Heldere ideeën, heldere architectuur Grunstra Architecten Groep BNA
ARCHEtype
Jaargang 6, Editie 13, 2008
Architecten en directieleden Grunstra Architecten Groep / Burger Grunstra architecten adviseurs Maartje BerenschotPostmus
Siebren Baars
Hans Buitenhuis
Leo ter Beke
Arnold Burger
René van Dam
Harmen Grunstra
Pieter Koot
Robert Landstra
Eduard Rothbauer
Robert Schoutsen
Guido Schuurman
Gerrit van der Steege
Sjouke Sieperda
Teunis Vonk
2
In deze
ARCHEtype
Meerdere gebruikers in één gebouw. Gebouwen die in de loop der tijd een andere functie kunnen krijgen. Multifunctioneel bouwen komt steeds meer in de belangstelling te staan. Want de extra investeringen aan het begin verdienen zich ruimschoots terug door het behoud van marktwaarde en de vaak lagere exploitatiekosten. Wel zijn het veelal ingewikkelde processen met een veelheid aan functies en gebruikers, uiteenlopende belangen en wensen, complexe wet- en regelgeving en verschillende subsidiesystematieken. Grunstra Architecten Groep is goed thuis in deze materie en weet complexe processen tot een goed einde te brengen. Niet voor niets zijn wij in Nederland voorloper op het gebied van multifunctioneel bouwen. Deze kennis delen wij met Europese collega’s in het architectennetwerk Perspective. In deze ARCHEtype tonen we u een aantal aansprekende voorbeelden van multifunctioneel bouwen.
•A rchitectennetwerk Perspective Over de drempel van de Europese markt •M FC Camminghaburen Een nieuw icoon voor Leeuwardense wijk •D e Panoven Zevenaar Leo ter Beke geniet in landschapspark •D e Kjellingen in Eastermar Groot(s) gebouw voor klein Fries dorp • ‘In het zomerpark’ in Getsewoud De vier uitdagingen van Harmen Grunstra •M artini Ziekenhuis Groningen Professor Lichtenberg over een slim gebouw •P raedinius Gymnasium Groningen Technasium verbindt denken met doen •C ultureel-Educatief Centrum Langedijk De Binding bindt gebruikers
3 4-5 6-7 8-10 11-13 14-15 16-17 18-19
Begin dit jaar is Burger Grunstra architecten adviseurs toegetreden tot Perspective; een samenwerkingsverband van gerenommeerde Europese architectenbureaus. “Via Perspective bieden wij onze klanten een ingang in Europa, verbreden wij onze dienstverlening en verdiepen we onze kennis”, zegt Arnold Burger.
Perspective biedt Europees perspectief Competenties versterken Voorheen had Perspective één lid per land. Daar is nu van afgestapt. Christel Ruttens, administrator bij Perspective: ”Een belangrijke reden om Burger Grunstra architecten adviseurs te vragen, was onze ambitie om de competenties binnen Perspective te verbreden en te versterken. We misten expertise op het gebied van zorg en onderwijs. En dat is juist de kracht van dit bureau. Bovendien is het een initiatiefrijk bureau dat vanuit een conceptuele benadering architectuuropgaves aan de orde stelt en onderzoekt. Dat past prima binnen onze doelstellingen.”
Kenniscentra “Via Perspective kunnen wij overal in Europa een samenwerkingsverband aangaan met lokale partners”, vervolgt Arnold Burger. “Daarmee kunnen wij onze klanten in elk land een goede ingang bieden: een betrouwbaar bureau met een uitstekende kennis van de lokale markt en de lokale wet- en regelgeving. Daarnaast kunnen klanten in Europa via een lokaal Perspective-lid gebruik maken van onze diensten.”
De leden van Perspective diepen in kenniscentra thema’s verder uit. “Vanwege onze expertise zijn wij de trekker geworden van de nieuwe kenniscentra Gezondheidszorg en Onderwijs”, zegt Siebren
Baars. “We lopen in Nederland voorop bij deze thema’s; juist daarom is het voor ons interessant te weten hoe daar elders in Europa over gedacht wordt. We durven ‘vanzelfsprekendheden’ ter discussie te stellen. Om van daaruit tot nieuwe, innovatieve oplossingen te komen. Een wijde blik verruimt het denken.” “Via Perspective kan onze architectengroep eenvoudig een beroep doen op de expertise van andere leden”, vervolgt Baars. “Perspective kent bijvoorbeeld experts op het gebied van duurzaam bouwen. Die kunnen we gemakkelijk als interne consultant raadplegen. Of we wisselen tijdelijk personeel uit om kennis aan een project toe te voegen. Genoeg perspectief dus.”
3
Op de plaats van het voormalige wijkcentrum van de Leeuwardense wijk Camminghaburen verschijnt binnenkort een nieuw en groter wijkcentrum. Dit nieuwe complex gaat door zijn expressieve architectonische uitwerking een nieuw icoon voor de wijk vormen.
Dakvorm is opvallendste architectonische element.
Wijkcentrum nieuw icoon voor Camminghaburen
“Het nieuwe wijkcentrum wordt extrovert”, legt architect Siebren Baars uit. “De publieke voorzieningen in de plint op de begane grond – het jongerencentrum, de jeugd bibliotheek, de dagopvang, activiteitenruimtes en een grote zaal met restaurant – zoeken de wisselwerking met de wereld buiten. Boven deze voorzieningen worden twee woongroepen voor (licht)dementerende bejaarden gehuisvest die daarmee in het bruisende hart van de wijk komen te staan. De bovenste bouwlaag, ten slotte, biedt ruimte aan kantoorvoorzieningen en ondersteunende voorzieningen voor de gebruikers.”
