JAARPLAN 2003 BREDE SCHOOL NESSELANDE
Zuideinde 43 3059 LH Rotterdam
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
1
HOODSTUK I
: PROCES BREDE SCHOOL NESSELANDE
2
HOOFDSTUK II
: VISIE, MISSIE EN DOELEN
4
2.1. 2.2. 2.3.
Visie Missie Doelen van samenwerking
4 4 5
HOOFDSTUK III
: AANDACHTSPUNTEN 2003
6
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Aandachtspunten Intensieve samenwerking onderwijs en welzijn Participatie Samenwerken met ‘derden’ Communicatie
6 6 9 10 11
HOOFDSTUK IV
: ORGANISATIESTRUCTUUR
12
4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Organogram Stuurgroep Directie Overleg Welzijn Werkgroepen
12 12 13 13
HOOFDSTUK V
: PROJECTEN
15
5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
Hogeschool In Holland project Nesselande Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC-groep) ROC-Zadkine Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschappen
15 17 17 17
Inleiding De samenwerking tussen onderwijs en welzijn, is inmiddels werkelijkheid geworden in de nieuwbouwwijk Nesselande. Wat ooit begonnen is met het ondertekenen van de intentieverklaring door de samenwerkingspartners wordt inmiddels in praktijk gebracht. De Brede School Nesselande is sinds anderhalf jaar gevestigd in een tijdelijke locatie aan de Zuideinde 43 in de wijk Nesselande. Deze zogeheten pioniersfase wordt benut om de Brede School - werkwijze zodanig uit te bouwen dat eind 2004 in Kindcluster I gedegen voorbereid van start kan worden gegaan. De conceptrapportage ‘Eén en één is meer dan twee, De Brede School Nesselande’ (Sonor, 2000) heeft vele ideeën opgeleverd om inhoudelijk de Brede School Nesselande vorm te geven. Deze ideeën zijn echter nog niet omgezet tot een concreet plan. Dit jaarplan is een aanzet daartoe. De wensen, ideeën en meningen van de partners van de Brede School Nesselande komen in de uitwerking van dit jaarplan tot uiting. Doel van dit jaarplan is om richting en een nadere invulling te geven aan de ontwikkelingen van de Brede School Nesselande. De Brede School Nesselande bevindt zich in een dynamisch proces op vele fronten. Het betreft een ontwikkelingsproces gericht op onder andere een intensieve samenwerking tussen onderwijs en welzijn. Dit ontwikkelingsproces vindt plaats op strategisch-, organisatorisch- en inhoudelijk niveau waarbij een groot beroep wordt gedaan op alle medewerkers van de Brede School Nesselande. De start van de Brede School Nesselande brengt met zich mee dat er beleid moet worden uitgezet voor de toekomst. Een aanzet tot beleid is dit jaarplan 2003. Als basis is gebruikt het Plan van Aanpak BSN 2002-2003 waarin de activiteiten, projecten en processen worden beschreven voor die periode.
Nicole Lemette Projectleider BSN Februari 2003
HOOFDSTUK I: PROCES BREDE SCHOOL NESSELANDE In dit hoofdstuk wordt op beknopte wijze de tot standkoming van de Brede School Nesselande beschreven. Bij de ontwikkeling van de wijk Nesselande kwamen de toekomstige voorzieningen met de wens om intensief samen te werken. Deze wens werd gedeeld door Deelgemeente Prins Alexander. Uitgangspunt was en is dat deze samenwerking een compleet afgestemd aanbod oplevert op het terrein van zorg, onderwijs, welzijn en vrijetijdsbesteding, waarbij de ontplooiing van het kind centraal staat. In het jaar 2000 hebben de toekomstige partners hun ideeën geformuleerd over de toekomstige BSN. Het eindproduct is de eerder genoemde conceptrapportage ‘Eén en één is meer dan twee, De Brede School Nesselande’ (Sonor, 2000) Op 7 maart 2001 is door de deelnemers van het samenwerkingsproces BSN een intentieverklaring ondertekend. De Intentieverklaring behelst: “Ondergetekenden verklaren namens genoemde besturen in te stemmen met onderstaande uitgangspunten: • De gedachte “Eén en één is meer dan twee” waarbij de nauwe samenwerking tussen verschillende partners in de nieuwe wijk Rotterdam-Nesselande uitgangspunt van handelen is, wordt van harte ondersteund. Tevens verklaart men aan deze gedachte vorm en inhoud te (blijven) geven. • De aanbevelingen, zoals deze in het onderzoek van Sonor gedaan zijn, dienen nader uitgewerkt te worden. • Op basis van de in het rapport genoemde uitgangspunten zal uw vertegenwoordiger in de Ontwikkelingsgroep De Brede School Nesselande (na ondertekening van deze verklaring gaat de Ontwikkelingsgroep over in een Stuurgroep) verder gaan met het ontwikkelen van bedoeld concept.” De intentieverklaring is ondertekend door: • Bestuur Stichting Welzijn Alexander • Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam • Bestuur Protestants –Christelijk Primair Onderwijs (Deelgemeente Prins Alexander) • Bestuur Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs • Bestuur HVO WoonCompas/ZorgCompas • Bestuur Deelgemeente Prins Alexander De volgende samenwerkende organisaties zijn gehuisvest op de tijdelijke locatie van de BSN: • Kindercentrum de Kunstenmakers (met peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en buitenschoolse-opvang) • Openbare Basisschool Passe Partout • Protestants Christelijke Basisschool Het Spectrum • Katholieke Dalton Basisschool Het Tangram Hiernaast zijn Sonor/Opbouwwerk en Wijkorganisatie Nesselande (In Oprichting) in deze locatie gehuisvest. Op dit moment omvat het aanbod welzijn vanuit Stichting Welzijn Alexander het Kindercentrum de Kunstenmakers. In de toekomst, en zeker bij de opening van
