Jezuïeten
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 *Erkenningsnummer P004583
Jan Lambrecht SJ
nr. 31 | herfst 2012
‘Vragen naar een geliefd Bijbelvers is een onmogelijke vraag. Maar er zijn teksten die blijven uitdagen en zelfs bang maken, zoals dat “Ik leef niet meer, Christus leeft in mij” uit de Galatenbrief (2,20).’
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
ING 828228 IBAN: NL85INGB0000828228 BIC : INGBNL2A
J e z u ï e t e n
2
ABN AMRO Bankrekening nr. 51.89.91.830 IBAN: NL46ABNA0518991830 BIC : ABNANL2A Voor Vlaanderen: vzw Lessiusvereniging, Koninginnelaan 141 1030 Brussel Rekeningnummer 435-2059281-51 IBAN: BE75 4352 0592 8151 BIC: KREDBEBB Mededeling: tijdschrift Jezuïeten Redactie: Ward Biemans SJ, Guido Dierickx SJ, Walter Fabri SJ, Eduard Kimman SJ en Carola Lexmond-Kiepe Amaliastraat 13 NL - 2514 JC Den Haag
[email protected] tel. 070 364 29 22 Jezuïetenhuis Hurtado Drongenplein 26 B - 9031 Drongen-Gent
[email protected] ISSN 0167-2967 Verantwoordelijk uitgever: Frans Mistiaen SJ Koninginnelaan 141 1030 Brussel
Voorpagina: Jan Lambrecht SJ.
Foto: Philip Debruyne SJ
INHOUDSOPGAVE ACTUALITEITEN – EJIF: European Jesuits In Formation – Dermot O’Connor SJ. . . . 3 Jezuïeten bijeen in Nairobi, Kenia – Jan Stuyt SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Huize Favre, een nieuw provincialaat – Ben Frie SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 QUICKSCAN – Wauthier de Mahieu SJ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 WERELDWIJD – Over het begin van de GCL en Yellow Tuesday – Louis Paulussen SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 KORTE BERICHTEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 WERELDWIJD – Libanon vandaag – Thom Sicking SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 IN DE KIJKER – Jan Lambrecht SJ. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 IN DE VERREKIJKER – Het Concilie op school – Eduard Kimman SJ. . . . . . . . . . . 21 IN MEMORIAM – Piet Bakker SJ, Daniël Butaye SJ, André Coen SJ, Willy Delputte SJ, Hans Steenkamp SJ, Jozef Van Tulder SJ, Jos De Cuyper SJ. . . . . . . . . . . . . 23 UIT DE STUDIEHUIZEN – Toon Cavens SJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 ACTIVITEITEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
2 0 1 2
Voor Nederland: Stichting St. Claverbond te Den Haag
Herfst is vruchten oogsten. Leven is vruchten voort brengen. Dit nummer mag er ‘God zij dank’ over getuigen. Neem Jan Lambrecht SJ, exegeet in hart en nieren, we plaatsen hem in de kijker. Wat zegt de toekomst? De Europese jezuïeten in vorming (EJIF) kwamen samen. Wat zovelen reeds met en zonder jezuïeten verwezenlijkten in de vroegere Maria-Congregatie en huidige Gemeenschappen voor Christelijk Leven (GCL) kunt u in een overzichtsartikel lezen in dit nummer. De procuratoren, afgevaardigden van de verschillende jezuïetenprovincies uit de hele wereld kwamen samen in Nairobi, Kenia: een hoopvolle samenkomst, zo blijkt. Hoe gaat het in Libanon, in onze communauteiten en onze studiehuizen? Lees maar. We blikken terug op het tweede Vaticaans Concilie, dat vijftig jaar geleden werd geopend. Ook nu zijn er verdienstelijke levens te ge denken. U ziet, er liggen herfstvruchten in de mand.
h e r f s t
Het blad is in principe kosteloos. Giften zijn altijd welkom.
Voorwoord
n r. 3 1
Jezuïeten is een uitgave van de Nederlandse en de Vlaamse Provincie van de Sociëteit van Jezus. Het verschijnt viermaal per jaar en is bedoeld voor familieleden, vrienden en weldoeners.
EJIF: European Jesuits In Formation Eind juli tot half augustus verzamelden afgevaardigden van de Europese jezuïeten in vorming in Heverlee en Drongen. Dermot O’Connor uit Ierland schrijft over deze samenkomst. Zaterdag de 28e juli kwamen de jonge jezuïeten naar Heverlee toe. Ze kwamen uit geheel Europa: Spanje, Portugal, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Duitsland, Litouwen, Polen, Kroatië, Slowakije, Slovenië, Italië en Hongarije. Een was daarbij uitgenodigd uit Kerala (India) en een uit Brazilië. De deelnemers stelden elkaar hun provincies voor. Bij die presentatie waren ook John Dardis, president van de Europese provinciaals en Dermot O’Connor zijn assistent, aanwezig. Wie ook een bezoek bracht was Franck Janin, provinciaal van Zuid-België en Luxemburg. Tussendoor was er een moment om Leuven te bezoeken en te proeven. Sint Ignatius, 31 juli, werd in Brussel gevierd met een bezoek aan het Europese Parlement en de kapel
van de Verrijzenis. Thorsten Philipp (Duitse provincie) was daarbij een voortreffelijke gids. Van 1 tot 5 augustus leidde Eckhart Frick (Duitse provincie) een workshop over communiteit en affectiviteit. Via Brugge ging het dan naar Drongen op 6 augustus. Pater Juan José Etxeberria, de provinciaal van loyola, zou hun retraite begeleiden daarbij bijgestaan door Bart van Emmerik (Nederlandse provincie), Dermot O’Connor, zijn assstent (Ierse provincie) en Anton Volnerik (Kroatische provincie). Verder verkozen zij nog een nieuwe coördinatiecommissie. Na de hernieuwing van de geloften keerden zij naar Heverlee terug, niet zonder hun Vlaamse gastheren te hebben gedankt. EJIF bestaat nu al 26 jaar. Het draagt er sterk toe bij om de vriendschapsbanden tussen de jezuïeten in vorming te verstevigen. Het is hoopvol voor de toekomst, nu werken in een Europees verband meer en meer belangrijk wordt. Volgend jaar zal de Hongaarse provincie hen ontvangen. Dermot O’Connor SJ
3 J e z u ï e t e n
Colofon
ACTUALITEITEN actualiteiten
ACTUALITEITEN
Jezuïeten bijeen in Nairobi, Kenia
J e z u ï e t e n
4
Vergaderen Het hoogste gezag in de orde is de Algemene Vergadering van de Orde. Die is in onze meer dan 450-jarige geschiedenis slechts 35 keer bijeen geweest, de laatste keer in 2008. Wanneer er niet een Algemene Vergadering bijeen wordt geroepen is er om de vier jaar een vergadering van procuratoren. Alle 84 provincies van de orde kiezen hiervoor een vertegenwoordiger. Uit Nederland ging Jan Stuyt naar Nairobi en Vlaanderen koos Nicolas Standaert. Het was de eerste procuratorenvergadering die niet plaats vond in Zuid-Europa. De belangrijkste taak van de vergadering is besluiten of er op korte termijn een Algemene Vergadering moet komen, die bijvoorbeeld een nieuwe algemene overste kan kiezen. Er werd besloten dat die Algemene Vergadering niet bijeengeroepen hoeft te worden. De tweede opdracht van de Congregatie van Procuratoren is het bespreken van de toestand van de Sociëteit. Die discussies concentreerden zich dit jaar
2 0 1 2
h e r f s t
Schoolkinderen tijdens processie
Pater Generaal Nicolás ontvangt offergaven
Afrika Het was een verademing om deze bijeenkomst in Afrika te houden in een springlevende, groeiende kerk die zich inzet voor de verspreiding van het geloof in Christus en voor vrede en verzoening in een door oorlogen geteisterd continent. Ellende te over, en toch een werelddeel dat zindert van de hoop. De liturgie getuigt ervan, de medebroeders zijn enthousiast en jong en de vertegenwoordigers uit het oude Europa waren er stil van. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om een priesterwijding bij te wonen in Nairobi die vier uur duurde, en werd opgeluisterd door trommelaars uit Burundi
en dansende Masaï. Het was een groots feest. De jezuïetenparochie staat in een sloppenwijk met duizenden krotten. Het feestmaal na de wijding werd gehouden op het sportveld van de parochieschool. Het meeste indruk maakte op mij de stoet van dertig basisgroepen uit deze parochie: elk bestaat uit ongeveer tien families die elkaar steunen door samen te bidden, samen begrafenissen en doopfeesten te financieren, en zo vormen die groepen de betrouwbare pilaren waar de parochie op bouwen kan. De dag erna bezocht ik met een maatschappelijk werkster van de Jesuit Refugee Service vluchtelingen uit Somalië en Burundi die in grote getale in Nairobi zijn neergestreken en grote moeite hebben hun kinderen naar school te sturen en werk te vinden. Een minder vrolijke dag dus, maar wel heel leerzaam en ontroerend in al zijn gastvrijheid.
Studie, verdieping en creativiteit Pater Generaal Adolfo Nicolás, de algemene overste, legde in zijn openingstoespraak de nadruk op wat de Paus van de jezuïeten verwacht: studie en verdieping. Dat betekent geen genoegen nemen met makkelijke antwoorden, de spirituele diepgang zoeken en je verstand gebruiken, zeker in geloofszaken. Aan het einde van de vergadering noemde
de generaal een derde aspect dat onze manier van werken moet kenmerken: creativiteit. We zijn er niet om te doen wat anderen ook doen, en we bestaan ook niet om beter te doen wat anderen al doen, maar we zijn geroepen om juist andere dingen te doen. Die creativiteit, het gaan van nieuwe wegen, is nodig in onze interne opleiding, in de scholen en in het afbouwen en loslaten van onze grote scholen, uitgeverijen en andere instellingen. Op het persoonlijke vlak is de creativiteit nodig om onze persoonlijke geloofsverdieping aandacht te geven en niet overwerkt te raken. Terugkijkend is het voor de honderd deelnemers een ervaring geweest van medebroederlijk samenzijn, vriendschappen hernieuwen en geïnspireerd worden. Op bestuurlijk vlak is er weinig besloten - dat kan een bijeenkomst als deze ook niet. Een volgende Algemene Vergadering – die dus nog wel even op zich laat wachten – zal dat wel kunnen doen. Welke onderwerpen daar aan de orde zullen komen? Mogelijk zijn dat onze zending in de wereld en de aanpassing van de structuur van ons internationale besturen en samenwerken. Jan Stuyt SJ
n r. 3 1
Het bestuur van en de besluitvorming binnen de jezuïetenorde zijn geen democratische processen waar met meerderheid van stemmen besluiten worden genomen. De oversten bepalen het beleid na raadpleging van de leden. Toch is er een systeem van checks en balances. De leden van de orde kunnen gevraagd en ongevraagd hun mening geven, en de jezuïeten kennende doen ze dat laatste dan ook. Het centrale bestuur staat onder leiding van Pater Generaal, de algemene overste, die om zich heen een raad heeft van twaalf assistenten die meerdere keren per week vergadert.
rond onze zending in de wereld en rond het communauteitsleven. Pater Generaal gaf zijn indruk van de Sociëteit na de eerste vier jaar in functie. Over het algemeen was er behoedzame tevredenheid. Tevredenheid, want wanneer we naar de orde zelf kijken mogen we zeggen dat de orde het goed maakt: er zijn geen onderwerpen die ons verdelen, de meeste jezuïeten werken hard en doen zinvol werk, vaak op moeilijke plaatsen. Toch zeggen we het met flinke terughoudendheid, want onze aantallen blijven teruglopen en de Sociëteit deelt in de wereldwijde crisis van de kerk en van het geloof.