4
Opvallende vorm Het opvallendste architectonische element is de krachtige vorm die ontstaat doordat het dak in één vloeiende beweging vanaf de begane grond naar een hoogste punt reikt. Het begint laag aan de kant van de woonblokken en eindigt hoog op de as van de centrale toegangsweg. Baars: “Deze gekromde vorm zoekt het contrast met de rechte lijnen van de omliggende gebouwen. Het keert de bestaande bebouwing als het ware de rug toe en staat daardoor los op het plein. Dat was ook een eis van de stedenbouwkundige.”
Door de opvallende ronding kon de materialisering van het gebouw eenvoudig gehouden worden. Projectleider Gerrit van der Steege: “Het lijkt een ingewikkeld gebouw, maar het kenmerkt zich door rationele en betaalbare oplossingen. Niet de materiaalkeuze is opvallend, maar de vorm en de toepassing ervan.”
Versterking door versobering “Voordat WoonFriesland het opdrachtgeverschap overnam, had de ontwikkeling vertraging opgelopen. We kregen dus te maken met stijgende bouwkosten”, aldus Dennis Feenstra,
Gerrit van der Steege
Machiel Talsma (l.) in gesprek met Dennis Feenstra
Het bijkomende voordeel van nieuwbouw was dat hierdoor voor Siebren Baars een aantal beperkingen in de vormgeving wegvielen. Feenstra: “Hij kon hierdoor de materialisering nog verder rationaliseren en de verschijningsvorm eenvoudiger maken. Daardoor is het gebouw niet alleen exploitatietechnisch meer verdedigbaar, maar ook helderder en duidelijker geworden.”
In het hart van de samenleving
Siebren Baars
projectontwikkelaar bij opdrachtgever WoonFriesland. “Omdat we geen afbreuk wilden doen aan de functionaliteit, hebben we gekeken hoe we het gebouw zodanig konden optimaliseren dat we qua bouwkosten toch uit zouden komen.”
Het opvallende gebouw krijgt met lichtdementerende bejaarden een opvallende gebruikersgroep. “Het is een bewuste keuze om deze bewoners in het hart van de samenleving te plaatsen”, aldus Machiel Talsma, projectdirecteur wonen en dienstverlening bij zorggroep Palet. “We willen ze de kans geven om met verzorging te blijven leven in hun eigen omgeving. Dus even met een familielid naar de winkels en zondags naar de kerk in de buurt.” De confrontatie met jongeren die voor het buurtcentrum rondhangen, vreest hij niet. “Jongeren zijn over het algemeen hulpvaardig wanneer het eerste contact is gelegd. Er zijn voorbeelden genoeg van jongeren die door dit soort ontmoetingen actief betrokken raken bij het sociaal-maatschappelijk werk.”
Een van de meest ingrijpende beslissingen was de keuze voor sloop van het bestaande pand en vervolgens volledige nieuwbouw. Feenstra: “Inpassing van het bestaande gebouw in de nieuwbouw had namelijk nogal wat gevolgen voor onder meer de constructie en de geluidsisolatie. Beredenerend kwamen we tot de conclusie dat volledige nieuwbouw efficiënter, logischer en dus uiteindelijk goed koper zou moeten zijn. De aannemer heeft veel inspanningen moeten plegen om dit ook bewaarheid te laten worden.”
Talsma waardeert de inbreng van Siebren Baars in het proces: “Hij is een creërende architect die een in het oog springend gebouw heeft gemaakt voor de wijk en tegelijkertijd prima aansluit op de wensen en behoeftes van de bewoners.” Feenstra onderschrijft dit positieve gevoel: “Ik zou graag nogmaals met Grunstra Architecten Groep willen samenwerken. Ze hebben ons procesmatig fantastisch ondersteund en maken waar wat ze beloven. Ik had me bij dit tijdtechnisch complexe proces geen ander bureau willen wensen.” 5
De Panoven is een voormalige steenfabriek in Zevenaar. Het gebied wordt getransformeerd en krijgt een recreatie- en welness-functie. Daarnaast denken de eigenaren aan een samenvoeging met het naastgelegen natuurgebied De Breuly tot een Panovenpark van totaal 20 hectare. De haalbaarheid hiervan wordt momenteel onderzocht met ondersteuning van het InnovatieNetwerk van het ministerie van LNV. Leo ter Beke van Grunstra Architecten Groep is in het proces creatief sparringpartner en deskundig adviseur.
Nieuwe bestemming voor industrieel erfgoed Als architect heeft Ter Beke regelmatig te maken met herbestemming van gebieden en gebouwen. Toch is het project Panoven voor hem speciaal. “Ik ondersteun de familie Kruitwagen, eigenaren van het complex, al meer dan 25 jaar met raad en daad. Ik kwam er als student in 1983 toen de familie een nieuwe bestemming zocht voor hun steenfabriek. Ik ben er dus al vanaf de ideevorming bij betrokken. Bij de herbestemming ging het om het antwoord op vragen als: Welke nieuwe functies doen optimaal recht aan de landschappelijke waarde van het gebied? Hoe integreer je het verleden? Het gebied is namelijk een uniek cultuurhistorisch erfgoed. We hebben hierover met alle betrokkenen gebrainstormd. Al vrij snel kwamen we op recreatie en welness binnen het thema ‘kleibeleving’.”