het eerste Kindcluster zal ook het Sociaal Cultureel Werk als onderdeel van Stichting Welzijn Alexander onderdeel uitmaken van de BSN. Na het ondertekenen van de intentieverklaring is de oorspronkelijke ontwikkelgroep verder gegaan als stuurgroep BSN. In deze stuurgroep hebben zitting de directies van de samenwerkende organisaties. Sonor/Opbouwwerk heeft binnen de stuurgroep een adviserende functie. Op 3 september 2001 is gestart met de BSN in de tijdelijke locatie in Nesselande. Deze startfase wordt intensief benut om de Brede School- werkwijze uit te bouwen, zodat na verhuizing naar Kindcluster I gedegen voorbereid van start kan worden gegaan. In de opstartfase van de BSN is met betrekking tot de implementatie van het Brede School concept enige vertraging opgetreden in het ontwikkelingsproces. Redenen hiervoor zijn: • Het inrichten, organiseren en beheren van de noodlocatie kost extra tijd, naast het laten functioneren van het kindercentrum en de basisscholen. • Het samenwerkingsproces met vier verschillende organisaties en daarmee vier verschillende culturen in één locatie vereist regelmatig evaluatie. • De inzet van de deelnemende partijen om aan het begin van de startperiode een projectleider voor de BSN aan te stellen is niet gelukt. Inmiddels is per half juni 2002 een projectleider aangesteld op full-time basis. Hierdoor wordt op een gecoördineerde wijze verder inhoud gegeven aan het samenwerkingsverband BSN en aan de concrete vorm van het uitwerken van de visie. Het door de samenwerkende partijen opgestelde conceptrapportage ‘Eén en één is meer dan twee, De Brede School Nesselande’ (Sonor, 2000) dient hierbij als leidraad. De financiën voor de aanname van een projectleider zijn bijeen gebracht door de samenwerkingspartners. Zij hebben hierin duidelijke hun verantwoording genomen als medeinitiator. Ondanks de vertraging in het ontwikkelingsproces is de samenwerking in brede school verband zo ver gevorderd dat er inmiddels gesproken kan worden over dé Brede School Nesselande welke zal bestaan uit twee locaties: Kindcluster I en Kindcluster II. Dit betekent dat de intensieve samenwerking tussen de verschillende onderwijsdenominaties onderling en met welzijn, ook na afsplitsing van twee van de drie onderwijsdenominaties zal blijven bestaan.
HOOFDSTUK II: VISIE, MISSIE EN DOELEN 2.1. Visie De eisen die de moderne samenleving aan “het opvoeden van kinderen” stelt zijn niet eenvoudig. De rol die wordt toebedeeld vanuit de samenleving aan onderwijs (scholen) en welzijn (kindercentrum en welzijnsvoorzieningen) in deze opvoedingstaak is door de jaren heen steeds groter geworden. De BSN neemt bij deze ontwikkeling zijn verantwoording op zich. De BSN ziet het als een uitdaging om voor een concept te kiezen waarbij het kind centraal staat. Er is gekozen voor een intensieve samenwerking tussen onderwijs en welzijn om op deze wijze een zo optimaal mogelijk voorzieningen aanbod te creëren rondom het kind. Maar ook om gezamenlijk een pedagogisch klimaat te creëren waarin kinderen zich kunnen ontplooien. Iedere medewerker van de BSN, ongeacht functie (leerkrachten, leidsters, leidinggevenden maar ook de conciërge, enz..) is een schakel in dit pedagogisch klimaat. Alle medewerkers zijn competentie gericht bezig als ‘professioneel’ opvoeder om tezamen een optimaal pedagogische leefomgeving te creëren. Hiernaast vraagt de moderne samenleving om een ‘open’ houding van onderwijsinstelling en welzijnsorganisaties. Ouders/ verzorgers willen communiceren en verantwoording delen met leerkrachten en leidsters over pedagogische opvattingen voor hun kinderen. Maar ook andere organisaties en instellingen zijn belangrijk om mee te communiceren met de BSN omdat het gaat om het welzijn van jonge mensen. De BSN wil een actieve bijdrage leveren aan de sociale cohesie in de wijk Nesselande. Kinderen groeien op in een situatie waarin diverse actoren op elkaar aanvullende wijze een rol spelen. De actoren zijn: • Het gezin • De school en de kinderopvang • De woonomgeving en de sociale context • De samenleving De BSN constateert dat binnen deze situatie er sprake is van een constante verschuiving van rollen, zowel in kwaliteit als in kwantiteit. Een integrale benadering van de drie eerst genoemde actoren, met als subdoel een goede balans tussen die actoren te bewerkstelligen, maakt het mogelijk om kinderen te voorzien van een optimale context om op te groeien. Deze optimale context, doorgroeiend naar een brede aanpak, gericht op het ontwikkelen van sociale cohesie en gemeenschapszin, stelt de kinderen tevens in staat zich te ontplooien tot zelfstandige en (zelf) kritische personen. Daarmee is de BSN ook bedoeld om een preventieve en curatieve bijdrage te leveren inzake het voorkomen van sociale problemen. Het bewust worden- en overdragen van waarden en normen zijn in deze maatschappelijke- en pedagogische context zeer belangrijk. 2.2. Missie De missie van de BSN is voor kinderen een opgroeiomgeving creëren waarin gezin, school en kinderopvang en sociale omgeving, in aanvulling op elkaars mogelijkheden gezamenlijk garant staan voor optimale ontplooiingskansen voor alle kinderen: één en één is meer dan twee.
