Pijn Doel / Interventies Datum
:
Evaluatie datum
:
Verpleegkundige : Verpleegkundige doelen De patiënt geeft aan geen pijn te ervaren of de pijn op een aanvaardbaar niveau te ervaren De patiënt signaleert volledig en tijdig veranderingen in de pijn De patiënt past maatregelen toe om het ontstaan van pijn of exacerbatie (verergering) van bestaande pijn te voorkomen De patiënt past maatregelen toe om zijn pijnbeleving te beïnvloeden De patiënt ervaart een (hoogst haalbare) optimale kwaliteit van leven, waarbij hij zo min mogelijk door pijn wordt belemmerd Naasten tonen begrip voor pijn en sluiten aan bij de mogelijkheden van de patiënt
Verpleegkundige interventies Pijnbehandeling Geef de patiënt inzicht in het patroon pijn, de oorzaken van pijn, de samenhangende factoren en de mogelijke behandelingen Bespreek de mogelijke oorzaken met patiënt en naasten Bespreek de factoren die van invloed zijn en de mogelijkheden om de pijn te verlichten Bespreek de pijn in relatie met de diagnostische onderzoeken en verrichtingen die de patiënt volgt of gaat volgen; geef informatie over het mogelijk ongemak en de gewaarwordingen die te verwachten zijn Selecteer in overleg met de overige leden van het zorgteam verschillende methoden van pijnbehandeling en pas deze toe (bijvoorbeeld farmaceutisch, niet-farmaceutisch) Bespreek met de patiënt de behandelmogelijkheden waardoor de oorzaak van de pijn kan worden ingedamd zoals chirurgie, radiotherapie, hormonale of chemotherapie Neem pijnverlichtende maatregelen bij wondverzorging en andere verzorgende handelingen Bespreek welke hulpverleners wanneer en hoe ingeschakeld moeten worden bij mogelijke waarschuwingssignalen of onvoldoende pijnbehandeling
Voorlichting pijnbehandeling en gebruik pijnmedicatie Geef voorlichting over de ingestelde behandeling Geef voorlichting over de voorgeschreven pijnmedicatie, uitleg over keuze medicatie, welke combinaties, werking en bijwerkingen vande medicatie, het belang van regelmatige inname Bespreek en overleg over de beoogde resultaten Stem de voorlichting af op de informatiebehoefte van de patiënt, maak gebruik van ondersteunende schriftelijke informatie
Bespreek eventuele angsten rondom pijnmedicatiegebruik (bv. kans op verslaving) Bespreek het belang van therapie trouw Help de patiënt de behandeling in te passen in het dagelijkse leven Betrek zo nodig de familie en naasten bij de voorlichting
Regulering van de omgeving: comfort Signaleer bronnen van ongemak (bijvoorbeeld vochtig of knellend verband, infuusslangen, drains, plooien in het onderlaken, irriterende stoffen) Zorg voor comfort bevorderende maatregelen, zoals: tijdig gebruik van antidecubitus materiaal, dekenboog, comfortabele houding in bed, aangepaste stoel, temperatuurregulatie Zorg voor een schoon, comfortabel bed Zorg voor een sfeer en omgeving waarin de patiënt zich prettig voelt (zoals eigen dekbed, bedlampje, foto’s) Voorkom of beperk ongewenste of harde geluiden zo mogelijk Stem de verlichting af op de activiteit die wordt verricht en let op dat het licht niet in de ogen van de patiënt schijnt Inspecteer de huid op symptomen van druk of irritatie
Ontspanningstechnieken Beschrijf het doel, het nut en de beperkingen van ontspanningstherapie en de mogelijke technieken (bijvoorbeeld muziektherapie, meditatie, progressieve spierontspanning). Ga na of de patiënt in het verleden misschien bepaalde ontspanningstechnieken met succes heeft toegepast Help de patiënt en zijn naasten een methode te kiezen die hen aanspreekt en voor hen hanteerbaar is Geef een gedetailleerde beschrijving van de geselecteerde ontspanningsinterventie
Zorg zo mogelijk voor een rustige omgeving, met gedimde verlichting en een comfortabele kamertemperatuur Adviseer de patiënt om ruimzittende kleding te dragen, een comfortabele houding aan te nemen en de ogen te sluiten Oefen de gekozen methode met de patiënt Geef de patiënt zo nodig schriftelijke instructies mee waarin wordt uitgelegd wanneer en hoe hij de technieken kan toepassen Schakel zo nodig een collega deskundige in
Afleiding Geef voorlichting (ook schriftelijk) over het toepassen van afleidingsmethoden, zoals muziek, televisie kijken, lezen, gesproken gedichten of boeken, bezoek, rondlopen Help de patiënt en naasten een methode te kiezen die hen aanspreekt en voor hen hanteerbaar is Oefen de gekozen methode met de patiënt Geef de patiënt zo nodig schriftelijke instructies mee waarin wordt uitgelegd wanneer en hoe hij de technieken kan toepassen Geef familie waar mogelijk de gelegenheid deel te nemen aan de zorg Schakel zo nodig een collega deskundige in
Huidstimulering Geef voorlichting over diverse mogelijkheden van stimulatie van de huid om de pijn te verlichten, zoals oppervlakkige massage (op niet aangedane delen), toepassen van warmte/koude (bad, douche, warme kruik/handdoek, ijszak, koud washandje, washandje gevuld met ijsblokjes, coldpack) transcutane zenuwstimulatie (TENS) Help de patiënt en zijn naasten een methode te kiezen die aanspreekt en hanteerbaar is
Geef uitleg over de indicaties, frequentie en procedure Oefen de gekozen methode met de patiënt Geeft de familie waar mogelijk de gelegenheid deel te nemen aan de zorg Schakel zo nodig een collega deskundige in
Regulering van de energiebalans Controleer de aard en de locatie van pijn/ongemak bij bewegingen/activiteit Bewaak/noteer het slaappatroon en het aantal uren slaap Zorg voor (nacht)rust op een voor de patiënt wenselijke manier Beperk de omgevingsprikkels (bijvoorbeeld licht, geluiden) om de ontspanning te bevorderen Moedig een afwisseling van perioden van rust en activiteit aan Help de patiënt met passieve en/of actieve bewegingsoefeningen om de spierspanning te verminderen Plan activiteiten in perioden dat de patiënt de meeste energie heeft