Introductiebrochure voor studenten
Gastro-enterologie B2.2
2
Als je twijfelt, vraag dan hulp! Dit doe je beter te vroeg dan te laat!
Voorwoord Welkom op de afdeling gastro-enterologie, B2.2. Wij willen je graag als student verpleegkunde, logistiek assistent of zorgkundige opnemen op onze eenheid. Deze onthaalbrochure wil hierbij een extra hulpmiddel zijn Met deze beknopte bespreking, die je steeds kan raadplegen, willen we je wegwijs maken op de eenheid. Dit is een startpunt, maar bij onduidelijkheden kan je altijd bij het team terecht. Het spreekwoord zegt: “Goed begonnen is half gewonnen”. Vraag liefst op voorhand uitleg, zo kunnen misverstanden en fouten voorkomen worden. Wij gunnen je de nodige tijd om je aan te passen.
Namens de ganse equipe van B2.2
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
3
Voorwoord ........................................................................................................................... 2 1 Voorstelling van de eenheid ................................................................................... 4 1.1 De architectuur ...................................................................................................... 4 1.2 Het multidisciplinaire team ..................................................................................... 6 1.3 De Patiëntenpopulatie............................................................................................ 7 1.3.1 1.3.2
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Chirurgische patiënten....................................................................................................... 7 Patiënten interne................................................................................................................ 8
Taakinhoud en taakverdeling.................................................................................. 9 Organisatie van de verpleegzorg ........................................................................... 9 Taken van de zorgcoördinator...............................................................................10 Taken van de verpleegkundigen ...........................................................................10 Taken van de zorgkundigen ..................................................................................13
2.4.1 2.4.2 2.4.3
2.5 2.6
Het uitvoeren van gedelegeerde taken............................................................................ 13 Het uitvoeren van administratieve en huishoudelijke taken ............................................ 14 Opleiding en ontwikkeling ................................................................................................ 14
Taken van de logistieke assistenten......................................................................14 Specifieke verpleegkundige interventies ...............................................................15
2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5 2.6.6 2.6.7 2.6.8 2.6.9 2.6.10 2.6.11 2.6.12 2.6.13 2.6.14 2.6.15 2.6.16
Ademhalingsstelsel .......................................................................................................... 15 Bloedsomloopstelsel ........................................................................................................ 15 Spijsverteringsstelsel ....................................................................................................... 15 Urogenitaal stelsel ........................................................................................................... 15 Huid-en zintuigen ............................................................................................................. 16 Metabolisme..................................................................................................................... 16 Medicamenteuze toedieningen........................................................................................ 16 Voedsel- en vochttoediening ........................................................................................... 16 Parameters ...................................................................................................................... 16 Mobiliteit ...................................................................................................................... 16 Hygiëne ....................................................................................................................... 16 Fysische beveiliging .................................................................................................... 17 Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose .. 17 Voorbereiding (en assistentie) bij medische handelingen........................................... 17 Pré- en postoperatieve voorbereidingen en observaties ............................................ 17 Algemeen .................................................................................................................... 18
3
Specifieke aandachtspunten van deze afdeling ...................................................19 3.1 Algemeen..............................................................................................................19 3.2 Begeleiding van ....................................................................................................19 3.3 Observatie ............................................................................................................19 3.4 Rapportage ...........................................................................................................20 3.5 Administratief ........................................................................................................21 Werken met technische hulpmiddelen ..............................................................................21 4 Verwachtingen ........................................................................................................22 4.1 Algemene verwachtingen......................................................................................22 4.2 Specifieke verwachtingen .....................................................................................22 4.2.1 4.2.2 4.2.3
Eerstejaarsstudenten – Initiatie verpleegkunde en basiszorg ......................................... 22 Tweedejaarsstudenten – Oriëntatie Algemene ............................................................... 23 Derdejaarsstudenten – Uitstroom Algemene................................................................... 23
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
4
1 Voorstelling van de eenheid 1.1 De architectuur De afdeling telt 27 bedden en bevindt zich op nivo +2 in de B-blok. De zorgeenheden zijn per 2 gekoppeld in de vorm van een kruis.
de
2 verdieping Heelkunde en geneeskunde 3 4
2 éénpersoonskamers voor isolatie 5 éénpersoonskamers 10 tweepersoonskamers
Heelkunde B2.1 Heelkunde/ Geneeskunde B2.2
227 + 228 232 tem 236 222 tem 226 – 229 tem 231
Het onderstaande grondplan geeft je een beeld over de indeling van onze afdeling. Het technische gedeelte omvat: Een spoelruimte Een ruimte voor vuil linnen Een ruimte voor proper linnen Een medische berging Een onderzoekslokaal/ stomaconsultatie Een badkamer met hoog-laag bad en inloopdouche 2 douches Sanitair voor personeel en bezoekers Een keueken voor B2.1 en B2.2 Een dagzaal Het verpleegstation Het bureau van de hoofdverpleegkundige en de zorgcoördinator
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
5
San.
