INTRODUCTIEBROCHURE voor studenten CARDIOLOGIE GV53 CAMPUS SINT-JAN
Ziekenhuis Oost Limburg Februari 2013
2
Inhoudstafel
Voorwoord 1.
Voorstelling van de eenheid 1.1. Architectuur 1.2. Multidisciplinair team 1.3. Patiëntenpopulatie
2.
4 5 6
Taakinhoud en -verdeling 2.1. Organisatie van de verpleegzorg 2.2. Dagindeling 2.3. Afdelingsgebonden taken 2.4. Specifieke verpleegkundige interventies
3.
4.
7 9 10 12
Specifieke aandachtspunten op deze verpleegeenheid 3.1. Algemeen 3.2. Begeleiding van ... 3.3. Observatie en rapportage 3.4. Administratief 3.5. Specifiek aandachtspunten PTCA / STENT / CORONARO
14 14 15 16 16
Verwachtingen
17
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
3
INTRODUCTIEBROCHURE STUDENTEN GV53 Z.O.L. CAMPUS SINT JAN
Voorwoord
Welkom op de cardiologische eenheid Gv53. Wij willen je graag als student begeleiden op onze eenheid en ons inzetten opdat je een aangename stageperiode tegemoet gaat. Met deze brochure trachten we je wegwijs maken op onze eenheid. Het is een beknopte handleiding die je steeds kan raadplegen. Een brochure kan niet allesomvattend zijn, daarom staan zowel de artsen, hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen je graag bij indien je hulp of uitleg nodig hebt. Je hoeft niet te leren van vallen en opstaan. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen. Wij wensen je alvast een aangename stageperiode.
Namens de ganse equipe.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
4 1. VOORSTELLING VAN DE EENHEID
1.1 Architectuur De afdeling GV53 maakt deel uit van het Hartcentrum Oost Limbug. Zij ligt in het D-blok, op niveau 2, De eenheid telt 30 bedden en is in L-vorm opgezet. Binnen de afdeling zijn de patiëntenkamers als volgt verdeeld :
• 12 kamers van 2 patiënten • 6 éénpersoonskamers, eventueel bruikbaar voor verpleging in omgekeerde isolatie Centraal in de afdeling bevindt zich de verpleegpost, met daarachter een werkruimte met kasten voor steriele en niet-steriele materialen en geneesmiddelen. Het bureel van de hoofdverpleegkundige bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid, alsook de keuken en één van de twee spoelruimten. De andere dienstlokalen zijn aan dezelfde zijde van de gang gesitueerd, tegenover de patiëntenkamers.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
5 1.2. Multidisciplinair team
Medisch team
•
Medisch coördinator van het patiëntenprogramma 2: Thoraxcentrum
Dr. Vrolix
o
Geneesheren cardiologen
Dr. De Vusser Dr. Eerdekens Prof. Dr. Mullens Dr. Noyens Dr. Rivero Dr. Van Lierde Dr. Vandervoort Prof. Dr. Dens Dr. Van Herendael Dr. Verhaert D. Dr.Dupont
o
Geneesheren pneumologie
Dr. Daenen Dr. Gubbelmans Dr. Michiels Dr. Thomeer Dr. Klerckx
•
Geneesheren-assistenten
Deze wisselen regelmatig
• • • •
Programmamanager Hoofdverpleegkundige Zorgcoördinator Stagementoren
Karel Ghoos Yvonne Westhof Vanheusden Cindy Baeten Marc
Verpleegkundig team
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
6
1.3. Patiëntenpopulatie De patiëntenpopulatie betreft voornamelijk patiënten met een cardiologische aandoening, maar er zijn tevens een aantal bedden voor longpathologie voorzien. Er gebeuren ongeveer 1800 opnames per jaar. Een veel voorkomende pathologie op de afdeling is ischemisch hartlijden, evoluerend van angina pectoris (angor) tot eventueel myocardinfarct met hartdecompensatie tot gevolg. De afdeling werkt samen met de hartbewaking, medium-care en met het cath-lab of hartkatheterisatie (=KT), waar coronarografie, PTCA en stents gebeuren • Coronarografie:radiologisch zichtbaar maken van de kransslagaders • PTCA: (Percutane Transluminale Coronaire Angioplastie) ballondilatatie van 1 of meerdere vernauwde kransslagaders • Stent: soort veertje om de kransslagaders blijvend open te houden Meestal zijn het long-stay patiënten. De pneumologiebedden woden meestal bezet door patiënten met een COPD- opstoot en voor observatie. GD25 is uitgerust met antennes, dit maakt het mogelijk het hartritme van patiënten te monitoren via telemetrie (TM), een zendersysteem. De verpleegkundigen van de hartbewaking bewaken deze patiënten continu via deze telemetrie op een centrale monitor. De TM mag niet afgekoppeld worden, zonder voorafgaande verwittiging van de dienst hartbewaking.