Jaarlijkse loonenquête TOELICHTING Algemene instructies Inleidend Deze enquête bestaat uit twee delen: het deel A waarin gedetailleerde informatie betreffende de werknemers en hun loon- en arbeidsduurgegevens voor oktober 2014 wordt opgevraagd en het deel B waarin beknopt enkele vragen betreffende de lokale eenheid worden gesteld.
Lokale eenheid Teneinde te kunnen voldoen aan de vraag naar geregionaliseerde statistieken, dienen wij gegevens in te zamelen op lokaal niveau (dus op niveau van de vestiging en niet op niveau van de hoofdzetel van de onderneming1). Voor dit loononderzoek is de LOKALE EENHEID gedefinieerd als: alle vestigingen van een onderneming waar een economische activiteit wordt uitgeoefend, die men geografisch kan identificeren door een adres2. Op pagina 2 van de vragenlijst vindt een lijst van de lokale eenheden waarvoor de enquête dient ingevuld te worden. Iedere vestiging beschikt over een uniek identificatienummer en een uniek KBOnummer. Voor de eenvoud wordt tevens de postcode van de gemeente waar de vestiging is gelokaliseerd vermeld. Gelieve voor iedere vermelde lokale eenheid de enquête in te vullen (dus één vragenlijst per lokale eenheid). Indien uw onderneming uit meer dan één lokale eenheid bestaat, kan u extra vragenlijsten afdrukken op onze website http://statbel.fgov.be/ses/, of bekomen via een eenvoudig telefonisch verzoek bij de contactpersoon. We moedigen u aan om gebruik te maken van de elektronische aangifte. Indien uw onderneming tot de sector ‘Bouwnijverheid’ behoort , dan bepaalt u het steekproefaantal (zie verder) op basis van het aantal werknemers in de volledige onderneming (= het geheel van alle vestigingen). De gegevens in deel B worden eveneens ingevuld voor de volledige onderneming.
Werknemer Alle werknemers (arbeiders, bedienden, kaderleden) die door een arbeidscontract aan de onderneming zijn verbonden, zijn onderworpen aan de enquête. Volgende categorieën worden uitgesloten: • Uitzendkrachten (behalve voor uitzendbedrijven) • Bestuurders, werkzaam in de onderneming maar niet in loondienst • Tijdelijk door andere ondernemingen ‘uitgeleende’ werknemers • Personen die permanent werkzaam zijn in een buitenlandse vestiging • Helpers • Thuiswerkers • Zelfstandigen 1
Met uitzondering van de Bouwnijverheid waar de gegevens op het niveau van de onderneming worden ingezameld (het steekproefaantal -zie verder- moet in deze sector dus worden berekend op basis van het aantal werknemers in de volledige onderneming). 2 De door ons gehanteerde indeling van economische activiteiten is de NACE (Nomenclature générale des activités économiques dans les Communautés européennes - Algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen).
1
Steekproefinstructie In Deel A dient u gegevens te verstrekken voor uw werknemers. Het te selecteren aantal werknemers waarvoor u de individuele gegevens in Deel A dient op te geven, kunt u bepalen met behulp van de tabel onderaan deze bladzijde en bovenaan de volgende bladzijde. • Voor lokale eenheden met minder dan 300 werknemers is een percentage opgegeven; bijvoorbeeld: indien u 80 personen tewerkstelt, dan dient u voor 20 personen de individuele gegevens te verstrekken (nl. 25%). • Voor lokale eenheden met 300 of meer werknemers is een absoluut aantal opgegeven, afhankelijk van het aantal werknemers dat u tewerkstelt; bijvoorbeeld: indien u 825 personen tewerkstelt, dan dient u voor 50 personen de individuele gegevens te verstrekken.
