middelen nagestreefd. Afwijkend voor Noord-Nederland is verder dat het ministerie voor de financiering van de programma’s in Noord-Nederland niet alleen een ‘Pieken’-budget en een EFRO Rijkscofinancieringsbudget heeft gecreëerd, maar ook een budget beschikbaar heeft gesteld voor de regionale of ‘Transitie’-component van het ‘Koers Noord’-programma. In de periode 2007-2010 is er € 38,6 miljoen beschikbaar voor projecten die bijdragen aan de tweede en derde opgave van het ‘Koers Noord’-programma. (Voor de eerste opgave is Pieken-budget beschikbaar.)
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Vindt de inzet van Transitiemiddelen zijn inhoudelijke basis in het ‘Koers Noord’programma; juridisch heeft het de Ministeriële Regeling EFRO Doelstelling 2 programma periode 2007-2013 (nr. WJZ 7130350) als kader. Overeenkomstig het EFRO en de daaraan gekoppelde Rijkscofinanciering is de bevoegdheid voor het inzetten van Transitie-middelen overgedragen aan het SNN. Het SNN is de beheers autoriteit voor het Operationeel Programma voor Noord-Nederland. In de voor u liggende rapportage wordt (alleen) verantwoording afgelegd over de inzet van de genoemde € 38,6 miljoen. De voorliggende rapportage kan hiermee worden gezien als een deelrapportage in het licht van het totaal aan jaarrapportages en verslagen, dat het SNN onder de vlag van Koers Noord en Operationeel Programma jaarlijks uitbrengt. Voor een overkoepelend beeld van de voortgang van het gehele Koers Noord-programma wordt verwezen naar het SNN Jaarverslag 2011. Voor een gedetailleerd inzicht in de voortgang van het Operationeel Programma (OP) wordt verwezen naar het specifiek voor dit programma opgestelde jaarverslag. Beide verslagen zijn in digitale vorm te vinden op de website van het SNN: www.snn.eu . Het opstellen van een jaarrapportage is één van de voorwaarden waaronder de € 38,6 miljoen in 2007 door het (toenmalige) Ministerie van Economische Zaken beschikbaar is gesteld (Overeenkomst inzake overdracht middelen ten behoeve van “Koers Noord, op weg naar Pieken, deel € 38,6 miljoen” verplichtingennummer: 1-5725). Deze jaarrapportage volgt het format dat hiervoor tussen het SNN en EZ is overeengekomen. De opzet van de rapportage sluit aan bij de uitgangspunten die zijn geformuleerd in de Basisbeschikking Kompas voor het Noorden (brief d.d. 17 augustus 2000, kenmerk ES/REB/RTS 00015049). Ten aanzien van monitoring en effectmeting schrijven de spelregels voor ‘Transitie’ niet voor dat er met indicatoren wordt gewerkt. Dit impliceert dat er in de jaarrapportages Transitie ook niet over indicatorengegevens wordt gerapporteerd. Omdat de meeste projecten die een Transitie-subsidie ontvangen, ook vanuit het OP met EFRO-subsidies ondersteund, worden door het SNN voor deze projecten wel met indicatorengegevens gewerkt. De gegevens zijn terug te vinden in het jaarverslag voor het OP, en op kwartaalbasis, in de rapportages die het SNN ten behoeve van het Comité van Toezicht opstelt. Vanwege de grote overlap tussen OP en Koers Noord (Pieken/Transitie) geven de indicatorengegevens van het OP naar de overtuiging van het SNN, een representatief beeld van de inhoudelijke voortgang van niet alleen het OP, maar ook van Koers Noord. De rapportage is als volgt opgebouwd. In het eerstvolgende hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de inhoudelijke voortgang op totaalniveau. Vervolgens wordt in een tweetal paragrafen per opgave een beeld geschetst van de voortgang. In deze jaarrapportage wordt, voor het eerst, één specifiek cluster uitvoerig belicht. Gekozen is voor ‘healthy ageing’, omdat dit cluster één van de zwaartepunten vormt van
Inleiding
7
8
het deelprogramma Transitie. In twee kaders in dit verslag wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van het cluster. De ontstaansgeschiedenis wordt geschetst, de strategie wordt uiteengezet en de vanuit Transitie ondersteunde projecten worden beschreven en in een bredere context geplaatst. De bijlagen bij deze rapportage omvatten het financiële gedeelte van deze rapportage. In tabelvorm wordt het verloop van de aangegane verplichtingen weergegeven en worden de gerealiseerde bestedingen en gedane betalingen inzichtelijk gemaakt. In 2011 is het eerste Transitie-project afgerond. Dit betekent dat er in de tabel ‘Vaststellingen’ bij deze rapportage voor het eerst realisatiewaarden zijn opgenomen.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
2 Inhoudelijke voortgang
2.1 Totaalbeeld Aangezien 2010 het laatste jaar was waarin Transitie-subsidies konden worden toegekend, is het accent in 2011 volledig verschoven naar de uitvoering van bestaande projecten. In eerdere jaren werd er aan 22 projecten een Transitie-subsidie toegekend. Met gemiddeld € 1,9 miljoen subsidie per project telde het totaal toegekende bedrag op tot ongeveer € 43,4 miljoen. Dit betekent dat er voor ongeveer € 4,8 miljoen meer is toegekend dan er aan budget beschikbaar is. Dit zogeheten ‘overcommitteren’ doet het SNN omdat subsidies gemiddeld genomen op lagere bedragen worden vastgesteld dan ze zijn toegekend. Door over te committeren wordt gecompenseerd voor deze ‘vrijval’. Het SNN schat in dat het verschil tussen toekenning en vaststelling gemiddeld genomen (momenteel) ongeveer 11% bedraagt. Met de toegekende projecten is in totaal ongeveer € 107 miljoen aan investeringen gemoeid (subsidiabele kosten). Verwacht wordt dat private partijen hiervan circa 11% (€ 11,9 miljoen) voor hun rekening zullen nemen. De rest wordt, behalve vanuit ‘Transitie’, gefinancierd door Europa (cofinanciering via het Operationele Programma 2007-2013), kennisinstellingen, gemeenten, provincies en andere publieke partijen. De € 11,9 miljoen vormt overigens een onderschatting van de totale bijdrage die ondernemingen leveren. Het gaat bij dit (geregistreerde) bedrag om de bijdrage die onder nemingen leveren aan de financiering van subsidiabele kosten. Buiten deze officiële registratie om wordt er door ondernemingen vaak ook bijgedragen aan de financiering van niet-subsidiabele kosten. Dit geldt vooral voor subsidieregelingen, zoals de NIOF. Alleen al voor deze regeling worden de private bijdragen (in niet-subsidiabele kosten) geraamd op ongeveer € 30 miljoen. In de vorige jaarrapportage werd geconstateerd dat er in 2010 meer vooruitgang was geboekt bij de uitvoering van projecten en de realisatie van kosten. In 2010 werd er voor bijna € 9,0 miljoen aan kosten gerealiseerd. Dit was meer dan het dubbele van het gerealiseerde bedrag in 2009. In 2011 bleef het groeitempo hoog. Er werd voor € 15,4 miljoen aan kosten gerealiseerd. Dit is meer dan in alle voorgaande jaren in totaliteit tot stand werd gebracht. Het totaal aan gerealiseerde kosten bedroeg eind 2011 ongeveer € 28,7 miljoen. Dit is ongeveer 27% van het begrote totaal. Rekening houdend met gemiddeld 11% vrijval dient er in de resterende programma periode, waarvoor nog tot en met 31 december 2015 kosten kunnen worden gemaakt, nog voor ongeveer € 66,7 miljoen aan kosten te worden gerealiseerd. Dit is ongeveer € 16,7 miljoen per jaar. Dit is gemiddeld ongeveer € 1 miljoen meer dan in 2011 werd gerealiseerd. Dit lijkt op het eerste gezicht een hele opgave. Maar, omdat de ervaring leert dat bij het realiseren van kosten het zwaartepunt bij projecten doorgaans aan het eind van de uitvoeringsperiode ligt, acht het SNN dit een haalbaar bedrag.