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
7
2. TAAKINHOUD EN VERDELING 2.1. Organisatie van de verpleegzorg De verpleegkundigen werken volgens een bepaald roulement, waarin het de bedoeling is steeds te komen tot een bezetting van :
• 3 morgenposten •
• • •
06u45 - 15u15 1 morgenpost 06u45- 13u15 3 middagposten 13u30 - 22u00 1 nachtpost 21u45 - 07u00 1 dagpost : de hoofdverpleegkundige 08u00 - 16u30
Men werkt op deze afdeling volgens het model patiëntentoewijzing. De hoofdverpleegkundige stelt iedere dag het werkschema op, voor verpleegkundigen en studenten, dit is terug te vinden bij de verpleegpost. Iedere verpleegkundige krijgt een aantal patiënten toegewezen, en de studenten worden op hun beurt gekoppeld aan een verpleegkundige voor deze toegewezen patiënten. Er zijn dus 4 teams voor 4 patiëntengroepen : die patiëntengroepen vind je ook terug in de kaften met patiëntendossiers, en de 4 volledig uitgeruste verbandwagens. Dit geldt voor :
• • • •
patiënten op kamers 254-256-258- 274- 276 patiënten op kamers 264- 266 – 268- 278 -280 patiënten op kamers 281- 282- 283- 284- 285 patiënten op kamers 260- 262- 279
Als student worden jou patiënten toevertrouwd, afhankelijk van je opleidingsniveau. Je werkt steeds onder toezicht van de verantwoordelijke verpleegkundige! Je maakt dus daarom best in het begin van de stage je doelstellingen kenbaar. De volgorde van de zorgen aan deze patiënten kan variëren naargelang noodzakelijke prioriteiten, maar een kamer wordt zo mogelijk volledig afgewerkt. Dit houdt in :
• • • • • • • • • •
hygiënische zorgen en totaalzorg; voorbereiding en nazorg voor onderzoeken of behandelingen, rekening houdend met het eventueel nuchter zijn van de patiënt; bloednamen, dagcurven volgen; controle van parameters (minimum 2 x per dag, met voldoende spreiding!) toediening van medicatie PO, SC, IM, IV; vereiste zorgen en bijhorende observaties. Zo nodig onmiddellijke informatieoverdracht aan de verantwoordelijke verpleegkundige of hoofdverpleegkundige ! beantwoorden van beloproepen; patiëntenvervoer : te voet, bed of rolstoel volgens omstandigheden; relevante, bondige verslaggeving in patiëntendossier klaarzetten van medicatie voor 24 uur wordt door de nachtpost gedaan.
• Buiten deze totaalzorg voor de patiënten, ben jij als student, en ook de verpleegkundigen, verantwoordelijk voor een aantal afdelingsgebonden taken. Deze zijn voor jou ook leerervaringen.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
8 Het is de verantwoordelijkheid van de student om zelf voor leermomenten te • zorgen. Ook het invullen van het begeleidingsformulier en het vragen van feedback is de verantwoordelijkheid van de student. De verpleegkundige tekent enkel het begeleidingsformulier af na overleg met de student. Ook negatieve feedback dient genoteerd te worden. Dit is belangrijk tijdens de tussentijdse evaluatie. De student verkeert dan in de mogelijkheid om aan dit specifiek aandachtspunt te werken.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
9
2.2. Dagindeling Het is de bedoeling deze verdeling zoveel mogelijk te respecteren om zo te zorgen dat alles tijdig klaar is.
