2014 Jaarplan
Jaarplan Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) 2014 De activiteiten van de SMV komen voort uit zorgen over het onderwerp veiligheid, zowel sociaal als fysiek. Deze zorgen hebben alles te maken met de veranderde veiligheidsfilosofie. In de vorige eeuw heeft deze veiligheidsfilosofie zich (nationaal en internationaal) fundamenteel gewijzigd. Werd de veiligheid eerst lang gezien als een taak van de overheid (alleen), de veiligheid werd nu een gedeelde verantwoordelijkheid. Het bleef weliswaar een kerntaak van de overheid, maar burgers, ondernemingen en organisaties werden hiervoor nu uitdrukkelijk medeverantwoordelijk gesteld. Iedereen werd geacht zijn eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid te nemen. Op zich is deze visie logisch en begrijpelijk, omdat de overheid alleen natuurlijk nooit de veiligheid kan garanderen of waarborgen. Maar de overheid had – gelet op het gegeven dat de veiligheid haar kerntaak was en nog steeds is – als veiligheidsregisseur duidelijk moeten maken waaruit die eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid bestaat. Wat mogen wij van burgers, ondernemingen en organisaties op dit gebied verwachten? En hoe verhoudt zich de verantwoordelijkheid van de overheid voor veiligheid tot die van burgers, ondernemingen en organisaties? Is hier sprake van een balans van verantwoordelijkheden? Helaas, omdat het onderwerp veiligheid van oudsher versnipperd en verkokerd is – ook binnen de overheid – heeft de overheid op dit gebied geen (eenduidige) regie gevoerd waardoor er van meet af aan onduidelijkheid ging ontstaan over die eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid. Deze onduidelijkheid kan qua consequenties voor de samenleving zeer negatief zijn, met name daar wij nu leven in het tijdperk van de zelfregulering. Het tijdperk van de overheid op afstand, geen betutteling meer en laat de veiligheid aan de sector zelf over. Zelfregulering betekent voor de veiligheid dat de veiligheid minder wordt vastgelegd in wetgeving en meer en meer wordt overgelaten aan de normen en richtlijnen van de sector zelf. Hetgeen geen verbindende voorschriften zijn en zich om die reden dan ook onttrekken aan het (toe)zicht van de overheid. Om deze reden focust de SMV op het bewerkstelligen van een balans van verantwoordelijkheden. Wij buigen ons over vraagstukken/thema’s zoals: 1.
Wat mogen wij van burgers verwachten voordat de professionele hulpverleners arriveren (Burgermoed)?
2.
Wat mogen wij verwachten van de Nationale Politie? (wijkagent, vrijwillige politie, spoorwegpolitie etc. etc.)?
3.
Wat mogen wij verwachten van de eigen verantwoordelijkheid van een onderneming of organisatie voor veiligheid?
4.
Wat mogen wij verwachten van het overheidstoezicht en wat van het interne toezicht van organisaties? Is hier sprake van een balans van verantwoordelijkheden? (voedselveiligheid, patientveiligheid, openbaar vervoer, gevangeniswezen etc. etc.)
5.
De regiefunctie van de overheid met betrekking tot de inzet van particulieren bij het onderwerp piraterij, de BOA’s, de particuliere bewakingsdiensten etc. etc.
6.
Daarnaast houdt de SMV zich bezig met enkele structurele activiteiten.
2 van 5
Ad1.
