649172
COMMISSIE WATERBEHEER Delft, 24 april 2007
AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Waterbeheer, tevens verslag van de vergadering op 24 april 2007 over de aan haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 10 mei 2007. Aanwezig: J.J.J.M. van der Burg mw. dr.ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg dr.ir. S. van Baars A. van den Berg J. van Dam dr.ir. G.P.J. Dijkema mevr. drs. J. Engels mevr. drs. M.J. Hilders P.J. Hofman J. de Jong dr. J. Wallinga mw. I.J.A. ter Woorst C.E.G. Zuidgeest mr. G.G.G. Slooters
voorzitter vice-voorzitter lid ingezetenen lid ongebouwd lid ingezetenen lid gebouwd lid ingezetenen lid ingezetenen lid Ingezetenen lid bedrijfsgebouwd lid Ingezetenen lid gebouwd lid gebouwd secretaris
Voorts aanwezig: ir. Th.A. Fransen A.G. Wiegman
hoogheemraad hoogheemraad
Afwezig met kennisgeving: J.G.P. Verbeek dr.ir. G.P.J. Dijkema mevr. M.T. Villars ing. J. Wijnants
hoogheemraad lid gebouwd lid ingezetenen lid gebouwd
1.
Opening, vaststellen agenda
De voorzitter opent om 09.25 uur de vergadering en heet de aanwezigen welkom. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2.
Notuien en t o e z e g g i n g e n l i j s t vergadering commissie op 27 f e b r u a r i 2007
Notulen en toezeggingenlijst worden ongewijzigd vastgesteld. • Blj pagina 2, derde alinea, zegt de voorzitter aan mevrouw Ter Woorst toe, dat er binnenkort wordt teruggekomen op het bezoek aan de Louis Couperuslaan-flats In Voorburg. • Mevrouw Hilders komt terug op de discussie over het gemaal Vlotwatering, met name de opmerking op pagina 5, iets onder het midden, dat Delfland het risico zou lopen om planschade te moeten betalen als nog jarenlang wordt vastgehouden aan een royale ruimtelijke reservering, terwijl die in feite niet reëel is. Zij wijst erop dat dit pas geldt als die reservering in een bestemmingsplan is vastgesteld, dus nog niet zolang het alleen in een streekplan of een struc-
tuurplan is geregeld. Verder vraagt zij of uitbreiding van de gemaalcapaciteit onmogelijk wordt als de ruimtelijke reservering voor een breed toevoerkanaal wordt opgegeven. De secretaris licht toe dat bij een bepaalde gemaalcapaciteit ook een bepaalde minimumbreedte van het toevoerkanaal past. Omdat de capaciteit nog niet bepaald is, is ook de ruimtelijke reservering voor een breder toevoerkanaal nog niet opgegeven. Er wordt binnenkort op teruggekomen in een VV-voorstel. Aansluitend vraagt mevrouw Engels waarom het uitbrengen van dit voorstel is uitgesteld. De voorzitter antwoordt dat na de informatieve VV over dit onderwerp nogmaals grondig is gekeken naar de kosten van de diverse alternatieven, waarbij is gebleken dat die hoger uitvallen dan in de eerste voorlopige ramingen. Het college hecht eraan om eerst zoveel mogelijk zekerheid over de kosten te hebben, inclusief een second opinion, voordat er een concreet voorstel aan de VV wordt voorgelegd. Dat ls overigens ook afgesproken in de informatieve VV. Het ziet ernaar uit dat in augustus/september aanstaande een afgerond beeld gepresenteerd kan worden, op basis waarvan de VV dan een keuze kan maken uit de verschillende opties voor de capaciteit van het gemaal. De breedte van het toevoerkanaal wordt mede bekeken in het kader van meer kanaalverbredingen in het Westland. Ook daar wordt later dit jaar op teruggekomen, zodra er meer zekerheid Is over de kosten ervan. Tot die tijd wordt de huidige ruimtelijke reservering gehandhaafd. • Mevrouw Ter Woorst vraagt om de visie op de kustlijn (punt 3 toezeggingenlijst) eerder dan in 2008 uit te brengen. Al enkele keren is gebleken dat er binnen Delfland in feite a\ een visie hierop is, maar dat die nog niet is vastgelegd en dat Delfland op dit vlak alleen reageert op externe ontwikkelingen. Dit, terwijl het bij de kustlijn toch om een kerntaak van Delfland gaat. Zij vindt dan ook dat deze visie nu spoedig vastgelegd moet worden, wat haar mogelijk lijkt omdat de visie er in feite al wel Is. Dan weten externe partijen waar ze aan toe zijn, en kan Delfland voortaan pro-actief opereren. Mevrouw Engels steunt mevrouw Ter Woorst in haar verzoek. De secretaris wijst erop dat juist die paar medewerkers die een visie op de kustlijn op papier zouden kunnen zetten, al zeer zwaar belast zijn met de lopende projecten voor de versterking van de kust. Ook is het nog niet zó eenvoudig om die visie te formuleren, en er zal waarschijnlijk ook afstemming met andere partijen nodig zijn. Hij zou willen streven naar het uitbrengen van de visie in het voorjaar van 2008, met wellicht een eerste contourennotitie in de komende herfst. Er zou ook nog in een Informatieve VV over gesproken kunnen worden. 3.
Mededelingen: Geen.
4.
Ter b e s l u i t v o r m i n g
II.2.
