Jaarbericht 2014
Jaarbericht 2014
Delft, april 2015 Opgesteld door: J.L. (Han) Schouten, m.m.v. projectleiders CE Delft, L.A. (Leonard) Hoogerdijk, A.C. (Anita) van der Stap
CE Delft Committed to the Environment CE Delft draagt met onafhankelijk onderzoek en advies bij aan een duurzame samenleving. Wij zijn toonaangevend op het gebied van energie, transport en grondstoffen. Met onze kennis van techniek, beleid en economie helpen we overheden, NGO’s en bedrijven structurele veranderingen te realiseren. Al 35 jaar werken betrokken en kundige medewerkers bij CE Delft om dit waar te maken.
1
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
Voorwoord In 2014 heeft zich voor CE Delft nadrukkelijk een positieve kentering voorgedaan. Al aan het begin van het jaar werd duidelijk dat de extra acquisitieinspanningen van 2013 en het vernieuwen van onze producten zijn aangeslagen in de verschillende markten. Daardoor kreeg CE Delft na een paar magere jaren de wind in de zeilen en kijken we terug op een jaar waarin veel en interessant werk is verzet. En daarmee werd ook de financiële positie van CE Delft flink versterkt. Uit de analyse van onze marktpositie ten opzichte van andere bedrijven en organisaties op onze markten blijkt dat we op eigen kracht kunnen vertrouwen. Onze eigen productvernieuwing en het anticiperen op de behoefte die er ontstond nadat het SER-Energieakkoord er lag, leidde in 2014 tot initiatieven als de ‘Denktank Vernieuwing Energiemarkt’ en tot een forse kennisinzet van CE Delft in het proces van de ‘Brandstofvisie’ voor het ministerie van Infrastructuur & Milieu. Met name de sectoren Energie en Economie hebben een sterke marktpositie gerealiseerd. Daarbij is het vermeldenswaard dat beide sectoren ook Europees gegroeid zijn door voor de Europese Commissie en Europese bedrijven en NGO’s opdrachten te verwerven. De verduurzaming van de economie staat duidelijk op de kaart en CE Delft levert daar in diverse projecten een goede bijdrage aan met zijn kennis. De markt is zeer dynamisch en nog lang niet gestabiliseerd. Een succesvol jaar leidt voor geen enkel bedrijf tot een automatische voortzetting van dat succes. Ook al is de orderportefeuille begin 2015 bijzonder goed, CE Delft heeft geleerd om nog flexibeler en alerter te zijn op veranderingen bij onze opdrachtgevers en op de markten waarop we actief zijn. En als dat beloond wordt, zoals dat in 2014 is gebeurd, dan is het voor alle medewerkers zeer bevredigend dat onze gezamenlijke inzet tot een mooi resultaat heeft geleid, zowel inhoudelijk als financieel. Frans Rooijers, directeur
2
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
Inhoud Inhoud
3
1
Project van het jaar – de drie nominaties
4
1.1 1.2 1.3
Naar klimaatneutrale buurten in 35 jaar – GasTerra Vier scenario’s naar een duurzame bio-economie - Commissie Corbey Denktank Verandering Energiemarkt – diverse deelnemers
4 5 5
2
Sector Energie
6
2.1 2.2 2.3
Evaluatie van de Energy Efficiency Directive (EED) – DG Energy Optimale koeling serverruimtes - RVO Model kosten en baten voor intelligent netbeheer – Stedin
6 6 6
3
Sector Verkeer & vervoer
8
3.1 3.2 3.3 3.4
STREAM-personenvervoer 2014 – zes opdrachtgevers Versnelling brandstofbesparing vrachtauto’s – ministerie van I&M Brandstofvisie verkeer – ministerie I&M Carbon footprint transportdiensten – Europese Commissie
8 8 9 9
4
Sector Economie
4.1
4.3 4.4 4.5
Transport en gebouwde omgeving onder het EU ETS – Europese Commissie MKBA Warmte Zuid-Holland – Programmabureau Duurzame Warmte provincie Zuid-Holland Green House Gas Study 2014 – IMO Bruto Toegevoegde Koolstofbelasting De biobased economie in Nederland - RVO
5
Sector Ketenanalyse
12
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Meten van biodiversiteitseffecten bedrijven - ministerie van I&M Milieueffecten Nederlandse bouw in beeld – Bouwend Nederland Renovatie versus recycling geleiderails - RVO Vlamingen informeren over milieu-impact voeding – Vlaamse overheid Review kosten statiegeldsysteem – Tomra Systems
