MAGAZINE
Magazine over de Nederlandse nationale parken
INVESTEREN IN KWALITEIT nr 10 DECEMBER 2011
COLOFON
VOORWOORD
Green Key Uitgever Samenwerkingsverband Nationale Parken
Redactieraad Coby Adema (IVN), Imke Boerma (Staatsbosbeheer), Hugo Eekhof (Nationale Parken De Alde Feanen en Schiermonnikoog), Gerrit van Ommering (Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie), Carolien Vader (De Bladendokter)
Hoofdredacteur Jan-Willem Sneep
Bladmanager Bart Borsje
Redactie Petra Davids (eindredactie), Karin de Graaff, Mirjam Jochemsen, Hans Reijke, Bart Siebelink, Carolien Vader, Nico van der Wel, Ellen Zoetmulder
Fotografie Lars Soerink / VILDA (tenzij anders vermeld)
Coverfoto’s Nationaal Park Veluwezoom
Redactieadres Samenwerkingsverband Nationale Parken Prinses Beatrixlaan 2, 2595 AL 's-Gravenhage
De nationale parken zetten zichzelf steeds beter op de kaart met duurzaamheid en professionalisering. Als u dit blad leest, begrijpt u waarom ik deze stelling gerust aandurf. Laten we beginnen met duurzaamheid. Dit heeft in veel parken vaste vorm gekregen, vaak op inspirerende wijze. Wat te denken van het nieuwe glazen bezoekerscentrum in Maasduinen dat door de zon verwarmd wordt en via het grondwater gekoeld? Of het bezoekerscentrum Dwingelderveld waar water uit eigen bron gedronken wordt? Of de lichtbesparing op Schiermonnikoog? Het eiland heeft inmiddels de saillante reputatie verworven van Nederlands donkerste plek. Let wel: we praten hier niet over idealistische luchtkastelen, maar over nuchtere ingrepen die direct effect hebben op de economische bedrijfsvoering. De besparing van 15.000 euro door een andere manier van afvalverwerking in Nationaal Park De Hoge Veluwe liegt er bijvoorbeeld niet om. Goed voorbeeld doet goed volgen. De stap naar de omringende recreatieve ondernemers en aanverwante organisaties is niet groot meer. Daar vigeert de Green Key als het milieukeurmerk voor ondernemers die serieus werk maken van het terugdringen van hun gas-, water- en elektriciteitsverbruik of die hun afvalstromen weten in te dammen. Nog mooier wordt het wanneer mensen door een bezoek aan een nationaal park geïnspireerd worden om de ecologische voetafdruk van hun eigen huishouden te verkleinen. Een duidelijke stap in de goede richting is de verkoop van streekproducten. Etenswaar waarvoor geen CO2-producerende transportkilometers zijn gemaakt. Of ‘eerlijke’ bouwmaterialen uit het eigen gebied. Een ander terrein waarop de nationale parken zich bewijzen, is kwaliteitscriteria. Een grondige methode van zelfreflectie laat steeds duidelijker zien wanneer je het als park goed doet en wanneer niet. De provincies, die het natuurbeheer als taak overgedragen krijgen van het Rijk, hebben immers heldere meetlatten nodig. De rijksoverheid heeft zo goede instrumenten in handen om de eindverantwoordelijkheid voor het natuurbeheer te kunnen blijven dragen. Het gaat immers om ons nationaal natuurlijk erfgoed. Joke Kersten voorzitter stichting samenwerkingsverband nationale parken
[email protected] / www.nationaalpark.nl
Distributie Het NP-magazine wordt gratis verspreid onder politici, bestuurders, beleidsadviseurs en partners van het Samenwerkingsverband Nationale Parken.
Drukwerk en vormgeving Aktief bv, Den Haag
Oplage 3.500 exemplaren
Copyright 2011 Overname van artikelen is onder bronvermelding Het NP-magazine is financieel mogelijk gemaakt door:
Foto Bart siebelink
Dit magazine is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier
toegestaan.
Discussieer mee in onze LinkedIn groep Nationale Parken!
INHOUD
Wanneer doe je het goed als nationaal park?
4
Kwaliteitscriteria doen hun intrede in de parken. Die beperken zich niet tot natuurbescherming. Ook recreatie, educatie, voorlichting en management worden straks meet- en beoordeelbaar. Onze natuurjuwelen onder de loep.
Lauwersmeer profileert zich als vogelparadijs
7
Nationaal Park Lauwersmeer opende recentelijk een nieuw activiteitencentrum dat nu al bruist. Beheerder Guido Lek en IVN- coördinator Jörgen de Bruin delen hun ambitieuze toekomstplannen.
Geslaagde themadag tussen de koeien
8
In het buitenland kun je in vele nationale en regionale parken duurzame streekproducten kopen. In Nederland is het aanbod zeer beperkt. Tijdens de workshop ‘Een nationaal park met smaak’ op zuivelboerderij De Weerribben verkennen vertegenwoordigers van de parken de kansen om deze nieuwe markt aan te boren.
Groen, groener, groenst De nationale parken timmeren hard aan de weg met duurzame initiatieven. Sommige parken lopen enorm voor met energiebesparing in hun bedrijfsvoering. En wie echt kiest voor duurzaam beheer, gaat voor het internationale milieukeurmerk ‘The Green Key’.
12
“Educatie moet fun zijn” Tegenwoordig gaan scholieren op pad met GPS en hun iPod. Kinderen willen niet alleen leren over de natuur, maar buiten vooral plezier hebben. Hoe waarborg je de kwaliteit van goede natuureducatie? IVN-coördinatoren Saskia van Dalen en Rob Vereijken over nieuwe succesvolle natuureducatieprogramma’s.
18
& VERDER Voorwoord 2, Park in beeld: Veluwezoom 10, Nieuws uit de nationale parken 16, Project in beeld 20
np magazine 3
Kwaliteitsimpuls
Wanneer doe je het goed als nationaal park? TEKST Bart Siebelink
Hoe wegen we de parels van ons natuurlijk erfgoed? Dat vraagt om kwaliteitscriteria op het gebied van natuurbescherming, recreatie, educatie, voorlichting en management. Hamvraag: Hoe kun je van al deze aspecten de kwaliteit meten en bewaken?
D
e behoefte aan houvast is groot. Niet alleen in Nederland, waar momenteel een nieuw subsidiestelsel voor natuurbeheer wordt geschoeid op een leest van controleerbare en meetbare kwaliteitscriteria. Maar ook op de internationale Europarc conferentie 2011 in het Duitse Schwabische Alb Biosphere Reserve, waar vertegenwoordigers van honderden Europese nationale parken elkaar opzochten om te praten over dit thema. De aandacht voor kwaliteitscriteria op deze conferentie komt niet uit de lucht vallen, maar vloeit voort uit het biodiversiteitsverdrag van Rio de Janeiro, waar Nederland zich in 1992 bij aansloot. Doelstelling 4.2 van dit verdrag verplicht de deelnemende landen tot ‘het ontwikkelen en invoeren van een methode om de effectiviteit van het management van beschermde gebieden te evalueren en te verbeteren’.
