INTRODUCTIEBROCHURE voor studenten NEUROCHIRURGIE GB20 CAMPUS SINT-JAN
Ziekenhuis Oost Limburg 2015
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Inhoudstafel
Voorwoord
1. Voorstelling van de eenheid 1.1. Architectuur 1.2. Multidisciplinair team 1.3. Patiëntenpopulatie 2. Taakinhoud en –verdeling 2.1. Organisatie van de verpleegzorg 2.2. Dagindeling 2.3. Specifieke verpleegkundige interventies 3. Specifieke aandachtspunten op deze verpleegeenheid 3.1. Onderzoeken 3.2. Operatiepatiënten 3.3. Aandachtspunten 4.
Verwachtingen
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Introductiebrochure studenten GB20 Z.O.L. CAMPUS SINT JAN
Voorwoord Namens onze ganse equipe willen we je van harte welkom heten op onze afdeling neurochirurgie GB20. Wij willen je graag begeleiden en een aangename stageperiode toewensen. Deze brochure kan er hopelijk toe bijdrage om je wegwijs te maken op onze afdeling. Indien er vragen rijzen, die je niet terugvindt in deze brochure, kan je natuurlijk steeds bij het verpleegkundig personeel terecht. Wij zullen steeds trachten je met raad en daad bij te staan. Een fijne en leerrijke stageperiode wensen we jullie toe.
Namens de ganse equipe.
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
DIVISIE 4 NEUROLOGIE-NEUROCHIRURGIE-ORTHOPEDIE-REVALIDATIEPIJNCENTRUM
Medisch coördinator
Dr. Weyns F
Programmamanager
Ben Dilen
Zorgcoördinator
Carla Briers
Medische diensten Neurologie Neurochirurgie Orthopedie Revalidatie Pijncentrum
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
1.Voorstelling van de eenheid 1.1 Architectuur De eenheid GB20 hoort thuis onder divisie 4 Oriëntatie: neem de X-lift tot op niveau 2. Rechts bevindt zich blok B20. B20 telt 26 bedden:
- 8 kamers met 2 bedden Bed 1 bevindt zich bij de deur Bed 2 bevindt zich aan het venster - 10 privé kamers
De werkverdeling omvat 3 groepen: -
kant 1: 201 - 203 - 205 - 224 - 226 - 228 kant 2: 207 - 209 - 211 - 230 - 232 - 234 kant 3: 213 - 215 - 227 - 229 - 231 - 233
Aan weerszijden van de bezoekersliften bevinden zich de dienstlokalen.
verpleegstation verpleegkundig materiaal medicatie in alfabetische volgorde steriel materiaal verzorgingskarren balie telefoon en computer aanvraagformulieren patiëntenlijst bezoekerstoilet bezoekersliften toiletten en personeelstoilet werkruimte voor de hoofdverpleegkundige + dokters zuivere spoelruimte berging (rolwagens, allerhande niet-steriel materiaal) linnenkast 2 douches kamer voor studenten met info-materiaal kast met vazen en een wastafeltje
1.2. Multidisciplinair team Medisch team Dr. Wuyts, diensthoofd Dr. Weyns Dr. Engelborghs Dr. Peuskens Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Dr. Deckers Dr. Daenekindt Dr. Buelens 3 assistenten neurochirurgie in opleiding
Verpleegkundig-paramedisch team
Hoofdverpleegkundige Verpleegkundigen Stagebegeleidsters
Kinesist Patiëntenbegeleiding Onderhoud Logistieke ondersteuning Karin Wendy Ergotherapie Sofie Logotherapie Renée Danielle
Greta De Wispelaere Koen Goffings Stijn Magon Saartje Vermeulen Ansy Vanhoudt Mireille An Bottelier
1.3. Patiëntenpopulatie GB20 is een chirurgische afdeling, waar voornamelijk patiënten voor een operatie aan rug, hals en/of hoofd gehospitaliseerd worden. Bij rugoperaties is het van groot belang dat wij, als verpleegkundigen, erover waken dat de patiënt in BLOK gedraaid wordt. D.w.z.: knieën optrekken armen gekruist over de borstkas voet in de matras en gelijktijdig draaien naar rechts of links (zijligging) vanuit zijligging voeten gelijktijdig uit bed en met de armen het bovenlichaam opduwen patiënt zit nu aan de rand van het bed voeten op de grond plaatsen voeten voor- achterwaarts spreiden handen op de bovenbenen plaatsen gelijktijdig op voeten en armen op de benen duwen en met rechte rug Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
