Veel gestelde vragen Banenstelsel Schiphol
Inzet SchipholOostbaan
januari 2015 Versie 1.1
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan
1. Algemeen Schiphol beschikt over vijf lange start- en landingsbanen en één kortere en is een knooppunt van een wereldwijd netwerk van verbindingen. Die functie van een transferluchthaven of hub betekent dat er op meerdere momenten van de dag veel binnenkomend verkeer is en wat minder uitgaande vluchten en andersom. Tijdens deze zogenoemde piekuren worden wel meer dan honderd vluchten per uur afgehandeld. Om de overlast voor de omgeving waar mogelijk te beperken zijn wettelijke regels vastgesteld voor het gebruik van het banenstelsel. Sommige banen mogen niet uit alle richtingen worden gebruikt of zijn gedurende de nacht gesloten. In het filmpje https://www.youtube.com/watch?v=gsEk77yNF2o is te zien hoe het banenstelsel van Schiphol in de praktijk werkt.
2. Waarom deze vragen en antwoorden? Bij Bewonersaanspreekpunt Schiphol (Bas) worden vragen beantwoord over het inzetten van start- en landingsbanen. Het gebruik van de Schiphol-Oostbaan is regelmatig onderwerp in deze vragen. Bas probeert daar dan zo adequaat mogelijk antwoord op te geven. Omdat we zien dat er vaak dezelfde vragen worden gesteld, vindt u hieronder de meest gestelde vragen en antwoorden.
1
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan
3. Vragen & antwoorden Vraag Hoe wordt de inzet van een baan of baancombinatie bepaald?
Antwoord Bij de afhandeling van het luchtverkeer staat de veiligheid voorop. Dat geldt ook voor het gebruik van de start- en landingsbanen. Of een baan kan worden aangeboden voor starten of landen hangt af van de wind, het zicht, de conditie van de baan en de stroefheid. Ook de * beschikbaarheid en de nauwkeurigheid van het Instrument Landing System (ILS), waarmee ook bij slecht zicht landingen kunnen worden uitgevoerd en de verlichtingsapparatuur kunnen bepalend zijn of een baan al dan niet kan worden aangeboden. Bij het vaststellen welke van de banen of baancombinaties die beschikbaar zijn, ook daadwerkelijk worden ingezet wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde preferentietabel. In deze tabel is vastgelegd welke baancombinatie gegeven de actuele omstandigheden gebruikt kan worden. Dit houdt in dat bij voorkeur een combinatie van banen wordt aangeboden, die zo min mogelijk mensen hindert. Dit systeem werkt als volgt: van de banen die voor gebruik beschikbaar zijn, wordt een combinatie samengesteld waarvan steeds die banen de voorkeur genieten die het minst overlast bezorgen. De combinaties bestaan overdag uit twee startbanen en één landingsbaan of twee landingsbanen en één startbaan al naar gelang er meer startend of landend verkeer is. In de nachtelijke uren is één startbaan en één landingsbaan in gebruik. Welke van de beschikbare banen uiteindelijk voor vertrekkende vliegtuigen worden gebruikt, hangt dus af van overwegingen ten aanzien van veiligheid, capaciteit en geluidhinder. De regels die gelden voor het gebruik van het banenstelsel zijn vastgelegd in het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol. In het filmpje is te zien hoe het banenstelsel van Schiphol werkt. https://www.youtube.com/watch?v=gsEk77yNF2o * Het instrument landing system (ILS) is een radionavigatiesysteem waarmee in de luchtvaart een precisienadering op een landingsbaan kan worden uitgevoerd. Het is een instrumenten-naderingssysteem dat de piloot een nauwkeurig beeld geeft van de positie van zijn toestel ten opzichte van de ideale koerslijn en daalhoek naar een landingsbaan. ILS maakt landingen bij (zeer) slechte zichtcondities en automatische landingen mogelijk.
Wanneer wordt de Schiphol-Oostbaan ingezet?
Tijdens reguliere omstandigheden wordt de Schiphol-Oostbaan (22) ingezet als baan om het niet-commerciële verkeer op af te handelen (zoals voor de kleine luchtvaart, zakenvliegtuigen, Luchtvaartpolitie en Traumahelikopter).
1
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan De Schiphol-Oostbaan wordt dan ingezet in aanvulling op de baancombinatie die op dat moment wordt gebruik voor het commerciële vliegverkeer. De Schiphol-Oostbaan mag eventueel voor commercieel verkeer in worden gezet als de weersomstandigheden daar aanleiding toe geven, bijvoorbeeld bij krachtige tot harde wind uit zuidwestelijke richting. In sommige gevallen wordt de baan ook als secundaire baan ingezet. Mag de Schiphol-Oostbaan ’s nachts gebruikt worden?