Inhoudelijke voortgang
9
10
In 2011 is het eerste project afgerond en de eerste Transitie-subsidie vastgesteld. Bij deze eerste vaststelling ging het relatief gezien om een klein project. Met € 125.000 bedroeg de verleende Transitie-subsidie slechts ongeveer 0,3% van het verleende totaal voor het programma. Omdat het bij de vaststellingen om één relatief klein project gaat, en de lopende projecten zich nog in een vroeg stadium van uitvoering bevinden, kunnen er nog geen (harde) uitspraken worden gedaan over de economische impact van het (deel)programma. In de komende jaren zal er een steeds nauwkeuriger beeld van de inhoudelijke voortgang en resultaten kunnen worden geschetst.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Healthy Ageing - inleiding ‘Healthy ageing’, dat staat voor gezond en actief ouder worden, is één van de grootste uitdagingen in de westerse samenleving in de 21e eeuw. De vergrijzing en daarmee samenhangende toename van chronische ziekten, hogere zorguitgaven en een groeiend beslag op de (niet groeiende) beroepsbevolking, stellen ons voor een belangrijke maatschappelijke uitdaging: hoe kunnen we langer gezonder leven, om met minder kosten en arbeidsinzet aan de groeiende behoeften te kunnen voldoen? De grootste uitdaging van healthy ageing is het vergroten van het aantal gezonde levensjaren, door de jaren van ongezondheid meer richting het eind van het leven te verschuiven. Dit wordt compressie van morbiditeit genoemd. Als de gezonde levensverwachting sneller stijgt dan de totale levensverwachting, is er sprake van compressie van morbiditeit. Het aantal jaren in ongezondheid (morbiditeit) neemt dan af (compressie). Zie figuur 1. Figuur 1
De uitdaging om via innovatie langer gezond te blijven vraagt fundamentele doorbraken, om de levenskwaliteit te vergroten en de maatschappelijke prijs voor gezondheid zo laag mogelijk te houden. Doorbraken in preventie, care en cure. Doorbraken in voedingspatronen en leefstijlen. Doorbraken in medische technologie, in monitoring van gezondheid en in medicijnontwikkeling. Noord-Nederland heeft sterke aanknopingspunten om die doorbraken te realiseren: via een betere benutting van zijn kennispositie in voeding, gezondheid en ‘life sciences’ en in aanpalende terreinen van veroudering en technologieontwikkeling.
Healthy Ageing - inleiding
11
12
UMCG Het fundament voor het ‘healthy ageing’-cluster dat in Noord-Nederland is ontstaan, ligt bij het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het UMCG neemt van oudsher een krachtige positie in op het gebied van life sciences. Wetenschappers van het UMCG en de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) werken al lange tijd aan het verouderingsvraagstuk. Multidisciplinair onderzoek strekt zich uit van fundamenteel biologisch en (pre-) klinisch tot en met toegepast onderzoek naar sociaal-maatschappelijke effecten van ziekte en gezondheid. Onderwijs- en zorginstellingen participeren in hoogstaande zorginnovatieprojecten, bijvoorbeeld hoe domotica en robotica kunnen worden ingezet om de zelfstandigheid van ouderen en chronisch zieken zo lang mogelijk te behouden. Oost-Groningen is nu al proeftuin voor slimme oplossingen in huis en zorg op afstand. Het UMCG heeft in 2006 besloten haar sterkten nog beter te benutten, door heel specifiek de aandacht te richten op healthy ageing. Het unieke van healthy ageing in het UMCG is dat kennis wordt ontwikkeld over de volle breedte van de kerntaken: wetenschappelijk onderzoek, patiëntenzorg en onderwijs, opleidingen en arbeidsmarkt. De kracht en de potenties van het cluster zijn door Noord-Nederlandse overheden herkend en hebben er toe geleid dat healthy ageing (life sciences) in ‘Koers Noord’ en het Operationeel Programma als speerpuntsector is aangemerkt. Kern van de innovatiestrategie die het SNN met Koers Noord en het OP uitvoert is een gerichte inzet op een specifiek aantal sectoren. Deze clusteraanpak, of specialisatiestrategie sluit nauw aan bij het beleid EU2020 en het topsectorenbeleid, waarin door respectievelijk de Europese Commissie en de Nederlandse rijksoverheid gericht wordt ingezet op de ontwikkeling van regionale innovatieclusters.
