Inventarisatie van locaties voor grootschalige zonne-energiesystemen
Gemeente Utrecht Maart 2016
1.
Inleiding
1.1
Zonne-energie voor Utrecht
In het coalitieakkoord is de ambitie opgenomen dat er in 2020 op tien procent van alle Utrechtse daken zonnepanelen liggen. Om dit te halen, zullen er over vier jaar op 15.000 daken zonnepanelen moeten zijn geplaatst. Naast zonnepanelen op daken zijn er ook kansen voor zonneweides of grondgebonden zonneenergiesystemen. Dit staat ook genoemd in de energieagenda’s. Wij staan nog aan het begin van de ontwikkeling van zonne-energiesystemen in onze stad. Aan de raadscommissie Stad en Ruimte (18 juni 2015) deed wethouder Van Hooijdonk de toezegging om een inventarisatie te laten uitvoeren naar mogelijkheden voor zonne-energiesystemen en de resultaten in de tweede helft van 2015 aan de raadscommissie voor te leggen (Toezegging 836). Deze toezegging is ook opgenomen in de “Duiding van het College bij het Energieplan” (november 2015). Hierin staat dat de mogelijkheden voor grondgebonden zonne-energiesystemen in kaart zullen worden gebracht. De meest geschikte locaties wil het College aanbieden op de markt voor de ontwikkeling van een zonneenergiesysteem. 1.2
Doel van de inventarisatie
Het doel is om een inventarisatie te maken van zoeklocaties op het grondgebied van de gemeente Utrecht die in aanmerking kunnen komen voor het plaatsen van een zonne-energiesysteem. Voor deze inventarisatie is met een ‘helicopter view’ naar de stad gekeken. Het resultaat van deze inventarisatie is een lijst met zoeklocaties, die worden aangegeven op een digitale kaart. Per locatie is globaal gekeken naar de mogelijkheden, maar ze zijn nog niet onderzocht op financiële en ruimtelijke beperkingen. 1.3
Definitie en categorieën
Vooraf is het belangrijk om duidelijkheid te scheppen over de definitie. Goede definities van de begrippen ‘zonneweide’ of ‘zonneveld’ zijn er niet. Vaak gaat het om een groter oppervlak aan zonnepanelen die bedrijfsmatig worden geëxploiteerd. De gemeente Utrecht gebruikt in haar beleidsdocumenten de termen ‘zonneveld’ en ‘zonne-energiesysteem’ naast elkaar. Op het internet wordt ook de term ‘zonnepark’ gebruikt. Voor deze inventarisatie is gekozen voor het ruimere begrip ‘zonne-energiesysteem’. Dit zijn zonnepanelen die geplaatst kunnen worden op de grond, op geluidsschermen en geluidswallen, boven parkeerplaatsen, maar ook op grote daken. In een dichtbebouwde stad als Utrecht is de ruimte schaars en zullen we dus vooral moeten zoeken naar dubbel gebruik. Voor • • •
deze inventarisatie onderscheiden we de volgende categorieën van zonne-energiesystemen: Zonneweiden Aan en op geluidswallen en geluidsschermen Boven parkeerplaatsen
Een categorie die niet wordt meegenomen in deze inventarisatie zijn de grote daken met een oppervlakte van een halve hectare over meer. In een stad als Utrecht ligt hier een enorme potentie. In de stad ontstaan allerlei initiatieven om ook grote daken te beleggen met zonnepanelen. In tegenstelling tot grondgebonden systemen is hiervoor geen vergunning nodig.
1
2.
Randvoorwaarden en zoekcriteria
2.1
Randvoorwaarden van de provincie Utrecht
De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) en – Verordening (PRV) zijn in februari 2013 vastgesteld. Hierin ging de provincie bij zonne-energie vooral uit van panelen op daken in een stedelijke omgeving. Dit valt buiten de scoop van het provinciaal ruimtelijk beleid. Sinds de vaststelling merkt de provincie dat de belangstelling voor zonnevelden (dus grondgebonden zonne-energiesystemen) is toegenomen. Op basis van de PRV was plaatsing van zonne-energiesystemen buiten de Rode Contouren niet mogelijk. Daarom hebben Gedeputeerde Staten in de eerste herziening een artikel toegevoegd (artikel 2.9a). Deze geeft de ruimte om duurzame energie toe te laten in het landelijk gebied. Op grond van artikel 4.2 vallen deze vormen niet onder verstedelijking, waardoor ze ook buiten de Rode Contouren toegelaten zijn. In de ‘Handreiking Duurzame Energie Ruimtelijke Ingepast‘ staat: “Op basis van de algemene overwegingen over het landschap willen we bij het plaatsen van zonnevelden aansluiting zoeken bij bestaande functies en structuren in het landschap”. In de herziening van de PRV is artikel 2.9a aangevuld met een voorkeursvolgorde voor toepassing van duurzame energie. Deze voorkeursvolgorde heeft vooral betrekking op zonne-energie, maar raakt alle vormen van duurzame energie. Voor de realisatie van nieuwe initiatieven in het buitengebied (dus buiten de Rode Contour) is de voorkeursvolgorde: 1. 2. 3. 4. 5.
pauzelandschap (dit zijn gebieden waar stedelijke functies gepland zijn, maar nog niet gerealiseerd); niet-agrarisch (bouw)perceel; voormalig agrarisch bouwperceel; agrarisch bouwperceel; agrarisch perceel.
