Jaargang 14 Nummer 3 Oktober 2015
Zorghotel De Bron: een omgeving die mensen stimuleert om uit bed te komen, actief te zijn en de zelfredzaamheid te herwinnen. (Beeld: Van Aken Architecten)
De Zorggroep realiseert zorghotel bij Laurentius Ziekenhuis
Is de toekomst aan de zorgrobot? Pag 2
De Bron: bijzonder normaal zorghotel Pag 8
Stakeholders betrokken bij visieontwikkeling Pag 10
Transmuraal Palliatief Team adviseert collega’s Pag 11
Theepaviljoen in park Camillus Pag 15
Door Peter Hamerslag
Herstellen in een helende omgeving Pal naast het Laurentius-ziekenhuis in Roermond bouwt De Zorggroep Zorghotel De Bron. Het gebouw, dat gerealiseerd wordt in nauwe samenwerking met het ziekenhuis, wordt najaar van 2016 opgeleverd. De eerste gasten, voornamelijk maar niet uitsluitend revalidatiecliënten, kunnen begin 2017 aan de balie inchecken. De bouw, waarmee een investering is gemoeid van bijna negen miljoen euro, wordt gerealiseerd door Bouwmaatschappij Janssen uit Venray. Voor het ontwerp van gebouw en inrichting tekende Van Aken Architecten uit Eindhoven. In De Bron wordt cliënten een verblijfsomgeving geboden waar ze op een aangename en comfortabele manier kunnen herstellen van bijvoorbeeld een mild herseninfarct, een chirurgische ingreep of een gebroken arm of been. ‘We ontwikkelen een healing environment’, vertelt Trees Hogema, als voormalig Regiodirecteur van De Zorggroep van meet af aan bij het project betrokken. ‘Een ziekenhuis- of verpleegafdeling is geen activerende omgeving, en daarom minder geschikt voor mensen die op weg zijn hun normale leven weer op te pakken. De Bron biedt een omgeving die in elk opzicht mensen stimuleert om uit bed te komen, actief te
zijn en daarmee hun zelfredzaamheid te herwinnen. Het exterieur, het interieur, de inrichting – alles draagt hieraan bij.’ Ligduurvermindering In totaal krijgt De Bron zestig kamers, die zes van de acht verdiepingen van de hoogbouw in beslag zullen nemen. Veertig kamers zijn bestemd voor geriatrische revalidatiecliënten van De Zorggroep; in feite gaat het hier om vervangende huisvesting van de afdeling geriatrische revalidatie van verpleeghuis Camillus. Tien kamers worden bezet door patiënten van de afdeling klinische revalidatie van het Laurentius Ziekenhuis. De resterende
tien kamers zijn bedoeld om groei op te vangen, ofwel vanuit het ziekenhuis, ofwel vanuit De Zorggroep. Dat die groei er komt, is volgens René Botermans, directeur Sector Somatiek en geriatrische revalidatiezorg van De Zorggroep, zo goed als zeker. ‘Al was het maar omdat ziekenhuizen omwille van kostenbeheersing streven naar ligduurvermindering. De Bron zal ook plaats bieden aan patiënten die niet noodzakelijkerwijs meer in het ziekenhuis hoeven te verblijven, maar die ook nog niet naar huis kunnen.’ De laagbouw gaat plaats bieden aan het Centrum voor Beweging, Revalidatie en Sport (CBRS) van De Zorggroep. Behandelaars van beide instellingen zullen hier nauw samenwerken met het oog op een samenhangend aanbod van revalidatietherapie, revalidatietherapie voor jongere doelgroepen, bewegingstherapie en sportgeneeskunde. Lees door op pagina 8
Is de toekomst aan de zorgrobot?
Door Peter Hamerslag
Alice wil gezellig kletsen Nederland doet goed mee in de ontwikkeling en proefmatige toepassing van robotica in de langdurige zorg. Professionals, mantelzorgers en cliënten moeten er rekening mee houden dat zorgrobots gaan worden ingezet ter ondersteuning van het zorgproces of als onderdeel daarvan. De ontwikkeling gaat zo snel, dat Peter Jonker, hoogleraar Vision Based Robotics aan de Technische Universiteit Delft, er onlangs voor pleitte om robottechnologie nu al in de lespakketen van zorgopleidingen op te nemen. Want over vijf jaar, zo stelt hij, zijn ze er. De vraag is natuurlijk wát er over vijf jaar is, en waarvoor. Mogen zorgprofessionals reikhalzend naar extra handjes uitzien? En hoe gedragen cliënten zich ten overstaan van een zorgrobot?
Robotica is in de gezondheidszorg geen onbekend fenomeen, maar tot nu toe beperkt de toepassing zich vooral tot operatie- en behandelkamers in ziekenhuizen. Cure dus. Zogenoemde caredroids worden nog nauwelijks gebruikt, en dat valt ook wel te begrijpen. De handelingen die verricht moeten worden, zijn complex en onvoorspelbaar, eigenschappen waar geautomatiseerde systemen vanouds moeite mee hebben. Sciencefiction Overigens geldt dat in een operatiekamer natuurlijk net zo goed. Daar word je dan ook niet geopereerd door een robot maar met een robot, door een chirurg. Robots die zelfstandig patiënten opereren, op basis van eigen waarnemingen en afwegingen, bestaan alleen in sciencefiction. En sectoren die wel ‘echte’ robots gebruiken, gebruiken ze vooral om onvermoeibaar, foutloos en razendsnel precies gedefinieerde handelingen te verrichten. Een belangrijke kwaliteit van dergelijke robots is dat ze in relevante opzichten niet op mensen lijken: ze worden niet moe, raken niet afgeleid, nemen geen plaspauzes en hebben geen vakbond. pag 2 Kwintez
Dergelijke niet-menselijke eigenschappen vormen een belangrijke reden waarom zorgrobots ook in de ouderenzorg van waarde kunnen zijn. Mensen zijn zorgzame wezens, maar niet altijd van harte en soms hebben ze ook andere dingen aan hun hoofd. Dr. dr. Johan Hoorn, als hoofdonderzoeker verbonden aan een wetenschappelijke projectgroep die zich toelegt op de studie naar en ontwikkeling van sociale robots, zegt het onomwonden: ‘Het is beter om verzorgd te worden door een liefhebbende robot dan door een kille verpleegster. Het is beter om vermaakt te worden door een robot die er geen bezwaar tegen heeft om hetzelfde verhaal voor de duizendste maal te vertellen of te aanhoren, dan door kinderen die schoon genoeg hebben van je Alzheimer.’ Maar wil een zorgrobot slagen als begeleider, ondersteuner of verzorger van hulpbehoevende ouderen, zal die in veel belangrijke opzichten zich juist wel als mens moeten gedragen. ‘Ze moeten’, aldus Johan Hoorn, ‘aanhankelijk zijn, slim, creatief en makkelijk in de omgang. Ze moeten betrouwbaar zijn en ethisch juist handelen.’
Sociale robot Een sociale robot dus. Een robot met verstand en met gevoel. Wie van zo’n schepsel een eerste indruk wil krijgen, moet eens naar de NCRVdocumentaire Ik ben Alice kijken. Alice is een kleine zorgrobot, ontwikkeld door het SELEMCA-onderzoeksteam waar Johan Hoorn leiding aan geeft. Alice heeft een vriendelijk snoetje en daaronder een lijfje dat er geen twijfel over laat bestaan dat ze een robot is. Je vraagt je af waarom ze eigenlijk armpjes, beentjes en voetjes heeft, want ze doet er weinig mee. Maar ze kan haar hoofdje draaien en kantelen, haar mond bewegen, en ze beschikt over een repertoire aan gelaatsexpressies. Wanneer ze spreekt, bewegen haar lippen op een min of meer natuurlijke manier. Ze praat weliswaar met zo’n typische robotstem, de klemtoon menigmaal mis, maar in de loop van de documentaire wordt haar spraak vlotter en natuurlijker. Alice is techniek in ontwikkeling, zoveel is duidelijk, en die ontwikkeling gaat snel.
Voor Alice ziet het er aanvankelijk trouwens weinig hoopvol uit. ‘Een robotje voel ik niet veel voor in mijn huis, doe mij maar een echt mens’, moppert een hoogbejaarde dame bij de eerste kennismaking. Als Alice al beledigd is, laat ze daar niets van merken. Onverstoorbaar begint ze aan haar openingsrepertoire. ‘Hoe heet u? Wanneer bent u geboren? Bent u wel eens eenzaam?’ ‘Knappe man’ En dan doen zich iets opmerkelijks voor. Mevrouw antwoordt. Misschien niet direct van harte, maar niettemin. En Alice luistert. Ze wekt althans die indruk. Bij een volgend bezoek vraagt ze: ‘De vorige keer was de lift stuk. Is de lift al gemaakt?’ En als de fysiotherapeut langskomt, biedt ze aan om mevrouw te helpen met haar oefeningen. Drie keer per dag tien keer per been de voet strekken, Alice slaat het op. Daags erna telt ze mee: ‘… vijf, zes, zeven…’. Ze kijkt daarbij niet naar het hoofd van mevrouw, maar naar haar been. Ze lijkt opmerkzaam en emotioneel intelligent.