Uitgaande van uw loonadministratie dient u een steekproef te trekken uit de werknemers die op 1 oktober 2014 in dienst waren van de lokale eenheid (en voldoen aan de hierboven gegeven definitie van ‘werknemer’). De eerste aan te geven werknemer is diegene wiens familienaam begint met de letter die op de tweede pagina van de vragenlijst bij het identificatienummer is aangeduid, of met de eerstvolgende letter van het alfabet die voorkomt. Is de aangegeven letter bijvoorbeeld de ‘D’ en het aantal aan te geven werknemers 16, dan dient u te beginnen vanaf de werknemer wiens naam met de letter ‘D’ begint, mocht u bij de letter ‘Z’ het vereiste steekproefaantal nog niet hebben bereikt, dan vervolgt u met de werknemers van wie de familienaam met de letter ‘A’ begint. BELANGRIJK: Indien u afzonderlijke bestanden bijhoudt voor de verschillende categorieën werknemers (bvb. arbeiders/bedienden/kaderleden), dan dient u het steekproefaantal verhoudingsgewijs uit de verschillende bestanden te halen, teneinde een representatieve steekproef te bekomen. Bvb.: de lokale eenheid telt 1200 werknemers zodat uw steekproefaantal 60 werknemers bedraagt (dit is 1 op 20 werknemers, of 5,00%) en u stelt respectievelijk 800 arbeiders, 340 bedienden en 60 kaderleden tewerk, dan dient u de gegevens te verstrekken voor respectievelijk 40 arbeiders (1/20 van 800), 17 bedienden (1/20 van 340) en 3 kaderleden (1/20 van 60). Bij elk van de groepen neemt u de vermelde beginletter.
Minder dan 300 werknemers Totaal aantal werknemers
Percentage te selecteren werknemers
Minder dan 20 20 - 49 50 - 99 100 - 199 200 - 299
100 % 50 % 25 % 14,3 % 10 %
2
(1 op 1) (1 op 2) (1 op 4) (1 op 7) (1 op 10)
300 werknemers of meer Totaal aantal werknemers
Aantal te selecteren werknemers
300 - 349 350 - 449 450 - 549 550 - 699 700 - 899 900 - 1099 1100 - 1299 1300 - 1599 1600 - 1999 2000 - 2999 3000 - 3999 4000 - 4999 5000 - 6499 6500 - 7999 8000 9499 9500 - 11999 12000 of meer
30 35 40 45 50 55 60 65 75 85 100 115 130 145 160 180 200
Munteenheid Gelieve de bedragen op te geven in eenheden (niet in eurocent).
SAMENVATTEND: 1. U BEPAALT DE ‘LOKALE EENHEID’ OVEREENKOMSTIG DE GEGEVEN OMSCHRIJVING. 2. UITGAANDE VAN HET TOTAAL AANTAL WERKNEMERS (DAT U TEVENS VERMELD IN VRAAG B.7 VAN HET DEEL B) BEREKENT U HET STEEKPROEFAANTAL VOOR DE INDIVIDUELE GEGEVENS IN DEEL A, DAARTOE KUNT U GEBRUIK MAKEN VAN BOVENSTAANDE TABEL. 3. EENS DIT STEEKPROEFAANTAL BEPAALD, SELECTEERT U VERHOUDINGSGEWIJS UIT DE VERSCHILLENDE WERKNEMERSBESTANDEN (ARBEIDERS, BEDIENDEN, KADERLEDEN, …) EEN AANTAL WERKNEMERS, DAARBIJ BEGINT U BIJ DE WERKNEMER WIENS FAMILIENAAM BEGINT MET DE LETTER VAN HET ALFABET DIE VERMELD IS ONDERAAN HET VOORBLAD VAN DE VRAGENLIJST. 4. VOOR DE GESELECTEERDE WERKNEMERS VULT U DE IN DEEL A GEVRAAGDE GEGEVENS IN. 5. TENSLOTTE VULT U DE ALGEMENE VRAGEN BETREFFENDE DEZE LOKALE EENHEID OP DEEL B IN.