Gunstige setting Noord-Nederland biedt een gunstige setting voor een kenniscluster healthy ageing. Het is een van de regio’s waar het aantal ouderen snel toeneemt. In 2008 woonde bijna 11,5% van de 2,4 miljoen Nederlandse 65-plussers in Groningen, Friesland en Drenthe. Dat is zo’n 14 procent van het totaal aantal inwoners van deze provincies. Maar er zijn meer redenen om in Noord-Nederland een cluster healthy ageing te situeren. Om te begrijpen waarom de één al jong een chronische ziekte ontwikkelt en de ander gezond en actief oud wordt, moeten tal van genetische en omgevingsfactoren worden onderzocht waarbij mensen langdurig moeten worden gevolgd. NoordNederland biedt daarvoor uitstekende omstandigheden. De inwoners van NoordNederland zijn representatief voor Noordwest-Europa. De bevolkingssamenstelling is redelijk stabiel, de bevolking is relatief honkvast en bereid om mee te doen aan langlopende onderzoeken. Dit zijn perfecte voorwaarden om populaties langdurig te kunnen volgen. Het is dan ook een strategische keuze van het UMCG en de RUG om in biobanken zoals LifeLines en in topfaciliteiten voor onderzoek te investeren. Met als resultaat dat zich nergens anders in Europa zo’n omvangrijke gegevensbank met medische data bevindt. Dergelijke data zijn van grote waarde voor onderzoek dat er op is gericht aandoeningen zoals diabetes, obesitas, kanker en neurodegeneratieve ziekten in de toekomst te voorkomen, of op zijn minst een gunstiger beloop te geven.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Healthy Ageing Network Noord-Nederland Om het ‘healthy ageing’-cluster organisatorisch vorm te geven is op initiatief van de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM), in samenwerking met het UMCG en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, in 2009 met ondersteuning vanuit het EFRO, het Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) opgericht. In het Healthy Ageing Network Noord-Nederland werken kennis- en zorginstellingen, overheden en bedrijven samen. UMCG en RUG brengen demografie, epidemiologie en sociologie samen in een bijzonder multidisciplinair onderzoeksprogramma: ‘Healthy Ageing, Population and Society’ (HAPS). ‘Centres of excellence’ als het Center for Medical Imaging NorthEast Netherlands (CMI - NEN) integreren klinische praktijk, onderzoek, onderwijs en technologieontwikkeling. De inter- en multidisciplinaire opleiding van wetenschappers, clinici en technici speelt een centrale rol. De Hanzehogeschool maakt healthy ageing tot speerpunt in ruim 20 bachelor- en masteropleidingen, van verpleegkunde en life sciences tot personeelsmanagement en sportkunde. Ook andere hogescholen en MBO-instellingen in Groningen, Friesland en Drenthe participeren actief. Ondernemers en onderzoekers vinden elkaar op de Healthy Ageing Campus Netherlands. Multinationals als Avebe en Friesland-Campina, DSM en Danone, Siemens en Philips, en meer dan 50 MKB-bedrijven zijn partner in onderzoek en het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CVO-Groningen). De clusterorganisatie HANNN fungeert hierbij als paraplu: het biedt losse i nitiatieven een overkoepelend perspectief, plaatst ze in een Noord-Nederlandse strategie en biedt een bovenregionaal podium. Het stimuleert, versnelt en verbindt.
Missie In 2020 wil Noord-Nederland een Europese topregio zijn op het gebied van healthy ageing en een (inter)nationale proeftuin voor de ontwikkeling van kennis, opleidingen en bedrijvigheid rond gezond ouder worden. Om dit te bereiken zijn er twee hoofddoelstellingen geformuleerd: • Het genereren van extra omzet, bedrijvigheid en werkgelegenheid in NoordNederland door het benutten van economische krachten die in de regio en daarbuiten aanwezig zijn; • Het uitbouwen en benutten van relevante kennis om maatschappelijke problemen met betrekking tot vergrijzing en stijgende gezondheidskosten op te lossen.
Kerngebieden Om de hoofddoelstellingen te bereiken heeft het HANNN heeft vijf kerngebieden benoemd. • ‘Life Sciences’: onderzoek naar en productie van diagnostica, vaccins en therapeutica (inclusief biofarmaceutica, gentherapie, zogeheten biomarkers en ‘cell-based’ therapie). • ‘Food & Nutrition’: onderzoek naar en productie van voedingsnutriënten met een gezondheidsversterkende werking, zoals vitaminen, mineralen, aminozuren en oxidanten;
Healthy Ageing - inleiding
13
14
•
• •
‘Medical Technology’: ontwikkeling van apparatuur en hulpmiddelen voor een betere diagnose, behandeling en preventie en ontwikkeling van innovatief lichaamsmateriaal, zoals donorweefsel en kunsthuid. ‘Care & Cure’: procesverbetering, ketenintegratie en innovaties in preventie, zelfmanagement, zorg en therapie. ‘Healthy Lifestyle’: ontwikkeling en verbetering van (kennisintensieve) producten en diensten voor een gezonde en actieve leefstijl.
De kerngebieden zijn deels overlappend. Netwerkpartners zijn vaak in meerdere werkvelden actief. Juist in cross-overs tussen de werkvelden vinden innovaties vaak plaats. Figuur 2
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
2.2
Opgave 2: transitie in regionale speerpuntsectoren Het stimuleren van clusterontwikkeling, het versterken van kansrijke sectoren, loopt als een rode draad door het Koers Noord-programma. Het Koers Noord-programma is gerubriceerd naar drie opgaven. Met de eerste opgave wordt ingezet op het versterken van de zogeheten sleutelgebieden. Dit zijn de Pieken van nationaal belang: water, energie, sensortechnologie en agribusiness. Voor de uitwerking van opgave 1 heeft het SNN de beschikking over middelen uit Pieken in de Delta en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Koers Noord en het ‘OP’ worden immers gezwaluwstaart uitgevoerd. Vanuit opgave 2 worden twee sectoren gestimuleerd die in Koers Noord als regionaal speerpunt zijn aangemerkt: life sciences (‘healthy ageing’) en toerisme. In de systematiek van Koers Noord-programma zijn de speerpunten aangemerkt als thema’s. Voor de uitwerking van de twee thema’s staan het SNN Transitie-middelen en EFRO-middelen ter beschikking. Van de € 43,4 miljoen aan Transitie-subsidies die zijn toegekend, zijn er € 24,0 miljoen bestemd voor projecten in opgave 2. Deze € 24 miljoen is vrij gelijkmatig verdeeld over de twee thema’s. Voor projecten met als thema ‘life sciences’ is € 12,3 miljoen bestemd. Bij ‘toerisme’ gaat het om € 11,7 miljoen.