Burgermoed
Met de gewijzigde veiligheidsfilosofie (waarbij burgers medeverantwoordelijk zijn geworden voor veiligheid) is ook de rol van de burger bij onveiligheid en de aanpak van criminaliteit veranderd. Een groot probleem in de veiligheidszorg blijven de eerste 10 tot 15 minuten na een gebeurtenis die de veiligheid bedreigt, of het nu gaat om criminaliteit, brand, ongevallen etc. De professionele hulpverleners zijn er nog niet. Wat mag je dan van de burger zelf verwachten in termen van zelfredzaamheid en/of assistentie verlenen? Met het project Burgermoed wil de SMV bevorderen dat burgers zelf inhoud (kunnen) geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid, met andere woorden optreden of ingrijpen – of bewust besluiten dat niet te doen indien zij zelf of medeburgers gevaar lopen door criminaliteit, overlast, brand of andere ongevallen. Onderzoek heeft aangetoond dat verschillende factoren een rol spelen bij de beslissing van burgers om wel of niet in actie te komen in onveilige situaties. Een belangrijke factor is het (niet) bekwaam zijn of zich bekwaam voelen om in te grijpen. Een andere factor heeft betrekking op waarden en normen en het zich verantwoordelijk voelen voor anderen. Maar ook de angst om zelf slachtoffer te worden en/of te moeten opdraaien voor kosten, kan een rol spelen. De SMV wil met behulp van e-learning modules burgers en professionals in staat stellen om op een gemakkelijke/ aansprekende manier te leren hoe in te grijpen in verschillende situaties. Er zijn al veel mensen die echt een bijdrage willen leveren - men weet alleen vaak niet hoe. Meer kennis/vaardigheden kan een belangrijke bijdrage aan het (zelf)vertrouwen van burgers betekenen. Zowel het Rode Kruis Deventer als het programma Veilige Publieke Taak heeft zich bereid verklaard mee te denken en een pilot te doen met de eerste modules. Acties 2014: -
Publiceren en distribueren van een discussienota over Burgermoed
-
Oproep tot zelfredzaamheid/ingrijpen (maatschappelijke norm) (onder andere via bijdragen aan Dag van de BHV)
-
Ontwikkeling e-learning modules voor verschillende casussen (denk aan veiligheid in en rond het huis; sociale en fysieke voorvallen buitenshuis; veiligheid in wijken en buurten; agressie in openbaar vervoer; veiligheid bij grote evenementen zoals oud-en-nieuw, veiligheid bij sportevenementen, zoals amateur-voetbalwedstrijden)
-
Pilots en Implementeren van de modules (via organisaties als Rode Kruis en KNVB, maar ook PIT Veiligheidsexpo te Almere)
-
Eren en belonen van zelfredzaamheid met de Prof Mr Pieter van Vollenhoven penning
-
Onderzoek naar aansprakelijkheidsstelling bij ingrijpen van burgers
Ad 2.
Wat mogen wij verwachten van de Nationale Politie?
Naast alle discussie over gezag en de politie, wil de SMV nadrukkelijk de vraag stellen wat de politie kan betekenen voor de samenleving. Met andere woorden: Wat mogen burgers van de politie verwachten?
3 van 5
In 2013 heeft de SMV een onderzoek laten doen (door Motivaction ®) naar de verwachtingen die burgers hebben van de politie en in hoeverre de politie daar ook aan beantwoordt. Interessant is om vervolgonderzoek te doen naar bepaalde aspecten om te zien of – en zo ja, hoe - het beeld van burgers veranderd is na implementatie van de Nationale Politie. In de tussentijd blijft de SMV de ontwikkelingen volgen vanuit het perspectief van de maatschappelijke betekenis van de politie. Veel politiewerk begint bij lokaal politiewerk, dichtbij burgers. Daarom vindt de SMV de wijkagent, maar ook de vrijwillige politieagent van grote waarde. Zij vormen de directe verbinding tussen burger en politie. Hetzelfde geldt voor het doen van aangifte door burgers, dat beschouwd kan worden als het visitekaartje van de politie. De bestrijding van drugs legt een enorm beslag op de capaciteit van de Nationale Politie. De SMV onderzoek de (on)mogelijkheden van een alternatieve aanpak van het drugsbeleid, toegespitst op het Nederlandse cannabisbeleid. Acties 2014: -
Volgen van ontwikkelingen rond wijkagent, vrijwillige politie, spoorwegpolitie, BOA’s etc.
-
Onderzoek naar veiligheid in het openbaar vervoer en de relatie tussen Nationale Politie en vervoersmaatschappijen
-
Plan voor verbetering van het proces van aangifte
-
Onderzoek naar (on)mogelijkheden van een alternatief cannabisbeleid in ons land
Ad 3.
