June / July 2007 – Issue 47
Is Second Life, the 3D web, internet’s next big revolution? Philip Rosedale, founder Linden Lab. p. 14
CxO verschijnt tweemaandelijks, 7e jaargang, Juni/Juli 2007, Issue 47, afgiftekantoor Charleroi X – P106 176, toelating gesloten verpakking; PB-België – B-7, Prijs lidmaatschap ¤ 105,00 (excl. BTW)
Business magazine on strategy and innovation for CEOs, CIOs, CFOs, CTOs, COOs and other executives
HR moet proberen het innovatieproces te faciliteren – p. 7 Jan Van Acoleyen, President Human Resources & Corporate Affairs, Barco
Management Human Resources ICT Logistics
Kan uw klant uw vernieuwingsdrang nog de baas? – p. 19 Prof. Barwise, Professor in Management en Marketing, London Business School
Manufacturing Sales Marketing
Jouer la carte de l’équilibre – p. 25
Finance
Antoine Mattelaer, CIO, Touring
www.cxonet.be
Geloof ons, u kan echt te goed beschermd zijn Het moet geruststellend zijn een verzekering te hebben die uw
bouwsteenformule creëert u de kredietverzekering die het
cash flow beschermt tegen elk mogelijk risico dat er bestaat.
best bij u past. Atradius Modula is flexibel, transparant en
Maar waarom zou u risico’s willen verzekeren die u niet loopt?
exact wat u nodig hebt. In plaats van te betalen voor onnodige
Het kost u geld en beperkt uw mogelijkheden. Dit is waarom
dekking, maakt u geld vrij en dekt u de risico’s die werkelijk
we Atradius Modula ontwikkeld hebben: dankzij de unieke
van toepassing zijn voor uw bedrijf.
www.atradius.be
Editoriaal / Editorial Dirk Vermant
uitgever / éditeur & directeur
Een zomereditie met pit! L’été ne manque pas de piment! Beste bestuurder, ondernemer, manager,
Chers administrateurs, entrepreneurs, managers,
Deze editie van CxO Magazine staat weer bol van de interessante artikels. Men zou denken dat een redactie tijdens de zomer minder stof heeft om over te schrijven, maar niets is minder waar.
Cette édition de CxO Magazine est à son tour farçie d’articles intéressants. On pourrait penser que durant l’été la rédaction a peine à trouver matière à écrire. Rien n’est moins vrai.
Over Second Life deden al veel verhalen de ronde. Wat dienen we ervan te onthouden? Klopt het dat onze jeugd er in een beschermde omgeving kan experimenteren met ondernemen? KPMG neemt op pagina 14 en 15 het land van de Avatars onder de loep. Een aanrader.
Le phénomène Second Line a déjà été amplement traité par tous les médias. Que faut-il en retenir? Est-il vrai que nos jeunes peuvent y expérimenter la gestion d’entreprise dans un cadre protégé? En pages 14 et 15, ce domaine voué aux avatars est examiné à la loupe par KPMG. A ne pas manquer.
CxO Magazine had de eer en het genoegen om Jan Van Acoleyen, President Human Resources & Corporate Affairs bij Barco aan de tand te mogen voelen over zijn personeelsbeleid. HR speelt een belangrijke rol bij het succesvol implementeren van het innovatiebeleid bij Barco. Een interessante visie waarover u alles op pagina 7 te weten komt.
CxO magazine a eu le plaisir et l’honneur d’interviewer Jan Van Acoleyen, President Human Resources & Corporate affaires chez Barco, à propos de sa politique de personnel. Les RH jouent un rôle prépondérant dans le succès de la mise en oeuvre de la politique d’innovation de Barco. Une vision intéressante à découvrir en page 7.
U merkt er momenteel nauwelijks wat van, maar de nieuwe elektronische identiteitskaart, zal in de toekomst voor heel wat administratieve vereenvoudiging zorgen. Achter de schermen ontwikkelde de Belgische ICT-sector reeds 250 toepassingen. Het topje van de ijsberg ervan vindt u op pagina 16.
On ne s’en aperçoit pas encore, mais la nouvelle carte d’identité électronique permettra à l’avenir de pratiquer une profonde simplification administrative. Dans les coulisses, le secteur ICT belge a déjà développé quelque 250 applications. Le voile est levé en page 16.
‘Geef de klanten geregeld iets nieuws, lap de regels aan uw laars en vooral onderscheidt u van de concurrentie of u bent er geweest.’ Straffe taal van Prof. Barwise en Séan Meehan. Zij schreven het boek: ‘Think outside the box’. Wat u er van dient te onthouden staat op pagina 19. Als we onze merkenstrateeg Geert Vanhees mogen geloven, bevinden consument en adverteerder zich aan de vooravond van een echtscheiding. Of het zover zal komen? Lees pagina 20 en 21 en u begrijpt waarom de ‘liefde’ van weleer zich vandaag op noordpooltemperatuur bevindt. Hopelijk heeft deze edito u op weg gezet om ook de andere artikels van nummer 47 van CxO Magazine te ontdekken. Nog een prettige zomerperiode toegewenst en graag tot eind september voor een volgende lading krachtvoer over strategie, visie, leiderschap en innovatie.
“Offrez régulièrement à vos clients quelque chose de neuf, ignorez les règles et surtout distinguez-vous de la concurrence ou vous êtes largué.” Ces propos appartiennent au Prof. Barwise et à Séan Meehan. Ils sont les auteurs du livre “Think outside the box”. Pour en savoir plus, rendez-vous page 19. A en croire Geert Vanhees, notre stratège en marques, nous sommes à la veille du divorce entre le consommateur et l’annonceur. Qu’en est-il exactement? Les pages 20 et 21 vous feront comprendre pourquoi le grand amour de jadis frôle aujourd’hui des températures polaires. Que cet édito vous incite bien sûr aussi à lire les autres articles du numéro 47 de CxO Magazine. Nous vous souhaitons une agréable période estivale et rendez-vous en septembre pour de nouveaux épisodes passionnants qui ont pour ingrédients stratégie, vision, leadership et innovation.
Adverteerderslijst 4C Consulting Alfacam Alpha-Max Atradius BCD Travel
37 51 insert 2 1
DigiPoint easyFairs Econocom Exqi Intrum Justitia
17 47 23 21 41
Luon Merak PS-Testware PwC Q-Service
30 13 30 9 22
Uniweb VIL Vlerick VW Jetta
44 34 37 52
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
strategy and innovation Inhoud
Management & Human Resources |07| HR bij Barco HR moet proberen het innovatieproces te faciliteren |08| Monthly Headlines Management |10| De Raad der Wijzen over Innovatiemanagement en O&O |12| Monthly Headlines Human Resources |14| Second Life is not an alternative to the “real world” The impact of digitalization – a generation apart
Sales & Marketing
ICT & Networks
|19| Kan uw klant uw vernieuwingsdrang nog de baas? Sinds mensenheugenis wordt managers en marketingverantwoordelijken ingeprent dat je klanten het beste wint en behoudt door ze iets te geven dat niemand anders ze kan geven. Innoveren is bijgevolg altijd de boodschap |20| Echtscheiding tussen consument en adverteerder? Deel 5: Merkenstrategie
|24| Monthly Headlines ICT & Networks
|22| Monthly Headlines Sales & Marketing
|16| De eID telt al meer dan 250 toepassingen Elektronische identiteitskaart wordt volwassen
|28| Met IT- én businesservaring Alcopa gereedmaken voor expansie Newsletter CIOnet
|31| “ICT speelt in op wat de business verlangt” SIS-programma leidraad doorheen implementatie ICT-platform
|08|
|26| Multifunctionals kleur laser A3 – instapmodel Een greep uit het recente aanbod
|29| Fed+ verwent federale ambtenaren Vernieuwde website bouwt verder op eigen succes
|18| “Lean administration” elimineert “hidden administration” De strijd tegen “verborgen administratie”
Forum over drankmisbruik
|25| Antoine Mattelaer: jouer la carte de l’équilibre Une informatique qui va plus vite que la société provoque les mêmes clash qu’une IT à la traîne
|16| Elektronische identiteitskaart
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
|28| Gereedmaken voor expansie
Logistics & Manufacturing |32| Monthly Headlines Logistics & Manufacturing |33| Goederentransport via waterweg zit in de lift Bedrijfsleven heeft waterweg ontdekt – Waterwegen en Zeekanaal N.V. stimuleert het multifunctioneel gebruik van de waterweg |34| Supertrucks: een troef voor logistiek Vlaanderen? Verhogen van de vervoersefficiëntie zonder nadelige neveneffecten
Legal & Finance
Varia
|36| Belgische bedrijven incasseren zware verliezen Thema: credit management – deel 1
|42| Credit management 4 sites tested: Intrum Justitia, Atradius, Crion, Dun & Bradstreet
|38| Monthly Headlines Finance
|44| JCI, de tijd van realisatie gaat weer over in planning Newsletter Junior Chamber International
|39| Is roken op de werkvloer nog toegestaan? Gezondheid van de werknemers blijft belangrijk |40| Nieuwe regels inzake openbaar overnamebod Vanaf 1 september 2007
|35| Supply chain integratie na fusie en overnames Uitdagingen om schaalvoordelen ook in logistiek te realiseren
|46| “Ongelijkheid vormt de basis voor vooruitgang” Vlaamse overheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling dalen |48| Fleetmanager moet vele partijen te vriend houden Beheer vloot bedrijfswagens geen job voor watjes
|36|
|33|
Waterweg ontdekt
|45| Zakendoen met Duitsland Uitdaging of nachtmerrie?
Risk index
|46| Het belang van O&O
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
CxO’s Raad der Wijzen – Conseil des Sages – Board of the Wise
Etienne Blomme secretaris generaal Telenet
Dirk Boogmans gedelegeerd bestuurder GIMV
Karel Baron Boone voorzitter RvB Lotus Bakeries
Eddy Bruyninckx afgevaardigd bestuurder Havenbedrijf Antwerpen
Paul Baron Buysse voorzitter RvB Bekaert
Koert Damveld gedelegeerd bestuurder Fiege
Luc De Bruyckere gedelegeerd bestuurder Ter Beke
Vincent de Clippele CEO Nestlé
Luc Deflem CEO Securex
Wouter De Geest gedelegeerd bestuurder BASF Antwerpen
Eddy de Mûelenaere managing director Vandemoortele
Anton De Proft gedelegeerd bestuurder Icos Vision Systems
Paul de Rooij afgevaardigd bestuurder Ford Motor Company
Luc Desender afgevaardigd bestuurder Electrawinds
Chris Dewulf president & CEO Picanol
Pierre-Jean Everaert erevoorzitter directiecomité, InBev
Kaat Exterbille managing director Kate Thomas & Kleyn
Serge Fautré afgevaardigd bestuurder Cofinimmo
Gabriel Fehervari CEO Alfacam en Euro1080
Peter Fimmers General manager American Express
Jannie Haeck gedelegeerd bestuurder NMBS
Marc Haelemeersch gedelegeerd bestuurder Centea
Roger Heijens voorzitter PwC
Jan Heiremans managing director StepStone
Ronnie Leten President Industrial Air Division, Atlas Copco
Christian Leysen voorzitter RvB AXE
Ingrid Lieten directeur generaal De Lijn
Luc Philips voorzitter RvB KBC Verzekeringen
Nicolas Saverys gedelegeerd bestuurder Exmar
Guido Schouteet managing director LeasePlan Belgium
© foto De Lijn – Stefaan van Hul
Olivier Serruys directeur Benelux Overtoom International
Ajit Shetty managing director Janssen Pharmaceutica
Stéphane Thiery directeur TEC
Pol Vanbiervliet General manager Cisco
Luc Van den Bossche gedelegeerd bestuurder BAC
Guido Van der Schueren voorzitter RvB Artwork Systems
Mieke Vandromme managing director Gamma Solutions
Karel Van Eetvelt gedelegeerd bestuurder Unizo
Gerard van Os zaakvoerder van Os - Sonnevelt
Bart Verhaeghe afgevaardigd bestuurder Eurinpro
Norbert Verkimpe CEO WDM Belgium
Eric Verrept voorzitter MIVB
© Saskia Vanderstichel
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Management & Human Resources Bruno Koninckx
HR bij Barco
HR moet proberen het innovatieproces te faciliteren Barco is georganiseerd rond een aantal divisies. HR volgt die structuur grotendeels. De HR-afdeling is rond drie assen georganiseerd. Zo heeft elk van de grote divisies een eigen HR- verantwoordelijke. Daarnaast zijn er vier service en competentie centra. De derde as heeft een geografische structuur. Per regio (EMEA, APAC en de VS) is er iemand die de regio coördineert, naast zijn verantwoordelijkheid over een bepaald land. ‘Wat we met HR trachten te doen, is meehelpen om de ambities van het bedrijf te realiseren,’ zegt Jan Van Acoleyen, President Human Resources & Corporate Affairs. ‘We willen mee een deel van het bedrijf zijn, en daar een rol in spelen. Niet aan de zijlijn staan, maar een partner zijn die mee oplossingen wil bieden voor sommige problemen bij de businesses. Daar is zeker ook ruimte voor bij Barco. In een technologieomgeving die snelle cycli kent is dat belangrijk en ligt het meer voor de hand.’
Wisselwerking Bij het uitdenken van nieuwe HR-initiatieven is er een wisselwerking tussen de verschillende divisies en de centrale HRdienst, zegt Jan Van Acoleyen: ‘we doen aan een strategische planning voor drie jaar. We vragen daarbij aan de Business verantwoordelijken waar hun noden en vragen liggen. Daarnaast denken we in HR zelf zaken uit. Op basis van een combinatie van die twee hebben we een aantal initiatieven opgezet die binnen die driejarige planning worden uitgewerkt. Sommige zijn globale initiatieven waar we geen lokale variaties in willen zien. Zaken als rekrutering of salarisstructuur willen we wereldwijd bijvoorbeeld op een quasi uniforme manier aanpakken. Daarnaast is er ruimte voor lokale initiatieven. We willen niet alles centraliseren omdat er dan lokale creativiteit verdwijnt.’ Momenteel is men binnen Barco met redelijk veel HR-programma’s bezig, al heeft men geprobeerd om te focussen, zegt Jan Van Acoleyen. De meeste programma’s lopen ook over meer dan één
Een HR-beleid voeren in een internationaal opererend technologiebedrijf zoals Barco is niet evident. Het is immers een snel evoluerende omgeving in een sterk concurrentiële markt. President HR, Jan Van Acoleyen, wil dat HR niet aan de zijlijn, maar volop mee in de business staat.
jaar. Een van de belangrijkste draait om aanwerving. Omdat het bedrijf volop aan het groeien is, moet daar veel aandacht naartoe gaan en is het ook een groot project. Een ander draait om interne mobiliteit, zegt Jan Van Acoleyen: ‘we zijn verschillende initiatieven aan het nemen om die te verhogen. We willen dat mensen binnen het bedrijf verschillende dingen kunnen doen. We moeten daar echt reclame voor maken en barrières wegwerken. We hebben er ook een charter rond opgemaakt en verspreid. Als mensen intern een andere baan willen, kunnen ze bijvoorbeeld maar drie maanden in hun huidige functie vastgehouden worden. We stellen ook succesvolle jobrotaties in het daglicht.’
processen goed automatiseert. Mensen houden van eenvoudige processen die ze in hun dagelijkse praktijk kunnen gebruiken, eerder dan geconfronteerd te worden met allerlei complexe nieuwigheden. Dit is een pleidooi om het eenvoudig te houden. Je moet wel innovatief zijn in de thema’s, maar niet technologie om de technologie implementeren. Als ze iets bijdraagt, moet je het doen, maar anders niet.’
Innovatie faciliteren Op het vlak van innovatie heeft Jan Van Acoleyen een gezonde, nuchtere houding: ‘Barco probeert een innovatief gericht bedrijf te zijn. HR moet proberen dat innovatieproces te faciliteren: wij moeten ons afvragen of er wel voldoende communicatie is, of er voldoende processen zijn om innovatie mogelijk te maken, enzovoort. Op het vlak van HR vind ik dat je niet innovatief bezig moet zijn om innovatief te zijn. Ik vind dat je niet moet lopen van de ene hype naar de andere. Anderzijds moet je wel kijken naar wat er nieuw is binnen je vakgebied. Je moet kijken naar je tools om te zien of die wel up to date genoeg zijn.’ Hij vindt echter niet dat in HR zoveel mogelijk geautomatiseerd moet worden: ‘ik denk dat je het best een aantal basis-
Jan Van Acoleyen, President Human Resources & Corporate Affairs, Barco.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Management & Human Resources Erwin de Weerdt
Monthly Headlines
Management Europa zet forum op over drankmisbruik bij jongeren Industrie en NGO’s willen met concrete acties jongeren beschermen tegen misdadig alcoholgebruik en onverantwoorde verkoop- en publiciteitscampagnes. Volgens de Commissie bedroegen de kosten door alcohol in de EU in 2003 al 1.3% van het BNP, evenveel als door tabak. Alcohol als oorzaak van ziektes, verloren productiviteit door absenteïsme, werkloosheid en verloren werkjaren omwille van vroegtijdige overlijden. 10% van de overlijdens bij jonge meisjes is te wijten aan schadelijk alcoholverbruik, bij jongemannen loopt die mortaliteit zelfs op tot 25%. Het Forum heeft 5 prioriteiten: 1. jongeren en kinderen beschermen 2. het aantal ongevallen als gevolg van alcoholgebruik drastisch verminderen 3. de negatieve impact op de economie ombuigen 4. mensen bewustmaken dat en hoe verkeerd alcoholverbruik de gezondheid benadeelt 5. betrouwbare gegevens verzamelen en verspreiden.
Veiligheid op zee
Daarom heeft Europa doortastende maatregelen aangekondigd: u het verbod om na 2003 nog langer zware olie te vervoeren met enkelwandige tankschepen en om tegen 2010 alle Europese enkelwandige tankschepen uit de vaart te nemen u het volledig verantwoordelijk stellen van scheepspeigenaars voor schade aan derden u het opvoeren van het aantal scheepscontroles u het verminderen van het risico op olievervuiling u het alerter reageren op ongevallen op zee u het beter beschermen van schepen en havens tegen terrorisme.
Omdat aangespoelde olie de voorbije jaren heel wat kusten in Europa ernstig beschadigde, neemt de Commissie bijko-
Volgens ESPO (European Seaports Organization) is de Europese richtlijn moeilijk om te zetten in nationale wetgeving. Spe-
Industrie en NGO’s willen met concrete acties jongeren beschermen tegen alcoholgebruik.
mende maatregelen om de veiligheid op zee te verbeteren, ongevallen en pollutie te voorkomen en de genomen maatregelen te controleren. Verder moeten speciale beveiligingsmaatregelen bemanningen en passagiers beschermen tegen ongevallen en terroristische aanslagen. Goed om weten: u 25% van de wereldvloot vaart onder Europese vlag en 40% staat onder de controle van een Europees bedrijf u bijna 90% van de Europese export en meer dan 40% van het transport van goederen binnen Europa gebeurt over zee u jaarlijks komt ruim 1 miljard ton olie Europa binnen via haar havens u recente scheepsrampen betreffen de énkelwandige olietankers Erika (1999) en Prestige (2002) die resp. 22.000 en 20.000 ton olie in zee lieten lopen met enorme schade aan milieu, visvangst en toerisme als gevolg u 45% van de Europese vloot is ouder dan 20 jaar u elk jaar ondernemen 350 miljoen passagiers een trip met een Europees schip u wereldwijd gaan elk jaar meer dan 100 schepen én meer dan 3.000 mensenlevens verloren.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
cifiek rijst de vraag hoe voortaan havens open te houden en wie die dure veiligheidsmaatregelen gaat financieren. “Niet alle EU-lidstaten zullen evenveel willen bijdragen in de kosten, wat eventueel tot concurrentievervalsing kan leiden,” aldus Guliano Gallanti, Chairman van ESPO.
Evenwicht in transport Omwille van de mogelijke negatieve invloed op het milieu en de volksgezondheid wil Europa nu snel naar een verantwoord transportbeleid. Transportactiviteiten belasten het milieu: u met broeikasgassen, volgens velen de belangrijkste oorzaak van de opwarming van de aarde u met chemische stoffen die de ozonlaag aantasten waardoor meer schadelijke ultravioletstralen doordringt in de atmosfeer u transport en aanverwante activiteiten veroorzaken méér dan de helft van alle lokale en regionale vervuiling. Transport slorpt het overgrote deel van de niet-hernieuwbare energie op en hapt in Europa 31% uit het totale energieverbruik. Het wegverkeer is verantwoordelijk voor ruim 84% van de totale uitstoot van CO² door de verschillende transportmodi. Transport oefent tevens een indirecte invloed uit op de gezondheid omwille van lawaai- en luchtvervuiling terwijl men elk jaar op Europese wegen 42.000 verkeersdoden telt. De directe kosten voor verkeersongevallen belopen jaarlijks 45 miljard euro. Met alle indirecte kosten worden er dat 160 miljard euro. Daarom stelt de Commissie een “Tienjarenplan” voor met volgende accenten: u promoten van multimodaliteit u betalend gebruik van wegeninfrastructuur u promoten van schonere auto’s en brandstoffen u uitvoeren van een verkeersveiligheidsprogramma u herdenken van het luchttransport u promoten van het openbaar vervoer u research rond nieuwe transportmodi.