Life sciences/‘healthy ageing’ Aan de keuze de ‘life sciences’-sector in Noord-Nederland te stimuleren is nader invulling gegeven door te focussen op ‘veroudering’. Sinds het opstellen van de Strategische Agenda voor Noord-Nederland en de start van het Koers Noord programma is ‘healthy ageing’ uitgegroeid tot één van de speerpunten van het regionaal beleid. Deze sterke ontwikkeling is tot uiting gekomen in de projecten die met Transitie-subsidies zijn ondersteund. Met de € 12,3 miljoen die in de afgelopen jaren is toegekend, zijn vier projecten ondersteund, die rechtstreeks bijdragen aan het versterken van het ‘healthy ageing’-cluster. Het meest nadrukkelijk is dit het geval voor het project ‘Life Lines’. Dit omvangrijke onderzoeksproject ontving € 9 miljoen. Dit omvangrijke bedrag weerspiegelt het belang dat dit project vertegenwoordigt. Samen met het onderzoeksinstituut ERIBA, dat vanuit het OP wordt ondersteund, wordt Life Lines gezien als één van de pijlers onder het ‘healthy ageing’-cluster. Met de vier ondersteunde projecten is in totaal ongeveer € 34 miljoen aan (subsidiabele) investeringen gemoeid. Hiervan wordt naar verwachting ongeveer € 5 miljoen opgebracht door private partijen. Van de € 34,2 miljoen was op 31 december 2011 ongeveer 20% (€ 6,7 miljoen) gerealiseerd. Drie van de vier projecten worden naar verwachting in 2012 afgerond. Het vierde project wordt volgens planning in 2013 afgerond.
Opgave 2: transitie in regionale speerpuntsectoren
15
16
Toerisme Toerisme is een belangrijke sector in Noord-Nederland. De sector is goed voor meer dan 10% van de noordelijke werkgelegenheid. Door de aard van de bedrijven opereren veel bedrijven nog te weinig in ketens, te weinig strategisch en soms ook te behoudend. Er is nog te weinig collectieve uitwisseling van informatie tussen bedrijven onderling. De toeristische markt is hoofdzakelijk nationaal georiënteerd met daarnaast een focus op Duitsers. Met ondersteuning vanuit Koers Noord wil het SNN de toeristische sector verder versterken, door in te zetten op internationalisering en innovatie. Om toeristen naar Noord-Nederland te trekken wil het SNN de regio als een sterk ‘merk’ in de markt zetten. Het beleid is er verder op gericht het aantal (technologische) innovaties zal toenemen. Deze strategie is in het deelprogramma ‘Transitie’ vertaald in elf projecten, die met een subsidie zijn ondersteund. In totaal werd er voor € 11,7 miljoen aan Transitie-subsidies toegekend. Deze subsidies zijn samen naar verwachting goed voor ongeveer € 33,5 miljoen aan investeringen. Private partijen nemen naar verwachting ongeveer € 5,4 miljoen voor hun rekening. De gewenste innovatiegerichtheid komt (vooral) tot uiting in drie projecten: de ‘Frisian Solar Challenge’, een evenement voor met zonne-energie aangedreven boten, ‘Knappe Koppen’, een campagne om wetenschappers en studenten naar Fryslân te halen en het ‘European Tourism Institute’, de oprichting van een kenniscentrum voor toerisme. De internationale focus is vooral terug te vinden bij de promotionele projecten die zijn ondersteund: De G7-campagne en de projecten ‘Fryslan topattractie’ en ‘Intensivering Promotie Drenthe’. Opvallend is overigens dat er binnen het Transitie-thema ‘Toerisme’ relatief veel evenementen en promotionele projecten zijn ondersteund. De elf toeristische projecten waren op 31 december 2011 op één na allemaal nog in uitvoering. Afgerekend in 2011 werd het project ‘Delfsail’, het grootschalige maritieme zeilevenement dat in 2009 in de haven van Delfzijl en de Eemshaven werd gehouden. Zie hierna volgend kader voor een beschrijving van de resultaten van het evenement.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
In 2011 afgerond: ‘Delfsail’ Eindelijk, na zes jaar, was het weer in 2009 zover en ging de vijfde editie van DelfSail van start. Het Transitie-project betrof delen van de organisatie van dit grootschalige maritieme zeilevenement in de haven van Delfzijl en de Eemshaven. Vier dagen lang kon de bezoeker genieten van een schouwspel van masten, muziek, sfeer en cultuur. De organisatie heeft zich bij deze editie duidelijk gericht op de kwalitatieve uitstraling van al het aangebodene. Daarnaast stond overeind dat het evenement wederom gratis toegankelijk moest zijn voor iedere bezoeker. Mede door grote betrokkenheid van het bedrijfsleven en overheden was de financiële dekking hiervoor geregeld. De economische spin-off was groot, zo waren tijdens het evenement alle hotels in campings in de wijde omtrek volgeboekt. Alle benodigde infrastructuur, zoals 11 kilometer dranghek, stroom- en datakabels, aggregaten, tenten, etc. en de catering werd ook door de regio geleverd. Met een totaal van 900.000 bezoekers, 36 deelnemende schepen en 150 schepen van het Cultureel Varend Erfgoed waren het zeer geslaagde dagen in Delfzijl. Extra promotie voor het evenement werd gegenereerd door de aanwezigheid van hare Majesteit de Koningin op maandag 24 augustus bij de doop van het Wagenborg-schip “Beatrix”.