Ter Beke heeft vervolgens enige maanden in het gebied gebivakkeerd. “Ik liep over het terrein en stelde mezelf vragen als: Wat kunnen we hier realiseren? Hoe kunnen we dit gebouw herbestemmen? Wat is er mogelijk binnen de randvoorwaarden? Vervolgens werd de opgave door de jaren heen steeds concreter. Ik maak nu bouwplannen, dien bouwaanvragen in, breng marktpartijen aan tafel en ondersteun het proces nog steeds. Ik ben er trots op dat na twee decennia mijn inbreng nog steeds wordt gewaardeerd.” 6
Kinderen kunnen zelf een baksteen maken.
Tijd ver vooruit De transformatie naar nieuwe functies is geen eenvoudige opgave, erkent Ter Beke. “De familie Kruitwagen was haar tijd ver vooruit. De transformatie van een industrieel erfgoed naar een recreatiegebied was in de jaren ’80 nog heel nieuw. Bovendien wilde de gemeente Zevenaar liever een andere bestemming voor het gebied. Het heeft daarom lang geduurd voordat de bestemmingsplanwijziging rond was en vervolgens was het nog jaren wachten op de benodigde vergunningen.”
Al met al heeft het zo’n twintig jaar geduurd. Maar zo lang zamerhand ontstaat er iets moois. Ter Beke: “Naast de oven is nu een museum met een congres- en tentoonstellingsruimte gerealiseerd. Bezoekers leren er over klei, en kinderen kunnen er zelf een baksteen bakken. Er is een restaurant en jongeren kunnen overnachten in de fabrieksgebouwen die tot moderne slaapzalen zijn omgebouwd. Bezoekers kunnen er kamperen, zwemmen, kanoën, enzovoorts. Kortom: de eerste stappen naar een volwaardig recreatiegebied zijn gezet. Maar het einde is nog niet in zicht. Om het gebied volledig tot zijn recht te laten komen, moeten eigenlijk ook het naastliggende natuurgebied en zwemplas De Breuly bij de ontwikkeling betrokken worden. Inmiddels zijn hierover voorzichtige gesprekken gaande met de gemeente Zevenaar.”
InnovatieProgramma Recreatie en Ruimte In het land zijn op meer plekken initiatieven van recreatieondernemers die aan de slag willen met het landschap of de cultuurhistorie in hun omgeving. Dat blijkt nog niet zo gemakkelijk te zijn, zoals ook het voorbeeld van de familie Kruitwagen en de Panoven laat zien. Dat is een van de redenen waarom het ministerie van LNV, samen met VROM en EZ en natuurlijk de recreatieondernemers, werkt aan het InnovatieProgramma Recreatie en Ruimte. Hans Hillebrand, stafmedewerker van InnovatieNetwerk en Habiforum, is een van de initiatiefnemers ervan. Hij legt uit waarom het belangrijk is – ook voor de samenleving – dat zo’n programma er komt: “Een mooie leefomgeving is voor de meeste mensen heel belangrijk om bijvoorbeeld in het weekend aangenaam te kunnen ontspannen. Maar een mooie omgeving is ook van belang voor recreatieondernemers. De uitdaging is om die twee belangen met elkaar te verenigen op een manier dat én de sector recreatie én de samenleving er beter van worden.” Hillebrand vindt Panoven een goed voorbeeld van hoe dat zou kunnen. “De omgeving van het bedrijf krijgt een kwaliteitsimpuls. Hiervan profiteert niet alleen de familie Kruitwagen, maar de hele regio. En dát is precies waar het om gaat”.
Herbestemming voor droogloods.
Leo ter Beke
7
Het nieuwe hart van Eastermar De Kjellingen in het kleine Friese dorp Eastermar huisvest een peuterspeelzaal, een fysiotherapeut, dagopvang, een consultatiebureau, twaalf seniorenwoningen en twee scholen. Iedere gebruiker heeft zijn eigen ingang en identiteit, maar in het hart van het gebouw is samenwerking en multifunctionaliteit troef. De totstandkoming ervan heeft even geduurd, maar nu staat er een gebouw waar het dorp collectief trots op is.
“Oorspronkelijk, zo rond het jaar 2000, zouden alleen de twee scholen en de peuterspeelzaal in het dorp gezamenlijk gehuisvest worden”, vertelt gemeentelijk projectleidster Wieny Toren. “De openbare basisschool De Bolster moest namelijk dringend worden gerenoveerd en de christelijke basisschool De Balsemyn had ruimte gebrek.” Gezamenlijke nieuwe huisvesting lag dus voor de hand, maar de werkelijkheid was weerbarstiger. Toren: “OBS De Bolster wilde het liefst haar oude, karakteristieke schoolgebouw renoveren en het gebouw van de CBS De Balsemyn was nog niet afgeschreven. In het begin stond men dus niet te springen om samen te gaan.”
De nieuwbouw van De Bolster zou tegen het bestaande gebouw van De Balsemyn geplaatst worden. “Uit de ontwerpstudie werd echter duidelijk dat deze oplossing geforceerd en duur was”, aldus architect Siebren Baars. “Er zou in het bestaande gebouw bijvoorbeeld behoorlijk gerenoveerd moeten worden en door de wijdlopige vorm was het qua beheer en onderhoud ook niet gunstig. Ik opperde dus het idee van volledige nieuwbouw.”