3
Nadere uitleg bij de vragenlijsten Deel A: Informatie over de individuele werknemer ALGEMENE GEGEVENS OVER DE WERKNEMER Kolom 1: Rijksregisternummer van de werknemer 3 Dit is het individueel identificatienummer dat tevens wordt gebruikt in de RSZ-aangifte. De jaarlijkse loonstructuurstatistieken worden opgesteld op basis van gegevens bekomen door middel van deze enquête en van gegevens die uit bestaande administratieve databanken worden gehaald (dit om dubbelbevraging te vermijden). Om de link te kunnen leggen tussen beide bronnen is het absoluut noodzakelijk het rijksregisternummer van de werknemer te kennen!
Kolom 2: Datum van indiensttreding Hiermee wordt bedoeld de datum van indiensttreding bij de werkgever (dus ruimer dan de lokale eenheid). In te voeren als j j j j mm: de eerste tot vierde positie gebruikt u voor het jaar, de vijfde en zesde positie voor de maand; bvb.: juli 1997 wordt ’199707’.
Kolom 3: Datum van uitdiensttreding Enkel in te vullen indien de werknemer niet meer bij de werkgever is tewerkgesteld. In te voeren als j j j j mm (cf. kolom 2).
Kolom 4: Aard van de arbeidsovereenkomst Hier duidt u aan of de werknemer een contract van onbepaalde of bepaalde duur heeft, als leerling tewerkgesteld is, of een nog andere vorm van contract heeft: • Onbepaalde duur: code ‘1’ code ‘2’ • Bepaalde duur4: • Leerling: code ‘3’ • Ander: code ‘4’
Kolom 5: Beroep De aard van de functie (beroep) die de werknemer uitoefent, wordt gecodeerd overeenkomstig de ISCO-08(COM)-nomenclatuur (deze classificatie wordt in de hele Europese Unie gehanteerd). Achteraan deze toelichting vindt u in bijlage deze nomenclatuur terug op niveau 3 cijfers. Voor elke werknemer plaats u in kolom 5 de 3-cijfer-code (deze zijn vetjes gedrukt) die overeenstemt met de functie die de werknemer binnen de lokale eenheid uitoefent. In de nomenclatuur zijn de functies gerangschikt in afnemende mate van complexiteit van de taken en kennisvereisten verbonden aan de functie: hoger kader en directie horen onder groep 1, personeelsleden behorend tot het middenkader zullen meestal onder groep 2 te classificeren zijn, enz…
Kolom 6: Hoogste behaalde onderwijs- of opleidingniveau Het hoogste scholingsniveau van de werknemer vermeldt u door één van volgende codes in te vullen: 1. Maximaal lager secundair onderwijs:
· Geen diploma of het lager onderwijs werd zonder succes beëindigd · Lager onderwijs · Lager secundair onderwijs (1e tot en met 5e jaar ASO, KSO, TSO; 6e jaar BSO)
2. Hoger (of Post-) secundair onderwijs:
· Hoger secundair onderwijs (6e jaar ASO, KSO, TSO; 7e jaar BSO, DBSO, leertijd) · Post-secundair onderwijs (7e jaar KSO of TSO; 4e graad BSO, ondernemersopleiding Syntra)
3. Hoger onderwijs van het korte type: · Professionele of academische bachelor · Hogescholenonderwijs van het korte type (1 cyclus) · Graduaat (A1) · BanaBa · Hoger beroepsonderwijs (HBO5)
4. Hoger onderwijs van het lange type:
· Licentiaat of master aan een hogeschool of universiteit · Hogescholenonderwijs van het lange type (2 cycli) · ManaMa · Doctoraat met proefschrift
3 4
Voor het aantal te selecteren werknemers, zie pagina’s 2 en 3 onder ‘Steekproefinstructie’. Ook de contracten ter vervanging en de contracten voor duidelijk omschreven werk horen tot de ‘contracten van bepaalde duur’.