Duitsland en Spanje
Bij het uitvoeren van deze doelstelling is kwaliteit het grote sleutelbegrip. Duitsland en Spanje blijken voorlopers op het gebied van het meten en waarborgen van deze kwaliteit. Dat illustreert bijvoorbeeld het Duitse rapport 'Quality criteria and standards for German national parcs' van Nationale Naturlandschaften. Deze blauwdruk van de ideale parkorganisatie spreekt zich per vakgebied in zeer concrete bewoordingen uit over de kwaliteitscriteria. Zo staat er bij het vakgebied ‘Communicatie’ onder
4 np magazine
‘Boodschap’: In alle communicatie-uitingen staat het onderscheidende kenmerk van het betreffende park centraal. De uitingen zijn gericht aan specifieke doelgroepen, hebben een bepaalde diepgang en prikkelen ook emotioneel. En bij ‘Huisstijl’ staat (vrij vertaald): Deze is volgens een eenduidige handleiding, die elk park op alle uitingen toepast. Zodat altijd duidelijk is dat het park deel uitmaakt van het merk ‘Nationale Naturlandschaften’.
“Nationale parken zijn ideaal als platform om beslissingen integraal te beoordelen.” Ook Regionale Ontwikkeling telt mee als vakgebied. Een voorbeeld uit het Duitse rapport: “De positieve effecten van een nationaal park voor de regio moeten regelmatig worden onderzocht door het imago te testen bij omwonenden en bezoekers.”
Zelfreflectie
Nederland zet zijn eerste schreden op het vlak van kwaliteit met een commissie Zelfreflectie, die de nationale parken bezoekt en processen in kaart brengt. De procedure en werkwijze valt enigszins te vergelijken met de audit die steeds vaker wordt gezien als graadmeter van professionalisering in
illustratie bart siebelink
bedrijven en organisaties. De nationale parken Alde Feanen en Wieden-Weerribben hebben zich al gemeld bij de commissie. “Dat hebben ze vrijwillig gedaan. Er is geen boete, straf of plicht als je niet meedoet. De prikkel is uitsluitend positief”, zegt directeur Jan Willem Sneep van het Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP). “Het heeft voor een parkorganisatie allerlei voordelen om aan professionele zelfreflectie te doen. Zo biedt de commissie een structuur om jezelf te evalueren en om bij te leren.”
Ecologische kwaliteit
Naast de aanpak via de Commissie Zelfreflectie, is er binnen het natuurbeheer nog een andere, minder vrijblijvende ontwikkeling die kwaliteitscriteria relevant maakt. Het rijk draagt de verantwoordelijkheid voor natuurbeheer namelijk over aan de provincies. Dit gaat gepaard met een nieuw subsidiestelsel dat gelijke behandeling en controleerbaarheid moet waarborgen. Waar terreinbeheerders voorheen verschillende terminologieën hanteerden voor hun natuurdoelen, is nu de Index Natuur en Landschap vastgesteld die een zestigtal verschillende typen van natuurbeheer kent. Deze gelden als basis voor subsidies en als uitgangspunt bij het beoordelen van de effectiviteit van het beheer.
Eerlijker
“Deze nieuwe benadering is eerlijker dan voorheen”, vindt landschapsecoloog Piet Schipper van
Staatsbosbeheer. Hij is lid van de werkgroep die kwaliteitscriteria ontwikkelt. “Vroeger kwam het geregeld voor dat je als natuurbeheerder enorm je best deed, maar toch je subsidie misliep omdat er bijvoorbeeld een aantal kritieke soorten uit het zogenoemde ‘pluspakket’ ontbraken. Heel vaak lag de oorzaak bij externe factoren waar de
Kwaliteitsimpuls concreet Wat is er gebeurd met de 120 miljoen euro, waar het SNP vier jaar geleden in een manifest om vroeg? Lees het in de zojuist verschenen brochure: ‘Resultaten van het Manifest Natuurkwaliteitsimpuls Nationale Parken’.
Een tipje van de sluier: • NP Dwingelderveld Herstel waterhuishouding in volle gang • NP Zuid-Kennemerland “Met een 9-to-5-mentaliteit lukt het niet” • NP Utrechtse Heuvelrug Nu er ecoducten komen, ligt uitbreiding in het verschiet. • NP Maasduinen Natuurherstel nadert voltooiing • NP Loonse en Drunense Duinen Het zand mag weer stuiven www.nationaalpark.nl
np magazine 5
foto Bart siebelink
Kwaliteitsimpuls
Jan-Willem Sneep, directeur SNP
Jan Willem Sneep
“Het heeft allerlei voordelen om aan professionele zelfreflectie te doen.” beheerder nauwelijks tot geen invloed op heeft, zoals bijvoorbeeld een te laag waterpeil, een te hoge stikstofconcentratie of een te geïsoleerde ligging van het betreffende natuurgebied waardoor soorten het niet kunnen bereiken. Maar daar hield het subsidiebeleid geen rekening mee. Met als gevolg dat natuurbeheerders ‘op safe’ gaan spelen door hun inspanningen te beperken tot het niveau dat vereist was voor het basispakket. Dat leidt dus niet tot de gewenste kwaliteitsimpuls voor de natuur.” De nieuwe kwaliteitsindicatoren houden hier wel rekening mee. Schipper: “Ze zijn verdeeld in vier categorieën waarbij, naast flora en fauna, structuur ook de abiotiek en de ruimtelijke kwaliteit en mate van natuurlijkheid worden meegewogen.
Certificering
Het nieuwe subsidiestelsel wil de kwaliteit borgen door een certificering in te voeren voor natuurbeherende organisaties. Om voor het certificaat in aanmerking te komen, moeten bijvoorbeeld bedrijfsprocessen op orde zijn. Via het certificaat laat de overheid zien vertrouwen te hebben in de beheerder. Deze kan op zijn beurt eenvoudiger subsidies aanvragen, wat moet leiden tot minder administratie.” Hoewel een natuurbeheerder niet hetzelfde is als een nationaal park, werken beide aan kwaliteitscriteria. “Een zeer welkome ontwikkeling”, meent Schipper.