Management & Human Resources Raad der Wijzen
De visie van 2 leden van onze Raad der Wijzen
Innovatiemanagement en O&O
Dirk Boogmans gedelegeerd bestuurder GIMV
Gabriel Fehervari CEO Alfacam en Euro1080
1. Hoe belangrijk is onderzoek en ontwikkeling (O&O) voor uw organisatie? DB Bij de GIMV zelf is innovatie niet zo prominent aanwezig, maar onrechtstreeks hebben wij veel met innovatie te maken. In onze portefeuillemaatschappijen komt innovatie veelvuldig aan bod. Ik maak zelf deel uit van de Raad van Bestuur van een aantal van die firma’s en ben er dus actief bij betrokken. De timing en de analyse van de resultaten worden tijdens de Raden van Bestuur uitvoerig besproken. Sommige van die bedrijven zijn actief in de sector van de Life Sciences waarbij Research & Development een vooraanstaande rol speelt. Meer nog, R&D neemt een belangrijke strategische plaats in. Een voorbeeld van innovatie is de ontwikkeling van medicamenten. Innovatie kan bovendien op verschillende niveaus terugkomen: er is productinnovatie en procesinnovatie. In de voedingssector zijn bedrijven bijvoorbeeld bezig met de geografische spreiding van producten: verschillende landen hebben verschillende smaken en daarop moeten voedingsbedrijven inspelen. Bedrijven worden ook geconfronteerd met de distributie van producten. Ook op dat gebied is innovatie een heet hangijzer. Als GIMV hebben wij belangen in die bedrijven en is het dus belangrijk om op de hoogte te blijven van het reilen en zeilen binnen de firma’s.
GF Onderzoek en ontwikkeling is voor Alfacam absoluut heel belangrijk. Het is zelfs één van de pijlers waarop ons bedrijf gevestigd is. De essentie voor ons is om een voorsprong te nemen op de concurrentie en op die manier als eerste te kunnen inspelen op de behoeften die vanuit de markt komen. We letten er uiteraard op dat we niet te veel voorsprong nemen omdat we ervoor moeten zorgen dat de markt kan volgen. Timing is dus cruciaal. Innovatie kan op twee niveaus terugkomen. Ten eerste door de ontwikkeling van nieuwe producten. Bij ons is dat bijvoorbeeld nieuwe hard- of software. Ten tweede moet je als bedrijf in staat zijn om een uniek concept op de markt te brengen. Zes jaar geleden zijn we met de ontwikkeling van hdtv begonnen. We hebben een aantal losse elementen samengevoegd en in een groter kader geplaatst. Zo zijn we tot de ontwikkeling van een nieuwe generatie tv-wagens gekomen die gelijktijdig hdtv en standaard tv-signalen kunnen uitzenden. In onze tv-studio’s kunnen naast tv-series ook speelfilms opgenomen worden. Wat dat betreft zijn we ook vrij uniek op de markt. Met de digitale revolutie is de manier van tv-kijken aan het veranderen. Daar moet je als bedrijf op inspelen, nieuwe technologieën ontwikkelen en je concurrenten voorblijven.
2. Welke concrete acties onderneemt uw bedrijf in het kader van O&O? DB Tijdens de Raden van Bestuur van onze investeringsmaatschappijen is innovatie altijd een belangrijk agendapunt. Het maakt meestal deel uit van het strategische plan. Wat is de vooruitgang op het gebied van innovatie? Wat zijn de marktomstandigheden en moet de R&D aangepast worden aan de markt? Verder komt de concurrentieanalyse aan bod en kan de koers bijgestuurd worden. Dat gezegd zijnde is R&D in sommige sectoren van cruciaal belang (zoals bijvoorbeeld in de bio-technologie). In zulke bedrijven zijn de stichters onderzoekers die vanuit hun ervaring en opzoekingen een bedrijf zijn gestart. Het hart van die firma’s is dus R&D. In hun beginjaren doen ze vooral aan
10
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
GF O&O is geen exacte wetenschap. Je moet vooral met je twee voeten in de praktijk staan om innovatieve ideeën op het spoor te komen en ze uit te kunnen werken. Je moet aan een soort ‘trend watching’ doen op de markt aan de hand van bijvoorbeeld beurzen of magazines. Maar het belangrijkste is dat je naar je klanten en je partners luistert en op hun behoeften inspeelt. Als je ideeën hebt moet je ze uiteraard toetsen aan de financiële en commerciële haalbaarheid. Bovendien moet je op bepaalde momenten (berekende) risico’s durven te nemen en de stap zetten om je ideeën in de praktijk om te zetten. Vanaf september volgen de leerlingen die de richting communicatietechnologie
Dirk Boogmans gedelegeerd bestuurder GIMV
R&D en dat is ook een absolute noodzaak. Op termijn moeten zulke bedrijven er natuurlijk voor zorgen dat ze op financieel en commercieel gebied ondersteuning krijgen.
Gabriel Fehervari CEO Alfacam en Euro1080
en multimedia aan de Karel de Grote Hogeschool al hun colleges in de gebouwen van Alfacam. Dat is een bewuste keuze en we hebben daar veel in geïnvesteerd. Maar we zijn ervan overtuigd dat we er op termijn return van zullen krijgen.
3. Is er iemand in uw firma die is aangesteld als Chief Innovation Officer? DB Een Chief Innovation Officer kan voor sommige bedrijven nuttig zijn. Maar dat hangt af van onderneming tot onderneming. Het is niet per se een noodzaak. In bepaalde organisaties bestaat er een Chief Technical Officer die zich ook met R&D bezighoudt. Ook de vice-president houdt zich soms met R&D bezig. En de meeste personen die zich met R&D bezighouden, rapporteren rechstreeks aan de CEO wat duidt op de belangrijkheid van innovatieve ideeën. Innovatie komt terug op verschillende niveaus. Zo kunnen er bijvoorbeeld op het gebied van marketing innovatieve processen op gang gebracht worden.
GF Nee. Dat is volgens mij ook niet de juiste manier om innovatie te bewerkstelligen. Grote bedrijven hebben dikwijls te kampen met een logge structuur waardoor innovatie in de kiem wordt gesmoord. Hun structuur is zo log dat het bijna onmogelijk is om ideeën vanuit de basis op te pikken. De schaal van een bedrijf moet immers toelaten om belangrijke beslissingen te nemen.
4. Komt O&O vanuit de basis? Op welke manier gebeurt dat? DB Mijn inziens is het vooral cruciaal om een bedrijfscultuur te implementeren die innovatie bevordert. Innovatie moet vanuit de basis komen en de medewekers van een bedrijf moeten er als het ware van doordrongen zijn. Innovatie betekent ook niet altijd kwantumsprongen. Het kan evengoed in kleine dingen zitten. Je kan processen innoveren door kleine wijzigingen aan te brengen. Het aansturen en de verantwoordlijkheid ligt uiteindelijk bij de CEO. In sommige bedrijven – bijvoorbeeld in de biotechnologische sector – is het natuurlijk cruciaal om een aparte R&D-afdeling te hebben. De essentie van zulke ondernemingen zit in de R&D-afdeling. En daarrond wordt dan een structuur opgebouwd (op het gebied van finance, business development, ...) die de firma in staat moet stellen om goed te functioneren en verder te groeien.
GF Alfacam heeft een horizontale structuur. De laagste echelons hebben een rechtstreekse lijn met de CEO. Op die manier houd ik de vinger aan de pols. Zo komen veel technische innovaties bij Alfacam van de jonge ingenieurs die aan de tv-wagens werken. We willen vooral een bedrijfscultuur uitwerken die innovatie bewerkstelligt. En dat weten onze medewerkers. We willen echt een innovatieve spirit uitdragen en uitstralen. Belangrijk is ook dat er daadkracht aanwezig is binnnen het bedrijf om beslissingen uit te voeren. We zijn sinds kort op de beurs genoteerd, maar toch hebben we ervoor gezorgd dat ongeveer 65% van de firma in onze handen blijft. Op die manier houden we de beslissingskracht in eigen handen en blijft de ‘macht’ van de aandeelhouders beperkt. We moeten dan ook niet wachten op de Algemene Vergadering van de Raad van Bestuur om belangrijke beslissingen te kunnen nemen. Innovatieve beslissingen op het gebied van visie en strategie komen bij ons vanuit het management en niet zozeer vanuit de basis.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
11
Management & Human Resources Bruno Koninckx
Monthly Headlines
Human Resources
Belgische werknemer meer tevreden, maar het kan nog beter
“Web 2.0 creëert grootste generatiekloof sinds rock ’n roll”
Massale aanwervingen bij Vlaamse bedrijven volgens Vacature
De globale tevredenheid van Belgische werknemers is, in vergelijking met 2005, gestegen en komt zodoende weer op het tevredenheidsniveau van 2002 en 2003. Dit blijkt uit de meest recente ZebraBenchmark van het Securex Research Center. Deze stijging geldt echter alleen in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze is volgens Securex vooral te wijten aan een grotere organisatiebetrokkenheid, en aan positievere percepties over de communicatie, het management, de carrièreperspectieven, en de stress en algemene werkomstandigheden.
De groei van Web 2.0 gaat voor veel onrust in het bedrijfsleven zorgen. Deze waarschuwing deed Bruce Schneier van BT Counterpane, tijdens de Infosec 2007 in Londen. De bereidheid van de jongere generatie om gegevens te delen op weblogs en social networking-sites zorgt voor nervositeit onder bestuurders van bedrijven. Ze zijn bang dat vertrouwelijke gegevens via internet publiekelijk toegankelijk worden. Tegelijkertijd zijn sollicitanten bezorgd dat opvattingen die ze online hebben geuit, tegen hen gebruikt worden door mogelijke werkgevers die op internet een zoekopdracht met hun naam hebben gedaan. “Web 2.0-technologieën hebben het potentieel om bedrijven sneller, creatiever en efficiënter dan ooit tevoren te laten samenwerken,” aldus Ray Stanton, mondiaal hoofd van BT Business Continuity, Security and Governance Practice. “Deze kansen kunnen echter alleen worden benut als bedrijven ze leren te benutten. Op dit moment heerst er angst: Web 2.0 heeft voor de grootste generatiekloof gezorgd sinds rock ‘n roll,” zei Bruce Schneier.
Vlaamse bedrijven zien de toekomst bijzonder rooskleurig in. Eén op de twee ondernemingen heeft voor 2007 zelfs concrete aanwervingsplannen. Dat blijkt uit het werkgelegenheidsrapport van Vacature in samenwerking met InSites Consulting en Graydon. Nagenoeg alle ondervraagde ondernemingen zien de toekomst rooskleurig in. Zes op de tien bedrijven spreken zelfs van een uiterst positieve toekomst. Dit vertrouwen vertaalt zich in zeer concrete aanwervingsplannen. De helft van de bedrijven wil dit jaar nog jobs creëren. Het gaat hierbij om nieuwe jobs en niet om vervangingen van medewerkers die het bedrijf verlaten. Van de deelnemende ondernemingen die in 2007 jobs zullen creëren, heeft drie vierde al een idee van het totale aantal. Gemiddeld zullen ze dit jaar vier nieuwe jobs creëren. Een kleine helft daarvan is al ingevuld. www.vacature.com
“Web 2.0-technologieën hebben het potentieel om bedrijven sneller, creatiever en efficiënter dan ooit tevoren te laten samenwerken,” aldus Ray Stanton, mondiaal hoofd van BT Business Continuity, Security and Governance Practice.
Eén op vijf werknemers heeft bijna burn-out
Bruce Schneier van BT Counterpane: “Web 2.0 heeft voor de grootste generatiekloof gezorgd sinds rock ‘n roll.”
12
Eén op vijf Belgische werknemers is lichamelijk en geestelijk uitgeput door zijn werk. Dat blijkt uit een onderzoek van StepStone waar meer dan 21.000 bezoekers van de site aan deelnamen. 31% van de deelnemers zegt soms uit zijn reserves te moeten putten door de stress op het werk. Slechts iets minder dan de helft van de Belgen (49%) zegt dat ze de druk op hun werk geestelijk en lichamelijk wel zonder problemen aankunnen. De Belgen behoren tot de meest gestresseerde Europeanen, alleen in Zweden en Duitsland zijn er nog meer overspannen werknemers. www.stepstone.be/stress_NL
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
… en lichte daling tewerkstellingsvooruitzichten bij Manpower De Manpower Barometer voor de tewerkstellingsvooruitzichten van het derde kwartaal van 2007 is dan weer minder positief. Volgens deze barometer lopen de rekruteringsvooruitzichten voor het volgende kwartaal licht terug in België. De Manpower Barometer noteert voor het tweede kwartaal op rij een lichte daling en zakt onder het niveau van een jaar geleden. Van de 767 bevraagde werkgevers verwacht 12% een personeelsuitbreiding, 4% een inkrimping en 82% een status-quo. De nettotewerkstellingsprognose strandt op een gematigd optimistische +8% (+6% na uitzuivering van de seizoenvariaties). De vooruitzichten lopen wel sterk uiteen op regionaal niveau: de nettotewerkstellingsprognose is in Vlaanderen (+14%) en Brussel (+9%) opnieuw gunstiger dan in Wallonië (+5%). www.manpower.be
Archiving Solutions
Your information is nowhere safer
Papieren archieven Archieven digitaliseren Externe bewaring back-ups Film bewaring Software escrow Archivage de papiers Numérisation d’archives Conservation externe de back-ups Conservation de films Mise en dépot des codes sources
Uw archief is nergens veiliger Vos données en sécurité comme nulle part ailleurs
MERAK n.v. / s.a. Archiving Solutions Antwerpen • � 03.325.55.90 • Fax 03.325.79.04 Brussel / Bruxelles •� 02.263.05.58 • Fax 02.263.05.59 Mechelen • � 015.43.64.14 • Fax 015.43.64.15
[email protected] • www.merak.be
Management & Human Resources KPMG International
The impact of digitalization – a generation apart
Second Life is not an alternative to the “real world” There has been a lot of excitement about Second Life, the virtual world created by California-based Linden Labs. The number of residents has expanded exponentially, and now numbers well over one million; scores of businesses have run marketing campaigns in this “metaverse” and universities are teaching courses there. Some wonder whether Second Life might alter human relationships.
At Linden Lab, Chief Technology Officer, Cory Ondrejka, is more modest in his claims for what Second Life represents. Indeed, Ondrejka goes so far as to say that: “A mistake that people who get excited about virtual worlds make is talking about it as a replacement (to the real world) – which is just silly. Now, talking
Second Life is not an alternative to the “real world” says Linden Lab’s Chief Technology Officer, Cory Ondrejka. Rather, it enables people to learn, experiment and grow businesses in a safe environment.
in small groups, then the technology that will prove most appealing is that which enables small-scale communication, collaboration and interaction, Ondrejka believes. Web 1.0 is “sequential, solo and massively parallel”, says Ondrejka, in other words, “completely atypical for human interaction.” He adds, “I would include Web 2.0 in those limitations. It’s certainly much easier to do a certain amount of collaborative creation (with Web 2.0), but if
you look at a lot of the poster children of Web 2.0, you still see very low participation rates. The increased collaborative opportunities offered by Web 2.0 are mirrored by changes in how Generation Y uses technology, Ondrejka believes. “We’re clearly raising a generation who feels like participation in their media is important. It’s been really interesting watching the shift away from typical consumptive media as folks find that it’s actually just as much fun to maintain your MySpace page. Or it’s just as much fun to spend time mucking around in Flickr as it is to watch TV which, if you’re a mainstream media company, should terrify you.”
Degrees of collaboration The big difference between Second Life and those other “poster children” of Web 2.0 is the higher degree of participation and collaboration in Second LIfe. Ondrejka argues that “While it’s still small scale in absolute terms, what we are
about it as something that augments, talking about it as something that complements, now that starts sounding interesting.”
“Realler” life As Ondrejka sees it, what Second Life offers, is a better approximation than Web 1.0, or even some of the “poster children” of Web 2.0, to real life. In particular, Ondrejka subscribes to the “Dunbar number”, i.e., the 150 meaningful relationships that the Liverpool University anthropologist Robin Dunbar reckons is the maximum that any human can sustain at any time. If we accept that human beings interact
14
Second Life founder Philip Rosedale believes that his company, Linden Lab, is at the forefront of the internet’s next big revolution – the 3D web.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
An avatar is your persona in the virtual world.
seeing is extremely high participation and collaboration rates. Two thirds of the people who login in any given month will make something from scratch – that doesn’t even include the people who will modify, do sort of a remix. That is the people opening the building tools or opening the tech center.” A 2005 survey by the Pew Internet and American Life Project found that 35 percent of all internet users in the US, or 48 million people, had generated content and posted it on the web. However, these statistics are heavily biased in favor of teenagers, with teens more likely to post on MySpace or Flickr, more likely to blog and more likely to maintain their internet presence. By contrast, the median age of Second Life residents is mid-30s, and they are gender balanced. “What’s so neat about a lot of the activities in Second Life”, he says, “is that you’re able to try these real-world activities like being a programmer, or learning or being a teacher, or running a nightclub, or running a business or hiring people. You can do this behind a veil of pseudonymity with virtually no capital expenditure, to get into it. If you fail – eh – so what? The odds are you may have lost a lot less than you did in the real world. Plus you have the protection of pseudonymity.” There is evidence for the attractions of pseudonymity in the classroom. Harvard Law School offered its Cyber 1 law class online – so anyone, and not just its own students, could take it – as well as in the classroom. To professors’ surprise, they
found that some of their own students were taking the class online. The reason? Even these super-bright kids felt more comfortable asking questions if no one knew they were asking.
Business life Just as Second Life allows risk-free learning, Ondrejka holds that it also provides a safe environment to become an entrepreneur, and indeed points to the future of business creation. He says, “About 65 companies are now in the real world that have spun out of Second Life. They employ 300-plus people. In aggregate they have announced US$10 million a year in contracts and so, what’s interesting about that is that nearly all of those companies spun out of folks who first started collaborating inside Second Life, then started having an opportunity to sign deals and contracts in the real world and so had to spin out their company into the real world.” He adds, “And what’s so neat about this is that most of these companies have completely distributed employee bases where they have employees that they’ve never met in the real world.” “Now you have the same community power of the Wikipedias of this world being applied to actual, real-world content-creation jobs by people who first learned how to do this by role playing – right? Who said, “Maybe I’ll try to be an entrepreneur. Maybe I’ll try to be a programmer. Maybe I’ll try to be an artist. Because, of course, the downsides are so low. There’s basically the opportunity cost of time and a very small monetary investment compa-
red to if you were trying to do this in the real world. Some are sceptical about whether Second Life represents the future of business, or of marketing, or whether it is a fad. Ondrejka is convinced that the innovations that Second Life represents will survive, regardless of what happens to Second Life itself. “From the perspective of watching what’s going on, clearly, something’s going to win,” he says. “People are going to be using this. Whether it’s us, whether it’s something that follows along after us, whether it’s a more open version of what we’ve done, sort of doesn’t matter. It’s the reason why, if you interview these companies that are in Second Life, a lot of people will ask them: “Isn’t this a big risk? What if Linden Lab screws up?” And they’re like, “Look, we’re now the world experts on creating interactive content in a shared virtual space. We know that it’s valuable. So, who cares what technology we use? We’re building expertise.” Ondrejka dismisses the criticism, alluded to in a recent Financial Times feature on Second Life, that it is just about “shopping and sex”. He says, “IBM has over a thousand employees using Second Life right now – they’re not doing it for shopping and sex. They’re doing it because they are a giant multinational business corporation and they are trying to figure out if they can increase collaboration between business units really really boring business process stuff. Think about it – what if virtual worlds allows you to do five percent less travel? Or makes the travel that you do do five percent more effective because you’ve already spent met and spent time together virtually? If you’re an IBM, that five percent is a tremendous number, and because you’re talking about ultimately innovation, which is per capita productivity growth. That means that you’re on an exponential curve. If you have any advantage from this, that turns into an infinitely large advantage 10 years from now.” Ondrejka believes that such so-called “incremental” changes are reason enough to be excited about what Second Life represents: for learning, for business and for relationships. He says, the question should not be “Does this enable something that’s completely different?” Rather, it should be: “Can you meet more people? Can you have better long distance relationships?” And, if the answer is yes, that’s a result.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
15
Management & Human Resources Bruno Koninckx
De eID telt al meer dan 250 toepassingen
Elektronische identiteitskaart wordt volwassen België was er vroeg bij om een elektronische identiteitskaart in te voeren, maar toch is ze nog niet alomtegenwoordig. Op een .beID dag in Gent nodigde @rrow Up een aantal partijen uit om duidelijk te maken dat er al wel degelijk flink wat toepassingen zijn. Toch was de conclusie dat de echt grote doorbraak nog moet komen.