In principe is dat niet toegestaan. De Schiphol-Oostbaan is gesloten tussen 23.00 – 06:00 uur. In de Wet Luchtvaart is vastgelegd dat de Schiphol–Oostbaan alleen in uitzonderlijke gevallen in de nacht mag worden gebruikt. Daar moet dan altijd ontheffing voor worden aangevraagd bij de Inspectie voor Leefomgeving en Transport. Meer informatie over de inspectie is te vinden op: www.ilent.nl
Is het wel veilig om op de Schiphol-Oostbaan landen bij dergelijke harde wind?
Bij de afhandeling van het luchtverkeer staat de veiligheid voorop. Dat geldt ook voor het gebruik van de start- en landingsbanen. Banen worden dus alleen ingezet als dat veilig kan. Voor de toewijzing van banen en baancombinaties gelden strenge operationele procedures. Deze procedures dragen zorg voor veilige afhandeling van het luchtverkeer, op de luchthaven en in het luchtruim. Ook de milieuregelgeving die geldt voor het gebruik van Schiphol is in de procedures verwerkt.
Waarom is het weer zo belangrijk voor het baangebruik?
Vliegtuigen landen en starten tegen de wind in. Daardoor zijn voor de inzet van de start- en landingsbanen de windrichting en –sterkte bepalend. Ook het zicht is een belangrijke factor. De zichtcondities worden bepaald door de hoogte van de onderkant van het wolkendek (verticaal zicht) en het horizontale zicht dat verkeersleiders en vliegers minimaal nodig hebben. Bijzondere weersomstandigheden zoals onweersbuien, sneeuw, zeer harde windvlagen en mist kunnen uit het oogpunt van veiligheid voor verdere beperking zorgen van het gebruik van het banenstelsel.
Waarom zijn windsnelheid en windrichting bepalend voor het baangebruik?
Vliegtuigen landen en starten tegen de wind in. Landen en starten met een beperkte mate van zijwind is mogelijk. Hoeveel zijwind een vliegtuig bij de start of landing kan hebben hangt af van het type, het gewicht, de hoek van de wind ten opzichte van het vliegtuig en de actuele lokale omstandigheden.
2
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan Om voldoende snelheid te kunnen maken hebben vliegtuigen een bepaalde baanlengte nodig. Uit het oogpunt van veiligheid wordt op Schiphol een limiet voor de sterkte van de zijwind aangehouden. Wanneer de zijwind meer dan 20 knopen is (is 10 meter per seconde) op een start- of landingsbaan, mag de luchtverkeersleiding die niet als hoofdlandingsbaan inzetten. LVNL is verplicht om altijd tenminste één baan onder deze zijwindlimiet aan te bieden aan de piloten. Een zijwindlanding staat in de luchtvaart voor een landing van een vliegtuig bij een aanzienlijke wind dwars op de landingsbaan. Vliegtuigen zijn gewoonlijk ‘richting stabiel’; ze hebben de neiging om de richting te zoeken met de neus in de wind. Alle vliegtuigtypen hebben zogeheten crosswind limieten. Bij het toewijzen van start- en landingsbanen wordt rekening gehouden met de hoeveelheid crosswind. Op Schiphol hanteert men een criterium van twintig knopen crosswind voor het vaststellen van de hoofdstart- en hoofdlandingsbaan. Op de eventuele tweede start- en/of landingsbaan kan een grotere crosswind voorkomen, waarbij het accepteren van de grotere crosswind de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de piloot is.
3
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan Waarom is het zicht belangrijk voor de inzet van de banen?
