Intra Uteriene Inseminatie Informatie voor patiënten
F0620-1011 september 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00
Inleiding U bent bij de arts geweest en hebt gesproken over een IUI-behandeling. In deze folder leest u meer over IUI. Het eerste deel van deze folder geeft inhoudelijke informatie over IUI. In het tweede deel leest u over de praktische gang van zaken rondom de IUI-behandeling.
Wat is IUI? IUI staat voor intra-uteriene inseminatie. Dit is het inbrengen (insemineren) van zaadcellen direct in de baarmoeder (intra-uterien). In de normale situatie komt na een zaadlozing in de vagina het sperma met de zaadcellen in de buurt van de baarmoedermond. Via het slijm van de baarmoedermond komen de zaadcellen via de baarmoederholte in de eileiders, waar de bevruchting van een eicel kan plaatsvinden. Bij IUI worden in het laboratorium uit het sperma de beste zaadcellen geselecteerd en rechtstreeks in de baarmoederholte gebracht. De zaadcellen zijn dan dichter bij de plaats van bevruchting. Inseminatie moet plaatsvinden rond de eisprong. Om de juiste tijd te bepalen zal er regelmatig onderzoek plaatsvinden, zoals echoscopie en/of bloedonderzoek. Met of zonder hormonen Afhankelijk van de aard van het fertiliteitsprobleem kan de IUI plaatsvinden in een spontane cyclus, waarbij u geen hormonen gebruikt, of in een gestimuleerde cyclus, waarbij u wel hormonen gebruikt. Het gebruik van hormonen is om de groei van de eiblaasjes (follikels) te stimuleren of om de timing van de eisprong te verbeteren. Dit kan de kans op het slagen van de behandeling doen toenemen. Een hormoonbehandeling bestaat uit tabletten of injecties. De arts bespreekt met u of een hormoonbehandeling bij u nodig is. Bewerking van het sperma Sperma bestaat voor het grootste gedeelte uit vloeistof waarin zich de zaadcellen bevinden. Voor de inseminatie zijn alleen de actieve zaadcellen nodig. Het selecteren van de actieve zaadcellen gebeurt in het laboratorium. Dit heet het bewerken van het sperma. IUI is alleen zinvol als in het sperma na bewerking meer dan 5 miljoen actieve zaadcellen per ml zijn overgebleven. Intra Uteriene Inseminatie • F0620-1011 • september 2015
2
Voor wie is IUI? U kunt voor IUI in aanmerking komen als: • de kwaliteit van het zaad niet optimaal is • het aantal zaadcellen minder is dan normaal • u na twee jaar onbeschermde gemeenschap niet zwanger bent geworden en er geen duidelijke oorzaak voor is gevonden • het slijm van de baarmoedermond van minder goede kwaliteit is. Hoe groot is de kans op een zwangerschap bij IUI? De kans op een zwangerschap is bij elke IUI-behandeling ongeveer 14%. Bijwerkingen en complicaties Bij elke medische behandeling bestaat er een kans op bijwerkingen of complicaties. Bij een IUI-behandeling komen de volgende voor: - Infectie Er bestaat een zeer kleine kans op infectie. Als u koorts krijgt (38º C of hoger), buikpijn of afscheiding die anders is dan normaal, neem dan contact op met uw behandelend arts. Heeft u een IUI-behandeling gecombineerd met hormonen, dan kunnen de volgende bijwerkingen optreden: - Vocht vasthouden, misselijkheid en stemmingsverandering - Meerlingzwangerschap De kans op een meerlingzwangerschap is enigszins in te schatten door het aantal eiblaasjes dat bij echoscopie te zien is. Zijn er meer dan drie eiblaasjes dan zal de arts u afraden om in die cyclus zwanger te raken. Ondanks alle controles kan er een meerlingzwangerschap ontstaan. - Te veel eiblaasjes Soms ontstaan er tijdens de behandeling met hormonen onverwacht meerdere eiblaasjes. Als in die situatie wordt doorgegaan met stimulatie met hormonen, met name met injecties, kan er een overstimulatie van de eierstokken ontstaan: het ovarieel hyperstimulatiesyndroom. Deze complicatie is zeldzaam, maar de gevolgen kunnen ernstig zijn. U kunt buikpijn krijgen, een opgeblazen gevoel, misselijk worden en/of overgeven. Soms is opname in het ziekenhuis nodig. Intra Uteriene Inseminatie • F0620-1011 • september 2015
3
Als er sprake is van dit syndroom, raadt de arts u af om zwanger te raken. Dan zal de IUI niet doorgaan en krijgt u het advies om geen gemeenschap te hebben. Van de hormonen die gebruikt worden bij een hormoonbehandeling is geen verhoogd risico op het ontstaan van kanker bekend.