2.3. Doelen van samenwerking Voor het kind: • Binnen de Kindclusters een éénduidig pedagogisch klimaat bieden waarbij de ontwikkeling en behoeften van kinderen centraal staan. • Een mini-gemeenschap creëren waar kinderen alle kansen krijgen om zich zo volwaardig mogelijk te ontplooien. • Het bieden van een doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen 0 –12 jaar, een tweede thuis voor kinderen van 0-15 jaar en een goede overstap naar het vervolgonderwijs. • Kinderen een stem geven middels participatie. Voor het gezin: • Het bieden van een goede mogelijkheid om zorg en arbeid te combineren. • Het bieden van veel voorzieningen, activiteiten en gebundelde informatie binnen handbereik per kindcluster. • Ouders een stem geven middels participatie. Voor de school en de kinderopvang: • Kansen scheppen voor culturele vorming met extra educatieve faciliteiten zoals onder toezicht staande schooltuinen, cursussen, huiswerkbegeleiding en ontspanning. • Het ontwikkelen van een verlengde schooldag. Voor de woonomgeving en samenleving: • Biedt mogelijkheden om contact tussen jong en oud te stimuleren, middels een intergenerationeel programma. • De verbinding tussen de natuurlijke omgeving en de BSN kan door middel van kunst in de locaties teruggevonden worden. • Optimaal gebruik van ruimte, en de “spin-off ” die het kan hebben op andere wijken. • Een signaleringsfunctie met betrekking tot het kind centraal stellen als het gaat om ontwikkelingen omtrent behoeften van kinderen, ouders en omgeving. Voor de samenwerkingspartners: • Een instrument ontwikkelen waarbij de dienstverlening getoetst kan worden. Het zogeheten “integrale garantplan voor ieder kind”. Deze doelen of meerwaarden van samenwerking zijn niet statisch. Ze worden verder ingevuld en bijgesteld gedurende het proces en de groei van de BSN. De samenwerkingspartners delen de verantwoordelijkheid voor het proces om deze meerwaarden of doelen te bereiken.
HOOFDSTUK III : AANDACHTSPUNTEN 2003 Het begrip brede school is in Nederland al geruime tijd enorm in opmars. Er bestaat echter geen basisconcept waaraan een brede school zou moeten voldoen. Nog steeds wordt de brede school geassocieerd met achterstandswijken met als belangrijkste doel kinderen uit deze wijken ook na schooltijd met zaken kennis te laten maken waardoor ze uiteindelijk betere resultaten zouden behalen. De ouders kunnen dan ook op school terecht voor ondersteuning en cursussen. Het startpunt van de BSN is geheel anders. Gesitueerd in een nieuwbouwwijk in aanbouw en een populatie wat merendeels zal bestaan uit kansrijke gezinnen. Dit betekent dat de BSN zich kan richten vanaf de start op het proces van samenwerken met de partners maar ook met verschillende disciplines. Het gaat erom dat er gewerkt wordt aan gezamenlijke (pedagogische) opvattingen en afspraken omtrent kinderen. Bijvoorbeeld grenzen stellen aan agressief gedrag. De diverse organisaties en disciplines moeten weten wat ze voor elkaar kunnen betekenen waardoor er een aanvullend en sluitend aanbod gecreëerd kan worden niet alleen tussen onderwijs en welzijn maar ook met andere disciplines. In dit hoofdstuk worden de aandachtspunten benoemd van het proces Brede School Nesselande voor het jaar 2003. 3.1. Aandachtspunten 2003 1. 2. 3. 4.
Intensieve samenwerking onderwijs en welzijn Participatie Samenwerken met ‘derden’ Communicatie
3.2. Intensieve samenwerking onderwijs en welzijn Het ontwikkelingsproces van een intensieve samenwerking tussen onderwijs en welzijn is gestart in 2001. De drie scholen OBS Passe Partout, KBS Tangram, PCBS Het Spectrum en het kindercentrum de Kunstenmakers werken samen met de projectleider aan de hieronder beschreven processen waarbij het uitgangspunt “het kind centraal” is. Vooralsnog omvat welzijn op dit moment kindercentrum de Kunstenmakers. Zoals eerder benoemd wordt het aanbod van welzijn in de toekomst uitgebreid met een aanbod vanuit het sociaal cultureel werk. Het opstarten en uitwerken van een inhoudelijk intensieve samenwerking met ZorgCompas/WoonCompas is gepland voor 2004. •
•
Implementeren pedagogisch raamplan. Dit raamplan was in september 2002 voltooid en akkoord bevonden door de samenwerkingspartners in de stuurgroep BSN. In het pedagogisch raamplan wordt beschreven op welke wijze binnen de BSN het kind centraal wordt gesteld in een pedagogische context, uitgaande van een intensieve samenwerking tussen onderwijs en welzijn. Per organisatie wordt een werkplan gemaakt om het pedagogisch raamplan te implementeren binnen de eigen organisatie. De voortgang van dit implementatieproces wordt bewaakt door de stuurgroep BSN. In 2003 wordt het implementatieproces gecontinueerd. Kindvolgsysteem. Eind 2002 is in onderling overleg besloten welk kindvolgsysteem ingevoerd zou worden door de samenwerkingspartners van de BSN. Dat de vier verschillende organisaties hetzelfde kindvolgsysteem gaan hanteren voor kinderen van
•
•
•
•
•
de leeftijdsgroep 0-12 jaar is een vrij unieke gebeurtenis. De meerwaarde hiervan is dat leerkrachten en leidsters op een zelfde wijze leren interpreteren, gegevens overdragen, observeren en toetsen. De eenduidigheid is in het belang is van het kind, de ouders en het pedagogisch klimaat van de BSN. In 2003 zijn zes cursusavonden gepland waar de organisaties gezamenlijk aan deelnemen. Het doel is in september 2003 te starten met het kindvolgsysteem binnen de BSN. Inhoudelijke avonden BSN. Deze studieavonden zijn gestart in 2001 en verplicht voor alle medewerkers van de vier organisaties. Doel: enerzijds een breed draagvlak creëren voor de ontwikkeling van de visie middels participatie van alle medewerkers in de BSN, anderzijds de interne samenwerking op de werkvloer tussen onderwijs en welzijn bevorderen. In 2003 zijn er vier inhoudelijke avonden gepland. Integraal garantplan voor ieder kind. De BSN vindt het belangrijk dat haar dienstverlening getoetst