rechtstaan De patiënten mogen enkel opstaan na de instructies van de kinesist of toelating van een verpleegkundige. Wees dus altijd voorzichtig, zodat de patiënt geen verder letsel of trauma oploopt. Andere voorkomende ingrepen zijn: ACIF ALIF PLIF TLIF Laminectomie cervicaal lumbaal Baclofenpomp Shuntoperaties (VED, VPD) Coma patiënten met tracheotomie Trepanaties Bloedingen Tumoren Abcessen AV malformatie Schedelbasisplastie Transphenoïdale hypofyse Aneurysma: clipping coiling Plexus brachialisletsel
2. Taakinhoud en verdeling
2.1. Organisatie van de verpleegzorg Bij de dagelijkse werkverdeling worden aan iedere verpleegkundige 9 patiënten toegewezen, waarvoor men verantwoordelijk is. Deze toewijzing gebeurt als volgt:
Integrerende verpleging
- kant 1: 201 - 203 - 205 - 224 - 226 - 228 1 VPK + 1 student(e) - kant 2: 207 - 209 - 211 - 230 - 232 - 234 1 VPK + 1 student(e) - kant 3: 213 - 215 - 227- 229 - 231 - 233 1 VPK + 1 student(e) d.w.z. dat je volledig verantwoordelijk bent voor het afwerken van de verpleegkundige handelingen op de toegewezen kamers. Vb. pols, temperatuur, bloeddruk, bloedafname, wondverzorging,… Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
De 4de Verpleegkundige
De verpleegkundige(n) word(t)(en) ingezet aan die kant waar er geen fulltime verpleegkundige staat, om de continuïteit van de verpleegkundige zorg te waarborgen. Ofwel komt deze verpleegkundige aan de meest zorgbehoevende kant werken.
Dagpost
Balie: administratie + organisatorische taken
Elke verpleegkundige krijgt nog een aantal bijkomende taken - orde in de keuken - voorraad bestellen (apotheek,….) - nakijken van de apotheek en stockcontrole - grondig ordenen van de berging - referentieverpleegkundige in een bepaald domein Deze verdeling wordt weergegeven via een dagrapport, welk dagelijks zal variëren.
De studenten De studenten worden zoveel mogelijk gekoppeld aan één zelfde verpleegkundige (die dan haar/zijn mentor is) en een zelfde groep patiënten gedurende een aantal dagen.
2.2. Dagindeling De bedoeling van deze dagindeling is een timing te maken die het mogelijk maakt om de afdelingsactiviteiten en de patiëntenzorg op elkaar af te stemmen, en rekening te houden met de externe diensten waar wij mee samenwerken, voornamelijk het operatiekwartier. Het is ook de bedoeling om deze tijdsindeling zoveel mogelijk te respecteren om alzo te zorgen dat alles tijdig klaar is.
6u45 – 07u 7u – 8u
8u - 8u30 9u
- briefing van nachtdienst naar A-post - bloedname - medicatie uitdelen - operatieve patiënten laten douchen met ontsmettingsmiddel - eten opdekken - pat helpen met eten geven zo nodig - afruimen het ontbijt - totaalzorg van de patiënt Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
10u30 – 11u30 11u30 – 12u00 12u00 – 12u30
12u30 – 13u30 13u30 – 14u30 14u30 – 15u00 15u00 – 16u00 16u00 – 16u30 17u00 – 19u00
19u00 – 19u30 19u30 – 20u00 20u00 – 22u00
21u45 – 22u00 22u00 – 23u00 van:
bedbad opzetten wondverzorging parameters - orde kamer - administratieve taken en Pt van intensieve zorgen halen - medicatie uitdelen en eerste groep pauzeren - tweede groep pauzeren - koffie bedelen - alles van de etenskar afruimen - keuken in orde brengen -administratieve taken en feedback geven - IC patiënten halen - verpleegpost opruimen - berging opruimen - briefing - middagopschik en eventuele bijkomende wondverzorgingen OP - pré- en postoperatieve zorgen - koffiepauze VK en studentenmiddagpost - eten opdekken - eten afdekken - keuken opruimen - spoelruimte in orde brengen - nodige opnamen doen opnames (dagpost) (+ controle dossiers + evt. voorbereidingen vb. bloedname, aanbrengen navigatienopjes)
- koffiepauze - verpleegplannen aanvullen - avondronde bij de patiënten - grondige controles van wonden, redons, infusen - medicatie - opruimen van verpleegpost en keuken - overdracht aan nachtpost - eerste ronde doen: alle patiënten zien met grondige controle
24u00 - 02u00
alle infusen redons, inhoud en aanzuigen wisselligging, droogleggen, aspireren, sondevoeding toedienen - opruim spoelruimtes, keuken, verpleegpost - tweede ronde: co van alle patiënten co van neurologische parameters (BD, pols, temp, AH, bewustzijn) Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