5 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
De 70ste Congregatie van Procuratoren, een internationale bijeenkomst van vertegenwoordigers van jezuïeten uit de hele wereld, vond plaats van 9 tot 15 juli in Nairobi.
quick scan
J e z u ï e t e n
6
Ben Frie SJ
Wat valt je tegen in jezelf? Een zekere zelfbetrokkenheid bij al wat ik doe en waarvan ik niet los kom, met de vrees dat dit ook mijn gebed onzuiver maakt en doet lijken op dat van de Farizeeër.
Een kort gesprek met Wauthier de Mahieu SJ (*1933) stafmedewerker Oude Abdij Drongen.
Geliefde auteur? Paul Verhaeghe, omwille van zijn scherpe analyses, hoewel ik bij hem hoop en inzet tot verandering mis, of auteurs die openheid scheppen en nabijheid door het menselijke naar boven te halen. Meest bewonderde persoon die je kent en die jou kent? Raar misschien, maar ik heb veel bewondering voor mijn jongste zus. Hoe zij, vanuit haar rotsvast geloof, met anderen omgaat.
Wat trekt je aan in de Sociëteit? Aantrekken? Eigenlijk niet zo veel. Het is vooral de Heer Jezus die mij vroeg om mij in zijn naam aan de mensen te geven, en om dit in de Sociëteit te doen. Ik moet eerder bekennen dat ik met veel tegenzin in de Sociëteit ben ingetreden. Maar ik voelde dat dit de weg was die ik moest gaan. Dat is dan ook voor mij de genadeweg geweest die me heel gelukkig heeft gemaakt en ontzettend dankbaar om het vertrouwen dat ik gekregen heb om daarin ook mijn eigen weg te gaan.
Jouw idee van een gelukkig leven? Mogen samenvallen met wie je in het diepst van jezelf bent, en dat samenvallen dan ook concreet mogen waar maken.
Welke kwaliteit waardeer je het meest in een jezuïet? Naast zijn leven in verbondenheid met God, zijn het er eigenlijk drie: eenvoud in zijn optreden, de innerlijke vrijheid waarmee hij zich geeft en een juist aanvoelen van wat momenteel aan het gebeuren is in onze Kerk, in onze maatschappij en in onze wereld.
Wie is Ignatius in je leven? Iemand die zo gevoelig was voor de tekenen van de tijd en tegelijk zo verbonden leefde met God, dat hij in Hem de innerlijke vrijheid vond om nieuwe wegen aan te durven en anderen aan te zetten om die ook zelf te gaan.
Wanneer noem je iemand een vriend? Iemand bij wie ik de snaren, bij bepaalde gebeur-
Van welke historische gebeurtenis was je getuige? De onafhankelijkheid van Congo, met die onoverbrugbare kloof tussen mensen, culturen en vormen van samenleving, die mensen tegenover elkaar deed staan, zonder elkaar te begrijpen.
Heb je een levensmotto? Liefdevolle aandacht voor de mens die voor je staat.
2 0 1 2
De Fransman Pierre Favre (1506 – 1546), in het Latijn Petrus Faber, was eigenlijk een van de drie stichters van de jezuïetenorde. Als studenten aan de Parijse universiteit woonden Ignatius van Loyola, Franciscus Xaverius en hij in dezelfde kamer. Hij was de eerste priester van de orde en in zijn handen legden de eerste jezuïeten hun geloften af. Later bereisde hij heel Europa en gaf veel retraites. Een van zijn retraitanten was Petrus Canisius, de zoon van de burgemeester van Nijmegen, die ook toetrad tot de orde. Naar hem werden in Nijmegen een school genoemd, een singel, een ziekenhuis – hij is met een groot standbeeld ruim aanwezig in de stad en behoort zelfs tot de historische canon. De onlangs geopende parkeergarage bij het station bevestigt dit nog eens met een prent. Favre is enige tijd in Leuven geweest. Om politieke redenen was een groepje Franse jezuïeten, de eerste generatie van de orde, uitgeweken naar deze Vlaamse stad, maar Ignatius zag hen liever doorreizen naar het studiehuis in Coïmbra. Favre krijgt de opdracht om hen te begeleiden, maar heel gewone omstandigheden (geen schip te vinden, een koortsaanval van Favre) verhinderen de planning – zoals wel vaker in de geschiedenis van de orde. Toch leidt de inspirerende aanwezigheid van Favre tot een toestroom van nieuwe kandidaten die allemaal mee willen naar Coïmbra. Die inspiratie komt zonder twijfel uit de geestelijke oefeningen, die Favre van zijn metgezel Ignatius leerde kennen, zich totaal eigen maakte en voorzag van aanvullingen. Ignatius zag in hem de best denkbare begeleider. Favre beschouwde de oefeningen als uitmuntend instrument om het katholieke geloof nieuw leven in te blazen. Met groot succes, in zijn geval. In de zomer van dit jaar werd gewerkt aan de ontruiming van het klassieke adres van ons provincialaat (de Amaliastraat in Den Haag), waar het economaat nog enige tijd gevestigd zal blijven. Huize Favre is daar wel een heel kleine opvolger van, maar de naam moge aangeven dat we willen blijven werken uit zijn inspiratie. Je weet nooit waar het toe leidt.
h e r f s t
Gedrieën staan we bij het nieuwe huis dat de Nederlandse jezuïetenprovincie heeft verworven, de scheidende provinciaal Jan Bentvelzen, de nieuw aantredende Johan Verschueren en ik als faciliterend verschijnsel in de provincie. We bespreken de naam van het huis. Vorige eigenaars leefden met de naam ‘Miriam’ op de voorgevel. We zijn er niet gelukkig mee. Waarom zou de joodse naam van Maria op ons huis zinvol kunnen zijn? We praten over alternatieven. Naast het Berchmanianum (Jan Berchmans) en het Canisiushuis (Petrus Canisius) in Nijmegen heeft de Nederlandse jezuïetenprovincie het Stanislashuis (Stanislas Kostka) in Delft, het Ignatiushuis (Ignatius van Loyola) en het Xaveriushuis (Franciscus Xaverius) in Amsterdam. Het zijn allemaal namen van jezuïeten uit de begintijd van de orde. Johan opperde de ontbrekende naam in de serie: Favre. Toen Jan de straatnaam terzijde van het huis zag (Kanunnik Faberstraat), leek dat een bevestiging van de gedachte om de naam Favre te kiezen voor het provincialaat van de Nederlandse jezuïeten.
tenissen, feiten of omstandigheden, een beetje op dezelfde wijze voel trillen als bij mij, met wie ik dat kan delen, en die mij daarom alles mag zeggen –of omgekeerd- zonder dat ik in mij de nood voel opkomen om mij te rechtvaardigen.
n r. 3 1
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
Huize Favre, een nieuw provincialaat
7 J e z u ï e t e n
ACTUALITEITEN
wereldwijd
J e z u ï e t e n
8
Het was de gewoonte dat een groep, als deze van Leunis, zich een patroon koos. Maria, de moeder van onze Heer werd gevraagd deze rol te vervullen.
De oorspronkelijk geest verflauwt: 1733 – 1948
Stichting H. Ignatius van Loyola
De bedoeling van deze vereniging is duidelijk: christelijke vroomheid (het hele leven) te laten samen gaan met hun ontwikkeling in de wetenschappen. Anders gezegd: ‘onze groepen zijn bedoeld voor mensen die de nood voelen om hun menselijke leven in alle mogelijke dimensies te laten samengaan met de volheid van hun christelijk geloof’.
Verantwoordelijkheid Het is merkwaardig om vast te stellen dat de documenten van de 16e eeuw meer in overeenstemming zijn met Vaticanum II over leken, dan vele documenten uit de rest van de 20e eeuw. Voor Leunis was het vanzelfsprekend dat de studenten uit zijn groepen hun eigen regels opstelden, hun beslissingen zelf
Zoals geweten werd op 21 juli 1773 de Sociëteit opgeheven. De plaatselijke bisschoppen moesten deze verordening gaan voorlezen in de jezuïetenhuizen. Tsarina Catharina II wilde dit in Rusland niet laten gebeuren. Elders verdween de Sociëteit en de CM. Toch verordende Clemens XIV dat de CM kon blijven bestaan zonder de jezuïeten. Goed en kwaad. De CM kon verder werken en uitbreiden maar dit zonder de ondersteuning van de oorspronkelijke spiritualiteit. Lees: de Sociëteit was immers afgeschaft tot aan het herstel in 1814.
Toekomst In 1922 heeft pater Ledochowski, toenmalig generaal overste, de jezuïeten die in de CM werkten samengeroepen: 40 jezuïeten uit negentien landen. Er werd beslist om in Rome een centraal secretariaat te openen. Het is Pius XII die met de apostolische constitutie Bis Saeculari de CM ondersteunde: ‘de CM is een bijzondere vorm van katholieke actie’ schreef hij.
Naar de ‘Gemeenschap Christelijk Leven’ (GCL), Rome 1950 De opvolger van pater Ledochowski, John Janssens, riep in 1950 een vergadering in Rome bij mekaar.
De nieuwe algemene beginselen Het Mariajaar1954 was een goede gelegenheid om een congres te organiseren. Niet veel later kwam er een kleinere vergadering samen in de Gregoriana Universiteit. Was het niet in de voorganger van deze universiteit dat Leunis begon? Het was het startpunt voor een wereldwijde vernieuwing. De nieuwe algemene beginselen zijn niet ontstaan achter de werktafel. Ze zijn de vrucht van langdurige ondervinding. De herleving van de Geestelijke Oefeningen, originele bron van de beweging, is ook binnen deze ondervinding te situeren. In Europa startte de herontdekking van de Geestelijke Oefeningen vanuit studie en reflectie. Hugo Rahner SJ, werkte eraan mee. Van toen af groeide in Europa de gewoonte om ook langere retraites te doen. Met de presentatie van de nieuwe beginselen werd gewacht tot het concilie beëindigd was. Rome 1967 was een nieuw begin: er kwamen nieuwe algemene beginselen, nieuwe statuten, een nieuwe naam voor de beweging en een nieuwe naam voor het internationale magazine.
Nieuwe naam Het werd nodig de naam van de beweging te veranderen vermits de beweging zulke innerlijke verandering had ondergaan. Tijdens consultaties bleek hoe ‘christelijk leven’ onder een of andere vorm in de nieuwe naam naar voor kwam. Nochtans werd de nieuwe naam: Gemeenschap Christelijk Leven niet onmiddellijk en algemeen aangenomen. Opwerpingen tegen
2 0 1 2
Maria Congregatie
Ignatius staat aan het begin van de Mariacongregatie. Hij bracht ‘vrije’ mensen bijeen, bezield met het geheim van een onbegrensde liefde tot God: een onweerstaanbaar vuur. De eerste jezuïeten waren omringd door leken. Zij werkten met jezuïeten samen. Als je hen (de leken) bezig ziet, zie je hoe zij mede gevormd zijn door de geest van de Sociëteit van Jezus: goede vorming, gebed, soepelheid en een aanpassingsvermogen om in te gaan op de steeds wisselende nood.’ In 1540 reeds leidde Pierre Favre een groep.
Een jonge kerel stapte van Luik naar Rome en bood zich daar aan om jezuïet te worden. Hij werd aanvaard. Hij heette John Leunis. Hij wordt beschouwd als de stichter van de Congregatio Mariae (CM) Mariacongregatie, voorloper van de huidige GCL. We zijn nog in de beginperiode van de Sociëteit. Ignatius zou drie maanden later sterven. Leunis was knap en origineel in het formuleren van wat deze CM wel was en bedoelde te zijn. Hij verstond de kunst om anderen te motiveren hun verantwoordelijkheid op zich te nemen en om hun activiteit daarop te richten. Hij verstond de kunst om mensen samen te brengen en om hun samenzijn vorm te geven. Leunis en zijn medewerkers formuleerden hun leefwijze als een eenheid: alle facetten van het christelijke leven brachten zij bijeen in één christelijke leefstijl. ‘Het is de bedoeling van onze congregatie om wetenschappelijke vorming in eenheid te houden met het leven als christen.’