6 np magazine
“Nationale parken zijn ideaal als platform om beslissingen integraal te beoordelen. Ik bedoel dat, behalve de belangen van de natuur zelf, ook die van recreatie en voorlichting worden meegewogen. Ik kan me namelijk enorm storen aan situaties waarbij langs elkaar heen wordt gewerkt of waarbij een project vanuit een deelbelang wordt uitgevoerd. Waar dat toe kan leiden? Fietspaden die blank staan omdat het waterpeil is verhoogd. Of een bezoekerscentrum op de rand van een rustgebied. Dat soort dingen kunnen efficiënter. We praten per slot van rekening over gemeenschapsgeld.” Over gemeenschapsgeld gesproken, signaleert Jan-Willem Sneep een zorgwekkende trend. “Het zal steeds minder vanzelfsprekend worden dat we in Nederland natuurgebieden hebben. Maar dat besef is nog niet in brede kring doorgebroken. Daarom moeten we blijven werken aan de zichtbaarheid van het stelsel van nationale parken. We identificeren ons als land weliswaar trots met ons nationaal cultureelen industrieel erfgoed, maar nog niet met ons nationaal natuurlijk erfgoed, waar de twintig nationale parken de parels van zijn.”
voorlichting en educatie
Lauwersmeer profileert zich als vogelparadijs Tekst mirjam jochemsen
Het geplande bezoekerscentrum in Nationaal Park Lauwersmeer ‘staat in de ijskast’, aldus IVN-coördinator Jörgen de Bruin. Maar een nieuw activiteitencentrum is er wél. Volgens Guido Lek van Staatsbosbeheer doet dit centrum wat de naam belooft: het bruist er van de bedrijvigheid.
E
en voormalige werkschuur van Staatsbosbeheer is afgelopen juni omgedoopt tot activiteitencentrum. Het interieur is sober: een koffieautomaat, een werktafel met banken, wat kaart- en foldermateriaal. Er is een schitterende film te zien over de natuur in dit nationaal park. Buiten is veel te beleven: een open houten paviljoen met vuurplaats, een vijver, een speelbos en picknicktafels. Met een schepnetje ontdekken biologen-in-de-dop het waterleven in de vijver. In het speelbos wordt naar hartenlust in bomen geklommen en er liggen genoeg takken om hutten van te bouwen. Ouders met kinderen en scholen maken graag gebruik van het terrein, ook buiten de openingstijden van het centrum.
vooral met eigen lesmateriaal, maar Lek zou er graag specifieke gebiedskennis aan toevoegen. “En daar zou iets tegenover mogen staan in financiële zin. Dat geldt ook voor het gebruik van de ruimte door groepen – scholen, verenigingen, bedrijven – voor ‘vergaderen in het groen’. Verder zou ik, als we het geld kunnen vinden, graag vaker open zijn.” Er zijn uitgewerkte plannen voor een echt bezoekerscentrum, met meer informatie, tentoonstellingsruimte, een winkeltje. Hiervoor wordt intensief samengewerkt met een ondernemer in de buurt. “Maar helaas zijn deze plannen voorlopig geparkeerd vanwege de aangekondigde bezuinigingen”, constateert Jörgen de Bruin.
Leren over vogels
www.np-lauwersmeer.nl
fOTO jan bosch
Deze plek is het kloppend hart voor de activiteiten die IVN en Staatsbosbeheer in het nationaal park samen organiseren. Het gebied is een paradijs voor vogels en zo wil het park zich ook graag profileren. In het activiteitencentrum gaven al enkele vogeldeskundigen een lezing. Ook start hier het Natuurpad: een wandeling door de natte duinvalleitjes met per seizoen wisselende informatieborden. Guido Lek denkt na over uitbreiding van het aanbod. “Het is nog een beetje aftasten. Wat willen mensen? Ik zie wel iets in een thematische aanpak: ‘de vogel van de maand’. Daar kun je een lezing of een excursie aan vastknopen. Ook kunnen we onze ervaring en deskundigheid inzetten voor leerlingen van basis- en middelbare scholen.” Tot nu toe werken leerkrachten
np magazine 7
Recreatie
Geslaagde themadag tussen de koeien TEKST Karin de Graaff
Gastheer Klaas de Lange van de zuivelboerderij is een goed voorbeeld van iemand die zijn streekproduct stevig in de markt heeft gezet. Op de SNPthemadag “Een nationaal park met smaak” was hij een van de sprekers. De conclusie is duidelijk: verkoop van streekproducten heeft potentie.
D
e Lange heeft als ondernemer in Nationaal Park Weerribben-Wieden te maken met gemeente, provincie, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Zijn stelregel bij de communicatie met alle partijen is helder: Blijf in gesprek. “Zeg wat je doet en wees duidelijk. Ook richting je klanten. Wij vertellen dat we een productiebedrijf zijn, maar dat doen we wel met oog voor de natuur en het landschap.” Spreker Hans Nijland, vakgroep multifunctionele landbouw LTO Noord, beaamt dit: “Zeker met een natuurgebied in de nabije omgeving is er meerwaarde te behalen.”
Een hele omschakeling
Nationaal Park met smaak
foto NP oosterschelde
Een themadag over regionale producten als verbinding tussen nationaal park en agrarische omgeving. Sprekers: Joke Kersten (Voorzitter SNP) Klaas de Lange (Weerribben Zuivel) Hans Nijland (LTO Noord) Adri Ooms (Week van de Smaak) Bouwe Ruiter (De Landbouwe) Mike Pugh (Forest of Bowland) De themadag vond op 13 oktober 2011 plaats in zuivelboerderij De Weerribben in het Nationaal Park De WeerribbenBezoekerscentrum Wieden.
8 np magazine
Nijland vindt streekproducten een goed middel om natuur en landbouw te verbinden. Binnen de landbouw zijn er drie groepen agrariërs: stoppers, doorgroeiers en verbreders. Verbreders zijn agrariërs die over zijn gegaan op multifunctionele landbouw. Denk hierbij aan kinderopvang ‘bij de boer’, toerisme en recreatie, boerderijeducatie, productie en afzet. Of, zoals bij Nijland, een zorgboerderij. “Let wel, naast deze activiteiten is men ook nog agrarisch ondernemer. Grootste verschil met primaire sectoren zoals de melkveehouderij is het rechtstreekse contact met de consument en bezoeker. Een hele omschakeling voor iemand die vroeger alleen de melkwagenchauffeur op zijn erf kreeg! Uit dat nieuwe contact vloeit een diepere beleving van de landbouw voort. Het vraagt om een andere manier van denken en dat is hard nodig wil je je aanbod verbreden. In het buitenland is men chauvinistischer, waardoor er meer aandacht is voor streekproducten.” Workshopdeelnemer Nico Driessen, IVN-coördinator in het Drents-Friese Wold, merkt op dat in andere landen het landschap en de inwoners meer met elkaar vervlochten zijn. “Juist omdat Nederland zo klein is, is de natuur afgebakend. Wij moeten leren buiten de grenzen van een park te kijken.”