De eerste die mocht komen aantonen dat de eID al toepassingen kent, was Frank Robben, hoofd van de Kruispuntbank. Hij vertelde hoe bijvoorbeeld bij Be-health de eID gebruikt zal worden voor gebruikers- en toegangsbeheer. Be-health is een soort van kruispuntbank voor de gezondheidssector. Het moet een platform worden met basisdiensten die patiënten en zorgverstrekkers zullen kunnen gebruiken. Sommige zaken zal men kunnen zien zonder authentificatie, voor andere heeft men een eID nodig. Ook voor de kruispuntbank in het algemeen schakelt men de eID in om mensen te identificeren. In de gezondheidssector is de SIS-kaart nog ruim in gebruik, maar Frank Robben ziet deze op termijn vervallen: ‘de elektronische identificatie wordt overgenomen na de algemene uitreiking van de eID.’
e-kassasysteem Bart Sijnave van het UZ-Gent mocht vervolgens aantonen wat de plannen met de eID zijn in het ziekenhuis. In de eerste plaats wil men bij het UZ-Gent de eID inschakelen voor de patiëntenregistraties. Het bestaande patiëntensysteem zou men willen uitbreiden met eID ondersteuning, naast de reeds bestaande SISkaart. In een tweede stap wil men aan de ingang een kiosk installeren: een soort van e-kassasysteem waar mensen zichzelf kunnen registreren. ‘Als een patiënt zich aanmeldt, gaat het systeem kijken of de persoon in kwestie gekend is in het
16
systeem, en zo ja, of alle gegevens nog kloppen,’ aldus Bart Sijnave. ‘Dan gaat het systeem kijken of er afspraken zijn in het afsprakensysteem. Als er afspraken zijn, kan je die meteen betalen. Na betaling krijg je dan een ticket waarmee je naar de dokter in kwestie kan gaan. In een later stadium zouden we ook het kassasysteem via het internet beschikbaar kunnen stellen.’
Frank Robben, hoofd Kruispuntbank (copyright Frank Bahnmuller).
Dagelijks gebruiksvoorwerp Als afsluiter kwam Jan Deprest, die aan het hoofd van Fedict staat, uitleggen wat de plannen van de federale regering zijn op het vlak van de eID. ‘Het is de bedoeling om van de eID kaart een dagelijks gebruiksvoorwerp te maken: het moet als het ware de enige kaart worden die we in onze portefeuille hebben. Er zijn al veel toepassingen, en de federale overheid probeert deze beweging te ondersteunen door onder meer de labeling, toolkits en kaartlezers ter beschikking te stellen.’ Jan Deprest onderlijnde ook dat de eID een onderdeel is van het e-gov beleid: ‘wanneer je elektronische communicatie wil opzetten tussen burgers en ondernemingen enerzijds, en de overheid anderzijds, moet dat in een heel beveiligde omgeving gebeuren. De eID is hét middel om te garanderen dat dit beveiligd kan gebeuren. Maar daarnaast wordt de eID ook meer en meer een wezenlijk onderdeel van e-business en andere omgevingen.’ Volgens Jan Deprest zijn er momenteel al zo’n 250 toepassingen van de eID in
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
overheidscontext. Binnenkort komen die allemaal op een interactieve kaart op het internet. Momenteel zijn er zo’n 5 miljoen kaarten verdeeld voor iedereen onder de 12 jaar. In 2009 zou iedereen een eID moeten hebben. ‘Dit is heel belangrijk voor bedrijven,’ aldus Jan Deprest. ‘Zo weten ze dat voor e-business en dergelijke binnenkort iedereen een eID zal hebben.’ Op vrij korte termijn zal de eID echter zelf nog wel veranderen. Zo komen er normaal twee verschillende Pin-codes en nieuwe algoritmes om de veiligheid te verhogen. Er wordt ook werk van gemaakt om de kaart internationaal bruikbaar te maken. En misschien wordt in een volgende generatie eID een vrije ruimte voorzien voor andere informatie. Maar de politieke discussie daarover moet nog ten gronde worden gevoerd: het gaat immers om de vraag of de kaart ook voor andere zaken dan puur identificatie en authentificatie gebruikt kan worden.
Life is interaction Interactive Campaigns yielding Results
+32 (0)15 28 60 00 - www.digipoint.be -
[email protected]
Management & Human Resources Herman Van den Keybus
“Lean administration” elimineert “Hidden administration”
De strijd tegen “Verborgen administratie” Administratief werk dat te omslachtig uitgevoerd wordt, of niet van de eerste keer het gewenste resultaat geeft en daarom moet overgedaan worden, bestaat binnen elke organisatie. Het wordt omschreven als “verborgen administratie”. We behandelen de impact van dit zwaar onderschatte fenomeen.
Het rendement dat op onzichtbare wijze verloren gaat en de kosten, de tijd en de inspanningen die moeten geleverd worden om handelingen over te doen, omdat ze niet van de eerste keer geleid hebben tot de gewenste kwaliteit, zijn een veel over het hoofd geziene kwaal. Metingen tonen aan dat verborgen administratie gemakkelijk oploopt tot 35% van de gemaakte kosten. Omdat dit niet noodzakelijk berust op onwil zijn verantwoordelijken zich hier dikwijls niet van bewust. Nochtans is het risico dat 35% van de geleverde inspanningen zonder enig resultaat blijft zeer reëel. Het merendeel van de “nutteloze” inspanningen kan echter vermeden worden, want de
principes van ‘lean’ maken uw administratie immers slanker, sterker, flexibeler en efficiënter. Daarbovenop levert een proactieve betrokkenheid van medewerkers een hogere toegevoegde waarde aan het administratieve proces. Dat hierdoor de kosten van uw administratie niet meer als een loutere kostenpost moeten aanzien worden moet iedere CxO als muziek in de oren klinken. Doortrapte sceptici, die twijfelen aan deze vaststellingen, willen we overtuigen dat het zelfs bij hen anders én beter kan. Een kostenvermindering is immers altijd realiseerbaar, zoniet beweren ze dat hun administratie de perfectie benadert. Door een simulatie te maken tussen 10% en 35% van het betreffende kostenbudget kan iedere CxO berekenen welk hoger rendement er voor het eigen departement gerealiseerd kan worden. Dat hierbij zelfs nog een hoger werkcomfort ontstaat, mag niemand ontgaan.
Verlies aan goodwill
Clean desk is niet voldoende om “verborgen administratie” te vermijden.
18
De kosten van verborgen administratie, ondermaatse productiviteit en slechte kwaliteit kunnen in belangrijke mate de bedrijfsgoodwill aantasten. Bovendien kunnen ze de factor betrouwbaarheid, die de klant volgens eigen inzichten aan het bedrijf toebedeelt, zeer sterk ondergraven. Als ten gevolge van slechte dienstverlening, zowel binnen de onderneming tussen de afdelingen onderling, als buiten de onderneming ten aanzien van klanten, garanties en waarborgen moe-
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
ten verleend worden, zal dit fenomeen in vele gevallen een zeer sterk verlies aan concurrentiekracht veroorzaken.
Lean trekt ten strijde tegen “verborgen administratie” Meten is weten. Door de medewerkers hun nutteloos besteedde tijd te laten registreren wordt deze meetbaar en behandelbaar gemaakt. In de LEAN bedrijfscultuur worden metingen echter nooit in een negatief daglicht gesteld. Deze tijd wordt namelijk geregistreerd als “opleiding” en de vaststellingen maken het onderwerp uit van verbetertrajecten. De mentor neemt voor de persoonlijke tijdsregistratie de activiteit van de medewerker over en de medewerker die geholpen wordt schrijft dezelfde tijd in als “opleiding”. Uiteraard kan deze benadering een afwijking in de productiviteitsstatistieken van een bepaalde medewerker of groep van medewerkers zichtbaar maken. De effectieve productiviteit, of het gebrek daaraan, komt na verloop van tijd immers overduidelijk in beeld. Ervaring leert echter dat, al na zeer korte tijd, de strikte opvolging van de tijdsbesteding sterk kan verminderen of zelfs niet meer noodzakelijk is. De tijd, die na een verbetertraject automatisch vrijkomt, kan immers nuttig aangewend worden om toegevoegde waarde te leveren en goodwill op te bouwen tussen de medewerkers onderling en met de klanten. De bijgestuurde situatie wordt daardoor, zowel door medewerkers als klanten, altijd ervaren als een waardevolle verbetering. De eliminatie van verborgen administratie start bij elke medewerker individueel. Doordat hij bijvoorbeeld een gestructureerd en gedisciplineerd beheer van zijn persoonlijke mailbox nastreeft zal hij op zeer korte termijn een persoonlijk comfort ervaren.
[email protected] In een volgende bijdrage suggereren we een ingrijpende aanpak van de persoonlijke mailbox, omdat deze bij velen de functie van een E-vergeetput heeft.
Sales & Marketing Karel De Decker
Simply Better
Kan uw klant uw vernieuwingsdrang nog de baas? Sinds mensenheugenis wordt managers en marketingverantwoordelijken ingeprent dat je klanten het beste wint en behoudt door ze iets te geven dat niemand anders ze kan geven. Innoveren is bijgevolg altijd de boodschap.
Prof. Barwise, Professor in Management en Marketing aan de London Business School.
‘Think outside the box’ beklemtonen Prof. Barwise en Séan Meehan in hun boek ‘Simply Better. Winning and Keeping Customers by Delivering What Matters Most’. ‘Geef de klanten geregeld iets nieuws, lap de regels aan uw laars en vooral onderscheidt u van de concurrentie of u bent er geweest,’ aldus de auteurs. En terwijl bedrijven zo al hun aandacht besteden aan de ontwikkeling van steeds meer toeters en bellen, blijft hun cliënteel in de kou staan. Consumenten hebben meer keuze dan ooit, maar over kwaliteit en service waren ze nooit zo ontevreden. Wat doen bedrijven dan verkeerd?
Back-to-basics Prof. Barwise, Professor in Management en Marketing aan de London Business School, betoogt in zijn boek dat consumenten veel lagere verwachtingen koesteren dan algemeen wordt gedacht en dat bedrijven ondertussen zo ver gaan in hun drang om uniek te zijn dat ze de voeling met de dagelijkse realiteit van hun klanten verliezen.
Tijd dus voor een back-to-basics beweging, volgens Barwise, van de niet-aflatende jacht op het ultieme en unieke, maar een even naarstige focus op de basisbehoeften van de consument. Temeer omdat mensen veel minder belang hechten aan ‘uniek’ en ‘anders’ dan algemeen lijkt te worden aangenomen. Als het er op aankomt kiezen consumenten meestal het merk waarvan zij denken dat het op de meest betrouwbare manier de basiskwaliteiten waarmaakt van dit of dat product. Dat bedrijven zich ook succesvol kunnen onderscheiden door simpelweg die ‘basics” beter aan te bieden dan de concurrentie, bewijzen volgens Barwise bedrijven zoals Toyota, Procter & Gamble, Tesco, Medtronic, Hilti en Shell.
solid’ aldus Prof. Barwise. Onderzoek heeft uitgewezen dat bij het zoeken naar een merk de sterke, betrouwbare merken met een historisch opgebouwde en onbesproken reputatie uiteindelijk overblijven. En niet de merken die op korte termijn iets nieuws, iets unieks brengen. Merken die hoog scoren op gebied van een hoge en bewaakte betrouwbaarheid en alle gemaakte afspraken qua leveringstermijnen, betaalmodaliteiten enz.. nakomen, overwinteren in hun merkenloopbaan. ‘Better value for money than the competition.’ Zo luidt het devies.
Ga dringend na wat de klanten ECHT van u verwachten...
Simply Better Volgens Barwise hebben heel wat bedrijven de boodschap begrepen. Geef de consumenten opnieuw topkwaliteitproducten en serveer een professionele, vlotte en mensgerichte service. Klanten willen ‘eenvoud’ én tegelijk ‘betrouwbaarheid’. Altijd maar blijven werken aan de kostenkant en vanuit management altijd maar gaan zoeken naar nieuwigheden en allerlei snufjes en gadgets, werkt altijd contra-productief. En brengt ons tegelijkertijd verder weg van de basics: dicht bij de klant blijven, anticiperen op eventuele problemen én snel reageren bij een klacht. Wat op het einde van de rit voor een bedrijf telt is: ‘that you’re absolutely rock
Concreet betekent het ook dat we meer tijd moeten besteden om te luisteren naar de klant, naar zijn behoeften en verzuchtingen en naar zijn toekomstplannen. Het hele bedrijf moet overigens ‘klantdoordrongen’ zijn. Bij de aanwerving van nieuwe medewerkers moet daar op geselecteerd worden. In tal van bedrijven is de afstand tussen de werkvloer in het bedrijf en ‘the field’ te groot geworden en dat kan zich wreken. Voor de klant moet het bedrijf altijd en direct aanspreekbaar zijn. Of om het met de woorden van Prof. Barwise te zeggen: ‘if you hire people, hire people who like people’. www.simply-better.biz
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
19
Sales & Marketing Geert Vanhees
Deel 5: Merkenstrategie
Echtscheiding tussen consument en adverteerder? Wie de vorige 4 artikels uit deze marketingreeks (nog) niet gelezen heeft, geef ik de raad dit niet meer te doen. Vergeet al deze beschouwende besprekingen. Ga gewoon naar de site van Daily Motion, Youtube, Brightcove, Soapbox of naar die van Digimedia (http://www.digimedia.be/detail05nl. asp?Id=4313) en kijk naar het campagnefilmpje van Microsoft Digital Advertising Services (schitterend gemaakt door het Antwerps bureau Openhere).
Nog nooit werd de vervreemding – op de rand van een echtscheiding – tussen consument en adverterende producent zo ludiek en tegelijk trefzeker weergegeven. ‘Het eenrichtingsverkeer tussen producent en klant is voorgoed voorbij’, schreef ik in het eerste artikel van deze reeks. In dit reclamefilmpje verwijt de consument de adverteerder niet echt te dialogeren. Er moet terug meer ‘liefde’ komen tussen beiden, zegt Microsoft. 40 uur na de lancering van de campagneblog was het filmpje al 14.000 keer bekeken en dit met een hoge appreciatie.
Marketing door de strot Op het ECR-Europe Congres (Efficient Consumer Response – Congres) dat einde mei in Berlijn plaats had, bevestigde de Barilla-topman, Guido Barilla het probleem. Barilla is één van de belangrijkste Italiaanse voedselconcerns en mondiaal een belangrijke product van pasta en ovenproducten. ‘De industrie heeft zich teveel gericht op het produceren van behoeften en die met onheuse marketingtechnieken door de strot van de consument geduwd’. Hij wijst in de richting van de marketeer: ‘We hebben producten met aggressieve marketing doorgedrukt. Het is tijd voor marketeers om kritisch hun eigen praktijken door te lichten.’ Volgens Barilla moeten we terug naar de straat en luisteren naar wat de consument echt wil. Gezondheid is bijvoor-
20
beeld de meest gehoorde kreet bij de consument van vandaag. Volgens hem is het belangrijk om niet (weer) de fout te maken producten verkeerd voor te stellen. ‘Het belang van de mens - wat meer is dan een consument - staat voorop’, volgens Barilla.
CFO wil marketeer niet centraal De marketeer moet zich dus bezinnen over zijn klantgerichtheid, zowel in productaanbod als in communicatiewijze. Maar tegelijk doet die klantgerichtheid hem nog belangrijker worden in de bedrijfsorganisatie. Onderzoekers van Deloitte die onlangs in 5 Europese landen de rol van marketing in de organisatie onderzochten, komen tot de vaststelling dat de huidige directieleden de marketingfunctie een meer centrale rol willen geven in de organisatie. Om organisch te blijven groeien in een klantgerichte omgeving, is een marketing-centrische organisatie nodig zodat men aan de klantenwensen kan blijven voldoen en de juiste innovaties kan realiseren. Deze opvatting wordt wel niet door iedereen in het topmanagement gevolgd. Terwijl 82% van de CEO’s marketing ziet als een ‘driver of growth’, kan 33% van de CFO’s die ‘marketing-driver’ niet vinden. De financiële afdeling is dus een hindernis op weg naar de ‘nieuwe connectie met de klant’?! Maar de vraag is natuurlijk of de huidige
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
marketeer blind is gebleven voor de consument die anders communiceert en wil communiceren, die met meer emphatie en respect wil bejegend worden, die lijdt aan keuze- en tijdsstress, die individuele oplossingen wil voor zijn behoeften, …
Ontlezing en toch hoger mediagebruik Wat eerst opvalt, is dat marketeers met jongere doelgroepen heel wat van hun campagnes hebben gedigitaliseerd en dus het nieuwe communicatiegedrag van jongeren volgen. Ed Peelen, hoogleraar Marketing aan de ‘Business universiteit’ van Nijenrode, zegt dat de digitale revolutie zich in de volgende cijfers laat samenvallen: de gemiddelde 21-jarige heeft in zijn leven 5.000 uur computergames gespeeld, 25.000 sms’jes en mails verstuurd, 10.000 telefoongesprekken gevoerd en is 3.000 uur online geweest. Het computergebruik dat exponentieel stijgt, is ten koste van het kijken naar televisie, het lezen van gedrukte media, boeken en tijdschriften. Maar hoewel de ontlezing een duidelijke trend is, stijgt het totaal ‘mediagebruik’ door de digitalisering aanzienlijk. Marketeers zijn deze doelgroep met online marketingcampagnes gevolgd. Uit de ‘2007 Viral Marketing Survey’ van Marketing Sherpa blijkt dat de doelgroep gewend is geraakt aan virale acties. Consumenten zijn niet meer zo snel onder de indruk van een microsite, filmpje of game. Tegelijk bevestigen de marketeers hun goede ervaring met deze nieuwe media-aanpak. Ervaren marketeers vinden het maken van ‘coole microsites’ een stevige aanrader, 37 % beweert hiermee schitterende resultaten behaald te hebben. Een derde boekte mooie resultaten met online games, ongeveer evenveel als de marketeers met goede ervaringen met videoclips.
Discovery-marketing Mysterieuze online campagnes zijn een volgend sterk recept dat diverse keren is uitgeprobeerd. Ze zijn gebaseerd op prin-
cipes van ‘discovery’ marketing waar de consument zelf initiatief moet nemen om de boodschap of het product te ontdekken en dus heel actief in de communicatieaanpak is betrokken. Zo werd op 8 maart van dit jaar de zoveelste mysterieuze online campagne gemeld. Op een geheimzinnige blog http://www.whatsinthehercules.com/ stond een dagboek van een nieuwsgierige journalist die elke dag nieuwe, eerder kleine aanwijzigen had over de inhoud van een hercules. Wat op dat moment duidelijk was, was dat het om een “small hatchback” ging, maar de geheime vracht werd pas op 23 maart onthult… en verwees naar … the new Mini (site).
Marketing-on-demand Ook met Bluetooth marketing voegt de huidige marketeer zich in de nieuwe communciatievormen van jongere doelgroepen en geeft hij tegelijk het initiatief over aan de consument. Zo konden de Amsterdamse voorbijgangers bij 5 abri’s in de binnenstad een promotiefilmpje voor het SBS-programma ‘Sterren dansen op het ijs’ downloaden. Op de poster in de abri’s werd passanten verzocht om het Bluetooth-kanaal op hun mobiele telefoon open te
zetten, waarna zij de film konden laden en bekijken. Bij deze bekendheidscampagne ging het initiatief dus geheel uit van de klant. Dergelijke ‘marketing on demand’ aanpak heeft ook in België al voorbeelden. Mobistar deed enkele maanden geleden een test waarbij vanuit 11 bushokjes in acht grote steden berichtjes werden verzonden naar gsm-gebruikers in de buurt met de vraag of hij/zij een beltoon wilde ontvangen. Volgens CCO, Chris Van Roey was deze test een succes.
Awareness anders Marketeers zijn gestart om hun ‘awareness’ campagnes op ‘originele’ media te baseren. Enerzijds om te ontsnappen aan de informatie-indigestie van de consument. Anderzijds om de klant/prospect een actievere rol te geven in de communicatie, zelf op ontdekking te laten uitgaan. Het is niet moeilijk hier voorbeelden van te vinden. Twee recente voorbeelden zijn Ikea en het whisky-merk J&B.
Undercover-marketing Ikea deed de klant zijn Ikea-design ontdekken, zonder te worden beïnvloed
door subjectieve ideeën en associaties bij het merk. Het nam daarom deel aan de Woonbeurs in de RAI onder de naam d.projects. Niemand kende dat onbekende bedrijf met de grootste stand. Ikea wilde aantonen dat design niet duur hoeft te zijn. Beursbezoekers konden een compleet ingerichte slaapkamer, woonkamer, loungekamer of keuken winnen, door te raden wat de inrichting per kamer kostte. De meeste bezoekers kwamen pas halverwege hun bezoek achter de naam van de grootste standhouder, sommigen weet het nog steeds niet. Ikea ontving onlangs de belangrijke marketingprijs Gouden Lamp voor de undercover deelname aan de Woonbeurs.
Stuntcommunicatie Midden mei jongsleden spoelde een gigantische discobal, met een diameter van 6 meter, aan op het strand van Oostende, aan het Kursaal. Honderden vroegen zich af hoe die bal er gekomen was. Enkele dagen later maakte een persbureau bekend dat het om een promotiecampagne van het whisky-merk J&B ging. Met deze campagne “Start a Party” wil J&B zijn innoverende positie bevestigen, dus ook innovatie in communicatie. Brussel en een plaats aan de E-40 wordt met deze bal nog bezocht. Tot een scheiding tussen adverteerder en consument zal het nooit komen. De voorbeelden van klantgerichte aanpak in marketing zijn de voorbode van een paradigma shift in de mediamix.