De ‘broeders’, zoals de groepsleden zichzelf noemden, kwamen dagelijks samen voor eucharistie en gebedstijd. Ze zongen een gedeelte van het officie van Onze Lieve Vrouw, hielden een terugblik van de dag en bereidden hun gebed van de volgende dag voor. ‘Allen zijn broeders van één familie en broeders in Christus.’ ‘Elke broeder’ is een uitdrukking in die dagen veel gebruikt.
h e r f s t
Een lekenbeweging door Ignatius geïnspireerd: 1540-1773
Gemeenschapsleven
n r. 3 1
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
Van Louis Paulussen SJ vonden wij op de site van de internationale GCL (Gemeenschap Christelijk Leven) een verhelderend artikel dat de geschiedenis van GCL van de vroege Mariacongregatie (CM) uit de beginperiode tot de GCL kort en inspirerend beschrijft. Het kan achtergrond vormen voor wie wil kennismaken met deze lekenbeweging en verdieping bieden voor wie deel uitmaakt van bestaande groepen. In een van de volgende nummers van Jezuïeten zal deze bijdrage worden verder gezet.
Het was een aarzelende samenkomst. Op 19 februari kwam Louis Paulussen, schrijver van dit artikel, in Rome toe om het centrale secretariaat te leiden. Snel werd een ‘wereldfederatie’ op poten gezet. Een centraal secretariaat was niet genoeg. Er was nood aan een representatief orgaan van gekwalificeerde leken. Belangrijk was dat mensen de gelegenheid kregen om samen te werken. Tijdens het eucharistisch congres van Barcelona in 1952 vroegen de leden ‘zo snel mogelijk’ het opstellen van statuten en om ze te laten bevestigen door Pius XII. Deze accepteerde het voorstel. Daarmee was ook de wereldfederatie officieel gestart.
9 J e z u ï e t e n
Over het begin van de GCL en Yellow Tuesday
namen, dat ze niet alleen hun eigen groepsverantwoordelijken kozen maar ook de jezuïeten die hen zouden begeleiden. Hij gaf hun volle verantwoordelijkheid.
korte berichten
J e z u ï e t e n
10
Meer info: www.gclvlaanderen.be of www.cvx-clc.net
Aansluitend bij het vorige waarin de eenheid van het dagelijkse leven en de geloofsbeleving onderstreept werd, een voorbeeld uit de praktijk van de Wereld-GCL vandaag.
GELE DINSDAG: YELLOW TUESDAY De Wereld-GCL is zich meer en meer bewust van de noodzaak om waar het mogelijk is als internationale beweging haar bijdrage te leveren in het ondersteunen van de meest kwetsbare mens. De Dominicaanse Republiek met een bevolking van rond de tien miljoen inwoners heeft een van de laagste budgetten voor onderwijs in Latijns – Amerika. Vermits onderwijs en opvoeding tot de grondrechten van elke mens en zeker van kinderen en jongeren behoort, werd een actie opgezet waaraan de wereld-GCL deelgenomen heeft. Dinsdag 4 oktober 2011, vandaar TUESDAY, werd in ambassades en consulaten van
de Dominicaanse Republiek een brief overhandigd waarin gevraagd werd om de bijdrage voor onderwijs in het land op te trekken tot 4% van het BNP. Deelnemers waren gekleed
in het geel, de affiches en het reclamemateriaal waren geel, vandaar YELLOW TUESDAY. Bron: Progressio, Publication of the World Christian Life Community, 1/2012.
*
*
Agora
ANTWERPEN
Na het vertrek van Ward Dirven en Jos Vercruysse uit ons huis viel het leven hier een beetje stil. We moesten de gelederen opnieuw sluiten en heel wat taken onder elkaar verdelen. Al kwam er voor broeder Florent Uyttersprot een pak huishoudelijke zorgen bij, toch merkte je nauwelijks enige toename van stress. Luk Arts werd nu voorganger bij de ochtendmis van de zusters Karmelietessen, zoals Jan Bekaert het doet bij de zusters van het Sint Vincentius ziekenhuis. Reimond Coulier blijft de redder in nood bij alle problemen in huis met computer of internet.
Guy le Grelle zorgt voor het mooiste beeld en de zuiverste klank op ons televisiescherm en Geert Boeve lost alle economische problemen op in huis en houdt de balans in evenwicht. Van ’s morgens vroeg al trekt André Vergouwen de deur achter zich dicht en stapt gezwind naar de Sint Antoniusparochie op de Paardenmarkt waar de toestroom van behoeftigen en eenzamen alsmaar groter wordt. Gelukkig kregen we een tijdelijke versterking vanuit Kimuenza, Congo: Toon Ploem (Centraal-Afrikaanse provincie) kwam hier een poosje uitrusten, van kop tot teen een reeks medische controles ondergaan, en ondertussen het Vlaamse land verkennen van Neerpelt tot Oostende, om oude vrienden op te sporen. Na een week verblijf aan zee met de Mannelijke Religieuzen van België (MRB) zijn Guy le Grelle en Jan Bekaert half juli blakend van gezondheid van Nieuwpoort-Bad teruggekeerd, vol lof over de schitterende organisatie en vooral de hartelijkheid waarmee iedereen er onthaald werd. Voor het feest van onze heilige stichter Ignatius nodigden we alle medebroeders van Antwerpen-Centrum uit. Eregast was Fons Swinnen.
*
Iñigo
BRUGGE
In de voorbije lente- en zomermaanden werden vanuit de jezuïetencommunauteit van Brugge een groot aantal gevarieerde activiteiten ontplooid. Leo De Weerdt bereidde dagen lang met toegewijde vrijwilligers/sters de Loyola-tocht voor. En op 11 juli vertrokken 27 pelgrims en 13 medewerkers/sters voor de voettocht van Loyola naar Xavier. Ze werden begeleid en geholpen door een groep groepsleiders (waaronder jongere jezuïeten van onze provincie) samen met de steeds hard werkende logistiekgroep. Onze overste, Hugo Roeffaers, stond ook niet stil. Hij begeleidde in mei een retraite voor diaken-koppels van het bisdom Brugge in Oostende, maakte een studiereis naar de Athosberg en spoorde even naar Parijs om les soeurs de l’Assomption te begeleiden bij hun kapittelwerk. Leo Vandenabeele ging op het einde van mei op retraite in Drongen onder leiding van Walter Fabri; een maandje later nam hij deel, samen met een tiental medebroeders en nog zestig andere religieuzen, aan een vakantie-
2 0 1 2
Eerst wat over personalia. Eerder dan verwacht is Sunu vertrokken naar Indonesië, om zijn provincie te vertegenwoordigen bij de ontmoeting van procuratoren in Naïrobi. Volgend jaar hoopt hij zijn proefschrift af te maken. Verder hebben we zes weken gezelschap gehad van Mark McDevitt, novice voor de Britse provincie. Hij was hier voor een stage in de Spaanssprekende parochie, en natuurlijk ook om kennis te maken met onze provincie. Tjeerd Jansen is weer terug verhuisd naar de Krijtberg. De grote stapel lege verhuisdozen beneden in de hal is een Begin juli heeft de communauteit goed teken. gezamenlijk Noord-Holland onveilig gemaakt. Het woord ‘onveilig’ slaat op de snelheidsboetes die we achteraf ontvingen – verder is het natuurlijk figuurlijk bedoeld. We hebben, met andere woorden, een goede tijd met elkaar gehad. Vanuit Heiloo hebben we de kerken en cultuur van de regio verkend. Sommige van die kerken gaan maar liefst terug tot de 15e eeuw. Op 31 juli is natuurlijk Ignatius gevierd, met Peter Koper als jubilaris. Georges Ruyssen was over uit Rome, en een Tsjechische jezuïet zat aan het orgel. Wat het nieuwe studiejaar betreft is er alleen nieuws te melden over het jongere segment van de communauteit. Bart Beckers zal binnenkort zijn studie afronden en dan voltijds aan de slag gaan in de Krijtberg. Jos Moons is inmiddels begonnen als studentenpastor voor de theologiestudenten in Utrecht. Daarnaast is hij, na een kruisverhoor door een soort vierschaar, aangenomen als assistent in opleiding. En verder gaat alles het komende jaar zo’n beetje door zoals het was.
h e r f s t
Pius XII had reeds geschreven dat de (MC) GCL is en was de praktische toepassing in het dagelijkse leven van de Geestelijke Oefeningen. Vanuit de persoonlijk begeleide Geestelijke Oefeningen en de
Uit: Louis Paulussen SJ, God Works like that Origins of the Christian Life Community, in: Progressio, supplement 14 / June 1979 Publication of the World Federation of Christian Life Communities Rome Vertaling: Walter Fabri SJ
AMSTERDAM
n r. 3 1
Nieuwe ontwikkelingen na 1967
opleidingen daartoe werd de typische pedagogie van de Geestelijke Oefeningen herontdekt. Zo werd het duidelijk dat GCL-leden een eigen roeping hebben. Zij zijn uitgenodigd om attent te zijn op de heel concrete wensen van God in hun leven. Deze manier van leven veronderstelt op het persoonlijke en gemeenschappelijke vlak permanent onderscheidingsvermogen en een beschikbaar zijn.
11 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
waren: met deze naam zeg je niets specifieks over de beweging. Inderdaad, GCL beleeft zoals zoveel anderen het evangelie, maar dan wel in de geest van de ignatiaanse oefeningen. Een andere opwerping luidde: ‘En Maria dan? Wordt zij gebannen?’ Schrijver van dit artikel, Louis Paulussen, wordt droef bij deze veronderstelling. Indien onze liefde tot Maria zou verwaterd zijn, dan zou al onze ontspanning een grote vergissing geweest zijn. Zij is aanwezig in de beweging niet aan de rand, maar te midden de verlossingsgeschiedenis. Zij is aanwezig zoals zij aanwezig is in de evangeliën: als iemand die haar Zoon in het licht stelt.
Een kleine aardverschuiving, zo voelt het soms aan wanneer pater provinciaal zijn pionnen op het schaakbord verplaatst. Dat gebeurt gewoonlijk in de zomertijd wanneer de meeste geesten welwillend zijn vanwege het schone weer. Maar toch is het een hele aanpassing voor de gemeenschap van Brussel die zo min of meer gehalveerd werd. Decimeren klinkt al dramatisch, maar het moeten stellen met ongeveer 50% mankracht minder is toch een grote sprong voorwaarts – voorwaarts, we blijven positief. Onze overste, pater Hugo Carmeliet, verblijft nog altijd buiten het huis. Dat weet iedereen en men benijdt er ons nog om ook. Pater Bernard Pottier (Waalse provincie) heeft zich teruggetrokken in een klooster in Polen. Pater Vincent Ferrant vertoeft in Porto – Portugal voor zes maanden sabbattijd. Pater Bob Albertijn biedt van nu af aan in Heverlee zijn diensten aan. Pater Fons Swinnen zou nog bij ons kunnen blijven maar dat is onzeker; hij vertrok in ieder geval al naar de Bretoense kust. Ginds recupereert hij van zijn bewogen diensttijd als onze gevierde provinciale overste. De minima societas in de Arrupecommunauteit blijft nochtans een gastvrije gemeenschap voor vriend en vijand. Een inbreker (uit Colombia denken we) werd na het forceren van onze voordeur zo voorkomend en
*
Hurtado
Traditiegetrouw ontving ons huis in de zomer retraitanten zowel voor een achtdaagse dan wel voor een dertigdaagse. Zij kwamen uit Vlaanderen en Nederland. Pieter-Paul Lembrechts en Wauthier de Mahieu begeleidden hen daarbij vanuit ons Drie stafleden uit Drongen trokken mee huis. met de Loyolatocht. Bart van Emmerik als inleider en stapper, Pascal Veeckman en Ria Savoye in de logistiek. Bart begeleidde de EJIF retraite van Europese scholastieken in huis. U leest erover in dit nummer. Seffens springt hij: ‘Op de fiets met God’, bezinningsdagen op de fiets. André Cnockaert gaf in de meimaand een achtdaagse in Lourdes en we hadden Vincent Van Haelst als gast in huis. Waar Walter Fabri mee bezig was? U heeft zijn werk in handen. Op het bordes en op het grasveld voor ‘het abbatiaal’ ontvangt de kleurrijke Arkgemeenschap nu wie ons centrum bezoekt.