Eureka De film Ik ben Alice van regisseur Sander Burger is winnaar van de Eurekaprijs voor Wetenschapscommunicatie 2015 van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De film is te zien op het documentairekanaal 2Doc van de NPO: www.npo.nl/2doc. SELEMCA (Services of Electro-Mechanical Care Agencies) is een project van CRISP (Creative Industry Scientific Programme), een samenwerkingsverband van universiteit en industrie gericht op het verbeteren van mens-machineinteractie. In SELEMCA werken de Vrije Universiteit Amsterdam, Technische Universiteit Delft, Universiteit van Twente en Hogeschool Inholland samen. Meer informatie: selemca.camera-vu.nl/projects/selemca.html.
Alice bestudeert het fotoalbum. (Beeld: keydocs.nl) Vraag je haar wat ze het liefste doet, antwoordt ze: ‘Gezellig kletsen!’ En als mevrouw over haar overleden man vertelt, vraagt ze om een foto. En zegt dan: ‘Knappe man!’ Knappe meid, denk je onwillekeurig. Maar hoe indrukwekkend de prestatie van Alice ook is, deze conversatie is toch niet de hare. Niet helemaal althans. Nog niet. ‘In het begin volgde Alice een bepaald vraagpatroon bedoeld om snel inzicht te krijgen in iemands kwaliteit van leven’, vertelt Johan Hoorn. ‘Maar dat leidde tot knorrige reacties. Toen we overschakelden op open vragen, moest de technicus op afstand vaak ingrijpen. Die vraag over de kapotte lift bijvoorbeeld kwam uit zijn koker. Wat wel al automatisch gaat, zijn de gezichtsdetectie, de hoofd- en oogbewegingen en de lipsynchronisatie. En met de huidige kennis van spraaktechnologie, natuurlijke taalverwerking, conversatie-analyse en kennisrepresentatie ligt een eenvoudig en welomschreven gesprek over het weer, het gezin of de dokter binnen bereik. Maar dat vergt nog wel wat ontwikkeling en systeemintegratie. En dus geld.’ iCare Een basis voor die systeemintegratie hebben Hoorn en zijn collega’s al gelegd met iCare, een open platform waarin software-modules geïntegreerd worden die menselijke vermogens simuleren. Denk hierbij niet alleen aan logisch redeneren – een domein waar computers inmiddels zo goed in zijn dat ze schaakgrootmeesters verslaan – maar vooral ook aan ‘zachte’ eigenschappen als genegenheid, creativiteit, zorgzaamheid, moraliteit en humor. In feite is Alice, de robot, slechts de gedaante waarin iCare zich manifesteert. iCare wordt ontwikkeld als open-domeinsoftware. Dat wil zeggen dat iedereen die dat wil van de functionaliteit gebruik kan maken. Het is de hoop en verwachting van het onderzoeksteam dat kennisinstituten en bedrijven het systeem zullen omarmen en toepassingen zullen ontwikkelen.
Dat kunnen robots zijn zoals Alice, maar ook computerprogramma’s, apps of virtuele personen in virtuele werelden. Opmerkelijk genoeg valt de belangstelling vanuit het bedrijfsleven tot nu toe tegen. ‘We bevinden ons in een patstelling’, zegt Hoorn. ‘We hebben een platform ontwikkeld waarin veel basisfunctionaliteit beschikbaar is en van waaruit elke ondernemer verder kan ontwikkelen. En we weten dat het aantal zorgbehoevende ouderen de komende decennia sterk zal toenemen, terwijl er maar weinig extra middelen beschikbaar zullen zijn. Dus slimme oplossingen moeten er hoe dan ook komen. Maar het lijkt in Nederland te ontbreken aan visie, verbeelding, ambitie en lef. En aan geld, ook dat. Omdat niemand er geld in steekt, komen we niet verder, en omdat we niet verder komen, steekt niemand er geld in. Ook de overheid en zorgverzekeraars niet. Ze zijn bang voor hun achterban.’ ‘Ik zal je missen’ Die achterban vindt het dan ook vaak maar helemaal niets, het idee om
Passend uitgedost kijkt Alice mee naar het voetbal. (Beeld: keydocs.nl) robots in te zetten in de ouderenzorg. Ze koesteren het idee dat een samenleving diep gezonken is die haar ouderenzorg aan robots overlaat. Maar daar is volgens Hoorn geen sprake van. ‘Sociale robots als Alice kunnen complexe zorgtaken niet overnemen. Wel kunnen ze behulpzaam zijn bij mensen met een beperkte zorgvraag en eenzaamheidsklachten, waardoor zorgprofessionals tijd vrijspelen om zich te wijden aan cliënten met een zwaardere zorgvraag.’ Weerstand komt ook voort uit de
gedachte dat een robot niet écht zorgzaam en liefdevol kan zijn: dat lijkt maar zo. Een robot is immers maar een machine. Maar wie zich de Tamagotchi-rage van rond de eeuwwisseling herinnert, beseft dat mensen heel wel in staat zijn om zich aan artificiële systemen te hechten, zelfs al zien die eruit als plastic ei aan een koordje. Alice pretendeert niets anders te zijn dan een robot, en tóch bouwen haar gespreksgenoten een band met haar op. Ook die mevrouw die zo mopperend begon. ‘Ik zal je missen’, zegt ze tegen Alice, als die voor het laatst afscheid neemt.
Levendige discussiebijeenkomst Vlak voor de zomer organiseerde De Zorggroep een eerste discussiebijeenkomst over de opkomst van robotica in de zorg. Zo’n vijftig medewerkers keken naar de film Ik ben Alice van Sander Burger en discussieerden aansluitend over het thema. Volgens Almie Willems, projectleider Zorg op Afstand en mede-organisator van de middag, maakte het onderwerp veel los. ‘Vooraf waren er veel twijfels over de wenselijkheid van het inzetten van robots bij ouderen. Maar na het zien van de film waren de meeste medewerkers toch positief. En waarom eigenlijk niet? Als de ouderen zelf er baat bij hebben. En trouwens, we sporten toch ook tegen de Wii? Als Zorggroep blijven we ons oriënteren over hoe we hiermee om moeten gaan in de toekomst. Als robotica kan bijdragen aan onze speerpunten, zullen we het zeker verder onderzoeken.’
Alice wordt voorgesteld aan een bezoeker. (Beeld: keydocs.nl) Kwintez pag 3
Kennismaken met Groene Kruis Maaltijdservice?
Bestel een proefpakket!
PmaaRltOijdenEvoFor!: €15,-
Ook voor uw wekelijkse boodschappen! Organisatieadviseurs voor (semi-)overheid en gezondheidszorg Licentiebureau FWG 3.0 met gecertificeerde adviseurs
Smakelijke koelverse en vriesverse maaltijden
Gezonde, ambachtelijke én lekkere maaltijden zonder dat u zelf hoeft te koken. Bestel een proefpakket van 4 maaltijden voor €15,-. Meer weten of bestellen? Klantenservice Telefoon 088-61 088 61 of mail
[email protected]
Bergerven 16; 6085 DJ HORN T +31(0)475 58 28 68 F +31(0)475 58 22 41 E-mail:
[email protected] Website: http://www.cmc-2000.com
Er moet een perfecte fit zijn tussen een ruimte en het gebruik daarvan. Dat maakt dat je als architect veel verder moet kijken dan het gebouw. De gebruikers of bewoners vormen de leidraad en hun wensen vertalen wij in exterieurs én interieurs Verheijen-Smeets bna architecten
pag 4 Kwintez
Bestel wekelijks uw dagelijkse benodigdheden en wij bezorgen ze gratis bij u thuis in combinatie met de bezorging van uw koelverse en/of vriesverse maaltijden.
Klantenservice Telefoon 088-61 088 61
[email protected] www.dezorggroep.nl/ ledenorganisatie
Venloseweg 4, 5931 GT Tegelen 077 3269269 www.verheijen-smeets.nl
passende ruimte
Geniet van het gemak van De Boodschappenservice
Zicht op Zorg Verzekeringsadvies voor zorginstellingen I: www.zichtadviseurs.nl/zorg E:
[email protected] I: www.zichtadviseurs.nl/zorg E:
[email protected]
Tovertafel voor Camillus
Wijkverpleegkundigen op iPad Binnenkort ontvangen 140 wijkverpleegkundigen van De Zorggroep een iPad waarmee ze bij de cliënt een indicatie kunnen verwerken en het zorgplan kunnen vastleggen. Een korte training helpt hen om de app waarmee ze dit kunnen doen op een doelmatige manier te gebruiken. Dit jaar veranderde de zorgverzekeringswet. Gevolg hiervan was onder andere dat niet langer het CIZ maar de wijkverpleegkundige (niveau 5) zelf zorg indiceert. Tot dusver gebeurde dat bij de klant thuis met behulp van handmatig in te vullen formulieren. Vervolgens moesten deze in het wijkkantoor worden ingevoerd in de computer. Met de komst van de iPads behoort deze rompslomp nu tot het verleden.