04u00 - 05u00 06u00
co van perfusies wisselligging van zwaardere patiënten eventueel verversen van incontinente patiënten - derde ronde (idem als vorige) - koffie zetten - medicatie voor 8h klaarzetten (IM, IV, SC) - labo’s klaarleggen
2.3. Specifieke verpleegkundige interventies (meest voorkomende) 2.3.1. Ademhalingsstelsel aspiratie via endotracheale tube trachea: luchtpijp endo: inwendige buis dwz tube in de luchtpijp 2.3.2. Bloedsomloopstelsel aanbrengen van verbanden en kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies voorbereiding en opvolgen van een onderzoek, i.v.m. bloedsomloopstelsel bv. IADSA glucotesten op capillair bloed bloedafname verwijderen van perifere en diepe veneuze katheter, PTCEA pomp 2.3.3. Spijsverteringsstelsel manuele verwijdering van faecalomen. Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
toedienen van een lavement plaatsen van een maagsonde toedienen van sondevoeding via jejunostomie-sonde of langs een gastrostomiesonde of maagsonde
2.3.2. Huid en zintuigen voorbereiding, uitvoering en toezicht op wondverzorging verzorgen van wonden met drains decubituspreventie: 2.3.3. Medicamenteuze toediening toedienen van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door de arts geplaatste centraal veneuze katheter medicatie per os kunnen toedienen, inhalatie medicatie rectaal kunnen toedienen S.C. insuline bloedverdunners pijnmedicatie I.M. pijnmedicatie I.V. Antibiotica pijnmedicatie elektrolyten aanvulling parenterale voeding symptomatische behandeling gebruik van IVAC + spuitpomp
2.3.4.
Voedsel- en vochttoeding parenterale voeding (I.V. toediening) enterale voeding (sondevoeding) aangepaste houding in bed geven
2.3.5. Mobiliteit wisselligging van een comateuze patiënt vervoer voor onderzoek te voet liggend rolstoel decubituspreventie: wisselligging valpreventie opzetten indien mogelijk en nodig kiné aanvraag verlengen van het bed aangepaste houding patiënt in blok draaien: - bij rugpatiënten - bij # nek + rug op advies van dokter
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
2.3.6. Hygiëne totaalzorg van de bedlegerige pat. (pas geopereerden,…) totaalzorg van de comateuze patiënt hulp aan de wastafel, rug en benen en voeten wassen hygiëne bij incontinentie mondhygiëne: gebit reinigen! ernstig zieke:mond reinigen mondspoelingen locale medicatie
2.3.7. Fysische beveiliging
patiënten die een bestendig toezicht nodig hebben maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels: fixatiemateriaal, isolatie bel in het bereik van de patiënt, ook op nachtstoel hulp bij het verplaatsen rem gebruik bij rollend materiaal orde kamer (vallen!) maatregelen ter preventie van infecties maatregelen ter preventie van decubitusletsel
2.3.8. Drainage
toezicht op externe ventrikeldrainage en lumbo-externe drainage toezicht op thoraxdrainage redons wonddrain voorbereiding, uitvoering en toezicht op sondages blaasspoelingen vochtbalans 3. Specifieke aandachtspunten op deze verpleegeenheid
3.1. Algemeen Verantwoordelijken “Verantwoordelijk zijn voor “ betekent dat men er voor zorgt dat iets gebeurt, dat men zorgt dat taken zijn uitgevoerd. Dit wil niet zeggen dat men al die taken zelf moet doen. Het is de bedoeling dat men elkaar helpt in alle collegialiteit, maar men blijft verantwoordelijk voor het eindresultaat. Dit moet controle en opvolging mogelijk maken. Dit betekent ook dat indien er zich moeilijkheden voordoen bij de uitvoering van de taken dat men hulp vraagt of zijn taken verdeelt, dat collega’s die het minder druk hebben een aantal taken overnemen, echter niet de verantwoordelijkheden. 3.2. Onderzoeken
Observatie rug: myelografie - patiënt is niet nuchter - worden met rolstoel naar RX gebracht - melding van allergie Iodium of contrastmiddelen Nazorg: Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
patiënt moet 6 uur rechtop zitten 12 uur platliggen (mag opstaan om naar het toilet te gaan) veel drinken, ongeveer 2 liter mag eten patiënten mogen meestal dag na onderzoek aan tafel komen om te eten
