FINANCE
&
CONTROL
Financial accounting
Ve r plicht ing t u ss e nt ij d s e b e r ichtge v ing
JAARLIJKSE VERANTWOORDING NIET VOLDOENDE Met de verwachte implementatie van de Europese transparantierichtlijn in oktober, wordt het verstrekken halfjaar- en kwartaalcijfers door bedrijven voor het eerst aan wettelijke regels gebonden. Veel grote ondernemingen maken naast cijfers over een geheel boekjaar al tussentijdse financiële informatie openbaar, gewoonlijk per halfjaar of per kwartaal in de vorm van een tussentijds bericht, maar er zal nog veel moeten gebeuren voordat alle beursgenoteerde bedrijven voldoen aan de nieuwe regels. Ron Kieft gaat in dit artikel in op de nieuwe wet- en regelgeving en de gevolgen daarvan voor het bedrijfsleven. D OO R RON K I E F T
V
eel grote ondernemingen verstrekken naast cijfers over een geheel boekjaar, veelal in de vorm van een jaarrekening en aanvullende informatie, tevens tussentijdse financiële informatie, gewoonlijk per halfjaar of per kwartaal in de vorm van een tussentijds bericht. Een tussentijds bericht is een financieel overzicht over een verslagperiode korter dan een volledig boekjaar. Onder tussentijdse cijfers verstaan we alle openbaar gemaakte tussentijdse financiële informatie met een enigszins ruime verspreidingskring. Wet- en regelgeving en marktregulerende instanties verplichten effecten uitgevende instellingen om tot tussentijdse berichtgeving over te gaan. Nederland begeeft zich momenteel in een belangrijk wetgevend traject. De Europese Unie heeft medio december 2004 de Europese transparantierichtlijn aangenomen. De Europese transparantierichtlijn heeft als doel een gedegen informatievoorziening voor beleggers te garanderen en bij te dragen aan efficiënte en geïntegreerde effectenmarkten. De richtlijn introduceert hiervoor een gemeenschappelijk systeem voor het openbaar maken van jaarlijkse, halfjaarlijkse en tussentijdse (kwartaal) financiële informatie door beursvennootschappen. Op grond van de Europese transparantierichtlijn dienen
beursgenoteerde ondernemingen een halfjaarbericht op te stellen overeenkomstig de voorschriften van IAS 34 en te publiceren binnen twee maanden na afloop van de halfjaarperiode. Daarop in aanvulling moeten ze een managementreport opstellen en publiceren. Op 25 maart 2008 heeft minister Bos van Financiën een voorstel tot wijziging van het oorspronkelijke wetsvoorstel van 3 juli 2007 ter implementatie van de Europese transparantierichtlijn naar de Tweede Kamer gestuurd. Met de implementatie van de Europese transparantierichtlijn worden halfjaar- en kwartaalcijfers voor het eerst aan wettelijke regels gebonden. Het streven is inwerkingtreding op 1 oktober 2008. Het toezicht op de naleving hiervan komt, zoals dat geldt voor de gehele externe verslaggeving, bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te liggen. Hoewel de bepalingen van de richtlijn in materiële zin in Nederland al grotendeels van kracht zijn omdat de huidige beursregelgeving van Euronext Amsterdam beursvennootschappen al verplicht tot openbaarmaking van de informatie genoemd in de richtlijn is de verwachting dat veel beursfondsen hard aan de slag moeten om aan de nieuwe wettelijke eisen te voldoen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat ondernemingen tot op heden terughoudend zijn als het gaat om tussentijdse berichtgeving.
AUGUSTUS 2008
20743-4_FC0408 bw.indd 39
|
39
31-07-2008 08:55:11
FINANCE
&
In 2006 gaf slechts 40 procent van 121 Nederlandse beursfondsen aan te werken volgens de nieuwe eisen van IAS 34. Een groot deel (36 procent) gaf aan de grondslagen weliswaar op IFRS te baseren, maar de echte overstap naar de officiële standaard IAS 34 nog te moeten maken. Een vijfde deel van de ondernemingen heeft helemaal niets aangegeven over de grondslagen die voor de halfjaarcijfers worden gebruikt.
