Intra Uteriene Inseminatie (IUI)
De afkorting IUI staat voor Intra Uteriene Inseminatie. Dit wil zeggen dat zaadcellen na een speciale bewerking met een dun slangetje via de baarmoedermond in de baarmoederholte worden gebracht. De zaadcellen gaan vervolgens via de eileider naar de buikholte en komen daar in contact met eicellen, waarna “spontane” bevruchting kan plaatsvinden. Wanneer kom ik in aanmerking voor een Intra Uteriene Inseminatie? U komt in aanmerking voor IUI indien de gynaecoloog bij u verminderde vruchtbaarheid heeft geconstateerd en de kans op een spontane zwangerschap <30 (-40)% is. Deze verminderde vruchtbaarheid kan worden veroorzaakt door: 1. Verminderde vruchtbaarheid van de man door een verminderd aantal zaadcellen, die overigens wel van goede kwaliteit zijn. 2. Taai of zuur slijm in de baarmoedermond, waardoor de zaadcellen niet naar binnen kunnen dringen. 3. Ook kan IUI worden toegepast als er geen duidelijke oorzaak is gevonden voor de verminderde vruchtbaarheid bij de man en/of de vrouw. Wat moet u doen voordat de IUI wordt verricht? Inseminaties kunnen worden verricht in de eigen cyclus of in een cyclus met milde hormonale stimulatie. Dit is afhankelijk van de reden van de inseminaties. Voordat de inseminatie verricht wordt, komt u enkele malen op de polikliniek om de groei van de eiblaasjes te bekijken met behulp van echografie. Indien u hormonen krijgt voorgeschreven, vindt de stimulatie van de eierstokken plaats in de eerste helft van de menstruatiecyclus. De eerste dag van de cyclus is gelijk aan de eerste dag van de menstruatie. Om de eierstokken te stimuleren, moet u geneesmiddelen in de vorm van injecties, gebruiken. Dit doet u aan de hand van een strak schema. De behandelend arts of de specialistisch verpleegkundige voortplantingsgeneeskunde (VPG) stelt dit schema voor u samen. De verpleegkundige VPG legt u uit hoe u deze injecties klaarmaakt en hoe u ze vervolgens spuit. Tevens krijgt u een spuitinstructie mee, zodat u ook thuis nog kunt nakijken hoe een en ander in zijn werk gaat. De verpleegkundige VPG spreekt met u af wanneer u op controle komt voor een echografie. Indien u inseminaties in uw eigen cyclus krijgt, wordt er een afspraak voor de echografie gemaakt, afhankelijk van de lengte van uw cyclus. Aan het einde van de stimulatieperiode of indien de eiblaasjes groot genoeg zijn in uw eigen cyclus, is het de bedoeling dat u het medicijn HCG injecteert.
Dit wordt gepland 38 uur voor het inbrengen van de zaadcellen. Het exacte tijdstip geeft de specialistisch verpleegkundige aan u door. Dit geldt tevens voor het tijdstip voor het inleveren van de zaadcellen. Inleveren van de zaadcellen (sperma) Op de dag van de IUI vraagt de specialistisch verpleegkundige u om het sperma met de bijbehorende formulieren op de afgesproken tijd naar het Klinisch Chemisch Laboratorium (nr. 80) te brengen. U vangt het sperma op in een speciaal potje, dat u van de gespecialiseerd verpleegkundige heeft gekregen. Het is de bedoeling dat het sperma op lichaamstemperatuur blijft, breng het daarom binnen 1 uur na de zaadlozing naar het laboratorium. Aldaar wordt het sperma geschikt gemaakt voor het inbrengen in de baarmoederholte. Waar vindt de IUI-behandeling plaats? Voor het inbrengen van de zaadcellen in de baarmoeder (de IUI) neemt u plaats in de wachtruimte voortplantingsgeneeskunde (achterin wachtruimte 2, polikliniek vrouw-kind), nadat u zich heeft aangemeld met uw zorgpas bij de aanmeldzuil. In het weekend en op feestdagen, kunt u zich melden bij de verloskamers (afdeling 1B). Informatie over de IUI-behandeling zelf Voor de inseminatie zal met een speculum, ook wel “eendebek” genoemd, de baarmoedermond zichtbaar worden gemaakt. Via een dun slangetje worden vervolgens de zaadcellen in de baarmoederholte gespoten. U voelt hier in het algemeen weinig van. Na de behandeling zullen we proberen u 10-15 minuten te laten liggen. Na de IUI-behandeling U kunt de eerste twee dagen na de IUI wat last hebben van buikpijn. Dit kan geen kwaad. Wij vragen u contact met ons op te nemen als dit gepaard gaat met koorts (zie telefonische bereikbaarheid verderop). Wij adviseren u uw gewone dagelijkse bezigheden weer te hervatten. Ook vrijen is toegestaan. Na ongeveer 14 dagen wordt u wel of niet ongesteld. Indien de menstruatie uitblijft, verricht u een zwangerschapstest in de urine, dit kan 15-16 dagen na de IUI. Vervolgens neemt u, ongeacht de uitkomst, contact op met de polikliniek voortplantingsgeneeskunde. Complicaties en bijwerkingen IUI-behandelingen kennen weinig bijwerkingen. Wel is er in het geval van zwangerschap een licht verhoogde kans op een meerlingzwangerschap, indien u hormonen heeft gebruikt.
