In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | a p r i l 2 0 1 0
gebouwtechniek
ITricity ontwerpt multifunctionele ParcCenters netwerken
Datacenterprocessor schept ruimte op de vloer management
Optimale benutting subsidies
en verder e quinix bouwt tweede datacenter in amsterdam | dell biedt kant-en-klare clouds | ams-ix biedt standaard voor colocatie | certificering voor ups-systemen op komst
D ATA C E N T E R FA C I L I T Y I N F R A S T R U C T U R E
We handle it
Onze kracht zit in het ontwerpen, bouwen, onderhouden en beheren van uiterst betrouwbare computerruimtes. We ontzorgen in alle fasen van de levenscyclus. Uw datacenter of serverruimte is van begin tot eind bij ons in veilige handen. Advies, producten, projecten en diensten vloeien daarbij vanzelf in elkaar over. Service is bij ons geen loze kreet, maar iets wat we dagelijks waarmaken. Bij ICTroom krijgt u als klant echt wat u wilt: maximale uptime, de allerbeste techniek, flexibele oplossingen en persoonlijk advies van een ervaren partner.
Managed Services
Projects
Consultancy
Products
ICTroom Company BV | Tokyostraat 27-29 | 1175 RB Lijnden | T +31 (0)20 820 3000 |
[email protected]
www.ictroom.nl
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
gebouwtechniek 04 itricity ontwerpt multifunctionele
Surrealistisch
parccenters
praktijk 08 equinix bouwt tweede datacenter
in amsterdam
gebouwsystemen via ip
34 xerox integreert gescheiden netwerken 12 datacenterprocessor schept ruimte
Als hoofdredacteur van dit blad word ik met enige regelmaat uitgenodigd om een datacenter van binnen te komen bekijken, en dat blijft een prachtige ervaring. Niet dat datacenters op het oog zo vreselijk veel van elkaar verschillen, maar het industriële karakter imponeert nu eenmaal. Het is zelfs bijna surrealistisch om te bedenken dat de wirwar van buizen en kabels en het samenspel van diesels, batterijen, schakelkasten en koelinstallaties uiteindelijk tot doel hebben een applicatie of webpagina af te leveren op een scherm(pje) ergens in de wereld. Dat surrealistische gevoel bekroop mij ook, toen ik onlangs een datacenter van Equinix in Amsterdam bezocht. Is hier een spaghetti-artiest aan het werk geweest? Een bezoekje aan het naastgelegen pand, waar momenteel ‘Equinix AM2’ wordt opgebouwd, maakte de verwondering alleen maar groter. Terwijl in de ene zaal de laatste hand werd gelegd aan de verhoogde vloer, moest een eindje verderop nog een volledige buitenmuur worden weggebroken. Een fraai staaltje coördinatie waarover u verderop in dit blad meer kunt lezen. Enkele dagen later werd de magie doorbroken tijdens een recent bezoek aan het CyberCenter van KPN Getronics in Oude Meer. Een datacenter is niets meer dan een groot huis. “Alles wat u thuis heeft, hebben wij hier ook, maar dan honderd keer groter”, zo werd mij verteld tijdens de rondleiding. “Bij u thuis op zolder zit bij de cv-ketel een expansievat. Zo’n vat hebben wij hier ook, maar dan een stuk groter. En het motortje aan de achterzijde van uw koelkast? Hebben wij hier ook, maar dan groter!” (Toen ik er even over nadacht bedacht ik me dat ik thuis zelfs een verhoogde vloer heb met daaronder de leidingen, maar dat terzijde.) Tijdens de rondleiding kwam ook de onvermijdelijke vraag aan de orde ‘waarom de temperatuur op de zaal 22 °C is, terwijl de apparatuur een veel hogere temperatuur kan hebben?’ “Dan moet er eerst een verandering tussen de oren plaatshebben”, was het verweer van de gids. “Als klanten betalen voor koeling willen ze ook het gevoel hebben dat er wordt gekoeld. We zijn toch Hollanders.” Heel nuchter. Ferry Waterkamp
[email protected]
op de vloer
het datacenter
16 pins heeft alle lagen virtueel ingericht 30 intelligente verkeersregelaars voor 37
dell biedt kant-en-klare clouds
management 20 optimale benutting subsidies 26 verborgen besparingen in het datacenter 28 ams-ix biedt standaard voor colocatie koeling 24 all it rooms maakt cube onafhankelijk
van racks
energievoorziening 38 certificering voor ups-systemen op komst en verder 40 it room infra 41 productnieuws 45 bicsi 46 column advertentie Download APC White Paper 73 “De verborgen kosten van capaciteitsupgrades van datacenters verminderen” en maak kans om n Samsung Home Theatre te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74419T
|3 Datacenterworks_NL_74413t.indd 1
2010-01-28 07:53:02
G e b o uw te c h n i e k
Robert Rosier van iTricity:
“We zijn eenvoudigweg een enabler en leveren de infrastructuur op het bedrijventerrein tot aan het IS/RA-punt.”
Kleine datacenters voor bedrijventerreinen
iTricity ontwerpt multi functionele ParcCenters 4|
datac e nte rwo r ks
Het in Amsterdam gevestigde iTricity is aanbieder van flexibele datacenterdiensten, zoals servers, opslag en connectiviteit. Flexibel, omdat het bedrijf een cloudaanpak volgt, waardoor het in staat is diensten binnen een uur na aanvraag ter beschikking te stellen. Vandaar de naam iTricity, dat verwijst naar ‘IT als elektriciteit’. Het bedrijf zet vol in op deze aanpak, omdat het ervan overtuigd is dat de markt de komende vijf tot tien jaar deze kant op zal bewegen. Middelgrote tot grote ondernemingen zullen steeds vaker vragen naar een kant-en-klare IT-omgeving, inclusief applicaties, back-up en beveiliging, waarvoor maandelijks een vast bedrag wordt betaald. Op die manier kunnen zij zich weer volledig richten op hun kernactiviteiten, zonder afgeleid te worden door IT-geworstel. Wat iTricity ook levert zijn branchespecifieke cloudinfrastructuren, die volledig voldoen aan de geldende wet- en regelgeving binnen elke branche. Het bedrijf verzorgt onder meer oplossingen voor de gezondheidszorg, financiële instellingen en de uitzendmarkt en werkt daarbij doorgaans samen met systeemintegrators. Het heeft op dit moment zo’n 2.500 servers die verdeeld staan over zeven datacentra. iTricity bestaat al sinds 2001 en was eerder bekend onder de naam GlidePath. GlidePath is de Europese management buy-out van Exodus, in 2001 ’s wereld grootste datacenterbedrijf. Na jaren gericht te zijn geweest op managed services, opende het bedrijf in 2008
in Haarlem zijn eerste Cloud Computing Center, dat gebaseerd is op de Blue-cloudtechnologie van IBM en netwerkapparatuur van Cisco. Andere partners van iTricity zijn NetApp, Red Hat en IBM Global Finance. Het bedrijf is tevens ISO 27001-gecertificeerd, wat staat voor het hoogste niveau van informatiebeveiliging. iTricity heeft inmiddels ook het ISO 27001-certificaat op de levering van cloud-computingtechniek (private clouds), naast het ISO 27001-certificaat op het beheer ervan.
schepje bovenop!
iTricity volgt dus het utiliteits- of nutsmodel, waarbij IT als gas, water of licht wordt geleverd. En als je dan toch zo bezig bent, kan er best nog een schepje bovenop! Dat is althans wat Robert Rosier, de algemeen directeur van iTricity, zich op een helder moment realiseerde. En zo ontstond het ParcCenter-concept. “Als je kijkt naar hoe kantoren op een bedrijventerrein tegenwoordig worden gebouwd, staat de vergroening voorop. Gebouwen zijn steeds beter geïsoleerd, verbruiken steeds minder stroom en bij alles wordt de vraag gesteld: is het duurzaam? Dat is natuurlijk een prima ontwikkeling en we komen inmiddels al in de buurt van gebouwen die qua energiegebruik bijna helemaal selfsupporting zijn. Maar als je wat verder kijkt, zie je dat er nog steeds een probleem overblijft en dat is de warmte. Die wordt niet veroorzaakt door lampen, want dat zijn inmiddels allemaal
energiezuinige exemplaren. Nee, de warmte komt van mensen en pc’s, die warmen een gebouw op! En daarom moeten die gebouwen grote delen van het jaar worden gekoeld. Maar het punt is dat koelen meer energie kost dan verwarmen. Nou, aan de factor mensen kun je natuurlijk weinig doen en ze zullen toch allemaal een pc op hun bureau nodig hebben. Maar wat je wel kunt doen, is de servers uit de gebouwen halen en verplaatsen naar een klein datacentrum – een ParcCenter noem ik dat – op hetzelfde bedrijvenpark. In het kantoorgebouw staat daarna nog maar één rack om de pc’s met het datacentrum te verbinden. Door deze aanpak hoeft een kantoor minder te worden gekoeld, wat direct is terug te zien op de elektriciteitsrekening. Aan de andere kant; de warmte die in een ParcCenter door de servers wordt geproduceerd, kan in de winter weer worden teruggeleverd aan de bedrijven door een ringleiding die onder het hele terrein aanwezig is. Deze aanpak past ook prima in de trend die we op dit moment waarnemen: steeds meer ondernemers willen de dingen weer naar zich toehalen in plaats van grote outsourceprojecten op poten te zetten. Een lokaal datacentrum op je eigen bedrijvenpark past daar natuurlijk prima in.”
infrastructuur
Deze ParcCenters zullen ook de andere infrastructurele taken verzorgen, want naast IT leveren ze ook verwarming, centrale koeling,
Paul Matthijsse is freelance journalist
itricity ontwikkelt een nieuw concept dat op papier interessant lijkt. dit initiatief luistert naar de naam parccenters en het idee erachter is als volgt: bouw op bedrijventerreinen een klein datacentrum en verplaats de servers van de bedrijven naar dit parccenter. de warmte die deze servers produceren, wordt in plaats van afgekoeld met airco's (duur) via een buizensysteem teruggevoerd naar de bedrijven (slim). door onder meer grondwarmte en biovergassing te gebruiken zou een pue van dicht bij de 1.0 kunnen worden gehaald. |5
G e b o uw te c h n i e k
In het kantoorgebouw staat nog maar één rack om de pc’s met het datacenter te verbinden.
gas en water. Dit gebeurt overigens vanuit twee kadastraal gescheiden gebouwen; een voor de IT en de ander voor de energiehuishouding. “En dat laatste gebouw richten we dan ook weer zo in dat een klant die warmte overheeft, die door kan geven aan een gebouw dat juist wat extra warmte kan gebruiken”, zegt Rosier. In zijn visie wordt de gebruikelijke ondergrondse infrastructuur van een bedrijventerrein – gas, water, licht – dus uitgebreid met een vierde component, ofwel de vierde utiliteit: een glasvezelnetwerk dat de kantoren met het lokale datacentrum verbindt. De activiteiten van iTricity (datacenterdiensten) staan overigens geheel los van deze ParcCenters. Bedrijven zijn dan ook niet verplicht hun servers in het ParcCenter te 6|
plaatsen of IT-diensten af te nemen. “We leggen alleen de transportlaag aan en voor het gebruik daarvan worden we marktconform betaald. Vergelijk dat met de rioolbuis, een bedrijf gaat toch ook niet zeggen dat het het bestaande systeem niet wil gebruiken en gaat een eigen rioolleiding aanleggen? Het is dus niet zo dat we zeggen ‘wij leveren de leiding en vervolgens ben je verplicht tien jaar lang zaken met ons te doen’. We zijn eenvoudigweg een enabler en leveren de infrastructuur op het bedrijventerrein tot aan het IS/RA-punt (infrastructuur-randapparatuur)”, legt Rosier uit.
mcdonalds
Een ander opmerkelijk aspect van deze onderneming is dat Rosier zijn ParcCenters
heeft ontwikkeld volgens het 'McDonaldsrecept’, zoals hij het zelf noemt. “Eén keer ontwerpen en vervolgens uniform toepassen.” Dit uiteraard met het oog op efficiëntie en kostenbeheersing. Dat betekent dat het ontwerp van de ParcCenters, zoals inrichting, bekabeling, aantal racks en koeling, tot in het kleinste detail vastligt. Deze centers kunnen worden geleverd met één, twee, drie of vier verdiepingen. “Meer smaken hebben we niet!”, stelt Rosier. In totaal gaat het bij een gebouw van vier verdiepingen om een datacenter van 12 MVA, genoeg om zo’n 800 racks te voeden. De 200 racks per verdieping hebben een vermogen van 12,3 kVA per rack. “Vervolgens kunnen afnemers kiezen voor verschillende kwaliteitsnormen, van Tier 1 tot en met 4. Wij kunnen in onze ParcCenters
datac e nte rwo r ks
tot op rackniveau aangeven of er wel of geen noodstroomvoorziening aanwezig moet zijn en of systemen al dan niet redundant moeten zijn”, vertelt Rosier. “We bieden dus een multi-tiercentrum aan, zodat de klant zelf kan bepalen welke serviceniveaus hij nodig heeft. Tijdens het ontwerp hebben we er alles aan gedaan de PUE-factor te optimaliseren. We proberen bijvoorbeeld zoveel mogelijk gebruik te maken van grondwarmte en biovergassing en we denken dan ook dat de PUEfactor van een Parc-systeem richting de 1.0
kan gaan – en dat is bijna klimaatneutraal! Ook de CO2-uitstoot kunnen we vrijwel neutraal houden.”
grote belangstelling
Rosier zegt dat zijn ParcCenter-plannen door de markt met grote interesse worden gevolgd. “We zijn momenteel met zes bedrijventerreinen in vergevorderde staat van onderhandeling. Het ontwerp, de realisatie en de exploitatie zullen in nauwe samenwerking gebeuren met bouwbedrijf BAM en de elek-
traspecialist Cofely. BAM heeft natuurlijk heel veel verstand van bouwen en inrichten, terwijl Cofely buitengewoon innovatieve oplossingen op het gebied van elektra in huis heeft en gespecialiseerd is in meerjarige exploitatie. Samen vormen we een ijzersterk team, waarbij wij de IT-factor inbrengen.” Hij verwacht dat de eerste ParcCenters medio 2011 operationeel zullen zijn. DatacenterWorks zal de ontwikkeling van dit concept zeker blijven volgen, want op papier is het op z’n minst heel innovatief te noemen!
In totaal gaat het bij een gebouw van vier verdiepingen om een datacenter van 12 MVA, genoeg om zo’n 800 racks te voeden.
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
P ra kti j k
‘Twin center’ in ere hersteld
Equinix bouwt tweede datacenter in Amsterdam
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
zo’n anderhalf jaar na de opening van ‘amsterdam 1’ stelt het amerikaanse equinix per 1 mei 2010 zijn tweede amsterdamse datacenter open voor klanten. de officiële opening zal echter pas in september plaatshebben. “omdat am1 helemaal vol zit, gaan we open voordat we opengaan”, vertelt algemeen directeur michiel eielts van equinix nederland.