Geert Vanhees Managing Director van het merkstrategisch consultingbureau MINIMUM en gastdocent Vlerick Leuven Gent Management School (
[email protected])
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
21
Sales & Marketing Karel De Decker
Monthly Headlines
Sales & Marketing Anthonissen nieuw Europese President IPREX Op de algemene vergadering van IPREX is Peter Frans Anthonissen verkozen tot President Europe-Middle East-Africa. IPREX is één van ’s werelds grootste netwerken van onafhankelijke communicatie-adviesbureaus. Het netwerk werd opgericht in 1983 en telt 58 leden met in totaal 70 bureaus in Noord-Amerika, Europa, het Midden-Oosten en Azië. Haar 750 professionele medewerkers verzorgen een uitgebreid aanbod aan diensten voor talrijke ondernemingen in de wereld. Anthonissen volgt de Ier Jim Walsh op van de Walsh Public Relations in Dublin. Walsh is verkozen tot wereldwijde President in opvolging van Kathryn Blanchard (CEO van Crown Communications, North Carolina uit de Verenigde Staten.) Peter Anthonissen (52) is CEO van Anthonissen & Associates, een gespecialiseerd communicatiebureau dat hij 20 jaar geleden oprichtte en dat tot de top behoort in de Lage Landen. Anthonissen studeerde rechten aan de universiteiten van Antwerpen, Leuven en Cambridge. Hij is tevens Executive Professor aan de Universiteit Antwerpen Management School (UAM), gastdocent aan de Vlerick Leuven Gent Management School en de auteur van enkele bestsellers, waaronder ‘Murphy was een optimist’, ‘In de naam van de faam’ en ‘Stop de pers!’. ‘De onafhankelijkheid van onze leden gecombineerd met de sterke lokale inplanting zijn de troeven van ons netwerk. Op die wijze bieden wij onze klanten een
22
pan-Europese en wereldwijde dienstverlening die rekening houdt met de lokale talen, culturen en gebruiken,’ aldus Anthonissen. De belangrijkste prioriteiten zijn de verdere uitbreiding van het netwerk in Europa, het Midden-Oosten en Afrika en de doorgedreven uitbouw van het crossmediale dienstenpakket. Eind dit jaar verschijnt een boek over crisiscommunicatie waaraan 17 IPREX-auteurs uit de hele wereld meewerken. CxO Magazine bracht in een van de vorige nummers een interview met deze expert in crisis-communicattie. www.iprex.com
Tijdschriftenadvertentie informatief, tv-reclame irritant Hoewel tijdschriften aan terrein verliezen van online concurrenten en televisieprogramma’s waarderen de meeste consumenten de advertenties in tijdschriften beter. Zodra mensen namelijk een tijdschrift lezen, doen ze dit bewust om een moment voor zichzelf te maken. Ze lezen dan het tijdschrift ook heel bewust, inclusief de advertenties. Zo blijkt uit een onderzoek van NUV GPT (Groep Publieke Tijdschriften) en Starcom Nederland. De tijdschriftenadvertenties leveren bedrijven flink wat op. Zo’n 75% geeft aan naar aanleiding van een advertentie in hun favoriete magazine de zaak te bezoeken. Volgens de onderzoekers krijgt de gemiddelde consument dagelijks zo’n 3.000 reclameprikkels te verwerken. De binding tussen tijdschrift en lezer is daarom belangrijker dan ooit.
Mensen doen dus iets met tijdschriften en tijdschriften doen iets met mensen.
Merkentrouw belangrijker dan solidariteit Het koopgedrag van de Vlaming wordt niet beïnvloed door ingrijpende economische beslissingen van een bedrijf, zoals bijvoorbeeld een belangrijke reorganisatie of zelfs een bedrijfssluiting. Dat is een van de conclusies van een representatief onderzoek door de communicatiegroep Brandhome, waarbij driehonderd Vlamingen werden geïnterviewd. Ook blijkt uit datzelfde onderzoek dat 65% van de ondervraagden de politiek medeverantwoordelijk acht bij Belgische bedrijven. Het onderzoek bestond uit driehonderd face-to-face-interviews met Vlamingen uit Antwerpen, Brussel, Gent, Oostende en Hasselt.
Investeren in sociale innovatie Bedrijven moeten meer investeren in menselijk kapitaal, vernieuwend leiderschap en open innovatie. Dat zegt hoogleraar Henk Volberde, die samen met 2 collega’s een onderzoek naar innovatie voerde bij ruim 10.000 bedrijven. De onderzoekers concluderen dat er te weinig wordt gedaan aan sociale innovatie, omdat er te veel aandacht wordt besteed aan de kostenkant, waardoor veel ruimte voor innovatie verloren gaat. En in een aantrekkende economie is dat niet zo verstandig, aldus de onderzoekers.
Uw partner in kwaliteitsservice – www.q-service.be Dirk Rottiers de Beughemlaan 29 Tel/fax: 015-63 38 14
[email protected] 1880 Kapelle-op-den-Bos GSM: 0475/44.33.15
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
ICT made easy ! Talk to Econocom, your partner of choice. 25 years of experience in the management of B-to-B IT and telecom infrastructure with a broad range of innovative solutions in • Managed Services • Procurement Services • Financial Services • Telecom Services
Econocom Horizon Park Leuvensesteenweg 510/80 1930 Zaventem (Belgium) Phone + 32 2 790 84 68
www.econocom.com
ICT & Networks Jean-Luc Manise
Monthly Headlines
ICT & Networks 5.500 nouveaux emplois ICT Selon sa deuxième étude sur les besoins en personnel TIC, Agoria estime en 2007 le marché de l’emploi en Belgique à 141.000 postes de travail. En un an (depuis mai 2006), 5.000 nouveaux emplois en rapport avec l’informatique et les communications ont été créés. Mais quelque 14.000 postes resteraient à pourvoir. Non pas nécessairement tous des nouveaux emplois, mais aussi des places vacantes dues à des départs ou à des mutations de personnel. Selon Agoria, les solutions pour arriver à rencontrer cette demande doivent se baser sur la combinaison de différentes actions: sensibilisation des jeunes aux formations et aux débouchés existant dans les TIC, screening des demandeurs d’emploi TIC pour déterminer leurs éventuels besoins en formations, incitation des «anciens» informaticiens à rester plus longtemps au travail et adaptation des formations aux besoins du marché. Pour l’association, l’appel à du personnel étranger n’est qu’un remède temporaire, applicable pour des missions précises et limitées: l’activité des TIC en Belgique est surtout orientée vers des services impliquant une proximité entre «prestataire» et «client».
Des PC par centaines de million L’année prochaine, on devrait dépasser le milliard de PC selon Forrester Research (Worldwide PC adoption Forecast to 2015), dont la grande majorité seront écoulés dans des pays comme l’Inde, la Chine, la Russie ou le Brésil. En Belgique et à plus court terme, quelques gros marchés publics sont dans le pipeline. Le Service Public Fédéral des affaires administratives a lancé une adjudication pour l’achat de 10.000 pièces, un contrat éva-
24
lué sur 2 ans pour un montant de 10 et 12 millions d’euros. Le SPF Finances a lui lancé deux cahiers des charges portant sur l’achat de 4.000 PC à écran plat et de 1.000 portables. Les portables seront équipés de Windows XP et d’une station d’accueil. Les 4.000 PC font partie du projet «MyPC» qui vise à équiper les 30.000 fonctionnaires fédéraux d’un PC.
jusqu’à deux ans. La réponse du numéro 1 mondial des moteurs de recherche ne s’est pas faite attendre. Dans un courrier adressé au G29, Google a fait part de son intention de ramener à 18 mois à partir de mars 2008 le délai de conservation des données de connexion, au lieu des 24 annoncés en mars dernier, et de repenser la manière dont ses cookies sont conçues. Attention, il ne s’agit point d’effacement mais d’anonymisation. Selon Peter Fleischer, le juriste responsable pour l’Europe de la protection des données de Google, les principales raisons qui poussent Google à stocker les données de connexion sont l’amélioration de l’algorithme de recherche, la lutte contre la fraude au clic et le spam et l’obligation de répondre aux injonctions légales comme la lutte contra la pédophilie.
Mobistar reconfirmé à la SNCB
Bientôt un milliard de PC de par le monde…
Google ramène la conservation de ses données de connexion à 18 mois En mai dernier, le G29, un organisme européen indépendant chargé de conseiller la Commission et d’alerter l’opinion publique en matière de protection des données personnelles, avait manifesté par écrit son inquiétude face à la possible infraction par Google des lois communautaires sur la protection de la vie privée. Motif de la missive: connaître les raisons de la conservation des données relatives aux recherches effectuées par ses utilisateurs sur une période pouvant aller
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
La SNCB a renouvelé pour une durée de trois ans le contrat passé avec Mobistar pour la téléphonie fixe et mobile (Cela représente quelque 19.500 cartes SIM). La société assurera également la maintenance d’IBIS, l’appareil portable dont sont équipés les accompagnateurs de train. Il s’agit d’un «tout en un» assurant l’impression des tickets et des horaires, les paiements électroniques, la téléphonie et l’historique des prestations. Mobistar va également gérer différentes applications comme ALASCA (ALgemene Applicatie voor SMS CommunicAtie) pour l’échange de SMS d’identification entre les conducteurs et les acccompagnateurs et le centre de contrôle ou comme ATLAS (Advanced Traction vehicle Location and Administration System), une application GPS assurant le suivi en temps réel des locomotives et l’optimisation de la flotte des locomotives. Pour les voyageurs, Orange World sera un service permettant aux voyageurs de se faire communiquer les horaires par GSM.
ICT & Networks Jean-Luc Manise
CIO
Antoine Mattelaer: jouer la carte de l’équilibre Pour le CIO de Touring, le département IT a comme mission principale de garantir un système d’information qui soit à la fois cohérent, efficient, innovant et en phase avec les besoins de l’entreprise.
Antoine Mattelaer, CIO de Touring: «Une informatique qui va plus vite que la société provoque les mêmes clash qu’une IT à la traîne».
Et c’est d’équilibre dont on parle en matière de compétences, où il s’agit pour Antoine Mattelaer de faire la balance entre les savoir- faire internes et les expertises externes avec comme arrière fond la volonté d’acquérir et de garder la maîtrise des applications métiers. En n’hésitant pas à les faire évoluer radicalement.
CRM Partant d’une infrastructure mainframe, Touring a ainsi réussi avec brio son virage vers les systèmes ouverts et a maintenant en exploitation FlexFrame For Oracle sous Linux, une première en Belgique. Elle a également effectué une transition harmonieuse du Cobol vers Natural (Software AG), puis vers PowerBuilder et PL/SQL, en attendant Java et J2EE. Ses chantiers sont d’importance: Touring travaille à la mise en place d’une application CRM qui sous-tend l’unification et l’harmonisation de ses quatre centres d’appels. Si ceux-ci se situent dans les mêmes locaux, ils ont chacun un focus particulier : le premier se concentre sur la gestion des membres, les deux autres sur les sinistres, le quatrième sur les informations «traffic» et touristiques. Antoine Mattelaer: «Nous avons maintenant un planning détaillé sur le développement d’un CRM qui ne vise pas simplement à mettre une cou-
che applicative sur le legacy system de gestion des membres, mais à le remplacer à terme. C’est forcément un très gros projet, tant d’un point de vue IT que d’un point de vue humain et organisationnel».
Se réapproprier les applications métier Un deuxième projet porte sur le remplacement du software de dispatching, vieux de quasi 10 ans. «La nouvelle application sera largement «home made» tandis que nous n’avions accès avec l’ancienne qu’à certains niveaux de paramétrisation. Cela manifeste notre volonté de nous placer au cœur de notre système d’information, de nous réapproprier nos applications métier». Cette nouvelle application de dispatching vient en «add-on» du système homogène de gestion des sinistres, de la prise d’appel à la comptabilité opérationnelle, développé il y a peu. L’IT a aussi décidé d’accélérer la mise en place d’outils décisionnels: «Nous avons à l’heure actuelle différents univers en Business Objects pour l’analyse décisionnelle, nous devons les rendre plus user friendly pour en faciliter l’usage, l’objectif à terme étant de bénéficier de la puissance d’un datawarehouse».
Design and build D’autres projets encore: l’optimisation du système de tracking et tracing afin d’harmoniser la manière dont se gèrent les interventions en Belgique et l’exploitation de la flotte des patrouilleurs Touring. Il y a aussi le suivi de son nouveau service d’assistance médicale Medicare et le développement d’un portail avec accès sécurisé par les membres
qui pourront avoir ainsi accès à leur historique et plus globalement à la totalité des données les concernant. A côté du «design and build» des applications métier, les services rendus par l’informatique à Touring sont nombreux: monitoring 24/24, 7/7 de l’infrastructure, ordinateurs, réseau et téléphonie; help desk (bureautique et réseau); support des applications (y compris des «packages» comme SAP pour la comptabilité), gestion du parc PC et GSM (dont les diverses tentatives d’outsourcing n’ont jamais réussi à être convaincantes), gestion de la sécurité bâtiments et du contrôle des accès. Comment est mesurée la satisfaction des «clients» du département IT: «Par le taux de disponibilité des infrastructures, par notre capacité au Time to Market, par notre réactivité et par une enquête de satisfaction, en cours de réalisation. L’idée est de la mettre deux fois par an sur notre Intranet pour pouvoir dégager des éléments de comparaison».
Facilitateur Mais les résultats sont là: l’infrastructure et l’architecture applicative ont été complètement renouvelées, l’équipe ICT est cohérente et la collaboration avec les autres départements est d’une grande qualité. Autant de motifs de fierté pour un CIO qui définit son rôle comme étant celui d’un facilitateur devant conserver une approche opérationnelle pragmatique tout en dégageant une vision «business driven» des apports technologiques. Et se devant de traduire les objectifs d’entreprise en éléments parlant pour ses troupes. Histoire de faciliter l’alignement des réalisations informatiques sur les besoins métiers…
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
25
Redactie CxO Magazine
Een greep uit het recente aanbod multifunctionals kleur laser A3 – instapmodel HP LJ 9500MFP Print: Printsnelheid kleur: A4: 24ppm / Printsnelheid mono: A4: 24ppm / Max.papierformaat: A3, A4, A5, B4, B5, letter, legal, tabloid, executive, 98x191 to 306x470mm / Max. media gewicht: Paper (plain, preprinted, letterhead, prepunched, bond, glossy, HP Heavy Glossy, non-HP heavy glossy, recycled, colour, tough paper), envelopes, transparencies, labels, cardstock / Papiercapaciteit standaard: 2000+100 / Duplex: automatic (standard and manual driver support provided) / Print resolutie: Color best 600 x 600 dpi with HP ImageRet 4800 / First page out (color): 20 sec. / First page out (mono): 20 sec. Scan: Scan resolutie: 600 dpi optical / Max. scan formaat: 29.7 x 42 cm Copy: Copy snelheid mono: A4: 24ppm / Copy snelheid kleur: A4: 24ppm Fax: modem speed: up to 33,6kbps / aantal snelkeuzes: 100 (each can contain 100 numbers) Kosten: kostprijs per pagina.excl.btw: Mono: tussen 0,006 en 0,008 EUR – Color: tussen 0,015 en 0,020 EUR Extra informatie: Capaciteit gebruiksgoederen: Image Transfer Kit: 200.000 – Fuser kit: 100.000 – Image Cleaning kit: 50.000 – Cartridges: 25.000 pages (Print cartridge life is approximate, based on average A4/Letter-size page count with 5% coverage of individual colors. Life variation is directly dependent on coverage. The estimated Print Cartridge life can be directly calculated by dividing 5% by the page coverage and multiplying by 20,000) – Image drums: 40.000 images (Life of the Image Drums varies based in the average length of the jobs printed, and the average toner coverage per color. For details regarding Image Drum life, please see HP white paper on consumable life) / toners (Y,C,M,K): B: C8550A, C: C8551; Y:C8552; M:C8553A / Bijgeleverde software: Print drivers and installation sw on cd-rom [PCL6n HP Poscript level 3 emulation (32-bit driver only)]; HP PCL5c (provided on add printer install) Nashuatec MP C2500 Print: Printsnelheid kleur: 25 ppm / Printsnelheid mono: 25 ppm / Max.papierformaat: A3+ / Max. media gewicht: Minder dan 30mm/ minder dan 5 kg / Papiercapaciteit standaard: 1.100 vel / Duplex: standaard / Auto. Docu. Feeder: standaard / Print resolutie: 600dpi/ 4 bit / Ethernet connectie: standaard / First page out (color): 6,7 sec. / First page out (mono): 9,7 sec. Scan: Scan resolutie: 1.200 dpi / Max. scan formaat: A3+ Copy: Copy snelheid mono: 25 ppm / Copy snelheid kleur: 25 ppm Fax: optie Kosten: Prijs gebruiksgoederen excl.btw: Afhankelijk van contractvorm en configuratie Extra informatie: Bijgeleverde software: One Action Flow, Enhanched Locked Print, DeskTopBinder Lite, SmartDeviceMonitor, Web Image Monitor, Web SmartDeviceMonitor.
Océ CS 172 Print: Printsnelheid kleur: 25 ppm / Printsnelheid mono: 25 ppm / Max.papierformaat: A3+ / Max. media gewicht: 60-256 g/m2 / Papiercapaciteit standaard: 850 (750 papier cassettes + 100 manuele invoer bypass) / Duplex: automatisch duplexprinten / Auto. Docu. Feeder: 100 (optioneel) / Print resolutie: 600 x 1800 dpi / Ethernet connectie: 10/100-Base-T Ethernet / First page out (color): 11,7 sec. / First page out (mono): 8,4 sec. Scan: Scan resolutie: 600/400/300/200 dpi / Max. scan formaat: A3 (11’’ x 17’’) full-bleed Copy: Copy snelheid mono: 25 ppm / Copy snelheid kleur: 25 ppm Fax: modem speed: 33.6 Kbps met 128 MB buffer / aantal snelkeuzes: 300 scan programma’s Kosten: Prijs gebruiksgoederen excl.btw: aan te vragen Extra informatie: Capaciteit gebruiksgoederen: 12k @ 5% (CMY), 20k @ 5% (K) / cartridge (Y,M,C,K) / Imaging Unit PC Drum + Starter / Max. prints/maand: 10.000
26
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Ricoh MPC2500AD Print: Printsnelheid kleur: 25 ppm / Printsnelheid mono: 25 ppm / Max.papierformaat: A3+ via bypass / Max. media gewicht: 257g/m² / Papiercapaciteit standaard: 2x500+1x100(by-pass) / Duplex: standaard / Auto. Docu. Feeder: standaard / Print resolutie: 2400/600 / Ethernet connectie: standaard / First page out (color): 9,7 sec. / First page out (mono): 6,7 sec. Scan: Scan resolutie: 1200 dpi / Max. scan formaat: A3 Copy: Copy snelheid mono: 25 / Copy snelheid kleur: 25 Fax: optie Kosten: toners (Y,C,M,K): 69 EUR/K – 190 EUR/kleur / kostprijs per pagina.excl.btw: 0,0228 EUR/ZW – 0,115 EUR/kleur / end user prijs toestel excl.btw: 8.730 EUR Extra informatie: toners (Y,C,M,K): 20k/zwart – 15k/kleur / drumunit (indien van toepassing): 80K / Bijgeleverde software: RPCS, Pcl5, Pcl6, Smart device monitor, Web image monitor Xerox WorkCentre 7132 Print: Printsnelheid kleur: 8 ppm / Printsnelheid mono: 32 ppm / Max.papierformaat: A3 / Max. media gewicht: 216 g/m² / Papiercapaciteit standaard: 620 vel / Duplex (standaard/optie/geen): standaard / Auto. Docu. Feeder: optie / Print resolutie: 1200 x 600 dpi / Ethernet connectie: standaard / First page out (color): 27 sec. / First page out (mono): 16 sec. Scan: Scan resolutie: 600 x 600 dpi / Max. scan formaat: A3 Copy: Copy snelheid mono: 32 ppm / Copy snelheid kleur: 8 ppm Fax: optie Kosten: De WorkCentre 7132 wordt met Xerox PagePack of Xerox eClick servicecontract aangeschaft. Met het Xerox PagePack servicecontract betalen de klanten een vaste prijs per pagina, inclusief verbruiksgoederen en onderhoud aan huis. Speciaal voor grote ondernemingen en KMO’s met een vloot van meer dan 30 toestellen is er Xerox eClick. Daarbij betalen ook zij een vaste prijs per pagina, ongeacht de gebruikte uitrusting: digitale copier, multifunctional of printer. Extra informatie: toners (Y,C,M,K): zwart: 21.000 afdrukken – kleur: 8.000 afdrukken / drumunit: 80.000 afdrukken – De capaciteiten zijn bij benadering, gebaseerd op een dekkingspercentage van 5% op een A4 pagina en is afhankelijk van de kwaliteit en de grootte van de afdrukopdrachten die de klant hanteert / Bijgeleverde software: Xerox CentreWare Internet Services – Xerox SMART eSolutions. De standaard meegeleverde Xerox CentreWare Internet Services software stelt beheerders en gebruikers in staat om de WorkCentre 7132 op afstand te configureren en te beheren. Sharp MX2300 Print: Printsnelheid kleur: 23 / Printsnelheid mono: 23 / Max.papierformaat: A3+ / Max. media gewicht: 209 g/m² / Papiercapaciteit standaard: 1100 vel / Duplex: standaard / Auto. Docu. Feeder: standard / Print resolutie: 600 x 1200 / Ethernet connectie: standard / First page out (color): 8,9 / First page out (mono): 6,3 Scan: Scan resolutie: Push 600 dpi/Pull 9600 Dpi / Max. scan formaat: A3 Copy: Copy snelheid mono: 23 / Copy snelheid kleur: 23 Fax: optie Kosten: prijs gebruiksgoederen excl.btw: incl onderhoudscontract / toners (Y,C,M,K): incl onderhoudscontract / drumunit: incl onderhoudscontract / end user prijs toestel excl.btw: Vanaf 149 EUR/maand Extra informatie: Capaciteit gebruiksgoederen: 18000 p / Bijgeleverde software: webmanager, sharpdesk met OCR
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
27
Newsletter CIOnet Hendrik Deckers
CIOnet Profile: Jan Dobbenie, CIO Alcopa
Met IT- én businesservaring Alcopa gereedmaken voor expansie De carrière van Jan Dobbenie bij Procter & Gamble en Interbrew liep niet altijd over geijkte paden. Zijn achtergrond als econoom bracht hem meer businessverantwoordelijkheid dan een CIO meestal te beurt valt. Bij Alcopa geeft deze ruime blik hem de kans om het familiebedrijf klaar te stomen voor verdere Europese expansie. Alcopa is een Belgische holding met drie activiteiten: distributie en retail van auto’s, distributie van gemotoriseerde tweewielers en distributie en verkoop van kantoormeubilair. De Groep heeft zo’n 2.000 medewerkers, beheert ruim 80 bedrijven, waarvan de helft in het buitenland, en haalde in 2005 een omzet van 1,15 miljard euro. Jan Dobbenie Antwerpenaar Jan Dobbenie (41 jaar, 2 kinderen, hobby’s: zeilen en auto’s) studeerde in ‘88 aan de UFSIA af in de Toegepaste Economische Wetenschappen. Na anderhalf jaar assistentschap bij professor De Backer wist hij dat een academische carrière niets voor hem was. Hij ging aan de slag bij Procter & Gamble, eerst in België, later in de Verenigde Staten. Hij bleef er 11 jaar, tot in 2001. Een fantastische leerschool, zegt hij zelf, vooral door hun unieke ‘people management’.