Zo valt Rijnenburg bijvoorbeeld binnen de eerste categorie. Dit weidegebied ten zuiden van de A12 is gereserveerd voor woningbouw, maar ligt nu nog buiten de Rode Contour van het ruimtelijk beleid van de provincie. De komende vijftien jaar wordt Rijnenburg nog niet bebouwd. Ten westen van Rijnenburg ligt Reyerscop. Dit weidegebied behoudt ook in de toekomst zijn agrarische functie. Overleg met de provincie is noodzakelijk, voordat de gemeente Utrecht eventueel haar medewerking kan verlenen aan de aanleg van een grondgebonden zonne-energiesysteem in Rijnenburg of Reyerscop. Om die reden worden Reyerscop en Rijnenburg buiten het zoekgebied van deze inventarisatie gehouden. 2.2
Randvoorwaarden uit het Groenstructuurplan
Het beleid van de gemeente Utrecht is om de groenstructuur van de stad te beschermen en te versterken (Groenstructuurplan 2007). Veel open ruimte in stad heeft de functie van park- of groengebied. In de meeste gevallen is de grond eigendom van de gemeente Utrecht. In theorie zijn hier veel locaties aan te wijzen waar zonne-energiesystemen kunnen komen. Op grond van het Groenstructuurplan kan geconcludeerd worden dat locaties in de stedelijke groenstructuur alleen onder strikte voorwaarden in aanmerking komen voor de aanleg van zonne-energiesystemen. Deze passages zijn relevant: •
op stedelijk niveau is een goede stedelijke groenstructuur een gelijkwaardig belang naast andere stedelijke belangen. De stedelijke groenstructuur vertegenwoordigt in ruimtelijke afwegingen een expliciet belang in ontwikkelingen en projecten op buurt- en wijkniveau;
•
dat bestaande elementen van de stedelijke groenstructuur worden beschermd. De menging van het stedelijk groen met andere stedelijke functies is in principe mogelijk. De randvoorwaarde hiervoor is dat het groene karakter, de kwaliteiten en het gebruik van het groen wordt behouden of verbeterd;
•
een eventuele aantasting van bestaand stedelijk groen wordt elders in de groenstructuur gecompenseerd.
Locaties die onderdeel uitmaken van de stedelijke groenstructuur komen vooralsnog niet in aanmerking voor het plaatsen van een zonne-energiesysteem en vallen daarom buiten het zoekgebied van deze inventarisatie.
2
2.3
Randvoorwaarden uit het beleid voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie
In het oostelijke deel van Utrecht liggen forten die onderdeel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Rondom deze forten zijn open locaties te vinden die in aanmerking zouden kunnen komen voor de aanleg van een zonneweide. Bij ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van de linies is het behouden en versterken van de openheid van de voormalige inundatiegebieden en van de samenhang tussen de elementen van de linie van groot belang. De linies zijn bepalend voor de ontwikkelingsrichting en vorm van verstedelijking en grootschalige infrastructuur. Om die reden worden deze locaties nu buiten het zoekgebied van deze inventarisatie gehouden. 2.4
Zoekcriteria
Zoekcriterium 1 De inventarisatie richt zich in de eerste plaats op gronden die eigendom zijn van de gemeente of een andere overheidsorganisatie (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Rijkswaterstaat). Het kan dan gaan om openbare ruimte, om braakliggende gronden, om gronden die nog niet zijn uitgegeven aan ontwikkelaars of om grond op sportcomplexen. Locaties die (deels) in handen zijn van een particuliere partij kunnen ook worden meegenomen.
Zoekcriterium 2 De locatie moet minstens 15 jaar beschikbaar zijn. Bij een kortere periode wordt het plaatsen van zonnepanelen minder rendabel.
Zoekcriterium 3 De locaties zijn minimaal 0,5 hectare groot. Een kleinere locatie is uit oogpunt van een rendabele exploitatie minder interessant voor een grootschalig zonne-energiesysteem.
3
3.