8|
datac e nte rwo r ks
Equinix AM2 wordt evenals AM1 gevestigd in het voormalige datacentercomplex van ING in Amsterdam Zuidoost. De oude functie van ‘twin datacenter’ – dat het ook had bij de bankinstelling – wordt daarmee in ere hersteld. “Al kun je niet echt spreken van een twin datacenter als de twee gebouwen pal naast elkaar staan”, weet ook Michiel Eielts, sinds een jaar algemeen directeur van Equinix Nederland. “Maar de datacenters zullen wel volledig onafhankelijk van elkaar draaien en elkaars taken kunnen overnemen. Een beetje twin dus, met een beperkte afstand.”
tijdelijk aansluiten
Tijdens een bezoek half maart aan wat AM2 moet worden, is echter nauwelijks voor te stellen dat per 1 mei de eerste klanten hun intrek nemen. In het grootste deel van het pand zijn de sloopwerkzaamheden
equinix sluit datacenters aan op nl-ix
Equinix sluit zijn datacenters in Zwolle (ZW1) en Enschede (EN1) aan op de Netherlands Internet Exchange (NL-ix) in Amsterdam. ZW1 en EN1 zijn volgens het bedrijf de eerste datacenters in Oost-Nederland met een NL-ix-koppeling. Equinix biedt vanuit de datacenters in Zwolle en Enschede naast colocatie ook managed services, waarmee het bedrijf de ‘bovenkant van het mkb’ bedient. Door de aansluiting van zijn datacenters wil het de diensten van NL-ix makkelijker bereikbaar maken voor het lokale mkb. De redundant uitgevoerde multicore infrastructuur via NL-ix biedt bovendien de zekerheid dat toegang tot data die worden gehost in Zwolle en Enschede, altijd is gewaarborgd. Het datacenter van Equinix in Amsterdam was al aangesloten op NL-ix.
|9
P ra kti j k
equinix ondertekent mja
Na aanbieders van datacenterdiensten als TelecityGroup, EvoSwitch en Easynet sluit nu ook Equinix zich aan bij de MeerJarenAfspraak (MJA) voor de ict-sector. Ict-bedrijven die de MJA onderschrijven, zeggen toe zich in te spannen om jaarlijks hun energie-efficiëntie te verbeteren met 2 %. Deze inspanning moet resulteren in een efficiëntieverbetering van 30 % in 2020 ten opzichte van 2005. “Alles is rond, maar er moet nog een moment worden gekozen voor de officiële ondertekening”, vertelt Michiel Eielts, algemeen directeur van Equinix, tijdens een interview met DatacenterWorks. De ondertekening zal in april plaatshebben. Volgens Eielts zal zijn bedrijf weinig problemen ondervinden bij het halen van de MJAdoelstellingen. “Er valt nog zoveel te optimaliseren. Het is leuk een datacenter te engineeren en bouwen, maar daarna begint het spelletje pas.”
nog in volle gang en de ‘fabriek’ voor de technische installaties moet zelfs nog worden gebouwd. In enkele zalen wordt hard gewerkt aan het opbouwen van de verhoogde vloeren. Tot de officiële opening in september worden klanten dan ook ‘tijdelijk’ aangesloten op de nieuwe locatie. “De overcapaciteit van AM1 die straks zal dienen als back-up voor AM2, gebruiken we nu om klanten aan te sluiten op de nieuwe locatie. In de tussentijd bouwen we in AM2 de voorzieningen op waarna de klanten worden gemigreerd naar de nieuwe infrastructuur”, legt Eielts uit. AM2 zal in opzet vergelijkbaar zijn met het iets kleinere AM1, ‘maar dan net iets efficiënter’, aldus Eielts. “AM1 is al heel compact gebouwd en AM2 zal daarin nog wat verdergaan. Een compact ontwerp betekent minder bekabeling en kortere leidingen en dus minder verliezen.” Zo zullen de technische installaties worden ondergebracht in een nieuwe aanbouw die centraal is gelegen. De koelers worden direct boven op de elektriciteitscentrale geplaatst.
Een andere wijziging ten opzichte van AM1 is dat de bekabeling in AM2 niet onder de verhoogde vloer loopt, maar bovenop de racks wordt aangebracht. Dit moet het beheer van de bekabeling vereenvoudigen en zorgen voor een nettere bekabeling. Ook is in AM2 gekozen voor een speciaal plafond dat stevig genoeg is om op te lopen. Hierdoor is het mogelijk eveneens van bovenaf werkzaamheden te verrichten. Daarnaast zullen klanten in AM2 nog actiever worden gestimuleerd gebruik te maken van een cold corridor. De cold corridors die in AM1 worden toegepast zijn voornamelijk afkomstig van Minkels.
snelle opmars
De voortijdige opening van AM2 is nodig, omdat het slechts anderhalf jaar oude AM1 nu al uit zijn voegen dreigt te barsten. “We hebben klanten die nergens meer heen kunnen”, zegt Eielts.“Dit terwijl we aan onze klanten hebben beloofd dat wij altijd ruimte hebben. Wij zijn verplicht ruimte te leveren.” Hiermee is duidelijk geworden dat de ontwikkeling van Equinix in Nederland hard gaat. “In Amsterdam hebben we weinig gemerkt van een crisis. We zijn gewoon keihard gegroeid.” De Amerikaanse aanbieder van datacenterdiensten betrad pas in 2008 de Nederlandse markt met de overname van het Nederlandse Virtu. Daardoor beschikte het concern, genoteerd aan de Nasdaq (EGix), in een klap over drie datacenters. Naast de hoofdvestiging in Enschede – voorheen in gebruik als distributiecentrum van De Nederlandsche Bank – had Virtu namelijk al een regionaal datacenter in Zwolle. En het bedrijf huurde het voormalige datacenter van ING dat door Equinix is verbouwd en in gebruik is genomen. Volgens Eielts was het voor Equinix een logische stap om zich in Nederland te vestigen. “Als Equinix hebben we een internationale propositie door wereldwijd datacenterdiensten aan te bieden. Hier in Europa zaten we al in Engeland, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland en Nederland hoort gewoon in dat rijtje thuis. Al onze wereldwijde klanten gaven ook aan naar Amsterdam te willen. Nederland biedt een uitstekende connectiviteit, maar niet tegen de prijzen van Londen.” Tot de Nederlandse klanten behoren onder andere traders en bankinstellingen die in de buurt van Amsterdam hun bedrijf hebben, maar ook connectiviteit willen hebben in bijvoorbeeld Chicago, Hongkong, Frankfurt en Londen. “En dan gaat het soms om maar één rack in Chicago en dan wil je niet apart gaan shoppen. Die klanten willen maar één contract met één leverancier en daarmee klaar. Wij leveren een uniform product met overal dezelfde serviceniveaus”, besluit Eielts.
equinix am2 in cijfers
(Bebouwde) oppervlakte: 8700 m2 Stroomvoorziening/vermogen: 20 MVA, max 10 kVA per cabinet Brandbeveiliging: twee fases van brandbeveiliging, high-density fog Koeling: combinatie koeltorens en chillers Toegang: vier fases van beveiliging om datacenter te betreden, ISO27001-procedure moet worden opgevolgd door Equinixpersoneel en zijn klanten
10 |
Wie nu niet denkt in oplossingen, lost straks vanzelf op. Ga verder met ICT van Sogeti.
Voor wie tijdens de crisis wil investeren in plaats van stagneren, is Sogeti de ideale partner. Want Sogeti is niet zuinig met ICT-oplossingen. Wij ontwerpen, bouwen, implementeren en beheren. En lopen voorop op het gebied van testen en architectuur. Opdrachtgevers in alle sectoren helpen wij verder met toepassingen van morgen. Vakmanschap en passie voor ICT, dat maakt ons uniek.
sogeti.nl
Staat voor resultaat
Netwerken
Intel helpt volle datacenters met Xeon 7500
Datacenterprocessor schept ruimte op de vloer 12 |
De ‘wafer’ die wordt gebruikt voor de productie van de Xeon 7500.
datac e nte rwo r ks
Intel positioneert de multicore Xeon 7500 nadrukkelijk als een ‘datacenterprocessor’. Om dit nog eens te benadrukken werd de nieuweling gepresenteerd tijdens een persbijeenkomst in het KPN/Getronics CyberCenter in Oude Meer. Aan de gastheer de eer de bijeenkomst te openen met een presentatie over de uitdagingen in de eigen CyberCenters. Rogier Homburg, bij KPN/Getronics senior commercieel productmanager, noemde een optimale PUE (power usage effectiveness) en een optimale schaalbaarheid de ‘twee grootste uitdagingen voor leveranciers van datacenterdiensten’. “Hoe zorg je ervoor dat een klant kan blijven groeien zelfs als het datacenter vol zit.” Volgens Homburg is een eerste oplossing het gebruik van innovatieve koelconcepten. De manager noemde in dat verband als voorbeelden het afsluiten van de koude gangen en KyotoCooling, die KPN/Getronics zelf toepast in zijn recentere CyberCenters. Bij dit concept wordt warme lucht boven het plafond afgevoerd en afgekoeld door een groot aluminiumwiel (The Dutch Windmill) dat ook weer zorgt voor de toevoer van koude lucht. Ook toepassing van modulaire bouwconcepten is een mogelijke oplossing om capaciteitsproblemen te lijf te gaan, aldus Homburg. Daarnaast zijn het primaire stroomverbruik en de warmteontwikkeling in het datacenter terug te dringen door apparatuur zuiniger te
maken en door apparatuur slimmer te gebruiken. “Maar daarop hebben wij als KPN/ Getronics weinig invloed.”
performancesprong
Op dat punt komt Intel om de hoek kijken met zijn nieuwe Xeon 7500. Of, zoals Shannon Poulin, marketingdirecteur van Intels Data Center Group, het omschreef: “Hoe zorgen we ervoor dat we meer uit het datacenter halen bij een gelijkblijvend stroomverbruik.” De chipreus doet dat naar eigen zeggen door de prestaties van de serverchip gemiddeld te verdrievoudigen. Datacenters kunnen twintig single-coreservers vervangen door één enkele server met de nieuwe Xeon 7500 die beschikt over meerdere rekenkernen. “Voor Intel is dit de grootste sprong in performance.” De Xeon 7500-reeks is gebaseerd op de Nehalem-chiparchitectuur en kan worden toegepast in servers die 2 tot maximaal 256 processoren bevatten. Deze serie is verkrijgbaar met vier, zes of acht rekenkernen, met het dubbele aantal threads dankzij Intels hyperthreading technology. De Intel Xeon-processor X7560, met acht cores en 24 MB-cachegeheugen, is specifiek ontwikkeld voor data-intensieve, parallelle, bedrijfskritische toepassingen. Daarnaast biedt de Xeon 7500 ten opzichte van de oudere Xeon 7400 twintig nieuwe functies die zijn ontworpen om de bescher-
“Hoe zorg je ervoor dat een klant kan blijven groeien zelfs als het datacenter vol zit.”
ming van de data-integriteit te verbeteren, de beschikbaarheid te verhogen en geplande downtime te minimaliseren. Zo is de 7500 de eerste Xeon-processor die is uitgerust met de MCA (machine check architecture). Deze architectuur zorgt ervoor dat de chip, samen met het besturingssysteem en de virtual machinemanager, in staat is zelf te herstellen van systeemfouten die anders fataal zouden zijn. Dit mechanisme was tot nu toe alleen beschikbaar op Intels Itanium-processorfamilie en Risc-processoren.
hyves
Hyves was door Intel uitgenodigd om tijdens de persbijeenkomst in het CyberCenter meer
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
intel presenteerde begin april een nieuwe generatie serverprocessoren die volgens de leverancier enkele problemen in het datacenter gaan oplossen. met de multicore xeon 7500 moet het mogelijk zijn om twintig single-coreservers te vervangen door één enkele server.
|13
Netwerken
De Xeon 7500, de nieuwste serverchip van Intel.
Een blik in het KPN/Getronics CyberCenter in Oude Meer.
te vertellen over de ervaringen die de sociale netwerksite heeft opgedaan als tester van de Xeon 7500. “Hyves zal in het tweede kwartaal van dit jaar zeshonderd dual- en quad-corewebservers vervangen door vijftig servers die zijn gebaseerd op nieuwe Xeon-processoren”, vertelde Koen Kam, chief technology officer van Hyves. “Dit betekent enorme besparingen in stroom, kastruimte en uiteindelijk in de TCO van de Hyves-serverfarm.” Overigens stelt de stap naar ‘multicore’ Hyves wel voor enkele uitdagingen. Volgens Kam kunnen de huidige rackswitches de ontwikkelingen op servergebied niet bijbenen. “Door de dichtheid van het aantal cores gaan er steeds meer data in en uit de racks, en de switch vormt daarbij steeds vaker de bottleneck.” Een andere uitdaging vormt de software. Want hoe zorg je ervoor dat de software ook echt maximaal gebruikmaakt van de rekenkernen die hij tot zijn beschikking heeft? “Bestaande software
“Door de dichtheid van het aantal cores gaat er steeds meer data in en uit de racks.” 14 |
is vaak niet geschikt voor multi-coreprocessing”, concludeerde Cor Cornelisse, system engineer bij Hyves. De software moet dus parallel worden om van meerdere rekenkernen tegelijkertijd gebruik te kunnen maken. “Maar het herschrijven van de software die wij in gebruik hebben is voor ons een ‘no-go’.” Volgens Cornelisse is virtualisatie ook geen oplossing. “Virtualisatie introduceert overhead en zorgt voor extra latency en dat wordt erger naarmate het aantal cores toeneemt.” Hij was in zijn powerpoint-presentatie dan ook stellig: “Say no to virtualization.” Wat wel een oplossing is, is toepassing van ‘Linux-containers’, aldus Cornelisse.
3.100 servers
Volgens Kam is de infrastructuur achter een dynamische site als Hyves behoorlijk complex te noemen. “Eén pagina kan van vijftig verschillende servers afkomen.” In totaal heeft Hyves momenteel 3.100 servers die staan verspreid over 235 racks in drie datacenters in en rond Amsterdam. Opvallend daarbij is dat negenhonderd servers worden gebruikt voor het ‘uitserveren’ van services, gebaseerd op de Intel Atom. Deze low-powerchip komen we vooral tegen in netbooks en ‘mobile internetdevices’. In plaats van de gebruikelijke vervangingstermijn van 36 maanden ververst Hyves elke één tot twee jaar zijn servers. “Anders kunnen we de groei van Hyves niet bijhouden”, stelde Kam.
xeon 5600
Half maart introduceerde Intel de Xeon 5600, die door de chipfabrikant wordt omschreven als de ‘veiligste processor voor datacenters’. Door meer veiligheid te bieden bij transacties en binnen gevirtualiseerde omgevingen vormt de Xeon 5600 voor datacenters een stevigere basis voor cloudbeveiliging, aldus Intel in een persaankondiging. De nieuwe processor bevat twee nieuwe beveiligingsfuncties: Intel AES-NI (Advanced Encryption Standard New Instructions) en Intel TXT (Trusted Execution Technology). Deze technieken zorgen voor hogere prestaties bij het versleutelen en ontcijferen van gegevens. De Intel Xeon 5600-serie ondersteunt maximaal zes cores per processor.
E n e rg i evo o rz i e n i n g
datac e nte rwo r ks
the green grid heeft met een groot aantal datacentergroeperingen en overheden uit de verenigde staten, europa en japan overeenstemming bereikt over de richtlijnen die wereldwijd moeten worden gebruikt om de energie-efficiëntie van datacenters te meten en te rapporteren. de power usage effectiveness (pue) wordt daarbij aangemerkt als de belangrijkste meeteenheid.
