Behavioural and Societal Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden www.tno.nl/onderwijs T +31 88 866 6270
[email protected]
Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015
© 2014 TNO
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
TNO Introductiecursus 0 – 19
Geachte deelnemers,
U bent begonnen of gaat beginnen met de Introductiecursus JGZ 0 – 19 jaar als onderdeel van uw inwerkprogramma in de jeugdgezondheidszorg. De cursus bestaat uit een beperkt aantal (6) dagen onderwijs, waardoor niet alle relevante onderwerpen aan bod kunnen komen. Daarom zijn van deze onderwerpen ‘Zelfstudieopdrachten’ gemaakt. Het is de bedoeling dat u de opdrachten in de loop van de cursus thuis maakt en vervolgens de gemaakte opdrachten inlevert op de cursusdagen bij de docenten. Een kopie kunt u bewaren in uw portfolio. De zelfstudieonderwerpen zijn een verplicht deel van de cursus.
Wij wensen u veel succes bij het maken van de opdrachten.
Inge Sargentini Opleidingskundige TNO Child Health, Sector Onderwijs & Professie Opleiding Jeugdarts KNMG
[email protected]
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
Zelfstudieonderwerp Genotmiddelen
Van u wordt verwacht dat u de opdracht maakt en per e-mail verzendt naar uw coördinator. Literatuur www.dgsg.nl www.trimbos.nl www.rivm.nl www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl
Vraag 1. a. Waar staat DGSG voor? b. Wat zijn de onderdelen van DGSG? c. Wat zijn de doelstellingen van DGSG? Vraag 2. a. Op welke leeftijd wordt ouders geadviseerd om over de regel “geen alcohol voor je 18e” te praten met hun kind en waarom op deze leeftijd? b. Noem een website waar je ouders naar kan verwijzen voor informatie m.b.t. alcohol. Vraag 3. Welk argument kunt u geven als ouders zeggen: ‘Het valt allemaal wel mee. Vroeger dronken wij toch ook en het is toch ook goed gekomen?’ Vraag 4. Waar kan je ouders of jongeren naar verwijzen voor informatie over: a. Drugs b. Alcohol Vraag 5. Welk onderdeel van het RIVM houdt zich bezig met nieuwe drugs?
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
Zelfstudieonderwerp Mondgezondheid Van u wordt verwacht dat u de opdracht maakt en per mail verzendt naar uw coördinator. Literatuur • Handleiding Aandachtspunten Preventieve Mondzorg 0-19 jaar voor de JGZ. Tjalsma-Smit, A., uitgever NIGZ. Aanwezig in iedere organisatie of via www.ncj.nl (Landelijke werkdocumenten)
•
www.ivorenkruis.nl
Beantwoord onderstaande vragen in uw eigen bewoordingen: 1. Geef in eigen woorden aan wat verstaan wordt onder zuigflescariës? Noem de mogelijke oorzaken van zuigflescariës? Noem minimaal 3 adviezen die u kunt geven ter preventie van zuigflescariës? 2. Benoem in eigen woorden de verschillen tussen tanderosie en cariës en benoem van beide ziektebeelden de beïnvloedbare factoren die dit kunnen voorkomen.
3. Vanaf welke leeftijd wordt geadviseerd om met tandenpoetsen te beginnen en wat is het actuele fluoride advies?
4. Wat is de voornaamste werking van fluoride?
5. Waarom is het zo belangrijk om niet te veel fluoride te geven?
6. Wat is de voornaamste oorzaak van cariës op middelbare schoolleeftijd?
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
Zelfstudieonderwerpen Veiligheid Preventie wiegendood
Van u wordt verwacht dat u beide opdrachten maakt en per mail verzendt naar uw coördinator. Literatuur Wiegendood • http://www.ncj.nl/programmalijn-kennis/richtlijnen/overzicht-richtlijnen (Richtlijn preventie wiegendood) • www.wiegendood.nl • www.veiligslapen.info Veiligheid • www.veiligheid.nl (de Veiligheidskaarten-veilig-groot-worden van Consument en Veiligheid op het consultatiebureau en voorlichtingsmateriaal) • www.3vo.nl • http://www.kinderveiligheid.nl/wettelijk.php Nederlands leerboek jeugdgezondheidszorg deel B • 7e druk, Van Gorcum ISBN 978 90 232 4652 7 o Pag. 166-167 §3.4.3 veiligheid o Pag. 244 §4.4.3 veiligheid o Pag. 196-198 §3.5.12 wiegendood 1. Veiligheid 1. Kinderen kunnen al verdrinken in water van: 10 cm 5 cm 20 cm 2. Bij verdrinking treedt onherstelbare schade op binnen: 2 minuten 4-6 minuten 6-8 minuten 3. Vergiftiging vindt het meest plaats op de leeftijd van: 2-3 jaar
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
3-4 jaar 1-2 jaar 4. Voor het gebruik van een loopstoeltje geldt (meerdere antwoorden mogelijk): Het beïnvloedt blijvend het looppatroon Kinderen vinden het leuk Het is een veilige verblijfplaats voor kinderen Kinderen gaan sneller zelfstandig lopen 5. Vanaf 1 maart 2006 geldt het volgende: Kinderen kleiner dan 1.35 m moeten in de auto in een goedgekeurd kinderzitje vervoerd worden: Juist Onjuist 6. Oorzaak nummer één van verbrandingen bij jonge kinderen is verbranding aan Pannen op het fornuis Hete vloeistoffen: thee, koffie, water Te heet badwater Hete ovendeur 7. Jaarlijks worden 120.000 jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 19 jaar behandeld op een spoedeisende hulp van een ziekenhuis als gevolg van letsels door een ongeval. Geef aan in welke setting de ongevallen plaatsvinden. 8. Elk jaar weer gebeuren er ongelukken met vuurwerk. Wat is de meest voorkomende reden voor een vuurwerkletsel? Welk soort letsel is daarbij het meest voorkomend? Wie zijn daarbij slachtoffers?