San..
K 222 2P
K 223 2P
2X2P
VP
LIFT
B.2.1.
LIFT
Balie
OZ lok Afval
Prop. Lin.
Spoelruimte
Vuil Linnen
Berging
VP
B.2.1. K 217 B2.1
LIFT
K 236
1P
LIFT
K 235
1P
LIFT
K 234
1P
K 229 2P
K 232
K 216
Studenten B2.2 - 1308
K 225 2P K 226
KEUKEN
K 233
K 224
1P
K 230 2P
1P
K 231 2P
C2.1
BUREEL
K 228
1P
K 227
1P
DAG ZAAL
2X2P
Afdeling B.2.2.: Gastro-enterolgie
3 zones: KANT 1:
kamers: 222 - 223 - 224 -225
KANT 2:
kamers: 226 - 227 - 228 - 235 - 236 verantwoordelijk: telefoon/ dagzaal opnamen verantwoordelijke voedingsblad late dienst
KANT 3:
kamers: 229 - 230 - 231 - 232 - 233 - 234
K 201
+32 11 826 364 (6 362)
6
1.2 Het multidisciplinaire team Gastro-enterologie staat in voor de behandeling en onderzoeken, verpleging en revalidatie van patiënten met aandoeningen van het maag-darmstelsel maar ook oncologische patiënten worden opgenomen ter observatie of voor therapie. Medisch team Medisch diensthoofd/ algemeen chirurg
Dr. Jan Vanden Boer
Algemeen chirurgen
Dr. Pieter Ceulemans Dr. Jan Matheï
Internisten/ Gastro-enterologen
Dr. Sophie Dewit Dr. Geert De Hondt Dr. Caroline De Vleeshouwer Dr. Ingrid Gijsen Dr. Karen Nelissen Dr. Karen-Ann Pauwelyn
Verpleegkundig team Middenkaderverpleegkundige
Patrick Godfroid
Hoofdverpleegkundige
Anja Dries
Zorgcoördinator
An Vangeneugden
Verpleegkundigen, logistieke assistenten, zorgkundigen en studenten verpleegkunde en LA Stagementoren
Eefje Kums Inge Schuermans Leen Thijs Els Bergmans
Meter/ peter
Inge Schuermans
Referentiemedewerkers MVG
Natasja Franssen Ilse Theuwis Leen Thijs
Stoma-, fistel- en continentieverpleegkunde
Els Theunissen An Van Laeken
Diabetes
Famke Croonen
Geriatrie
Nancy Bleys
Decubituspreventie
Anouk Rombouts
Klinsiche paden
An Vangeneugden
Rugpreventie
Nancy Bleys Inge Schuermans
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
7
Wondzorg o VAC
Anouk Rombouts
Ziekenhuishygiëne
An Van Laeken
Automatisatie
Anja Dries
Palliatieve zorg
Natasja Franssen
Paramedisch team Kinésitherapie Ergotherapie Logopedie Sociale dienst Diëtisten Andere medewerkers Palliatief supportteam Pastorale dienst Psychologen Oncologisch supportteam ILT
1.3 De Patiëntenpopulatie Gastro-enterologie omvat voornamelijk patiënten in observatie, diagnosestelling en behandeling van abdominale pathologie. Elk abdominaal segment kent zijn eigen pathologie: Rechterhypochonder: galblaas, lever en colon Linkerhypochonder: maag, pancreas, colon en slokdarm Rechterfossa-iliaca: colon In de abdominale pathologie spreekt men algemeen over 4 categorieën: 1. 2. 3. 4.
Inflammatoire en tumorale aandoeningen Perforatie van maag - darm Obstructie Traumata
Wij maken ook nog een onderverdeling in chirurgische patiënten en patiënten met interne problematiek.
1.3.1
Chirurgische patiënten
Aandoeningen van… en aangevuld met enkele voorbeelden: Slokdarm
Varices – tumoren
Maag
Totale gastrectomie – gastric bypass – maagperforatie – plaatsen of verwijderen van maagballon
Galwegen
Cholecystectomie - cholecystolithiasis
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
8
Dunne darm
Strangulatie dunne darm – divertikels – Ziekte van Crohn
Dikke darm
Rechter of linker hemicollectomie – aanleggen stoma bij obstructie van de dikke darm – sigmoïdresectie – rectumamputatie – divertikels – appendectomie - rectopexie
Anus
Abcessen en fistels thv. anus - hemorroïdectomie
Andere
huidgreffen - …
1.3.2
Patiënten interne
Aandoeningen van … en aangevuld met enkele voorbeelden: Slokdarm
Slokdarmontsteking
Maag
Maagulcera – maagbloeding
Galwegen
Cholecystitis - choledocolithiasis
Dunne darm
Ziekte van Crohn - enteritis
Dikke darm
Diverticulitis - bloedingen
Pancreas
Pancreatitis - pancreastumoren
Andere
Anorexia – alcoholisme - tumoren
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
9
2 Taakinhoud en taakverdeling 2.1
Organisatie van de verpleegzorg
Met uitzondering van de hoofdverpleegkundige werken de verpleegkundigen volgens een 3-ploegen systeem, waarin het de bedoeling is te komen tot een minimumbezetting.
