INTRODUCTIEBROCHURE VOOR STUDENTEN SPOEDGEVALLENDIENST
Regionaal Ziekenhuis Sint-Trudo Diestersteenweg 100 – 3800 Sint-Truiden www.sint-trudo.be
VOORWOORD
Beste student
Welkom op de spoedgevallendienst!
Met deze brochure willen we je graag meer inzicht geven in de werking van onze spoedgevallendienst. Het is een praktische handleiding die je steeds kunt raadplegen. Voor bijkomende vragen kun je natuurlijk altijd bij ons team terecht. De hoofdverpleegkundige, de verpleegkundigen en de ambulanciers geven je graag meer uitleg.
Wij wensen je een aangename stageperiode en veel succes!
Namens het team
Danna Lekens
[email protected]
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 2/27
INHOUD
0. PRAKTISCHE AFSPRAKEN
5
1. INSCHRIJVINGSPROCEDURE
5
2. DE TAAK VAN DE VERPLEEGKUNDIGE
6
2.1. De spoedverpleegkundige 2.2. De verblijfsverpleegkundige 2.3. De MUG-verpleegkundige 2.4. De loopwacht-verpleegkundige 2.5. Belangrijk
6 6 7 7 7
3. INDIVIDUELE TAAKVERANTWOORDELIJKHEID
8
4. DISPATCH-FUNCTIE
9
5. ZAALINDELING EN INHOUD
9
6. POLY
10
6.1. Inschrijvingen 6.2. Gipsconsultatie
7. OPNAMEPROCEDURE EN VERPLEEGDOSSIER 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 7.5. 7.6. 7.7. 7.8.
Het opnameprotocol spoed Het spoeddossier Prestatiestaat Verpleegkundige anamnese Medische opdracht Geneesmiddelenvoorschrift Patiëntenidentificatiebandje Verpleegkundig dossier pediatrie
8. UURROOSTER
10 10
11 11 12 13 14 14 14 14 14
15
8.1. Algemeen
15
9. WACHTLIJSTEN
16
9.1. 9.2. 9.3. 9.4.
Dokters Medische beeldvorming Psycho-sociale dienst Wachtlijsten algemeen
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
16 16 17 17
p. 3/27
10. DE TELEFOON 10.1.De 100-telefoon 10.2.Werking van de telefoon 10.3.Secundair vervoer 10.4.Huisarts
18 18 18 18 18
11. INTERNE REANIMATIE
19
12. ZIEKENWAGEN - EN MUG-UITRUK
20
13. BESTELLING MATERIAAL
20
14. PROCEDURE BIJ EEN PRIKONGEVAL
21
15. VOORSTELLING MEDISCH TEAM EN VERPLEEGKUNDIG TEAM
22
15.1. Medisch team 15.2. Verpleegkundig team
23 23
16. PROCEDURES
25
17. DIENSTNOTA’S
26
17. RISICO-INVENTARISATIE EN –ANALYSE VOOR DE ALGEMENE VERPLEEGKUNDIGE AFDELINGEN
27
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 4/27
0. PRAKTISCHE AFSPRAKEN
1.
De introductie wordt door een verpleegkundige of een mentor van de spoedafdeling gedaan. Het afgesproken uur voor de introductie op spoed is van 7 tot 8 uur. De introductie verloopt vlot, bondig, de studenten krijgen uitleg over het ganse afdelingsgebeuren. Na de afdelingsgebonden introductie krijgen de studenten de kans om de algemene introductie te volgen.
2.
Indien er periodes zijn met een overaanbod van leerlingen wordt volgende regel toegepast: iedere leerling krijgt 3 nachten en/of 2 weekends.
3.
Onze stagementors: • Geert Dewit (100 % jobtime) • Danna Lekens (100 % jobtime) • Luc Lemmens (60 % jobtime) • Inge Ruymen (75 % jobtime) • Bert Windmolders (100 % jobtime)
4.
Het feedbackformulier wordt door de student ingevuld, nadien wordt dit gecorrigeerd en geparafeerd door de stagementor.
5.
Het feedbackformulier wordt enkel geparafeerd door de stagementor en niet door de rest van de spoedmedewerkers, dit om tot een objectieve stagebeoordeling van de student te komen.
1. INSCHRIJVINGSPROCEDURE
Als er iemand aan de desk spoed zit, kunnen de patiënten zich aan deze desk inschrijven. Indien er niemand aanwezig is, gebeuren de inschrijvingen aan de desks in het onthaal (F paars volgen).
Bij inschrijving altijd een MKG-registratieformulier meegeven aan de begeleider van de patiënt.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 5/27
2. DE TAAK VAN DE VERPLEEGKUNDIGE De dagtaak wordt vermeld op de lijst d.m.v. een kleurencode.
2.1. De spoedverpleegkundige • • • • •
Kleurnotatie op het uurrooster is wit. Je controleert box 1, 2, 3, 4, gips, chirurgie en pediatrie. In het verder verloop van de dag blijf je op de spoedgevallendienst. Je trieert de patiënt en vult het dispatchbord aan. Je verzorgt alle ambulante patiënten.
