Jaarplan LAT RB 2013 1.
Inleiding
1.1
Ambitie LAT Risicobeheersing Bedrijven
Voor de doelgroep van risicovolle bedrijven streeft LAT RB naar integraal toezicht op veiligheid, milieu, water en arbeidsomstandigheden. Dat is een enorme uitdaging gezien het grote aantal overheden dat hierbij betrokken is. Om deze ambitie te doen slagen zijn de volgende voorwaarden van groot belang: Bedrijven nemen hun eigen verantwoordelijkheid. • Overheden werken op efficiënte en effectieve wijze samen en komen de gemaakte afspraken • na. Overheidsorganisaties voldoen aan de kwaliteitscriteria van LAT RB. • Overheden gebruiken de landelijke instrumenten en methodieken. • De aanpak richt zich op toezicht en handhaving vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De uitvoering van het toezicht vindt op regionaal niveau plaats. De kwaliteit van het toezicht wordt bepaald door landelijk uniform te werken, de deskundigheid en ervaring van de inspecteurs en de samenwerking/afstemming tussen de verschillende partijen. Een gecoördineerde inzet van de verschillende toezichthouders is een vereiste om de ambitie te bereiken.
1.2
Essentie voor 2013
LAT RB in relatie tot RUD-stelsel Op dit moment kent de samenwerking een landsdelige uitvoeringstructuur, bestaande uit 4 landsdelen. Door de komst van de RUD’s zal deze uitvoeringsstructuur komend jaar aan verandering onderhevig zijn. Het Wabo-bevoegd gezag zal de VTH-taken bij risicovolle bedrijven onderbrengen in 6 gespecialiseerde BRZO-RUD’s. De veranderingen raken het werkterrein van LAT RB. Op basis hiervan is eind vorig jaar een werkgroep ‘Toekomst LAT RB’ gestart. Deze werkgroep zal vanuit PUmA en LAT RB een voorstel uitwerken voor de taken en positionering van de ‘toekomstige’ LAT RB. De verwachting is dat het voorstel in het eerste kwartaal voor bestuurlijk akkoord kan worden voorgelegd aan het Bestuurlijk Overleg van PUmA, welke daarvoor specifiek zal worden uitgebreid met de minister van SZW. Ten tijde van het opstellen van dit jaarplan zijn de voorstellen van de werkgroep nog niet gereed. Er is dus geen rekening gehouden met de consequenties die voortvloeien uit de voorstellen. Wel is, vooruitlopend op verdergaande besluitvorming, besloten om dit jaar tenminste de noodzakelijke activiteiten van LAT RB voort te zetten vanuit de staande infrastructuur. Dit betreft zaken die vanuit beheersmatig oogpunt doorgang moeten vinden, zoals het applicatiebeheer van de Inspectieruimte, beschikbaarheid van de website, de voortgang van de LAT RB Academie, etcetera. Ook de invulling van de no-regretmaatregelen worden als noodzakelijk gezien voor 2013. Dat neemt niet weg dat 2013 wordt gezien als een transitiejaar. Transitie-activiteiten en de hieraan gekoppelde kosten maken geen onderdeel uit van dit jaarplan. No-regret maatregelen In 2012 is hard gewerkt aan het opleveren de no regret maatregelen zoals die in 2011 door voormalig staatssecretaris Atsma waren aangekondigd:
1
Op 16 juli 2012 is de monitor 'Naleving en handhaving BRZO-bedrijven 2011' aangeboden aan de Tweede Kamer. Het is de eerste keer dat informatie over de naleving door en handhaving bij BRZO-bedrijven op landelijke schaal bijeen is gebracht. In 2013 zal eenzelfde rapportage over 2012 worden uitgebracht. Vorig jaar is de handhavingstrategie voor BRZO opgeleverd. In diverse consultatierondes is in gezamenlijkheid van partijen gewerkt aan een gedragen stuk, met als resultaat ambtelijke vaststelling in de LAT Regiegroep. De verwachting is nu dan ook dat dit op enigerlei wijze een wettelijke grondslag zal krijgen. Alleen de status van een strategie is onvoldoende om ervoor te zorgen dat men ook conform deze strategie gaat werken. Daarom zal in 2013 een werkgroep implementie aan de slag gaan met een implementatieplan voor de handhavingstrategie. Na vele consultatierondes zijn de nieuwe kwaliteitscriteria LAT RB in het najaar 2012 goedgekeurd. Deze eindversie sluit aan op VTH Wabo kwaliteitscriteria 2.1. Nu deze mijlpaal is bereikt, hebben partijen afgesproken zich te gaan richten op de implementatie.