V o o r t g a n g s r a p p o r t a g e WBP 2006
- De heer Wallinga is onder de indruk van hetgeen er allemaal wordt gedaan ter uitvoering van het Waterbeheersplan, wat grotendeels ook nog op tijd wordt uitgevoerd. Hij vraagt zich af, gezien het warme weer van de afgelopen weken, of het verstandig is dat er geen actie is gepland op het punt van droogtebestrijding. Verder vindt hij sommige passages in de rapportage wel erg positief geformuleerd. Zo staat in paragraaf 3.5 dat het uitvoeringsprogramma "Reguleren en toezicht houden" volgens planning verloopt, terwijl de actualisatie van de Keur een jaar vertraging heeft opgelopen, waardoor ook de daaraan gekoppelde beleidsregels later uitkomen dan was gepland. Hij vreest dat ook deze keer het risico wordt gelopen dat op pagina 3 wordt genoemd. Namelijk dat de sturende werking van het Waterbeheersplan aan het einde van de planperiode minder wordt. In de rapportage wordt wel de voortgang van de projecten beschreven, maar wordt ook de aanvankelijke tijdshorizon (eind 2009) aangehouden. Daardoor komt het algemene doel van de voortgangsrapportage, het jaarlijks beschikken over een actuele meerjarenbeleidsvisie, in de knel. Als ook volgend jaar de tijdshorizon van eind 2009 wordt aangehouden, zou er nog maar een éénjarige beleidsvisie op tafel liggen. Daarmee kan geen duurzaam beleid worden gevoerd. Hij pielt er dan ook voor de tijdshorizon steeds een jaar op te schuiven. - De heer Van Baars vraagt wat wordt bedoeld met de opmerking op pagina 5 dat een aantal activiteiten "aandacht van het management nodig hebben".
- Mevrouw Hilders vraagt of de afspraken met de provincie over herziening van de Keur en van de leggers op tijd nagekomen kunnen worden. Op pagina 6 heeft zij, bij de paragraaf wateroverlast, een passage gemist over het gebiedsproces normering. In de Waterwet is vastgelegd dat de uitkomsten van het iteratief proces onderwerp van overleg tussen waterschap en gemeente moeten vormen, en dat zij gezamenlijk een voorstel moeten doen over norm en maatregelen. Hoe gaat Delfland daarmee om? Zij kan zich voorstellen dat de 325 mVha voor heel Delfland als norm kan gelden. Bij de paragraaf Waterkader Haaglanden (waar overigens een onjuiste omschrijving van de afkorting "FES" is opgenomen) ^ vraagt zij of ook gemeenten een financiële bijdrage hebben toegezegd. Blj pagina 7 vraagt zij door wie de globale analyse van de doelen en maatregelen om ln Delfland aan de Kaderrichtlijn te voldoen, is vastgesteld. Kan zij die analyse ook toegezonden krijgen? Verder heeft zij enige weken geleden van gemeentelijke waterambassadeurs gehoord, dat er vóór de zomer inzicht moet zijn In de concreet te nemen maatregelen, omdat het anders niet lukt om begin 2008 tot besluitvorming te komen. Zij is benieuwd hoe het accountmanagement met de provincie vorm wordt gegeven. Uit een landelijke evaluatie is gebleken dat blj de helft van de ruimtelijke plannen helemaal geen wateradvies wordt uitgebracht, en dat bij de overige plannen het wateradvies vaak onder de maat is, vooral op het punt van de motivering. Hoe Is Delfland uit die evaluatie gekomen? De evaluatie heeft ook laten zien dat de lokatiekeuze vaak slecht uit de verf komt. In dat verband is juist een waterkansenkaart potentieel van groot belang. Is het dan wel verstandig om deze kaart niet meer te actualiseren? De stelling op pagina 10, die erop neerkomt dat ruimtelijke plannen na invoering van de Waterwet worden getoetst aan het nationale en het provinciale waterplan, vindt zij te optimistisch. In de Waterwet wordt geregeld dat de ruimtelijke aspecten van provinciale en nationale waterplannen het karakter krijgen van een structuurvisie in de zin van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Zo'n visie is alleen zelfbindend, dus alleen bindend voor de overheid die de visie heeft opgesteld. Bovendien kunnen er ook meer visies zijn, zoals een economische structuurvisie of een structuurvisie op de detailhandel, en de onderlinge relatie tussen die visies is nog niet duidelijk. Bij de paragraaf over de Decembemota 2006 (pagina 11) wijst zij erop dat maatregelen die worden opgenomen in een stroomgebiedbeheersplan, vervolgens binnen drie jaar operationeel moeten zijn. Als dat niet haalbaar is, is het dus beter om die maatregelen niet in dat plan op te nemen. Ook lijkt het voorlopig niet verstandig om ruimtelijke maatregelen op te nemen In zo'n plan. Die maatregelen zijn Immers vatbaar voor bezwaar en beroep. Dat kan betekenen dat door een bepaalde uitspraak van de Raad van State niet aan de Europese verplichtingen voldaan kan worden, waarvoor een boete kan worden opgelegd. Inmiddels wordt bekeken hoe dit punt kan worden geregeld. Zij is het eens met de interpretatie van het beleidsuitgangspunt in de Decembemota (pagina 11), dat in gebieden waarvoor een inrichtingsopgave geldt in verband met wateroverlast, ook de inrichtingsopgave voor de KRW vóór 2015 moet zijn uitgevoerd. Ten slotte heeft zij in paragraaf 4.2 (pagina 12) een opmerking gemist over het risico van "functie volgt peil" en het risico dat wordt gelopen als water als viswater wordt aangemeld. Dit, omdat dit water dan onder de werking van de Kaderrichtlijn wordt gebracht, wat niet altijd de bedoeling zal zijn. Overigens wordt In het uitvoeringsprogramma nauwelijks aandacht gegeven aan de risico's. - Mevrouw Engels vraagt om te zijner tijd de inventarisatie over het benutten van de meekoppelkansen (pagina 1 1 , bijna onderaan) aan de VV-leden toe te sturen. Verder vraagt zij enkele voorbeelden te geven van de activiteiten waarbij de beschrijving In het Waterbeheersplan afwijkt van de feitelijke uitvoering (pagina 12, derde alinea). - De heer Hofman vraagt blj nr. 4.2.6 van bijlage 1, of de vermelding dat Delfland geen "Blauwe Knooppunten" heeft, betekent dat er geen waterakkoorden met het rijk gesloten hoeven te worden over zekerstelling van aan- en afvoer van rijkswater. Bij nr. 4.3.2 van dezelfde bijlage (oeverafkalving) vraagt hij naar de verdeling van de onderhoudsplichten tussen Delfland en de particuliere eigenaar. Hij heeft begrepen dat het onderhoud van het bovenwatertalud een zaak van de particuliere eigenaar is, maar blijft dat ook volledig gelden als Delfland een bepaalde Inrichting van de oever nastreeft? Of verleent DelfDe omschrijving van FES is aangepast, zie herziene versie.