Wettelijk verplicht in de UK
Dat verschil met Nederland onderstreept spreker Mike Pugh. Hij is business development officer in Forest of Bowland, dat gelegen is ten noordoosten van Blackpool. Pugh vertelt dat zij bij wet verplicht zijn om ook de verkoop van plaatselijke agrarische producten te stimuleren. “In Bowland bieden supermarkten allerlei streekproducten aan.” Het gebied richt zich sinds de economische neergang meer op toeristen. In 2009 werd een handelscoöperatie met 82 ondernemers opgericht. Deze coöperatie, Bowland Experience, voert een speciaal keurmerk, promoot het gebied, geeft toeristische informatie, trainingen en uitwisselingsprogramma’s. Inmiddels is de werkgelegenheid verdubbeld. Integratie is het sleutelwoord, concludeert deelnemer Marjan Dunning (NP Dwingelderveld). “Echter, als nationaal park ben je faciliterend gastheer met een adviserende rol. Projectmatig aanpakken kan, mits goed onderbouwd. Samen
foto NP Weerribben-Wieden
“We denken aan een ‘Hei Tea’ met streekproducten voor bezoekers” met onze gastheren organiseerden we een ‘heidepicknick’ voor hun eigen gasten. Daar deden we ons verhaal. Nu denken we aan een ‘Hei Tea’ met streekproducten voor alle bezoekers.”
Waar zijn de kopers?
Door de plattelandseconomie te stimuleren, ontstaan verbindingen tussen natuur, landbouw en toerisme, stelt spreker Adri Ooms. Hij slaat bruggen tussen ondernemingen, instellingen en lokale en regionale overheden in Drenthe en Overijssel. Via de Week van de Smaak, die in heel Nederland gehouden wordt. Ook streekmarkten, schoolprogramma’s en een streekbierenfestival zijn goede voorbeelden. Centrale vraag volgens Ooms: Waar zijn de kopers van streekproducten? Je moet je niet alleen richten op de toeristen, maar ook op de (regionale) consumenten. Leg verbindingen tussen consument en de regio (of het nationaal park) waar de producten vandaan komen.” Noodzaak is dat producenten en nationale parken in gesprek gaan. “Die werelden kennen elkaar onvoldoende. Er is veel mogelijk om streekproducten onder de aandacht van de bezoekers van een nationaal park te brengen. Denk aan de verkoop van streekproducten in bezoekerscentra.” Eefje Nuijten (Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide) vindt die doelgroepvraag interessant. “Inderdaad: je wilt niet alleen toeristen aanspreken. We willen partijen laten samenwerken zodat niet alleen ondernemers maar ook bewoners van een bepaald gebied trots worden. Dat kan door meer
informatieverstrekking. Het opbouwen van een netwerk waarin behalve boeren ook horecaondernemers zitten, is essentieel.”
Beleving en verhaal
Ook Bouwe Ruiter van De Landbouwe legt verbindingen en helpt boeren hun producten te vermarkten. De huidige trend is dat restaurants en consumenten zoeken naar authentieke, bijzondere producten en smaken met een verhaal. “De uitdaging is: Hoe vertel je dat verhaal? Korenwolfbier is een prachtig voorbeeld. Speltpasta, emmerbier, natuurvlees, Weerribbenkaas en Wiedenriet. Gebruik de verhalen die erbij horen om mensen het product meer te laten beleven.” Bovendien levert samenwerking tussen telers, restaurants, toeristen en bedrijven een aantrekkelijk, eetbaar landschap op. “Vol beleving, waardoor een sterkere klantenbinding volgt. Je vergroot je zichtbaarheid.” Teus Slagboom (Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide) en Petra Schut (NP Duinen van Texel) geven de toehoorders daarna mooie voorbeelden. Schut toont een kookboek vol Texelse producten. “Wij waren smeerolie in het maakproces. We hebben het park en de omgeving met elkaar verbonden.” Jeffrey Raymakers, IVN-medewerker in de Loonse en Drunense Duinen, is door de workshop geïnspireerd geraakt. “Het zou mooi zijn om verschillende ondernemers samen te brengen. Verkoop van streekproducten via de nationale parken biedt zowel de ondernemers als de parken kansen.”
np magazine 9
NATIONAAL PARK IN BEELD
2
3
10 np magazine 6
7
1
Het oudste Nationaal Park Veluwezoom in beeld De kiem voor het Nationaal Park Veluwezoom werd honderd jaar geleden gelegd door de aankoop van de eerste gronden. Tachtig jaar riep de Vereniging Natuurmonumenten het gebied uit tot nationaal park, naar Amerikaans voorbeeld een kwaliteitskeurmerk voor topnatuur. De reliëfrijke heide met solitaire bomen (6 en 8) is beeldbepalend. Uitgestrekte bossen (1) herbergen een enorme verscheidenheid aan soorten die afhankelijk zijn van deze specifieke omgeving. In het najaar is er een rijkdom aan zwammen in de oude bossen (2; bundelzwammen, 3; porseleinzwammen en 7; honingzwammen). Het gebied is geliefd bij recreanten (4) en daardoor ook bij ondernemers uit de omgeving. Zwarte spechten (5) hakken boomholten, waar bijvoorbeeld boommarters en vleermuizen dankbaar gebruik van maken. Schiermonnikoog
Lauwersmeer
De Alde Feanen Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa
Duinen van Texel
Drents-Friese Wold Dwingelderveld
4
5
Weerribben-Wieden
ZuidKennemerland De Sallandse Heuvelrug
De Hoge Veluwe Veluwezoom Utrechtse Heuvelrug
De Biesbosch De Loonse en Drunense Duinen De Maasduinen Oosterschelde Grenspark De Zoom-Kalmthoutse Heide De Groote Peel
De Meinweg
www.veluwezoom.nl
8
np magazine 11
Natuurbeheer
Groen, groener, groenst Tekst Carolien Vader
Binnen de nationale parken is vooral Natuurmonumenten volop bezig met milieumaatregelen in de bedrijfsvoering. Hier volgen twaalf voorbeelden uit de praktijk. Wie meer ambities heeft, gaat voor de ‘Green Key’.
E
ric Vogel, klimaatcoördinator Natuurmonumenten, heeft als beleid dat de organisatie in 2020 CO2neutraal moet zijn. “Natuurmonumenten let al langere tijd op zijn energieverbruik. Drie jaar geleden is onze klimaatvoetafdruk bepaald. Die moet in 2020 flink lager zijn. We proberen via besparingsprojecten op verschillende manieren ons energiegebruik terug te dringen”. Zo is het nieuwe dak van het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in het NP Dwingelderveld uitgerust met een lichtkoepel die zorgt voor meer ventilatie en daglicht in de ruimte.