8
Maat, Toren en Hamstra zijn trots op De Kjellingen.
o.b.s. ‘de Bolster’
peuterspeelzaal
b.b.s. ‘de Balsemyn’
Siebren Baars
Denken over multifunctionaliteit In die tijd veranderde ook het denken over multifunctionaliteit”, verklaart Jacoliene Maat, regiodirecteur bij WoonFriesland. “Uit praktijkvoorbeelden werd duidelijk dat multifunctionaliteit meerwaarde heeft wanneer je bijvoorbeeld verschillende instellingen op het gebied van jeugd en zorg bij elkaar brengt. Er kunnen dan functies en faciliteiten gecreëerd worden die voor de gebruikers afzonderlijk niet te realiseren of te betalen zijn. Daarmee kun je een dorp of wijk een breder voorzieningenniveau bieden dan wanneer iedereen afzonderlijk gehuisvest blijft. En een beter voorzieningenniveau vergroot de leefbaarheid. Dat is voor ons als maatschappelijke verhuurder een belangrijke reden om in dergelijke projecten te stappen.”
9
Gezamenlijk opgetrokken Bij de gemeente, WoonFriesland en Dorpsbelangen Eastermar was het dus duidelijk dat een nieuw, multifunctioneel gebouw meerwaarde voor het dorp zou hebben. “Om ook de betrokkenen daarvan te overtuigen, zijn we gezamenlijk opgetrokken”, vertelt Toren. “We hebben potentiële gebruikers en de inwoners van het dorp voorbeelden laten zien van hoe het zou kunnen worden. Siebren Baars was daarbij met zijn ideeën en tekeningen heel inspirerend. Men zag hoe woorden werden omgezet in een aansprekend ontwerp. Daardoor raakte men enthousiast. Het resultaat is bekend. Waar wij heel voorzichtig begonnen met het samenbrengen van drie gebruikers, zijn er nu zeven in De Kjellingen gehuisvest.”
School en woningen gaan hand in hand.
Het gebouw voldoet aan de verwachtingen”, vervolgt Toren. “Alle gebruikers behouden hun eigen signatuur en identiteit die vanaf buiten ook herkenbaar is. Dat wilde men graag. Tegelijkertijd is het gebouw in het hart bijzonder multifunctioneel. Beide scholen maken er bijvoorbeeld gebruik van de handvaardigheidsruimte en het speellokaal. Bovendien is de samenwerking gemakkelijker. Leidsters van de peuterspeelzaal, medewerkers van het consultatiebureau en docenten van de scholen kunnen zo even bij elkaar binnenstappen om iets te bespreken. Het hart van het gebouw is echt een ontmoetingsruimte geworden.” 100
Erg tevreden “Het gebouw valt goed in het dorp”, verklaart Feike Hamstra, voorzitter van Dorpsbelangen Eastermar. “Inwoners vinden het een mooie aanwinst. Het is ook een prachtig ontwerp: open, toegankelijk en groot, maar met een vriendelijke uitstraling. Dat is ook de kracht van de architect: hij heeft goed gekeken hoe het gebouw bij het dorp kan passen. Maar het belangrijkste is natuurlijk de winst voor het dorp. Beide scholen hebben nu goed onderdak en het aantal voorzieningen is uitgebreid. Zo is er nu bijvoorbeeld een zorg steunpunt. Bewoners kunnen voor belangrijke voorzieningen dus gewoon in hun eigen dorp terecht. We zijn er erg tevreden mee.”
De veelheid aan gebruikers en functies vroeg wel om een fors bouw programma. Architect Baars: “Het werd al snel duidelijk dat het gebouw uit drie bouwlagen zou gaan bestaan, waar in Eastermar vrijwel alles uit twee lagen en een kap bestaat. Om daar op aan te sluiten, heb ik de derde bouwlaag in de kap opgenomen. Bovendien heb ik gekozen voor natuurlijke materialen en een gele baksteen die aansluit bij de omliggende woningen. Tegelijkertijd heeft het gebouw ook een heel eigen karakter gekregen, passend bij de functie van het gebouw.”
Veel functies en gebruikers. Uiteenlopende belangen en wensen. Een nieuwe opdrachtgever. Een bouwkavel dat halverwege het proces kleiner wordt. Het zijn enkele van de uitdagingen waarvoor architect Harmen Grunstra en projectleider Gerrit van der Steege zich gesteld zagen bij woonzorg complex ‘In het zomerpark’ in Getsewoud (Nieuw-Vennep). Ondanks de complexiteit wisten zij een passend sluitstuk te realiseren van een wijk met een hoog ambitieniveau.
Een passend sluitstuk voor een wijk met ambitie ‘In het zomerpark’ is een groot woonzorgcomplex. Het is zo’n 170 meter lang en 30 meter diep met ruim 30.000 vierkante meter grondoppervlakte en een investeringsbedrag van ruim 40 miljoen euro. Het complex biedt onderdak aan zo’n 120 verpleegplaatsen in kleinschalige groepswoningen, 50 verzorgplaatsen, 32 zelfstandige woningen, een sportaccommodatie met twee zalen voor de aanliggende scholen en aan ondersteunende functies zoals een restaurant, een kapper, een kinder centrum en een wijksteunpunt. “Die veelheid aan functies moest ik binnen strakke kaders realiseren”, zegt architect Harmen Grunstra. “Het gebouw moest geplaatst worden op een strak, boemerangvormig bouwkavel met aan de ene kant een stedelijke gevel en aan de andere kant een park. Daarbij was de nadrukkelijke opdracht dat de architectuur qua materiaal gebruik, kleur en vorm volledig verwant zou zijn met de tegenoverliggende bebouwing.”
11
Diversiteit En alsof die uitdaging nog niet groot genoeg was, kregen Grunstra en Van der Steege te maken met een grote diversiteit aan opdrachtgevers, gebruikers, eigendomsverhoudingen en belangen. Grunstra: “Dat leidde tot creatieve processen, maar een goede regie was soms moeilijk. Uiteindelijk heeft Woonzorg Nederland het eigenaars- en opdrachtgeverschap overgenomen. Dat was ook noodzakelijk om een dergelijk ingewikkeld project tot een goed einde te brengen. Je heb daarvoor een eenduidige opdrachtgever met een duidelijke visie nodig.”