Overeenstemming over meten energie-efficiëntie
PUE wordt wereldwijd geaccepteerd De overeenkomst werd al bereikt tijdens een vergadering op 2 februari waar onder andere het Energy Star-programma van de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA), de Europese Unie als vertegenwoordiger van de Code of Conduct, het Japanse
“Het ultieme doel is een verzameling wereldwijd geaccepteerde metrieken te creëren om de energieefficiëntie van een datacenter te bepalen.”
ministerie van Economische Zaken en The Green Grid bij aanwezig waren. Deze laatste instantie maakte de overeenkomst begin april wereldkundig. “Het ultieme doel is een verzameling wereldwijd geaccepteerde metrieken te creëren om de energie-efficiëntie van een datacenter te bepalen”, verklaarde Tom Brey, secretaris van The Green Grid. “The Green Grid werkt met organisaties wereldwijd aan een duidelijk en goed gedefinieerd taalgebruik voor de communicatie over energie-efficiëntie, dat toepasbaar is op alle datacenter ongeacht hun locatie.
energielabel
De overeenstemming is een belangrijke stap in de richting van een internationaal erkend energielabel voor datacenters. De richtlijnen en de wereldwijde acceptatie van PUE maken het eenvoudiger om datacenters op wereldwijd niveau met elkaar te vergelijken. PUE is evenals de DCiE (Data Center in-
Hans Vandam is freelance journalist
frastructure Efficiency) bedacht door The Green Grid om de energie-efficiëntie van een datacenter aan te geven. Om de PUE-waarde te berekenen moet het totale stroomverbruik van een datacenter worden gedeeld door de hoeveelheid stroom die de ict-systemen bereikt. ‘Lekkage’ door voedingen en verbruik door koeling wordt dus afgetrokken. Hoewel deze meting vrij eenvoudig is, is er nog altijd discussie over welke elementen wel of niet moeten worden meegenomen. De overeenkomst moet aan die discussie een einde maken.
energy star
Door de overeenkomst krijgt The Green Grid daarnaast meer macht. Zo heeft de organisatie aangegeven haar banden met het EPA te hebben verbeterd en nu 'trusted technical advisor' voor EPA’s Energy Starprogramma voor datacenterapparatuur en -gebouwen te zijn met een eigen Energy Star-programmabureau. |15
Netwerken
Jan Willem des Tombe, CEO van Pins.
Pins heeft alle lagen virtueel ingericht
UCS zorgt voor flexibel beheer 16 |
datac e nte rwo r ks
Pins is al sinds 1996 actief als hostingprovider in Nederland en was er dus vroeg bij. De onderneming is uitgegroeid tot de grootste hosting- en managed servicesprovider in de Benelux. Het bedrijf richt zich vanaf het begin puur op de zakelijke markt (firma’s met vijftig of meer fte’s). Het heeft geen eigen rekencentrum, maar huurt één ruimte in het datacenter van KPN (Getronics) en vijf ruimten in het rekencentrum van TeleCity Group. “Zij leveren koeling en stroom. De rest handelen wij af ”, zegt Jan Willem des Tombe, CEO van Pins. Zelf heeft de provider een glasring tussen de verschillende ruimten aangelegd, zodat de computerplatformen flexibel zijn in te zetten. Drie jaar geleden, zo vertelt Etienne van Rijn, manager infrastructure & solutions, heeft het bedrijf de bestaande infrastructuur eruit gehaald en vervangen door het nieuwe HyperGrid cloud-computingplatform. In Amsterdam heeft Pins het Network Operating Center (NOC) ingericht om ervoor te zorgen dat de SLA’s met meer dan 99,9 procent beschikbaarheid worden gehaald.
alle lagen virtueel
Drie jaar geleden heeft Pins dus de HyperGrid-structuur ingericht. “Om de kosten in de hand te houden en de beschikbaarheid te garanderen, moet die virtueel zijn. Op alle lagen; de netwerkcomponenten, de firewallcomponenten, enzovoorts”, legt Van Rijn uit. “We draaien een VMware-omgeving – een zogenoemde datacenter-cloudomgeving – en we hebben daaronder virtualised storage han-
gen. We hebben toen gekozen voor Equallogic (tegenwoordig een onderdeel van Dell Computers), omdat je – beschikkend over meerdere bricks – makkelijk Lun’s van de ene brick naar de andere kunt gooien. Als je een flexibele omgeving wilt hebben, waaraan je onderhoud wilt en moet plegen – ook al heb je een VMware-platform – en je wilt niet dat je klant daar last van heeft, moet je op alle lagen virtueel zijn. Virtuele machines kun je makkelijk verhuizen, maar dat geldt niet voor de opslag. Vandaar dat we voor Equallogic hebben gekozen, want dan kun je Lun’s van het ene San naar het andere slepen, terwijl de klant daar niets van zal merken. Dan heb je er een San-brick bijgemaakt, en die kun je weer upgraden. Omdat dit op basis van iSCSI is, is het te repliceren naar andere datacenters, waardoor je oplossingen voor disaster recovery kunt bouwen. In ons hele design hebben we alle lagen virtueel ingericht, zodat we zaken kunnen schuiven zonder dat dit gevolgen heeft voor de klant.”
eerst gesnuffeld
Des Tombe vertelt dat Pins een goed 2009 achter de rug heeft en nog steeds groeit. “Ik merk dat de hosting-markt volwassener wordt. Dat geldt voor de klanten. De verkoopcycli zijn langer geworden. Niet alleen door de economische crisis, maar ook omdat de klant meer verstand heeft gekregen van hosting en gewoon op meer vragen een antwoord wil hebben. De applicaties die bij ons draaien zijn steeds bedrijfskritischer en de klant wil dan ook weten of deze bij ons in
“De eenvoud in beheer zorgt ervoor dat we de kosten laag kunnen houden.” goede handen zijn. Ook aan de kant van de hosting-bedrijven is sprake van groeiende volwassenheid.” Des Tombe is de oprichter van de Dutch Hosting Provider Association, die zich ten doel stelt de hosting-industrie naar een hoger plan te brengen. Het HyperGrid van drie jaar geleden begon vol te raken en Des Tombe en Van Rijn bogen zich over uitbreidingsplannen. Ongeveer precies in de tijd dat Cisco zijn UCS (unified computing system) op de markt bracht. “Wij willen onze klanten stabiliteit en garanties bieden. UCS was redelijk nieuw, vandaar dat we niet over één nacht ijs zijn gegaan bij de beslissing met UCS ons platform te verdubbelen”, vertelt Van Rijn. “We hebben er eerst heel goed aan gesnuffeld, we zijn naar seminars geweest, hebben er bij Cisco mee gespeeld en dat heeft geleid tot de beslissing dat UCS een goede uitbreiding kan bieden.” Inmiddels is het een onderdeel geworden van het HyperGrid van Pins. “Het voldoet aan onze eisen. Het is – plat gezegd – een heel flexibel stuk ijzer, en flexibiliteit staat bij ons bovenaan.”
drie klikken
Van Rijn legt uit dat een UCS niet meer is dan een verzameling rekenkracht, geheugen
Teus Molenaar is freelance journalist
het is een kwestie van zorgvuldig de templates inrichten, maar dan heb je een computingplatform waarmee je kunt lezen en schrijven. het ucs van cisco (unified computing system) helpt hosting-provider pins de beheerkosten laag te houden. “en alles is mooi gedocumenteerd”, zegt jan willem des tombe, ceo van pins.
|17
Netwerken
In totaal heeft het op gang brengen van het UCS vier dagen geduurd.
gende uitbreiding toe is, een tweede UCS aan het platform wordt toegevoegd.
aardige bijkomstigheid
Etienne van Rijn, manager infrastructure & solutions.
en schijven; een verzameling blades. De fibre interconnect naar de unified fabric-switch zorgt ervoor dat je het geheel ‘als een houten puzzel in elkaar kunt zetten’. “Dit geeft ons tussen de lagen van VMware en de storage nog een extra laag flexibiliteit op het vlak van hardware. Je kunt heel makkelijk een Windows-server overzetten van de ene blade naar de andere. Er zijn applicaties die hangen aan MAC’s, aan Bios-versies, aan serial nummers, aan firmwareversies, noem maar op. Dat kun je allemaal regelen door de templates van UCS goed in te richten. Als je dat goed voor elkaar hebt, kun je heel makkelijk schuiven. Als een blade kapot gaat waarop een klant staat, is het drie klikken en de klant staat weer 18 |
op een nieuw stuk ijzer. Alle hardware- en alle Lun-connecties worden door de template meegenomen. Dat maakt de recovery-tijd extreem kort. En daar zoeken we altijd naar. Daarom is het een welbewuste keuze geweest met UCS aan de slag te gaan", vertelt Van Rijn. De verwachtingen waren hooggespannen, maar worden volgens Van Rijn echt waargemaakt. “We hebben nu één bladechassis staan dat we helemaal hebben gevuld met blades om te kijken of de performance behoorlijk is. Tot nu toe voldoet het prima. We kunnen dat natuurlijk goed zien, omdat we een VMwareplatform hebben waarmee je de hardware optimaal gebruikt.” Hij verwacht dat over pakweg een half jaar, als het HyperGrid aan zijn vol-
Des Tombe vertelt dat de kostenkant van UCS voor Pins ‘een heel interessante is’. “De eenvoud in beheer zorgt ervoor dat we de kosten laag kunnen houden. Cisco heeft één platform gebouwd, waaraan je makkelijk storage kunt koppelen, en dat eenvoudig is te beheersen en te beheren. Het werkt goed, het is kostenefficiënt. Daar zijn we tevreden over. Bovendien willen wij als bedrijf altijd voorop lopen en nieuwe technieken gebruiken, zonder dat we onze SLA’s in gevaar brengen. Vandaar dat wij één van de eerste bedrijven in Nederland zijn die een UCS hebben draaien.” Hij vertelt dat Cisco veel aandacht schenkt aan de introductie van het nieuwe systeem. “Dat is in ons voordeel geweest, want gewoonlijk als je een nieuw systeem koopt, krijg je een doos afgeleverd met een handleiding en moet je het verder zelf uitzoeken. Wij hebben nu een heel team van Cisco over de vloer gehad dat ons heel goed heeft geholpen met de inrichting en optimalisatie. Daarvan hebben we veel geleerd. Dat was een aardige bijkomstigheid. Over een paar jaar zal UCS ook gemeengoed zijn en wordt het op een pallet aangeleverd, maar nu zijn we in de watten gelegd.”
goede documentatie
Dit roept de vraag op of het zo ingewikkeld is dat je die knappe koppen van Cisco nodig hebt om een UCS aan de praat te krijgen.Van Rijn zwakt dit af. “Het was één van de eerste in Nederland. Dus wilden de mensen van Cisco er zelf ook graag bij zijn. Het bedrijf levert alles via een partner. Die had wel de cursus gevolgd, maar nog niet de ervaring.” Er is Cisco alles aan gelegen de introductie van UCS tot een succes te maken. Dus heeft de netwerkkeizer een ‘on the job’ training ver-
CoolTherm_E_107x270 22.02.10 08:15 Seite 1
datac e nte rwo r ks
advertentie
zorgt, uitgelegd wat slim is om te doen, en wat niet slim is. De blades zijn op locaties in de racks geschroefd en de configuraties zijn op het NOC gedaan. In totaal heeft het op gang brengen van het UCS vier dagen geduurd. Eén dag voor de installatie (het schroefwerk), één dag voor de inregeling, en twee dagen voor de documentatie. Daarin staat alles: waarom bepaalde keuzen zijn gemaakt, hoe de instellingen zijn, en dergelijke.
De hele methode van aansturen van het Ciscobladecenter is anders dan bij de traditonale bladecenters. Normaal heb je een server met een remote-managementkaart voor het beheer. “Bij UCS hangen twee switches boven in het rack en daarmee stuur je alles aan. Het bladecenter zelf is dan niet meer dan een domme node, evenals de blades zelf. Je kunt op het bladecenter zelf helemaal niets instellen”, legt Van Rijn uit. “Dat doe je allemaal via de switch, die de naam unified fabric heeft gekregen. Die werkt met templates. Je kunt zo’n veertig bladecenters op een switch aansluiten en via de template aansturen. Hij ziet een bladeserver als een node met een aantal kenmerken, zoals Bios, firmware, disks, enzovoorts. In de template geef je aan dat een bepaalde blade is aangesloten op een bepaald San met een bepaald Lun, en dat dit vanaf het San moet en niet vanaf de disk. Als de blade kapot gaat, wil ik dat hij zijn disks scrubt. Nou ja, van alles regel je in de template. Normaal, als een blade de geest geeft, kun je een nieuwe schijf in dezelfde hardware zetten. Dat werkt wel, maar bij het booten vindt Windows nieuwe drivers, andere MAC-adressen en dergelijke. En er zijn applicaties waarbij dit problemen met de licenties oplevert. Daarvan ben je met een UCS verlost, want je neemt de template gewoon mee. Daarin staat alles. Dat maakt een UCS zo eenvoudig te beheren.”
For All Your Data Centre Requirements: Knürr CoolTherm ® Knürr CoolTherm® is based upon the very successful Knürr Miracel® cabinet. Knürr CoolTherm® has an integrated cooling system working independently to the AC in a room. With N+1 redundancy, reliability is guaranteed, coupled with building and design excellence. Local Contact: www.knuerr.com
©2008 Knürr AG • Idee, Grafik, Redaktion: Gropp/Busler
templates
“Met twee switches boven in het rack stuur je alles aan.” E M E R S O N . C O N S I D E R I T S O L V E D . TM
Ma n ag e m e nt
Optimale benutting subsidies
Datacenters en ITkostenmanagement de bouw van datacenters heeft in de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. dankzij de vooruitgang die de ontwikkelingen in de it doormaken, bedrijven die een groot deel van hun diensten digitaal leveren en verwerken en een verbeterde aansluiting voor privégebruik. om de veranderende eisen en wensen van de eindgebruikers te kunnen blijven vervullen, is menig datacenter toe aan realisatie van extra capaciteit of een upgrade van de bestaande faciliteiten. tevens zijn grote slagen met betrekking tot energiebesparing noodzakelijk. subsidies zijn hierbij een middel om de projectkosten beheersbaar te houden. Door Cees Westzaan, senior consultant, en Joyce Emid, consultant bij Hezelburcht
De verbeterde toegang tot internet voor privégebruik, de huidige (zakelijke) vormen van dienstverlening en de ontwikkelingen op IT-gebied, zoals de mogelijke opkomst van 3D-internet, stellen hoge eisen aan de capaciteit en mogelijkheden van (toekomstige) datacenters. De noodzakelijke redundantie en het risico van oververhitting, dat hierbij altijd op de loer ligt, worden zo goed en zo kwaad met de voor handen zijnde koeltechnieken beperkt. De mate van efficiëntie van hard- en software wordt hierbij helaas nog niet integraal ontworpen op ‘lean energy consumption’. 20 |
Met bijna 8 % van het totale energiegebruik van Nederland drukt de explosieve toename van energiegebruik van datacenters, ondanks alle innovatieve koelingsbeloften, vooralsnog enorm op de overheidsdoelstellingen voor CO2-reductie en duurzaamheid. Om de (betere) duurzame ondernemer tegemoet te ko-
men is daarom een deel van de investering te dekken met subsidies.
meerjarenafspraak
Om de gewenste beleidsdoelstelling van 30 % energie-efficiëntieverbetering voor 2020 te behalen slaan de overheid en de
toename enegeriegebruik datacenters
2002
Netto datavloeroppervlak [m ]
123.000 130.000 168.000
2
Gewogen ontwerpvermogen datavloer [W/m ]
940
2006 2008 1050
1240
Gewogen spec. elektriciteitsgebruik datacenter [MWh/(a.m )] 2,9
4,9
5,7
Totaal elektriciteitsgebruik datacenters [TWh/a]
0,63
0,95
2
2
0,36
(bron: energiemonitor ict 2008, tebodin)
datac e nte rwo r ks
Zowel EvoSwitch als het technisch (installatie)bedrijf Klaver konden dankzij een vernieuwend energiebesparings concept in verschillende fasen van het project aanspraak maken op subsidie.
waarom en welke subsidies?