Observatie hoofd: arteriografie - bloedonderzoek, PTT controle - patiënt is nuchter (dwz niet meer eten,drinken en roken - krijgt OP-hemd aan - infuus prikken - met bed + medisch dossier + beeldvorming naar de RX afdeling - zandzakje meenemen - melding van allergie Iodium of contraststoffen - melding van bloedverdunnende medicatie Nazorg: - bedrust, controle infuus - heeft drukverband met zandzakje in lies - controle bloeding en been gestrekt houden (ged. 6u strikte bedrust) - bloeddruk en pols regelmatig controleren - pat mag na het onderzoek terug eten - hoofdeinde mag verhoogd worden - dag na onderzoek: drukverband door zelfklever wonde aanstippen met iso-betadine
3.3. Operatiepatiënten
Rugoperatie
Nazorg:
Operatiedag -
patiënt moet volledig platte bedrust aanhouden, hoofdeinde stand 1, nooit rechtzitten in bed mag wisselligging aannemen draaien in blok controle beweeglijkheid meestal redondrain controle verband als patiënt niet kan urineren, mag patiënt volgens techniek opkomen om naar het toilet te gaan. ev. eenmalige sondage Dag na O.P.
-
eten goed voorbereiden Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
-
drinkbeker of rietje patiënt zijligging geven of komt aan tafel als kinesist patient al heeft opgezet toilet: gedeeltelijk afhankelijk navragen of patiënt heeft kunnen urineren nooit rechtzetten in bed geen gebruik maken van zetel stoel + harde leuning en zonder armsteunen mag nadien zelfstandig opkomen verwijderen redon na 24h bij gewone rugoperaties Volgende dagen
-
komt patiënt aan tafel eten, wast zich aan lavabo blijft hulp nodig hebben voor rug en voeten verwijderen redon, (48h na de ingreep bij zwaardere operaties zoals cervicale laminectomie, lumbale laminectomie, ALIF operaties, trepanaties:)
ALIF operaties
Patiënt mag eerste dag postoperatief opkomen met kinesist(e).
Nekoperatie
ACIF ( incisie langs voor) Nazorg: -
Operatiedag 1 wonde langs voor van de nek 1 redon in de nek (soms) co mobiliteit co redon + wonde Dag na O.P.
-
redon verwijderen mag rechtzitten in bed mag opkomen (volgens techniek van de rugpat., om de nekspieren te beschermen) kinesist(e) komt verdere instructies geven
CERVICALE LAMINECTOMIE ( incisie langs achter) Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Op advies van dokter ev. zachte kraag Nazorg:
-
cervicale fusie cervicale laminectomie patiënt mag draaien en rechtkomen eventueel met steunkraag
-
toilet: - bedbad - patiënt mag opgezet worden - volgende dagen : lavabo, hulp voor nek blijft
-
voeding: - hulp bieden + goed voorbereiden (soms verminderd gevoel in de armen) - drinkbeker en rietje - spierpijn thv nek
Terminologie Rug L: Lumbale wervel L3 – L4 : lumbale wervel 3 – lumbale wervel 4 C: Cervicale wervel C6 – C7 cervicale wervel 6 – cervicale wervel 7 HNP: hernia nuclei pulposus MILD: microchirurgische interlaminaire discectomie Laminectomie: het verwijderen van de laminae, de achterste wervelbogen zodat het wervelkanaal open komt te liggen Discectomie: het verwijderen van de tussenwervelschijf ALIF: anterieure lumbale interlaminaire fusie
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Het plaatsen van een schroef tussen 2 wervels ter vervanging van tussenwervelschijf vb. bij artrose ACIF: anterieure cervicale interlaminaire fusie Het plaatsen van een schroef tussen 2 wervels ter vervanging van de tussenwervelschijf vb. bij artrose PLIF: posterior lumbar interbody fusion PLIF is een operatie waarbij lendenwervels (lumbar) aan elkaar vast worden gezet TLIF: transcutane lumbale interbody fusie Tethered cord: spinale ontwikkelingsstoornissen vb. spina bifida Cauda equina: onderste uiteinde van het ruggemerg met de deze omgevende zenuwwortels Cauda equina syndroom: neurologische uitvalsverschijnselen vb. mictiestoornissen Spondylodiscitis: spondyl: betreffende de wervel Discitis: ontsteking van de tussenwervelschijf