Harmen Grunstra
Ed List ( Woonzorg Nederland): “We zijn er zeer content mee.”
Bestemmingsplan Toen het probleem van het opdrachtgeverschap was opgelost, diende zich de volgende uitdaging al aan. Projectleider Van der Steege: “Ons ontwerp paste precies binnen de door de gemeente bepaalde contouren. Toen bleek echter dat het bestemmingsplan niet helder en eenduidig was. Realisatie van het plan zou kunnen leiden tot juridische procedures en vertragingen. Dat risico wilden de gemeente en Woonzorg Nederland niet lopen. Vandaar dat het gebouw op een veel krappere oppervlakte gerealiseerd moest worden. Daarvoor moesten we terug naar de tekentafel.”
Toekomstwaarde “We stelden daarbij een aanvullende eis”, verklaart Ed List, teammanager Noord-Holland van de afdeling Projectontwikkeling van Woonzorg Nederland. “We wilden een gebouw dat in de toekomst ook voor andere functies dan verpleging en verzorging geschikt gemaakt kan worden. Voor onze investering is het namelijk belangrijk dat je flexibel kunt overstappen naar een ander gebruik. We kennen al genoeg voorbeelden van gebouwen die gesloopt moeten worden omdat ze niet meer aan de 12
Gerrit van der Steege
eisen voldoen en ook niet aangepast kunnen worden. En dat betekent een veel groter verlies dan de extra investering nu. Zeker in een groot complex als ‘In het zomerpark’ is flexibiliteit nodig om geen onnodig risico te lopen.” List vindt dat Grunstra uitstekend invulling heeft gegeven aan die extra eis. “Gevels en gangwanden zijn dragend gemaakt. Daardoor kan het gebouw in de toekomst vrij eenvoudig veranderen in bijvoorbeeld zelfstandige wooneenheden. Het heeft daardoor meer toekomstwaarde.”
Streven naar multifunctionaliteit
verpleging en zorg
428 m2
Willem van den Bergh
286 m2
overmaat atrium
521 m2
wijkcentrum
133 m2
vertikaal verkeer en algemene ontsluiting t.b.v. verpleging en zorg
899 m2
kindercentrum excl. speelplein
2531 m2
In zijn tweede ontwerp streefde Grunstra ernaar om binnen de stedelijke setting, de veelheid van verschillende belangen en functies en de beschikbare ruimte het maximaal haalbare te realiseren op het gebied van multifunctioneel ruimtegebruik. Grunstra: “Dat is toch aardig gelukt. Het verpleeghuis kan een feest geven in het wijkcentrum, kinderen kunnen op hoogtijdagen een bezoek brengen aan het zorgcentrum, enzovoorts.”
Bovendien kunnen functies in de toekomst gemakkelijk gekoppeld worden. Grunstra: “Zo kan er vanuit de woningen een doorloop naar het zorgcentrum en het wijkcentrum gecreëerd worden. Het kinder centrum kan gekoppeld worden aan het zorgcentrum en de sporthal kan verbonden worden met het hoofdgebouw. Dat is nu nog niet gedaan vanwege de wens van de gebruikers om een eigen identiteit en eigen ruimtes te hebben.”
89 m2
woningen
1490 m2
sporthal
Al met al overheerst bij Grunstra de tevredenheid. “We hebben binnen een zeer complexe opgave een gebouw weten te realiseren met een onmiskenbare uitstraling die past bij de wijk en de ambitie daarvan. Door het bij elkaar brengen van functies is ook echt een centraal hart ontstaan.”
Tevredenheid overheerst Ook Ed List is te spreken over het eindresultaat: “Het gebouw gedraagt zich prima in zijn omgeving. Het is een waardig sluitstuk van de wijk. Voor Grunstra Architecten Groep was het een intensief project met veel wijzigingen en ingewikkelde processen. Ze zijn zeer ver gegaan om toch steeds een passende oplossing voor de aanpassingen te vinden. De grote lijn is goed. Het is een prima gebouw met goede functies en tevreden gebruikers en bewoners. Als eigenaar en ontwikkelaar zijn we er zeer content mee.” 13
Martini Ziekenhuis meest functie- neutrale gebouw
Flexibiliteit, duurzaamheid en efficiency worden in het hedendaagse bouwen steeds belangrijker. Gebouwen die tijdens hun levensduur meerdere functies kunnen huisvesten, behouden hun marktwaarde en kennen vaak lagere exploitatiekosten. Dit uitgangspunt is leidend voor veel projecten van Grunstra Architecten Groep. Het bekendste voorbeeld is het nieuwe Martini Ziekenhuis in Groningen. Architect Arnold Burger spreekt erover met prof. dr. ir. Jos Lichtenberg, hoogleraar Bouwproductontwikkeling aan de TU Eindhoven en grondlegger van het ‘slim bouwen’-concept.