V04 of vroege dienst
06u30 – 14u36
3 verpleegkundigen
D11 of dagdienst
08u00 – 16u06
Hoofdverpleegkundige en/ of zorgcoördinator
L25 of late dienst
14u09 – 22u15
3 verpleegkundigen
N09 of nachtdienst
21u50 – 06u50
1 verpleegkundige
D35 of dagdienst
07u30 – 12u30
1 zorgkundige
D89 of dagdienst
08u00 – 13u00
1 logistiek assistent
Het dienstrooster vindt men terug in het bureel van de hoofdverpleegkundige/ zorgcoördinator. Het dienstrooster van de studenten hangt ter inzage op het prikbord in de dienstplaats. Men werkt op de afdeling volgens het model “Totaalzorg”, dus met patiëntentoewijzing. De hoofdverpleegkundige maakt dagelijks de taakverdeling op. Iedere verpleegkundige krijgt 8 à 10 patiënten toegewezen. De studenten worden op hun beurt toegewezen aan een mentor/ verpleegkundige.
Studenten werken STEEDS onder toezicht/ begeleiding van een verpleegkundige!
Elke verpleegkundige heeft een oproepsysteem van zijn/ haar eigen patiënten. Kant
Patiënten
Kant 1
10
222 (2) -223 (2) – 224 (2x2) – 225 (2)
Kant 2
8
226 (2x2) – 227 – 228 – 235 – 236 Verantwoordelijke telefoon/ dagzaal opnamen Verantwoordelijke voedingsblad late dienst
Kant 3
9
229 (2) – 230 (2) – 231 (2) – 232 – 233 – 234
Studenten B2.2 - 1308
Kamers
+32 11 826 364 (6 362)
10
Onder totaalzorg verstaan we elke verpleegkundige staat zoveel mogelijk in voor alle verpleegkundige zorgaspecten bij de patiënten die zijn toegewezen men voert deze zorgsaspecten zoveel mogelijk in 1 tijdstip uit de verpleegkundige zorgt voor de invulling van het verpleegdossier met inbegrip van de bijhorende registraties zoals o.a. MVG voor de patiënten die zijn toegewezen de verpleegkundige zorgt voor een efficiënte overdracht voor de patiënten die hem zijn toegewezen de verpleegkundige treedt in contact met andere hulpverleners indien dit noodzakelijk is voor de zorgbehoeften van de patiënten die zijn toegewezen Buiten de totaalzorg van de patiënten is iedere verpleegkundige, samen met de logistiek assistent ook verantwoordelijk voor andere dagelijkse taken zoals: aanvullen van linnen aanvullen van steriele en niet-steriele materialen aanvullen van verbandkarren bestelling van de medicatie orde in het verpleegkwartier, apotheek, berging, keuken, … Dit is ook voor de studenten een leerervaring.
2.2 Taken van de zorgcoördinator Binnen het project Effectief en efficiënt leiderschap werd een belangrijk knelpunt binnen de ZE/ ZOE aangepakt. Het takenpakket van de diensthoofden zat overvol waardoor de operationeel-technische taken, de taak van leidinggevende in de zin van leiden, coachen en managen, niet meer naar behoren kon opgenomen en uitgevoerd worden. Daarbij komt ook dat patiënten, medewerkers, artsen, middenkader, directie, … verschillende verwachtingen hebben naar de leidinggevende toe. Doelstellingen konden niet meer gerealiseerd worden. Om een oplossing te bieden aan dit knelpunt werd in 2011 gestart met een pilootproject rond effectief en efficiënt leiderschap. De afdelingen B21 en B22 werden hiervoor weerhouden. Duoleiders gingen een resultaatsverbintenis aan. Hoofddoel: effectiever en efficiënter leidinggeven verbetering van kwaliteit van zorg tevredenheid van klanten (lees: patiënten) en medewerkers verhogen De afdeling kreeg een bijkomend budget van 0.5 VTE voorzien in de functie van zorgcoördinator. Binnen B21 werd deze taak aan Vera Geens toegewezen. Door haar functie kreeg het diensthoofd meer ruimte voor zijn taken op vlak van leiden, coachen en managen. Door de goede resultaten binnen de pilootafdelingen zal dit project stapsgewijs verder gezet worden binnen de organisatie.