land In zulke gevallen een bijdrage? Er is Immers enige spanning tussen enerzijds het vasthouden van het land (wat vooral een belang van de particulier is) en anderzijds het veilig stellen van het afwateringsproflel. Hij kan zich voorstellen dat de vermelding dat rond DSM-Gist de zaken volgens planning verlopen (pagina 4 van bijlage 2, WBP-nr. 206) enigszins bijgesteld moet worden. Verder vraagt hij wat het meningsverschil inhoudt met Hollandse Delta over het grensoverschrijdend afvalwater Rotterdam-West (pagina 7, WBP-nr. 122). Ten slotte vraagt hij blj WBP-nr. 172 op pagina 10, of de vertraging in de aanleg van riolering in het buitengebied van de gemeente Westland nog financiële risico's voor Delfland geeft. - De heer De Jong heeft op de website van Hollandse Delta niets kunnen vinden over plannen om de zoetwatervoorziening van onder andere Delfland veilig te stellen, terwijl voor dat veilig stellen op Voorne Putten toch heel wat gedaan zal moeten worden. Wat is de stand van zaken? - Mevrouw Ter Woorst vindt het wat merkwaardig dat op de eerste pagina van het VV-stuk onder het kopje 'probleemstelling' staat: niet van toepassing. Als er geen probleem zou zijn, had dit stuk toch niet opgesteld hoeven te worden? ^ Zij heeft in ieder geval waardering voor het duidelijke overzicht van knelpunten en aandachtspunten, en van zaken die al gerealiseerd zijn of in gang zijn gezet. Waardering heeft zij ook voor de continue actualisering van het Waterbeheersplan, waarbij zij het eens is met het al gedane verzoek om de tijdshorizon steeds een jaar te verschuiven. Verder is de voortgangsrapportage nodig voor overleg met de provincie, zoals is vastgelegd in het provinciale plan Groen, Water en Milieu. Zij heeft in de rapportage een passage over het uitbrengen van een visie op de kustlijn gemist. Ook het aspect blauwe diensten heeft zij niet terug kunnen vinden. - De heer Zuidgeest lijkt het nodig, gezien de enorme verschillen tussen west- en oostNederland, dat Delfland zich nog eens grondig erop bezint of het wel de verantwoordelijkheid voor het grondwaterbeheer wil of kan aanvaarden, en, zo ja, tot welke diepte (pagina 10). Dat geldt te meer nu er zeer veel bouwactiviteiten in west-Nederland plaatsvinden, waarbij vaak geheid wordt, wat tot grote veranderingen in de grondwaterstromen kan leiden. Bovendien speelt hierbij het punt van de grondwateronttrekking DSM. Overigens kan hij zich niet goed voorstellen dat er, als Delfland de verantwoordelijkheid voor het grondwaterbeheer krijgt, er wat betreft de planvorm van het waterschap niets zal veranderen, zoals eveneens op pagina 10 wordt gesteld. Nu de rijksoverheid de uitvoering van de KRW-maatregelen wil faseren tot het jaar 2027, en de KRW-plannen van de waterbeheerders al ln 2009 gereed moeten zijn, is er het risico dat die plannen achterhaald zijn op het moment dat volgens de fasering met de uitvoering ervan begonnen zou worden. Hij neemt dan ook aan dat er tussentijds nog heel aan de plannen gewijzigd zal moeten worden. - Mevrouw Ruiigh is dankbaar voor de complimenten. Het opstellen van de voortgangsrapportage was een grote klus, maar met dit stuk kan de vinger aan de pols worden gehouden en kan er worden bijgestuurd. Toen de rapportage vrijwel klaar was, werd al onderkend dat het dynamisch plannen daarin niet zo uit de verf komt, maar het alsnog verwerken daarvan had betekend dat het stuk niet eerder dan juli of misschien pas september besproken had kunnen worden. Daarom is ervoor gekozen dit te doen in de volgende rapportage, wat bovendien het opstellen van het volgende Waterbeheersplan vergemakkelijkt. Overigens zal dat Waterbeheersplan een looptijd van zes jaar krijgen (2009 t/m 2014), waarmee het gelijkop gaat lopen met de stroomgebiedbeheersplannen. In reactie op de opmerking over droogtebestrijding wijst zij erop dat het Waterbeheersplan een beleidsplan is, en dus niet beschrijft hoe Operationeel Waterbeheer omgaat met een periode van droogte. Actualisering van de Keur heeft inderdaad vertraging opgelopen, maar inmiddels wordt al wel gewerkt aan de formulering van de beleidsregels. Die beleidsregels zijn ook nodig om de Keur in werking te laten treden. De globale analyse van de doelen en maatregelen om In Delfland aan de KRW te voldoen. Is vorig jaar uitvoerig met de VV besproken en vastgesteld door het regionaal bestuurlijk overleg Rijn-West. De eerste pagina van het VV-stuk is aangepast, zie herziene versie.