Veel beursfondsen moeten hard aan de slag om aan de nieuwe wettelijke eisen te kunnen voldoen In dit artikel besteed ik aandacht aan de verplichting aan beursgenoteerde ondernemingen volgens het Besluit marktmisbruik en de Wet op het financieel toezicht (Wft) om koersgevoelige informatie te verstrekken zo spoedig mogelijk nadat zij binnen de onderneming bekend wordt. Hierbij wordt ingegaan op de uitspraken, die de AFM in dit verband heeft gedaan in de vorm van de voorlichtingsbrochure 'Openbaarmaking koersgevoelige informatie' en de handleiding 'Snelgids Koersgevoelige Informatie'. Beide documenten zijn via de website van het AFM (www.afm.nl) te downloaden. Doelstelling Als een onderneming besluit tot tussentijdse berichtgeving, zal zij een afweging moeten maken welke informatie zij wil verstrekken en op welke wijze. De basis hiervoor is te vinden in wet- en regelgeving. De nadere invulling is voor een groot deel afhankelijk van het specifieke bedrijfsbeleid ten aanzien van investor relations op basis van de door de onderneming gedefinieerde uitgangspunten, bijvoorbeeld op het gebied van transparantie en compliance met bestaande en toekomstige wet- en regelgeving. Euronext heeft in de vorm van het Euronext Rule Book, Book l, (ERB) en het Algemeen Reglement Euronext Amsterdam Stock Market, Book II, (AREA) algemene marktregels gesteld en in de vorm van enkele brieven aanvullende regels gesteld ten aanzien van zowel de publicatie, als de inhoud van tussentijdse berichten voor beursgenoteerde ondernemingen. Voor Next Prime- en Next Economy-fondsen heeft Euronext bepaald dat zij hun tussentijdse berichten vanaf het boekjaar 2005 dienen op te stellen op basis van IFRS. Voor de overige Euronextfondsen geldt een aanbeveling om dit te doen. Beursgenoteerde ondernemingen zijn er daarnaast aan gehouden om koersgevoelige informatie, zodra deze bekend is, tussen-
40
20743-4_FC0408 bw.indd 40
|
CONTROL
tijds te verspreiden via de beurs en de financieel-economische media. Tot de koersgevoelige informatie wordt die informatie gerekend, die concreet is en die rechtstreeks betrekking heeft op de uitgevende instelling waarop de financiële instrumenten betrekking hebben, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de financiële instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten. Voorbeelden van koersgevoelige informatie zijn informatie met betrekking tot overnames en reorganisaties, belangrijke investeringen, belangrijke mutaties in het eigen vermogen of een wijziging in het topmanagement. Toepassingsgebieden De Raad voor de Jaarverslaggeving doet in Richtlijn 394 Tussentijdse berichten een aantal stellige uitspraken en aanbevelingen ten aanzien van de wijze waarop de tussentijdse berichtgeving moet worden vormgegeven, indien een rechtspersoon stelt dat een tussentijds bericht is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Richtlijn 394 schrijft voor dat een tussentijds bericht ten minste dient te bestaan uit: ~ een verkorte balans; ~ een verkorte winst- en verliesrekening; ~ een verkort mutatieoverzicht van het eigen vermogen; en ~ een verkort kasstroomoverzicht; inclusief vergelijkende cijfers voor de cumulatieve periode van het vorige boekjaar en specifieke toelichtingen op de hierboven vermelde overzichten. Het staat de rechtspersoon vrij uitgebreidere informatie te verschaffen dan hiervoor omschreven. Aan de andere kant kan een rechtspersoon, indien de meest recente jaarrekening ook een geconsolideerde jaarrekening omvat, volstaan met de opstelling van bovenvermelde overzichten op geconsolideerde basis. Voor beursfondsen die zijn genoteerd aan Euronext Amsterdam, bevat het AREA geen uitgewerkte bepalingen over de inhoud van een halfjaarbericht. Het ERB bevat wel gedetailleerde voorschriften voor de inhoud van tussentijdse berichten van Next Prime- en Next Economy-fondsen. Deze voorschriften sluiten nauw aan bij IAS 34 en RJ 394. Grondslagen voor waardering en resultaatsbepaling. De wijze van waardering dient te waarborgen dat de in het tussentijdse bericht verstrekte informatie betrouwbaar is en dat alle van belang zijnde financiële informatie die relevant is voor een goed inzicht in de vermogenspositie of het behaalde resultaat van de rechtspersoon, wordt uiteengezet. Bij de verwerking en waardering van elementen in de balans en de winst- en verliesrekening in tussentijdse berichten wor-
AUGUSTUS 2008
31-07-2008 08:55:11
FINANCE
&