*
Sint-Jan Berchmans
www.jongsj.wordpress.com
DRONGEN
HEVERLEE
Op 9 mei kwamen de laatste drie Drongenaars aan: Frans Feyen, Paul Fivez en Piet Moonen; later nog gevolgd door Piet De Cock, die gedurende vele jaren mooi werk verricht heeft in een volkswijk in Zelzate en nu ook meer zorgen nodig heeft. Ook Jos Vercruysse van de Agoragemeenschap in Antwerpen voelt zich wat verzwakken en is bij ons komen
*
*
2 0 1 2
In het Stanislascollege is het goed te merken dat de schoolvakantie nog niet voorbij is, maar de leden van de jezuïetencommunauteit pal ernaast zijn terug in Delft: Wiggert Molenaar deed zijn retraite in Italië en plakte er een week in Rome aan vast. Bert ten Berge zat op Schier, waar Jan Hoogma hem enkele dagen gezelschap kwam houden. Jan was voor het eerst van zijn leven op dit ‘verrukkelijke’ Waddeneiland en waarschijnlijk niet voor het laatst. Peter de Ruiter hield zijn wandelvakantie in het zuiden van Nederland. Dries van den Akker zette zijn jaarlijkse fietstocht langs Bretonse heiligen en heiligdommen voort: ontdekte weer nieuwe. Het is trouwens duidelijk te merken dat onze medewerkers Berno en Hannie nog niet terug zijn: niet alleen omdat we nu zelf moeten koken en wassen, maar ook omdat ze gezelligheid in huis brengen. Het Ignatiusfeest op 31 juli is voor jezuïetencommunauteiten een belangrijke datum; jezuïeten onderbreken er zelfs hun vakantie voor. Wij vierden tegelijk het vijftigjarig priesterfeest van Jan Hoogma. Jan vroeg en kreeg een ‘eenvoudig, maar stijlvol’ feest. Hijzelf ging voor in de eucharistie. Daarna volgde in de bibliotheek het door Berno en zijn vrouw Maaike klaargemaakte diner met familie, vrienden en medebroeders. Dries en Bert hadden liederen gecomponeerd, die we allemaal uit volle borst meezongen. Aanwezig was ook Peter Lutjeveld die vanwege de sluiting van het huis in Den Haag nu buitenlid is van onze communauteit. Ook krijgen
*
wonen. Enkelen verbleven hier tijdelijk voor medische hulp of voor revalidatie: André Rosier, Wim Mercelis, Frans Chanterie en Fernand Van Neste. André Rosier heeft op 23 mei met knap beeldmateriaal verteld over zijn werk in Kisantu. We mochten ook het bezoek ontvangen van missionarissen met verlof: Gérard Verbraeken, Jef De Pril, Jan Evers en Vincent Van Haelst. Allemaal gelegenheden voor aangename ontmoetingen met vrienden. Onze Tiroolse huisgenoot, Roger Lenaers, woonde ook enkele weken bij ons, maar veel zagen we hem niet, druk als hij het had met bezoeken aan familie en vrienden. Paul De Greef is hem in Tirol gaan vervangen als pastoor van twee bergdorpen. Het was voor hem meteen de gelegenheid om wat rust te nemen na een zwaar jaar: zijn verhuis naar Heverlee, zijn werk als voorzitter van JRS-Belgium, zijn hulp bij het beëindigen van de werking van Kerk & Wereld en zijn vele contacten met de Koerden in het Leuvense. Mark Rotsaert, overste van de Gregoriana-universiteit in Rome, is die snikhete stad voor een paar maanden ontvlucht, maar veel rust is hem daarbij niet gegund: vanuit Heverlee moest hij voor een of andere opdracht naar Parijs (Algemeen Kapittel), naar Lovenjoel (retraitebegeleiding), Hilversum, Dublin (congres) en wellicht nog naar elders. Op het feest van Sint-Ignatius mochten wij hem beluisteren in de homilie over de ‘discreta caritas’ (liefde met onderscheiding); vooral de leken waren er opgetogen over: zo kenden ze de jezuïeten nog niet. Twee medebroeders-professoren, de ene uit Parijs, de andere uit Innsbruck, verbleven enkele dagen bij ons voor een congres aan de universiteit. En dan is er EJIF, de groep van ‘Europese Jezuïeten In Vorming’, die wij hier voor een paar weken mochten herbergen. Uit meer dan twintig provincies was er een afgevaardigde (voor onze provincie Toon Cavens, die in Londen studeert): zoveel jonge medebroeders die in een of ander Europees land filosofie of theologie of iets anders studeren of stage doen en drie weken samen zijn om elkaar en het leven in de sociëteit beter te leren kennen en om zich samen te bezinnen. Uit al het voorgaande moge duidelijk zijn dat onze nieuwe minister, Bob Albertijn, zijn handen al dadelijk meer dan vol had. Op 1 juli heeft Alois Vissers de fakkel en de tafelbel aan hem doorgegeven. Gedurende negen jaren heeft Alois zich op een heel menselijke manier van
h e r f s t
Stanislashuis
DELFT
we door de sluiting van het huis in de Amaliastraat nu meer medebroeders uit binnen- en buitenland te logeren; dit geeft een extra dimensie aan ons communauteitsleven. We besloten het huisbericht in het vorige nummer met de mededeling dat Frits Wobbe voor revalidatie naar het Berchmanianum in Nijmegen was vertrokken. Inmiddels is duidelijk geworden dat Frits niet meer terug zal komen naar Delft. Dit is een pijnlijke verandering voor hemzelf, voor ons en voor ieder die hem lief is. Ook Wiggert woont sinds kort parttime in het Berchmanianum; hij assisteert daar Benoît Stoffels, de minister van dat huis. Dit betekent dat hij regelmatig zal moeten reizen, maar vooralsnog ziet hij vooral de mooie kanten van deze nieuwe situatie.
n r. 3 1
Arrupe
BRUSSEL
in zijn eigen taal ontvangen door de huisbewoners dat hij zich met tranen van berouw meteen uit de voeten maakte zonder buit (denken we).
13 J e z u ï e t e n
2 0 1 2
h e r f s t n r. 3 1 J e z u ï e t e n
12
week in Nieuwpoort. Charles Verhezen begeleidde in juli in Wavreumont een retraite voor priesters van een Charles de Foucauld-groep. In juli trok hij naar Oostenrijk waar hij genoot van een deugddoende vakantie bij Roger Lenaers. Tonny Cornoedus deed in april weer aan team-building in Lustin, maar deed het zelf na de ervaringen van vorige keer, wat rustiger aan. Ondertussen is hij officieel op pensioen als aalmoezenier van de Brugse gevangenis. Hij zorgt verder voor Pit-stop, het opvanghuis voor mensen die hun leven terug op de sporen willen zetten. Maar al spoedig werd hem gevraagd als aalmoezenier bij te klussen in het detentiecentrum van Ruislede. Meteen nam hij de taak van huisminister op zich, zodat Leo De Weerdt zich nog meer kan inzetten voor de opvang in huis. Bernard Van Dorpe zorgde er midden al deze beweging voor dat de thuisblijvers op tijd en stond spijs en drank krijgen.
J e z u ï e t e n
14
Lessius
Onze beide studenten, Walter Ceyssens en Oliver Dy hebben hard gestudeerd. De uitslagen waren in verhouding! Ook onze professoren Rob Faesen, Nicolas Standaert en Jacques Haers hebben hun best gedaan. Met het afnemen van examens wel te verstaan. Nikolaas Sintobin was maar wat blij dat de nieuwe website van de SJ (www.jezuieten.org) eindelijk online ging, na een olifantsdracht van 13 maanden … Gedurende de zomer kenden we hier een afwisseling van vakantie en allerhande engagementen: procuratorenvergadering, pelgrimstocht, geestelijke oefeningen, bezinnende vakanties, studiesessies … Alles samen een goede voorbereiding op het nieuwe academiejaar, met alweer een nieuwe samenstelling van de gemeenschap: Walter Ceyssens verhuist naar Antwerpen, Bert Daelemans is terug een jaartje onder ons en we onthaalden Anthony, een Vietnamese medebroeder, die gedurende één semester komt werken aan een doctoraat in de exegese.
*
*
*
*
*
Canisiushuis
Ben Frie ging aan de slag als pastor in Wijchen, waar hij in de parochie de Twaalf Apostelen het team van pastoor Martin Claes part-time versterkt. Dezelfde Martin Claes en Winfried Timmer (zie Jezuïeten 28, Winter 2011) gaven in de Veertigdagentijd met de jezuïeten van de Graafseweg een gebedsweek in de parochies van Uden. Terwijl Jan Stuyt in Kenia was voor retraite en de vergadering van procuratoren hielden Ward Biemans en Theo van Eijk de Canisiusparochie in de Molenstraat draaiende. Een hoogtepunt voor de parochie was het vrijwilligersfeest van begin juni. De honderd vrijwilligers werden op een zonnige zaterdag in het zonnetje gezet: er was een feestelijke eucharistieviering en daarna een heerlijke maaltijd in restaurant Groenewoud. Onder de vrijwilligers zagen we de jezuïeten Frans Kurris en Ben Frie en bestuurders en pastores van belendende parochies. Dat laatste is niet zo vreemd omdat juist dit voorjaar de fusiebesprekingen zijn gestart voor de parochies in Nijmegen-Centrum en Nijmegen-West. Over een jaar gaan die acht parochies samen en daar is ook de parochie van Petrus Canisius bij betrokken. Jan Peters uit Ravenstein onderging in juni een hartoperatie: de vele besturen waar hij lid van is kijken uit naar zijn herstel. Ons communauteitslid te Arnhem, Hans Koenen, vierde op 31 juli een jubileum: 50 jaar priester.
*
*
www.gewijderuimte.org
2 0 1 2
Onze zomer mag een succes worden genoemd. Behalve individuele vakanties, meestal met een pastoraal of studieus snufje, waren er de uitstapjes naar Kevelaer en naar de nabije Floriade bij Venlo. Zeker de helft van onze bewoners nam deel aan dat dagbezoek aan die immense tuinbouwtentoonstelling, een vermoeiend maar zeer gewaardeerd initiatief. De zomer werd ingeluid door de Balkanweek. Boeiend, met een lezing, een trommelworkshop waarbij horen en zien verging, optredens van een koor en een orkest, waarbij talloze muziekgenres van kerkmuziek tot bruiloftdansen de revue passeerden. Ook de gebruikelijke quiz en tot besluit een uitvoerige (natuurlijk Balkan) maaltijd voor honderd bewoners en medewerkers. De beide activiteitenbegeleidsters hadden eer van hun werk. Er kan ook gemeld worden dat thans de prachtige kapelramen van glazenier Asperslagh in volle luister zijn gerestaureerd. De zomer werd dit jaar gekenmerkt door persoonlijke gebeurtenissen. Vijf baby’s werden er geboren bij onze medewerksters, een fraaie indirecte verjonging van onze bevolking. Ons huis als zodanig kreeg er ook een broertje bij: op zeven minuten afstand lopen werd ten behoeve van het nieuwe provincialaat Huize Favre geopend, zonder plechtigheid overigens, de eerste keer o.i. dat een huis van onze provincie de naam van Ignatius’ eerste gezel draagt. Het huis werd in gebruik genomen door de nieuwe provinciaal van beide provincies op het feest van Maria-ten-hemelopneming, toen deze zijn functie aanvaardde. Wij hadden pater Johan Verschueren al leren kennen op de provinciedag, door een terugblik naar de Brabander Jan Berchmans en een vooruitzicht op pater Johan’s geestelijke gestalte. Onze minister Benoit Stoffels heeft assistentie gekregen van Wiggert Molenaar. Met deze tandem zal onze communauteit nog soepeler rijden. Op 7 augustus stierf pater Hans Steenkamp. Zijn licht had lang tijd nodig om te doven, maar wij zullen ons deze wijze, stille man nog lang herinneren. Met de komst van Guus Ziggelaar wonnen wij een sympathieke geleerde, maar met hem eindigde ook de missie van de Nederlandse provincie naar Denemarken, welke in 1947 begonnen is. Richard Sprengers is er nog altijd zeer actief als lid van de Duitse provincie. Een tiental paters van
onze provincie heeft er, korte of zeer lange tijd, na de oorlog aan onze Duitse medebroeders kostbare versterking geboden.
h e r f s t
Harry Verkoyen is 90 jaar geworden, de oudste in onze communauteit en de oudste broeder onder de Vlaamse jezuïeten. Zijn lijfspreuk? ‘Oud en versleten, en nog van nikske weten…’. De verjaardag werd meervoudig gevierd: in familiekring; in de communauteit met een fijn etentje in Bertem; een bezoek van pater Fons Swinnen; een pannenkoekennamiddag bij vrienden en een avondfeestje met oudstudenten. 26 Juni was een grote dag voor Toon Baert, toen in de feestzaal de uitgave van zijn ‘Jeugdherinneringen’ werd voorgesteld en gedoopt. Jan Cornelissen en Bernard Verkissen hebben rijkelijk genoten van een week aan zee in Nieuwpoort. Intussen komen, zeer getrouw om de veertien dagen op maandag, Marc Van Nieuwenhove en Maurice Friant uit Heverlee naar Dijlehof, om een avondje bridge te spelen met Toon Baert en Bernard Verkissen. Ze geraken het niet moe.
