Jaargang 3, Editie 6, 2004
Heldere ideeën, heldere architectuur Grunstra Architecten Groep BNA
ARCHEtype
Architecten en directieleden Grunstra Architecten Groep / Burger Grunstra Grunstra Architecten Adviseurs
Siebren
Harmen Akkerman
Maartje
Baars
Van dakkapel tot ziekenhuis. Van verkennende schets tot bouwbegeleiding. Grunstra Architecten Groep treedt kleine en grote opdrachten met dezelfde professionaliteit tegemoet.
Leo
BerenschotPostmus
ter Beke
Hans
Gerrie de Bruin
Buitenhuis
Harmen
Arnold Burger
Grunstra
Robert
Pieter Koot
Landstra
Robert
Eduard Rothbauer
Groot en klein tegelijk ‘Groot en klein’ is ook het thema van deze ARCHEtype. Er is ruimschoots aandacht voor een zeer omvangrijk en prestigieus project: de nieuwbouw van het Martini Ziekenhuis in Groningen. Daarnaast leest u over een aantal kleinere projecten met grote veelzijdigheid: de uitbreiding van een woonhuis, het ontwerp van een lamp en een altaar voor een kerk. ‘Groot en klein’ is ook het thema van onze toekomstplannen: een groot bureau, met satellietvestigingen over het hele land. Daarmee kunnen we de voordelen van een groot bureau combineren met een kleinschalige maatwerkaanpak. We stellen voor elk project – van zeer klein tot zeer groot– een organisatie op maat op.
Samenwerking met Auke de Vries
Schoutsen
De architectenbureaus Auke de Vries uit Drachten en Grunstra Architecten Groep uit Bolsward hebben de afgelopen tijd al enkele keren een beroep op elkaars expertise gedaan. Momenteel onderzoeken de bureaus de mogelijkheden van een structureel samenwerkingsverband.
Gerrit
Sjouke Sieperda
van der Steege
Peter
Teunis
Veldmans
Vonk
Meer over onze missie en visie leest u op de volgende pagina. Ten slotte laten we u via een foto-impressie van de grote en kleine uitdagingen meebeleven die wij stelden aan onze medewerkers tijdens onze jubileumreis.
Auke de Vries
Het mes snijdt daarbij aan twee kanten. Voor Grunstra Architecten Groep biedt de samenwerking een versterking van het architectonisch profiel: het bureau van Auke de Vries beschikt onder meer over specialistische kennis op het gebied van bijzondere bedrijfshuisvesting. Voor het bureau van Auke de Vries zal dit samenwerkingsverband de markt ontsluiten voor grotere opdrachten.
Onlangs vierde Grunstra Architecten Groep haar 55-jarige jubileum. Een goed moment om vooruit te kijken. Waar staat Grunstra Architecten Groep over pakweg twintig jaar? Wat mag u van het bureau verwachten? Het antwoord op deze vragen is vastgelegd in de missie en visie.
Waarheen leidt de weg? “Grunstra Architecten Groep staat bekend om zijn veelzijdigheid”, zegt directielid Leo ter Beke. “Die gaan we de komende jaren uitbouwen. Dankzij de omvang en samenstelling van ons bureau zijn we in staat om klanten ‘full service’ te bedienen: van ruimtelijk kader tot interieurarchitectuur. Bovendien kunnen wij het totale proces – van initiatief tot en met onderhoudsfase – verzorgen, begeleiden en coördineren. Onze kracht daarbij is dat we goed communiceren met de klant, binnen de afgesproken tijd en het budget blijven en onafhankelijk zijn van marktpartijen.”
Investeren in kennis Om die veelzijdigheid te waarborgen, blijft het bureau flink investeren in kennis. Ter Beke: “Dat vraagt de markt ook van ons. Ontwerpopdrachten worden complexer. Voorheen ontwierp je bijvoorbeeld ‘een verzorgingshuis’. Nu zijn het ‘flexibele gezondheidscentra’, met ruimte voor zorg, wonen, recreatie en andere functies. Als architectenbureau moet je dus kennis hebben van trends en ontwikkelingen, wet- en regelgeving en de verschillende betrokken disciplines. Bovendien moet je vanuit verschillende invalshoeken tegen zo’n opgave aan kunnen kijken.”