06u45 - 07u00 07u00 - 08u00
08u00 - 08u15 08u15 - 08u45 08u45 - 10u30
10u30 - 11u00
11u00 - 11u30 11u30 - 12u15
12u15 - 12u45 12u45 - 13u00 13u00 - 14u00
A • briefing door de nachtpost • medicatie uitdelen + I.V-medicatie • bloednamen • koffie zetten • patiënt klaarmaken voor cathlab. of OK. • eten opdekken • vullen van bakken in de spoelruimte • briefing door A aan D-post (per kant) • ontbijt afruimen • dagelijks toilet van de patiënten met de nodige totaalzorg • patiëntentransport • opschik van de bedden, fris water geven en orde kamers! • parameters controleren en noteren, infusen nakijken • verpleegplannen invullen en verslagen maken. • koffiepauzepersonen op dienst: − volgbladen overschrijven − orde spoelruimte, keuken − medicatie bestellen • A + D: koffiepauze • bloednamen dagprofiel • medicatie uitdelen • eten opdekken, gevolgd door koffie of thee • 2 e groep middagpauze • middagmaal afruimen D en A middagpauze: personen op dienst eventueel overname van patiënten van GHB en MC. B
14u00 - 14u30 14u30 - 15u30
15u30 - 16u00
16u00 - 16u30 16u30 - 17u00
• • • • • • • • • • • •
briefing door A middagopschik van patiënten parameters controleren + fris water geven (A stopt om 15u15) verslagen maken - verpleegplannen in orde brengen wisselen van bladen voor medicatieregistratie opruimen keuken en spoelruimte eventueel klaarleggen dossiers van cathlab en OK-patiënten voor 's anderendaags + de nodige onderzoeken aanvragen (zie procedureboek) koffiepauze B medicatie nakijken en uitdelen patiëntentransport evt. opnames nieuwe patiënten in orde maken
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
10 17u00 - 18u00
18u00 - 18u30 18u30 - 20u00
20u00 - 21u15
21u15 – 21u45 21u45 – 22u00
22u00 - 23u00
• • • • • • • • • • • •
3u00 - 06u45
• • • • • • • •
06u45 - 07u00
•
23u00
eten uitdelen onderzoekenboek voor 's anderdaags in orde maken en administratie en materiaal voor bloednamen van ’s anderdaags avondeten afruimen koffiepauze B parametercontrole controle cathlab en OK-patiënten bezoekers vriendelijk vragen het bezoek te beëindigen medicatie uitdelen avondronde, bedlegerige patiënten - opfrissen opruimen keuken en dienstplaats verslagen maken en verpleegplannen aanvullen briefing door B aan N N nakijken van I.V. medicatie en slaapmedicatie eerste ronde bij patiënten - nazicht PTCA patiënten ! liefst iedereen in bed en stilte op de afdeling medicatie klaarzetten voor 24uur. om de 2 uur ronde op de kamers! PTCA patiënten: om het uur! (noteren !) klaarzetten in gang: linnenkar + kommen patiënten die opgenomen worden gedurende de nacht − verpleegplannen in orde maken − medicatie bestellen en klaarzetten − de nodige onderzoeken aanvragen - doormailen naar de voedingsadministratie van nieuwe en nuchtere patiënten. briefing door N aan A's
2.3. Afdelingsgebonden taken Keuken (wordt door logistieke assistent gedaan)
• 's Morgens en 's avonds 6 liter koffie maken : 3 schepjes. • 's Middags rond 13u00 3 liter koffie maken : 1,5 schepje. • Steeds water warmen voor thee. • Frigo regelmatig bijvullen, spa-melk-chocomelk, lege flessen in de berging zetten na • • • •
uitspoelen. 1 x per week, woensdag : frigo + microgolfoven + kasten reinigen. Dagelijks na iedere maaltijd gerief van de keuken afwassen en opbergen. Plateau 's voor de patiënten die nuchter zijn bewaren in de frigo (opwarmen in de microgolfoven). Middagpost : - koffie drinken voor 16u30 - om 16u45 koffie klaarzetten voor avondmaal (6l liter koffie ).
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
11
Dienstplaats
• • • • • • •
onmiddellijk na iedere verzorging het verpleegdossier invullen; verslag : temperatuur - pols en bloeddruk; bestellingen van de apotheek (eventueel magazijn) uitnemen, controleren en op de juiste plaats leggen; verbandwagens na iedere verzorging, reinigen, ontsmetten, drogen en bijvullen; scheermachine van de afdeling na gebruik (kop) borstelen en ontsmetten met alcohol van 70°; bloeddrukmeters, knelbanden, thermometers regelmatig ontsmetten en dagelijks tellen; bordjes voor inspuitingen dagelijks afwassen + orde op het werkblad.