Een diepgaande gebeurtenis voor ons huis is de beslissing om alle activiteiten van Kerk en Wereld stop te zetten op 31 december. Mia Verbanck, lid van de raad van bestuur, werd aangesteld als administrator om de werkzaamheden tot dan in goede banen te leiden. Ze doet dit voortreffelijk. In de geest van de opdracht van Pater Generaal bestond het mandaat van directeur Ludo Vangilbergen erin een ‘recreatie’ te brengen in de werking van het Apostolaat van het Gebed. Tijdens de vijf jaar van zijn tijdelijke aanstelling creëerde hij met veel inspiratie het bij de tijdse magazine OverHoop en kreeg Kerk en Wereld de roepnaam van Kleopas. Ludo bezielde met zijn visie alle medewerkers. Het afscheid van Ludo eind juni werd gevierd met een fietstocht van de medewerkers gevolgd door een heerlijk diner op zijn Japans, met stokjes en al. In naam van allen sprak Marc De la Marche, lid van het team, het dankwoord uit voor het werk van Ludo. Wat jammer toch dat de geschreven pers het financieel zo moeilijk heeft om te overleven en dat zoveel goede tijdschriften ter ziele moeten gaan. Hopelijk houdt ‘Jezuïeten’ het nog een tijdje vol. Maar niet getreurd. Ondertussen is het vakantie en verschillende medebroeders hebben het reeds in daden omgezet. Maurits Delbaere trok voor een week naar Borgerhout. Georges Cerfontaine en Gilbert Boomgaert namen deel aan de jezuïetenvakantie in Nieuwpoort. Marc De la Marche zocht het voor tien dagen in Spanje, kathedraal- en museumbezoek in Madrid, Toledo en Salamanca. Guy Borreman en Aimé De Vocht vertrekken eind juli voor een veertien dagen naar Frankrijk in ons huis van Penboc’h. Ondertussen werkt onze ‘semi-actieve’ communauteit ‘pro-actief verder, vooral onze overste Paul Van Looy. Hij gaf retraites en recollecties in Wetteren, Opwijk, Torhout, Kerkenrade, Vladslo en zo meer. Maurits Delbaere en Bob Ceusters trachten ondertussen het huis draaiende te houden, met de nattigheid van de zomer, het water in de kelder, de korte droge momenten om de tuin te onderhouden. De VRT kwam opnamen maken in onze kerk voor het feuilleton ‘Opgejaagd Wild.’ En vergeet niet dat Mechelen-centrum autoluw is geworden van 11 tot 18 uur, en dat de Lange Schipstraat van rijrichting is veranderd.
Berchmanianum
NIJMEGEN
n r. 3 1
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
Dijlehof
LEUVEN
Huis Leliëndaal
MECHELEN
15 J e z u ï e t e n
die taak gekweten, maar wegens zijn ernstige ziekte moest hij, die zo goed voor de zieken gezorgd heeft, zelf naar de ziekenafdeling verhuizen, waar hem een nieuwe taak is toevertrouwd, die van geestelijk begeleider.
wereldwijd
Libanon vandaag
J e z u ï e t e n
16
Wat doen jezuïeten vandaag in dit land en onder hen de paar Nederlandse jezuïeten die er nog zijn? Ondanks alle spanningen en onzekerheden proberen de jezuïeten in Libanon gewoon door te werken, en tot nog toe lukt dat. Twee grote instituties mobiliseren veel van onze krachten: de universiteit Saint Joseph, met een 12.000 studenten en het college Notre Dame de Jamhour met een ruime 3000 leerlingen. Daarbij komt het retraitewerk, vooral voor de Nederlandse jezuïeten. Twee van de eerste generatie die naar Libanon kwam in 1958: Peter-Hans Kolvenbach en Theo Vlugt. Peter Hans heeft zijn leven van voor zijn generalaat weer opgenomen. Heel diskreet werkt hij dagelijks in de bibliotheek, beschikbaar voor wie hem iets vraagt, maar verder bijna onzichtbaar voor de buitenwereld. Theo gaat door, voor zover zijn krachten het toelaten, met zijn pastoraal onder de Afro-Aziatische migranten. Meestal dienstpersoneel voor de meer welgestelde Libanezen en daarbij vaak slecht behandeld. Theo zegt graag er trots op te zijn steeds weer promotie te hebben gemaakt in evangelische zin: hij werkt nu met de meest arme mensen! Verder is er Paul Brouwers, huisoverste van de communauteit in Beiroet die veel zorg vraagt voor de oudere en zieke jezuïeten van de provincie. Daarbij gaat hij door met het geven van retraites of persoonlijke begeleiding aan wie daarom vraagt. En tenslotte ikzelf. Nog steeds werkzaam aan de universiteit, faculteit voor religiewetenschappen. Directeur van een klein onderzoeksinstituut Centre d’Etudes et d’Interprétation du fait religieux. Een hele mond vol, maar in de
in de Sociëteit: de laatste jaren is er steeds gewerkt om de vormingscentra voor jezuïeten tot een minimum te beperken, om daarmee ook de samenwerking in Europees verband te bevorderen. Een klein, onafhankelijk centrum stichten in Beiroet ging dus duidelijk tegen de normale stroom in. Daar staat tegenover dat de islam en de Arabische wereld steeds meer in de westerse wereld aanwezig zijn, zodat een centrum dat de nadruk legt op deze cultuur ook voor de hele Sociëteit de moeite waard is.
Jongeren Deze zomer waren hier in Beiroet 14 jonge jezuïeten van overal over de wereld (Afrika, Amerika, India en Europa) voor vier maanden, om daarin een beetje Arabisch te leren en kennis te maken met de realiteit van het Nabije Oosten. De bedoeling is duidelijk om niet alleen jezuïeten van hier naar elders te kunnen sturen, maar ook om jezuïeten van elders in deze wereld te interesseren. Meer lokaal is er deze zomer in Libanon ook een soort sessie georganiseerd ‘Journées Régionales de la Jeunesse’ : een kennismaking met de Ignatiaanse spiritualiteit, een serie ervaringen in verschillende milieus van het land in kleine groepen, met aan het slot een synthese en viering. De jongeren (over de honderd) kwamen uit Egypte, Syrië en Libanon en hadden een goede ervaring hier. De organisatie was vooral in de handen van de scholastieken die hier in Libanon aan hun vorming bezig zijn. Tot nog toe is Libanon, ondanks alle spanningen in de buurlanden en de onzekerheid binnen Libanon zelf nog steeds een land waar genoeg vrijheid is om dit soort evenementen te organiseren. Thom Sicking SJ
2 0 1 2
Jezuïeten in Libanon
ingewikkelde Libanese situatie is er vraag naar dergelijke studies. En nu pas, sinds de deken van die faculteit tot rector van de universiteit is gekozen, is mij gevraagd om zijn plaats als deken in te nemen, in afwachting van een nieuwe deken die voorzien is, maar die eerst zijn proefschrift af moet maken. Dat zal minstens één jaar, waarschijnlijk langer duren! Daarbij ben ik sinds vorig jaar ook nog minister van de vormingscommunauteit in Beiroet. In vergelijking met Europa is onze provincie hier klein, maar vol beloften. De provincie (Libanon, Syrië, Egypte en een residentie in Ankara) telt 104 jezuïeten waaronder 36 jongeren in vorming. Sinds drie jaar is beslist in Beiroet een vorming te installeren na het noviciaat in Cairo. Dat was nodig om de jonge jezuïeten van hier eerst een integratie in de provincie aan te bieden voor ze naar het buitenland gaan voor verdere vorming. In Beiroet kunnen zij in drie jaar een licentiaat filosofie halen (lessen aan de Saint Joseph), maar dan een filosofie die hoofdzakelijk in het Arabisch gegeven wordt en die veel aandacht besteedt aan de Arabische en islamitische cultuur, iets wat vrijwel onmogelijk is. Er wordt verder geprobeerd aan hen minstens een basis te geven in Frans of Engels, behalve het Arabisch, om daarmee hun verdere studie mogelijk te maken. Afgelopen jaar woonde ik dus in een communauteit met 4 Libanese scholastieken, 3 Syriërs, en 3 Egyptenaren. Huisoverste en spirituaal waren Libanees, en verder is er nog een Hongaarse jezuïet die aan de universiteit werkt (religieuze antropologie). Niet verbazingwekkend dat de crisis in Syrië en de omwentelingen in Egypte dagelijks deel uitmaken van onze gesprekken en zorgen. Dit hele vormingsprogram is nog in een beginstadium. Het is veeleisend en de krachten die zich er voor in kunnen zetten zijn beperkt. Het is ook een grote uitzondering
h e r f s t
rende infrastructuur (elektriciteit, water, wegen) tot gevolg. Daarnaast is er onzekerheid over salariëring en veel corruptie.
n r. 3 1
Een paar dagen terug werd een Libanese politicus, oud-minister en parlementariër, gearresteerd. Hij werd ervan verdacht terreur te organiseren met explosieven in zijn auto. En dat in opdracht van de Syrische president. Het schema zou zijn: moorden op verschillende religieuze leiders (moslims en christenen, sunnieten en sji’ieten) om daarmee een explosie van de hele Libanese maatschappij te bewerken en zo de internationale druk op het Syrische bewind te verminderen. Hoewel het proces tegen deze man pas is begonnen en de feiten nog moeten wachten op bevestiging, is het hele scenario geloofwaardig. Libanon probeert buiten het gevecht te blijven, maar binnen Libanon zijn er partijen die het Syrische bewind nog steeds ondersteunen en anderen die graag dat regime zouden zien vallen. Dan is er ook nog de steeds verder oplopende spanning tussen sunnieten (Egypte, Saoedi-Arabië en de meerderheid van de bevolking in Syrië) en sji’ieten (Iran, de meerderheid in Irak en de Alawieten in Syrië, een tak van de sji’ietische islam). Deze sji’ietische wereld is fel anti-Amerikaans, terwijl de sunnieten van Saoedi-Arabië en ook Egypte eerder bondgenoten zijn van de V.S. De westerse wereld en vooral de V.S. beschermt Israël en zou graag een neutraal Libanon zien waar de Hezbollah van de sji’ieten ontwapend zou worden. Iran, het Syrische bewind van Assad en de Hezbollah in Libanon willen Israël klein maken of minstens een serieuze druk uitoefenen op het regime. Al deze spanningen zijn in Libanon dagelijks voelbaar. Eén van de gevolgen is dat Libanon een regering heeft waarin de verschillende standpunten vertegenwoordigd zijn. En omdat die standpunten onverzoenbaar zijn is die regering totaal verlamd. Veel belangrijke beslissingen kunnen niet genomen worden, met veel sociale onrust en slecht functione-
17 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
Tussen 1975 en 1990 was Libanon dagelijks in het nieuws vanwege de oorlog die er woedde. De landen eromheen (Syrië, Jordanië, Egypte en zelfs Israël) waren betrekkelijk rustig. Vandaag lijkt de situatie omgekeerd: in Sy rië woedt nu de oorlog, Egypte zoekt zijn weg na het einde van de dictatuur. Libanon en Jordanië houden het hart vast vanwege de spanningen in Syrië. Veel vluchtelingen in de grensgebieden, acties tegen het Syrische regime vanuit deze buurlanden en represailles van het Syrische leger.