12 12 12 13 13
6
Personeel en omzet
14
6.1 6.2
Omvang en personeelsverloop Omzet
14 14
7
Milieudruk CE Delft
16
4.2
3
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
10 10 10 10 11 11
1
Project van het jaar – de drie nominaties Aan het eind van ieder jaar houden medewerkers van CE Delft een onderlinge competitie, waarbij ze gezamenlijk beoordelen welk project volgens hen de eervolle titel ‘Project van het jaar’ krijgt. Vanuit alle thema’s worden de beste, meest interessante, moeilijkste, maatschappelijk relevantste projecten opgepoetst en in de etalage gezet. Na een eerste ronde blijven de drie hoogst scorende projecten over voor de eindstrijd. De
beste drie projecten van 2014 waren volgens de CE’ers: ‘Naar klimaatneutrale buurten in 35 jaar’ – GasTerra ‘Vier scenario’s naar een duurzame bio-economie’ - Commissie Corbey ‘Denktank Verandering Energiemarkt’ – diverse deelnemers
Uiteindelijk hebben de CE-medewerkers het project ‘Naar klimaatneutrale buurten in 35 jaar’ uitgeroepen tot project van het jaar 2014.
1.1
Naar klimaatneutrale buurten in 35 jaar – GasTerra Klimaatneutraal, dat willen we allemaal! Maar wat gaat er de komende jaren veranderen als we in 2050 voldoen aan de Europese doelstelling? Acht miljoen gebouwen in 35 jaar klimaatneutraal krijgen is niet iets wat je makkelijk doet en de route kent vele financiële, technische en emotionele hobbels. CE Delft heeft een model ontwikkeld waarmee is bepaald welke klimaatneutrale warmtevoorziening de laagste integrale kosten over de hele keten heeft. Hierbij zijn alle 12.000 buurten van Nederland doorgerekend en is voor iedere buurt een transitiepad opgesteld, waarbij is gekeken naar het ‘wat? wanneer? hoe? en hoeveel?’. Het project heeft bijgedragen aan de discussie over de rol van aardgas in de gebouwde omgeving.
4
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
1.2
Vier scenario’s naar een duurzame bio-economie - Commissie Corbey Eind 2014 leverde CE Delft vier mogelijke scenario’s op voor de transitie naar een duurzame bio-economie in 2030. Met de vier scenario’s liet CE Delft zien goed thuis te zijn in alle toepassingen van biomassa binnen de diverse sectoren, zonder daarbij de grote lijnen uit het oog te verliezen. CE Delft droeg daarmee in belangrijke mate bij aan de stakeholderbijeenkomst van de Commissie Corbey, waar werd nagedacht over welke stappen nodig zijn om in 2030 tot een duurzame bio-economie te komen. De visuele samenvatting in de vorm van infographics zorgde voor een nuttige bijdrage aan de discussies op het gebied van dit nog niet uitgekristalliseerde beleidsterrein. De vier scenario’s, weergegeven in overzichtelijke inforgraphics, waren belangrijke ondersteuning in de discussies met stakeholders.
1.3
Denktank Verandering Energiemarkt – diverse deelnemers De energiemarkt verandert in een rap tempo. De opkomst van hernieuwbare energie (zon en wind), de toename van interconnectiviteit met onze buurlanden, de ontwikkeling van opslagcapaciteit voor elektriciteit en van nieuwe technieken in bijvoorbeeld mobiliteit en warmte, zijn ontwikkelingen die een impact hebben op de energievraag en het aanbod. Voor diverse spelers zijn de veranderingen dramatisch en onvoorspelbaar, daarom bleken veel partijen het een goed initiatief van CE Delft te vinden om na te denken over veranderingen in de energiemark en nieuwe regels die nodig zijn om duurzame energie te integreren. Deelnemers komen uit de directie en/of strategische afdelingen van Alliander, APX, DE Koepel, Eneco, Energie-Nederland, E.On, GasTerra, Gasunie, ministerie van Economische Zaken, Natuur & Milieu, Netbeheer NL, TenneT, Universiteit van Amsterdam, VEMW. CE Delft kon zich profileren als deskundige op het gebied van de vernieuwingen in de elektriciteit en gas/warmtemarkt, en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het agenderen van de behoefte aan flexopties in het elektriciteitssysteem.