kan worden. Een instrument dat daarbij in de toekomst mogelijkheden biedt is het “integraal garantplan voor ieder kind”. De intentie van dit garantplan is dat de deelnemende organisaties van de BSN jaarlijks het opgroeitraject van het individuele kind afspreken. Op maat moet komen vast te liggen welke actor welke bijdrage levert en met welk doel. Dit garantplan kent uiteraard verschillende accenten zoals: pedagogisch, cultureel, educatief, enz… Het moge duidelijk zijn dat dit garantplan een ontwikkelingsproces moet doorlopen met de samenwerkingspartners en andere participanten voordat er daadwerkelijk sprake is van een gebruiksklaar eindproduct. In 2003 is het doel een conceptvoorstel te formuleren van het “integraal garantplan voor ieder kind”. Inhoudelijk inzet Sociaal Cultureel Werk (Stichting Buurtwerk) vanuit SWA. Dit jaar zijn gesprekken gestart met de samenwerkingspartners over de inhoudelijke inzet van het sociaal cultureel werk. Onderwerp van gesprek is in eerste instantie niet het aantal beschikbare uren voor activiteiten. Sociaal cultureel werk heeft een belangrijke ‘brugfunctie’ als het gaat om de intensieve samenwerking tussen onderwijs en welzijn. In de gesprekken moet duidelijk worden op welke wijze het sociaal cultureel werk een aanvullende meerwaarde kan bieden binnen de visie van de BSN. In 2003 wordt een eerst duidelijke omschrijving geformuleerd omtrent de rol van het sociaal cultureel werk aansluitend bij de BSN visie. Hierna is de wens een voorzichtig start te maken met de daadwerkelijke inzet van het sociaal cultureel werk. Het doel is de inzet van het sociaal cultureel werk mee te laten groeien in de visie ontwikkeling en het proces van de BSN. Ontwikkeling inhoudelijke samenwerking tussen de scholen in BSN. Er zijn drie scholen binnen de BSN met drie verschillende identiteiten. Op inhoudelijke vlak wordt de BSN visie gedeeld en vindt er een ontwikkelingsproces plaats om hier als scholen vorm aan te geven. Voor het samenwerken zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: behoud van levensbeschouwelijke identiteit en behoud van onderwijskundige identiteit. Vanaf de start van de BSN komt de inzet tot samenwerking tot uiting in onderwijskundige-, organisatorische- en personele activiteiten. Ontwikkeling intensieve samenwerking tussen scholen en het kindercentrum (welzijn). De ontwikkeling van een intensieve samenwerking tussen scholen en welzijn is gestart met extra aandacht voor de ‘bottom-up’ benadering. Leerkrachten en leidsters hebben immers elke dag te maken met alle kinderen, hun ouders/ verzorgers en met elkaar als professionals. In 2002 zijn de leerkrachten en leidsters op informele wijze gestart met het kennismaken met elkaars vakgebied. Door middel van
het ‘meedraaien’ als leerkracht in een peutergroep of als leidster in een klas. De centrale vragen hierbij zijn: “Hoe ga jij met kinderen om?, Hoe stel jij het kind centraal?, Wat is jouw deskundigheid?”. In 2003 wordt deze wederzijdse kennismaking voortgezet. Medewerker Brede School stagiaires. In samenwerking met het ROC - Zadkine college zijn er vier stagiaires ingezet voor de BSN in 2003. De stagiaires worden opgeleid om de ‘doorgaande’ lijn op een brede school te verzorgen. Tijdens de dag wordt er stage gelopen bij zowel onderwijs als welzijn. Bijvoorbeeld: een stagiaire start om 8.00uur in een klas bij het basisonderwijs en gaat om 12.00uur naar de tussenschoolse opvang tot 13.00uur hierna weer naar de klas tot 14.30uur. Of er wordt gestart om 11.30uur bij het overblijf van de scholen, vervolgens naar de klas tot 14.30uur en tot slot naar de buitenschoolse opvang tot 18.00uur. In de vakantieperiode zijn ze één dag aanwezig bij de buitenschoolse opvang om activiteiten te begeleiden. De begeleidingsgroep vanuit de BSN is samengesteld uit personen van onderwijs en welzijn. Omdat dit een experiment betreft waar alle samenwerkingspartners bij betrokken zijn is het noodzakelijk een goede begeleiding te organiseren voor de stagiaires en de werkbegeleiders. Daarom heeft SWA hiervoor een professionele praktijkopleider aangesteld. Doel: naast het gezamenlijk aanbieden van een opleidingsplaats waar de ‘doorgaande lijn’ centraal staat, het intensiveren van de ‘kindgerichte’ communicatie tussen onderwijs en welzijn. Aanmelding van kinderen. Het eerste contact met ouders, bij de aanmelding is een moment waar alle organisaties de nodige aandacht aan besteden wat betreft uitleg over de BSN. Het komt tevens voor dat ouders bij verschillende scholen en het kindercentrum een afspraak willen maken. De directies en leidinggevenden dragen er zorg voor dat dit in goed overleg plaatsvindt. Voorbeelden van samenwerken uit de praktijk: • Een van de kinderen uit de bovenbouw gaat spontaan voorlezen bij het kinderdagverblijf. • Een leidster van de buitenschoolse opvang gaat samen met een leerkracht op huisbezoek voor een gesprek bij een kindje. • Een stagiaire van een school kwam ‘gewoon’ even invallen bij de buitenschoolse opvang. • Een stagiaire van het kinderdagverblijf kwam ‘gewoon’ even invallen bij het overblijf van de scholen. • Leerkrachten en leidsters letten op elkaars kinderen in de gangen van de BSN en op het plein. Naast de processen zijn er activiteiten in BSN verband voor dit jaar gepland. De activiteiten worden opgezet door gemengde werkgroepen (leerkrachten van scholen en leidsters van het kindercentrum). De gemengde werkgroepen zijn noodzakelijk om de specifieke voorwaarden vast te stellen die bij elke leeftijdsgroep hoort om aan een activiteit mee te kunnen doen. De deelnemers zijn indien mogelijk alle kinderen van de BSN. De ouders die als vrijwilliger worden betrokken zijn afkomstig van de scholen en het Kindercentrum. BSN Activiteiten 2003: • Schoolreis BSN • Herfstwandeling • Schaaklessen (basisscholen)
• • • • • • • • • • • • • •