2.3 Taken van de verpleegkundigen VROEGE DIENST (V04) Patiëntenoverdracht van nachtdienst naar vroeg dienst Controle van alle medicatie van 8 tot 14u (IV, PO, SC, IM) Bloed en cultuurname Dossier bij opname maken en anamnese in elektronisch dossier in orde brengen Starten met totaalzorg van de toegewezen patiënten: Medicatie toedienen/ aanpassen Hygiëne/ voeding Parameters nemen: abnormale waarden steeds melden! Psychisch
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
11
Onderzoeken en therapieën Uitscheiding Preoperatieve voorbereiding van patiënten Bedden opmaken – linnen verschonen Bedelen van het ontbijt en ontbijt van nuchtere patiënten bewaren Helpen met eten waar nodig Collega’s helpen waar nodig! Na de verzorging alle karren opruimen, zorgen voor orde op de afdeling Middagpauze verpleging in 2 groepen Middagmaal uitdelen en helpen met eten geven waar nodig Nuchtere patiënten! Apotheek nakijken en ordenen Ontslag van patiënten van 14u voorbereiden en uitvoeren + ontslagblad van de volgende dag in orde brengen Medicatie aanpassen na de artsenronde Bij afwezigheid van de hoofdverpleegkundige en/ of zorgcoördinator neemt de verpleegkundige van kant 2 de verantwoordelijkheid voor de afdeling op zich LATE DIENST (L25) Patiëntenoverdracht van vroege dienst naar late dienst Medicatie tot 22u nakijken Dossier bij opname maken en elektronisch dossier in orde brengen Uitvoeren van de totaalzorg van de toegewezen patiënten Medicatie toedienen en aanpassen Hygiëne/ voeding Parameters nemen: abnormale waarden steeds melden! Psychisch Onderzoeken en therapieën Uitscheiding Preoperatieve voorbereiding van patiënten Wondzorg Patiënten inlichten indien ze de volgende dag nuchter moeten zijn voor onderzoeken of operatie Instructieblad van de pas geopereerde patiënten in orde brengen in het verpleegdossier en medicatiebeheer Avondeten voor de verpleegkundigen Alle aanvragen voor onderzoek in orde maken en in het postvakje op dienst steken Bedelen van het avondmaal Nuchtere patiënten! Helpen met eten geven waar nodig! Bij afwezigheid van de hoofdverpleegkundige en/of zorgcoördinator, neemt de verpleegkundige van kant 2 de verantwoordelijkheid voor de afdeling op zich
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
12
NACHT (N09) Patiëntenoverdracht van avonddienst naar nachtdienst Overschakelen van de dag- naar de nachttelefoon Totaalzorg volgens planning (min. alle 2u) en voorschriften van artsen De eerste nacht van verblijf van de patiënt, parameters controleren naargelang de zorgbehoefte of volgens voorschrift van de arts Nakijken en toedienen van medicatie; controle van de inname Medicatie klaarzetten voor de komende 24u Verdovende middelen worden niet op voorhand klaargezet! Apotheek in orde brengen Medicatie terugschrijven Dossiers van geplande opnames in orde maken Verpleegdossiers correct en volledig invullen Blad van patiëntenoverdracht aanpassen
Blad voor de keuken koppelen aan patiëntenoverdracht Orde op de afdeling Dieetlijsten nakijken en eventuele wijzigingen aanbrengen Toerkaften in orde maken Geplande ontslagen voorbereiden Rapportage
Deze dagindeling is een richtgegeven. Elke opname of onvoorzien ontslag dient men binnen deze uurregeling te plannen door aanpassingen aan te brengen in de werkplanning. De enige vastliggende uren zijn de bezoekuren. Deze zijn van 14uur tot 20uur
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
13
2.4 Taken van de zorgkundigen Als zorgkundige werk je onder leiding van de verantwoordelijke verpleegkundigen. De je toegewezen en uit te voeren taken worden gedelegeerd door een verpleegkundige. Je rapporteert rechtstreeks aan de verantwoordelijke verpleegkundige en het verpleegkundig diensthoofd van de afdeling. Als zorgkundige werk je in een multidisciplinair team en ben je mede verantwoordelijk voor: Het uitvoeren van gedelegeerde taken Het uitvoeren van administratieve en huishoudelijk taken Opleiding en ontwikkeling
2.4.1
Het uitvoeren van gedelegeerde taken
Taken ter ondersteuning van het verpleegkundig personeel op de afdeling Hulp bieden bij het opdienen en afdienen van maaltijden Instaan voor het opmaken van de bedden Zorg dragen voor proper en vuil linnen Zorg dragen voor het onderhoud van de spoelruimte en de materialen Zorgen voor stockbeheer van de afdeling Bodefunctie: wegbrengen en ophalen van materialen, stalen en formulieren Hulp bieden bij het opzetten en installeren van patiënten Uitvoeren van zorgen bij patiënten met een dysfunctie van ADL (activiteiten dagelijks leven) conform het zorgplan/ verpleegdossier Stipt, nauwkeurig, veilig en ordelijk uitvoeren van zorgkundige handelingen conform het KB van toegestane activiteiten van zorgkundige (KB.21.01.2006) Ondersteunen van familie van de patiënt. Zo mogelijk de familie betrekken bij de zorg Ondersteunen