Voor vliegers en luchtverkeersleiders is goed zicht van groot belang. Verkeersleiders kunnen dan gebruik maken van hun visuele waarnemingen om vliegtuigen te * separeren . Als dat zicht beperkt is, door bijvoorbeeld laaghangende bewolking, wordt de separatieafstand tussen de vliegtuigen vergroot. In principe zijn twee elementen van belang: het zicht en de zogeheten wolkenbasis (de hoogte tot de onderkant van de bewolking). Hoe minder zicht en/of hoe lager de wolkenbasis, hoe strakker de regels worden voor vlieger en verkeersleider. Belangrijke criteria op alle luchthavens zijn: • Als het zicht meer is dan vijf kilometer en de wolkenbasis hoger is dan 1.000 voet zijn er geen extra maatregelen nodig; • Als het zicht meer is dan 1.500 meter maar minder dan vijf kilometer en/of de wolkenbasis hoger is dan 300 voet maar lager dan 1.000 voet, zijn aanvullende maatregelen nodig om het vliegverkeer te regelen. Visuele naderingen zijn in deze situatie niet meer toegestaan en bij afhankelijke baancombinaties gelden specifieke procedures; • Als het zicht minder is dan 1.500 meter en de wolkenbasis lager is dan 300 voet is er sprake van Beperkt Zicht Omstandigheden (BZO), waarbij de vlieger en/of de verkeersleider geen goede visuele waarnemingen meer kunnen doen op vliegbewegingen op en rond het luchthaventerrein. Tijdens BZO worden verschillende voorzorgsmaatregelen omwille van veiligheid getroffen: de start- en landingsbanen worden extra beveiligd door stopbars bij de op- en afritten, de separatie tussen vliegtuigen wordt vergroot, het baangebruik en de capaciteit worden aangepast op ** basis van de actuele zichtwaarden, werkzaamheden in de manoeuvring area worden beperkt of stopgezet en vliegers worden actief begeleid bij het taxiën op de luchthaven. De zichtomstandigheden spelen dus een belangrijke rol bij het bepalen van de baancombinaties. Hoe minder het zicht, hoe groter de onderlinge afstand die tussen vliegtuigen tijdens de nadering moet worden aangehouden. Vliegtuigen kunnen met behulp van het Instrument Landing System een precisielanding maken. Ook bij mistomstandigheden kan daarmee, al dan niet automatisch, worden geland. *
Separatie is de horizontale of verticale tussenruimte tussen vliegtuigen.
**
Terminal maneuvering area is een begrip dat wordt gebruikt in de luchtvaartnavigatie en de luchtverkeersleiding. Het wordt in de praktijk afgekort als TMA. In een TMA wordt behalve naderend verkeer naar een vliegveld ook vertrekkend vliegverkeerverkeer vanaf een vliegveld gecontroleerd, en daarnaast luchtverkeer dat de TMA doorkruist.
4
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan
Wanneer er op twee banen wordt geland, kan er sprake zijn van een baancombinatie waarbij het gebruik van de ene baan het gebruik van de andere baan beïnvloedt. Bijvoorbeeld de combinatie landen 18C en starten 24. Dan is er sprake van afhankelijk baangebruik. Bij afhankelijk baangebruik kan niet volledig worden uitgesloten dat vliegtuigen die hun nadering afbreken en een zogenoemde doorstart maken, in het vliegpad komen van een startend vliegtuig van de andere baan. Daarom mogen afhankelijke baancombinaties alleen worden gebruikt bij voldoende zicht, zodat de luchtverkeersleiding ziet of het vliegtuig daadwerkelijk geland is voordat hij een startklaring geeft. Vliegers en verkeersleiders zien tevens mogelijk onveilige situaties aankomen en kunnen indien nodig direct ingrijpen. Afhankelijke baancombinaties voor landende vliegtuigen mogen alleen worden gebruikt wanneer de wolkenbasis niet lager is dan 1000 ft (ongeveer 330 meter) en er een horizontaal zicht is voor verkeersleiders en vliegers van minimaal vijf kilometer. Deze regels gelden ook voor alle baancombinaties, dus ook bij inzet van 2 startbanen. Wat is een preferentievolgorde?
Schiphol beschikt over 5 lange banen en een kortere baan, die in veel verschillende combinaties kunnen worden ingezet. Er is een preferentietabel afgesproken aan de Alderstafel. In deze tabel is vastgelegd welke baan- of baancombinatie moet worden gebruikt, gegeven de actuele omstandigheden. Het doel daarvan is om die combinatie te gebruiken waar zo min mogelijk omwonenden hinder van kunnen beleven. De luchtverkeersleiders houden de volgorde van de preferentietabel aan bij de bepaling van te gebruiken baancombinaties.
Is deze volgorde het hele jaar door hetzelfde?
De preferentievolgorde is het hele jaar door hetzelfde, omdat dit is afgesproken aan de Alderstafel.
Hoe ziet die preferentietabel er uit?
Er zijn 2 preferentie tabellen; 1 voor de dag periode tussen 06.00 – 23.00 en 1 voor de nachtperiode tussen 23.00 – 06.00.
5
Toelichting inzet Schiphol-Oostbaan
Dagperiode:
Nachtperiode:
6