Tijdens de nachtdienst: • Je vult de zalen aan en ruimt ze op. • Je bestelt linnen en brengt het weg (aan de kunstnier). • Apotheek: wegbrengen + voorschrijven (eerst laten aftekenen door de arts). • Checklist • Je telt de ambulanten en de opnames (van 24 u. tot 24 u.) en je schrijft ze in (blad zie spoedboek). • Je controleert ook dagelijks of er een checklist moet gebeuren.
2.2. De verblijfsverpleegkundige • • • •
• • • • •
• • • •
Kleurnotatie op het uurrooster is groen. Je voert de controle van de verblijfskamers uit a.d.h.v de checklist. Je volgt alle patiënten op die in het verblijf liggen. Je verzorgt het ontbijt: de keuken neemt 3x/dag contact op met de dispatch verpleegkundige (tel. 5184) op volgende tijdstippen: om 6.00 u., 11 u. en 16.30 u.: aantal patiënten en gewenste dieet doorgeven. het keukenpersoneel brengt de maaltijden naar spoed. Je verzorgt het ochtendtoilet, dient de medicatie toe en vult het patiëntendossier aan. De nachtwaker geeft aan de opname door hoeveel patiënten die nacht op spoed verbleven. Er wordt dan een kamer gezocht. Je controleert dagelijks de checklist. Op weekdagen verleen je assistentie in de ziekenwagen (tot 10 u.). Tot 10 u. wordt de ziekenwagen uitgevoerd door de verblijfsverpleegkundige. Er gebeurt een ontdubbeling van de spoedbieper naar de mobiele equipe zodat deze ons op drukke momenten hulp kan bieden. Van 10 tot 16 u. gaat Ge(e)rt mee met de ziekenwagen. Als geen van beiden aanwezig zijn, wordt iemand op de lijst aangeduid die de ziekenwagen begeleidt. Wanneer er een “M”-dienst is (van 11 tot 19 uur) gaat deze mee met de ziekenwagen Van 16 u. tot 20 u. gaat er iemand van de brandweer mee. Vanaf 20 u. wordt er iemand ingeschakeld door secundair vervoer.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 6/27
2.3. De MUG-verpleegkundige Kleurnotatie op het uurrooster is roze. Je controleert de MUG. Je controleert de rea-box en de medicatie a.d.h.v. een checklist. Je controleert de ‘defib’ op de interne rea-kar: (’s nachts) Stekker uit het stopcontact trekken, tegelijkertijd op ‘strook’ duwen en manueel de monitor aanzetten. Daarna de procedure volgen die de monitor aangeeft. De strook wordt elke dag bijgehouden in een map die in de rea-kar steekt. • Tijdens de nacht heb je als mug-verpleegkundige het verblijf en volg je de patiënten op. • Je controleert dagelijks de checklist.
• • • •
2.4. De loopwacht-verpleegkundige Tijdens de nacht • Er zijn 2 ondersteunende loopwachten tenzij er een trombolyse is op ‘stroke’ of een bevalling op ‘materniteit’. o 1. Loopwacht: je verleent hulp aan geriatrieafdeling + ondersteuning geneeskundige diensten o 2. NH1 Loopwacht (hoofd): Je verleent hulp aan heelkundige diensten samen met kraamafdeling, ITE en spoed en je gaat mee met de ziekenwagen.
2.5. Belangrijk • Op het einde van elke shift worden alle ambulante- en opnamedossiers nagekeken en geklasseerd (map in de kast in het bureel van spoed). • VERGEET het ONTSLAGUUR niet te noteren. • Iedere verpleegkundige gaat zijn/haar dossiers na en waar nodig is worden deze aangevuld en vervolledigd. • Elke patiënt krijgt een informatiebrochure mee, (indien van toepassing) bv.: tips bij gips, pijn, tetanusvaccinatie… .
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 7/27
3. INDIVIDUELE TAAKVERANTWOORDELIJKHEID Geert
hoofdverpleegkundige functie spoed
Gert
hoofdverpleegkundige functie spoed en statistieken spoed
Luc
IV– en werkgroep cardiaal zorgplan, stagementor en ventilatie
Bert
stagementor
Joris
materiaalbeheer
Yves
SAED, CPR, vervanging poly
Danna
introductiemap, medicatie en stagementor
Fanny
poly
Chris
protocols, referentieverpleegkundige geriatrie, medicatie
Marc
MUG-registratie, tiltechnieken en prelevatie
Geert U.