Opgave 2: transitie in regionale speerpuntsectoren
17
18
Healthy Ageing - projecten In de eerste bijdrage over healthy ageing in deze rapportage is uiteengezet op welke wijze het cluster in Noord-Nederland vorm krijgt. Er zijn vijf kerngebieden geïdentificeerd. De kerngebieden staan niet los van elkaar, maar zijn deels overlappend. Bedrijven en kennisinstellingen zijn vaak in meerdere werkvelden actief en juist in cross-overs tussen de werkvelden vinden innovaties plaats. De clustervorming wordt gestimuleerd door binnen de kerngebieden passende initiatieven te ondersteunen en te faciliteren. Binnen de waaier van kerngebieden speelt HANNN een centrale rol, door samenhang aan te brengen tussen de initiatieven en als aanjager en intermediair te fungeren. Sinds 2006 is de ‘healthy ageing’-bloem op gerichte wijze ingekleurd met initiatieven en projecten. Een samenhangend ‘pakket’ aan projecten is in de afgelopen jaren ontwikkeld en van start gegaan. Zie ter illustratie figuur 3. De weergave in deze figuur is overigens niet uitputtend of definitief. Bij elkaar is er inmiddels sprake van meer dan 100 organisaties die onder de HANNNparaplu actief zijn. Figuur 3
Financiering uit Koers Noord en/of het Operationeel Programma vormt doorgaans een belangrijke stimulerende factor bij het tot stand komen van de projecten. De onderliggende subsidiebronnen, waarvoor het SNN sturing en zeggenschap heeft, Transitie, EFRO en Rijkscofinanciering, zijn vaak gezwaluwstaart ingezet.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Aan EFRO is er tot nu toe € 3,9 miljoen bestemd voor ‘healthy ageing’-projecten. Bij Rijkscofinanciering gaat het om ongeveer € 10,6 miljoen. De pijlers onder het ‘healthy ageing’-cluster worden gevormd door twee projecten: 1. LifeLines 2. ERIBA, het ‘European Research Institute on the Biology of Ageing’.
Ad.1. LifeLines Het project LifeLines volgt 30 jaar lang de gezondheid van 165.000 inwoners van Noord-Nederland: kinderen, ouders en grootouders. De centrale vraag luidt: ‘waarom wordt de ene mens gezond oud en krijgt een ander op jonge leeftijd te maken met (meer) chronische aandoeningen’. In LifeLines wordt kennis over genetische aanleg, leeftijd en omgevingsfactoren gecombineerd en gebruikt voor preventie en het valideren van de klinische effectiviteit en kosteneffectiviteit van nieuwe zorgoplossingen. LifeLines levert een bijdrage aan de ontwikkeling van een effectieve diagnose, preventie, behandeling en monitoring van chronische ziekten en multimorbiditeit. (Als chronisch zieken meer dan één chronische aandoening hebben, wordt gesproken van multimorbiditeit.) Het wetenschappelijke uitgangspunt van LifeLines is dat het ontstaan van chronische ziekten als astma, diabetes of nierziekten een complex samenspel van factoren is. De precieze rol van de afzonderlijke factoren en hun interactie zijn alleen te begrijpen door langdurig te kijken naar tal van levens- en gezondheidsaspecten bij een groot cohort. (Indeling van een populatie naar leeftijdsgroepen.) Door het cohort op te bouwen rond families wordt ook recht gedaan aan de erfelijke factoren. De opzet van LifeLines kent 3 fasen. De eerste (pilot-)fase liep van 2006 tot en met 2008. Ongeveer 30.000 deelnemers uit Noord-Nederland ondergingen een uitgebreide basismeting, waarbij ook lichaamsmateriaal werd verzameld. Uit dit materiaal werden DNA- en eiwitprofielen afgeleid en werd een gezondheidsprofiel opgezet. De eerste fase werd medegefinancierd door het EFRO. Vanuit het Enig Programmeringsdocument Noord-Nederland 2000-2006 werd een bijdrage beschikbaar gesteld van € 2,3 miljoen. In de huidige tweede fase, die loopt tot en met 2017 wordt de werving en screening verder uitgebouwd. Het is de bedoeling dat in deze fase de totale populatie van 165.000 deelnemers wordt bereikt. Verder worden er nieuwe locaties geopend en wordt er geïnvesteerd in onder meer een biobank-faciliteit. Een biobank-faciliteit is een anonieme verzameling van gegevens en lichaams materiaal van personen, waarmee wetenschappelijk onderzoek kan worden gedaan naar de gezondheid van mensen, naar het ontstaan van ziekten en naar de beste manieren om ziekten te behandelen, of, liever nog, te voorkomen. Een van de grote uitdagingen voor de tweede fase is de bouw van een enorme opslagruimte voor de miljoenen buisjes en cupjes met bloed- en urinemonsters. Deze opslagruimte, de LifeStore, wordt als het ware een vrieskist ter grootte van een sporthal. Onder een temperatuur van -80 graden celsius wordt het materiaal veilig opgeslagen. Het materiaal vertegenwoordigt een enorme waarde en daarom moet het gebouw bestand zijn tegen vandalisme, aanslagen, ontploffingen en natuurrampen. De kosten van dit gebouw worden geraamd op € 10,8 miljoen. In 2013 moet de LifeStore klaar zijn.
Healthy Ageing - projecten
19
20
De totale kosten voor de tweede fase van LifeLines worden geraamd op € 107 miljoen. Een deel hiervan, begroot op € 22 miljoen is in 2009 ter subsidiëring voorgelegd aan het SNN. SNN honoreerde de aanvraag en kende € 9 miljoen Transitie-subsidie toe. Tot en met 2017 is de financiering van LifeLines zekergesteld. Naar verwachting zal vanaf 2018, voor de derde fase, financiering mogelijk zijn vanuit het nieuwe Europese Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, Horizon 2020.