Ook zij wil, net als de waterambassadeurs van de gemeenten, graag inzicht In de concrete maatregelen. Dat is ook de inzet voor het volgende bestuurlijk overleg met de gemeenten ln het werkgebied van Delfland. Zij heeft goede nota genomen van de opmerking dat het voorlopig niet verstandig is om ruimtelijke maatregelen op te nemen in een stroomgebiedbeheersplan, omdat ze dan binnen drie jaar gerealiseerd moeten zijn. De risicoparagraaf in de voortgangsrapportage is niet bedoeld als een risicoparagraaf zoals die in de jaarrekening behoort te worden opgenomen. Zij zou de tekst van deze paragraaf nu niet willen wijzigen, want dat kost weer vrij veel tijd, maar zal de opmerkingen hierover wel meenemen blj het opstellen de volgende rapportage. Zij zal de VV-leden te zijner tijd informeren over de uitkomst van de Inventarisatie inzake het benutten van de meekoppelkansen. Bij het opstellen van de rapportage is gebleken dat Delfland niet beschikt over Blauwe Knooppunten in de zin van de definitie die de rijksoverheid hanteert. Er is een goede folder over oeverafkalving beschikbaar. Zij zal deze aan de VV-leden toezenden. ^ Het beleid van Delfland op dit punt is niet veranderd, maar het leek goed om meer informatie over dit onderwerp te geven, omdat vooral onderhoudsmaatregelen, zoals baggeren, op de lange duur soms kunnen leiden tot oeverafkalving. De ontwikkelingen rond DSM-Gist zijn opgetreden na het opstellen van de rapportage. Datzelfde geldt voor het formuleren van een visie op de kustlijn. Daarom worden deze punten nog niet genoemd in de voorliggende rapportage. In de volgende rapportage komen ze wél aan bod. In 2009 wordt het eerste KRW-stroomgebledbeheersplan vastgesteld, en in 2015 en 2020 komen de volgende stroomgebiedbeheersplannen aan de orde. In het eerste plan wordt dan ook alleen een uitvoeringsplan voor de eerste zes jaar opgenomen, dus niet voor de hele periode tot 2027. In die eerste zes jaar, en wellicht zelfs In de eerste drie jaar, moeten de maat- ' regelen van het eerste uitvoeringsplan wel worden gerealiseerd, om in staat te zijn in de jaren daarna de effecten van die maatregelen te meten. Als voor uitvoering van een bepaalde maatregel een lagere periode dan zes jaar nodig is, zal daar op de een of andere manier een vorm voor gevonden moeten worden. De contouren van de maatregelen voor het eerste plan worden volgens de planning in september aanstaande zichtbaar. Met de zin op pagina 10 dat er voor de planvorm van het waterschap niets verandert. Is bedoeld dat ook na inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet het waterschap nog steeds een Waterbeheersplan moet opstellen. Zij heeft begrepen dat alle acties die nodig zijn bij een eventuele overdracht van grondwaterbeheer aan Delfland, al opgenomen zijn In het Waterbeheersplan. De activiteiten waarbij de beschrijving van het Waterbeheersplan afwijkt van de feitelijke uitvoering, worden genoemd in hoofdstuk 5 van de rapportage. - De secretaris zegt aanvullend over de herziening van de Keur en de leggers, dat het hier gaat om aanpassing van regelgeving van Delfland aan het nieuwe reglement dat vorig jaar door de provincie is vastgesteld. Zo wordt in dat nieuwe reglement alleen nog onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire watergangen, terwijl Delfland tot nu toe werkte met drie typen watergangen. Het doel is nog steeds om de aanpassingen rond te hebben per 1 januari aanstaande. Er wordt gesproken met de provincie over de gebiedsprocessen inzake de normering, waarbij het vooral gaat om de vraag of overal dezelfde norm kan gelden, dan wel of dit gedifferentieerd moet worden. Delfland voelt voor het volgen van de NBW-referentienormen. De effecten daarvan zijn in feite hetzelfde als die van de 325 mVha-norm. De heer Van Dansik is de accountmanager voor de provincie. Overigens heeft dit accountmanagement wel een andere vorm dan dat voor gemeenten: de heer Van Dansik heeft vooral tot taak om de inbreng vanuit Delfland In ambtelijk en bestuurlijk overleg met de provincie te coördineren en te ondersteunen. Inderdaad is een structuurvisie in de zin van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening alleen bindend voor de overheid die deze visie vaststelt, maar het Is voor Delfland zeker niet onbelangrijk om toch goed naar dergelijke visies te kijken, vooral die van de provincie, omdat die weer input en onderbouwing kunnen leveren voor plannen van Delfland. Onder de werking van de nieuwe wet zal Delfland ook actiever de besluitvorming over visies van andere overheden ^ De brochure 'Natuurvriendelijke oevers' is te vinden op de website van Delfiand (www.hhdelfland.nl/Loket/Brochures).
moeten gaan volgen, want het huidige vangnet In de vorm van goedkeuring door de provincie komt met de nieuwe wet te vervallen. Hij heeft in de werkgroep van provincie. Delfland en gemeente Westland geen signalen gehoord dat de aanleg van de riolering in het buitengebied van Westland duurder zal gaan uitvallen. Aansluitend zegt de heer Fransen dat er gelulden klinken dat Delfland het water uit het Westland niet zou kunnen aannemen (wat beslist wel het geval Is), of dat de gemeente achter zou lopen bij de uitvoering. Hij heeft inmiddels de dienst gevraagd om de situatie in kaart te brengen en na te gaan wat er waar is van de geruchten. De heer Zuidgeest heeft begrepen dat er capaciteitsproblemen zijn met de afvoerleidingen in het Westland, waardoor het voor bedrijven nog niet mogelijk is om zich op de riolering aan te sluiten. De heer Fransen heeft van de betrokken wethouder iets anders gehoord. Ook dit punt wordt nader bekeken. - De secretaris licht op de vraag over het grensoverschrijdend afvalwater in Rotterdam-west toe, dat er verschil van mening is met Hollandse Delta over het aantal v.e.'s dat Delfland ter zuivering aan Hollandse Delta aanbiedt. Dat wordt nu uitgezocht. Het gaat wel om een behoorlijk bedrag. Er zijn inmiddels veel ontwikkelingen rond regionale keringen. In de Informatieve VV van vorige week is daar al over gesproken, en in de informatieve VV van juni aanstaande wordt daar uitvoerig op teruggekomen. Het is de bedoeling dat de VV in jull aanstaande besluiten hierover neemt. Het gaat vooral om het proces voorafgaande aan besluitvorming door de VV tot aanpassing van regionale keringen, teneinde een zo groot mogelijk draagvlak voor die aanpassingen te verkrijgen. - De heer Wiegman licht op de vraag over financiële bijdragen van gemeenten in het Waterkader Haaglanden toe, dat er indertijd afspraken zijn gemaakt over co-financiering. Hij gaat ervan uit dat die worden nagekomen. Binnenkort wordt in de Plaspoëlpolder begonnen met de uitvoering, en de gemeente Rijswijk gaat daarin ook In financiële zin participeren. - Op de opmerking over de zoetwatervoorziening voor Delfland antwoordt de voorzitter, dat in oktober j l . In de Bernisse-commissie is afgesproken om na te gaan of het technisch mogelijk is om meer zoet water naar het gebied van Delfland te voeren. Verder heeft Hollandse Delta zitting in de stuurgroep die zich bezighoudt met de compenserende maatregelen naar aanleiding van het Kierbesluit voor het Haringvliet. Hij heeft zelf niet de website van Hollandse Delta geraadpleegd, maar hij merkt iedere keer dat dit waterschap veel oog heeft voor de behoefte van Delfland aan zoet water. Hij maakt zich over die inzet geen zorgen. - De heer Wallinga zal graag over een halfjaar zekerheid krijgen dat het Waterbeheersplan voortaan op een zodanige manier wordt geactualiseerd, dat ook steeds de tijdshorizon wordt verlegd en rekening wordt gehouden met nieuwe visies van de VV. De secretaris zegt dat er in de volgende voortgangsrapportage in ieder geval meer dynamisch gepland zal worden. Verder zal eind ditjaar een plan van aanpak worden gepresenteerd voor het opzetten van het nieuwe Waterbeheersplan voor de periode 2009-2014. In dat plan van aanpak zal ook worden aangegeven hoe de komende voortgangsrapportages vorm gegeven zullen worden, en zal alvast een doorkijk naar 2009 worden opgenomen. De commissie adviseert overeenkomstig het voorstel te besluiten, en vindt agendering als hamerstuk voldoende. II.3.