De overheid beschikt over diverse middelen om bepaalde beleidspunten voor publiekelijk belang te stimuleren. Dit instrumentarium varieert van de publieke mening overtuigen via informatievoorziening, tot gewenst gedrag afdwingen met juridische instrumenten als wet- en regelgeving. Tussen deze twee middelen bevindt zich een overlappend gebied waarbij overheid en maatschappelijk bewuste ondernemers elkaar tegemoet komen. Met financiële prikkels worden deze ondernemers verleidt tot duurzaam gedrag en ‘beloond’ voor de gewenste actie. Om de aanspraak en de toepassing van subsidies zo breed mogelijk te maken, bestaan deze in verschillende vormen en maten: als fiscale maatregel, kredietfaciliteiten of subsidie- en aanbestedingsprogramma’s. Via fiscale stimuleringsmaatregelen, zoals de EIA, kunnen investeringskosten van bepaalde duurzame bedrijfsmiddelen worden afgetrokken van de fiscale winst, waardoor
hierover geen vennootschapsbelasting hoeft te worden betaald. Voor de realisatie van datacenters is het hierbij van belang in de verschillende fasen van het traject het subsidiezwaartepunt te analyseren en in een vroeg stadium na te gaan welke mogelijkheden hieraan kunnen worden gekoppeld. Als (toekomstige) subsidieaanvrager is het van belang te onthouden dat projecten subsidiegevoelig zijn, wanneer deze dienen als voorbeeld voor de sector en significant bijdragen aan de overheidsdoelstellingen. Om de positie van de Nederlandse economie en maatschappij te bevorderen worden bepaalde innovaties, ontwikkelingen en energiebesparende projecten financieel gestimuleerd via subsidies. Hierbij valt eveneens te denken aan investerings- en demonstratieprojecten die een voorbeeldfunctie kunnen vervullen van concrete beleidspunten.
|21
Ma n ag e m e nt
IT-sector de handen ineen. In een MJA (MeerJarenAfspraak) wordt een gezamenlijke strategie vastgelegd voor doelgerichte energiebesparing binnen een bepaalde periode. Op diverse momenten is het voor bedrijven mogelijk zich bij deze convenant aan te sluiten. Naast het positieve signaal dat via deze MeerJarenAfspraak wordt afgegeven, kunnen de aangesloten bedrijven voordeel hebben aan bepaalde (financiële) ondersteuning: ondersteuning bij opstellen EBP, monitoring, energiezorg, scans, workshops en bedrijvendagen. Daarnaast bestaat voor de deelnemer aan de CO2-emissiehandel een gunstiger plafond, mogelijke teruggave van energiebelasting (vierde schijf ) en een betere toegang tot generieke subsidieregelingen.
combinatie van subsidies
Dat voor hetzelfde project meerdere subsidiemogelijkheden bestaan, wordt duidelijk aan de hand van een praktijkvoorbeeld. De
Het aanboren van subsidies, fiscale regelingen en kredieten is vaak complex en tijdrovend. 22 |
nieuwbouw en uitbreiding van de faciliteiten van EvoSwitch in Haarlem is een voorbeeldproject waarbij een combinatie van subsidiemogelijkheden is toegepast. Zowel EvoSwitch als de totaalinstallateur Klaver Technisch Bedrijf uit Obdam konden dankzij een vernieuwend energiebesparingsconcept in verschillende fasen van het project aanspraak maken op subsidie. Voor de ontwikkeling van het klimaatsbeheersingsconcept van dit datacenter kwam technisch bedrijf Klaver in aanmerking voor een provinciale klimaatsubsidie (van de provincie Noord-Holland). Het modulaire klimaatconcept via adiabatische koeling fungeert hierbij als demonstratieproject voor innovatieve klimaatmaatregelen met een zo laag mogelijke CO2-uitstoot. De aanschaf van bedrijfsmiddelen die voldoen aan bepaalde energieprestatie-eisen wordt door het verschaffen van bepaalde fiscale privileges, zoals de EIA, gestimuleerd. Deze
Energie-Investeringsaftrek bood EvoSwitch een belastingvoordeel, waarbij de investeringskosten van frequentieregelaars, pompen en ventilatoren, tussenmeters (kWh), verlichtingsregelingen (aanwezigheidsdetectie), wtw-unit en VRF-airco (warmtepomp) konden worden afgetrokken van de fiscale winst. Dit betekent in praktijk dat over één of zelfs meer jaren minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting hoeft te worden betaald. Bijzonder aan dit project is verder dat energiezuinige ups-systemen, die een constante netvoeding garanderen, in de energielijst 2010 zijn opgenomen als duurzame bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor EIA. Deze combinatie van subsidiemogelijkheden wijst op de doelstelling van de overheid om met beleidsmaatregelen de ‘circle of blame’ te doorbreken en de duurzame bedrijfsvoering van de zijde van zowel leveranciers als afnemers te stimuleren.
datac e nte rwo r ks
optimale subsidiebenutting
In het traject van uitbreiding of nieuwbouw van datacenters bestaan diverse ‘subsidiemomenten’. Het aanboren van subsidies, fiscale regelingen en kredieten is vaak complex en tijdrovend. Met vijftien jaar expertise heeft
Hezelburcht ruime ervaring en expertise deze subsidiemogelijkheden voor bedrijven optimaal te benutten en af te handelen. Door te investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen snijdt het mes kostengewijs aan twee kanten: de investering komt in aan-
merking voor een gedeeltelijke financiering via subsidies en de energiekosten vallen lager uit. Maatschappelijk en voor bedrijven een verantwoorde keuze.
advertentie
Brand is één van de meest desastreuze calamiteiten die een computerruimte kunnen treffen. Een goede brandbeveiliging is dan ook essentieel voor de beschikbaarheid van een computerruimte en daarmee vaak de continuïteit van het bedrijf. Hi-Safe Systems behandelt op deze plek de meest essentiële vragen die gesteld moeten worden om een goede brandbeveiliging te realiseren. 1 - welk blusmiddel en welk type installatie De eerste vraag die gesteld moet worden: wat wilt u beveiligen, de ruimte of de apparatuur, met andere woorden: wilt u voorkomen dat bij een brand in een ruimte de bouwkundige constructie verloren gaat en daardoor wellicht het hele pand afbrandt, of wilt u de apparatuur, opgeslagen goederen of bedrijfsprocessen beschermen? Bij een calamiteit blijkt pas of de juiste keuzes zijn gemaakt en als dat niet zo is, dan is het ook meteen te laat. Zo zijn er helaas voorbeelden van computerruimten die na een activering van de brandblusinstallatie volledig zijn geruïneerd, omdat er een verkeerd type brandblusmiddel was toegepast. Als het gaat om bescherming van de ruimte, dan kunt u bijvoorbeeld water of aërosol als blusmiddel Chuck inzetten. Deze bieden een uitstekende Hollis, vicepresident global marketing en CTO brandbescherming, maar de kans dat na een activan EMC. vering (terecht of onterecht) gevoelige apparatuur of kostbare goederen onherstelbaar beschadigd raken is daarbij erg groot. Als het gaat om bescher-
Zeven vragen over brandbeveiliging ming van de apparatuur, dan is de beste keuze een blusgas. Blusgassen worden beschouwd als “Clean Agents”, ofwel blusmiddelen die na een activering geen residu achterlaten. Na een activering van een blusgasinstallatie is goed ventileren voldoende om de ruimte weer te kunnen gebruiken. Blusgassen Er zijn 2 soorten blusgassen: inert blusgassen, zoals Pro Inert en de chemische blusgassen FM-200 en Novec. De bluswerking van Pro Inert is gebaseerd op zuurstofverdringing: door in een ruimte ca. 45 % van de lucht te vervangen door Pro Inert, wordt het zuurstofpercentage verlaagd naar ca. 12% en daarbij wordt een brand gesmoord. Dit proces vraagt dus inzet van een groot volume blusgas en de blustijd is genormeerd op 60 seconden.De bluswerking van FM-200 en Novec berust voornamelijk op warmte-absorbtie: een relatief klein percentage blusgas in de lucht ( ca. 5-9 %) reageert op het verbrandingsproces en onttrekt daarbij zoveel warmte, dat de brand door afkoeling dooft. Dit proces vraagt een veel kleiner volume aan blusgas en de blustijd is genormeerd op 10 seconden. Deze verschillen bepalen ook in grote mate de inzetbaar-
heid. Bepalende factoren zijn vaak: de beschikbare opslagruimte voor de blusgasflessen, complexiteit van de afblaasleidingen en de mogelijkheden om drukopbouw in de ruimte op te vangen. In veel gevallen zijn alle blusgassen mogelijk en kan de prijs een bepalende factor zijn: voor installaties waarbij de verdeling van het blusgas complex is, heeft Pro Inert een voordeel. FM-200 of Novec kan vooral een voordeel opleveren bij een eenvoudige blusgasverdeling , hierover later meer. Ruimte- of kastbeveiliging Meestal wordt de gehele ruimte gevuld met blusgas; het blusgas verspreidt zich dan ook onder de vloer en in de kasten en blust op elke plek in die ruimte. Om herontsteking van de brand te voorkomen moet het blusgas een voldoende tijd op niveau gehandhaafd blijven; daarom moet de ruimte voldoende luchtdicht zijn. Het beveiligen van een enkele kast in een ruimte spaart natuurlijk een grote hoeveelheid blusgas, maar is feitelijk alleen mogelijk als deze kast voldoende dicht is of direct bij een blussing spanningsloos kan worden gemaakt. http://www.hisafe.nl
Ko e l i n g
Ronald Kok is directeur van All IT Rooms
All IT Rooms maakt cube onafhankelijk van racks
Alle soorten racks in de koude-straatafsluiting in samenwerking met chameo, een internationale speler op het gebied van toegangstechniek, heeft all it rooms de green cube ontwikkeld. de nederlandse systeemintegrator belooft met deze oplossing de zaken anders aan te pakken. een belangrijk uitgangspunt was dat de cube merkonafhankelijk moest zijn en zelfs zo merkonafhankelijk dat het mogelijk moest zijn een green cube te bouwen van verschillende merken kasten. Momenteel heeft iedere rackleverancier een oplossing om koude dan wel warme straten af te sluiten. De groeiende vraag uit de markt is ingegeven door de wens energie te besparen in computerruimten en datacenters. De cube wordt in hoog tempo gemeengoed in de markt. Waar deze techniek eerst vooral werd toegepast in de grotere datacenters, wordt er nu steeds meer van deze methode gebruikgemaakt in de computerruimten van bedrijven en organisaties.
eigen systeem
Als merkonafhankelijke systeemintegrator heeft All IT Rooms in samenwerking met Chameo een eigen systeem ontwikkeld om een cube te maken. Waar de andere oplossingen gebonden zijn aan het merk van de racks heeft All IT Rooms een merkonafhankelijke oplossing ontwikkeld, waarmee het mogelijk is een cube te bouwen met racks van verschillende leveranciers. Deze oplossing wordt onder de naam Green cube in de markt gepromoot. De Green cube kan zowel de koude als de warme straat afsluiten. Vanuit het energiebesparingsoogpunt heeft natuurlijk het afsluiten van de koude straat de voorkeur. Er zijn echter situaties waarin dit technisch niet mogelijk is en dan wordt ervoor gekozen de warme straat af te sluiten. Beide methoden leiden tot een aanzienlijke energiebesparing. 24 |
Schematische weergave Green cube.
datac e nte rwo r ks
gesloten deuren
All IT Rooms en Chameo hebben gekozen voor een automatische low-energyschuifdeur die vanzelf opent en sluit, waardoor het niet meer mogelijk is deuren per ongeluk open te laten staan. De schuifdeuren zijn zo gemaakt dat de deuren van de serverracks direct bij de automatische schuifdeur helemaal open kunnen. Ook dan blijven de schuifdeuren dus gesloten, waardoor er geen koude lucht verloren gaat. De bediening voor openen en sluiten geschiedt met een drukknop. Deze drukknoppen zijn op een logische plek geplaatst, zodat deze gemakkelijk zijn te bereiken. Een automatische schuifdeur verhoogt het kwaliteitsgevoel van de cube een geeft een ‘luxe’ uitstraling. De automatische schuifdeur is zo geprogrammeerd dat in geval van nood, bijvoorbeeld bij brand, de deur automatisch opent, waardoor medewerkers die in de Green cube aan het werk zijn, deze snel en zonder problemen kunnen verlaten. Dit is een belangrijk aspect in het kader van de veiligheid. De deur is gemaakt van een zeer smal aluminiumprofiel. In het aluminiumprofiel is veiligheidsglas gebruikt. Door het grote glasoppervlak ontstaat een zeer open karakter en dit zorgt ervoor dat er geen ‘opgesloten’ gevoel ontstaat bij de mensen die in de Green cube aan het werk zijn.
glazen dak
Het dak is net als de deuren uitgevoerd in veiligheidsglas. In tegenstelling tot de oplossingen die gebruikmaken van plexiglas of zelfs geheel stalen panelen geeft dit een open gevoel en veel licht. Voor het dak is een verhoogde constructie gekozen. Dit betekent dat de glazen panelen zo’n 10 cm boven de racks worden geplaatst. Hierdoor kunnen ook lange mensen comfortabel in de Green cube werken.
diaconessenhuis leiden
In het Diaconessenhuis te Leiden is een Green cube toegepast. De cube is opgebouwd uit twee rijen van elk vier APC-netshelters van 42 HE. In elke rij staat een EMC-storagerack. Deze EMC-racks wijken in maatvoering af van de APC-netshelters. Door het modulaire systeem van de Green cube is het eenvoudig de EMC-racks een integraal onderdeel van de rij te laten zijn en dus in de cube te laten opnemen. Op de EMC-racks zijn op maat gemaakte panelen geplaatst. “Een belangrijke doelstelling bij de bouw van een nieuwe computerruimte was voor ons een aanzienlijke energiebesparing realiseren”, zegt Willem de Lange, hoofd automatisering van Diaconessenhuis Leiden. “Het systeem van All IT Rooms met de Green cube was voor ons de ideale oplossing. Ook wilden wij de storageracks in de koude-straatafsluiting hebben, maar de maatvoering ervan wijkt af van de reguliere maten van de serverracks.”
De Green cube in het Diaconessenhuis te Leiden.
Met de oplossing van All IT Rooms is het mogelijk een cube te bouwen met racks van verschillende leveranciers. |25
Ma n ag e m e nt
Voorkom onnodige investeringen!