2
2.
Organisatie
In haar huidige vorm werkt LAT RB in een organisatiestructuur met directe participatie van de toezichthoudende diensten, de verantwoordelijk beleidsdepartementen en het bedrijfsleven. Het LAT proces heeft als uitgangspunt dat het voor en door alle betrokken partijen is.
Opleidingen, Academie
Regiegroep Projectgroep LAT-bureau
Monitoring Handhaving SGT Inspectiemethodiek NIM3 Inspectieruimte
LAT Regiegroep De LAT Regiegroep zet de grote lijnen op strategisch niveau uit. De LAT Regiegroep zorgt voor de sturing op gewenste ontwikkelingen en bewaakt de voortgang van de realisatie van het eindbeeld. Daarnaast heeft de regiegroep een taak in het verkennen van de voor LAT relevante ontwikkelingen en het op strategisch niveau inspelen op deze ontwikkelingen. LAT Projectgroep De LAT Projectgroep brengt op tactisch niveau landelijke en regionale ontwikkelingen bij elkaar en bewaakt de uitvoering door de verschillende werkgroepen. De verantwoordelijkheden van de projectgroep bestaan uit het zorgen dat strategische besluitvorming in de regiegroep gebaseerd is op de juiste inhoudelijke onderbouwing en het realiseren van de inhoudelijk gewenste ontwikkelingen. LAT Werkgroepen Ontwikkelingsactiviteiten vinden zoveel mogelijk op landelijk niveau in werkgroepen plaats. Er zijn structurele werkgroepen, zoals opleidingen en monitoring, en tijdelijke werkgroepen, zoals handhaving en systeemgericht toezicht (SGT). LAT-bureau Het LAT bureau, ondergebracht bij InfoMil/Rijkswaterstaat, faciliteert en ondersteunt de programma-organisatie, zowel inhoudelijk als procesmatig. Dat betekent onder meer de secretariaatsvoering van vrijwel alle gremia, het uitvoeren van de monitor en het faciliteren van de LAT RB Academie. Daarnaast fungeert het LAT bureau als centraal loket voor vragen en voor de informatievoorziening via website, nieuwsbrief en bijeenkomsten. Zoals in de inleiding aangegeven zal de werkgroep Toekomst LAT RB een voorstel uitwerken voor de organisatie van de toekomstige LAT RB. De rol van de betrokken diensten (wie participeren, op welk niveau en in welke vorm), de relatie met beleid, bestuurlijke verantwoordelijkheid en aanhaking bij het RUD-stelsel zullen daar nadrukkelijk onderdeel van uitmaken.
3
3.
Activiteiten in 2013
3.1
Aard van de werkzaamheden
Er kan een onderscheid worden gemaakt in de activiteiten die noodzakelijk zijn voor beheer en continuïteit en de activiteiten die gericht zijn op ontwikkeling. De eerste bestaat uit beheersmatige zaken en de no regret maatregelen (in 2011 aangekondigd door staatssecretaris Atsma): - de ondersteuning van ambtelijke samenwerkingsconstructies in LAT verband: LAT Regiegroep, LAT Projectgroep, de LAT werkgroepen opleidingen en monitoring, inclusief het opleveren van de landelijke monitorrapportages (overheidstoezicht BRZO en naleving en handhaving BRZO) totdat hier anders over wordt besloten; - het voortzetten van de opleidingen vanuit de LAT RB Academie (nieuw aanbesteed en gunning voor 2 jaar), rekening houdend met de wens te komen tot een brede kennisinfrastructuur; - de centrale informatievoorziening via website, nieuwsbrief en social media; - het werkend houden en het beheer van de InspectieRuimte (applicatiebeheer); - de implementatie van de kwaliteitscriteria LAT RB en de handhavingstrategie BRZO. Aanvullend op bovenstaande zaken vinden in LAT verband ontwikkelactiviteiten plaats. De ontwikkelactiviteiten dragen bij aan het doel te komen tot landelijke uniformiteit (level playing field), toezichtslastvermindering en transparantie. Het grootste deel van deze activiteiten loopt al. De lopende ontwikkelactiviteiten van LAT RB worden in 2013 doorgezet zodat de landelijke verbeteraanpak in haar voortgang zo min mogelijk wordt geremd.