Wat maakt een carrièrestart bij Procter & Gamble speciaal? Jan Dobbenie: De snelle jobrotatie – je blijft gemiddeld maar een tweetal jaren op je plaats – houdt de mensen scherp. Je kunt dit als een bedreiging zien – of als een aaneenschakeling van opportuniteiten. Ik stapte er binnen als systeemanalist en kon na één jaar ervaring opdoen in het Finance department. Een paar jaar later zat ik opnieuw in de IT, waar ik mij zowel over infrastructuur als applicaties kon buigen. In mijn Benelux-functie hielp ik een Europese structuur uitbouwen. P&G wil alleen de beste krachten aantrekken en aan boord houden. Dat geeft hen jaren voorsprong op hun concurrenten. Ook hun IT is absolute topklasse. Toen ik in ‘97 verantwoordelijkheid had in hun Europese rekencentrum, haalden zij de beste score in een Gartner benchmark
28
met 200 internationale deelnemers. Een ander voorbeeld: zij zaten toen al volop in een globalisatietrend. Mijn periode als expat in de Verenigde Staten, in Cincinnatti, de geboortestad van P&G, was een unieke ervaring. Ik woonde drie jaar in de States met mijn gezin. Enige minpunt: ondanks de bekende jovialiteit van de Amerikanen, heb je het er als expat niet gemakkelijk om te netwerken. Toen P&G rond de eeuwwisseling economisch in een dip zat en ik in het middlemanagement dreigde opgesloten te raken, ben ik naar België teruggekeerd. Ik had te veel zin in een functie op directieniveau…
Was er veel gelijkenis met je nieuwe werkgever, Interbrew? De cultuur en aanpak bij “The World’s Local Brewer” verschilden sterk van wat ik bij P&G had gekend, met een grote au-
tonomie van de landen. Ik belandde er als verantwoordelijke voor België, Nederland, Frankrijk en Luxemburg middenin een zeer turbulente periode. Er waren niet alleen acquisities met de regelmaat van een klok. Ik was er nauwelijks drie maanden, of de structuur met vier zones werd omgeschakeld naar acht regio’s. Toen de vier zones (Europa, Azië, Noorden Zuid-Amerika) anderhalf jaar later in ere werden hersteld, kreeg ik de kans om CIO voor Europa te worden.
Welke ervaring kwam je daar van pas? Door mijn economische achtergrond en ervaring bij P&G heb ik bij Interbrew aan een aantal projecten gewerkt die het traditionele kader van IT ver overstijgen. Lees verder op onze site: http://www.cxonet.be/iframe.asp?articl eid=1050&source=2
CIOnet (www.cionet.com) is the first independent, private and invitation-only online business network that empowers CIO’s & ICT Managers to network more efficiently and effectively for business. CIOnet is all about Building Relationships, Sharing Knowledge & Growing a Peer Network in the CIO community. CIOnet is an independent network where 95% of the members are CIO’s, ICT-managers, academics and industry experts. CIOnet is supported by business partners such as Telenet Solutions, Cisco, Netapp, HP, Adobe, Suun, Microsoft, BT, Capgemini, Erudict, Quint, SAS, PWC, Cognos, Unisys, Information Builders, Deloitte, Atos Origin and BMC Software.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
ICT & Networks Steve Mertens
Vernieuwde website bouwt verder op eigen succes
Fed+ verwent federale ambtenaren
Fed+, een dienst binnen de federale overheid die de ambtenaren een lange lijst van voordelen aanbiedt, vernieuwde in maart jongstleden zijn website. Naast een nieuwe look-and-feel, werd er ook heel wat energie gestoken in extra functionaliteit en veiligheid. Dit medium speelt dan ook een zeer centrale en onmisbare rol in de communicatie tussen Fed+ en de federale ambtenaar.
Vlnr. Reno Mechant van Reno Productions, Marion Delanghe en Dimitri Van Boxstael van Fed+.
Het Fed+ team, onder leiding van Marion Delanghe, gaat dagelijks op zoek naar interessante aanbiedingen uit de socio-culturele, recreatieve en commerciële sector voor de ruim 88.000 federale ambtenaren en hun gezin; een doelpubliek van ruim een kwart miljoen consumenten. Dat resulteert in een enorm gevarieerd aanbod dat moet bijdragen tot het collectief en individueel welzijn van de federale ambtenaren. Wat de bestelling, levering en betaling van het product of dienst betreft, gaat het steeds om een rechtstreekse overeenkomst tussen de leverancier of partner en de federale ambtenaar. Fed+ is dus op geen enkele manier betrokken in het verkoopsproces en speelt enkel een bemiddelende rol. Bij eventuele herhaalde klachten wordt wel een onderzoek ingesteld en wordt de aanbieding in het ergste geval ingetrokken. Fed+ behoort tot de Federale Overheidsdienst (FOD) Personeel en Organisatie, maar werkt voor de ambtenaren van de gehele federale overheid. Als staatsdienst met afzonderlijk beheer ontvangt Fed+ een jaarlijkse dotatie van de overheid, waarmee werkings- en personeelkosten betaald worden. Anderzijds
verwerft Fed+ ook eigen inkomsten uit leverancierscommissies, waarmee specifieke onkosten worden betaald zoals de website, de elektronische nieuwsbrief en de maandelijkse publicaties in het personeelsblad Fedra. Marion Delanghe: “Ons doel bestaat erin om de ambtenaren zoveel mogelijk voordelen aan te bieden. Dat varieert van toegangskortingen voor pretparken tot prijsreducties voor musicals, gsm abonnementen, enz. De voordelen die wij voor de ambtenaren kunnen bekomen, worden gecommuniceerd via de website, een maandelijkse elektronische nieuwsbrief en het maandblad Fedra”.
Autonomie De Fed+ website werd op maat ontwikkeld door Reno Productions. Door het onafhankelijk karakter van Fed+, was het mogelijk om met Reno Productions op korte termijn een website op te zetten die volledig voldeed aan alle specifieke behoeften. Dimitri Van Boxstael, Adjunct Projectleider voor Fed+ legt uit: “Wij beslissen binnen ons team alles vanaf het begin tot het einde: welke kleuren, vormgeving, informatiestructuur, enz. Waar wij wel rekening moeten mee houden is de regelgeving van Fedict i.v.m. het .be logo, wat je dan ook bovenaan op onze site terugvindt. Ook wat functionaliteit en inhoud betreft beschikken we over de nodige autonomie. Het Content Management Systeem (CMS) werd uitgebreid en laat ons toe om nieuwe inhoud binnen maximum 2 uur online te hebben”.
Community De nieuwe versie van de Fed+ website biedt aan ambtenaren ook de mogelijkheid om met elkaar contact te leggen door middel van zoekertjes. Daardoor is de site geëvolueerd naar een interactief communicatieplatform met een gemiddeld permanent aanbod van 60 tot 80 zoekertjes. Een andere vorm van communicatie met de ambtenaar gebeurt aan de hand van een maandelijkse elektronische nieuwsbrief, waarin alle nieuwe en/
Ons doel bestaat erin om de ambtenaren zoveel mogelijk voordelen aan te bieden. of meest interessante aanbiedingen van de website worden hernomen. Sinds de nieuwe versie van de website, worden bepaalde delen van de website afgeschermd van het grote publiek. Om aanbiedingen, zoekertjes en nieuwsbrieven te raadplegen dient er ingelogd te worden met het Fed+ kaartnummer. Reno Mechant van Reno Productions: “In september 2004 hebben alle ambtenaren een Fed+ kaart gekregen, met daarop hun naam, een streepjescode en een uniek nummer. Met dat nummer kan de ambtenaar op de site inloggen in het beveiligde gedeelte. Daar krijgt hij naast de lopende aanbiedingen en een archief van nieuwsbrieven ook zijn persoonlijke zoekertjes te zien. Bovendien is de kaart ook los van de website te gebruiken en dient steeds voorgelegd te worden op eenvoudig verzoek van de leverancier.” http://www.fedplus.be
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
29
Software Quality is (y)our business
3 Quality Control and Management 3 Software Quality Assessment 3 Structured Software Testing
[email protected] www.pstestware.com
CXO net A5.XP ()
17-01-2006
15:21
You need a flexible & independent partner!
Page 1
Gratis proefrit met een full-option e-mail marketing tool U hoeft ons niet te geloven wanneer we zeggen dat onze e-mail marketing tool de beste op de markt is. Dat test u gewoon zelf. • Tijdbesparend, dankzij 8 gebruiksklare templates voor professionele e-mails. Voeg uw logo, kleuren of foto’s toe en geef ze uw eigen ‘look&feel’. • Eenvoudig beheer en koppeling van uw eigen e-maillijsten. Verwijderen en toevoegen van contacten is zo gebeurd. • Meetbaar resultaat via gedetailleerde on line rapportering. Zo weet u perfect wat respons genereert en wat niet. • Kostenefficiënt : u betaalt slechts een klein bedrag per verstuurde e-mail. Geen licentiebijdrage, geen maandelijkse gebruikskosten, geen verplichtingen.
Wat anderen erover zeggen: "De emailgarage.com tool bespaart ons heel wat tijd, die we aan andere belangrijke marketingkwesties kunnen besteden" A. Bordaen, direct marketing coördinator Buro Market
Enkele Emailgarage.com klanten:
Doe de test vandaag nog en verstuur 1000 e-mails gratis! Voor meer info: bel Kenny Van Beeck rechtstreeks op 02 / 658 29 50 of e-mail naar
[email protected].
* aanbod geldig voor nieuwe gebruikers tot een maand na activatie
30
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
verstuur & u n t !* Tes ils gratis a m e 0 100 / age.com r a g il a www.em strit te
ICT & Networks Stijn Dom
SIS-programma leidraad doorheen implementatie ICT-platform
“ICT speelt in op wat de business verlangt” Eén van de sprekers op de 9de academische zitting van Inno.com was Firmin Pieck, Directeur ICT bij KBC. Tijdens zijn presentatie heeft hij het vooral gehad over de opstart van de nieuwe back office en de rol die Inno.com daarin heeft gespeeld. De inbreng van Inno. com was vooral essentieel op het gebied van strategie en visie. Laat dat nu net twee van de vier pijlers van CxO Magazine zijn!
biedt: product management, operationele processen en schade-afhandeling.
Polen Firmin Pieck, Directeur ICT bij KBC: “Vooral het beheersen van flexibiliteit is van primordiaal belang”.
KBC is in 2002 gestart met het SIS-programma (Synergy in Insurance Systems). Het gaat om een internet based, flexibel platform dat een architecturale omkadering biedt voor de businessprocessen. De voornaamste reden voor het SIS-programma was de monolithische en weinig flexibele aard van het vorige systeem. Tijdens de voorstudie zijn er duidelijke guidelines opgesteld en is er een framework met gemeenschappelijke modules uitgewerkt. In het kader van het SIS-programma heeft KBC een back-office ontwikkeld voor dochteronderneming Fidea en KBC Verzekeringen. Het project had als doelstelling een gecentraliseerde back-office op poten te zetten voor schadeverzekeringen. De nieuwe back-office voor schadeverzekeringen moet tegen half 2009 operationeel zijn voor het eerste product. Stap voor stap zullen eind 2009 de overige producten in het systeem worden geïntegreerd. De veranderingen in de business-processen vergen veel aandacht. KBC wil het geheel immers goed beheersbaar houden. Er is sprake van drie grote blokken waaraan het ICT-platform ondersteuning
“ICT en flexibiliteit zijn tools om beter en sneller aan de verwachtingen van de business te kunnen voldoen”, vertelt Firmin Pieck, die het project bij KBC leidt . “Vooral het beheersen van flexibiliteit is van primordiaal belang. En uiteraard hebben we rekening gehouden met de kostprijs van het hele project. De implementatie had een vrij hoge kostprijs, terwijl de beheerskosten na de implementatie relatief laag liggen”. In Polen is KBC eigenaar van de bank Warta. Warta had nood aan een vernieuwd ICT-platform. Tegelijkertijd rijpte bij de IT-verantwoordelijken van KBC het plan om het SIS-programma uit te werken. De logische stap was dus om de twee te combineren: een nieuw ICT-platform voor Warta plus een volledig vernieuwde backoffice. België was als eerste aan de beurt, maar het nieuwe platform kan ook in andere landen geïmplementeerd worden. De focus van beide projecten ligt op flexibiliteit. Bovendien wou men bij KBC een harmonisering van de processen binnen de hele groep bewerkstelligen. Concreet komt dit neer op bedrijfsbeheer, premieberekening en een programma voor commissieberekeningen. Het staat buiten kijf dat de rol en de visie van Inno.com essentieel zijn geweest binnen het project. “De enterprise-architectuur van Inno.com is voor ons cruciaal, vooral wat het strategische luik betreft. We hebben duidelijk voor een revolutionaire aanpak gekozen. Het is zaak om de gulden middenweg te vinden in hoe ver
we kunnen gaan. ICT moet immers flexibel blijven en inspelen op wat de business verlangt”.
Compromissen sluiten “We hebben duidelijke keuzes moeten maken naar de toekomst toe. En dat is niet altijd even gemakkelijk. Je moet ook bereid zijn om compromissen te sluiten op het gebied van beheersbaarheid. Een pijnpunt is het feit dat er vier à vijf maanden nodig zijn om een nieuw product in productie te krijgen”.
“ICT en flexibiliteit zijn tools om beter en sneller aan de verwachtingen van de business te kunnen voldoen”.
Het project dat KBC voor ogen had, moest aan een aantal criteria voldoen. Omdat KBC een internationale speler is en in verschillende landen kantoren heeft, moeten die op verschillende manieren ondersteund en begeleid worden. Het ICTplatform moet stabiel kunnen werken, beheersbaar zijn en de medewerkers in staat stellen om op korte tijd een antwoord aan de klant te geven ingeval van een schadeclaim. In totaal is er sprake van zo’n 200 producten, zowel bij KBC als bij Warta. Verschillende producttypes moeten binnen hetzelfde systeem beheerd worden. Bovendien omhelst het project verschillende munten, talen, lokale merken in bepaalde landen en de euro-conversie die er voor een aantal Oost-Europese landen waar KBC actief is, zit aan te komen.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
31
Logistics & Manufacturing Karel De Decker
Monthly Headlines
Logistics & Manufacturing Manpower Logistics Academy stevig in de rails
The House of Marketing opende bijhuis in Shangai
HR-dienstverlener Manpower ging op de terreinen van Havelange in Brussel van start met een logistiek opleidingscentrum voor bestuurders van interne transportmiddelen. Dat gebeurt in samenwerking met trainingsexpert @thetys (Brussel) en heftruckverdeler Havelange Forklifts (Vilvoorde). ‘Met dit initiatief willen we pro-actief werk maken van een grotere instroom van gekwalificeerd personeel voor de logistieke knelpuntberoepen. Bedoeling is ons aanbod af te stemmen op maat van de logistieke sector,’ zegt Philippe Lacroix CEO van Manpower Belgium N.V. Na een gratis opleiding worden de cursisten nagenoeg allemaal binnen een maximumtermijn van enkele weken op de arbeidsmarkt georiënteerd. Volgens een Manpower-rondvraag zouden bij 778 Belgische werkgevers geattesteerde chauffeurs en bestuurders van interne transportmiddelen op de derde plaats in de Top Tien van de meest gezochte profielen staan. De opleidingen worden zowel in het Nederlans als in het Frans verstrekt en alle cursisten leggen na afloop een examen af. Jaarlijks worden op die manier een 300-tal arbeidskrachten opgeleid. Manpower wil zijn kandidaten bovendien meer bijbrengen dan alleen maar de vereiste technische vaardigheden. Het bedrijf wil ook de passie voor logistiek met de kandidaten delen. De logistiek is een aantrekkelijke sector die ruime toekomstkansen biedt. De cursisten moeten de microbe te pakken krijgen en daarom wordt groot belang gehecht aan communicatie. Manpower telt intussen 60 Logistics-consultants verspreid over het volledige nationale kantorennetwerk. Ook zij volgen praktijklessen in de Manpower Logistics Academy. www.manpower.be
The House of Marketing is het eerste Belgische Marketing Expertise en Excellence Center met hoofdzetel in Mechelen. Het biedt de klanten strategisch marketingadvies, marketingprojectmanagement en interim management in marketing. De voorbije tien jaar heeft The House een stevige reputatie uitgebouwd in België, Nederland en Frankrijk. Nu werd de stap gezet met de intrede in de Chinese markt, in Shangai. Een heel avontuur. ‘We zijn er ons van bewust dat het Chinese bedrijfsleven fundamenteel anders is dan onze Europese manier van werken. Daarom is onze intrede in Shangai onderdeel van een vijfjarenplan. Wij willen ons in die periode
DHL opent Mega Food Centre in Tisselt (Willebroek)
Marc De Reu, managing partner, The House of Marketing: ‘We zijn er ons van bewust dat het Chinese bedrijfsleven fundamenteel anders is.
32
positioneren als het Marketing Expertise en Excellence Center in de regio,’ aldus Marc De Reu, managing partner. ‘Onze eerste werkbezoeken aan China maakten al snel duidelijk dat Shangai the place-to-be is. Het is het economisch zwaartepunt van dit land en bovendien ideaal gelegen om ook de rest van China van onze services te voorzien,’ aldus De Reu. In een latere fase wil The House of Marketing nog vestigingen openen in Chengdu en de Pearl River Delta. De vestiging in Shangai wordt geleid door Keaton Liu (35). Hij werkte voor verschillende internationale reclamebureaus en met voornamelijk multinationals als klant. De keuze om lokale medewerkers aan te werven is gebaseerd op het belang dat The House of Marketing hecht aan netwerking en aan de kennis van de lokale marktisituatie en cultuur. www.thom.eu
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Logistieke dienstverlener DHL Exel Supply Chain opende recent in Tisselt het Mega Food Centrer. DHL concentreert in het nieuwe logistieke centrum een belangrijk deel van haar activiteiten voor de levensmiddelenindustrie in België. Door verschillende klanten onder te brengen op één locatie, worden de logistieke kosten aanzienlijk teruggebracht, terwijl de kwaliteit en de flexibiliteit van de dienstverlening als gevolg van de schaalvoordelen toenemen. DHL opteert voor de zogeheten campusfilosofie. In Opglabbeek is er een campus voor de Healthcaresector en in Bornem is er een campus waar verschillende Fashion-klanten terecht kunnen. De besparing bedraagt gemiddeld 20 tot 25% van de logistieke kosten. Het Mega Food Centre heeft een oppervlakte van 32.000 m² en biedt 160 mensen een voltijdse job.
Logistics & Manufacturing Karel De Decker
Bedrijfsleven heeft waterweg ontdekt
Goederentransport via waterweg zit in de lift Waterwegen en Zeekanaal N.V. (W&Z) is een fusie van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen met een gedeelte van de Administratie Waterwegen en Zeewezen dat grotendeels overeenkomt met de afdelingen Bovenschelde en Zeeschelde van deze Administratie.
Ir.Leo Clinckers is gedelegeerd bestuurder van Waterwegen en Zeekanaal N.V.