van de verpleegkundige bij het uitvoeren van verpleegkundige handelingen. De nadruk leggen op SAMENWERKEN Vocht- en voedseltoediening bij een patiënt langs orale weg, uitgezonderd bij slikstoornissen De patiënt in een goede functionele houding brengen met technische hulpmiddelen conform het zorgplan Informatieverstrekking aan patiënt, familie, externe hulpverleners Verstrekken van informatie aan de patiënt en/ of familie voor wat betreft de toegestane handelingen Psychologische, sociale en spirituele ondersteuning bieden aan patiënten en hun naaste omgeving Omgaan met patiënten op een professionele en deskundige wijze en met aandacht voor warm menselijk contact Bijstaan van patiënt en familie in moeilijke omstandigheden Patiënten benaderen met de nodige empathie en inlevingsvermogen Tonen van respect, begrip en medeleven
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
14
Observeren, signaleren en rapporteren van veranderingen Rapporteren van noodzakelijke gegevens, observaties ivm de gezondheidstoestand van de patiënt ten behoeve van de behandeling, diagnosestelling, ontslag van de patiënt aan de verantwoordelijke verpleegkundige Preventieve taken Geven van informatie aan patiënten en familie Zorgen voor een veilige en hygiënische omgeving
2.4.2
Het uitvoeren van administratieve en huishoudelijke taken
Administratieve taken Klasseren van patiëntendossiers Huishoudelijke taken Zorg dragen voor de materiële omgeving van de patiënt Reinigen en onderhouden van hulpmiddelen en apparatuur voor verzorging en behandeling van patiënten
2.4.3
Opleiding en ontwikkeling
Regelmatig volgen van relevante bijscholingen ten einde up-to-date te blijven met nieuwe informatie mbt de zorg Doorgeven van nieuwe opgedane kennis aan collega’s
2.5 Taken van de logistieke assistenten De logistieke assistente op de afdeling is verantwoordelijk voor taken ter ondersteuning van het verplegend personeel op de afdeling. Rapporteren doet de logistieke assistente rechtstreeks aan de hoofdverpleegkundige van de afdeling. Biedt hulp bij het opdienen en afdienen van de maaltijden Biedt hulp bij de maaltijden, uitgezonderd bij patiënten met slikproblemen Staat in voor het opmaken van bedden Draagt zorg voor proper en vuil linnen Draagt zorg voor het onderhoud van de spoelruimte en materialen Verzorgt het stockbeheer van de afdeling Bodefunctie: o Zorgt voor het wegbrengen en ophalen van materialen, stalen en formulieren Biedt hulp bij het opzetten en installeren van patiënten Administratief: o Klasseert patiëntendossiers
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
15
2.6 Specifieke verpleegkundige interventies 2.6.1
Ademhalingsstelsel
O2-toediening o Neusbril o Masker Aërosoltherapie Spontaan ademende pat. o Met tracheacanule Aspiratie secreties Toediening aërosol Reiniging binnencanule en vervangcanule Aspiratie via mond en bovenste luchtwegen Toedienen van pufjes Gebruik ambu
2.6.2
Bloedsomloopstelsel
CPR Bloeddrukmeting Voorbereiding, toediening en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies, eventueel met technische hulpmiddelen o Gebruik van infuuspompen o Zorg aan centraal veneuze katheter (CVD/ DVC) Porth-a-cath Gebruik van glucometer Plaatsen van intraveneuze katheters in perifere venen Aanbrengen van kousen en verbanden ter preventie en/ of behandeling van veneuze aandoeningen, oedeem Bloednames Gebruik obturator Procedures
2.6.3
Spijsverteringsstelsel
Opvolgen van voedingstoestand, gerichte hulp bij enterale voeding, vochttoedieningen Sondevoeding o Inbrengen van maagsonde, microsonde o Toedienen van sondevoeding en/ of medicatie via jejunostomiesonde, microsonde of gastrostomiesonde Opvolgen van ontlasting, gevaar voor faecalomen en overloopdiarree o Manuele verwijdering van faecalomen o Lavementen en mycroclysma’s Voorbereiding onderzoeken o Endoscopische maag- / darmonderzoeken o Echo, scan, radiologie o Nucleaire onderzoeken Stomaverzorging o Ileostomie o Colostomie stoelgangstaalafname
2.6.4
Urogenitaal stelsel
Voorbereiding, uitvoering en toezicht blaassondage Eenmalige sondage voor onderzoek van urine, residubepaling, na opertaie Blaastrainingen Bijhouden urinedebieten
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
16
Urinestaalafname Toezicht op continentie/ incontinentie Verzorging suprapubische katheter/ ureostoma
2.6.5
Huid-en zintuigen
Preventie van decubitus d.m.v. wisselhouding, hulpmiddelen, opzitten, mobilisatie, … Verzorging van 1°, 2° en 3° graad decubitus Aseptische en antiseptische wondverzorging Verwijderen van katheters en hechtingsmateriaal Verzorging ulcera en andere huidaandoeningen zoals zona ,psoriasis,eczeem
2.6.6
Metabolisme
Inzicht hebben in de behandeling van een diabetespatiënt o Educatie aan de patiënt en zijn familie o Voorbereiding en toediening van insuline o Gebruik van glucometer