Verborgen besparingen in het datacenter
in de meeste datacenters worden vaak materialen afgevoerd die met enige kleine aanpassingen toch zinvol kunnen worden hergebruikt. dit gaat onder andere op voor apparatuurkasten. een nieuwe, complete kast kost toch al gauw zo’n 2500,00 euro, terwijl renovatie van een kast aanzienlijk minder prijzig is. enkele besparingsopties op een rij gezet. Henk van den Berg is eigenaar van Meiberg Consultancy
Afbeelding 1
26 |
In het begin werd in datacenters op grote schaal een koelmethode toegepast waarbij koude lucht van onder de kast door de kast heen naar boven werd geblazen. Als deze methode onvoldoende koeling gaf, werden boven in de kast ventilatoren geplaatst om dit probleem op te lossen. De kasten werden verder voorzien van glazen deuren en de achterkant van een dichte deur.Van dit principe is nu afgestapt en zijn beheerders en/of eigenaren van datacenters overgestapt op het principe met warme en koude straten, waardoor de ‘oude’ kasten niet meer geschikt zijn.Toch kunnen deze kasten op eenvoudige wijze worden aangepast en worden gebruikt in een koude-warmestraatopstelling. Afhankelijk van de hoeveelheid, zijn de kasten als halve of als hele straat toe te passen. Datacenters zijn afgesloten ruimten met een toegangsbeleid. Daarom kunnen de glazen en stalen deuren zonder problemen achterwege worden gelaten. Door de deuren weg te laten kan een optimale luchtdoorvoer worden gecreëerd. De koude straat kan worden afgesloten met een containerafsluiting (cold corridor).
Het valt ook nog te overwegen om, als van dit soort kasten nog onderdelen te koop zijn, ventilatiedeuren aan te schaffen. Wanneer een koude straat wordt geformeerd van twee rijen met kasten van verschillende hoogten, moet een hoogteaanpassing worden gemaakt, opdat een containerafsluiting kan worden toegepast. De hoogteaanpassing kan worden gemaakt van een U-profiel per kast. Dit zal hooguit een fractie van de kosten van een nieuwe kast zijn. In afbeelding 1 is een opstelling te zien met nieuwe en oude kasten die verschillende hoogten hebben. In dit geval gaat het om een rij die wordt gevormd door nieuwe kasten van 800x1000 mm en een rij van een oud type kast van 800x800 mm. In de regel zullen de oude kasten niet geschikt zijn voor elke server, maar er blijven genoeg soorten servers over die minder eisen stellen. De zogenoemde pizzaservers van 1 of 2 HE hoog kunnen uitstekend in de oude kasten worden geplaatst.Voor de warmteafgifte is het bij dit type wel raadzaam er minimaal 1 HE ruimte tussen te laten.Verder kan in deze
datac e nte rwo r ks
oude kasten ook apparatuur met weinig aansluitingen worden geplaatst, zoals appliances. Er zijn vele mogelijkheden die ook met merkkasten, zoals die van HP, IBM en Dell, zijn uit te voeren.
bekabeling en spanningsvoorziening
Met dit concept kan een datacenter nog jaren vooruit. Het is raadzaam ook al rekening te houden met de bekabeling. Prefab bekabeling is een goede keuze, omdat die eenvoudig is te installeren wanneer een andere zaalindeling nodig is. Er zijn steeds meer kabelleveranciers, zoals Panduit, Tyco, Corning en Draka, die prefab bekabeling in hun assortiment hebben. Ook als de kasten absoluut niet meer kunnen worden toegepast, kunnen de kabels vaak nog wel worden hergebruikt. Bij een project waarbij een aantal rijen servers naar een andere locatie werden verplaatst, werd door hergebruik van de prefab bekabeling ongeveer 90.000,00 euro per serverrij bespaard. Besparingen kunnen ook worden bereikt met spanningsvoorziening. Er is een trend dat iedereen alles wil gaan monitoren tot aan de server toe. Dit gebeurt dan door gebruik te maken van intelligente spanningssloffen met IP. De vraag die beheerder en/of eigenaar van een datacenter moet stellen is of er ook wat wordt gedaan met de verkregen gegevens. Of dat het alleen maar is om te weten wat het verbruik van een server is. Is dat het geval, dan is het een overbodige investering en is het verstandiger de intelligentie op de centrale faciliteiten aan te brengen, bijvoorbeeld op de hoofdverdelers. Als hierin wordt geïnvesteerd, wordt het op de computerzaal een stuk minder belangrijk welk type spanningsslof wordt toegepast. Met andere woorden de reeds aangeschafte sloffen kunnen gewoon gebruikt blijven. Wat weer tot besparingen leidt. Let er wel op dat spanningssloffen met een aan-uitschakelaar uit den boze zijn, behalve
wanneer een elektricien de schakelaar heeft overbrugd.
netwerk- en opslagapparatuur
Vaak zijn beheerders en/of eigenaars van datacenters geneigd de netwerk- of opslagapparatuur na drie tot vijf jaar te vervangen. In veel gevallen functioneert de apparatuur dan nog uitstekend. Als deze apparatuur nog twee jaar langer blijft doordraaien, merkt niemand daar praktisch iets van. Alleen moet er wel voor worden gezorgd dat dergelijke apparatuur op voorraad is of dat nieuwe apparatuur makkelijk is te integreren binnen de bestaande omgeving. Het spreekt voor zich dat, mocht de apparatuur het begeven, deze niet wordt gerepareerd, maar alleen wordt vervangen. Er wordt een soort sterfhuisconstructie gecreëerd.
milieubewust
De boodschap is om bedrijven bewuster te maken van de spullen die zij hebben en de mogelijkheden daarvan. Bij het hergebruik of het langer in gebruik houden van materialen en apparatuur leveren zij ook een flinke bijdrage aan het milieu. Optisch gezien zal het niet altijd een mooie oplossing zijn, maar het gaat in de eerste plaats om de functionaliteit. Mooie oplossingen kosten zeker euro’s.
Optisch gezien zal het niet altijd een mooie oplossing zijn, maar het gaat om de functionaliteit. |27
Ma n ag e m e nt
AMS-IX biedt standaard voor colocatie
“Van eerste tot laatste pagina toepasbaar op datacenters” Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
de amsterdam internet exchange (ams-ix) heeft een vliegende start gemaakt met het certificeren van datacenters. nog dit jaar moeten alle zeven datacenters waar het internetknooppunt connecteert ams-ix gecertificeerd zijn. “wij hebben een standaard gedefinieerd die er nog niet was”, zegt job witteman, de ceo van ams-ix. Het idee om een eigen datacenterstandaard te ontwikkelen ontstond in 2008 toen Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) werd geconfronteerd met enkele storingen die de dienstverlening in gevaar brachten. “Een aantal datacenter was gedateerd en dat bracht ons ertoe voor die datacenters een standaard te definiëren”, vertelt CEO Job Witteman van AMS-IX.
Er bleek nog geen specifieke standaard te bestaan op basis waarvan de gewenste audit van een rekencentrum kon worden uitgevoerd. “Er bestaan wel allerlei datacenterstandaarden maar die geven geen van alle aan hoe je komt tot wat wij willen hebben: 100 % uptime”, zegt Witteman. “ISO heeft bijvoorbeeld meer met de procedures te maken en zegt niets over de kwaliteit van het gebouw. Je kunt met een gammel gebouw toch voldoen aan de ISOnormen.”
echte standaard
“Het is onze plicht aan te geven wat minimaal mag worden verwacht van een datacenter waar wij staan”, vervolgt Witteman. “Je kunt een datacenter immers niet vragen normen te volgen als die er niet zijn.” Tijdens het opstellen van de standaard werd de lat al snel hoger gelegd. “Het moest niet iets minimaals worden, maar een echte standaard waar we echt achter kunnen staan. Zodat wij met een gerust hart tegen onze leden kunnen zeggen: als je Capitoline heeft samen met AMS-IX een asymmetrische auditing-strategie ontwikkeld die de juiste vragen stelt voor alle klanten.
28 |
een gecertificeerde AMS-IX-locatie kiest, weet je ook écht wat je kunt verwachten.” Volgens managing director Michel van den Assem van het AMS-IX-gecertificeerde Interxion Nederland vult het keurmerk een duidelijk leegte op. “Dit certificaat verschaft veel helderheid. Er zijn al diverse standaarden, maar er is nog nooit een certificerend orgaan geweest dat specifiek kijkt naar het datacenter en of de standaarden worden toegepast in onderlinge samenhang. Zo kent de ISO-certificering grote delen tot zelfs hele hoofdstukken die niet toepasbaar zijn op het datacenter. Dit nieuwe document is van de eerste tot de laatste pagina toepasbaar op datacenters.”
functionele eisen
Voor het opstellen van de standaard is de hulp ingeschakeld van het Britse adviesbureau Capitoline. “Wij hebben ook op de Nederlandse markt rondgekeken, maar dan kom je uit bij partijen als TNO en Kema die ook advies geven aan de betrokken datacenters. Dan heb je
datac e nte rwo r ks
CEO Job Witteman van AMS-IX:
“Het moest niet iets minimaals worden.”
|29
Ma n ag e m e nt
te maken met dubbele petten, want je kunt zo’n partij niet vragen een standaard op te stellen die hoger ligt dan het eigen advies”, zegt Witteman. Om te komen tot een degelijke standaard voor datacenters hebben AMS-IX en het Britse Capitoline gepionierd met een zogenoemde asymmetrische benadering van auditing. Hierbij zijn voor de belangrijkste deelgebieden de relevante normen aangewezen en zijn de gewenste resultaten gedefinieerd (zie ook het schema). Een audit moet specifieke vragen stellen en een benchmark bieden om de antwoorden te toetsen. Punten van zorg moeten leiden tot een actieplan om eventuele tekortkomingen weg te werken en daarop moet weer een nieuwe audit volgen. Het resultaat van de samenwerking met Capitoline is een standaard die de continuïteit
waarborgt door te kijken naar de functionele eisen. “De standaard schrijft bijvoorbeeld niet voor dat het datacenter moet zijn ingericht met warme en koude gangen. Dat is nu wel gangbaar, maar over een paar jaar misschien al weer achterhaald”, legt Witteman uit. “Wel schrijven we voor wat de maximale invoeren uitvoertemperatuur mag zijn.” In dit voorbeeld volgt AMS-IX de Ashrae-standaarden. Naleving van de AMS-IX-standaard wordt bewezen door een audit die, in het geval van de zeven ‘AMS-IX-datacenters’, wordt uitgevoerd door Capitoline. Tijdens deze audit worden locatiegerelateerde aspecten beoordeeld, zoals bouwkwaliteit en bescherming tegen overstromingen. Daarnaast omvat de audit een inspectie van beveiliging en toegangscontrole, brandmaatregelen, elektriciteitsvoorzieningen, koeling en ventilatie, be-
kabeling en beheersystemen en monitoring. Aanvullend worden operationele procedures en protocollen beoordeeld.
brede interesse
Behalve voor de AMS-IX-leden is de standaard volgens Witteman ook interessant voor de datacenters die worden gecertificeerd. “Als er netwerken van buiten komen, hoeven die niet zelf het datacenter te certificeren als ze zien dat er al een certificaat is met een redelijke standing.” AMS-IX connecteert in zeven datacenters, waarvan drie al het certificaat hebben ontvangen. Dat zijn Telecity, Equinix en Interxion. Global Switch is ge-audit, maar op het moment van schrijven was de uitslag daarvan nog niet bekend. Ook Nikhef en Sara hebben de audit inmiddels doorlopen, maar moeten nog
advertentie
Rittal – Het Systeem
IT RACKS
IT COOLING
IT POWER
datac e nte rwo r ks
Managing director Michel van den Assem van Interxion Nederland:
“Dit certificaat verschaft veel helderheid.”
enkele aanpassingen doorvoeren voordat het certificaat kan worden toegekend. Volgens Witteman gaat het dan om aanpassingen op het gebied van onder andere koeling, stroom en blusinstallaties. “Aan euNetworks zijn we simpelweg nog niet toegekomen.” Maar de CEO verwacht nog dit jaar aan alle zeven datacenters het certificaat te kunnen toekennen. Witteman hoopt dat het document ook wordt opgepakt door andere datacenters waar colocatiediensten worden aangeboden. “Interxion heeft al internationaal interesse getoond, en wellicht dat ook internet-exchanges in andere landen de standaard gaan hanteren. Wij hebben het werk gedaan, en als andere partijen het document willen kopiëren, graag! Ze hoeven niet eens dankjewel te zeggen, als ze het maar gebruiken. Het zou wel zonde zijn als het verwatert. Zolang er ‘AMS-IX datacenterstandaard’ op staat, moet het document wel
blijven zoals het is.” De uiteindelijke droom is dat het AMS-IX-document wordt verheven tot een echte internationale standaard vergelijkbaar met ISO. “Maar wie pakt dat op?”, vraagt Witteman zich af. Het document ‘A data center standard for the Amsterdam Internet Exchange’ is te downloaden via www.ams-ix.net/assets/Marketing-Files/AMSIX-Datacentre-standard.pdf.
“Het is onze plicht aan te geven wat minimaal mag worden verwacht van een datacenter waar wij staan.”
advertentie
Sneller – Beter – Wereldwijd
DATA CENTRES
IT SECURITY
www.rittal.nl
Netwerken
Teus Molenaar is freelance journalist
Application delivery controllers
Intelligente verkeersregelaars voor het datacenter de complete it-infrastructuur is alleen maar bedoeld om applicaties zo goed mogelijk te laten presteren. snelheid, beschikbaarheid en beveiliging zijn daarbij kernwoorden. application delivery controllers (adc’s) zijn ontworpen om op een intelligente manier het verkeer van een naar het datacenter te regelen. op dit terrein zijn meerdere leveranciers actief. een overzicht. Applicaties vinden hun weg naar gebruikers via tal van wegen. Binnen het bedrijfsnetwerk is de IT-afdeling zelf ‘in control’, maar in toenemende mate komen applicaties via internet tot de eindgebruiker. Webapps en mobiele applicaties stellen hun eisen aan de ondersteunende infrastructuur. Er komt veel bij kijken om de eindgebruiker tevreden te stellen. Een application delivery network (ADN) behoort daar zeker bij. Gartner definieert een ADN als een combinatie van WAN-optimalisatie en application delivery controller (ADC). In feite komt het erop neer dat een ADN een samenspel is van verschillende technieken die, als zij samenwerken, zorgen voor beschikbaarheid, zichtbaarheid, beveiliging en acceleratie van applicaties.
beste resultaat
De ADC is een apparaat dat we in het datacenter tegenkomen om het verkeer van en 32 |
naar het rekencentrum te regelen. Het apparaat staat ook wel bekend als een web-, content- of multilayer-switch. Zij versturen applicaties naar een aantal geografisch verspreid staande servers op een manier die het beste resultaat oplevert. Jonathan George, productmarketingmanager van F5 Networks, geeft een voorbeeld. “Stel dat een gebruiker in een bepaald land een applicatie wil benutten die in een ander land staat. Er bestaan diverse mogelijkheden om de route te volgen. Het kan best zijn dat het niet nuttig is het verkeer via de dichtstbijzijnde route te laten gaan, omdat die bijvoorbeeld erg veel verkeer heeft te verstouwen op dat moment. Wellicht is het handiger een andere route te volgen. Dat moet de ADC zien uit te vogelen. Uiteraard heel snel.” Het ADN is een nieuwe laag in de IT-infrastructuur waar de intelligentie en beheersing plaatshebben. Het apparaat is in staat afhankelijk van de context applicaties snel en veilig
beschikbaar te stellen. Hiertoe controleert het applicaties en gebruikers (inclusief hun locatie) om het belang van het verkeer vast te stellen. Zo beschikken de webswitches over miljarden IP-adressen (ze hebben tegenwoordig vrijwel allemaal een IPv6-gateway).