Binnen Grunstra Architecten Groep is daarom veel ruimte voor onderzoek en ontwikkeling. “We stimuleren het opdoen en overdragen van ervaringskennis”, vervolgt Ter Beke. “We laten bijvoorbeeld ‘ervaren rotten’ in projectteams samenwerken met ‘jonge honden’. Daarnaast zoeken we actief naar medewerkers met specifieke kennis. De samenwerking met het bureau van Arnold Burger leverde ons bijvoorbeeld aanvullende know-how op het gebied van de derdelijnszorg op. Ook in andere sectoren gaan we ons versterken.”
Doe maar gewoon… In de toekomst gaat Grunstra Architecten Groep gaat de komende jaren steeds meer (inter)nationaal opereren. Ter Beke: “In ons toekomstbeeld bestaat Grunstra Architecten Groep uit een netwerk met satellietvestigingen in het hele land en zelfs daarbuiten. Elke vestiging heeft zijn eigen klanten en kennis van de lokale markt. Specifieke kennis – bijvoorbeeld over een bepaalde sector – wordt gedeeld met de andere vestigingen. Daarmee benutten we de schaalvoordelen, maar blijven we nadrukkelijk geworteld in de lokale samenleving.” (Inter)nationaler werken betekent overigens geen mentaliteitsverandering, verwacht Ter Beke. “Grunstra Architecten Groep staat bekend als nuchter, gewoon, eerlijk en betrouwbaar. Kortom: als Fries. Die afkomst zullen we nooit verloochenen.”
Thiadens: “Soms moet je van een plan af durven stappen”
Veel belangstelling voor Het vraagt veel lef om na tien jaar een plan finaal om te gooien. Jack Thiadens, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Martini Ziekenhuis in Groningen, besloot er toch voor te gaan. “De tijd had ons ingehaald: we hadden een achterhaald concept waar we spijt van zouden krijgen. Dan moet je switchen en je plannen wijzigen. Hoe moeilijk en pijnlijk dat ook is.” Hij koos voor een ander plan én een ander architectenbureau. Daar is hij nog steeds blij om. “In 2007 staat er een prachtig, innovatief ziekenhuis: een sprankelend ontwerp dat toekomstbestendig is. Burger Grunstra Architecten Adviseurs heeft goed werk geleverd.”
Vanuit zijn kamer heeft Thiadens een prachtig uitzicht op de bouwplaats. Op het moment van het interview worden er twee betonpalen (van de negenhonderd in totaal) in de grond geschroefd. “Geschroefd inderdaad, niet geslagen. Dit is een geluidloze methode en veroorzaakt geen trillingen. Zo ondervinden medewerkers en patiënten er geen hinder van.” Die patiëntgerichtheid is ook meteen de kracht van het ontwerp van het nieuwe Martini Ziekenhuis. “Bij alle facetten staat de patiënt centraal, het is heel vraaggericht vormgegeven. Zo is het nieuwe gebouw alleen voor patiëntgerichte functies bestemd en is het praktisch geclusterd. Alles rondom moeder en kind zit bijvoorbeeld bij elkaar.”
Bevestiging Het project heeft over aandacht niet te klagen. Thiadens: “Er is nog geen muur gebouwd, maar er wordt regelmatig over gepubliceerd in dag- en vakbladen. Dat is best bijzonder, doorgaans is er slechts veel aandacht voor het openingsmoment van een nieuw gebouw.” Thiadens vindt de belangstelling een bevestiging dat met dit innovatieve plan de juiste keuze is gemaakt. “We hebben deskundigen gevraagd om op het plan te reageren, vragen te stellen en met ons te ‘sparren’. Dat is goed, dat houdt ons scherp. En het bevestigt keer op keer dat we op de goede weg zitten.” Thiadens heeft het ontwerp voor de nieuwbouw samen met architect Arnold Burger en projectmanager Henk te Selle al op zes landelijke congressen toegelicht en ook in het buitenland is er volop belangstelling. Zo is het plan al gepresenteerd in Lissabon voor het European Health Property Network en tweemaal in Brussel. Ook kwam het Engelse Bouwcollege recent op werkbezoek in Groningen. “De aandacht uit binnenen buitenland komt vooral door de innovatieve filosofie achter de switch. Het ontwerp van het bureau Burger Grunstra is heel flexibel, toekomstgericht en innovatief. Wij zetten een compleet nieuw gebouw voor patiëntenzorgfuncties neer en blijven daarnaast het oude gebouw – deels voor andere bestemmingen – gebruiken. Sloop komt in ons woordenboek niet veel voor.”