4
ARBEIDSTIJD- EN LOONGEGEVENS VOOR EEN BETALINGSPERIODE IN OKTOBER 2014 Kolom 7: Betalingsperiode In dit deel van de enquête worden gegevens opgevraagd betreffende een bepaalde periode, nl. een betalingsperiode, in oktober 2014..Doorgaans is deze periode een volledige maand, in sommige gevallen kan de gebruikelijke betalingsperiode echter korter zijn (in het bijzonder voor arbeiders). De gegevens die u in de kolommen 9 tot 17 invult, hebben betrekking op die bepaalde periode, vandaar dat we dienen te weten op welke periode de vermelde loon- en arbeidstijdgegevens betrekking hebben. • 1 week: code ‘1’ • 2 weken: code ‘2’ • 3 weken: code ‘3’ • 4 weken: code ‘4’ • 1 maand: code ‘5’ Kolom 8: Conventionele wekelijkse arbeidsduur 5 De conventionele wekelijkse arbeidsduur van de werknemer, hiermee wordt bedoeld het aantal uren dat de werknemer overeenkomstig zijn contract of arbeidsovereenkomst (of op basis van een reglementering in de lokale eenheid) werkt. Eventuele lunchpauzes of overuren (zelfs al zijn deze contractueel vastgelegd) worden niet meegeteld.
Kolom 9: Totaal aantal volledig betaalde uren gedurende de betalingsperiode In deze kolom wordt het totaal aantal volledig betaalde uren tijdens de in kolom 7 aangeduide betalingsperiode opgegeven. Alle volledige betaalde uren, dus ook de volledig betaalde overuren en weekend- of nachtprestaties moeten worden vermeld.
Kolom 10: Volledig betaalde werkelijk gepresteerde overuren Van de in kolom 9 vermelde uren voor de betalingsperiode, geeft u in kolom 10 het aantal volledig betaalde, werkelijk gepresteerde overuren. Bedoeld zijn de volledig betaalde overuren; overuren gecompenseerd in vrijaf worden dus niet meegeteld. Uren die gedeeltelijk worden uitbetaald en volledig worden gerecupereerd worden evenmin meegeteld.
Kolom 11: Aantal niet-gepresteerde volledig betaalde uren - wegens ziekte Bedoeld zijn de niet-gepresteerde uren wegens ziekteverloven, enkel de volledige betaalde uren (dus gedekt door het gewaarborgd loon) worden in aanmerking genomen (onvolledig betaalde afwezigheden wegens ziekte worden opgenomen in kolom 13). Niet-gepresteerde volledig betaalde uren ten gevolge van een beroepsongeval vallen eveneens onder deze categorie.
Kolom 12: Aantal niet-gepresteerde volledig betaalde uren - wegens andere afwezigheid Bedoeld zijn de niet-gepresteerde uren wegens afwezigheden die niet vallen onder de ziekteverloven vermeld in kolom 11, maar toch volledig betaald werden door de werkgever. Voorbeelden zijn de vakantiedagen voor bedienden, verplicht medisch onderzoek, wettelijke feestdagen, zwangerschapsonderzoek, klein verlet, etc. Uitgesloten: - gerecupereerde overuren; - vakantiedagen van de arbeiders (worden betaald door de vakantiekas en worden niet opgenomen in deze enquête).
5
Gelieve in de kolommen 8 tot en met 13 de minuten niet om te zetten in decimalen, maar als minuten te behouden; “7 uur en 36 minuten” wordt dus ingevoerd als 7u 36m en niet als 7,6.
5
Kolom 13: Aantal niet-gepresteerde niet of onvolledig betaalde uren Het gaat hier om de niet-gepresteerde uren die tevens onbetaald of onvolledig betaald zijn, zoals bijvoorbeeld de carenzdag, niet of onvolledig betaalde ziekteverloven, verlof omwille van dringende redenen,… Uitgesloten zijn de vakantiedagen voor arbeiders (zijn niet opgenomen in deze enquête).