Schooltelevisie (basisscholen) Zwem- en Gymlessen (basisscholen) Koekeloere: gezamenlijk televisie kijken van scholen met kinderdagverblijf en peuterspeelzaal Muzieklessen Excursies Thema-lessen Kinderboekenweek Viering eerste paal Kindcluster I (projectweek) Creatieve middagen voor de Kerstmarkt Schoolfotograaf Verkleedfeest Personeelsuitje Voorleesontbijt Computerlessen
Gezamenlijke vieringen BSN 2003: • Nieuwjaarsreceptie (in samenwerking met Sonor/Opbouwerk en Wonio) • Einde (school) jaarsreceptie • Sinterklaasviering • Kerstmarkt Organisatie overblijf BSN Apart het benoemen waard is de organisatie van het overblijven van de kinderen op de BSN. Sinds de start in 2001 van de BSN op locatie is het overblijven een probleem geweest. Leerkrachten verzorgden de overblijf door in hun eigen pauze daar zorg voor te dragen. Eind 2002 is een extra personeelslid aangenomen (ID-baan) door KBO het Tangram. Zij is ingezet voor de BSN en heeft onder andere in haar takenpakket het organiseren van het overblijf. Hierdoor werden de leerkrachten ontlast. Daarnaast heeft het kindercentrum de Kunstenmakers een extra kracht geleverd voor het overblijven voor twee dagen in de week. In 2003 zijn de stagiaires “medewerker Brede School” van start gegaan. Hierdoor is het overblijfteam versterkt met drie personen en bestaat nu uit totaal vijf personen. De coördinatie van het overblijf wordt verzorgd door de locatiedirecteur van PCBO Het Spectrum. Voor 2003 wordt een plan gemaakt door het overblijfteam om het overblijven verder inhoudelijk te organiseren met activiteiten samen met de tussenschoolse – opvang van het kindercentrum. Op zich blijft de organisatie van het overblijf kwetsbaar, gezien de inzet van stagiaires. Dit neemt niet weg dat door de inzet van alle partners kinderen op een prettiger manier kunnen overblijven. Verdere inhoudelijke samenwerking met de tussenschoolse opvang van SWA biedt in de toekomst ook meer mogelijkheden voor de BSN. 3.3. Participatie De BSN wil een voorziening zijn waarin opgroeiende en lerende kinderen optimale ontwikkelingskansen worden geboden. Daartoe wil men onder andere aan kinderen, ouders en wijkbewoners diverse faciliteiten gaan bieden. Welke dat moeten zijn, wordt mede bepaald door de wijkbewoners van Nesselande. Hiernaast vindt de BSN het belangrijk de eerder genoemde groepen te betrekken bij de inhoudelijke ontwikkeling van het proces. Participatie moet in de context worden geplaatst van de ontwikkeling van de wijk Nesselande als woongebied. Dat betekent dat er nu nog een relatief klein aantal bewoners zijn. Dit geldt
ook voor het aantal kinderen dat nu naar de scholen en het kindercentrum gaat. Het betrekken van ouders en wijkbewoners in dit stadium is gericht op het creëren van betrokkenheid. BSN processen gericht op participatie: • RISBO onderzoek. Medio 2001 was het onderzoek afgerond van het Rotterdams Instituut voor Sociaal –wetenschappelijk BeleidsOnderzoek (RISBO, 2001). In opdracht van de BSN heeft het RISBO een behoeftepeiling onder bewoners uitgevoerd. Items van onderzoek waren onder andere gewenste faciliteiten en aspecten van de BSN visie. In 2001 was Nesselande nog geen representatieve wijk wat betreft uitkomst van het onderzoek gezien de beperkte populatie. Inmiddels is populatie van de wijk gegroeid. Medio 2003 wordt gestart met de uitkomsten van dit onderzoek opnieuw te toetsen met als doel de uitkomsten in te zetten als richtlijnen voor de inhoudelijke ontwikkeling van de BSN. Idealiter zouden de uitkomsten van dit onderzoek om de twee jaar getoetst moeten worden. BSN zoekt nog extra financiële mogelijkheden om voortgang inzake monitoring te waarborgen. • Kinderraad BSN. Eind 2002 is de Kinderraad in beperkte omvang gestart met als doel participatie van kinderen. De Kinderraad is via een “officieel” verkiezingstraject in de BSN tot stand gekomen. De opbouwwerkster van Sonor heeft een rol in de begeleiding van de kinderraad. In 2003 wordt de Kinderraad gecontinueerd en het takenpakket geconcretiseerd. BSN activiteiten gericht op participatie 2003: • Voorlichtingsavonden. Sonor/Opbouwwerk organiseert regelmatig bewonersavonden voor wijkbewoners van Nesselande in de tijdelijke locatie van de BSN. Tijdens deze avonden komen onder meer aan de orde de ontwikkelingen in de wijk Nesselande. De BSN neemt incidenteel deel aan deze avonden om voorlichting te geven over de BSN en de bouw van de Kindclusters. Door de samenwerking met Sonor/Opbouwwerk is het mogelijk wijkbewoners te informeren die wel betrokkenen zijn bij de BSN en de wijk Nesselande maar geen kinderen hebben op de BSN. In 2003 zijn twee voorlichtingsavonden gepland. • Inloopochtend. Iedere dag van de week is er inloopochtend op de BSN voor alle ouders. Op deze inloopochtenden is afwisselend een leidinggevende van het kindercentrum aanwezig of een directielid van de scholen. Deze ochtenden worden druk bezocht door ouders. Doel: een drempelverlagende werking, binding creëren met de BSN, informatieoverdracht en ouders ‘prikkelen’ tot pedagogische vragen waar indien mogelijk in de toekomst een aanbod op gecreëerd kan worden. In 2003 worden deze inloopochtenden gecontinueerd. 3.4. Samenwerken met ‘derden’ De BSN wil een breed voorzieningen aanbod creëren. Dit betekent dat er blijvend aandacht besteed moet worden aan (potentiële) partners van de BSN, al dan niet “inwonend” in één van de Kindclusters. Een aantal van deze partners hebben inmiddels laten weten een meer actieve rol te willen vervullen in de ontwikkeling van de visie. Daarom is eind 2002 een overeenkomst “Samenwerken met derden” geformuleerd door de stuurgroep BSN. Hierin staat onder andere beschreven geformuleerd dat de BSN “derden” graag wil betrekken in de ontwikkeling van de visie en het formuleren van het voorzieningen aanbod. In 2003 is de intentie een Klankbordgroep BSN op te starten, waar de (potentiële) partners zitting hebben. Frequentie van de klankbordgroep wordt vier keer per jaar.