5
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
2 2.1
Sector Energie Evaluatie van de Energy Efficiency Directive (EED) – DG Energy Artikel 7 van de Energy Efficiency Directive (EED) is een belangrijk onderdeel van het Europese energiebesparingsbeleid voor 2020. In opdracht van DG Energy hebben CE Delft, Ricardo-AEA en REKK onderzocht in hoeverre de 28 EU-lidstaten dit artikel tijdig en juist hebben geïmplementeerd. Op basis hiervan heeft DG Energy eerst overlegd met de lidstaten, zodat zij eventuele tekortkomingen konden rechtzetten. Recent zijn er ook procedures gestart tegen lidstaten die bijvoorbeeld (veel) te weinig informatie hebben gegeven, afwijken van de voorgeschreven methodieken, enzovoort. De Commissie was zo tevreden over het onderzoek dat hetzelfde consortium ook een vervolgproject heeft gewonnen. Hierin kijken we in detail naar de effectiviteit van beleidsmaatregelen en kunnen we mogelijke verbeteringen aan het artikel voorstellen.
2.2
Optimale koeling serverruimtes - RVO In deze studie hebben we - in opdracht van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) de potentiële energiebesparing bij koelinrichtingen van serverruimten binnen de zakelijke dienstverlening in Nederland onderzocht. Het onderzoek behelsde een serie interviews met praktijkdeskundigen en leveranciers, literatuuronderzoek en een synthese van de verkregen gegevens met modelberekeningen. Conclusie is dat door het toepassen van nieuwe koeltechnieken in typerende situaties een energiebesparing van 40-50%, oplopend tot maar liefst 80%, behaald kan worden op het energiegebruik van de koelinstallaties. Het item op de CE Delft LinkedIn-pagina is maar liefst 1.000x bekeken in drie maanden, en daarnaast is het rapport door diverse journalisten samengevat en op diverse blogs verschenen. Resultaat van het project is dat RVO een hele klasse aan energie-efficiënte koeltechnieken voor serverruimtes op de EIA-lijst 2015 heeft opgenomen, waardoor energiebesparing binnen het bereik van meer ondernemingen komt.
2.3
Model kosten en baten voor intelligent netbeheer – Stedin Stedin Netbeheer vroeg ons een handzame simulatietool te maken waarmee Stedin zelf de businesscase van intelligent netbeheer kan doorrekenen. Belangrijk was dat Stedin kon variëren in toekomstscenario’s (windenergie, zon-PV, elektrische auto’s, groei elektriciteitsvraag) en de impact op de netten en uitbreidingsinvesteringen. Voor deze vraag hebben we een zo compact mogelijk model ontwikkeld, waarmee Stedin zélf berekeningen kan doen voor het energiesysteem, de belastingen op de netten, effecten van
6
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
congestiemanagement en een aantal toepassingen van intelligent netbeheer zoals het reduceren van administratieve netverliezen. Daarnaast brengt het model ook maatschappelijke effecten in beeld op basis van de MKBA Intelligente Netten, een eerdere studie van CE Delft en KEMA voor het ministerie van Economische Zaken. In een vervolgopdracht hebben we Stedin ondersteund bij het doen van ramingen van infrastructuurbestedingen, onder doorrekening van reeds door het bedrijf gemaakte energiescenario’s. In dit traject gebruikt Stedin het model bij het onderzoeken hoe de toekomstige infrastructuur-bestedingen afhangen van energiesysteemscenario’s. We hebben in dit project onze inhoudelijke kennis van het energiesysteem en de netten kunnen vertalen in een bruikbaar simulatiemodel voor Stedin.