Het ontwerp voor de nieuwbouw is bijzonder transparant: het bestaat uit acht nagenoeg identieke delen. Elk deel is 16 bij 60 meter; gebruikelijk is een maat van 40 bij 25 meter. Dankzij deze bijzondere maatvoering is het geheel bijzonder flexibel. “Een verpleegafdeling kan snel worden omgezet in een polikliniek”, legt Thiadens uit. “Het formaat van 16 bij 60 meter is bovendien ook toepasbaar voor de woningbouw. Het ziekenhuis zou dus zelfs ooit een wooncomplex kunnen worden met zo’n 250 woningen.” Dankzij de gekozen maatvoering is de gevellengte meer dan één kilometer. Deze wordt uitgevoerd in een zogenaamde ‘dubbele klimaat-facade’: een gevel uit de kassenbouw. Daaruit blijkt het demontabele karakter van het concept. “De dubbele gevel weert het geluid goed en er kan een raam open gezet worden zonder dat het tocht. Bovendien komt door de lange gevel dertig procent meer buitenlicht in het gebouw. Dat heeft voor patiënten en medewerkers enorme voordelen. Het wordt straks een licht en kleurrijk open gebouw dat bijdraagt aan de ‘healing environment’. Het blijkt namelijk dat wanneer ziekenhuispatiënten blootstaan aan daglicht, zij zich beter kunnen ontspannen en sneller herstellen. De belevingswaarde en de uitstraling van de ruimte vinden we daarom belangrijk voor ons concept.”
sprankelend ontwerp
Landmark Thiadens kijkt tevreden terug én vooruit: “De tijd had ons met het oude plan ingehaald. En dan is de Groningse mentaliteit er één van realisme en durven te veranderen: nait soezen, moar doun! De kritische geluiden tijdens de switch hebben plaats gemaakt voor waardering, van alle kanten. We hebben er met elkaar veel energie in gestoken om een nieuw plan te maken. Straks zal blijken dat het de moeite waard was. Van het nieuwe gebouw gaan patiënten, specialisten en medewerkers straks veel plezier beleven. Het is een overtuigend ontwerp, een landmark. Het nieuwe Martini Ziekenhuis komt te staan als een huis. Daar ben ik van overtuigd!”
Toekomstgericht Martini Ziekenhuis
“Drie mannen, één missie: een toekomstgericht Martini Ziekenhuis neerzetten”, zo omschrijft Henk te Selle van adviesbureau AT Osborne kernachtig de samenwerking tussen bestuursvoorzitter Jack Thiadens, architect Arnold Burger en hemzelf. “Het was een gouden team: ik was de bedenker en bewaker van het concept, Arnold Burger heeft dat concept perfect vertaald in een ontwerp en Jack Thiadens is een visionair met lef die de uitvoering heeft aangedurfd en aangejaagd.”
Een ontwerp dat volstrekte onzekerheid kan huisvesten
De realisatie van de nieuwbouw van het Martini Ziekenhuis is voor Te Selle een droom die eindelijk in vervulling ging. Hij kreeg de kans om de platgetreden banen links te laten liggen en geheel opnieuw naar het functioneren van een ziekenhuis te kijken. “De meeste ziekenhuizen zijn al verouderd op het moment dat ze worden opgeleverd. Ze zijn niet in staat om de razendsnelle ontwikkelingen in de zorg te faciliteren. Na een paar jaar moet dan al begonnen worden met verbouwingen, die gaandeweg steeds ingrijpender worden. Een ‘statisch’ gebouw is een loden last: het remt de ontwikkeling van de organisatie. En dat is in deze tijd – waar marktelementen hun intrede doen in de gezondheidszorg – een enorme handicap.” “Het gaat juist níet om maatwerk; dát is voor de gezondheidszorg een betrekkelijk nieuw idee”, vervolgt Te Selle. “Het maakt een gebouw te star. Je kunt de ontwikkelingen in de zorg misschien voor de komende vijf jaar overzien, maar zo’n gebouw moet zo’n veertig jaar meegaan. Je moet dus iets ontwerpen dat volstrekte onzekerheid kan huisvesten. Dat vraagt om een grote mate van flexibiliteit. Welk scenario je ook bedenkt voor de gezondheidszorg: het moet in het gebouw passen.”
Henk te Selle
Grachtengordel Te Selle onderscheidt binnen die flexibiliteit een aantal niveaus. “Je moet een ziekenhuis niet beschouwen als een gebouw, maar als een stad. Het gaat erom dat de hoofdstructuur onafhankelijk is van het zorgconcept. Vergelijk het met de Amsterdamse grachtengordel: die gaat al vierhonderd jaar mee en is nog lang niet versleten. Op de voormalige voorraadzolders huizen nu ICT-bedrijfjes, pakhuizen werden appartementen en in koopmanshuizen zitten uitgeverijen en advocatenkantoren. Blijkbaar was het totale ontwerp zo sterk dat de bebouwing langs de grachten de veranderende eisen van de tijd met gemak doorstaat. Zo wordt het Martini Ziekenhuis ook.”