Hoofd Stereotaxie: is een ingreep waarbij doormiddel van speciale richtapparatuur specifieke punten, die diep in de hersenen gelegen zijn, zeer nauwkeurig benaderd kunnen worden. Een stereotaxie wordt meestal gebruikt voor biopsiename. VPD: ventriculo peritoneale drain of shunt Shunt operatie: een shunt is een geïmplanteerd systeem dat gebruikt wordt om vocht af te voeren van één deel van het lichaam naar een ander deel VSD: Ventriculo subcutane drain VED: Ventriculo externe drain Hersenvliezen: Dura mater: harde hersenvlies Pia mater: het zachte, binnenste hersenvlies Trepanatie: het openen van de schedel RIP: ruimte innemend proces Meningeoma: goedaardig gezwel Hypofyseadenoom: tumor van de hypofyse Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Astrocytoom: kwaadaardig gezwel Glioblastoom: kwaadaardig gezwel - Glioom graad II tot IV Angioma: vaatgezwel door uitgezette en gekronkelde vaten AV malformatie: arterioveneuze malformatie: misvorming Brughoektumor: tumor van de n. acousticus - neurinoma Hemaetoom: bloeding Intracraniële bloeding: bloeding in de hersenen Epiduraal hematoom: (epid.hemat.) is een traumatische bloeding tussen de schedel en de dura Subduraal hematoom: (subd. Hemat.) is een bloeding tussen de dura en arachnoïdea Subarachnoïdale bloeding: (SAB) bloeding in de liquorruimten rond de hersenen Aneurysma: is een zakvormige uitzetting van een cerebrale arterie. Op de plaats van deze misvorming is de arteriewand minderwaardig Coiling aneurysma: hierbij wordt een vaatkatheter in de liesslagader ingebracht en naar de monding van het aneurysma gedirigeerd. Via deze geleidekatheter worden dan spiraaltjes van platina in het aneurysma gebracht, die daarin opkrullen en de holte van het aneurysma geheel opvullen waardoor deze afgesloten wordt van de bloedaanvoer en niet meer opnieuw kan gaan bloeden Ventrikel: kamer in de hersenen gevuld met liquorvocht Hydrocephalie: een verwijding van de hersenventrikels, door stuwing van liquor als gevolg van een gestoorde liquorcirculatie Liquor: spinaal vocht Trigeminusneuralgie: aangezichtspijnen Jannetta: microchirurgische decompressie van de zenuw Epi: epilepsie : vallende ziekte : aanvalsgewijs optredende stoornis in de hersenfunctie Onderzoeken
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
IADSA of angio: een onderzoek waarbij een contraststof direct (via de lies) in een slagader wordt ingespoten waarna snel een aantal foto’s worden genomen. Hierdoor kan een afbeelding worden verkregen van de bloedvaten in het hoofd en van de bloedsomloop EMG: elektromyografie: onderzoeksmethode waarbij men de elektrische activiteit meet van de spieren m.b.v. naaldelektroden die in de spieren worden gestoken NMR: nukleaire magnetische resonantie EEG: electro-encefalo-grafie: een onderzoek waarbij de hersenfunktie wordt onderzocht Coiling: Hierbij wordt een vaatkatheter in de liesslagader ingebracht en naar de monding van het aneurysma gedirigeerd. Via deze geleidekatheter worden dan spiraaltjes van platina in het aneurysma gebracht, die daarin opkrullen en de holte van het aneurysma geheel opvullen waardoor deze afgesloten is van de bloedaanvoer en niet meer opnieuw kan gaan bloeden.
Neurologische parameters : pols, temperatuur, BD, bewustzijn, pupil co, pupilreactie
4. Verwachtingen
4.1. Algemeen Eigen leerproces in handen nemen : stagecontract aanbieden, feedback vragen, vraag naar verpleegkundige interventies. Betrouwbaarheid : zelfstandigheid is prima maar overschat jezelf niet, vraag als je het niet weet. Verwachtingen : alle studenten werken onder de verantwoordelijkheid van de verpleegkundigen. 4.2. Evaluatie van de leerlingen De evaluatie van de leerlingen gebeurt door de stagebegeleider in samenspraak met de verantwoordelijke verpleegkundigen. De stagebegeleider evalueert de verpleegtechnieken, het stageboek, de algemene en specifieke kennis, omgang met de patiënten. De hoofdverpleegkundige en verpleegkundigen vooral op de afdelingsgebonden taken, het voorkomen, omgang met patiënten en equipe, het nemen van initiatief. Bij de verpleegkundige kan je steeds terecht voor meer uitleg en bespreken van persoonlijke problemen.