Jaarrekening 2006
- De heer Zuidgeest vindt dat de jaarrekening duidelijk aan leesbaarheid en onderbouwing heeft gewonnen. Verdere opmerkingen zal hij in de commissie Financiën maken. - Mevrouw Hilders heeft in de jaarrekening enerzijds meevallers aangetroffen die later toch nog een keer uitgegeven moeten worden. Anderzijds worden er kostenoverschrijdingen gemeld. Verder wordt de VV regelmatig tussentijds gevraagd om kredieten beschikbaar te stellen voor werkzaamheden die eigenlijk In de begroting geraamd hadden moeten worden, zoals onlangs nog voor de leggeractualisatie. Al met al denkt zij dat er nog wel wat verbeterd kan worden In de systematiek van begroten.
- De heer Wiegman wijst erop dat het gaat om de rekening over 2006 die gerelateerd is aan de begroting voor 2006. Die begroting is echter al medio 2005 opgesteld. Sinds die tijd zijn er omvangrijke verbeterslagen gemaakt, wat ook is gebleken bij de bespreking van de begroting voor 2007. Veel mee- en tegenvallers die nu in de rekening over 2006 worden gemeld, moeten tegen die achtergrond worden gezien. Daarnaast zijn er Incidentele mee- en tegenvallers, zoals de verkoop van een stuk grond in Maassluis, en die vallen niet van te voren in de begroting te ramen. In ieder geval is de inzet erop gericht om de systematiek van begroten steeds verder te verbeteren, mede door aan de cijfermatige verwachtingen voor het begrotingsjaar ook zoveel mogelijk de doelstellingen te koppelen. Hij verwacht dat bij de rekening over 2007 al een sterke verbetering te constateren zal zijn. De commissie adviseert overeenkomstig het voorstel te besluiten. 5.
Agendapunten t e r kennisname
I V . 1.
V o o r t g a n g s r a p p o r t a g e ABC t w e e d e helft 2006
- De heer Van Dam vraagt naar de redenen voor het verschuiven van de werkzaamheden aan de Koningin Julianalaan in de Kralingerpolder naar 2009, en van de doorverbinding Oranjepolder naar 2011. Volgens het stuk hebben de verschuivingen "in beginsel geen gevolgen voor de hoogte van de uitgaven", maar hoe wordt dan de stijging van de bouwkosten in de komende jaren opgevangen? Verder vraagt hij of het verschil van mening tussen de provincie, de gemeente Westland, de deelgemeente Hoek van Holland en Delfland over de kosten van de doorgang Maasdijk al is opgelost. - Mevrouw Engels heeft de indruk dat In één van de tabellen op de pagina's 9 en 31 een verkeerd jaartal Is genoemd: op pagina 9 zou het gaan om 2005 en op pagina 31 om 2006, terwijl de bedragen gelijk zijn. Verder lijkt het erop dat een deel van de voortgangsrapportage al eind vorig jaar is geschreven. De voorzitter wijst erop dat de rapportage slaat op de tweede helft van 2006. Ontwikkelingen die zich na 1 januari 2007 hebben voorgedaan, zijn dus niet meegenomen in dit stuk. - De heer Hofman vraagt of het vervallen van de dienstweg als gevolg van de verbreding van het Oranjekanaal (pagina 11 halverwege) nog gevolgen heeft voor de wijze van onderhoud van dit deel van het kanaal. - Mevrouw Ter Woorst heeft in het VV-stuk een bekende zin aangetroffen die tot voor kort altijd in de jaarrekening te vinden was, namelijk over vertragingen als gevolg van ROprocedures, noodzakelijk extra onderzoek, afhankelijkheid van besluitvormingsprocedures bij andere partijen, en een moeizame grondverwerving. Ook in de rapportage zelf wordt gesproken over het door Delfland opereren In een "wereld van steeds mondiger burgers en een complexe bestuurlijke omgeving waarbij waterbeheersing slechts één van de belangen Is". Het gaat hier om van te voren bekende aspecten, die dus niet achteraf als argument voor opgelopen vertraging kunnen worden aangevoerd. Bovendien heeft het volgens haar niet te maken met steeds mondiger burgers, maar gaat het vooral om Inspraakprocedures die door het openbaar bestuur zelf zijn vastgelegd. - De heer Zuidgeest vraagt over bijlage I I I (subsidies) of Delfland zelf geen financiële bijdrage hoeft te leveren voor werken in het kader van de Reconstructie Midden-Delfland. De voorzitter antwoordt dat over dit soort werken al jaren geleden afspraken zijn gemaakt. In het algemeen betaalt de rijksoverheid 65% van de kosten van de waterbeheersingswerken, en komt de rest voor rekening van Delfland. Omdat de Reconstructie in 2009 afloopt, wordt alles op alles gezet om de werken voor die tijd uitgevoerd te krijgen. Het ziet ernaar uit dat dit ook zal lukken. - De heer Zuidgeest herinnert er vervolgens aan dat enige jaren geleden samenwerking met de firma Van der Lans, om te komen tot een waterberging onder de kassen, niet is doorgegaan. Toch wordt nu op pagina 6 gesproken over "werkzaamheden waterberging vd Lans". De secretaris licht toe dat het project van indertijd geen investeringsproject was; Delfland zou er alleen een soort huur voor gaan betalen. Nu gaat het om de watergang die Van der Lans heeft aangelegd; die moet nog worden aangesloten op het afvoersysteem ln de polder. - Mevrouw Hilders onderschrijft eerst de opmerking van mevrouw Ter Woorst. Delfland moet inderdaad Inmiddels kunnen anticiperen op een complexe omgeving, procedures en degelijke, nu er de afgelopen jaren ervaring mee is opgedaan. Verder vraagt zij bij de tweede tabel op pagina 8, wat wordt bedoeld met het opschrift "De volgende projecten zijn samengevoegd". Ten slotte vraagt zij over de tabel op pagina's 3 1 , of over de "kredietruimte per 06-06-2006" door Delfland rente betaald moet worden.