2.6.7
Medicamenteuze toedieningen
Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op o technieken van hemoperfusie Opstellen, opvolgen en rapporteren van vochtbalans Voorbereiding, toediening en toezicht op de enterale en parenterale inname van medicatie Voorbereiden en toedienen van medicatie via volgende toedieningswegen o Oraal (inbegrepen inhalatie) o Rectaal o Vaginaal o SC-IM-IV o Via gastro-intestinale katheter o Oogindruppeling en oorindruppeling o Dermaal
2.6.8
Voedsel- en vochttoediening
Parenterale en enterale voeding Hulp bij vocht en voedseltoediening Verschillende diëten Opstellen en rapporteren van vocht- en voedingsbalans
2.6.9
Parameters
Opnemen en correct noteren van verschillende parameters Temperatuur Pols Bloeddruk Glucometrie Gewicht Ontlasting Zuurstofsaturatie Pijn …
2.6.10 Mobiliteit Wisselhouding Gebruik van tiltechnieken en hulpmaterialen Passieve en actieve mobilisatie
2.6.11 Hygiëne Totaalverzorging aangepast aan ADL functies
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
17
Totaalverzorging bij een patiënt met ADL dysfunctie Mondhygiëne Isolatie besmette patiënten
2.6.12 Fysische beveiliging Maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels o Fixatiemiddelen: onrustriemen voor bed of zetel (zie procedure) o Beveiliging: bedbaren Toezicht op mobiele, dementerende bejaarden
2.6.13 Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose Bloedname o Via veneuze katheter o Perifeer Staalname sputum, faeces en urine Culturen van wonden, drains Controle van parameters Volgen van urinedebiet Glucosurie d.m.v. Aution sticks Afnemen van ECG Observatie van bewustzijn: comaschaal Voorbereiding onderzoeken
2.6.14 Voorbereiding (en assistentie) bij medische handelingen Ascitespunctie CT abdomen Echografie abdomen Gastroscopie Coloscopie RX colon/ RX transit ERCP = endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie (extern onderzoek) KST = kernspintomografie Nucleaire onderzoeken Plaatsen van centraal veneuze katheter …
2.6.15 Pré- en postoperatieve voorbereidingen en observaties PREOPERATIEF: Klaarmaken van perioperatief dossier (anesthesie) o ECG, BN, RX-thorax (uitslagen van préoperatief onderzoek) o Bloedafname in opdracht van de arts (indien nieuwe opname en als vermeld) o Gewicht o Pols o Bloeddruk o Temperatuur o zuurstofsaturatie Nuchter vanaf 24u Verwijderen van juwelen en nagellak Preoperatief scheren – aandacht geven aan de navel; zuiver maken met ether Medicatie die de patiënt neemt noteren in medicatiebeheer en anamnese o Dosis – aantal – uur Eventueel starten met infuustherapie en medicatie iov. de arts Toedienen van lavement, fleet of moviprep o Altijd navragen aan arts Voedingsanamnese
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
18
Contactpersonen noteren Stempel pre-operatief Aanklikken in het PORTsysteem Patiëntenidentificatie en posbandje Etiketten afdrukken
ONMIDDELLIJK POSTOPERATIEF: Patiënt installeren o Belsysteem binnen handbereik o Stekker van het bed terug in het stopcontact plaatsen Observatie/ parameters: volgens afspraken rond parameters en noodzaak o Bloeddruk o Pols o Temperatuur o Controle van de wonde op wondvocht en/ of bloedverlies o Controle van de maagsonde en blaassonde, het infuus en de redondrainage, stoma o Pijn o Zuurstofsaturatie o Beweeglijkheid van de patiënt Medicatie en verpleegdossier in orde brengen
2.6.16 Algemeen Lijktooi Procedures (Infoland)
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
19
3 Specifieke aandachtspunten van deze afdeling 3.1 Algemeen Je kan altijd met al je vragen bij de hoofdverpleegkundige, verpleegkundigen en artsen terecht. De grootste bron van informatie zijn de verpleegkundigen! We herinneren je aan je beroepsgeheim. Aandacht hiervoor siert bovendien je persoonlijkheid. Handhygiëne is zeer belangrijk omwille van het risico voor kruisinfecties. Ringen, juwelen, armbanden, uurwerken en kunstnagels zijn verboden. Na het verlaten van de kamer steeds de handen wassen/ ontsmetten, voor dat je andere acties onderneemt. Ook de patiënten hebben recht op privacy: deuren en tussengordijnen sluiten tijdens de verzorging. Spreek de patiënten eervol en tactvol aan. Patiënten zijn (vaak) afhankelijke mensen: hygiëne, kleden, verplaatsen, continentie, voeding,… al deze facetten vragen om een bewuste benadering. Installeren patiënt o Hou rekening met het fixatiebeleid van de afdeling o Zorg dat de alarmbel, drinken … in handbereik zijn Voeding o Denk aan de voorbereidende zorg: pakjes open maken, smeren, voorsnijden… handel vanuit de concrete situatie o Rapporteer indien nodig Vochtinname o Geef de patiënt de mogelijkheid om voldoende te drinken. Geef hem desnoods effectief te drinken. o Op warme dagen heeft de patiënt meer nood aan vocht. Defaecatie o Dagelijks op te volgen.