Rampenplan, IT (computer), CPR, en PLOT
Geert D.
isolatie en pijnprotocol, stagementor
Inge
psycho-sociale, stagementor
Jessy
tracties
Tom
pediatrie
Gert Jan rampenplan Katrien
referentieverpleegkundige medicatie
Miel
referentieverpleegkundige geriatrie
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 8/27
4. DISPATCH-FUNCTIE • De dipatchverpleegkundige trieert de patiënt, geeft een triagekleur en vermeldt de verantwoordelijke verpleegkundige • De dispatch-functie wordt uitgevoerd door de spoedverpleegkundige. • Elke binnenkomende patiënt wordt eerst door deze verpleegkundige gezien en de eerste zorgen worden toegediend. Daarna wordt de patiënt in zaal geplaatst. • De patiënt wordt daarna toegewezen aan een verpleegkundige. • Elke patiënt krijgt een dossier en een spoedbrochure en indien nodig een opnamebrochure. • Naast de dispatch-functie staat de spoedverpleegkundige in voor de ambulante trauma’s (short-track).
5. ZAALINDELING EN -INHOUD
• • • • • • • • • • • • • • • •
Box 1 – 4: Rea-box: Gips: Chirurgie: Pediatrie: Verblijfbedden 1 en 2: Verblijfsbed 3: Verblijfsbed 4: Verblijfsbed 5 en 6: Kleine wachtzaal desk: Grote wachtzaal medische beeldvorming: Spreeklokaal Verpleegbureel Koffielokaal Inschrijfbalie Berging
alle opname patiënten levensbedreigende situaties kleine orthopedie kleine heelkunde pediatrische spoedgevallen tot 16 jaar opname patiënten isolatie-box intensieve-box noodbedden opname patiënten ambulante patiënten
De reservematerialen bevinden zich in het slob achter de boxen. Probeer zo weinig mogelijk materialen uit te lenen. Indien je toch iets uitleent, vermeld je dit in de map die ook in het slob staat. Zowel de persoon die het materiaal afhaalt als de spoedverpleegkundige tekenen. Gebruikte hechtingssetten zet je in het slob achter de boxen in de bak. Na elke shift breng je deze naar sterilisatie.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 9/27
6. POLY
6.1. Inschrijvingen De poly houdt in gipsconsultatie, kleine ingrepen en naverzorgingen. De inschrijvingen gebeuren aan het onthaal. Ma.:
10.00 u. – 13.00 u.: 13.30 u. – 17.00 u.:
Dr. Geyskens/Dr. Masereel/Dr. Moermans Dr. Tubbax
Ma.:
7.30 u. – 12.00 u.:
Dr. Moermans
Do. : 7.30 u. – 11.00 u.: 11.00 u. – 12.00 u.: checklist en opruimen
Dr. Mievis Dr. Renson
Vrij.: 8.00 u. – 12.00 u.: 13.00 u. – 15.00 u.:
Dr. Degraeve Dr. Geyskens/Dr. Masereel
Tijdens de bovenvermelde uren voorziet de equipe spoed een poly-verplegende. Buiten deze uren kunnen de artsen een beroep doen op de accommodatie poly met hierbij duidelijke afspraken: Er wordt onder geen beding gerekend op de verpleging van de spoedgevallen. Alle prestaties en materialen worden naar behoren genoteerd op de polybladen. De activiteiten die men wenst uit te voeren tijdens de vrije raadpleging dienen vooraf gepland en afgesproken te worden met de verpleging van de poly. Bij afwezigheid kan dit besproken worden met de hoofdverpleegkundige spoed. Werkuren poly-verpleegkundige: Ma.: Di.: Do.: Vrij.:
10.00 u. – 18.00 u. 7.30 u. – 15.00 u. 7.30 u. – 15.00 u. 8.00 u. – 15.30 u.
6.2. Gipsconsultatie Patiënten die op de spoedgevallendienst behandeld werden (met spalken), moeten veelal na een week bij de desbetreffende arts terug op gipsconsultatie komen. •
dr. Renson, dr. Tubbax, dr. Degraeve, dr. Mievis , dr. Moermans ⇒ afspraak geven met afsprakenbeheer (computer in de gipskamer)
•
dr. Geyskens/dr. Masereel ⇒ afspraak maken met het secretariaat of via het afsprakenbeheer met de computer.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 10/27
7. OPNAMEPROCEDURE & VERPLEEGDOSSIER 7.1. Opnameprotocol spoed
Patiënt-aanmelding op U I. Levensbedreigend 1. Verwittigen - U-arts (en ev. anesthesist) - verpleegkundige collega U (perm.)