Interactieve lichtanimaties helpen om apathie bij mensen met dementie te doorbreken. Onderzoek wijst uit dat negentig procent van de ouderen met dementie zeer passief is. Een zogenoemde tovertafel, een spelconcept dat gebruik maakt van interactieve lichtanimaties, lijkt hierin verandering te kunnen brengen. Dankzij een gulle gift van het charitatief vermogensfonds Stichting RCOAK (Roomsch Catholijk Oude Armen Kantoor) heeft verpleeghuis Camillus in Roermond zo’n tovertafel kunnen aanschaffen. Binnenkort gaat deze in première... Het belangrijkste onderdeel van de tovertafel is een projector die boven
elke willekeurige tafel kan worden gemonteerd en daarop beelden projecteert, zoals visjes, bladeren, ballen, bloemen of vlinders. Een infraroodsensor detecteert handen op tafel. Zo kan de oudere met dementie bijvoorbeeld blaadjes van tafel vegen, visjes verjagen of een bal overtikken. Doel is de apathie van dementerenden te doorbreken en waar mogelijk hun fysieke en cognitieve mogelijkheden te ontwikkelen. Doordat de tovertafel in een groep wordt gebruikt, stimuleert deze ook sociale interactie. Volgens fondsenwerver Wilma Matheij van De Zorggroep, die de aanvraag voor financiële ondersteuning door
het RCOAK verzorgde, zijn de eerste ervaringen van zorginstellingen met de tovertafels bijzonder positief. Mocht dat ook bij Camillus het geval zijn, dan overweegt De Zorggroep deze interactieve technologie ook in te zetten op andere locaties in haar werkgebied. De tovertafel werd ontwikkeld door Hester Anderiesen in het kader van haar promotieonderzoek aan de faculteiten Industrieel Ontwerpen (TU Delft) en Klinische Neuropsychologie (VU Amsterdam). Het product wordt op de markt gebracht door Active Cues. Meer informatie: www.activecues.com.
Een andere reden waarom De Zorggroep genoemde medewerkers een iPad ter hand stelt, is de opkomst van beeldzorg. Voor deze manier van zorg-op-afstand is het noodzakelijk dat zowel de wijkverpleegkundige als de cliënt een tablet hebben. Proeven wijzen uit dat deze nieuwe manier van zorg niet alleen effectief is, maar bovendien kostenbesparend. Tegelijkertijd verschaft de iPad de gebruiker de mogelijkheid om via een beeldverbinding contact te leggen met collega’s, onder andere voor professionele ondersteuning bij bijzondere casuïstiek. De iPad wordt tevens voorzien van alle binnen De Zorggroep al beschikbare communicatie- en ondersteuningssoftware.
Wondpoli genomineerd voor Niek de Jong Prijs De Wondpoli van De Zorggroep is een van de negen genomineerden voor de Niek de Jong Prijs. Deze prijs voor het meest innovatieve zorgproject wordt op 2 november uitgereikt tijdens het Zorg NL2015-congres. In Venray ligt het Kenniscentrum
Wondbehandeling, een initiatief van De Zorggroep en Proteion Thuiszorg gericht op de behandeling van mensen met slecht genezende wonden. Het kenniscentrum is georganiseerd rond drie pijlers: onderzoek, onderwijs en behandeling. Behandeling vindt plaats in Wondpoli’s. De Zorggroep parti-
cipeert in Wondpoli’s in Venray, Roermond en Sittard. De Wondpoli’s in de twee laatstgenoemde gemeenten zijn een initiatief van huisartsenorganisatie Meditta Zorg BV in samenwerking met De Zorggroep. De Niek de Jong Prijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan een Nederlands, actueel, innovatief
en lopend zorgproject. De prijs is in 2000 in het leven geroepen door Zorgverzekeraars Nederland (ZN) als eerbetoon aan Niek de Jong bij diens afscheid als algemeen directeur van ZN. Het innovatiefonds Zorgverzekeraars maakt de prijs van 20.000 euro financieel mogelijk.
Kwintez pag 5
Ideal Standard: de complete sanitair aanbieder voor de zorgsector Innovatieve oplossingen voor meer doelmatigheid, hygiëne en veiligheid in de gezondheidszorg.
Betrouwbaar bouwen voor zorginstellingen, bedrijf en particulier! Smeets is een bedrijf met een overtuigende kijk op de toekomst. Samenwerking zien wij als bouwsteen daarvoor. Wij realiseren graag samen met onze partners en gebruikers een passende huisvesting. Voor iedereen. Om te wonen, te werken en om te verblijven. Daar worden mensen blij van. Bouwen is meer dan het realiseren van projecten alleen. Wij gaan voor een betere samenleving en een beter milieu. Wij onderscheiden ons graag. Smeets: persoonlijk en betrokken.
Smeets Bouw BV maakt deel uit van VB Groep Postbus 1208, 6201 BE Maastricht T +31 (0)43 369 08 80 · F +031 (0)43 363 32 25 · www.smeetsbouw.nl
pag 6 Kwintez
Berghemweg 9 - 5975 RJ Sevenum Tel: 077 - 467 21 49 - Fax: 077 - 467 39 52
[email protected] - www.wantenbouw.nl
Tuinhuis voor Witte Steen De kers op de taart. Zo mag je het tuinhuis in het plantsoen van de Witte Steen gerust noemen. Het fraaie bouwsel is een cadeau van Tom Versteegen aan zijn medebewoners. Ruim een jaar geleden namen cliënten met niet-aangeboren hersenletsel hun intrek in de nieuwbouw van De Witte Steen. Ondanks het feit dat iedereen
er erg opgetogen over was, bleven er nog wat wensen. Een daarvan was een tuinhuis. Tom en zijn moeder Maria hoorden van de wens, en besloten dat het tuinhuis er moest komen. Maria Versteegen maakte, als dank voor de goede zorg, namens haar zoon een mooi bedrag over, waardoor met de start kon worden begonnen. In oktober wordt de aanwinst door moeder en zoon feestelijk in gebruik gesteld.
Projectgroep dagbehandeling en deeltijdzorg van start De veranderingen in de zorg, waaronder de overheveling van diverse vormen van zorg en ondersteuning vanuit de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), vergen dat De Zorggroep haar visie en strategie met betrekking tot dagbehandeling en deeltijdzorg herziet. De veranderingen brengen in de praktijk veel onduidelijkheden met zich mee. Om de vragen en problemen in kaart te brengen en te zoeken naar mogelijke oplossingen, startte onlangs de Projectgroep Dagbehandeling/Deeltijdzorg. De uitgangspunten zijn helder, volgens projectmedewerker Claire Boumans. ‘Centraal staan regie en autonomie van de cliënt. Voorwaarde is dat er kritisch wordt gekeken naar de ondersteuningsaanvraag en de verschillende domeinen waarin de cliënt zich begeeft. Uitgangspunt is dat bij de ondersteuning zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van diens eigen woonomgeving en netwerk. Zo nodig kan dit worden aangevuld met professionele en passende zorg, begeleiding of behandeling door De Zorggroep.’ Meldpunt Bovendien is het volgens Claire Boumans belangrijk dat de cliënt beschikt over voldoende informatie en ondersteuning om de keuzes te maken. ‘De projectgroep wil zich laten voeden door de wensen en behoeften van cliënten en ervaringen van professio-
nals om zo de noodzakelijke richting en inrichting te ontwikkelen. Daarom hebben we als groep verbinding gemaakt met klanten, medewerkers van De Zorggroep en met stakeholders en externe professionals om op de hoogte te zijn van casussen die zich zowel binnen als buiten de eigen organisatie kunnen voordoen.’ Via
[email protected] kunnen casussen worden gemeld waarin nog geen heldere richting is bepaald of nog geen passend arrangement is gevonden bij de zorgvraag van de cliënt. Ook kunnen er situaties worden aangedragen waarin professionals knelpunten ervaren en aan meedenken behoefte hebben. Via het meldpunt kunnen bovendien al gevonden creatieve oplossingen met betrekking tot dagbehandeling of deeltijdzorg worden gedeeld.
Claire Boumans: ‘Regie en autonomie van de cliënt staan centraal.’