3.2
Ontwikkeling en implementatie instrumenten BRZO en integrale aanpak
Implementatie handhavingstrategie BRZO Sinds Chemie-Pack zijn alle ogen gericht op de handhaving bij risicovolle bedrijven. Conform de toezegging van de voormalige Stas I&M is vorig jaar een landelijke handhavingsstrategie voor BRZO uitgewerkt. Het doel is met toepassing van deze strategie tot een landelijk uniforme aanpak en gezamenlijk optreden te komen. De handhavingstrategie is door alle partijen, inclusief het openbaar ministerie, onderschreven. De strategie is in december 2012 door de LAT Regiegroep vastgesteld. In 2013 zal een werkgroep met de implementatie aan de slag gaan. Voor een optimale benutting van de bestuursrechtelijke aanpak én de strafrechtelijke is commitment van het openbaar ministerie/ functioneel parket wezenlijk. Hier zal specifiek aandacht aan worden besteed. Model systeemgericht toezicht en doorontwikkelen toezichtmodel en handhavingsaanpak Het doel is om één uniforme systeemgerichte aanpak te ontwikkelen voor het toezicht op majeure risicobedrijven. Kern van de aanpak is risicobeheersing. De gewenste toezichts- (en handhaving) inzet wordt afgestemd op het niveau van risicobeheersing van het bedrijf. In 2012 is het model SGT op hoofdlijnen geformuleerd. Het model zal doorwerken in de opzet van het toezichtmodel en de handhavingsaanpak zoals die in de hierboven beschreven handhavingstrategie is opgenomen. In 2013 zal de nadere concretisering van het model en de uitwerking daarvan voor het toezichtmodel en de handhaving moeten worden uitgewerkt. Bij de voorbereiding van inspecties wordt thans het toezichtmodel zoals dit in 2007 is ontwikkeld gehanteerd. In lijn met de ontwikkeling van een staat van veiligheid waarmee de situatie bij de bedrijven wordt geduid heeft LAT RB de ambitie tot een aangepast toezichtmodel te komen, waarmee enerzijds beter ingespeeld wordt op de actuele staat van veiligheid van een bedrijf en anderzijds de inspectie een gerichte, meer specifieke stimulans tot een betere veiligheidsperformance van het bedrijf leidt.