den de volgende twee benaderingen onderscheiden: ~ de integrale benadering. Bij de integrale benadering wordt het tussentijds bericht gezien als een (integraal) onderdeel van het jaarbericht. De verslaggevingperiode is één jaar. Seizoensinvloeden op opbrengsten en kosten binnen deze periode worden geëlimineerd. De opbrengsten en kosten in de deelperiode worden gebaseerd op schattingen voor het gehele verslagjaar. ~ de discrete benadering. Bij de discrete benadering wordt de deelperiode gezien als een zelfstandige verslagperiode. De grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling voor het gehele verslagjaar gelden ook voor de deelperiode. Richtlijn 394 adviseert ondernemingen om voor de discrete benadering te kiezen. Dit houdt onder meer in dat de grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling voor het gehele verslagjaar dienen te worden toegepast op het tussentijds bericht, met uitzondering van die grondslagen waarvoor sinds de meest recente jaarrekening een stelselwijziging is doorgevoerd, die ook in de eerstvolgende jaarrekening zal worden verwerkt. Presentatievoorschriften. Bij de beslissing om posten al dan niet te verwerken in het tussentijdse bericht en bij de waardering, de presentatie en de toelichting van deze posten, dient de relatieve betekenis in relatie tot de financiële gegevens opgenomen in het tussentijdse bericht in acht te worden genomen. Bepaalde informatie kan, alhoewel niet relevant voor de jaarrekening, wel relevant zijn in het kader van tussentijdse berichtgeving. Bij de vaststelling van de relatieve betekenis in het kader van het opstellen van tussentijdse berichten dient ermee rekening te worden gehouden dat waarderingen ten behoeve van het opstellen van tussentijdse berichten meer onderhevig zijn aan schattingen dan die in het kader van het opstellen van een jaarrekening. Er bestaan geen wettelijke bepalingen op grond waarvan een vennootschap verplicht is haar tussentijdse cijfers door een accountant te laten controleren. Indien de halfjaarcijfers van een effectenuitgevende instelling door een accountant zijn onderzocht, dient de verklaring in haar geheel bij de halfjaarcijfers te worden gevoegd. Het ERB verplicht Next Prime- en Next Economy-fondsen hun halfjaarberichten te laten beoordelen door een accountant en de beoordelingsverklaring tezamen met het halfjaarbericht te publiceren. Voor kwartaalberichten geldt geen verplichte beoordeling. Als het kwartaalbericht toch is onderzocht door een accountant, dan dient de verklaring tezamen met het kwartaalbericht te worden gepubliceerd. Daarop in aanvulling schrijft AREA voor beursgenoteerde fondsen voor, dat in het halfjaarbericht een toelichting betreffende de activiteiten en de resultaten in de eerste zes maanden van het boekjaar moet worden opgenomen, waarin worden vermeld:
CONTROL
~ alle gegevens die redelijkerwijs van belang zijn voor de beoordeling van de ontwikkeling van de activiteiten en resultaten; ~ alle bijzondere factoren die deze activiteiten en de resultaten over de betreffende periode hebben beïnvloed. Het ERB schrijft voor Next Prime- en Next Economy-fondsen voor dat in het tussentijdse bericht ook een management discussion and analysis verslag moet worden opgenomen, waarin onder meer worden vermeld: ~ de veranderingen in de bedrijfsleiding, de accountants, de activiteiten en aandeelhouders; ~ een verkort verslag over de financiële situatie, de ontwikkeling daarvan en de resultaten; ~ een toelichting op iedere gebeurtenis of onzekerheid, voor zover redelijkerwijs van belang voor de gebruikers van het tussentijdse bericht.
Richtlijn 394 adviseert ondernemingen om voor de discrete benadering te kiezen Enkele specifieke bepalingen inzake tussentijdse cijfers Artikel 2:103 BW schrijft voor beursgenoteerde naamloze vennootschappen voor, dat de vennootschap haar halfjaar- en kwartaalcijfers openbaar maakt zodra zij beschikbaar zijn. Dit geldt niet zolang deze cijfers slechts aan bestuurders, commissarissen en de ondernemingsraad worden verstrekt. Daarnaast zijn in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek enkele specifieke bepalingen in bijzondere situaties opgenomen. Volgens artikel 2:384 lid 6 BW kan op twee manieren inzicht worden gegeven in de betekenis van de stelselwijziging voor vermogen en resultaat. Enerzijds kunnen het vermogen en het resultaat van het boekjaar worden weergegeven volgens de grondslagen van voorafgaande jaar; anderzijds kunnen het vermogen en het resultaat van het voorafgaande jaar worden weergegeven volgens de nieuw gekozen grondslagen. In ieder geval dient altijd de betekenis van de stelselwijziging voor het vermogen en resultaat van het boekjaar zelf te worden weergegeven, omdat daarmee duidelijk wordt gemaakt wat de effecten van de beslissing tot stelselwijziging zijn in het jaar waarin de beslissing is genomen en waarover wordt gerapporteerd. Openbaarmaking van koersgevoelige informatie Het Wetsvoorstel implementatie transparantierichtlijn onderscheidt twee verschillende situaties waarvoor incidentele verplichtingen voor uitgevende instellingen worden gesteld.