7
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
3
Sector Verkeer & vervoer
3.1
STREAM-personenvervoer 2014 – zes opdrachtgevers Voor STREAM-personenvervoer hebben we zes opdrachtgevers (tevens gebruikers) bij elkaar gekregen om de studie te financieren. Zij hebben ons geholpen om met andere partijen in een gebruikersworkshop STREAM zo goed mogelijk leesbaar te maken. De nieuwe STREAM is een unieke verzameling van emissiecijfers voor het personenvervoer en wordt weer zeer breed gedragen. Dit draagt bij aan het gebruik van vergelijkbare cijfers door bedrijven. Dat blijkt onder andere uit het feit dat de studie de bron is voor transportemissies in de Green Deal-emissiefactoren, www.emissiefactopren.nl, de Milieubarometer en de CO2-prestatieladder en daarmee voor een groot deel van het bedrijfsleven. STREAM is een unieke verzameling emissiecijfers voor het personenvervoer en wordt zeer breed gebruikt en draagt bij aan het gebruik van vergelijkbare cijfers door bedrijven.
3.2
Versnelling brandstofbesparing vrachtauto’s – ministerie van I&M Hoewel er voor vrachtauto’s tal van brandstofbesparende mogelijkheden bestaan die zich binnen één tot drie jaar terugverdienen, worden ze niet genomen. In dit project voor het ministerie van Infrastructuur & Milieu, zijn we in gesprek gegaan met 150 ondernemers om te achterhalen wat hun ervaringen zijn en wat hen er van weerhoudt om maatregelen te nemen. Dit is gebeurd in negen interactieve workshops door het hele land met zowel transportbedrijven, truckdealers en verladers. Dit leidde tot echt nieuwe inzichten in wat deze ondernemers drijft en wat er nodig is om hen tot actie te bewegen. De uitkomsten vormen belangrijke input voor ‘Truck van de Toekomst 2’, dat door het ministerie van I&M wordt voorbereid.
8
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
3.3
Brandstofvisie verkeer – ministerie I&M CE Delft heeft bij de uitwerking van de Brandstofvisie voor verkeer, als één van de drie partijen in het kennisconsortium (met TNO en ECN), een centrale rol gespeeld. Die begon met het ontwikkelen van vier scenario’s voor het halen van de klimaatdoelen voor verkeer op de lange termijn. Daarmee legde het kennisconsortium de basis voor een intensief proces met ca. 150 stakeholders. CE Delft was verantwoordelijk voor het doorrekenen van de ingroeiscenario’s van nieuwe energiedragers. Ook hadden we een rol in de begeleiding van de werkgroepen (o.a. elektrisch, waterstof, gas, biobrandstoffen) en het beantwoorden van veel kennisvragen. We adviseerden het ministerie van Infrastructuur & Milieu en SER-partners over zowel de inhoud als het proces.
3.4
Carbon footprint transportdiensten – Europese Commissie Carbon footprinting is een methode om de CO2-uitstoot van vervoersactiviteiten in beeld te brengen en verschillende vervoerders met elkaar te kunnen vergelijken. In Frankrijk is dit bijvoorbeeld verplicht in het goederenvervoer. Door het uitvoeren van een Impact Assessment hebben we, als leider van een internationaal consortium, de Europese Commissie geadviseerd over wat zij moet doen op dit dossier. Cruciaal is een internationaal afgestemde methodiek, omdat vervoer meer en meer een internationale aangelegenheid is. Een goede methodiek kan verladende koplopers helpen in het verder reduceren van CO2-emissies, door dit in de markt te vragen. Vervolgens wordt het voor vervoerders interessant om CO2-maatregelen te nemen. De Europese Commissie gebruikt ons werk bij het opstellen van een EU-strategie om meer eenduidigheid in carbon footprinting te creëren.
9
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
4 4.1
Sector Economie Transport en gebouwde omgeving onder het EU ETS – Europese Commissie Deze studie is uiterst relevant voor de ontwikkeling van het EU ETS, omdat verschillende lidstaten hebben aangegeven dat ze transport of de gebouwde omgeving onder het ETS willen brengen. Het rapport laat zien hoe dat kan, maar ook dat het de huidige problemen van het ETS niet zal oplossen en bovendien slechts zeer geringe effecten zal hebben op de emissies van de betreffende sectoren. De kennis van het ETS en onze deskundigheid bij ex-ante beleidsevaluaties worden door de Europese Commissie gebruikt bij beleid voor aanpassing van het ETS.