3.2 Begeleiding van Familie en patiënt o Opvang, informatie en begeleiding o Psycho-sociale aspecten bij de opname o Angstgevoelens van patiënt en familie o Goede communicatie o Stervensbegeleiding Patiënten op een eervolle en tactvolle manier benaderen, behandelen o Zelfzorg stimuleren o Kunnen omgaan met verwarde, dementerende patiënten o Goede palliatieve zorg kunnen bieden o …
3.3 Observatie Belangrijk is een goede nauwgezette observatie Aandacht voor achterliggende symptomen
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
20
3.4 Rapportage Belangrijk is een goede nauwgezette rapportage: rapporteer afwijkende waarden, bijvoorbeeld wat betreft vitale functies, dadelijk aan de verpleegkundige zowel mondeling als schriftelijk in het verpleegdossier. Patiënten met gastro-intestinale stoornissen Bij patiënten met gastro-intestinale stoornissen is de voedselinname en uitscheiding van groot belang. Goede opvolging en observatie van de voedselinname is dan ook een noodzaak! Observaties in verband met: VOEDING
Misselijkheid onmiddellijk, na een half uur of later na de maaltijd Oprispingen Braken o Explosie - atoon o Hoeveelheid o Verteerd voedsel – galbraken – bloed – koffiedik braken, slijmerig o Bij de maaltijd, vlak na of later na de maaltijd Eetpatroon o Eet met smaak o Eet alles op o Stijging van gewicht o Maakt regelmatig stoelgang Toestand van de mond/ tong
STOELGANG
Frequentie Consistentie o Waterig – plat – vast – slijm Kleur o Stopverfkleur – zwart – vers bloed Geur en hoeveelheid
PIJN (slokdarm, maag)
Plaats o Linker of rechter hypochonder o Linker of rechter fossa-iliaca … Aard o Intermitterende pijn o Voortdurende pijn Karakter o Zeurderige pijn – branderige diffusie o Stekende pijn o Krampachtige, kloppende pijn o Jeuk Uitslag Gedrag o Pijnlijke gelaatsuitdrukking o Krampachtige houding of gestrekte benen o Angstig: typisch teken of bloedingen, benauwd zweet o Opstandig, kwaad Tijdstip o Bij de maaltijd
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
21
SONDEVOEDING
Voor de start van de sondevoeding o Juiste positie van de sonde? Residubepaling Controle hoogstand diafragma Ademhaling Darmperistaltiek Stoelgang
Bij het ledigen van recipiënten een duidelijke omschrijving van uitzicht en hoeveelheid rapporteren!
3.5 Administratief Opname en ontslag kunnen regelen Aanvraag van onderzoeken in orde brengen MVG-registratie (1 tot 15 maart, juni, september, december) Verpleegdossier Bestellingen materiaal Bestellingen medicatie Melden van defecten
Werken met technische hulpmiddelen spuitpompen infuuspompen - volumetrische pompen glucometer tilliften gomcopomp elektronisch BDmeter
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
22
4 Verwachtingen 4.1 Algemene verwachtingen Eigen leerproces in handen nemen, feedback vragen (minimaal 3x/ week – werkpunten) Na een korte inwerkperiode inzicht krijgen in de werking van de dienst. Er wordt verwacht dat men zo veel mogelijk initiatief neemt tot vragen stellen en observeren Je kan uitleg en advies vragen maar heb er wel begrip voor dat dit in crisissituaties niet altijd mogelijk is Op eigen niveau verantwoordelijkheid nemen Tact, voorkomendheid, vriendelijkheid t.o.v. patiënten en familie is vanzelfsprekend Natuurlijk en spontaan contact met alle leden van het team, met respect voor ieders werk Betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid tonen Beroepsgeheim respecteren Zich goed informeren alvorens een taak aan te vatten Zelfstandig kunnen werken maar tijdig om advies vragen, hierbij organisatietalent tonen en blijk geven van een vlotte aanpak. Dit steeds onder begeleidng van een verpleegkundige. Kunnen meedenken in moeilijke situaties Initiatief nemen, niet steeds blijven wachten op aanwijzingen, eigen ideeën naar voor brengen Je observatievermogen verder ontwikkelen Wees stipt, gebruik een correcte taal, zorg voor een verzorgd uiterlijk Tracht de vaardigheid te ontwikkelen om te leren omgaan met de beperkingen van de realiteit Kunnen rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling. Actief deelnemen aan de briefing (inbreng en vraagstelling) Dagelijks je begeleidingsformulier aanbieden aan de begeleidende verpleegkundige. Zowel de positieve feedback als de aandachtspunten hierop vermelden Doelstellingen aanbieden aan de mentoren in de eerste week van de stage Feedbackformulieren op dienst laten.