Eigen verantwoordelijkheid van een onderneming of organisatie voor veiligheid
Door de zelfregulering is de samenleving voor zijn veiligheid veel afhankelijker geworden van het gevoerde veiligheidsbeleid van een onderneming of organisatie. Door de onduidelijkheid over de eigen verantwoordelijkheid in het algemeen en het gegeven dat veel veiligheidsregels geen verbindende voorschriften meer zijn, zie je in de praktijk dat veiligheidsvoorschriften (zonder opgaaf van redenen, maar vaak ook op grond van economische motieven) het onderspit kunnen delven. Daarom pleit de SMV voor een zogenaamde Veiligheidsbeginselenwet, die ondernemingen/organisaties in ieder geval verplicht tot het maken van een risico-inventarisatie en een veiligheidsplan. Deze wet brengt duidelijkheid over de eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid van een onderneming/organisatie; voor alle sectoren; maakt toezicht mogelijk; en biedt houvast voor extern toezicht maar ook intern toezicht van een onderneming/organisatie. De SMV heeft hierover in 2013 een discussienota gepubliceerd, die veel reacties heeft uitgelokt. Verschillende grote ondernemingen (zoals Royal Haskoning DHV, Siemens) maar ook Tweede Kamerleden herkennen de problematiek en hebben zich bereid verklaard om mee te denken over de mogelijkheid en wenselijkheid van een Veiligheidsbeginselenwet. Acties 2014: -
Verdere discussie over Veiligheidsbeginselenwet
-
Voorbereiding van inhoud/juridische en andere consequenties van wet
-
Lobby richting politiek, parlement
4 van 5
Ad 4.
Balans intern en extern toezicht
Wat mogen wij van het overheidstoezicht verwachten en wat van het interne toezicht? Het overheidstoezicht (de inspecties) beperkt zich in principe tot datgene wat in wetten is vastgelegd (de verbindende voorschriften) en moet zich, vanwege hun omvang, beperken tot de risicovolle sectoren. Bovendien is er geen sprake van een eenduidige werkwijze van de inspecties. De ene inspectie sluit de afdeling, de andere schrijft een rapport dat in een la verdwijnt. De regels en richtlijnen van de sector en de afspraken in de ondernemingen zelf, vallen in principe buiten het overheidstoezicht. Hiervoor zijn wij in principe afhankelijk van het intern toezicht van de sector of bedrijven zelf, en in het uiterste geval van klokkenluiders. Acties 2014: -
Meer duidelijkheid over hoe inspecties te werk gaan (onder andere op het gebied van voedselveiligheid en patiëntveiligheid)
-
Meer duidelijkheid over relatie inspecties – intern toezicht
-
Adviseren bij de totstandkoming van een initiatief wetsontwerp Huis voor Klokkenluiders
Ad 5.
Regiefunctie van de overheid met betrekking tot beveiliging van burgers
Het is de taak van de overheid om zorg te dragen voor de veiligheid van haar burgers. Deze taak is onlosmakelijk met de overheid verbonden. Dat wil echter niet zeggen dat de overheid geen derden mag inschakelen, als het maar onder regie van de overheid geschiedt. Dit geldt bijvoorbeeld voor het inhuren van private beveiligers tegen piraterij op koopvaardijschepen, maar bijvoorbeeld ook voor het inzetten van BOA’s en particuliere beveiligers in de publieke ruimte. Acties 2014: -
Opstellen van regiemodel dat eenduidig beschrijft hoe de regiefunctie van de overheid eruit moet zien
Ad 6.
Structurele activiteiten
Naast bovenstaande activiteiten, houdt de SMV zich bezig met de volgende structurele activiteiten: -
Toekenning van de Publicatieprijs SMV. Eenmaal per twee jaar wordt deze prijs toegekend aan een publicatie die op een creatieve manier een probleem op het gebied van openbare orde en veiligheid behandelt. De eerstvolgende Publicatieprijs zal worden toegekend in 2015.
-
Leerstoel Politiestudies en Veiligheidsvraagstukken bij de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1988 is de leerstoel in het leven geroepen, met als doel: versterking van de wetenschappelijke onderbouwing van het politievak, en bijdragen aan de ‘vermaatschappelijking’ van het thema veiligheid. Leerstoelhouder is prof. dr. A.B. (Bob) Hoogenboom.
-
Het samen met de Belgische zusterorganisatie, het Centrum voor Politie Studies (CPS), uitgeven van de zogenoemde ‘Cahiers Politiestudies’, die viermaal per jaar uitkomen. De onderwerpen van de Cahiers in 2014: De politie en haar maatschappelijke partners; Het gezag van de politie; Democratische politie; De toekomst van de politie.
-
De SMV houdt een website in de lucht, opdat een ieder van haar activiteiten kennis kan nemen. 5 van 5