De praktische gang van zaken Het behandelteam Het fertiliteitsteam van het MCH bestaat uit twee gynaecologen, een fertiliteitsarts, en een verpleegkundig specialist. Zij zijn gespecialiseerd in de behandeling van vruchtbaarheidsproblemen. Start Heeft u een behandeling gecombineerd met hormonen, dan moet u op dag 3 van de cyclus starten met de hormonen. De eerste dag van de menstruatie (cyclusdag 1) is de eerste dag van helder rood bloedverlies. Op dag 3 gaat u zichzelf injecteren met de hormonen. Dit moet u elke dag op hetzelfde tijdstip doen tot de planning van de inseminatie. U heeft in het ziekenhuis uitleg gekregen hoe u zichzelf moet injecteren. Gebruikt u hormoontabletten, dan start u ook op cyclusdag 3. U slikt gedurende vijf dagen elke dag het voorgeschreven aantal tabletten. Op dag 10 van de cyclus komt u naar het ziekenhuis voor controles (echo en eventueel bloedonderzoek). Dit geldt voor alle IUI-behandelingen, dus zowel met als zonder hormonen. Hiervoor moet u zelf een afspraak maken op het follikelspreekuur (zie voor het telefoonnummer achterin de folder). Het spreekuur is altijd ’s morgens. Indien dag 10 van uw cyclus in het weekend valt, maakt u de afspraak op de vrijdag ervoor. In het ziekenhuis wordt een vaginale echo gemaakt. Hiermee kan de arts het aantal en de grootte van de eiblaasjes (follikels) beoordelen. Wanneer de eiblaasjes goed groeien wordt er ook bloed bij u afgenomen. In het bloed wordt de hoogte van twee hormonen gemeten: oestradiol en het luteïneserend Intra Uteriene Inseminatie • F0620-1011 • september 2015
4
hormoon. Deze hormonen spelen een rol bij de eigroei en eisprong. Soms is het nodig deze onderzoeken de daaropvolgende dagen te herhalen om de groei van de eiblaasjes te volgen. Wanneer de follikel(s) groot genoeg zijn en de hormoonwaarden in het bloed goed zijn, dan wordt de IUI gepland. Eisprong opwekken Soms komt het voor dat er voldoende rijpe eiblaasjes zijn, maar dat er geen eisprong lijkt te komen. Het is dan nodig de eisprong op te wekken. Dit gebeurt met een injectie met het hormoon pregnyl. De injectie moet worden toegediend in de bil- of beenspier. U kunt dit laten toedienen op de Spoed Eisende Hulp. U krijgt hierover uitleg van uw arts. Inseminatie Het sperma moet voor de inseminatie een bewerking ondergaan. Daarom is het noodzakelijk sperma enkele uren voor de inseminatie in te leveren bij het laboratorium. U krijgt de exacte tijd van inleveren tegelijk met de afspraak voor de inseminatie. De kwaliteit van het sperma is het beste na twee tot drie dagen onthouding. Op de dag van de inseminatie moet de man thuis door masturbatie sperma opwekken. Het sperma moet binnen één uur in het laboratorium zijn zodat de kwaliteit optimaal is. Het sperma moet worden ingeleverd bij de afdeling microbiologie op de vierde etage van MCH Westeinde. Daar wordt het meteen bewerkt. Twee uur daarna, als de bewerking klaar is, vindt de inseminatie plaats. De inseminatie vindt plaats op de polikliniek Gynaecologie. De arts of verpleegkundige informeert u over het resultaat van de spermabewerking. U neemt vervolgens plaats in de onderzoekstoel. De arts of verpleegkundige brengt een spreider (speculum) in waardoor de baarmoedermond zichtbaar wordt. Dan wordt een dun slangetje door de baarmoedermond in de baarmoederholte gebracht. Het sperma wordt via dit slangetje in de baarmoeder gespoten. Dit wordt zelden als pijnlijk ervaren. Daarna blijft u ongeveer 10 minuten liggen. Na de behandeling kunt u meteen naar huis. Intra Uteriene Inseminatie • F0620-1011 • september 2015
5
Na de inseminatie Soms voelt men enige uren na de behandeling wat krampen in de onderbuik. Dit gaat meestal vanzelf over. Blijven de krampen aanhouden, neemt u dan contact op met uw arts. Wanneer 16 dagen na de inseminatie geen menstruatie optreedt, bent u mogelijk zwanger. U kunt dan zelf een zwangerschapstest doen. Wilt u dit liever in het ziekenhuis laten doen, dan is dat ook mogelijk. Bent u zwanger, belt u dan naar de polikliniek Gynaecologie voor het maken van een afspraak voor de verdere controle. Meestal vinden er drie tot zes IUI-behandelingen plaats. Als u daarna niet zwanger bent zal uw arts met u een nieuwe afweging maken: doorgaan met IUI, overstappen op een andere behandeling (bijvoorbeeld IVF) of stoppen met behandelen.
Afspraken Afspraken voor het follikelspreekuur via de polikliniek Gynaecologie: telefoonnummer (070) 330 24 22, maandag tot en met vrijdag van 08.00-17.00 uur. Bent u verhinderd, bel dan zo snel mogelijk de polikliniek Gynaecologie (uiterlijk 24 uur voor de afspraak) om u af te melden. In uw plaats kan dan een andere patiënt geholpen worden. Niet of te laat afgemelde afspraken worden in rekening gebracht.
Vragen Een behandeling voor ongewenste kinderloosheid kan emotioneel zwaar zijn. Als u dat wilt kunt u hierover praten met de gynaecoloog, fertiliteitsarts of verpleegkundige. Het is ook mogelijk u door te verwijzen naar de medisch psycholoog van het MCH. Ook contact met lotgenoten kan helpen. Deze folder geeft algemene informatie. Heeft u vragen dan kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Gynaecologie, telefoonnummer (070) 330 24 22.
Intra Uteriene Inseminatie • F0620-1011 • september 2015
6
Bij acute problemen buiten kantooruren kunt u ook bellen met de Spoedeisende Hulp van MCH Westeinde op telefoonnummer (070) 330 23 80. Meer informatie - Patiëntenvereniging voor paren met vruchtbaarheidsproblemen: Freya Telefoonnummer: (024) 645 10 88 Website: www.freya.nl - Gynaecologenvereniging NVOG Website: www.nvog.nl
Intra Uteriene Inseminatie • F0620-1011 • september 2015
7