4.2 Specifieke verwachtingen 4.2.1
Eerstejaarsstudenten – Initiatie verpleegkunde en basiszorg
Leren omgaan met patiënten en familie, het team en medestudenten Luisterbereidheid Leren omgaan met feedback en zelfevaluatie ontwikkelen Hygiëne o Persoonlijk hygiëne o Toedienen van correcte hygiënische zorgen in functie van de mogelijkheden van de patiënt Zelfstandig de vitale en fysische parameters kunnen controleren (noteren in verpleegdossier) Tijdens de maaltijden de nodige hulp bieden en de patiënt een goede houding geven om zijn maaltijd te benutten o Indien mogelijk eten de patiënten aan tafel o Indien aan tafel eten niet mogelijk is dient de patiënt een correcte of aangepast houding te krijgen in bed o Zonodig de patiënt helpen met eten geven o Rapportage omtrent de maaltijd vb. niet gegeten, verslikken, braken,… Zuurstof en aërosoltherapie o Het belang hiervan kennen en kunnen toepassen Preventie decubitus kennen en kunnen toepassen Aandacht hebben voor administratieve taken vb. correct invullen van verpleegdossiers Ook steeds mondeling rapporteren Tactvol zijn t.o.v. de patiënten, hun familie, het team en de medestudenten Door vraagstelling zich kunnen inwerken en inzicht krijgen op de werkindeling Ook open staan voor verdere taken zoals de keuken, de opruim en het wegbrengen van stalen Specifieke technieken beheersen en kunnen toepassen
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)
23
o o o o o
4.2.2
Insuline met de pen Glycemiemeting met glucometer IM en SC- inspuitingen Geven van kleine en grote lavementen …
Tweedejaarsstudenten – Oriëntatie Algemene
Zie doelstellingen 1° jaar Verpleegtechnische vaardigheden van 2°jaar kennen en kunnen toepassen Medicatie: o IV-medicatie en perfusies kunnen klaarmaken onder toezicht o Weten welke medicatie vooraf of na het eten moet worden genomen o Toezicht houden op inname van medicatie o Toezicht houden op het verloop van een insulinedrip, infuustherapie en een transfusie Wondverzorging kennen en kunnen toepassen in de bestaande situatie Aandacht hebben voor sondevoeding, urinedebiet en faecesstaalname De voorbereiding en nazorg van de verschillende onderzoeken nagaan Bijwonen van onderzoeken Weten wanneer de patiënt voor meerdere onderzoeken nuchter moet blijven Nemen van initiatief o Uit zichzelf zien wat er moet gebeuren o Eigen werk goed kunnen organiseren o Het verpleegkundig werk weten aan te pakken Eigen verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de uitgevoerde taken Onder begeleiding van een verpleegkundige de specifieke testen kunnen uitvoeren
4.2.3
Derdejaarsstudenten – Uitstroom Algemene
Zie doelstellingen 1° en 2° jaar Zelfstandig de nodige zorgen kunnen uitvoeren o Het werk efficiënt kunnen organiseren o Leren fungeren als leider van een team o Verantwoordelijk voor totaalzorg bij 4 patiënten (onder toezicht) Zich betrokken voelen bij de noden van een patiënt, zich verantwoordelijk weten voor de realisatie van die noden, zelf hulp bieden of hulp inroepen van deskundigen Een patiënt kunnen opnemen en wegwijs maken op de afdeling Patiënt met een specifieke behandeling kunnen verplegen o Heparineslot o Met infuuspomp o Met spuitpomp o Diepe katheter o CVA-patiënt o … Voorbereiding en nazorg bij bepaalde onderzoeken kennen en kunnen uitvoeren o Zie specifieke verpleegkundige interventies 2.3.14 op pagina 15 Bijwonen van onderzoeken o Zie specifieke verpleegkundige interventies 2.3.14 op pagina 15 Bloedafname Transfusies Inzicht in multidisciplinaire samenwerking versterken
Bijwonen van onderzoeken/ operatie: Is zeer belangrijk voor iedere student, vraag dus zeker om eens enkele onderzoeken of een operatie bij te wonen.
Studenten B2.2 - 1308
+32 11 826 364 (6 362)