II. Niet-levensbedreigend 1. Verwelkoming door verpleegkundige - Goeie…, ik ben verpleegkundige U …, waarmee kan ik u helpen? 2. Klachtensituering
2. Installatie zaal 2 - patiënt ontkleden, O.P.-hemdje aandoen - B-A-B-C: 1. Houding 2. O2 3. Monitoring + parameters - infuus + BN - parameters (om de 15 minuten) + ECG - pijnsedatie zo nodig - opmaken van dossier (zo volledig mogelijk) (naam + geboortedatum + verpleegk. anamnese) - patiëntinschrijving met verwijsbriefje ev. (familie bij voorkeur) - polsbandje - verdere zorgplanning
3. Zaalkeuze 4. Basisinstallatie - zo opname of pat. neuro of ernstig trauma: patiënt ontkleden: O.P.-hemdje of slaapkledij van thuis (zo nodig) - B-A-B-C: 1. Houding 2. O2 3. Monitoring + parameters - opmaken van dossier (zo volledig mogelijk) (naam + geboortedatum + verpleegk. anamnese) (voor inschrijving!) - verwittigen van U-arts (+ ev. arts-stagiair) - pijnsedatie zo nodig (ook als vpk. aandachtspunt) - patiëntinschrijving met verwijsbriefje ev. (door patiënt of familie bij voorkeur) (bewust slechts hier!) - polsbandje indien opname - verdere zorgplanning
Behandel-prioriteit: 1: kritieke patn. 2: patn. met ernstige pijnklachten 3: kinderen (-16j) 4: cfr. uur van aanmelding
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 11/27
7.2. Het spoeddossier
Vpk. handleiding gebruik patiëntendossiers spoed: Bij de spoeddossier wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen ambulante- en opnamedossiers. Belangrijk om weten is dat het hier gaat om een gecombineerd dossier dat gehanteerd wordt door zowel verpleegkundigen als (behandelende) artsen. Bij aanmelding - tenzij het een ‘kritieke’ patiënt is - wordt het dossier ‘asap’ opgestart en ingevuld (inclusief parameternotitie). Noteer hierbij het uur ‘in’ op spoed. Omcirkel of de patiënt al dan niet met een verwijsbrief binnenkomt. Bij rubriek verwijzing, vervoer en herkomst wordt steeds het desbetreffende kruisje aangebracht (bij vervoer kan het gelijktijdig ‘MUG en ZW’ zijn, (specifieer hierbij welke ZW of MUG-dienst de patiënt aanbracht). Op de stippellijntjes (bij herkomst) kan steeds aangevuld worden van welke school, werkgever, sportclub, rustoord of psychiatrisch ziekenhuis de patiënt afkomstig is. Geef ook onmiddellijk de reden van aanmelding op (bv. val met fiets, verkeersongeval, buikpijn). Zo spoedig mogelijk wordt de vermoedelijke diagnose opgegeven (bv. distorsie li. enkelgewricht). In een volgend luik worden de anamnestische gegevens (kort) bevraagd en genoteerd door de bevragende verpleegkundige en eventuele arts. De gegevens klinisch onderzoek worden enkel ingevuld door de artsen (in opleiding). Notitie parameters en medische planning spreken voor zich: AV staat voor aanvraag, UV voor uitvoering AHF = ademhalingsfrequentie, GCS = Glasgow Coma Schaal De pijnscore wordt numeriek weergegeven, evenals nausea ET = endotracheale tube, KV = kunstmatige ventilatie, CC = centrale catheter Het gewicht en de lengte wordt aan de patiënt bevraagd.
Noteer steeds de namen van de behandelende zorgverstrekkers, vul zo volledig mogelijk aan of de artsen effectief of telefonisch consulteerden. Bij informering van de (spoed-)arts (ook stagiair of intercollegiaal) wordt (tenzij kritieke patiënt) het ingevuld dossier spoed gehanteerd als overdrachtsmedium! Bij beademde patiënten kan de arts (anesthesist) opgeven welke ventilatie-opgaven dienen gerespecteerd te worden: modus ventilatie, ademteug (tidal volume), frequentie, I/E-ratio, O2spanning, peep. Laat de opdrachtgevende arts zoveel mogelijk de opdrachten effectief noteren op het dossier (en aftekenen) + med. opdrachtenblad. ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 12/27
Op het spoeddossier wordt genoteerd welke medicatie en infusie(s) aan de patiënt dienen verstrekt te worden op spoed! Bij inschrijving en ontvangst kleefvignetten, worden deze als volgt aangebracht: wit blad (spoed): linkerflap voor, rechterflap (niet op middenluik).
roze blad: links groen blad: rechts blauw blad: rechts per dossier moet je dus ‘5’ vignetten effectief kleven
Indien een patiënt na ambulante inschrijving toch opgenomen wordt en hij/zij daarbij opnieuw ingeschreven wordt, overkleef het linker wit blad met een opnamevignet.
Magazijn Geef aan met een kruisje welke verbruiksgoederen werden verbruikt voor deze patiënten. Bij gebruik van synthetische gips: specifieer (Delta of Soft bv.), (hoogste) ingegipst lichaamsdeel, welke (en ev. hoeveel) verbandmaterialen Andere niet-gespecifieerde materialen uitschrijven onderaan of tussenin a.u.b.