Tot slot In geval van vragen en onduidelijkheden, kunt u altijd contact opnemen met de polikliniek voortplantingsgeneeskunde en/of uw behandelend gynaecoloog. Meer informatie kunt u vinden op de website www.tweestedenziekenhuis.nl onder het specialisme gynaecologie. Telefonische bereikbaarheid voortplantingsgeneeskunde: Op werkdagen van 11.00-12.00 uur op telefoonnummer 013-4655847 Telefonische afspraak maken door een mail te sturen met uw naam, geboortedatum en telefoonnummer naar
[email protected], u wordt dan het volgende spreekuur tussen 9.00-13.00 uur teruggebeld. Telefonische afspraak maken via polikliniek gynaecologie op telefoonnummer 013-4655266In geval van spoed kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met polikliniek gynaecologie, telefoonnummer 013-4655266. Buiten kantooruren met afdeling verloskamers, telefoonnummer 013-4655358.
Telefonische bereikbaarheid fertiliteit consulent: - telefonisch spreekuur tussen 11.00 en 12.00 uur, 013-4655847 - telefonische afspraak maken via poli gynaecologie, 013-4655266 - telefonische afspraak maken via e-mail:
[email protected] (Naam, geboortedatum en telefoonnummer mailen) NB Het e-mail adres is niet bedoeld om vragen te stellen, uw mail wordt niet beantwoord.
HCG: IUI: Sperma inleveren:
1e dag menstruatie Datum Cyclusdag Echo FSH HCG Cyclusdag Echo FSH HCG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
U geeft telefonisch de eerste dag van de menstruatie (cyclusdag 1) aan de verpleegkundige voortplantingsgeneeskunde door. Er wordt dan een echocontrole met u afgesproken. Indien u gaat starten met FSH, begint u op de 2e dag van uw cyclus met het spuiten van de voorgeschreven dosering. Het is de bedoeling dat u dagelijks op hetzelfde tijdstip spuit, tot u een afspraak heeft bij de gespecialiseerde fertiliteit verpleegkundige. Aan de hand van echo’s wordt bepaald op welk moment de inseminatie gepland kan worden. Zodra de inseminatie (IUI) kan worden gepland, worden de datum en het tijdstip van het spuiten van de HCG-injectie met u afgesproken door de gespecialiseerd verpleegkundige. U krijgt dan ook de datum en het tijdstip waarop de inseminatie zal plaatsvinden en de bijbehorende instructies en papieren mee. Het zaadmonster bestemd voor de IUI kan bij het Klinisch Chemisch Laboratorium worden ingeleverd (volgnummer 80). U krijgt van de gespecialiseerde fertiliteit verpleegkundige door hoe laat het zaadmonster moet worden ingeleverd op de dag van de IUI. Het zaadmonster mag niet “ouder” zijn dan 1 uur. U kunt een zwangerschapstest in de urine doen 15/16 dagen na de IUI. Zowel bij een positieve zwangerschapstest als bij een menstruatie neemt u contact op met de verpleegkundige voortplantingsgeneeskunde via het telefonisch spreekuur