tegenstrijdige bewegingen
Het belang van een ADN neemt toe naarmate er meer webbased applicaties zijn en meer ‘vreemde’ gebruikers op het netwerk worden toegelaten (denk aan klanten en partners). Eveneens speelt het gebruik van SaaS-oplossingen (software-as-a-service) een rol. Uit een studie naar het gebruik van SaaS van de Sand Hill Group en McKinsey & Company uit 2008 bleek dat 11 % van de IT-budgetten was gereserveerd voor SaaS-toepasssingen. Dat percentage is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. De applicatiemodellen worden steeds diver-
datac e nte rwo r ks
ser, de netwerken steeds complexer. Een situatie die kwaadwillenden weten uit te buiten. Beveiliging is dan ook een belangrijk aspect, evenals een snelle beschikbaarheid van applicaties en het voorkomen dat data weglekken. Er hebben vaak tegenstrijdige bewegingen plaats. Een directe lijn is duurder dan de aanleg van een webtoegang voor een bijkantoor. Maar dat moet dan wel veilig en snel kunnen gebeuren. Die functionaliteiten worden evenwel steeds vaker centraal in het rekencentrum afgehandeld. Het ADN is uitgevonden om te voorkomen dat elk kantoor een eigen ‘silo’ vormt. Dit netwerk biedt de mogelijkheid een divers applicatielandschap toe te passen. Netwerkapparatuur weet heel veel van verbindingen en routes, maar erg weinig van applicaties en gebruikers. Het ADN weet van allebei even veel.
geen extra code
Bij een ADN gaat het dus vooral om het ‘ijzer’, zoals oneerbiedig de onderliggende infrastructuur in het datacenter wordt genoemd. Niettemin is er, zeker in dit geval, een innige relatie tussen de hardware en de software. De tijdige terbeschikkingstelling van applicaties is niet meer zo vanzelfsprekend, omdat er een trend gaande is applicaties los te koppelen van hardware (virtualisatie). Dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. IT-afdelingen van bedrijven moeten grote moeite doen applicaties snel en veilig over hun bedrijfsnetwerken, internet en draadloze verbindingen te loodsen. “Gebruikers verwachten dat applicaties uitzonderlijk snel en veilig ter beschikking staan, waar ze zich ook mogen bevinden”, meldt Blue Coat. “Daar komt nog een probleem bij”, zegt George, “want het IP-adres is niet gelijk aan de identiteit van de gebruiker. Er zijn gasten op het netwerk binnen een bedrijf, of een werknemer gebruikt tijdelijk een mobiel apparaat van zijn collega. Hoe voorkom je dan dat gevoelige informatie in onbevoegde handen valt? Er zijn tegenwoordig wel methoden in gebruik om hierop in te spelen. Zo wordt een code ingebakken
IT-afdelingen van bedrijven moeten grote moeite doen applicaties snel en veilig over hun bedrijfsnetwerken, internet en draadloze verbindingen te loodsen.
in de applicatie om dit probleem te omzeilen. Maar dat is niet zo’n goede oplossing, omdat die kostbaar is, moeilijk te veranderen, niet herhaalbaar en minder veilig. Ook agents op servers plaatsen is een kostbare, want lastig te onderhouden zaak.” Het werken met gespecialiseerde proxies krijgt ook niet George’s instemming. “Die oplossing is niet schaalbaar en niet betrouwbaar. Bovendien voeg je dan nog meer apparatuur toe aan de infrastructuur die je ook weer moet onderhouden.” F5 lost het probleem van authenticatie op met ‘local traffic manager’ (LTM) in combinatie met ‘access policy manager’. De LTM fungeert als een full proxy tussen de applicatieservers en de gebruikers.
wie is actief met adn’s?
Een hele lijst leveranciers is het resultaat als je gaat kijken wie zich bezighoudt met application delivery networks (ADN’s). Uiteraard kom je daar de oorspronkelijke leveranciers van routers en switches tegen die al jaar en dag het rekencentrum bevolken: Cisco, Brocade Communications, Juniper Networks, Radware, NetQoS, Citrix Systems en Sun Microsystems (onderdeel van Oracle). Maar de laatste jaren is de lijst aanmerkelijk uitgebreid, onder andere met F5 Networks, A10 Networks, Akamai Technologies, Blue Coat Systems, CDNetworks, Cotendo, Crescendo Networks en Expand Networks. Uiteraard hebben ze alle zo hun eigen benaming voor het ‘kastje’. Zo spreekt Cisco over zijn application control engine en praat F5 graag over de Big-IP, terwijl Citrix rept van een netscaler application switch.
Een ADN ziet eruit als een pizzadoos, zoals deze Big-IP van F5.
|33
P ra kti j k
Groene ict via een ‘unified physical infrastructure’
Xerox integreert gebouwsystemen Xerox Manufacturing in Venray gebruikte tot voor kort een 25-jaar oude ict-infrastructuur voor zijn bedrijfsoperaties. Hoewel bedrijfskritisch, waren de beveiliging en beschikbaarheid van die infrastructuur niet meer optimaal, wat de totale systeemprestaties en productiviteit van alle medewerkers beïnvloedde.Verder was de verouderde infrastructuur niet geschikt om nieuwe geavanceerde technieken te ondersteunen. Tot de nieuwe functionaliteit die de producent op zijn ict-platform wilde toepassen, behoren draadloze netwerkverbindingen, betere beveiliging en VoIP (voice over IP). Als onderdeel van de ict-infrastructuurmodernisering wilde Xerox ook migreren van desktopcomputers naar thin-clients, om de beheer- en hardwarekosten te verlagen. Een thin-clientomgeving biedt de producent de mogelijkheid alle beschikbare apparatuur remote te beheren en efficiënter te gebruiken, tegen lagere operationele kosten. Andere belangrijke eisen voor Xerox’ nieuwe infrastructuur waren voldoende flexibiliteit en schaalbaarheid voor alle MAC-verzoeken (moves, adds en changes), terwijl alle systemen operationeel blijven.
strategische doelstellingen
In lijn met het beleid van Xerox, gericht op duurzaamheid en zorg voor het milieu, wilde 34 |
de fabriek in Venray zijn energiegebruik en CO2-uitstoot aanzienlijk verlagen, via een uniforme ict-infrastructuur met hoge prestaties en beschikbaarheid. “Als producent van toners voor printers, promoten we bij de klanten groene ict-oplossingen.Wij hebben er tevens voor gezorgd dat onze productieprocessen duurzaam en milieuvriendelijk blijven. Daarom was het belangrijk dat de nieuwe ict-infrastructuur voldoet aan onze groene ict-eisen”, zegt Wiel van de Pasch, Xerox Manufacturing’s technical servicesmanager. “Hoewel het niet realistisch is te verwachten dat een ict-infrastructuur nog 25 jaar meegaat, wilden wij een betrouwbare oplossing die minstens tien jaar goed presteert, terwijl de apparatuur langer dan vijf jaar moet zijn te gebruiken. Dat voorkomt veel ictverspilling.” Van de Pasch vervolgt: “Wij hebben in het Venray-kantoor een pilot thin-clientomgeving ingericht om het ict-team alle kinderziekten te laten verhelpen en op basis daarvan onze infrastructuurvereisten te verfijnen. Die moest als basis te gebruiken zijn voor vergelijkbare implementaties in de productielocaties in Ierland, het Verenigd Koninkrijk en andere landen.” Uiteindelijk zocht Xerox Manufacturing een betrouwbare infrastructuurpartner met bewezen expertise in het leveren van de gevraagde
innovaties. “Als je de kans krijgt een volledig nieuwe ict-infrastructuur aan te leggen, is het belangrijk samen te werken met een marktleidende partner, die ‘best-in-class’-oplossingen op basis van de nieuwste technologische ontwikkelingen bouwt”, legt Van de Pasch uit.
unif ied physical infrastructure
Panduits UPI-concept (unified physical infrastructure) is gericht op de transformatie van organisaties naar een inzichtelijke en eenvoudiger te managen ict-omgeving, in termen van risicomanagement, beschikbaarheid en prestaties. Dat is mogelijk door de integratie en optimalisatie van vijf kernsystemen, namelijk computers, communicatie, management, stroomvoorziening en beveiliging. De daarop gebaseerde infrastructuren bieden organisaties meer flexibiliteit, convergentie van applicaties en besparingen in energie en ruimtegebruik. Panduits Datacenter solution, gebaseerd op de UPI-principes, biedt Xerox een geconvergeerd IP-netwerk tegen lagere kosten en energiegebruik. Oftewel, deze oplossing levert realtime alle benodigde managementinformatie om de zichtbaarheid en veiligheid bij de producent uit Venray te vergroten en een duurzame infrastructuur te creëren die wereldwijd model kan staan voor efficiënt
datac e nte rwo r ks
Peter Gloudemans is freelance journalist
xerox manufacturing in venray heeft zijn 25 jaar oude ict-infrastructuur onlangs vervangen door een ‘unified physical infrastructure’ (upi) van panduit. de integratie van alle bedrijfskritische gebouwsystemen, data-, spraak- en videocommunicatie levert xerox manufacturing een lager energiegebruik en een eenvoudiger operationeel beheer op.
energiegebruik. Op advies van Panduit heeft Xerox Manufacturing besloten een nieuwe infrastructuur te implementeren, gebaseerd op de UPI-visie en een geconvergeerde IP-oplossing van Cisco met een Citrix thin-client virtuele desktopinterfaceomgeving. Dit biedt het bedrijf een stabiele, betrouwbare en goed beveiligde infrastructuur, die het helpt kosten en energie te besparen, terwijl het netwerkbeheer sterk is vereenvoudigd. Op basis van het UPI-concept vereenvoudigt Datacenter solution alle MAC’s tot eenvoudig uit te voeren en te beheren administratieve handelingen, waardoor Xerox optimaal kan profiteren van alle voordelen op het gebied van beveiliging, betrouwbaarheid en schaalbaarheid. Omdat de benodigde onderhoudstijd sterk is gereduceerd, kan de producent fors besparen op kosten en middelen.
poe-gebaseerd
Xerox Manufacturing beschikt nu over een bekabelingsysteem van categorie 6 koper- en glasvezel, dat de beschikbaarheid en schaal-
baarheid voor bedrijfskritische systemen waarborgt. De volledig redundante 1 Gbpsglasvezelbackbone en 100 Mbps-verbindingen met Panduits eigen PoE-oplossing (power over ethernet) hebben de infrastructuurprestaties en betrouwbaarheid sterk verbeterd. “Panduit heeft ons geholpen een PoE-gebaseerde werkplek te creëren, met slechts 25 W voor de thin-client pc, een 22” lcd-monitor en een IP-telefoon. Met een stand-byverbruik van 0,0 W hebben wij waarschijnlijk de groenste desktop ter wereld”, zegt van de Pasch. Xerox onderzoekt momenteel Panduit’s Panview iQ-oplossing voor verdere vereenvoudiging en verbetering van zowel het remote- als onsite-netwerkbeheer, met intelligente identificatie van alle activa en monitoring van de fysieke netwerkinfrastructuur. Panview iQ levert realtime informatie over de netwerk status, planning van facilitaire taken, im plementatie en documentatie, als uitgebreidere oplossing voor het totale beheer van de fysieke infrastructuur.
De nieuwe uniforme infrastructuur biedt Xerox een eenvoudigere en gecentraliseerde manier om het kantoorgebouw, datacenter en de productieruimte te beheren. |35
P ra kti j k
businessvoordelen
De nieuwe uniforme infrastructuur biedt Xerox Manufacturing een eenvoudigere en gecentraliseerde manier om het kantoorgebouw, datacenter en de productieruimte te beheren. Datacenter solution ondersteunt alle bedrijfskritische systemen van de producent bij het veilig leveren van realtime data en services, terwijl Panduit’s Connected building solution de traditioneel gescheiden gebouwsystemen naar een uniform IP-netwerk heeft geconvergeerd. Via die uniforme infrastructuur heeft Xerox beter zicht en controle op alle gebouwsystemen en ict-platformen, waardoor het downtime risico is geminimaliseerd, terwijl tegelijkertijd efficiëntiebesparingen zijn gerealiseerd. Panduit heeft ook voldaan aan Xerox’s be-
Panduit’s Connected building solution heeft de traditioneel gescheiden gebouwsystemen naar een uniform IP-netwerk geconvergeerd. hoefte het energiegebruik en de totale gebruikskosten te reduceren. “Sinds de introductie van onze nieuwe thin-clientomgeving is het energiegebruik teruggebracht tot slechts 25 W per werkplek, die bestaat uit een pc, monitor en IP-telefoon”, zegt Van de Pasch. “Dat is een significante verlaging in ogenschouw nemend dat een gemiddelde werkplek met een desktop-pc en telefoon normaal zo’n 150 W verbruikt.” Verder consumeert een oud werkstation in stand-bystand nog 10 W (wat 80 % van de tijd het geval is), in vergelijking met 0 W van de
PoE-oplossing. Dit betekent voor 50.000 medewerkers wereldwijd een jaarlijks besparingspotentieel aan energie van 14,5 GWh. Het nieuwe Panduit-systeem biedt ook betere beveiligingsmogelijkheden en remote-beheerfunctionaliteit, die de totale efficiëntieverbetering in termen van productiviteit en kosten verder vergroten. Door te registreren of iemand binnen het Xerox-gebouw werkt, of op een andere locatie, wordt elke poging om tegelijkertijd vanaf twee locaties toegang tot het netwerk te verkrijgen automatisch als verdacht geblokkeerd.
xerox manufacturing
advertentie
Give me your urgent attention or I’ll crash.
You have 30 seconds to find me.
Go!
Your data center has a lot to say. Are you listening? Visualize every rack, device and cable in your data center. Visit Raritan.nl/energy-monitoring or call +31 (0)10 284 4040. Reduce costs and improve efficiency, uptime and capacity planning
36 |
Met een omzet van 17,6 miljard dollar, is Xerox Corporation wereldwijd marktleider in de technologie en diensten voor documentmanagement. In maart 2009 heeft Fortune magazine Xerox uitgeroepen tot ‘World’s most admired company’ in computers. Sinds 1965 is Xerox Manufacturing gevestigd in het Nederlandse Venray. Met kantoren en fabrieken in Nederland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk maken de 850 medewerkers van Xerox Manufacturing deel uit van de Xerox Strategic Services Group en de Eastern Hemisphere Supply Chain Services. De fabriek in Venray produceert toners en fotoreceptoren en is tevens de logistieke hub voor alle supplies en accessoires voor Afrika, Azië-Pacific, Europa en het Midden-Oosten.
Netwerken
datac e nte rwo r ks
Schaalbare infrastructuren voor groter publiek
Dell biedt kant-en-klare clouds Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
dell schiet bedrijven die snel aan de slag willen met cloud computing, te hulp door de volledige ‘stack’ te bieden. het texaanse bedrijf vult deze stack in met nieuwe producten, diensten en samenwerkingsverbanden.