Ad.2. ERIBA De andere pijler onder het ‘healthy ageing’-cluster wordt gevormd door ERIBA, het ‘European Research Institute on the Biology of Ageing’. ERIBA is een excellent Europees onderzoeksinstituut, waar topwetenschappers met hun onderzoeksgroepen fundamenteel onderzoek doen naar het verouderingsproces en ziekten die daarmee gepaard gaan. Op het terrein van het UMCG wordt speciaal voor dit instituut een nieuw gebouw neergezet, voorzien van alle faciliteiten voor toponderzoek naar de biologie van veroudering. ERIBA bundelt in de toekomst 150 onderzoekers rond 10 onderzoeksgroepen van wereldfaam, op één locatie. Door de fysieke bundeling wordt de uitwisseling kennisintensiever en de kans op doorbraken groter. ERIBA maakt gebruik van data uit LifeLines. LifeLines valideert en bouwt voort op de theoretische doorbraken in ERIBA. De totale investeringen voor de bouw van het instituut ERIBA worden begroot op € 24,7 miljoen. Voor de financiering van deze € 24,7 miljoen is geen gebruik gemaakt van Transitiesubsidies. EFRO en Rijkscofinanciering zijn wel ingezet: samen in totaal € 7 miljoen. De overige financiering wordt verzorgd door de RuG, met € 13,2 miljoen, de provincie Groningen met € 2 miljoen en private partijen met in totaal circa € 2,5 miljoen. Aan de hand van de ‘bloem’ in figuur 2 kan een beeld worden geschetst van invulling van de healthy ageing-kerngebieden, met projecten en programma’s. LifeLines kan in dit opzicht worden beschouwd als een initiatief dat zich in de kern van de bloem bevindt. De andere pijler, ERIBA, vormt de basis voor het kerngebied ‘Life Sciences en Health’. De overige drie vanuit het deelprogramma ‘Transitie’ ondersteunde projecten kunnen als volgt aan de ‘healthy ageing’-bloem worden gekoppeld. Voor een volledige toebedeling, van alle Koers Noord en OP-projecten wordt verwezen naar het Jaarverslag 2011 van het Operationeel Programma.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Kerngebied Life Sciences Binnen het kerngebied ‘Life Sciences’ worden projecten uitgevoerd, speciaal gericht op het ontwikkelen van nieuwe medische behandelmethoden, t herapieën en medicijnen. •
Het ontwikkelen van kennis op een gebied van life sciences waar de markt groeiend is (kankervaccins, specifieke medicijnen en nieuwe therapieën), vormt de kern van het project ‘Drug Targeting and Delivery’ cluster. ‘Drug targeting and delivery’ zijn methoden om medicatie zo gericht mogelijk aan een patiënt te kunnen toedienen, waarbij de concentratie van medicijnen in bepaalde delen van het lichaam groter is dan in andere. Achterliggende idee is ervoor te zorgen dat medicijnen daar aankomen waar ze nodig zijn: bijvoorbeeld een kankermedicijn de opdracht geven alleen een tumorbloedvat uit te schakelen en de gezonde bloedvaten met rust te laten. Met het ‘DDTC’ willen de RuG, het UMCG, en meerdere ondernemingen die actief in de ‘life sciences’-sector een R&D-platform bieden voor zogeheten openinnovatie in de ‘life sciences’-sector. De farmaceutische industrie is in de afgelopen jaren veranderd van een sector waar ondernemingen zelf nieuwe medicijnen en medicijnen ‘leads’ ontwikkelen, naar een industrie die niet zelf leads ontwikkeld, maar door extramuraal onderzoek gecreëerde leads identificeert en verwerft. De partners van het DTDC hebben hun krachten gebundeld om gezamenlijk op deze ontwikkelingen te kunnen inspelen. Binnen het DTDC willen ze gezamenlijk ‘proof of concepts’ ontwikkelen en die vervolgens vermarkten aan de farmaceutische industrie.
•
Enigszins vergelijkbaar is het project ‘Consortium Drug Discovery and Development’. In dit project werken RuG en UMCG samen met een aantal innovatieve onder nemingen, waarvan Syncom, de meest aansprekende naam is. Gezamenlijk wordt er industrieel onderzoek verricht, waarbij de structuur eigenschap relaties van conceptuele geneesmiddelen zo verbeterd worden dat deze voldoen aan door de farmaceutische industrie gestelde eisen. De resultaten (‘proof of concepts’) zullen via octrooien beschermd worden en daarna als spin-off verder ontwikkeld of verkocht worden aan de farmaceutische industrie. Dit project is speciaal toegespitst op de ontwikkeling van een geneesmiddel voor de behandeling van Parkinson en Alzheimer.
Kerngebied Medical Technology ‘For Your Eyes Only’ is een internationaal samenwerkingsproject waarbij de Amerikaanse onderneming Abbott Medical Optics (AMO) samen met de afdeling oogheelkunde van het UMGC en een Ierse universiteit een nieuwe lens ontwikkelt. Doel is een ontwerp- en productiemethode te ontwikkelen voor een kunstmatige staarlens die de natuurlijke optische afwijkingen van ieder oog afzonderlijk compenseert.
Healthy Ageing - projecten
21
22
2.3
Opgave 3: versterking van het MKB Behalve de tweede opgave worden met Transitie-middelen ook de derde opgave van het Koers Noord-programma van financiering voorzien. Opgave 3 is in het programma opgenomen om, met generieke regelingen en projecten voor ondernemingen, het innovatieve vermogen van de Noord-Nederlandse economie te versterken, de export te stimuleren en het opleidingsniveau van de beroepsbevolking te verhogen. De volledige budgetruimte voor deze opgave is al in 2010 benut. Er is in deze opgave in totaal voor ongeveer € 19,4 miljoen aan Transitie-subsidies toegekend. Deze € 19,4 miljoen werd verdeeld over zeven projecten. Verreweg het grootste deel van de € 19,4 miljoen aan verleende subsidies, precies € 14 miljoen, is gegaan naar één project: de subsidieregeling NIOF, de Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit. De NIOF is de meest omvangrijke en meest succesvolle regeling die het SNN uitvoert. In 2011 deden ongeveer 980 Noord-Nederlandse MKB-ondernemingen een beroep op de NIOF. Hoewel nog steeds omvangrijk, is dit ongeveer 12% minder dan de 1120 aanvragen uit het tot nu toe meest succesvolle jaar 2010. Aangenomen wordt dat de afname een direct gevolg is van de verslechterde economisch situatie. In dit verband is het opvallend dat het aantal aanvragen in 2011 zich op een vergelijkbaar niveau bevond als in 2009, toen de economische crisis zich voor het eerst deed gelden. De NIOF is naar verwachting goed voor ongeveer € 57 miljoen aan investeringen. Hiervan komt naar schatting € 31 miljoen voor rekening van de begunstigde ondernemingen zelf. De overige zes projecten in deze opgave leveren naar verwachting ongeveer € 13,5 miljoen aan investeringen op, waarvan € 1,4 miljoen voor rekening komt van private partijen. Opvallend voor opgave 3 is dat de projecten volop in uitvoering zijn. Is in opgave 2 ongeveer 17% van de begrote kosten gerealiseerd, bij opgave 3 gaat het om 44%. Verwacht mocht worden dat de NIOF-regeling voor een belangrijk deel van de voortgang verantwoordelijk is. De NIOF kan immers gezien worden als een paraplu-project, met vele onderliggende deeltrajecten (projecten van ondernemingen) die doorgaans een relatief korte projectduur hebben. Bij de NIOF zijn er in werkelijkheid ook al veel uitgaven gedaan en kosten gerealiseerd. Van de € 26 miljoen aan begrote kosten was op 31 december 2011 ongeveer € 9,5 miljoen gerealiseerd. In relatieve zin blijkt echter dat de andere projecten in deze opgave verder het qua uitvoering nog beter doen dan de NIOF. Vijf van de zes andere projecten laten realisatiepercentages zien die hoger zijn dan die van de NIOF. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het op innovatiestimulering gerichte project ‘Innovatie door Kenniscirculatie’ van Syntens en het exportbevorderingsproject ‘WIN’, van de Kamers van Koophandel. Deze projecten hadden eind 2011 meer dan twee derde van hun begrote kosten gerealiseerd.