Op 7 april 2003 wordt een startbijeenkomst georganiseerd. De (potentiële) participanten zijn vooralsnog: • Thuiszorg/Consultatiebureau • Stichting Orion • ZMOK de Regenboog • Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam • Speel –O- Theek • Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Alexander • Sportvereniging • Gemeentelijke Gezondheidsdienst Dienst • Sport & Recreatie 3.5. Communicatie De BSN is in 2001 van start gegaan. In 2002 bleek in het licht van de vele ontwikkelingen dat een continue interne- en externe communicatie onontbeerlijk zijn. Eind dat jaar zijn verbeteringen aangebracht met betrekking tot de communicatie die geprolongeerd en uitgebreid worden in 2003. Interne communicatie: • Organisatie BSN overlegstructuren • Notuleren, agenderen, voorzitten door projectleider • Plan van aanpak 2002-2003, in november dit jaar volgt Plan van aanpak 2004-2005 • Starten met een Clusterkrant in samenwerking met de Kinderraad, medio 2003. • Bijeenkomst besturen participanten BSN die de intentieverklaring getekend hebben. Op 4 maart 2003 vindt een bijeenkomst plaats met de besturen van de deelnemende participanten. Externe communicatie: • Nieuwsbrief BSN (een keer per twee maanden) voor externe belangstellenden en ouders • Website BSN start april 2003 • Jaarplan BSN • Media inschakelen bij BSN activiteiten • BSN als onderdeel van Website “de Nesselander” PR Activiteiten 2003: • Viering eerste paal Kincluster I, 22 mei 2003 • Bezoek van andere Brede Scholen uit Nederland aan de BSN • Kerstmarkt De interne – en externe communicatie verloopt nog niet optimaal. Hiervoor is als basis een communicatieplan nodig afgezet in de tijd. In 2003 is een werkgroep communicatie gestart met deelnemers van onderwijs, welzijn en de projectleider. Doel: communicatieplan BSN.
HOOFDSTUK IV: ORGANISATIESTRUCTUUR Omdat de Brede School Nesselande een samenwerkingsverband omvat met meerdere partners is er sprake van een organisatie structuur die overstijgend is ten opzichte van de deelnemende organisaties. Met de komst van de projectleider is de organisatiestructuur en de daarbijbehorende taakverdeling volledig geoperationaliseerd. 4.1. Organogram De organisatiestructuur van de BSN in een organogram weergegeven ziet er als volgt uit. Stuurgroep Brede School Nesselande
Projectleid
Projectgroep (Do-welzijn)
Werkgroep Communicatie
Werkgroe p
Werkgroe p
Tussenschoolse
Integratie
4.2. Stuurgroep De stuurgroep van de BSN wordt gevormd door vertegenwoordigers van de partners, de deelgemeente Deelgemeente Prins Alexander, Sonor/opbouwwerk en de projectleider. Sonor/opbouwwerk is geen officiële samenwerkingspartner maar heeft wel een adviserende rol in het BSN proces. De stuurgroepleden hebben een zodanige positie binnen hun organisatie dat zij bevoegd zijn afspraken te maken en te handelen op basis van deze afspraken. • • •
Doel van de stuurgroep is het aansturen van het BSN proces. Frequentie van de stuurgroep: één keer per zes weken. Taken: - De stuurgroep is opdrachtgever van de projectleider; - Heeft een adviserende functie (strategie met betrekking tot knelpunten, proces, financiën);
-
• •
Heeft een besluitvormende taak; De stuurgroep creëert een breed draagvlak in de BSN maar ook naar de achterban (medewerkers van de organisaties en de diverse besturen); - De stuurgroepleden zijn verantwoordelijk voor inbreng over hun standpunt en communicatie naar hun organisatie; - De stuurgroep heeft specialisaties en connecties en gebruikt deze op de gebieden die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de BSN; - De stuurgroep heeft een initiërende, controlerende en coördinerende taak op de loop van het proces, stelt prioriteiten en evalueert aan de hand van mijlpalen. De projectleider bereidt met de voorzitter van de stuurgroep de stuurgroepvergaderingen voor. De projectleider notuleert en agendeert de stuurgroepvergaderingen.