Kolom 14: Totaal brutoloon voor de betalingsperiode Bedoeld is het brutoloon voor tijdens de betalingsperiode (cf. kolom 7) volledig betaalde uren (cf. kolom 9). Inbegrepen zijn: • de betaalde overuren (cf. kolom 15) • betalingen voor ploeg-, weekend- of nachtwerk (cf. kolom 16) • alle regelmatig (elke betalingsperiode) uitbetaalde premies (cf. kolom 17) • volledig door de werkgever betaalde niet-gepresteerde uren/periodes Uitgesloten zijn: • niet of onvolledig door de werkgever betaalde niet-gepresteerde uren/periodes • premies die niet regelmatig (dus niet in elke betalingsperiode) worden uitbetaald, bvb. vakantiegeld, 13de maand, ontslagvergoeding, tantièmes, … • betalingen die geen betrekking hebben op de beschouwde betalingsperiode • de maaltijdcheques
Kolom 15: Loon voor de overuren Bedoeld is het loon voor de tijdens de beschouwde betalingsperiode werkelijk gepresteerde én volledig uitbetaalde overuren. Onder overuren wordt verstaan: de uren die bovenop de normale, conventionele arbeidsduur werden gepresteerd (eveneens nacht- of weekendwerk, tenzij dit deel uitmaakt van het normale uurrooster (bvb. ploegwerk)). Indien overuren aan een hoger tarief worden vergoed, dient zowel het basis- als het bonuselement in aanmerking genomen te worden. Teruggegeven uren worden niet als overuren beschouwd.
Kolom 16: Premies voor ploeg-, weekend- of nachtwerk Enkel de premie, dus het supplement bovenop het normale loon, wordt opgenomen (dus niet het totale loon voor deze prestaties).
Kolom 17: Rendementspremies, prestatieloon, premies voor stukwerk, commissielonen, enz. In deze kolom dienen de regelmatig uitbetaalde bonussen die niet vallen onder het loon voor de overuren of de premies voor ploeg-, weekend- of nachtwerk opgenomen te worden.
Deel B: Informatie over de lokale eenheid Om de werknemers uit deel A eenduidig te kunnen koppelen aan de werkgever, dienen we het RSZ- of het RSZPPO-inschrijvingsnummer van deze werkgever te kennen. Dit nummer geeft u op onder vraag B.1. Het betreft het identificatienummer dat u doorgaans gebruikt in uw contacten met de RSZ(PPO). Teneinde contacten met de lokale eenheid te vergemakkelijken, vragen wij u eventuele adreswijzigingen alsook naam, functie, telefoonnummer en e-mailadres van de contactpersoon op te geven onder vragen B.2 en B.3. Op pagina 2 werd de voornaamste economische activiteit van uw lokale eenheid voorgedrukt. Indien deze niet overeenstemt met de werkelijke activiteit van uw lokale eenheid, gelieve dan zelf te specifiëren. De gehanteerde nomenclatuur is de NACE; indien deze nomenclatuur u niet bekend is, gelieve dan zo duidelijk mogelijk te omschrijven (gedetailleerder dan de algemene omschrijvingen ‘handel’, ‘industrie’ of ‘dienstensector’ a.u.b.) zodat onze diensten deze omschrijving kunnen coderen. Voor vragen B.5 tot en met B.8 is de nodige uitleg reeds op het vragenformulier zelf aanwezig. 6
Bijlage: Internationale standaardindeling van de beroepen 1 (op niveau 3 cijfers) Belangrijk: Gelieve enkel de codes bestaande uit 3 cijfers op het vragenformulier over te nemen! Er zijn 113 categorieën weergegeven; een opmerking die u kan helpen bij het terugvinden van de passende beroepscode voor de werknemers is dat de functies zijn gerangschikt in afnemende mate van complexiteit van de taken en kennisvereisten verbonden aan de functie: hoger kader en directie horen onder groep 1, personeelsleden behorend tot het middenkader zullen meestal onder groep 2 te classificeren zijn, enz … Groep 1: Managers 11 Directeurs van grote ondernemingen 112 Directeurs van grote ondernemingen 12 Managers op administratief en commercieel gebied 121 Managers op het gebied van zakelijke dienstverlening en op administratief gebied 122 Managers op het gebied van verkoop, marketing, reclame, public relations en speur- en ontwikkelingswerk 13 Managers op het gebied van productie en gespecialiseerde diensten 132 Managers in de industrie, de delfstoffenwinning, de bouwnijverheid en de logistiek 133 Managers op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) 134 Managers op het gebied van professionele diensten 14 Managers in het hotel en restaurantwezen, in de detail- en groothandel en op het gebied van andere diensten 141 Hotel- en restaurantmanagers 142 Managers in de detail- en groothandel 143 Managers op het gebied van sport en recreatie en bij culturele centra
Groep 2: Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen 21 Wetenschappers en ingenieurs 211 Natuur- en aardwetenschappers 212 Wiskundigen, actuarissen en statistici 213 Biowetenschappers 214 Ingenieurs (met uitzondering van elektrotechnische ingenieurs) 215 Ingenieurs op het gebied van de elektrotechnologie 216 Architecten, planologen, landmeters en designers 22 Specialisten op het gebied van de gezondheidszorg 221 Artsen 222 Verpleegkundig kaderpersoneel en vroedvrouwen 223 Specialisten op het gebied van de traditionele en de alternatieve geneeskunde 225 Dierenartsen 226 Andere specialisten op het gebied van de gezondheidszorg (bijvoorbeeld tandartsen, apothekers, kinesisten, diëtisten, logopedisten, …) 23 Onderwijsdeskundigen 231 Professoren en andere docenten in het hoger onderwijs 232 Leraren in beroepsgerichte vakken in het secundair onderwijs 233 Leraren in algemene vakken in het secundair onderwijs 234 Onderwijzers in het lager- en kleuteronderwijs 1
Enkel de categorieën van de nomenclatuur die van toepassing zijn binnen de beoogde sectoren zijn in deze bijlage opgenomen.
7
235 Andere onderwijsdeskundigen (bijvoorbeeld leraren in het buitengewoon onderwijs, specialisten op het gebied van onderwijsmethoden, …) 24 Specialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie 241 Specialisten op financieel gebied (bijvoorbeeld accountants, boekhoudkundig kaderpersoneel, financieel analisten, beleggingsadviseurs, …) 242 Specialisten op het gebied van organisatie en bestuur (bijvoorbeeld beleidsadviseurs, specialisten op het gebied van personeelsopleidingen of personeelsontwikkeling, …) 243 Specialisten op het gebied van de verkoop, reclame, marketing en public relations 25 Specialisten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie 251 Software- en applicatieontwikkelaars en –analisten 252 Databank- en netwerkspecialisten 26 Juristen, sociaal wetenschappers en scheppende en uitvoerende kunstenaars 261 Juristen 262 Bibliothecarissen, archivarissen en conservatoren 263 Specialisten in de sociale wetenschappen en menswetenschappen (bijvoorbeeld economen, sociologen, antropologen, historici, psychologen, …) 264 Auteurs, journalisten en taalkundigen 265 Scheppende en uitvoerende kunstenaars Groep 3: Technici en verwante beroepen 31 Technici op het gebied van wetenschap en techniek 311 Technici op het gebied van natuur- en technische wetenschappen 312 Toezichthoudend personeel in de mijnbouw, de industrie en de bouwnijverheid 313 Technici voor het beheer en de controle van industriële processen 314 Technici op het gebied van biowetenschappen 