“Tot circa 1900 bouwden we nog hetzelfde als de oude Romeinen”, legt Lichtenberg uit. “De laatste eeuw zijn er wel innovaties geweest, maar vooral op componentniveau: isolatie, geluidswering, brandveiligheid, afdichtingen en vooral heel veel installatietechniek. De structuur van het bouwen hebben we nooit aangepakt. Toen de normen voor contactgeluidsisolatie werden aangescherpt, werden de betonvloeren gewoon dikker gemaakt. Niemand heeft gedacht: kan het ook slimmer?” Volgens Lichtenberg is de bouw op een dood spoor beland. “De huidige manier van bouwen zorgt voor maatschappelijke problemen. We kunnen in Nederland bijvoorbeeld niet voldoen aan onze bouwopgaven. Deels door een schreeuwend tekort aan vakmensen, maar vooral door de inefficiënte manier van bouwen. Installateurs installeren bijvoorbeeld nog maar veertig procent van hun tijd. De rest gaat op aan het op- en afklimmen van ladders, steeds weer voorrijden, enzovoorts. Bovendien zijn de faalkosten in de bouw zo’n tien procent van de omzet, terwijl het bedrijfsrendement één procent is. De bouwwereld is niet anders gewend, maar in de industrie is het net andersom.”
14
Professor Lichtenberg tegen Arnold Burger: ”Dit is hét bewijs dat het slimmer kan!”
Flexibiliteit
Duurzaamheid
Het ‘slim bouwen’-concept van Lichtenberg is gebaseerd op drie uitgangspunten: flexibiliteit, duurzaamheid en efficiency. Lichtenberg: “Wanneer een gebouw flexibel is, en dus aanpasbaar is voor andere functies, dan vergroot dat de levensduur en daarmee de restwaarde.” Flexibiliteit stond in het Martini Ziekenhuis voorop. Burger: “We hebben goed nagedacht over de bereikbaarheid van leidingen en installaties en de constructie van wanden en gevels. Hiervoor hebben we enkele nieuwe toepassingen ontwikkeld, zoals een flexibel wandensysteem. Alle elementen daarvan, inclusief de leidingen, kun je eenvoudig loskoppelen, verplaatsen en elders weer aankoppelen.”
Het tweede uitgangspunt is duurzaamheid. “De bouwsector vormt 5,1 procent van de economie, maar is verantwoordelijk voor 25 procent van het transport, 35 procent van het bouw- en sloopafval en 43 procent van het energiegebruik”, rekent Lichtenberg voor. “Slim bouwen zet in op een lager materiaal- en volumegebruik door lichter te bouwen, slanker te construeren en te detailleren. Innovatieve, dunnere vloeren zorgen bijvoorbeeld voor minder hoge gebouwen en dus voor minder geveloppervlakte. Dat betekent minder bouwkosten, minder transportkosten, minder fijnstof, minder bouw- en sloopafval, minder energieverbruik en minder uitstoot van CO2.”
Efficiency Het derde punt is efficiency. Lichtenberg: “In de traditionele bouw lijkt het nog steeds of er na het bereiken van het hoogste punt maandenlang niets gebeurt. Bouwers zijn namelijk gewend om eerst de vloeren en scheidingswanden te plaatsen en dan pas de leidingen aan te brengen. Met als gevolg dat de verschillende onderaannemers en leveranciers op elkaar moeten wachten. Burger: “In de afbouw komen veel disciplines samen: de loodgieter, de elektricien, de tegelzetter, de sanitairspecialist, de wandenbouwer, enzovoorts. Daar valt veel efficiëntiewinst te behalen met een industriële benadering. Zo zijn we nu bezig om prefab natte cellen te ontwikkelen. Deze worden compleet afgemonteerd afgeleverd. Je legt vervolgens alleen nog maar een hoofdleiding aan en sluit de cel aan. Dat levert een enorme tijd- en dus geldwinst op.”
Drive “Wil slim bouwen een succes worden, dan moeten zich ‘innovators’ aandienen die ánders durven te bouwen”, betoogt Lichtenberg: “Iedereen wil van nature op dezelfde voet verder gaan. Je weet wat iets kost, wat je nodig hebt en hoelang het duurt. Innovatie is onbekend en ongrijpbaar.
De marges zijn al laag en bij een verkeerde inschatting raak je in de rode cijfers.” Toch blijkt er veel mogelijk te zijn wanneer je partijen bij elkaar brengt die de drive hebben om te innoveren en die risico’s niet uit de weg gaan. Burger: “We hebben in het Martini Ziekenhuis tachtig Duitse architecten op bezoek gehad. Zij vonden het een toonbeeld van innovatie en flexibiliteit. Ze sloegen steil achterover toen bleek dat dit gebouw per vierkante meter de helft heeft gekost van wat ze gewend zijn.”
Martini Ziekenhuis slim gebouw(d) Een afstudeeronderzoek van Daisy Wagemans, onder begeleiding van Lichtenberg, roemt het nieuwe Martini Ziekenhuis zelfs als het flexibelste gebouw. Wagemans: “Ik heb functieneutraliteit onderzocht. Dat is het vermogen van een gebouw om in de toekomst een andere functie te huisvesten. Ik heb een soort meetlat ontwikkeld waarop gebouwen objectief gescoord kunnen worden op onder meer de constructie, de installaties, de ontsluiting, de inbouw, het ruimtelijk plan en de gebouwschil. Het Martini Ziekenhuis kwam als beste uit de bus. Het scoorde zelfs beter dan projecten die landelijk bekend staan als ‘voorbeeldproject functieneutraal bouwen’.” 15
Het technasium is een nieuwe stroming binnen het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het staat voor nieuw en verbeterd bètaonderwijs. Jongeren komen in een contextrijke en aantrekkelijke werk- en leeromgeving nadrukkelijk in aanraking met technische vakken. Het Praedinius Gymnasium in Groningen is een van de eerste scholen met een technasium.
Technasium prikkelt “In het technasium staat het nieuwe examenvak ‘Onderzoek en Ontwerpen’ centraal”, vertelt conrector Ron Jansen van het Praedinius Gymnasium. “We bieden leerlingen hiervoor een andere werkvorm aan. Ze werken projectmatig en krijgen nauwelijks klassikaal onderwijs. Dit vraagt om een nieuw type onderwijsruimte waarin ruimte is voor voorbereiden, uitvoeren en presenteren.”