Energiecoördinator
“Ook worden gebouwen uitgerust met houtkachels. Hout uit eigen bos stoken is CO2-neutraal. Bomen hebben de broeikasgassen die vrijkomen tijdens hun leven al vastgelegd”, zegt Eric Vogel. “Natuurmonumenten heeft ook een speciale energiecoördinator in dienst, die alle panden afgaat, het energiegebruik analyseert en advies uitbrengt over besparingen.” Hoever dat in de praktijk gaat, legt Bernadette Haverkort (Natuurmonumenten) uit: “We hebben
“We hoeven ons dus geen zorgen te maken over de stookkosten. Verwarming hebben we niet.” in het recentelijk verbouwde bezoekerscentrum De Wieden een zuinig stookbeleid. Daar waar de bezoeker vaak met z’n jas aan even rondloopt, staat de verwarming erg laag. Maar achter de balie zitten de medewerkers tegen een wand met extra verwarming. En in de filmzaal is vloerverwarming aangebracht.”
foto NP Dwingelderveld
Pompen naar warmte
Theehuys Anserdennen is bijna energie-neutraal
12 np magazine
In Nationaal Park De Maasduinen wordt door Staatsbosbeheer ook een gloednieuw bezoekerscentrum neergezet. Edmond Staal van het Limburgs landschap vertelt dat de eerste bouwhandeling niet het leggen van de traditionele eerste steen was, maar het slaan van een buis in de grond waarmee straks grondwater wordt opgepompt. “Een grote glazen gevel met driedubbel glas houdt alle warmte goed binnen, waardoor verwarming niet langer nodig is. We hoeven ons dus geen zorgen te maken over stookkosten. De uitdaging is om in het pand een aangename temperatuur te creëren in de zomermaanden. Daarom wordt er een koelinstallatie gebouwd die gebruik maakt van het koude grondwater. De energie voor rondpompen van lucht en water in dit systeem komt uit zonnepanelen.” Het opslaan van warmte en koude in de grond is een zeer efficiënte en milieuvriendelijke manier om het binnenklimaat in ruimtes te beheersen. In verschillende gebouwen van nationale parken wordt de temperatuur zo geregeld. Bijvoorbeeld in de werkschuur in De Alde Feanen en in het ondergronds natuurmuseum Museonder van De Hoge Veluwe.
fOTO NP De Biesbosch
Rondvaartboot De Streling vaart op zonne-energie door De Biesbosch De elektromotor draait
Een andere duurzame maatregel in de nationale parken is het minimaliseren van het gemotoriseerd vervoer. Dat gebeurt op verschillende manieren. Het bekendste voorbeeld zijn de 1700 witte fietsen op De Hoge Veluwe. Bezoekers bewegen zich op eigen kracht door het park. De collectie is ondertussen uitgebreid met bakfietsen, rolstoelfietsen, elektrische fietsen, fietsen met een lage instap en driewielers. Ook de elektromotor doet zijn intrede in de parken. In de Biesbosch, Wieden en de Alde Feanen varen rondvaartboten met zonnecollectoren op de daken. Bezoekers huren fluisterboten met een elektrische motor voor een tochtje door De Weerribben en De Wieden. Op de oplaadpunten voor deze bootjes zitten zonnepanelen. En sinds kort rijdt er in het Dwingelderveld een tweetal elektrische autootjes rond. De schaapherder en de boswachter besturen de wagentjes, die doen denken aan een golfkar met een flinke laadklep.
Selfsupporting
Tot slot is er het ultieme streven om volkomen selfsupporting te zijn. Aan de rand van de heidevelden in het Nationaal Park Dwingelderveld ligt prachtig verscholen tussen de bomen Het Theehuys Anserdennen. Doordat deze pleisterplaats nogal afgelegen ligt, is het improviseren met nutsvoorzieningen. Het pand, eigendom van Natuurmonumenten, is bijvoorbeeld niet aangesloten op de waterleiding. Ze putten daar dan ook uit een eigen bron van zo’n drieëndertig meter diep. “Lekkerder dan Bar le Duc”, zegt uitbaatster Renske Flisijn trots. Ze vertelt dat het pand is voorzien van een eigen rioleringssysteem, dat
afvalwater onder hoge druk het gebied uitpompt om gezuiverd te worden. “Verder hangen hier overal spaarlampen, gebruiken we ecologische schoonmaakmiddelen, doen we zo veel mogelijk aan afvalscheiding en ongeveer tachtig procent van de producten komt uit deze streek en is daarbij ook biologisch.” Dat het theehuis een energiezuinig beleid voert, zien bezoekers gelijk bij de entree. In het glazen dak van de veranda zitten zonnecollectoren. “Helaas redden we het niet voor de volle
Mag het licht uit? Het Nationaal Park Schiermonnikoog is verklaard tot de donkerste plek van Nederland. De gemeente voert zelfs een beleid om lichtvervuiling en energieverspilling tot een minimum te beperken. In 2007 zijn in het dorp nieuwe straatlantaarns geplaatst met duurzame verlichting. Door gebruik van nieuwe technieken straalt de lamp meer licht op straat en schijnt minder licht naar boven zodat nachtdieren er minder last van hebben. De gemeente plaatst daarnaast zo min mogelijk verlichting in het buitengebied. Ook de binnenverlichting van bezoekerscentra wordt op grote schaal aangepakt. Bijvoorbeeld onlangs nog in het Dwingelderveld. Daar is de tien jaar oude theaterverlichting in de tentoonstellingsruimte vervangen door een systeem van ongeveer veertig LED-lampen. Er is vooraf berekend dat de investering van € 1500 een besparing van tachtig procent oplevert. In anderhalf jaar is die terugverdiend.
np magazine 13
Natuurbeheer
Op NP De Hoge Veluwe is met de leverancier afgesproken dat de nieuwe witte fietsen zonder verpakking worden geleverd honderd procent op onze zonnepanelen. Jammer, anders waren we helemaal self supporting geweest”, zegt Flisijn.
Green Key
Wie echt blijvend wil investeren in kwaliteit, zet zich in voor het behalen van de ‘Green Key’. Dit is een internationaal milieukeurmerk voor ondernemers in de toeristische en recreatieve sector die serieus werk maken van het terugdringen van hun gas-, water- en elektriciteitsverbruik en afvalstromen. Wie de ‘Green Key’ behalen wil, maakt een strategische keuze voor duurzaam beheer van het nationaal park.
TU-student
Een goed voorbeeld uit de praktijk is het nieuwe sanitair gebouw van de natuurcamping in Nationaal Park De Hoge Veluwe. Studenten van de technische universiteit Eindhoven hebben meegedaan aan een ontwerpwedstrijd. Bouwkundestudent
“Duurzaamheid is echt een sport geworden” Leonie de Heer won met haar ontwerp. Het strakke gebouw is afgelopen april geopend. Door het dak van gras, dat een isolerende werking heeft, gaat het pand grotendeels op in zijn omgeving. Het leunt op grote houten binten, bouwmateriaal dat voor het overgrote deel uit het park komt. Door lichtkoepels is er nauwelijks verlichting nodig. Het water wordt verwarmd via zonnecollectoren en het douchewater wordt opgevangen voor
14 np magazine
hergebruik. Daarmee worden de toiletten doorgespoeld. Ze zijn er maar wat trots op, vertelt Richard van de Vegte, milieucoördinator van het De Hoge Veluwe. Het toiletgebouw past binnen de doelstelling van het park. “Ongeveer vijftien jaar geleden zijn we begonnen met milieumaatregelen”, vertelt hij. “Toen hebben we onze natuurcamping aangemeld voor de milieubarometer.” Inmiddels is dit de Green Key. De natuurcamping heeft met het nieuwe pand het keurmerk voor de toekomst veilig gesteld.