Circus Bongo Met drie voorstellingen zette Circus Bongo woensdag 23 september het Auxiliatrixpark in Venlo op zijn kop. Bewoners van het centrum voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel De Witte Steen, scholieren van Mytylschool Ulingshof en leden van de Groene Kruis Ledenorganisatie genoten met volle teugen van doldwaze clowns, lenige acrobaten en behendige jongleurs. Medewerkers van Zicht Risico- en Verzekeringsadviseurs staken vrijwillig de handen uit de mouwen en brachten de bewoners van De Witte Steen van en naar de voorstelling. Een nostalgische patatkraam serveerde gratis friet.
Nieuw leven voor Verborgen Verlangens Jarenlang was het project Verborgen Verlangens, waarin medewerkers lang gekoesterde wensen van cliënten vervullen, een begrip bij De Zorggroep. Door toenemende werkdruk bij onze zorgprofessionals dreigde het project echter enigszins te verwateren. Maar ziet, er gloort hoop aan de einder. Fondsenwerver Wilma Matheij licht toe. ‘Op dit moment’, zo zegt ze, ‘leggen we de laatste hand aan een campagne die vrijwilligers enthousiasmeert zich bezig te houden met de verborgen verlangens van onze cliënten in de sectoren Somatiek, PG en Thuiszorg. Het is de bedoeling dat medio oktober op elk van onze locaties, in samenwerking met de procesbegeleiders vrijwilligers, een vrijwilligerscommissie benoemd wordt die ervoor zorgt dat er minstens één keer per maand op elke locatie een wens van een bewoner in vervulling gaat. Dit betekent dat er vanaf december in het hele werkgebied van De Zorggroep ongeveer dertig wensen per maand vervuld gaan worden.’
Een en ander is volgens Wilma een uitvloeisel van de succesvolle twintigdelige TV-serie die De Zorggroep en Beeldwerk TV samen met L1 realiseerden. Hierin werd steeds een wens van een mantelzorger vervuld. ‘Het succes van die serie bracht ons op het idee om het aloude Verborgen Verlangens te reanimeren. Door per locatie een vrijwilligerscommissie te installeren, kunnen we het project veel meer gestructureerd en groter opzetten dan vroeger. Bovendien gaat Groene Kruis Ledenorganisatie er ook een rol in spelen, en dan met name in het vervullen van wensen van extramurale cliënten en mantelzorgers. In tegenstelling tot de televisieserie, waarin vaak tamelijk spectaculaire wensen in vervulling gingen, gaat het bij Verborgen Verlangens meestal om bescheiden wensen. Het bezoeken van een geboortehuis bijvoorbeeld, het eten van een ijsje op een gezellig marktplein of gewoon een lekker boswandelingetje. ‘Maar’, zo besluit Wilma, ‘we gaan daar wel serieus werk van maken.’ Kwintez pag 7
De laagbouw van De Bron gaat plaats bieden aan het Centrum voor Beweging, Revalidatie en Sport (CBRS) van De Zorggroep. (Illustratie: Van Aken Architecten)
‘We bouwen een hotel dat bijzonder is, juist omdat het zo normaal lijkt’
Bron van gezondheidsherstel Doorlees pagina 1 Kennelijk was de vraag niet goed gesteld, want hoofdschuddend wijst Trees Hogema de journalist van dienst terecht. ‘We spreken niet over bedden maar over kamers. En niet over afdelingen maar over verdiepingen. Niet over cliënten maar over gasten. En niet over opnemen maar over inchecken.’ De taal is een machtig instrument – en de beeldtaal evenzeer. In elk opzicht is Zorghotel De Bron ontworpen als een verblijfsomgeving die juist niet wil lijken op een ziekenhuisafdeling, een verpleegafdeling of een conventionele revalidatieafdeling. ‘We willen onze gasten juist wegleiden van de zorg. Terug naar het normale leven. Hoe eerder je dat doet, hoe beter.’ ‘De intramurale setting van een ziekenhuis- of verpleegafdeling is nu eenmaal geen activerende omgeving’, aldus Hogema. ‘Dat zijn ruimten voor mensen die ziek zijn. Uit onderzoek weten we dat mensen hun gedrag en welbevinden in hoge mate ijken op de omgeving waarin ze verblijven. Dus hebben we gezocht naar een healing environment, een omgeving die voldoende comfort biedt om het verblijf aangenaam te maken, maar die toch ook uitstraalt dat je er maar tijdelijk bent. Een omgeving die activeert, die stimuleert om uit bed te komen. De verblijfsomgeving die hier qua lookand-feel het dichtstbij komt, is het hotel. In een goed hotel wil je graag zijn, maar je gaat er niet wonen. Je slaapt er comfortabel, maar je blijft niet op je kamer zitten. Je wilt het maximale uit je verblijf halen, ook al omdat de omgeving uitstraalt dat je verblijf er niet gratis is.’ Camillus ‘Met betrekking tot dat laatste is het misschien goed om toe te voegen dat De Bron wordt gerealiseerd binnen pag 8 Kwintez
het gangbare budget van de gezondheidszorg’, aldus René Botermans, directeur Sector Somatiek en geriatrische revalidatiezorg van De Zorggroep. ‘Exploitatie zal plaatsvinden tegen een kostenniveau vergelijkbaar met dat van een conventionele revalidatieafdeling. Dat moet trouwens ook wel, want de veertig kamers die voor ons bestemd zijn, zijn bedoeld als vervanging van de capaciteit van de revalidatieafdeling van verpleeghuis Camillus in Roermond.’ Dit verpleeghuis voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Om deze reden zijn op het Camillus-terrein kleinschalige voorzieningen gebouwd en in gebruik genomen voor cliënten met een psychogeriatrisch en gerontopsychiatrisch ziektebeeld. De somatische cliënten zijn onlangs verhuisd naar voormalige verzorgingshuizen in de regio, waar capaciteit beschikbaar kwam omdat vrijwel geen verblijfsindicaties meer worden verstrekt voor verzorgingshuiszorg. In het verpleeghuis van Camillus zit op dit moment eigenlijk alleen nog de revalidatieaf-
deling en de dagbehandeling. Met het overgaan van de revalidatiecapaciteit naar De Bron, wordt de weg vrijgemaakt voor afbraak van het verouderde verpleeghuis. Blik in de keuken Zo normaal als het kostenniveau is, zo uitzonderlijk is het ambitieniveau. ‘We geven De Bron de uitstraling van een viersterrenhotel’, vertelt Trees Hogema. ‘Vooral de gevel is heel speciaal, met in de kamers glazen wanden van vloer tot plafond en aan de buitenzijde een bekleding met speciale keramische panelen. Die zijn niet alleen fraai om te zien, maar
doen ook dienst als verduistering en zonwering.’ Ook het interieur en de bejegening zullen aan de hoogste eisen voldoen. Botermans: ‘Het prachtige restaurant is bijvoorbeeld uitnodigend genoeg voor bezoekers om mee te eten. Maar het is zo ontworpen dat er ook gegeten kan worden aan een soort bar rondom het kookeiland. Gasten die alleen zijn, hoeven dus niet in hun eentje aan een tafel te zitten – veel mensen vinden dat niet prettig. Ze kunnen tijdens de maaltijd letterlijk een blik in de keuken werpen en een gesprek voeren met het keukenpersoneel.’
Trees Hogema: ‘We geven De Bron de uitstraling van een viersterrenhotel.’
René Botermans: ‘Wij kunnen de verpleegkundige zorg leveren tegen een veel lager kostenniveau dan op een ziekenhuisafdeling mogelijk is.’