315 Bestuurders en technici voor schepen en luchtvaartuigen en luchtverkeersleiders 32 Technici op het gebied van de gezondheidszorg 321 Technici op medisch en farmaceutisch gebied 322 Verpleegkundigen en assistent-vroedvrouwen 323 Beoefenaars van de traditionele en de alternatieve geneeskunde 324 Veterinaire assistenten en dierenartsassistenten 325 Ander ondersteunend personeel op het gebied van de gezondheidszorg (bijvoorbeeld tandartsassistenten, medisch assistenten, …) 33 Ondersteunend personeel op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie 331 Ondersteunend personeel op financieel en wiskundig gebied (bijvoorbeeld effecten- en valutahandelaars en –makelaars, adviseurs kredieten en leningen, boekhouders, taxateurs en schade-experts, …) 332 Handelsvertegenwoordigers en inkopers 333 Zakelijke dienstverleners (bijvoorbeeld expediteurs, organisatoren van conferenties en evenementen, arbeidsbemiddelaars en uitzendbureaumedewerkers, makelaars en beheerders van onroerend goed, …) 334 Administratieve secretaressen en gespecialiseerde secretaressen 34 Ondersteunend personeel op juridisch, maatschappelijk en cultureel gebied 341 Ondersteunend personeel op juridisch, maatschappelijk en cultureel gebied 342 Vakspecialisten op het gebied van sport en fitness 343 Vakspecialisten op artistiek, cultureel en culinair gebied 35 Technici op het gebied van informatie en communicatietechnologie 351 Technici op het gebied van informatie- en communicatietechnologie en gebruikersondersteuning 352 Telecommunicatie-, radio- en televisietechnici
8
Groep 4: Administratief personeel 41 Administratief medewerkers 411 Administratief medewerkers, algemeen 412 Secretariaatsmedewerkers, algemeen 413 Typisten 42 Klantenbediendend personeel 421 Loketbedienden, incasseerders en dergelijke 422 Klanteninformatieverstrekkers 43 Administratief personeel in de boekhouding, financiën, loonadministratie en dergelijke en magazijniers 431 Administratief personeel in de boekhouding, financiën, loonadministratie en dergelijke 432 Magazijniers en logistiek medewerkers 44 Ander administratief personeel 441 Ander administratief personeel (bijvoorbeeld bibliotheekmedewerkers, postboden en postsorteerders, medewerkers personeelsadministratie, codeurs, archief- en kopieermedewerkers, …)
Groep 5: Dienstverlenend personeel en verkopers 51 Medewerkers persoonlijke dienstverlening 511 Reisbegeleiders, conducteurs, reisleiders en gidsen 512 Koks 513 Kelners en barmannen 514 Kappers, schoonheidsspecialisten en dergelijke 515 Toezichthouders van huishoudelijk personeel en conciërges 516 Andere verleners van persoonlijke diensten (bijvoorbeeld begrafenisondernemers, dierenverzorgers, rijinstructeurs, astrologen, …) 52 Verkopers 521 Markthandelaars en straathandelaars (uitsluitend in voedingsmiddelen) 522 Winkeliers en verkopers in winkels 523 Kassiers en ticketverkopers 524 Andere verkopers (bijvoorbeeld mannequins, demonstrateurs, huis-aanhuisverkopers, verkopers via telefoon, internet of callcenter, verkopers in eetgelegenheden, …) 53 Verzorgend personeel 531 Verzorgend personeel in kinderdagverblijven, crèches en dergelijke, onthaalmoeders en onderwijsassistenten 532 Verzorgend personeel in de gezondheidszorg 54 Personeel op het gebied van de openbare orde en de veiligheid 541 Veiligheidspersoneel
9