De inventarisatie
De inventarisatie heeft een lijst van zoeklocaties opgeleverd die hieronder worden genoemd en zijn weergegeven op een digitale kaart die als bijlage van dit rapport is opgenomen. Categorie 1: Zonneweide
Kenmerken • Grondgebonden systeem. • Geen of nauwelijks dubbelgebruik mogelijk. • Ruimtelijke impact hangt af van de plek, wellicht hekwerken nodig ter afscherming (risico op vandalisme). • Vooral inzetbaar voor terreinen die langere tijd braak liggen, in afwachting zijn van stedelijke ontwikkeling of hun oude functie hebben verloren. Zoeklocaties • Sportpark Overvecht • Papendorp, Groenwoudsedijk • Mereveldseweg • Locatie aan Meijwetering (bij RWZI) • RWZI Overvecht (na de herontwikkeling) • Locatie ten zuiden van P+R Westraven
Categorie 2: Aan en op geluidschermen en geluidswallen
4
Kenmerken • Optimaal dubbel ruimtegebruik bij toepassing bij geluidschermen. • Plaatsen op bestaande geluidschermen is technisch niet altijd mogelijk. Bij nieuwe schermen kunnen de zonnepanelen worden geïntegreerd in het ontwerp. • Ligging ten opzichte van de zon is niet altijd goed. • Ruimtelijke impact is beperkt, doordat de geluidschermen er al staan. • Geluidschermen zijn vaak eigendom van een andere overheid. Zoeklocaties • Achterkant geluidwal bij de Wetering • Geluidswal bij Veldhuizen • Geluidsschermen langs ring Utrecht (A12, A27). • Geluidscherm in Leidsche Rijn en Vleuten, langs spoorlijn naar Woerden • Geluidschermen langs spoorlijn naar Amersfoort • Motorcrossbaan Lage Weide (als onderdeel van de aan te leggen geluidswal)
Categorie 3: Boven parkeerplaatsen
Kenmerken • Dubbel ruimte gebruik. • Ruimtelijke impact is vrij groot indien het gaat om parkeerterreinen. • Vaak in eigendom van gemeente of van grote instellingen en bedrijven. • Vermindering van flexibiliteit in de toekomst. Mogelijke locaties • Parkeergarage UMC • P+R Laagraven • P+R De Uithof • P+R Westraven • The Wall • P+R station Overvecht • Parkeerterrein Jenalaan/Yalelaan (Uithof) • Parkeerterrein sporthal Zuilen • Parkeerterrein Sint Antonius Ziekenhuis in Leidsche Rijn • Toekomstige parkeerplaats op Lage Weide
5
4.
Hoe gaan we verder?
We gaan de zoeklocaties verder verkennen Deze inventarisatie heeft een lijst van zoeklocaties voor grondgebonden zonne-energiesystemen opgeleverd. Op de kaart zijn dat de locaties voor zonneweiden en de locaties van parkeerplaatsen. Een deel van de locaties is geen eigendom van de gemeente Utrecht, maar van een andere overheid of van een particuliere partij. In de volgende fase worden de zoeklocaties getoetst aan een aantal criteria. Per locatie worden verschillende aspecten beschreven (eigendom, grootte, situatie/ligging, zicht/beleving, schaduw van bomen en gebouwen, toekomstige ontwikkelingen, bestemmingsplan, mogelijkheden voor dubbelgebruik). Op basis van deze aspecten worden per locatie conclusies over de haalbaarheid getrokken. We gaan zelf aan de slag Twee locaties van de gemeente Utrecht kunnen op korte termijn beschikbaar worden gesteld voor de aanleg van een zonne-energiesysteem. Deze eerste locatie die we noemen is Sportpark Overvecht. De planontwikkeling door de Utrechtse Vastgoed Organisatie is voor deze locatie al in een vergevorderd stadium. De tweede locatie is de geluidswal langs de A12, ter hoogte van Veldhuizen. Eerst moeten enkele (milieu) technische en beheer problemen worden opgelost, voordat deze locatie beschikbaar kan worden gesteld. Hiervoor wordt een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. We gaan in gesprek met Rijkswaterstaat en ProRail Verder zijn er mogelijkheden om zonne-energiesystemen te plaatsen op geluidsschermen en geluidswallen. De geluidsschermen langs de snelwegen rondom Utrecht zijn eigendom van Rijkswaterstaat en die langs de spoorlijnen zijn van ProRail. Met Rijkswaterstaat worden al gesprekken gevoerd in het kader van het project Ring Utrecht. We gaan ook in gesprek met ProRail om de mogelijkheden van zonne-energiesystemen op geluidsschermen langs de spoorlijnen te verkennen. We gaan initiatiefnemers actief ondersteunen Er melden zich steeds meer initiatiefnemers voor het plaatsen van een grondgebonden zonne-energiesysteem. In veel gevallen is een omgevingsvergunning of een wijziging van het bestemmingsplan nodig om de bouw van een zonne-energiesysteem mogelijk te maken. In beginsel wil het College dit soort initiatiefnemers ondersteunen, wanneer het voorstel past binnen de belangrijkste ruimtelijke kaders (zoals het Groenstructuurplan). We gaan in gesprek met de provincie Utrecht over de mogelijke aanleg van zonne-energiesystemen in Reyerscop Reyerscop ligt buiten de Rode Contour en is daarom buiten het zoekgebied van deze inventarisatie gehouden. Hier zien we wel kansen voor grondgebonden zonne-energiesystemen. We gaan in gesprek met de provincie of en onder welke voorwaarden medewerking wordt verleend aan de realisering van projecten in dit gebied.
6