Bezuinigen als sport
Maar de groene ambitie voor de natuurcamping was voor De Hoge Veluwe niet genoeg. “Toen is het idee ontstaan om de Green Key voor het hele park te behalen”, vertelt Van de Vegte. Daarvoor moet het afval wat we produceren en het verbruik van energie, gas en water in kaart worden gebracht. “Interessant is, zeker als je heel veel voorzieningen hebt, om te weten welk gebouw nu precies wat verbruikt. Neem bijvoorbeeld water. Na analyse kwamen we er achter dat er in een van onze waterleidingen een lek zat. Dat scheelde duizenden liters!” Bijna twee jaar kostte de analyse en het park heeft een aantal normen vastgesteld. Het leverde het park in 2004 als dagattractie de gouden Green Key op. “Inmiddels is duurzaamheid echt een sport geworden om het goud voor het park en de camping te behouden”, vertelt Van de Vegte enthousiast. Hij noemt een aantal voorbeelden: “Er zijn richtlijnen voor de aanschaf van koelkasten, verf moet aan criteria voldoen, ook de schoonmaakmiddelen. Het doel is om de milieukosten van de organisatie zo laag mogelijk te houden.”
foto NP weerribben-wieden
Hoog rendementsglas zorgt voor beter klimaat in het verbouwde bezoekerscentrum van het NP Weerribben-Wieden Op jaarbasis heeft het park € 15.000 bespaard op de kosten voor het afvoeren van het afval. “We vragen leveranciers om producten zonder verpakkingen en we stimuleren bezoekers om hun afval niet in het park achter te laten. Door het gebruik
“Voor bedrijven die bootjes en kano’s verhuren zijn er nog geen Green Key-criteria” van bewegingsensoren in de gebouwen, slaapstanden op de computers en energiezuinige verlichting besparen we rond de vijftien procent op de energiekosten. Als ik van een collega een kopietje krijg en het is niet dubbelzijdig geprint, dan zeg ik daar wat van. Sommigen vinden me misschien een zeurkous, maar iedereen onderschrijft het nut”, aldus de milieucoördinator.
een sterke duurzame toeristisch-recreatieve sector nodig is. Hij roept de plaatselijke ondernemers op om vooral 'nieuwe dingen te blijven doen en hierin samen te werken’.
Nieuwe criteria
Een van die ‘nieuwe dingen’ is het ontwikkelen van nieuwe Green Key-criteria voor bedrijven die bootjes en kano’s verhuren. Voor deze groep bedrijven bestaan namelijk nog geen criteria. In opdracht van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch worden deze voor verhuurbedrijven ontwikkeld, zodat ook die zij vanaf komend jaar de Green Key kunnen behalen. Hiermee ontstaan niet alleen in De Biesbosch meer kansen, maar ook in andere nationale parken. Meer informatie: http://www.greenkey.nl
Europa financiert
Het behalen van de Green Key is ook een ambitie van Nationaal Park De Biesbosch. In april tekende het parkschap een convenant hierover samen met ondernemers uit de directe omgeving, waaronder eigenaren van hotels, campings, outdoorbedrijven en de beide bezoekerscentra. Zij worden begeleid door de organisatie achter de Green Key en gesteund met subsidie, mede gefinancierd uit het Europese project Sustainable Tourism in Estuary Parks (STEP). Het voornaamste doel is om het gehele gebied te verduurzamen. Directeur Dick Verheijen wijst erop dat voor het behoud van de Biesbosch ook
Het Samenwerkingsverband Nationale Parken wil in gesprek met deskundigen die de nationale parken kunnen helpen om verder te verduurzamen. Graag horen wij van u welke gesprekpartners hiervoor in aanmerking komen. Discussieer mee in onze LinkedIn-groep 'Nationale Parken'.
np magazine 15
NIEUWS UIT DE PARKEN
fOTO np de sallandse heuvelrug
fOTO IVN consulentschap limburg
De Maasduinen de sallandse heuvelrug
Scan Groen en Handicap Op verzoek van het Gebruikersplatform van het Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug heeft het Kenniscentrum Groen en Handicap een scan uitgevoerd om na te gaan in hoeverre het gebied belemmeringen oplevert voor mensen met een lichamelijke beperking. De algemene conclusie is dat er al veel is gedaan om grote delen van het nationale park ook voor mensen met een fysieke beperking toegankelijk te maken. Niettemin staan er een aantal verbeterpunten in het rapport variërend van extra informatie op de website, geleidetegels voor mensen met een visuele beperking en betere plekken voor bepaalde parkeerplaatsen. Ook de bereikbaarheid van informatieborden en bankjes is vaak een probleem. U kunt het rapport downloaden via www.np-desallandseheuvelrug.nl/organisatie/ documenten
de Hoge veluwe
Herinrichting Jachthuis In oktober 2011 is er een start gemaakt met de herinrichting van de omgeving van Jachthuis Sint Hubertus. Deze ingreep doet meer recht aan de kracht van het oorspronkelijke ontwerp van Berlage. Deze architect heeft niet alleen het Jachthuis ontworpen, maar ook het park en de oude toegangswegen rondom het Jachthuis. Dit is bijzonder, want van Berlage zijn verder geen ontwerpen van een landhuis inclusief tuin- en park bekend. De werkzaamheden zullen deze hele winter doorgaan, maar zowel Jachthuis Sint Hubertus als de omgeving van het Jachthuis blijven toegankelijk voor bezoekers.
Nieuwe tweetalige kinderroute Eind oktober 2011 is in Nationaal Park De Maasduinen een nieuwe kinderroute geopend: “Het Boeiendste Bos”. Het is een 2700 meter lange wandeling die ongeveer 1,5 uur duurt. De route loopt door een mooi stukje van Landgoed De Hamert. Omdat bij De Jachthut veel Duitse gezinnen met kinderen komen wandelen, is de route ook in het Duits vertaald met als titel ‘Im Wilden Wald’. Het nationaal park ligt op de grens van Nederland en Duitsland. Met de Duitse route wil het park aangeven dat onze oosterburen van harte welkom zijn in het gebied. Daarom is de website van het park ook beschikbaar in het Duits. www.np-demaasduinen.nl
www.hogeveluwe.nl
Schiermonnikoog
Nieuwe koers voor natuurbeheer Nationaal Park Schiermonnikoog heeft een nieuw beheer- en Inrichtingsplan ‘plus’ (BIP+) opgesteld voor de periode 2011-2022. Centraal in het BIP+ staat dat er de maximaal mogelijke ruimte aan een natuurlijke ontwikkeling van het nationaal park wordt gegeven met zo min mogelijk menselijk ingrijpen. Tegelijkertijd worden er zoveel mogelijk kansen gecreëerd om als mens van die natuur te kunnen genieten. U kunt het BIP+ downloaden via www.np-schiermonnikoog.nl
16 np magazine
Op 6 november 2011 vierde het Grenspark de afsluiting van het grensoverschrijdend HELA LIFE-project. Aan beide zijden van de landsgrens werd één groot open heidegebied gecreëerd van 200 hectare groot, bestaande uit open zand, droge en natte heide. Dit ‘nieuwe’ gebied sluit aan bij de reeds bestaande heideterreinen. Op deze manier kunnen weinig mobiele soorten deze open corridor weer benutten om met elkaar in verbinding te komen. Ook voor de recreant was er aandacht in het project. Wandelaars kunnen via twee nieuwe bewegwijzerde paden kennismaken met dit stukje natuur.