4
Ontwikkeling inspectiemethode tot NIM3 In het BRZO domein worden inspecties uitgevoerd volgens de Nieuwe InspectieMethodiek (NIM 2). Er is al geruime tijd behoefte aan een upgrade van de NIM. Onderwerpen waar al een landelijke aanpak voor is ontwikkeld (PGS15, PGS29), krijgen zo een juiste plek in de NIM. Bovendien is actualisatie gewenst, vanwege wijzigingen in wet- en regelgeving etc. In lijn met de ontwikkeling van een systeemgerichte en integrale aanpak, zal de NIM3 gestoeld zijn op het model SGT. Implementatie kwaliteitscriteria Na vele consultatierondes zijn de nieuwe kwaliteitscriteria LAT RB een feit. De LAT Regiegroep heeft de aangescherpte criteria in het najaar 2012 goedgekeurd. Organisaties kunnen zich gaan richten op de implementatie. T/m april 2013 zullen organisaties worden verzocht een zelfevaluatie uit te voeren. Op basis van deze startmeting kunnen de gaps inzichtelijk worden gemaakt zodat verbeterplannen kunnen worden opgesteld. Het streven is om uiterlijk in het eerste kwartaal van 2014 een tweede evaluatie uit te voeren om te laten zien dat men aan de kwaliteitscriteria voldoet. Implementatie NOM De NOM is vorig jaar opgeleverd. Ten aanzien van het toepassen ervan zijn er nog diverse strategische keuzes te maken. Dit betreft onder andere de keuze voor één landelijk team of meerdere regionale teams, het opleidingenpakket, de registratie, etcetera. Er zal in 2013 een nieuwe werkgroep worden samengesteld die in staat is om de strategische vraagpunten te benoemen en hierover een advies uit te brengen. Openbaarheid inspectie-informatie Het huidige klimaat is dusdanig dat politiek en burgers meer openheid van de overheid verwachten. Om stevige stappen te kunnen zetten, zullen landelijk afspraken moeten worden gemaakt over hoe om te gaan met openbaarmaking en uitwisseling van informatie. In 2012 heeft de regiegroep besloten om een voorstel uit te werken, waarin delen van de inspectierapporten actief op een centrale plek op internet zullen worden getoond, zodat de informatie door derden kan worden geraadpleegd. In 2013 zal de daadwerkelijk uitwerking hiervan moeten worden opgestart. Veiligheidscultuur TNO heeft in opdracht van DCMR een onderzoek veiligheidscultuur bij bedrijven in het Rijnmondgebied uitgevoerd. Besloten is om voortgaand op dit onderzoek, het aspect veiligheidscultuur in LAT RB op te pakken. Een nog te formeren werkgroep zal binnen LAT RB een methodiek opstellen om veiligheidscultuur mee te nemen in het toezicht en de handhaving.
3.3
Beheer en ondersteuning
InspectieRuimte, beheer en doorvoeren nieuwe releases Sinds oktober 2011 is één gezamenlijke applicatie voor BRZO- en het chemietoezicht in gebruik. In de applicatie wordt alle inspectie-informatie centraal geregistreerd en uitgewisseld. Voor het in de lucht houden van de Inspectieruimte is een beheerscontract met ICTU afgesloten. De noodzakelijke jaarlijkse beheerskosten bedragen 450.000 euro. In 2013 zullen nog enkele releases worden doorgevoerd ten behoeve van noodzakelijk door te voeren aanpassingen en wensen van gebruikers. Start onderzoek vernieuwing Inspectieruimte Er is om verschillende redenen een wens om tot een verdere ontwikkeling van de InspectieRuimte te komen. Voorzien is dat in de loop der tijd een nieuwe applicatie gerealiseerd moet worden. Onderzoek is nodig om de functionele wensen en mogelijkheden in relatie tot bestaande applicaties en lopende initiatieven (PIM) inzichtelijk te krijgen. Dit onderzoek kan in 2013 worden opgestart. Landelijke kennisbijeenkomsten overheden Voorgaande jaren zijn op initiatief van de regio’s regionale kennisdagen en expertmeetings georganiseerd. Voor 2013 is afgesproken de organisatie van de kennisbijeenkomsten meer landelijk vorm te geven vanuit LAT RB. Doel van de bijeenkomsten is enerzijds de betrokkenen te informeren over relevante ontwikkelingen, en anderzijds het proces van samenwerking in het toezicht en de
5