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Daar de leerlingen altijd samenwerken met een gediplomeerde is het wenselijk dat zowel de hoofdverpleegkundige als de stagebegeleider de inlichtingen krijgen omtrent het functioneren van de leerlingen, dit zowel in positieve als in negatieve zin. Het zijn immers de verpleegkundigen die het beste zicht hebben op de leerlingen. Door die informatie zal de eindbeoordeling correcter zijn.
ACTIVITEITEN DIE OP ZELFSTANDIGE BASIS MOGEN UITGEVOERD WORDEN DOOR DE STUDENTEN
Tijdens de morgenpost -
-
operatieve patiënten laten douchen met een ontsmettingsproduct starten van de totaalzorg bij hulpbehoevende patiënten in overleg met de verpleegkundige (rekening houdend met de opleiding van de student): parameters controleren, wassen, bedopschik enz. bij zelfstandige patiënten: controle van de parameters, bedopschik beginnen met het opdekken van het ontbijt rekening houdend met de nuchtere patiënten (zie briefingsblad) voorbereiden van het ontbijt en eventueel patiënten eten geven het ontbijt afdekken na de verzorging: de verzorgingskarren bijvullen orde van de keuken en de spoelruimte om 12u koffie maken en theewater opzetten om ongeveer 13u de patiënten terug in bed helpen en eventueel droogleggen om 13u de koffie uitdelen (rekening houden met de nuchtere patiënten) bij ontslagen patiënten: de kamer opruimen, bed aftrekken en poetsdienst verwittigen 1894 de gepoetste bedden opmaken apotheek en magazijn uitpakken in overleg met verpleegkundige Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
Tijdens de middagpost -
spoelruimte en keuken opruimen oproepbellen van de patiënten beantwoorden en hierbij de nodige hulp vragen aan de verpleegkundigen de bedden van de ontslagen patiënten aftrekken, kamer opruimen en beddenpoets bellen de afgewassen bedden opdekken glycaemie controle bij diabetes patiënten koffie en thee maken voor het avondmaal beginnen met het opdekken van het avondmaal in overleg met de verpleegkundige (ondertussen zijn er nieuwe patiënten opgenomen) hulp bieden bij het eten avondmaal afruimen menukaarten uitdelen en eventueel hulp bieden bij het invullen oproepbellen van de patiënten beantwoorden tijdens pauze van de verpleegkundigen verzorgingskarren aanvullen en opruimen
Overzicht medicatie (vet gedrukt) te kennen door studenten
ZIEKENHUIS OOST-LIMBURG APOTHEEK GB20# - NEUROCHIRURGIE Hfdvplgk.: De Wispelaere Greta TEL.: 089 / 32 62 10
Naam: Stmnr.: Geb. datum:
GENEESMIDDELENVOORSCHRIFT
R1 Omschrijving tabletten en kapsulen
Keynr
Aantal D/E
ADALAT 10 MG KAPS
01070
ALGOSTASE ZAKJE
0059023
AMLOR 5 MG KAPS
01325 01523 02274 58920 03075 03100 03110
ASPEGIC 100 100 MG POEDERS BI ROFENID 150 MG TAB. GELA BRUFEN FORTE 600 MG DRAG CAPOTEN 25 MG TAB CATAPRESSAN 0,15 MG TAB CEDOCARD 5 MG TAB
Omschrijving tabletten en kapsulen
Keynr Aantal D/E
KAP
ULTRA MG ZAKJES 3 G
21015 21036 22070 22060 24000 26018 67880 60650
ZAK
URFADYN PL 100 MG KAPS RET.