In voorkomende gevallen zal De Bron ook gasten zonder verblijfsindicatie accommoderen. ‘Let wel, het is nadrukkelijk niet onze bedoeling om regionale horeca te beconcurreren’, vertelt Botermans. ‘Maar als iemand van ver moet komen om een ziekenhuispatiënt of een revalidatiecliënt te bezoeken, als die persoon een slaapplaats zoekt voor de nacht en wij hebben nog een kamer beschikbaar, waarom dan eigenlijk niet? Vergelijk het met onze restaurantvoorzieningen bij andere verblijfslocaties. Die zijn ook van zo hoog niveau dat er ook mensen uit de omgeving op afkomen. En dat is goed: het bevordert sociale interactie en maatschappelijke integratie van zorgbehoevenden. Bij De Bron is dat niet anders.’ Wellness Maar bovenal wordt De Bron natuurlijk een zorghotel, en als zodanig gericht op zo een spoedig mogelijk gezondheidsherstel van de gasten. De vele wellness-voorzieningen zijn er niet alleen voor het plezier van de gasten, maar dienen ook daadwerkelijk hun revalidatie. De gerichtheid op gezondheidsherstel is de voornaamste reden waarom De Bron gerealiseerd wordt direct naast het ziekenhuis. ‘Wij streven naar een excellente invulling van de ketenzorg’, vertelt Hogema. ‘Door het zorghotel op hetzelfde terrein te vestigen als het ziekenhuis, met een fysieke verbinding tussen beide gebouwen, profiteren we optimaal van elkaars expertise. Geriatrische revalidatie is een belangrijk facet in de zorgketen, niet alleen voor ons, maar ook voor het ziekenhuis. Door intensief samen te werken en daarbij gebruik te maken van elkaars
expertise, kunnen beide organisaties de kwaliteit van hun zorg nog verder verhogen.’ Maar De Bron wil méér zijn dan een centrum voor geriatrische revalidatie alleen. In de laagbouw wordt het Centrum voor Beweging, Revalidatie en Sport (CBRS) ondergebracht, een samenwerkingsverband van De Zorggroep en Laurentius Ziekenhuis. Het centrum richt zich ook op revalidatie van jongere doelgroepen en op sportgeneeskunde. Bovendien wil De Bron een bijdrage leveren aan de door het ziekenhuis nagestreefde ligduurvermindering. Botermans: ‘Hoe korter een patiënt een duur ziekenhuisbed bezet, hoe beter het is. Doordat we het zorghotel direct naast het ziekenhuis realiseren, kunnen patiënten vervroegd uit het ziekenhuis ontslagen worden terwijl ze toch een of meerdere keren per dag gezien worden door hun behandelend medisch-specialist. Wij kunnen de verpleegkundige zorg leveren tegen een veel lager kostenniveau dan op een ziekenhuisafdeling mogelijk is. Met het oog op de beheersing van de macrokosten van de zorg is dat een uitstekende ontwikkeling.’ Bijzonder normaal Dat het zorghotel ook ziekenhuispatiënten kan accommoderen, zal bij oppervlakkige inspectie trouwens niemand opvallen, want de verpleegkundige en medische hulpmiddelen worden zorgvuldig aan het oog onttrokken. De bedden bijvoorbeeld krijgen veel van dezelfde functionaliteit die een gewoon ziekenhuisbed ook heeft, maar lijken uiterlijk op een normaal hotelbed. ‘In feite bouwen we een hotel dat bijzonder is juist omdat het zo normaal lijkt’, zegt
Het zorghotel krijgt een directe verbinding met het ziekenhuis. (Illustratie: Van Aken Architecten)
Hogema. Het past allemaal in de filosofie om een omgeving te scheppen die ‘zorgvuldig ontzorgd’ is, een helende habitat, waar gasten uit de sfeer van ziekte en bedlegerigheid worden gehaald en waar zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Hoe dat precies op inrichtingsniveau zijn beslag zal krijgen, is volgens Hogema nog onderwerp van studie. ‘Om de diverse mogelijkheden te beproeven, richten we in Camillus een proefkamer in, waar we de komende maanden diverse opstellingen gaan uitproberen.’ Ook de precieze wijze waarop het Laurentius Ziekenhuis en De Zorggroep zullen samenwerken in medisch-specialistische en therapeutische zorg is nog onderwerp van studie en overleg. Een stuurgroep, bestaande uit bestuurders van beide instellingen, medici en vastgoedexperts, inventariseert hoe de expertises van beide instellingen optimaal kunnen worden uitgewisseld. Dát dit zal gebeuren, is een uitgemaakte zaak: de handtekeningen zijn gezet, de bouw is daadwerkelijk begonnen. Alle vrijblijvendheid is eraf.
traject. Zij stond aan de basis van het zorghotel: al sinds 2009 is ze ermee bezig. Dat de voorbereiding zoveel tijd nam, heeft alles te maken met de noodzaak om het precies goed te doen. Zij en René Botermans bezochten meerdere zorghotels die in Nederland de afgelopen jaren gerealiseerd zijn, en constateerden dat het concept als zodanig geen garantie is voor succes. ‘De Bron is bij lange na niet het eerste zorghotel in Nederland’, vertelt ze. ‘Veel organisaties gingen ons voor, maar lang niet altijd met succes. Het werkt namelijk alleen als het totaalconcept helemaal klopt. En dat is niet alleen van ons afhankelijk, maar ook van de samenwerking en participatie van het ziekenhuis. Het concept diende te passen in onze visie en ontwikkeling zowel als in de hunne – en beide moesten in elkaar worden gepast. Een complexe puzzel. Maar doordat de voorbereiding zoveel tijd nam, hadden we ook de kans om uitgebreid te bestuderen wat wel en wat niet werkt, en waarom. Mede daardoor zien we de toekomst van De Bron met groot vertrouwen tegemoet.’
Streekproducten Voor Trees Hogema komt hiermee een einde aan een lang ontwikkel-
Wat zegt een naam? De Bron dankt haar naam aan de waterbron die zich hier al sinds onheuglijke tijden bevindt. ‘Een cadeautje voor ons en onze gasten’, weet Trees Hogema. ‘Op elke verdieping komt een tappunt. Maar we zullen de naam ook in meer overdrachtelijke zin eer aandoen. Voor onze inkoop boren we waar mogelijk regionale bronnen aan. De keuken bijvoorbeeld zal ruimschoots gebruikmaken van streekproducten. Zoals bij veel van onze locaties zal ook De Bron op die manier een bijdrage leveren aan de regionale economie.’ Kwintez pag 9
Door Paul Peijnenburg
Samenwerken aan zorgvisie Somatiek De Sector Somatiek werkt aan de ontwikkeling van haar zorgvisie voor de toekomst. Het bijzondere aan het traject is dat het langetermijndocument niet op eigen houtje wordt ontwikkeld, maar in nauwe samenwerking met een groot aantal in- en externe betrokkenen. Namens De Zorggroep begeleidt Willem Boerma dit proces. Het resultaat van de exercitie wordt nog voor het einde van dit jaar aan het managementteam (MT) van de Sector Somatiek aangeboden. Sinds begin dit jaar is De Zorggroep niet meer onderverdeeld in regio’s maar in sectoren. Een daarvan is de Sector Somatiek, verantwoordelijk voor de zorg van de ongeveer duizend verpleegen verzorgingshuiscliënten met een verblijfsindicatie als gevolg van lichamelijke beperkingen. In deze sector zijn daarnaast ook geriatrische revalidatiezorg en het Expertise- en Behandelcentrum (EBC) ondergebracht. Onder het EBC vallen alle behandelaren, zoals (verpleeghuis)artsen, fysiotherapeuten, logopedisten, ergotherapeuten en diëtisten. Aanvliegroute ‘We constateerden’, zegt Willem Boerma, ‘dat er in deze sector behoefte bestaat aan een heldere visie voor de lange termijn. Een visie die laat zien wat we verstaan onder goede somatische zorg. Een visie ook die ontwikkelingen in kaart brengt ten aanzien van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijk ondersteuning en
de Zorgverzekeringswet, en die laat zien wat deze ontwikkelingen gaan betekenen voor onze zorg aan cliënten en het profiel van de mensen die deze zorg verlenen of begeleiden.’ Volgens Willem Boerma was de verleiding in eerste instantie groot om het visiedocument zelfstandig te schrijven. ‘De Zorggroep herbergt immers een schat aan kennis en expertise. Niettemin waren we het er snel over eens dat dit niet de juiste aanvliegroute zou zijn. In de zorg voor mensen met een somatische verblijfsindicatie ben je toenemend afhankelijk van partners in de keten. Wat is er dan logischer om juist bij hén informatie op te halen, en zo vanuit meerdere perspectieven gevoed te worden. Ik ben ervan overtuigd dat we daar als zorgorganisatie ons voordeel mee kunnen doen.’ Rondetafelgesprekken Om te voorkomen dat het proces uitdraait op de spreekwoordelijke
Poolse Landdag, beperkt het aantal gesprekonderwerpen zich tot de drie momenteel belangrijkste thema’s binnen de langdurige zorg: cliënt, politiek-maatschappelijke ontwikkelingen en professionaliteit. Over deze thema’s wordt door het managementteam in vier rondetafelgesprekken en een afsluitende expert meeting gepraat. De gesprekken worden voorgezeten door extern gespreksleider Rein Bijkerk en vinden voor het overgrote deel in oktober plaats. Tijdens het eerste, eind september, kwamen de huisartsen, ziekenhuisafgevaardigden en mantelzorgers aan het woord. Hieruit bleek volgens Willem Boerma dat de keuze van thema’s de juiste was. ‘Los van elkaar werd geconstateerd dat betrokken partijen tegen vrijwel dezelfde problemen aanlopen. Ik verwacht dus dat verbetering van ketensamenwerking een belangrijk speerpunt van beleid zal worden. Datzelfde geldt voor de manier waarop we formele en informele zorg – lees: mantelzorg – beter op elkaar aan laten sluiten.’ In het tweede gesprek wordt geluisterd naar wensen en standpunten van onder andere verpleegkundigen, verpleeghuisartsen, psychologen
en afvaardigingen van bouw & huisvesting, human resources, de cliëntenraad en de medezeggenschapsraad. Tijdens het derde gesprek wordt er met ervaringsdeskundigen, in casu cliënten, gesproken, terwijl in het laatste rondetafelgesprek externe partijen als gemeenten en woningcorporaties aanschuiven. De gegevens uit al deze bijeenkomsten worden vervolgens tijdens de expert meeting op 9 november besproken met enkele wetenschappers: Professor Raymond Koopmans van de Radboud Universiteit, Marian Adriaansen en Rob van der Sande (respectievelijk lector Innovatie in de zorg en lector Eerstelijnszorg aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen). Breed gedragen plan ‘Van elke bijeenkomst’, zegt Willem Boerma, ‘maken we notulen, zodat elke deelnemende partij kan zien wat er met zijn bijdrage wordt gedaan. Al die input gaan Rein Bijkerk en ik verwerken. Hierbij bekijken we welke strategische vragen er uit de gesprekken naar voren komen en welke bestuurlijke en organisatorische lijnen we kunnen ontdekken. Uiteraard is hier het MT, net als in de rest van het proces, nauw en actief bij betrokken.’ Overigens haast Willem Boerma zich te zeggen dat het niet de bedoeling is om van het beleidsdocument een vuistdik boekwerk te maken. ’We streven ernaar om bij het MT een beknopt plan op tafel te leggen dat een concreet beeld geeft van het beleid dat we, zo breed mogelijk gedragen door onze samenwerkingspartners in de keten, met de sector willen inzetten.’