AUGUSTUS 2008
20743-4_FC0408 bw.indd 41
|
41
31-07-2008 08:55:11
FINANCE
&
Artikel 5:25h schrijft voor dat uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt zijn toegelaten onverwijld informatie algemeen verkrijgbaar stelt omtrent wijzigingen in de rechten die aan door haar uitgegeven aandelen van een bepaalde klasse zijn verbonden of in de uitgegeven rechten op het verwerven van aandelen.
Beursgenoteerde ondernemingen zijn verplicht om belangrijk nieuws bekend te maken via de beurs en de financieeleconomische media Artikel 5:25i schrijft voor dat uitgevende instellingen die financiële instrumenten hebben uitgegeven, die met haar instemming zijn toegelaten tot de handel op een in Nederland gelegen of functionerende gereglementeerde markt of ter zake waarvan met haar instemming verzocht is om toelating tot de handel op een dergelijke markt, informatie als bedoeld in de definitie van voorwetenschap in artikel 5:53 lid 1 die rechtstreeks op haar betrekking heeft, onverwijld algemeen verkrijgbaar stelt. Op grond van artikel 5:53 lid 1 Wft wordt onder voorwetenschap verstaan: bekendheid met informatie die concreet is en die rechtstreeks of middellijk betrekking heeft op een uitgevende instelling, waarop de financiële instrumenten betrekking hebben of omtrent de handel in deze financiële instrumenten, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de financiële instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten. Uitgevende instellingen zijn verplicht om die koersgevoelige informatie openbaar te maken, die concreet is en die rechtstreeks betrekking heeft op de uitgevende instelling waarop de financiële instrumenten betrekking hebben, welke informatie niet openbaar is gemaakt en waarvan openbaarmaking significante invloed zou kunnen hebben op de koers van de financiële instrumenten of op de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten. Wijze van openbaarmaking van koersgevoelige informatie Op grond van artikel 12 van het Besluit marktmisbruik Wft maakt een effecten uitgevende instelling koersgevoelige informatie die rechtstreeks op haar betrekking heeft op zodanige wijze openbaar, dat deze onverwijld en voor eenieder
42
20743-4_FC0408 bw.indd 42
|
CONTROL
toegankelijk is en zodanig wordt gepresenteerd dat het voor beleggers mogelijk is om deze informatie volledig, correct en tijdig te kunnen inschatten. Op grond van artikel 5:59 lid 1 Wft vindt openbaarmaking plaats door middel van een persbericht, dat gelijktijdig wordt uitgebracht in Nederland en (indien van toepassing) in iedere andere Europese lidstaat waar de door de uitgevende instelling uitgegeven financiële instrumenten met haar instemming zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit of waar de uitgevende instelling heeft verzocht om of heeft ingestemd met toelating tot de handel van die financiële instrumenten op een dergelijke markt. Het persbericht moet zodanig zijn opgesteld, dat het voor beleggers mogelijk is om de informatie tijdig, correct en volledig in te schatten. De toezichthoudende instantie, de AFM, dient dit bericht gelijktijdig met de markt te ontvangen. Daarnaast dient de uitgevende instelling over een eigen website te beschikken en het bericht via de eigen website openbaar te maken. Indien het een beleggingsinstelling betreft, kan de informatie ook op de website van de beheerder van die beleggingsinstelling openbaar worden gemaakt. De uitgevende instelling of beheerder houdt de informatie gedurende ten minste één jaar op de website toegankelijk. De AFM adviseert om die berichten daar langer beschikbaar te houden. Zelf houdt de AFM daarvoor een termijn van vijf jaar aan. Uitstel van openbaarmaking van koersgevoelige informatie Er kunnen situaties zijn waarin een uitgevende instelling mag besluiten tot uitstel van de openbaarmaking van koersgevoelige informatie. De uitgevende instelling besluit hiertoe zelf en draagt daarmee de verantwoordelijkheid voor dit uitstel. Op grond van artikel 5:25i lid 2 van het Wetsvoorstel implementatie transparantierichtlijn gelden drie cumulatieve voorwaarden, die de uitgevende instelling in acht moet nemen voordat tot uitstel wordt besloten: ~ het uitstel een rechtmatig belang van de uitgevende instelling dient; ~ van het uitstel geen misleiding van het publiek te duchten is; en ~ zij de vertrouwelijkheid van deze informatie kan waarborgen. Het recht op uitstel vervalt zodra de informatie niet vertrouwelijk kan worden gehouden of als van uitstel misleiding van het publiek is te verwachten. De uitgevende instelling dient maatregelen te treffen om koersgevoelige informatie onverwijld openbaar te maken, indien de vertrouwelijkheid van koersgevoelige informatie niet meer is gewaarborgd.