Beschuit met muisjes voor gladde slang Begin 2011 startte een uitgebreid onderzoek naar de gladde slang in het Grenspark. Dit drie jaar durende onderzoek heeft als doel te komen tot een grensoverschrijdend soortbeschermingsplan voor de gladde slang. Zeven vrijwilligers gaan tweewekelijks op zoek naar deze slangen. In totaal werden er dit jaar 92 exemplaren geïdentificeerd. Maar nog belangrijker was de vondst van vier pasgeborenen in het HELA-LIFE projectgebied afgelopen september. Voor het eerst was men er zeker van dat de slangen zich op dit deel van de Nederlandse bodem kunnen voortplanten. Bezoekers werden daarom getrakteerd op beschuit met muisjes.
fOTO a. huitema
fOTO Y.D. nature
Afsluiting HELALIFE-project
fOTO NP oosterschelde
De Zoom-Kalmthoutse Heide
de alde feanen
Terugkeer van de otter De Stichting Otterstation Nederland heeft drie otters losgelaten in Nationaal Park De Alde Feanen. Deze otters waren een jaar geleden als weesjes gevonden in natuurgebied De Rottige Meente. Om de genetische variatie onder de otters te verbreden, zullen nog twee Tsjechische en een Oostenrijkse otter in De Alde Feanen worden vrijgelaten. Hopelijk vormen deze otters het begin van de teugkeer van een levensvatbare populatie otters in het gebied. Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw was de otter een vaste bewoner van het nationale park. De afgelopen decennia zijn er tal van maatregelen geweest om een succesvolle terugkeer van de otter mogelijk te maken. www.np-dealdefeanen.nl
oosterschelde
Verse oesters proeven Van 12 t/m 17 september 2011 stond de gemeente Schouwen-Duiveland in het teken van de Oosterschelde. Speciaal voor haar bewoners werden tal van activiteiten georganiseerd: van gratis vaartochten en rondleidingen tot meevaren op een mosselkotter en vers gevangen oesters proeven. De beleving van de Oosterschelde voor eigen inwoners stond in die week centraal. Ook konden ze een bezoek brengen aan de Watervlo en ging het Watersnoodmuseum twee keer gratis open. Het initiatief voor deze Oosterscheldeweek is in 2009 in de gemeente Kapelle opgezet. In 2012 draagt de gemeente Schouwen-Duiveland het stokje over aan de gemeente Tholen. www.np-oosterschelde.nl
de sallandse heuvelrug
I-Phone app Padvinder Sinds begin oktober is de app Padvinder beschikbaar. Padvinder is een handige applicatie voor iedereen die wel eens een wandeling maakt. Hierin zitten diverse professioneel voorbereide wandelroutes waaronder vijf natuurwandelingen van IVN in Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug. Padvinder werkt op GPS, zodat u op ieder moment weet waar u zich bevindt. U krijgt bovendien een waarschuwing wanneer u van de route afdwaalt. Verder bevat de app informatie over interessante plekken die u tijdens uw wandeling passeert. www.np-desallandseheuvelrug.nl
www.np-dezoomkalmthoutseheide.nl
np magazine 17
Voorlichting & Educatie
“Educatie moet fun zijn” TEKST xxxxxxxx xxx xxxxxxx Tekst Ellen Zoetmulder
Goede natuureducatie. Wat is dat? Educatieprofessionals Saskia van Daalen en Rob Vereijken van de nationale parken De Hoge Veluwe en De Loonse en Drunense Duinen weten hoe je kwaliteit vaststelt, toetst en waarborgt. “Ons ideaal? Edutainment.”
W
ij willen dat kinderen het park echt beleven”, vertelt Saskia van Daalen, sinds twee jaar coördinator educatie in het Nationale Park De Hoge Veluwe. “Educatie moet fun zijn. Dat lukt ook goed.” Ook voor Rob Vereijken, coördinator voorlichting & educatie in Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen, is de beleving van kinderen het ijkpunt van de programma’s die zij bieden. “Actieve programma’s, daar genieten kinderen van, dat zie je. Bovendien maken ze zich de lesstof makkelijker eigen door het te ervaren.”
Extraatje
“De meeste programma’s voor scholen gebruiken we in De Hoge Veluwe ook voor andere bezoekers, zoals gezinnen met kinderen. Zij betalen entree en willen waar voor hun geld. ” Van Daalen heeft de afgelopen twee jaar de educatie in het park van ‘iets erbij’ gemaakt tot één van de primaire doelstellingen. “Met financiële steun van de provincie Gelderland en een particulier fonds hebben we een goed natuureducatief programma opgezet met een website speciaal voor kinderen, filmpjes op YouTube en een trainingsaanbod voor schoolgidsen.”
Aansluiten bij belevingswereld
Voor scholieren zijn in De Loonse en Drunense Duinen vier programma’s per leeftijdsgroep ontwikkeld “om goed aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen en de leerdoelen in het primair onderwijs”. Vereijken: “Gidsen begeleiden de groepen leerlingen. Zij hebben een opleiding tot duingids of schoolgids gedaan. Daarin komen vragen aan de orde als: ‘Hoe ga je met kinderen om? Wat is hun belevingswereld?’ Ook volgen de gidsen elk jaar bijscholingsmodules.” Het Brabantse nationale park kiest bewust voor deze vorm van begeleiding. Vereijken: “Wij willen niet teveel vragen van de leerkrachten, hooguit een kleine voorbereiding in de klas. Het moet kanten-klaar zijn; de leerkrachten hebben het al heel druk, is onze ervaring.” Scholieren op De Hoge Veluwe doen het vooral zelfstandig. Van Daalen: “Daardoor kunnen wij meer groepen ontvangen en vragen we niet teveel van onze gidsen. Dat vereist wel dat de programma’s goed uitgewerkt zijn en dat er voldoende voorbereidend materiaal is, zoals lesbrieven en filmpjes.” Beide coördinatoren vinden vernieuwing van het aanbod belangrijk. Van Daalen: “Nieuwe media gebruiken bijvoorbeeld. We hebben GPS-routes, een audiotoer voor de iPod en een les voor het voortgezet onderwijs met opdrachten via de mobiele telefoon. Ook komt er een applicatie die bezoekers door het park gidst.” Vereijken: “Scholen vragen regelmatig om vernieuwing. Op basis daarvan ontwikkelen we een nieuw programma. Zo bieden we nu we het landelijke project ‘woordvoerders van de natuur‘ aan, dat je kunt uitbreiden met modules. Een andere vernieuwing is ons digitale boekingssysteem: zowel voor scholen als voor onszelf is dat een uitkomst.”