handhaving te bevorderen. Vanuit LAT-RB zullen in 2013 2 tot 3 landelijke kennisbijeenkomsten worden gefaciliteerd. De bijeenkomsten vinden bij een organisatie ‘in huis’ plaats. In het budget zijn geen kosten voor externe zaalhuur opgenomen. Aanbieden opleidingen, faciliteren LAT RB Academie Deskundigheid is één van de belangrijkste succesfactoren van hoogwaardig toezicht. In 2013 zal de LAT RB Academie conform een nieuwe aanbestedingsovereenkomst het huidige opleidingenaanbod voortzetten. Daarin zullen opleidingen worden opgenomen op onderwerpen die nu nog niet opleidingenpakket zitten, maar daar volgens het competentieprofiel wel in thuis horen. Criterium is wel dat er een gezamenlijke behoefte moet zijn (actuele behoefte, gemeenschappelijk belang). Dit kan desalniettemin ook om tijdelijke opleidingen gaan. In het aanbestedingscontract is rekening gehouden met een bedrag van ca. 30.000 euro ontwikkelkosten. De uitvoering van de LAT RB Academie wordt door de werkgroep opleidingen begeleidt. Zij heeft ook de rol van het bewaken van de kwaliteit en volledigheid van het opleidingenaanbod. Het LATbureau verzorgt het secretariaat en de inhoudelijke ondersteuning van de werkgroep. Daarnaast regelt het LAT-bureau de informatievoorziening en de aanmeldfaciliteiten. Werkgroep monitoring en jaarlijkse rapportages Om tot verbetering te komen vindt monitoring plaats. Het doel van de monitor is om de prestaties van de toezichthoudende diensten en de kwaliteit en het effect van het toezicht inzichtelijk te maken. Voor het BRZO-toezicht is de landelijke monitoringssystematiek - de Monitor BRZO breed geïmplementeerd. Daarnaast is een monitor ontwikkeld tot het rapporteren over de naleving door en handhaving bij alle BRZO-bedrijven. Op basis van die jaarlijkse rapportage ontstaat een landelijk actueel beeld van de naleving van het Brzo bij alle Brzo bedrijven. Deze informatie kan dan worden gebruikt om na te gaan of aanvullende acties nodig zijn bij bedrijven die achterblijven. In 2013 zijn 2 rapportages voorzien, namelijk een rapportage over de inspectieperformance van de overheden, en een over de naleving en handhaving BRZO. Deze laatste zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding van het in 2012 uitgevoerde onderzoek naar de kwaliteit en betrouwbaarheid van de informatie in de InspectieRuimte, is een plan met verbeteracties opgesteld. De verbeteracties zijn er vooral op gericht om de bruikbaarheid van de InspectieRuimte als bron voor de monitoring te verbeteren. Het plan moet in 2013 worden uitgevoerd. Om data geautomatiseerd uit de InspectieRuimte te halen en verbanden te kunnen leggen wordt gebruik gemaakt van een specifiek ICT-pakket Cognos. Zonder het gebruik van dergelijke tools zullen de data voor de monitoring handmatig moeten worden verzameld. Bijdrage indicatoren staat van veiligheid Op strategisch niveau wordt onderzoek gedaan naar het breder benutten van de vastgelegde inspectieinformatie in de Inspectieruimte. Dit betreft onder meer het opzetten van indicatoren voor kwalitatieve monitoring van de veiligheidsperformance van de BRZO-bedrijven. In relatie daarmee onderzoekten de beleidsdepartementenI&M en SZW de mogelijkheid om te komen tot indicatoren ter duiding van de staat van veiligheid. Gezien de relatie met de eerder beschreven monitoringsactiviteiten zal hier een bijdrage vanuit LAT RB worden gevraagd. Ondersteunen landelijke programmastructuur (regie, project) en algemene zaken De regiegroep komt ca 5 keer per jaar bij elkaar. Het LAT bureau verzorgt het secretariaat van de regiegroep (plannen vergaderingen, voorbereiding, verzamelen en verzenden vergaderstukken, verslaglegging). Voor de projectgroep gelden soortgelijke werkzaamheden. De projectgroep komt 6 keer per jaar bij elkaar. Halfjaarlijks wordt een overzicht van kosten, tijdsbesteding en voortgang van de afzonderlijke LATactiviteiten gemaakt. Het doel van deze managementrapportage (MARAP) is inzicht te geven in de zaken waarop bijsturing nodig is en wat de financiële consequenties zijn. De MARAP’s vormen de input voor strategische discussies in project- en regiegroep. LAT RB kent een bestuurlijk overleg, welke het laatste jaar niet meer bij elkaar is gekomen. Onderdeel van de herinrichting/herpositionering betreft een sluitende verbinding met bestuurlijk overleg. De LAT Regiegroep zal voorstellen doen voor noodzakelijk geachte ontwikkelingen en deze aan het bestuurlijk overleg voor besluitvorming voorleggen, anderzijds ambtelijke regie voeren over de door het bestuurlijk overleg wenselijk geachte ontwikkelingen.