Representatief Het Praedinius streefde naar een representatieve ruimte waar leerlingen graag werken. Jansen: “De bètavakken hebben een negatief imago. Wij willen laten zien dat het wél een aantrekkelijke richting is door techniek een wervende uitstraling te geven. We hebben daarom extra geïnvesteerd in materialen: een houten vloer, goede verlichting, een duidelijke indeling en mooi meubilair. Dat werkt ook in de praktijk. Leerlingen die niet voor het technasium hebben gekozen, vinden het jammer dat ze er geen les krijgen.”
Weinig ruimte Het technasium is gevestigd in het voormalige handvaardigheidslokaal en een naastgelegen leslokaal. Om deze ruimtes geschikt te maken, was een aantal grote ingrepen nodig. Architect Robert Landstra: “We hebben beide lokalen samengevoegd tot één onderwijsruimte. Daarmee hadden we echter nog niet voldoende vloeroppervlak om alle activiteiten te kunnen uitvoeren. We hebben daarom de kruipruimte van het leslokaal deels uitgegraven. Hierdoor ontstond een verdiepte vloer en was er voldoende hoogte voor het creëren van een tussenvloer.” 16
Robert Landstra
de creativiteit De nieuwe indeling zorgde ook voor een duidelijke zonering. Boven is de ‘chillhoek’: de denktank waar leerlingen rapportages kunnen uitwerken en presentaties kunnen voorbereiden. De verdiepte vloer is de presentatieruimte. Op de ‘sciencefloor’ voorin worden proeven voorbereid die vervolgens worden uitgevoerd in het opvallende ‘transformatorhuis’. Landstra licht toe: “De ruimte is niet groot, dus wilde ik het zo open mogelijk houden. Ik heb daarom gekozen voor een kubusvormig element dat open in de ruimte staat. In dat element zijn alle technische voorzieningen geïntegreerd.”
Multifunctioneel De beschikbare ruimte is beperkt, elk onderdeel van de ruimte is daarom maximaal benut. Landstra: “Zo is de trap naar de presentatieruimte zo gemaakt dat hij ook dienst kan doen als zitruimte bij een presentatie.” Opvallend is ook de zogenaamde ‘cockpit’. Landstra: “Vanaf deze verhoogde vloer heeft de docent overzicht over de hele ruimte. De cockpit moest daarom een open karakter hebben, maar tegelijkertijd de docent privacy bieden om rustig te kunnen werken. We hebben dit gerealiseerd door hier de open wandkasten naar voren te trekken en de cockpit erachter te plaatsen.”
Prikkelend Het technasium daagt leerlingen uit om creatief te zijn en buiten de geijkte paden te treden. “Die uitdaging stelden wij onszelf ook”, aldus Landstra. “We wilden anders dan andere oplossingen. De geijkte oplossing is bijvoorbeeld om een verdiepingsvloer op kolommen te plaatsen; in het technasium hangt hij aan het plafond. De verdiepingsvloer is gemaakt van gerecyclede autobanden en de unieke tafels zijn van
Conrector Ron Jansen
gelamineerd hout in verschillende kleuren. We laten de leerlingen hiermee de techniek van architectuurontwerp en -uitvoering zien en tonen ze hoe je creatief om kunt gaan met materialen. Daarmee willen we ze prikkelen.” Jansen is erg te spreken over het eindresultaat. “We hebben samen met Robert en Teunis de tijd genomen om na te denken over goede, leuke en passende oplossingen. Dat heeft geleid tot een ruimte die door zijn uitstraling en de functionaliteit heel inspirerend is geworden. Het voldoet echt aan de doelstellingen.” 17
Aula annex theaterzaal bijzonder succesvol.
Door het clusteren van gebruikers en functies kan een multifunctioneel gebouw meerwaarde bieden aan bezoekers. Tegelijkertijd is het zaak de eigen identiteit van de gebruikers te waarborgen. In Cultureel-Educatief Centrum ‘De Binding’ in Langedijk zijn onder meer een scholengemeenschap, een muziekschool, een bibliotheek, een speel-o-theek en een creativiteitscentrum gehuisvest. Voldoet dit door Burger Grunstra architecten adviseurs ontworpen gebouw vijf maanden na de opening aan de uitgangspunten? Een korte rondgang langs gebruikers.
“We zijn het aan dit gebouw verplicht om samen te werken” “We hoopten als gemeente dat de huisvesting op een prominente plek in de gemeente de verenigingen meer in contact met het publiek zouden brengen”, vertelt Jozef Weel, gemeentelijk projectleider van De Binding. “Voorheen zaten alle instanties op verschillende plaatsen in de gemeente. Je koos dus als bezoeker bewust voor een bezoek aan bijvoorbeeld de speel-o-theek of aan 18
het creativiteitscentrum. Kruisbestuiving was er niet bij. Hier in De Binding is dat anders. Ouders die de bibliotheek bezoeken, stappen gemakkelijk even binnen bij de speel-o-theek.” Ina Leek van speel-o-theek Hakkepuf bevestigt dit: “Er komen nu veel meer ouders kijken naar wat wij te bieden hebben. We krijgen daardoor veel nieuwe leden.” Dat leidt echter tot een onverwacht
luxeprobleem. “We kunnen het werk nauwelijks aan en hebben dringend nieuwe vrijwilligers nodig.” Ook Atelier 6 zoekt momenteel naar mogelijkheden om extra ruimte voor hun activiteiten te krijgen, gezien het enorme aantal nieuwe aanmeldingen. Gelukkig is daar in het plan in voorzien en ligt de cluster ‘creatief ’ van de Jan Arentsz direct erboven.