18 np magazine
fOTO petra van leeuwen
“We evalueren alle programma’s. Waar nodig, voeren we verbeteringen door” Kwaliteit toetsen
Er zijn diverse mogelijkheden om de kwaliteit van natuureducatieve programma’s te toetsen. De NMEkwaliteitsmeter analyseert educatieve producten op negen productaspecten en geeft inzicht in de sterke en zwakke kanten. De analyse wordt uitgevoerd door onafhankelijke screeners en is via een database beschikbaar voor derden. Van Daalen: “Wij hebben een route laten testen die enorm populair is bij kinderen. Maar twijfelden aan de educatieve kwaliteit. De kwaliteitsmeter stelde vast dat het inderdaad met de fun wel goed zat, maar dat er voor het onderwijs meer nodig was. Om dat te ondervangen, hebben we er een lesbrief aan toegevoegd, zodat het programma meer inhoud krijgt.” Ook Vereijken kent de kwaliteitsmeter. “We hebben alle programma’s laten analyseren. Er kwamen enkele aanbevelingen uit waar we echt iets aan hadden. Zo bleek er iets te veel leesmateriaal in één programma te zitten en in een ander programma was modernisering een aandachtspunt. Dat hebben we direct aangepast.”
Leuk en leerzaam
De Hoge Veluwe betrekt kinderen bij de evaluatie en ontwikkeling van de programma’s. Een panel van ongeveer twintig kinderen en hun ouders komt regelmatig naar het park om te testen of een programma leuk en leerzaam is. Van Daalen: “Ook aan scholen leggen we materiaal voor om te kijken of het voldoet. Daarnaast wordt elk programma na uitvoering geëvalueerd. Goed contact met de docenten vinden wij belangrijk. Je moet weten hoe je elkaar vindt en wat er op de scholen speelt; daarmee zorg je voor betrokkenheid.” “De respons op de evaluatie is redelijk goed. Zo’n vijftig procent
van de formulieren krijgen we ingevuld retour. Op basis daarvan passen we iets aan of we vervangen materialen. Ook koppelen we dit terug aan de scholen. Zo versterken we de klantenbinding”, vertelt Vereijken. “Daarnaast gaat onze medewerker Voorlichting & Educatie steekproefsgewijs met een groep mee om de kwaliteit van een schoolprogramma te toetsen.”
Nog moderner
“De programma’s draaien steeds beter”, vertelt Vereijken, “onder meer door scholing van de gidsen. Het komend jaar gaan we inspelen op de actualiteit, zoals de Kinderboekenweek. Helaas bellen scholen steeds vaker vlak van te voren af. Ze hebben dan bijvoorbeeld niet voldoende begeleiders. We moeten bekijken hoe we dat probleem kunnen tackelen.” “In De Hoge Veluwe is inmiddels een goed natuureducatief aanbod neergezet”, stelt Van Daalen. “De volgende stap is dat we ook cultuureducatie gaan uitwerken. Uit de evaluaties hebben we bovendien geleerd dat scholen behoefte hebben aan programma’s voor het digitale schoolbord. Daarom nemen we filmpjes en leuke links op.”
Verder lezen en surfen: www.kindersitehogeveluwe.nl www.youtube.com/hogeveluwe www.np-deloonseendrunenseduinen.nl
np magazine 19
PROJECT IN BEELD
In Nationaal Park Zuid-Kennemerland stuift het zand
Marieke Kuipers, projectleider van waterleidingbedrijf PWN: “De duinen worden spannender. Ze ‘wandelen’ weer.”
Tekst nico van der wel
D
“
e duinen tussen Bloemendaal aan Zee en IJmuiden verstuiven zoals ze dat vroeger ook deden. Dat is het resultaat van het project Noordwest Natuurkern. De duinen krijgen hun natuurlijke dynamiek terug. Op vijf plekken komen sleuven in de zeereep. Landinwaarts van deze lopers worden vijf grote paraboolduinen aan de windzijde kaal gemaakt, zodat er mooie zandduinen ontstaan. De duinen bewegen door de wind. Ze ‘wandelen’. Unieke duinplanten groeien volop in het verse stuivende zand en insecten, amfibieën en vogels voelen zich hier weer thuis. Waterleidingbedrijf PWN en Natuurmonumenten trekken het project.
in Nederland vastgelegd. Tegenwoordig weten we dat ze juist veiligheid bieden. Het Hoogheemraadschap van Rijnland gaat over de kustverdediging. Zij dachten vanaf het begin heel goed mee. Een ander groot item was het fietspad dat door de duinen loopt. Tegen de geplande opheffing kwam veel verzet. De discussies hierover waren het felst. Uiteindelijk is besloten om het pad te laten bestaan. Dat was de grootste aanpassing. Het idee van stuivende duinen wordt breed gedragen onder natuurgroepen, maar die organisaties wilden liever dat het project op een andere plek werd uitgevoerd. Ook dat gaf discussie.
De Nederlandse duinen zijn heel bijzonder. Daarom geeft de Europese Unie een subsidie van 1,25 miljoen euro, ongeveer de helft van de begroting. De provincie draagt 1,1 miljoen euro bij. Waarschijnlijk starten de werkzaamheden voor dit project in januari 2012. Ter voorbereiding zoekt een gespecialiseerd bedrijf in het projectgebied momenteel naar munitie, omdat de duinen tijdens de tweede wereldoorlog Sperrgebiet en oefenterrein waren.
Willen we de natuur van de duinen op termijn in stand houden, dan is beweging een ‘must’. Anders nemen luchtvervuiling, vergrassing en verstruiking de overhand. Dan verdwijnt het mozaïek van soortenrijke duingraslanden en stuivend zand, ook omdat er bijna geen konijnen meer zijn om het duin open te houden. Dit project is er voor de natuur en hopelijk vinden mensen het ook mooi. Het wordt een spannend gebied, een hele nieuwe beleving. Bij eerdere natuurontwikkelingsprojecten waren veel mensen sceptisch, maar deze nieuwe gebieden oogsten veel waardering.”
Sinds 2005 zijn alle betrokken partijen met elkaar in overleg: van omwonenden tot bunkerliefhebbers. En natuurlijk ook veel bestuurders. In de vorige eeuw zag men stuivend zand als bedreiging en zijn bijna alle duinen
www.np-zuidkennemerland.nl