Groep 7: Ambachtslieden 71 Bouwarbeiders, met uitzondering van elektriciens 711 Bouwarbeiders ruwbouw 712 Bouwarbeiders afwerking 713 Schilders, reinigers van bouwwerken en dergelijke 72 Metaalarbeiders, machinemonteurs en dergelijke 721 Plaat- en constructiewerkers, metaalgieters en lassers en dergelijke 722 Smeden, gereedschapsmakers en dergelijke 723 Monteurs en reparateurs van motorvoertuigen, vliegtuigmotoren, industriële en landbouwmachines en fietsen 73 Ambachtslieden en drukkerijmedewerkers 731 Ambachtslieden (bijvoorbeeld juweliers, pottenbakkers, glasblazers, …) 732 Drukkerijmedewerkers 74 Elektriciens en elektronici 741 Installateurs en reparateurs van elektrische apparatuur en leidingen 742 Installateurs en reparateurs op het gebied van elektronica en informatie- en communicatietechnologie 75 Ambachtslieden in de voedingsindustrie, de houtbewerking, de kledingindustrie en andere ambachtslieden 751 Ambachtslieden in de voedingsindustrie (bijvoorbeeld slagers, bakkers, …) 752 Houtbehandelaars, meubelmakers en instellers en bedienaars van houtbewerkingsmachines 753 Kleermakers, stoffeerders, schoenmakers en dergelijke 754 Andere ambachtslieden (bijvoorbeeld ontsmetters, onderwaterwerkers, …)
Groep 8: Bedieners van machines en installaties; assembleurs 81 Bedieners van vaste machines en installaties 811 Bedieners van mijninstallaties en installaties voor de verwerking van delfstoffen 812 Bedieners van metaalbewerkings- en metaalverwerkingsinstallaties en van installaties voor de oppervlaktebehandeling van metalen 813 Bedieners van machines en installaties voor de vervaardiging van chemische en fotografische producten 814 Bedieners van machines voor de vervaardiging van producten van rubber, kunststof of papier 815 Bedieners van machines voor de vervaardiging van producten van textiel, bont en leer 816 Bedieners van machines voor de vervaardiging van voedings- en genotmiddelen 817 Bedieners van installaties voor de houtbewerking en de vervaardiging van papier 818 Bedieners van andere vaste machines en installaties 82 Assembleurs 821 Assembleurs 83 Bestuurders van voertuigen en bedienaars van mobiele installaties 831 Treinmachinisten en dergelijke 832 Chauffeurs van auto’s en bestelwagens en bestuurders van motorrijwielen 833 Vrachtwagen- en buschauffeurs 834 Bedienaars van mobiele installaties zoals land- en bosbouwmachines, grondverzetmachines, kranen, heftrucks en dergelijke 835 Dekpersoneel op schepen en dergelijke
10
Groep 9: Elementaire beroepen 91 Huishoudelijke hulpen en schoonmakers 911 Huishoudelijke hulpen en schoonmakers in particuliere huishoudens, hotels en kantoren 912 Autowassers, ruitenwassers, wasserijpersoneel en andere handarbeiders voor het reinigen van tapijten, zwembaden, koeltorens, graffiti en dergelijke 93 Ongeschoolde arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid, de civieltechnische werken, de industrie en het transport 931 Ongeschoolde arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid en civieltechnische werken 932 Ongeschoolde arbeiders in de industrie 933 Ongeschoolde arbeiders op het gebied van transport en opslag 94 Medewerkers sneldienstrestauratie 941 Medewerkers sneldienstrestauratie 95 Straatverkopers en op straat uitgeoefende dienstverlenende beroepen 951 Op straat uitgeoefende dienstverlenende beroepen zoals schoenpoetsers, loopjongens, verspreiders van flyers en dergelijke 952 Straathandelaars (met uitzondering van voedingsmiddelen) 96 Vuilnisophalers en –verwerkers en andere elementaire beroepen 961 Vuilnisophalers- en verwerkers 962 Andere elementaire beroepen (bijvoorbeeld boden, krantenbezorgers, meteropnemers, …)
11