- De voorzitter beaamt dat de zin over de oorzaken van vertragingen een standaardzin lijkt te zijn geworden, maar anderzijds worden hiermee wel de feitelijke oorzaken genoemd. Er is ook lering uit getrokken: er wordt voortaan voorzichtiger gepland, er wordt geen jaartal meer gekoppeld aan maatregelen die voortkomen uit polderstudies, en deze maatregelen worden Ingebracht In de gemeentelijke waterplannen, voor zover Delfland de maatregelen niet geheel zelfstandig kan nemen. Daarnaast worden er tijdig communicatietrajecten gevolgd, bijvoorbeeld bij verbreding van watergangen, om het gebied zelf er zo goed mogelijk bij te betrekken. Ook dat doet Delfland zoveel mogelijk gezamenlijk met de betrokken gemeente. Globaal zijn de kosten van de omleiding In verband met het Oranjekanaal € 1,4 miljoen. Delfland had zich al eerder bereid verklaard om de kosten (€ 600.000) van de omleiding van het personenverkeer voor zijn rekening te nemen, en de overige € 800.000 was nodig voor een extra zware constructie ten behoeve van het vrachtverkeer. Vorig jaar Is In bestuurlijk overleg afgesproken dat elk van de vier partijen (provincie. Delfland, Westland en Hoek van Holland) 25% daarvan zou betalen, en inmiddels is dat ook zo afgewikkeld. De dienstweg bij het Oranjekanaal wordt weer teruggelegd. De bereikbaarheid van het gebied voor Delfland verandert dus niet. In de nadere toelichting is aangegeven waarom bij de doorverbinding Oranjepolder de planning (die echt te optimistisch was) niet kan worden gehaald. De bedoeling is wel om In jull 2007 samen met de gemeente Westland een manier te vinden om de vertraging zoveel mogelijk te beperken, want over een maand of negen Is de berging klaar. Hij kan op dit moment geen antwoord geven op de vraag over de verschuiving van de werkzaamheden aan de Koningin Julianalaan in de Kralingerpolder. Hij zal in het verslag een toelichting laten opnemen. '' - De heer Wieqman zegt dat blj uitstel van werkzaamheden enerzijds rente wordt bespaard, maar anderzijds het risico van kostenstijgingen wordt gelopen. Het valt niet te voorspellen of beide zaken elkaar In evenwicht houden. Bij de AWZI Harnaschpolder ls het zeer voordelig uitgevallen, want daar kon worden geprofiteerd van een sterke daling van de bouwkosten die precies In de periode van de aanbestedingen optrad. De heer Van Dam vindt het In ieder geval niet terecht dat het volgens de rapportage voor de financiën "geen gevolgen heeft", want er zal toch ten minste rekening moeten worden gehouden met de Inflatie. De VV zou trouwens ook nog kunnen besluiten dat daar geen rekening mee mag worden gehouden, en dat er dus maar bezuinigd moet worden als de bouwkosten inmiddels zijn gestegen. De voorzitter heeft begrepen dat hier is bedoeld, dat het in beginsel geen gevolgen heeft voor de huidige investeringsramingen, zodat die nu niet worden aangepast. - De secretaris licht bij de tweede tabel op pagina 8 toe, dat steeds een aantal projecten dat nog een afzonderlijke projectcode had, onder één projectcode Is gebracht. Dit geldt bijvoorbeeld voor allerlei werkzaamheden in Den Haag, die onder de projectcode voor het Haags Cluster zijn samengevoegd. Verder zegt hij over de vraag inzake de tabel op pagina 3 1 , dat met "kredietruimte" alleen wordt aangegeven hoeveel er op basis van het VV-besluit van indertijd nog mag worden uitgegeven. Hoeveel er vervolgens door Delfland moet worden geleend binnen die kredietruimte, wordt van maand tot maand bekeken. - Mevrouw Engels vraagt ten slotte nog om de lijst van projectleiders die op de kaart is afgedrukt, opnieuw af te drukken en dan met een grotere letter. De voorzitter zal ervoor zorgen 5 De commissie adviseert het stuk voor kennisgeving aan te nemen.
4
Bij dit project zijn zowel Delfland als de gemeente Westland betrokken, vanwege zowel waterhuishouding- als overstortproblematiek. De oorspronkelijke planning was dat er in 2007 een oplossing gerealiseerd zou zijn. Echter, door de beperkte ruimte ter plaatse is het moeilijk geweest een goede oplossing voor beide problemen te ontwerpen. Volgens de huidige planning zal het werk in de 2^ helft van 2008 gereed zijn, waarna het nazorg traject eindigt in 2009. In 2007 is door de gemeente een deel van de berging ter plaatse van de begraafplaats gerealiseerd. Over het nog verder vergroten wordt overleg gevoerd met de gemeente. Het verbreden van de watergang langs het Kralingerpad is door de beperkte ruimte niet mogelijk. Het huidige ontwerp gaat uit van het aanbrengen van een betonnen duiker. Aangezien dit een zeer kostbare oplossing is, wordt er op dit moment, mede op verzoek van de gemeente, nog onderzocht of er aanpassing in de waterhuishouding mogelijk is. Het aanbrengen van een automatische stuw en het realiseren van een peilwijziging zal in de 2^ helft van 2007 worden aanbesteed. De lijst met een groter lettertype, is als bijlage bij dit verslag gevoegd.
IV.2.