Dell positioneert zichzelf als de ‘nummer 1 op het gebied van cloudinfrastructuren’ en schermt met referenties als Windows Azure, Facebook en Ask.com. In deze gevallen heeft Dell nauw samengewerkt met de opdrachtgevers aan het ontwerp van de servers en storage die nodig zijn voor grote, schaalbare cloudomgevingen. “Maar dergelijke ‘customized’ oplossingen zijn alleen maar voor de top weggelegd”, vertelt Andy Rhodes, marketingdirecteur van Dells datacenterdivisie. “We brengen de revolutie van de cloud nu binnen handbereik van een groter aantal klanten.”
partners
Volgens Rhodes pakt Dell de zaken daarbij anders aan dan de concurrenten. “Concurrenten proberen de hele stack te beheersen. Wij werken samen met partners om het beste te kunnen bieden. Wel bel je Dell voor de ondersteuning.” Voor die samenwerkingen heeft Dell het Cloud Partner Program in het leven geroepen. Onder andere VMware, Microsoft en Quest/VizionCore hebben zich al bij dit programma aangesloten en bieden eenvoudig inzetbare cloudoplossingen en blauwdrukken die zijn geoptimaliseerd voor het Dell-platform.
Ook is er een samenwerking met Joyent dat virtuele servers aanbiedt via internet. Dell stelt de software van Joyent beschikbaar op zijn eigen server, zodat klanten zelf private clouddiensten in de lucht kunnen brengen. Onder de noemer ‘Efficient cloud solutions’ brengt Dell kant-en-klare en vooraf geteste cloudoplossingen op de markt die zijn opgebouwd uit hardware, software en diensten. De eerste Efficient cloud solution gaat in april in de Verenigde Staten in bèta, is bedoeld voor webapplicaties en zal gebruikmaken van de Joyent-software.
nieuwe producten
De PowerEdge-serverfamilie wordt uitgebreid met de nieuwe C-series die bestaat uit de C1100, C2100 en C6100. De apparaten
zijn volgens Dell onder andere geschikt voor cloudaanbieders en -bouwers, high-performancecomputing en grootschalige webfarms en ze zijn geoptimaliseerd als het gaat om performance, stroomverbruik en dichtheid. De C-servers worden beschikbaar gesteld in een beperkt aantal landen, waaronder Nederland. Daarnaast biedt Dell Services een groot aantal diensten om klanten te helpen bij onder andere het ontwerpen, ontwikkelen, implementeren en onderhouden van cloudinfrastructuren.
“Concurrenten proberen de hele stack te beheersen.”
|37
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Energy Star for ups
Certificering voor upssystemen op komst
Wouter Hoeffnagel is freelance journalist
het federale agentschap van de verenigde staten voor de bescherming van de volks gezondheid en het milieu, environmental protection agency (epa), werkt momenteel aan certificering voor de efficiëntie van ups-systemen, ‘energy star for ups’. het epa werkt samen met de europese commissie om de standaard ook in europa geldig te laten zijn. de certificering wordt waarschijnlijk in de huidige overeenkomst voor kantoorapparatuur en -producten opgenomen. de standaard wordt momenteel door de ec bekeken. In de Verenigde Staten is het Energy Star-programma in 1992 in het leven geroepen door de overheid. Het programma is bedoeld voor computerproducten en is later uitgebreid met certificeringen voor allerlei producten waaronder servers met x86-processoren. Een standaard voor datacenterapparatuur werd in 2009 in het leven geroepen. Datacenters kunnen op vrijwillige basis meedoen aan deze certificering. Datacenters die zich hiervoor aanmelden, moeten een online tool gebruiken die hun energie-efficiëntie indeelt op een schaal van 1 tot 100. Het certificaat wordt alleen uitgereikt aan bedrijven die een score boven de 75 behalen.
energy star for ups
Energy Star for ups, de standaard voor ups-systemen, heeft weinig invloed op nieuwe, grote datacenters omdat zij hun relatief moderne systemen waarschijnlijk niet gaan vervangen. De richtlijn is dan ook vooral interessant voor oudere, kleine tot middelgrote datacenters. Met de efficiëntiescores kan deze groep zijn huidige apparatuur met nieuwe ups-hardware vergelijken. Hierbij wordt in tegenstelling tot eerdere efficiëntiecijfers van upssystemen rekening gehouden met normale belasting in plaats van maximale belasting. Dit geeft volgens het EPA een eerlijker beeld van de daadwerkelijke efficiëntie van de ups. De Energy Star-certificering kijkt daarnaast niet alleen naar de door de producent opgegeven efficiëntie, maar houdt ook rekening met factoren die invloed hebben op de uiteindelijke efficiëntie van de ups-systemen.
maximumvermogen
De ups-systemen van de meeste datacenters presteren op slechts 50 % van hun maximumvermogen, iets wat in een 2N-design standaard is. In andere datacenters presteren deze systemen gedurende het overgrote deel van hun operationele leven nog minder, slechts 30 % van hun maximumvermogen. Dit wordt veroorzaakt doordat deze systemen meestal bij de bouw van een datacenter worden uitgekozen en geïnstalleerd. Hierbij wordt het ups-systeem gekozen op basis van het maximale 38 |
datac e nte rwo r ks
vermogen van het datacenter.Vooral oude systemen functioneren inefficiënt, wanneer zij op slechts een deel van hun maximumvermogen draaien. Een van de doelen van het EPA-programma is dan ook het publiceren van een efficiëntiecurve op alle vermogensniveaus, in plaats van op enkel 90 of 100 %. Het EPA hoopt hierdoor producenten van upssystemen te motiveren een ups te ontwikkelen, waarmee de efficiëntie over een breder vermogen wordt verbeterd. Daarnaast wil het agentschap ontwikkelaars en gebruikers van ups-systemen bewust maken van de problemen op het gebied van efficiëntie en algemene testomstandigheden. Ook wil het rapportcriteria opzetten waarmee gebruikers apparatuur kunnen vergelijken, en het wil deze groep motiveren betere keuzen te maken.
modulair uitbreidbare ups-systemen
Deze keuzen kunnen betrekking hebben op modulair uitbreidbare upssystemen of op de aanschaf, installatie en implementatie van meerdere ups-systemen op een parallelle systeembus, ontwikkeld als een schaalbaar systeem. Hierdoor wordt het mogelijk het aantal ups’en dat aanstaat te vergroten naarmate de energieconsumptie van het datacenters groeit. Hierdoor is een optimalisatie van de efficiëntie van ups-systemen mogelijk, doordat alle ups’en draaien op een efficiëntere belasting. De besparingen die door het verbeteren van de energie-efficiëntie van
ups-systemen kunnen worden gerealiseerd, zijn volgens een onderzoek van Electric Power Research Institute (EPRI) aanzienlijk. Zo kan in de Verenigde Staten door een vrijwillig ups-efficiëntieprogramma 710 miljoen kWh/a worden bespaard. Een verplicht ups-efficiëntie programma zou deze besparing zelfs kunnen vergroten tot 2,8 triljoen kWh/a in de Verenigde Staten. Een ander resultaat dat uit dit onderzoek naar voren komt is dat 75 % van de besparingen betrekking hebben op de 5 – 20 kVA-markt. Tot slot schat het EPRI dat de ‘return on investment’ voor efficiënte ups-systemen op ongeveer twee tot drie jaar ligt.
testprocedures
Het EPA zegt momenteel twee testprocedures te overwegen voor het berekenen van de efficiëntie van ups-systemen. Het gaat hierbij om IEC 62040-3 uit 1999, een methode om de prestaties en testvereisten te specifieren, en CSA C813.1.01 uit 2001, een methode om de prestaties van ups-systemen te testen. Beide methoden zijn toepasbaar op alle belangrijke ups-topologieën.
In de Verenigde Staten kan door een vrijwillig ups-efficiëntie programma 710 miljoen kWh/a worden bespaard. advertentie
IT Ro om I n f ra
André Hiddink, namens IT Room Infra
Subsidie op duurzame techniek sinds een jaar stelt it room infra haar leden in de gelegenheid nieuwe trends en innovatieve producten onder de aandacht te brengen. daarbij passeerden ook allerlei energiezuinige producten de revue. de beste producten komen in aanmerking voor subsidie en de energie-investeringsaftrek (eia), maar welke producten zijn dat? veelal vermelden de producenten zelf een overzicht van de mogelijkheden. Ook IT Room Infra-lid Rittal geeft aan voor welke subsidie of regeling zijn producten in aanmerking komen. Op zijn website vermeldt de producent: ‘Investeren in energiezuinige producten levert nu een nog groter financieel voordeel op. Niet alleen uw energiekosten dalen, u betaalt voortaan ook minder inkomsten- of vennootschapsbelasting. Steeds meer Rittal-producten vallen onder de nieuwe subsidieregeling, waaronder alle Rittal 3-fases ups-systemen, maar ook PSM-rails met geïntegreerde vermogensmeting en CMC-monitoringsystemen (computer multi-control). Sinds 1 januari 2010 kunt u voor al deze producten een beroep doen op de Energie-Investeringsaftrek (EIA), een fiscale regeling van de ministeries van Financiën en Economische Zaken, uitgevoerd door de Belastingdienst en het Agentschap NL (voorheen SenterNovem).’ De EIA geldt niet automatisch voor alle energiezuinige oplossingen. Alleen apparatuur die aan vastomlijnde energieprestatie-eisen voldoet (onder andere richtlijn 220912) komt hiervoor in aanmerking. De Rittal ups-systemen uit de 3-fases PMC-productreeks zijn dermate energie-efficiënt (95 % efficiënt al vanaf 25 % last) dat deze voldoen aan de strenge wettelijke eisen. Dat geldt ook voor de meet- en monitoringapparatuur van deze producent die onder andere inzicht verschaft in het daadwerkelijke stroomverbruik. Meten is weten, zeker waar het om energiebesparing gaat, want zodra u weet waar uw stroomverbruik het hoogst is, kunt u gericht investeren in energiebesparende maatregelen. Het financiële voordeel kan aanzienlijk oplopen. Uw energierekening valt een stuk lager uit en via de EIA kan 44 % van de investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst van het bedrijf. Het directe financiële voordeel is afhankelijk van het belastingpercentage en bedraagt circa 11 % van de goedgekeurde investeringskosten. Naast een duurzame en een kostentechnische is er nu dus 40 |
ook een fiscale reden de aanschaf van energiezuinigere apparatuur te overwegen. Om gebruik te maken van de EIA moet een EIA-aanvraagformulier worden ingevuld en binnen drie maanden na opdracht van de aankoop van de apparatuur worden opgestuurd naar het Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijvingen (IRWA) in Breda. Meer informatie op: http://www.senternovem.nl/eia/eia_ aanvragen/index.asp Subsidies aanvragen betekent de nodige papieren invullen, maar alle stappen zijn op deze site helder en duidelijk beschreven. Wie een hekel heeft aan papierwerk kan dit overlaten aan een gespecialiseerd bureau. Hoe dan ook loont het de moeite aandacht te besteden aan de nieuwe subsidiemogelijkheden, zelfs midden in een hectische periode van vernieuwing van uw datacenter. Want één ding is zeker: wie verzuimt op tijd zijn subsidie aan te vragen, wordt hoe dan ook overgeslagen.
Wie verzuimt op tijd zijn subsidie aan te vragen, wordt hoe dan ook overgeslagen.
n i e uws
datac e nte rwo r ks
Schroff maakt koude gangen f lexibeler Schroff introduceert een modulair systeem waarmee het mogelijk is kabinetten met verschillende hoogten op te nemen in een koude gang. Hierbij worden afdekplaten over de gehele lengte van de gang aan de bovenkant van de hoogste kabinetten geplaatst. De kleinere kabinetten worden voorzien van opvulstukken waardoor lekkage wordt voorkomen. Ook wordt het dak van de gang voorzien van gelamineerd glas. Beide uiteinden van de gang kunnen worden voorzien van handmatige schuifdeuren, handmatige klapdeuren of automatische schuifdeuren. De automatische schuifdeuren kunnen worden voorzien van bewegingsdetectoren, digitale toetsenbordvergrendeling, kaartlezers en besturing op afstand. Meer informatie: www.schroff.biz
R&M introduceert kabelgootsysteem voor datacenters Reichle & De-Massari, producent van netwerkbekabeling, introduceert een kunststofkabelgootsysteem voor glasvezelkabels, het R&M Raceway-systeem. Het systeem is bedoeld om kabels in datacenters te scheiden en te beschermen. Het kabelgootsysteem wordt geïnstalleerd aan het plafond boven de datakasten of kan onder een verhoogde vloer worden aangebracht. Het systeem bestaat uit componenten die in elkaar kunnen worden geklikt zonder speciaal gereedschap. Omdat de onderdelen van het systeem zich beperken tot goten, kruisverbindingen, bochten en kabeluitgangen worden de planning, bestelling, opslag en installatie vereenvoudigd. Meer informatie: www.rdm.com
Lasent bouwt computerruimte voor Aalten Lasent heeft de officiële opdracht ontvangen van de gemeente Aalten om een nieuwe computerruimte te realiseren. De levering zal bestaan uit twee onderuitblazende computerairconditioners op basis van invertertechniek. Bovendien zal Lasent de complete elektrotechnische installatie verzorgen inclusief een ups en generator. Ook de verhoogde vloer is in de levering opgenomen.
Interxion breidt AMS.5 uit
carrier airconditioning, htd en rittal werken samen Carrier Airconditioning, Heva Technische Dienstverlening (HTD) en Rittal sluiten een samenwerkingovereenkomst voor het RimatriX5 LCP-koelconcept van Rittal. Het liquid cooling package zorgt ervoor dat alleen de serverracks in plaats van de gehele serverruimte worden gekoeld. Carrier levert voor dit concept de voor Rittal ge-engineerde, luchtgekoelde waterkoelmachine, de Aquasnap 30RB LCP, aan. HTD is verantwoordelijk voor de samenbouw van het systeem en het onderhoud met serviceverlening.
Interxion kondigt aan zijn Amsterdamse AMS.5-datacenter te gaan uitbreiden. In totaal moet 1.100 m2 aan highdensity-capaciteit aan de locatie worden toegevoegd. Het project moet in augustus 2010 zijn afgerond. De uitbreiding is voor Interxion de derde in anderhalf jaar tijd.
|41
n i e uws
blog:
Tiering op de schop
Michiel van Blommestein is freelance journalist
Professionals kunnen hun werk niet goed doen zonder normen. Het probleem is dat er een balans moet zijn tussen standaardisatie en flexibiliteit. Als er te weinig normen zijn, doen leveranciers gewoon wat ze denken dat het beste is. En dat is niet altijd het beste voor de klant. Als er te veel normen zijn heffen ze elkaar op. Een standaardenset die door veel datacenters wordt gebruikt is het Tiering-syteem van het
Uptime Institute om de betrouwbaarheid van een faciliteit te bepalen. Het systeem rangschikt de betrouwbaarheid van I tot en met IV; hoe hoger de rang, hoe hoger de verwachte uptime. Zo eenvoudig is het! De statistieken die hierachter schuilgaan zijn dat natuurlijk niet. Het systeem heeft zijn critici onder wie zwaargewicht Mike Manos. De belangrijkste kritiek is het gebrek aan flexibiliteit. Het systeem be-
nieuwe consultant bij all it rooms All IT Rooms heeft Michael Staats aangetrokken als consultant. Staats is verantwoordelijk geweest voor IT-infrastructuur bij onder andere ABN Amro en Optiver. De consultant gaat zich bij All IT Rooms bezighouden met adviseren van klanten, ontwerpen van datacenters en met het projectmanagement tijdens de realisatie hiervan.