7.3. Prestatiestaat Wordt niet ingevuld door de verpleging! Kleefvignet op wit + groen + blauw blad kleven. Bij de afwerking van de patiënt kruis je aan of het om een ambulante dan wel een opnamepatiënt ging. Bij OPNAME duid je aan: In eigen instelling: welke dienst. Indien naar andere instelling: naam centrum van verwijzing opgeven (en eventueel dienst). Afwerking van het dossier
Vanaf paraf ontslag-toelating arts (zie middenblad) vul je het uur ontslag in. Ontslagbrief-aanduiding wordt gedaan door arts. Je kruist aan of het om ambulant of opname gaat (ev. aanvullen ontslagdienst). Je scheidt het linker- en middenblad ‘wit’ van de rest van het dossier en deponeert het in vakje spoedklassement (het rechterwit -vooraan- kan gescheiden worden van wit links/midden via de vooraf aangebrachte scheurlijn). De rest van het dossier laat je bijeen voor afwerking door artsen/ administratie => je deponeert het in vakje administratie spoed. Het roze deel gaat mee naar de verpleegafdeling en wordt vernietigd bij ambulante patiënten. Het MKG-blad blijft bij het gedeelte administratie.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 13/27
Opname
Zodra de beslissing ‘opname’ valt, start je asap het afdelingsmapje ’opname’: verpleeganamneseformulier opname via computer, of pediatrie, groen medisch opdrachtenblad en vpk. evaluatie en observatie. Je voegt aan deze opnamemapjes ook de traditionele ZHopname-infobrochures toe. Deze geef je eveneens mee aan de patiënt (ev. familie of begeleider).
7.4. De verpleegkundige anamnese (zie bijlage) Bij niet levensbedreigende situaties vul je ‘asap’ het verpleegkundig anamneseblad in bij de installatie van de patiënt en bij voorkeur vóór het consult van de spoedarts en/of stagiair-arts, dit via de bijlage in het elektronisch medisch dossier. Bij levensbedreigende situaties vul je het anamneseblad in wanneer de toestand van de patiënt dit toelaat. Er wordt steeds een print meegegeven van deze anamnese naar de verpleegafdeling.
7.5. Medische opdracht
7.6. Geneesmiddelenvoorschrift Er wordt een geneesmiddelenvoorschrift voor 48 uur meegegeven aan de afdelingen die niet werken met het elektronisch medicatiebeheer.
7.7. Patiënten-identificatiebandje Elke opnamepatiënt en elke ambulante patiënt die zijn naam en geboortedatum niet kan zeggen moet een patiëntenidentificatiebandje krijgen.
7.8.
Verpleegdossier pediatrie Enkel de verpleeganamnese is een aangepaste versie.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 14/27
8. UURROOSTER
8.1.
Algemeen Vroege (V): 6.45 u. tot 14.45 u. Dag (D):
10 u. tot 18 u., afhankelijk van de vermelding op het uurrooster
Dag (M):
11 u. tot 19 u. in de week en 12 u. tot 20 u. in het weekend.
Late (L):
13.45 u. tot 21.45 u.
Nacht (N):
21.15 u. tot 7.15 u.
R (= rec):
recuperatie van overuren
BV:
betaalde vakantiedag
WF:
feestdag
EV:
educatief verlof / externe vorming
IV:
interne vorming
lW:
loopwacht
Blanco dag door de week:
Deeltijds: vrije dag Voltijds: recuperatie van het weekend
De volledige lijst van de afkortingen vind je terug in de map van het uurrooster in de kast op de spoedgevallen.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 15/27
9. WACHTLIJSTEN 9.1. Dokters Wisseling van de wacht: • specialisten om 8 u. en om 20 u. • spoedartsen wisselen om 9 u. ’s morgens. Dokters van wacht zijn vermeld in de map ‘wachtlijsten artsen’ (via website).
Opgelet bij de wachten van oogartsen: Patiënt op spoed: - Na eerste consultatie van de spoedarts mag de oogarts van wacht verwittigd worden, meestal mag de patiënt dan langsgaan op consultatie bij de oogarts. - De wegbeschrijving naar de thuisconsultatie vind je terug in de vakjes in de desk onthaal. - Er wordt enkel een dossier opgemaakt met naam, geboortedatum en reden van spoedgeval. - Deze patiënt wordt niet ingeschreven en enkel het wit blad van het dossier wordt geklasseerd. Patiënt aan de telefoon: - Wij noteren de naam, de reden en telefoonnummer van de patiënt en verwittigen dan de oogarts. - Deze gegevens worden doorgespeeld en de oogarts neemt zelf contact op met de patiënt of wij verwittigen de patiënt.