4.2
MKBA Warmte Zuid-Holland – Programmabureau Duurzame Warmte provincie Zuid-Holland Zuid-Holland wacht een grootschalige investering van zo'n € 4,5 miljard om de duurzame warmtedoelstelling te bereiken. De betrokken partijen willen in 2020 14% duurzame warmte gebruiken in de provincie, een fossiele energievermijding van 20 PJ per jaar. Uit de MKBA blijkt dat de investering de regio zo'n € 7 miljard aan baten oplevert. Maar ook dat vergaand isoleren van bestaande woningen zeer duur is, en dat gebiedsgerichte maatregelen nodig zijn om de maatschappelijke business case te verbeteren van verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. De resultaten van de MKBA zijn door het Programmabureau gebruikt als inzet voor de Warmtevisie van EZ en daarbinnen de betekenis van warmte in de provincie Zuid-Holland.
4.3
Green House Gas Study 2014 – IMO De Third IMO GHG Study 2014 is uitgevoerd voor de VN-organisatie voor de zeevaart. CE Delft heeft emissiescenario’s voor de zeevaart gekwantificeerd tot 2050. Daarbij zijn uitgebreide analyses gemaakt van historische en te verwachten ontwikkelingen in de vraag naar zeevaart, scheepsgrootte, vaarsnelheid, beladingsgraad, brandstofmix en andere relevante factoren. Daarbij hebben we een verbinding gelegd tussen de algemene emissiescenario’s van de IPCC en de sectorspecifieke zeevaartscenario’s – een verbinding die tot nu toe niet bestond. Daardoor kan de discussie over de toekomstige bijdrage van de zeevaart aan de klimaatverandering gevoerd worden op basis van vergelijkbare gegevens. De scenario’s tonen een aanhoudende groei van emissies door de zeevaart aan.
10
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
4.4
Bruto Toegevoegde Koolstofbelasting Het idee voor een belasting op Bruto Toegevoegde Koolstof is in 2010 geboren vanuit de notie dat het Europese klimaatbeleid in het slop zit. Op dit moment wordt vooral de productiekant van koolstof belast: elektriciteitscentrales en fabrieken moeten betalen voor de vrijgekomen CO2. Maar je kunt ook de consumptiekant belasten: wie koolstof consumeert betaalt daarover een belasting. De Bruto Toegevoegde Koolstofbelasting (BTK) kan daarbij een nuttig instrument zijn, ter vervanging van de BTW. In 2014 heeft het idee een rol gespeeld bij de Internationale Architecture Biënnale in Rotterdam (IABR) waarvoor CE Delft berekeningen heeft uitgevoerd en een aansprekend verhaal heeft geschreven.
4.5
De biobased economie in Nederland - RVO De doelstelling van dit project was het maken van een betrouwbare inschatting van de omvang van de biobased economie (BBE) in Nederland. CE Delft koos voor een multidisciplinaire aanpak waarbij we onze industriekennis combineerde met macro-economische berekeningen. Deze nieuwe industrietak is interessant voor de CE-missie omdat veel van deze bedrijven werken vanuit de overtuiging dat duurzame productie de toekomst heeft. De omvang van de BBE in Nederland bedraagt € 2,6 tot 3,0 miljard aan toegevoegde waarde in 2011, ongeveer 0,5 tot 0,6% van de Nederlandse economie.
11
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
5 5.1
Sector Ketenanalyse Meten van biodiversiteitseffecten bedrijven - ministerie van I&M Verlies van biodiversiteit is een belangrijk milieuthema. In dit uitgebreide project voor het ministerie van Infrastructuur & Milieu hebben we laten zien dat biodiversiteitseffecten van bedrijven en sectoren wel degelijk kwantitatief te analyseren zijn. Daarbij zijn twee wetenschappelijk gedragen methodieken (ReCiPe en Globio) ingezet, waaruit berekend werd dat de landbouw en voedings- en genotsmiddelensector de grootste impact hebben op biodiversiteit. 75% van de biodiversiteitsimpact komt door import van grondstoffen als soja, palmolie en hout. De methodiek hebben we vervolgens concreet toegepast bij Unilever, Dow Benelux en Tatasteel. Zij ondersteunen samen met andere bedrijven als Heymans, KPN, ProRail en de Rabobank de methodiek voor het meten en verminderen van de impact op biodiversiteit. De methodiek wordt door een aantal grote bedrijven toegepast en het ministerie van I&M gebruikt de methodiek voor verdere beleidsvorming.