Kerstballen Binnen de gekozen bouwvorm is vervolgens ruimte voor een veranderend zorgconcept. Te Selle: “De hoofdstructuur is als het ware een kerstboom waarin steeds andere ballen gehangen kunnen worden. Dan kom je aan het niveau van het structuurplan, dat te vergelijken is met een serie legoblokjes met gelijke afmetingen en een hoge mate van indeelbaarheid. Daaronder zit het technische niveau, waarin zaken als standaardisatie en de inrichting van het bouwproces centraal staan. De flexibiliteit in het concept is vertaald in uniforme bouwblokken die ook gelijk zijn in hun technische installaties. Zo ontstaat een aaneenschakeling van gelijke bouwblokken, waarbinnen de verschillende onderdelen van het ziekenhuis relatief eenvoudig kunnen krimpen en groeien.”
Gouden trio Het concept en het ontwerp krijgen veel lof toegedeeld uit binnen- en buitenland. Te Selle schrijft het succes toe aan de samenwerking. “Natuurlijk was het achterliggende idee goed, maar in de uitvoering ervan kan nog het nodige misgaan. Dat is niet gebeurd dankzij onze gedrevenheid en ons geloof in het plan. Bovendien heb ik in al mijn jaren in het vak zelden in zo’n goed team gefunctioneerd. Het was net of Gullit, Rijkaard en Van Basten weer samenspeelden. Burger heeft zich als architect het idee helemaal eigen gemaakt: de soberheid, de uniformiteit en de eenheid raken precies de goede snaar. Zijn ontwerp verdient een 10+. Thiadens is een briljant bestuurder die zeer betrokken was bij het proces, maar ons ook vertrouwde en een grote mate van vrijheid gaf. Bovendien heeft hij draagvlak weten te creëren bij medewerkers, het College Bouw, het ministerie, enzovoorts.” Hoe meer vragen en opmerkingen Te Selle over het ziekenhuis krijgt, hoe meer hij overtuigd raakt van de kracht van het concept. “Thiadens zei ooit eens: ‘we gaan voor goud’: dát hebben we met dit ontwerp in handen!”
Van initiatief tot oplevering. Daar staat bij een ziekenhuis normaal zo’n tien jaar voor. Burger Grunstra Architecten Adviseurs (onderdeel van Grunstra Architecten Groep) presteert het in slechts vijf jaar. En dat terwijl het ontwerp voor het Martini Ziekenhuis allesbehalve standaard is. Het is het eerste ziekenhuis in Nederland dat volgens het IFD-principe (Industrieel, Flexibel en Demontabel) gebouwd wordt. De eerste paal van dit ‘ziekenhuis van de toekomst’ zit inmiddels in de grond. Architecten Arnold Burger, Siebren Baars en projectcoördinator Paul Loof vertellen hoe zij het IFD-concept en de bijbehorende functionaliteit in architectuur vertaald hebben.
V.l.n.r.: Eduard Rothbauer, Siebren Baars, Arnold Burger, Robert Schoutsen, Peter Veldmans en Paul Loof.
Expressief gebouw in een stedelijke omgeving
Bouw vooruitstrevend Martini Ziekenhuis begonnen De ontwerpfase ging voor het Martini Ziekenhuis niet zonder slag of stoot. Alvorens met het huidige architectenteam in zee te gaan, stierf een eerder plan een zachte dood. Het projectteam kreeg de uitdaging om met een achterstand van twee jaar toch de oorspronkelijke planning te handhaven. Dat lukte, dankzij de enorme snelheid van werken, een ongekende teameffort en slim ontwerpen. Burger licht dit laatste toe: “We kozen voor een uniform bouwblok, met veel herhalende elementen. De gestandaardiseerde, multifunctionele bouwblokken zorgen samen met deze uitbreidingsmogelijkheid voor veel flexibiliteit. Een verpleegunit kan makkelijk worden omgezet in een polikliniek en andersom. Het repetitievoordeel heeft mede geleid tot een kortere voorbereidingstijd. Als we één bouwblok goed doorgewerkt hadden, haddden we dat eigenlijk ook voor de andere bouwblokken gedaan.” Loof wijst op de keerzijde: “Uiteraard vroeg dat van ons om zeer zorgvuldig te werken, want één keer fout voorbereid, betekent ook meteen acht keer fout voorbereid.”