in de kijker
Jan Lambrecht SJ (*1926)
J e z u ï e t e n
18
2 0 1 2
groep. Toen ik terugkwam uit Rome was de sfeer veranderd. Het Concilie bracht heel wat veranderingen met zich mee en de studenten wilden liever in kleine huizen wonen in de stad.’ In 1967 werd het Centrum voor Kerkelijke Studies opgericht in Leuven, een gemeenschappelijk vormingscentrum van de religieuze congregaties. Maar een jaar later behoorde Jan bij de eerste religieuzen die les konden geven aan de nieuwe Theologische Faculteit van de Universiteit.
h e r f s t
Echte interesse voor Bijbelstudie kwam er pas tijdens theologie. Een medetheologant trachtte toen extra lessen Hebreeuws af te pingelen van Pater De Fraine en kreeg te horen dat er daarvoor minstens drie geïnteresseerden nodig waren. Jan hapte toe. In die tijd heeft hij de hele bijbel in het Hebreeuws gelezen, elke dag twee bladzijden. Hij begon het zó interessant te vinden dat hij daarna toestemming kreeg om – in het geheim – aan de universiteit een licentie Oosterse Geschiedenis en Talen te halen. Alleen de rector en enkele professoren waren daarvan op de hoogte. En dat het niet geweten mocht worden was niet zo leuk, zeker bij de examens. Toch liet dit hem toe daarna in één jaar een licentiaat Bijbelwetenschappen (zijn vierde licentiaat n.b.) te halen aan het Biblicum in Rome. Hij leerde er oude Bijbelse talen als Aramees, Akkadisch en Ugaritisch en was dus eerder naar het Oude Testament gericht. Er volgde een kleine switch naar de Gregoriana, omdat bleek dat er in de provincie meer nood was aan een dogmaticus. Een van de professoren in Leuven stond namelijk op uittreden. Maar pater de la Potterie kon hem laten werken op de Apocalyptische rede in Marcus 13 - toch een Bijbels onderwerp - en hem tenslotte aan het Biblicum laten doctoreren. Terug in Leuven bleek pater De Fraine net overleden te zijn en mocht hij beginnen Psalmen en Hebreeuws te doceren in ons eigen theologaat. Dat was in 1965, een vrij woelige tijd. Het nieuwe vormingshuis langs de Waversebaan was pas een vijftal jaren in gebruik genomen. ‘Ik had zelf de verhuizing meegemaakt op het einde van mijn theologiestudie, en was hier priester gewijd met de eerste
n r. 3 1
Bijbelstudie
19 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
Hij doceerde 22 jaar Nieuw Testament en Bijbels Grieks aan de Theologische Faculteit van de Katholieke Universiteit van Leuven en was daarna nog 20 jaar gastprofessor aan het Biblicum in Rome, in Pretoria, New Orleans en Syracuse (V.S.). Hij houdt nog altijd van lezen en preken. Alle dagen fietst hij nog een twintigtal minuten in de buurt van het jezuïetenhuis in Heverlee, zoals hij op tweede Pinksterdag 1945 van zijn geboorteplaats Wielsbeke (West-Vlaanderen) naar Drongen fietste om er te postuleren (vragen om te mogen intreden, red.). Toen, in 1945, had dat fietsen meer met de naweeën van de oorlog te maken, nu met gezondheid.
De Katholieke Universiteit van Leuven De tenoren aan de bijbelafdeling van de Theologische Faculteit waren de Brugse professoren Neirynck en Sabbe. Zij zwoeren bij een strikt wetenschappelijke methode. Daar was zeker een spanning, vertelt Jan: ‘Ik was zelf veel meer pastoraal gericht. Zij vonden dat de wetenschap hun apostolaat was en dat wij niet moesten preken. Ik heb ook nooit Neiryncks radicale theorie van de synoptische kwestie willen volgen en dat werd niet in dank afgenomen. Persoonlijk had ik zelf onder mijn doctoraatsstudie afscheid genomen van de traditionele katholieke thesis van professor Cerfeaux die Matteüs als oudste evangelie beschouwde. Ik hield het eerder bij Marcus, die zelf ook gedeeltelijk gebruik maakte van een oudere bron Q. Oorspronkelijk werd mij gevraagd daar Paulus te geven en Bijbels Grieks, omdat er al te veel professoren met de evangelies bezig waren. Maar het was een heel mooie tijd, want ik gaf heel graag les, ook al keek ik wat op tegen het vele voorbereidingswerk. Maar eenmaal bezig ging het geweldig. Ik hield vooral van de parabels en de Bergrede, én van
Jan Lambrecht SJ. Foto: Philip Debruyne SJ
Paulus. Dat heeft heel wat teweeggebracht in mij. Het was fijn mee te kunnen werken aan de vorming van grote groepen godsdienstwetenschappers. En het was ook een zegen les te kunnen geven in de Engelse sectie van de faculteit. Wat een verschil met het lesgeven voor onze eigen scholastieken. Hier was er een andere soort interesse en kon ik ook heel wat contacten opbouwen. Voor mij was het een vorm van missioneren.’
Inspiratie ‘Waar ik mijn pastorale inspiratie vond voor mijn wetenschappelijk werk? Wel, vooral vanuit contacten met leken. Ik heb heel wat conferenties gege-
ven. Sinds vele tientallen jaren heb ik hier in Leuven een Bijbelgroep. Ik ben ook gedurende een tiental jaar regelmatig naar Brussel gegaan, naar een groep mensen van hogere beroepen, intellectuelen, rechters, advocaten, politici, waaronder de huidige Europese Voorzitter Herman Van Rompuy.’
Pauselijke Bijbelcommissie Je bent ook lid geweest van de Bijbelcommissie. Hoe ging dat in zijn werk? ‘Die commissie bevatte twintig leden en vergaderde elk jaar gedurende een week. Vooral de tweede periode van vijf jaar onder leiding van professor Van Hoye SJ, de latere kardinaal, vlotte het werk erg
in de verrekijker
J e z u ï e t e n
20
Terug naar Rome (en verder) ‘Toen bleek dat het Biblicum in Rome me wel graag als gastprofessor had gehad en bovendien kreeg ik er de tijd om dit boek over de tweede Korintiërbrief te voltooien. Een boek dat het nog altijd goed doet, vooral in het Paulusjaar, toen er op één jaar tijd nog 800 exemplaren verkocht werden. Zo kreeg ik opnieuw kans om les te geven en te schrijven, wat ik toch wel het liefste deed. Maar toen ik 75 werd, mocht ik nog wel blijven in Rome als toerist, maar geen les meer geven. Via een aantal oud-studenten en vrienden kreeg ik nog aanbiedingen in het groot seminarie van Pretoria (Zuid-Afrika), aan de Loyola University in New Orleans (na het voorbijtrekken
2 0 1 2
Over de Nederlandstalige Bijbelvertalingen die er in de loop van de jaren verschenen, valt er ook een en ander te vertellen. Ik herinner me dat jullie, Vlaamse exegeten graag met de woorden van prof. Coppens de eerste Willibrordvertaling de ‘Targum van Nijmegen’ noemden. Na de laatste oecumenische Nieuwe Bijbelvertaling heb je niet minder dan vier boeken gepubliceerd met reacties en opmerkingen. Was je oorspronkelijk niet bij dit project betrokken? ‘Jawel, maar ik kon me helemaal niet vinden in de werkmethode van deze vertaling, waarbij telkens een Bijbeldeskundige en een taalkundige samen aan het werk gezet werden. Achteraf bleek jammer genoeg dat de Bijbeldeskundigen vaak helemaal weggespeeld werden, zoals bij de eerste vertaling van de Galatenbrief. Hopelijk zal mijn kritiek ooit nog eens van pas komen.’
h e r f s t
In 1990 ging je op emeritaat, eigenlijk een jaar te vroeg, ook als decaan van de Theologische Faculteit, maar daarmee kwam er toch geen einde aan je wetenschappelijke werk? ‘Inderdaad, in 1985 was ik voor de eerste keer gekozen tot decaan van die wat vreemde faculteit met zijn heel kleine groep Nederlandstalige theologiestudenten, een behoorlijk grote groep godsdienstwetenschappers en dan die erg boeiende groep buitenlandse studenten van de Engelse sectie. Drie jaar later werd ik herkozen. Maar met het oog op het binnenhalen van professor Bieringer pr. uit Duitsland als mijn mogelijke opvolger aan de faculteit ben ik er een jaartje eerder mee opgehouden, tot grote verwondering van de collega’s, want weinigen houden er te vroeg mee op… Ik had nog heel wat plannen, onder andere een Engelse commentaar op de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs. Maar na een sabbatjaar was ik door de provinciaal tot overste benoemd van ons internationaal huis in Leuven en dat werk slorpte me veel meer op dan ik verwacht had.’
De Nieuwe Bijbelvertaling
Openluchtmis op het terrein van het Aloysius College in Den Haag (jaren ’60)
Vragen naar een geliefd Bijbelvers is een onmogelijke vraag. Maar er zijn teksten die blijven uitdagen en zelfs bang maken, zoals dat ‘Ik leef niet meer, Christus leeft in mij’ uit de Galatenbrief (2,20). Dat is heel straf, autobiografisch. Of ‘Hij gaat voor ons uit’, een thema uit het Marcusevangelie. Want Marcus was de eerste liefde. Zijn laatste retraite ging over het Marcusevangelie. Of ook ‘All election for service’, vanaf Abraham staat de Schrift er vol van. Zo vaak heeft Jan dit in retraites ter overweging voorgelegd, wel een dertigtal keren voor Amerikanen, hier en in Amerika. Het is nu wat stiller geworden, nu les geven en schrijven er niet meer in zitten. Gelukkig kan hij blijven lezen, ook in de fantastische bibliotheek van de Faculteit in Leuven in de de Bériotstraat, van tijd ook voorgaan in onze eigen kerk tijdens het weekend. En fietsen doet hij nog elke dag. Philip Debruyne SJ
Wil je een vollediger bio- en bibliografie lezen van Jan Lambrecht, dan vind je zijn wetenschappelijk profiel op http://theo.kuleuven.be/nl/onderzoek/onderzoekers/ lambrecht_jan/, een tekst van een twintigtal bladzijden.
Het Concilie op school De gedachten van velen gaan deze maanden terug naar oktober 1962 toen in de Sint-Pieter te Rome het Tweede Vaticaans Concilie werd geopend. Ik moet die dag op school hebben gezeten; ik herinner me er geen beelden van. Terugdenkend aan mijn schooltijd op het St. Aloysius College in Den Haag, denk ik dat dit Concilie al eerder begon in de godsdienstlessen, de Maria Congregatie en de sfeer op school. Van de dood van paus Pius XII in oktober 1958 herinner ik me niets. Hij stierf en werd binnen enkele dagen begraven. Kort daarop, op een zaterdagmiddag, werd over de radio bekend dat er witte rook was gesignaleerd boven de Sixtijnse kapel. Ik ging op mijn fiets, met een of meer broers en zusjes, naar mijn grootouders die beschikten over een televisie. Daar zag ik in zwart-wit het ‘habemus papam’. Voorbereid door onze leraar Latijn, pater W. Vermeulen, was ik in staat de tekst te volgen. Herinneringen zijn schaars aan deze amper tien dagen tussen de dood en de keuze van een paus.