Kannegieter distribueert Corning Corning Cable Systems, leverancier van glasvezelcommunicatieoplossingen voor spraak, data en video, heeft Kannegieter, leverancier van netwerkoplossingen, aangesteld als authorized distributor. Beide bedrijven gaan zich door de benoeming richten op het realiseren van highdensity-glasvezeloplossingen in de enterprise en commerciële datacenteromgevingen. 42 |
staat al een tijdje en heeft niet geprofiteerd van een aantal nieuwe ontwikkelingen in design. Ook is er verwarring over het hele concept van 'tiering'. Om het kort samen te vatten: een Tier 1-datacenter is niet hetzelfde als een Tier I datacenter. Er is echter verandering op komst aangezien het Uptime Institute werkt aan een update. We kunnen dus uitkijken naar een betere en flexibele manier van tiering. Op het moment van schrijven was er nog niet de geringste aanwijzing wanneer deze update beschikbaar zou moeten zijn, maar de verwachting is op korte termijn. Tot die tijd beperkt het Uptime Institute zich tot de publicatie van een lijst met mythen die het Tiering-systeem parten zouden spelen (zie ook http://professionalservices.uptimeinstitute.com/myths. htm). Onlangs werden nog drie mythen aan die lijst toegevoegd, waarvan er een is het dat het systeem van het Uptime Institute hetzelfde zou zijn als TIA-942. De dagelijkse blog van DatacenterWorksredacteur Michiel van Blommestein is te volgen op www.datacenterprofessionals.net.
All IT Rooms bouwt computerruimte MTV MTV Networks geeft All IT Rooms opdracht voor de bouw van een tweede datacenter in Nederland. De computerruimte is nodig omdat het kantoor van MTV Networks in Amsterdam, samen met dat in Londen, is aangewezen als knooppunt in Europa om alle uitzendingen in Europa te verzorgen voor alle MTV-kanalen. Het datacenter wordt voorzien van serverracks van Schroff met geïntegreerde koeling, die worden geleverd door Koning & Hartman. In de ruimte worden drie cubes geplaatst met een afsluiting van de warme straat. In totaal worden 29 serverracks in het datacenter geplaatst. Het datacenter moet binnen krap twee maanden worden gerealiseerd.w
hebt u nieuws voor de redactie? laat het ons weten via
[email protected]!
datac e nte rwo r ks
APC vernieuwt data centerbeheersoftware APC by Schneider Electric brengt een nieuwe versie van de InfraStruxure-managementsoftware op de markt. Datacenterbeheerders moeten met deze editie van de software een volledig beeld krijgen van de fysieke infrastructuur van een datacenter, het totale energiegebruik en de kosten die hieraan zijn verbonden. Uit onderzoek van APC blijkt dat een juiste inrichting van een datacenter een energiebesparing van maximaal 38 % kan opleveren. De managementsoftwareportfolio geeft daarom concrete gegevens waarmee organisaties korte- en langetermijnplannen kunnen opstellen om energie-efficiëntie te realiseren. Hierbij wordt de gehele infrastructuur van het datacenter geanalyseerd, waarna de software mogelijkheden aangeeft voor een efficiëntere inrichting van het datacenter. De InfraStruxure-managementsoftwaresuite bestaat uit InfraStruxure Energy Efficiency, Operations, Central 6.0, Capacity 6.0 en Mobile 6.0. De software is ontwikkeld op open standaarden en is leveranciersonafhankelijk, waardoor het mogelijk is met de bijgeleverde softwaredevelopmentkit een integratie met andere systemen te realiseren. Meer informatie: www.apc.com
snia europe onderschrijft Code of Conduct Storage Networking Industry Association (SNIA) Europe kondigt aan de ‘EU Code of Conduct on Data Centre Energy Efficiency’ te onderschrijven. SNIA Europe gaat de richtlijnen voor het implementeren van de Code of Conduct’s best practices aanbevelen. Ook gaat SNIA Europe educatie- en informatieprogramma’s ontwikkelen om datacenter-administratoren te helpen om de doelen te behalen en te behouden, die in de Code of Conduct zijn opgesteld.
minkels toont oplossingen virtueel
advertentie
Minkels introduceert het Minkels Virtual Datacenter. In dit datacenter worden verschillende computerruimten met daarin oplossingen voor behuizing, koeling en monitoring getoond en uitgelegd door animaties. Bezoekers kunnen via de control room door het Minkels Virtual Datacenter navigeren. Ook kunnen zij hier aangeven over welk onderwerp zij meer informatie willen krijgen. Bezoekers hebben op elk moment de mogelijkheid live ondersteuning in te roepen en vragen te stellen via zowel chat als telefoon. Meer informatie: www.minkels.nl
mansystems trekt consultant aan voor opendcme
Aad Koppenhol is sinds 1 maart jongsleden door Mansystems aangesteld als principal consultant om de positie van het bedrijf in datacenterefficiëntie verder te versterken. Koppenhol gaat zich binnen Mansystems richten op de uitbreiding van het OpenDCME, het open KPI-model voor efficiëntiemetingen van IT-resources.. Koppenhol heeft ruim 35 jaar ervaring in de ict-sector en is ruim tien jaar werkzaam geweest bij Sun Microsystems.
Toe aan een nieuwe computerruimte? Van
Gratis ontwerp tot realisatie Quick Scan!
Vaultex neemt u alle zorg uit handen!
AN AEGIDE COMPANY
www.vaultex.eu/qs
[email protected] Tel. 0413-311 111
|43
n i e uws
Siemon introduceert extra diep VersaPODsysteem Siemon, leverancier van netwerkbekabelingsoplossingen, introduceert de VersaPOD VP2, een extra diepe versie van het VersaPOD-systeem. De VersaPOD VP2 is 120 cm diep en dus 20 cm dieper dan het origi nele systeem. Het systeem maakt Zero-U verticale patching mogelijk en levert kabelmanagementfunctionaliteiten voor switch-, server-, San- en distributieomgevingen. In totaal levert het systeem 24 U aan installatieruimte tussen twee kasten. Daarnaast leveren de ‘end of row’panelen 8 U aan verticale ruimte bij de end units. Door de 20 cm extra diepte van de VersaPOD VP2 is het systeem geschikt voor diepere typen IT-apparatuur, zoals Cisco’s Nexus 7000-switch. De kabelmanagementfunctionaliteiten van het systeem maakt het opbergen van kabels in kabelgoten, waardoor de lucht toe- en afvoerkanalen niet worden geblokkeerd, mogelijk. Meer informatie: www.siemon.com
hazewinkel commercieel directeur easynet
Easynet Global Services benoemt Chris Hazewinkel tot commercieel directeur Nederland. Hazewinkel wordt hiermee eindverantwoordelijk voor klantentevredenheid en de commerciële resultaten. Daarnaast treedt Hazewinkel toe tot het managementteam van Easynet Northern Europe. HIj is eerder werkzaam geweest als sales manager bij British Telecom Global Services en als global account director bij Ericsson Telecommunica-
tie in Zweden. Hier was Hazewinkel wereldwijd verantwoordelijk voor het account Royal Dutch Shell.
easynet betreedt Oost-Europese markt Easynet Global Services sluit een samenwerkingovereenkomst met GTS Central Europe. Door de overeenkomst wordt Easynet in staat gesteld netwerkendiensten te leveren aan zakelijke klanten in Oost-Europa. Daarnaast moet het contract zorgen voor een kostenreductie, vergroting van de flexibiliteit en stabiliteit voor klanten in Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Roemenië.
advertentie
Account manager
datacenters Het doet ons veel genoegen u te kunnen mededelen dat we hem gevonden hebben: uw nieuwe aanspreekpunt voor Schleifenbauer stroommeetsystemen in uw datacenter. Ron Kuperus heeft ons overtuigd met zijn innemende persoonlijkheid en zijn indrukwekkende CV. Hij wordt de komende tijd ingewerkt in ons productportfolio en zal weldra voor u beschikbaar zijn als aanspreekpunt voor het meten van stroom in uw serverracks, in uw aftakboxen of in uw distributiepaneel. Via deze weg willen iedereen bedanken die zijn/haar vertrouwen in onze organisatie heeft uitgesproken door middel van het solliciteren op onze vacature ‘Account Manager Datacenters’. De directie van Schleifenbauer Products Meer informatie op www.schleifenbauer.eu
WE
GOT HIM
BICSI
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Peter Gloudemans is directeur-eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi.
Nieuw bestuur actualiseert strategisch plan In deze bijdrage een bericht van Bicsi’s nieuwe Board of Directors, informatie over de aankomende Europese conferentie in Dublin en een impressie van het Bicsi News van maart-april. Geactualiseerd strategisch plan
Tijdens de jaarlijkse winterconferentie in Orlando zijn niet alleen veel technische presentaties gegeven, maar is ook het door de leden gekozen nieuwe Bicsi-bestuur voorgesteld. Het team van twaalf bestuursleden onder leiding van Bicsi-president Brian Hansen, RCDD, NTS, CSI, is daarna gestart met de implementatie van een geactualiseerd strategisch plan. Dat plan bevat alle kerndoelstellingen, kernwaarden en zeventien tactische prioriteiten, op basis waarvan de leden van de technische commissies, stafmedewerkers en een groot aantal leden meewerken aan de verdere ontwikkeling van Bicsi. Oorspronkelijk richtte Bicsi zich vooral op infrastructuren, wat onder andere bleek uit de veelgebruikte af korting ‘information transport systems’ (ITS). Door de convergentie van technieken en toepassingen staat die af korting tegenwoordig echter voor ‘information technology systems’. Om voeling te houden met marktontwikkelingen en wensen van de leden ondergaat Bicsi’s strategische plan elke twee jaar een flinke revisie. Meer informatie hierover is te vinden op: http:// www.bicsi.org.
Bicsi News
In de maart-april editie van Bicsi News staat weer een aantal interessante technische artikelen. De coverstory gaat dit keer over ontwikkelingen in de standaarden voor ict-infrastructuren en over de gebruikte toepassingen in de zorgsector. Veranderingen in marktwerking, wetgeving en financiering en nieuwe applicaties, waaronder het gebruik van elektronische patiëntendossiers, hebben een grote invloed op de eisen die zorginstellingen stellen aan technische infrastructuren. Bicsi News belicht die invloed vanuit een ontwerp- en beheerperspectief. In de rubriek technology & innovation schets ‘The True Internet of Things’ het toenemend gebruik van ‘smart objects’. Dat zijn alle sensoren, slimme aansturingen en identificatiemiddelen die onderdeel uitmaken van IP-oplossingen voor beveiliging, gebouwbeheer, tracking & tracing en andere toepassingen. Dit artikel belicht zowel het gebruik van de smart objects als de invloed ervan op netwerkstandaarden en -verbindingen. De artikelen van Bicsi News zijn te vinden en in PDF-vorm te downloaden via htpp://www.bicsi.org.
Bicsi komt naar je toe deze zomer
Hoewel de Bicsi-conferenties in de Verenigde Staten door een groot aantal internationaal werkende consultants en technische specialisten uit Europa worden bezocht, is een Europees evenement veel toegankelijker en bereikbaarder. Daarom komt Bicsi van 22 tot 24 juni naar je toe met de 2010 Bicsi European Conference & Exhibition in het Citywest Leisure & Golf Resort in Dublin, Ierland. Die conferentie biedt de mogelijkheid uw kennis te actualiseren en met vakgenoten te netwerken, of ervaringen uit te wisselen. Een aantal interessante onderwerpen uit het conferentieprogramma is: • Welke standaard moet worden toegepast voor datacenteraudits? • Hoe gaat de energiewetgeving onze IT-industrie beïnvloeden? • Hoe kunt u het meeste halen uit uw IP-beveiligingsoplossing? • Ondersteunende bekabeling voor draadloze topologie
|45
co lum n
Willem van Enter, Regional Director Benelux, VMware
De optimale weg naar
cloud computing We zien dat IT-organisaties vandaag de dag steeds vaker onder grote druk staan om meer te doen met minder budget. Dat heeft niet alleen te maken met het huidige economische klimaat. Ook cloud computing speelt hierin een grote rol. Hostingproviders en aanbieders van externe clouddiensten bepalen tegenwoordig wat IT-infrastructuren kosten en hoe snel de clouds waarde moeten opleveren voor een bedrijf. Zij laten in feite zien hoe goedkoop en efficiënt (het gebruik van) IT kan zijn. Dit legt een grote druk op IT-organisaties, het eigen (interne) kostenniveau en de eigen servicegraad. Een andere keuze dan cloud computing is nauwelijks te beargumenteren, zo lijkt het. Hierdoor wordt de technologie massaal geadopteerd als het model voor de inrichting van een datacenter. Alleen zijn heel veel organisaties nog niet klaar hun complete infrastructuur in een externe cloud onder te brengen. De perceptie is bij veel bedrijven dat het een rigoureuze en revolutionaire stap is. Bedrijven zetten die niet snel en al helemaal niet als het aankomt op een bedrijfskritisch onderdeel, zoals IT. Er zijn echter meerdere wegen die naar Rome leiden. Zo hoef je cloud computing niet te zien als een doel op zich, maar als een wijze waarop bedrijven kunnen omgaan met hun IT-resources. Het is een aanpak waarbij een pool van resources wordt gecreëerd die on-demand kan worden uitgebreid of ingekrompen. Het kan hierbij gaan om een interne cloud, zoals het eigen datacenter, of om een combinatie van een interne en externe cloud, de zogenoemde private cloud. De weg (of reis) naar de cloud begint met de virtualisering van de IT-systemen in het eigen rekencentrum. Al naar gelang dat het vertrouwen in deze aanpak groot genoeg is en ook de waarde ervan wordt ingezien door de organisatie, kan de volgende stap worden gezet naar cloud computing. Begin na de virtualisatiestap bijvoorbeeld met het verplaatsen van bepaalde onderdelen naar de externe cloud. Echter, voordat zo’n stap kan worden gezet, moet er dus eerst vertrouwen zijn opgebouwd in deze nieuwe IT-aanpak. En gaandeweg zal duidelijk worden welke voordelen de cloud allemaal biedt. Aanpassing is dus noodzakelijk. De manier waarop we omgaan met IT zal de komende jaren zeker veranderen. De voordelen zijn te groot en evident om te negeren. Kijk alleen al naar de flexibiliteit die cloud computing biedt binnen het huidige economische klimaat. Is er tijdelijk minder capaciteit nodig, dan krimp je simpelweg in. Maar als de markt weer aantrekt, kun je ook snel meegroeien en vormt de IT geen belemmering. Of denk aan de mogelijkheden die cloud computing biedt om de betrouwbaarheid en continuïteit van omgevingen, en dus bedrijven, te vergroten. Het belangrijkste voor IT-organisaties op dit moment is zich niet onder druk te laten zetten. Er is geen noodzaak direct het complete datacenter buiten de deur te hosten. Dat zal voor een klein aantal bedrijven de juiste stap zijn, maar voor het gros geldt: kies de gefaseerde aanpak. Bouw vertrouwen op, krijg steun van het seniormanagement en laat zien dat cloud computing de toekomst heeft. Met ook nog eens de minste risico’s. 46 |
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 3, april 2010, nummer 4 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r robbert hoeffnagel
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 0172 - 78 21 20 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
henk van den berg, joyce emid, willem van enter, peter gloudemans, andré hiddink, wouter hoeffnagel, ronald kok, paul matthijsse, teus molenaar, ferry waterkamp, cees westzaan vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)