4.3. Directie Overleg Welzijn Het Directie Overleg Welzijn (DO-Welzijn) wordt gevormd door: Hoofd van het kindercentrum de Kunstenmakers, locatiemanager obs Passe Partout, locatiedirecteur kbs het Tangram, locatiedirecteur pcbs het Spectrum, opbouwwerker Sonor/Wonio en projectleider BSN. Het overleg wordt aangestuurd door de projectleider. • • • •
• •
Het doel van DO-Welzijn is het vormgeven van acties en processen die in de stuurgroep zijn geïnitieerd. Frequentie van DO-Welzijn: één keer per twee weken. De deelnemers hebben de verantwoordelijkheid informatie en/of vragen uit het DOWelzijn over te dragen aan het eigen team op de tijdelijke locatie. Taken onder andere: - Afspreken werkwijze implementatie pedagogisch raamwerk; - Afspreken werkwijze implementatie Kindvolgsysteem; - Geeft inhoud aan het BSN proces op locatie niveau; - Afstemmen en zoeken naar vormen van samenwerken tussen scholen, en scholen en welzijn; - Formuleren van samenwerkingspartners/ bondgenoten; - Formuleren van “Brede School activiteiten”; - Standpunten en ideeën formuleren met betrekking tot participatie van ouderskinderen- en bewonersparticipatie; - Mede inhoud geven aan inhoudelijke avonden en studiedagen; - Beantwoorden van vragen uit het werkersoverleg; - Signaleren van knelpunten; - Evalueren van de Kinderraad. De projectleider informeert stuurgroep over voorgang en inhoud DO-Welzijn. De projectleider is voorzitter en agendeert de vergaderingen.
4.4. Werkgroepen Vanaf de start van de Brede School Nesselande zijn drie werkgroepen geformeerd enerzijds om de samenwerking te bevorderen anderzijds om elementen uit het BSN proces te concretiseren. De deelnemers van de werkgroepen hebben enorm veel inzet gepleegd om in eerste instantie de financiering van een projectleider rond te krijgen hiernaast hebben de werkgroepen de basis gelegd van de BSN in de tijdelijke locatie. De deelnemers van de
werkgroepen zijn afkomstig uit de stuurgroep en de projectgroep. De projectleider is toegetreden tot de werkgroepen en heeft hierin een sturende functie. 1. Werkgroep communicatie: de werkgroep is gestart met een onder andere de Nieuwsbrief BSN. Deze taak is overgedragen aan de projectleider. In 2003 heeft de werkgroep als taak het produceren en uitvoeren van een communicatieplan voor de BSN. De werkgroep wordt tevens ingezet bij de lopende PR activiteiten voor dit jaar zoals bijeenkomst met ‘derden’.
2. Werkgroep Tussenschoolse Opvang: heeft als doel om vorm te geven aan de tussenschoolse opvang binnen de visie van de BSN. 3. Werkgroep integratie onderwijs/welzijn: deze werkgroep had een complexe taak. Een notitie te maken over integratie onderwijs/welzijn, één van de fundamenten van de BSN. De werkgroep heeft de negen meerwaarden van samenwerking zoals genoemd in concept rapportage “Eén en één is meer dan twee” (Sonor, 2000) uitgewerkt. Veel items die deze werkgroep heeft bedacht zijn inmiddels geïmplementeerd, en terug te vinden onder de noemers ‘gezamenlijke BSN activiteiten’ en ‘BSN processen’. Eind 2002 is deze notitie opnieuw besproken in de projectgroep. In 2003 worden nog niet uitgevoerde voorstellen uit deze notitie tot uitvoering gebracht zoals een clusterkrant. Andere voorstellen worden geprolongeerd zoals BSN activiteiten. De onderwerpen van de werkgroepen zijn gerelateerd aan lopende processen. Als een taak is afgerond betekent dit niet opheffing van de werkgroep. De taakstelling wordt bijgesteld in de loop van het proces van de BSN. Deze werkgroepen hebben tevens een inhoudelijke overlap met de werkgroepen van het project BSN/In Holland. Over dit project wordt in het volgende hoofdstuk meer beschreven.
HOOFDSTUK V: PROJECTEN De Brede School Nesselande werkt samen met andere organisaties in de vorm van projecten. Afhankelijk van het doel van het project varieert de inzet van de BSN. 5.1. Hogeschool In Holland, project Nesselande Door contacten tussen basisonderwijs (PCPO), welzijnsvoorzieningen (SWA) en Hogeschool In Holland (IH) in de wijk Nesselande is in september 2001 een initiatief voor een gezamenlijk project ontstaan. De samenwerkingspartners van de BSN zijn in het begin stadium bij dit project betrokken. De meerwaarde van deze samenwerking voor de BSN is extra expertise voor de inhoudelijke visievorming en eindproducten die gebruikt kunnen worden in de praktijk. De meerwaarde voor Hogeschool In Holland is dat de units Sociaal Werk en Educatie kennis kan vergaren die in de initiële- en postinitiële opleidingstrajecten kan worden ingezet. Projectdoelstelling: Visievorming met betrekking tot de integratie van welzijnsactiviteiten en onderwijsactiviteiten binnen het kader van een brede school. Projectleider BSN is sinds aantreden tevens projectcoördinator van project Nesselande. Organisatie structuur project Nesselande:
Stuurgroep BSN/IH Projectleider BSN
Projectgroep BSN/IH
Werkgro ep
Werkgro ep
Werkgro ep
Competenties
Participatie
BSO Methodiek
Stuurgroep BSN/IH: De stuurgroepleden BSN/IH zijn: een vertegenwoordiger PCPO, vertegenwoordiger management SWA, projectleider BSN, Hoofd unit Welzijn van Hogeschool In Holland, Hoofd unit Educatie van Hogeschool In Holland.