9.2. Radiologie Effectieve aanwezigheid van de verpleegkundigen: • weekdagen: 7.30 u. tot 21.30 u. • zaterdag: 8 u. tot 20 u. (indien zaterdag een feestdag is: 9 u. tot 20 u.) • zondag: 8 u. tot 20 u. • feestdagen: 8 u. tot 20 u. Ingeval van een polytrauma verwittigen wij zelf de radioloog. Indien er een scan van de schedel of een echo moeten genomen worden, verwittigt de RXverpleegkundige de radioloog. Het telefoonnummer kun je terugvinden op hun kaartje aan de desk onthaal (An) of via wacthlijsten op de computer aan de desk spoedgevallen.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 16/27
9.3. Psycho-sociale dienst Deze dienst mag je verwittigen bij zwaar zieke patiënten als de drukte het niet toelaat om de familie voldoende op te vangen. Niet vergeten: de psycho-sociale dienst ook verwittigen via intranet (naast telefonisch contact). intranet documenten verpleegkundigen: aanvraag tot psycho-sociale interventie op spoed tijdens de kantooruren steeds telefonisch contact opnemen met An Joachims op 9147. In de stille uren en bij opvang van zeer kritieke patiënten of indien de verpleegkundige van spoed dit nodig vindt op het nummer 5144. Dit nummer wordt in de stille uren enkel gebruikt na overleg met het verpleegkundig middenkader van wacht.
9.4. Wachtlijsten algemeen Deze zijn beschikbaar via het intranet van het ziekenhuis.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 17/27
10. DE TELEFOON
10.1. De 100-telefoon De 100-telefoon bevindt zich aan de desk onthaal (witte telefoon) en wordt enkel gebruikt voor 100-oproepen. Er ligt naast de telefoon een notablok waarop je volgende gegevens duidelijk noteert: • plaats • ziekenwagen en/of MUG • reden • huisarts aanwezig? • ritnummer • toestand van de patiënt • uur van vertrek en aankomst ter plaatse en in het ziekenhuis • vermelding: 100-Hasselt-Leuven-Luik Indien 100 Leuven of Luik, 100-Hasselt melden van onbeschikbaarheid van MUG. Na de meldingen worden de zoemers geactiveerd d.m.v. de knoppen ter hoogte van de telefoon.
10.2. Werking van de telefoon • alle biepers beginnen met het nummer *02 … • indien je dadelijk iemand aan de lijn wil: *01 gevolgd door het nummer • wanneer bezettoon: toets 2 induwen als de andere persoon inhaakt, komt daarna de lijn automatisch terug • bij overname van een andere lijn: *23 indrukken • bieper beantwoorden: het nummer beantwoorden dat op de bieper vermeld staat staat er ’H01’ en ‘nr’ op het schermpje: hekje vormen, 01 en zoemernummer. • doorverbinden d.m.v. ‘R’ gevolgd door het telefoonnr.: je kan ook met de bieper doorverbinden:*01 en het nr. je wacht tot de andere persoon opneemt. Krijg je geen respons, dan toets je gewoon de R terug in, je krijgt de persoon terug aan de lijn die je aanvankelijk opbelde.
10.3. Secundair vervoer Indien er een aanvraag binnenkomt voor secundair vervoer, schakel je deze door op het nummer **160 (Marco Tebaldi).
10.4. Huisarts Dringend: als de huisarts dringend vervoer aanvraagt, vraag je aan de huisarts om zelf de 100 te verwittigen. Om vergissingen te voorkomen, noteer je de rit best niet zelf. Niet dringend: je schakelt het secundair vervoer (**160) door of verwittigt de persoon die van wacht is.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 18/27
11. INTERNE REANIMATIE
• Een interne reanimatie wordt d.m.v. een specifiek geluid op de zoemers kenbaar gemaakt. • De dienst wordt weergegeven op de zoemer. • De MUG-verpleegkundige vertrekt met de MUG-kar naar de dienst. De MUG-kar bevindt zich in het sas polykliniek. • VERGEET DE STEKKER NIET UIT TE TREKKEN! • De voorrangsleutel voor de lift hangt aan de perfusiestaander. • De spoedarts wordt automatisch verwittigd via de zoemer. • Op de dienst ligt het kussen buiten aan de deur van de kamer. • Wanneer onze externe MUG weg is voor een externe opdracht, wordt de interne reanimatie opgevangen door ITE. Zij krijgen immers ook melding van de interne rea. De verpleegkundige van ITE en de anesthesist gaan dan naar de desbetreffende afdeling.
OPGELET • Indien er reanimatie is op campus Sint-Anna moet de MUG-wagen uitrijden • Terug op spoed: MUG-kar bijvullen en de kaft (op de MUG-kar) invullen. • Bij reanimatie op spoed: MUG-knop induwen, in elke box (blauwe knop). Er staat een identieke MUG-kar in het nieuwe gedeelte van het ziekenhuis. Deze bevindt zich op de eerste verdieping en is het best te bereiken via de lift (blok 3). De kar staat in het lokaal langs de lift in een apart lokaal, enkel te bereiken met een individuele sleutel. Voor de geneeskundige diensten kun je best deze kar gebruiken, voor de heelkundige afdelingen gebruik je best de MUG-kar van de polykliniek.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 19/27
12. ZIEKENWAGEN- EN MUGUITRUK
Als de ziekenwagen of de MUG moeten uitrijden, wordt dit kenbaar gemaakt via een specifiek geluid op de zoemer (zie protocol ) !