Willem Boerma: ‘Het verbeteren van ketensamenwerking is een belangrijk speerpunt van beleid.’ pag 10 Kwintez
Transmuraal Palliatief Team voorziet in groeiende behoefte
Door Paul Peijnenburg
Profiteren van elkaars kennis
Internist Philo Werner van VieCuri en specialist ouderengeneeskunde Rogier van Deijck van De Zorggroep ondersteunen zorgprofessionals die vragen hebben over aspecten van palliatieve zorg. Stel, je bent verpleegkundige, verzorgende, huisarts, medisch specialist of specialist ouderengeneeskunde. En je krijgt bij een patiënt in de palliatieve fase te maken met een vraag waar je alleen of samen niet uitkomt. Op zo’n moment is het goed om het nummer van het Transmuraal Palliatief Team (TPT) in de contactenlijst van je mobiel te hebben staan. Specialist ouderengeneeskunde Rogier van Deijck van De Zorggroep en internist Philo Werner van het VieCuri-ziekenhuis in Venlo leggen uit waarom. In 2011 startte VieCuri met een palliatief team ten behoeve van mensen die daar opgenomen waren. ‘Dat team’, zegt Philo Werner, ‘deed goed werk, maar enkel in het ziekenhuis. Eigenlijk was dat onhandig. Ging een uitbehandelde patiënt van ons naar huis, dan kreeg hij te maken met weer een ander palliatief team. En we vroegen ons af of het handiger zou zijn om één loket te hebben waar alle vragen kunnen worden gesteld, ongeacht waar iemand ligt: thuis, in een ziekenhuis of in een zorginstelling. Bovendien zou een gemengd team, met professionals vanuit het ziekenhuis en van daarbuiten, leiden tot kruisbestuiving, zodat ieder van elkaars kennis kan profiteren. Uiteraard wisten wij wel wat in een ziekenhuis kon. Maar we hadden, tot het TPT er kwam, geen overzicht van wat er thuis of in een zorginstelling mogelijk is.’ Centraal aanspreekpunt In 2012 leidde dit tot de oprichting van het TPT. Dit werkt in een joint venture samen met Intergraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Het team heeft drie specialisten ouderengeneeskunde, drie huisartsen en drie medisch specialisten. Ook zijn er vijf verpleegkundigen in actief: drie van VieCuri en twee van De Zorggroep. Het team helpt voornoemde groepen professionals wanneer zij voor een patiënt in de palliatieve fase vragen hebben over symptoombestrijding, psychosociale problemen, ethische dilemma’s, inzet van hulpmiddelen, coördinatie van zorg of spirituele en zingevingsproblemen. Op zijn beurt kan het team een beroep doen op andere professionals als bijvoorbeeld een anesthesist, een apotheker, een geestelijk verzorger, een maatschappelijk werker en een psycholoog. Wel blijft het TPT altijd centraal aanspreekpunt. Waar nodig verleent het ondersteuning aan bed, maar het neemt de zorg niet over. Ontwikkelingen Naast ondersteuning aan hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg voor mensen in de palliatieve fase, wil het TPT ook door andere activiteiten de kwaliteit van de palliatieve zorg in deze regio
verbeteren. Zo geeft het TPT regelmatig scholingen en draagt het bij aan wetenschappelijk onderzoek. Een belangrijk aandachtspunt is de financiering. ‘Deze ontbrak tot voor kort’, vertelt Rogier van Deijck. ‘Ik denk dat dit een van de redenen is waarom transmurale palliatieve teams elders zo lastig van de grond komen. Gelukkig is er in deze regio goed overleg met de zorgverzekeraars, hetgeen recent leidde tot structurele financiering door het VGZ’. Resultaten Uit onderzoekscijfers naar het functioneren van het team blijkt dat het TPT in een groeiende behoefte voorziet. Per jaar verricht het team zo’n 300 consulten. Sprekender wellicht is het beoordelingscijfer dat respondenten in een recente enquête gaven: een klinkende 8,4.
Philo Werner en Rogier van Deijck zijn er trots op. Van Deijck: ‘Niet alleen is de zorg aan patiënten in de palliatieve fase verbeterd. Ook is er door de manier waarop we met elkaar samenwerken beter begrip ontstaan tussen de diverse zorglijnen. Uit onderzoek blijkt dat het aantal ziekenhuisopnames in de laatste drie maanden van het leven van patiënten met 21 procent daalt als een palliatief team meekijkt. Ook wordt de duur van een daadwerkelijke ziekenhuisopname met een derde gereduceerd, ervaren patiënten een grotere kwaliteit van leven en bestaat er een grotere tevredenheid onder naasten. Inzet van het TPT bespaart dus niet alleen kosten, maar levert ook een bijdrage aan de kwaliteit van leven en sterven van kwetsbare patiënten.’
Huisartsen over het TPT Fleur de Bruijn, Huisartspraktijken Craneveld, Venlo ‘We raadplegen het team met enige regelmaat. Onze praktijk bedient een wat oudere populatie met verhoudingsgewijs meer terminale patiënten. Dan loop je wat vaker tegen zaken aan waar we advies over willen hebben. Ik zou het echt missen als het team er niet was. Het is dan vaak veel omslachtiger om antwoorden op je vragen te krijgen.’ Marcel Crobach, Medisch Centrum Groenveld, Venlo ‘Ik consulteer het TPT zeker bij één op de twee palliatieve patiënten. Dat is een keer of vijf per jaar. Dat doe ik omdat ik de ervaring heb dat als ik over dingen twijfel, zij toch andere inzichten hebben dan waar ik zelf was opgekomen. Het is vaak een bevestiging van eigen beleid. Soms ook een eye opener om weer eens iets anders te proberen.’ Kwintez pag 11
Allergeneninformatie bij De Zorggroep nu digitaal
Door Paul Peijnenburg
Altijd weten wat je eet Eten is heerlijk, maar voor mensen met een allergie helaas niet altijd zonder risico. Tenzij ze de maaltijd nuttigen bij een van de ruim twintig horeca-uitspanningen van De Zorggroep. Want daar is sinds kort alle allergeneninformatie digitaal beschikbaar. Wil je dus niet alleen smakelijk maar ook verantwoord eten? Vraag de kok of ober even wat er in de gerechten zit. Ze kunnen het je precies vertellen. Sinds eind 2011 is de wet Verstrekking van Voedselinformatie van kracht. Deze gebiedt professionele aanbieders van voedingsmiddelen, waaronder zorginstellingen, informatie te verstrekken aan consumenten of er bij de bereiding gebruik is gemaakt van één of meer van de veertien ingrediënten die de meeste overgevoeligheidsreacties veroorzaken, waaronder melk, gluten, ei, vis, pinda, soja en schaal- en weekdieren. Per december 2014 moet bovendien die juiste allergeneninformatie voor onverpakte levensmiddelen en gerechten schriftelijk zijn vastgelegd, zodat de gast ernaar kan vragen.