Het was een wereld van het woord. Op de radio. Weinig muziek, en zeker geen popcultuur. Enkele maanden later, januari 1959, kondigde paus Johannes XXIII een concilie aan. De simpele mededeling zette niet alleen een machinerie in Rome in werking, maar genereerde ook enthousiasme in de kringen van de paters op school, in de katholieke kranten zoals De Tijd, De Maasbode en Het Binnenhof en verder vooral onder volwassenen. De kerk in Nederland beleefde een periode van groei: op kerkenbouwzondag werden we eraan herinnerd dat er elke week ergens in het land een kerk bij kwam. Het katholieke onderwijs breidde uit. Dat gold voor nog veel meer instellingen. Dat dit bij protestanten en anderen ook gebeurde, ontging mij. Mijn leven cirkelde rond dat college, dat naast onderwijs ook aan sport, toneel en muziek van alles aanbood. Later begreep ik dat bij verzuiling hoort, dat je leeft, leert, ontspant binnen die ene zuil. Zo vormde die school een microkosmos. Vanuit die school werden de eerste verkenningen
n r. 3 1
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
Een jaar te vroeg
van de orkaan Katrina was er geen katholiek professor NT) en Le Moyne College in Syracuse.’
21 J e z u ï e t e n
goed. We hebben er verschillende teksten uitgegeven, onder andere “De interpretatie van de Bijbel in de Kerk”, een tekst waarvan we eerst dachten dat paus Johannes Paulus II er een encycliek zou van maken. Hij stond er wel achter, maar verlangde dat we het zelf op eigen gezag zouden uitgeven. De tekst beschrijft een twintigtal methodes om de Bijbel te bestuderen, met op de eerste plaats de historisch kritische exegese.’
J e z u ï e t e n
22
Eduard Kimman SJ
Uitvoering Het verlangen om de Kerk bij de tijd, en dus dichter bij de mensen, te brengen verbond alles en iedereen. Toen ik mijn eindexamen deed was het Concilie nog niet afgesloten. Het verzet, het gekissebis, de polarisatie moest allemaal nog beginnen. Er was een veranderingsproces ingezet, zonder dat iemand helder voor ogen stond waar dit heen zou voeren. Niemand had Trente of Vaticanum I meege-
www.igniswebmagazine.nl
(1923 - 2012)
Piet Bakker kwam uit een gezin waarvan drie broers jezuïet werden. Op latere leeftijd werd ook zijn vader priester. Het werkzame leven van Piet als priester speelde zich af in twee plaatsen. Allereerst in Spaubeek in het retraitehuis. Daar voelde hij zich als een vis in het water en hij was zeer teleurgesteld toen het huis gesloten werd. Na Spaubeek vertrok Piet in 1972 naar Meijel, waar hij rector werd van het bejaardenhuis. Het werk met de bejaarden deed hij graag en hij assisteerde ook in de parochie. Spanningen tussen het bestuur van het bejaardenhuis en de rector maakten na 20 jaar een einde aan de samenwerking. Piet bleef wonen in Meijel en bleef daar actief in de pastoraal. Ondanks het feit dat hij niet in een communauteit van de jezuïeten woonde bleef hij wel in hart en nieren een jezuïet. Hij hield zich op de hoogte van alle ontwikkelingen in de orde. Zelf kwam hij bijna nergens, maar hij
Pater Daniël Butaye (1925 – 2012)
Daniël Butaye werd geboren te Noordschote. In 1944 trad hij in het noviciaat te Drongen. Hij studeerde klassieken aan de universiteit van Namen. Zijn stage bracht hij door als leraar in het college van Bukavu, OostCongo. Op 10 augustus 1958 werd hij in Leuven tot priester gewijd. Vanaf 1963 is hij 28 jaar leraar geweest van de poësis en gedeeltelijk ook van de retorica in het Sint-Jozefscollege van Aalst. Hij was een echte titularis die vele verschillende vakken gaf en een diepgaande pedagogische relatie had met zijn leerlingen. Toen hij 65 jaar werd in 1990, werd hij in Heverlee archivaris van de Vlaamse jezuïetenprovincie en dit tot in 2007. Een eerder teruggetrokken bezigheid die hij echter met volle overgave uitvoerde. Zijn confraters waren verrast toen deze medebroeder met zijn enorme werkkracht
2 0 1 2
Pater Piet Bakker
was heel blij als er een jezuïet bij hem langs kwam. Op het laatst ging zijn broze gezondheid nog verder achteruit. Piet stierf in het ziekenhuis van Weert aan de complicaties van een operatie. Hij had zelf al zijn gedachtenisprentje geschreven aan de hand van psalm 119: Uw Woord is een licht op mijn pad. “Onze roeping is het, voor u het licht te doen stralen dat voor ons zichtbaar werd in de persoon van Jezus Christus”. Dat hij in Meijel Christus’ licht voor velen is geweest bewees de grote opkomst bij zijn begrafenis.
tekenen van vermoeidheid begon te vertonen. Op 6 juni 2012 troffen ze hem overleden aan in zijn kamer. Hij heeft zijn doodsprentje zelf opgesteld. Daarin vermeldt hij ervaringen die hem bijzonder gelukkig hebben gemaakt. De eerste was “… een zuiver en openbrekend ervaren van God, onze diepste diepte, en de ontdekking van de persoon van Christus.”
Pater André Coen (1924 – 2012)
André Coen werd geboren te Berchem bij Antwerpen. Na zijn intrede doorliep hij de gewone opleiding van die tijd om in 1955 in Leuven tot priester gewijd te worden. Na twee jaren leraarschap in het college van Brussel werd hij in 1958 naar het college van Bukavu gezonden. Na zijn derde jaar vroeg hij om over te stappen naar de toen juist gestichte Centraal Afrikaanse jezuïetenprovincie. Van dan af is een landkaart nodig om zijn verplaatsingen te volgen:
h e r f s t
maakt en niemand leek te beseffen dat veranderen stuurmanskunst vereist. Wat dat betreft weten we vandaag wel wat meer. Veranderen begint met een blauwdruk of een document, maar implementatie en uitvoering zijn dikwijls ingewikkelder. Daar zou het misgaan. Dat begreep ik pas veel later, toen ik eerst in Rotterdam bedrijfskunde en later in Yogyakarta theologie studeerde. De Kerk is niet alleen een mysterie, maar het is ook een organisatie of een complex van organisaties. In mijn theologiestudie bestudeerde ik de documenten met de commentaren van Vaticanum II en stelde me de vraag wat je ermee kunt ‘doen’. Er is gewoon heel veel nog niet geïmplementeerd. Dat is het verschil tussen de concilieteksten en de veel meer tijdgebonden documenten van bijvoorbeeld de oecumenische assemblees van de Wereldraad van Kerken. Na vijftig jaar blijken definities, metaforen en uitspraken van het Concilie de tand des tijds goed te hebben doorstaan. Het uitvoeren waard. Inmiddels gaan de gesprekken in de koffiekamers en de sacristieën meer over voetbal dan over theologie. Het wordt tijd dat daar verandering in komt. Zou de conciliaire geest weer over ons vaardig kunnen worden om Vaticanum II te implementeren?
n r. 3 1
opgezet naar andere delen van de samenleving: de succesvolle Sinterklaas-akties voor arme gezinnen in Den Haag bijvoorbeeld. In de werkgroepen van de Maria Congregatie en in de godsdienstlessen van de paters Ton Heymans en Ewald Lampe werden nieuwe thema’s aangeroerd. In de werkgroep liturgie bestudeerden we oosterse, byzantijnse liturgieën. Toen het Concilie in oktober 1962 begon, kwamen missiebisschoppen langs. Kardinaal J. Darmajuwana gaf een conferentie aan de congreganisten. Terwijl hij een sjekkie draaide gaf hij ons een beeld van een jonge kerk in een groot, gelovig en mysterieus Indonesië. In de zomer logeerden missiebisschoppen bij weldoeners in mijn dorp. ’s Ochtends lazen ze de mis in de kerk; ik diende de mis aan het zijaltaar en hoorde in de sacristie gesprekken tussen de parochiegeestelijken en de buitenlanders. Het zou zes tot acht weken gaan duren, hoorde ik iemand opmerken. Wel wat langer, dacht een ander. Ik hoorde er voor het eerst praten over een conservatieve vleugel en een progressieve vleugel. In een ander jaar, in augustus, logeerde de liturgieprofessor H. Schmidt SJ bij vrienden. Paul van Moorsel, pr. debatteerde met hem in de sacristie over vernieuwingen in de liturgie. Hij is hier een stuk aardiger dan op de Gregoriana, mompelde hij tegen mij. De mannen raakten hun harnas kwijt. De gelijkhebberige gesprekstoon over onwankelbare zekerheden maakte plaats voor nieuwsgierigheid, relativering, verandering. Het bleef formeel, vol monseigneur, professor en mijnheer pastoor. Ze kwamen niet echt bij elkaar over de vloer maar die grote sacristie, met de credens in het midden, vormde een gespreksarena voor deze priesters die in de vroege ochtend naar de kerk kwamen om ieder voor zich de Mis op te dragen. Je zou het zo niet meer doen, maar toch waren zij meer verenigd in geloof met elkaar dan wij die concelebreren.
23 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
In memoriam
J e z u ï e t e n
24
Pater Willy Delputte (1925 – 2012)
Willy werd op 15 mei 1925 geboren in Poperinge. Hij trad in het noviciaat te Drongen in 1942. Hij deed het ‘Indische junioraat’, in Wépion. Dat wijst
(1917 - 2012)
Broeder Jozef Van Tulder (1926 – 2012)
Op 7 augustus stierf pater Hans Steenkamp op de hoge leeftijd van 95 jaar. Zijn jezuïetenleven speelde zich vooral buiten de deur af. Hij bezocht vele zusterkloosters, met name de zusters van het Heilig Hart van Veldhoven, voor recollecties, vertrouwelijke gesprekken en advies. Van 1960 tot 1979 was hij geestelijk begeleider van de talrijke scholastieken op het Canisius College. Vooral als de nood aan de man kwam viel het oog van zijn oversten vaak op Hans Steenkamp. Zo werd hij in 1973 minister van Kapellerput in Heeze en vervulde hij diverse functies in het noviciaat Mariëndaal. Hij leidde als vice-superior de verhuizing van het noviciaat naar Venlo. Hans was altijd bereid naar voren te treden als er een beroep op hem werd gedaan en zich na gedane arbeid weer moeiteloos terug te trekken op het tweede plan. Hij was dienstbaar, beschikbaar, bescheiden, pretentieloos en in
Jos Van Tulder is een geboren Antwerpenaar. Drie jaren heeft hij de Latijns-Griekse humaniora gevolgd aan het Xaveriuscollege van Borgerhout. Maar zijn voorliefde ging naar praktische en artistieke zaken: muziek, zang, tekenen en schilderen. Daarom schakelde hij over naar de Apostolische School en naar de drukkerijschool in Turnhout. Daar voelde hij zich al vroeg geroepen om jezuïetenbroeder en missionaris te worden. Hij trad in het noviciaat te Drongen in 1944. Hij volgde een opleiding in moderne druktechnieken aan de Kunstacademie te Brussel. In 1954 vertrok hij naar Congo. In Kisantu verwachtte de bisschop van hem dat hij zou zorgen voor een nieuwe drukkerij en voor de opleiding van de Afrikaanse werkkrachten. Dat heeft hij gedaan. Niet minder dan 84 personeelsleden werden er te werk gesteld. Hij keerde
2 0 1 2
Pater Hans Steenkamp
terug naar België. Vanwege zijn gekende aanleg werd hij er benoemd tot econoom van de twee Antwerpse colleges. Toen hij in 2006 op rust ging, kon hij vrije loop laten aan zijn grafisch talent. Vijf maal heeft hij zijn werken tentoongesteld. Toen hij 85 werd, kon hij geen tekenstift meer hanteren en geen orgel meer spelen. Hij moest geduld oefenen tot de veerman - zo noemde hij de dood - hem kwam halen. Hij overleed te Leuven op 9 juli 2012.