Tijdens de uitruk ter plaatse steeds de draagbare zender meenemen. ⇒ ZW: door de ambulancier ⇒ MUG: door de MUG-verpleegkundige + arts
13. BESTELLING MATERIAAL De bestelling gebeurt met het modulair systeem. Onze berging bevat voor elk materiaal de voorraad van twee weken. Deze is opgesplitst in twee bakken met telkens de voorraad voor 1 week. Het is de bedoeling dat je enkel materiaal neemt uit de bak waarop het label hangt. Indien deze bak leeg is, neem je het label van de bak en gooi je dit in het desbetreffende mandje. Het magazijn komt dit halen en brengt dan ook de materialen terug die verbruikt werden. Het magazijn legt de materialen van de berging terug in de bakken. Er zit ook een gedeelte van de voorraad in box 4 (wegens plaatsgebrek), in de rea-box, in de gips, in de chirurgie en in de pediatrie. Elke zaal heeft een specifieke kleur. Voor artikels met een uitzonderlijk laag verbruik, wordt slechts 1 vak voorzien. Wanneer het product bijna op is, gooi je het labeltje in de mand. De witte bakken in de zalen worden niet door het magazijn bijgevuld omdat deze niet behoren tot het modulaire systeem. De nachtverpleegkundige vult deze bakken bij.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 20/27
14. PROCEDURE BIJ EEN PRIKONGEVAL Indien een verpleegkundige zich aanmeldt met een prikongeval wordt er een prikongevalset (berging) genomen. Deze set bevat een blad waarop de procedure vermeld staat. 14.1. Procedure • Wondverzorging en ontsmetting met alcoholische oplossing. • Bloedname (met bijhorend bloedbuisje) na ‘informed consent’ (dit blad dien je in te vullen met toestemming van de patiënt vooraleer je een HIV-bepaling aanvraagt). • Controleer het ‘Hep B’-titer controleren in de map (prik-snij-val), indien te weinig of ongekende bloedaanvraag vul je bij aan de hand van het schema. • Indien de titer lager is dan 10, geef je hepatitis B gammaglobulines (deze bevinden zich in de koelkast, in het voorraadlokaal). • Je geeft het aanmeldingformulier mee aan de verpleegkundige. De verpleegkundige vult het voorste blad zelf in en geeft het aan Theo Vanvinckenroye worden gegeven. Een verpleegkundige van spoed vult het achterste deel in. • Je geeft ook een verzekeringspapier mee. Dit moet bezorgd worden aan de personeelsdienst (Linda Roelants). Dit blad bevindt zich ook in de map. • Je schrijft de verpleegkundige in en ze krijgt een ambulant dossier. • Bij stagiairs volg je dezelfde procedure en stuur je een kopie van het aanmeldingsformulier naar de school. De opvolging gebeurt dan door de school zelf.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 21/27
15. VOORSTELLING MEDISCH EN VERPLEEGKUNDIG TEAM 15.1. Medisch team Spoedgevallendienst, geneesheer-diensthoofd: Dr. Claes P. Spoedartsen: Dr. Beeckman Dr. Conde Dr. Gevaert Dr. Smets Dr. Claes P. Anesthesisten: Dr. Bequé Dr. Claes Dr. Dierckx Dr. Lippens Dr. Geessels Dr. Knoors Dr. Muyldermans Dr. Lieben Dr. Vroonen Dr. Van Roosbroeck Dr. Vu Abdominale heelkunde: Dr. Geyskens Dr. Masereel Cardiologie: Dr. De Meester Dr. Beckers Dr. Morias Dr. Herbots Dermatologie: Dr. Anseeuw Dr. Lissens Endocrinologie Dr. Mertens A. Gastro-enterologie: Dr. Bollen Dr. Nijs Dr. Van den Bergh Dr. Joosen Dr. Martens Geriatrie Dr. Joosen Dr. Martens Gynaecologie-obstetrie: Dr. de Sonnaville Dr. Eerdekens Dr. Michiels Dr. Verboven Maxillo-faciale: Dr. Decoster
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 22/27
Medische beeldvorming: Dr. de Jongh Dr. Marrannes Dr. Palmers Dr. Vandenbosch Dr. Verhamme Dr. Visser Nefrologie en reumatologie: Dr. Claus Dr. Smets Dr. Verbrugge NKO-arts: Dr. Annys Dr. Verbraken Neurochirurgie: Dr. Donkersloot Dr. Put Dr. Wissels Neurologie: Dr. Mulleners Dr. De Vooght H. Dr. De Vooght W. Dr. Schreurs Dr. Verjans Oncologie Dr. Lievens Dr. Verheezen Oogheelkunde: Dr. Budo Dr. Storms Dr. Liesenborghs Orthopedie: Dr. Renson Dr. Tubbax Dr. Degraeve Dr. Mievis Dr. Moermans Dr. Hendrickx Pediatrie: Dr. Backaert Dr. Beullens Dr. Mertens Dr. Meurice Plastische heelkunde: Dr. Lauwers Pneumologie: Dr. Pat Stomatologie: Dr. De Coster Urologie: Dr. Vanderkerken Dr. Vanderschot Dr. Vanhaevre Vaat- en thoraxchirurgie: Dr. Koppert Dr. Lacquet Dr. Verougstraete Dr. Libeer Dr. van de Gender ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 23/27