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Gemiddeld bedraagt de relatieve voortgang van deze zes projecten in opgave 3, 59% (gerealiseerde kosten ten opzichte van begrote kosten). Zie voor de exacte bedragen tabel 2 in de bijlage bij deze rapportage. Binnen opgave 3 zijn er nog geen projecten afgerond. Het is daarom nog te vroeg om betrouwbare uitspraken over effecten en/of resultaten te doen.
Opgave 3: versterking van het MKB
23
24
Bijlagen Financiële tabellen
Tabel 1. Committeringen per 31-12-2011 (bedragen in euro’s) Projecten
Kosten Subsidie Transitie
EFRO
Nummer Naam
Kosten subsidiabel
Transitie
%
EFRO
%
Opgave 2 Transitie in regionale speerpuntsectoren
67.709.595
23.973.037
35%
4.505.301
7%
34.219.248
12.276.066
36%
1.986.162
6%
73 Drug delivery and targeting cluster
7.047.600
1.354.320
19%
1.454.320
21%
87 For Your Eyes Only
1.727.369
431.842
25%
431.842
25%
22.000.000
9.000.000
41%
3.444.279
1.489.904
43%
100.000
3%
33.490.347
11.696.971
35%
2.519.139
8%
824.500
125.000
15%
125.000
15%
63 De G7 campagne 2008-2012
2.500.000
1.175.000
47%
93 Frisian Solar Challenge
1.550.000
350.000
23%
100.000
6%
111 Knappe Koppen 10.10.10
1.541.196
731.966
47%
113 European Tourism Institute
3.135.940
634.138
20%
634.139
20%
128 Regiomarketing en -promotie rond La Vuelta
2.222.000
760.571
34%
131 Fryslan Topattractie van Nederland
7.940.000
2.371.300
30%
1.360.000
17%
145 Rootstoerisme
1.795.000
695.000
39%
100.000
6%
159 European Border Breaker Awards 2010-2013
2.404.561
600.000
25%
223 Geopark De Hondsrug
2.277.650
970.496
43%
100.000
4%
239 Intensivering Promotie Drenthe 2010-2013
7.299.500
3.283.500
45%
100.000
1%
39.506.563
19.433.659
49%
16.484.178
42%
26.000.000
14.000.000
54%
12.000.000
46%
Thema 2.1 Life Sciences
120 LifeLines fase 2 153 Consortium Drug Discovery and Development Thema 2.2 Toerisme 49 Delfsail 2009
Opgave 3 Versterking van het MKB op het gebied van innovatie, export en opleidingsniveau van het personeel 3 NIOF 2008 29 Werken aan internationalisering (WIN)
3.610.574
1.412.012
39%
1.412.012
39%
33 Investment Readiness Scheme
1.635.453
817.727
50%
817.726
50%
36 Kennistransfer en -netwerkprojecten
2.677.000
1.201.000
45%
1.201.000
45%
38 Innovatie door kenniscirculatie
1.805.256
675.000
37%
675.000
37%
85 Kenniscentrum Sociale Innovatie
1.644.580
578.440
35%
278.440
17%
2.133.700
749.480
35%
100.000
5%
107.216.158
43.406.696
40%
20.989.479
20%
253 Kennisknooppunt duurzame kunststoffen Totaal committeringen
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
25
Financiering Cofinanciering Nationaal publiek
Regionaal publiek
Privaat
Overig
Nationaal
%
Provincies
%
Gemeenten
%
Overig regionaal
%
Private bijdragen
%
Overig
%
4.662.777
7%
8.965.124
13%
1.874.890
3%
12.342.645
18%
10.461.260
15%
924.561
1%
4.500.000
13%
2.350.000
7%
150.000
0%
7.882.046
23%
5.074.974
15%
0
0%
100.000
1%
1.079.764
15%
3.059.196
43%
302.282
17%
561.403
33%
6.500.000
30% 1.454.375
42% 924.561
3%
924.561
38%
0
0%
924.561
1%
4.500.000
162.777
20%
0%
2.000.000
9%
250.000
7%
150.000
4%
6.615.124
20%
1.724.890
5%
4.460.599
13%
5.386.286
16%
125.000
15%
100.000
12%
100.000
12%
249.500
30%
1.185.000
47%
80.000
3%
60.000
2%
200.000
13%
80.000
5%
820.000
53%
359.490
23%
179.830
12%
269.910
18%
600.000
19%
200.000
6%
897.604
40%
563.825
25%
1.987.500
25%
1.037.663
33%
30.000
1%
397.500
5%
1.823.700
23%
500.000
28%
300.000
12%
500.000
28%
140.000
6%
240.000
10%
200.000
8%
22.777
1%
455.530
20%
256.235
11%
159.436
7%
313.176
14%
65.000
1%
65.000
1%
2.766.000
38%
1.020.000
14%
400.000
1%
400.000
1%
1.358.070
3%
1.411.906
4%
49.900
1%
736.650
20%
256.250
10% 455.256
25%
18.750
18.750
4.681.527
0%
1%
4%
150.000
9%
150.000
9%
487.700
30%
250.000
12%
250.000
12%
564.220
26%
220.000
10%
9.365.124
9%
2.274.890
2%
13.700.715
13%
11.873.166
11%
Tabel 1. Committeringen per 31-12-2011 (bedragen in euro’s)
26
Tabel 2. Realisatie per 31-12-2011 (bedragen in euro’s) Projecten Nummer Naam
Subsidie
Begroot
Gerealiseerd
%
Verleend
Betaald
%
67.709.595
11.265.807
17%
23.973.037
8.349.192
12%
34.219.248
4.532.471
13%
12.276.066
4.406.534
13%
73 Drug delivery and targeting cluster
7.047.600
2.617.994
37%
1.354.320
812.592
12%
87 For Your Eyes Only
1.727.369
842.616
49%
431.842
Opgave 2 Transitie in regionale speerpuntsectoren Thema 2.1 Life Sciences