Expressie “Een ziekenhuis is een belangrijk publiek gebouw”, aldus Baars. “Net als een station, een kerk en een gemeentehuis vormt een ziekenhuis het gezicht van een stad. Het beeld van het Martini Ziekenhuis gaat straks wat toevoegen aan de publieke omgeving. Het krijgt een zelfverzekerde, krachtige uitstraling die past bij de functie die het voor de stad vervult. Dat was tevens de wens van de Welstandscommissie in Groningen die het ontwerp vanuit deze optiek kritisch heeft gevolgd.” Baars vervolgt: “Bij zo’n groot gebouw, met zoveel functies, bestaat het risico dat het ontwerp rommelig wordt. Het was dus onze uitdaging om eenheid in de architectonische expressie te bereiken. Zodat het geen wildgroei van bouwinitiatieven en functies wordt, wat je bij veel ziekenhuizen ziet. Wat wij hebben gedaan, is niet elke functie een eigen expressie geven, maar zoeken naar de grootste gemene deler. Eén concept waarin alles past, niet alleen bouwtechnisch maar ook architectonisch.”
Zonnige uitstraling
Sanatorium te Paimio
De architecten zochten naar een architectuur die zich zou onderscheiden van de architectuur van omringende bedrijfspanden en die refereerde aan de archetypische beelden van gebouwen voor de gezondheidszorg. Hierbij kwamen bij de architecten vooral beelden boven van het voormalige sanatorium Zonnestraal in Hilversum van architect Duiker en het sanatorium te Paimio van architect Alvar Aalto. Baars: “Beide gebouwen zijn strak vormgegeven, met witte gevels en een regelmatige ordening van ramen en op een paar specifieke plekken een afwijkend element. Dit thema zie je straks ook bij het Martini Ziekenhuis: een witte gevel met een strak ritme van rechthoekige ramen. We differentiëren alleen op plekken waar je expressie verwacht. Bij de entree hebben we in het witte vlak een lange horizontale sleuf ontworpen en aan de kopse kant die naar de stad gericht is, een verticale sleuf. De ramen zijn diep in de gevel geplaatst, om duidelijk te laten zien dat het inkepingen in de gevel zijn. Om dit effect te versterken, wordt in de dagkanten van de inkepingen een lichtgele kleur gebruikt. Daardoor krijgt het geheel een zonnige en sprankelende uitstraling.”
Baars: “We hebben contrasterend materiaal voor de uitbouw gekozen; zwarte beplating op de witte gevel. Daarmee laat je duidelijk zien dat het om een uitbreiding gaat.”
Patiënten én medewerkers komen straks in een prettige omgeving. Burger: “Dankzij de lange en smalle bouwblokken kan er relatief veel daglicht in het gebouw binnenkomen. Alle opslagruimtes krijgen ramen, voor het geval deze later als werkruimtes gebruikt gaan worden. Zowel voor medewerkers als patiënten is daglicht prettig, het is goed voor het bioritme. Het is gebleken dat patiënten beter genezen wanneer ze daglicht kunnen ervaren.” Verder hoeft de patiënt er niet te verdwalen. Baars: “Ons ontwerp heeft een zeer overzichtelijke structuur. Je kunt je steeds oriënteren. Ook dat draagt bij aan de belevingswaarde.”
Ook aan de Paterswoldseweg kan het gebouw op deze manier plaatselijk worden uitgebreid, maar de architecten kozen voor een ander type gevel. Baars: “Aan deze kant hebben we een glazen gevel met een verticale werking ontworpen om daarmee het beeld van de gegolfde gevel te versterken. Deze glazen voorzetgevel werkt als geluidsscherm naar de drukke Paterwoldse weg. Daarnaast biedt deze constructie de mogelijkheid de invulling van de achterliggende gevel eenvoudig te wijzigen.
Wat is het geheim van de smid? Burger: “Een ongelofelijke teamspirit. Iedereen was vanaf het begin enthousiast. Alleen speel je het niet klaar zo’n prachtig en vooruitstrevend ziekenhuis in zo’n korte tijd te creëren. Dat staat als een paal boven water. Op piekmomenten waren er van ons bureau zo’n vijftien mensen tegelijk mee bezig. In je eentje kun je vastlopen, maar juist doordat we een enthousiast team hadden met zoveel verschillende disciplines, wisten we het tot een hoog niveau te brengen.”