AUGUSTUS 2008
31-07-2008 08:55:11
FINANCE
&
Handhavingsmaatregelen AFM In haar toezicht op de naleving van de verplichting tot het onverwijld openbaar maken van koersgevoelige informatie door uitgevende instellingen, staat de AFM een aantal handhavingsmaatregelen ter beschikking. Hier kan onder meer worden gedacht aan het opvragen van informatie, het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke
Er kunnen situaties zijn waarin een uitgevende instelling mag besluiten tot uitstel van de openbaarmaking van
CONTROL
matie te voorzien en om contacten met de financiële wereld te onderhouden. Als een onderneming besluit tot tussentijdse berichtgeving zal een afweging moeten worden gemaakt welke informatie zij wil verstrekken en op welke wijze. De basis hiervoor kan worden gevonden in wet- en regelgeving. De nadere invulling is voor een groot deel afhankelijk van het specifieke bedrijfsbeleid. Drs. R.M. Kieft RA is zelfstandig gevestigd onder de naam Bureau voor Administratie en Controle Kieft (BACK) b.v., te Hoofddorp. Hij is als consultant werkzaam op het gebied van administratieve organisatie, interne controle en financieel management voor uiteenlopende bedrijven en instellingen.
koersgevoelige informatie boete, alsmede de publicatie ervan, of het doen van aangifte. Daarnaast kan de AFM een handelsmaatregel nemen. De AFM geeft hiertoe een aanwijzing aan de houder van een gereglementeerde markt, bijvoorbeeld Euronext Amsterdam, om de handel in bepaalde financiële instrumenten op te schorten, te onderbreken of door te halen Beoordeling Indien een rechtspersoon stelt dat een tussentijds bericht is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijnen, dient de rechtspersoon Richtlijn 394 toe te passen. IFRS schrijft voor dat indien een tussentijds bericht is opgesteld in overeenstemming met IAS 34, dit feit dient te worden vermeld. Middelgrote en kleine rechtspersonen kunnen ook voor tussentijdse berichten gebruikmaken van de wettelijke vrijstellingen van de inrichtings- en publicatievoorschriften voor middelgrote en kleine rechtspersonen opgenomen in artikel 397, respectievelijk 396 Boek 2 BW.
>ciZg^bÒcVcX^Va9Vk^Y]ZZ[i cZiZZc]j^h\Z`dX]iZc`dbi gZ\ZabVi^\dcYZgYZkZg[heZi" iZghW^ccZc#DeY^ibdbZci^h YZkZgWdjl^c\]Zib^YYZaejci kVco^_cjc^kZghjb#IZ\Zai_Zh! kadZgkZglVgb^c\!`Zj`Zc! `gVcZc/]Zi^hlVi0"9Vk^Y ]ZZ[iWdkZcY^ZcZZc]ZaZ\dZY" `deZVVccZbZg^c\ZhX]V`ZaY! ]Zi\ZZcaZ^Yiidi]^aVg^hX]Z ZcoZZg]Zg`ZcWVgZkZg]VaZc###
:Wl_Z(/
Conclusie Voor grote ondernemingen zal uitsluitend jaarlijkse financiële verantwoording veelal niet als afdoende worden ervaren en zal enige vorm van tussentijdse berichtgeving worden verwacht. Bij tussentijdse berichtgeving kan vooral worden gedacht aan halfjaar- en kwartaalberichten, zoals die bijvoorbeeld door beursgenoteerde ondernemingen moeten worden verstrekt. Beursgenoteerde ondernemingen zijn verplicht om belangrijk nieuws (jaarcijfers, halfjaarcijfers en overig tussentijds nieuws) bekend te maken via de beurs en de financieel-economische media. Ook voor niet-beursgenoteerde ondernemingen kunnen persberichten een goede en voordelige optie zijn om belanghebbenden en belangstellenden van actuele infor-
AUGUSTUS 2008
20743-4_FC0408 bw.indd 43
|
43
31-07-2008 08:55:11