2.
Preventie wiegendood 1. Er bestaat geen algemeen aanvaarde definitie, classificatie en diagnose van wiegendood. In Nederland wordt sinds 1991 een omschrijving van de diagnose wiegendood gebruikt. Hoe luidt deze omschrijving? 2. Bij welke contactmomenten zou u het onderwerp wiegendood aan de orde willen stellen? Welke elementen zou u op welke contactmomenten met ouders willen bespreken en op welke momenten vindt u dat de JGZ verpleegkundige hier een taak in heeft?
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
3. Wat is de incidentie van wiegendood in Nederland in 2006, 2007 en 2008? Zijn dit verontrustende cijfers? 4. Risicofactoren voor wiegendood zijn onder te verdelen in drie categorieën: verzorgingsfactoren, kindfactoren en ouderfactoren. Geef per categorie drie voorbeelden en geef daarbij aan of het een wel of niet te beïnvloeden factor is. 5. Welke mogelijkheden zijn er om ouders van buitenlandse afkomst voorlichting te geven over veilig slapen en maakt jouw organisatie gebruik van deze mogelijkheden? 6. Komt wiegendood voor in kinderdagverblijven waar toezicht en veilige voorschriften meestal gegarandeerd zijn? Welk risicofactoren voor wiegendood hebben in een kinderdagverblijf extra importantie. Motiveer uw antwoord.. 7. Is er een relatie tussen inbakeren en wiegendood? Motiveer uw antwoord. Geeft u hieromtrent adviezen aan ouders? Zo ja welke? 8. Sinds het advies werd gegeven om zuigelingen in rugligging te slapen te leggen ter voorkoming van wiegendood is een toename geconstateerd van het voorkomen van non-synostotische plagiocefalie. Welke adviezen kun je geven ter preventie van plagiocefalie?
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
Zelfstudieonderwerp Zindelijkheid urine en feces
Van u wordt verwacht dat u de opdracht maakt en per mail verzendt naar uw coördinator. Literatuur 1) www.ncj.nl (JGZ richtlijn zindelijkheid) 2) www.Kenniscentrumbedplassen.nl 3) www.ggdgezondheidsinfo.nl 4) www.poeppoli.nl Nederlands leerboek jeugdgezondheidszorg deel B • 7e druk, Van Gorcum ISBN 978 90 232 4652 7 • Pag. 229- 230 §4.2.7 zindelijkheid • Pag. 314- 323 §5.5.9 zindelijkheidsproblemen
1. Wat is de grootste motivatie om een kind voor zijn vierde jaar zindelijk te krijgen? 2. Wat is de definitie van bedplassen? (DSM III) 3. Hoe groot is het percentage kinderen dat op 6 jarige leeftijd nog in bed plast? is er een verschil tussen jongens en meisjes? percentage kinderen op 10 jaar en percentage volwassen dat nog niet droog is? 4. Wat is de belangrijkste reden om oudere bed plassende kinderen goed te begeleiden en van het bedplassen af te helpen? 5. Hoe maak je onderscheid tussen fysiologisch bedplassen en bedplassen t.g.v. een andere aandoening? 6. Wat is de meest voor de hand liggende aanpak van een vijf jarig kind dat elke nacht in bed plast? 7. Is er verschil in aanpak bij een wel of niet gemotiveerd kind? 8. Wanneer kan met een plaswekker begonnen worden?
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015
9. Zoek op wat er beschreven staat over voorhuid hygiëne. Ligt hier een taak voor de jeugdarts? 10. Noem de oorzaken van fecale incontinentie op kinderleeftijd? Hoe pak je dit als JGZ arts aan?
TNO: Introductiecursus 0-19.2014/ 2015