De deelnemer van de PCPO en SWA hebben tevens zitting in de stuurgroep BSN evenals de projectleider. Besluitvorming met betrekking tot items aangaande de Brede School Nesselande moeten eerst geaccordeerd worden in de stuurgroep BSN. De stuurgroep BSN/IH wordt vervolgens geïnformeerd over het besluit. De projectleider rapporteert en informeert de stuurgroep BSN/IH over de stand van zaken van de projectgroep en de werkgroepen. De projectleider informeert ook de stuurgroep BSN over het verloop van dit project Nesselande. Projectgroep BSN/IH: De projectgroep bestaat uit drie deelnemers die de werkgroepen vertegenwoordigen. De projectleider is voorzitter van de projectgroep en agendeert de vergaderingen. Werkgroepen BSN/IH: De werkgroepen worden aangestuurd door de projectleider. •
Werkgroep Competenties: De deelnemers zijn twee docenten van In Holland (afvaardiging PABO en CMV), een vertegenwoordiger van het management van SWA en de locatiedirecteur van obs Passe Partout. Doel van deze werkgroep is het omschrijven van de competenties van een medewerker in de Brede School Nesselande uitgaande van het model van Berenschot. Het eindproduct is een competentieprofiel en een algemene vragenlijst om dit competentieprofiel te toetsen.
•
Werkgroep Participatie: De werkgroep participatie hanteert als werkwijze een eclectisch groeimodel gerelateerd aan praktische doelen. Het eerste doel was het opzetten van een BSN kinderraad. De deelnemers bij de start van deze werkgroep waren: één docent van Hogeschool In Holland (afvaardiging PABO), de opbouwwerker van Sonor, vertegenwoordiger management SWA en een leerkracht van kbs het Tangram. Nadat de kinderraad eind 2002 van start was gegaan heeft er een wisseling in de werkgroep plaatsgevonden. De leerkracht, twee ouders en de opbouwwerker zijn een begeleidingsgroep voor de kinderraad gaan vormen. De leerkracht neemt niet meer deel aan de werkgroep evenals de vertegenwoordiger van SWA. Een vertegenwoordiger van het PCPO heeft in 2003 haar plaats ingenomen. Het doel van de werkgroep is nu de mogelijkheden beschrijven van een overkoepelende BSN raad. Deze werkgroep zal waarschijnlijk voortbestaan ook na afronding van dit project. Omdat participatie voortdurend een onderwerp is binnen de BSN.
•
Werkgroep BSO methodiek: Deze werkgroep heeft als opdracht het ontwikkelen van een methodiek voor buitenschoolse opvang passend bij de populatie en context van de BSN. De uitgangspunten van de Zweedse Fritidspedagogen zijn hierbij leidraad. De methodiek is gericht op: een theoretische onderbouwing van een fritidspedagoog en de link naar het pedagogisch raamplan. Deelnemers van deze werkgroep zijn één docent van de Hogeschool In Holland (afvaardiging SPH), vertegenwoordiging management SWA en locatiedirecteur van pcbo het Spectrum. Deze werkgroep is vertraagd van start gegaan omdat men eerst heeft gewacht op het pedagogisch raamplan. In 2003 vindt er een doorstart plaats van deze werkgroep.
Tijdens de loop van dit project is gebleken dat het samenwerken met verschillende disciplines een leerproces is. Eind maart 2003 zijn de concept eindproducten afgerond. Het project met IH eindigt met deze drie werkgroepen medio augustus 2003 5.2. Katholiek Pedagogisch Centrum (KPC-groep) In opdracht van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen verzorgt de KPCgroep research projecten in het kader van onderwijsvernieuwing. Eind 2002 is de BSN benaderd om mee te werken aan de ontwikkeling van een zelfevaluatieinstrument voor brede scholen. Dit instrument heeft als doel ondersteuning te bieden bij het evalueren van de voortgang en de resultaten van het brede school proces in relatie tot de doelen die men beoogde bij de start. Eind 2002 hebben er diepte interviews plaatsgevonden bij de samenwerkingspartners van de BSN op de tijdelijke locatie. Op basis van een analyse van deze kwalitatieve informatie wordt een concept evaluatie-instrument aangeleverd. Maart 2003 is dit onderzoek afgerond en hoopt de BSN het concept eindproduct te mogen ontvangen en in gebruik te kunnen nemen. 5.3. ROC-Zadkine Het opleidingsinstituut ROC-Zadkine is gestart met een pilot project voor een opleiding van een nieuwe combi-functie voor onderwijs, opvang en welzijn. Deze combi-functie zal voorlopig genoemd worden ‘medewerker Brede School’. Deze functie verwerft zich een plek in de basisscholen, kinderopvang, sociaal cultureel werk. In de praktijk kan een doorgaande lijn ontstaan van voorschoolse opvang, onderwijsassistent in de klas, tussenschoolse opvang en weer aanwezig in de klas en weer af te ronden in de naschoolse opvang. In 2003 heeft het ROC-Zadkine twintig stagiaires voor deze opleiding waarvan de BSN er vier een stageplek biedt. De inzet van de stagiaires wordt aangestuurd door de projectleider BSN en de praktijkbegeleidster van SWA. De BSN steunt de ontwikkeling van deze opleiding van harte ten eerste omdat de functie aansluit bij de visie. Ten tweede omdat de stagiaires nu al in de praktijk hun waarde bewijzen door hun combinatie functie van onderwijs en welzijn. Naast het bieden van een goede en gecombineerde stageplaats van onderwijs/welzijn wil de BSN ook meedenken aan de verdere ontwikkeling van deze functie. 5.4. Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschappen De Brede School Nesselande heeft als uitgangspunt in het brede school proces een intensieve samenwerking tussen onderwijs en welzijn. Het project Integratie Onderwijs Welzijn heeft als doel om de verregaande mogelijkheden van een totaal benadering omtrent integratie onderwijs en welzijn binnen één organisatie verder te analyseren en te onderzoeken. Het project met In Holland sluit wat betreft onderwerpen bij dit project aan. Het betreft een langlopend project van 2001 tot eind 2004. Projectleider BSN rapporteert over de ontwikkelingen en ervaringen in Nesselande met betrekking tot integratie onderwijs en welzijn.