Spoelruimten
• • • • • • • • •
om 08u00 spoelbakken vullen,(1x pompen –Immonium- per 5 L. = 25ml/5L. gebruikte instrumenten in de kartonnen box deponeren in de spoelruimte; alle sanitair materiaal 1 uur onderdompelen; serumstaanders na gebruik ontsmetten, reinigen, drogen en opbergen in de berging; infuuspompen met vochtige doek reinigen, drogen en stekker terug insteken (om op te laden; bloemenvazen ontsmetten met javelwater, nadien afwassen, drogen en in de kast van de vazen zetten. Nooit in de bedpanspoeler zetten. het rek voor de linnenzakken, donderdag afwassen, blauwe en witte zakken indien vol, dichtknopen; kast uitwassen alles op orde zetten; nachtstoelen ontsmetten na gebruik.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
12
2.4. Specifieke verpleegkundige interventies 2.4.1. Ademhalingsstelsel :
• • • • •
zuurstoftoediening aërosoltherapie sputumstaal aspiratie van de luchtwegen( via mond,neus, tracheacanule) trachea verzorging
2.4.2. Bloedsomloopstelsel
• • • • • • •
capillaire bloedname (oorprik glycemie) en I.V. bloedname voorbereiding, toediening van en toezicht op IV infusen en transfusies gebruik van en toezicht bij infuuspompen toezicht op drukverband, pulsaties toezicht op arteriële lijn via sheat na PTCA en stent bloedname via een arteriële lijn via sheat verzorging van een diepe veneuze katheter
2.4.3. Spijsverteringsstelsel
• • • •
sondevoeding (event. via jejuno- of gastrostomiesonde) hulp bij voeding fosfaatlavementen ontlastingslavementen
2.4.4. Urogenitaal stelsel
• • • • •
volgen van urinedebiet KV meatustoilet opnemen van urinestalen plaatsen van en toezicht op blaassonde blaasspoeling
2.4.5. Huid en zintuigen
• • •
verzorging van wonden preventie van decubitus verwijderen van redondrains, hechtingen,…
2.4.6. Medicamenteuze toediening
• •
PO, SC, transcutaan, IV, via centraal veneuze katheter oor-, oog-, en neusindruppeling
2.4.7. Voedsel- en vochttoediening
• • •
hulp bij voeding per os parenterale voeding vochtbalans bijhouden
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
13
2.4.8. Mobiliteit wisselligging draaien in blok na coronarografie, PTCA en rugoperaties (kinesist helpt de patiënt na een rugoperatie voor de eerste keer opstaan)
• •
2.4.9. Hygiëne
• • •
totaalzorg, ook reinigen tandprothese, scheren, nagelverzorging. doordachte toepassing van handhygiëne correct gebruik van ontsmettingsstoffen voor verpleegmateriaal
2.4.10. Fysische beveiliging
• • • • •
veilig vervoer van patiënt met bed aanwenden van onrusthekkens, onrustriemen,.. bel in het bereik van de patiënt, ook op nachtstoel hulp bij verplaatsen gebruik van rollend materiaal
2.4.11. Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het diagnose
•
•
• • • •
stellen van de
assistentie bij medische handelingen : - pleurapunctie - sternaalpunctie - plaatsen van centrale katheter - nemen van bloedgaswaarden - lumbaal punctie meten van parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels : - vitale en fysische parameters - neurologische observatie (comaschaal) - P, BD, T°, AH. - urinedebiet - gewicht... hanteren van en toezicht i.v.m. : - monitor - telemetrie bijwonen van EKG-registratie, evt. zelfstandig nemen en interpreteren (ritmestoornissen, ischemie) afhankelijk van het opleidingsniveau. bijwonen van coronarografies, PTCA, stentplaatsing, endoscopies, longfunctieproeven, echografies, arteriografies, nucleaire onderzoeken. toezicht op externe ventrikeldrainage.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
14 3. Specifieke aandachtspunten op deze verpleegeenheid 3.1. Algemeen : de afdelingsvisie
•
•
naar de student toe : Zowel de eerste, tweede als derde jaarsstudenten werken steeds onder toezicht van een verpleegkundige. Dit betekent echter niet dat je tot op zekere hoogte zelfstandig mag en moet werken. Afhankelijk van je opleidingsniveau en je getoonde kennis en kunde wordt je een eigen verantwoordelijkheid gegeven. naar de patiënt toe : het welzijn van de patiënt staat centraal op onze afdeling rekening houdend met zijn verwachtingen trachten we zo goed mogelijk te voldoen aan de individuele verzorgingsbehoeften op fysiek, psychisch en psycho-sociaal vlak (rekening houdend met de beperkte hospitalisatieduur van de meeste patiënten) naar het team toe : − we willen streven naar professioneel verpleegkundig handelen : zelfstandige en verantwoordelijke verpleegkundigen, die het belang van kennis van de specifieke anatomie en pathologie van hart,hersenen ademhaling en zenuwstelsel inzien en die benutten in leersituaties. − flexibele verpleegkundigen : open staan voor nieuwe ideeën, kritiek in een positieve sfeer, waarbij ernaar gestreefd wordt, objectief proberen te zijn en bij eventuele tekorten, zo snel mogelijk een gesprek met de betrokkene te hebben. − −
•
Concreet wordt aandacht gegeven aan volgende punten :
• • • • • • •
naleven van procedures (algemeen en afdelingsgebonden: ter inzage in de verpleegpost ) doelmatig gebruik van verpleegplannen om de continuïteit van de zorg te waarborgen. teamwerk, collegialiteit, met waardering voor ieders inbreng zelfstandigheid, afhankelijk van het opleidingsniveau volledigheid van de overdracht zowel mondeling als schriftelijk, eigen inbreng in de briefing patiëntvriendelijkheid, correcte omgang met bezoekers samenwerking met artsen en andere ziekenhuiswerkers (tact, en voldoende assertiviteit)
3.2. Begeleiding van
•
Patiënt Deze staat centraal op onze afdeling. Er wordt van de studenten verwacht dat zij begrip tonen in de specifieke psychosociale problematiek van de patiënt en zijn omgeving. Tracht je in te leven in zijn situatie en dit in de zorg te integreren. Tracht een zinvol gesprek met hem te voeren tijdens de zorg. Patiënten niet nodeloos ongerust maken. Weten welke informatie er door de verpleegkunde mag en welke door de arts verstrekt worden. Uitslagen van onderzoeken dienen door de arts meegedeeld te worden Als je patiënten een informatiebrochure geeft, gelieve dan deze samen met hem te overlopen.
• Familie De contacten hiermee zijn voor jou een leersituatie. Verstrekken van informatie gebeurt altijd in samenspraak met de verpleegkundige. Er is een nauwe samenwerking met de dienst patiëntenbegeleiding. Vb. ivm thuiszorg. Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
15
3.3. Observatie en rapportage Nauwgezette observatie is onontbeerlijk, en moet gekoppeld worden aan een objectieve interpretatie van de gegevens. Hiervoor is een degelijke kennis van de anatomie en fysiologie van het hart en de bloedsomloop een absolute vereiste, van bij de aanvang van je stage ! Belangrijke observatiegegevens (ONMIDDELLIJK RAPPORTEREN!) in de cardiologie zijn o.a. : • parameters : denk naast de exacte cijfers zeker ook aan bijkomende observatiegegevens die je kent vanuit de gezien leerstof. BD, P, T controle : bij onzekere opname ervan of afwijkende gegevens : steeds de teamverantwoordelijke onmiddellijk verwittigen. Onze patiënten krijgen vaak medicatie om deze waarden te corrigeren : deze gegevens moeten dus betrouwbaar zijn omdat de arts de behandeling hieraan aanpast. • ademhaling • huidskleur • oedemen • hoest • duizeligheid en bewustzijnsstoornissen • pijn : altijd onmiddellijk rapporteren : waar ? hoe ? hoelang, angor ? • krachtverlies of andere uitvalsverschijnselen • observaties rond de inloop van infusen, locale infectietekens • bloedverlies, zeker via prikplaatsen na coronarografie en PTCA • glycemiewaarden .... • gewicht • alle klachten Afdelingsterminologie Volgende begrippen mag je in briefing en dossiers verwachten en moet je dus begrijpen om er een zinvolle invulling aan te kunnen geven : in overleg met de stagebegeleidster wordt bepaald in hoeverre je ze ook moet kennen :
• pathologie − − − − − − − − − − −
-
(hart)decompensatie (hart- of myocard-)infarct longoedeem angor of angina pectoris pericarditis cardiomyopathie hartklepstoornissen hartritmestoornissen : voorkamerfibrillatie = VKF, voorkamerflutter, kamerfibrillatie = ventrikelfibrillatie, ventrikeltachycardie = VT, AV-block, sinusaritmie bloeddrukafwijkingen : hypertensie, hypotensie CVA, TIA longembolie CARA - COPD of COLD cardiomyopathie
• onderzoeken Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
16
op afdeling hartkatheterisatie (KT) : coronarografie of CORO op RX : Digitale Substractie Angiografie (DSA) en arteriografie op afdeling nucleaire : thalliumscintigrafie, longscan trans-oesofagale echo (TEE), trans - thoracale echo (TTE) ECG of EKG - fietsproef of inspanningstest telemetrie - Holter-monitoring − ..... − − − − − −
• behandelingen − medicaal: antistollingstherapie, anti-aritmica, hartondersteunende medicatie − in OK : CABG of coronaire arteriële bypass greffe − in KT : PTCA of percutane transluminele coronaire angioplastie; plaatsen van een
stent (pat. komen terug op de afdeling met een arteriële sheat, maat uitgedrukt in French, waarop een arteriële druklijn) − pace-maker − defibrillatie en reconversie - dieet : vooral AVVZ = arm aan verzadigde vetzuren - ZL - AVVZ: indien ook hypertensie of longoedeem, eventueel gecombineerd met een diabetesdieet. 3.4. Administratief - opname van een patiënt voorbereiding op ontslag, mutatie, … 3.5. Specifieke aandachtspunten voor patiënten na PTCA en STENT en CORONARO via de lies
• •
•
na aankomst op de kamer, en nadien minstens om de 2 uren, controle van − BD, P, prikplaats en pulsaties van betreffende arm (zelden) of lies bij het eten : patiënt moet het aangeprikte been gestrekt houden : − bed in maximum stand 1 − zorgen dat alles in het bereik staat − aangepast eetgerei : drinkschuitje + rietje + eventueel urinaal − maaltijd voorbereiden avonds worden deze patiënten extra opgefrist (rug). Zij liggen op een molton (patiënten met coronarografie mogen nu opstaan) Deze tijden zijn richttijden: de diverse tijdstippen variëren volgens de gevolgde procedure en de doorsnede van de gebruikte sheat. De sheat wordt meestal verwijderd op dezelfde dag van PTCA of stent door de verpleegkundigen van KT ( na controle van ACT-waarde). Nadien volgt bedrust van 08.00u.
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013
17
4. Verwachtingen
Naast de patiëntenzorg aangepast aan het opleidingsniveau en de afdelingsgebonden taken : • Van een eerste jaarsstudent wordt verwacht dat hij / zij een verpleegplan kan hanteren : − info opzoeken − begrijpen en interpreteren − correct, bondig rapporteren van relevante gegevens
•
van een tweede jaarsstudent − idem + − invullen van anamneseblad − administratie rond klaarzetten van en toediening van medicatie (onder toezicht)
•
van een derde jaarsstudent − idem + − administratie rond opname, mutatie en ontslag − aanvragen van onderzoeken en behandelingen − infoverwerving rond verloop van doktersronde, aanpassing verpleegdossier nadien − telefoon beantwoorden enkel in samenspraak met verpleegkundige
van
Aanvang van de stage
•
De dienstregeling wordt opgemaakt door de hoofdverpleegkundige, in overleg met mentoren en stagebegeleiding. Onderling ruilen kan dus enkel toegestaan worden in overleg met deze personen en collega's stagiairs, en mits tijdig aangevraagd.
•
Dagelijks bied je het stagebegeleidingsformulier aan de begeleidende verpleegkundige aan tijdens het feedbackgesprek Zo heb je de kans om je leerproces zelf tijdig bij te sturen, wanneer dit nodig blijkt, om een optimaal leerrendement uit je stage te halen
Introductiebrochure stagiairs – GV53 Versie febr 2013