Twee slangen Het ontwerp bestaat uit twee parallel lopende ‘slangen’ die elkaar op twee knooppunten raken. Een geknikte slang om de bebouwingsrichtingen van de omgeving te integreren en een gekromde om de naastgelegen Paterswoldseweg te begeleiden. Beide slangen zijn 270 meter lang, toch worden lange loopafstanden voorkomen. Burger: “De nieuwbouw biedt plaats aan alle patiëntgebonden functies zoals verpleegunits, operatiekamers en poliklinieken. Daar komt bij dat diverse functies binnen het ziekenhuis geclusterd zijn, bijvoorbeeld alle functies rondom hartziekten.” De standaardgevel is strak vormgegeven, met wit stucwerk en rechthoekige ramen. Aan één zijde van de slang kan het gebouw plaatselijk via een uitbouw als een soort uitgetrokken lade in een ladekast worden vergroot.
Veel daglicht
Altaar St. Fransiscuskerk koppelt modern ontwerp aan oude bouwstijl
De boogconstructies komen er in terug en ook licht heeft een belangrijke functie in het altaar. Wanneer de zon door de buitenramen schijnt, wordt de kerk door het glas in het altaar gereflecteerd in allerlei kleurschakeringen. Bovendien geeft het glas de parochieleden een symbolische (zelf)reflectie – dat pas wel bij een kerk.”
Bij een architectenbureau denk je vooral aan gebouwen. Toch ontwerpt Grunstra Architecten Groep ook andere objecten, zoals lampen en andere elementen in het interieur. Het ontwerp van een kerkaltaar was in onze geschiedenis echter nog niet voorgekomen. Tot begin dit jaar: toen kreeg architect Leo ter Beke van de St. Fransiscuskerk in Bolsward de opdracht een nieuw altaar te ontwerpen ter ere van het zeventigjarig bestaan.
Authentieke elementen Hoewel het ontwerp van het altaar van deze tijd is, is het altaar toch niet helemaal ‘nieuw’. “Voor de vervaardiging van het altaar is namelijk gebruik gemaakt van oude materialen”, vervolgt Ter Beke. “Het mooie oude eikenhout van de geruimde banken, een oude altaarsteen van een voorgangerkerk, etc. Daarnaast is aan de achterzijde van het altaar een kleine schrijn aangebracht met as uit het concentratiekamp Dachau en een kledingreliek van pater Titus Brandsma.”
Het kerkbestuur koos voor een architect voor het ontwerp van dit meubelstuk en bijvoorbeeld niet voor een meubelmaker. “Een bewuste keuze”, zegt Ter Beke. “Een altaar is een prominent element in een kerk waarbij het belangrijk is dat het een relatie legt met de omgeving. Een van de kenmerken in de St. Fransiscuskerk is bijvoorbeeld de art-decostijl: karakteristieke boogconstructies, abstracte vormen en mooie lichteffecten door de glasin-loodramen. Deze stijl heb ik op een moderne manier verwerkt in het ontwerp.
Tevreden Het kerkbestuur en de kerkgangers zijn zeer tevreden met het nieuwe altaar. Ook de commissie kerkelijke interieurs, een soort welstandscommissie, heeft haar lof uitgesproken. Zij vindt het ‘een spannend ontwerp met een passende moderne toevoeging’. Een modern altaar met symbolische zelfreflectie.
Verlichte oplossing voor atrium Golfstroom Het woonzorgcomplex de ‘Golfstroom’ in Den Helder is een schitterend gebouw waarin een groot atrium de centrale blikvanger vormt. Om de eenheid van het atrium en de omliggende galerijen te benadrukken, kwam projectleider Peter Glasz met een verlichtend idee. De Golfstroom is een appartementencomplex waar 24 uur per dag zorg aanwezig is. Het atrium en de galerijen vormen een oriëntatiepunt voor de bewoners: het is de plek waar bewoners vanuit verschillende vleugels samen komen, een praatje kunnen maken of lekker om zich heen kunnen kijken. “Via passende verlichting moest deze ruimte als een eenheid gaan functioneren”, zegt Glasz. “We wilden lampen die zowel de horizontale galerijen als de verticale doorgaande kolommen zouden benadrukken.”
Peter Glasz
“In de handel bleek daarvoor niks geschikts te vinden”, vervolgt Glasz. “Er waren wel mooie lampen voor in het atrium en mooie lampen voor de galerijen, maar niets dat voor beide geschikt was. Ik ben toen samen met installateur Taylor een nieuwe lamp gaan bedenken. “We hebben een armatuur ontwikkeld die om de kolommen heen past”, legt Glasz uit. “Het is een strakke oplossing waarbij de verlichting min of meer deel uitmaakt van het beton. Eenvoudig, maar bijzonder effectief.”