6
De inzet voor ondersteuning van het bestuurlijk overleg is vooralsnog als pm post opgenomen. Centraal informatieportaal Het LAT-bureau zorgt voor het inhoudelijk en technisch beheer van de website. De website vormt het portaal als het gaat om nieuws en informatie over landelijke en regionale ontwikkelingen. De website kent een interactief karakter, dat wil zeggen dat nieuwsfeiten frequent worden verspreid via twitter en dat het aan LinkedIn verbonden discussieplatform actief wordt gevoed. De digitale LATnieuwsbrief verschijnt eens per kwartaal. Soms wordt een nieuwsflits uitgebracht als het een specifiek nieuwsitem betreft dat op zeer korte termijn onder de aandacht moet worden gebracht. Het doel van de nieuwsbrieven en de nieuwsflitsen is de doelgroep op een actieve wijze op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen en nieuwe informatie. Het LAT bureau heeft een helpdesk- en loketfunctie. Het LAT bureau beantwoordt inhoudelijke vragen over het BRZO-toezicht en allerhande vragen over het programma. Gemiddeld genomen komen er ca. 200 – 300 mailverzoeken per jaar binnen bij het LAT bureau. Een algemeen secretariaat zorgt voor de benodigde secretariële en administratieve zaken die nodig zijn voor het kunnen voeren van het programmabureau, zoals telefonie, het verzorgen van mailings, het regelen van vergaderzalen, etcetera. Informatiebeheer Tweejaarlijks worden de BRZO-bedrijvenlijst geupdate en gepubliceerd. Daarnaast vindt beheer van voor het programma relevante gegevens plaats, waaronder relatiebeheergegevens, documentatie. 3.4
Coördinatie van de uitvoering
Inspectieproject tankopslag In 2012 is een landelijk inspectieproject tankopslag gestart met als doel om op korte termijn de veiligheidssituatie van PGS 29 opslagtanks inzichtelijk te krijgen en te komen tot een landelijk uniforme aanpak bij deze tankopslagen. De rol van LAT RB is die van regievoerder in de uitvoering. Het voordeel van een dergelijk project is dat landsbreed op uniforme wijze een beeld kan worden gegenereerd op basis waarvan een verbeterplan kan worden opgesteld. Deze wijze van landelijke sturing is nieuw. Vóór 1 april 2013 moeten ongeveer 130 BRZO-bedrijven met PGS29 tanks worden geïnspecteerd. Het project zal worden afgesloten met een rapportage. Op basis van de resultaten zal een verbeteraanpak worden geformuleerd. Faciliteren toezichtprogramma’s, planningen Vanaf 1 januari 2013 beleggen de provincies hun VTH-taken (Wabo-breed) op BRZO- en IPPC 4bedrijven bij 6 BRZO-RUD’s. Vanuit deze RUD’s zullen de regionale toezichtprogramma’s en planningen worden gecoördineerd. De gezamenlijke afspraken worden vastgelegd in bestuurlijk toezichtprogramma’s. Vanuit LAT RB kan ondersteuning worden geboden ten behoeve van de landelijke uniformiteit en eenduidigheid. Naar aanleiding van de onderzoeken die afgelopen jaren zijn uitgevoerd, mede naar aanleiding van de brand bij Chemie-Pack, wordt de behoefte om inspecties meer onaangekondigd uit te gaan voeren, groter. Er lopen reeds initiatieven op dit vlak. Deze initiatieven en ervaringen kunnen worden benut om te komen tot een landelijke aanpak.
7
4.
Begroting en financiering
Niet in deze webversie beschikbaar
8