U i t v o e r i n g s p r o g r a m m a Vis
- Mevrouw Hilders maakt zich zorgen over de relatie met de bepalingen in de Kaderrichtlijn Water. Alle wateren in Delfland hebben de status viswater, en vallen daarmee onder beschermde gebieden en de milieudoelen van de KRW. Het lijkt haar echter niet verstandig om het hele watersysteem in Delfland, dat nu "at risk" is, onder de KRW te laten vallen. - De heer Hofman vraagt hoeveel beroepsvissers er binnen het gebied van Delfland werkzaam zijn, en of het beleid ook in samenspraak met deze vissers wordt ingevuld. - De heer Wallinga is verheugd dat er een concreet uitvoeringsprogramma ligt. - Mevrouw Ter Woorst stelt namens de heer Dijkema, dat vis geen papier eet. Hij bedoelt daarmee dat het stuk wel veel beleid bevat, maar weinig concrete uitvoering. - Mevrouw Ruiigh is er juist trots op dat dit stuk (onderdeel van het programma ecologie) zeer uitvoeringsgericht is, wat niet wegneemt dat er voor de uitvoering wel beleidsregels nodig zijn. Het stuk ondersteunt de concrete uitvoeringsactiviteiten die samen met de visstandbeheerscommissies worden opgepakt. Er is op dit moment één beroepsvisser werkzaam in het gebied van Delfland. Hij Is lid van een visstandbeheerscommissie. De provincie is verantwoordelijk voor de toekenning van functies aan wateren, en de status van viswater is al toegekend, lang voordat er sprake was van een Kaderrichtlijn. Met die status wordt nu aangegeven welke chemische kwaliteit van het water verwacht mag worden. Zij zal de opmerking van mevrouw Hilders nader overwegen, want het is niet de bedoeling dat er plotseling een veel breder beschermingsprotocol voor de Delflandse wateren gaat gelden. De commissie adviseert het stuk voor kennisgeving aan te nemen. IV.3.
P r o g r a m m a Ecologie
- Mevrouw Ter Woorst zou de ondertitel ("Water als drager van de Natuur") breder willen formuleren, namelijk door "en Landschap" eraan toe te voegen. Bijvoorbeeld waterkeringen zijn belangrijk als drager van het landschap en voor recreatief medegebruik. Verder vraagt zij bijpagina 25, of ook de uitkomsten van het onderzoek van de Universiteit Lelden van vorig jaar worden meegenomen bij de inventarisatie van ecologische baggermethoden. - De heer Wallinga is verheugd met dit programma. Hij vraagt op welke manier wordt gewerkt aan de cultuuromslag die nodig Is voor het verankeren van het ecologiebeleid binnen de organisatie. Verder vraagt hij naar aanleiding van de laatste zin op pagina 9, hoe het staat met de visie op het beheer van het duingebied. - Ook de heer Hofman zou de ondertitel breder willen formuleren. Hij kan zich trouwens voorstellen dat hier in plaats van "Water" wordt gesproken over "Waterstaat", want het programma ecologie gaat, naast water, ook over keringen. Blj aanleg en verbetering van kaden zal ook het aspect ecologie moeten worden betrokken, niet alleen het punt van beheer. Soms kan immers via kaden een verbinding worden gemaakt met de ecologische hoofdstructuur of tussen natuurgebieden, waarbij die kaden als stepplng-stone kunnen dienen. - Mevrouw Hilders is het van harte eens met het idee om een natuurstructuurvisie op te stellen. In verband met de paragraaf over peil en grondwater lijkt het haar goed om binnenkort weer eens in een Informatieve VV aandacht te geven aan de stand van zaken met GGOR, want GGOR heeft potentieel grote gevolgen voor de functiegeschiktheid van lokaties en de agrarische productie. De voorzitter zegt dit al Is gepland voor het komende najaar. - Mevrouw Ruiigh zou de ondertitel "Water als drager van de Natuur" niet willen veranderen. Het is inmiddels een min of meer gevestigd begrip geworden, waarmee duidelijk wordt gemaakt dat Delfland verschillende rollen heeft, die zijn vastgelegd in de nota Ecologiebeleid en ook nog eens op pagina 4 van het programma Ecologie zijn genoemd. Ook is het voorliggende programma volledig gericht op ecologie, nauwelijks op het landschap. Er komt overigens nog een apart programma Landschap, zoals is afgesproken bij de bespreking van de gebiedsvisie Midden-Delfland; daar wordt nu aan gewerkt. Om natuurvriendelijk denken beter binnen de organisatie te borgen, worden onder andere cursussen ecologie gegeven. Verder zijn zowel blj Beheer als bij Beleid en Onderzoek medewerkers aangetrokken met opleiding en ervaring op het vlak van ecologie. De secretaris zegt aanvullend dat er de afgelopen jaren In de praktijk soms nog wel problemen zijn gerezen, bijvoorbeeld omdat medewerkers die zich met natuurvriendelijke oevers bezighouden, niet
10
altijd in staat blijken te zijn om op een zodanige manier met agrariërs te communiceren dat ook die warm gemaakt worden voor zulke oevers. Het vertrouwd maken van medewerkers met aspecten van ecologie en van communicatie vraagt daarom nog wel een behoorlijke inzet. Daarnaast worden aannemers die regelmatig voor Delfland werken, geïnformeerd over de consequenties van de Flora- en Faunawet, en wordt er ook op toegezien dat zij werken conform de protocollen. Verder bevat de voortgangsrapportage Waterbeheersplan het voorstel om een nieuwe medewerker aan te trekken die op HBO-niveau is geschoold in onderhoud, beheer en ecologie. Mevrouw Ruiigh zegt vervolgens nog dat blj de inventarisatie van mogelijkheden van milieuvriendelijk baggeren wordt gelet op uitkomsten van al verrichte onderzoeken. Zij zal laten nagaan of ook het onderzoek van de Universiteit Leiden is meegenomen. ^ - De secretaris antwoordt dat al eerder een beleidsplan primaire waterkeringen is opgesteld, waarin ook op beheersaspecten wordt ingegaan. Aan de hand hiervan zijn In 2001 beheersvisies voor de diverse delen van het duingebied opgesteld, waarbij al rekening Is gehouden met nieuwe Inzichten over dynamisch beheer van duingebieden. Die visies zullen geactualiseerd worden na afronding van de werkzaamheden in het kader van de zwakke schakels. De commissie adviseert het stuk voor kennisgeving aan te nemen. IV.5.