Siebren Baars
Met het oog op de toekomst
Wanneer de ouderdom met gebreken komt, voldoet de huidige woning vaak niet meer. De slaapkamer op de verdieping wordt onbereikbaar, de badkamer is niet groot genoeg voor allerlei hulpmiddelen... Daardoor moeten ouderen soms noodgedwongen hun vertrouwde thuis verlaten. Dát toekomstbeeld zagen Thys Balt en zijn vrouw niet zitten. Balt schakelde architect Siebren Baars in om zijn woning ‘levensloopbegeleidend’ te maken.
De onlangs gepensioneerde Balt woont in Drachten in een comfortabele vrijstaande woning op een ruime kavel. Door deze woning op de begane grond uit te breiden met een extra tuingerichte kamer en badkamer, sloeg hij vijf vliegen in één klap.
Nu Balt en zijn vrouw nog in de kracht van hun leven zijn, wordt de kamer vooral gebruikt als studievertrek en tv-kamer. Bovendien is de ruimte door de aangrenzende badkamer en een klein keukentje ook zeer geschikt als gastenverblijf. Mocht bijvoorbeeld traplopen een probleem worden, dan kan de familie Balt de kamer eenvoudigweg inrichten als permanente slaapkamer. Ze hebben dan alle voorzieningen op de begane grond. Wordt een van de partners onverhoopt bedlegerig, dan kan de slaapkamer in een handomdraai worden ingezet als uitbreiding van de woonkamer. Door de deuren in de tussenhal open te zetten of te verwijderen, ontstaat een open verbinding. De gebruiker van de kamer blijft daardoor betrokken bij wat er in de woonkamer gebeurt, maar heeft toch de nodige privacy. Eén ruimte die in elke fase van de levensloop een eigen functie heeft: een simpele oplossing voor een groot maatschappelijk probleem.
Een vertrouwde sfeer in een nieuwe omgeving
Voor ouderen die naar een verzorgings- of verpleeghuis verhuizen, is het vaak wennen. Ze missen hun vertrouwde omgeving en kunnen in een gebouw terechtkomen dat meer doet denken aan een ziekenhuis dan aan een woongebouw. Dat schept een sfeer van ‘oud en ziek zijn’ en niet van ‘leven’. Interieurarchitect Pieter Koot pakt het anders aan. Hij gaf de overdekte openbare ruimtes van woonzorgcentrum ‘t Vondelhuys in Winschoten een sfeer die je doorgaans alleen in een luxe Amsterdams winkelcentrum tegenkomt.
‘t Vondelhuys is een woonzorgcentrum met verschillende functies; het herbergt onder meer zorgappartementen, aanleunwoningen, verpleegkamers en geestelijke gezondheidszorg. In het - overdekte - buitengebied kunnen de bewoners terecht in een soort winkelcentrum met een winkeltje, een bibliotheek en een centrale hal, met volop leven en gezellige bedrijvigheid. Elke ruimte heeft zijn eigen karakter gekregen. In zijn ontwerp heeft Koot in overleg met de directie, de bewoners en het personeel gekozen voor een bijna neokoloniale sfeer. “Luxe rieten stoelen in combinatie met prachtige beukenhouten fauteuils. Deze sfeer past wel bij Winschoten: gezellige Groningers keuvelend onder het genot van een borreltje!”
Koots invulling past naadloos in het nieuwe denken bij veel zorginstellingen. “De huidige kwaliteitsverbetering van zorginterieurs kenmerkt zich door de opwaardering van de directe woonomgeving. Via mijn ontwerp voor ’t Vondelhuys heb ik het institutionele interieurkarakter van zorg- en verpleeghuizen willen doorbreken. Het gaat mij om het realiseren van woonwensen.”
Pieter Koot
Regelmatig dingen de ontwerpen van Grunstra Architecten Groep mee naar prestigieuze architectuurprijzen. Dit keer is het verrassende ontwerp voor ’t Omnium in Dokkum genomineerd voor de landelijke Scholenbouwprijs 2004. De Friesland Bank in Leeuwarden was één van de vier genomineerden voor de Vredeman de Vriesprijs voor Architectuur. Beide ontwerpen zijn in de vorige ARCHEtype al uitgebreid belicht.