Concreet betekent dit dat de in Vlaanderen gelegen waterwegen alsook de ernaast gelegen gronden onder het beheer vallen van deze nieuwe organisatie. Waterwegen en Zeekanaal N.V. stimuleert het multifunctioneel gebruik van de waterweg. Alleen de waterwegen beheerd door een havenautoriteit behoren niet tot haar bevoegdheid. Ir.Leo Clinckers is gedelegeerd bestuurder van Waterwegen en Zeekanaal N.V. en is de geschikte informatieloods in deze materie.
Publiek-private samenwerking De Vlaamse overheid en de Vlaamse waterwegbeheerders hebben de laatste jaren extra aandacht besteed aan de binnenvaart als transportmodus. De veelvuldige en gerichte investeringen in watergebonden projecten getuigen hiervan. Belangrijk kernpunt en instrument van dit aspect van het mobiliteitsdomein is de regeling ‘Publiek-Private Samenwerking’ (PPS). Die komt er eenvoudig samenge-
vat op neer dat de overheid nieuwe watergebonden activiteiten mogelijk maakt en actief stimuleert door tegen bepaalde voorwaarden 80% van de kosten verbonden aan de bouw van kaai-infrastructuur te dragen. De privésector financiert de overige 20%. Recent werd de PPS-regeling opnieuw verlengd tot 2010. ‘Daardoor kunnen we voor de komende jaren een verdere sterke toename van de goederenscheepvaart op onze waterwegen voorspellen’, aldus onze gids. De totnogtoe 108 goedgekeurde projecten waarvan 73 gelegen zijn in het ambtsgebied van W&Z, zullen in 2008 goed zijn voor 685.000 vracthwagenritten per jaar minder op het Vlaamse wegennet.
Meerwaarde door internationalisering In een tijdperk waarin het internationale karakter van de handel toeneemt, zoekt ook W&Z naar mogelijkheden om de grenzen van haar werkterrein te verruimen. Daarbij gaat het streven uit naar een duurzame samenwerking met partners die zich een gelijkwaardig doel hebben gesteld, en voor beide een meerwaarde oplevert. Twee van dergelijke partners zijn de havens van Györ-Gönyü en Baja in Hongarije. Die havens bevinden zich in de economische invloedssfeer van niet minder dan vijf belangrijke centra in evenveel landen: Boedapest, Bratislava, Ljubljana en Zagreb. Het is één van de meest ontwikkelde regio’s in Hongarije. De bedoeling van de afgesloten over-
eenkomst is om bij voorkeur via een regelmatige dienst, een milieuvriendelijk en economisch aantrekkelijke goederenstroom tussen de Vlaamse en Hongaarse partners tot stand te brengen.
Bedrijfsleven heeft waterweg ontdekt Het goederentransport via de waterweg zit in de lift. Een positieve tendens die onder meer te danken is aan de investeringen in de bouw van infrastructuur en de realisatie van watergebonden overslagcentra. In opdracht van de Vlaamse regering commercialiseert W&Z de gronden langs een deel van de Vlaamse waterwegen. De ruime belangstelling van het bedrijfsleven voor de daarmee samenhangende watergebonden terreinen en inplantingen en voor bestaande of nieuwe kaai-infrastructuren is opvallend. Dit alles blijkt niet zonder resultaat want de goederentrafiek steeg op de waterwegen van W&Z globaal met 3,26¨%, namelijk van 32 naar 33 miljoen ton.
Tip Bedrijfsleiders en logistieke verantwoordelijken van alle firma’s die gebruik willen maken van de waterwegen, kunnen hun ervaringen uitwisselen en desgewenst samen projecten ontwikkelen binnen de vereniging Waterwegen en Zeekanaal. Die vereniging heet voortaan ‘vereniging zonder winstoogmerk Waterwegen en Zeekanaal’. Onze lezers kunnen hiervoor terecht op de website: www.verenigingwenz.be
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
33
Logistics & Manufacturing Bart Vannieuwenhuyse – Expert Multimodaal Vervoer Liesbet De Munck – Expert
Verhogen van de vervoersefficiëntie zonder nadelige neveneffecten
Supertrucks: een troef voor logistiek Vlaanderen? De laatste jaren komen supertrucks of lange en zware vrachtwagens (LZV’s) steeds meer onder de aandacht. Een LZV staat doorgaans voor een vrachtwagencombinatie met een max. lengte van 25,25 m en een max. gewicht van 60 ton. De meningen over deze supertrucks zijn sterk verdeeld. Diverse EU-lidstaten experimenteren ermee. Wat doet België?
In het debat rond supertrucks overheersen vaak slogans en clichés. Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) wou dit thema objectief bestuderen. Temeer omdat steeds meer industriële actoren de optie supertruck ernstig overwegen. Individuele spelers kunnen evenwel niet zomaar met LZV’s experimenteren. Daar is een gepast regelgevend kader voor nodig. België heeft hier vooralsnog geen werk van gemaakt. In een stand-van-zakenstudie werd de supertruck in een breder logistiek kader geplaatst en werd nagegaan welke bedrijfs-economische opportuniteiten deze truck heeft, zonder de andere dimensies, zoals infrastructuur, milieu en veiligheid uit het oog te verliezen. Zo kan het VIL een eenduidig en rationeel standpunt
LZV niet in concurrentie brengen met alternatieve transportmodi
34
innemen in het politiek-maatschappelijk debat dat de komende maanden en jaren ongetwijfeld zal gevoerd worden.
Starten met beperkte praktijkproef Het VIL pleit voor de piste van een beperkte praktijkproef voor België. De federale minister van mobiliteit dient hiervoor de toelating te geven. In deze proef wordt een klein aantal LZV’s over een beperkt aantal trajecten toegelaten. Dit geeft ons land de mogelijkheid om de inzetbaarheid van supertrucks op het eigen wegennetwerk te testen. Bovendien kan aan de hand van metingen informatie rond emissies en kilometerbesparingen bekomen worden, waardoor de milieu- en
Veelgebruikte varianten van de LZV (VIL-Series 2007.003)
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
mobiliteitseffecten beter kunnen worden ingeschat. Een extra pluspunt is dat het grote publiek geleidelijk kan wennen aan de grotere vrachtwagens. Uit studies, simulaties en praktijkervaringen uit binnen- en buitenland blijken de LZV’s kostenefficiëntere en milieuvriendelijkere transportoplossingen te bieden dan de reguliere vrachtwagencombinaties. Bovendien neemt de LZV in verhouding minder ruimte in, wat positief is voor de congestiebeheersing. Ook de verkeersveiligheid lijkt geen belemmering te zijn. De overheid moet evenwel nauwgezet geschikte routes uittekenen waarlangs supertrucks mogen rijden. Het kan geenszins de bedoeling zijn om trafiek van de alternatieve modi, binnenvaart en spoor, af te leiden of om een supertruck in te zetten voor stadsdistributie. Een reverse modal shift is uit den boze en kan door een doelgerichte selectie van LZV-routes vermeden worden.
Een multimodale transportpolitiek Vlaanderen heeft er alle belang bij dat haar multimodale netwerk optimaal wordt benut. Dit netwerk vormt immers de hoeksteen van de Extended Gateway® Vlaanderen. Dit wervend project voor logistiek Vlaanderen mobiliseert niet alleen alle logistieke actoren, maar vraagt bovenal een doeltreffende inzet van ruimte en (multimodale) infrastructuur. Er worden zowel in de gateways, als in het achterland, logistieke clusters ontwikkeld. Het streven naar een bundeling van stromen leidt tot meer kansen voor binnenvaart en spoor, maar laat óók toe wegvervoer efficiënter te organiseren in grotere ‘laadeenheden’. De LZV biedt hier het gepaste antwoord.
Logistics & Manufacturing Jan De Kimpe
Uitdagingen om schaalvoordelen ook in logistiek te realiseren
Supply chain integratie na fusie en overnames Ondernemingen zoeken hun groei te versnellen en zo schaalvoordelen te realiseren door overnames of fusies. Als grote spelers kleine overnemen speelt meestal de macht van de sterkste. Echter, het samengaan van belangrijke spelers vraagt om een veel voorzichtiger aanpak om succesvol te zijn of te blijven. Immers, een overname baat niet als er na verloop van tijd niets meer overblijft van de overgenomen omzet. En van zulke zaken bulkt de management-literatuur. Belangrijk element om succes te boeken blijkt de integratie van de logistieke keten. Ervaring leert dat besparingen tot 10 à 20 % op de logistieke kosten (die in de industrie gemiddeld rond de 8 % liggen, met uitersten tussen 2% en 30%) via een herinrichting van het productie en logistiek netwerk vrij snel te realiseren zijn. En deze kosten slaan op warehousing, inbound en outbound transport en logistieke administratie. Bij integratie en netwerk oefeningen leert ervaring van een praktijkcase dat de productiekosten snel van 25 tot 18% van de omzet kunnen dalen door gespecialiseerde fabrieken op te zetten, de fabrieken intern te benchmarken en de goedkoopste over te houden. Ook het generiek houden van producten en die dan pas in de markt van bestemming marktspecifiek te maken. Uiteraard spelen hier de schaalvoordelen van een overname of fusie volop, zeker als de technologie om de producten te maken “uitwisselbaar” is.
In Europa blijkt het grootste schaalvoordeel te vinden te zijn in optimalisatie van het productienetwerk
Fusies en overnames hebben voornamelijk tot doel de ingekochte meer-omzet te verzilveren en extra commerciële slagkracht te realiseren via integratie van product catalogi en commercieel netwerk. Uitdagingen zoals afstemmen van ICT-systemen, organisatie-structuren, cultuur en processen helpen de verwachte schaalvoordelen te realiseren. Echter, een groot deel van de opbrengst is te vinden in de integratie van de logistieke keten, zowel in productie als in distributie.
de klanten en het gebruik van platformen van transporteurs. Maar bij fusies speelt ook de zendingsgrootte en rol, zodat ook in transport redelijk wat besparingen kunnen gevonden worden, tot 5% op deze kostenpost alleen al. In een andere case konden we op pakketzendingen zelfs 30% beparen, door kleine en lichte producten voor dezelfde klanten na overname in één verzenddoos te combineren. Echter, in het hele verhaal hoort de klant centraal te staan: wat zijn zijn service vereisten, meestal uitgedrukt in doorlooptijd tussen plaatsen en ontvangen van een order. Pas als deze vervuld zijn kan de optimalisatie beginnen spelen. Als dan ook nog de producten voor verschillende markten gemeenschappelijk zijn (de SKU commonality), kan men beginnen rekenen aan de effectieve kostenoptimalisatie. En in de distributie zitten deze zoals gezegd in optimalisatie van de voorraadniveau’s, reductie van de opslag en magazijnbehandelingskosten en in transport.
De grote uitdaging blijkt het vinden van betrouwbare data om de baseline te bepalen Om de kostenbeparingen in het logistiek netwerk goed te becijferen komt het er op aan de huidige business van de overnemer en de overname gecummuleerd in kaart te brengen. Ondanks de aanwezigheid van uitgebreide ERP-functionaliteit, blijkt het steeds weer een uitdaging om betrouwbare transactionele volumes per locatie, klanten en leveranciers te koppelen aan correcte kostprijzen. Maar eens beide kosten baselines correct ingeschat kunnen de schaalvoordelen van de overname op zowel productie als distributielogistiek volledig ingeschat worden, en aktieplannen voor realisatie opgezet. Dergelijke oefening vraag meestal een 6 tot 9 maanden doorlooptijd, waarbij tot 70% van de tijd in gegevensverzameling, opbouw van de database en validatie van de data komt te zitten. Maar het resultaat is meestal wel de moeite van dergelijke oefening waard.
Bij diezelfde praktijkcase blijken de distributiekosten een vermindering van 17 naar 14% van de omzet mogelijk te maken. Besparingen hier zitten vooral in de reductie van het aantal distributiecentra, het realiseren van directe zendingen naar
Na overnames blijkt het afstemmen van het logistieke netwerk dikwijls gigantische kostenbeparingen te geven.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
35
Legal & Finance Jan Callant
Thema: Credit management – deel 1 – zie ook p. 42
Belgische bedrijven incasseren zware verliezen Gruwel even mee: Jaarlijks schrijven Belgische bedrijven 2,4% van hun omzet af als verlies. In Europa ligt het gemiddelde op amper 1,8%. De twee belangrijkste oorzaken van dit alles zijn de laksheid bij de bedrijven om openstaande vorderingen te innen en op te volgen enerzijds en het slechte voorbeeld van de Belgische overheid anderzijds.
Onlangs publiceerde Intrum Justitia zijn European Payment Index, een halfjaarlijks onderzoek dat de betalingsrisico’s van een aantal Europese landen vergelijkt. Daarin was te lezen dat jaarlijks 7,25 miljard Euro wordt uitgeschreven uit de
Belgische overheid slecht voorbeeld voor binnenlandse bedrijven inzake inning openstaande vorderingen. boeken. Een gigantisch bedrag, om niet te spreken van een wraakroepend bedrag. Voor een deel ligt de verklaring bij een betere economische toestand. In een dergelijke periode nemen bedrijven het immers niet zo nauw met de openstaande saldi. Laksheid zou je het kunnen noemen, dat aanleiding geeft tot een foutieve instelling die zware gevolgen kan hebben als de economie het plots minder goed gaat doen.
Risk index 2007 – voorjaar 2007.
36
Guy Colpaert, Manager van Intrim Justitia gaat nog iets verder: “Bedrijven zouden moeten verplicht worden stil te staan bij dit hoge verliespercentage. Ze moeten bewust gemaakt worden van het feit dat ze heel wat extra omzet moeten draaien om zelfs een klein verlies te compenseren.” En eigenlijk moeten we nog verder gaan. De cijfers in het onderzoek van Intrum Justitia slaan enkel op de vorderingen die door de bedrijven als dusdanig worden gerapporteerd. Mocht men ook in rekening kunnen nemen hoeveel geld uit onbetaalde of slechts gedeeltelijk betaalde vorderingen ergens anders wordt geparkeerd in de boekhouding, dan zou dit percentage aan onbetaalde facturen nog veel hoger liggen. Dat de overheid het slechte voorbeeld geeft, is weinig lovenswaardig. Daar zouden immers de middelen en de mensen moeten aanwezig zijn om een streng maar rechtvaardig debiteurenbeheer te voeren.
Risk Index Naast de resultaten inzake de afgeschreven klantenvorderingen, publiceerde Intrum Justitia ook nog een risk index. Dit cijfer geeft aan hoe groot het betalingsrisico is. België haalt een score van 154 en eindigt daarmee zestiende. Met deze index zijn dringende maatregelen om het betalingsrisico te verminderen sterk aangewezen. Ook al is er een lichte verbetering merkbaar (in 2004 stond de Belgische risicoindex nog op 162), toch blijft de situatie gevaarlijk. Guy Colpaert:
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
“Algemeen stellen we dus een positieve ontwikkeling vast, maar we moeten ons hoeden voor euforie. De economische groei maskeert immers de feitelijke betalingsproblematiek die cyclisch achter loopt op de economische groei. Voorzichtigheid is dus geboden. Het consequent slechte betaalgedrag van de overheid is in België bepalend voor het hogere risicoprofiel, vermits de consumenten en de bedrijven het qua betaaltermijnen beter doen dan het Europese gemiddelde.”
Maatregelen Wondermiddelen om dit alles te verbeteren zijn er natuurlijk niet. Het is een werk van lange adem dat zal moeten zorgen voor een gestage afname van het risico. Toch zijn een aantal zaken zeker mee te nemen, voor alle bedrijven. In eerste instantie moet er een grotere bewustwording zijn van wat het afschrijven van vorderingen kost. Van bij het begin van het commerciële contact met de klant, dienen goede en kordate afspraken te worden gemaakt. Hoeveel contracten worden immers niet afgesloten zonder duidelijk vermelde betalingstermijnen en sancties? In tweede instantie ligt er een belangrijke taak bij de overheid. Het onaanvaardbare betaalgedrag wordt vooral veroorzaakt door een slechte en onregelmatige inning van overheidsgelden. Bedrijven doen hun best, maar wat de overheid laten vallen, kan niemand recupereren. In derde instantie is de credit manager binnen een onderneming de kop van jut. Veel te vaak wordt gebruik gemaakt van de zachte middelen, zoals de telefoon. Naast het feit dat hierbij elke wettelijke grond (voor een eventuele rechtszaak achteraf) ontbreekt, blijkt dit een veel gebruikte inningsmethode. Ook daar zitten we dus fout. Tenslotte moet er een andere bewustwording komen bij bedrijfsleiders en inningspersoneel. Gespecialiseerde hulp brengt vaak meer op dan eens te meer met de fluwelen hand naar de klant trekken... www.intrum.be
³ ,EARN HOW TO MANAGE AND MODEL YOUR
CREDIT RISK
´
Are you looking for answers to your specific Basel II modelling problems? Are you eager to learn how to monitor and validate your credit risk models? Do you want to understand the difference between regulatory and economic capital? Prof Dr Bart Baesens, Professor in Finance
$ISCOVER OUR PROGRAMME ³#REDIT RISK MODELLING "ASEL ))´ 3EPTEMBER 'HENT #AMPUS
)N CLOSE COLLABORATION WITH
#HECK OUT THE COMPLETE PROGRAMME ON WWWVLERICKBE
the Autonomous Management School of Ghent University and Katholieke Universiteit Leuven
Basel II (175 x123,5).indd 1
02-07-2007 16:33:00
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
37
Legal & Finance Jan Callant
Monthly Headlines Finance
Winst ten koste van klant en banen De paarse regering had nog maar net haar laatste adem uitgeblazen of de prijzenoorlog werd al ingezet. Electrabel kondigde meteen een ferme prijsstijging van 20% aan voor aardgas en gemiddeld 5% voor elektriciteit. Bedrijven en particulieren worden de dupe. Toch lijkt ons het prijzenspel eerder een gevolg van prijsmanagement dan van noodzaak.
zijn dan de winst uit de meerprijs van de verhoging. Goed beleid dus, al kan niet iedereen zich dat veroorloven. Daarenboven is deze manier eerlijker dan de verdoken en bijna achterbakse manier waarop TMVW zijn prijzen heeft aangepast. Die deden dat zonder verwittigen en misschien iets minder drastisch. Maar het stilzwijgen daaromtrent getuigt van al even weinig respect voor de klant. Maar daar is er geen concurrentie.
verloren gaan, zullen niet zonder slag of stoot uit het straatbeeld verdwijnen. Daarenboven staan er ook sociale verkiezingen voor de deur. En net nu de belangrijke beslissingen moesten worden genomen, is er geen regering meer. Albert mocht niet tekenen van Verhofstadt en dat zullen we in de komende maanden geweten hebben. Als bedrijfsleider zal u voorzichtig moeten handelen. U weze gewaarschuwd.
Gevaarlijke sociale onrust
Europese onmacht
Wat ons meer zorgen moet baren is de sociale onrust die her en der de kop opsteekt. Er gaat geen week meer voorbij of er ligt wel ergens een bedrijf plat. De oorzaak ligt al te vaak bij de onzekerheid die de werknemers treft. We hebben het hier al eerder aangehaald dat een goede communicatie, veel leed kan vermijden. Maar als maar meer moeten we vaststellen dat bedrijfsleiders minder en minder communicatief worden. Het teveel aan managers zorgt immers voor verdeelde meningen, want iedereen denkt het voor het zeggen te hebben. En die verdeeldheid aan meningen zorgt voor onrust. Dat staat buiten kijf. En niets is zo gevaarlijk als een groep ongeruste werknemers. Hou Carrefour in de gaten in de komende maanden. De 900 arbeidsplaatsen in de 16 winkels die
Terwijl de Europese commissie wanhopig aan het zoeken is naar een grondwet, valt de unie steeds verder uit elkaar. Van eenheid is er helemaal geen sprake meer. Veel bedrijven hebben zich de laatste tijd uitgesloofd om hun aangiftes voor de 8e directieve klaar te hebben. Maar u zou beter eens de berekening maken hoeveel u uiteindelijk kan recuperen. Belachelijk weinig. Er bestaat geen enkele regelgeving die voor alle landen gelijk is; om niet te zeggen dat alle landen andere maatstaven hanteren. Duizend maal Europa zal daar niets aan veranderen. Fiscaliteit is de achillespees van het financiële leven. Het is een heilig huisje dat niemand wil begrepen zien. Het gaat om de inkomsten van de staat en daar mag eigenlijk niemand zijn neus in steken. Ook de financiële administraties van andere lidstaten niet, vandaar dat het syteem van de 8e directieves minder en minder resultaat biedt. Als Europa één wordt moeten vooral bedrijven daar voordeel kunnen uithalen. Het wegwerken van de fiscale belemmeringen moet daarbij een eerste stap zijn. En eens de financiële markt is opengegaan; komt voor de bedrijven een dubbele uitdaging. Enerzijds standhouden in de ineens veel grotere wereld met veel meer concurrentie maar met ook veel meer mogelijkheden. Het wordt ongetwijfeld een enorm moeilijke keuze waar u met z’n allen voorstaat. Maar eerst zal u zich nog een tijd lang moeten inzetten om de laatste obstakels uit de weg te ruimen.