15.2. Verpleegkundig team Hoofverpleegkundigen: Geert Berden Gert Plevoets Verpleegkundigen: Acket Dirk Appeltans Vanessa Beelen Jessy Bielen Gert Jan Biets Marleen Bollaerts Yves Bollen Emile Coenen Elodie Convents Anita Degros Nathalie Dewit Geert De Waele Dirk Eycken Peter Frederickx Tom Goorts Chris Lekens Danna Lemmens Joris Lemmens Luc Luyten Marc Partoens Stephan Ruymen Inge Steegmans Andries Vanherk Katrien Vannitsem Fanny Uijtdebroeks Geert Windmolders Bert Ambulanciers: Dewit Jeffrey Droogmans Martin Mathijs Roland Mellemans Willy Vancoppenolle Flip Vangerven Guy Vangrootloon Marcel
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 24/27
16. PROCEDURES: INHOUD De procedures bevinden zich in de kast ‘procedures’ in het bureel van de hoofdverpleegkundige. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Procedure hospitalisatiefunctie spoed Zorgnota hospitalisatiefunctie spoed Formulier voor aanvraag dieet of wijziging dieet Procedure vaattrombolyse Procedure heparinesloten Actrapid-drip: schema Metalyse: werkwijze AMI: ongecompliceerd/opname Cardio-pulmonaire en cerebrale resuscitatie Cardio-pulmonaire reanimatie Wat doen bij urgentie? Reanimatie van een pasgeborene Protocol polytrauma Trauma-score Med. Intoxicatie: standing order Opname van cardiologische patiënt Protocol: standaardoplossingen Protocol: maagspoeling Traumatische pijn Standing-order: CO-intoxicatie Protocol: meningokokkensepsis Verpleegkundig personeels-begeleidingsinstrument spoed Scoreblad “PIJN” spoedafdeling
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 25/27
17. DIENSTNOTA’S De dienstnota’s bevinden zich in de kast ‘procedures’ in het bureel van de hoofdverpleegkundige. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52.
Info, opvolging verhuis spoed … Bengels op spoedgevallenbezoek Ingebruikname medicatie T3 op ITE Interhospitaalvervoer ITE-pt Solidariteitshulp spoed Abdominale heelkunde: tel Donor criteria en management Lenen van medicatie van een andere afdeling Wettelijk afleveren van medicatie Brief aan de huisartsen: afwijking om de pt naar het dichtstbijzijnde ZH te brengen Richtlijnen inzake overbrenging van pt Prehospitaal-hulp bij ernstige VKO Patiënt-transfert RX / Fax hulpcentrum 100 Luik Radiofonische melding van vertrek ZW/MUG aan het hulpcentrum 100 Stagiairs vpl/ambulanciers op spoed Overledenen openbare plaats Niet-dringend ziekenvervoer Intubatiezakjes spoedkoffers Persoonlijke beschermmiddelen Radiocommunicatie/bilan Zorgweigering DVC-setjes Teruggave materiaal ad ambulancediensten Pt verlaat ZH zonder kennisgeving of is verloren ECG-toestel Veiligheid tijdens uitrukken ZW/MUG DNR-codes CO-detectoren Aftekenen dienstnota’s Sluiten toegangsdeuren Patiënten informatiefolder spoed Nutteloze rit / MUG 100 Leuven Juridische vraagstelling vpl functie spoed Registratie van toegediende tetanusvaccins DNR-order Toegang sportterrein Veiligheid: DMH Registratieformulier: nosocomiale primaire sepsis Medicatieschema Klaarzetten/nakijken/toedienen van medicatie Bereikbaarheid van de neurochirurgen Halskragen: werkwijze Bereikbaarheid pediaters Bereikbaarheid sociale dienst Ontslag patiënt: Sancta Maria Inzet 3 of meer ZW / 2 of meer MUG Formulier inventaris: waardevolle voorwerpen Prelevaties Palliatieve verpleegkundige Teruggave materiaal ad ambulancediensten Incidenten met patiënten / bezoekers Inzetbaarheid van spoedartsen op de afdeling bij het invullen van de overlijdensakte van patiënt 53. DSI rode kruis 54. MUG-werking Limburg 55. Opnameprotocol ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 26/27
18. RISICO-INVENTARISATIE EN -ANALYSE VOOR DE ALGEMENE VERPLEEGKUNDIGE AFDELINGEN Bevinden zich in de kast ‘procedures’ in het bureel van de hoofdverpleegkundige.
ZO&O/spoed/introductiebrochure studenten 14-12-2009
p. 27/27