5.2
Milieueffecten Nederlandse bouw in beeld – Bouwend Nederland In opdracht van Bouwend Nederland heeft CE Delft op macroniveau onderzocht wat de impact is van een jaar lang bouw- en sloopactiviteiten. Voor de achtergrondgegevens is met veel brancheverenigingen en kennisinstituten overlegd. De klimaatemissie van de bouw- en sloopactiviteiten in 2010 is, inclusief keteneffecten, berekend op 9,6 Mton CO2. Dit is 5% van de Nederlandse klimaatemissie. Hier valt nog veel aan te verbeteren. Het rapport wordt geïllustreerd met voorbeelden van innovaties en best practices. Ook is een aantal beweringen in de media over de bouw getoetst, waarvoor Bouwend Nederland nu ofwel bevestiging heeft, ofwel resultaten die de uitspraken nuanceren. De hoofdresultaten gebruikt Bouwend Nederland voor communicatie naar buiten. Dit rapport, dat met name gaat over materialen en grondstoffen, is een belangrijke basis voor verdere verduurzaming van grondstofketens.
5.3
Renovatie versus recycling geleiderails - RVO Als je over de snelweg rijdt sta je er niet bij stil, maar overal staan geleiderails: zo’n 7.500 km in totaal. Deze worden regelmatig vervangen en dan omgesmolten. Het is echter mogelijk om de geleiderail intact te houden en alleen de zinklaag te vervangen: refurbish in plaats van recycling. CE Delft heeft berekend dat de klimaatimpact van gerenoveerde geleiderail vijf keer lager is dan de nieuw geproduceerde variant. In totaal werd naar zeventien milieueffecten gekeken. De Life Cycle Analyse (LCA) is uitgevoerd voor RVO,
12
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
die daarover schrijft: ‘Met deze uitkomsten kunnen aannemers scoren in hun aanbiedingen. Ook deels gerenoveerde geleiderails geven extra mogelijkheden bij het duurzaam inkoopbeleid van de overheid.’ De milieugegevens zijn opgenomen in het programma Dubocalc, dat overheden gebruiken voor de aanbesteding van (de meest duurzame) producten. Hiermee krijgen refurbished geleiderails bonuspunten in aanbestedingen.
5.4
Vlamingen informeren over milieu-impact voeding – Vlaamse overheid In dit samenwerkingsproject met Milieu Centraal hebben we de Vlaamse overheid geholpen met de vraag hoe de Vlaamse consument haar milieuimpact kan verlagen door de keuzes bij de aankoop van voeding. Dit heeft geleidt tot 14 concrete handelingsperspectieven waarmee de Vlaamse overheid de komende 3 jaar mee aan de slag gaat. Minder voedselverlies, meer flexivoren (Vlaamse term voor flexitariër), keuze voor vleestypen met relatief lage impact en groenten van het seizoen zijn belangrijke pijlers van het ‘Milieubeleidsplan 5’. Bij het project waren meer dan twintig stakeholders betrokken en al deze partijen waren uiteindelijk tevreden met het advies, dat ook is voorzien van een concreet voorlichtingsplan en infographics. De Vlaamse overheid overlegt met stakeholders over een campagne over duurzame voeding, met eerst aandacht voor voedselverlies, later aandacht voor groenten en fruit en over een paar jaar aandacht voor duurzame eiwitten.
5.5
Review kosten statiegeldsysteem – Tomra Systems In opdracht van Tomra Systems, fabrikant van statiegeldmachines, heeft CE Delft een kritische review gedaan van een eerdere studie naar de prijs van het statiegeldsysteem op grote PET-flessen. Per fles zou het statiegeldsysteem zo’n zes cent kosten. Wij concludeerden dat de kosten met 100% zijn overschat. De resultaten van onze analyse haalden het nieuws en werden ook in de Tweede Kamer besproken.
13
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
6
Personeel en omzet
6.1
Omvang en personeelsverloop Het aantal fte’s steeg in 2014 naar 33,7; er waren drie mensen meer in dienst dan eind 2013. Personeelsbestand Aantal mensen in dienst Aantal vrouwen Totaal aantal FTE
2010
2011
2012
2013
44
42
41
38
2014 41
48%
46%
46%
45%
49%
35
33,5
33
32
33,7
Personeelsuitje Monster 2014 .