Wachten op het goede moment. Dat Electrabel amper vijf dagen na de doodsteek voor paars een prijsverhoging aankondigt, kan niemand verwonderen. Met een regering van lopende zaken is er een vacuüm waarin nauwelijks politieke stappen kunnen gezet worden. Het enige wat je het bedrijf kan verwijten is dat ze gewacht hebben om hun slag te slaan tot dit moment. Dat ze iets moesten doen was duidelijk. De aardgasprijs was gestegen maar de niet in te schatten concurrentie na het vrijmaken van de energiemarkt, was belangrijker gebleken. Daarom waren prijsstijgingen uitgebleven. De angst om teveel klanten te verliezen was groter dan de angst om financieel verlies te lijden. De marges waren immers groot genoeg om dat op te vangen. Nu de marges te nipt worden, is het spel van de klanten niet meer zo belangrijk. De winst op de klanten die weggaan zal kleiner
Electrabel heeft jaren zijn prijzen behouden uit schrik voor klantenverlies. Die tijd is nu voorbij...
38
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Legal & Finance Solange Tastenoye
Gezondheid van de werknemers blijft belangrijk
Is roken op de werkvloer nog toegestaan? Welke zijn de belangrijkste wettelijke regels terzake? Het belangrijkste principe is dat vanaf 1 januari 2006 elke werknemer het recht heeft te beschikken over werkruimtes welke voorzien zijn van sociale voorzieningen, vrij van tabaksrook. Dit houdt in dat elke werkgever voortaan verplicht is om een rookverbod op te leggen in deze werkruimten en sociale voorzieningen. Het begrip “werkruimten” wordt in de wet omschreven als : “elke werkplaats (gesloten of in open ruimte, binnen of buiten de onderneming), vergaderzalen, bedrijfswagens enz.…” Stel je als kapper een wagen ter beschikking van een medewerker om een klant thuis te gaan opzoeken, dan mag er door deze werknemer in deze bedrijfswagen niet gerookt worden. Deze wagen wordt namelijk aanzien als een “werkruimte” zodat er niet mag in gerookt worden. Laten we hier ook opmerken, dat ruimtes waar niet effectief door de werknemer arbeid wordt verricht onder toepassing van deze wetgeving vallen. Zo mag er bijvoorbeeld ook niet gerookt worden op trappen, een inkomhal, gangen enz.… Met “sociale ruimtes” bedoelt men toiletten, kleedkamers, douches enz.…
Het Koninklijk Besluit van 19 januari 2005 betreffende de bescherming van de werknemers tegen tabaksrook, stelt paal en perk aan de sigarettenrook op de werkvloer. Er worden door dit KB wettelijke bepalingen opgelegd in verband met het tabaksgebruik binnen de zaak. Wat betekent dit voor uw bedrijf?
De werkgever moet er alles aan doen om zijn werknemers te beschermen tegen tabaksrook.
Mogen werknemers buiten de bedrijfslokalen roken? Werknemers welke bij privé-personen werken moeten zich eveneens houden aan het rookbeleid dat hun bedrijf voert. Dit houdt dus concreet in dat indien een werknemer binnen het bedrijf niet mag roken en ook niet in open lucht, dan zal hij ook bij deze privé-personen niet mogen roken. Als werkgever doet u er uiteraard goed aan dit rookbeleid op te nemen in het arbeidsreglement.
Sancties bij niet-uitvoering van de wettelijke regels
Mogen binnenkomende klanten of leveranciers roken? Als werkgever moet je al het nodige doen opdat je werknemers geen last hebben van tabaksrook. Zo zullen klanten of leveranciers die de werkvloer betreden eigenlijk wel mogen roken, (de werkgever kan hen dit niet verbieden) maar de werknemers van het bedrijf in kwestie mogen absoluut geen hinder ondervinden van de tabaksrook. De werkgever zal er dus moeten voor zorgen dat deze mensen respect opbrengen voor de bestaande rookvrije plaatsen binnen de zaak. Volgens artikel 6 van bovenstaand Koninklijk Besluit moet de werkgever er daarom voor zorgen dat hij alle nodige maatregelen treft opdat derden die de zaak betreden geïnformeerd worden over het rookbeleid dat er binnen zijn bedrijf wordt gevoerd.
worden binnen de onderneming. Roken blijft wel mogelijk, maar dan in een speciaal daartoe in het leven geroepen “rooklokaal”. Dit is een lokaal waar niet gewerkt wordt en dat voldoende verlucht kan worden. De werkgever is verplicht er een ventilatiesysteem te voorzien; het openzetten van een raam is dus niet voldoende om het lokaal te verluchten. Er mag in dit rooklokaal geen enkele andere activiteit worden uitgeoefend. Laten we hier echter wel opmerken dat u als werkgever niet verplicht bent om een rooklokaal te voorzien. Het inrichten van een rooklokaal binnen de onderneming wordt aanzien als een afwijking van de wettelijke bepalingen en moet wel gebeuren in overleg met het personeel.
Roken in bedrijfswagens? Bedrijfswagens worden aanzien als een “werkruimte”. Vermits de werkgever gezag heeft over deze werkruimtes en deze wagens zijn eigendom zijn, mag er niet gerookt worden in deze voertuigen (zelfs niet indien de werknemer alleen in het voertuig zit).
De werknemer kan een klacht indienen binnen zijn bedrijf. Indien het bedrijf hier niet op ingaat dan kan de werknemer een klacht indienen bij de federale overheidsdienst “Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW). Het bedrijf in kwestie kan dan vervolgd worden. Er kunnen zelfs boetes opgelegd worden van 50 tot 1.000 €. Ook gevangenisstraffen kunnen opgelegd worden van 8 dagen tot 1 jaar.
Het “rooklokaal” Dit beleid betekent niet dat er volgens deze wet helemaal niet meer mag gerookt
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
39
Legal & Finance Dirk Huygens – Buntinx Berckmans Advocaten – www.bba.be
Vanaf 1 september 2007
Nieuwe regels inzake openbaar overnamebod De Europese Richtlijn 2004/25 betreffende het openbaar overnamebod diende voor einde mei 2007 te zijn geïmplementeerd. Dit is nu gebeurd, met publicatie van de nieuwe wetgeving in het Belgisch Staatsblad op 23 mei 2007. De wet van 1 april 2007 en het KB van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen (OBA), dat het zgn. ‘de BenedettiKB’ van 1989 vervangt, zorgen voor belangrijke wijzigingen in de regelgeving omtrent het vrijwillig maar zeker ook het verplicht openbaar bod.
Verplicht overnamebod – grens van 30% Van zodra een persoon, ten gevolge van een eigen verwerving of een verwerving door in onderling overleg met hem handelende personen, rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 30% van de effecten met stemrecht houdt in een vennootschap met statutaire zetel in België die noteert op een gereglementeerde markt, Alternext, of de Vrije Markt van Euronext Brussel, moet hij een verplicht overnamebod uitbrengen (artikel 49-50 KB). Hetzelfde geldt voor een persoon die
De Europese Richtlijn 2004/25 betreffende het openbaar overnamebod diende voor einde mei 2007 te zijn geïmplementeerd.
40
op die manier controle verwerft (artikel 51 KB). Het KB maakt uitzondering voor een aantal verwervingen van effecten die geen aanleiding geven tot een verplicht bod (artikel 52 KB). Bijvoorbeeld: u in het kader van een vrijwillig overnamebod u bij een verwerving tussen verbonden ondernemingen u indien er een andere grotere aandeelhouder (meer dan 30%) aanwezig is, of indien een andere controle heeft over de vennootschap u in het kader van een fusie, beslist door de meerderheid waar de 30% aandeelhouder geen deel van uitmaakt u in het kader van een inschrijving op een kapitaalverhoging met voorkeurrecht voor de aandeelhouders, beslist door de algemene vergadering of een inschrijving op een kapitaalverhoging van een vennootschap in moeilijkheden (artikel 633 Wetboek Vennootschappen) u een schenking, of een verwerving ingevolge overlijden of huwelijkscontract of ontbinding van het huwelijk u een tijdelijke overschrijding van de 30% drempel met maximaal 2%, op voorwaarde dat de aandelen boven de drempel binnen de 12 maanden worden overgedragen, en de stem-
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
rechten verbonden aan deze aandelen ondertussen niet worden uitgeoefend. Het KB voorziet ook in een overgangsregime waarbij bestaande (30% of controlerende) aandeelhouders zich kunnen melden en op die manier, onder voorwaarden, niet tot een verplicht bod gehouden zijn.
Een ‘correcte’ prijs De prijs van het verplicht bod moest minstens gelijk zijn aan het hoogste van de twee volgende bedragen (artikel 53 KB): u de hoogste prijs, die over een periode van 12 maanden vóór de aankondiging van het bod werd betaald voor de betrokken effecten door de bieder of een in onderling overleg handelende persoon u het gewogen gemiddelde over de dertig laatste kalenderdagen vóór het ontstaan van de biedplicht. De CBFA kan in bepaalde omstandigheden een wijziging van de prijs toestaan of vereisen.
Termijn van 2 werkdagen – prospectus De persoon die 30%, of controle verwerft moet binnen de 2 bankwerkdagen (vroeger 5) de CBFA hiervan in kennis stellen. Hij is dan verplicht een bod uit te brengen op alle effecten met stemrecht (of die toegang geven tot stemrecht), en moet dit aankondigen binnen de drie werkdagen na het ontstaan van de biedplicht. De aanvaardingsperiode van het bod start uiterlijk 40 dagen (vroeger 30) na het ontstaan van de biedplicht. De procedure loopt verder grotendeels gelijk met deze van het vrijwillig overnamebod. Het prospectus, dat een beschrijving bevat van het aanbod, moet voorafgaand door de CBFA worden goedgekeurd en vervolgens worden gepubliceerd. Een schema van dergelijk prospectus werd als bijlage bij het KB gevoegd.
Zakelijk België loopt jaarlijks 7,25 miljard euro mis aan ongeïnde vorderingen.* Hoeveel laat u dit jaar liggen? [ Intrum Justitia adviseert ondernemingen over debiteurenbeheer en verhoogt hun winstgevendheid en liquiditeit. Wanneer praten we er met u over ? ] * Resultaten van het halfjaarlijks onderzoek European Payment Index, uitgevoerd door Intrum Justitia in februari 2007 in 22 landen, waaronder België.
Trage betalers brengen bedrijven snel in liquiditeitsproblemen en KMO’s zijn het meest kwetsbaar voor cashflowtekorten. Slechts 47% van de facturen is op 30 dagen na vervaldatum voldaan. De overige 53% wordt pas later en mits veel moeite geïnd. Gemiddeld 2,4% van het uitstaande saldo wordt daarenboven als verlies afgeschreven.* Hoeveel schade lijden ondernemingen door wanbetalers ? Hoeveel tijd, geld en energie steekt u in de follow-up ervan ? Neem vandaag nog contact op, dan weet u wat het u oplevert als wij uw debiteurenbeheer verzorgen of overnemen.Bel +32 9 218 90 94, kijk op www.intrum.be of mail naar
[email protected].
PROFESSIONEEL DEBITEURENBEHEER
Varia Testlab
4 sites tested: zie ook p. 36
Credit Management
For this issue of Testlab we had a look at companies that offer credit management services. The websites of the following companies were visited and commented upon: Intrum Justitia, Atradius, Crion, D&B. Tests were performed on a global user acceptance level and primarily focused on appeal, userfriendliness and – of course – presence of defects. Both IE7 and Mozilla Firefox 2.0.03. were used as browser.
played in a list box at the top right corner. Then a new browser is opened and you are connected to a different website. The site scores high grades on the performance side. Web pages are all correctly displayed in just a wink of an eye. We can conclude by saying that Intrum Justitia has a professional and well-designed website that holds a mine of information.
Atradius (www.atradius.com) Intrum Justitia (www.intrum.com) The homepage of Intrum has a sober and practical look. When connecting, you get an English version of the website but you can easily switch to the Swedish version through a hypertext link. When selecting an item in the main menu bar at the top, a vertical sub menu appears on the left side. After choosing an item in the sub menu, the detailed information appears in the center of the web page. The layout is nice and the use of – especially black and white – pictures makes the website pleasant to read. Some video clips increase this aspect, but unfortunately Firefox does not support them (e.g. Michael Wolf’s presentation). On the right side, the visitor can always reach Current Quote / News and Press Releases / Latest Reports and some documents can also been downloaded.
Some added options always appear on the right side: contact, sitemap and subscribe. A better option would be to place them at the end of the main menu bar instead of creating a new group elsewhere on the page. Visitors can obtain a sitemap to guide them through the website within a detailed and structured plan showing all the menus and sub menu items in order to more quickly find what they are looking for. A simple search option is available but it appears impossible to get an advanced search. On almost every page of this website, you can get a printable version and you can also choose to increase the font size of the text displayed in the center. The site makes it possible to choose the website of a specific country. You just have to select one of the 24 countries dis-
Intrum Justitia
42
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Atradius
The site of Atradius has a sober layout including texts and pictures only in black, white and red colours. On the global homepage, the visitor can access information about the worldwide company using the menu bar on the top right. If he wants to get more specific information for a country, he can also navigate to different sites after choosing the country. But first, he has to select a continent at the bottom of the page. It is nice to see that all country websites are consistent with and have the same design as the global page. Some countries do appear in the mentioned list but do not have a link to another site. In that case, the visitor just gets general information and contacts for the selected country. When the visitor selects an item on the homepage menu, a sub menu appears below and also on the left side. It is not necessary to have the same function twi-
ce as the visitor is inclined to only work with the menu on the left. After selecting an item of the sub menu, the detailed information appears in the middle of the page but the font size is too small. Atradius customers have favoured access to confidential information after entering a userid and password. On this website we see it as an added value that practical information is displayed throughout the pages as for instance the helpdesk contact data. The website offers a multitude of information, which makes a (lacking!) sitemap so indispensable. As the website is rich of information, it is also a big mishap to not have a search function available on the site. The response times are more than adequate, so there is no performance issue worth to be mentioned. Overall, we can say that Atradius has a clean and professional website which is very pleasant to read. The lack of sitemap and search function takes the score somewhat down, though.
Crion (www.crion.com) The design of the Crion website is soft and rather standard. On the left side, a typical menu appears (Our Services, News, Faq, About us, Contact). When choosing an item, sub menu items are displayed below when appropriate and the corresponding information appears in the middle of the page. In the right frame, only pictures appear to illustrate the topic selected. Crion services are described very briefly. Concerning the News, 3 of the 4 items of the sub menu show us a blank page (“newsletter incredible”, “in the press” and “Events”), which could have been avoided. Visitors will enjoy finding FAQs
Crion
concerning credit insurance and credit management. When navigating to the “Contact” in the menu, it should be possible to subscribe to the Crion news report by clicking on a hypertext link. This action however, gives the message “No content available”. Moreover, when a visitor enters and validates an information request, a Dutch message appears for confirmation. A sitemap is available so that the visitor can easily see the content of the website and find the information quickly at the right place. The visitor can also use a search function. He just has to enter the text or a part of the text required in the edit box on the top right. However, when the search results are displayed, the introduction message is always displayed in Dutch even when the language is French or English. On this website, different tools are available: a tool that evaluates through several questions asked to the visitor the kind of service he needs and a tool of risk meter. The visitor also has a link to an external website to get information about credit management (www.ExportExpert.be). As a conclusion, we can say that Crion has a correct website, practical and very easy to use but some pages have to be completed in order to really impress us.
Dun & Bradstreet (www.dnb.com) The Dun & Bradstreet website gives us a rather cluttered homepage that is very rich on information and the visitor can connect to the different country-specific sites. The main web page contains several frames. On the left frame, you have a customer identification to access to the con-
fidential database. On the right frame, the visitor can get reports about worldwide companies using a search function. The navigator just has to give some criteria like company name, country name or state but he can also use an advanced search by entering a part of the address of a company, a phone number or a D.U.N.S number. On the bottom frame, a detailed menu appears using hypertext links. But another kind of menu appears as a bar menu at the top of the page. This one seems useless. It is not obvious to know which of the two menus would be the best one to use. Besides, you often have two different ways to get the same information: Alliances, About D&B, Small business for example. It is not worth it cluttering the page needlessly in order to just have (the same) content. Using this website, a visitor can order different kinds of business credit reports but this does not go without the mandatory registration process. Considering all the data displayed on D&B’s website, a sitemap would have been warmly welcomed in order to get a global view on the site’s content. The website gets a powerful search function that gives results within a web browser presentation. You can even sort the results by date or by relevance. This functionality we also would like to see on the country-specific websites. We do not have any negative comments performance-wise. While navigating, all web pages displayed correctly and in a timely fashion (read: very quickly!) even when a lot of information needs to be displayed. We conclude that D&B has a powerful website but it would lighten up our day if a sitemap could be included.
Dun & Bradstreet
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
43
Newsletter JCI Pascal Vanden Bossche Voorzitter JCI Vlaanderen
JCI, de tijd van realisatie gaat weer over in planning Woordje van de voorzitter
Peter Drucker zei het al: in de toekomst zal je alle werknemers moeten behandelen als vrijwilligers. Gezien de volatiliteit van de arbeidsmarkt en het oneindige aantal mogelijkheden zal iedereen steeds weer kunnen kiezen. Laat mij dan ook even stilstaan bij mijn jaar als voorzitter van een vrijwilligersorganisatie met +1.200 leden. Wat mij het meeste is bijgebleven is de manier van leidinggeven. Met zo’n grote groep mensen kan je onmogelijk iedereen zeer gedetailleerde instructies geven. En zelfs als je dat al doet, kan je ze onmogelijk allemaal opvolgen. Waar het dus op aankomt is lang en gezamenlijk werken aan een visie. Een visie die zo motiverend is dat je mensen zelf aan het werk gaan. Wat ik dit jaar zeker niet heb gedaan is iedereen lijstjes meegeven. Neen de grootste realisaties kwamen er doordat mensen gebeten werden door de visie en hier zelf een project in uitwerkten. Dat waren de gemotiveerden. De minder gemotiveerden (andere prioriteiten) kwamen vast te zitten. Als er dit jaar events waren waarmee JCI in de pers kwam, of waardoor we +500 mensen samen brachten om het ondernemerschap in Vlaanderen te ondersteunen, dan komt dat doordat gemotiveerde jonge mensen in dezelfde richting keken en een schitterende toekomst zagen waaraan zij zelf wouden bouwen. Dat zijn de jonge ondernemende mensen waaraan Vlaanderen zo’n nood heeft willen we vooruit gaan!
Pascal Vanden Bossche Voorzitter JCI Vlaanderen
Secretariaat JCI Vlaanderen E. Bockstaellaan 193 – 1020 Brussel Tel. 02 428 36 61 – Fax 02 425 48 90
[email protected]
44
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Panta Rhei, alles verandert, dat was toch de uitspraak van een beroemde Griekse filosoof. Binnen JCI is die eeuwige verandering gevat in onze manier van werken. Elk jaar nemen andere mensen verantwoordelijkheid op. Elk jaar worden in mei-juni nieuwe besturen verkozen. Elk jaar opnieuw krijgen wij een vernieuwingscyclus. De tijd van de realisaties is grotendeels voorbij, de tijd van het plannen is weer aangebroken. Zeer gemotiveerde jonge, ondernemende mensen staan weer klaar om hun stempel te drukken op onze gemeenschap. Want stempels drukken doen wij wel degelijk als JCI. En door de jaarlijkse vernieuwing zijn wij dan ook heel goed in creatieve, grootse projecten die dicht bij de noden van de maatschappij staan. Een paar wel gekende projecten, waarvan de meesten zijn vergeten dat dit ooit door JCI werd uitgedacht: – Bedrijvencentra – Glascontainers – Hasselt Beach, Genk Swingt – Mini-ondernemingen, nu Vlaamse Jonge Ondernemingen – ... Wil jij ook een schitterend idee realiseren, maar zoek je nog naar gelijkgezinden om dit te doen? Aarzel dan niet, wij staan open voor iedereen en alle ideeën, het enige dat we vragen is dat je gemotiveerd bent!!! Kijk op onze website www.jcivlaanderen. be of stuur een mailtje naar
[email protected] om zelf het eerste contact zelf leggen.
Varia Erwin De Weerdt
Uitdaging of nachtmerrie?