Rompslomp Iedereen die zich met levensmiddelen bezighoudt, weet wat voor klus het is om actuele voedingsinformatie aan cliënten te kunnen vertrekken. Die info moest immers altijd worden opgevraagd bij de leveranciers, en vervolgens worden omgerekend naar de eigen recepten, waarvoor dan ook weer aparte informatie-etiketjes moesten worden gemaakt. Door het digitaliseren van de allergeneninformatie is deze rompslomp bij De Zorggroep nu verleden tijd. Harry Goumans, Projectmedewerker Eten en Drinken bij de afdeling Servicebedrijf van De Zorggroep, is enthousiast. ‘Met deze service aan onze gasten lopen we in zorgland voorop. Voor mensen met een allergie is het daarmee niet langer een gok om een van onze restaurants binnen te gaan. We hebben immers heel duidelijk in beeld wat er precies in de gerechten zit die we serveren. Wij willen niet dat onze gasten onnodig risico lopen. Dus hebben ze een vraag over de samenstelling van onze menu’s, dan krijgen ze van de medewerkers van onze restaurants een
duidelijk antwoord. Stel dat iemand niet tegen gluten kan. Dan kan de medewerker de gast vertellen welke verantwoorde keuze hij of zij uit het menu kan maken om toch heel lekker te eten. En dat geldt natuurlijk ook voor de andere voedselallergenen.’ Allergenenmenukaart Voor het digitaliseren van de allergeneninformatie ging De Zorggroep in zee met Ingrediënten Informatie Nederland, kortweg IIN. Dit bedrijf beschikt over de laatste informatie van voedingsmiddelenleveranciers en ontwikkelde handige toepassingen in de vorm van bijvoorbeeld een allergenenmenukaart waarop restaurantmedewerkers in één oogopslag kunnen zien hoe een product is samengesteld. Harry Goumans: ‘De toepassingen besparen de medewerker niet alleen veel tijd, ze dragen ook bij aan een tevreden gevoel bij de mensen die we in de restaurants van De Zorggroep aan tafel krijgen. In die zin creëren we gewoon ook wat toegevoegde waarde voor onze voedingsbewuste gasten.’ Het mag duidelijk zijn dat de implementatie van deze nieuwe service
bij De Zorggroep een behoorlijk klus is. Niettemin verliep alles volgens plan. Hierdoor is de digitale info vanaf deze maand in alle restaurants voorhanden. Bovendien hebben alle restaurantmedewerkers scholing gehad in de omgang ermee. Kleinschalig wonen Maar daar houdt het project volgens Harry Goumans niet op. De applicatie is immers ook uitstekend bruikbaar in kleinschalige woonvormen. ‘Inmiddels wordt aan aspirant-bewoners of hun naasten bij de intake gevraagd of ze voor bepaalde voeding allergisch zijn. Hiervan maakt de medewerker vervolgens een aantekening in het zorgdossier, zodat er bij de bereiding van de voeding rekening mee wordt gehouden. Je kunt je voorstellen dat digitale allergeneninformatie ook daar van grote waarde kan zijn. Bij de inkoop bijvoorbeeld, maar ook als er gewoon eens een lekker tussendoortje wordt gemaakt en je daar snel even wat boodschappen voor moet doen.’
In juli zetten directeur Frans Hochstenbach van Daily Fresh en Wouter van Soest, bestuursvoorzitter van De Zorggroep, hun handtekening onder een nieuw, driejarig samenwerkingscontract. Uiteraard zijn alle producten van de voedingsmiddelenleverancier terug te vinden in de allergenenapplicatie die IIN voor De Zorggroep ontwikkelde. pag 12 Kwintez
Professional in beeld Binnen De Zorggroep werken bijna zevenduizend zorgprofessionals en zo’n drieduizend vrijwilligers. In deze rubriek stellen wij enkele van hen aan u voor.
Deze keer: Marieke Janssen Programmaleider Kwaliteit & Veiligheid
Door Paul Peijnenburg
Marieke Janssen, programmaleider Kwaliteit & Veiligheid: ‘Soms denk ik dat de organisatie te bescheiden is.’
Eerst een gesprek dan pas systeemdenken ‘Mensen weer samen aan tafel om met elkaar te praten over de zorg. De afgelopen jaren verdween juist dat aspect, meer dan goed is. Dit leidde ertoe dat medewerkers die samen zorg dragen voor een meneer of mevrouw, niet geregeld sámen met die meneer of mevrouw en hun kinderen aan tafel zitten en vragen: “Wat wilt u nu graag, wat kan uw omgeving daarin betekenen, wat kunnen wij vanuit onze professie voor u doen en hoe gaan we dat allemaal zo goed mogelijk samen regelen?” Het systéém werd teveel leidend voor de zorg, terwijl zorg op alle niveaus juist mensenwerk is. Vanuit mijn functie wil ik het gesprek bevorderen en daarmee de kwaliteit van zorg.’ Ruim een jaar geleden stelde De Zorggroep Marieke Janssen aan als Programmaleider Kwaliteit & Veiligheid. Kort en goed is het haar taak om samen met collega’s een traject in te zetten waardoor cliëntvragen meer centraal staan, risico’s voor hen en medewerkers omlaag gaan en de organisatie op tijd weet wanneer iets goed of fout loopt zodat tijdig kan worden ingegrepen. ‘Een omvangrijke klus’, zo zegt ze, ‘met verschillende invalshoeken.
Daarom praat ik, dwars door de organisatie, met heel veel mensen. Je wilt immers met elkaar zoeken naar wat kwaliteit nu eigenlijk behelst en hoe je dat vervolgens organiseert. In mijn ogen is een kwaliteitsorganisatie het geheel aan kennis, inzichten, beleid, handelingen, gesprekken, systemen, overleggen en afspraken die er uiteindelijk toe leiden dat de cliënt zegt: “Ik krijg goeie zorg van fijne mensen”. Wij als Zorggroep moeten er vervolgens voor zorgen dat dit gebeurt met deskundige medewerkers, een auditsysteem, scholingen, coaching, beleid...’ Veilige zorg Ten aanzien van veiligheid voor medewerkers zijn volgens Marieke inmiddels goede stappen gezet. ‘Niet alleen maken we betere afspraken met onze ketenpartners, er is bovendien een werkgroep Veilige Zorg die als opdracht heeft om alle voorwaarden rond dat thema beter te regelen. Medewerkers willen graag deskundiger worden als het gaat om complex gedrag. Vanaf februari is er een steunpunt met allerlei opleidingen waarop mensen zonder enige belemmering kunnen intekenen. Bovendien zijn er quick scans beschikbaar waarmee je als team kunt zien waar je goed of minder goed in bent. Ook denken we na over
het ontwikkelen van veiligheidsapps. Samen met de medewerkers kijken en inventariseren we wat zij nodig hebben om veilig hun werk te kunnen doen.’ ‘Veiligheid, kortom, leeft enorm binnen onze organisatie. Medewerkers tekenen enthousiast in op de cursussen van het steunpunt. En veilig werken is niet alleen belangrijk voor medewerkers. Het leidt ook tot betere kwaliteit van zorg en minder risico’s bij de cliënten.’ Wakkerheid op risico’s Marieke begon in een grijs verleden als verpleegkundige in – vooral – de psychiatrie. Vervolgens deed ze Gezondheidswetenschappen en studeerde af in Ethiek. Voordat ze bij De Zorggroep in dienst trad werkte ze onder meer bij Schouten & Nelissen en bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). In die laatste hoedanigheid leerde ze De Zorggroep al eerder kennen. ‘Ik kwam er in 2013, nadat er in 2012 verscherpt toezicht was geweest, en deed er met collega’s controleinspecties. De algehele zorgkwaliteit van De Zorggroep kwam toen meer op orde. Er werkten ook toen al goede beleidsmedewerkers; de stukken deugden, waren actueel en sloten aan bij de landelijke richt-
lijnen. Bovendien werd er aan de inspecties meegewerkt. Kwam je bij een zorgteam, dan zaten de meeste cliënten en medewerkers goed in hun vel. Onderzocht je een zorgdossier, dan was dat vaak goed op orde. En eigenlijk is dat nu nog steeds zo. Daar komt bij dat er bij onze zorgmedewerkers, zeker na het verscherpte toezicht, nog meer wakkerheid is op risico’s en controles. Soms zo wakker, dat het de kwaliteit van leven raakt. Dat vraagt zoeken naar een nieuwe balans.’ Goede zaken ‘Soms denk ik’, zo vervolgt Marieke Janssen, ‘dat de organisatie te bescheiden is. Ik zou graag willen dat we met een paar mensen van De Zorggroep landelijk wat gaan vertellen over wat wij doen, en hoe we dat aanpakken. Delen en trots zijn. Want we ontwikkelen hier echt goede zaken waarmee we soms voorop lopen. Dat is nuttig, denk ik: verbinden met de buitenwereld. Dan zie je beter waar De Zorggroep voor staat. Waar wij voor staan.’
Kwintez pag 13
OOK
GRATIS
UITLEEN! Eén aanspreekpunt, zo geregeld!
Medipoint is de grootste aanbieder van zorg- en comforthulpmiddelen in Nederland. Of het nu gaat om advies, koop, huur of leen: bij Medipoint kunt u terecht met uw zorgvragen.