120 LifeLines fase 2 153 Consortium Drug Discovery and Development Thema 2.2 Toerisme 49 Delfsail 2009
22.000.000
0
0%
9.000.000
2.700.000
12%
3.444.279
1.071.861
31%
1.489.904
893.942
26%
33.490.347
6.733.336
20%
11.696.971
3.942.658
12%
918.468 111%
125.000
122.448
98%
705.000
60%
824.500
63 De G7 campagne 2008-2012
2.500.000
953.370
38%
1.175.000
93 Frisian Solar Challenge
1.550.000
433.626
28%
350.000
210.000
60%
111 Knappe Koppen 10.10.10
1.541.196
1.293.276
84%
731.966
658.769
90%
113 European Tourism Institute
3.135.940
465.467
15%
634.138
190.241
30%
128 Regiomarketing en -promotie rond La Vuelta
2.222.000
0
0%
760.571
0
0%
131 Fryslan Topattractie van Nederland
7.940.000
1.281.923
16%
2.371.300
600.000
25%
145 Rootstoerisme
1.795.000
0
0%
695.000
0
0%
159 European Border Breaker Awards 2010-2013
2.404.561
491.996
20%
600.000
180.000
30%
223 Geopark De Hondsrug
2.277.650
0
0%
970.496
291.149
30%
239 Intensivering Promotie Drenthe 2010-2013
7.299.500
895.210
12%
3.283.500
985.050
30%
39.506.563
17.482.122
44%
19.433.659
12.151.755
31%
26.000.000
9.464.488
36%
14.000.000
8.400.000
60%
29 Werken aan internationalisering (WIN)
3.610.574
2.478.198
69%
1.412.012
1.129.610
80%
33 Investment Readiness Scheme
1.635.453
1.134.421
69%
817.727
654.182
80%
36 Kennistransfer en -netwerkprojecten
2.677.000
2.167.882
81%
1.201.000
1.080.900
90%
38 Innovatie door kenniscirculatie
1.805.256
1.533.087
85%
675.000
540.000
80%
85 Kenniscentrum Sociale Innovatie
1.644.580
704.047
43%
578.440
347.064
60%
2.133.700
0
0%
749.480
0
0%
107.216.158
28.747.929
27%
43.406.696
20.500.947
19%
Opgave 3 Versterking van het MKB op het gebied van innovatie, export en opleidingsniveau van het personeel 3 NIOF 2008
253 Kennisknooppunt duurzame kunststoffen Totaal
Subsidiabele kosten
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
Betalingen Voorschotten
Slotbetalingen
8.326.744
22.448
4.406.534
0
812.592 0 2.700.000 893.942 3.920.210
22.448
100.000
22.448
705.000 210.000 658.769 190.241 0 600.000 0 180.000 291.149 985.050 12.151.755
0
8.400.000 1.129.610 654.182 1.080.900 540.000 347.064 0 20.478.499
22.448
Tabel 2. Realisatie per 31-12-2011 (bedragen in euro’s)
27
28
Tabel 3. Vaststellingen per 31-12-2011 (bedragen in eur o ) Projecten Nummer Naam Opgave 2 Transitie in regionale speerpuntsectoren Thema 2.1 Life Sciences 73 Drug delivery and targeting cluster 87 For Your Eyes Only
Verleend
Vastgesteld
%
Vrijval
%
23.973.037
122.448
1%
2.552
0%
12.276.066
0
0%
0
0%
1.354.320 431.842
120 LifeLines fase 2
9.000.000
153 Consortium Drug Discovery and Development
1.489.904
Thema 2.2 Toerisme 49 Delfsail 2009 63 De G7 campagne 2008-2012
11.696.971
122.448
1%
2.552
0%
125.000
122.448
98%
2.552
2%
0
0%
0
0%
122.448
0%
2.552
0%
1.175.000
93 Frisian Solar Challenge
350.000
111 Knappe Koppen 10.10.10
731.966
113 European Tourism Institute
634.138
128 Regiomarketing en -promotie rond La Vuelta 131 Fryslan Topattractie van Nederland
760.571 2.371.300
145 Rootstoerisme
695.000
159 European Border Breaker Awards 2010-2013
600.000
223 Geopark De Hondsrug
970.496
239 Intensivering Promotie Drenthe 2010-2013 Opgave 3 Versterking van het MKB op het gebied van innovatie, export en opleidingsniveau van het personeel 3 NIOF 2008 29 Werken aan internationalisering (WIN) 33 Investment Readiness Scheme 36 Kennistransfer en -netwerkprojecten
3.283.500 19.433.659 14.000.000 1.412.012 817.727 1.201.000
38 Innovatie door kenniscirculatie
675.000
85 Kenniscentrum Sociale Innovatie
578.440
253 Kennisknooppunt duurzame kunststoffen Totaal
Subsidie
749.480 43.406.696
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
29
Tabel 4. Cashflow en rentebaten per 31-12-2011 (bedragen in euro’s) Overzicht cashflow Ontvangen voorschot* t/m jaar 2010
39.650.000
Jaar 2011 t/m jaar 2011
39.650.000
Inzet rentebaten Inzet Rentebaten t/m jaar 2011
1.170.802
Totaal ingezet
0
Ingezet voor maatregel
0
Ingezet voor betaling project
0
Beschikbaar *
1.170.802
Waarvan € 1.050.000 voor uitvoeringskosten.
Tabel 4. Cashflow en rentebaten per 31-12-2011 (bedragen in euro’s)
Rentebaten
Betaald
Saldo per 31-12
0
10.173.409
30.674.082
1.170.802
10.327.538
-9.156.736
1.170.802
20.500.947
20.319.856
30
Jaarrapportage 2011 - Koers Noord - Transitie
31
32
Deze subsidieregeling wordt medegefinancierd door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie