Introductiebrochure studenten
Geriatrie 1
Pastoor Paquaylaan 129 - 3550 Heusden-Zolder - Tel. 011 57 91 11 - Fax 011 57 94 00
VOORWOORD
Beste student, Ik heet je van harte welkom in ons team. Deze brochure is bedoeld om je een idee te geven over de werking en het dienstgebeuren op onze afdeling. Je komt terecht op een geriatrische afdeling met een sterk acuut karakter. Ons grootste aanbod van patiënten worden opgenomen met CVA, hartfalen en infectieziekten. Je zal veel technieken kunnen oefenen, maar ook kunnen kennismaken met het paramedisch personeel. Wekelijks is er een teamvergadering waar ook jij kan van deel uitmaken. Hopelijk heb ook jij een groot hart voor ouderen! Op onze afdeling benaderen we de patiënt als “mensen”, die een heel leven achter zich hebben en met respect benaderd worden. Onze patiënt is ook uw patiënt. In al jouw handelingen, woorden, technieken en verzorgingen hopen we dat we jouw genegenheid voor deze mensen kunnen voelen. Want naast technische sterke verpleegkundigen is het een grote meerwaarde het menselijke niet te vergeten. Het jong en dynamisch team waar jij in terecht komt, zijn blij met jou komst en wensen samen met mij jou een fijne leerrijke stage toe!
Krista Bogaerts
VOORWOORD 1. VOORSTELLING VAN DE EENHEID 1.1 Architectuur 1.2 Multidisciplinair team 1.3 Patiëntenpopulatie 1.4 Teamvergadering 2. TAAKINHOUD EN TAAKVERDELING 2.1 Organisatie van de verpleegzorg 2.2 Dagindeling 2.3 Specifieke verpleegkundige interventies 3. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN OP DE AFDELING 3.1 Algemeen 3.2 Observatie 3.3 Rapportage en administratie 4. VERWACHTINGEN
1. VOORSTELLING VAN DE DIENST 1.1. Architectuur De afdeling geriatrie 1 ligt op de eerste verdieping op hetzelfde niveau als het dagziekenhuis,het operatiekwartier, heelkunde 1 en heelkunde 2, in blok A De eenheid telt 22 bedden en is in een T-vorm opgezet. Binnen de afdeling zijn de patiëntenkamers als volgt verdeeld: 4 persoonskamers (2 kamers) 2 persoonskamers (3 kamers) 1 persoonskamers (8 kamers) Centraal in de afdeling bevindt zich het verpleeglokaal met daarachter een bergruimte voor steriele materialen en geneesmiddelen. Het technische gedeelte omvat : - zaal voor ergotherapie - badkamer - office (keuken) - spoelruimte (opbergplaats voor waskommen- bedpannen) - berging (vuil linnen- serumstaanders) - linnenkamer - toilet voor het personeel - toilet voor bezoekers - verpleegruimte - doktersbureel - lokaal voor het geriatrisch dagziekenhuis
1.2. Multidisciplinair team Medisch team: Geneesheer internistgeriater:
Dr. Schellemans Michel
Verpleegkundig team: Hoofdverpleegkundige:
Krista Bogaerts
Mentor:
An De l’Arbre Ayse Acici
Andere medewerkers: Ergotherapeut Kinesist Sociale dienst Psychologe Pastorale dienst Diëtiste Logopediste Logistieke ondersteuning Animatrice
1.3. Patiëntenpopulatie In nog steeds toenemende mate bereiken aanzienlijk meer mensen dan voorheen een gevorderde en zelfs een zeer hoge leeftijd. Veruit de meeste blijven daarbij gezond en zelfstandig. Het aantal bejaarden is weliswaar verhoudingsgewijs klein, maar in het patiëntenbestand van vooral huisartsen, internisten, neurologen, chirurgen en oogartsen nemen zij een steeds grotere plaats in. De “bejaarde patiënt” is doorgaans geen “geriatrische patiënt”. De “bejaarde patiënt” Een persoon die op oudere leeftijd een enkelvoudige welbepaalde aandoening heeft (bv. heupfractuur) zonder enige andere begeleidende pathologie, terwijl hij/zij er overigens zeer vitaal uitziet en goed actief is gebleven. De “geriatrische patiënt” Leeftijd: Meestal gaat het om hoogbejaarden.(> 75 jaar) Dit is een relatief begrip. Multipele pathologie en polifarmacie: Het is niet ongewoon dat er vijf of meer afwijkingen gevonden worden. Redenen hiervoor zijn: ophoping van niet dodelijke aandoeningen vaker voorkomen van degeneratieve afwijkingen(bv. artrose). Door de veelvuldigheid van ziekten en verschijnselen moeten soms veel behandelingen en geneesmiddelen gegeven worden. Bejaarden hebben ook minder duidelijke symptomen dan jongeren. (bv. een bejaarde kan een ernstige longontsteking hebben zonder koorts) Daarnaast hebben ouderen ook de neiging bepaalde klachten te aanvaarden als gevolg van de gevorderde leeftijd. Neiging tot blijvende hulpbehoevendheid: Zelfs onder de meest gunstige omstandigheden van diagnostisch, therapeutisch en reactiverend handelen, zal een klein aantal bejaarden onvermijdelijk en meer of minder ernstig hulpbehoevend blijven. Neiging tot bepaalde psychische stoornissen en sociale problematiek: Bij geriatrische patiënten grijpen ziekte en hulpbehoevendheid doorgaans in op het gehele levenspatroon. Zowel voor de patiënt als voor zijn naaste familie en huisgenoten geldt dat dikwijls het sociaal functioneren in aanzienlijke mate wordt gewijzigd. Het is geen uitzondering dat de opneming van de bejaarde patiënt in het ziekenhuis tevens een “sociaal breakdown” veroorzaakt omdat het milieu waarin hij leefde voorgoed voor hem verloren dreigt te gaan. Er is ook sprake van een bemoeilijkt combinatievermogen, tempoverlies en verlangzaamd initiatief. Deze storingen trachten ze te compenseren door moeizame zelfcontrole en door herhaling, hetgeen de vertraging nog verder bevordert. Hoe ouder mensen worden hoe meer hun leven doorgaans komt te staan in het teken van verlies. Geen wonder dat oude mensen daardoor veelal neigen tot zwaarmoedigheid. Typerend motorisch gedragspatroon: Bij alle motorische verrichtingen op hoge leeftijd wordt het combineren, aaneenschakelen en omschakelen, moeilijker en soms onmogelijk. Bemoeilijkte combinatiemotoriek kan men bij een bejaarde waarnemen wanneer hij bv. op straat lopend zijn handschoenen wil aantrekken. Daarvoor zijn weliswaar vaak verrichte, maar toch gecompliceerde, gecoördineerde bewegingen noodzakelijk. De bejaarde blijft dan meestal stilstaan, een eventueel gesprek wordt onderbroken en met de ogen wordt het verloop van de bezigheid, die zijn gehele aandacht in beslag neemt, gecontroleerd.
In het algemeen kan men stellen dat allerlei complexe verrichtingen op gevorderde leeftijd als het ware onderdeel na onderdeel worden uitgevoerd. Elke beweging afzonderlijk kan nog voldoende snel worden verricht, maar door de opeenvolging van enkelvoudige akten kost het meer tijd dan vroeger. 1.4 Teamvergadering Teambesprekingen (deze vergaderingen kunnen in samenspraak met de hoofdverpleegkundige gevolgd worden door de student). MAANDAG 11.45u : Teamleden : Revalidatiearts :Dr Van Bilzen K, Ergotherapeut : Theunis H, Kiné : Reynders D, Verantwoordelijke verpleegkundige. Alle CVA-patiënten worden besproken en het revalidatieprogramma wordt opgesteld en geëvalueerd volgens de individuele noden van de patiënt, rekening houdend met de fysische en psychische mogelijkheden van de patiënt. DONDERDAG 11.45 : Teamleden : Geriater : Dr Schellemans M, Hoofdverpleegk : Bogaerts K, Ergotherapeut : Theunis H, Kiné : Reynders D, Verantwoordelijke verpleegkundige, Pastorale: Martens J, Sociale Dienst : Wendt E, Kelchtermans M, Diëtiste : Vanleuffelen A., Logopediste : Aerts H, Psycholoog : Herman A.. DONDERDAG 12.45 : pluridisciplinair team in het kader van de interne liaison met de referentieverpleegkundigen geriatrie van de nevendiensten.
2. TAAKINHOUD EN TAAKVERDELING 2.1. Organisatie van de verpleegzorg De 24u continuïteit wordt als volgt ingevuld : 3 verpleegkundigen van 06.30u-14.36u (Vroege) 1 zorgkundige van 06.30u- 14.36u 1 logistieke medewerker 8.00u tot 13.00u 1 hoofdverpleegkundige 8.00 tot 16.06u ( op weekdagen ) 2 personen van 13.54u-22.00u (late) 1 logistieke medewerker 17.30u – 20.00u 1 persoon van 21.39u-6.45u (Waak) Zowel de vroege, late en nachtshift krijgen ondersteuning van zorgkundigen en logistieke medewerkers. Zij ondersteunen de verpleegkundige en dragen enkel de verantwoordelijkheid van de door hen uitgevoerde taken. Zij zijn nooit eindverantwoordelijke voor een groep patiënten. We werken op deze dienst volgens het model “integrerende verpleging”. Iedere verpleegkundige is verantwoordelijk voor het totale zorgenpakket van de aan haar/hem toegewezen patiënten. De hoofdverpleegkundige stelt iedere dag het werkschema op. Dit kan je terug vinden in het dagboek. Vroege dienst: Afhankelijk van de bezetting : 2 of 3 groepen Indien 3 groepen: Kant 1: K 173 - 175/4 Kant 2: K 176/1-178/4 Kant 3:180/1-186 Indien 2 groepen: Kant 1: K 173 – 177/2 Kant 2: K 178/1 – 186 Verantwoordelijke voeding : Relinde Ook jouw naam zal in het dagboek vermeld worden, achter de naam van de verpleegkundige. Patiënten waarbij ADL staat, krijgen ADL – training door de ergotherapeuten Late dienst: Altijd 2 groepen Kant 1: K173 - 177/2 : 1 verpleegkundige Kant 2: 178/1-186: 1 verpleegkundige 2.2. Dagindeling 06.30u:
Briefing door de nachtpost
07.00:
Nakijken medicatie in elektronisch medicatiebeheer. Bloednamen. Totaalzorg van de patiënten d.w.z. parameters nemen (deze ook invullen in verpleegdossier), wassen, wondverzorging, toedienen van een inspuiting, eventueel een laxeermiddel toedienen, aankleden, toiletbezoek, opruimen van de kamer, vuil linnen in zakjes in de kleerkast doen, gordijnen openen, nachtlichtje uitdoen.
08.30u:
Opdienen van het ontbijt gebeurd door logistiek assistente. Opletten voor patiënten die nuchter moeten blijven. Indien nodig wordt de glycemie gecontroleerd. Insuline wordt door de leerlingen toegediend onder begeleiding. We beginnen met het opdekken bij kamer 173 en gaan zo naar het einde van de gang. Intussen wordt er ook een proper glas/handycup met water gegeven. Indien nodig worden de patiënten geholpen bij de voorbereiding van de maaltijd ( potjes van confituur of boter openen, boterhammen smeren,…) Hulpbehoevende patiënten moet men helpen met het eten.
09.00u:
Afruimen van het ontbijt en opruiming van de keuken en de utility. De verantwoordelijke verpleegkundige gaat de patiënten overlopen met de afdelingsgeneesheer Dr. Schellemans.
09.30u:
Koffiepauze voor de verpleging.
09.40u:
Beddenopschik, opruimen van de kamers, stof vegen met een vochtige doek (tafel, bed, nachtkastje). Zwaar zieke patiënten worden gedraaid en sommige worden terug in bed gelegd. Pas opgenomen patiënten worden gewogen en de bloeddruk moet hier ook liggend en staand genomen worden. Tussendoor worden de beloproepen beantwoord. Opruimen van de verzorgingskarren (d.w.z. vuilzak leegmaken; glas in glasbak doen; waskommen, wc-emmers, urinaals, bedpannen, maatbekers, nierbekken, vazen,… in de utility zetten om later te kunnen afwassen.
10.00u:
Koffiepauze studenten.
10.30u:
Opruimen van de spoelruimte; volle linnenzakken dichtknopen; opruimen en aanvullen van de verzorgingswagens. Leerlingen kunnen nu hun observaties in het verpleegdossier schrijven.
11.00u:
Middagpauze voor eerste groep. De andere groep maakt hun verslagen en doen administratief werk. (patiëntenclassificatie)
11.30u:
Controle van de glycemie.
12.00u:
Bedeling van het middageten en eventueel hulp bieden. Medicatie wordt uitgedeeld en toegediend.
12.30u:
Afruimen van het middagmaal. Bedeling van de koffie (samen met de logistiek assistent) Oplopende en opzittende patiënten op wc-stoel of toilet helpen en installeren voor de middagrust. Bij incontinente patiënten wordt het incontinentiemateriaal gecontroleerd en er wordt wisselhouding toegediend bij bedlegerige patiënten. Toediening van inspuitingen en eventueel parameters controleren. Opruimen van de kamer. Aanvullen van de dossiers door de verpleegkundigen.
13.30u:
Eventueel nog iets afhalen bij de apotheek. Labostalen, genomen in de loop van de voormiddag, worden naar het labo gebracht.
14.00u:
Briefing door de verantwoordelijke naar de middagpost toe.
14.36u:
Controleren van de avondmedicatie.
15.00u:
Opruimen van de kamer van de ontslagen patiënten. Oplopende patiënten op toilet of wc-stoel zetten, daarna opzetten in de zetel en bedopschik. Bij incontinente patiënten gebeurt een controle van het incontinentiemateriaal. Bedlegerige patiënten wisselhouding toedienen.
15.30u:
Snack-bedeling
16.30u:
Bedopschik en kamer in orde brengen voor een nieuwe patiënt.
16.45u:
Koffiepauze.
17.15u:
Controle van de glycemie. Opdienen van het avondeten. Toedienen van medicatie. Hulp bieden bij het eten. Afdekken en opruiming van de keuken.
18.30u:
Patiënten die moe zijn, worden in bed gelegd. Wisselhouding toepassen en eventuele wondzorgen doen.
19.30u:
Klaarmaken van infusen en inspuitingen; Verzorgingskarren klaarmaken voor de avondronde.
20.00u:
Avondronde Medicatie toedienen en vers water geven. Voorbereidingen voor onderzoeken. Nachtpamper aandoen (zonodig) Patiënten installeren voor de nacht. Patiënten die nuchter moeten blijven worden verwittigd en men hangt een kaartje van nuchter boven hun bed. Lichten worden gedoofd, TV en radio worden afgezet en het nachtlichtje wordt aangedaan. Dienst opruimen. Dossiers invullen.
21.40u:
Briefing aan de nachtpost.
22.00u:
Controle van het dect toestel - batterij vervangen Iedereen goede nachtrust gaan wensen en eventueel nog eens laten drinken. Sommige patiënten op bedpan, wc-stoel of toilet helpen. Controle van de perfusies.
22.30u:
Medicatie voor de volgende dag klaarzetten. Bestellen van medicatie.(via elektronisch medicatiebeheer) Kredietnota’s maken van de medicatie die niet meer gebruikt wordt. Klaarzetten van infusen. Hulp verpleegkundige komt voor ondersteuning van de dienst.(verzorgingskarren klaarzetten, beloproepen beantwoorden, opruimen,…) Ze blijft tot 23.00u.
24.00u:
Algemene toer samen met de hulp verpleegkundige Pampercontrole - wisselhouding -mictietraining -zonodig parameters controleren - controle van de infusen - urinaals ledigen - controle van de inhoud van urinezakjes - patiënt laten drinken.
01.00u:
Medicatie verder klaarzetten. Verpleegbladen schrijven. Beloproepen beantwoorden. Bloedbuisjes voor de bloedafname controleren en voorzien van een etiket. Medicatie voor ontslagen patiënten klaarzetten en RX-foto’s van de patiënt bij elkaar zoeken.
02.00u:
Om 2 uur worden deze algemene taken onderbroken voor een kleine controle bij iedere patiënt.
03.30u:
Toer is idem als de toer om 24.00; vanaf 4 uur komt er hulp van de hulp verpleegkundige. Vuilbakjes ledigen en voorzien van propere plastieken zakjes. Observatieverslagen invullen.
05.30u:
Opnieuw overal gaan kijken. Wisselhouding toepassen en perfusies controleren.
06.00u:
Ochtendbriefing voorbereiden
Opmerking De frequentie van het aantal controles van de patiënt hangt af van zijn toestand. De uren van de dagindeling zijn te benaderen. De doktersronde, opnames, ontslagen en medische orders vergen een aanpassing van de werkplanning. Ook het transport voor onderzoeken, behandeling, verhuis naar een andere afdeling lopen door het programma. 2.3 Specifieke verpleegtechnische handelingen Ademhalingsstelsel Zuurstoftoediening en bevochtiging via bril en masker. Het gebruik van aërosol en puffs. Aspiratie van de luchtwegen. Verzorging van de tracheacanule. Mayocanule. Bloedsomloop Bloedafname. Afname van een hemocultuur, Glycemiebepaling, Persfusievloeistoffen klaarmaken, Perifeer infuus: plaatsen- toezicht- verwijderen, Gebruik van een infuuspomp – spuitpomp, Centraal veneuze catheter: assistentie bij plaatsing- verzorging- verwijdering, CPR zonder hulpmiddelen, IV- heparinisatie, Telemetrie.
Spijsverteringsstelsel Maagsonde: plaatsen- verzorging- verwijderen. Microsonde: plaatsen- verzorging- verwijderen. PEG-sonde: assistentie- plaatsen- verzorging. Sondevoeding toedienen. Gebruik van een voedingspomp. Toedienen van een lavement. Plaatsen van een rectale canule. Faecalomen verwijderen. Colostomie: verzorging. Huid en zintuigen Het gebruik van antiseptica. Wondverzorgingen: DAV, hechtingen verwijderen, decubituswonden. Verbanden aanleggen. Gebruik van de actieve wondverbanden Vacuümpomp Uro-genitaal stelsel Mictietraining. Juiste gebruik van incontinentiemateriaal. Een urinecultuur afnemen. Het aanbrengen van een condoomkatheter. Een éénmalige sondage bij man/vrouw. Verblijfsonde: plaatsen en verwijderen. Supra-pubische sonde: verzorging. Blaasspoeling. 24-uurs urinecollectie. Medicatietoediening Altijd onder toezicht!!! Aërosol en puffs. Orale toediening. IM-inspuitingen. SC-inspuitingen. IV toedieningen. Rectale toediening. Sublinguale toediening. Vaginale toediening. Oogindruppeling. Gastro-intestinale toediening. Uitwendig gebruik. (Bv. bepaalde zalven) Mobiliteit Installeren: zetel-bed-rolstoel. Juiste houding. Patiënt begeleiden. (looprekje) Het gebruik van de patiëntenlift. Tiltechnieken uitvoeren. Fysische beveiliging Voorkomen van lichamelijke letsels. (contracturen, spitsvoeten) Antidecubitusmaatregelen. Fixeren in bed of zetel. Isolatiemaatregelen. (ZH- infecties)
Hygiëne Ochtendtoilet: bedbad- hulp aan de lavabo. Aan- en uitkleden van de patiënt. (ook bij een infuus) Voetbaden toedienen. (ma-woe-vrij) Zorg aan: haren-mond-nagels-navel-neus-ogen-oren. Scheren. (ook pre-operatief) Haarwassing. Handhygiëne. Bedopschik. Zorg aan een overledene. Diagnostische verpleegkundige activiteiten Vitale parameters. Afname van een staal. Gewicht bepalen. Controle glycemie. Nortonschaal. Voedings-en vochtbalans. Relationele vaardigheden Briefing: volgen en actief deelnemen. Rapportage mondeling en schriftelijk. Opnamegesprek. Communicatie met patiënt en familie. Teamvergadering bijwonen. Ontslagbegeleiding. Slecht nieuwsgesprek. SIT-overleg. Stervensbegeleiding.
3. SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN OP DE AFDELING 3.1. Algemeen Indien je een kamer binnengaat, steeds aanwezigheidslichtje aandoen. Veiligheid ter voorkoming van vallen. (onrusthekken steeds optrekken bij het verlaten van de patiënt) Belletje steeds binnen handbereik geven. Geriatrische patiënten hebben vaak hulp nodig bij het eten of de voorbereiding ervan. We zorgen ervoor dat alle potjes open zijn en dat de boterhammen van de hulpbehoevenden gesmeerd zijn. Men doet indien het echt noodzakelijk is de koffie in een handycup. ‘s Middags nemen we de deksels van de borden en soepkom. De soep kan eventueel in een plastiek beker gegoten worden. Kijk of de patiënt het vlees zelf kan snijden en help hem indien nodig. De patiënten worden steeds voorzien van een servet. Slikproblemen i.v.m. het eten moeten steeds gemeld worden, zodat men aangepaste voeding kan bestellen. (bv. gemalen vlees) Aandacht voor slikproblemen , invullen van de voedingsbalans Eerst alle plateaus opdienen en dan pas de hulpbehoevenden helpen bij het nuttigen van hun maaltijden. Alvorens men de patiënt in bed installeert, moet men deze eerst op het toilet of op de WC-stoel zetten. Gebruik van incontinentiemateriaal : Pampers paars: Geel: blauw: Broekjes:geel blauw bruin groen oranje
bij verblijfsonde of patiënten die weinig urineren gewone incontinente ‘s nachts, bij diuretica en bij patiënten met 2 l infuus => S => M => L => XL => XXL
Incontinentiemateriaal mag men nooit in de badkamer achterlaten. Dit geeft vieze geurtjes. Geduldig zijn; een geriatrische patiënt heeft een ander ritme. Bejaarden hebben dikwijls last van uitdroging (dehydratatie). Telkens als je een kamer binnengaat, motiveer je de patiënt om goed te drinken. Bij patiënten die zelf kunnen drinken, moet men het glas of de drinkbeker binnen handbereik zetten. Urinezakjes worden geledigd in een maatbeker. (omwille van de juiste hoeveelheid en genoteerd in het verpleegdossier)
Dagelijks worden bij het ochtendtoilet van iedere patiënt de parameters genomen. ( BD, T, P) Bij pas opgenomen patiënten neemt men de bloeddruk liggend en staand en men controleert het gewicht. Op maandag, woensdag en vrijdag worden er voetbaden gegeven. 3.2 Observatie Voeding:
erop toezien dat de ptn. voldoende eten en drinken. erop toezien dat ptn aangepaste voeding krijgen(dieet, gemalen vlees) eventueel een voedingsbalans invullen. Stoelgang: controle op uitzicht, geur en hoeveelheid Urine: controle op uitzicht, geur en hoeveelheid. Decubituspreventie Observaties worden door de leerlingen steeds gerapporteerd aan de verpleegkundigen. 3.3. Rapportage en administratie Afwijkende waarden (bv. betreffende de vitale functies) worden dadelijk mondeling aan de verpleegkundige gerapporteerd. Schriftelijke rapportage gebeurt na de verzorging of voor het beëindigen van de dagtaak. Elke staal en aanvraagbon moeten voorzien zijn van een identiteitsetiket met patiëntengegevens en worden in het daarvoor voorziene plastic zakje gestoken en zal worden opgehaald door de medewerkers van het labo.
4. VERWACHTINGEN We rekenen op uw inzet, op uw vriendelijkheid en op uw enthousiasme Neem je eigen leerproces in handen. Waar we kunnen, zullen we je helpen. We vormen een hecht team collega’s die elke dag werken aan een integrale en kwalitatieve zorgverlening. Studenten maken hier een bijzonder deel uit. Feedback vraag je best onmiddellijk na de uitgevoerde handelingen. Je mag ze zelf noteren op de voorziene bladen van school en kan die later op de dag laten aftekenen door de verpleegkundige. 1 ste jaars Student eerste module en tweede module -
respect tonen voor patiënten / familie en leden van het team luisterbereidheid en noden trachten aan te voelen tactvolle omgang, vriendelijk en geduldig zijn verantwoordelijk en betrouwbaar werken initiatief nemen goede mede- en samenwerking studenten beroepsgeheim respecteren procedures naar handhygiëne correct toepassen leren rapporteren, schriftelijk en mondeling
2 de jaars Student -
idem 1ste jaars leergierig opstellen totaalzorg van de patiënt interpretatie van de gegevens correct rapporteren eigen werk kunnen organiseren vlotte initiatiefname zelfreflexie
3 de jaars Student -
Idem 1ste en 2de jaar organiseren van zorg voor 4 patiënten aandacht voor de specifieke geriatrische problemen van de patiënt linken leggen tussen observaties en pathologie aandacht hebben voor de algemene werking van de dienst deelname aan de multdisciplinaire teams, zowel observatie als participatie briefing mee volgen en naderhand ook kunnen uitvoeren betrouwbaar zijn als lid van het team