eigen kunnen maken. Het is echt een goed ontwerp.” Deze mening wordt breed gedeeld. Ton de Kruijff van de bibliotheek: “Het voelde voor klanten en medewerkers al heel snel als thuis.” Cees Bood van de school roemt de toegenomen onderwijsmogelijkheden: “We wilden een andere onderwijsvorm waarin we veel afwisselender les konden geven. Dat is in dit gebouw prima mogelijk. We hebben open werkruimtes, lokalen van verschillende omvang, veel meer computers, enzovoort. Leerlingen en docenten voelen zich hier als een vis in het water.” Bianca IJdema van muziekschool Dijk en Waard is gereserveerder in haar oordeel: “Het is fijn om een eigen plek te hebben, maar het is nog niet helemaal af en niet alles functioneert. Zo hebben we nog problemen met geluidsoverlast en dat is voor een muziekschool uitermate vervelend. Gelukkig wordt er in samenwerking met geluidsadviesbureau Peutz aan een oplossing gewerkt.”
Theaterzaal succes V.l.n.r.: Bianca IJdema, Ton de Kruyff, Olga de Ruiter, Arnold Burger, Tiny, Afra Pater, Jozef Weel, Robert Schoutsen, Ina Leek en Cees Bood.
Nog te vroeg Na vijf maanden is het nog te vroeg om al te spreken van structurele samenwerking. “Dat was ook niet te verwachten. Je bent in de beginfase toch vooral bezig om je het gebouw eigen te maken en bovendien functioneert een aantal zaken nog niet helemaal – maar dat is ook normaal in een nieuw pand”, aldus Cees Bood. Hij is vestigingsdirecteur van scholengemeenschap Jan Arentsz. “Maar het gebouw biedt voldoende mogelijkheden. Wat mij betreft, gaan we er na de zomervakantie met zijn allen iets heel moois van maken.” De gebruikers zitten dicht op elkaar, leren elkaar kennen en stappen steeds gemakkelijker bij elkaar binnen. Bood: “Maar dat is niet genoeg. Samenwerken is meer dan elkaar toevallig tegenkomen. Aan samenwerking moet je werken.” Ton de Kruyff van Bibliotheek Langedijk is dat met hem eens. Hij ziet daarbij een rol voor de gemeente als verhuurder weggelegd: “Iedereen wil graag, maar er zou een coördinator moeten zijn die ervoor zorgt dat alle initiatieven uit de verf komen en de gezamenlijkheid ook écht meerwaarde krijgt. Bij de opening was er veel lof voor het gebouw. Ook de inwoners van Langedijk en de bezoekers zijn enthousiast. Maar voordat het allemaal weer ‘gewoon’ wordt, moeten we de volgende stap zetten. We moeten structureel werk gaan maken van de samenwerking. Want dat verdient het gebouw, dat verdienen de gebruikers en dat verdienen de bezoekers.”
Eigen identiteit Multifunctionaliteit leidt in De Binding niet tot het verlies van eigen identiteit. “Integendeel zelfs”, zegt Olga de Ruiter van Atelier 6. “Het voelt gewoon goed. Het is een heerlijk gebouw om in te werken. We kunnen hier prima ons ei kwijt. De architect heeft duidelijk naar onze wensen geluisterd. Dat zit hem vaak in kleine dingen, bijvoorbeeld in voldoende opbergruimte en een railsysteem zodat wij bij exposities gemakkelijk werk kunnen ophangen. Juist hierdoor hebben wij ons deze ruimte helemaal
Over de nieuwe aula annex theaterzaal is IJdema wel erg tevreden. “Vroeger konden we voor grotere concerten alleen in Heerhugowaard terecht. Nu kan dat ook in Langedijk. En als de zaal beschikbaar is, kan ik er terecht voor repetities met mijn orkest. Dat is echt ideaal.” Ook anderen maken er graag gebruik van. Jozef Weel vertelt: “We dachten dat de zaal zo’n zestig avonden per jaar gebruikt zou worden. Daar is het beheer op afgestemd. Maar er blijkt in het land een schreeuwend tekort te zijn aan theaterzalen van deze omvang. Bovendien organiseren de verenigingen hier nu veel meer voorstellingen. Daardoor hadden we deze zestig avonden al in het eerste kwartaal verbruikt. We bekijken nu hoe we het beheer kunnen aanpassen aan dit succes.”
Hart van Langedijk “Iedereen in Langedijk kent De Binding”, sluit Weel af. “Het gebouw leeft bij de bevolking. Bezoekers komen er met plezier. Het is nu al het culturele hart van de gemeente. En dan te bedenken dat het beste nog moet komen.”
19
ruutcetihcra eredleh ,nëeedi eredleH ANB peorG netcetihcrA artsnurG
epytEHCRA Algemeen
Vestiging Bolsward
Vestiging Heerenveen
CRE8 Architecten
. www.grunstra.nl .
[email protected]
Skilwyk - Bolsward
Turfschip Heerenveen
Schrans Leeuwarden
Postadres Postbus Bolsward
Postadres Postbus Heerenveen
Postadres Postbus Leeuwarden
. [] . []
. [] . []
. [] 9 99 . [] 6 54 41 . www.cre8-architecten.eu .
[email protected]
Burger Grunstra architecten adviseurs Alkmaar Hertog Aalbrechtweg Alkmaar Postadres Hertog Aalbrechtweg Alkmaar . [] . [] . www.burgergrunstra.nl .
[email protected]