Pater Jos De Cuyper (1920-2012)
Jos De Cuyper werd geboren te Brugge. Zijn intrede was in 1940. Daarop volgden twee jaren Indische juvenaat in Wépion en drie jaren filosofie in Godinne. In 1947 ondernam hij de grote reis naar India. Daar heeft hij zich tijdens zijn eerste jaren toegelegd op de taalstudie en is hij leraar geworden in Hazaribagh en in Ranchi. Theologie in Kurseong. Na twee
jaren Rome om kerkelijk recht te studeren was hij in 1957 terug in Ranchi om in het Groot Seminarie kerkelijk recht te doceren. In 1960 nam hij ook het vak liturgie op zich, in 1962 het vak moraaltheologie en na het concilie het vak oecumenisme. Naar eigen zeggen doceerde hij kerkelijk recht uit plicht, moraal uit noodzaak, liturgie uit plezier en oecumenisme uit interesse. Vijftig jaren lang werd Jos als rechter aan de kerkelijke rechtbank geconfronteerd met concrete problemen van concrete mensen. Zijn talenkennis bracht hem ertoe alle liturgische boeken te vertalen in het Hindi. Na zijn emeritaat in 1985 heeft hij zich meer gewijd aan de oecumenische toenadering. Jos is 92 jaar geworden. Hij was dankbaar voor de jaren die de Heer hem gunde. Hij overleed in Ranchi, waar kardinaal Toppo voorging in de uitvaart die werd bijgewoond door een grote, dankbare menigte.
h e r f s t
erop dat hij en zijn oversten hem al vroeg voorbestemd wisten voor een leven als missionaris in India. Kort daarna, in 1950 vertrok hij naar Ranchi. Daar zou hij meer dan 55 jaar werkzaam blijven. Zijn eigenlijke apostolaat is hij begonnen als leraar en tuchtprefect in een college. Al vlug ontpopte hij zich echter tot een goede administrator. Was hij niet de zoon van een bankdirecteur? In feite is hij lange tijd belast geweest met het mediabeleid van het aartsbisdom dat gevestigd was in het regionale communicatiecentrum Satya Bharati. Willy is hiermee in de voetsporen getreden van zijn grote voorganger pater Kamiel Bulcke (+1982). Maar zo Willy niet de grondlegger is geweest, dan was hij toch één van de bouwheren. In 2011 werd hij ingezet in een parochie in een buitenwijk van Ranchi. Maar toen was het de bedoeling hem dicht in de buurt van goede medische verzorging te houden. Daar is hij op 26 mei 2012 overleden aan een hartkwaal. Hij was even tevoren 87 geworden.
n r. 3 1
Leverville-Soa, Kinzambi, voor André zowat een paradijselijke plaats. Hij heeft er van 1963 tot 1975 zowat alle taken vervuld : leraar, minister, econoom, geestelijke leider van de jongeren. Verder: Kisanzi, Kingungi. Van 1987 tot 1999 in Djuma, aan het Institut Kizito, Sia en terug naar Djuma. Ondertussen was hij echter 75 geworden en ging hij in Kisantu zijn jongste medebroeders bijscholen in hun taalkennis. In 2004 moest hij Congo vaarwel zeggen. In Borgerhout Xaveriuscollege heeft deze geduldige, gedienstige en opgewekte man nog een vijftal gelukkige jaren beleefd. Sinds 2008 was hij op rust in Heverlee. Hij is er vredig overleden op 29 mei 2012.
25 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
welke hoedanigheid er ook een beroep op hem werd gedaan, wijs, trouw en betrouwbaar. Zelden sprak hij over zijn eigen spiritualiteit. Maar eens liet hij zich ontvallen dat hij die weerspiegeld zag in Oosterhuis´ lied Zo vriendelijk en veilig als het licht, zoals een mantel om mij heengeslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht. Voor velen is hij zelf dat vriendelijke en veilige licht geweest, we vertrouwen erop dat hij nu het Aangezicht van zijn God gevonden heeft.
J e z u ï e t e n
26
Toon Cavens SJ
VLAANDEREN
NEDERLAND Ignatiushuis Amsterdam
Groene vingers gevraagd Grote tuindag Zaterdag 13 oktober nemen we samen de tuin van Drongen onder handen. Er is werk voor jong en oud. Meer info? Zie onderaan Stille meditatie Op zoek naar jezelf en naar God Voor jongeren van 17 tot 30 jaar Vrijdag 19 oktober 19.30u tot zondag 21 oktober 14u Begeleiding: Walter Ceyssens SJ en Nikolaas Sintobin SJ Meer info? Zie onderaan Met beelden op verhaal komen Geestelijke Oefeningen en film Het ‘witte doek’ kan een plaats van ontmoeting worden waar we in onze diepe laag worden aangesproken. Vrijdag 26 oktober 18u tot dinsdag 30 oktober 13.30u Begeleiders: Bart van Emmerik SJ en Nikolaas Sintobin SJ. Meer info? Zie onderaan Als de ziel luistert Een weekend van bezinning, viering en ontmoeting Wie Jezus ontmoet wordt werkelijk mens, een ‘verloste’ mens. Dat laten de evangelies ons overvloedig zien. Geen weekend in de derde persoon, maar in de tweede persoon. ‘Wie zegt gij dat Ik ben?’(Mc 8,29) Begeleiders: Lode Aerts, priester van het bisdom Gent Dirk Boone, directeur Oude Abdij Van vrijdagavond 9 november 20u tot zondag 11 november na het middagmaal Meer info? www.oudeabdij.be Oude Abdij, Drongenplein 27 B - 9031 Drongen, Tel: 0032(0)9.226 52 26
Beeldpresentatie Michelangelo door pater Peter van Dael SJ. Michelangelo’s kunstwerken zoals de Mozes en zijn Laatste Oordeel zijn zeer bekend. We verdiepen ons in de filosofische en theologische achtergrond van waaruit zijn monumentale sculpturen en schilderingen tot stand zijn gekomen. Dinsdag 2 oktober, 20u Inspiratiedag Hildegard van Bingen, kerklerares Dit najaar zal paus Benedictus XVI de heilige Hildegard van Bingen tot kerklerares uitroepen. Op deze inspiratiedag zijn er lezingen over het leven van Hildegard, over haar leer, over haar werk Scivias en over haar kruidenleer. De dag wordt afgesloten met een concert van liederen van Hildegard in de Krijtberg. Zaterdag 6 oktober, 10-16u. Ignatiaanse retraite geraakt door stilte Retraite in stilte, van 22 oktober (16u) tot 29 oktober (9u) 2012, in de St. Willibrordusabdij in Doetinchem, olv Fieke Klaver en Winfried Timmers. Voor info over bovengenoemde activiteiten: www.ignatiushuis.nl , Beulingstraat 11, 1017 BA Amsterdam, tel. 0031 (0)20 679 82 07. Retraite met pater Wilkens SJ Achtdaagse retraite o.l.v. pater G. Wilkens SJ, van woensdag (17.30 u. H. Mis) tot vrijdag 9.00 u. in de Foyer de Charité ‘Marthe Robin’ te Thorn. Info: www. foyer-thorn.nl/index.html Ignatiaanse meditatie Gedurende een half uur laten we in stilte een Bijbeltekst op ons inwerken; zo nu en dan wordt de stilte even verbroken om de gedachten een impuls te geven. Daarna is er de mogelijkheid tot een nagesprek voor wie wil. Elke zaterdagochtend vanaf 13 oktober in de Stanislaskapel, Westplantsoen 73, te Delft. Tel: 015214.31.71, e-mail:
[email protected] Cursus Ignatiaanse spiritualiteit Vijf bijeenkomsten over het leven van Ignatius, vormen van Ignatiaans bidden, spiritualiteit en wetenschap, de brieven van Ignatius en de Geestelijke Oefeningen. Vanaf donderdag 8 november. Meer info: pater Dries van den Akker SJ, tel. 06-486.346.93, e-mail: dries.
[email protected]
2 0 1 2
Ongehoord! In deze nieuwe reeks proberen we langs de muziek van de twintig-eeuwse Franse componist Olivier Messiaen door te dringen in de diepere betekenissen van enkele grote kerkelijke feesten. Vanaf donderdag 4 oktober 2012 20uur. Meer info? Zie onderaan
h e r f s t
ook voor degenen die het regelmatig oneens zijn met elkaar een ontmoetingpunt was. Inderdaad, de Olympische Spelen van 2012 die Londen mocht organiseren. Het zal dus waarschijnlijk niet verbazen mocht ik u schrijven dat deze eenmakende gesprekken in de Londense vormingshuizen de laatste maanden minder en minder de academische toer opgingen (voor zover ze dat al deden) en meer en meer de sportieve piste van de Olympische Spelen volgden. Wat misschien meer verbaast is de teneur van de gesprekken. In de wielersport kent men ‘het vluchten’. De meeste studenten vroegen zich af hoe ze Londen konden ontvluchten. Wat dus eenheid bracht in de groep was het verlangen om deel uit te maken van een tijdelijke diaspora, weg uit de beklijvende drukte van de Londense metropolis. Behalve hier en daar een enkeling, hebben de meesten dan ook hun eigen persoonlijk goud gehaald in hun wedloop uit Londen weg, ja, wat voor sommigen een heuse marathon werd. Behalve degenen die in Londen moesten blijven, hebben de meesten zich een activiteit gevonden in andere regionen. Tijdens de Spelen hebben de studiehuizen dan ook, althans voor even, zo goed als leeg gestaan.
n r. 3 1
Het is een druk jaar geweest in de Londense vormingshuizen. Alle woningen waren volledig bezet en elk continent, behalve Australië, was vertegenwoordigd. Gezien er dit jaar een van de huizen verkocht is, zullen er dus gedurende het komende academisch jaar minder plaatsen zijn voor scholastieken. Dit gaat gepaard met een stijgend aantal aanvragen voor een plaats in de Londense communauteiten. De jaarlijkse huizendans belooft komend jaar dus weer wat moeilijker te worden. Mijn eigen microkosmos in dit kosmopolitisch geheel bestaat uit een doorsnee van de wereldwijde Sociëteit: vier Indiërs, een Senegalees, twee Britten, een Vietnamese - Duitser, een Pool en mezelf. Hoewel de meesten onder hen studeren in Heythrop College, zijn de activiteiten binnen de groep gevarieerd: er wordt aan zowat alles gewerkt van een BA tot een PhD; sommigen studeren filosofie, theologie of een andere gespecialiseerde studie, anderen lopen hun stage. Zowat alle stadia van het jezuïetenleven zijn er vertegenwoordigd. Deze internationale mengeling zorgt, zoals gewoonlijk, voor een grote variëteit aan opinies en visies die voor een verrijking zorgen van het gemeenschapsleven. Een gemeenschappelijke interesse vinden in zo’n cultureel uiteenlopende groep is niet altijd evident. Deze mengeling zorgt dus natuurlijk ook van tijd tot tijd voor de nodige spanningen die het gezamenlijk leven interessant houden en die in het beste geval tot groeimogelijkheden leiden, maar soms ook tot frustratie. Culturele verschillen kunnen zich bijna een volledig jaar verborgen houden, om dan plots naar boven te komen. Dit jaar was er echter een evenement dat vaak de communauteit een terugkerend gespreksonderwerp gaf en dat zelfs
ACTIVITEITEN
27 J e z u ï e t e n
n r. 3 1
h e r f s t
2 0 1 2
UIT DE STUDIEHUIZEN