Harmen Akkerman (boven) Gerrie de Bruin (onder)
Scholenbouwprijs Het ontwerp voor scholencomplex ‘t Omnium van architecten Gerrie de Bruin en Harmen Akkerman is in 2004 - uit een recordaantal inzendingen van 149 projecten - gekozen tot een van de vier beste schoolontwerpen van Nederland in de categorie ‘voortgezet onderwijs’. Een van de belangrijkste punten waar de jury de projecten op heeft beoordeeld, is de zichtbare plek die de school actief inneemt in de samenleving. Een school staat als organisatie en als gebouw immers niet meer op zich, maar gaat een inhoudelijke en fysieke relatie aan met zijn omgeving. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om stedenbouwkundige inbedding, toegankelijkheid, de wijze waarop het gebouw uitnodigt om er in samen te werken en multifunctionaliteit.
Thema’s die bij ’t Omnium perfect zijn ingevuld. In dit opvallende gebouw zijn namelijk de HAVO/ VWO-bovenbouw van het Dockingacollege en Opus 3, centrum voor muziek in N.O. Friesland op knappe wijze met elkaar geïntegreerd. Centraal liggen de ruimtes waar beide gebruik van kunnen maken. Daarnaast heeft ieder een eigen vleugel die zodanig is ingericht dat men geen hinder van elkaar ondervindt. Kijk voor de uitslag op www.scholenbouwprijs.nl.
Altijd prijs bij Grunstra Architecten Groep! Vredeman de Vriesprijs Ook het ontwerp voor de nieuwbouw van de Friesland Bank in Leeuwarden oogst alom bewondering. Zo ook bij de jury van de vooraanstaande Vredeman de Vriesprijs voor Architectuur. Alleen de allerbeste ontwerpen die de afgelopen twee jaar in Friesland zijn gerealiseerd, kunnen een gooi doen naar deze prijs. Uit maar liefst 65 inzendingen is de Friesland Bank tot een van de vijf beste ontwerpen verkozen. Voor dit ontwerp waren de samenwerkende architecten Aat van Tilburg en Harmen Grunstra beiden verantwoordelijk. De jury roemde vooral de glazen koepel die de bestaande gebouwen
met elkaar verbindt. Zij vindt de keuze hiervoor ‘verrassend, gewaagd en bijzonder’. De koepel eist stedenbouwkundig gezien alle aandacht in de skyline van Leeuwarden op. ‘Ook is de architectonische uitwerking van het koepelgebouw helder en van hoog niveau, met een verzorgde detaillering.’
Harmen Grunstra
“Samenwerken bepaalt het succes van sámen werken!”
Onlangs vierde Harmen Grunstra zijn 25-jarig jubileum bij Grunstra Architecten Groep. U heeft er wellicht weinig van gemerkt. In plaats van een receptie voor relaties te geven, vierde hij het feest samen met zijn personeel. Een bewuste keuze: “De afgelopen decennia is Grunstra Architecten Groep steeds groter en bekender geworden. Vooral door de inzet van de medewerkers. Velen werken hier al een groot aantal jaren. Grunstra Architecten Groep kenmerkt zich door een grote collegialiteit en een mentaliteit van ‘samen de schouders eronder’. Vandaar dat het ‘samen vieren’ niet meer dan logisch was. Samenwerken bepaalt immers het succes van sámen werken!”
Op 10 september togen dus ongeveer 135 medewerkers en partners naar Dinant in de Belgische Ardennen voor een gezellig en sportief weekend. Er was een gevarieerd programma samengesteld: een rondleiding door de oude citadel van Dinant, een heuse survivaltocht voor de sportievelingen, een boottocht over de Maas, een rustige wandeling door de beroemde en indrukwekkende druipgrotten van Han, een heerlijke barbecue en een gezellige feestavond, compleet met dj en toepasselijke stukjes.
epytEHCRA
ruutcetihcra eredleh ,nëeedi eredleH ANB peorG netcetihcrA artsnurG
Vestiging Bolsward
Vestiging Heerenveen
Vestiging Leeuwarden
. www.grunstra.nl .
[email protected]
Skilwyk - Bolsward
Turfschip Heerenveen
Schrans Leeuwarden
Postadres Postbus Bolsward
Postadres Postbus Heerenveen
Postadres Postbus Leeuwarden
. [] . []
. [] . []
. [] . []
Burger Grunstra Architecten Adviseurs Alkmaar Hertog Aalbrechtweg Alkmaar Postadres Hertog Aalbrechtweg Alkmaar . [] . [] .
[email protected]
dizain groningen 2004
Algemeen