Samen maken we de toekomst Unica heeft een schat aan ervaring in de zorgsector en de gezondheidszorg. Met 16 vestigingen, van Groningen tot Maastricht, werkt Unica mee aan nieuwbouw en renovatie van ziekenhuizen, verzorgingshuizen en verpleeginstellingen. Onze kracht? Wij ontzorgen onze opdrachtgevers met innovatieve en duurzame oplossingen, optimale communicatietoepassingen en een comfortabel en vooral ook veilig werk- en woonklimaat. Zo maken we samen de toekomst.
www.unica.nl Unica Venlo Vasco da Gamaweg 2 Postbus 3188 5902 RD Venlo T (077) 46 77 000
Ik zoek een betrouwbare installateur die mij volledig kan ontzorgen...
Breman Maasland is een veelzijdige en ervaren installatiespecialist werkzaam voor onder meer de zorg, het onderwijs, de industrie en de vastgoedsector. Of het nu gaat om klimaatinstallaties, regeltechniek, gebouwbeheersystemen, service of onderhoud: Breman Maasland is uw installateur voor advies en uitvoering hiervan. U zult merken dat we bij Breman altijd een stapje harder lopen. Het verschil zit ‘m in kleine dingen, die groots aanvoelen. Benieuwd hoe dat werkt? Neem vrijblijvend contact op.
breman.nl
Breman Maasland De Giesel 23, Haelen T 0475 - 59 30 30 E
[email protected]
pag 14 Kwintez
Onze Medipoint | Groene Kruis winkels: Blerick, Drie Decembersingel 48 | Echt, Du Commerce 3 | Horst, Hoofdstraat 11 Panningen, Raadhuisstraat 114 | Roermond, Westhoven 5 Venlo, Tegelseweg 210 | Venray, Schoolstraat 7 | Weert, Vogelsbleek 10
NU OOK: AL EEN SCOOTMOBIEL HUREN VANAF € 1.- PER DAG! 088 - 10 20 100 www.medipoint.nl
Nieuw theepaviljoen in park Camillus
Het nieuwe theepaviljoen wil behalve cliënten en medewerkers ook omwonenden en dagjesmensen bedienen. Fase twee van de nieuwbouw bij Camillus nadert zijn voltooiing. Onderdeel hiervan is een gloednieuw theepaviljoen waar zowel cliënten, medewerkers als wandelaars van harte welkom zijn. Begin november wordt de uitspanning officieel in gebruik genomen. Ruim twee jaar is De Zorggroep bezig om het terrein van het voormalige verpleeg- en verzorgingshuis in Roermond een volstrekt nieuw zorggezicht te geven. In een eerdere fase maakte de verpleegstersflat al plaats voor vier groepswoningen voor kleinschalig wonen. Inmiddels leggen nijvere bouwlieden in de schaduw van de verpleeghuisflat, die op termijn wordt afgebroken, de laatste hand aan de bouw van drie woningen voor cliënten met een gerontopsychiatrische indicatie, en aan het theepaviljoen.
In het paviljoen komt een multifunctionele ruimte waarin medewerkers kunnen vergaderen, bezoekers kunnen worden ontvangen of familiefeestjes georganiseerd. Ook komt er een atelier ten behoeve van de dagbesteding. En natuurlijk krijgt het paviljoen een horecafunctie. ‘Het mooie is’, zo zegt Ellen Wilbers, teamleider Facilitair van De Zorggroep, ‘dat het theepaviljoen pal ligt aan een nieuwe wandelroute die de Gemeente Roermond door het fraaie park laat aanleggen. We verwachten dus dat niet alleen medewerkers en cliënten maar ook toeristen hun weg ernaartoe zullen vinden. Uiteraard is er ook een leuk terras.’ De nieuwe aanwinst van Camillus wordt gerund door professionals van De Zorggroep en vrijwilligers.
Colofon Kwintez is het magazine van De Zorggroep voor haar externe relaties. Het magazine verschijnt viermaal per jaar in een oplage van 4.000 exemplaren en wordt verspreid via controlled circulation. Overname van artikelen, of delen daarvan, is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de uitgever.
Advertenties Anny van Mosseveld De Zorggroep, PR & Communicatie Postbus 694, 5900 AR Venlo T 077 - 355 96 64 F 077 - 352 16 50 E
[email protected]
Uitgever De Zorggroep PR & Communicatie Postbus 694, 5900 AR Venlo T 077 - 355 96 64 F 077 - 352 16 50 E
[email protected] www.dezorggroep.nl
Redactie Nikit Rempkens (hoofdredacteur) Peter Hamerslag (eindredacteur) Paul Peijnenburg
ISSN: 1876-8385
Vormgeving en druk Marcand - reclame, marketing en vormgeving, Venlo
Realisatie Derix*Hamerslag, bureau voor redactionele producties, tekstwerk en communicatieadvies, Beek
Fotografie Mediafotografie Lé Giesen Archief De Zorggroep
Column
Vernieuwing, krimp en kansen Menigeen vindt de herfst de mooiste tijd van het jaar. De transitie naar een nieuw seizoen gaat dan immers gepaard met het prachtig verkleuren van de natuur. In de wetenschap dat na de daarop volgende koude periode er ook weer een fase van ontluiken en bloeien aanbreekt, kan ik me daar wel in vinden. Zo’n gevoel koester ik nu ook rondom de transitie waarmee de hele zorgsector momenteel van doen heeft, en meer specifiek rondom de veranderingen binnen De Zorggroep. Want hoe we het ook wenden of keren, we zitten in een fase van krimp. De overgang van ondersteuning thuis van de rijksoverheid (Wlz) naar de gemeenten (Wmo), doet zich wat dat betreft op dit moment het meest voelen. Medewerkers die zich al jaren met hart en ziel inzetten, zullen daardoor op zoek moeten naar een nieuwe baan. We helpen hen daarbij waar het kan en zien dat mensen onder druk soms mooie, nieuwe kansen vinden.
Actueel voorbeeld van dat laatste is de verbouw van het monumentale Beukenrode in Venray (gereed in 2017). Het voormalige verpleeghuis wordt weliswaar ingekrompen, maar tegelijk ook omgetoverd naar dertig moderne zorgstudio’s voor mensen met een lichamelijke aandoening. En de zeventig bewoners met dementie zijn inmiddels al verhuisd naar de iets verderop gelegen twaalf nieuwe groepswoningen in Vincentiushof. En de fase van ontluiken en bloeien? In dit blad kunt u lezen over onderwerpen als de invoering op enkele afdelingen van een elektronisch cliëntendossier, de bouw van een zorghotel in Roermond met daarbij een afdeling gerontopsychiatrie, de ontwikkeling van zorgpaden en een op 8 maart 2016 te organiseren symposium over onze wondpoli. Stuk voor stuk zaken waar wij (zomers) trots op zijn! Wouter van Soest Voorzitter Raad van Bestuur
Hoe zit het dan met mijn vergelijking met die prachtige herfstkleuren? Welnu, de transitie geven we handen en voeten door onze organisatie om te vormen. Daarbij gaat het om mensen, middelen en soms gebouwen. Mensen, omdat we meer en meer gaan werken met kleine zelfstandige teams. Zowel extra- als intramuraal draaien de pilots zo goed, dat verdere uitrol op stapel staat. Middelen, omdat we investeren in kennis, kunde en vaardigheden. Gebouwen, omdat we keer op keer nieuwe accommodaties weten te realiseren waarin dat kleinschalig werken – en wonen natuurlijk – mogelijk is.
Kwintez pag 15
Voor de beste oplossingen in HR, finance, BI, vastgoed en facilitair Kersten Hulpmiddelenspecialist Bij Kersten Hulpmiddelenspecialist hebben we niet alleen het breedste assortiment aan hulpmiddelen, we bieden ook de beste totaaloplossingen en service waarmee we u ontzorgen.
AAG is hét advies- en shared service center voor zorg en welzijn. AAG zorgt voor een optimale bedrijfsvoering met de beste oplossingen in HR, finance, BI, vastgoed en facilitair. Kijk voor meer informatie op www.aag.nl
Naast het leveren van hulpmiddelen bieden wij ook uitstekende diensten zoals: onderhoud, depotbeheer en nog veel meer.
Payroll & HRM Services - Financial Services Vastgoed & Facilitair - Informatiemanagement 073 - 640 97 77
www.aag.nl
Kijk voor het volledige aanbod op:
Samen succesvol
Kerstenzakelijk.nl
Adv_190 x 125_Kwintez_Opmaak 1 19-03-13 15:38 Pagina 1
6 - advertentie Kwintez AAG.indd 1
6-3-2015 15:20:59
wonen I werken I onderwijs I zorg I vrije tijd
Aandacht Bouwbedrijven Jongen • Aannemersbedrijf Jongen BV, Landgraaf • Aannemersbedrijf Louis Scheepers BV, Roermond • Aannemersbedrijf Jongen Venlo BV, Venlo • Bouwontwikkeling Jongen BV, Maastricht-Airport www.bouwbedrijvenjongen.nl
een
onderneming
Bouwen voor mensen