Rondvraag VV 15 m a a r t 2 0 0 7 : Duurzaam b o u w e n
De heer Wallinga vindt de beantwoording te summier. Hij hoort graag concreet wat er is gedaan aan duurzaam bouwen, welke extra investeringen daar wellicht voor zijn gedaan, wat het heeft opgeleverd aan besparing, zichtbaarheid en voorbeeldfunctie, en wat Delfland ervan heeft geleerd voor volgende projecten. De heer Fransen wijst erop dat Delfland bij dit project na het afsluiten van het contract met Delfluent feitelijk niet méér heeft kunnen doen dan zoveel mogelijk coachen en begeleiden, omdat Delfland blj dit project op afstand staat. Er komt nog een evaluatie van het hele project nadat ook Houtrust ls omgebouwd. Op dit moment kan hij wel zeggen dat tot nu toe blj dit project alles dat Indertijd is afgesproken (en zelfs méér) ook Is gerealiseerd. De voorzitter voegt hieraan toe dat Delfland er blj het afsluiten van het contract met Delfluent op heeft toegezien en zich ervoor heeft ingespannen dat aan duurzaam bouwen ruime aandacht wordt gegeven. De destijds actieve VV-commissie voor de AHR heeft daar ook al op aangedrongen. 6.
Rondvraag en s l u i t i n g
• De heer Hofman maakt een compliment voor de inhoud van het blad Water en Glas. • De heer Wallinga heeft begrepen dat het fietspad op het Polderpad in Delft Is verzakt. Dit pad schijnt op een veenkade te liggen. De secretaris is hier niet van op de hoogte. Hij vraagt om zulke punten telefonisch op te nemen met het Meldpunt toezicht. • De heer Wallinga is verder benieuwd naar de afwikkeling van de verzakking van het fietspad in aanleg op de Strikkade in Pijnacker. De secretaris antwoordt dat hier door de droogte een afschuiving heeft plaatsgevonden. Formeel is het geen veenkade, omdat deze kade niet op de desbetreffende lijst staat, maar er is wel veen In de kade verwerkt. Overigens gaf die afschuiving geen gevaar, want het water was al afgezet en er Is ook geen water de polder ingestroomd, maar het tekent wel opnieuw de kwetsbaarheid van kaden met veen erin. • De heer Wallinga vraagt hoe het staat met het terugdringen van de geuroveriast vanuit de AWZI Harnaschpolder. De heer Fransen antwoordt dat er op dit punt een probleem is ontstaan, omdat het aanbod van geuroveriast uit de hele installatie tweemaal zo hoog is als indertijd is berekend. Daardoor wordt met het biologisch Iavafilter niet 95%, maar 85% van de geur weggevangen, wat stankhinder voor de omgeving van de AWZI kan geven. Er wordt hard aan gewerkt om die overiast terug te dringen. Zo wordt nu geëxperimenteerd met een voorfiltratie door middel van actief koolfilters op de stankbronnen, om het aanbod voor het Iavafilter op het berekende niveau te brengen. Ook wordt nagegaan of het Iavafilter uit te breiden of aan te passen is. Daarnaast is er nog een voornamelijk virtueel probleem gerezen: in het contract van indertijd is abusievelijk een verkeerde decibel-waarde opgenomen, name^ Bij de inventarisatie van ecologische baggermethoden wordt gebruik gemaakt van de kennis en ervaring die bij kennisinstellingen en waterschappen aanwezig is. Daarbij is tot nu toe niet het onderzoek van de Universiteit Leiden meegenomen. Dit onderzoek zal worden opgevraagd en meegenomen in de beleidsvorming.
11
lijk een die lager ligt dan het normale omgevingsgeluid. Daardoor voldoet de AWZI formeel niet aan de geluidseisen; om daar wel aan te voldoen, zou de Installatie een deel van het normale omgevingsgeluid moeten gaan uitdoven, wat onmogelijk is. Volgens de provincie kan dit probleem alleen worden weggenomen door een herziening van de vergunning aan te vragen, maar dat geeft veel gedoe. Er wordt daarom naar een andere oplossing gezocht. • Mevrouw Ter Woorst dringt aan op een follow up van de excursie naar de Europese Unie in Brussel, bijvoorbeeld door de enthousiaste EU-lobbyïst van de Unie in Delfland uit te nodigen om de problematiek helder te maken, en door blj Delfland een accountmanager aan te wijzen voor de Europese contacten. De voorzitter antwoordt dat die er al Is ln de persoon van de heer Nieuwenhuis. Verder gaan binnenkort uitnodigingen uit naar een aantal Europariementariërs uit Nederiand en de Unie-lobbyïst om op bezoek in Delfland te komen. De heer Fransen zegt aanvullend dat deze lobbyist de vergaderingen van de Unie-commissie internationale zaken bijwoont. Hij heeft de verwachting dat deze commissie zich de komende tijd meer op de EU zal gaan richten, maar los daarvan is een bezoek van Europariementariërs aan Delfland zeer nuttig. De voorzitter sluit hierna te 11.35 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Waterbeheer d.d. 26 juni 2007. De voorzitter.
G.G. Slooters
Overzichtslijst van de toezeggingen, gedaan aan de commissie Waterbeheer, behorend bij het verslag van de bijeenkomst van de commissie van 24 april 2007 nr
Toezegging
Trekker
1 09-11-04
Opnieuw evalueren programma ABC-Boezem
WB
2 07-11-06
Presentatie uitkomsten GGOR-pilot in Delft, in commissie Waterbeheer of in een informatieve VV Visie op de kustlijn Notitie woonbotenbeleid (inmiddels onderdeel van beleidsnota inrichtingscriteria watergangen) Informatieve VV over grondwaterbeleid
WB
Cie d . d .
3 16-01-07 4 16-01-07 5 16-01-07 6 16-01-07
WB WB WB
Informatie over tijdpad voor brede inventarisatie door het ministerie Calamivan BZK, waarbij wordt nagegaan in hoeverre overheden gevoelig teiten zijn voor grootschalige calamiteiten, zoals stroomuitval
Voortgang
Streefdatum afronding Rond de lente van 2008 2008 Voorjaar 2008 In de loop van 2007 In de loop van 2007 In de loop van 2007
Delft, 24-04-07 ^