KAP
VALIUM 10 MG TAB
ZAK
VALIUM 5 MG TAB
CO
XANAX 0,5 MG TAB
co
ZANTAC TAB 150 MG
CO
ZANTAC TAB 300 MG BRUIS
CO
ZYRTEC 10 MG TAB
CO
aerosol Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
K
CIPROXINE 500 MG TAB CONTRAMAL 100 MG TAB. RET CONTRAMAL 50 MG KAPS DAFALGAN BRUISTAB 1G DAFALGAN CODEINE TAB BRUIS DAFALGAN ODIS TAB ZUIG DAFALGAN TAB 500 MG DEPAKINE CHRONO 500 MG TAB DEPAKINE ENTERIC 500 MG DRAG. MR DIAMOX 250 MG TAB DIPHANTOINE 100 MG TAB ETUMINE TAB EUSAPRIM FORTE TAB FLOXAPEN 500 MG KAPS HIBITANE TAB ZUIG IMODIUM 2 MG KAPS LASIX 40 MG TAB LORMETAZEPAM EG TAB 2 MG LOSFERRON TAB. BRUIS LYSOMUCIL 200 MG ZAK MARCOUMAR 3 MG TAB MEDROL 32 MG TAB MEDROL A 16 MG TAB MOTILIUM 10 MG TAB MOVICOL ZAK MYOLASTAN 50 MG TAB NIMOTOP 30 MG TAB OMEPRAZOL BC KAPS.MR 20 MG PERDOLAN COMPOSITUM TAB PLAVIX TAB 75 MG REDOMEX DRAG 10 MG SELECTOL 200 MG TAB SELOKEN 100 MG TAB STILNOCT 10 MG TAB TEGRETOL 200 MG TAB TEGRETOL CR 200 MG TAB RET. TEMESTA EXPIDET 1 MG TAB LYO TEMESTA EXPIDET 2,5 MG TAB LYO TENORMIN 100 MG TAB TRAZOLAN 100 MG TAB
03324 03451 03454 04001 04005 03995 04003 55460 04235 04320 04460 52130 05310 06105 08240 09020 12110 12498 12484 12550 13100 13166 13165 13510 13548 13654 13324 15004 16375 16597 18030 19108 19105 62300 20060 64580 20110 20120 20130 20427
Omschrijving ampullen
Keynr
ASPEGIC PD INS + 5 ML
01520 01603 03090 03136 03135 03331
AUGMENTIN 1000 1000-200 MG FL INSP CATAPRESSAN 150 0,15 MG/ML AMP CEFAZOLINE SANDOZ INJ. 1G CEFAZOLINE SANDOZ INJ. 2G CLAMOXYL Fl. 1 G
CO
ATROVENT MONODOSIS 2 ML
CO
BISOLVON 2 MG/ML OPL INH
KAP
DUOVENT MONODOSIS 4 ML
TAB
MISTABRON 20% AMP. AER.
CO
PULMICORT 500µG/2 ML AER
CO
VENTOLIN 0,5% OPL INH
01585 02280 04599 13400 16977 22161
TAB CO
suppo's
CO
02470 03999 PERDOLAN COMPOSITUM SUPPO VOLW. 16374 18225 ROFENID 100 MG SUP 22255 VOLTAREN 100 MG SUP
KAP
BUSCOPAN 10 MG SUP
CO
DAFALGAN 600 MG SUP
CO CO KAP TAB KAP
siropen + druppels
CO
BALSOCLASE EXPECT SOL OPL PO 200 ML
CO
CONTRAMAL 100 MG/10 ML FL DOS
CO
DEPAKINE 300 MG/ML 30%/60 ML OPL.
ZAK
DUPHALAC ZAK 15 ML
CO
HALDOL 2 MG/ML DRUPP
CO
MAALOX FORTE ZAK 10 ML
CO
MOTILIUM 5 MG/5 ML OPL PO
CO
PRUNASINE 200 ML SIROOP
02031 03460 04221 04601 08061 13006 13500 16970
ZAK CO CO
insuline
CO CO
ACTRAPID HM PENFILL 100 IU/ML 3ML
CO
INSULATARD PENFILL 100 IU/ML 3ML
CO
MIXTARD 30 PENFILL 100 IU/ML 3ML
61281 65749 09153
CO CO CO CO
zalven
CO
VOLTAREN GEL 50G
03050 04630 06085 53960 22266
Omschrijving
Keynr Aantal D/E
CO
CALADRYL LOTION 100 ML
CO
DURATEARS ZALF OOG 3,5 G
CO
FLAMMAZINE 1% CREME 50 G
CO
HIRUDOID GEL 100 G
Aantal D/E
varia AM
BIOGAZE 12x9 CM TULLE
FL
CEDIUM CHLORHEXIDINE 15ML 0,05%
AM
CORSODYL OPL MOND 200 ML