6.2
Omzet Het aantal opdrachten in 2014 was 135 stuks met een omzet van afgerond € 3,3 miljoen. Het aantal projecten daalde met vijf, maar doordat het om grotere opdrachten ging was de omzet k€ 800 hoger dan vorig jaar en werd een ruime winst geboekt. Na jaren van afname van de gemiddelde omvang van de projecten is in 2014 dus een flinke toename te zien. Het aandeel van het bedrijfsleven is toegenomen zowel in volume als aantal, van 24 naar 30%. Het aandeel van de Rijksoverheid lag lager dan in 2013 (van 29 naar 22%). Het aandeel werkzaamheden voor de Europese Commissie is in 2014 bijna verdubbeld (van 8 naar 14%). Hetzelfde geldt voor werkzaamheden voor andere onderzoeksinstellingen. Het aandeel van de NGO’s bleef gelijk. Het aandeel van de gemeenten en provincies is gedaald ten opzichte van vorig jaar.
14
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
Het ingezette herstel eind 2013 heeft zich in 2014 voortgezet. Vooral marktpartijen in de energiesector hebben de omzet vanuit het bedrijfsleven flink verhoogd. De totale werkzaamheden van de buitenlandse overheden bleef gelijk maar er vond een belangrijke verschuiving richting de Europese Commissie plaats.
15
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
7
Milieudruk CE Delft Zorg voor milieu: minimaliseren vraag en duurzaam inkopen Ook voor onze eigen organisatie staat de zorg voor het milieu en het klimaat hoog op de agenda. Ons motto: zoveel mogelijk de vraag naar energie en materialen beperken, wanneer mogelijk groen inkopen.
Gasverbruik CE Delft is gevestigd in een monumentaal pand in de Delftse binnenstad. In 2013 werd de gehele leidingenstelsel van de verwarming vervangen door nieuwe leidingen doordat het systeem niet altijd naar wens functioneerde. Over heel 2014 werd zichtbaar dat niet alleen het comfort is verhoogd, maar dat er ook 40% minder gas per jaar nodig is dankzij de modernisering van het leidingensysteem. Na de eerdere isolatie van het pand en het aanschaffen van een HR-ketel in 2009 is daarmee voorlopig de laatste besparingsmaatregel in het gebouw genomen. Het gas dat wij verbruiken is groen gas (stortgas).
Elektriciteitsverbruik Het elektriciteitsverbruik is de afgelopen jaren geminimaliseerd door zuinige armaturen en stand-by-stroom wordt zoveel mogelijk teruggedrongen door het gebruik van aan/uitschakelbare stopcontacten bij alle computers. De stroom die wordt ingekocht is 100% groene stroom (wind/waterkracht).
Papierverbruik Om het papierverbruik te beperken wordt er zoveel mogelijk digitaal gecommuniceerd en zijn onze rapporten te downloaden via onze website. Daarnaast is het aantal printers beperkt en staan deze standaard op dubbelzijdig printen ingesteld. Het printpapier dat wordt gebruikt heeft het label: FSC Mixed Sources. Dit geldt ook voor de enveloppen en de kladblokken.
16
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014
Tijdschriften en kranten komen bijna volledig digitaal het kantoor binnen. De bibliotheek is getransformeerd naar een voornamelijk digitale plek op ons intranet. Oud papier wordt apart verzameld en afgevoerd.
Plastic Plastic wordt apart verzameld en apart afgevoerd.
Lunch Elke donderdag wordt voor het personeel een lunch verzorgd. Deze lunch is (zoveel mogelijk) biologisch en vegetarisch.
Woon-werk en werk-werkverkeer Minder dan 3% van de medewerkers gebruikt een auto voor het woonwerkverkeer, het overgrote deel komt met fiets en trein. CE Delft biedt faciliteiten om thuis te werken en daarmee woon-werkverkeer te verminderen. Van het project gerelateerde verkeer bestaat minder dan 20% uit autokilometers, meer dan 70% betreft openbaar vervoer en de rest zijn taxikosten/OV-fiets.
17
April 2015
CE Delft Jaarbericht 2014