Zakendoen met Duitsland Duitsland is voor België (en Nederland) nog altijd de belangrijkste handelspartner. Om na te gaan in welke mate bv. Duitsland een potentiële exportmarkt is, organiseerde VOKA-Kamer van Koophandel Limburg, in samenwerking met Flanders Investment & Trade, onlangs in Hasselt een “nadenkdag” rond het thema “Internationaal ondernemen”. Tijdens een geanimeerde workshop in de voormiddag getuigden starters, ervaren exportmanagers, toeleveranciers aan grootdistributie en ondernemers met een eigen vestiging in Duitsland over hun praktijkervaring. ’s Namiddags ging het panelgesprek over communicatie en promotie bij internationaal zakendoen. Wij noteerden volgende opmerkelijke uitspraken: globalisering is een opportuniteit maar opent de weg voor meer concurrentie, talenkennis is onontbeerlijk, opletten met deelname aan vakbeurzen en hou rekening met het spanningsveld dat kan ontstaan tussen producent en distributie. Internationale handel vergt een goede voorbereiding want, laat het gezegd zijn, er komt heel wat bij kijken: marketing, sales, administratie, logistiek… Alle panelleden waren het over eens dat, vertrekkende van een idee en van een buitenlandse markt, enkele doordachte bezoeken aan een gekozen land of streek een absolute must zijn in aanvulling op een ernstige marktstudie. Als u beslist de grens over te steken dan doet u er best aan eerst uit te zoeken of er wel degelijk een markt is voor uw product of dienst, welke de belangrijkste stakeholders zijn terzake, en wat er aan concurrentie rondloopt. Ondernemingen en bedrijfsleiders in Duitsland stellen de gezellige, Bourgondische manier van zakendoen met Belgische zakenlui ten zeerste op prijs. Ons imago is er zondermeer positief. Zij weten dat de Belgische normen normaliter kwaliteit garanderen en zij kunnen zich vinden in onze prijsniveaus. Uit de gesprekken blijkt tevens dat Duitsland, dat traditioneel sterk staat inzake ma-
Snelle veranderingen in onze samenleving, de toenemende trend naar globalisering en de breeduitslaande IT-revolutie brengen buitenlandse markten soms verlokkelijk dichtbij. Waarom zou u als manager van een KMO ook uw producten en diensten niet aan potentiële klanten in het buitenland aanbieden? Een overtuigende website met veel foto’s en de juiste informatie zijn allicht een eerste stap richting nieuwe contacten en partnerships.
chinebouw, erg geïnteresseerd is in het outsourcen van de modernisering van haar machineparken waarvan vele, bij gebrek aan kapitaal nog niet vernieuwd zijn. Zo biedt het Ruhrgebied een gigantisch potentieel voor ondernemende Belgen in die specialiteit. Indien u de Duitse markt wil aanboren doet u er goed aan even stil te staan bij de manier waarop u die markt wil veroveren. Indien u een beroep doet op een lokale agent dan moet u weten dat zelfstandige vertegenwoordigers in Duitsland een beschermd statuut hebben. Agenten werken meestal voor meerdere opdrachtgevers en dat niet alleen om te vermijden dat de fiscus hen als schijnzelfstandige zou catalogeren. Andere problemen kunnen rijzen met het betalen van voorschotten en commissies bv. voor contracten die wel afgesloten maar nog niet betaald zijn. Niet gemakkelijk om uw gram te halen voor een handelsrechtbank. Keiharde afspraken en waterdichte contracten dus. Vraag uzelf ook af in hoeverre uw bedrijf klaar is om uw exportideeën uit te voeren. Misschien is het beter extra eigen personeel aan te trekken of medewerkers bij of om te vormen en misschien is dit het moment om de structuur van uw bedrijf aan het nieuwe marktgegeven aan te passen. Naast een grondig inzicht in het eigen kennen en kunnen, helpen een gezonde portie vertrouwen en een beetje nieuwsgierigheid naar hoe het er in andere lan-
den toegaat u allicht een aantal dingen juist in te schatten en spijtige vergissingen te voorkomen. Samengevat: voor Belgisch ondernemingen is en blijft samenwerken met Duitsland in het kader van de globalisering een interessante en belangrijke referentie. VOKA-Kamer van Koophandel (www. kvlimburg.voka.be), Flanders Invest & Trade (www.flandersinvestandtrade.be) en Europa (http://europa.eu. int/youreurope) zijn ernstige aanspreekpunten.
Duitsland staat traditioneel sterk inzake machinebouw.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
45
Varia Stijn Dom
Vlaamse overheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling dalen
“Ongelijkheid vormt de basis voor vooruitgang” De Vlaamse overheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) dalen voor het eerst in jaren. Dit zowel in absolute als relatieve cijfers. Dat blijkt uit cijfers van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI). Hiermee lijkt de Lissabon-doelstelling – 3% van het BBP besteden aan O&O – verder weg dan ooit.
De pubieke overheidsbestedingen O&O voor Vlaanderen dalen dit jaar van 0,73 % naar 0,69 % van het Bruto Binnenlands Product. In absolute cijfers betekent dat een daling van de overheidsuitgaven van ruim 25 miljoen euro. “De 3%-norm is goed als kapstok, maar 3% van het bnp aan onderzoek besteden op zich stelt te weinig voor om echt van een kenniseconomie te kunnen spreken”, aldus Rudy Aernoudt in Review, het gloednieuwe tijdschrift van het departement waarvan hij secretaris-generaal is. “Dit is een input-element. Laten we niet alleen denken in termen van bedragen, maar eerder in termen van hoe het geld zal besteed worden. Ik vind het belangrijker om de efficiëntie van de innovatie-uitgaven te verhogen. Eén ding moeten we ons daarbij goed afvragen: tot waar gaat de inmenging van de overheid? Waarin moet onze regio zich bijvoorbeeld specialiseren?” “Het is niet zo moeilijk om allerlei sexy rapporten te produceren die vertellen hoe creatief en innovatief Vlaanderen is als regio. We moeten echter kijken naar de ‘facts and figures’ die er écht toe doen en internationaal aanvaard zijn – in dit
Evolutie van het % O&O/BBP-Vlaanderen
46
geval de O&O-intensiteit – en die vertellen ons een ander verhaal: Vlaanderen is helemaal geen topregio. Integendeel, onze O&O-bestedingen vertonen zelfs een negatieve groei. Als we het tij willen keren is het daarom belangrijk dat we deze resultaten als uitgangspunt nemen om het toekomstige wetenschap- en innovatiebeleid uit te stippelen.”
“We moeten eens beseffen dat we geen omelet kunnen bakken zonder een ei te breken”, aldus Rudy Aernoudt.
Creatieve destructie Het EWI wijst eveneens op de noodzaak van een actualisering van het Innovatiepact dat onder andere moet leiden tot een betere synergie tussen federaal en regionaal niveau. “Willen wij vooralsnog de 1% doelstelling voor de overheidsuitgaven bereiken, dat hebben wij 200 miljoen euro opstap nodig per jaar in plaats de voorziene 60 miljoen in het innovatiepact”, stelt Aernoudt. “Een van de vaders van de innovatie, Schumpeter, sprak over creatieve destructie. Dit houdt verband met de economische turbulentie en de hervorming van het economische weefsel: iets nieuws leidt tot afbraak. Een van de grote problemen van België is dat er niet genoeg afbraak is omdat er te veel in stand gehouden wordt door subsidies en reglementen. De Scandinavische bevolking slaagt daar beter in en koppelt dit aan een sociale welvaartsstaat. Ik pleit helemaal niet voor de afbraak van de sociale welvaartsstaat, wel voor een grotere mobiliteit tussen de private, publieke en non-profitsector. En dit is vooral een mentaliteitskwestie. We moeten eens beseffen dat we geen omelet kunnen bakken zonder een ei te breken.”
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
Individuele creativiteit aanwakkeren Het probleem van Vlaanderen is de kuddementaliteit. “Na-apen leidt niet tot innovatie. We moeten veel meer de individuele creativiteit aanwakkeren, door een succescultuur te cultiveren en een faalcultuur te tolereren. Dan zijn we al een goed eind op weg. Een tegenstroom leidt tot nieuwe ideeën. Wie nu zijn hoofd boven het maaiveld van grassprieten uitsteekt, wordt neergesabeld. Een afgestudeerde kan te gemakkelijk een risicoloze job vinden met een goed salaris. Velen stappen dus in het systeem, en apen na. mogen niet vergeten dat niet de gelijkheid, maar net de ongelijkheid de basis van de vooruitgang vormt.” In België heb je een grote schuld en toenemende vergrijzing. “Het draagvlak van actieven wordt te klein, denk maar aan het pensioenstelsel. De actieven moeten een grotere toegevoegde waarde creëren. Je hoeft geen econoom te zijn om dit te begrijpen. Dus heb je innovatie nodig, en zo krijgje een voorsprong.” http://www.ewi-vlaanderen.be/
Varia Erwin De Weerdt
Beheer vloot bedrijfswagens geen job voor watjes
Fleetmanager moet vele partijen te vriend houden Het toeval wil dat wij in de aanloop naar deze tweede bijdrage over leasing van bedrijfswagens, door Gert Potoms, Voorzitter van de International Facility Management Association uitgenodigd werden naar een uiteenzetting over Car Fleet Management in de gloednieuwe ”Brand Store” van BMW Brussels aan de Waterloolaan.
Een eerste globale vaststelling: professionals, verenigd in Renta, de Belgische Beroepsvereniging van Voertuigen Verhuurders (www.renta.be), spreken van Car Fleet Management wanneer het gaat over een vloot van enkele honderden voertuigen. Tweede vaststelling: in bedrijven met dergelijke fleets bekleedt de Car Fleet Manager (CFM) meestal een staffunctie, die omwille van de gevoeligheden, de verantwoordelijkheden en de budgetten, zeer dicht aanleunt bij topmanagement.
rationele leasing, voor outsourcing, contracting of DIY, opteren voor één of meerdere toeleveranciers, onderhandelen over kortingen bij bestellingen of in functie van grootorders, op basisuitrusting of op extra’s. CFM’s moeten uitmaken wat soort, en hoeveel utilitaire wagens nodig zijn, rekeninghoudend én met budgetbeperkingen, vereisten van de business én met de tevredenheid van de werknemer. Tussendoor verwacht men dat hij ook nog de regels vastlegt voor het gebruik van bedrijfswagens.
Complex gegeven
Waaier operationele aspecten
Voor Etienne Verhelst, Business Services & Fleet Director Belgacom Group is vlootbeheer een complex gebeuren. CFM’s moeten naast de commerciële belangen van het bedrijf, de gevoerde HR-politiek, wettelijke voorschriften, veiligheidsaspecten, vereisten voor milieu en Corporate Social Resposibility (CSR) ook rekening houden met het imago en de naam van het bedrijf, de interne klantentevredenheid en zoeken naar efficiënte, milieuvriendelijke mobiliteitsoplossingen.
Fleet management houdt in dat de CFM een lastenboek opstelt voor de verschillende soorten utilitaire voertuigen, dat hij prijzen onderhandelt en toeleveranciers kiest, dat hij kennis maakt met prototypes, voertuigen bestelt en aanlevert, vrijgekomen voertuigen opvangt en eventueel een nieuwe bestemming geeft. Maar ook dat hij ongevallen en verkeersboetes opvolgt, facturen nakijkt, herstellingen opvolgt, statistieken opstelt, analyseert en van commentaar voorziet, en dat hij goede relaties onderhoudt met toeleveranciers en zijn interne klanten.
Breedhoekverantwoordelijkheden Er dringen zich aan elke CFM dus best een aantal essentiële beslissingen op. Zo moet hij bv., in ruggespraak met HR, bepalen of er met standaardauto’s gereden wordt dan wel of mensen hun company car vrij mogen kiezen. Hij moet gaan voor kopen of leasen, voor financiële of ope-
48
Geïntegreerd Fleet Managementsysteem Alle professionals rond de tafel waren het eens met de stelling dat het pas vanaf enkele honderden voertuigen verantwoord is te investeren in een geïntegreerd, veelzijdig en gesofistikeerd IT-wagenpark-be-
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
heerssysteem. Dergelijk, duidelijk niet goedkoop systeem, moet in staat zijn een massa gegevens te verwerken en te kruisen: voertuigmodellen, opties, karakteristieken, prijs, gegevens over werknemers en hun rechten en budgetvork, de toewijzing van voertuigen, leasingcontracten, kilometerstanden, brandstofverbruik, werkopdrachten, quotaprojecties, offertes en bestellingen, enz. Mogelijk oog gegevens uit HR, voertuigendatabank of brandstoflogboek. Zo’n systeem moet toelaten strategische informatie te distilleren uit al die informatie.
Legio uitdagingen Een CFM moet met een vast budget een managementproces beheersen met erg veel variabelen waarover hij überhaupt geen directe controle heeft: personeelsverloop, HR die zijn politiek wijzigt, voertuigmodellen en prijsveranderingen, intrestvoeten, brandstofprijzen, nieuwe taksen, nieuwe wetgeving, leveringsdata, service door toeleveranciers (brandstof, banden, herstellingen, pechverhelping, verzekeringen…). Een CFM moet dus vele partijen te vriend houden, zowel binnen als buiten de onderneming. Binnen de onderneming zal hij zich vooral moeten verstaan met de (financiële) topdirectie en met HR voor het uitstippelen van een faire “company car policy”. Ook al moet hij aan werknemers nadien soms onpopulaire beslissingen uitleggen. Werknemers beseffen trouwens niet altijd dat er achter de zichtbare kosten, bv. de maandelijkse huurprijs (56%) vaak heel wat onzichtbare uitgaven schuilen zoals niet-aftrekbare BTW (5%), niet-aftrekbare fiscale kosten (5%), CO² taks (10%) en brandstof (24%). CFM’s kunnen bijdragen tot het leefmilieu door voorrang te geven aan voertuigen met een laag brandstofgebruik en lage CO² uitstoot, door aan te zetten tot efficiënter rijgedrag en, waarom niet, auto’s in te zetten op de geschikte plaats en in functie van het aantal te rijden kilometers en van de ECO-score. Zo leverde de vervanging van 1.300 bestelwagens door
een ander model een besparing op van 250.000 liter diesel per jaar.
Aanbevelingen Etienne Verhelst had nog wat stof tot nadenken voor CFM’s in petto: 1. Procesautomatisering is de sleutel tot efficiënt Fleet Management. 2. Informatie leidt tot kennis die toelaat de juiste beslissingen te nemen. 3. Klantentevredenheid meten laat u toe zaken snel bij te sturen. 4. Concurrentie houdt uw toeleveranciers wakker. 5. Liever contracten afsluiten dan “outsourcen”. 6. Een omgeving met vele “stakeholders” is een bron voor conflicten. 7. Ethisch gedrag is belangrijk. Respecteer uw CFM-politiek en honoreer uw afspraken met toeleveranciers
Autoleasing in België An Sprimont, Sales manager, KBC Autolease bood de deelnemers aan het sym-
posium een marktoverzicht en trends van Fleet Management in België. Voor een goed begrip herhalen wij hier vooreerst nogmaals dat de huurprijs bij operationele leasing is samengesteld uit een deel a) kapitaal waarbij rekening wordt gehouden met het geïnvesteerde bedrag en de restwaarde aan het einde van het contract (gemiddeld tussen 35 en 45% van de cataloguswaarde; b) een management fee in functie van de te waarborgen diensten; c) onderhoud en banden; d) verzekeringen; e) taksen; f) pechverhelping; g) vervangwagen en h) brandstof. Uit de gepresenteerde cijfers blijkt dat op een totaal van 4,9 miljoen ruim 660.000 voertuigen op naam staan van een bedrijf en dat 250.000 daarvan het voorwerp uitmaken van een huurcontract op lange termijn. De gemiddelde duur van de meeste huurcontracten ligt tussen 37 en 48 maanden. Andere vaststelling: in 2004 had elke huurauto één ongeval/jaar, in 2006 nog slechts 0,6 ongeval/jaar, maar het aantal verkeersboetes is opgelopen tot 1,6 per auto (nvdr: merkwaardig hoe die cijfers parallel lopen met de resultaten van de verkeerspolitie).
Tendenzen Men kan er niet omheen, de bedrijfswagen als aantrekkelijk onderdeel van het salaris wint nog altijd aan belang. Waarom? Formateur Reynders is van alle Belgen wellicht het best geplaatst om op deze vraag te antwoorden. Dan is er een nieuwe wetgeving die vanaf 1 april 2008 voorziet in een fiscale aftrekbaarheid in functie van de CO² uitstoot voor auto’s “off-balance”, een maatregel die al sinds 1 april 2007 van toepassing is op wagens “on-balance”. Een derde vaststelling betreft de nooit eindigende zoektocht naar verbeteringen die momenteel bestaat uit een pendelbeweging tussen eigen beheer en beheer door derden, en tussen internationale en lokale leasecontracten. Verder is er de specialisatie in “aankoop” en “facility management” terwijl ook de vraag naar advies en vergelijkende studies overhand toeneemt. Tenslotte komt er druk staan op het gegeven “vrijheid en motivatie van de chauffeur” omwille van een toenemende vraag naar kostenbesparingen ondermeer via een aangepast rijgedrag.
De top-tien der merken Merk Volkswagen Renault Audi BMW Opel Peugeot Mercedes Ford Citroën Volvo
Marktaandeel in % in 2005
Marktaandeel in % in 2006
14,23 14,68 11,20 11,80 07,36 09,23 06,73 00,73 05,15 03,60
14,91 14,04 11,96 11,56 10,10 09,26 06,92 05,02 04,24 03,82
Een bedrijfswagen als aantrekkelijk onderdeel van het salaris wint nog altijd aan belang.
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
49
CxO Magazine is een drietalige uitgave van CxO Europe bvba en ver schijnt 6 maal per jaar met een oplage van 20.000 exemplaren. Het tijdschrift kan bekomen worden via een lidmaatschap aan 105,00 euro excl. BTW, inbegrepen een jaarabonnement op het magazine en het elektronisch archief en 15% korting op CxO Conferenties. Het lidmaatschap voor Europa bedraagt 135,00 euro en 150,00 euro buiten Europa.
Redactie | Rédaction Jan Callant, Paul De Bruyne, Karel De Decker, Jan De Kimpe, Erwin De Weerdt, Stijn Dom, Guido Fonteyn, Frans Godden, Marc Honnay, Bruno Koninckx, Dominik Malfait, Jean-Luc Manise, Steve Mertens, Marleen Miechielsen, Paul Muys, Frans Uyttebroeck, Alex Van Breedam, Ad Van Poppel, Michel Visart
CxO Magazine est une édition trilingue de CxO Europe sprl qui paraît 6 fois par an avec un tirage à 20.000 exemplaires. On peut se procurer le magazine par une adhésion à 105,00 euros hors TVA qui comprend un abonnement annuel sur le magazine et l’archive électronique et 15% de rabat aux conférences de CxO. l’Adhesion pour l’Europe est à 135,00 euros et hors Europe à 150,00 euros.
CxO Testlab In samenwerking met | en collaboration avec ps_testware
Jan Callant Hoofdredacteur | Rédacteur en chef
Fotografie | Photographie Patrick Van Hoof Vertalingen | Traductions Marc Honnay Lay-out | Mise en page dotplus – Merelbeke
Dirk Vermant Uitgever – Directeur | Editeur – Directeur
Verantwoordelijke uitgever | Editeur responsable Dirk Vermant Wielstraat 12, B-2880 Bornem | e-mail:
[email protected]
Sylvie Scherrens Sales Manager Gerda Van Keer Marketing Officer
Niets uit deze uitgave mag verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De publicitaire aankondigingen vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de uitgever. Ondertekende artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteur(s). Feitengegevens in de ‘monthly headlines’ vallen onder de verantwoordelijkheid van de inzender. Cette édition ne peut pas être reproduite et/ou publiée sans l’autorisation écrite de l’éditeur. Les annonces publicitaires ne relèvent pas de la responsabilité de l’éditeur. Les articles signés relèvent de la responsabilité de l’/des auteur(s). Les faits communiqués dans les ‘monthly headlines’ relèvent de la responsabilité de l’envoyeur. © CxO Europe bvba.
Dirk Vackier Business Relations Manager Irmin Persy Secretariaat | Secrétariat Raad der Wijzen | Conseil des Sages Fotogalerij van de leden: pagina 6 Galerie de photos des membres: page 6 Uitgeverij | Redactie | Administratie | Regie Maison d’éditions | Rédaction | Administration | Régie CxO Europe bvba | Wielstraat 12, B-2880 Bornem Tel.: +32 (0)3 889 52 59 | Fax: +32 (0)3 899 03 78 e-mail:
[email protected] | internet: www.cxonet.be
Uitgeversbedrijf CxO Europe is lid van de Unie van de Periodieke Pers/La Maison d’editions CxO Europe est membre de l’Union de la Presse Périodique
Lijst vermelde organisaties en bedrijven in deze editie van CxO Magazine 4C Consulting Agoria Alcopa Alfacam Alpha-Max Atradius Bank Warta Barco Barilla BCD Travel Be-Health Belgacom Group Bluetooth BMW Brussels Brandhome BT Counterpane Carrefour CBFA CIOnet Crion Crown Communications Deloitte DHL DigiPoint Dun & Bradstreet
50
37 24 28 51 insert 2, 42 31 7 20 1 16 48 21 48 22 12 38 40 28 43 22 20 32 17 43
easyFairs Econocom Electrabel ESPO EWI Exqi Fed+ Fedict Fidea FOD Forrester Research Google Graydon Havelange Forklifts Hilti HP Ikea Inno.com InSites Consulting Internat. Facility Managment Ass. Intrum Justitia IPREX J&B JCI
CxO Magazine | June – July 2007 | www.cxonet.be
47 23 38 8 46 21 29 16, 29 31 29 24 24 12 32 19 26 21 31 12
KBC KBC Autolease KBC Verzekeringen Kruispuntbank London Business School Luon Manpower Marketing Sherpa Medtronic Merak Microsoft Digital Adv. Serv. Minimum Mobistar Nashuatec NUV GPT Océ Openhere Procter & Gamble PS-Testware PwC 48 Q-Service 36, 41, 42 Reno Productions 22 Renta 21 Ricoh 44 Second Life
31 49 31 16 19 30 12, 32 20 19 13 20 21 21 26 22 26 20 19, 28 30 9 22 29 48 27 14
Securex Research Center Sharp Shell SNCB SPF Finances Starcom Nederland StepStone Tesco The House of Marketing TMVW Touring Toyota Uniweb UZ-Gent Vacature VIL Vlerick VOKA VW Jetta Walsh Public Relations Waterwegen en Zeekanaal Xerox
12 27 19 24 24 22 12 19 32 38 25 19 44 16 12 34 37 45 52 22 33 27