AM
DUODERM 10x10 CM VERBAND
AM
EOSINE 2% 5 ML OPL
AM
FLEET ENEMA VOLW LAVEMENT 133 ML
02132 30001 03516 04595 05068 06084
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
03347 03348 CLEXANE 40 MG/0,4 ML SPUIT 03344 CLEXANE 80 MG/0,8 ML SPUIT 03401 COFFEÏNE AMP 250 MG/ML 70270 CONTRAMAL 100 MG/2 ML AMP INSP 04131 DEHYDROBENZPERIDOL 5 MG/2 ML 04219 DEPAKINE I.V. 400 MG PD INS+O DIPHANTOINE 50 MG/ML AMP IV 250 MG 04430 14056 FENOBARBITAL NA 100 MG AMP. INSP 06090 FLOXAPEN 1000 MG PD INS 07181 GLUCAGEN HYPOKIT PD INSP GLUCOSE HYPERT IV 6G/20ML AMP.INSP 07200 08030 HALDOL 5 MG/ML OPL INSP 08123 HEPARINE LEO 100 U/10 ML FL.INSP 11170 KONAKION 10 MG AMP INSP 12100 LASIX 20 MG/2 ML AMP INSP 12317 LINISOL 2% AMP INSP 200 MG/10 ML 12355 LITICAN 50 MG AMP INSP 12540 LYSOMUCIL 10% 3 ML AMP INSP 11032 MINIPLASCO KCL 7,4% 06290 MINIPLASCO NACL 0,9% 10 ML AMP INF 14046 MINIPLASCO NACL 20% 20 ML AMP INF 14020 NALOXONE MERCK INJ 1 ML / 0,4 MG 14105 NEGABAN 2000 MG PD INSP 14247 NIMOTOP 10 MG INF OPL. 50 ML 16467 PERFUSALGAN 1% 100 ML 18220 ROFENID "READY-MIX" 100 MG AMP IM 19290 SOLU-CORTEF MOV 100 MG/ 2 ML 19360 SOLU-MEDROL 1000 MG PD INS+O SOLU-MEDROL S.A.B. 125 MG PD INS+O 19345 19335 SOLU-MEDROL S.A.B. 40 MG PD INS+O 01540 STELLATROPINE 0,25 MG/ML AMP INSP SYNACTHEN DEPOT 1 MG/1 ML AMP INSP 19640 20121 TEMESTA 4 MG AMP INSP 20314 TILCOTIL PD INS+O 20 MG 22010 VALIUM 10 MG/2 ML AMP INSP 22080 VANCOCIN 500 MG PD INSP 22250 VOLTAREN 75 MG/3 ML AMP IM 26016 ZANTAC 50 MG/2 ML AMP INSP CLEXANE 20 MG/0,2 ML SPUIT
SER
HACDIL FLAC 15 ML
SER
INSTILLAGEL GEL 11 ML
SER
ISO-BETADINE DERM 10%/10 ML
AM
ISO-BETADINE TULE 10x10 CM
AM
NORGALAX 120 MG/10 G MICROLAV
AM
PREPACOL COMB. VER
VIA
RESPIFLO 2510 500 ML FL
08013 09210 09353 09341 14328 16718 18095
AM AM FL FL AM
GB30$
AM FL
TRIFLO ADEMH. OEFENTOESTEL
92985
AM AM
infuus
FL AM
GELOPLASMA INF OPL 3,5% 500 ML
AM
GLUCION 10% ZAK 1 L B4004R
FL
GLUC. 10% PERF ZAK 1000 ML
FL
GLUC. 5% BX (VIAFLEX) FL INF 1 L
FL
GLUC. 5% BX (VIAFLEX) FL INF 500 ML
AM
GLUC. 5%+NACL 0,9 % BX (VIAFL.) 1 L
AM
NACL 0,9% BX (MINI-BAG)FL INF 100 ML
FL
NACL 0,9% BX (MINI-BAG)FL INF 50 ML
AM
NACL 0,9% BX (VIAFLEX)FL INF 1000 ML
AM
NACL 0,9% BX (VIAFLEX)FL INF 500 ML
VIA
PLASMA-LYTE + GLUC 5% 1000 ML
FL
PLASMA-LYTE A FL INF 1000 ML
VIA
VOLUVEN 6%/500 ML + OMZAK
07074 14350 07240 07270 07260 07220 06296 06295 06360 06350 16595 16593 22271
STRUCTOKABIVEN PERI 6,2gN 1206ML
04020
VIA AM AM AM AM AM AM AM AM
R 166 b GB30-IFH-VS.XLS Datum Handtekening + stempel geneesheer
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015
14/08/2007
Introductiebrochure Neurochirurgie GB20 – stagiairs Versie november 2015